Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 245

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 8 1920

˱MÊ

ttJ?siRcki

Economi*schm,Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL
NUVERHEJD,
F1NANC!ÊN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

15E
JAARGANG

WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1920

No. 245

INHOUD

BIz.
DE INTERNATIONALE POSTTARIEVEN EN NEDERLAND’S TAAK
door
Mr.
Dr. J. G. lilink …………………….. 773
Het Ontwerp tot herziening van het Zeerecht II door
Prof.
Mr. H. R. Ribbiu8..

………………………. 775
De Nederlandsche Zuivelindustrie en Zuivelhandel onder invloed van den Oorlog III door
G. J. Blink ……..777
Londensche Correspondentie……………………..
779
De Economische toestand in Indië in het afgeloopen jaar. .
781
Index-cijfers ………………………………
783
AANTEEKENINCEN:
De dollarkoers en de duurte ………………….
783
Uitgaven van arbeidersgezinnen v66r, tijdens en na den
oo
rlog ………………………………….
784
De Zuid-Afrikaansche goudproductie …………..
784
BOEKAANKONDICING:
Annuaire International de Statistique …………..
785
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
………………….
785 MAANDCIJFERS:
Handelsbeweging over de maand Juli 1920 ……….
786
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
787-794
Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Banksfaten.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J.
Bruins.
Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D. J.
Wanaink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 3000. Tele
gr.o4res: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco P.P.
in Nederland f 20,—. Buitenland en
Koloniën f 22,50
per jaar. Losse nummers 50 cents.

Leden en donateurs van hét Instituut ontvangen
het weekblad gratis.’

De verdere publicaties van het instituut uitgaande
ontvangen
de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt
beslist.

Advertentiën f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh &
van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, 4msterdam, ‘s- Gravenhage.

6
SEPTEMBER 1920.

In de afgeloopen week is de geidmarkt’ nog iets

minder ruim geworden. De prolonga’tiere’nte schom-
melde rtusschen 4 en 434 pOt. en bleef dus ongeveer

gelijk aan de voorafgaande week. Daarentegen was de

noteering voor particulier disconto iets hooger, daar

het voor dit doel beschi’kbar.e geld grootendeels geab-

sojibeerd was door storting op het schatkistpapier,

ooda.t meestal 3%
ii
334 pOt, moest toegestaan
worden.

De wisselmarkt was ook al door de feestdagen zeer

weinig geanimeerd. De omzetten waren gering en in

de koersen kwamen geen ‘buitengewone schommelingen

voor. Over het algemeen was de stemming eerder

iets vaster en vooral dollars waren weder flink ge-

vraagd.

LONDEN,
3
SEPTEMBER 1920.

in de afgeloopen week is de omzet in de geidmarkt

zeer groot geweest, aan de ééne zijde terugbetalingen

der uitgelote ,,Victory Bonds” en rentebetaling op

de regeerings-obligatjes en aan de andere zijde terug-

betalingen aan de Bank of England -van verschul-

digde bedragen. De ondertoon der markt blijft ‘vast

en de opinie is, dat geld voorloopig schaa’rsch blijft

met tendens nog krapper te worden. Daggeld noteer-

de ‘deze week 534-6 pOt., 7-daags-geld 534 pOt.

De ‘disconto-mark was over het algemeen rustig.
Alhoewel de banken na een •maand’wisseling steds

tot grooten aankoop van wissels overgaan, hebben zij

dit nu islechts op kleine schaal gedaan en was de

vraag voor December-papier grooter dan dat voor

Januari. 2-, 3-, 4- en 6-maan’ds-papier noteerden resp.

resp. 6
5
/s_/io, 6hh/io_3/4, 6/16 en 6
7
% pOt.

DE ‘INTERNATIONALE POSTTARIEVEN

EN NEDERLAND’S
TAAK.

Saevis rbranquillae in undis, onbeweeglijk te midden
van een hoog gezwollen prijsniveau, hebben tot op
den huidigen dag de voor-oorlogsche internationale
posttarieven stand gehouden. De prijzen van nage-
noeg alle verrichtingen mochten alom stijgen en nog

eens ‘stijgen, ook de binnenlandsche posttarieven
mochten belangrijk worden verhoogd, maar de inter-nationale tarieven bleven tot nu toe ‘gehan&haafd op
het oude peil. ,Nog steeds bedraagt het port voor
een brief van hoogstens 20 gram binnen het ge-

bied der Union Postale Universelle, d.i. vrijwel de
heele wereld, als regel 25 centi’mes, hetgeen voor
Nederland gelijk gesteld is met 1234 cents. Zoo be-

leven wij thans ook den merkwaardigen toestand, dat
de verzending eener briefkaart in dezelfde straat even

veel kost als die naar den tegengestelden kant van de
aarde.

Men meene echter niet, dat het een bewuste liberale
tarief spolitiek was, die verhooging hier buiten de
deur hield. Wel werd sinds geruimen tijd, vooral in
‘handelskringen, toenadering van de internationale

posttarieven tot de binnenlandsche bepleit, met als
einddoel volkomen gelijkmaking, maar tot aanvaar-
ding hiervan is ‘het nimmer gekomen. De oorzaak van de stabiliteit der internationale tari&ven moet dan ook
elders worden gezocht. Zij is niet principieel en van
louter for’meelen aard. Een ;korte historische terug.
blik moge in dit verband worden gehouden.

Wij behoeven niet verder terug te gaan dan tot het

774

EcoNoMIscH-s’rATIsTIsCHE BERICHTEN

8 September 1920

midden der vorige eeuw. In 139 was, dank zij den
bewonderenswaardigen Rowland Hill, in Engeland

tot stand gekomen de Penny Postage Act, die Groot-
Brïtanaië en Ierland voor hun ,binne.nlaiidsche brief-

verkeer tot het uni:forme peiinyport had doen over-

gaan. Een buitengewoon gewichtige maatregel,
die geleidelijk in alle landen is nagevolgd (in Neder-
land in 1870). Met .betrekking tot de internationale

posttarieven• bleef echter nog een chaos heerschen.
Alles was hier geregeld bij afzonderlijke verdragen (in Europa moer dan 10001), die er niet zoozeer op
berekend waren het internationaal verkeer te verge-

makkelijken, als wel zooveel mogelijk geld in de schat-
kisten te brengen. De door Rowland Hill van het

nationale terrein weggebannen fiscaliteit vierde dus
nog hoogtij in de internatioiiale sfeer. Het port hing
voor ieder geval af van den te doorloopen afstand,

zoodat tusschen iedere ‘twee plaatsen een eigen tarief
gold. Dat was voor het publiek niet ‘alleen zeer om-

slachtig, maar ook buitengewoon ‘kostbaar, en het
spreekt vanzelf, dat op die wijze de internationale

post onvoldoende tot haar iecht kwam.

Waar de politieke verbrokkeling het grootst was, nI.
in Duitschiand, deden de vermelde bezwaren zich
natuurlijk het pijnlijkst gevoelen. Wie een brief uit

het eene naar ‘het andere miniatuurstaatje verzond,
zeg van staat A naar staat B, had daarvoor een uit
minstens 3 elementen sanengesteid port te betalen:
1
0
. het bedrag, verschuldigd volgens het Asche tarief;’

2°. een bij tractaat vastgesteld grensport tusschen

het Asche en •het Bsche grenspostkantoor; 3
0
. het

bedrag, verschuldigd volgens het flsche tarief. En nu
namen wij nog een verzending ‘tusschen 2 naburige

staten, maar
bij
den vaak minimalen omvang der poli-
tieke territoiren had menige brief meer dan 2 postige-
bieden te doorloopen. Het vermelde procédé moest dan
meer dan 2 malen worden toegepast. Het gevolg van

een en ander was, dat in Duitschiand meer dan 2000

verschillende ‘tarieven golden!

Evenwel, uit Duitschiand’s postale verbrokkeldheid
sproot reeds vroegtij’dig ‘zijn postale eenheid voort. Zijn achterljkheid werd aanleiding tot zijn voorgan.

In. 1850 toch kwam ter opheffing van ‘de ondragelijke
toestanden tot stand de Deutsch-Oesterreichische

Postverein, ‘binnen welken 17 staten en staatjes zich
aaneensloten tot één enkel postgebied, waar uniforme
tarieven zouden gelden. Hiermee was aan de wereld
te verstaan gegeven, in welke richting alom het

internationale postwezen moest worden geleid’.

Het uitgestrooide zaad heeft vrucht gedragen. Was
met betrekking tot de binnenland’sche ‘tarieven de

eerste s’toot van Engeland uitgegaan, voor het inter-
nationale postwezen klonk het verlossende woord uit
Duitschiand. De Pruisisch’e Oberpostrat Dr. Stephan
ontwierp in 1868, voortbouwende op de beginselen

der Deutsch-Oesterreichiselie P’ostverein van 1850,
een plan voor een wereldpostvereeniging, die alle
beschaafde staten zou omvatten. Stephan, later von

Stephan en B,i’srnarck’s zeer gewaardeerde mede-mindis-
ter, is sindsdien niet moede geworden aan te dringen
op een internationaal postcongres, dat deze gedachte

zou kunnen verwerkelijken.

Eindelijk komt in’ 1874 zijn dag. Te Bern vindt
dan een ,conferentie plaats tusschen vertegenwoordi-
gers van verschillende regeeringen, en 21 daar”an,
waaronder Nederland, stichten de Union Générale
des Postes, daarbij grootendeels aansluitende bij de

door Stephan ontwikkelde denkbeelden. In 1878 werd
te P’aTijs deze Union Générale omgedoopt iû Union

Postale Universelle, de buitengewoon belangrijke orga-

nisatie, die oo’k th’ans n’og het internationale postver-

voer bewerkstelligt en die geleidelijk vrijwel de heele
bewoonde aarde is gaan omvatten. Het is onder haar
leiding, dat voor het internationale post’wezen ook
het tariefprbieem nader tot een goede oplossing is

gbracht.
Anders dan geleidelijk is dit echter niet gegaan, en,
geheel bereikt is ‘het doel ook thans nog niet. Slechts
stap voor stap, via de internationale postcongressen

van Parijs (1878), Lissabon (1885), Weenen (1891),
Washington (1897) en Rome (1906) werd grooten-

deels het pad ‘geëf±end, dat ten slotte naar het unii-
forme wereldport moet voeren. Onder het, régime der

in Rome gesloten tractaten, welke ‘thans nôg gelden,
bestaat in een groot aantal staten ec’hter reeds ee

uniform interna

,
tionaal’ posttarief. De voornaamste
overgebleven , afwijking is wel deze, dat terwijl de

meeste belangrijke staten het minimum-‘brieftarief.
van 25 centimes voor de eerste 20 grammen gewicht

hchben aangenomen, in de Vereenigde Staten van
Amerika en Engeland (met Britsch-Ind’ië, Oanada en

verscheidene kleine En.gelsche ‘koloniën) het mini-
mum-tarief voor een ander .gewicl!it geldt. Daar heeft

men ni. als gewichtseenheid het Erigelsche ons, gelijk-
staande met 28,34 gram, tot welk gewicht de ge-
noemde staten met het minimum-tarief volstaan. Voor
het Amerikaansche en het Engelsche publiek dus een

vrij aanzienljk voordeel! Daarnaast bestaan dan nog

voor verschillende staten min of meer belangrijke

afwijkingen.
Aldus eenige hoofdtrekken der internationale
tariefsregeling, welke geldt ‘tot op den huidigen dag.
In 1914 zou een nieuwe p’ostconferentie zijn samenge-

komen – die wellicht’ het probleem van het uniforme
wereidport een schrede nader tot zijn oplossing zou
hebben gebracht! -, maar de oorlog bracht een kink

ook in dezen. kabel. Zoo bleven nog steeds de in 1906 gesloten verdragen gelden, met de daarbij vastgestelde

tarieven. Zihier de verklaring der prijsstabiiteit,

waarop in den aan’hef van dit opstel werd gewezen.
Thans zal het echter niet lang meer duren, of de
sedert 1914 uitgestelde conferentie komt bijeen (nl.

1 October 1920 te Madrid). De vraag is dus, wat dan
aangaande de internationale posttarieven zal worden

besloten.

Het schijnt weinig twijfelaèhtig in welke richting

het besluit ‘zal uitvallen. Ieder kind immers weet het:
alles is duurder geworden. Zouden de internetionale
posttarieven ‘ dan op dezen regel een uitzondering.
maken? Bovendien: de postbedrijven zijn staatsbedrij-

ven, en de staatskasen hebben geld noodig, geld, nog
eens geld. Zouden de internationale posttarieven dan
niet in verband met deze •geldbeh’oefte worden ver-,

hoogd? Een belangrijke prijsstijging der inrternatio-

nale
pos
tp
res
t
a
ti
es
is dan ook ‘te verwachten.

Desniettegenstaande zou ik echter een andere ge-

dragslijn willen bepleiten. Men vergete toch niet, dat het hier geenszins geldt een prcbleem van technisch-
administratieven aard, waatbij de gebruikers van den postdienst vrijwel .koud kunnen blijven. Het gaat om

het ‘behoud en den verderen uitbouw van één der
schoonste veroveringen van den internationalen geest
op den toestand van nationale afgeslotenlleid. Men
houde het dus vast, dist kostelijk pand van blijvende
waar’de, en late het niet lo:s om naar de oogenbEkke-

lijke voordeelen van ‘het wegvliedende heden te grij-

pen. Post est occasio calva!
Hoe verbijsterend kortzichtig het ware in de tegen-
woordige omstandighedeii de internationale posttarie-
ven te verhoogen, is (in de Neue Züricher Zeitun’g
van. 19 Maart jl.) door den ibekenden Dr. Alfred Fried
met een sprekend beeld duidelijk gemaakt. De schrij-

ver wijst er op ,dat als een menschelijk orgaan ziek is,
de moderne geneesheer er vooral naar streeft den
bloedsomlo’op van alle hindernissen te bevrijden en
den longen gezonde en versche lucht toe te voeren.
Beweging, lucht en zon zijn voor het welvaren des
lichaams volstrekt noodzakelijk. Dit nu geldt, zoo

betoogt Fried, ook -ten’ aanzien van het lichaam der

maatschappij. Is dit ziek, dan vormt vergemakkeli.i-

king van het verkeer een onmibare voorwaarde voor
de genezing. En daarom zou het een verderfelijke
dwaling zijn indien men thans de internationale post-tarieven ging verhoogen. Voor alle internationale be-

8 Septeriber 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

775

trekkingen, letterlijk alle, zoowel stoffelijke als gees-

telijke, is een gemakkelijk postverkeer onmisbaar, ter-

wijl tariefsverhooging, hoe weinig men deze in theorie
ook moge tellen, in de praktijk steeds de strek-
king ,heef t om het verkeer in ‘te perken. Wie de

toepasselijkheid van het beeld erkent – en te out-

• kennen is zij m.i. n’iet – zal toegeven, dat in de ‘tegen-

woordige omstandigheden verhooging der internatio-

nale posttarieven een
verbijsterende
kor tzichtigheid
ware.

Hier moge ik een zinsnede aanhalen uit hetgeen

ik in het nummer van 10 December 1919 van dit

weekblad in het algemeen schreef over een tarief:

politiek ‘bij het staatsbedrijf van de Posterijen, de

Telegrafie en Telefonie. Ik doel op de volgende woor-

den: ,,De staat subsidieert de organen inn talrijke.
belangen, en’ als nu ten aanzien van een ‘bepaald be-
lang de vereischte subsidieering het best in dezen

vorm kan geschieden, dat postprestaties ‘beneden den

kostprijs’ worden geleverd, dan verdiént het in geen
enkel opzicht afkeuring om daarnaar te handelen.”
Welnu, ver.gemakkeljking der internationale betrek-
kingen is vooral thans een z66 uitermate zwaar

wogend belang, dat het laag houden der internatio-
nale posttarieven er alleszins dor wordt gerecht-

vaardigd, zelfs al zouden de kostprjzen der presta-
ties dan niet ten volle worden •goed gemaakt. Het
•gat hier in alle geval om slechts luttel geids in ver-
houding tot de beteekenis van het betrokken belang.
Deze betrekkelijk weinige penningen te willen uit-
sparen ware… penny-wise but pound-foolisi. Ver-
hooging der internationale posttarieven zou niet an-
ders zijn dan zuinigheid, die de w’ijsheid bedriegt.
En do schatkisten zijn wel berooid, toegegeven na-
tuurlijk, maar men geeft zonder bezwaar wel heel
wat meer geld uit voor doeleinden, die bij het hier
beoogde belang verre ten achter. staan. Neen, het
fiscale argument is hier niet anders dan een domper,
die op ongeveer alle glanzende gedachten kan worden gezet. Zal overigens niet de be.hoefti’ge ‘zieke tot zijn
laatste penningen besteden om medicijn te koopen,
die hem wellicht genezen kan?

Thans rest nog slechts, te bepleiten, dat in het
strijdperk treden ter verdediging van ‘lage interna-tionale posttarieven geheel in de lijn ware van Ne-
derland’s internationale traditie. Er is hier’ een taak
te volbrengen, waartoe Nederland geroepen is. Ieder
bewu’st Nederlander kan daarvoor daii.o,ok niet an-
ders dan de warmste sympathie gevoelen.
Ons land vermag in de wereld weinig ‘waar het er op aankomt het gewicht van een ‘groot getal volks-
genooten in de weegschaal te werpen. Maar het is op
den duur een veel standvastiger kracht, dat Neder.
land’s internationale poliliek een beginsel bevat, het-
welk vaa’k miskend werd, maar ten slotte toch het
eenig mogelijke zal ‘blijken. Dat is: het richtsnoer van
toenadering tussehen de volkeren na te streven,
scheidsmuren te slechten, de nevelen tusschen de
naties te vervangen door licht en vrije lucht. Niet
altijd heeft dit beginsel zich natuurlijk doen gelden,
maar ‘zoo wij ‘de domineeren’de karaktertrek van
Nederland’s internationale traditie moeten aangeven, dan is het toch deze.

Wordt niet Nederland de bakermat van het volken-
recht geprezen, een lofspraak, die op zich zelf reeds
een volledige bevestiging inhoudt van hetgeen in het
voorgaande werd beto&gd? Is het beginsel der vrije
Zee niet geboren en ontioken ‘in Nederland, naar
welksrechtsopva’tting het element, dat de landen ver-
bindt, voor een ieder volledig vrij moet zijn? Werd
zelfs in tijd’ van oorlog de Nederlandsche handel op.
den vijand niet voortgezet, een praktijk met wel verre
van ideëele motieven, maar waaruit toch .duidelijk het
streven bleek om de internationale banden zoo min
mogelijk te slaken? Stond ook in den afgeloopen oor-
]og Nederland n’iet steeds gereed als ‘de trouwe wach-
ter over een verguisd neutraliteitsrecht, dat interna-

tionale conflicten zooveel
mogelijk
in hun’ werking
wil beperken? Was Nederland niet een der volhar-
dendste verdedigers van den vrijen handel, ook toen
bijna alom d.e staten overliepen naar het andere

kamp? En is zelfs niet in onze veelgeprezen associa-
tieve koloniale bestuurspolitiek diezelfde gedachte

van het internationale ,,honeste vivere, alterum non
laedere, suum cuique tribuere” te onderkeunen 0

zeker, het’ was niet zoo zeer onbaatzuchtigheid als wel juistheid van inzicht, gezonde kijk op de reali-
teit, die .in deze gevallen, welke met nog vele kunnen

worden vermeerderd, aan het stuur stond. Dit neemt,
echter niet weg, dat de practische toepassing van dit
inicht,tot een eigen internationale politiek met den
aangegeven stempel heeft geleid.

Ik zou dus willen ‘bepleiten, dat Nederland, geheel
in de lijn van zijn internationale traditie, op de aan-
staande internationale postconferentie het voorstel zal doen’ om de tarieven niet te verhoogen. Het in-
ternationale postwezen moet, al kost dat ook geld,

zooveel mogelijk wordn een vrije zee, waarlangs de

kinderen van alle naties gemakkelijk met elkaar in
verbinding kunnen treden. De overeenkomst van

strekking met de vrije zee is inderdaad treffend; ook ‘hier moge ons woord dus weerklinken. Wij

worden dan niet ontrouw, aan ons beproefde vaandel,
ook al zou dit aanvankelijk ‘slechts weinigen om zich
vereenigen. Het zal in alle ‘geval zijn nut hebben
indien een bakèn wordt opgericht ten dienste ‘kan
allen; ‘(he later in ditzelfde water wensc,h’en te
koersen.

In z66verre heeft Nederland zelfs op dit speciale
gebied een traditie op te houden, dat op het laatste
internationale ‘postèongres (1906) het verst strek-
kende voorstel tot tariefsverlaging van Nederland is

uitgegaan. Toen toch gaf de Nederlandsche afvaar-
diging in overweging om als regel voor een ‘brief
van 20 grammen niet meer dan 20 centimes te ei’schen.
Dit voorstel, ‘dat ,,soulève de nombreuses objec-
tions”
1),
werd met 13 tegen 7 stemmen’ en 5 onthou-
dingen verworpen – ‘het werd in een ‘minder geschikt
stadium der ‘besprekingen gedaan – maar er bleek –

toch uit, dat ook op dit gebied -het bloed zoo noodig
kruipen zal waar het niet gaan kan. Dat do Neder-

landsche regeering haar vertegenwoordigers ook.
thans van instructie in dezen geest zal voorzien,
moeten wij h’open en mogen wij misschien ook ver-
wachten. ‘ ‘ J.
G. BUNK.

HET ONTWERP TOT HERZIENING VAN HET

ZEERECHT.

II.
De toestanden, waaronder in 1838 het zeerecht

werd vastgesteld en die van ‘thans zijn in ‘alle op-
zichten anders, geworden. Het ‘belangrijkste verschil
is wellicht wel, dit, dat terwijl vroeger een ‘schip een-
maal uitgevaren, geen of zoo goed als geen verbinding
meer had met den reeder, zoodat .de kapitein de man
was die moest handelen en ingrijpen, thans do,or tele-
grafle met of zonder dra’ad, ‘door ngentschappen van
de vaste lijnen in elke plaats, ‘die wordt aangedaan,
de eigenaar een voortdurend toezicht kan houden en
beheer ‘kan voeren, zoodat de werkzaamheden van

den kapitein meer tot d’e uitsluitend nautische zijn
teruggebracht. Deze groote verandering vindt uit den
aard een duidelijke weerspiegeling in ‘het nieuwe zee-
recht.

Het oude recht gaat uit van- dc veronderstelling,
dat, eenmaal uitge’vnren, de kapitein alle maatrégelen
zal nemen zoowel wat betreft schip als lading. De nieuwe veronderstelt, dat de ei’genaar ook als ‘het
schip weg is, zijn ‘besluiten kan nemen en doen uit-
voeren. Met deze verandering van beheer gaat samen

een verandering van de aaniprakelijkheid, een her-
ziening van het instituut abandon.

‘)
Deel
II
der Documents du Congres Postal de Rome 1900,
pag. 185.

