Ga direct naar de content

Mate van overheidsconsumptie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 1 2004

Mate van overheidsconsumptie
Aute ur(s ):
R.P. Berben (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door Rob ert-Paul Berb en, Ronald Bosman, Ard den Reijer en Ad Stokman van de Nederlandsche
Bank R.P.Berb en@dnb.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 89e jaargang, nr. 4443, pagina 476, 24 september 2004 (datum)
Rubrie k :
dnb-conjunctuurindicator
Tre fw oord(e n):

De overheidsconsumptie speelt in de regel geen rol van betekenis bij het initiëren van economisch herstel. Ook nu weer pikt de
Nederlandse economie aan bij de internationale economische opleving, ongeacht de overheidsconsumptie.
De Nederlandse conjunctuur – gemeten aan de hand van de groei van het bbp – klimt stilaan uit het dal. Het dieptepunt heeft volgens
huidige inzichten in de eerste helft van 2003 gelegen. Het cpb raamt voor dit jaar een bbp-groei van 1 1/4 procent en voor volgend jaar
een lichte versnelling tot 1 1/2 procent. Drijvende kracht achter het herstel is de toename van de uitvoer, in het spoor van het aantrekken
van de wereldhandel. Maar omdat de prijsconcurrentiepositie van onze exportsector in de afgelopen jaren is verslechterd, kan de
Nederlandse economie niet volledig van het herstel van de wereldeconomie profiteren. Herstel van de binnenlandse bestedingen is
onzeker, zowel wat betreft tijdstip als kracht. Zo zal de overheidsconsumptie, die ruim twintig procent van het bbp uitmaakt, op de korte
termijn naar verwachting in slechts beperkte mate bijdragen aan het herstel van de bestedingen. Is de huidige combinatie van een
ontluikend economisch herstel en afvlakkende groei van de overheidsconsumptie illustratief voor de samenhang tussen beide
grootheden?
Historisch perspectief
figuur 1 toont het beloop van de conjuncturele component van zowel het bbp als de overheidsconsumptie van 1977 tot het tweede
kwartaal van 2004. De conjuncturele componenten zijn hier berekend door de reeksen te ontdoen van de ‘trend’ (fluctuatie met een duur
langer dan acht jaar) en de onregelmatige component (fluctuatie met een duur korter dan anderhalf jaar). De figuur laat zien dat over de
getoonde periode de conjuncturele component van de overheidsconsumptie behoorlijk volatiel is. De upswings in de
overheidsconsumptie vallen echter nooit samen met die van het bbp. Klaarblijkelijk speelt de overheidsconsumptie geen dominante rol
bij het tot stand brengen van economisch herstel (de correlatie tussen beide reeksen is vrijwel nul). Het omgekeerde lijkt eerder het geval.
Algeheel conjunctureel herstel resulteert met enige vertraging in het aantrekken van de overheidsconsumptie. De overheidsconsumptie
gedraagt zich dus deels als een automatische stabilisator. Een verklaring voor de gevonden samenhang is gelegen in het beloop van de
ambtenarensalarissen, die een fors deel van de overheidsconsumptie beslaan. Lonen reageren in de regel met een vertraging op
veranderingen in de conjunctuur.

Figuur 1. Bbp en overheidsconsumptie
Huidige herstel
Het beloop van de overheidsconsumptie rond het conjuncturele dal dat net achter ons ligt blijkt enigszins af te wijken van het ‘historisch
gemiddelde’ over de dalen rond het vierde kwartaal van 1982, het derde kwartaal van 1988 en het vierde kwartaal van 1993 ( figuur 2). Zo
was de groei van overheidsconsumptie de afgelopen jaren relatief hoog – denk bijvoorbeeld aan de extra uitgaven aan de zorg voor het
wegwerken van wachtlijsten – en daarmee een belangrijke bestedingsimpuls. In recente kwartalen wordt echter de consolidatiekoers van
het kabinet zichtbaar.

Figuur 2. Overheidsconsumptie in huidige neergang, procentuele afwijking
Vooruitzichten
De dnb-conjunctuurindicator die thans vooruitblikt tot en met januari volgend jaar signaleert al geruime tijd een omslag in de
conjunctuur ten goede (figuur 3). Nu de export in het kielzog van het versnellen van de wereldhandel op stoom begint te komen, ligt ook
een omslag in de realisatiereeks in de rede. Een onzekere factor blijft echter het herstel van de binnenlandse bestedingen.

Figuur 3. dnb-conjunctuurindicator
Robert-Paul Berben

Copyright © 2004 – 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur