Ga direct naar de content

Jrg. 4, editie 184

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 9 1919

D
.7tTLÎ.191

AUTPOPSMORT VO ORËEHÖÛflg1r

Economisth-Statisfische

Beri”chten’

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN. VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

4E JAARGANG

WOENSDAG 9 JULI 1919

No. 1&4

INHOUD

BIz.
SPITSBERCEN
door
II.
de Warssel van Cingeishoucic……
639 De Vergadering der Nederlandsche Juristen-Vereeniging
door
Prof. Mr. R. R. Ribbins
…………………641
Federatie van Nederlandsche Kamers van Koophandel
buiten Nederland door
Mr. W. Roosegaarde Bisschop..
644
Mijnbouw in Indië en Staatsexploitatie door
Dr. J. Rueb..
646
Dividend- en Tantièmebelasting door
Prof. .Mr. W. L. P.
A
. Molengraaff …………………………….
649
Uitgevoerde en voorgenomen Verbeteringen van onze Scheep-
vaartwegen XI (Slot) door
.

Ir.
V. 1. P.
de
Blocq
van Knffeler
649
De Handelsstatistiek der Kolonie Suriname door
Fred. Oizd-
schans Dentz ………………………………
650
AANTEEICENINCEN:
Het Suezkanaal in
1918
……………………..
652
Een Exporrbank in Frankrijk
………………….
652
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN ………………….
653
RECEERINCSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIED
…………
653
MAANDCIJFERS:
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam
…………
654
Emissies
………………………………….
654
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
655-662
– Geldkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

Verkeerswezen.

iNSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.

WEEKBLAD
ECONOMI$CH-STATI$TISCHE BERICHTEN
Becretaris-Redacteur:
G. E. Ru
ffnagel.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 192, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 8000. Tele gr.adres: Economisch Instituut. Postche qua en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.

in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën f 17,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.

De verdere publicaties van het instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
•voor zoov er daaromtrent niet anders wordt beslist.

Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
rnen.t volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh dl van Ditmar’s Uitgevers

Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Oravenhage.

7 JULI 1919.

In den toestand van de geidmarkt is niet veel ver-

andering gekomen. Met het vooruitzicht op de

Ïnschrijving op de Nederlandsch-Indische leening

werd er van Indische zijde tamelijk veel geld aan de

prolongatiemarkt onttrokken, daarentegen was er

direct na de maand.swisseling van andere zijde weder

iets meer aanbod, vooral in dan vorm van callgeld,

zoodat de noteering tamelijk stationnair bleef; 3%, 3%,

3 pOt. Ook in de noteering van particulier disconto

kwam niet veel verandering. Wissels konden ieis ge-
makkelijker ondergebracht worden tot 3% 4 pOt.

Het tegoed van het Rijk ad 15 millioen,
Op)
den

vorigen weakstaat van de Nederlandsche Bank heeft

deze week weder plaats gemaakt ‘voor een schuld van

ca. 2% millioen. Verder zijn de binnenlandsehe wissels
vermeerderd met ca.
4
millioen, daazentegen de belee-

ningen verminderd met 8 miljoen..

Daar de rekening-courant-saldi van anderen 2%
millioen grooter werden, bedraagt de geheele ver-

meerdering van den bankbiljettenomloop ten slotte

bijna 7 millioen.
*

$
*

De inschrijving op de Nederlandsch.-Indjsa tes-

rdng is een flink succes geworden. Er werd
Mer
te

lande ingeschreven voor ca. 69 millioen en in Indië

voor ca. 172 millioen, zoodat ongeveer 76; pOt. zal

kunnen worden toegeweaen.

*

$

De wisselmarkt was op enkele dagen veder zeer

levendig. Over het algemeen was de stemming eerdea

flauw. Een uitzondering hierop maakten wederom de

Dollars, die ‘tot steeds stijgende koersen vooral voor

buitenlandsche rekening uit de markt wenden ge-

nomen.

SPITSBERGEN.

Buiten bereik der eigen boekerij en aanteekeningen,
evenals van ‘de overige betrokken geschriften, voorts
ton gevolge der fslende post min op de hoogte ‘van wat
in de laatste maanden voorviel ten aanzien van Spits-
bergen, en eindelijk grootendeels in beslag genomen
door ambtsbezigheden, kan ik slechts op gebrekkige
wijze mijn goeden wil toonen om te voldoen aan het
telegraphisch verzoek ‘der redactie, het Spitsbergen-
vraagstuk ‘hier toe te lichten, een verzoek, dat zijn
oorsprong vindt in de omstandigheid, dat door mij het initiatief werd genomen, om op te komen voor
onze rechten op dit eiland, of liever deze eilanden-
groep.

Wij allen weten, evenals ieder, die op het gebied
der ontdekkingen en van de ijszeeën geen vreemde-ling is, dat zij door Nederlanders ontdekt is. Het ge-
schiedde op den derden tocht, door de onzen onder-
nomen om langs de Noord China to bereiken, Japan
en Indië, ditmaal door een smal’deel ‘der stedelijke
regeeking van Amsterdâm en wel op 17 Juni 1596,
nadat 8 dagen te voren het Beren-eiland, juist be-
noorden Noorwegen gelegen, door dezelf’den was ont-
dekt. De hoofdleiders waren de gezagvoerder Jan
Oornelisz. Rijp en de bekende Willem Barentsz, af-
komstig van Terschelling, als stuurman. Zij zijn het
ook, ‘die het eiland gedoopt hebben; zij kozen den

sedert overal in gebruik genomen en gebleveii naam,
omdat zij ,,non autre que monts et montagnes aigues”
zagen, zooals het heet in het wereldberoemd geworden
boekje van den geleerden Hessel Gerritsz, dat in

640

ECONOMISCH3TATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

1613 verscheen ter ‘bepleiting van de H’ollandsche

rechten tegenover Engelsche beweringen. Terwijl Rijp

met zijn schip onder ide kusten van Spitsbergen bleef,

het land verkeiide en het een eiland bevond te zijn,
overwinterde Barentsz met Heemskerk op Nova

Zenabla; hij verloor op de terugreis in een open boot
het leven.

Benut werd de ontdekking het eerst door Engel-

scdaein, ni. door de Britsche Moscovisehe Maatschappij,

die evenals wij handel dreef en nederzettingen had
op de Russische noordkust, en voorts door voor eigen

rekening varende vissehers uit Ruil. Gezamenlijk

werd ni. sedert 1611 onder de Spitsbergen’sche kust

gevischt op walvisschen, en daartoe ook op het eiland
geland.

Dadelijk werd dit voorbeeld gevolgd door Neder-

landers en Basken, welke laatsten in de ‘harp’oenee-

ring toen meer dan wij of de Britten ‘bedreven waren.
De laatsten verzetten zich tegen deze mededinging,
bewerende idat Spitsbergen reeds in 1573 door hun

landgenoot Hugo Willoughby zou zijn ontdekt en dat

hun ‘koning recht zou •hebben op al het land in de
IJszee. Doch Hessel Gerritsz, bewees, dat Willou’g.h’by’s
ontdekking blijkens diens beschrijving en plaatsbe-
paling n’ooit Spitsbergen kon geweest zijn en dat

‘s konings aanspraak reeds daardoor ongeldig was,

dat die dan ook, Groenland en tIJsl’and zou insluiten,
welke nog veel ‘dichter bij Engeland waren gelegen en

toch behoorden aan de Noordsche Kroon. Dadelijk en
altijd ‘hebben wij ons dan ook, volk en regeering, tegen

de Bri.tsohe aanspraken verzet, evenals tegen alle
andere, die op de heerschappij over Spits’bergen be-‘

trekking hebben; het werd nog dezer dagen in het
Britsehe Parlement erkend.
1)

Daar eenige onzer schepen en hun vangst door de
Engelschen op Spitsbergen werdên in beslag geno-

men, sloeg men ten onzent den weg van eenheid in,
op het voetspoor onzer Oost- en West_Indische Oom-
pagnieën, en verkregen in 1614 Amsterdamsche ‘koop-

lieden, ten deele uit Antwerpen afkomstig, van de

Staten-Generaal octrooi voor den handel en de vi’sch-

vangst in de Noordelijke IJszee,- ‘overwegende, atzij
,,de allereersten waren, die zooverre om dé Noord
,,geeylt ‘hadden, alwaer nyt christenmenechen om-

,,trent hadden geweest”. Op grond van dit octrooi
werd de Noordsche Compag
n
i
e
gesticht, die op groote
schaal de vangst ondernam, gesteund werd door ge-

wapende oorlogsschepen van den staat,, ook tegen de

Duinkerker ‘kapers, somtijds tweehonderd vaarders
tegelijk onder de kust had liggen, een grooten bloei
heeft gekend en veel ,te machtig was
;
inzonderheid
door de beslisthej’d en den .onverschrokken aard der

opvarenden, om te wijken voor de onrechtmatige,
eischen der Britten of anderen. Daar ook de Staten-
Generaal die geduldig maar hardnekkig betwietten,
gaven de E’ngelsc’hen ‘hun verzet op en kwem een –

feitelijke schikking, tot stand, waarbij zij zich vestig-
den op de zuidwestelijke kust en w’ij ois samentrok-
ken op den nooniwesteljken ‘hoek. Die sohikking’werd
in 1627 ‘door ‘de Britsche regeering stilzwijgend er-

ken:d, gelijk kort geleden ‘bevestigd is door den groe-
ten Britschen deskundige Sir Martin’ Oonway’dn zijn
standaarciwerk No Maas La,nd’, dat door de Royal’
Geographjcal Society ‘als gezaghebbend is aangehaald,
i’n ‘haar pleidooi van 1917 voor Britsche in’bezi’t.
nem’iaig. –

Ok wordt volledig door hem toegegeven, .dat .’ de ontdekking door ,ons is, geschied, en ‘het beroep’ op
Hugo Willoughby ‘is thans ‘sedert lang ook ‘door Grôot-
Brittannië als een vergissing vaarwel gezegd.