776

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 September 1920

Ontstaan in de eerste ontwikkeling van het zee-

recht uit de toenmalige toestanden was het nog niet
misplaatst bij de tot stan’dkoming van ons wetboek.
De reeder moest zich geheel op den kapitein verlaten;

hij had geen middelen om tijdig in te grijpen, hij kon

niet nagaan of het mis ging voor het te laat was. Dat in die omstan’digi:ieden een beperking van zijn aan-

•sprakelijkheid voor de handelingen en overeenkomsten

van zijn kapitein tot aan het bedrag van de waarde
van het schip en vracht (het z.g. zeevermogen) een

tegenwisht vormde tegen het anders te groote risico,

was niet onbillijk, vooral omdat zij die met den kapi-

tein handelden, deze
wettelijke ‘beperking ‘kenden.
Twee omstandigheden brachten verandering in

den feitelijken toestand. In de eerste plaats was de

ree’der door telegraaf en agentschappen minder over-
geleverd aan de willekeur van den kapitein en kon hij

vaifverre het oog houden op den gang van zaken, in-
grijpen wanneer dit noodig was; daarnaast stegen ide

schepén zoozeer in waarde, dat in het algemeen, als
geen schipbreuk het schip doet verloren gaan, de door
den ‘kapitein aangegane verplishtingen meer dan door
de waarde van het schip gedekt zijn en er dus voor
uitoefening van het recht van a’bandon geen plaats is.
Blijft over het geval van sokipbreu’k, maar dan zal de
reeder meest de verzekeringsom ontvangen. Deze ver-

zekeringsom valt onder de tegenwoordige wetgeving

niet ‘onder de waarde van het schip, zoodat ‘bij gebruik-
making van het recht van aband’on de schuld hierop
niet kan worden verhaald. Dit wordt hiermede ver-
dedigd, dat de premie niet uit het ‘betreffende zee-

-vermogen betaald is en de verzekeringsom niet in de

plaats komt van het verloren gegane schip, maar

de tegenpraestatie is voor de betaalde premie. Toch
voelt men een ‘on’billij’khei.d. Het schip is verloren en
de reeder wordt door de uitkeering geheel schade-
loos gesteld.
Hij
is nu beter er aan toe, dan wanneer het schip gespaard was gebleven, want dan zouden

daarop de schulden van den kapitein verhaald kun-
nen worden, terwijl de verzekeringsom ‘buiten de aan-

sprakelijkheid blijft.
Er is thans dus niet veel meer te zeggen voor het

uitzonderingsrecht, dat het recht van abandon is; de
algemeene regel is toch, dat men aansprakelijk is voor

de overeenkomsten en de onrechtmatige daden van
personen in dienst en in die dienstbetrekking gedaan.
Daarbij komt dat het Engel.sche recht dit abandon in
dien ruimen omvang niet kent. Dit alles heeft ertoe
geleid, dat de volle aansprakelijkheid van ‘denreeder
voor handelingen en overeenkomsten van den kapi-
tein thans in het ontwerp wordt erkend.

Toch zal met het ‘instituut niet geheel gebroken
kunnen worden en zoo is in Engeland de .beperkte aan-
sprakelijkheid ook niet geheel onbekend. De schade,
die vergoed moet worden, ‘kan zoo hoog
zijn,
dat er

voor beperking reden is. Dit geldt als schade wordt
toegebracht aan goederén en personen, door een on-
rechtmatige daad of zorgeloosheid, hetzij door aan-
varing aan een ander schip, hetzij door zorgeloosheid of opzet aan de ingeladen goederen. Het andere schip
kan ‘het schuldige aanvaren’de sekip aanmerkelijk in
waarde overtreffen; de ingeladen goederen kunnen zoo waardevol zijn, dat het schip in waarde daarbij
achter’blijft; dan kan er reden
zijn
om de aansprake-lijkheid tot het zeevermogen te ‘beperken, wanneer de
reeder zelf geen schuld heeft, zij het alleen reeds om
practische redenen. Voor dit geval dan, het schade
toebrengen aan de vervoerde goederen en pèrsonen of
door aanvaring aan andere schepen is de beperkte
aansprakelijkheid ‘behouden, niet echter volgens het
thans geldende systeem.

Voor de berekening van de aansprakelijkheid is in
hoofdzaak het Engelsche beginsel overgenomen: aan-
sprakelijkheid tot een zeker ‘bedrag per inhoudseen-
heid van liet schip;
bij
ons voorgesteld tot
f
50 per

M
3
. netto-inhoud. Het verschil springt in, ‘het oog. ‘De
aansprakelijkheid is gefixeérd onafhankelijk van latere
waardevermindering of -vermeerdering van het schip.

Thans geldt de waarde van het scip op het oogenblik
van het verhaal; in het Engelsche en ons nieuwe

stelsel geldt de waarde van ‘het normale nieuwe schip,
want naar dien grondslag is de waarde genomen. Men
ziet ook ‘het willekeurige in deze vaststelling; geen
rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat

het gemiddelde der waarde van een schip per in-
houdseen.heid zal
rijzen
of dalen, want zoo spoedig ‘zal
het wettelijk gefixeerde bedrag niet
gewijzigd
worden;

evénm’in is ermede rekening gehouden d’at een bepaald schip een veel lagere of ‘hoogere eenheidswaarde heeft.
Niettemin, om dan van ‘het a’bandon af te stappen; be-

staat er ‘een ‘belangrijk ver’schil tusschen het nieuwe en

het Engelsche stelsel. In het Engelsche stelsel geldt de

beperking voor elk geval afzonderlijk; ‘bij samenloop

van schade toegebracht op eenzelfde reis
b.v
door on-

achtzaamheid aan de ingeladen goederen en door aan-
varing aan een ander schip w’ordt het bedrag van elke
schade ?eperkt door ‘het geldende maximum, zoodat

de eigenaar ervoor ka’n ‘komen ‘te staan dat hij meer-dere malen dat maximum zal moeten betalen.
Bij
het

ontwerp is in zooverre ‘het beginsel van het geldende

abandonrecht gehouden, dat het maximum der’ aan-
sprakelijkheid ‘geldt voor de
gezamenlijke
schade op
een reis veroorzaakt. Bij nadere bespreking zal ik er

nog op wijzen, dat dit beginsel wellicht iets”duidelijker

ware aan te geven.

Zal de
‘belangrijke
“beperking van de vele voorrech-
ten thans in art. 313

K toegekend ok voor een deel
moeten worden toegeschreven aan de veranderde om-
standigheden in de scheepvaart? Het is geenszins on-

mogelijk al wordt deze reden niet zoo in de memorie

van toelichting .genoemd. De geldende regeling als zoo
dikwijls bij ‘het zeerecht, is uitzonderin’gsrecht, voor-
al in zooverre, dat de weteljke voorrechten voorrang

hebben boven de ‘bedongen scheepsverbanden –
scheepshypotheken ‘zooals deze in het ontwerp over-
eenkomstig het spraakgebruik genoemd worden. De

reden was ‘dat de verre schuldeischer, die slechts het

schip als onderpand ‘kende, geen middel had om ‘zich
van de solva’biliteit van den reeder te overtuigen. Men
moest zijn voorrecht dus zoo vast mogelijk maken,

wilde men hem er toe ‘brengen h’et crediet te verlee-

non. Ook dat is nu’ anders. Evenals de reeder het schip
kan volgen in zijn gang, evenzoo kan men zich in. ‘het

buitenland zonder veel moeite omtrent den reeder
laten inlichten. Is de bijzondere positie van den ge-
prirvilegiëerden scheepsschuldeischer ‘d’us niet meer
geboden doen de omstandigheden, dan is er geen reden
om ‘die te handhaven. Het mag dus ‘toegejuicht wor-den ‘dat deze voorrechten tot de noodza’keljkste zijn
ingekompen en ‘dat boven de andere privileges de be-
dongen scheepshypotheek voorgaat. Gehandhaafd zijn
nog de kosten van uitwinning, de uit de dienst’betrek-
king voortspruitende vorderingen van den kapitein en

het scheepsvolk en ‘het huiploon, loodsloonen, kanaal-
en havengelden en andere scheepvaartrechten en., de
vordering tot ‘betaling van a’verij-grosse. Hulploon en

averij-grosse
zijn
opgenomen omdat deze vorderingen
slechts op het sch’ip verhaald kunnen,worden. De op-
heffing van het recht van abandon, tengevolge waar-

van de andere vroeger bevoorrechte schulden nu ook
verhaal ‘hebben op het overige vermogen van den

reeder, zal ook ertoe hebben bijgedragen om die
exceptioneele positie minder noodig te maken.
Beter geregeld dan thans wordt de inschrijving van
de scheepshypotheken en daarmede gaat ‘gepaard een

uitgebreide regeling van de inschrijving en overdracht
van de schepei zelf. In de eerste plaats is zorg be-
steed aan de omschrijving van wat een Nederlandsch

sc’hip is. De
v
ereiscjhrten hiervoor zijn aanmerkelijk

verzwaard. Het schip moet in zijn geheel toebehooren
aan Nederlanders of voor tweederde gedeelte, mits
het overige deel ‘toebehoort aan, ingezetenen. Een
vreemdeling, buitenlands wonende kan dus geen mede-eigendom ‘hebben aan een Nederlandsch schip. Dit ‘be-

ginsel wordt verde’r uitgewerkt voor naamlooze ven-

8 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

777

nootschappen om vast te stellen wanneer een naam-
boze vennootschap geaclt kan worden gelijk te staan
met een Nederlander of ingeze-tene. Wij, vinden hier
de beginselen terug .door Molen’graaff in zijn bekend
praeadvi’es voor de Ned. Juristenvereeniging verde-

digd..
Strenge -eischen wordendus gesteld om een schip
een Nederlandsch schip te doen zijn. In zooverre be-hoeft daartegen geen bedenking te worden gemaakt.

Bezwaarlijker wordt het, wanneer er in ‘behan!dellng
tusschen êen Nederiand.sch schip en een vreemd-schip
een groot onderscheid wordt gemaakt en vreemde
schepen van het genot van een belangrijk rechtsinsti-

tuut worden buitengesloten. De Juristenvereeniging
wilde dien kant ook niet uit. Wanneer ik mij niet
vergis, geschiedt d’at echter in het ontwerp en zal het
instituut van de scheepshypotheek niet op vreemde
schepen kunnen worden toegepast. Op een schip,
waarvan een in het buitenland wonende vreemdeling

vpor een deel medeeigenaar is, zal dus geen geld kun-
nen worden geschoten, zonder dat dit schip als een
andere roerende zaak in het bezit van den geldschiet’et
pandhouder wordt gesteld, in welk geval de geidlee-
ning zelf wel meestal zonder nut zal zijn. Ik lees -deze
consequentie uit art. 318 h: De schepen ‘genoemd in
art. 314 zijn vatbaar voor hypotheek. Art. 314 handelt’
over Nederlan’dsche schepen •van meer dan 50 M
3
.
Wanneer men nu aanvoert ‘dat in 318 h ‘bedoeld is sche-
pen van -meer dan 50 M
3
., dan kan verwezen worden
naar art. 315, waar ook ‘staat schepen ‘genoemd in ‘art. 314 en waar zonder twijfel alleen kunnen ‘bedoeld zijn
Nederlandsclie schepen.

Heeft men dus niet Nederlandsche schepen niet
willen uitsluiten -v’an het recht ‘hypotheek te nemen,
dan is verduidelijking van den tekst gewenscht; heeft
men het wel gewenscht – ofschoon daarov.er in ‘de
m’emorie van toelichting niets te vinden is – -dan
schijnt ‘mij deze uitsluiting nog wel een nadere over-
weging waard. Ook ‘schepen met minder dan ’50 M
3
.
inhoid kunnen niet verhypothekeer.d worden; wel-
licht is gebleken, ‘dat dit niet noo-dig is.

Duidelijker -dan in het tegenwoordige wetboek’is om-
schreven, wie reeder is en daarbij is ‘beslist dat men
voor reeder niet eigenaar of mede-eigenaar behoeft te
zijn, maar dat ieder, die het schip voor de vaart ter
zee gebruik-t, ‘reeder is. V’oor het geval reeder en eie-
naar niet dezelfde zijn, is de aansprakelijkheid ge-
regeld en ‘het verhaalrecht op het schip. Eenigszins

zonderling -doet in dezen titel -de uitvoerige behande-
ling v-an de reederij aan, waar het ‘hier een instituut
geldt, dat ook blijkens de memorie van toelichting uit-
sterft. 1-s er nog voldoende reden om voor de toekomst
dezen vennootschapevorm te laten voortbestaan? W’il
men in een ‘bepaald ‘geval geen naamlooze vennoot-
schap, waarom zal -dan niet de vorm van firma ‘kun-
nen worden gekozen. Voor een afzonderlijke vennoot-
sch-apsvorm voor ‘schepen is thans w’einig reden meer.
Wanneer men -hiertoe ‘besloten had, hadden de bepa-
lingen voor reed-s gevestigde reederijen onder de over-
gan’gs’bepal-ingen kunnen worden opgenomen en deze zonden in deze Inoderne wetgeving da-ar meer op ‘hun plaats zijn.

In een slotartikel zal ik -de verd’ere wijzigingen, in
het bijzonder die betreffende de verv-oerovereenkomst,
evenals het hier ‘besprokene in groote trekken ‘behan-
delen.
Riasjus.

DE NEDERLANDSbHE ZUIVELINDUSTRIE

EA ZUIVELHANDEL ONDER IN VLOED VAN

DEN OORLOG. III.

f.
‘Het ‘einde van den oorlog en het begin van
den vrede (Mei 1918 -tot Mei 1919).
Ik heb boven reeds -gememoreerd, -dat 1916 het
record-jaar was van onze zuivelproductie. Vermoe-
-deljk was dit hieraan te danken, dat de verkoops-
prijzen zeer waren gestegen, terwijl ‘de productie-
kosten niet evenredig waren ‘omhoog -gegaan. Zoodat

in -de omstandigheden een sterke priklel lag tot pro-ductie-uitbrei-ding. Het veevoer was wel duur, maar

het was nog wel ‘te
krijgen,
zooda-t ‘d’e boeren zooveel
mogelijk koeien hielden voor -de m’elkpro’ductie. In

1916 was de algemeene voedsel’n’ood in ons land nog
n’iet groot: Het binnenia’ndsch verbruik van melk en

zuivelroduc’ten was ‘toen dan ‘oo’k nog niet zeer aan-

zienlijk gestegen’ boven het normale verbruik. Zoodat

de pro’ductie-vergrooting voornamelijk ten goede

kwam aan ‘den uitvoer en 1916 ook een record-jaar
werd voor onzen zuivel-uitvoer.

In het einde van 1916 werd ‘deze voor ons land

zeer zoete vrucht echter van vele zijden aangetast.
De beschikbare productiemi-d’delen – veevoeder en

kun’stmests’toffen – daalden sterk ‘door ‘de groote

moeilijkheden welke de aanvoer van overzee onder-
vond. De prodiicti.ekosten -stegen aanzienlijk in al
hare -geledingen: pachten, arbeidsloon-en, veevoeder,
meststoffen. De netto-opbrengst ‘der producten daal-

dë niet alleen -door deze stijging der productiekosten,
maar ook ‘doordat de Regeerin-g ‘de opbrengst sterk
drukte (een stèeds grooter ‘gedeelte der productie

werd tegen -lage prijzen voor het binnenland opge-
eischt en het resteer’ende uitvoeroverschot werd met
allerlei uitvoerh’effingen zwaar belast). Boven-dien

werden de buiten’landsch-e prijzen door de beide boven
besproken ui-tvoercontracten sterk geremd. In ‘deze

omstandigheden liggen ‘de kenmerken-de ‘eigenschap-
pen van de jaren na 1916: ‘dalende productie en stij-
gend binnenlandscb verbruik, dus in ‘dub’bele mate
daleuden uitvoer. En zop snel voltrok zich dit proces,

dat vanaf Mei 1918 van een over-schot aan zuivelpro-
ducten voor export feitelijk ‘geen sprak’e meer was:
alles was -n’oodig voor -het binnenland. Zoo werd iii
an-derhalf jaar tijds ‘deze export, -die ‘in 1916 nog
eenige honderden inillioen guldens beliep, geredu-

ëeerd tot vrijwel -nul. De volgende cijfers wijzen deze
vermindering ‘eeiiigszin’s aan; men dient er ‘echter
rekening mede te houden, dat -de
cijfers
over 1918
grootendeels v.o’o-r-tsprui-ten uit exporten d’ie in de eerste maan-den plaats -hadden, volgens uitvoercon-
tracten uit het- product van 1917:
Geëxporteerd Bruto K.G.:

1917

1918
Boter ………………
25.000.000

2.000.000
Kaas

………………
56.000.000

15.000.000
Versche e.a. melk ……..
11.000.000

10.000.000
Gecondenseerde melk ….
52.000.000

21.000.000
Melkpôeder

…………
4.000.000

2.000.000

Wij kunnen dan ook gerust zeggen, -dat in het al-
gemeen me-t Mei 1918 eene periode winging, waarin
Nederland slechts -melk en zuivelproducten produ-
ceerde voor ‘eigen verbruik, waarin de producti’e aan-
zienlijk gedaald was en onze bloeiende exportindu-
striie en expor’than:del geheel met lamhei-d geslagen
waren. Hoe ‘betreurenswaardig deze toestand ook was,
voor zoover zij door onoverkom’enlijke omstandig-
heden veroorzaakt was, moesten wij ons daarbij neer-
leggen. In één opzicht was er ‘echter r’echtmati’ge. aan-
leiding -tot groote ontevredenheid, zoowel voor de
direct belanghebbenden: d’e boeren, de zu-iv’elb’erei-
ders, de zuivelhandelaars, als voor Nederland in het
algemeen. Want de daling -der productie was door de
politiek der Regeering ten zeerste in -de hand ge-
werkt.

Het ‘is voldoende bekend, dat de Nederlandsehe
R-egeerin-g gedurende den oorlog alle mogelijke po-
gingen -heeft aangewend, om de bevolking van vol-
do’en-de voedsel te voorzien, doch niet alleen van vol-
doende voedsel, ‘doch vooral ook ‘tegen ‘lage prijzen.
Even beken-d is het, dat deze politiek in praktijk ge-
bracht werd op een wijze; die in de eerste plaats een
streven verried naar onmiddellijke resultaten; in-dien
het mogelijk was, -tijdelijk een artikel goedkoo’p te
houden, was men ‘daarover reeds te zeer verheugd,

dan dat er nog voldoende onpartijdigheid en leider-schap over -zoude blijvén, om ook iets verder in ‘de
toekomst te zien. Een zeer sterk beeld van deze opper-

778

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 September 1920

vlakkigheid geeft het ten opzichte vaii de zuivel ge-

voerde beleid. Niet alleen genoot de zuivel de twij

felachtige eer, de belangstelling op te wekken van

zeer vele heele en – halve ministers; bovendien, of
misschien juist daardoor heeft men •de melkveehou-

ders en do zuivelbereiders steeds uitgemolken, tot-

dat er niet meer te melken viel.

Het systeem der goedkoope beschikbaarstellin.g ton

koste van een deel •der exportwinsten heeft iets aan-

lokkelijks zoolang er werkelijk grove winsten ge-

maakt worden. Dan ziet men zoo nauw niet en geeft
gaarne een deel der producten tegen lage prijzen af.

Maar indien dit stelsel ontaardt in het steeds mèer

achtervolgn van een of meer takken van bedrijf; indien men steeds tracht aan een bedrijf meer en

nog eens meer inkomsten te onttrekken, dan kan het

niet anders of het bedrijf gaat onder deze onbesc’hei-

denheid zeer ernstig lijden. Deze fou.t is gedurende

den oorlog ten opzichte van melk en zuivel in hooge

mate gemaakt. Men heeft door goedkoope beschik-
baarstelling en door allerlei exportheffingen het be-

drijf zoover uitgekleed, dat ten slotte •de productie
er zeer sterk onder heeft geleden. Zoodat in 1918

Nederland niet alleen zat zonder productie-surplus

voor export, doch bovendien met een groot tekort

voor de voldoening aan de binnenlan’dsche vraag, die
door de algemeene levensmiddelennood zeer sterk
was gestegen. Zoowel ten aanzien van melk als van boter en kaas, ja zelfs van •gecondenseerde melk en
melkpoeder.

De periode Mei 1918 tot Mei 1919 bracht aldus

een volledigen stilstand voor de zui’velbereiding als

exportindustrie en eene ernsti.ge verzwakking van de

zuivelindustrie en van de mel’kproductie tengevolge

van een tijdelijk goedkoope, doch op den duur voor
ons land zeer kostbare regeeringspolitiek.

VI. Het econdmisch ‘herstel voor de zuivelindu-
strie (Mei 1919 to.t heden).

Als Mei in het land komt, rekenen wij dat tege-

lijkertijd het nieuwe zuivelseizoen aanvangt. Het vee komt in de weide, er komt weer .grasmalk, grasboter
en graskaas. Mei 1919 ving na vijf oorlogsjaren het

eerste vredes-zuiveljaar aan. De verwachtingen ten
aanzien van het gedurende den oorlog sterk ont-

wrichte bedrijf waren zeer verschillend. De een ver-

wachtte dalende productiekosten en hooge verkoops-
prijzen; de ander verwachtte een langdurige zeer
pijnlijke crisis, tengevolge van de sterke af’neming

van de koopkracht in landen, die vroeger onze voor-
naamste afnemers waren. Algemeen verwachtte men,
dat de productie, die enorm gedaald was, zich spoe-

dig weer min of meer zou herstellen. In ieder geval

was er zeer veel werk te verrichten, om alles wat
gedurende den oorlog was afgebroken weer nieuw

op te bouwen. In de industrie zelve was zeer veel te
doen, terwijl •de eizet der producten opnieuw moest
worden georganiseerd. En allen stonden gereed om
deze zware taak aan te vangen, om met alle beschik-

bare energie de productie weer op te voeren en •aan
te passen aan de wereldvraag, om de oude afzet-gebieden te herwinnen eii nieuwe te zoeken. Het
wachten was nog slechts
01)
de Regeering. Want er

was nog een uitvoerverbod voor alle zuivelproducten,
er waren nog verboden om melk te verwerken tot
boter, kaas, melkproducten; er waren nog vervoer-
verboden en vele andere restanten van de oorlogs-
maatregelen.

De eakste maanden van 1919 gaven veel hoop.

Allerlei verboden werden ingetrokken en het leek
erop alsof de Regeering den tijd begreep. De geheele
zuivelindustrie begon weer een krachtige campagne

in het buitenland, reizigers werden uitgezonden, er

werd reclame gemaakt. Toen het Mei werd, waren

allen klaar oni de Nederlandsche producten op de
buitenlandsche markten weer in te voeren. Alles was

gereed om tien concurrentiestrijd op te vatten met

de in vele landen en speciaal in Amerika gedurende

den oorlog sterk uitgebreide productie.

Alen bleef wachten op ‘de Regeering. Inmiddels was

aan het Departement van Landbouw eene plotselinge

verandering ingetreden. De eerst zeer optimistische
inededeelingen welke van deze zijde kwamen, waren

plotseling omgeslagen. Men werd hoe langer hoe
terughoudender.

Men wachtte tot Juni, tot Juli. En men bleef

wachten. Er kwam een soort uitvoerregeling vor
boter: Er werd veel vergaderd, er kwamen Ministe-
rieele en andere besc’h’ikkingen. – Het slot was, dat

eerst in het najaar, nadat allerlei zuivelproducten

zich hadden opgehoopt, langzamerhand ook uitvoer-
regelingen kwamen opdagen voor •kaas en melkpro-

ductun. Ondanks ‘dezen geweidigen tegenslag had de

zuivelwereld den ‘goeden moed niet verloren. Op grond
van de wel zeer ongelukkige uitvoerregelingen ging

men aan het wer.k. Doch na korten tijd werden de

buitenlandsche wisselkoersen zeer ongunstig voor
onzen export en stond ‘het geheele bedrijf stil: Zoo

eindigde het jaar 1919, dat zoo ‘hoopvol -begonnen was,

in een crisis, zooad’s de ‘zuivelindustrie die in geen
jaren gekend had. Men zat met groote, kostbare voor-
raden die niet te verkoopen waren. De banken gingen credlieten opzeggen en vele ondernemingen, waaron-

der zeer groote, begonnen te man-kelen.

Over dit drama valt zeer veel te zegen; de belang-

stellenden verwijs, ik naar de zuivel-vakpers, waarin
vele waardevolle gegevens over het zuivel-avontuur

van ‘de Regeeri-ng in 1919 te vinden, zijn.

Het jaar 1920 bracht eerst nog eene daling bene-

den de slotstemming van 1919. Een catastrofe dreig-
de, waarvan de omvang niet was te overzien. Geluk-

kig is het zoover niet gekomen; in Mei •en in Juni
kwam er een aanzienlijke verbetering in den toe-
stanid. De wisselkoersen werden weer gunstiger, er
kwamen weer meer buitenlandsche koopers op de Ne-

de’rlan-dsche markt en zoddoen’d.e ontstond er een aan-
zienlijke verruiming in de nog van 1919 overgebleven
voorraden. Hiermede is het gevaar, dat in de afge-

loopen winter voor de Nederlandsche zuivelindustrie
dreigde, voorloopig afgewendi

Toch bleef tot heden ‘de zativeluitvoer ernstig be-perkt in hare bewegingsvrijheid. Slechts kleine hoe-
veelheden van het prod.uct wordn op zeer onregel-

matige wijze voor uitvoer vrijgegeven .en met allerlei
middelen wordt getracht invloed uit te oefenen op
de binnenlandsche prijzen. Verder worden van de uit

te voeren hoeveelheden aanzienlijke uitvoerrechten
geheven (van boter en kaas ‘buy.
f
0,25 per K.G.),
terwijl ‘verschjillende fabrieken gedwongen worden om
tegen’vastestelden prijs melk te leveren voor de con-
sumptie. De Minister van Landbouw heeft een zui-
velikantoor ingesteld, van wel’ks beslissingen en zeer

ingrijpende maatregelen de zuivelindustrie in ‘hooge
mate afhankelijk is en wel’ks voorschriften zij dan
ook in angstige afwachting ‘dagelijks volgt. In plaats
van de zoozeer gewenschte oeconomische vrijheid is het gehoele zuivelbedrijf en dus ook de meikveehou-
derij geklonken in ecn vrijwel systeemloos stel ‘ban-

den, waarvan de onberekenbare druk die heden daar,
morgen ergens anders werkt, een toestand van on-
zekerheid schept, die het ‘herstel van industrie en
handel ten zeerste tegenwerkt.

Deze ongun’stige invloeden remmen in hooge mate

den terugkeer van de .zuiveli’ndustrie tot haar vroe-
geren bloei. De productie, die zich in 1919 ee’nigszius
herstelde ‘in vergelijking ‘met 1918 is in 1920 vermoe-

delijk niet grooter dan in 1919, terwijl de omstan-
digheden overigens igLinstig zijn voor terugkeer van
de normale productieverhoudingen. –
De afzet der producten gaat de twee laatste maan-
den goed, doch :is zeer onregelmatig. Steeds treden
weer andere koopers op. Dan weer is België het
een-igs-te land dat onze boter ‘koopt en daardoor de
markt vrijwel geheel beheerscht. Dan komt plotseling

8
September 1920

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

779

Amerika
0
1
)
de Nederlandsche markt. Door het stij-

gen van den markenkoers komt Duitschiand zich
daarbij voegen. Een oogenblik later stokt de verkoop

weer.
Zoo gaat het met onze zujiveiproducten van den

eenen dag op den anderen. Van vaste afzetgebieden
is geen sprake meer; de toestand is• hoogst onzeker.
En niemand weet of de h.uidige vrij gunstige positie
morgen niet plotseling a1 omslaan en of wij dan niet

met onze producten zullen zitten, zooals dit in den

afgeloopen winter het geval was.

Resumeer ik ‘kort de zui’velgeschiedenis van de laat-

ste zeven zuiveij aren, dan kom ik tot het volgende

overzicht:
Augustus 1914. Intensief bedrijf, gunstige en

veelzijdige afzetverhoudingen in binnen- en buiten-

land.
Augustus 1914 tot 3uli 1916. Zeer intensief

bedrijf; gunstige afzet in het buitenland in ééne
richting; daardoor wel tijdelijk voordeeli.ge
, doch

geen gezonde grondslagen voor het bedrijf.
Juli 1916 tot Mei 1918. Het bedrijf wordt

steeds ex.ten.siever. De buitenian’dsche afzet wordt

steeds geniuger, ‘doordat een steeds’ kleiner deel van
het product voor export wordt vrijgegeven. Deze af-

,zet richt zich onder •dwingenden invloed van export-
contracten weer naar vershiliende landen.
Mei 1918 lot Mei 1919. De uiterste extensi-
teit is voor het ‘bedrijf bereikt. Export van de pro-
ducten heeft n’iet meer plaats.
Mei 1919 tot heden. Het bedrijf wordt weer
intensiever. Door de maatregelen welke de Regeeriug

neemt gaat het herstel van de productie echter veel
minder snel dan de overige omstandigheden toelaten.
De afzet naar ‘het buitenland wisselt van zeer on.gun-
stig tot gunstig. De Reg’eering belemmert het ve!-
keer met het buitenland echter in ernstlige mate,
waardoor de ongunstige tijden scherp worden geaccen-
tueerd en van de gunstige periodes niet het juisto
gebruik kan worden gemaakt.

G. J.
BLINK.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

Moeilijkheden op arbeidsgebied; mijn-

werkers, typografen; petrole’umprsjze9i
en peiroleunspolitiek; bankanialgam.u-
lie; goud uit Rusland; liquidatie van
Di’itsche vorderingen en schulden;
Egypte en Indië, de liquide schulden
der Regeering; onderzoekingen op . het

gebied van den arbeid.

Onze Londensche correspondent schrijft os d.d.
3 Septem:her:

The L a h o ii i S i t u a t i o n shows no sign of
c]earing, and has, in fact, become definitely worse
since my last letter to you. It was at ‘one time hoped
that when ‘the miners carne ‘to ballet, there would be
a majority against the strike. This hope has been so
far reahised that the number of votes east against the
striko was considerable, and that there was a very
considerablo nuinher of abstent,ions, a goodiy propor-
tion of w’hich no doubt represent ôpponents who did
not desire to incur the ili-favour of t’Iieir mates by en
open ideclaration of ‘their views. Nevertheless, the
leaders have clbtained the necessary two-thirds
majority, and the Delegate meeting .yesterd’ay agreed to the issoe of stiike notices. The Triii.le All’iance has
so far confi.h’ed itself
toi
apptovin’g the objects of the

si;rike, as was to ho supposed would be thê case, and
there is stifl so’me hope that the Trade Union Con-
gress, w’hen it meets next week, will exercise a
restraining influence. There is no doubt that the strike
is not universally popular; the., relative isola’ti’on of
the mining oommunities has helped to make the miner
somewha’t of an outsider even with the rest of the
Labour Movement, which’ has coined ‘a phrase about
the ,,God-damn mier” whieh rather expresses the

feeling that h’e may be a somewhat uncomfortable

bedfellow. All this is not saying much, however, and
the real point is whether the other unions, some of
whom ‘have their own trou’bles to face, will care to

undertake the fina’ncin’g of the immers should the
strike be a prolonged on’e. This is not yet dear.

Meanwhile, some sections of the Press are pursuing a
p:olicy of class ‘hostility which will certainly defeat its

own ends. Nothing is clearer than that any attempt

to use this iopportunity to legislate against ,,direct
action” will swing the Unions clean round to a pas-
si’onate defence of the miners. The truth of this fairly

ohvious point was seen last year in the oase of the

Railway, strike. At that time the Rusholme bye-

election was taking place in whic’h a Labour candidate

was opposed to candidates of the two other partjes.
In spite ‘of the resentment w’bich the working man
was supposed ‘to ‘be entertaining against the Rail-
wayteen, the 5oll showed that a very considerable
number of workers must have voted for the La’bour
candidate, who came out second, in spite of his beiug
of ‘bourgeois origin, which always ‘tells against la’hour

men in this country.
It must be admitted that in the last day or two the

tone o’f hoth combatants bas cooled dow.n sornewhat.
The owners are keeping very.quiet, and are allowing
the Government to fight the battle for them to a large

extent. Nothing can he more unfortunate, for it forces
the Departments concerned to play ‘a double rôle. On
this, if en no other ground, decontrol s’houid be
welcomed, it will allow the Government to play the

rôle of mediator very’ much more esily.
It is of course the political reaction of’ the situa-
tion that allows the widest scope for spculati’on. Will
the Premier seize this opportunity to declare for a
general election i’n which he can appeal for ,,Law and
Order” against the Direct Aetionists? Oertainly he
would find J,i’imself in a most favourable strategie position. But apart from this, the strike, if it comes
off, will certainly run the Russian policy of the
Labour ‘Movement. It is alre’ady more than doubtful
whether the Polish victories ‘have not brought this
policy of recognition ‘to an end; if the stri’ke enables
the opponents to play on the fear that it is being
inspired :hy the Soviets, it will certainly ‘make the
situation of these who hope for trade relations with
Russia impossible. The unions will be able to do
nothing, since their fonds will in any oase be
exhausted, ‘ and the odium of the strike ‘will, attach itself to other aspects of the labour policy.
In all this confusion ‘the Labour Press is playing a
frankly stupid part. The ,,Daily ‘Herâid” deserv’es the
credit of having roused the trade unionists to n sense
of the danger of renewed war, it is now trying’ to
support the miners’ policy of a strike. Nothing can
be clearer ‘than that war at home will net bad to
peace abroad, and this continual shifting ‘of the point
of ‘main interest
will
do infinite ‘mischief.
The coal strike is throwing the ether induistrial
troubbes somewhat in ‘the sh’ade, bu’t they are real
enough, nevertheless. The dispute with ‘the obeotrical
w’orkers has not been settled, and the ‘threatened bek-
out is almost a certainty. The unauthorisef s ‘t r i k e
of ‘the member’s of the Typograp”hical

A s s o c i a t
i
0
n ernployod on the Northerii newspa-
pers has lcd to important towus heing deprived of
‘their press, with the excep’tion of such siibstitutes
as can be empioyecl withou’t the use of the priuting
press. The resuit is’that the ernpboyers are ‘theatening a ‘bek-out in ‘their tuin. Meanwhile thbrc are rurnours that the Ptiblishing ‘firms intend ‘to ‘get ‘their printiiig done in Holland:
1f co’al is still King; at any rate ‘oil is proving a
very exciting consort. The strike has naturally exeited
‘those who dream of oil as the motive force of the
future, and the risc in the price of petrol
this week has aroused much indignation and alarm.
It is sta’ted that the risc is sufficient to outweigh.

780

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 September 1920

the advan’tages

the owners of
r
oad vehicles acquired

in consequence of the rise in railway rates, -and is
lea-ding to -an outcry against the oil trust and Govern-

ment action. The Government seems not to -have
-known anything about the rise, and would seem,
judging frohi this morning’s ,,Times”, to have no
powers for dealing with the. situation. This sudden

crisis lands further in-terest to the announcemeuts of
the transfer to an Entente consortium of the interests
of the Deutsche Bank in the Steaua Romana Oom-

pany, which -is of course, the iogicaf developmeut of
the Anglo-French agreement on the future oil policy

of the two companies. The English syndicate is headed
• by Messrs. Stern Bros and ‘the Anglo-P-ersian 011

• Oompany, -in which -the Government is intereste-d.

T-he -holding company which is to ta-keover the British

porti-on of the purchase is to have a capital, according
to the ,,T-imes”, •of £ 2.025.000, ‘all ‘but a small propor-

tion of which is to be in £ 1 shares. This news mdi-
cates another step ‘in the. eli-mination of -the Ger-man

influence in’ the Near East, and the economic penetra-

– tion of Western capital in these areas which has heen
so marked a feature -in the last few month-s. On these

grounds, if on -no others, the ‘announcement -seems to

•be welcomed generally by the Press, but, of course, the
participation of the Government through the Anglo-

Persian Oompany is an additi-onal reason for cougra-

tulation. How it will affect Anglo-American relations
remains to be seen, it is notorious that the oil policy
of the Government is there rather a sore point.

In t h e B -a n k i n -g w o r 1 d, also, we have j ust been provided -with a very exciting piece of news in
the proposed a m a 1 ga ma t i o n of the well-known

private firm of Messr-s. C. J. Hambr-o and the British
Bank of Northern Oo-mmerce. Messrs. Hambro are a
very old established and fam-ou-s hrouse, w.ith many
connections with Scandinavian interests, and the

importance of ‘the name being retained is shown -by

the bitle which it is proposd the new Bank is -to have, v•iz., Hambro’s Bank of Northern Oommerce, its total
capital being £ 4.000.000, of which one fourbh is to
be the issued capital. The chairmansh.ip of the new

-instituti-on is to the senior partner in Hambros, Si.r
Everard Hambro. –

The ‘City has been much intrigu-ed ‘by the -myste-
rious -ann-ouncement in last week’s Gazette that g o 1 d
to the total of £715.530- was imported f r o m
R u s si a. Since the agreement that gold shoul-d be
allowed to obtain the world price by re-export to New
York or the East only applies to Afrjcan gold, the
object ‘in sending this gold here is not -at all dear. 1f

it is Soviet gold, it would öf. course raise the h-opes
of those wh.o look forward to the resnmption of trade
relations. 1f on the other hand, the thdory tha-t so

long as the Sovjet auth-orities are not recognisd the
British Government would have to
safeguard
-the
ri-ghts of Russian creditors is correct, it seem-s har.dly
– likely that the Sovjet authorities would -be so foolish
as

to send gold here. 1f the gold -represelits part of the treasure which Admiral Koltchak accumulated,
the -title to it j
s
hardly more defini’te -and since
Baron Wran-gel has not been recognised either, it is
difficult to suppose that his Government is the owuer
of the metal, for it is p-robable that he would send it to
Paris. It may of cour-se be par-t of the indem-nity to
– the B-altic States, w-hich, if 1 recollect correctly, -was
tobe paid in gold. –
The ,,Times” -index-num’ber shows s-ome decline this
,mo.nth as compared to July:

July.

August.


Food ………………..316.5

304.7
Materials …………….295.2

293.1
Total ………………..305.8

298.9

The rise in -railway rates is already reactjng on
prices, however, this week the price of coal has risen
in consequence of the increased freigh-t charges, and
other commodities are -bound to f-ollow.suit.
The commencement of the p a y -m e n t o f

claims against Ger-man debtor-s has
raised hopes that – th-is will relieve -the financial

-situation somewhat. The total claim against Ger-mauy

is sta-ted to -be £ 974 millions; against which there is
German prop

erty here to the value of £ 98/
4
millions,
in addition to which debts to Germans amo’unt to
11% millions. This gives this country about £ 13 mil
lions surplus, ‘but -in so far -as German p-roperty kas

come into the hands of the Public Trustee it has
pres-u-ma’bly been -invested so that retra-nsference to

creditors will not have any marked ultimate effec-ts.

T-he appearance of 10 pOt. Ddben-tures -in •a recent
– issue shows h-o* tight the capital supply is gettiiig,

th-oiigh the issue in question is not quite a fair test.

In any case, it is difficult to see ‘how anyone can be

saving -much in these days. Certai-nly the middie

classes are hanging on by -the skin of their teeth, and
the workers are pro

bably not tak-ing bheir place.
Nevertheless, it is interesting to see the figures of
– the now universally known ,,War Saving Oe’rtifi-

cate”. From the beginning of the fi-na-ncial year,
April 1, down to the 28 Au-gust, the receipts from
this s-ource amou-nted to £ 16.850.000, -but against this
must be set the fact that withdrawals amountecl to

£ 14.000.000, so that. -the net sale for ,,iuvestment” in the përiod is only about £ 2% millions.

Some discussion h-a-s been tak-ing place as to the

effect of the new political conditions -in E g y p t
• a n d 1 n d i a on the prospects of capital •in these

areas. One would -be inclined to think – that the
tendency in this respect would -be to make the inv-estor

– d.istinctly nervous, and to check the tendency to
tr-ansfer the head offices of companies in order to
a-
v
loid double taxation. Ouriously en-ough, -one also

hears the – opposite point of view, the new political
con-ditions will lead to political corruption and to
expenses -on these grounds, hut the en-ding of natio

nalist a-gitations, it is – held will much more than
counterbalance this. -Meanwhile it is interesting to

sea -that Indian sterling mans -are -bringing in, at
present prices, well -over 64 per cent.

The F-l.-oa ting D eb t p-ositi-on this week is
a-s follows;
Increase or decrease

August28

• on August
21
Ways and Means Advances:
From Bankof England £

23.750.000 £4.250.000 decrease
From
Public
Departm..
,,
158.741.000 –

800.000 decrease
Treasury
Buis
out-
standing ………. , 1.066.736.000

5.980.000 inerease
Net Totals ………. ..• 1.249.227.000

930.000 increase

The Bank Return has altered as follows:
Public
Deposits ……….
£
1.069.328 -inerease.
Other Deposits
.
………… ,, 12.748.357

do.
Government Seots ……..,, 15.952.996

do.
Other Scurit-ies ……….,,

416.123 decrease.
Reserve ………………..1.585.997 –

do.
Circulation ……………….1.638.970 incr-ease.
Coin and
Bulilion
…………52.973

do.
Reserve Rat-io, 114 pCt., being a fa-li of 23% pOt. as
compared with last week.

It will thus ho seeh that the Government has -been
forced -to -borrow heavily from the Bank. T-he Ourrency notesituation shows almost no change,

the notes outstanding a-t £ 351.104.552, -being only
£ 15.133 more than last week. £ 841.171 has been the
amount by w-hioh the ca-lied-in -but uncancelled notes
have been reducd below last week’s total. The ratio
remains unchanged -at 13.41 per een-t.

1f -the industrial ‘sitation: doos not present many
– comforting features at the -moment, it -is -at
any
rate
– satisfactory that -the s c i e n t i f i c t r e a t m -e n t
of the pr-o

blems of efficiency bdi-ng –
stea-dily purs-ued. This morning the Press announces
that the Home Off-ice, the department resposible
for the

a-dministration of th6 Factory Acts, has
issued an Order which will -make for the -increase of
well-beiug, and therefore for

the efficiency, of -the
factory operative. The Order, issued under the

8 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

781

amending factoiy act
of 1916,
will make it compulsory

to pr.ovide protective clothing for werkers in
wet
or

dusty processes, or in processes where there is

exposure to uoxious or offensive substances. Further,

suitable messroom er canteen accommodation must

be providdd, which must bo properly equipped and warmed; there must be provided adequate washing

facilities and proper seating accommodation f er all
workers whose work is done standin’g,
so
that they

c’an take advan.tage of any rest pauses. The provision

of ambulance equipment
is
also provi’ded for. The

order refers to all textile factories and workshops,

print works and bleaching and .dyeing esta’blishiments,
and to rope works in wh.ioh ‘spinning is carried en.
At the same time, the study of fatigue is being

carried •on by a special body, under the
M
e di c a 1

R
e s.e a r
c
h B
0
a r d and ‘the Department of Indus-

trial Research, the In.dustrial Fatigue Research
Board. The first annual r e p ‘
0
r t of this body has
recently been published, and it shows very .clearly

the fascinating nature of the ind’ustrial problems
which are being tackied. It
is
pleasant to record the
willingness of the operatives to assist these inquiries,
though in certain case misunderstaudings seem to

have arisen. In this connection 1 would, like
to
draw

‘the attention of your readers to a letter which
appeared in the ,,Times” one day, this week from

Prof.
Oollis
of Oardiff, in which the general coinci-

dence of the death rate in the mining industry and
the resuits of the recent ballot are commented upon.
It appears that the voting for a strike ‘in general
coincides closely with the morta.lity rate, and the
Professor suggests that the subconscious influence of

fear may have something . to do with ‘the matter.
Whether this suggestion is capable ôf verification or
not, it shows how scientîfic investigati’on may be
made to pay from even the most mater.ial point of
view.

DE ECONOMISCHE TOESTAND IN INDIE
IN HET AFGELO OPEN JAAR.

Uit ‘het verslag van den President van de Javasche
Bank over het boekjaar
1919/1920
zij het volgende
overgenomen:
De handel van Nederlandsch-Indië toch ‘heeft zich enorm
uitgebreid. Bij de voortdurende stijging van prijzen van producten bestond er goede vraag en de gelegenheid tot
afscheep werd ook gaandeweg beter. Wel was de ruimte
door schepen onder Nederlandsche ‘vlag aangeboden nog
onvoldoende voor de ‘vraag naar scheepsrui.mte in Neder-
lan’dseh-Indië en stond daarom de Bataviasche Vruchten
Conferentie aan afschepers toe, om ook met schepen staande
buiten ‘de B. V. 0. af te schepén, zonder dat daarvan het
gevolg zou zijn ‘een verlies van ‘de rechten .op rabatten, maar
de vrachten van gecharterde buitenlandsche schepen waren zeer hoog in verhouding tot ‘de vrachten die aan de Neder-
laixdsche schepen moesten worden betaald. Het feit echter,
dat men die hoogere vrachten wilde ‘betalen, geeft wel
eeni.gszins aan, hoe groot de vraag over de geheele wereld naar Nederlandsch-Indische producten was. Daarbij bleven
de landen als Scandinavië en Amerika, diie vroeger gewoon
waren te Amsterdam, Hamburg en Londen ter markt te
gaan hunne inkoopen direct bewerkstellingen en ‘het gevolg
daarvan was natuurlijk een verlevendiging van ‘het verkeer
speciaal van Neder.landsch-Indië met Amerika. Aanmerke-
lijk meer dan vroeger werden door Amerika in Indië
credieten geopend voor gekochte goederen en werden de
daarop getrokken wissels in de openmarkt hier aangeboden. Een vergelijking van productenprijzen gedurende het jaar
1919 van enkele producten geeft het ‘volgende:

Januari 1919.

December 1919.

