■ Thirsa Leendertse en Vinodh Lalta (CBS)
Het aantal personen met een werkloosheidsuitkering is, tussen eind 2013 en december 2017, gedaald van 419.000 naar 300.000, dankzij de groeiende economie en toenemende werkgelegenheid. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft recentelijk de werkhervattingskansen onderzocht van de 486.000 personen die in 2014 zijn ingestroomd in de WW. Daarbij is ‘werkhervatting’ gedefinieerd als beginnen met een nieuwe baan zonder WW-uitkering.
Een jaar na aanvang van de WW had 44 procent van de instromers een nieuwe baan gevonden en geen WW-uitkering meer nodig. Bijna evenveel instromers waren echter nog steeds werkloos, van wie bijna de helft geen recht meer had op WW. Deze laatste groep – negentien procent van alle instromers in 2014 – had op dat moment geen inkomsten meer vanuit werk of uitkering, en was waarschijnlijk aangewezen op de bijstand.
De kans op werkhervatting daalt naarmate de leeftijd toeneemt. Zo was van de oudere werklozen (van 45 jaar tot de AOW-leeftijd) 28 procent één jaar na instroom in de WW weer aan het werk zonder uitkering, tegen 66 procent van de jongeren tot 25 jaar. Wat hier waarschijnlijk meespeelt, is dat jongeren meestal een relatief kort arbeidsverleden hebben opgebouwd en daardoor ook korter recht hebben op een WW-uitkering dan oudere werknemers. Hierdoor ervaren de jongeren mogelijk een grotere druk bij het vinden van een nieuwe baan. Daarnaast hebben ouderen vaak meer moeite om een baan te vinden, waardoor zij langer een werkloosheidsuitkering ontvangen.
Auteurs
Categorieën