Ga direct naar de content

Ondernemerschap en de crisis

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 26 2009

ondernemen

Ondernemerschap en de crisis
Bij het zoeken naar oplossingen om de crisis te
b
­ ekorten wordt geen rekening gehouden met de
verborgen krachten in de moderne entrepreneurial
economy en ontstaat het gevaar dat oplossingen
domineren die passend zouden zijn in de oude
m
­ anaged economy. Een tweede Akkoord van
Wassenaar heeft weinig zin.

H

Peter van Hoesel
en Roy Thurik
Hoogleraren aan de
Erasmus Universiteit
Rotterdam

56

ESB

et zijn belangrijke tijden voor economen. Er is iets verschrikkelijk
misgegaan met de economie en dat
is niet alleen wereldwijd gebeurd
maar ook nog onverwacht. Er moeten dan ten
minste twee vragen beantwoord worden. Een
eerste vraag is wat er precies gebeurd is. Er is
iets fout gegaan in en met de bancaire wereld
en met name waar het gaat om het inzicht in
bancaire producten en hun productie­ roces.
p
Men kan ook zeggen dat er veel onduidelijkheid bestaat over de expliciete afspraken in
termen van regulering en de impliciete afspraken in termen van vertrouwen. Blijkbaar was
er zo veel onduidelijkheid, dat het ontzettend
fout kon gaan.
Een tweede vraag is wat er moet gebeuren
om weer op het rechte pad te komen. De
bancaire sector moet gered worden en internationale coördinatie moet voorkomen dat
nationale zelfzuchtigheid een rol kan spelen.
Controversieel is of overheden moeten overgaan op vraagstimu­ering. De Verenigde
l
Staten, het Verenigd Koninkrijk en Japan
zitten vooral op deze lijn, terwijl Frankrijk en
Duitsland zuiniger opstellingen propageren.
Niet controversieel, want nauwelijks aan de
orde, is of er naast vraagstimulering ook zoiets
bestaat als aanbodstimulering. Anders gezegd:
kan een schumpeteriaanse herstructurering nu
dienstig zijn in plaats van, of in goede afstemming met, een keynesiaanse vraagstimulering?

94(4563S) 26 juni 2009

Het idee dat er meer gedaan kan worden
dan vraagstimulering is overigens niet nieuw.
In NRC Handelsblad van 24 februari 2009
propageren vijf vooraanstaande Nederlandse
economen in hun artikel getiteld Hier een
reddingsplan voor de economie, onder andere
institutionele ingrepen zoals het verhogen
van de AOWleeftijd en het hervormen van de
hypotheekrenteaftrek. De in de Stichting van
de Arbeid in 1982 afgesproken loonmatiging
en arbeidstijdverkorting met behoud van goede
sociale voorzieningen leidde tot het herstel
van de desastreuze Nederlandse economie.
Deze institutionele ingreep staat bekend als
het Akkoord van Wassenaar. Bij de huidige
crisis groeien ­ ertegenwoordigers van werkv
gevers en werknemers samen met de overheid weer toe naar soortgelijke maatregelen.
Er wordt opnieuw loonmatiging nagestreefd,
waarbij als richtlijn voor af te sluiten CAO’s
het inmiddels lage inflatieniveau geldt en er is
opnieuw arbeidstijdverkorting, nu in de vorm
van deeltijd-WW. Aan de andere kant wordt er,
gelet op de ontwikkeling van de beroepsbevolking in de komende decennia, tevens gekeken
naar verhoging van de pensioenleeftijd. De
constante is dat er niet wordt getornd aan
andere reeds lang bestaande instrumenten van
het sociaal-economische beleid zoals de algemeen verbindende verklaring van CAO’s, het
strikte arbeidsrecht, de armoedeval, diverse
uitkeringsarrangementen die niet activerend
zijn. Alsof er in 27 jaar niets is gebeurd. De
aanbodzijde van de economie is veranderd en
dat geeft mogelijkheden om die aanbodzijde
verder te stimuleren, ofwel schumpeteriaanse
impulsen te geven.