– Suiker ……………
f

14,-

f

4),50
Koffie: Java ……..,, 65,-

,, 90,-

Robusta ……,, 35.-

,, 64,-
Coprah …………….17.50

,,

34,50
Zwarte peper …….. ..45,-

,, 44
1

Rubber …………… ..
l,02It

,,

1,47
Tapioca …………..,,

11,50

,,

13,-
Tin ………………., 159,-

,, 196,-

De uitvoercijfers over 1919, die ‘hieronder volgen, kunnen
in vergelijking met die van 1918 niet als maatstaf dienen

voor de productie van het jaar 1919. Immers het’gestremde
scheepvaartverkeer in vorige jaren heeft groote hoeveel-,
heden produiten in Nederlandsch-Indië opgehoopt en zoodra
de gelegenheid tot verscheping weder ruimer werd, trachtte
men zooiveel als mogelijk was weg te zenden. Ook ten
opzichte ‘van het artikel suiker bestond in zekere mate deze
toestand. De afscheep was, grooter dan in ‘normale jaren,
omdat in vorige jaren de geheele oogst niet was verscheept
en het gevolg was dan ook, dat op ultimo December betrek-
kelijk nog een geringe voorraad uit den oogst van 1919
op Java aanwezig was. Neemt men ‘den voorraad, suiker’
op Java op 1 October 1919 aanWezig aan op 11 millioen,
picols, ‘dan krijgt men, na aftrek van het verscheepte
kwantum gedurende de maanden OctoberfDecember
ad 7.200.000 picols en de hinnenlandsche consumptie ge-
schat op 800.000 picols, een restant op ultimo December
1919 van 3 millioen picols. Bij eene berekening ‘dus van ge-
lijken afscheep als vorige maanden zou een tekort aan
suiker zijn ontstaan op Java en het was deze gedachtengang
die er de Regeering toe leidde om de hand te leggen op het
restant superieure suiker onverkocht uit den oogst 1919, be-
dragetide 300.000 picols, die’ tot een prijs van
f
34 werden
gekocht en bestemd zijn om van ‘Regeer’ingswege te ‘worden
gedistribueerd. Daardoor was althans voorkomen,’ dat een
tekort aan suiker voor consumptie op ‘Java zou ontstaan.
Weliswaar zou ‘door een uitvoerverbod van oogst 1919 met
inaoh.tneming van reeds met het ‘buitenland gesloten con-
tracten hetzelfde doel ‘bereikt zijn en zouden waarschijnlijk
•de prijzen van oogst 1919, diie op Java tot bijna
f
50
opliepen als gevolg van •dien maatregel zijn gedaald, maar de Regeering ‘vond een dergelijke gestie minder raadzaam.
De vrees bovendien, dat de groote vraag voor het buitenland
naar het artikel suiker ook voor den oogst 1920 de prijzen
dusdanig zoude opvoeren, ‘dat het voor de bevolking moeilijk
zou worden om het product van eigen bodem tot behoor-
lijken prijs voor de consumptie te knopen, ideed voorts de
Regeering besluiten Om eene hoeveelheid van. 1.500.000
picols superieure suiker uit ‘den oogst van 1920 voor even-
tueele distributie voor consumptie te koopen tot een prijs
van
f
34 per picol.
Aangezien de behandeling der suiker, zoowel upslag en
aflevering als de financiering, die op ongeveer
f
50 mil-
l.ioen neerkwam, boven de krachten der Regeeringsorganen
gingen, omdat men daarop niet was ingericht, ‘werd een en
ander opgedrgen’ aan de suikerexporteurs Maclaine Watson
& Co., die uiteraard voor dergelijke transacties beter zijn
gesitueerd. De Regeering had zoodoende slechte 125.000
picols, die men ‘schat maandelijks noodig te hebben, voor de
consumptie te financieren.
De verhoogde uitvoercijfers in 1919 in vergelijking met de
voorgaande jaren geven echter wel een beeld van de enorme
bedrijvigheid, die er in 1919 in den handel in Nederlandsch-Indië heeft geheerscht.

Uitvoer van uit Java en Madoera gedurende de jaren:

1919

Akarwangi
30.174 K.G.
2.365 K.G. 66.020 K.G.
Arachides. gepeld,..
6.222.000

,,
5.010.000

,,
8.811.000
o,igepeld.
3.657.000

,,
2.169.000

,,,
6.091.000
103.000 liter,
21.0001iter.
1.738.000 liter. 1.555.000 K.G.
806.000KG.
2.408,000 K.G,
18.957.000

,,
17.303.000

,,
35.263.000
.

175.577

,,
494,184

.,
994.203
24.931.000

;,
3,493,000

,,
103.848.000
Cubaben (startpeper)
93.751.000

,,
85.558.000

,,
214.431.000
1.638.000

,,
1.057.000

,,
2.765.000
625.290

,,
48.617

,
683.606
2.830.000

St.
I576.000 St.
4.110.000 St.

Arak

……………….
Cacao
………………

Hoeden, pandan
……
3.353.000

,,
2.655.000

.,
5.751.000

Caoutchouc
…………
Coca

……………….

Huiden, buffel
……..
3.141.070 K.G. 1.127.000K.G.
5.751.000 K.G.

Coprah

…………….

1.885.000

,,
1.610,000
4.560.000

Damar

……………..
Gamhir
……………..

I’Iuiden, geite- en
2.556.000

St.
1.026,000 St. 3.078.000 St.

Huiden, koe
………….

2.696.000 K.G.
2,440.000 K.G. 5.402,000 K.G.
129.900

,,
251.104

.,
642.028

hoeden, bamboe
………

Kinabast

……………
Kinine

………………
Kofile, gepelde Java..
1.702.000

,,
645.000

,,
12,677.000
Liberia

…………..
547.000 K.G.
281.000
2.150.000 K.G.
9.890.000

,,
3.402.000

,, 78.523.000

bokkevellen
………..

1.194.000

,,
1.107,000

,, 8.232.000
490.000

,,
147.000

,,
468.000

Robusta
…………

Olie, atherische:


515.763

,,
228.124

,,
528.534

andere

…………
Lombok

……………..

Olie, vette: katjang
.
1.404.218 liter.
2.489.895 liter.
6.715.609 liter.
cjtronella
…………..

27.727.000

,,
27,7 7.000

,,
76.891.000
klapper

………..
2.371.000 K.G.
1.741.000 K.G.
3.654.000 K.G.
Peper, witte
…………
zwarte
………
9.868000

,,
10.135.000

,.
20.355.000
Pinangnoten

………
4,493.000

,,
4.989.000

,,
6.724.00.)
173.0
00

,,
.192.000
1.087.000
5.0 93.000 liter. 4.916.000 liter.
15.462.000 liter.
Tabak: blad ……….
K.G.
1.053.000KG.
32.392.000 K.G,.
krossok
5.039.000

,.
2.204.000
66.069.000

Rotting………………
Siritus ……………

gekorven
.

.1.998.000

354.000

,,
202.000
339.000

Veevoeder:
boengkilvan klapper
1.557.000

,,
10,000

,,

.
14.050.000
oliekoeken

………
1,667.000

,,
20.000

,,
31.517.000

782

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8
September
1920

1917.

_..,
1918.
1919.

Vezels:
gemoetoe(,,rènvezels)
48.586 K.G.
33.273 K.G.
45.504 K.G.
11.702.000

,,
8.843.000

,,
17082.000
katoen, gezuiverde
322.000

,,
670.000

,,
227.000
katoen, ruwe
657.000

,,
1.470.000

,,
379.000
13.792.000

,,
14.051.000

,,
15.119.000

kapok ……………

Zaden. oliehoudende..

sisalhennep ……….

djarkpitten ……..
.782.000

560.000 ,,

1.218.000
kapokpitten ……..

..
.1.3i8.000 ,,

7000 ,,

9.035.000
sesamzaad ……….
.656.000 ,,

269.000 ,,

1.929.000

De groote bedrijvigheid blijkt, voorts uit de statistiek der
vier voornaamste havens inzake het bezoek van stoomschepen.
In
1919
werden bezocht:
Aantal: Metende in
M
5
.

Batavia ………………
1.772

8.401.909
Samarang …………….
1.078

6.597.411
Soerabaja …………….
1.508

7.330.304
Makassar …………….
545

2.380.600
tegen in
1918:
Batavia ………………
L531

5.719.870
Samarang …………….
875

4.684.132
Soerabaja …………….
1,258

5.268.352
Makassar
.
……………
520

1.989.420
Het spreekt vanzelf, dat door deze opleving van zaken de
dpeculatie in Nederlan’dsch-Indië in bijna alle producten
zeer toenam en tengevolge van die speculatie moesten •bij
een plotselinge daling der prijzen meermalen ‘kunstmiddelen
worden aangewend om een sterke daling te voorkomen,
teneinde handelaren-speculanten voor een ondergang te be-
hoeden en daarmede eveneens de marktpositie te redden.
In suiker waren het eenmaal zelfs de geraamde plannen
om verdere daling van prijzen te voorkomen, die de markt
weder in een stijgende richting brachten.
In koffie werden meermalen tijdelijke trusten gevormd,
die de marktpositie ophielden. Groote sommen werden door
speculanten verdiend. Algemeen werden in hooge mate de gevolgen ondervonden
van.de
stijgende prijzen van producten. De Inlander ontving
voor zijn product meer dan vroeger, de Europeesche cultures
eveuzoo. Er werd en ‘wordt ook thans .nog veel geld in pro-
ducten van het land verdiend, maar ook de leveuskosten
stegen enorm, in hoofdzaak door de duurdere prijzen van de
eerste voedingmicldelen in vergelijking met vroeger. Artike-
len van dagelijkseh gebruik, als eieren, kippen, klappers,
enz. zijn in vele gevallen in vergelijking met voor den oorlog
met 100 pCt. en meer gestegen en er deed zich dan ook in
Nederlandsch-Indië, evenals over de geheele wereld, het
feit voor, •dat de ‘duurdere levensomstandigheden eene ver-
honging noodig maakten van de prijzen diie voor de werk-
krachten op elk gebied betaald moeten ‘worden. Handel,
industrie en cultures ‘waren alle wel genoodzaakt hoogere
betaling voor den arbeid te geven, of een dusdanige regeling
te maken, dat ‘het voedsel tot vroegere prijzen kon worden
verkregen. Daarbij kwam dikwijls zeer sterk uit, dat de
betaling zoowel van Europeanen als Inlanders in de lagere
s-angen, den toets der critiek eigenlijk niet kon doorstaan en
men heeft er zich over verwonderd, ‘dat de geringe betaling
nog zoo lang heeft kunnen bestaan.
Hoogere bonen echter brengen de welvaart ‘niet, omdat
het verdiende loon gewoonlijk weder even snel moet worden
uitgegeven.
De economische toestand van Nederla’nidsch-Indië blijft echter in algemeenen zin gezond. De verdiensten in Neder-
lan’dsdh-Indië waren over het algemeen zeer ruim en de
koopkracht ook van den Inlander ‘vrij groot, vooral in die
streken waar, in vergelijking met vroeger, dubbele en drje-
dubbele prijzen werden gemaakt voor de Lnla’ndsche produc- 1
ten, als copraih en andere voedingsmiddelen. Waar de Inlan-
‘der echter zijn eigen ‘voedsel niet verbou’w.t of geen product
van zijn landbouw had om te verkoopen, speciaal ‘wanneer
hij ‘buiten den eigenlijken ‘landbouw staat, ‘had ‘hij thetawaar
te verantwoorden, want de verhoogde verdiensten door
handenarbeid waren veelal zelfs niet voldoende, om op te
wegen tegen de zoo sterk verhoogde voedselprijzen.
– Ten aanzien van den importhandel kan voorts worden
opgemerkt, dat vele Duitsche goederen, die in Nederland
ter versoheping ‘klaar lagen, werden aangevoerd en ‘dat
sedert thet sluiten van den vrede, alle soorten van goederen.
uit Duitschiand worden aangeboden. De prijzen van import-‘
goederen bleven echter zeer hoog en zulks in overeenstem-
miin.g ‘met ide prijzen over de geheele wereld. Deze verhoogde
prijzen maken weliswaar voorloopig ‘den omzet in de goe-
deren minder omvangrijk, maar langzamerhand geraakt men ook aan ‘deze hooge prijzen gewoon; het gevolg is
echter, dat de levensstandaard algemeen hooger wordt.
Nederlanidsch-I.ndië werd in 1919 als ‘het ware over-
stroomd met ‘alle soorten van goederen uit Centrale ‘landen;

van enkele artikelen is ‘de markt overvoerd en het is
slechts te dan,ken aan de krachtige positie van de tweede
hand, om van de eerste hand niet te spreken, dat de prijzen
zoo hoog kunnen worden gehouden als thans het geval is. De import van Japan en Amerika heeft er tevens onder ‘te lijden, dat Engeland en Frankrijk evenals de Centrale lan-
den ook weder aan ‘de markt zijn. –
])e politieke toestand in Europa, speciaal de sociale toe-
standen, (leen echter vreezen, dat de export uit Europa,
die na het sluiten van den wapenstilstand zulke hetrekice-lijk hooge cijfers vertoonde, ‘weder een grooten terugslag
zal ondergaan. Eene ‘verlaging van prijzen zal dan voor-
loopi’g wel uitblijven.

Als gevolg van den politieken toestand in China werd in
Nederlandsoh-Iuidie van Ohineesche ‘zijde een iboycolibewe-
ging ‘op touw gezet tegen Japansche goederen. Ohineezen
verbonden zich onderling geen Japan’sche goederen te impor-
teeren of te verkoopen en brachten in sommige omstandig-heden de Japanscihe firma’s daardoor in moeilijkheden. De
aard van deze boycot in Nederlanidsch-Indië was heel anders
dan die in andere streken van het Oosten. Men deed hier
wel mee en enkele handelaren waren ook vurige aanhangers
van het boycot-systeem, maar waar in Nederlandsch-Indië
de Chineezen niet allOdu als tussohenpersoon tussehen koo-
per en importeur optreden, zag men spoedig in, dat de
boycot cip den duur weinig zou kunnen uitwerken. Immers
in verschillende streken waren ‘het toen de Arabieren, die
als tusschenhandelaren optraden tusschen de Japansche
importeurs oude inlan’ders, terwijl Ide Japanners er zich met ijver op ‘t,oelegclen direct de zaken met inlanders te’
doen. Op versdhillen.’de wijzen trachtten de Chineezen zel,f
daarop de bepalingen van de boycot te ontduiken eis wet-d
algemeen verklaard, dat de beweging er eens was waar de
handel geheel buiten moest staan.
De batikinelustrie had nog steeds te lijden onder de hooge
prijzen van grondstoffen, zoowel witgoed als kleurstoffen,
terwijl bovendien ‘door importeurs van Zwitsersche en
Amerikaan’sche kleurstoffen de condities werden gemaakt,
bij verkoop van witgoedi, dat ook een gedeelte van deze
kleurstoffen zou worden genomen. De ondervinding heeft
geleerd, dat deze ‘kleurstoffen min’der goed zijn en niet
kunnen coricurreeeren met de Duitsche. Zij wodeu thans
‘nog gedwongen aan ‘den man gebracht maar zoodi-a vol-
doende Duitsche kleurstoffen direct ‘zullen zijn geïmpor-
teerd, zal de batikker deze als voorheen prefereeren boven
de andere.
De behandeling van de voedingsmiddelen bleef geheel bij
‘het Gouvernement van Nederlandsch-Indië, dat alleen op-trad als kooper van buitenla’udsohe rijst. Eene ‘poging van
enkele handelaren om weder zaken te doen in buiten-
iandsehe rijst ‘mislukte, omdat de gestelde maxiimumprijzen
en het ‘verbod van i’nvoer den handel onmogelijk ‘maakten.
De rijsthan’del bleef dus geheel in handen van de Regee-
ring. In hoeverre Ideze maatregel gunstig werkt op de
prijzen, zoomede op de politieke stroomingen onder de be-
volking, wordt hier buiten beschouwing gelaten, alleen kan
worden geconstateerd, dat de rjsthandel in Nederlandsch-
Indië, vroeger een groote bron van inkomsten voor velen,
thans dod ‘ligt. ‘Het zal clan ook niet zoo ‘heel eenvoudig
zijn tot een herstel van vroegere toesta.nden’te kGmen.
In November wer’d een beroep op ‘de Javasche Bank ‘ge-
daan om goud’ disponii’bel te stellen voor gedeeltelijke beta-
ling ‘van door de Regeering te Saigon gekochte rijst, in ver-
band met bepalingen door ‘liet F.ransche Gouvernement plot-
seling gemaakt.
Bovendien werd ‘de hulp van ‘de Ja,vasche Bank inge-
roepen door ‘de A. V. R. 0. S. in Deli voor de financiering van rijst in Amerika, die men aldaar had gekocht.
Voedselvoorziening voor de koelies is een eerste ver-
eischte voor eenen goeden gang van zaken op alle cultuur-
ondernemingen en waar in den laatsten tijd gebleken is, dat
groote onzekerheid bestaat tea aanzien van den geregelden
aanvoer -van rijst uit het buitenland, is men noodgedwongen,
vooral op de Oostkust van Sumatra, overgegaan tot den
aanplant van ‘voedingsgewassen op ide ondernemingen; in het
bijzonder op de tabak’sondernemingen zijn deze proeven een
succes geweest. Men heeft padi geoogst ‘voldoende voor 3
tot 13 ‘maanden en de kostprijs van dat voedsel is, evenals
die van ide geplante dijagoeng en obie in verhouding tot de
prijzen van geïmporteerde rijst en djaigoeng laag. De toe-
komst zal echter moeten leeren, in hoeverre deze padiaan-
plant, waarop eerst tabak is geplant, daarna door de bevol-
king padi en vervolgens nog eens padi voor de onderne-.
mi,ng, al slaagt de laatste aanplant ook schitterend, bij
wederheplauting met tabak een minder goeden invloed zal
hebben o.p de resultaten van de tabakscultuur. Toch fzal men
met dien eigen aanplant ‘van voed’ingsgewassen moeten
voortgaan, evenals maatregelen zullen moeten worden geno-

8
September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

783

men, om voor gezamenlijke rkenin•g waar mogelijk, rijst-
hoeven op te richten. Vele gronden in het Atjehsehe, even-als in de zuidelijk gelegen streken van Sumatra’s Oostkust,
voldoen aan alle eischen, die voor het welslagen van een
padicultuur noodig zijn, terwijl daardoor ide gronden van de
bestaande ondernemingen gespadr.d kumen blijven. Waar
men echter thans nog niet zoo ver is, dat reeds gerekend
kan worden op eigen pad.ioogst, ligt het voor de hand, dat
plan.ters er nog dc voorkeur aan geven zelfs dure rijst uit
Mnerika te laten komen, dan in de onzekerheId te blijven
voortleven, of wel voldoende rijst door liet Gouverilement
kan worden verschaft. Men had voor de f.inanciering van de rijst uit Amerika, die in de millioenen liep, de hulp der
banken natuurlijk noodig. Aangezien echter geen der ban-
ken genegen was die financiéring op zich te nemen, moest
de circula,tiebank haren steun in deze wel verleenen. De
rijstaankoopen voor Delische rekening in Amerika verlich-
ten bovendien •4n niet geringe mate de taak der Regeering
inzake de rjstverschaffing. Het koopen ‘van rijst in het
Oosten, anders dan door tusschenkomst van de Regeering,
was bovendien aan ‘de planters verboden, omdat de Regee-
ring bepaalde regelingen voor den aankoop van rijst )iad
getroffen; de verzekering echter dat voldoende rijst zou
worden geleverd, kon van Regeeringswege niet ‘worden
gegeven.
De prijzen waarvoor rijst aan de ‘bevolking door de
Regeering kou worden verstrekt, waren ‘voor ‘verschillende
streken zeer uiteenloopend. Het stellen van uniforme prijzen
in geheel Nederlandsnh-Indië schijnt tot de onmogelijkheden
te ‘bdhooren. –
Het algemeen aspect van de voedselvoorziening van
Nederlandscli-Indië was op het einde van 1919 vrij gunstig.
De oogsten op Java vielen niet tegen en op de buitenbezit-
tingen stonden zij er eveneens goed voor. Alle zorg wordt
door het Departement van Landbouw aan het onderwerp
voedselvoorziening gegeven.
Aan de plannen, om een padicuitiiur in het groot in de
Residentie Palembang in het leven te roepen, werd een
begin van uitvoering gegeven. Naar de berichten luiden,
zijn de te verwachten resultaten bevredigend.
Aan de uitbreiding van nieuwe industrieën werd in Nader-
lau,clseh-Indië do .noodige aandacht geschonken. Uit hetgeen
‘liiervoreu reeds werd gezegd omtrent de emissie van kapi-
talen in Nederlandsch-Ind.ië, fmag ‘wel de conclusie worden
getrokken, dat men eneer vertrouwen in industrieele zaken
in Indië krijgt.

INDEX-CIJFERS

Algem.
Gem. pon-
Herleid
index-cijf.
denkoers
algemeen
van ,,the
over den
index-

Datum
Economist”
afg. mnd.
cijfer.

1

Januari

1914……..
11912
12,11/4
119.6

1

Januari

1915……..
127,3
11,78
124,1
151,6 11,02 138,3
1

Januari

1916… …..
1

Januari

1917.
…….
223,0
11,68
215,6

1

Januari

1918 ……..
263,2 11,06
240,9

1

April

,………
266,6
10,395
229,4

1 Juli
277,5
9,37
214,4

1

October

……….
283,5
9,86 228,1

1

Januari

1919……..
277,0
11,19
256,6

Einde Januari 1919..
265,9
11,83
249,4

April
262,4
11,535 250,1
Juli
293,2
11,70
284,0

October
308,1 11,06 282,1

Januari 1920
353,1
9,83
286,7

Februari

,…..
370,9
8,985
275,9
Maart

,…..
379,6
10,125 318,2

April
374,2 10,65
329,9
Mei
372,7
10,655
328
1
7
Juni

,…..
356,7
110,905
.322
Juli

,…..
358,0
11,107 329,2
Augustus

……
352,0
11,01 320
1
8

Na de geringe stijging over Juli is het index-
cijfer deze maand weer tot
7743
puuteia gedaald, een

vermindering van
133
punten. Het algemeen ndex-

cijfer bedraagt
352,
ht laagste percentage sinds het

einde van het vorige jaar.

De onderstaande cijfei geven weer de beweging
des’ groothandelsprij zen gedurende de afgeloope’n
twaalf maanden; het totaal ten tijde van het tot-
standkomen van den wapenstilstand is gelijk 100

gesteld.

November 1918 = 100.
1919

1920

Einde September 106
Einde Maart

134
October

109
,,

April

132
November

112
,,

Mei

132
December

118
,,

Juni

126
1920
,,

Juli

127
Januari

125
.

Augustus

124
Februari

131

Allé
groepen hebben,
zooais uit de gebriiikelijke


aan ,,the Economisit” ontieende
-‘- tabel blijkt, deel

gehad aan de daling in Auguetus:

Dat
Granen
en
0
eescn

Andere
00e.
dln

en ge-
nolm.

Wee!-
stoffen
Delf-
stoffen

Dlve,-
een:
ollgn.
hout.
rubbe,,
enz.

aa
T
t

1

Alge-
“”
Index-
cijfer

Basis (gemidd.
1901-5)
. .
500 300
500
400
500
2200
100,0

1 Januari 1914
563
355 642
491 572
2623
119,2

1April
560
3504
6264
493
567
2597
118,0

1 Juli

,,
5654
345
616 4714
551
2549 115,9
1 October
646
405
6114
4724
645
2780
126,4

1Januari1915
714
4144
509
476
6864
2800
127,3
1 April
840
427 597
644 797
3305
150,2
1 Juli
818
428
601
624
779
3250
147,7
1 October
8094
4704 667
6194
7694
3336 151,6
1 Januari1916
897
446
731
7114
8484
3634
165,1
1 April

,,
9494
503
7964
851
913
4013
182,4

1Juli

,,
989
520
794
895
1015
4213
191,5
1 October

,,
1018
5364
937

8584
1073
4423
201,0
1 Januari1917
1294
553 11244
8244
1112
4908
223,0
1 April
1346
6104
1226 8344 1283
5300
240,1
1 Juli

,,
14324 6524 1441 8414 12784
5646
256,6
1 October
12214
726
15094
8224
13544
5634
256,1
1 Januari 1918
12864
686
16844
8394
13484
5845
263,2
1 April
1244
7444
1760
850
13424
5941
270,C
1 Juli

,,
1274
7774
1808
8894
1379
6128 278,
1 October

,,
1271
780
1889
8784 13914
6210
282,6
1Januari 1919
1303
7824
18054
816
1337
6094.
277,C
Einde Jan. ,,
1287 7824
1.6184
828 1335 5851
265,1
Febr.,, .
12884 7824
15964
818
13104
5796
263,E
Mrt. ,,
1285
7824
1502
8444
1294
5708
259,4
April,,
13064
752
15124
912412904
5774
262,4
Mei

,
13104 7764
1643
931
1327
5988
272,2
Juni
1338
800
.17414
837 13714
8188
281,l
Juli

,,
13394
8054
18544
10334 1417
6450
293,2
Aug. .,,
1380
8224
18774
1040 1388
6503
295,
Sept. ,,
1399 8174
19794
1047
1344
6587
299,4

Oct.

