In de eerste fase van een dreigende crisis heersen ontkenning, cognitieve dissonantie en rampbijziendheid: het naderend onheil wordt dan onvoldoende serieus genomen. Het beste voorbeeld hiervan is dat de Wereldgezondheidsorganisatie aanvankelijk niet wilde spreken van een pandemie.
In de tweede fase van een exponentieel proces gebeurt precies het omgekeerde: de invloed wordt dan sterk overschat omdat de menselijke geest heel veel moeite heeft met logaritmen en vooral lineair denkt (Baldwin en Weder di Mauro, 2020). Dit wordt nog versterkt doordat de media in eerste instantie vooral de slachtoffers (zowel de medische als economische) aan het woord laten – het duurt even voor de kracht van de economie zichtbaar wordt.
Wat verstopt blijft onder die mist van rampspoed is dat de economie zich aanpast binnen de nieuwe kaders, en onder druk van dreigende bedrijfssluiting en pandemie gaat dat razendsnel. Onder druk wordt alles vloeibaar.
Boodschap van economen
Economen weten dit en zijn getraind in het beter begrijpen van hoe een economie zich aanpast. We zien die aanpassing ook razendsnel gebeuren. Colleges worden massaal in digitale vorm aangeboden, het thuisonderwijs wordt rap georganiseerd, thuiswerken is geen luxe meer maar een noodzaak, bezorgdiensten, supermarkten en logistiek maken overuren en in het sociale verkeer voltrekt zich een omwenteling die lijkt op het succes van de anti-rookbeweging, maar dan binnen een paar dagen.
Economen weten ook dat de aanpassingen die zich voltrekken nooit direct in de statistieken te zien zullen zijn. Het gaat om nieuw en ander werken en daar is onze statistiek gewoon niet op berekent. We missen de aantrekkende nieuwe activiteit en concentreren ons op het meten van het oude dat voor een gedeelte wegvalt. Niet alleen is meten in dit soort omstandigheden moeilijk; voorspellen is bijna onmogelijk omdat de structurele veranderingen die zich voltrekken maken dat de Kritiek van Lucas bijster relevant is. Een econometrisch model is gebaseerd op de verstolde gegevens uit het verleden en verliest zijn geldigheid bij ingrijpende veranderingen, aldus Lucas (1976). De boodschap van de economische wetenschap moet zijn dat we moeten oppassen voor paniek, dat we rustig moeten blijven, keihard werken aan het vinden van oplossingen en de markt, de ondernemer en de burger zo veel mogelijk laten bijdragen.
Slim beleid
Voor de overheid is er vooral een regiefunctie. Slim beleid is te kijken welke projecten naar voren kunnen worden geschoven om de vraag op peil te houden. Voor de hand liggend is de bouw, omdat de stikstofproblematiek door geringere mobiliteit niet meer als knelpunt optreedt. De overheid kan projecten waar zij opdrachtgever is naar voren schuiven. Minder voor de hand liggend is de reclamebranche: koop reclametijd in en herhaal voortdurend de boodschap hoe je handen moet wassen en dat afstand houden noodzaak is.
De regiefunctie betekent niet alleen zoeken naar de gaten die in de markt vallen en om die op te vullen, maar ook om de processen die nu opeens vitaal zijn geworden goed te begeleiden. Hoe beschermen we werknemers in de thuisbezorgketen? Moet er in ploegen gewerkt gaan worden om de werknemer-dichtheid te verdunnen?
De overheid heeft zichtbaar vooral gereageerd met een omvangrijk ondersteuningspakket. Ik begrijp de toezegging voor massale ondersteuning van het bedrijfsleven wel, maar tegelijkertijd is dat geen oplossing voor het probleem van de noodzakelijke en onvermijdelijke aanpassing.
Herstel komt vaak snel
De wat oudere economen herinneren zich eerdere crises en de snelheid waarmee herstel kan optreden, daar waar aanvankelijk catastrofes verwacht en voorspeld werden. Mij schoten spontaan te binnen: de evacuatie van het Gelderse rivierenland (toen alle bedrijven daar sloten en 250.000 mensen werden geëvacueerd voor 5 tot 14 dagen) in 1995 en de winter van 1978-79 met enorme sneeuw- en ijzelstormen en enorme ontwrichting van de maatschappij.
Hamsteren zag ik als 14-jarige voor het laatst in 1973 tijdens de eerste oliecrisis, een crisis waarbij door verkeerde beleidsreacties de basis werd gelegd voor de enige echte crisis die ik tot nu toe heb meegemaakt. Dat was in de jaren tachtig toen alles tien was: 10 procent inflatie, 10 procent werkloosheid, 10 procent tekort. Sindsdien is er veel veranderd in de economie. De ondernemingszin is enorm toegenomen, de overheidsschuld is afgebouwd en de technologie maakt ongedachte oplossingen mogelijk, die juist onder de druk van een crisis worden afgedwongen.