De ondernemerlijke samenleving
Er is in de afgelopen vijfentwintig jaar in
Nederland een economie gecreëerd waarbij

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ondernemerschap een ceneen versterking van de al jaren toenemende tendens
Ondernemerlijk
trale rolt speelt. Voordien
tot globalisering, die ook weer werd vergemakkelijkt
werd gedacht dat onderneomdat ICT de afstanden deed verkleinen. Grote
en creatief gedrag
mers vooral zakkenvullers
bedrijven in de moderne economieën raakten vervolwordt inmiddels
waren en dat kleinschalige
gens in moeilijkheden aangezien ze door het wegvalbedrijvigheid een soort noodlen van afstanden de concurrentie van vergelijkbare
beschouwd als de
zakelijk kwaad was, nog net
bedrijven uit lagelonenlanden dreigden te verliezen.
meest schaarse
goed genoeg voor sociale
Zij introduceerden nieuwe organisatietechnieken,
stabiliteit, werkgelegenheid
zoals uitbesteding en offshoring (Roza et al., 2009),
productiefactor
en binnenstedelijke veiligen verschoven productie ruimtelijk naar lagelonenheid (Audretsch, 2007). De
landen of inhoudelijk naar meer kennisintensieve,
welvaartsgroei werd immers
innovatieve producten. Voor dit type producten is
voortgebracht door het onderzoekswerk in de
een Silicon Valley-omgeving met een turbulentie waarin bedrijfjes
laboratoria van de multinationals (Chandler,
geboren worden, failliet gaan, fuseren of eenvoudigweg gedijen geschik1990). Nu is er niet alleen een andere econoter dan de laboratoria van de multinationals (Audretsch en Thurik,
mie ontstaan maar ook de inzichten over die
2001; Audretsch, 2007). Al met al is er een nieuwe wereld ontstaan
economie zijn meegegroeid. De verandering
(Audretsch et al., 2009). Die wereld is trouwens veel groter dan alleen
van de Nederlandse economie blijkt uit de
de bedrijvenkant van de economie. Van Hoesel (2008) beschrijft een
enorme groei van het aantal zelfstandigen: van toekomstbeeld van een organische economie, waarin werken, leren,
1986 tot 2006 is hun aantal verdubbeld van
gezinsleven en vrije tijd vloeiend in elkaar overgaan.
een half naar een heel miljoen (Hessels et al.,
Ondernemerlijk en creatief gedrag wordt inmiddels beschouwd als de
2008; Van Stel, 2005; Snel et al., 2009). De
meest schaarse productiefactor (Acs et al., 2009). Zo zitten bijvoorverandering van de inzichten over de economibeeld de collegezalen vol wanneer ondernemerschap en zijn rol in de
sche structuur blijkt uit enige verhandelingen
economie, of beter gezegd in de samenleving, wordt gedoceerd.
over de omslag van de managed economy
Ondertussen zijn deze ontwikkelingen aan de grote bedrijven uit
naar de entrepreneurial economy (Audretsch
de oude economie niet ontgaan. Het door deze bedrijven inmiddels