Ook op ‘de oostkust en de zuidpunt van Spitbergen’
hebben wij nederzettingen gehad, waarvan’ de. bouw-
vallén nog zichtbaar zijn. Maar.
, geheel ‘Spitsbergn
heefl ‘hergens en nooit in het verleden een kolonie’
gezi’ch,
,
als door onze Noordsche
;
Compagnie
cm’
‘den

1)
[Hamsworth in het Lagerhuis
‘op 14-Mei j1.

‘Red]

noorclwestelijk.en hoek gevestigd is. Daar verrees in
1619 het dorp Smereinburg op ‘het Amsterdamsohe

Eiland, waar de traan werd gekookt uit het spek in
groote kostbare inrichtingen, pakhuizen werden opge-

richt en huisvestingen werden gebouwd, evenals win-
keltjes, kroegen, een bakkerij en in de eerste plaats
een kerk, alles ‘beschermd door twee forten en batte-

rijen. In den zomer heersch’te hier een ‘druk en opge-

wekt leven, gelijk oo’k blijkt uit de destijdsehe schilde-
rijen, die nu en dan nog in, ons vaderland ter veiling

komen. Des winters trok men zich meestal naar
Nederland terug; doch een paar malen is de proef

genomen met overwiutering door vrijwilligers, die de

wacht zouden houden op gebouwen, vangst en mate-riaal, ‘beren en walrussen zouden jagen, de eerste om
•de huiden, ‘de laatste ‘wegens het ivoor der tanden,

en :gebruiik ‘zouden maken van ‘het vroege voorjaar

om dan te visschen. Intussehen, na een welgeslaa
gde
eerste proef eindigde de’ tweede, ‘nooit ‘herhaalde,
met een jamm’erlijken doo’d. ‘Het dagverhaad, dat

plichtmatig en tot ‘dan laatsten snik is bijgehouden,
boezemt dan diepsten eerbied’
in
voor de volharding,
de plichtsvervalling, de godsvrucht en de trouw dezer
eenvoudige, pra.chtige voorvaderen, ‘die ons, inrzon’der-

heid thans, een lichtend voorbeeld zijn. ‘Scheurbuik,
de algemeene ziekte d’er schepelingen dier’ dagen, dis
in, ‘gebrek aan versch voedsel haar oorsprong vond en o.a. de Kaapkolonie heeft doen geboren worden, deed,
doordat de schuw geworden beren niet meer onder
schot kwamen en groenten toen niet gevonden wer-

den, ‘den een voor, •den ander na, sneven. ,,Maer zij
,,troosten malkanider, dat God haer groenten en ver-
,,versching wesen soude.” Langzamerhand waren zij

te zwak geworden om op te staan en vuur aan te

maken. ,,Wij bidden God met gevouwen ‘handen, dat
,,Hij ons uit deze benarde wereld verlossen wil. Wij

,,mochten het d’us niet langer houden zonder eten of
,,v-uur en wij kenden malkaader niet helpen; elk
,,moest zijn eigen last dragen.” Hier eindigt het dag’
boek.

Ook op Jan Mayen-eiland; juist benoorden Schot-
land gelegen, is door ons, met niet minder droevige
uitkomst ‘en uit denzeifden hoofde, overwiuterci. Ook

dit eiland is d’oor ous’on’tdekt en wel’ in 1614 in dienst
der Noor’dsche Co
,

mpagnie, «door Jan J’acobsz. May. In
gebruik genomen door de Delvenaars Kyen en Lever-
stem, die de zoogenaamde Kleine Noordsohe Corn-

pagnie vormden, er h’et wapen’ der Vereenigde Neder-
landen plan’titen en er twee forten en een batterij op-
richtten, heeft het een nog belangrijker Nederlandscbe
vestiging dan Smereniburg gedragen, die echter van

‘korten duur is géweest. Ook over d’i’t eiland’ moet
thans beslist worden.
Overrijk is onze vangst geiweest op beide’ eilanden
en schatten zijn hier verdiend, zoowel door reeders ‘als bemainaiing. Maar al zocht de Noordsche Oom-
pagnie; op het voetspoor der Oost- en’ der ‘West-
‘Indische; meer ‘haar voordeel in hooge prijzen’dan in grôoteaanvoeren, de drukke vangst verjo’eg tenslotte

de walvisschen van’ ‘Spitabeeâ; ‘schuw geworden,
trokken zij zich terug achter het ijs. ‘Wel gingen daar
particuliere Nedbrlaiiders hen opzoeken en nam het
‘-aantal walvischv,aar.ders, la’ugrzamërhand afkomstig

‘uit een aantal Neclerlandsc,he ‘havens, nog geweldig
-toe, doch’ Smeranburg werd reeds in 1650 verlaten

bevonden en alleen het kerkhof is er sedert onge-
schonden overgebleven.
Met ons ‘vertrokkeij, op den,zelfde.n grond, de andere
-op Spitsbergen ‘geviseht’hebbende volken. Het waren

behalve de Engelscheh, de Denen, die ‘hardnekkig
aanspraak gemaakt hebben ‘op de eilanden, omdat zij
die als een deel van Groènld beschouwden. Noch
.de Esigelschen, -noch wij hebbeis in die aanspraak boit
toegestemd’-. en ten slotte ‘hebbh wij hun “toegestaan’
‘te visschen op het. Robben-eilaind, naast Smerenburg
,gelegen, waar wij hen zelfs tegen de Engelschen be-

schermd hebben én de Harlingers de zoôgenaamde
Harlinger ‘Kookerij dan de oostzijde hebben – ‘opge-

9 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

641

richt.
1)
Ook de Franschen hebben onder Richelieu
gevaren op het zuiden van Spitsbergen en daarvoor octrôoi bezeten, dat echter door de onzen nutteloos
geaakt is; een eigen visscherij van beteekenis op
Spitsbergen hebben zij nooit bezeten en er zich na

1039 niet meer vertoond. –
WeTI zijn onze schepen, zelfs nog tot diep in de
XVIIIde eeuw, Spitsber’gen blijven aandoen, doch het

eiland ‘is na ongeveer 1650 door niemand moer be-
woond geworden, och gebruikt. Het scheen den

doodsslaap ‘te zijn, ingètreden.

Wetenschappelijke onderzoekingen ondernamen er

dan de Zweden, eerst in 1758, toen in 1837, vervolgens
in 1858 en daarna öp kleinere schaal zeer herhaal-
delijk. Evenzeer Franschen, Noren, Duitsohers en
Oostenrijkers.

Toen nu •groote steenkool-beddingen er gevonden werdén, uitmuntend ijzererts, koper, marmer en zelfs
goud, benevens uitgebreide lagen phosphoriet, ge-

schikt voor de bereiding van mestetof, bleek de nood-zakelijkheid ‘der instelling eener overheid of der ver-

deeling onder verschillende staten. Daartob ‘kwamen
de belanghebbende mogendheden,, waaronder naast
Engeland, Noorwegen en Zweden, ook Rusland,
Duitschlan’d en wij optraden, te Chr’isti’ania op 14

Juni 1914 ‘te zamen. Maar men ging zes weken later

onverrichter zake uiteen (zie ons Orainjeboek van dat
jaar), met het plan om op 1 Februari 1915 weder
bijeen te komen, hetgeen echter door den inmiddels
uitgebroken oorlog verhinderd is. Intusschen hebben
zocwel Amerikanen als Engelschen er steenkolen-
mijnen &ntgonnen, clie hun in den oorlog groote dien.
sten hebben bewezen: Zweden hebben zich ook op dit
bedrijf geworpen en Noren hebbeit op het Beren-
eiland een inijnwerkersstad gebouwd, die herinnert
aan ons oude Smereniburg. Ook onze weroldfirma Wm.

H…MTiller & Co. heeft ‘waarUevlle belangen op het
eiland.

10 Januari 1917 nu richtte het Britsc.he Koninklijke
Aardrijkskundige Genootschap een verzoek tot zijn
regeerin,g om ,, de toekomst van Spitsbergen nog voor
,,den vrede .vast te stellen, in den vorm dien zij het
,,nuttigste zou achteji, ihetzij door de eilandengroep
,,onder ‘de souvereinirteit van Engeland te brengen, of
,dat gedeelte er van waarop door de Britsche annexatie

,,in de XVIIde eeuw de Engelschen een ‘beter histo-
,,risah recht dan eenige andere ‘natie kunnen doen
,,gelden.”

Zoodra dit schrijven openbaar was gemaakt, in Mei
1918, heb ik gemeend daaro’p de aandacht te moeten
vestigen van den voorzitter van ons Koninklijk Aard-
rij’kskundig Genootschap, den heer J. W. IJzerman, en

hem de vraag voorgelegd, of het niet zaak zou zijn
op te komen voor onze rechten. Diens antwoord, be-
v’esti’gd door het Bestuur, heeft toestemmend ‘geluid, een nader historisch onderzoek en de uitgave daarvan
zijn krachtens verzoek van het Bestuur door Dr. J.

