In ESB 4754 lieten Henriëtte Prast en Frederica Teppa in hun artikel ‘Framing heeft effect op de pensioenperceptie’ zien dat het voor het oordeel of het pensioen ontoereikend is uitmaakt of respondenten een pensioenvooruitblik voorgelegd krijgen die 50 procent van het huidige inkomen is of 0,5 maal het huidige inkomen. Als een percentage gepresenteerd wordt (50 procent van het huidig inkomen) beschouwt 82 procent dat als onvoldoende of zeer onvoldoende, maar als een vervangingsratio als 0,5 maal het huidige inkomen gepresenteerd wordt, beschouwt 67 procent van de respondenten dat als onvoldoende of zeer onvoldoende (Prast en Teppa, 2017).
Prast en Teppa suggereren om te onderzoeken of “het framingeffect stand houdt bij hogere en lagere vervangingsratio’s”. Daarom repliceren we dit onderzoek in de AFM Consumentenmonitor van oktober 2017 onder een steekproef van 807 respondenten die representatief zijn voor de Nederlandse bevolking. We gebruiken een 2×3-design met twee frames – percentage of decimaal – en drie hoogtes van de vervangingsratio, namelijk 50, 70 en 90 procent. In tegenstelling tot Prast en Teppa (2017) is het frame waarbij respondenten de pensioenvooruitblik in euro’s per maand of jaar voorgelegd krijgen niet gebruikt omdat er geen exacte inkomenscijfers beschikbaar zijn. De groepsgroottes met valide antwoorden voor de zes condities variëren van 105 tot 135 respondenten; het aandeel dat “weet niet” antwoordt, ligt tussen de acht en vijftien procent.
Bij de exacte replicatie vinden we voor het percentage-frame een identiek aandeel dat de vervangingsratio als onvoldoende of zeer onvoldoende beoordeelt, namelijk 82 procent. Bij het decimaal-frame vindt 72 procent van de respondenten een vervangingsratio van 0,5 onvoldoende of zeer onvoldoende (figuur 1).
Hoe hoger de voorgelegde pensioenvooruitblik, hoe minder vaak het als onvoldoende of zeer onvoldoende beoordeeld wordt. Bij een vervangingsratio van 70 procent beoordelen respondenten het percentage-frame vaker als onvoldoende dan het decimaal-frame, maar dat verschil is niet significant. Opvallend is dat bij een vervangingsratio van 0,9 het decimaal-frame juist significant vaker als onvoldoende of zeer onvoldoende wordt beoordeeld dan dezelfde vervangingsratio uitgedrukt als 90 procent. De framing heeft dus inderdaad effect op de pensioenperceptie, alleen is dat effect bij een hogere vervangingsratio omgedraaid.
Literatuur
Prast, H. en F. Teppa (2017) Het effect van framing op de pensioenperceptie. ESB, 4754(102), 491–493.