en Thurik, 2001). Ook is de rol van het ecogewaardeerde intrapreneurship kan ze waarschijnlijk helpen bij de overnomisch denken hierbij beschreven (Thurik,
gang van de oude naar de nieuwe economie.
2009). De omslag wordt als dusdanig omvangCrisis en de ondernemerlijke economie
rijk gezien dat het begrip ondernemerlijke
Moderne OESO-economieën dreigen zichzelf bij de huidige crisis op
samenleving is geïntroduceerd (Audretsch,
vier manieren tekort te doen. Ten eerste is ondernemerschap een
2007). De clou is dat routinematige grootenorme kracht waarop geen duidelijk en dringend beroep wordt gedaan.
schalige productie heeft moeten plaatsmaken
Ten tweede is het niet vanzelfsprekend dat de grotere rol van de overvoor op kennis gebaseerde kleinschalige proheid louter positief werkt. Ten derde dreigen de maatregelen datgene
ductie. Hierachter ligt een ingewikkeld proces
te versterken wat wellicht helemaal niet meer nodig is. En ten vierde
waarbij de ICT-revolutie heeft geleid tot verladreigen sommige voorgenomen maatregelen ondernemerschapsinitiatieging van de transactiekosten tussen bedrijven
ven juist te frustreren. Het is hoogst opmerkelijk dat aan deze inzichten
onderling en met consumenten (Audretsch,
geen aandacht wordt geschonken. In het artikel Global heroes: Special
2007; Thurik, 2009). Dit leidde enerzijds tot
report on entrepreneurship in The Economist van 14 maart 2009 wordt
het ­ egvallen van de noodzaak dat bedrijven
w
geen enkele aandacht besteed aan ondernemerschap als kracht in de
fuseren: het wordt immers eenvoudiger voor
economie die kan worden ingezet om de crisis te bestrijden. Wel wordt
bedrijven om onderling zaken te doen, en
in dit rapport het generieke belang van ondernemerschap in moderne
anderzijds tot enorme welvaart als gevolg van
economieën uitvoerig beschreven. Een uitzondering is het artikel Start
de productivi­eitsgroei. Die welvaart leidde
t
up the risk takers van Thomas Friedman in the The New York Times van
tot meer ruimte voor individualistisch gedrag
22 februari 2009. Hierin wordt betoogd dat belastinggeld beter kan
waarbij de vraag naar homogene goederen
worden besteed aan nieuwe initiatieven dan aan het in stand houden
waar de managed economy zo goed in was,
van bestaande bedrijvigheid.
verminderde (Wennekers et al., 2008). De val
Koellinger en Thurik (2009a) laten zien dat de ondernemerschapcyclus
van de Berlijnse muur, die de teloorgang van
vooruit loopt op de echte economische cyclus. Dat ondernemerschap
het communisme symboliseerde, leidde tot
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
Het is
het artikel voor eigen
te publiceren in wat voor medium dan ook. van dewel toegestaan omauteur aan te wenden. gebruik
en voor publicatie op een intranet
werkgever van de