,,
1412
838
2123
1064
1358 8795
308,
Nov.
,,
14274
866
22024
1093 1396 6985 317,f
Dec.

,,
.14414
8814
24424
1145
14534
7364
334,
Jan.1920
1461
8574
27024
12114
15354
7768
353,1
Febr.,,
1454
8864
29514
12534
16144
8160
370,1
Mrl. ,,
1508
914
29744
1246
17094
8352 379,
April,,
14984 908
29384
12324
16544
8232
374,
Mei
1484 9814
2819
12954 1619
8199
372,
Juni ,,
1511
9294 2562
1289 15554 7847
356,’
Juli
1499
.934
2594
1308
1541
7876
358,1
Aug. ,,
1438
1

927
2521 13024
15544
7743
352,1

Alle granen, uitgezonderd Engelsche tarwe, zijn
lager. Aardappelen vei-tooneii een seizoen-daling en
terwijl de prijzen van rund- en varkensvleesc.h iets
hooger zij
1
n, liep schapenvieesch een paar punten naar
beneden. In de tweede groep: ,,anclere voedings- en
genotmiddelen” waren de prijzen van thee en ko.ff ie
gedaald, maar ‘dit werd grooteudeels te niet gedaan door een prijsstijging van boter. Bij de textielgroep
is katoen sgeheel oorzaak van de vermindering, de
andere artikelen zijn allen i.ets ges-tegen. Amerikaan-
sche katoen, katoenen gareus en katoenen goederen
vertoonen een aanzienlijke daling, Egyptische katoen
liet minst. Zijde, hennep en jute daarentegen zijn hooger, vooral ijde is belangrijk in prij
.
.gestegen.
Bij .de groep ,,clelf stoffen” waren de bewegingen van
wreinig betoeken’is, doch in dalende richting. Olie, oliezaden en talk zijn iets in prijs gestegen, mubber
daarentegen gedaald.

AANTEEKENINGEN.

De dollarkoers en de duurte. – Op 4
‘dezer bevatten de ‘dagbladen het volgende ‘bericht,

784

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 September 1920

medegedeeld door de Staatscommissie in zake de

duurte:
Enkele maanden geleden vestigde de Staatscommissie in
zake •de duurte de aandacht van ‘den Minister. van Land-
bouw, Nijverheid en Handel op de ontwikkeling der wissel-
koersen en met name op die van den Amerikaansehe dollar
en den Argentijnsohen peso.
Het verloop, ‘dat ‘de wisselkoersen sedert ‘dien hebben ge-
nomen, in het bijzonder ide voortgaande stijging van den,
dollarkoers, heeft thans de StaatscommIssie aanleiding
gegeven zich wederom tot den Minister te wenden. De Staatscommissie wijst er op, hoe ‘het disagio van den
Nederlan’dschen gulden tegenover den ‘dollar thans ongeveer
25 ‘püt. bedraagt, en dat ‘tegenover den Argentijnschen peso
zelfs nog meer, een depreciatie van het ‘Nederlandsehe
ruilmiddel die, wanneer zij op deze wijze voortgaat, onver-mijdelijk op het prijsniveau hier te lande een uiterst fatalen
invloed moet uitoefenen. Voor broodgra•an en van ovzee
aangevoerd veevoeder beteekent een en ander een opslag op
den prijs met het volle .percentage van het ‘clisagio.’ Het ligt
voor .de hand, dat ‘dit op ide prijzen der binuenlandsehe
graansoorten en veevoederartikelen niet eonder invloed
blijft, met het gevolg, dat ook de prijzen van ‘melk en
enkele .andere, eerste levensbehoeften den terugslag zullen
ondervinden, zij ‘het in den vorm ‘van verdere prijsverhoo-
ging, zij het
in
dien van het niet tot stand komen eener
prijsverlaging, die anders wellicht te verwachten zou zijn
geweest. Wat steenkool betreft moet, daargelaten nog dat
deze koersstijging aan ide Engelsche regeeriag de gelegen-
heid zou kunnen openen tot verdere verhoogling van den
exportprijs, iedere aanvoer van Amerikaansche kool op het
niveau van den gestegen dollar krachtens de met Duitsch-land gesloten overeenkomst automatisch. zijn invloed uit-
oefenen op den prijs der Duitsehe steenkool. Voor verschil-
lende belangrijke grondstoffen uit Amerika en andere goud-
landen betrokken, geldt grooten.deels hetzelfde als voor het
broodgraan en veevoeder. Zelfs is het ‘de vraa’g, of onder de
tegenwoordige omstandigheden de positie van Amerika op
de wereldmarkt van een aantal belangrijke artikelen niet
een zoodanige is, dat, ook al is Amerika misschien niet
een der voorname uibvoerlan’den, toch het niveau van ‘den
dollar den wereldprijs dezer artikelen in hooge mate ‘beïn-
vloedt.
De Staatscommissie wijst er op, ‘hoe onder deze omstan-
digihedan ‘de positie van dan Nederlanidsohen gulden tegenover
‘den dollar direct en indirect voor het duurtevraagstuk van
ide allergrootste beteekenis is en uit een oogpunt van duur-
tebestrijding ide vragen, of niet hetzij in verband ‘met deze koersontwikkeling in het algemeen ‘maatregelen. te nemen zijn, hetzij wellicht voor enkele goederen de gevolgen vaii
het di.sagio geheel of gedeeltelijk kunnen worden onder-
vangen, op ‘den ivoorgiond komen. Het .feit, dat niet alleen
de Nederlandsche gulden, ,doh het meerendeel ider munt-
stelsels van Europa in ‘den laatsten tijd tegenover den
dollar in zooveel ongunstiger verhouding zijn gekomen,
maakt het vraagstuk te ernstiger en tevens moeilijker.
Waar cle Staatscommissie zich voor de ibeoordeeling van
deze speciale vraagstukken niet voldoende ideskundig ‘kan
achten, rekent zij zich verplicht om vooruitloopend op haar
eindverslag de aandacht op een en ander te vestigen en de
vraag voor te leggen, of ‘het niet wenscheljk ‘ware, deze
speciale vraagstukken te onderwerpen aan enkele, terzake
deskundigen, die in ‘korten termijn in het openbaar van hun
bevindingen zouden kunnen ‘doen blijken.

Ui tg av en van arbeid ersg ezinn en. v 6 6r,

tijdens en na den oorlog.
– Met het oog op

de toe’nemeP’de beteekenis, die aan de .dienaangaan.de
door het Bureau van Statistiek der gemeente Am-
sterdam gepubliceerde cijfers wordt gehecht, geven
wij hieronder de dezer dagen gepubliceerde cijfers

weer, welke loo’pen tot
Juni 1920, ons
daarbij beper-

kende tot ‘de totale: kosten ‘van levensonderhoud

(staat -1).
Gepubliceerd ‘worden twee cijfers. Het eerste geeft
weer ‘de kosten van de levenswijze, gelijk zij . thans in
de onderzochte gezinnen wordt gevolgd, uitgedrukt

in verhouding
tot
de kosten vaini eenzelfde levenswijze

in
1911;
het tweede daarentegen ‘het bed.rag, .dat thans
gemoeid zou zijn bij ‘een levenswijze, gelijk deze in

1910-1911
als gemiddelde werd vastgesteld.. Het on-

derzoek strekte zich uit over
32
gezinnen. Belastin-
gen ‘werden ‘buiten ‘rekeuing gelaten.


De bewuste cijfers zijti:

Een •arbeidersgezin, dat’ in 1911 met een bedrag van

f
100 zou ‘hebben ‘kunnen volstaan, zou ‘hebbenmoeten be-
steden in:
wanneer dc
bij de thans

levenswijze
gevolgde
van 1910-‘ 11
levenswijze:
nog werd
gevolgd:
Februari-Maart
1917

……
f
128,00
f
132,30
Augustus
1917

……
,, 137,60
,, 141,80
Februari-Maas’t
1918

……
145,70 ,, 165,00
Augustus-September
1918

……
165,90
,, 183,00
November-December
1918

……
,, 161,50
,177,00
Maart
1919

……
,, 166,40
,, 183,80
Juni

.
1919

…….
,, 180,40
,,194,80
September
1919

……
,, 183,20
,193,10
December
1919

……
,,200,10
,,204,80
Maart
1920

……
,, 213,80
11
213,70
Juni
1920

……..
214,60

,216,80

Het Bureau .teekent hierbij aan:

Van 6 Juni tot 3 Juli j.l. werid’hetdriemaaiadeljksoh onder-
zoek .naar de uitgaven van ar.bei.dersgezinnen te Amsterdam
wederom ingesteld. De berekening van de stijging der kosten
van het levensonderhoud uit ide aldus verkregen cijfers had
weder op dezelfde wijze plaats
en wel wederom, zonder
mederekening der belasting.
Aldus berekend bedroeg de stijging, indien men rekening
houdt met de levenswijze, zooals ‘die zich tegenwoordig
voordoet, in Juni
114.6
pOt. tegen 113,8 pCt. in Maart j.l.,
of een ver.hooging met 0.8 op 213.8 = 0.4. Neemt men daar-
entegen als grondslag ‘de ‘levenswijze, zooals ze in 1911, door
de ‘Sociaal-Democratische Studieclub kon worden vastgesteld,
dan bedroeg de stijging
116.8
pCt. tegen 113.7 ‘pCt. in
Maart’ j.l. of een v.erhoogin’g met 3.1 op 213.7 = 1.5 pCt.
Waar dus in Maart geconstateerd kon worden, dat beide
cijfers ‘bijna gelijk geworden waren en dat, ‘waar ze nog een gering verschil vertoonden, •het cijfer gebaseerd op de vroe-
gere levenswijze, lager dan het andere cijfer was geworden,
is ditmaal weer een niet onaanzienlijke afwijking waar te
nemen en •is het eerstgenoemde weer het hoogste, zooals het bij de vroegere onderzoekingen steeds was.
Grooter dan de ver.hooging der totaal-cijfers is die, van de stijgingspercentages der uitgaven voor de’ voeding: ‘de
cijfers voor ‘de voeding bedragen in Juni 122.6 pCt. en
124.9 pCt. tegen 116.1 püt. en 116.9 pct. in Maart (tabel 2). De meeste groepen, welke de voeding samenstellen, dragen
tot deze verhooging ‘bij.
Betrekkelijk groot is namelijk de stijging, welke de groep
brood, ibeschuit en koek heeft ondergaan. Verscheidene oor-
zaken ‘hebben daartoe meegewerkt: het verhoogen van de
broodprijzen als gevolg van het opheffen, ‘door de Regeerin.g,
op, 10 Mei 1.1., van ‘de maximumprjzen, het vrijkomen van
het ‘brood (19 Mei), dat tot een grooter broodveribruik heeft
aanleiding gegeven, ‘het ‘feit, dat in het tweede kwartaal
van het loopen’de jaar melkbroocl verkrijgbaar werd gesteld
en idat ook meer krentenbrood verbruikt ‘werd ‘dan tijdens
het vorig onderzoek. Ook kaas, eieren en vleesch vertoonen
een ‘niet geringe prijsstijging. De ‘hoogeré stijgingspercen-
tages van fruit en aardappelen (‘waarvan volgens tabel 4
een ruim gebruik werd gemaakt) ‘houden ‘begrijpeljkerwijze verband met ‘het jaargetijde.
Voor enkele artikelen daarentegen is een vermindering
van het stijgingspercentage waar te nemen, zooals ‘buy.
voor melk en suiker, waarbij voor suiker moet in aanmer-
king genomen worden, ‘dat deze vermindering ‘niet ‘het ge-
volg is van een prijsdaling, doch van ‘het feit, dat tijdens
het ‘ Juni-onderzoek in verhouding minder, sterk in prijs
gestegen, vrije suiker werd gekocht ‘dan vroeger.
Wat de uitgaven voor andere ‘doeleinden ‘dan voor voeding
betreft, valt voornamelijk op, dat veel minder ‘besteed werd
dan in Maart aan de instandhouding van ‘huisraad en dat in ‘t algemeen minder in prijs gestegen artikelen werden
aangeschaft. Kleeding, schoeisel, brandstof, poetsartikelen
en ook ‘de post verlichting geven een ‘hooger stjgingsper-
centage. Voor kleeding werd blijkens tabel 5 insgelijks een
kleiner bedrag uitgegeven dan tijdens de vorige periode.

De Zv,id-Afri1caansche goudproduc-
t i e. –
Als aanvulling van de beschouwingen, welke
in een artikel over, ,,Het vraagstuk van ‘de goudpro-
ductie” in ‘het No. van
19
Februari
1919
geiever

werden, moge een overzicht ‘dienen over het kort-
geleden uitgebrachte verslag van de ,,Low-Grade
Mines Cdmmission”, die
op 20
Juni
1919
door de
Unie van Zuid-Afrika weid ingesteld.
De Commissie moest onderzoek doen: ten eerste
naar de ‘positie van de goudmijnen van den Witwa-

8 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

tersrand, weike met een verlies werkten of met een
kleine en afuemende winst; ten tweede welke wer-

king ‘de sluiting van deze mijnen zou hebben en ten
,derde moest ht onderzoek zich uitstrekken over de

maatregelen, die de rege’er±ng zon kunnen treffen

om sluiting te voorkomen en om den toestand te ver-
lichten welke door sluiting zou kunnen ontstaan.

Ten slotte moest ‘het in’landsche arbeidersvraagstu.k
onder oogen gezien worden:

Door het ontstaan van een Vrije goudmarkt (24
Juli 1919), waardoor van het goud-agio geprofiteerd

kan worden, is wel eenige verhetering ingetreden.
Een ‘daling van dit agio zou onmiddellijk groote

moeilijkheden doen ontstaan. Uit het rapport van

de Commissie van 1918 blijkt, dat er in de drie maan-

den van Septemiber tot November 1917 veertien
mijnen waren, die met verlies werkten of met minder
dan 2 sh. winst per ton erts. Zij ye’rschaften werk

aan 5896 blanken en 48.827 inlander.s. Zij produ-

ceerden £ 576.403 goud per maand met een gemid-

delde winst van 9 .d. per ton, erts. De jaarlijksche
bonen en salarissen ‘beliepen £ 3.700.000. Van deze
mijnen werden er ‘sindsdien 3 gesloten. In Juli 1919

behoorden 21 mijnen onder genoemde categorie,

welke aan 10.503 ‘blanken en 81.734 in.la,nders werk

verschaften. De productie bedroeg £ 1.030.516 met

een gemiddeld verlies van 0.6 d. per ton erts. Het

jaarlijksche bedrag aan bonen en salarissen bedroeg
£ 6.500.000.

Wanneer de ‘goud’markt sindsdien niet vrij gewor-
den was, zou het aantal mijnen van genoemde cate-
gorie in dan tijd van September-November 1919 reeds

25 ‘bedragen hebben. Wat de toekomstige positie

echter verergerd, is, dat de mijnen in, hoofdzaak erts
met hooger gehalte gedol’ven hebben, zoodat het re-

sultaat van den ‘strijd om de cuisis te overleven, is
een achteruitgang van het gehalte van het erts.

De toestand wordt verergerd door het feit .dat er
slëchts 70 pCt, der inlan,dsche arbeiders zijn om de

mijnen op volle kracht te exploiteeren en, de verkor-
ting van ‘den aibeidstijd der ‘blanken heeft ook een

verkorting van ‘dien der inla’nders noodig gemaakt.
De productiekosten per ton ‘erts waren in de eerste

helft van 1915 17 s. 5d., en in de vier •lowartalen’van 1919 resp. 22 s. 9 d.; 22 s. 5 d.; 22s. 7 d. en 23 s. 9 d.,

terwijl verdere stijging verwacht wordt. De inwer-
king van do in sterke mate toegenomen belasting

onder de ,,Miners’ Phohisis Act of 1919″ is niet in
deze cijfers inbegrepen. Mochten er eenige mijnen

gesloten worden,, dan zal de geheele belasting op de

oveibijven’de drukken, hetgeen al een argument is
om de sluiting van mijnen zooveel mogelijk te ver-
hinderen.

Sinds 24 Juli1919 tot 31 Dec. 1919 werd ‘door de

Bank van Engeland en Rothschild voor een ‘bedrag

van £ 21.235.191 aan goud verkocht, het agio bedroeg
24.126 pCt. Veel van het Zuiid-Afrikaansçhe goud
werd aan, het Britsch-Indische Gouvernement ver-
kocht. De Commissie is van meening, dat de produ-

centen in de gelegenheid moeten zijn het goud op
de beste markt te verkoopen.

Wanneer het goud-agio vermindert, verwacht de

Commissie, niettegenstaande alle maatregelen; slui-
ting van vele mijnen als gevolg.
Er. zijn ongeveer 40.000 arbeiders noodig om het
tekort aan inlandsche arbeiders in te halen, ‘doch om
hygiënische redenen meent de Commissie dat men

voorboopig slechts 5000 arbeiders kan laten komen.
De Commissie stelt ook voor om iii ZuidAfrjka over
te gaan tot de oprichting van een munt en een rafi-
na’derj, waardoor vele kosten voor de producenten
en verbruikers zullen vervallen. Verder wordt de op-

heffing van een,ige geringe belastingen voorgesteld

en worden nog enkele voorstellen gedaan van onder-

geschikten aard, ‘die hier ongeno’emd kunnen blijven.

BOEKAANKONDIGING.

An’n.uaire Internaional de Statisti-
que. VI.
Salaires et durée de travail;
conventions collectives; chômage; pla-

cement; syndicats ouvriers •et patro-
naux; grèves et look-outs. La Hays. W.
P. van Stockun & Fils. VIII en 154 blz.

Met prjzenswaardige snelheid zet het Permanent
Bureau van het Internationaal Statistisch ‘Instituut
zijn arbeid voort. Van het eerste Annuaire, hetwelk
zich op internationaaldemographisch gebied ‘beweegt

en in vijf publicaties compleet zal izijp, zijn er
thans vier verschenen. Met de hier aangekondi’gde

eerste aflevering van het tweede Aanuaire wordt het

gebied van, den arbeid ‘betreden, weldra ‘te volgen doo’r
een tweede aflevering gewijd aan ‘verschillende ouder-
werpen: onderwijs, landbouw, posterijen, coöperaties

etc., terwijl een derde deel betreffende financiën’, pro-
ductie, oircula’tieibanken en wis’selkdersen in voorbe-

reiding is. Voorts is kort geleden, gelijk den lezer bo-
kend is
1),
een eerste nummer verschenen eener maan-
delij’ksche publicatie. Voorwaar een staat van, dienst,
clie vertoond mag worden!

Het thans verschenen nummer bewijst, ‘hoezeer
vooralsnog unifor’mi’teit in de internationale statis-
tiek ontbreekt, daargelaten nog de onvermijdelijke

lacunes, welke verschillende landen als gevolg van
den oorlog in hun statistieken hebben aan, te wijzen.
Belangrijk” zijn vooral de gegevens nopens loon en

arbeidsduur en nopens de ontwikkeling van het vak-
vereenigi’ngswezen. Ieder onderdeel wordt voorafge-
gaan door een uiteenzetting betreffende de
wijze
van verzamelen en publiceeren ‘der gegevens en de pro-

blemen, di’e zich daa,r’hij voor’deden. Belahgrjk •zijn in het ‘bijzonder ‘de mededeelingen aan het hoofd van
par. VI nopens werksrtakingen en uitslui’tingen, ter-

wijl aan het eind van par. 1, loon en arbeidsduur, een uitvoerig’ overzicht gegeven wordt van het in de ver-
schillende landen die’naangaa.nde gepubliceerde mate-
riaal.

1)
Zie aankondiging in No. 238, 21 Juli j.l., blz. 634r

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Jahrbücher für Nationalökonomie
und S’tat’ist.ilç. – Jena, Mei 1920.

F. Mombert,
Das Gebiet ‘der Bevöl’kerungslehre und
ihre Stellun’g im Rahmen der Sozialwissenschaften;
0.
Heyn,
Die erseimte Kurssteigerung und deren
Folgen;
R. Adolph,
Die nachrevolu’tjonire Entwick-
buug ‘des Wohnungswesens.

1 d. – Jena, Juni 1920.

B. Földes,
Ricardo. Mit ‘besonderer Berü’cksichti-
guiag ‘der kriegswirtschaftb.ichen, Pro’bbeme. Ein Ge-
deulcblatt;
H. Ouradze, Bevölkerungsverënderung in
deutschen Stïdten und Landgemeinden mit über
50.000 Einwohnern. 1919 gegeniiber 1910;
R. Hert.niig,
Die schwedisehen Wasserkrifte un’d ihre Auswertung;
H. Fehli’nger,
Urproduktion und Industrie in Austra-hen; Die Goidgewinnung der Welt.

The Journal of Pohit’ical Econorny. –
Chicago, Juni 1920.

P. F. Brissende’n.,
The measurement of la’bor m”obi-
hity;
M. H. Wseen,
The co-operative movement in
Nebraska;
H. G. Brown,
Some frequently neglected
factors in ‘the incidence of taxation;
C.
Read,
The
polirtical progress of the english workingman.

1 d. ‘-.. Chicago, Juli 1920.

L. S. Lyon,
A functional approach to soöial-eco
nomic data;
H. H. Preston,
The Federal Reserve
Banks’ system ‘of par collections;
T.
D. Zukerman,
Are stook dividends income?
C.
Read,
The political
progress of’ the english workingman II.

8 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

787

The American Journal of Interna-
t i o n al La w. – New York, Jan./April
1920.
Ch. Tower,
The origin, meaning and international
force of the Monroe ‘doctrine;
R. F. Roxburgh,
The
sanction of international law;
R. G. Caldwefl,
The
settlement of inter-state •disputes;
J. W. Ga.rner,
Pun.ishment of offenders against the laws and customs –
of
wal’;
Conmission on the responsibil

ity of the
authprs of the war and on enforcement of penalties.
Report;
G. A. Finch,
The :treaty of peace with Ger-many in the United ‘States Senate.

L
a
Réf
orme
Sociale.

Parijs, 1-16 Mei
1920.
P.
le Faivre,
De quelques grands intérêts fi’ançais dans les pays rliénans;
M. Ligot,
L’idée régionaliste
k

dans l’oeuvre d’Henry
.
Bordeaux;
J. Angot des
Rotours,
Le mouvement économique et social. – Pays
de langue anglaise.

Zeitschrift für Sozialwissenschaft.
– Leipzig,
7 Juli 1920.
A. Voigt,
Theorie des Geidverkehrs
1; W. Grdvell,
Ei
ne neue Berufsstatistik;
R. Koehne,
Stu
din zur
G-eschichte des blauen Montags
1.

:1) i e B a nk.

Berlijn,
Juli 1920. A.
La.neburgh,
Zins und Preis (Zur Genesis der
gegenwiirtigen Weitgeidkiemme);.
H. Hirschstein,
In diens Bedeutu!g
fi’n
den S.ilhermark.t im Weltkrieg.

a nk
– A
r ch iv. – Berlijn., 15
Juli 1920.
H. Dove, Aktienfragen; Dr. 0. Weinberger,
Die
Abstempelung der Noten der österreichisch-ungari-
schen Bank;
Dr. Koe ppel,
Die Ausführun•gsbestim-
mu ngen zum Reich.snotopfergesetz.

Weltwirtschaft.