0. Wieder ter iaid genomen ) en onze regeering
zal, naar verluidt, dit werk ter tafel brengen bij de
internationale conferentie, waaraan
zij
deel denkt te
nemen en waarin over het staatkundige lot van Spits-
bergen zal worden beslist.

Indien de historie pleit voor Engeland, dan met nog sterker stem voor ons; aan ons is de ‘grootste
nederzetting te danken, Smerenburg, en wij zijn de
onbetwiste ontdekkers. Wij plantten er het eerst ons
wapen’bord, nl. door Willem Barentsz. op 21 Juni
1596, gelijk Sir Martin Conway in zijn bovengemeld
werk eerlijk vermeldt.

Nooit hebben wij er, onze rechten prijsgegeven,
nooit die van anderen erkend. Hebben wij het eiland
verlaten, evenzeer de anderen.

Dat Spitsbergen thans weder waarde hef’t, bewij-

Op Ameland ziet men nog heden walvischribben ge-
bruikt voor afscheidingen der weiden en tuinen.
[Naar de lezer weet is, dit werk tot titel dragende ,,The
Dutch discovery and mapping öf Spi’tsbergen
(1596-1829)”
inmiddels verschenen. – Bed.]

zen :de: ontginningen der jongste jaren en de wed-

loop naar de heerschappij. Buitendien kunnen de wal-

visschen terugkomen, en wat die aan waarde kunnen

vertegenwoordigen, geven de Falkiand- en omliggende
eilanden te aansc!houwen, die tegenwoordig. niet min-

der dan zestien miJlioen gulden uit de vangst halen.

Daaren’boven, wat heden een lastpost schijnt, blijkt
morgen waardevol. Curaçao hield nog slechts koit

geleden jaarlijks een aanzienlijke bate in
zijn
schat-
kist over ten’gvolge der ontginning van zijn phos-
phaat en belooft
bij
zuinig beheer weder op eigen
,beenen te kunnen staan. Onze Goudkust, die
wij
in
1871 aan Engeland te .kwader ure afstonden en die

ons toen anderhalve ton per jaar kostte en de ge-
zondheid van onze ambtenaren, is nu een welvarende

kolonie geworden, die op eigen wieken drijft, dank

zij den grootscheepschen verbouw van cacao, welke

haar tot de tweede cacao-voortbrengster maakt van
de wereld; dank zij de demping van moerassen en
poelen ‘heeft
zij
haar ongezond klimaat grootendeels
afgeschud. De rijkdom van Zeeland is langen
tijd
op.
gebouwd geworden door Suriname. Ons ‘thans kwij-
nende St. Eustatius heette vanwege zijn rijkdom tij-

dens den Amerikaanschen vrijheidsoo.rlog ,,the Golden
Rock”. De Kaapkolonie heeft ons wel altijd geld ge-
kost, maar werd van onschatbare ‘beteekenis voor het
Nederlandsche ras. Zelfs de barre woestijn, die

Duitsch Zuid-West Afrika vcirmt, ‘begon voor wei-

nige jaren diamanten ‘te leveren, die aan de ‘delvende
maatschappijen en de ‘schatkist jaarlijks tienmaal en meer nog van het werkkapitaal aan winsten opgele-

elvd hebben. Zelfs kan landge}yied nuttig en begee-
renswaard zijn, al kost het geld. De Oongostaat heeft
jarenlang gedreigd Koning Leopold II te ruïneeren

en is van overgroote waarde ‘geworden voor diens

rijk; – dat wij niet voor onze historische rechten
aldaar ‘zijn opgek(>men, noch voor de aanspraken, die
onze toen ‘daar overwegende handel ons gaven op de

souvereiniteit, heeft in den vreemde verbazing ge-
wekt, waar daarin een teeken werd gezien van gebrek
aan nationale levenskracht en ondernemingsgeest.

Zelfs als ruilmiddel zou Spitsbergen waarde voor ons
hebben. Zou niet ons Marine-personeel met beide han-
den de gelegenheid aangrjpen om daar ons land te
dienen?

Zietclaar eenige redenen, waarom voor onze aan-spraken dient opgekomen en waarom, vergis ik mij
niet, ons Aar’drijkskundig Genootschap wel heeft ge-
daan zich itot onze Regeering te richten.

H. os
WARSSEL. VAN C1,qGELSHOUCK.
Boekarest, 16 Juni 1919.

DE VER G4DERING DER NEDERLANDSCHE
JURISTEN-VEREENIGINO.

Op 27 en 28 Juni jl. heeft de vergadering der Ne-derlandsche Juris’ten-Vereeniging plaats gehad, al-
waar de praeadviezen besproken zijn, welke in een
vorig nummer van dit blad
1)
zijn behandeld. Na
het schrijven van dat opstel is nog het tweede prae-
advies over de arbitrage verschenen van de hand van
Mr. C. W. Sbheemen, rechter in de Arrondissements-
Rechtbank te Leeuwarden. Over het andere onder-worp betreffende de crisiswetgeving was eveneens
een tweede p’raeadvies toegezegd, maar de praeadvi-
seur heeft de vergadering moeten teleurstellen, zocvdat
het ‘advies van Mr. van Beresteyn voor dat onder-
werp alleen tot voorlichting strekte.

Laten wij eerst nog het geschrift van Mr. Sthee-
man ‘bespreken. Uit het zeer lijvige, 200 bladzijden
tellende advies hooren wij, een geheel anderen toon
‘dan klonk uit het opstal van Mr. Nolen en wij wor-
den in een andere richting gedrongen, dan waarin de
door het bestuur gestelde vraag ons gevoerd had.
Hieruit toch viel op te maken, dat een onderzoek ge-
1).
Pag. 572,

.642

ECONOMISCH-STAT
t
ISTISCHE ‘BERICHTEN

9 Juli 1919

wen’seht wurd naar de wijzigingen, welke dooi de uit-

hredin van ‘de vaste seheidsgerech’ten in het Wet-

boek van Burgerlijke Rechtsvorderi.ng n’oodig zijn,
‘opdat deze gerechten nog beter aan hun ‘doel zullen
kunnen beantwoorden. Aldus heeft ook Mr. Nolen

de vraag ‘opgevat en hij gebruikt slechts betrekkelijk

weinige ‘bladzijden om het ‘bestaansrecht dezer wijze
van arbitrage te verdedigen. Het grootste gedeelte

van zijn advies behandelt de werking daarvan, de

moeilijkheden, welke ‘door’ de tegenwoordige wette-

lijke bepalingen ondervonden worden en de m.idde-

‘len, waardoor daarin verbetering ‘kan worden ge-
bracht.

In Mr. Stheeman heeft het vaste schei’dsgerecht een

even onverzoenlijken bestrijder gevonden, als in Mr.

Noieia een vurigen voorstander. Meer dan drievierde

van zijn ops’tel strekt om aan te ‘toonen, dat wij ons
met moeten veriheu’gen in ‘de ‘ontwikkeling van dit
instituut en zijn voorstellen van wijzigingen hebben

de strekking, niet om te komen tot eene breederé ont-

plooiing, veeleer om te geraken ‘tot eene algeheele
verstikking ‘van de vaste schei’dsgerezhten.

Een kort overziedat van zijn ‘betoog moge dit nader

toelichten. Mr. Stheeman erkent, dat deze ‘aibitragé

ontstaan is door de gebreken en achterlijkheid van onze
wetgeving, in ‘het bijzonder ‘van ons procesrecht, waar-t
‘door de handel gezocht heeft naar nieuwe wegen en zich

op de bekende wijze geholpen heeft: Waar de praeadvi_

seur tegen dit hulpmiddel d’e ernstigste bezwaren heeft:
wil hij dit niet verder ontwikkelen, maar de oorzaak

van het ‘kwaad wegnemen en alle krachten ‘doen wij-

den aan ‘de verbetering ‘in ‘de eerste plaats van het
procesrecht. is ‘dit practisch ‘gezien? Daargelaten dat

in de tegenwoordige. omstandigheden een Verbetering
van ons procesrecht in de eerste
tijden
niet ‘te ver-
wachten is, zou hij ‘bereiken, wat
hij
‘beoogt, wanneer
plotseling vele van de aan ons pr,ocesrecht klevende

gebreken ‘zouden zijn weggenomen? Zou dan de han-
del dadelijk den ingeslagen weg verlaten en zich met

vol vertrouwen weder aan de rechterlijke macht over-‘

geven? Een’ ‘dergelijke loop van zaken is niet te den-
ken. Prof. Paul Scholten wees er in de vergadering

zoo ‘terecht op, da’t de hoofdreden, waarom de ‘handel.

zich aan het gemeene recht heeft onttrokken, gebrek,
aan vertrouwen is. Dit vertrouwen wordt niet bij too-

verslag teruggewonnen, ‘ook niet door het ‘aanbrengen
van wettelijke wijzigingen. Het vertrouwen, aan d
rechterlijke macht ontvallen, is op ‘de arbiters overge-
,gaan en zoolang dezen het behouden, zal de handel’geen
reden zien om van koers
te
veranderen. Hebben dezen
het vertrouwen nog; heeft de handel geen berouw van
de wijze, waarop hij zich geholpen heeft, is men te.vre-
den over de werking der va.ste scheidsgerechten? Op
‘deze vragen moet het ‘antwoord gezocht worden en
het is naar mijn meening de fout van Mr. Stheeman,
‘dat hij naar de beantwoording ‘daarvan ‘niet op de
juiste plaats heeft gezocht.