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

57

tot economische groei leidt is een geaccepteerde
materiaal van de Euro­ aro­
b
Juist voor het in
gedachte (Erken et al., 2009). Het precyclische van
meter Ondernemerschap
ondernemerschap impliceert geen bewijs van causalilaat steeds zien dat aspirabetekenis almaar
teit. Maar het is wel erg verleidelijk om te stellen dat
ties voor ondernemerschap
toenemende deel van gefrustreerd worden door
ondernemers de eersten zijn die in de economische
dip kansen zien en een bedrijf starten. Uiteraard zijn
de economie dat door administratieve complexiteit
niet al die toetreders succesvol, maar de economi(Grilo en Thurik, 2008).
ondernemerschap
sche groei na de dip zou wel eens een gevolg kunnen
Aspiraties voor ondernemerzijn van de investeringen van de meer succesvolle
schap worden dan gemeten
wordt aangedreven,
ondernemers. Koellinger en Thurik gaan nog een stap
door mensen de vraag te
is veeleer minder
verder en laten zien dat de ondernemerschapcyclus
stellen of zij ondernemer
niet alleen de echte cyclus beïnvloedt maar dat ook
willen worden of niet. Dit
regulering dan meer
het omgekeerde het geval is: in de top van de echte
staat ook wel bekend als
regulering nodig
cyclus worden ondernemers terughoudend om hun
latent ondernemerschap.
activiteiten te ontplooien. Ook dit empirische feit is
Het macromateriaal van de
eenvoudig te verklaren. Het grote bedrijfsleven proGlobal Entrepreneurship
fiteert dusdanig van economische voorspoed dat het goede en veilige
Monitor laat zien dat het vooral regulering op
banen kan aanbieden. De opportuniteitskosten van ondernemershap
de arbeidsmarkt is dat de aspiraties frustreert,
nemen dus toe (Lucas, 1978).
naast minimale kapitaalvereisten (Van Stel et
In een tweede studie wordt getoond dat ondernemerschapenergie
al., 2007). De belangrijkste variabele van de
en de duur van de recessie samenhangen (Koellinger en Thurik,
monitor is ontluikend ondernemerschap: het
2009b). Ondernemerschapenergie wordt dan gemeten als het aantal
percentage van de beroepsbevolking dat bezig
z
­ elfstandigen en directeur-grootaandeelhouders als percentage van de
is stappen tot zelfstandig ondernemerschap te
beroepsbevolking. Hoe meer ondernemerschapenergie hoe korter de
zetten plus het percentage dat een nog jonge
recessie. Zoals zo vaak in economische analyses worden correlaties
onderneming heeft. Economische planning
vastgesteld en geen causaliteiten, maar het is wel erg verleidelijk om
en ondernemerschap gaan in ieder geval niet
de correlatie als causaliteit te interpreteren. Er is immers een literatuur
samen; dat heeft het experiment met het comontstaan die beschrijft dat ondernemerschap leidt tot ­ conomische
e
munistische planningsmodel geleerd. Onder
groei (Erken et al., 2009), maar het nieuwe feit van de correlatie
een dergelijk regime werd ondernemerschap
tussen ondernemerschapenergie en de duur de recessie is nog niet
zelfs als crimineel geïdentificeerd.
ingebed in economische theorievorming. Wel is het evident dat wanneer Er wordt nu een grotere rol van de overheid
een recessie leidt tot werkloosheid, de werklozen niet zullen bijdragen
en toezichthouders gevraagd om toekomstige
aan het herstel, terwijl dat wel het geval kan zijn wanneer ze zich met
crises te vermijden. Tevens is er een roep om
ondernemerschapactiviteiten bezighouden.
goede regelingen en afspraken te maken in
Met behulp van twee verschillende modellen wordt dus onderbouwd
de financiële sector. Het gaat dan over schadat de ondernemerlijke kracht gestimuleerd moet worden. Dat kan
duwbanken, kredietbeoordelaars en internabijvoorbeeld door op het gebied van borgstellingen van de overheid,
tionale coördinatie. Het ontbreken van zulke
vervroegde afschrijvingen, investeringsaftrek en andere fiscale impulsen regelingen en afspraken heeft mede geleid tot
nog meer te doen dan reeds is voorgesteld. Het huidige bescheiden cride perversiteiten in de financiële wereld die
sispakket kan hierop alsnog worden doorgelicht. Als de door velen waar- tot haar ineenstorting leidden. Die roep om
genomen toegenomen stroefheid in de kredietverstrekking klopt, is dat
goede regelingen is zeer op zijn plaats. Maar
dodelijk voor innovatief en ambitieus ondernemerschap. Het is duide­
juist voor het in betekenis almaar toenemende
lijk, dat het huidige dal in de cyclus veel ernstiger is dan de vijf voordeel van de economie dat door ondernemerafgaande, waaraan de studies van Koellinger en Thurik hun conclusies
schap wordt aangedreven, is veeleer minder
ontlenen. Er wordt dan ook van een grote recessie gesproken en som­
regulering dan meer regulering nodig. Er moet
migen durven de huidige crisis zelfs te kenmerken als een depressie.
een scherp oog blijven voor het verschil tussen
Maar er is geen grond voor een redenering dat een ­ chumpeteriaanse
s
het vriendelijke en het onvriendelijke gezicht
impuls nu niet effectief zou zijn.
van het kapitalisme. Baumol et al. (2007)
Administratieve regelingen kunnen ondernemerschapenergie sterk
beschrijven de essentie van de onderliggende
verstoren. Het vele onderzoek dat is gedaan aan de hand van het micro- structuren van verschillende vormen van