Berlijn,
Juli 1920.
Prof. Dr. Tobler,
Wandlungen der Weltwirtschafts-
lage;
Dr. B. Wohi,
Das Reichstagswahlrecht für
Ausland’deutsche;
A. Bode,
Die neuere Entwickiung

(les Aussen.band.eis der wichtigsten Liinider bis Ende
1919; F. Waas,
Der Neokar-Donau-Kauai;
Prof.
Dr.
0. Kende,
Südtirol.

Tijdschrift voor Economische Geo-
g r a p h i e.

‘s-Gravenh.age, 15 Augustus
1920.
Prof. Dr. H. BlinJc,
Regionale geographie, natuur-
lijke landschappen en economisch-geographische land-
schappen; De economische betrekkingen tussehen

Nederland en italië en hun mogelijke ontwikkeling,
door: ,,:Direzione Centrale” van ,,Credito Ital.iano” te
Milaan; De jute-cultuur en -industrie;
J. R. J. Ph.
Canibier,
Het schrijven der vreemde aardrijkskundige
eigennamen, een ernstige vraag. Naschrift van •de
Redactie.

The geo.graphical Journal.

Londen,
Augustus
1920.

J.
Tilho,
The exploration of Tibesti, Erdi, Bor.kou,
and Ennedi in
1912-1917; H.
A.
Lloyd, Classifica-
tion of the ground from the air;
Miss E. Al. Ward,
The evolution of the Hastings coastline;
K. Ma.son,
A note on the topography of the Nun
Kun
Massif in
Ladakh.

Technik u n d Wirtschaft.

Berlijn,
Mei
1920.
H. Kirchhoff,
Der Staatsvertrag ü

U
ber den eber-
gang der Staatsbahnen auf das Reich;
Th. Hampice,
Das Leh-rliugswesen in Handwerk und Industrie;
J.
Kollmar&n,
Werlclieferungsvertrge im Masohinenbau
und Reohtsprechung;
Karnatz,
Lieferung ,,nach
Friedensschlusz”;
Proslcauer,
Das Reichswirt,schafts-
gericht.

Revue Générale de droit Internatio-
na 1 Public.

Parijs, Nov/Dec.
1919.
Documents sur Ja guerre de
1914
(Allemgne et
Autriche-Hongrie.

Etats-Unis d’Amérique. –
Allemagne); La paix de Versailles avec l’Allemagne.

Trairté du
28
juin
1919
(entré en vigueur le 10
janvier
1920).

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteokent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d IVrseb.in’R.C.

Disc. Wissels. 44
1Juli’15
Zweecls.R.ksbk7
l9Mrt.’20

B
Bel.Binn.Eff.4
1
Juli’15
Bk.v.Noorw.6-64
18Dec.’19
54
19Aug.’14
Zwits. Nat. Bk. 5 21Aug.’19
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk. -5
23Dec. 14
Bank v. Spanje 5
12Nov.’19
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6′
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
12Apr.’15
F.Res. Bk. NS. 6-74
Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
CalI-
Part.
p,0/o,,.
disconto
gaf je
disconto
dis(
onto
disc.
monefJ

4
Sept.
‘203
1
12
4f2
6’/
4-‘/s

6-7
3
)
30A.-4
S.’203’/8-‘/2
4

‘/ 6’/
4’/,

6-10
23-28 A. ’20 3I/
4
_l/
2

4I/5..8/4
6/4
4-‘/o
6-10
16-21 ,, ’20 3
31/,_4I/4
6’l,-‘/4
4-
1
/o
8 9
1-5

S. ’19 38/4_7/5
4
311,
4
-‘
/s

4 /s-6
2-7

S. ’18 2V4-3
2’14-3
317/,2
45/a

5
1
I-6
20-24Juli’14 3
‘/-‘/
2
l/,1/
2
‘/-j
‘2’/.-
‘1
2’1
1

/-2
1/,
t)
Noteering von 3 Sept. 1920.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT

• Op de wisselmarkt ging deze week niet veel om. Na de
feestdagen opende de markt niet onaanzienlijk vester en
met le’veudigen handel, maar de volgende dagen waren de om-
zetten weder gering en liepen le koersen eerder weer terug.
Londen steeg aanvankelijk van 11.08 op 11.19 en, bleef
verder omstreeks 11.10. Parijs en Brussel noteerden de ge-
heele week omstreeks 21.70 en 23.10. Voor Berlijn waren de
schommelingen beperkt tusschen 6.25 en 6.35. Weenen was
nog stabieler en meestal voor 1.40 te verhandelen. Dollars
steeds gevraagd en omstreeks 3.13 it 3.14 genoteerd. Zwit-
serlanci en Spanje eveneens Vrij stabiel. Alleen Skand,inavië
weder zeer onzeker; bijna zonder handel en n1et dagelijks
zeer sterk schomimelende loersen.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
Londen
Porij,
Berlijn
Weenen
01
Rrus,d
“)
Nou,
York”)

30 Aug. 1920..



– –

31

,,

1920..

– –



1 Sept. 1920..
11.184
21.80
6.30
-1.424
23.10
3.14
1
/,
2

1920.
.
11.174
21.824
6.32
1

1.424
23.174 3.12’/4
3

1920..
11.16
21.724
6.30
1.424
23.10
3.13
1
/
4

,,

1920.
.
11.16
21.75
6.274
1.424


Laagste d.w.’)
11.07
21.60
6.25
1.35
23.-
3.10
Hoogste

t)
11.22
21.90
6.36
1.45
23.274
3.15
27 Aug. 1920..
11.13
21.30
6.324
1.40
23.20
3.11
20

,,

1920..
10.99
4

21.824
6.12k
1.374
23.224
3.061/
2

Muntpariteit.
.
12.10
48.-
59.26 50.41
4S._
12.483/4
*)
Noteering
te Amoterdam, **)
Noteering
te Rotterdam
1)
Particuliere opgave.

D
, °
Stad.
#’wlm’)
Kopen.
hagen°)
Ch
,!,.
tlanta)
it
Zw,e,-
land’)
Spanje
‘1
Batacta
1)
telegrafisch

30Aug. 1920




46.50
104_1/
4

31

.,

1920





104’/4
1 Sept. 1920
63.75
45.05
45.-
51.60
45.50
104-/4
2

,

1920
63.25
44.90 44.65
51.60
46.85
104-
1
/
3

,,

1920
6320
44.90 44.65
51.60
46.60
104-/4
4

,,

1920
63.10
45.20
45.80
51.524
46.75
104_1/
L’ate d. w.
1
)
62.80
44.-
44.-
51.05
45.25
104-
1
14
H’ste
,,

,,

)
6340
45.30
45.80
51.65

104-’14
27 Aug. 1920
63.40
43.90
43.75
51.40
47.10′
104-‘/
20

,,

1920 62.45
45.20
45.30
50.70
46.75
104-‘/4
4untpariteit
66.67
66.67 66.67
48.-

100

‘)Neteering te
Asnaterdom.
1)
Particuliere opgave.
2)
Noteering van 28 Augustus.

788

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8
September 1920

KOERSEN TE NEW YORK.

D
a a
CableLond.1
ZichiParij,
I
Zicht Berlijn
lZichfAmsterd.
(in S
perk).
(in
cl..
per ,) (in
cl.
p. 4Rm.)
(in
ci.. P.
g!d.)

3 Sept… 1920

3.56.-

6.97

noni.
Laagste d. week

3.55.75

6.90

nom.
Hoogste,,

,,
3.57.75

6.98

nom.

28 Aug… 1920

3.56.50

6.97

nom.

21

,,

..
1920

3.60.25

7.06

nom.
Muntpariteit.
.

4.86.67

5.181/4

96
1
/4

40
6
/16

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

Plaatienen
Noteeringa-
21
Aug.
28Aug.
30 Aug.-4 Sept.
4Sept.
Landen
eenheden
1920
1920
Laagste
1
Hoogste
1920

Alexandri8..
Piast. p.
£

1

97/16
97
1
/
16

97
7
he
7
/16

97
7
1

•B. Aires
1
)..
.d. p.
£
57
6
/1
56
1
/s
57
578/4
57
,
ig

Calcutta
….
£
p. rup.
1/10ij2
1/10
1
/2
119/8
1110i
1/101/
8

Hongkong ..
id. p.
$
4/4’/,
4131/,.

4/2
414
4/3

Lissabon….
d. per Mii.
12
1
/
11′!,
111/
:

128/
4

1184

Madrid

….
Peset.p..0
23.85 23.80
23.75 23.93
23.81

•Montevideo’
d. per
$
57
1
/e
57/
57/
58
1
/
57
1
!2
Montreal….
$
per
£
4.068/
4

4.02
3.90
4.00
3.92

5
R.d.Janeiro.
d. per IIv1ii.
t8/io
18/16
13
13lio
13
6
/
10

Rome

… ..
Lires p.
£
77.25 76.75
75.80 77.00
76.75
Shanghai

. .
£
p. taei
6/38/
4

6/1
1/4
5/9
611
1
l,
6/10
1
/
4

Singapore ..
id. p.
$
213
7
/8
213
7
/s
213
2
182
2141121

213/8
‘Valparaiso..
d. p. peso
11
29
/a2
12
1
/22
12
1
/,e
12
17
/g2
12/3
Yokohama
..
£
per yen
2110
2110
1
14
2/10
2110′!3
2
/104

t

Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transferi.

NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering to Londen
te New York

4

Sept.

1920 ……..
6O’/a
94 ‘)
28 Aug.

1920 ……..
60’/a
97/8
21

,,

1920……..
63
1018/4

14

,,

1920 ……..
592/5
.
957/
8

6

Sept.

1919……..
61 ‘)
.
111l/

7

Sept.

1918 ……..
49′!,
101’/8
20 Juli

1914 ……..
24″/,s

541/8

1)
Noteering van 3 September 1920.
2)
Idem van 5 September 1919.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 6 Sept. 1920.
Activa.
Binnéni. Wis-[ H.-bk.

f
18.218.088,22
sels, Prom.,< B.-bk.

2.187.883,41
eng. In disc.I Ag.sch. ,, 70.779.118,48
91.185.090,11
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef..
f
47.566.603,-
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.


,.

47.566.603.-
Beleeningen
t
H.-bk.

f118.878.916,55
!ncl. vrsch.,
B.-bk.

28.237.499,461!2
,,
in rek.-crt.1
Ag.sch.

175.229.111,54
op onderp.
f322.345.527,55
1
/2

Op Effecten

……

f309.677.777,55’/2-
Op Goederen en Spec. ,,12.667.750,-
322.345.527,55/
Voorschotten a. h. Rijk ………

……
..-
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
56.426.690,-
Muntinat., Goud ..

,,579.912.689,62

f635.339.879,62
Munt, Zilver, eng.

,, 16.747.435,33
1
/2
Muntmat. Zilver ..

Effecten
65 3.08 6.8 14 ,95

Bel.v. h. Res.fonds..

f

3.663.159,62
1
!2
Id.
van
2
/8v.h.kapit.
,,

3.850.127,371!1
7.513.287,-
Geb.enMeub. der Bank
…………….
3.694.000,-
Diverse rekeningen
………………,,

18.064.877,78’1

f1.143.356.200,40
1
!2

Passiva.
Kapitaal

……………………..
f

20.000.000,
Reservefonds

…………………..
,,

5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop
…………
,,
1.033.387.750,-
Bankassignatiën in omloop ……….
..1.314.665,68
Rek.-Cour.
‘,
Het Rijk
f

19.580,627,88
2
/2
saldo’s:

J
!s.nderen
,,

54.554.662,12
1
!2
74.135.290,01
Diverse rekeningen

. ……………….
9.518.594,71/2

f
1.143.366.200,40′!,

NED. BANK 6 September 1920
(vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
430.523.730.97′!2
Op
de
baaig van ‘/, metaaldekhing ……
208.756.209,83′!i
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,, 2.152 618.650,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Minder
Disconto’s

4.072.427,23
1
!2
Buitenlandsche
wissels……1.082.628,-
Beleeningen

…………..10.343.556,43
2
/
2
Goud
………………..
Zilver ………………..217.287,17’/
Bankbiljetten
…………7.354.620,-
Part. Rek.-Crt.
saldo’s

….

26.87.171,80′!,

Voornaamste
posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Ziloer
B h
bill
e
fien

Andere
peischbare
schulden

6 Sept.

1920
….
636.339
16.747
1.033.388 75.450
30 Aug.

1920
….
636.339
16.530
1.026.033
83.137
23

1920
….
636.339
16.214
1.008.041
109.570
16

,,

1920
….
636.339
15.912
1.025.134
109.288
9

1.920
….
636.338
15.579 1.027.587
102.687

6

Sept. 1919
….
631.587
5,801
1.003.950
66.211
7

Sept. 1918
….
707.437 7.959
953.797
61.104

25Juli

1914
..


162.114
8.228
310.437
6.198

olaa
Hiervan
Beschik-
i5ï

al
a

oearag
Schatkist-
Bdee-
haar
king,-

disconto
i
promeuen
rechtstreek,
nlngen
‘Metaal.
saldo
percon
lage

6Sept. 1920
91.185

322.346 430.524
59
30Aug.1920
95.258
‘11.000
812.002
430.240
59
23

.
1920
95.259
11.000
308.176
428,235
58 16

1920
94.859
10.000
303.716
426.572
58
9

,,

1920
88.734 — 313.078
425.067
58

6Sept.1919
122.819
50.000 220.151
422.589
60
7 Sept. 1918 89.209
70.000
104.711
511.685
70

25
Juli
1914
67.947
14.300
61.686
43.521
‘/

75

t) Op
de
basis
vn
2/
5
metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op:

6
Sept:
1920

Aan schatkistpromessen.. f
341.950.000,-
f
374.260.000,-
waarvan rechtstreeks bij

de Ned. Bank geplaatst

11.000.000,-

Aan schatkistbiljetten ..

2.390.000,- ,,

2.390.000,-
Aan ziiverhons ………., 53:283,285,25 ,, 53.600.239,25

JAVASCHE BANK,
Voornaamste posten in duizenden guldens. De sawengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Ban k-
biljetten
opeischb.
schulden

28 Aug. 1920
.

553.500
21

1920
.

556.500
14,

1920
554.000

24 Juli

1920 ……
205.346
6.128
$34.210

185.810
17

,,

1920 ……
203.616
6.220
335.187

180.428
203.778
6.000
335.477

187.652
204.194′
5.786
332.643

179.471
10

1920
…….

30
Aug. 1919 ……
155.375
2.885
277.162,

110.367

3

1920

.
……

31 Aug. 1918…
.’
102.379
13.803
183.693

74.039

25

Juli

1914,

……
22.057 31.907 110.172

12.634

1
Wissel,,

B
e
,
c
hikT
Dek.
Data
Dis.
buiten
8dec-
ree-
Daar
kinga-
I

1
conio’,
N.-Jnd.
nin gen
1
1)
ningen
metaal.
percen-
betaalbaar
1


iage

28Aug.1920

332.000

‘ ‘

106.250
21

1920

335.500

105.000
14 ,, 1920

. 339.000

102.250

000

24 Juli1920 27.294 19.439 171.880 23.469 107.629

41
17 ,, 1920 27.523 20.229 162.332 32.845 106.878

41
10 ,, 1920 27.337 20.445 173.638 .39.556 105.330

40
3

1920 27.153 16.906 171.792 38.545 107744

41

30Aug.1919 12.083 18.783. 183.649 22.711 80.968

41
31Aug.1918 8.661 21.576 74.141 12.828 69.883

41

25Juli1914 7.259

6.3961 47.934

2.228

4.842′

44
t
) Sluitpoot der activa.

1) Op de basis van ‘/ metaaldekking.

8 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

789

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden ‘uldang.

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Diaconto’.
I

Div. rehe-

I
ningenl)

3Ju1i

1920

..
1.077
2.185 963
1.753 238
24

1920

..
1.072 2.027 1.162
1.741
177
17

,,

1920

..
1.071
2.113
973
1.644.
178
10

,,

1920

..
1.072 2.144
940
1.687
201

‘2 Aug. 1919 ..
940
1.608
1.101 1.510
442
3 Aug. 1918 ..
632
1.431
1.008
1.153 849

25 Juli

1914

..
645
1.100
560
735 396
1)
bluitpost der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Circulatie

Currenci, Notes.

Bedrag
I

Goudd.
I
Coc. Sec.

1 Sept. 1920
123.082 126.533 355.186 28.500
325.064
25 Aug. 1920
123.029
124.894
356.012
28.500
325.467
18

,,,

1920
123.081
124.845
358.412 28.500 327.809
11

,,

1920
123.068
125.528 363.393
28.00
333.358
3 Sept. 1919
88.252 80.798 330.787
28.500
314.725
4 Sept. 1918
69.933
58.597
271.629′
28.500
249.572
22 Juli

1914
40.164 29.317

1


Data
Cao.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depo,. Re-
serve

1Sept.’20
57.408
75.467
16.433
113.340
14.999 11,58
25Aug.’20
41.555
75.883
15.364 100.591 16.585 14,30
18

,,

’20
58.508
76.117
16.1ÎS
117.135
16.687
12,50
11

,,

’20
68.250
73.806
15.999
124.019
15.990 11,40
3Sept.’39
37.491
81.537
24.516
102.314
25.04
20,42
4Sept.’18
58.166 95.886
37.012 131.725
29.785 17,65
22Juli ’14
11.005
33.633 13.735
42.185
29.297
52
8
/s
‘)
Verhouding tusochen
Xeoervo en Deposita.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten,onder bijvoeging der Darlehens-.
kassenecheine, in duizenden Mark.

Data
‘Metaal
Daaraan
Goud
Kassen-
schetste
Circu.
latie
Deh-
king,-
p
erc
.’)

23
Aug. ’20
1.099.314
1.091.674
18.074.736 56.270.495
34 15

’20
1.098.535
1.091.674
17.964.366 56.461.863
34
7

,,

’20
1.098.249 1.091.678
17.648.143 56.060.462
34
31 Juli

’20
1.096.206 1.091.677
17.829.748
55.632.255
34
23 Aug. ’19
1.124.888 1.095.137
8.463.003
28.141.793
84
23 Aug. ’18
2.487.833
2.348.046
1.990.788 13.111.329
34
23 Juli

’14 1.891.898
1.356.857
65.479
1.890.895
93
5)
Dekking der circulatie ‘door metaal en
Kaaaeuecheine.

Data
Wissel.
Rek. 01.
Dar!ehenskas,en,chetne
Totaal
in kas hij de
uitgegeven
I
Reichsbank

23 Aug. 1920
41.381.199
12.050.195
31.232.100
18.030.300
15

,,

1920
44.550.576
15.572.929
31.233.500
17.920.800
7

,,

1920
42.242.412
12.975.818
31.015.400 17.823.500
81 Juli

1920
48.427.450
19.834.069 31.279.300 17.831.100
23 Aug. 1919
27.952.434
7.541.489 20.167.300 8.461.400
23 Aug. 1918
15.958.496 8.164.768
10.028.400
1.974.360
23 Juli

1914
750.892

943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste oosten
in diiizpnsen .Kynnpn –

Data
Miaal.en
buiten!.
goudwissels

1
1

Disc,
0fl

1
‘belecningen

1 Bijz. schuld
Oostenrijk
1
en Hongarije

1

Bank.

1

.
biljetten
1
Rek. Cr1.

1

saldi

7Feb.’201
9
290.428
19.251.400
32.954.000 56.994.022 6.657.646
31Jan.’20
291.083 19.162.543
32.954.000 56.772.802 8.220.536
31Dec.’19
287.640 19.196.063 32.954.000 54.481.264
7.906.378
23

,,

’19
297.363
17.856.786
32.954.000
53.109.418
7.641.778
23Juli’14
1.589.267
964.356

2.159.759 291.270
• .P
waarvan
h.L.001
goud.
10.515 buitenlandache goudwiosela en
56.948
munt en muntmeteriaal zilver.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.
Data
Goud

Waarvan
in hei
Buitenland
Zile,
Te goed
in her
Buitenland

Buti.gew.
voorsch.
a/d. Staat

2Sept.’20
5.590.670
1.978.278 254.527
688.870 26.300.000
26Aug.’20
6.590.239
1.978.278
254.703 617.874
25.800.000
19

,,

’20
5.690.036
1.978.278
254.202 651.833 25.800.000
12

,,

’20
5.589.774
1.978.278
248.022 885.469
25.800.000

4Sept.’19
5.572.540
1.978.278
295.766 888.572
23.850.000
5Sept.’18
5.436.150
2.037.108 320.175
1.656.453
8.277.166

23Juli
1
14;
4.104.390

639.620

1

Wt,,el,
Uitge.
stelde

Wissels

1

Bdee.
sting
Banhbil.
jetien
Rek. Cr1.
Parti.
culieren

Rek.
Cri. Staat

2.167.712
486.924 1.925.826
38.333.160 3.041.163
64.892
1.909.921
493.340
1.950.133
37.904.507 3.202.813
64.229
1.980.083
497.046
1.948.034
37.899.776
3.203.750
129.839
cr
1.965.163
499.359
1.969.326 38.046.323 3.319.643
69.561
1.070.470 707.230
1.248.527
35.456.177 2.857.406
19.635 892.479 1.063.569 823.256
2.727.389
328.603
181.140
1.541.080

769.400
5.911.9101
942.5701400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Belgen.
Beleen.
Binn.
Rek.
Data

,
mcl.
buiten1.
van
1

buiten!.
prom d.
vwissels
en

I
Cireu.’
lalie
Crt.

saldi
1

vorder.
provinc.
heleen.
partic.

2Sept.’20
358:078 84.653
480.000
693.770
5.603.999
1.378.971
26Aug.’20
358.069
84.653
480.000
703.636
5.530.332
1.575.204
19

,,

’20
356.943 84.653
480.000
713.137
5.504.260
1.614.870
”20
12
$56.693 84.653
480.000 696.846
5.485.314
1.602.293
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goudvoorraad
Zilver
ete.
I

Noies in
circu-
I

Totaal
Dekking
in hei
_____________
bedrag
F. R. Notes buiienl.
latie

6 Aug. ’20
1.980.605 1.302.650
111.631
151.139
3.141.861
30 Juli

’20
1.977.704
1.302.605
111.531
150.936
3.120.138
23

,,

’20
1.983.271
1.303.866
111.531
160.741
3.118.206
16

,,

’20
1.971.421 1.297.218
111.531
147.626
3.135.893

8 Aug. ’19
2.084.756 1.203.375

67.632
2.532.057
9 Aug. ’18
1.990.301
978.841
9.6961
54.222
1.956.276

Data
Wissel.
Totaal
Depostto.
Gestort
Kapitaal

Algem.
Dek.
king,.
perc.
t)

Percent.
Goud.
dekking
circul.
5)

6 Aug. ’20
2.889.223
2.431.650
95.341
44,0
48,9
30 Juli

’20
2.836.935 2.408.309
95.225
44,2
49,2
23

’20
2.823.450 2.467.977
95.008
44,4
49,5
16

,,

’20
2.846.619
2.577.495
94.730
43,9
48,7

8 Aug. ’19
2.215.859
2.528.860
83.807 47,5
59,8
9 Aug. ’18
1.541.030
2.161.080
76.876
50,1
76,3
t) Verhouding tusschen: den totalen goudvoorraad, Zilver etc.. en de
opeiochbnre
echulden:
F-
R.
Notes en netto depositoe.
t)
Na aftrek
van 35 pCt. der totaledekkingsmiddeIen als dekking voor de netto
deposito’s.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

FED. RÉS. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
1

Totaal
uitgezette
1
Reserve
1

hij de
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
beleggingèn
t
F. R. bank.
depooiio’s
deposits

30 Juli ’20
814
16.883.715
1.368.659 14.209.175
2.705.852
23

,,

’20
814
16.916.291 1.388.021
14.274.099
2.715.438
16

’20
813
16.977.619
1.421.624
14.364.333
2.693.632
9
‘ ,,

’20
814
16.904.770 1.402.700
14.204.512
2.698.969

1Aug.’19
768
14.682.076
1.348.584
13.060.825
1.799.037
2 Aug.’181
723
12.763.9481
1.146.12911.236.990
1.443.754

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

790

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 September 1920

EFFECTENEURZEN.