Leest ‘men het praeadvies, dan krijgt men den in-druk, dat in de meeste gevallen een der partijen ge-
bukt gaat o,n’der ‘haar verplichting zich aan het sc4heids-
gerecht te moeten onderwerpen, dat men tot deze
verplichting tegen zijn wil gebracht wordt en dat
een zeer groot ‘deel der belanghebbenden gebaat zal
zijn, wanneer verplicht wordt voorgeschreven, dat

naast het pactum ‘de compromitten’do, d.i. de verplich-
ting om eventueele geschillen aan arbitrage ‘te onder-
werpen, bij. het ‘ontstaan van het geschil nog een,
schriftelijk compromis moet worden gesloten, zood’at,
wanneer een der partijen ‘dit weigert, aan het vooraf-
gaande pactum geen gevolg kan worden gegeven’.

Waaruit leidt Mr. Stheeman de bezwaren van de
betrokkenen tegen de berechting door
,
, vaste scheids-.
gerechten af? Uit de vele processen, die naar aanlei-
ding van de beslissing van scheidslieden ontstaan zijn en waarin meest de in het ongelijk gestelde partij zich
aan ‘die beslissing tracht te
:
onttrekken ‘of uit die pro-
cessen, waarin door een der partijen de bevoegdheid

van, ‘het schei’dsgerecht wordt.ontkend. Bewijstd’it.iets?

In de vergadering werd opgemerkt, dat wanneer Mr.

Stheem’an een bewijs wilde ontleenen aan de tientallen
gevallen, waarin oppostie werd gevoerd, hij daarnaast

moest stellen de vele ‘duizenden gevallen, waarin dit
niet is geschied. Maar er is meer. Bewij’st verzet tegen

een uitspraak door de in ‘het ongelijk gestelde partij
iets.’tegen de uitspraak zelf? Denkt ‘men, ‘dat wanneer

de berechting in eersten aanleg op de ‘best’mogelijke

wijze zal zijn geregeld, een in het ‘ongelijk gestelde

partij minder spoedig in ‘beroep zal gaan, wanneer dit

h’aar open staat? Dein het ongelijk gestelde partij ach’t

zich altijd verongelijkt en zal trachten een voor haar

gelukkiger ‘beslissing uit te lokken, wanneer dit ‘haar

mogelijk is. Van een vonnis van den gewonien rechter
gaat zij in beroep; op beslissingen van scheidslieden

staat i’n het a.gemeen geen beroep open: zij zoekt haar

redding du’s elders en trac’ht de bevoegdheid van ‘de

arbiters te betwisten. Evenmin als Mr. Sbheeman in
de tallooze appels van den gewonen rechter een argu-

ment ‘zal zien ‘tegen de rechtspraak van den rechter
iii eersten aanleg, evenmin mag ‘hij aan de pogingen

van de door arbiters in het ongelijk ‘gesteiden om aan

hun veroordeeling te ontkomen gronden onitlee’nen om
to concludeeren tot ‘een bestaande ontevredenheid over
de uitspraken der vaste scbeidsgerechten.

Ook het inroepen van de onbevoegdhei’d, nog voor
ai’biter’s beslist hebben, bewijst niets. Het ‘behoeft geen
nader betoog, dat men met chicanes en niet ontvan-

kelijkheden verder komt bij, den gewcoaen rechter dan
bij arbiters. Dit is geen grief tegen de rechterlijke

macht, ‘het is eenvou’dig een grief ‘tegen ons proces-
recht, welke grief mede zeer krachtig tot de ontwik-

keling der arbitrage heeft bijgedragen. ‘Een partij dus,
die zich zwak gevoelt, zal, liever voor den. gewone,n
rechter dan v’oor arbiters ‘willen procedeeren; bij ‘den
eerste zal haar rkken, uitstellen beter gelukken, zal

zij grooter voordeel hebben van processueele fouten

van h’aar wederpartij; in ‘het kort zal zij ‘grooter kans
hebben aan een veroordeeling te ontsnappen. Geen
wonder ‘dus, dat zij ‘beproeft ‘de bevoegdheid van

het scheidsgerecht te ‘betwisten, ‘ofschoon zij zich

vroeger verbonden heeft een dergelijk geschil, wan-
neer het mocht opkomen, aan het ‘oordeel van ‘arbitérs

te zullen onderwerpen. Maa’r,, zegt Mr. Stheeman,
thans wil zij niet meer, thans wordt
zij
‘dus tegen haar
wil aan h’aar wettelijken rechter onttrokken. Op dit

punt ‘heeft gelukkig de prea’dviseur geen steun, ge-vonden. Het is dan ook moeilijk in te ziën waarom,
waar de wet het pactum de compro’mittendo toelaat,
geen gevolg zou worden gegeven aan een in volle vrij-

heid en met volle kennis van zaken gegeven toestem-
m’ing, ‘dat men e’ven’tueele nader omschreven geschillen
aan arbitrage zal onderwerpen. En dit zou geschieden,
indien men nog een compromis eischt, wanneer het

geschil is ontstaan. Door eenvou’cltg te, weigeren tot
het compromis mede te werken, zou arbitrage on.mo-
gelijk zijn en zou aan de voormelde overeenkomst
geenenlei’ gevolg kunnen wordeal gegeven. Een pactum
de compromittendo zou dan alle reden van bestaan
missen en niet ten onrechte zeide Mr. Limburg ‘dat,
wanneer ‘deze eisch van nog een afzonderlijk compro-

mis werd gesteld, hiermede aan de vaste scheidsge-rechten het l’eveiï zou worden onmogelijk gemaakt,
hun, zooals ‘hij het iiitd±rukte, de hals zou worden om-,
gedraaid. ‘

Maar, en hier raakt Mr. Stheeman aan een heel be-
langrijk punt, wo’rdt in volle vrijheid en met volle
kennis van ‘zaken de beslissing over toekomstige ge-
schillen aan het oordeel van een vast scheidsgerecht
onderworpen over welks samenstelling men meest
gech zeggingsehap heeft? Men wordt lid van een ver-
eeniging, in welker statuten verplichte arbitrage is
voorgeschreven; men is echter gedwongen lid ‘te wor-
den, omdat men slechts ‘daardoor van alle voor de uitoefening van ‘het betreffende bedrijf onmisbare
hulpmiddelen ‘kan gebruik maken. Is er dan vrijheid;

9 Juli 1919

ECONOMISCHSTATISTIS

BERICHTEN

643

wenscht men zich clan aan dan gewronen reediter te

onttrekken? Mr. Stheeniaa ontkent dit en hiernerle
beweegt hij zich op het zuiver individualistische

standpunt. Hier gevoelt men, dat hij niet in osimid-
(lollijk contact met den handel is geweest, maar te

theoretisch, te voel
01)
de stucleewkamei dit betoog

liecf t uitgewerkt.

Op dc strenge reghemcntecr i ng, op liet gildewezou
is liet ongebreidelde itidividualisme gevolgd. Een

strijd vnu allen togen allen, concurrentie zonder be-

)erklng, absolute vrijheid Van iOdCL’ om te (ban wat

hem lust. 1]Iicrin ‘werd de hoogste wijsheid gevon-
den. Langzamërhand kwamen andere inzichten

op. i)c oorlog leerde verder ook hier veel en bracht
grootc verandcriingen. Niet in oiigobredeide cosieur-
rontie, maar in beperking daarvan, niet in indivi’clu.a-

listische vrijheid, maar in een onderlinge regeling
en afspraak, in leperking van vrijheid dus werd

grooter voordeel geaien.
Allen in ccii bedrijf vereenigden zich, bespraken

dc onderlinge belangen, de gemeenschappelijke fou.-
ten en zij gevoelden, dat juist die vrijheid, juist die

concurrentie hun onnoemehij’ke schade aanhracJht. Niet
in de beperking van hun eigen vrijheid, maar in de
daarmede gepaard gaande beperking van de vrijheid

der anderen zag ieder zijn voordeel. Vandaar de han-
(lohsvoorwaarden, genieenscliappelijke prijzen, gelijke

condities iran levering en betaling, welke in de door
Mr. Nolen genoemde diandeiswebboekjes der verschil-

lende bedrijven uitdrukking hdbben gevonden. Maar
wanneer ‘kan liet hiermede beoogde voordeel slechts
bereikt worden
Taji.neer

allen mededoon, wanneer

allen gebonden zijn; wanneer men niet door eigen ge-

hondonlieid de concurrentie van hen, die zich ont-
houden hebben, des te meer moet vreezen. En dozen
hebben zich onthouden veelal juist met het oogmerk
om door de gebondenheid der anderen een onverdiend

en ongereclitvaardigd voordeel te genieten. Is het dan
vonder, dat uien zich ‘daartegen wapent. Dat men

aan het lid zijn der vereeniging voordeelen tracht •te

verbinden, welke het aan vakgenooten bijna onmoge-
lijk maakt zich buiten het vereenigingsverhand te

honden; .dat men door boycot of welke andere middelen
er voor zorgt de meest zeer geringe minderheid te
leiden in de door de overgroote meerderheid ge-

wcnschtc richting; dat men er tegen waakt, dat

door (le meest kwaadwillige tegenweiiking van enke-
len, dat, wat door de meesten als nuttig en noodig
wordt geoordeeld, onmogelijk wordt gemaakt. Wij
leven in een tijd, waarin meer dan vroeger het mdi-
vidii wijkt voor de gemeenschap. Over deze strooming

vinden wij in het praeadvies ‘geen woord en toch is
ook de ontwikkeling van ‘de vaste scheidsgerechtcn
vooi een niet gering deel te- danlcn aan deze stroo-
ming van meerdere samenwerking in den handel en
naast afspraken over prijszettiiig, over condities, over

wijze van betaling, vinden wij
01)
éôn lijn daarmede

afspraken over verplichte scheidsrechterhijke ‘beslis-
singen van geschillen, afspraken, welke uit gelijke

overwegingen zijn voortgesproten.