58

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

kapitalisme waarbij de ruimte om verandering
tot stand te brengen een belangrijke en positieve rol speelt. Ondernemerschapenergie is
weer een belangrijk positief element van deze
ruimte terwijl regulering een negatief element
kan zijn.
Het redden van de bancaire sector is een
prioriteit bij het reddingsplan van de hele
economie. Zonder banken geen financiering
en zonder financiering geen toekomst voor
het bedrijfsleven en zonder bedrijfsleven geen
economische toekomst. Grote banken worden
dan ook met onvoorstelbaar grote bedragen
ondersteund, waarbij het gaat om tientallen
miljarden. Nu de crisis het niet-financiële deel
van de economie heeft bereikt zal er een roep
komen om ook andere bedrijven te ondersteunen, waarbij onder meer de bouwsector aandacht heeft gevraagd voor de grote problemen
die zich zullen voordoen na de zomervakantie
van 2009.
Het begrip systeemspeler is naar voren
gekomen. Een systeemspeler is een bedrijf
of organisatie waarvan de teloorgang sterk
negatieve effecten heeft op de economie als
geheel. Het begrip was tot voor kort voorbehouden aan financiële instellingen. General
Motors is echter zo groot en zo’n symbool
voor Amerikaanse productie, dat het politiek
hachelijk is het volledig te laten ondergaan.
Hetzelfde geldt, in mindere mate, voor dochterfabrikant Opel. Men zou ook kunnen redeneren dat het bedrijven zijn uit de ouderwetse
managed economy, en dat er vele andere
manieren zijn om dat vele geld in te zetten
voor de modernere entrepreneurial economy.
Bijvoorbeeld door middel van meer aandacht
in het onderwijs voor creativiteit en assertiviteit als voorlopers van ondernemerlijk gedrag,
te beginnen in het basisonderwijs. Of door
middel van het oprichten van door belastinggeld ondersteunde durfkapitaalfondsen die
achtergestelde leningen kunnen verschaffen
aan kleine ondernemingen met bijna in alle
gevallen een niet al te grote kapitaalbehoefte.
Zelfs voor de crisis waren de meeste private
equity-fondsen niet geïnteresseerd in kleine
investeringen, waarbij de grens tussen groot en
klein voor de meeste fondsen behoorlijk hoog
ligt, bij sommige fondsen op vijf miljoen euro

Figuur 1

Percentuele stijging van het aantal zelfstandigen in de periode
1986–2006.
Ierland
Nederland
Spanje
IJsland
Oostenrijk
Canada

Nieuw-Zeeland
Duitsland1
Verenigd Koninkrijk
Australië
Griekenland
Luxemburg
Finland
Portugal
Zweden
Italië
Verenigde Staten
Noorwegen
Zwitserland
België
Denemarken
Frankrijk
Japan
-20
1

0

20

40

60

80

100

120

Vanwege de Duitse eenwording is de periode 1991-2006 genomen.

Bron: EIM

of zelfs nog hoger, bij andere op een miljoen euro en bij weer andere
op een half miljoen euro, terwijl het voor de meeste jonge ondernemers
om kleinere bedragen gaat (Ministerie van Economische Zaken, 2007).
Bovendien doen deze fondsen aan cherry picking, waarbij ze alleen de
bovenste tien procent uitkiezen of soms nog minder, waardoor ook bij
grotere kapitaalsbehoeften de meeste ondernemers geen lening krijgen.
Daar komt nog bij dat ondernemers wegens ongunstige beeldvorming
over zulke fondsen, die overigens lang niet altijd terecht is, niet graag
met hen in zee gaan.
Ongetwijfeld laat de politieke werkelijkheid niet toe, dat er grote delen
van het bedrijfsleven teloor gaan. Maar een volgend scenario is niet
ondenkbaar. Opel gaat gered worden ten koste van miljarden euro’s
staats- en andere steun, de economie trekt aan en Opel gaat alsnog
ten onder vanwege Chinese of Indiase concurrentie. De miljarden die
de redding van Opel heeft gekost, gaan dan verloren. Het laatste zal
des te meer te betreuren zijn, als er ondertussen niet tevens voor enige
beleidsruimte is gezorgd om nieuwe bedrijven te stimuleren. Tussen
werkloosheid en ondernemerschap ligt een relatie. Thurik et al. (2008)
laten zien dat voor moderne OESO-economieën ondernemerschap niet
alleen een alternatief is voor werkloosheid, maar dat ondernemerschap
op termijn ook leidt tot lagere werkloosheid. Ook tussen de hoogte van
werkloosheidsuitkeringen en de kans op ondernemerschap bestaat
een relatie. Koellinger en Minniti (2009) laten zien dat hoe hoger de
uitkeringen zijn hoe lager de kans dat er voor ondernemerschap wordt