AmsterdaLm, 6 September
1920.

Minder dan de politieke gebeurtenissen hebben in de
achter ons liggende dagen de voorvallen op economisch ge-
bied in de verschillende landen de houding der internatio-
nale beurzen bepaald, hoewel in deze economische gubeurte-
nissen toch vaak een politieke grond te onderscheiden is
geweest. Met name was dit wel het geval met de verlangens
der Britsohe mijnwerkers, waar de eischen van hooger loon
en geringer kosten voor steenkool voor huishoudelijk ge-
bruik terug te voeren zijn—tot den gronid-eiseh van sociali-satie der mijnen. De jongste berichten omtrent de tegemoet-
komende houding van den leider, den heer Smillie, zijn te laat gekomen om op het verloop •der beurs igedurende de
laatste ‘bericht’sweek nog eenigen invloed te kunnen oefenen.
Tengevolge van de dreigende staking, in het mijnwerkers-
‘bedrijf en de sombere perspectieven, die ‘hieedoor werden
geopend, is het verloop aan de beurs te L o n cl e n dan ook
uiterst ‘mat geweest. Een uitzoudiri’ng hebben petroleum-
waarden gevormd, welke voortdurend tot stijgende prijzen
uit ‘de markt weeden genomen, in vechand met de animo,
die over de geheele wereld voor de producten ider petroleum-
industrie ontstaat. Vooral in Roemenië blijkt zich de aan-
dacht te hebben geconcentreerd; een bewijs hiervoor is de
overneming van di’verse bestaande ondernemingen (als dén •der grootste mag hier worden vermeld de Steaua Romana)
en •het i.n’brengen ‘van deze in geheel nieuwe maatschap-
pijen, waarin internationaal7 kapitaal in bepaalde verhou-
dingen is vertegenwoordigd. De rubbermarkt, voor enkele
weken vrij levendig, was echter zoo goed als yerlaten.
Te P ‘a r ij s ‘heeft vooral de houding der Italiaansche
arbeiders, die in verschillende idistricten communistische
proefstaat.jes schijnen te hebben opgericht, schrik ingoboe-
zemd, niet wijl men deze experimenten als zeer ernstig
opnam, doch meer in verband met den invloed, die hiervan
op •de Fransche arbeiders zou kunnen uitgaan. Inmiddels,
echter is een keer ten goede gekomen, voornamelijk door
de berichten, die voortdurend uit Rusland ibinnenkomen be-
treffende ‘het beheer, .d
el
Bolsjewiki, ‘welk beheer zelfs ‘door
ouverdachte vriênden van het communistische rdgime als
onhoudbaar wordt voorgesteld. Dientengevolge heeft men te
Parijs aan de lbeurs ietwat ruimer adem kunnen halen:
Toen ‘de voorspellingen omtrent een eventueel communis-
tisch experiment bij de georganiseerde ‘arbeiders iets gun-stiger begonnen te luiden, ko.n’den ook de mededeelinged
omtrent ‘het afsluiten van een nieuwe Amerikaanscho
leening wat meer gewicht in de schaal leggen. Naar men
weet, is de Fransche Regeering doende een emissie fvan 100
millioen dollar in de Vereenigde Staten doorgevoerd te krijgen, ‘waardoor natuurlijk de afbetaling van de in de
olgedde ‘maand vervallende
250
millioen dollar ider oude
Angio-French-‘leefling zeer zou worden vergemakkelijkt. Eet
schijnt todh, dat de Fransche Regeerin’g (in tegenstelling
met de En.gelsche) nog geen voldoende maatregelen heeft
genomen tot afbetaling van haar deel der leen’ing; naar
verluidt is de vorige week een ‘bedrag van
5
6 millioen
dollar goud te New York aangekomen, doch dit moet’dan
slechts als een aa’nvang van de zendingen, benoodigd voor
de afbetalingen, worden beschouwd. De loop van den Fran-
cohen wisselkoers sinds het afsluiten der Anglo Frenoh Loan
is zooclanig geweest, dat deze betrekkelijk geringe dollar-
zending reeds een bedrag van 70
a
80 mil’l’ioen Francs in
Fransch geld vertegenwoordigt. Het behoeft clan ook geen
verwondering te wekken, idat de gunstige vooruitzichten
omtrent ‘het afsluiten van een gedeeltelijke prolongatie der
oude leeuing (zij het clan tegen aanmerkelijk hoogeren
rentevoet) de beurs in optimistischen zin heeft beïnvloed,
zoodra de berichten uit het ar.heiclerskamp ‘iets beter begon-
nen te klinken.
Boven alles heeft echter gestaan ‘de voortdurende rijziug
van aan’cieelen Koninklijke Petroleum Maatschappij, welke niet door locale of politieke aangelegenheden werden beïn-
vloed, doch 1hun richting uitsluitend hadden’ te danken aan
de aanwijzingen op internationaal beursgcbied.
Te B e r 1 ij co is de stemming grooteudeels beheerscht ge-
worden door, de aankoojen van verschillende ,iudd’strieele
fondsen door elkaar ‘bekWeipen!de partijen. Meerendels heeft
hier voorgezeten het verlangen tot uitbreiding van ‘be-
staande onclerrcemingen, de zucht om fabrieken en instal-
laties ‘tot zich te trekken, die voor •de betere fabricatie van
het eigen product wenschelijk waren. In den ‘grond kan
derhalve de trustvormiing als oorzaak van de aankoopen ‘en
derhalve ook van •de stijging van verschillende papieren
worden beschouwd. Daarnaast echter is de speculatie op
wilde manier opgetreden, waarbij geen rekenin.g werd ge-
houden met het feit, dat een stijging, op dergelijke wijze ontstaan, slechts van uiterst tijdelijken aard moet zijn en
moet eindigen op het moment, dat ôf de betrokken partij
een voldoend aaital aandeelen in haar bezit heeft, ôf tot
de conclusie komt, ‘dat het verkrijgen van ‘het ‘verlangde
bedrag niet mogelijk is. In ieder geval steunt de stijging
in een dergelijk geval niet op verbetering der innerlijke
mérites van het betrokken aandeel en zelfs niet op voorbij-
gaande hooge conjunctuurswinsten. Door ernsbige kringen
is dan ook in den loop der laatste weken ‘herhaaldelijk tegen
overdrjving gewaarschuwd en klaarblijkelijk niet geheel
zonder gevolg. Want gedurende de jon’gste dagen is er een merkbare stilstand in het zoo drukke effecte’nverkeer op te
merken geweest, gepaard gaande met een reactie in alle
in den laatsten tijd op den voorgrond getreden aandee-
len als Buderus, Mannesmann, Lauckhammer, Bochu’mer,
Laurahütte, e.d. Ook hier zijn echter alleen petroleumwaar-
den zeer, vast gebleven; na de uiteenzettingen, hierboven
gegeven, behoeft omtrent den aard dezer beweging hier niet
nader te wotden u’itgeweid.
Te N e w Y o r k, dat zich als gewoonlijk als een af zonder-
lijk geheel beschouwde, hebben de politieke en economische
beschouwingen van Europa geen invloed van beteekenis
uitgeoefend. Slechts miidclellijk werd de beurs geaffecteerd
door het hooge agio, dat de dollar in de meeste landen op
het oogenblik aanwijst, waardoor het gevaar van moeilijk-
heden bij ‘den export, vooral van granen, ‘niet denkbeeldig
is geworden. Toch is de tendens niet flauw geweest; het
vooruitzicht, dat de spoorwegen door de maatregelen ‘der
Interstate Commerce Commission uit de impasse geholpen
zullen worden, heeft de markt een goeden steun kunnen verschaffen, zoo zelfs, dat :de invloed van het dure geld
geheel geneutraliseerd werd.
T e o n z e n t heèft ‘de markt ‘voor beleggingswaarden
slechts weinig variaties aangetoond; voor het meerendeel
echter bestond voor onze
inlcecn’csche staatsfondsen
goede

vraag. Van de buitenlandsche soorten kwamen Brazilianen
voor geregelde noteering in aanmerking, waarbij de koersen
zich meeren’deels honger konden stellen.

1 Sept. 3Sept. 6 Sept.
Rijzinu

5
0/
Ned. W. Sch. ……
871/
i

88

88

+
1/4

4%
01

,, , ,,

,,

1916 86/4

87

87/4
4.
4

0/

,,

,,

,,

1916
77
1
I

77I8

77
1
/io
4
Ih6

3%
0/

,,

,,

,,

. . . .

61’/,

61 /o

62

-t–
1/,

3

0/

531/4

53/a

52’/4 –
‘Io

2%
0/
Cert.
N. W. S
– ….
45/

45/,

44
I1
– 10/
8

5
0
10 Oost-Indië 1915 . – . –
93

92
1
/

93

4
0/
Hongarije Goud ….

6

8

6

4
O/
Oostenr. Kronenrente

6
8
/s

6
6
!,

51/

1/4

5

°JoRusland 1906 ……
j4
0
/4

141/
4

12’/s – 21/
8

4%
0
1
0
Ïwangorod Dombr..
-‘ 13
1
/

131/
4

11

– 24

4
0/
Rusland Cons. 1880 13

12
1
/8

12
1
12

1
/3

4
°Io
Rusl. bij Hope & Co
14
1
/i&
14
1
/8

14*1/10 + /8

4
0/0
Servië
1895 ……16

16

16
4 0/
Argentinië BuiteoL

50/8 50
5
/s

50/8
5
0/
Brazilië 1895 ……
53/

541/4

55

+ 1
5

0
/0

,,

1913 ……

5

Onze locale markt echter heeft zich, ondanks de korte
week als gevolg van de vacantied’agen, zeer levendig kannen
ontwikkelen. Bij de algemeene gunstige stemming voor
pctroleumwaarden
over de gansche wereld,, behoeft het geen
verwondering te wekken, dat ok hier de petroleumafdee-
liu.g in het centrum van iden beurshanidel ‘heef t gestaan. De
omzetten in het hoofdfouds waren op sommige dagen ge-veldig te noemen, ‘vooral indien men ‘het koersni’veau in
aanmei’kiug neemt en derhalve tot de conclusie komt, dat
er zeCr groote kapitalen bij iedere eenigszius ‘uitgebreide
transactie zijn gemoeid. Bijna voortdurend gaf de arbitrage
hier materiaal af, dat echter grif door ‘het publiek werd
geabsorbeer’d, zonder dat zelfs ‘de geidmarkt hiervan eenigen
noemen swaardigen invloed ondervond. Redenen voor de geweldige en voortdurende stijging kunnen niet in enkele
woorcleu worden weergegeven. Als geheel werd ide kooplust
in het ‘leven geroepen door de gunstige verwachtingen, die
men van het artikel petroleum voor de toekomst koestert
in het algemeen en dôor 4e ‘beschouwingen omtrent de
Koninklijk at
e Petroleum Maschappij en de waardeering
harr aaj
,
‘deelen (mede in verband met ,deaausta,aude
emissie van een uieuwe tranche van het maatschappelijk
kapitaal) in het 1bijzonder. Dit ‘heeft echter niet ‘belet, dat
ook de overige petroleumsoorten in ruimte mate van de hausse hebben kunnen profiteeren, met name aandeelen Geconsolideerde Hollandsche Petroleum Maatschappij,
Steaua Romana (als gevolg van ide hierboven uiteen’gezette
motieven), Moeara Enim, Dordts6he Petroleum en, in meer
verwijderd perspectief, aandeelen Orion Petroleum Maat-
schappij. De afdeeling verlaat de berichtsweek op het ‘hoogst bereikte peil.

8
September 1920

EÇONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

791

Naast Petroleumwaarden hebben aandee1en in
cultuur- en
handelsonderne8nin gen
sterk de aandacht getrokken. Het is
thans gebleken, dat de voortdurend uit Amerika gemelde
lage sûikerprijzen geen ander doel hadden, dan de suiker-bezitters te bewegen tot het afstaan van ‘voorraden •tegen
lageren prijs. Nu het allen schijn er van heeft, dat deze manipulatie niet zal gelukken, is het vertrouiwen in de
suikerver.bouwe.uide en verhandelenide ondernemingen ‘bij het
publiek teruggekeerd, met het gevolg, dat, naast vrij om-
vangrijke contramine-dekkingen, ook bona-fide aankoopen
in de markt kwaanen, die het koerspeil aanmerkelijk heb-
ben kunnen opvoeren. In de eerste plaats hebben hiervan
wel aan’deelen Handelsvereeniging ,,Amsterdam” kunnen
profiteeren; hiernaast echter bleven aandeelen Cultuur-
Maatschappij der Vorstenlanden, Javasche Cultuur Maat-
schappij, enz. niet achter. Van de Handelsondernemingen, die geen direct verband met suiker ‘hebben, dienen ‘hier te
wonden ‘gerele’veerd, aandeelen Compania Mercantil Argen-
tina, welke vooral op den laatsten beursdag van de be-
richtsperiode in groote posten uit de markt werden geno-
men. Naar verluidde, zou bjnnenkort een nieuwe emissie
te wachten zijn; het is èchter zeer goed mogelijk, dat
deze onderstelling slechts verband houdt met de ‘weder
oplevende emissie-bedrijvigheid in •het algemeen.
Als gevolg van de betere stemming voor
sukeraandeelen
waren ook cle aan’deelen der ‘met deze cultuur in verband
staande bankinstollingen gevraagd. ‘Van de binnenlandsche
banken dienen hier te wonden gereleveerd dandeelen Rot-
terdamsche Bankvereeniging, welke, vermoedelijk als gevolg
van de oprichting der Bank voor Indbi (waarin de Rotter-
damsche Bankvereeniging een zeer werkzaam aandeel heeft gehad) als belegging werden opgenomen.
De
tbaksmarkt
kon zich op ‘het verhoogde peil ‘hand-
haven; de omzetten zijn echter zeer sterk afgenomen. Het
tegendeel echter kan ‘worden getuigd van de
rubberinarkt,
waar ide handel zeer levendige vormen ‘heeft aangenomen en
waar de koersen, vooral •die der gewoonlijk minder courant
verhandeld woi-dende waarden, een
Vrij
sterke stijging aan-
toonden. Vooral aandeelen Deli-Batavia Rubber hebben hier-
van kunnen profiteeren.
Van de
industrieele soorten verdienen ‘hier vermelding
aandeelen Oliefabrieken Insulinde, d’ie verbeterden in ver-
band met berichten omtrent goede bedrijfsresultaten der
mnatsdhappij, doch clie hun verhoogde koerspeil niet konden
handhaven en aandeelen Philips Gloeilampenfabrieken, die
een nieuw ‘hoogte-vecord konden boeken.

1Sept. 3 Sept. 6 Sept.
Rilzing of
daling.
Amsterdamsche Bank . . . . 189

1888/
4
188
8
1, –
44
NecI.Handel-Mij. cert.v.aand. 233/, 235 ‘/

234

+ 8/8
Rotterd. Bankvereeniging. . 140
1
,’8 14281
4
144

+ 3
1
/s
Amst. SuperfoslHatfabriek.

135
1
/
138
138
+
28/4
Van Berkel’s Patent ……
1241/,
121 ‘/
121

31/2
Insulinde Oliefabrjek

. . .
15
186/2
2008/4
+
141/4
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand
94
95 96
+
2
Ned. Scheepsbouw-Mij
122
123
123
+1
Philips’ Gloeilampenfabriek
979
979 1025
-+46
R. S. Stokvis
&
Zonen
594
594 594
Vereenigde Blikfabrieken.
130
130’/2
130′!5
+
Conipania MercantilArgent
315
314
1
!
2

316
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
367
384′,’,
388
+
21
Handeisver. Amsterdam
7911/,
8 6
834
‘1,
+
43
Roll. Transa.tl. Handelaver.
lui
lot
101,
Liede Teves &, Stokvis
.
..
.
200 205
205
+
VanNierop&Co’sllandel-Mij.
164
168
169
+
5
Tels &- Co’s Handel-Mij ….
134
8
/.,
140
140
+
5’/
Cecons. Hol!. Petroleum-Mij.
310
312
‘/
325
‘1.
+
1514
Kon. Petroleum-Mij.

……
797/,
795 832
-f-
34
1/,
Orion Petroleum-Mij…….
79
79’1
83
+
4
Steaua Romana Petr.-Mij..
.
171
186’/,
203
+
22
Amsterdam-Rubber-Mij…..
250/
2

243’12 251
+
‘1,
Nederl.-Rubber-Mij.

…….
1341/
4

134
‘/,
135
+
8/4
Oost-Java-Rubber-Mij…..
421
424
1
!,
424′!,
+
3
1
i
Deli-Maatschappij

……..
538
546
3
!4
550
+
12
Medan-Tabak-Maatschappij.
3391/
343
341
+
1/2
Senembah-Maatschappij ….
646
659
667
+
21
De

sclt

pvaarta[dling

1)1ef ‘hij ,haa,
apatisohe ‘hou-
ding

vol’ha,’deu,

hoewel

cle
grondtoon wel

iets
‘vaster

‘is
geworden.

1Sept.3Sept. 6Sept.
Rijzwg of
daling
Holland-Amerika-Lijn

….

386
1
/4
385
391
+
4
8/
,,gem.eig. 375
373’/
374

1
Holland-Gulf-Stoomv..Mij.

.
216
214
214

2
Hollandsche Stoomboot-Mij. 176
176 176
Java-China-Japan-Lijn …. 251
252
1
/ 253
+
2
Kon. Holland8che Lloyd .. 162
1
/
160
1
/4
163’14
+
8/4

1Sept.
3Sept.,
6Sept.

Kon. Ned. Stoomb.-Mij.

..
195’/
198′!3 200
1
/4
Kon. Paketvaart Mij……
201
206 210
1
!,
Maatschappij. Zeevaart ….
240
237 237
Nederi. Scheepvaart-Unie..
228
1
/,
229
8
14
233
1
!,
Nievelt

Goudriaan

……
475
470’/
470
1
!2
Rotterdamsche Lloyd ……
223′!,
227
.

233
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
247
247
247
,,Nederland”

..
275
275 277
,,Noordzee”

. .
110 110
110
,,Oostzee”

. . . –
230
230
230′!2
De
Amerikaansche markt
bleef stil met eenig meerder
animo voor laa.ggeprijsde spoorwegwaarden.

1Sept. 3Sept. 6Sept.
Riizing of
daling.
American Car.
&
Foundry..
165′
165′!16
165′!8
+
1/8
Anaconda Copper

……..
132
134 137
3
/
+
58/4
Un. States Steel Corp.

.’..
110′!2
111
5
!
112
1
!2
+
2
Atchison

Topeka

……..
103
104′!,
104
7
!,
+
1/8
Southern

Pacific

……..
118′!4
120
120’/4
+
2
Union Pacific

…………..
150 155
155′!4
+
5’14
Int. Mere. Marineorig.Com
.
30’/
31’/4
32
+
1′!
prefs.
92
1
/4 95
95
+
2h
De

yeldmarlct

bleef

vrij
ruim;
prolongatie
doorgans
4Y
4
pCI., ook tegen het slot.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
7 September 1920.

Oogstberichten ‘in West-Europa zijn over het algemeen
minder ongunstig dan men in verband met het slechte
weder der laatste weken zou ‘hebben verwacht. Wel heeft
de regenval natuurlijk in verschillende landen schade aan-
gericht, vooral aan de kwaliteit van ‘het geoogste graan, met
name aan die van de ‘haver, doch daartegenover staat, dat bijvoorbeeld in Duitsch!and, in het Zuiden en Oosten van
Engeland en in een groot gedeelte van Frankrijk de geleden
schade slechts gering is. In Schotland en een gedeelte van
Ierland en Scandinavië daarentegen zijn de vooruitzichten
in vele opzichten slecht, terwijl ook ‘in ons land vooral
haver veel geleden ‘heeft. Gelukkig blijven de berichten uit
Noord-Amerika ‘gunstig luiden. De oogst-resultaten der
w,intertarwe schijnen vrijwel overeen te zullen komen met
de op het einde van Juli gekoesterde verwachtingen. De
stand der zomertarwe in ‘de Vereenigde Staten is gedurende
de maand Augustus wel achteruit gegaan, doch ‘in vorige
jaren is die achteruitgang dikwijls veel belangrijker ge-
veest. De Canadeesche zomertarwe echter schijnt geheel te
zullen volloen aan de gekoesterde verwachtingen en men
rileent op eene vermeerdering tegenover ‘het vorige jaar van
circa 30 pCt. te 1mogen rekenen. Ook uit Australië komen
zeer gunstige berichten, ‘die, ofschoon ‘het nog wel wat vroeg
is, om nu reeds over oogstresultaten te spreken, aanleiding
geven tot de koop, dat Australië in het volgende jaar weder
een export van ‘beteekeois zal ‘kunnen hebben. In Argen-
tinië klaagt men nog steeds over tekort aan regen. De
laatste dsgen is daar weder regen gevallen, die zeker aan
de nieuwe oogsten van tar’we en lijnzand ten goede zal zijn
gekomen. Dat hij echter niet voldoende is geweest, blijkt
wel uit ‘de vaste markt voor Fdbruari-tarwe te Buenos
Aires en Rosario, terwijl ook voor ljnzaad de prijzen stand-
vastig blijven. Het schijnt, dat de kans ‘bestaat, dat ‘binnen-
kort de uitvoer van tarwe uit Britsch-In’djë zal worden
toegestaan. De gunstige afloop van den tarweoogst in
Noord-Amerika is eene uitkomst geweest voor Europa, nu
sedert eenigen tijd de Argentijnsche verschepingen geheel
hebben opgehouden. Slechts naar Frankrijk ‘worden, volgens
slieciale overeenkomst met de Argentijnsche regeeriug, nog
kleine hoeveelheden rverscheept. Noord-Amerika is echter
gelukkig ‘in staat ‘geweest voldoende tarwe ‘te leveren voor
de voorziening svan Europa. Slechts korten tijd hebben de
wekelijksche wereldverschepingen van tarwe minder dan
rnibiooi, quarters bedragen, terwijl zij zich nt, reeds
wccic 1nkele ueke,i vrij belangrijk boveic dat cijfer bewe-
gen. Het schijnt, ‘dat voorloopig voor eene vermindering
niet behoeft te worden gevreesd. Eene groote prijs’verhoo-
ging van tarwe in ‘Noord-Amerika heeft de uitschakeling
van Argentinië al evenmin teweeg gebracht. Weliswaar
‘hebben na den grooten prijaval in ‘het einde van Juli en
begin Augustus ‘de prijzen zieh weder hersteld, ‘doch zij
biijven nog steeds belangrijk ‘beneden ‘het zeer hooge prijs-
niveau, dat aan dien val was voorafgegaan. Wel heeft i’nlus-
schen de ‘hooge Döl’larkoers veroorzaakt, dat Europa geen
voordeel getrokken heeft van de ‘lage Amerikaansche tarwe-

Riizing of
daling.

+
5

+
19′!,
—3
+5
+
4
‘!’
+ 91/t

+2

+’/,

792′

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 September 1920

Noteeringen.

