Randstad: bakermat van
logistiek en telematica
De ontwikkelingen op het gebied van telematica en logistiek vinden nog te versnipperd
plaats. Hierdoor kunnen de nieuwe communicatiemogelijkheden niet ten voile worden
benut. Een ontwikkelingsmaatschappij ‘Nederland telematicaland’ zou de activiteiten
kunnen bundelen en richting kunnen geven aan de ontwikkeling van algemene
telematicavoorzieningen.
itifigf
IR. F.A. LAUTERBACH*
Telematica staat volop in de belangstelling. Het aantal
publikaties over telematica en het inzicht in het belang voor
logistiek Nederland is fors toegenomen. Een ‘winnende’
benadering voor logistiek Nederland moet gebaseerd zijn
op concurrentiekracht door middel van telematica1. Het
rapport van Nederland distributieland zegt daarover:
“In de transport- en distributiewereld is sprake van
een snel toenemende ontkoppeling van goederenstromen en informatiestromen. Adequate en snelle informatievoorziening over goederen en goederenbewegingen
is langzamerhand minstens even betangrijk als een
snelle adequate fysieke afhandeling van de goederenstroom. Wie internationaal in de voorste gelederen mee
wil blijven tellen zal dus enerzijds de beschikking moeten
hebben over een bijzonder goede fysieke infrastructuur
en dito transport- en distributievoorzieningen. Dat is
vanouds zo en dat blijft zo. En daarin heeft Nederland
een sterke positie.
Maar anderzijds wordt het de komende jaren van
evengroot (zo niet groter) belang om te beschikken over
een effectieve telematica-infrastructuur, en andere vormen van doelgerichte logistieke informatievoorziening.
Die noodzaak ligt er op het niveau van bedrijven en
bedrijfstakken, zij ligt er zeker ook op het niveau van Nederland BV. Op dat gebied valt in ons land nog het nodige te
doen. Nederland heeft daarin geen vanzelfsprekende voorsprong. En andere landen hebben ook, en vaak eerder,
ontdekt hoe belangrijk goed toegesneden telematicatoepassingen zijn voor de internationale goederenstroombeheersing. Daarom zijn in ons land op ditterrein de komende
jaren gerichte analyses en concrete acties nodig”.
De boodschap van Nederland distributieland is volstrekt
duidelijk. Toch worstelt een niet onaanzienlijk deel van de
logistieke sector nog steeds met een aantal vragen: “Wat
betekent telematica voor ons?”, “Wat moeten we nu concreet
doen?”, en “Wat is de invloed van telematica op ons bedrijf?”.
Situatieschets
Een aantal bedrijven heeft het voortouw genomen en
past telematica inmiddels op enige schaal toe. Zo zijn er in
978
ons land ten minste acht transportinformatiesystemen actief of in opbouw, die bestemd zijn voor breder gebruik. Zij
hebben ieder een andere invalshoek en/of richten zich met
informatie op verschillende segmenten van de transporten distributiemarkt.
In alfabetische volgorde gaat het daarbij om:
– Cargonaut (Schiphol, overslag luchtvracht);
– Hermes (Nederlandse Spoorwegen, railtransport);
– Intis (Rotterdam, primair afhandeling zeevracht, uiteindelijk bredere scope);
– Sagitta (belastingdienst, douane-informatie);
– Teleroute (Wolters Kluwer, wegtransport);
– Tradicom (NOB wegtransport);
– Transpotel (Sijthoffpers, primair wegtransport);
– UTC (Stichting Uniforme Transport Code, primair wegtransport).
De ervaringen die met deze systemen worden opgedaan, komen nauwelijks naar buiten. Worden er weinig of
geen resultaten behaald?
Feit is, dat de telecommunicatievoorzieningen in Nederland redelijk tot goed zijn. In andere (zelfs Europese)
landen waarmee logistiek Nederland communiceert, is dit
niet altijd het geval. Er zijn ook verschillende ‘private carriers’ die met hun mondiale netwerken telecommunicatiediensten aanbieden, maar waarbij in het in- of uitgaande
land toch van de lokale PTT-diensten gebruik moet worden
gemaakt. Deze situatie leidt tot verwarring over de feitelijke
mogelijkheden en de kosten. Hierdoor wordt het gebruik
niet aangemoedigd. De op telecommunicatie gebaseerde
en branchegerichte informatiesystemen zijn nog vrij primitief of ontbreken nog geheel.
