Ga direct naar de content

De erfelijkheid van ondernemerschap is politiek

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 6 2022
Niels Rietveld is universitair hooddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam

Alle soorten van menselijk gedrag zijn voor een aanzienlijk deel erfelijk. Deze ‘eerste wet van de gedragsgenetica’ geldt evengoed voor ondernemerschap. In westerse landen zijn de verschillen tussen mensen wat betreft ondernemerschap voor ongeveer veertig procent te verklaren uit de genetische verschillen tussen hen, dus door nature. De overige zestig procent kan verklaard worden vanuit de specifieke omstandigheden en gebeurtenissen waarmee mensen te maken krijgen in hun leven, dus door nurture.

Beleidsmakers kunnen echter wel de relatieve verhouding tussen nature en nurture beïnvloeden. Als ze het bijvoorbeeld makkelijker maken om een bedrijf te starten, dan zal nature een grotere rol gaan spelen. Mensen die van nature ondernemend zijn, beginnen in zo’n omgeving namelijk makkelijker een bedrijf. Zo is de mate van erfelijkheid van ondernemerschap in de Verenigde Staten relatief hoog (nog net geen vijftig procent).

Erfelijkheid wordt meestal geschat door genetisch identieke eeneiige tweelingen te vergelijken met genetisch verschillende twee-eiige tweelingen. Omdat beide tweelingentypen op hetzelfde moment geboren zijn, en onder min of meer dezelfde omstandigheden opgroeien, kun je de verschillen tussen eeneiige en twee-eiige tweelingen toeschrijven aan nature en is die eigenschap dus erfelijk. In een tweelingstudie is nurture alles wat niet aan de genen is toe te schrijven, maar dat ook echt alles wat niet met genen samenhangt.

In het ene meest extreme geval – bijvoorbeeld een communistisch land waar privaat ondernemen niet is toegestaan – is de institutionele omgeving zo bepalend dat de genen die in andere landen met ondernemerschap samenhangen in dit land feitelijk niet tot expressie kunnen komen. Onder dergelijke omstandigheden is ondernemerschap dus niet erfelijk. In het andere extreme scenario, een land waarin er geen enkele belemmering is om ondernemer te worden, maar waarin er toch alleen mensen met een genetische aanleg voor ondernemerschap gaan ondernemen, zijn slechts de genetische verschillen van belang. Daar is dus de erfelijkheid van het ondernemerschap dan honderd procent.

De mate van de erfelijkheid van ondernemerschap hangt dus nauw samen met de maatschappelijke en politieke keuzes die er in een land gemaakt worden. Het zijn deze keuzes die de externe omstandigheden scheppen, en die externe omstandigheden bepalen hoe erfelijk ondernemerschap is. Door erfelijkheidschattingen in verschillende landen, of door periodes net voor en net na de invoering van nieuw beleid te vergelijken, kun je tot een beter begrip komen van welk soort beleid welk effect heeft op hoe erfelijk ondernemerschap is.

Een hogere erfelijkheid van ondernemerschap is echter niet per definitie nastrevenswaardig. Vanuit het oogpunt van productiviteit en efficiëntie is een goede match tussen de aangeboren eigenschappen die iemand heeft en het type werk dat iemand doet verstandig, en een betere match gaat samen met een hogere erfelijkheid. Aan de andere kant is het echter ook mogelijk om te compenseren voor genetische verschillen door bijvoorbeeld het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden op te nemen in de onderwijscurricula – hetgeen dan voor een lagere erfelijkheid zal zorgen.

Een dergelijk compenseren is niet zo’n gek idee, gezien het belang van ondernemerschap voor de economie, en gegeven het feit dat de genen die iemand heeft niet een kwestie zijn van zijn of haar eigen verdienste. Daarom kunnen we ons afvragen: hoe erfelijk willen we dat het ondernemerschap is in onze samenleving? Dat is een politieke keuze.

Auteur

Categorieën