Zijn ook hier geen verkeerde uitwassen ont-
stnan? Ongetwijfeld, maar de praeadviseur begaat

naar mijne meening de fout, dat hij te veel daaraan,
te weinig aan de normale gevallen zijn aandacht wijdt.
Over de regelingen van de Binnenian’dsche Beurt-
vaart zullen velen even slecht als hij te spreken zijn,
die overigens ‘de nieuwe strooming in-den handel warm

zijn toegedaan. Maar hier zijn de omstandigheden ook
gebeel anders. Eenzijdig worden zeer rigoureuze ‘bepa-

lingen vastgesteld en de andere partij, het •publ.iek, is
niet alleen gedwongen deze aan te nemen, maar is
veelal van de bepalingen zelf in ‘het geheel niet op
de hoogte. Door een verwijzing op den vracilstbrief naar
niet daarbij overgelegde voorwaarden is de gebruiker
van dien vracditbrief daaraan gebonden. Een dezer
voorwaarden is de verplichte arbitrage. Als Mr.
Stheeman er op wijst, dat hier de vraag gesteld

mag wordien of de partij vrijwillig afstand

heeft gedaan van een beroep -op haar gowonen

rechter, -of zij zelfs wel afstan’d er van heeft gedaan,

dan is date vraag ‘hier meer 1gerechtvaardigd dan in
de normale gevallen, waar de han’delsv-oorwaarden gel-
den tussc-hen de leden eener vereewiging, allen vak-

genooten, die volkomen van alle ‘bijzonderheden op de

hoogte zijn. Maar daatom mag dan ook uit de rege-
ling voor de beu rtvaar-t geen algemeene consequentie
getrokken worden. liet vraagstuk is hier trouwens

con geheel ader en beperkt zich niét tot de clausule

over verp] ic-Irte arbitrage. Hoover gaat de ver-

bindbaarhei’d van die vele bepalingen, die niet op do

contracten zelf voorkomen, maar waarnaar daarin
-rerwrezdn wrordt, zonder da-t dus de contractant deze

condities voor zich heeft? Deze -zijn dan opgenomen

in reglementen of statuten en al zal wellicht een zeer

voorzichtig contractant eerst inzage daarvan verlan-
gen alvorens te teekenen, het meerendeel bemerkt
niet, ‘da-t het contract -niet alles inhoudt, ‘of neemt
niet de moeite zich nader te doen inlichten. Zoo is

de practijk en een bespreking van ‘de al of niet ver-
bindhaarheid ‘dezer zoogenaamde contrats d’adhô-

sion zou een nieuwe vergadering van de Juristen-
Vereeniging kunnen vullen, maar -de hierhij opko-

mende vragen betreffen niet in het bijzonder de arhi-
trabe clausule, maar gelden voor alle condities, welke

daarin zijn opgenomen.

Naast de bezwaren tegen het sluiten van een pac-

tom de compronii-ttend-o op de wijze, uooais dat tegen-
woor-dig in den handel geschiedt, -bestrijdt de praead-
viseur ook de scheidegerechten zelf. Hij betoogt, dat
een koopman, die beslissingen moet geven, welke even-
tueel voor hem zelf later van -belang kunnen zijn, niet

oniyartijdig kan
zijn.
Hier is het -moeilijk -debatteeren.

In mijn vorig opstel vermeldde ik reed-s, ‘dat mijn

persoonlijke -oriderv-indirig hij een scheidsgerecl’t,
waarvan ik eenigen tij-d heb deel uitgemaakt, een ge-heel andere is. En de handel schijnt van hetzelfde ge-

voelen te zijn, w’ant niet alleen vorden uit die krin-
gen schier nimmer klachten daaromtrent vernomen,
-dc mededeeling van dcii praeadviseur Nolen in de
vergadering, dat er nog verschillende nieuwe seheids-
gerechten op kom-st zijn, bewijst -oolk, dat men voor

partijdigheid van arbiters niet bevreesd is. Wa-nt
niets zou een vast scheidsgerecht zoo snel den dood-

steek geven el-s wantrouwen in de onp-artijdigheid.
Nog sneller, dan wanneer voor elke zaak een afzon-

derlijk compromis werd geëiseht!

De vergadering, erkennende de verdiensten van
liet geschrift iran Mr. Stheeman, schaarde zich -ge-

lukkig niet aan zijne zijde. Slechts van één mocht hij

vollen bijval ondervinden, van den nestor onzer juris-
ten, van Mr. J. A. Levy, maar de -andere sprekers, in
liet bijzonder Prof. Scholtpn, Mrs. Limburg en
Tjee-n’k Willink verdedigden -krachtig liet bestaans-
recht der moderne sehcidsgcrechten. Als belangrijk-st
resultaat van -de vergadering mag ‘dan ook worden be-
sehouwd, ‘dat de overgroote -meerderheid -besliste, dat
ook in liet vervolg een. afzonderlijk compromis voor

elke -zaak niet nood-ig is, wanneer partijen tevoren
omtrent arbitrage zijn overeengekomen. Daarnaast

ging de -stroomi-ng echter in het eischen van moer-
dcie waarborgen. Belangrijke beschouwingen werden
-gewijd aan het toezicht v-an de rechterlijke macht,
hetzij direct van den Hoogen Raad, hetzij eerst van
de lagere colleges, op de uitspraken van de -seheids-

gerechten, in liet -bijzonder voor zoover daarbij zou
roi
,
den afgeweken van wettelijke bepalingen, die als
dwingend recht zijn voorgeschreven en die de open-

-hare orde raken. Een zeer

besliste uitspraak werd

niet gegeven. Met een kleine meerderheid wer;d be-
slist, d-at scheidslieden gebonden zullen zijn aan pro-
eessueebe voorschriften, de openbare -orde betreffende,
zooal-s die, welke voorschrijven, welke personen ‘al of
niet als getuigen mogen worden gehoord, terwijl een
even kleine meerderheid besliste, dat de arbiters voor

644

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

de toepassing van het ‘m’aterieele recht zich naar

andere regels mogen richten, dan die, welke voor den
rechter gelden. Door een niet gelukkige formuleering

van de vraagpunten betreffende het hoog’er beroep
werd slechts uitgemaakt, dat van arh.itrale beslissingen

hooger ‘beroep behoort te worden opengesteld. Ontkend

werd, dat beroep op den gewonen rechter aldus dwin-gen’d moet zijn voorgeschreven, dat daarvan niet zou
mogen worden afgeweken en eveneens werd afgewe-

zen de verplichting om dat beroep te brengen bij an-
dere scheidsljeden. Niet werd beslist of beroep mag

worden uitgesloten en indien dit niet zal zijn toege-

laten, bij wien het lberoep moet worden gebracht, in-dien daaromtrent niets is overeengekomen.

Het toezicht van de reahteirljke macht
01)
dc
scheidsrechterlijike uitspreken werd in zooverre er-

kend, dat aan haar de bevoegdheid moet worden gege-

ven om dergelijke uitspraken te vernietigen, welke in

strijd met de openbare orde of de goede zeden zijn.

Ten slotte ging de vergadering mede met het denk-

beeld van Mr. Nolen, dat liet gewenscht is een afzon-
derlijke regeling te maken voor de vaste scheidsge-
rechten. Die regeling zal onder meer behoorea te

bevatten waarborgen voor een deugdelijke samenstel-

ling dier gerechten en de bevoegdheid om zelf over
een opgewolrpe.n wraking te beslissen, waardoor aan

de tegenwoordig bestaande wrakinigsellende, waarover
in het vorig opstel gehandeld is, een einde zal worden

gemaakt. De genomen beslissingen hebben alle de

strekking om een gezonde ontwikkeling van de vaste
soheidsgerechten te bevorderen en de handel, welke
zijn liefde aan dit instituut heeft verpand, mag over
de uitspraak der Nederlandscihe juristen voldaan zijn.

Het was mij onmogelijk den tweeden dag tegen-

woordig te zijn, waarop de cr.isiswetgeving besproken
werd. Uit den aard gingen do sprekers hier moer
langs elkander heen en zocht elk één of moer liaht-punten in den voorbijgeganen wetgevenden arbeid.
Zoo wees Mr. M. Pol.ak er op, dat de beurswet en de

uitstelwet goed gewerkt hebben. Een gemakkelijker
wijze van surseance van betaling, waardoor in vele
gevallen faillissement zonder schade voor de creditea-

ren kan worden vermeden, zal ook in de toekomst in
norma]e
tijden
nuttig kunnen werken.

Mr. J. P. Feckema Andreae wees op de nood’bosch-

wet, op de wet betreffende den zomertijd, op de
oorlogszeeongevallenwet en op de woninignoodwet,
waâri’n ook voor de toekomst blijvende deginselen lig-
gen opgesloten. De nieuwigheden in de onteigenings-
wet werden verschillend beoordeeld, zooals ook de
bestaande onrteigeiiingspractijk verdediging en bestrij-
ding ondervond. Ailgemeen werd wat op strafrecht-

gebied gepresteerd was tijdens de crisis, afgekeurd.