1

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicogo

I

Bucnoa Ag,rea

Data

Taru,e

Man

Haver

Tarwe

MaTs – Lijnzaad
Dec.
I
Sept.

Sept.

I

Sept.
I
Sept.

Sept.

4Sept.’20
239
1
/
137
64
19,95)
9,70 25,50

28Aug.’20
236°Ig
143I8
671/
4

19,758)
9,55 25,85
4Sept.’19
226
1600/
4

678/
4

16,25
4
)
9,30)
32,20)

4Sept.’18
226
l55/a
71
10,95
5,80 26,75

4Sept.’17
220

111

1)
557/8
15,80)
8,55)
22,-
4)

20Juli 114
82

1)
56
0
/
a
l)
36’I

t)
9,400)
5,38
1
)
13,708)

t)
‘per Dec.
‘)
per,Sept.

8)

per Febr.
4)
per Oct.

6 Sept.
1

30Aug.

6 Sept.
Soorten.

1920

1

1920

1

1919

Tarwe*

…………..
1
)
35,50
35,,-

Rogge (No. 2 Western)
t)
31,-
30,-

Mais (La Plata).

……
1
)
362,-
350,- 410,-
Gerst (48 Ib. feeding)

.
.’)
445,._
445,_
455,_
Haver (38 ib. white cl.).
.1)

24,-
24,-
20,50
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka
van
La Plata.zaad)
8
)
245,-
230,-
322,50
Lijnzaad (La Plata) ….
4)
775,
770,-
900,-
1)
P. 100 K.G.

2)
p. 2000
K.G.

)
p. 1000 K.G.

‘)

per
1960′ K.G.

*) Hard/Red Winter
Wheat
nr. 2.

AANVOEREN in tons
van
1000 K.G.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Arttkelen.

,
30Aug.-4Sept.
Sedert’

Ooereenk.
30Aug.-4Sept.
Sedert
Ove,ecnk.
1920 1919
1920
1 Jan. 1920
tijdvak 1919
1920
1 Jan. 1920
tijdvak 1919

21.902
334.069 294.693
ca.

5.200 105.621
59.335
439.690
354.028
Tarwo ……………..
Rogge

……………’
2.166
75.566
66.230

515
11.953
76.081
78.183
2.825
3.882



2.825 3.882

Mais

…………….
255.176
99.419

45.181
5.488
300.357


104.907

1.217
25.905 133.577

918
62.315
26.823,.
195.892

500
21.118
152.113


7.333
21.118
159.446

Boekweit

………….-
6
..972

941 28.897 41.062
,
ca.

290
10.894
12.919
39.291
53.981

Gerst

……………..
Haver

…………….

205
29.976
37.012

1.406

200
31.382 37.212
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………
19.638
192.243


37.435
19.638
,

229.678
Tarwemeel ………….63
Andere meelsoorten
– . –
168
10.158 149.067

100
10.708 10.258
159.775

prijzen, doch hij heeft slechts tengevolge gehad, dat, ondanks
prijsverlaging der ‘tarwe in Amerika, de Europeesdhe ver-
bruiker voor zijn ‘tarwe ongeveer idenzelfden prijs moet
blijven betalen. Voor’ rogge ‘kan in dit opziiht vrijwel het-
self de als van tarwe worden gezegd. In dit artikel waren
trouwens reeds geruimen ‘tijd de Vereenigde Staten de
eenige leveracier van ‘beteekenis. De laatste week heeft zich gekenmerkt ‘door sterk veril
terde vraag voor maIs en ander voedergraan in Europa.
Daartoe heeft medegewerkt, dat in Duitsch’land met ingang
van 1 September ‘de invoer van maïs is vrijgegeven. Reeds.
dadelijk. kwamen geregeld zaken tot stan’d, terwijl ‘boven-
dien in Engeland evenals ook in Nederland en België met
het vorderen van het jaargetijde’ de vraag veel is ‘verbeterd

en de omzet sterk is uitgebreid. In E4eland bereikten de
zaken in de vorige week een zeer grooten omvang en een
groot aantal ladingen zijn daar uit ‘:de markt genomen. Bij
‘het beperkte aanbod van spoedige scheepsruimte uit Argen-
tinië heeft ‘dit geleid tot eene zeer vaste vraijhtenmarkt. De
omstandigheid, dat voor mais in spoedige posities voort-
‘duind flinke premies worden betaald, toont aan, dat er eene
gezonde consumptievraag bestaat; vooral – wanneer men
zich rekenschap geeft van Ide groote verschepi’ngscijfers van
Argentijnsehe mais in de laatste weken. Daarbij komen dan
nog flinke hoeveelheden, welke uit Roemenië worden ver-
scheept en die ‘nu ‘niet meer voornamelijk ‘in de Middel-
‘la’isdsohe Zee koopers vinden, doch ook in West-Europeesche
markten geregeld worden verhandeld. Ook gerst wordt nu
vrij geregeld uit Roemènië verscheept en het schijnt, dat
eindelijk dit ‘land weder, althans wat ‘betreft voedergraan,
zijne rol als verscheper zal gaan opnemen. Tarwe-versche-
pingen uit Roemenië zullen voorloopig nog niet mogelijk
zijn, omdat het. overschot te gering is, en ook de nieuwe
oogst niet van groeten omvang schijnt te zijn. De alge-meene vraag naar mais in Europa heeft tot flinke prijs.
verhooging geleid, waartoe de verhoogde vrachten hebben
medegewerkt. De malsprijs in Argentinië is den laatsten
tijd ‘weinig veranderd. De daar ‘beschikbare hoeveelheid mais
i’s dan van’ zulk een grooten omvang, dat ook bij zeer
groote verschepingen ‘het aanbod voorloopig wel zeer ruim
zal blijven. Evenals voor mais bestond vooral in Engeland
in ‘den laatsten tijd ook voor haver een goede vraag en
vooral Argentijnsohe soorten worden bij vaste markt ‘gere-
geld gekocht.
Lijnzaad in Argentinië heeft in den laatsten tijd al even-
min groote prjsverhooging vertoond. De Engelsche markt
wordt voor een groot gedeelte uit Britsefi-Indië voorzien,
doch ‘het overige Europa koopt geregeld ,Argentijnsch lijn-
zaad, waarbij vooral voor spoedige positied flinke prijzen
worden betaald. Vermeerder’de vraag voor voederkoekn
werkt dezen aankoop in de ‘hand.
N e d e r 1 a ad. Evenals in ‘het overige Europa is ook in
Nederland de vraag naar mais ‘den ‘laatsten tijd zeer ver-
beterci en ‘de partijen, welke door ‘versehepers worden aan-

geboden, zijn zonder moeite opgenomen. In verband met de
beperkte voorraden in ons land en de, geringe stoomende
hoeveelheden worden voor spoedige posities hooge prijzen
betaald. De regeering, die nog enkele duizenden tons mais
in voorraand had en daarvan gistereii een gedeelte te Rot-
terdam heeft geveild, kon ‘daarvoor zeer bevredigende
prijzen bedingen. Ook in gerst, waarbij verschillende par

tijen van den’ Donau, kwamen in «dan laatsten ‘tijd weder
zaken van grooteren omvang tot stand dan langen tijd het
geval was geweest. Bij het ‘vorderen van ‘het seizoen ‘bestaat
ook voor voederkoeken weder goede kooplust en de prijzen
voor ljnikoeken konden ‘zich in de af’geloopen ‘week flink verbeteren. Hierin lag voor olieslagers eene aanleiding om
met het aankoopen van lijnzaad voor’t te gaan, waarbij
weder voor spoedige partijen belangrijke premies ‘werden
betaald.

KATOEN.

Marktbericbt van de Heeren Sir Jaeob Behrena & Sons,
Manchester, d.d. 25 Augustus 1920.

Prijzen van Amerikaansche katoen zijn gedurende de
afgeloopen week belangrijk gedaald, hoofdzakelijk door
blanco verkoopen, slechte marktberichten en de groote
geldschaars’chte. Men meent, dat de daling overdreven is
geweest en dat binnenkort een reactie verwacht kan worden. Amerika was gisteren dan ook weer 75 â 140 punten hooger, hoofdzakelijk door dekkingsaankoopen en een vastere stem-
ming in de effectenmarkten. Egyptische katoen is ook
lager in verband met de daling van de Amerikaansche.
De oogstberichten in Egypte blij vén echter gunstig en de
vraag van Amerika is minder belangrijk dan eenigen tijd
geleden.
Bij de algemeene daling in ruwe katoen zijn zaken in
garens niet toegenomen.’ De vacantie in het Oldham-district
deed de markt sterker schijnen dan misschien anders het
geval zou zijn geweest, doordat verschillende verkoopers
niet ter beurze verschenen
;
de omzet is echter bijzonder
klein. Koopers dringen nog wel op levering van oude
contracten aan, doch zijn absoluut niet op nieuwe zaken
gesteld, zoodat deze dan ook slechts in enkele gevallen tot
stand komen. Hoewel prijzen voor garens wel lager zijn
is deze daling over het algemeen toch niet zoo groot als
de daling der ruwe katoenprjzen. De geheele markt is
e’enigszins gedemoraliseerd en het zal nog wel eenigen tijd
duren alvorens deze zich geheel herstelt.
De positie van de doekmarkt is ook zeer onbevredigend. Er zijn absoluut geen zaken aan ,de markt en prijzen dalen
dan ook geleidelijk. De algemeene vraag, die voor eenige
weken begon te herleven, heeft zich niet bevestigd en
schijnen de overzeesehe markten ook geen vertrouwen in
de tegenwoordige markten te hebben. De ‘vooruitzichten
zijn dan ook zeer onzeker en men zal goed doen de ont-

8 September 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

793

wikkeling van de komende weken af te wachten, alvorens
een opinie over den loop der prijzen te geven.

’18Aug. 25Aug.

18Aug. 25Aug.

Liverpoolnoteeringen.

T.T.opindië…. 1110* 1110
F.G.F.Sakellaridis 71,00 66,00 T.T.opHongkong 4/3

412*
G.F. No. 1 Oomra 13,00 11,75 T.T.opShanghai .5/10* 5111
Noteeringen voor Loco-Katoen.

(Mid.dling Uplands).

7&pt.

20

30Aug.’20123
Aug.
‘201

8Sept.19
7Sept.’18

New York voor
Middling

..
$2,25 c
32,25e
32,500
29,45 c
36,450

New Orleans
voor Middling
28,75
0
30,50e
32,- c
29,- e
33,50 c
Liverpool voor
Middling ….
22,93d 24,67d
25,75’d
18,61 d
25,21d’)

1)
Noteering van 6 Sept.

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)

1
Aug.’20

Overeenkom,tige perioden
tot

3Sept. 20

1919

1918

Ontvangsten Gulf-Havens..
189
267
247
Atlant. Havens
J
Uitvoer naar Gr. Brittannië
b


70
‘t Vasteland.
165 541
204
Japan etc…
J
16′

Voorraden
in
duizendtallen
1
3 Sept.’20
5 Sept. ’19 6 Sept. ’18

Amerik. havens ………..
717
839 836
Binnenland …………..
740
620
612
1
86
NewYork

……………
1

.

229
New Orleans ………….
Liverpool
907
204

SUIKER.

Het weer gedurende de afgeloopen week was voor de biet-
suikerproduceerende landen over het algemeen naar wensch
en snen verwacht naar verhouding der aanp’lantingen goede
rendementen van den oogst, die nu voor ‘de deur staat.
In F r a n k r ijk wordt hier en daar naar wat meer
droogte verlangd en men klaagt over gebrek ‘aan rwerkvolk
en over de kolenvoorziening. De su’ikerfabrikanten daar te
lande doen echter al het mogelijke om binnen afzienbaren
tijd -de industrie weder er boven op te helpen zonder regee-
rings’bemoeienis.
Op
J
a v a was de markt voor ditjarige suiker ‘kalm ge-
stemd en bleven de .noteerigen nagenoeg onveranderd. Voor oogst 1921 toont men hoegenaamd geen belangstelling..
In A4n er ik a bleef de noteering van 11.99 c. voor Spot Centrifugals gehandhaafd, doch wordt thans

van de zijde
van conservenfabrikanten, die zich een tijd lang zeer gere-
serveerd hielden met de bedoeling de markt te drukken,
meer belangstelling getoond, waardoor ide lage noteeringen
voor suiker op termijn-levering zich konden verbeteren en
deze thans luiden: October 10.65 c.; December 10.60 c.;
Januari 10.30 c.; Maart 10.15 c.; Mei 10.15 c.

C u b astatistiek:
1920

1919

1918

Weekontvangsttot28 Aug.

16.000 35.818

27.361 tons
Totaal sedert 1 Dec. 1919. 8.501.563 3,653.288 3.169.200
Werkende fabrieken ., . .

4

4

8
Weekexport tot 28 Aug. 24.000 122,172 70.066
Totaal sedert 1 Jan. 1920 3.412.610 2.784.9162.490.710
Totaal voorraad op 28Aug. 327.000 813.072 556.251

NOTEERINGEN.

Amster.
dam per

Londen
New York
96pCt.

White Java
Amer. Gra.
Data
loopende
T
ate,
f.o.l’. per nulated e.iJ.
I

Centri.

No.!
Sepi./Oct

1
Nov.1
‘1Dec.

Mei
maand
fugals

1
5h.
8h.
1

Sh,. 5h.
$
ets.

1 Sept.’201f

116/-
75/-
1

771-

11,19
25 Aug.’20I,,

1161-
77/-
1
81/-

12,04

1 Sept.’191

64/9
46J-
46/-
– ,
7,28
1 Sept.’181

64/9
. –
1


5,92
11
Juli
‘141,,111/ss
1
81


1.-

3,26

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolf 1
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Sanios
Wiudkoer,
Voorraad
1
Ç’
Voorraad
prus

4 Sept. 1920
376.000
8.000
1.966.000
10.300
13
28 Aug. 1920
393.000
7.125
1.924.000
10.300
13/1
21

,,

1920
849.000
7.125
1.904.000 10.800
13/16
4 Sept. 1919
488.000
13.475
1.935.000 19.000
1418/t2

Ontvangsten.

Rio
Santo
Data
Afgdoo pen
Sedert
Afgdoo pen
Sedert
week
1 Juli
week
I

1
Juli

4 Sept. 1920 ….
540.000
524.000
263.000

1

1.937.000
11.044.000
4 Sept. 1919 ….
60.000
445.000
155.000

JAVA THEE.

(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)

(Herleid tot 1/1 Kisten.)

Voorraad 81 Juli 1920 …………….211776
Sedert aangevoerd ………………..27825

239601
Sedert afgeleverd ………………….10681

Voorraad heden……………………228920

Waarvaii in de eerste hand …………187259

31 Augustus 1920.

RUBBER.

De markt was bizonder flauw gestemd in de afgeloopen
week en de prijzen vertoonden een verdere belangrijke daling:
De voorraden in de verschillende centra vermeerderen ge-
stadig, waartegenover geen noemenswaardige vraag van fabrikanten bestaat. Para flauw en verlaten.

De noteerin gen zijn:

einde vorige week

Prima Crepe …………..1/8
1
/s

…………
1/9
Smoked Sheets …… 1/7
1
/a
Crpe Oct./December

119
1
h …………1/10
1
/s
Januari/Maart.,

1
1
111,
3
…………
2
/
01/4

Para, hard cure line ……..1/9

..,..,…..

7″September 1920,

COPRA.

De markt was deze week uiterst vast gestemd en bij
groote omzetten liepen de prijzen vooral op het laatst sterk op.
Java f.m,s, loco

…………….. . ….
f
63
1
/s

,,

,,

Sept./Nov. aflading………. ,, 63.-
Mixeci loco

……………………..,, 61.-
Sept./November aflading ……….,, 60 8/4
11
7 September 1920.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

1 Koper 1

Tin

Lood

Zink
Data

1 CIeo.

Standard
t No.3

.7 Sept. 1920..

nom. , 95.2/6 264.15/- 35.10/-38.5/-

30 Aug. 1920..

nom. 94.15/- 273.5/- 36.101-
40,-/-

8 Sept. 1919…

nom. 100.101- 282.15/- 25.2/6

40.5/-

9Sept. 1918..

nom. 122.-!- 343.10/- 29,-/-

62.-!-

17Juli 1914..

61/4

61.-1
7
145,151- 19-1-

21.101-

VERKEERS WEZEN.

RIJN VAART.

Week van 30 Augustus tot 6 September 1920..
In
-de afgoloopen week bleef hèt sleeploon Rotterdam-
Rulirort onder het 200-cents-tarief. Begin der week werd
het 190-cents-tarief betaald, terwijl in 4e laatste dagen der
week voor 175-cents-tarief werd aangenomeh.
De daghuur voor schepen van Rotterdam -naar den
Boven-Rijn bedroeg pi.m. 5 cents per ton, terwijl de erts-
vracht van Rotterdam naar de Ruhehavens met circa
f
1-

f
1,10 ‘bij
1/4
lostijid werd genoteerd.
In Antwerpen werden schepen gecharterd voor reizen
naar verschillende Rijnstations tegen 20 centimes per ton
per dag.

S

794

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

8 September 1920

In Rulirort duurde de flauwe stemming voort. Het sleep-
loon Ruhrort-Mannheim bedroeg bij weinig aanbod van
sleepwerk pl.m. Mk. 34.- per ton en van Man.nheim naar
Straatsbur.g Mk. 36.- per ton.
De kolen naar den Boven-Rijn werden in daghuur be-
vracht en ‘wel tegen 50 pf. per ton pp de eerste twee dagen
der week en 40 pf. per ton daarna. Ook werden partijen
per ton bevracht en wel tegen hEk. 18.- naar Man’nheim en

verhoogingen voor Karlsrixhe, Lauterburg en Straatsbur.g.
Er was. ruim aanbod van scheeparuimte. Voor ex’portkolen Ruhr-Mannheim werd 60 cents per ton
met Vrij sleepen betaald.
Het water was vallende. Cauber Pegel bereikte in den
loop der week een stand van Meter 1.70; sedert wordt was
gemeld.

SCHEEPVAART.

GRAAN,

Data

Petra.
grad
Londen/1
R’dam

1 Oa’essa
Roll.,-
dam

Ad. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rolt.,.
1
&lslol
Rotte,-
1
Enge-
dam
Kanaal
dam
land

30 A.-4 Sept. 1920

. –

.
111- 111-
95/
95/
23128 Aug.

1920


– –
85/-
851-
116

Sept.

1918
– –
1)f
90
1)
8/6
175
1
‘-
2)651…

2/7

Sept.

1918



50/-

2251-
Juli

1914
lid.
7/3

.
11111/
4

1111
1
/
4

121-
12/-
Bombog
Burma
Vladivo-
.
Chtlt

Data
West
West
stock.
West
Europa Europa
West
Europa

(d. u’)
(rijst)
Europa
(alpele,)

30Aug.-4 Sept.1920….
6716
120/-
– .

95/-
23128

Aug.

1920….
60/-

– –
1/6

Sept.

1919.. ..
1251-
2151-

217

Sept.

1918.;.

2751-
5001-

190/-
Juli

1914….
14/6
1613
251-
.

2218

2)
Per ton stukgoed.
2)
Voor Britsche schepen.
Gr aan Petrograd per guarter vzn 496 16e. zwaar, Odeooa per unit, Ver. Staten
per quarfèr van 480 lbs. ewaar.

/
Ov.rgo noteeringen per ton van
1015 X.G.

INKLARINGEN.

DELFZIJL.

11

Augustus 1920
Augustus 1919
Landen van
herkomst
.
Aantal

N. R. T.
Aantal

N. R. T.

schepen schepen

Binnen!, havens
– –
4
622
Duitschiand
47
4.604
46
5.069
21
2.618
15
5.844
Denemarken
2
291
– –
Rus!.- Oostzeeh


5
1.234
Finland ……..
16

3.484


België
1
692
– –
2
3.467
T

Totaal ….
89
.

15.156
70
12.669

Zweden ……….

Nationaliteit,

Nederlandsché ..
27

..

2.053
12
1.053

Chili …………

Britsche
1

.
414

Duitsche
58
11.633
57
11.531
Zweedeche

….
1
72
1
85-
Andere
2
984

Totaal
– –

.
89
15.156
70
12.669

IJMUIDEN.

Landen van
Augustus 1920 Augustus 1919

herkomst
Aantal

N.R.T.
Aantal

N.R.T.
schepen

.
schepen

Binnen!, havens
41
16.451
4
,
10
6.671
Groot-Brittannië
55
37.669
.

88
25.797
Duitschiand…,
36
29.495
.16
8.046
Noorwegen
4
578
6
3.160
35
17.125
31
13.321
Denemarken
18
5.148
2
1.696
48
28.166
14
7.830
België
3
4.590
2
1.151
Frankrijk
13
5.647
10
9.117
Spanje
1
977
1
1.146

Zweden ……….

Portugal
1
694
5
2.610

Finland……….

Italië ……….


3
2.307
Ostenrjk-Hon-
garje,

Grie-
kenland
1

.

1.146.
2
2.068
Levant
2
.

2.745
– –
Achter-Indië -.


2
8.047
Ned. Oost-Indië
9
33.825
5
18.290
And. Aziat. hav.

1
4.810
.

1
4.521
Vereen. Staten
1
1.815
4
10.264
iIidden-Amerika
2
8.512
– –
lied. West-Indië- Ned. Antillen
5
8:589
2
3.646
Brazilië


2
3.628
Argentinië, Uru-
guay …….
6
17.773
5
13.168

282

225.745
161
146.485

Totaal ….

Ii at io na 1
i
t ei t.

liederlandsche
120
139.485
85
82.964
Britsche
26

.
30.094
17
16.408
Duitsche
115
42.264
44
19.895
Noorsche
3
2.038
3
1.097
Belgische
4
5.711


Fransche
2
242
1
121
Zweedsche
7
4.821
4
1

2.245
.Tereenigde Stat


3
7.818
Andere
5
.
1.090
4
15.937

Totaal .. .:
282
225.745

161
146.485

(Vereenigde Scheepsagenturen van

Halverhout & Zwart en Zurmühlen & Co.)

VLISSINGEN.

Augustus
1920
Augustus 1919
Landenvan

herkomst
Aantal

B,utoli°.

-Aantal

BrutoM’.
schepen
schepen

Binnenl.

havens
2
8.426
2
3.110
Groot-Brittannië
27
186.547
15

.
99.461
Duitschiand
1
78
– –
Zweden ……..


1
2.429
Frankrijk


1
258
Portugal
1)

….

3
617
1
869
Levant
0)
3

..

1578
10
2.682
And. Aziat. hav.



.

1
12.831

Totaal ….
36
197.248
31
121.640

Nationaliteit.

Nederlandsche
32
196.597
21
104.523
Britsche
.1
220
3
13.236
Duitsche
2
156
1
2.429
Belgische


3
.

585
iransche


3
887
Deensche
1
273

36
197.248
31
121.640
Totaal
….

(B. Stofkoper & Co.)

KOLEN.

Oo,tk. Engdand
Carduf

Data Rotte,. Golhen-
Bor.
Gcnua

Port
Plata

deaux
Sald
motor
dam

burg.

30
A.-4 S. 1920

28/6


-.
23128 Aug.1920

251-

27/6


Kr. 30
116 Sept. 1919
2)
25/6

51/-

47/6

40:

f
10,-

Kr. 30′
2/7 Sept.
1918

691-

110113

2001′-

120/-
Kr.205
Juli

1914
fr. 7,-

71-

7/3

14/6
3/2

4/-
DIVERSEN.

am

(A. van Dijk.)
1

0)
Bijleggers
2)
Zeesleepbooten.

Auteur