Ook na de lockdowns blijft de economische situatie onzeker door de oorlog in Oekraïne, de stijgende grondstofprijzen en de kans op mogelijk nieuwe uitbraken van het coronavirus. Dat brengt risico’s maar ook kansen met zich mee. Het is zaak om ondernemerschap te blijven stimuleren, zodat die kansen worden gegrepen.
In het kort
– Anders dan tijdens de laatste economische crisis steeg tijdens de coronapandemie het aantal startende ondernemers gestaag.
– De trend van verduurzaming en e-commerce biedt kansen voor ondernemers.
– Menselijk kapitaal en aandacht in het onderwijs voor het belang van ondernemerschap is nodig om ondernemers te faciliteren.
Veel ondernemers werden tijdens de recente coronapandemie zwaar getroffen door de maatregelen om de verspreiding van het virus terug te dringen. Ondernemers werden hierdoor nog sterker geconfronteerd met onzekerheid qua werk en inkomen, ook al vanwege een grotere kans op ziekte. Er kwamen tijdelijke steunpakketten voor verschillende groepen ondernemers en het leek erop dat ondernemerschap aan populariteit zou verliezen.
Maar, anders dan tijdens de laatste economische crisis, steeg tijdens de coronapandemie het aantal startende ondernemers juist gestaag. In 2019 was het aandeel nieuwe ondernemers in de beroepsbevolking 10,4 procent, en dit steeg tot 11,5 procent in 2020 en zelfs tot 14,2 procent in 2021 (GEM, 2022).
Dat is goed nieuws, want start-ups zijn essentieel om de economie te vernieuwen en verder te brengen. Ook tijdens corona is gebleken dat start-ups van groot belang zijn om in te kunnen spelen op veranderingen. De start-up voordethuiswerkers.nl speelde tijdens de lockdowns bijvoorbeeld in op het thuiswerken en het probleem van leegstaande hotelkamers. De start-up bood thuiswerkers de mogelijkheid om rustig in een hotelkamer te kunnen werken.
Hoewel de economie tekenen van herstel vertoont, wat mede te danken is aan de steunpakketten van de overheid, zullen de komende jaren in het teken staan van economische onzekerheid, onder andere door de situatie in Oekraïne, stijgende grondstofprijzen en de kans op mogelijk nieuwe mutaties van het coronavirus, en dus op nieuwe lockdowns hier en in het buitenland (DNB, 2022).
Wat motiveert mensen om te ondernemen, ook in tijden van economische onzekerheid? En hoe kunnen we hen optimaal faciliteren? Daar ga ik in dit artikel op in.
Drijfveren van ondernemers
Vanuit economisch perspectief kies je er alleen voor om ondernemer in plaats van werknemer te worden als je denkt daar beter van te worden, omdat de verwachte opbrengsten of inkomsten als ondernemer opwegen tegen de opportuniteitskosten of het loon dat je als werknemer zou hebben (Kihlstrom en Laffont, 1979; Evans en Jovanovich, 1989; Parker, 2018).
Het lastige bij het oprichten van een eigen bedrijf is dat de financiële opbrengsten hiervan vaak moeilijk vooraf, of zelfs bij de start, zijn in te schatten; het kan soms jaren duren voordat een eigen bedrijf financieel iets oplevert. Maar bij succes zijn de mogelijke opbrengsten hoog.
Ook ‘procedureel nut’ (procedural utility) is een belangrijke drijfveer voor ondernemers (Benz en Frey, 2008). Mensen waarderen niet alleen financiële opbrengsten, maar ook de wijze waarop deze opbrengsten gegenereerd worden. Het hebben van een eigen bedrijf wordt gewaardeerd vanwege de hoge mate van onafhankelijkheid en flexibiliteit die je hebt als je eigen baas bent. Ondernemers zijn gemiddeld genomen tevredener met hun werk dan werknemers. Anders dan werknemers hebben ze bijvoorbeeld de vrijheid om te kiezen welke opdrachten ze aannemen, en hoe en wanneer ze deze uitvoeren (Millán et al., 2013). Dit biedt ook een mogelijke verklaring waarom mensen ondernemer worden, en dat zelfs willen blijven, ook al zijn hun inkomsten lager dan wanneer ze werknemer zouden zijn geworden (Hamilton, 2000).
Daarnaast kun je via een eigen bedrijf proberen om de wereld te verbeteren, bijvoorbeeld om deze duurzamer te maken. Ruim de helft (53 procent) van de nieuwe ondernemers in Nederland start een eigen bedrijf om een verschil te maken in de wereld (GEM, 2022). Dit aspect lijkt steeds belangrijker te worden: in 2019 ging het om ‘slechts’ 32 procent van de nieuwe ondernemers en in 2020 was dat al 47 procent. De combinatie van mogelijk financieel gewin, onafhankelijkheid en duurzaamheid maakt ondernemerschap extra aantrekkelijk.
