Metaalmarkten en de conjunctuur
Aute ur(s ):
Disser, T.H.J. (auteur)
Mulder, M. (auteur)
De auteurs zijn werkzaam op de afdeling Energie en Grondstoffen van het Centraal Planb ureau, Den Haag. (auteur)
Met dank aan collega’s van het CPB voor hun waardevolle opmerkingen.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4332, pagina 852, 2 november 2001 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
zorg
De gemiddelde prijs van non-ferrometalen blijkt één tot twee maanden vooruit te lopen op de mondiale conjunctuur.
Metalen zijn belangrijke grondstoffen voor tal van conjunctuurgevoelige producten. IJzererts en staalschroot bijvoorbeeld worden
gebruikt bij de productie van staal, dat weer aan de basis ligt van de productie van transportmiddelen en bouwmaterialen. Aluminium is
van belang voor de productie van transportmiddelen en verpakkingsmaterialen. Nikkel wordt gebruikt bij de staalproductie, terwijl
koper van grote betekenis is voor elektrische bedrading. Wanneer de conjunctuur aantrekt of afneemt, worden daardoor al in een
vroeg stadium meer of minder metalen aangekocht. Conjunctuurschommelingen zouden dus door schommelingen van de
metaalprijzen kunnen worden aangekondigd.
Vormen metalen een ‘leading indicator’?
De handel in de belangrijkste grondstof voor ferrometalen, ijzererts, verloopt grotendeels via jaarcontracten die aan het begin van elk jaar
worden afgesloten. Veranderingen in de conjuncturele situatie komen daardoor niet direct in de marktprijzen tot uiting. De nonferrometalen, zoals koper, daarentegen, worden grotendeels op dagbasis verhandeld. Hierdoor worden ontwikkelingen aan vraag- en
aanbodzijde direct zichtbaar in de prijzen van deze metalen.
Uit (figuur 1 blijkt dat de mutaties in de prijzen van de non-ferrometalen eind 1994, midden 1996, midden 1997 en in 1999 een paar
maanden voorliepen op de ontwikkelingen van de wereldhandel. De prijsstijging in 1998 wordt zelfs pas zes maanden later gevolgd door
de opleving van de wereldhandel. Dat kwam doordat het herstel van de wereldhandel langer op zich liet wachten in verband met de Aziëcrisis. Alleen in 1993 ging deze samenhang niet op. De oorzaak hiervan was het uiteenvallen van de toenmalige Sowjet-Unie. De importen
van de betreffende lidstaten daalden toen flink, terwijl de export van metalen en in het bijzonder van nikkel sterk toenam, waardoor de
metaalprijzen gedurende bijna een jaar zwaar onder druk stonden. Uit een regressie-analyse over de jaren negentig blijkt dat de
gemiddelde prijs van non-ferrometalen één tot twee maanden vooruitloopt op de mondiale conjunctuur (zie kader).
Figuur 1. Wereldhandel en metaalprijzen
Prijsontwikkeling verklaard
De ontwikkeling van de prijzen van de non-ferrometalen is gerelateerd aan de ontwikkeling van de wereldhandel, de dollarkoers en de
olieprijs.
Wereldhandel
De conjunctuurontwikkeling heeft, zoals hiervoor al aangegeven, een beduidende invloed op de prijsvorming. Een hogere (lagere)
economische groei lokt een grotere (kleinere) vraag uit en leidt dus tot hogere (lagere) metaalprijzen.
Dollarkoers
De dollarkoers is van invloed op de prijs van de non-ferrometalen doordat de prijzen in de wereldhandel voornamelijk in dollars worden
vastgesteld, terwijl een groot deel van de vraag afkomstig is van buiten het dollargebied (figuur 2) 1. Een hogere dollarkoers zorgt
daardoor voor hogere kosten in nationale valuta, waardoor de vraag afneemt en de prijs in dollars daalt. Evenzo zorgt een dalende
dollarkoers voor een stijgende prijs.
Figuur 2. Dollarkoers en metaalprijzen
Olieprijs
Daar de raffinage van metalen energie-intensief is, zorgt een stijgende olieprijs voor hogere energiekosten en dus hogere metaalprijzen
((figuur 3). Hier zal een zekere vertraging bij optreden omdat er enige tijd overheen gaat voordat de hogere olieprijs doorgerekend wordt
naar de elektriciteitsprijs.
Figuur 3. Olieprijs (Brent spot) en metaalprijzen
Grootste invloed van internationale handel
Van de drie verklarende factoren gaat de grootste invloed uit van de wereldhandel. De ontwikkeling van de wereldhandel en die van de
metaalprijzen hangen kennelijk nauw samen. Dit betekent dat de vergelijking (zie kader) ook kan worden gebruikt voor het ramen van de
ontwikkeling van de wereldhandel op de korte termijn. Er blijkt dan dat de prijs van de non-ferrometalen als ‘leading indicator’ fungeert.
(figuur 4) geeft aan dat de ramingen van de wereldhandel redelijk goed overeen-komen met de realisaties. Uitschieters in de metaalprijzen,
zoals in 1995 en 1996 ten gevolge van het toenmalige koperschandaal (manipulatie van de koperprijs door het Japanse handelshuis
Sumitomo), verstoren echter de voorspellende waarde, zoals blijkt uit de grote voorspelfouten in deze periode. In de genoemde jaren
ontwikkelde de wereldhandel zich gematigder dan men op grond van de ontwikkeling van de metaalprijzen zou verwachten.
Figuur 4. Wereldhandel, ramingen en realisaties
De mate waarin de metaalprijzen samenhangen met conjunctuur, dollarkoers en olieprijs blijkt uit de volgende vergelijking 2
(met een correlatiecoëfficiënt van 0,73 en op 1 procent significante coëfficiënten):
Prijs = -24 + 3,5 * handel (+1) – 0,7 * dollarkoers (-1) + 0,1 *
olieprijs (-1)
Conclusie
Het blijkt dat er een direct verband bestaat tussen de prijzen van de non-ferrometalen enerzijds en het wereldhandelsvolume, de
dollarkoers en de olieprijs anderzijds. Wanneer dit verband niet opgaat zijn daar duidelijk aanwijsbare verklaringen voor, zoals het
uiteenvallen van de Sowjet-Unie in 1992, het koperschandaal in 1996 en de Azië-crisis in 1998. Deze bijdrage laat zien dat vanwege de
genoemde samenhang de prijs van de non-ferrometalen goed als ‘leading indicator’ voor de ontwikkeling van de wereldhandel op de
korte termijn kan worden gebruikt.
1 Van het mondiale gebruik van koper bijvoorbeeld vindt ongeveer een derde plaats in Europa en eenderde in Azi ë (International Copper
Study Group, Copper Bulletin, maart 2001).
2 De variabelen bestaan uit procentuele mutaties van het driemaands voortschrijdend gemiddelde ten opzichte van het vorige jaar. De
metaalprijs is in dollars uitgedrukt. Voor dollarkoers is gebruik gemaakt van de sdr-waarde. Deze sdr-value wordt door het Internationale
Monetaire Fonds (IMF) berekend op basis van een mandje nationale valuta’s van enige belangrijke industrielanden. Voor de conjunctuur
is het volume van de wereldhandel ingezet, daar deze variabele de volumeontwikkeling van de totale wereldeconomie vertegenwoordigt.
De olieprijs is de Brent spotprijs. Hierbij zijn de reeksen van de metaalprijzen, de olieprijs en de sdr-value reëel gemaakt met behulp van
de industrieproductenprijs in dollars.
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)