Bij de stemming over de v’raa.gpunten werd alge-
meen afgewezen behoud van de tijdens de crisis
ontstane delegatie van wetgeving op lagere organen
of particulieren. Evenmin wenachte men verdere

beperking van arbeids-, verkeers- en persoonlijke vrij-
heid. Daarentegen achtte men gewenschit behoud van
het ‘toezicht op het binnenkomen en verblijf van
vreemdelingen, van de uitbreiding der onteigonings-
bevoegdheid, van de nadere regeling der schadever-
goeding en van de vereenvoudiging der onteigenings-
procedure. Evenzoo sprak men zich uit voor hand-
having van de maatregelen ter voorkoming van
executies en faillissementen.

Bevestigend werden nog de beide laatste yragon
beantwoord, welke aldus waren gesteld: behoort er
hij ‘het troffen van wettelijke regelingen naar te wor-
den gestreefd d.e sanctie minder te zoeken in straf-
rechterlijke voomchriften, dan in maatregelen van

bedrijfsbeperking en andere ‘maatregelen van •econo-
mischen aard onder voldoende waarborgen wat be-
treft rechtszekerheid en rechtspleging en verdient
liet aanbeveling, reeds in normale tijden wettelijke
regelingen te treffen nopens bijzondere bevoegdheden
van het burgerlijk gezag voor buitengewone omstan-

digheden naar analgie van hetgeen de wet van 1899

vÖo ‘het ‘militair gezag heeft bepaald?

Laat ik ten slotte besluiten met ‘de vermelding, dat

de vergadering door den voorzier Prof. Mr. W. van
dci Viu,gt geopend werd met een belangwekkende, als
altijd keurig verzorgde rede over de verhouding tus-
sohon recht en macht.
RIBBIUs.

FEDERATIE VAN NEDERLANDSCHE KAMERS

VAN KOOPHANDEL BUITEN NEDERT1AND.

In cle jongste samenkomst van afgevaapdigdci van

Nederiandche Kamers van, Koophandel buiten Ne-
derland,
0
1)
Zondag 29 Juni 1919 te Arnhem gehon-

dien, is – op mijn voorstel – bes]oten de vraag in
studie to nemen, in hoeverre het mogelijk is door
federatie de moeilijkheden te overwinnen waarmede

enkele dezer corporaties in het land harer vestiging

te kampen licibben, zonder afstand te doen van haar

zoozeer gewaardeerde positie van onafhankelijkhejü.

Deze lichamen toch hebben alle hun ontstaan te
danken aan het persoonlijk initiatief, doch in hun

samenstelling en hun verhouding tot de verschillende
autoriteiten, zoowel binnen als buiten Nederland, is
de grootste vensdliaidenihejjd waar te nemen. Terwijl

de Kamers te Londen, Parijs en Brussel geheel drijven
op de werkkracht van bij den handel betrokken per-

sonen ter plaatse, ijs de Kamer voor Australasia in de
eerste plaats samengesteld uit de consulaire vertegen-
woordigers voor Ned er] and op het Australische

continen;t, waaraan personen uit de handel skringen
ter plaatse zijn toegevoegd, voornamelijk ter voorlich-

ting en advies. Daarnaast staat de Organisatie van de

Kamers van Koophandel voor Duitschland, deels
geves.tigd in Nederland, deels te Berlijn, met vertak-

kingen in Düsseldorf, Dortmun,d en Frankforrt, die
haar secretariaat heeft to Amsterdam, terwijl de
Voorzitter zetelt te ‘s-Gi’aveahage. Grooter verschei-denheid in organisatie is haast niet denkbaar.

Bij ‘iiie heeft zich ongeveer dezelfde wording-

geschiedenis afgespeeld. Geboren uit het persoonlijk
initiatief, ondervond ieder harer de bezwaren, Ver7

bonden aan een zelfstandig bestaan zonder volcioenje
fiinancieelo hulpmiddelen. In de eerste phase harer

ontwik-kelin.g werd dan ook, als ‘t ware vanzelf, de
blik gericht tot de Ned.erlandsche Regeering teneinde
subsidie te erlangen ter tegemoetkoming in de gelde-
lijke behoeften. Gelukkig voor haar verdere ontwik-
keling heeft het gezamenlijk overleg aan die verlei-
ding weerstand geboden. In 1905, dia de samenkomst dezer Kamers te Scheveningen, werd de wenschelijk-
heid eener subsidie-aanvrage uitvoerig besproken,

vooral op voorstel der jongere Kamers, voor wie de
strijd om het bestaan nog •het moeilijkst was. Het

gemeenschappelijk overleg leidde tot verwerping van liet voorstel om subsidie aan te vragen. Zulk een aan-
vrage moest onvermijdelijk met zich ‘brengen het

opofferen van oafhankeljkheid en het is juist het
onafhankelijke karakter, dat van deze KÊcmers haar
raison d’être en haar waarde vormt.

De geschiedenis heeft geleerd, dat het ‘besluit te
Scheveningen genomen, juist was. In de jongste
samenkomst te Arnhem kon met rechtmatige voldoe-
ning worden geconstateerd, dat voor de oudere
Kamers althans de periode van financieele zwakheid

was doorgeziekt en dat de meerdere bekendheid,
vooral gedurende den oorlog, het ledental dermate had
doen stijgen, dat het niet langer noodig was voor
fina’neieeie hu]p naar elders om te zien. Natuurlijk
neemt dit niet weg, dat voor bepaalde ‘doeleinden,
voor ,,research work” of ter bereikin’g van een zeker
doel subsidie kan worden gevraagd en verleend. Zulk
een subsidie neemt dan echter den vorm aan van
participatie door de Regeering in een bepaald werk, zooals zoo dikwijls plaats lieaft bij de Maatschappij
van Nijverheid.

Een tweede verschijnsel, dat zich bij alle Kamers
van den aanvang voor.ded, was, naast den wenscih tot

10
Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.

645

onafhankelijkheid, die tot erkenning door de N.edo.r-
landsdhe Regeering als een lidhaam, dat den Neder-

lanidscihen handel tot hulp en steun kan. zijn naast de

off ii,eele’vertegeniwooidiging van Nederland in den
r
ym
d.
e
. Bij alle uitte zidh
deze
wenrsnh in een

pogiig tot toenadering tot – en samenwerking met
– de Nederlaridsche consulaire vertegenwoordigers.

Zoo’ais hoven aarngedui cl, is drie samenwerking somtijds
van cle consulaire vertegen.woo rdigers uitgegaan. 1 ri

i)uitschiarnd en Zwitserland cii ook elders, heeft deze.
wenisch ei toe geleid de cornsulaare vertegenwoordigers

tot voorzitters der Kamers te benoemen.
Op welke ‘ïjse ‘de zucht tot samenwerking zich

helicihaamt, ‘hot feit, dat die gezocht wordt door. de
Kamers zelf, is een teeker,t van liet karakter, dat zij

richv.elf geven en dat ton grondslag ligt aan haar
vorming en orctrwikïkeli og. Een ‘zelfstairclige, uit hande-

laren voo.rtgekomn en op eigen krachten steimende
raad van bijstand, werkende tot vermeerdering van
.don Nederlandscihen handel in. hot buitenland met en
naast de. Nederlandache Regeering en haar officieele

organen en door haar erkend en gewaardeerd, ziedaar
hot doel waarnaar iedere .Kamet in het buitenland

streeft.
Bij ‘dien grondslag is de verscheidenheid van orga-

.n’isatie feitelijk bijzaak, zoo slechts aan het karakter
recht kan weder’varon. De moeilijkheid, die uich e,hter

voordoet bij déze organisaties, i de zwakheid van de
enkele Kamer in het buitenland tegenover de vreemde
omgeving en de vreemde Regeering bij dan geringen
politi.eken invloed, dien een klein land in den vreemde
kan uitoefenen. Het ligt in tden measchelijken aard
om met welwillende kleinachting neer te zien op wat
niet ‘groot is of wat geringen steun ontvangt van de
groo.ten der aarde. Als natuurlijk gevolg van de weinig

belangrijke positie, die ‘corn Nederlandsche Kamer van
Koophandel in don vreemde – voornamelijk in lan-
den van grooton omvang – bekleeden kan, deed zich
meer en meer ‘de noodzakelijkheid gevoelen aan steup.
Door so’mmigc, zooais de Kamerrs in de Vereeni.gde
Staten van ‘Noord-Amerika, werd deze steun gezocht
bij de handolsavoreld i.n den vreemde en kwam een
gemengde Kamer tot stand, bestaande uit leden, die
belang hadden bij Nederland en den Nederlandschen
handel, doch dikwijls uit een tegenover•gestel’d oog-
punt. Bij andere, zooais drie van Duitschiand, werd

steun gezocht in Nederland zelf en een organisatie
geschapen, die deels in Nederland, deels in D’uitsch-
land werkt. De Kamer te Parijs ging verder en sprak
van opname in het kader van Kamers van Koophandel
en Fabrieken in Nederlaind bij de voorgestelde wette-
lijke reorganisatie.
Aan den .wensoh tot erkenning trachtte de Rogeering
tegemoet te komen door, een poging tot direoté verte-
genwoordiging. Bij de totstandkoming van ‘de Corn-

