Ga direct naar de content

Meeste indicatoren verder naar beneden

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 4 1992

DEZE WEEK

Meeste indicatoren verder
naar beneden
De DNB-conjunctuurindicator
laat
voor de komende maanden een
neerwaartse beweging zien (zie figuur 1). Voor mei aanstaande ligt de
indicator een fractie hoger dan in de
maanden hiervoor. De toeneming is
echter zo klein dat hieraan vooralsnog geen betekenis kan worden toegekend. Over een periode van drie
maanden gerekend laten vier van de
vijf samenstellende componenten
van de indicator nog steeds een duidelijk neerwaartse beweging zien.
Ter vergelijking zijn hiernaast vijf andere conjunctuurindicatoren
voor
Nederland opgenomen, die regelmatig gepubliceerd worden. De indicatoren van de ABN AMRO en de Rabo
tonen een conjunctuurpatroon
dat in
grote lijnen overeenkomt met dat
van de DNB-indicator. Deze indicatoren en ook die van de EG laten conjuncturele toppen rond 1984 en 1989
zien en geven sinds eind 1989 een
daling van de conjunctuur aan. Ook
de OESO-indicator daalt vanaf 1989,
maar bij de CPB-indicator begint de
daling pas in 1990. Zowel de CPBindicator als die van de EG laten
sinds 1982 een forse opgang van de
conjunctuur zien. Bij deze indicato-

ren wordt een groter deel van de
groei in het afgelopen decennium
aan de conjunctuur toegeschreven,
terwijl de overige indicatoren dit in
hogere mate toerekenen aan de onderliggende trendmatige groei. Ondanks de verschillen voorspellen
alle indicatoren een voortgaande
neergang van de conjunctuur. De
EG-indicator is in zoverre een uitzondering dat de laatste maanden, zij
het aarzelend, op enig herstel duiden. Deze indicator is samengesteld
uit de ontwikkeling van de aandelenkoersen en uit een aantal conjunctuur-enquêtes gehouden onder consumenten alsmede onder ondernemers in de industrie en de bouw. De
opgaande beweging in deze indicator is toe te schrijven aan de industrie-enquêtes, die ook voor de
maand mei een positieve bijdrage leveren aan de DNB-indicator.

CPB-conjuncruurlndlcator
2

85

90

92

ABN AMRO kort-voorlopende IndIcator
115

85

OESo-lndicator
106
104
102
100

Conclusie
De neerwaartse beweging van de
DNB-conjunctuurindicator
is in mei
niet verdergegaan, maar het is nog
te vroeg om over een herstel te spreken. Andere conjunctuurindicatoren
voorspellen een voortgaande neergang van de conjunctuur. Alleen het
verloop van de EG-indicator zou op
een mogelijk herstel kunnen duiden.

98
96
80

85

90

92

90

92

Rabo voorlopende indicator
2

F~uurl.DNB2

Realisatie
Indicator

-2
80

85

EG-Indicator van het economisch
vertrouwen
104

-2
80

E5B 4-3-1992

85

90

92

85

90

92