Drijfveren tijdens corona
De gedachte leeft dat het starten van een eigen bedrijf minder aantrekkelijk is in tijden van economische onzekerheid, want het oprichten van een eigen bedrijf geeft vaak veel financiële onzekerheid voor een ondernemer, zeker in de eerste jaren. Ook zijn ondernemers en hun bedrijven extra kwetsbaar als het economisch slechter gaat, zoals we hebben gezien tijdens de recente pandemie, of als ze kampen met individuele problemen, zoals met hun eigen gezondheid of die van hun levenspartner (Hessels et al., 2018; 2021; Van Loon et al., 2021).
De economische onzekerheid kan er echter ook toe leiden dat juist kansrijke nieuwe ondernemers zullen starten. De real options-theorie biedt hier een verklaring voor. Deze voorspelt dat juist mensen die meer alternatieven hebben om ander werk te vinden als het misgaat met het eigen bedrijf – zoals mensen met een hogere opleiding en goede gezondheid – minder worden afgeschrikt door economische onzekerheid (O’Brien et al., 2003). Juist potentieel succesvolle ondernemers starten in economische onzekere tijden, en het is van belang om dit voldoende te faciliteren.
In het begin van de pandemie had Nederland te maken met een toename van de werkloosheid. De groei van ondernemerschap was toen vooral te verklaren door de zogenaamde recessie-push-hypothese die voorspelt dat verslechtering van de economische situatie, zoals een stijgende werkloosheid, ertoe leidt dat mensen in de richting van ondernemerschap geduwd worden. De opportuniteitskosten voor het oprichten van een eigen bedrijf dalen, en mensen beginnen vooral een bedrijf omdat ze hun baan zijn kwijt geraakt of dreigen te verliezen.
Het gaat dan veelal om ondernemers met weinig ambitie om te groeien (Román et al., 2013). Zo was er in 2020 in Nederland een dip in het aandeel ondernemers met groeiambities (GEM, 2022). Na de zomer van 2020 was er volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek echter sprake van een werkloosheidsdaling, waardoor de noodzaak om voor ondernemerschap te kiezen kleiner is geworden.
Kansen
De pandemie zorgde niet alleen voor een hogere noodzaak tot ondernemen, maar ook voor kansen daartoe. De coronapandemie bracht veel uitdagingen voor ondernemers. Velen van hen kregen bijvoorbeeld te maken met omzetdaling en productiviteitsverlies. Maar er is ook een positieve kant van de medaille, want tijdens deze pandemie ontstonden er in allerlei branches nieuwe kansen voor ondernemers: van transport en opslag, detailhandel, voeding en gezondheid, tot administratieve ondersteuning, software en financiële dienstverlening. Deze uitdagingen werden veroorzaakt door de economische wijzigingen die de pandemie met zich meebracht, zoals de toename in online-winkelen en digitaal werken, maar ook door problemen met bevoorrading en ketens in vele sectoren tijdens corona waarvoor snel oplossingen gevonden moesten worden.
De kansen die de coronacrisis met zich mee bracht zijn ook terug te zien in de ondernemerschapscijfers. Meer dan de helft (57 procent) van de nieuwe ondernemers in Nederland in 2021 (meest recente cijfers) geeft aan een bedrijf te zijn gestart om nieuwe kansen te benutten die door de pandemie zijn ontstaan (GEM, 2022). Ook verwacht ruim twee derde van de nieuwe ondernemers in 2021 om personeel aan te nemen, een aandeel dat sterk is gestegen en nu op het hoogste niveau sinds 2001 is: 44 procent verwacht in de komende vijf jaar een tot vijf werknemers aan te nemen en 25 procent verwacht zelfs zes of meer mensen in dienst te kunnen nemen.
Kansen door nadruk op duurzaamheid
Daarnaast heeft de pandemie de trend richting duurzaamheid – die veel kansen biedt voor nieuwe ondernemers – versterkt. Er ligt nu nog meer nadruk dan voorheen op lokaal inkopen en produceren (lokale waardeketens), op transparantie van waardeketens en om uitbestedingen dichter bij huis te organiseren. Het belang van duurzaamheid en de druk om te verduurzamen is verder doorgedrongen op vele terreinen, zoals onder meer transport, grondstoffen, energie, afvalbeperking (food waste) en recycling (kleding, verpakkingen en zelfs auto’s). Duurzaamheid wordt voor bedrijven in verschillende sectoren (zoals mode, bouw, levensmiddelenindustrie, detailhandel en transport) steeds meer een bron van competitief voordeel. Er is vraag naar nieuwe duurzame oplossingen, waarbij (nieuwe) technologie vaak een rol speelt. Duurzame oplossingen zijn soms ook goedkoper, bijvoorbeeld doordat ze minder energie gebruiken. Vernieuwing komt vaak van nieuwe bedrijven, en ook bestaande bedrijven hebben hier baat bij omdat ze nieuwe oplossingen niet zelf hoeven te ontwikkelen.