‘missie voor de Economische Politiek werd aan de
Nederlandsche Kamers van Koophandel ‘buiten Neder-
land voorgesteld zich gemeenschappelijk in die Com-
missie te do.en vertegenwoordigen door een Neder-
lander, in Nederland woonachtig.
Deze eerste poging tot toenadering, die door de
Kamers zelf onvoldoende wordt geac’ht, doet eenigs-
zins denken aan den Nijverheidsraad waarbij, ter wille
van de coiitinuïteit, een permanente secretaris is be-
noemd, terwijl de leden wisselen evereeakomstig het
karakter der vraagstukken, die in den raad van tijd
tot tijd worden behandeld. Zooals door den Secretaris
van de Maatschappij varia Nijverheid werd aangeduid,
zou de gemeenschappelijke vertegiiwoo.rdiger de
de coninuïteit handhaven en voor de verschillende te

heb
an’deien vraagstukken telkenmale gebruik gemaakt
kunnen worden van in het buitenland verblijf hou-

den.de
handelaren-èxperts. Er is echter meer noodig. De toeneming in het aan-
tal ‘ van de Kamers, die nu verspreid zijn over ver-
schilieucle werelddeelen en een steeds toenemend ge-
bied ‘van de internationale handeiswereld hestrijken,
maakt het wernsohelijk, dat ‘onderling grooter voeling

wordt .geloud’soo’mogelijk om éônzelfde gedragslijn
te volgen en door ‘ samenwerking grooter gezag uit te

oefenen, teneinde datgene te ‘verkrijgen wat indivi-
dueel niet to bereiken valt. Het valt niet te onitken-

non, dat hij de ontyikkeling van. de haadelsorganisatie
in de laatste jaren de behoefte aan samenwerking an
particuliere en officieele zijde bijzonder op den voor

grond is getreden en dat, om erkenning te verkrijgen
van officieele zijde, het particulier initiabief onder-

]ringe aaneensiuit’ing noodzakelijk maakt. Het zou

.
echter te betreuren zijn, wanneer dat particulier
initiatief, nadat het zich indiiv’irdueel in zijn omge-

‘ving heeft weten te harn.dhaven, door samenwerking
zijn onafhankelijk Icarakter zou moeten verliezen, of

zijn in,’d.ivi’dualiteirt zou moeten inboeten. Juist dat
ijndj’vi’diieele in ieders ontwikkeling is een waarborg
oor het voldoende rekenschap houden met eigen

karaicterisbieke omgeving, met de bhoeften. door
locale toestanden geschapen en niet ‘voldoening aan
die behoeften op de wijze, clie liet meest doelmatig is
in de omstandigheden, waarin iedere Kamer haar

we rkzaamheid uitoefent.
Vandaar, dat federatie het incest voor de hand ligt
en als het v’aire de historische ontwilkkeling kan wor-
den geacht van ‘hetgeen tot dusver tot stand w’err.d

gebracht. Federatie toch is de aanee’nslu.iting van
zelfstandig bestaande groepen tot liet bereiken van
een bepaald doel door het scheppen van een ‘gemeen-
.sehappelijk orgaan, .dat ispreektan naam van de orga-
n.isa’bie zonder de souvereiniteit vara iedbr lid der
federatie in eigen omgeving te laedeeratr.
Aldus ,gedef’inieerid, behoeft een fe.deratie niet nood-
zakelijkerwijze sl’edhts lichamen te omvatten van één-
zelfde vorming. Wanneer het doel der federatieve
lichamen slechts hetzelfde is en de ‘belangen, die ‘door
clie lichamen behar’tiigd worden, iniet te zeer uiteen-
loo’peai, kunnen in de federatie meer lichamen wonden.
opgenomen dan die aan een beschrijving van Kamers
van Koophandel in den strikten ‘zin van het woord
voldoen. Zon zou de Maatschappij van Nijverheid ge-

voeglijk haar samenwerking federatief kunnen ver-
]een’en. – Zoo zou er . geen aanleiding bestaan .het
Bureau voor Handelsinlichtingen uit te sluiten. Geen lichaam zou echter tot ‘de federatie kunnen
wonden toegelaten dan dat ‘daartoe geschikt wordt
geacht door de federatie zelf en d:aaiimecle zou zijn
uitgesloten, ‘dat imogelijkorwij
,
ze later ‘zich combinaties
van personen opwerpen, die zich de rechten aanma-
tigen van te zijli een Kamer van Koophandel of
soortgelijke instelling in het ‘buitenland in concur-
rentie met en ‘deiogeerend aan, het gezag van de
thans reeds tot stand gekomen lichamen.. Zonder
concurrentie gelaéel uit te sluiten maakt federatie het
mogelijk ‘toezicht te houden op ‘het ledental der fede-
mati’ef ve-rbo’n’denen, terwijl het federatief gesoha3en
lichaam aan kracht wint door bije.ikandervoegimn,g van
het gezag der i’ndividueele leden, dat verworven is en steunt op ‘de ervaring in ieders eigen omgeving.
1)

Het li’gt in den aard der zaak,’ dat een dergelijke
federatie haar orgaan, ‘in den vorm van den secreta-
‘riaat en kantoor in Nederland dient te vestigen,
opdat voortdurend in het land zelf, waarvan de be-
langen naar buiten dienen behartigd te worden,
voeli’ng kan worden gehouden, met en door de autai-teiten van Nederland en de han’del’sorganisaties, door
de Nederla.nrd’sche Regeering in het leven geroepen.
Naast dien Secretaris met zijn (of – om ‘in den tijd-
geest to tblijven – haar) perinneel zou een Raad van
Bestuur behooren te bestaan, waarvan de leden ‘hunnen
bereikbaren afstand van het domicilie der . federatie
zouden moeten wonen, teneinde, op geregelde en onge-

1)
C’edeltelijk werd hieraan reeds een vorm gegeven v66r
den oorlog door het Internationaal Congres van Kamers
van Koophandel en soortgelijke insteflingen, dat zetelde in
Brussel en waarop ieder land vertegenwoordigd was door
3 leden (‘niet 3 plaatsvervangende leden), die voor ieder land
de aldaar bestaande Kamers van Koophandel en soortge-
lijke instellingen vertegenwoordigden.

646

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

regelde tijiden te kunnen vei’gad.er.en ter afdoening

van, zulke ‘zaken als ‘door het Secretariaat voor directe

afdoening ongeschikt zouden woiden geacht.
Daarnaast en daar’bo’,’en zout staan hot f•cdcrati’e’c

bestuur, waarin de dgevaar’digden der verschillende

leden zitting zouden hobben, of – met andere woorden

– dat zou bestaan uit de afgevaardigden der verschil-lende leden en .dat minstens eenmaal in het jaar zou
vergaderen ter bespre1Qing van do gemeenschappelijke

belangen en ‘ter vaststelling van ‘do ‘gemeenschappe-

lijke gedragslijn. Dat bestuur zou den vorm hebben

van een Oongres, waarvan ‘de waarde zal toenemen

naarmate het ledontaJ der federatie en daarmede hot
aantal der afgevaardigden, zich zou uitbreiden. Het

congres zou kunnen worden bijgewoond door anderen
dan afgevaardigden, tot einde ook
01)
die wijze voeling
te houden met buiten to federatie staande machten.
Het Secretariaat zou ‘dienen om dagelijks do be-

langen van het fedejatieve lichaam te lbehartiglaii en.
voor tdurcnid cle loden op de hoogte ‘te houden van de
verschillende vraagstukken, die zich nu en dan voor

de federatie ‘zouden voordoen cru door raadpleging dci
verschiIleidc leden, hetzij de directe belangen dier
leden te behartigen of tot vaststelling te komen

van de gemeenschappelijke wenschen der fed’era’tiove leden. liet zou tevens als wissel- of
.
dienst ‘doen ‘voor doorzending van de voorstellen of

mededeelingert van ecu enkel lid aan de andere leden

der foderatie teneinde aldus gemeenschappelijke
actie voor ‘te bereiden.

Het Secretariaat ‘zou een archief vormen, waarvan ‘cie inlichtingen alleen
Tooft
een belangrijke econo-
unsche bijdrage ‘zouden vormen ter ken:nisname ”au

degenen, ‘die ‘zich ‘van de economische ontwikkeling

van ‘don Nedorlaidschen handel buiten Nederland op
cle hoogte wensclien te stellen. De eon.tinuïteit ‘van

den ar’b&d wan ‘het persoonlijk in’itht’tief in het, bui-tenland, ten •voordeel.c van Nederlands economische
ontwikkeling, ‘het verzamelen ‘van deverkregeri resul-

taten, en het voorkomen, da.t die resultaten voor dan
Ncdorlandscluon econoorn ‘verloren, gaan, zou op zioli-
zelf reeds een aansvinut zijn, ‘afgezien van de voor-

deolen, die de Kamers ‘van i.(oo.ihandel zelf uit haar
a auec,n,sl ui’ti ng ‘zouden pu tten.