Dit is al enige jaren geleden onderkend. Initiatieven
zoals bij voorbeeld Intis in Rotterdam zijn ontstaan om de
ontwikkelingen te sturen en te bespoedigen. Inmiddels is
voor een aantal berichtenstromen enig resultaat bereikt. Zo
is het bij voorbeeld mogelijk een import-aangifte via Intis
automatisch door te geven aan het Nederlandse douane* De auteur is werkzaam als Senior Consultant bij het Internationale adviesbureau Arthur D. Little Inc., waar hij verantwoordelijk
is voor de adviespraktijk Information Management and Technology. Het artikel is op persoonlijke titel geschreven.
1. NDL-rapport Telematica en concurrentiekracht, juni 1989.
systeem Sagitta. Een aantal andere initiatieven – ik noem
onder andere het Schiphol Cargonaut-systeem en het systeem van de Nederlandse Spoorwegen, Hermes – is volop
in ontwikkeling. Langzaam maar zeker worden delen operationeel. Ook wordteen toenemende bereidheid bespeurd
deze ontwikkelingen op elkaar af te stemmen. De Nederlandse PIT timmert op haar eigen wijze aan de weg en
neemt ook aan een aantal gezamenlijke ontwikkelingen
deel. Op veel plaatsen wordt hard gewerkt, maar het geheel is onoverzichtelijk en er zijn maar enkelen die dit
allemaal volgen.
Is het daarom verwonderlijk dat veel bedrijven het spoor
min of meer bijster zijn en dat de toename van het aantal
activiteiten en partijen in binnen- en buitenland dit alleen
maar versterkt?
De versnipperde aanpak van de telematica in Nederland, en het niet erg voortvarend reageren van de bedrijfstak op de verschillende initiatieven en mogelijkheden, doet
op veel plaatsen een gevoel van onbehagen ontstaan. “Als
logistiek Nederland telematica niet zeer snel oppakt dat
missen we de boot”. De deskundigen zijn het erover eens:
als logistiek knooppunt moet Nederland een voortrekkersrol vervullen. Door kwalitatief goede faciliteiten te bieden
moet Nederland meer hoogwaardige passagiers- en goederenstromen kunnen verwerven. Van alle transportwegen
valt op de telematica het meest aan te merken, maar ook
het meest te verbeteren.
Wat moet er in Nederland infrastructureel gebeuren,
opdat wij de internationale concurrentie in en na de jaren
negentig blijvend aankunnen?
Wat betekent telematica?
Speerpunt voor de Nederlandse economie
Telematicaprojecten vormen strategische wapens in de
internationale concurrentiestrijd2. Waarom is de invoering
van telematica zo essentieel?
Eigenlijk is dit genoegzaam bekend. De bedrijven zijn als
‘eilanden’ geautomatiseerd, en deze eilanden sluiten zeer
gebrekkig op elkaar aan. Daardoor worden met name de
regelende functies in het transport onnodig langzaam en
duur. De informatie wordt te vaak handmatig ‘omgebouwd’
naar de eilandsystemen. Hoe vaak hoort men niet: “Als onze
eigen systemen op die van onze partners zouden aanslurten,
dan zou het overgrote deel van deze gegevensuitwisseling
volgens gemaakte afspraken automatisch kunnen geschieden. Dat is foutloos, sneller en goedkoper, en bovendien kun
je je dan concentreren op de uitzonderingen”.
De Electronic Data Interchange (EDI) systemen (zoals
het systeem van Intis) zijn elektronische postsystemen, die
willekeurige berichten via elektronische brievenbussen van
afzender naar ontvanger doorgeven. De berichten die
automatisch moeten worden verwerkt moeten gestandaardiseerd zijn en ook moet de afhandeling bij alle betrokkenen volledig bekend zijn. Wil men dus feitelijk van alle
voordelen van het EDI-systeem gebruik maken, dan moet
het eigen informatiesysteem deze standaard berichten geheel automatisch verwerken, en daar waardit niet mogelijk
is aan de betreffende functionaris in het bedrijf voor handverwerking aanbieden. Deze in hoge mate elektronische
verwerking betekent in de praktijk in veel gevallen een
herstructurering van de transportorganisatietaken. Een bijkomend gevolg is, dat de eigen ‘eilandsystemen’ aan de
geautomatiseerde communicatieprocessen moeten worden aangepast. Dit resulteert vroeg of laat in een complete
(ver)nieuwbouw van de eigen logistieke informatiesystemen. Dergelijke ontwikkelingen betekenen nogal ingrijpende veranderingsprocessen in de werkorganisatie van de
kantoren, met relatief grote investeringen in geautomatiseerde informatiesystemen en niet onaanzienlijke risico’s.
Doordat de mobiliteit van de elektronisch vastgelegde
informatie belangrijk groter is, kunnen de transportorganisatietaken zich ook op een andere wijze over de huidige
partijen gaan verdelen. Partijen die toch al over geautomatiseerde transportorganisatiesystemen (gaan) beschikken,
kunnen vrij eenvoudig andere organisatie- en afhandelingstaken naar zich toe trekken, omdat de additionele
investeringen daarvoor relatief laag zullen zijn.
Al met al zal een grootschalige toepassing van de moderne telematica, zowel in de huidige bedrijven als tussen
de bedrijven onderling, een aantal ingrijpende structuurwijzigingen te zien geven. Gezien de kleinschaligheid van de
transportbedrijven in ons land is het niet verwonderlijk dat
vele bedrijven afwachten tot zich een en ander wat meer
uitkristalliseert.
De vaststelling dat de verschillende initiatieven in Nederland (Intis, Cargonaut, Hermes, Ediforum, Tradicom, Teleroute, Transpotel, UTC, Sagitta, enzovoort) meer moeten
samenwerken is op zichzelf juist, maar tevens moet worden aangegeven hoe je deze en andere ontwikkelingen
daadkrachtig op elkaar afstemt. Voor de roep om een
krachtig gecoordineerd overheidsbeleid geldt feitelijk hetzelfde.
Enkele voorbeelden van essentiele ontwikkelingen worden gegeven in het NDL-rapport Telematica en concurentiekracht:
– Cargonaut: van vooral op Schiphol georienteerd community systeem naar internationale logistic flow-benadering (“Gateway to Europe, to the US and the Far East”);
– Hermes: van gesloten internationaal spoorwegsysteem
naar ketenbenadering;
– Intis: van vooral op de Rotterdamse haven en op zeevracht georienteerd systeem naar intermodaal, internationaal open systeem;
– Tradicom: van vooral Nederlands informatiesysteem
mede naar netwerk voor het totale Europese wegtransport;
– Sagitta: van alleen invoer-georienteerd Financiensysteem mede naar uitvoer- en doorvoer-georienteerd systeem voor heel Nederland;
– Nedlloyd: van benadering per vervoerssysteem, via focus op logistieke trends, mede naar intermodale ketenbenadering;
– PTT-Telecom: van nationaal infrastructuurleverancier
mede naar internationaal ‘value added’ dienstenleverancier.
ESB 17-10-1990
Daarmee wordt echter nog geen ontwikkeling van een
ge’integreerde aanpak, een Value added’ dienstenknooppunt bereikt. Laat ik hierna aangeven welke hoofdactiviteiten moeten worden uitgevoerd, en daarna hoe dat gestalte
zou moeten krijgen.
In de eerste plaats moet Nederland bewust worden gemaakt van de vele mogelijkheden die de grootschalige toepassing van telematica ons biedt. Dit zou niet beperkt moeten zijn tot logistiek Nederland of tot de zakelijke wereld
alleen. Met name de bewustwording van de mogelijkheden
van telematica voor onze huishoudens, opleidingen, het
betalingsverkeer, de zakelijke dienstverlening enzovoort,
maakt dat bij de verschillende sectoren veel eerder een
kritische massa van toepassingen en acceptatie ontstaat.
Maatschappelijke acceptatie van de telematica-mogelijkheden is voorwaarde voor een ‘speerpuntstrategie’.
2. Zie ook het inleidende artikel “Randstad: gateway of randgebied?” in deze ESB.
979
Een tweede activiteitengebied is het bewust maken van
veranderingen in de regelende functies van de logistiek,
zoals eerder geschetst. Dit met het uiteindelijke doel de
thans veelal afwachtende houding om te smeden naar een
ondernemende aanpak, waarbij door gerichte produkt/marktbenaderingen kansen worden benut. Dat de telematica daarbij een drijvende kracht zal zijn, behoeft geen
betoog.
Ten derde moet Nederland, en in het bijzonderde Randstad, zich gaan manifesteren als Value-added dienstenknooppunt’.
Om dit te realiseren moet aan de volgende voorwaarden
zijn voldaan:
– op alle logistieke wegen, en met name de telematica,
moet Nederland kwalitatief en qua prijs/prestatieverhouding hoog scoren;
– een integraal pakket telematicadiensten moet voorhanden zijn, dit zowel voor passagiers- als vrachtlogistiek;
– er moet een open klimaat heersen voor het ontwikkelen
en toepassen van telematica-software; in feite een bakermatfunctie, waarbij initiatieven van gespecialiseerde
ondernemingen worden aangetrokken en worden opgevangen in een eminente infrastructuur;
– er moet een kenniscentrum voor integrale logistiek zijn,
ten einde nieuwe mogelijkheden te signaleren en te
onderzoeken. Dit ‘world logistics center’ zou zich op alle
terreinen van de branche-ontwikkeling moeten manifesteren en met name bij moeten dragen aan concepten
voor wereldwijde goederenstroombesturing.