Scenario’s vallen mee
De toegenomen weerbaarheid van de economie maakt dat dit economisch gezien wel een ernstige crisis zal zijn, maar zeker geen catastrofe. Scenariostudies laten dat ook zien. Omdat het optreden van een pandemie al jaren als een zekerheid wordt gezien, met een waarschijnlijkheid van ruwweg eens in de tien jaar, zijn er wereldwijd zeer veel scenariostudies beschikbaar waarin zeer ernstige varianten van besmettelijke ziekten voorkomen. Voor ons land is zo’n scenario in 2016 gepubliceerd in de Nationale Risicobeoordeling (ANV 2016). Een scenario is geen voorspelling, maar een verkenning van wat mogelijk is.
Het gaat in het onderhavige scenario om een grieppandemie, en hoewel dat geen corona is geeft het scenario wel heel goed richting aan. Er zijn in het scenario 5 tot 10 miljoen besmettingen, 50.000 ziekenhuisopnamen en overbezette IC’s, vooral de ouderen worden getroffen, er is geen immuniteit, de crisis bedraagt enige weken, scholen gaan dicht, het werk wordt verstoord – dat lijkt nogal op wat we nu meemaken.
Enige nuchtere bevindingen uit de Nationale Risicobeoordeling: eerste levensbehoeften komen niet in gevaar en de economische schade is 5 tot 10 miljard euro, ruwweg 1 procent van het bruto binnenlands product. In dit zeer zware scenario treden 14.000 doden op. Het beleid in het scenario is per definitie beleidsarm en accepteert de sterfte en de oplopende werkloosheid “technisch”. Het Kabinet doet dat terecht niet en neemt nu stringente maatregelen en de verwachting is dat die zullen werken.
De orde van grootte van 5 tot 10 miljoen euro schade uit het scenario is dan aan de lage kant, maar ik veracht nog steeds dat de orde van grootte behapbaar blijft. Is de risicobeoordeling van een pandemie daarmee dan te optimistisch? Er is het afgelopen decennium wereldwijd heel wat afgerekend aan de kosten van een pandemie en alle zwaar-weerscenario’s die ik ken komen tot vergelijkbare resultaten. De meest actuele scenario’s van de OESO (2020) en UNCTAD (2020) gaan al wel over het coronavirus en laten een half tot één procent mondiale groeivertraging zien.
Rampen stimuleren dynamiek
Dat de schade te overzien blijft, is ook wel begrijpelijk. Uit de empirische literatuur weten we dat natuurrampen dynamiek kunnen stimuleren, productiviteit kunnen verhogen en dat economische herstel snel kan optreden – hoe zeer dat ook tegen de intuïtie in gaat (Lazzaroni en van Bergeijk 2014, Van Bergeijk, van Marrewijk en Brakman, 2017). Het coronavirus is een schok die niet leidt tot blijvende aantasting van de productiecapaciteit, want de beroepsbevolking zal grotendeels ongeschonden door de crisis komen.
Het coronavirus lijkt vooral patiënten met onderliggende ziekten te treffen. De Nederlandse economie is ook een patiënt, maar dan een zonder onderliggende macroeconomische ziekten: de schuldquote is gezond, de arbeidsmarkt kan een stoot hebben en de dynamiek is groot. Het grootste gevaar voor de economie is als altijd de menselijke natuur: angst is een slechte raadgever. De economie zal het heus overleven.
Literatuur
ANV (2016) Nationaal veiligheidsprofiel. Te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2016/12/12/tk-bijlage-nationaal-veiligheidsprofiel-2016/tk-bijlage-nationaal-veiligheidsprofiel-2016.pdf
Bergeijk, P.A.G. van, S. Brakman, en C. van Marrewijk (2017) Heterogeneous economic resilience and the great recession’s world trade collapse. Papers in Regional Science 96.1 (2017): 3-12.
Baldwin, R., B. Weder di Mauro (2020) CEPR, Economics in the time of COVID-19. Te vinden op https://voxeu.org/article/economics-time-covid-19-new-ebook
Lazzaroni, S., en P.A.G. van Bergeijk (2014) “Natural disasters’ impact, factors of resilience and development: A meta-analysis of the macroeconomic literature.” Ecological Economics 107 (2014): 333-346.
Lucas, R.E. (1976), ‘Econometric Policy Evaluations: A Critique’, Journal of Monetary Economics Suppl (April), pp. 19–46.
OECD (2020) Interim Economic Assessment “Coronavirus: The world economy at risk”. Maart 2020. Publicatie te vinden op http://www.oecd.org/berlin/publikationen/Interim-Economic-Assessment-2-March-2020.pdf.
UNCTAD (2020), The Coronavirus Shock: A Story of Another Global Crisis Foretold. Publicatie te vinden op https://unctad.org/en/PublicationsLibrary/gds_tdr2019_update_coronavirus.pdf
Meer over corona?
Zie onze artikel- en blogreeks en onze serie videocalls met economen.
Auteur
Categorieën