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
Het is
het artikel voor eigen
te publiceren in wat voor medium dan ook. van dewel toegestaan omauteur aan te wenden. gebruik
en voor publicatie op een intranet
werkgever van de

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

59

gekozen. Werkloosheidsuitkeringen zijn bedoeld als
langs diverse wegen worden
Het zzp-schap kan
tijdelijke opvang, maar de regels die ermee gepaard
bereikt, bijvoorbeeld door
gaan scheppen het risico dat mensen erin vast blijven
afschaffing van de eis dat
ook benut worden als
zitten. Het past in de sfeer van het Akkoord van
jonge ondernemers die
uitstroommogelijkheid beginnen als zelfstandige
Wassenaar om te verwachten dat er weinig wordt
veranderd aan het systeem van werkloosheidsuitkezonder personeel (zzp) voor
voor ontslagen
ringen en aanverwante regelingen. Het zou beter zijn
meer dan één opdrachtgewerknemers
het regelsysteem zo in te richten, dat mensen zich
ver moeten werken, door
weten te bevrijden uit het systeem van uitkeringen.
het vereenvoudigen van de
Zo is starten als ondernemer met een uitkering nog
procedure van startende
steeds een complex bureaucratisch proces, waardoor velen er maar niet
ondernemers met een uitkering, door subsidies
eens aan beginnen.
voor kunstenaars te koppelen aan samenwerking met jonge ondernemingen en door de
Beleidsimplicaties
rechtsposities van werknemers minder rigide
Een crisis kan een ook een grote kans zijn. Als geen andere moderne
te maken. Zzp’ers vergroten de flexibiliteit op
economie heeft Nederland de overgang van de managed naar de entrede arbeidsmarkt. Ze kunnen ook doorgoeien
preneurial economy voortvarend en effectief in gang gezet. Nu was dit
tot echt ondernemerschap. Omtrent de speciook hard nodig want Nederland had een perfecte managed economy
alistische kennis die zzp’ers kunnen inbrengen
gebouwd met behulp van succesvolle multinationals, een hoogopgeleide en hun bijdrage tot innovatie is nog weinig
bevolking en een polderende overlegstructuur. Voor het hele gebied van
bekend. De crisis kan zzp’ers in een groot
de oude 23 OESO-landen is de stijging van het aantal zelfstandigen 23
aantal sectoren hard raken. Hoewel uit onderprocent in dezelfde periode van bijna veertig miljoen zelfstandigen naar
zoek van EIM en Bureau Bartels (Vroonhof et
bijna vijftig miljoen, dus Nederland heeft het in verhouding uitstekend
al., 2008) naar voren komt dat opdrachtgevers
gedaan (figuur 1).
vaak niet inhuren om redenen van flexibiliteit,
Het fascinerende is dat niemand ooit besloten heeft de entrepreneublijft het feit dat het eenvoudiger is om van
rial economy te bouwen. Nederland heeft de negentiger jaren voor
zzp’ers af te komen dan van werknemers.
een groot deel aan de vroege ontdekking van die nieuwe economie te
Zzp’ers zijn ondernemers, en in die zin is
danken. En nu is er de crisis en viert het polderoverleg weer hoogtij.
minder vraag naar hun diensten onderdeel van
Met polderen is niets mis maar het gebeurt met drie partners: overhun economische realiteit, maar toch kan de
heid, georganiseerd bedrijfsleven en vakbonden. De vierde partner,
overheid een bijdrage leveren om kansrijke
bestaande uit kleine, startende of nog te starten bedrijven, dreigt te
zzp’ers door deze moeilijke periode heen te
ontbreken, want die is moeilijk te vertegenwoordigen. En dus is er maar
helpen. Daarbij horen niet alleen eenvoudige
één oplossing en die is dat de drie vertrouwde partners zich alledrie
maatregelen zoals een verhoogde toegankelijkbewust zijn hoe goed Nederland is geweest in het creëren van die
heid van overheidsopdrachten voor zzp’ers,
entrepreneurial economy, dat er economische groei is uit voortgekomen
maar ook meer complexe zoals een snellere
en dat er extra stappen moeten worden gezet.
toegang tot een uitkering vanwege de regeling
Vaak komt stimuleren van ondernemerschap neer op vereenvoudiging
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen.
van beleidsinstrumenten (Van Hoesel, 2008). Dat spreekt bijna als
Het zzp-schap kan ook benut worden als
vanzelf, want het creatieve en het innovatieve gedijt in een overzichteuitstroommogelijkheid voor ontslagen werknelijke omgeving. Ondernemerschap is al onzeker genoeg, daar past geen
mers, zeker die uit minder kansrijke groepen.
complex beleid bij dat slechts bijdraagt aan een grotere onzekerheid.
De evaluatie van het EQUAL-project Duurzaam
Het is dan ook zinvol om onnodige regels en overbodig beleid weg te
van Start (Westhof et al., 2007) laat zien dat
halen, omdat deze evenzovele belemmeringen opwerpen om goed te
een combinatie van persoonlijke ontwikkelingskunnen ondernemen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het terugbrengen
trajecten en training in ondernemersvaardighevan vele honderden subsidieregelingen tot enkele fiscale regels, aan
den leidt tot hoge uitstroomcijfers. Een goede
een sterke vereenvoudiging van het fiscale stelsel en het verwijderen
samenwerking tussen UWV, Sociale Dienst
van alle criteria van het aanbestedingsbeleid van de overheid die kleine
en CWI (UWV Werkbedrijf) speelde daarbij
ondernemingen benadelen.
een belangrijke rol. Reden genoeg voor deze
Ook kan de overheid de arbeidsmarkt verder flexibiliseren, waardoor
instanties om ondernemerschap actiever aan
het aantrekkelijker wordt om een onderneming te starten. Dat kan
te bieden aan ontslagen werknemers en hier-