Kansen door hybride werken en e-commerce
Naast de verdergaande trend richting duurzaamheid heeft vanwege de recente pandemie ook het hybride werken een enorme vlucht genomen. Niet alleen hebben velen ingezien dat (deels) werken vanuit huis een grotere flexibiliteit biedt om privé- en werk-activiteiten te combineren, ook is gebleken dat vele taken waarvoor men dacht dat het essentieel was om samen op één werkplek te zijn, ook prima online uit te voeren zijn. Door het hybride werken kunnen ondernemers vanuit een breder spectrum personeel aantrekken. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor groei in de komende jaren, bijvoorbeeld door gekwalificeerd personeel van buiten de eigen regio aan te trekken.
Een ander gevolg van de pandemie is een enorme stijging in het gebruik van e-commerce. Iedereen heeft tijdens de lockdown het gemak hiervan kunnen ervaren. Daarnaast zijn er meer aanbieders gekomen, in sectoren die nog geen online-aanbod hadden (denk bijvoorbeeld aan sterrenrestaurants die afhaalmogelijkheden zijn gaan bieden). 41 procent van de nieuwe ondernemers in 2021 geeft aan meer gebruik te maken van digitale technologie voor het verkopen van producten en diensten (GEM, 2022). Toename van e-commerce biedt mogelijkheden voor ondernemers om een grotere potentiële afzetmarkt te bereiken.
Ondernemerschap blijven faciliteren
Ook in de komende onzekere periode is het van belang dat er mensen zijn die nieuwe kansen zien en de stap durven te nemen en een eigen bedrijf op te richten. Wat is daar voor nodig?
Opleiding en gezondheid
Menselijk kapitaal – opleiding en gezondheid – is cruciaal voor ondernemers. Onderzoek toont aan dat hogere opleiding voor ondernemers tot hogere inkomsten leidt dan voor werknemers (Van Praag et al., 2013; Hessels et al., 2020). De nieuwe uitdagingen in de komende jaren maken dat opleiding van groot belang blijft, waarbij excelleren niet ten koste moet gaan van het verhogen van het percentage hogeropgeleiden van de gehele bevolking.
Daarnaast is een goede gezondheid van belang voor ondernemers; ze zijn trouwens gemiddeld genomen sowieso gezonder dan werknemers, wat met name een selectie-effect is (Rietveld et al., 2015). Een goede gezondheid draagt voor ondernemers ook bij aan betere prestaties en hogere inkomens (Hessels et al., 2017; 2021). De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht voor gezondheid en deze is nog toegenomen door de recente pandemie.
Opleiding en gezondheid vergroten dus samen de kansen op succes voor ondernemers. Als Nederland met zijn ondernemers wil meelopen in de voorhoede is het van belang dat er een goede beroepsbevolking is: voldoende hogeropgeleiden en voldoende gezonde mensen, anders zullen de buurlanden ons inhalen.
Aanbevelingen voor beleid en onderwijs
Voor het stimuleren van ondernemerschap is het niet alleen van belang dat mensen kansen zien en nieuwe bedrijven oprichten. Niet iedereen hoeft ondernemer te worden, maar het is vooral belangrijk dat iedereen het belang van ondernemerschap inziet. Er zijn ook capabele mensen nodig die start-ups en scale-ups adviseren bij verdere groei (naar welke landen uitbreiden en waarom), en in functies bij grotere bedrijven om spin-offs te genereren, of in durfkapitaalfondsen. Het gaat dan niet alleen om een overheid die ondernemen faciliteert (door macro- en micro-economisch beleid), maar vooral om een overheid die de nadruk legt op het belang van ondernemen voor de gehele economie en daarvoor de juiste randvoorwaarden schept. Dit kan bijvoorbeeld door het werken bij een start-up, scale-up of bij een ondersteunende organisatie voor ondernemers meer te bevorderen. Studenten moet daarnaast voldoende inzicht geboden worden in carrièrekansen waarin ze kunnen bijdragen aan ondernemerschap.
De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor het stimuleren van ondernemerschap in basis-, middelbaar en hoger onderwijs. De nadruk ligt daarbij voor een groot deel op het bijbrengen van ondernemerschapsvaardigheden. Onderwijs kan er nog extra aan bijdragen dat meer hogeropgeleiden de keuze voor ondernemerschap maken. Maar om de stap naar ondernemerschap te zetten, kunnen ook rolmodellen helpen (Bosma et al., 2012). Er zou meer nadruk moeten zijn om studenten via gastcolleges kennis te laten maken met ondernemers, wat hen drijft en welke keuzes ze moeten maken om verder te groeien en bij te dragen aan een duurzamere economie; en om studenten via opdrachten in samenwerking met start-ups en scale-ups te laten meedenken bij relevante vraagstukken van deze bedrijven. Dit vraagt om een leeromgeving met een sterkere link van onderwijs met ondernemers en bedrijven.
