Terwijl daar betrekkelijk grote bezuinigingen plaatsvinden
geven de respondenten hieraan weinig of geen steun. Hierbij
zij opgemerkt dat een deel der bezuinigingen, qua intentie,
de kwaliteit van de betrokken voorziening minder beiinvloedt
dan respondenten wellicht denken.
nota 1982) met bezuinigingsvoorkeuren van respondenten in
augustus 1981 blijken forse discrepanties. Aan de confrontatie kleven bepaalde theoretische en praktische bezwaren,
waardoor men er zich voor moet hoeden al te rigoureuze conclusies te trekken. Desondanks is het opvallend dat de ,,pre-
ferentiemakelaars” random het Binnenhof op een zo groot
6. Samenvatting en conclusies
aantal onderdelen van het ombuigingsbeleid zo sterk afwijken van de ,,onthulde” voorkeuren van de respondenten.
Deze constatering roept op zijn minst een vraag op: moeten
Wat betreft de enquetetechnische aspecten valt op dat een
betrekkelijk gecompliceerde bezuinigingsvraag heel wel aan
behalve de publieke uitgaven ook de ombuigingen zelf naar
aard en omvang niet worden heroverwogen?
respondenten kan worden voorgelegd. De respons op de
vraag is vrij groot, terwijl foute antwoorden bij uitzondering
Gerrit Jan van ‘t Eind
Flip de Kam
zijn gecorreleerd met achtergrondkenmerken van de respondenten. Wel zijn verbeteringen in de vraagstelling mogelijk.
Zo kan de respondent in een minder vrijblijvende situatie
worden gedwongen door hem te vragen een bepaald bed rag te
bezuinigen dan wel aan te geven yelke belasting hij zou willen verhogen. De respondent kan zodoende beter baten en
lasten afwegen.
Wat betreft de resultaten valt op dat tussen respondenten
grote verschillen in opvatting bestaan over de aard en om-
vang van wenselijke bezuinigingen op publieke uitgaven. Dit
geeft eens te meer aan hoe moeilijk het zal zijn om bezuinigingen te realiseren. Vrijwel altijd zullen de preferenties van
een bepaalde groep respondenten en daarmee kiezers (jong
versus oud, lage inkomens versus hoge inkomens) moeten
worden gebruskeerd.
Uit een vergelijking van de ombuigingen op publieke uitgaven voor het begrotingsjaar 1982 (conform de Miljoenen-
RECTIFICATIE
In het artikel ,,Economische crisis en volkshuisvesting.
Overeenkomsten en verschillen met dejaren dertig” van prof,
dr. ir. H. Priemus in het nummer van 17 maart is een hinderlijke fout geslopen. De benamingen van de figuren in dit artikel corresponderen niet met de tekeningen zelf. Voor de juiste
volgorde dienen tekening 1 en 2, en 3 en 4 onderling te worden
verwisseld.