60

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

voor goede faciliteiten in het leven te roepen.
Zelfs als maar gedeeltelijke uitstroom mogelijk
is, is dat een positief resultaat, zeker gezien
de extra bagage die de starter gedurende het
traject meekrijgt.
Verder kan de overheid jonge ondernemers
aan meer financiële ruimte helpen via uitstel
van belastingaanslagen gedurende de eerste
jaren van de onderneming, maar ook door de
BBMKB te gebruiken bij een door pensioenfondsen op te zetten investeringsfonds voor
jonge innovatieve ondernemingen.
Veel pasafgestudeerden lijken nu wat geïntimideerd door de slechte arbeidsmarkt en
zoeken andere bezigheden. Bij Nederlandse
technische universiteiten liggen tienduizenden
patenten op de plank. Stimuleer pasafgestudeerden om bijvoorbeeld met behulp van
een kleine studiebeurs commercialisering van
patenten te onderzoeken. Zelfs indien dit maar
in een paar procent van de gevallen tot succes
leidt, is er door de studenten veel relevante
ervaring opgebouwd.
Vele bestaande regels hebben stevige en
terechte fundamenten; dat mag niet het punt
zijn. Essentieel is dat er geen nieuw Akkoord
van Wassenaar geconstrueerd wordt in een
cultuurpessimistisch kader. Het gaat om het
optimistische gevoel dat Nederland door een
gezamenlijke actie in een koppositie komt
tegen geringe kosten, terwijl de buurlanden
tijd en geld verliezen met waar de vraagimpulsen moeten terechtkomen en hoe de oude
economie het best kan worden gestimuleerd.
Of liever nog: Nederland kan weer eens een
voorbeeldrol spelen.

