■ Johannes Bollen (CPB)
Als gevolg van bestaand beleid en aangekondigd klimaatbeleid in het regeerakkoord zullen huishoudens meer aan energie gaan uitgeven. De stijging van energielasten is scheef verdeeld over verschillende inkomenscategorieën, maar dat is niet zichtbaar in de standaard koopkrachtpresentatie van het Centraal Planbureau, omdat energielasten onderdeel zijn van het algemene inflatiecijfer.
Op basis van huishoudensgegevens laat een aanvullende analyse zien dat klimaatbeleid in de vorm van lastenverzwaringen nu al denivellerend uitwerkt (figuur). Dat komt doordat het aandeel van het inkomen dat huishoudens aan energie besteden (de energiequote) voor lage inkomens een factor drie hoger ligt dan voor hoge inkomens.
Zonder compenserend beleid zal het denivellerend effect van de stijgende energielasten in de toekomst sterker worden. Hier zijn effecten van lastenverzwaring verkend tot aan 2030 via twee scenario’s. Een scenario ‘hoog’ als een benadering van een kostenefficiënt scenario om aan 49 procent emissiereductie te voldoen. En een goedkoper scenario ‘laag’, waarbij de kosten lager uitvallen door gunstigere technologische ontwikkelingen en efficiëntere besteding van Subsidie Duurzame Energie (SDE+).
In beide scenario’s worden de inkomensverliezen een veelvoud van die in 2019. In het scenario ‘hoog’ kunnen voor lage-inkomensgroepen de verliezen oplopen tot 3,9 procent van het besteedbaar inkomen: 2,5 procent door aangekondigd beleid en 1,4 procent door aanvullend beleid vanwege het voornemen emissies te reduceren. Tentatief schatten we in dat energiebesparingen dit – ook voor de lage-inkomensgroepen – met 0,7 procentpunt verlagen als we aannemen dat energiebesparingsgedrag homogeen verdeeld is over inkomensgroepen.
Op dezelfde manier kunnen we constateren dat aan de onderkant de verliezen in het ‘lage’ scenario kunnen oplopen tot 3,5 procent zonder energiebesparingen en tot 2,8 procent met energiebesparingen. Deze verkennende analyse laat dus zien dat er potentieel aanzienlijke extra denivellerende inkomenseffecten kunnen ontstaan door het klimaatakkoord als er geen compenserend beleid gevoerd gaat worden.