Op Duitse vleugels…
Aute ur(s ):
DNB (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door De Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4259, pagina 486, 9 juni 2000 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuur
Een voortgaand economisch herstel in Duitsland draagt in belangrijke mate bij aan de hoge bbp-volumegroei.
De DNB-conjunctuurindicator, die sinds het vierde kwartaal van 1999 een stijging heeft laten zien, duidt voor de periode tot en met
oktober op een aanhoudend sterke conjunctuur. De realisatiereeks, die is gebaseerd op de gemiddelde maandelijkse productie in de
verwerkende industrie, volgt de beweging van de indicator grosso modo.
Aanhoudende bbp-volumegroei
De conjunctuurbeweging van de indicator is ook herkenbaar in de volumegroei van het bbp. Volgens voorlopige cijfers van het cbs lag
het bbp-volume in het eerste kwartaal van 2000 4,2 procent hoger dan in het overeenkomstige kwartaal een jaar eerder. De beweging in de
conjunctuurindicator heeft de afgelopen jaren de fluctuaties in de bbp-volumegroei redelijk voorspeld. Zo zijn het conjuncturele
dieptepunt eind 1993, maar ook de lichte groeivertragingen in 1996 en 1999 in het bbp goed door de indicator aangegeven. Vertaald in
termen van bbp-volumegroei indiceert de indicator voor de komende twee kwartalen een aanhoudend hoge economische groei (zie figuur
1 en figuur 2).
Figuur 1. De DNB-conjunctuurindicator
Figuur 2. Bbp-volumegroei per kwartaal, procentuele mutaties t.o.v. overeenkomstige kwartaal een jaar
Bijdragen van vijf componenten
De indicator is samengesteld uit vijf reeksen, die zijn geselecteerd op basis van hun voorspellende eigenschappen. De geselecteerde
reeksen zijn samengewogen tot een indicatorreeks met gewichten van circa eenvijfde, gebaseerd op hun respectievelijke
conjunctuurvoorspellende waarde. tabel 1 toont de bijdragen van de componenten aan de mutaties van de indicator, waarmee een
indruk wordt verkregen van de belangrijkste determinanten van de conjunctuurbeweging. In de maanden april tot en met oktober 2000
stijgt de indicator met 0,28, ongeveer evenveel als in de periode november 1999 – maart 2000. De groei van de geldhoeveelheid blijft een
substantiële conjunctuurimpuls geven. De Duitse conjunctuur trekt de Nederlandse economie in versterkte mate mee omhoog. De
productieverwachtingen bij de industriële ondernemers waren al op een zeer hoog niveau gekomen en verbeteren dan ook de komende
maanden niet veel verder meer. De ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt geeft daarentegen een negatieve impuls. Met name de
yieldcurve blijft een negatieve bijdrage aan de conjuncturele ontwikkeling vormen. Het verschil tussen de lange en de korte rente is
tussen medio 1996 en eind 1998 geslonken en een afvlakking van de yieldcurve heeft een negatief effect op de productiegroei bijna twee
jaar later, in dit geval dus in 1998-2000.
Tabel 1. Bijdragen aan de mutaties in de conjunctuurindicator
Component
dec’93-okt’00
reële geldhoeveelheid (M1)
verwachte bedrijvigheid industrie
rentestructuur (lange minus korte rente)
IFO-conjunctuurindicator Duitsland
3-maands euro-eurorente
indicator
nov’99-mrt’00
0,40
0,40
0,10
0,83
0,47
____
2,20
apr’00-okt’00
0,14
0,12
-0,12
0,12
-0,02
____
0,24
0,10
0,03
-0,06
0,20
0,02
____
0,28
Duitsland blijft belangrijk
Indien de bijdragen van de componenten aan de totale stijging van de indicator sedert het laatste conjuncturele dieptepunt van
november 1993 worden geanalyseerd, dan blijkt de IFO-indicator met 0,8 het grootste aandeel in de conjunctuurstijging te hebben gehad
en de rentestructuur de kleinste. De Duitse economie is erg belangrijk voor de Nederlandse vanwege de exportrelatie; een kwart van de
Nederlandse export is gericht op Duitsland. De Azië-crisis is in de Duitse economie relatief hard aangekomen en die beleefde daardoor
een mager jaar in 1999. Het beeld voor Duitsland is momenteel gunstig. De bbp-volumegroei zal daar volgens ramingen van de oeso tot
circa drie procent aantrekken. Het herstel van de Duitse economie zal de komende tijd een belangrijke positieve invloed op onze
economische ontwikkeling hebben.
Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)