Daarnaast zouden bij voorbeeld nieuwe produkt/marktcombinaties kunnen worden gesignaleerd, en kan het effect van een nieuwe techniek voor de logistieke processen
in kaart worden gebracht. Wat kun je bij voorbeeld in reistijd
zoal niet aan informatie verschaffen met behulp van telematica, zodat er synergie-effecten optreden met andere
sectoren van dienstverlening. Er liggen vele kansen voor
de logistieke en de telematica-sector.
De aanpak: Nederland telematicaland_____
Hoe zou dit gestalte moeten krijgen? Wat is de taak van
het bedrijfsleven, de overheden, en met name de Randstadprovincies?
Het feitelijke probleem van een zo omvangrijk ontwikkelingstraject is dat er geen natuurlijke organisatie is die een
dergelijk traject vanuit de bestaande rol kan oppakken.
Gezien het speerpuntkarakter, het Nederlandse belang en
het hiervoor geschetste takenpakket is een opzet als nationale organisatie een vereiste, een organisatie die met
betrokkenen het beleid uitstippelt en daadwerkelijk leiding
geeft aan alle gedefinieerde activiteiten.
Het karakter van deze speerpuntorganisatie is een ontwikkelingsmaatschappij, hier verder genoemd ‘Nederland
telematicaland’, waarin zowel de Nederlandse als de provinciale overheid, de brancheorganisaties en bedrijven
(vraagzijde) alsook de leveranciers van telematicadiensten
(aanbodzijde) zouden moeten participeren. Deze ontwikkelingsmaatschappij zou richting- en leidinggevend moeten zijn voor alle algemene telematicavoorzieningen, de
weg moeten bereiden voor een versnelde maatschappelijke acceptatie van de telematica en ervoor moeten zorgen
dat een gunstig klimaat ontstaat voor gespecialiseerde
telematicabedrijven. Nederland telematicaland moet de
voorwaarden scheppen waardoor alle bestaande marktpartijen hun aandeel in de opbouw van de logistieke telematica-infrastructuur leveren. Dit betekent dat Nederland
telematicaland een ondernemingsvorm zou moeten hebben, waarin genoemde partijen zouden moeten deelnemen
980
in een nader vast te stellen verhouding. De nationale en
provinciale overheden zullen een belangrijke bijdrage aan
deze ontwikkelingen moeten leveren, en met name de
algemene ontwikkelingsactiviteiten moeten financieren.
Nederland telematicaland zal alle telematica-ontwikkelingen moeten bundelen zodat de totale resultaten goed op
elkaar afgestemd zullen zijn. Daar waar gaten dreigen zal
Nederland telematicaland initiatieven ontplooien, leveranciers trachten te interesseren, en indien nodig zelf projecten voor de ontwikkeling starten. Deze projecten zullen in
principe door belanghebbenden (partners in de ontwikkeling, financiers en/of sponsors) moeten worden gefinancierd. Door zich niet te richten op een specifieke branche
kan Nederland telematicaland ook de ontwikkelingen tussen de branches begeleiden en er voor zorgen dat er geen
telematica-eilanden ontstaan. Nederland telematicaland
zal de bakermat moeten zijn waarop de bestaande marktpartijen, zoals de advies-en softwarebureaus, de computer- en telecommunicatieleveranciers, en de gebruikersorganisaties uit verschillende branches hun partij kunnen
meeblazen. De structuur moet volstrekt open zijn, zodanig
dat ook Internationale samenwerking met buitenlandse
bedrijven of overheden mogelijk is.
Slot_________________________
Telematica is een jong vakgebied. Het is bij velen nog
vrij onbekend. In het komende decennium zullen zij kennismaken met de mogelijkheden van deze nieuwe communicatietechnieken. Voor Nederland is het zaak de ontwikkeling te bespoedigen, en de op zich goede projecten te
bundelen en te versnellen. Een kenniscentrum voor logistiek zou daarbij goede diensten kunnen bewijzen. Het ligt
voor de hand dat een dergelijk centrum in de Randstad
gestalte kan krijgen. Het ‘world logistics center’ zou bestaande Nederlandse kennisorganisaties moeten bundelen en waar nodig verder uitbouwen. Een belangrijke taak
is hier onder andere weggelegd voor de stichting Nederland Distributieland.
In het bovenstaande is de problematiek globaal geschetst. Tevens zijn enkele hoofdlijnen tot een doorbraak
gegeven. Deze moeten natuurlijk nader worden uitgewerkt.
Het belang en de aanpak zijn duidelijk, waar blijft de actie?
Nederland telematicaland met de Randstad als bakermat!
F.A. Lauterbach