Onderwijs zou ook nog verder kunnen bijdragen aan het besef hoe belangrijk ondernemerschap voor de economie is. Dit kan bijvoorbeeld door studenten tijdens hun studie meer zicht te bieden op kansen voor verbetering (bijvoorbeeld innovatie, verduurzaming) in verschillende sectoren, en door hen meer bewust te maken van de verschillende partijen of stakeholders die een rol kunnen spelen bij het bevorderen van ondernemerschap.
Conclusie
Steeds meer mensen beginnen een eigen bedrijf. Ook komen er steeds meer banen in bestaande bedrijven en durfkapitaalfondsen, gericht op starters en ondernemerschap. Tijdens de coronacrisis ontstonden er nieuwe, winstgevende kansen waar ondernemers met een nieuw bedrijf op insprongen. Het is ook de komende jaren van groot belang dat er mensen zijn die nieuwe kansen zien en de stap durven te nemen een eigen bedrijf op te richten. Nieuwe ondernemers zijn namelijk van wezenlijk belang voor een duurzaam herstel van de economie.
Literatuur
Benz, M. en B.S. Frey (2008) Being independent is a great thing: subjective evaluations of self-employment and hierarchy. Economica, 75(298), 362–383.
Bosma, N., J. Hessels, V. Schutjens et al. (2012) Entrepreneurship and role models. Journal of Economic Psychology, 33(2), 410–424.
DNB (2022) Hoe we economisch geraakt worden door de oorlog in Oekraïne. DNB Nieuwsbericht, 17 maart.
Evans, D.S. en B. Jovanovic (1989) An estimated model of entrepreneurial choice under liquidity constraints. Journal of Political Economy, 97(4), 808–827.
GEM (2022) Global Entrepreneurship Monitor 2021/2022. Global Report: Opportunity Amid Disruption. Te vinden op gemconsortium.org.
Hamilton, B.H. (2000) Does entrepreneurship pay? An empirical analysis of the returns to self-employment. Journal of Political Economy, 108(3), 604–631.
Hessels, J., C.A. Rietveld en P. van der Zwan (2017) Self-employment and work-related stress: the mediating role of job control and job demand. Journal of Business Venturing, 32(2), 178–196.
Hessels, J., C.A. Rietveld en P. van der Zwan (2021) The relation between health and earnings in self-employment. In: S. Sawang, C.Y. Chou en R.A. Kivits (red.), The psychology of small business owners. Lausanne: Frontiers Media. e-Boek te vinden op frontiersin.org.
Hessels, J., C.A. Rietveld, A.R. Thurik en P. van der Zwan (2018) Depression and entrepreneurial exit. Academy of Management Perspectives, 32(3), 323–339.
Hessels, J., C.A. Rietveld, A.R. Thurik en P. van der Zwan (2020) The higher returns to formal education for entrepreneurs versus employees in Australia. Journal of Business Venturing Insights, 13, e00148.
Kihlstrom, R.E. en J.-J. Laffont (1979) A general equilibrium entrepreneurial theory of firm formation based on risk aversion. Journal of Political Economy, 87(4), 719–748.
Loon, L. van, J. Hessels, C.A. Rietveld en P. van der Zwan (2021) Separation from the life partner and exit from self-employment. In: S. Sawang, C.Y. Chou en R.A. Kivits (red.), The psychology of small business owners. Lausanne: Frontiers Media. e-Boek te vinden op frontiersin.org.
Millán, J.M., J. Hessels, R. Thurik en R. Aguado (2013) Determinants of job satisfaction across the EU-15: a comparison of self-employed and paid employees. Small Business Economics, 40(1), 651–670.
O’Brien, J.P., T.B. Folta en D.R. Johnson (2003) A real options perspective on entrepreneurial entry in the face of uncertainty. Managerial and Decision Economics, 24(8), 515–533.
Parker, S.C. (2018) The economics of entrepreneurship, 2e editie. Cambridge, UK: Cambridge University Press.
Praag, M. van, A. van Witteloostuijn en J. van der Sluis (2013) The higher returns to formal education for entrepreneurs versus employees. Small Business Economics, 40(2), 375–396.
Rietveld, C.A., H. van Kippersluis en A.R. Thurik (2015) Self-employment and health: barriers or benefits? Health Economics, 24(10), 1302–1313.
Román, C., E. Congregado en J.M. Millán (2013) Start-up incentives: entrepreneurship policy or active labour market programme? Journal of Business Venturing, 28(1), 151–175.
Auteur
Categorieën