Ga direct naar de content

Uit de ESB van…

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 26 2009

uit de ESB van…

E

1931

r heerst heden ten dage geen verschil
van meening over het feit, dat één
van de meest roekelooze en gevaarlijke
elementen van wanbeheer van de banken
gedurende de aan de crisis van 1929
voorafgaande periode verband hield met
de “boom†in onroerende goederen in het
Zuiden en Westen van de Ver. Staten, welk
wanbeheer te wijten was aan de overijlde
pogingen van de groote en kleine bankiers
om de snelle uitbreiding van steden en
dorpen, waar zij gevestigd waren, te financieren. Deze politiek leidde tot het vastleggen van enorme bedragen in onroerende
goederen, die geen liquide bezit vormden,
omdat het niet mogelijk was bij verkoop van
het zakelijk onderpand of van het verhypothekeerde bezit voldoende middelen te verkrijgen, om de daarop rustende bankschulden af te lossen. De déconfiture van banken
te Chicago, waarbij het noodzakelijk was om
twee vrij groote banken met twee andere te
fusioneeren, terwijl ongeveer dertig andere
haar deuren sloten, is toe te schrijven aan
de moeilijkheden, welke direct voortvloeiden uit de waardedaling van onroerende
goederen.

Parker Willis, H. (1931) De beleggingen van de Amerikaansche
banken in onroerende goederen, ESB, 16 (814), 698.

D

1998

e wortels van de Azië crisis liggen in
een periode van voorspoed: hoge bbpgroeicijfers, die samenvallen met uitbundige
kredietverstrekking. Veel van dit geld komt
terecht in de onroerend-goedsector, op
de aandelenmarkt en bij bedrijven die dit
kapitaal onvoldoende productief aanwenden. Het eenmaal in gang gezette zichzelf
versterkende proces van vermogensprijsstijgingen en kredietverlening resulteert
vervolgens in een speculatieve luchtbel in
de prijsvorming. Het prijsopdrijvende proces
kan echter ineens omkeren in geval van een
ongunstige ontwikkeling. Voor ZuidoostAzië was dit de vaststelling dat de Thaise
baht was overgewaardeerd. Dit leidde tot

een terugtrekking van kapitaal met een
depreciatie en een val van de activaprijzen
als gevolg. De faillissementen en waardedalingen van onroerend goed en aandelen
zadelen banken op met slechte leningen. De
solvabiliteit van het gehele bankwezen komt
hiermee in het geding. Banken zullen vervolgens uiterst terughoudend zijn met het verlengen van bestaande kredieten, laat staan
het verstrekken van nieuw krediet. Door
deze kredietrantsoenering kan de financiële
crisis zich uitbreiden tot een economische
crisis. (…) De les die getrokken dient te
worden uit de financiële crises van het
afgelopen decennium is de noodzaak om
een prijsopdrijvend proces te voorkomen en
daarmee financiële stabiliteit te waarborgen.
Meesters, J. (1998) Economische crises nieuwe stijl, ESB,
83(4139), 131.

1982

H

oe langer de stagflatie duurt, des te
ongunstiger wordt de noodtoestand
waarin wij verkeren. Er is duidelijk behoefte
aan een doortastender politiek. Deze moet
o.a. worden gebaseerd op een zo goed
mogelijke sociaal-economische theorie en
deze laatste moet door zoveel mogelijk
economisten worden aanvaard. Als wij economen doorgaan ons tegenover elkaar op te
stellen, verzaken wij de plicht van wetenschapsbeoefenaren. Wat moeten de politici
en de burgers doen als wij niet tot een min
of meer eensgezind oordeel komen? Dan
gaan zij zich misschien laten leiden door
versleten gezichtspunten of alleen maar
door engere belangen. Er is bij sommige
economen de neiging om met polariseren
door te gaan. De hierboven al genoemde
stromingen zoals die van de monetaristen,
aanbodeconomen enz. hebben enkel vertegenwoordigers die geloven de wijsheid
in pacht te hebben. Dat is geen volwassen
houding.
Tinbergen, J. (1982) De noodzaak van een synthese, ESB,
67(3383), 1284.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
Het is
het artikel voor eigen
te publiceren in wat voor medium dan ook. van dewel toegestaan omauteur aan te wenden. gebruik
en voor publicatie op een intranet
werkgever van de

ESB

94(4563S) 26 juni 2009

79