Chandler, A. (1990) Scale and scope: the dynamics of industrial capitalism. Cambridge, Mass.: Harvard University
Press.
Erken, H., P. Donselaar en R. Thurik (2009) Total factor
productivity and the role of entrepreneurship. Tinbergen
Instituut discussieartikel nr TI09-034. Rotterdam:
Tinbergen Instituut.
Grilo, I. en R. Thurik (2008) Determinants of entrepreneurial engagement levels in Europe and the US.
Industrial and corporate change. 17(6), 1113–1145.
Hessels, J., K. Suddle en M. Mooibroek (2008) Global
entrepeneurship monitor 2007. Zoetermeer: EIM.
Hoesel, P. van (2008) Partij voor eenvoud: een zoektocht
naar kwaliteit van overheidsbeleid. Den Haag: Sdu
Uitgevers.
Koellinger, P. en M. Minniti (2009) Unemployment
benefits crowd out entrepreneurial activity. Economic
Letters, te verschijnen.
Koellinger, P. en R. Thurik (2009a) Entrepreneurship and
the business cycle. Tinbergen Instituut, discussieartikel
TI09-032. Rotterdam: Tinbergen Instituut.
Koellinger, P. en R. Thurik (2009b) Entrepreneurship and
the duration of the cycle. Tinbergen Instituute discussie­
artikel. Rotterdam: Tinbergen Instituut.
Lucas, R. (1978) On the size distribution of business
firms. Bell journal of economics, 9(2),508–523.
Ministerie van Economische Zaken (2007) De
Nederlandse finance gap, Eindrapport van de Expertgroep
KMO financiering, Den Haag.
Roza, M., F. van den Bosch en H. Volberda (2009)
Offshoring strategieën van Nederlandse bedrijven. ESB
93(4545), 628–630.
Snel, D., K. Bakker, R. in ’t Hout, W. Verhoeven en N.
Timmermans (2009) Internationale benchmark ondernemerschap 2009. Zoetermeer: EIM.
Stel, A. van (2005) COMPENDIA: harmonizing business
ownership data across countries and over time.
International entrepreneurship and management journal,
1(1), 105–123.
Stel, A. van, D. Storey en R. Thurik (2007) The effect of
business regulations on nascent to young business entrepreneurship. Small business economics, 28(2), 171-186.
Thurik, R. (2009) Entreprenomics: entrepreneurship,
economic growth and policy. In: Acs, Z., D. Audretsch

Literatuur

en R. Strom (red.), Entrepreneurship, growth and public

Acs, Z., D. Audretsch, P. Braunerhjelm en B. Carlsson

policy. Cambridge: Cambridge University Press.

(2009) The knowledge spillover theory of entrepreneur-

Thurik, R., M. Carree, A. van Stel en D. Audretsch (2008)

ship. Small business economics, 32(1), 15–30.

Does self-employment reduce unemployment? Journal

Audretsch, D. (2007) The entrepreneurial society. Oxford,

of business venturing, 23(6), 673–686.

UK: Oxford University Press.

Vroonhof, P., H. Tissing, M. Swaters en A. Bruins (2008)

Audretsch, D., R. van der Horst, T. Kwaak en R. Thurik

Zelfstandigen zonder personeel. Zoetermeer: EIM en

(2009) Annual report on EU small and medium-sized enter-

Bureau Bartels.

prises. Brussel: European Commission.

Wennekers, S., A. van Stel, M. Carree en R. Thurik

Audretsch, D. en R. Thurik (2001) What is new about

(2008) The relation between entrepreneurship and economic

the new economy: sources of growth in the managed

development: is it U-shaped? EIM discussieartikel nr

and entrepreneurial economies. Industrial and corporate

H200824. Zoetermeer: EIM.

change, 10(1), 795–821.

Westhof, F., P. Vroonhof, M. Tang en G. Brekelmans

Baumol, W., R. Litan en C. Schramm (2007) Good

(2007) Duurzaam en ondernemend de uitkering uit;

capitalism, bad capitalism, and the economics of growth and

Evaluatierapport van het EQUAL-project ‘Duurzaam van

prosperity. New Haven en Londen: Yale University Press.

Start’. Zoetermeer: EIM.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
Het is
het artikel voor eigen
te publiceren in wat voor medium dan ook. van dewel toegestaan omauteur aan te wenden. gebruik
en voor publicatie op een intranet
werkgever van de

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

61

Auteurs