Het ‘mag toch met over liet hoofd worden gezien,
dat liet werken ‘der Kamers van, Koopliandei tenslotte
slechts een der uitingen is van hot ‘individueel ople-
ven ‘van Iden. Nedexlanclsc’hien landel, van iollandsc1iei

ondemnciningsg’eest en dat die uiting als schakel ‘dien t
te worden erkend ‘in de keten van Nedorla’ndsclie
ii’ustell’iugen ter bevordering van Hollands ecoaomi-

schort vooruitgang. Het doel blijft toch vôôr alles
bevordering van Nedoriaiïdsclie belangen en daarmede
vestiging
ch
cccn’ti’al.isatie in Nederland van wat
hol Ia’ndsche o’ridernemi n.gsgcest vermocht tot stand
te lbrellgOn buiten het land om weiks he’lar,gen, het
gaat.
*)

Mr.
W. ROOSECAARDE
Bissctiop.
Londen, Juli 191,9.

i1IIJNBOUW IN INDIE EN STAATS

EXPLOITATIE.

Mijnbouw, naast landbouw de grootste f’aetor’v oor
de ontwikkeling van een land, heeft, ofschoon van
oudsher in den Oost-mndischen Archipel inheemsch,
tot nu slechts in onvoldoende mate bijgedragen tot
den bloei onzer koloniën. De i’eden hiervan ‘is geens-
zins ‘te zoekei:c in gebrek aan mineralen rijkdom. De

met steeds korter tussch’enpoozen elkan’der in den
laatsten tijd opvolgende berichten aangaande nieuwe
belangrijke vondsten – ‘van ijzer, nikkel, ehroom,
petroleum, zink, fosfaat, mangaan
1),
en dat nog wel
torwiji de exploratie door particulieren op nieuwe
terreinen ‘totaal is stil gelegd – bewijzen, dat ook ‘in dit opzicht Nedei’}andsch-Indië behoort tot de zéôr

*) [Men zie luer’bij
ook
cle bijdragen op pag. 593
en
613
loopenden j’aargang. – Recl.]
l)
[Zie
hierbij pag.
539
vorigen jaargang. – lied.]

bevoorreelite st:i’ekeri, van den aardboi. Desondanks
wras tot in het allerlaats’t van de ‘vorige eeuw alleen

cle tinwinning van werkelijk ‘belang en kent men ook

nu nog •als grootbedrijf verder alleen mijnbouw. natir

steenkool, edele metalen en petroleum. Op zeer be-
scheiden schaal wordt of werd diamant, jodium en
marmer gewonnen.

Op Banka was het tin ‘bekend sinds 1709. liet be-
drijf, dat met afw”isselericI, hoewel steeds gunstig,

resultaat werd gedreven, liet tussehen 1850 en 1898
een jaarhijkseh overschot, dat liep van pim. 1 tot

pim, 7 millioen en gemiddeld ron’d 4 millioen’ be-

d’roeg. Daarna stijgt cle netto-winst ‘snel ‘tot gemid-deld 1,23’ miliioen over he’t tijdvak 1901-1910, ter-

wijl sindsdien ‘dooi’ het Gouvernement over cle jaren 1911-1.917 niet minder werd genoten dan respectie-
velijk pl.m. 26, 31, 29, 10, 22, 323′ en
2GY4 milhioen.
liet niet minder bloeiende Bilhi’tonbedrijf, dat van

1851 ‘dateert, keerde tusschen 1860-1916 aan de aan-

deelhouders der eerste rubriek gemiddeld jaarlijks
95,5 pOt. uit, terwijl die der tweede rubriek gemid-

deld 79,4 pOt. ontvingen. Aan pachtsehat en aandeel

in de winst ‘genoot het Gouvernement tu’ssehen 1867
—1,916 ruim 46 millioen, tei’wijl aandeelhouders pl.in.

75 millioen ‘v’erdeelden. Het kapitaal, waarmede de

Maatschappij in 1.860 werd •opgei’icht, bedroeg 5 mii-
lioen, waarvan echter slechts 1 milhioen in contanten

werd gefoui’ncerd. i)e concessie werd nl. voor 4 mil-
hioen ingebracht,

lIet derde tinmijribouwbedrijf moest zich met’ mcci
bescheiden winsten veigenoegen. De in’ 1889 met een

kapitaal van 1 millioen opgerichte Singkep-tin-

maatschappij keerde in de 29 jaren van ‘haar bestaan

pLm. 3.400.000 gulden aan dividend uit of gemiddeld

7,8 pOt; De houders der oprichtersaandeelen genoten
totaal
f
538,900,

.[)e stcenkolenmijnbouw had zijn oorsprong in dc
Zuidcr- en Oosterafdeeling van Bornoo. Van Gouver-

nementswegc v’ei’.d daar in 1.848 dc mijn Peugaron,
later de mijn Oranje-Nassau geopend. Dc exploitatie
werd respeetidvelijk in 1860 en 1884 ges’taalct. De
eerste particuliere .ondemnening, cle mijn J’uiia Her-
mina, leverde in 1.859 haai eerste en een.ige scheeps-

lading kolen. De Bandjermasinsehe opstand, waarbij
de nederzetting geheel werd uitgemoord, maakte aan
d’e ontginning, evenals aan die van cle mijn Pengaron,.

een ‘definitief einde.
Het eenige met riocmcnswaardig succes werkende
moderne .kolenbedrijf, dat Indië tot nu toe icent, dat der Om’bil’inmijnen, dateert eerst van 1890. In 1900
bedroeg de productie nog slechts 200,000 ton, sinds-
dien is ‘zij tot ruim 500.000 ton ‘s jaars gestegen.
Daar cl,it bodrijf economisch onverbrekelijk samen-
hangt m’et dat van den Sumatraspoorweg, kan moei-
lijk een vaststaand rendemen’tscijfer ‘voor de mijn op
zich zelf worden vastgesteld. Mijn en spoorweg samen
toonen , een rendement, da’t alleen in 1914 boven
5 pOt. steeg. De laatste oorlogsjaren waren de resul-
taten gunstiger.

De Poeloe Laoct-ontginning werd van 1903-1913
voor particuliere rekening gedreven en inn, laatst-genoem.d jaar door ‘den Staat overgenomen om te

voorkomen, dat zij in buitenlandsche handen zou
vallen, iets wat destij’d’s als niet minder dan Staats-
gevaarlijk werd beschouwd. Sindsdien werkt de ont-
ginning met verlies, zelfs gedurende den oorlog, en
naar mensehehijke ‘berekening zal zij ‘dit blijven doen.
De netto-productie bedraagt pim, 1.00.000 ton.

De Exploratie-Maatscliappij Lematanig slaagde ei’

eveneens in haie kolenconcessies door den Staat te
doen ovei’nemen. De ontginning bevindt zich in het
aanvangssta’diium. Do overige, door Indië verspreid
liggende, particuliere ‘lcolen.ontginningen, waaronder
die der Oost-Boi’neo Maatschappij, met een productie
over 1917 van pLm. 40.000 ton en een netto ‘bedrjfs-
winst van pl.m. 1 ton, genoemd kan worden, hebben
gedurende den ‘oorlog een tijd ‘van eenigen opbloei

.9 Juli 1919

ECONOMISCWSTATISTISCHE BERICHTEN

647

modegemaakt. Haar beteekonis bleef nouhtan s zelfs

relatief gening.

De goud-zilver-mijnbouw is reeds van zeer ouden
datum. Overleveringen maken melding van goudpro-

cluetie op Sumatra reeds in dc ide eeuw; de Salida-
mijn is sinds 1669 in intermitteerend bedrijf. Op

:Boriieo werd sinds oude tijden goud gewasschen

iii. en nabij de rivieren. De goudwinnig op Oelebes

was .in do i.Sdo eeuw van belang. Ook Java schijnt
goud geleverd te hebben. In het centrum der belang-

stelling kwam deze tak van Indisehen mijnbouw

ech’ter eerst in de allerlaatste jaren der vorige eeuw,
waarbij het puibliek onpartijdig zijn gunsten over

Oelebes, Borneo en Sumatra verdeelde. Soemalata,

Kahajan, Bwool, Sepingan, K,randang Soemalata,

houden nog cle herinnering levendig aan een lange

serie mijniouwmaatsdhappjen en syn.dicaten, in dien.

tijd ontstaan, welke vrijwel zonder uitzondering be-
schikten over een sterk verwaterd .aandeelenkapitaal,
doch daarentegen niet over een mijn of over iets, •dat

een mijn had kunnen worden. Zooals ook nu nog

‘veelal het geval is bij Nedeilandsche mijn’bouwmaat-seliappi.jen, we’dijverden commissarissen en directies

in ialgeheelo onbekendheid met alles wat op mijnbouw
betrekking heeft. Het denkbeeld, dat in liet, bestuur

van een mijnbouwmaatschappij ook een enkele mijn-
ingenieur op zijn plaats zou kunnen
zijn,
is eerst van

veel lateren datum en zelfs nu nog onvoldoende door-
gedrongen. Vermakelijke lectuur – althans voor niet-

aandeelhouders – vormen de rapporten, waarop ont-
staan of voortbestaan van deze maatschappijen be-
rustte. Men vindt erbij, waarin het jaarlijks te ver-
wachten ‘diuidend tot in tienden van procenten wordt
berekend, doch waarbij de ertsreserve, de ‘basis van

waardeberekening voor iedere mijn, alleen berustte op geologische hypothese en later dan ook afwezig bleek.
Het belroef t dan ook niet te verwonderen, dat onder
zulke omstandigheden de resultaten verre van fraai
waren. Op Borneo leverden o.a. cle concessies Kahajan,

Loemar en Sintoeroe eenig product. Geen enkele
maatschappij bracht het echter tot een blijvend ‘be-
drijf van eenig belang. 0p Celebes resteeien de mijn-
bouwmaatschappijen Totok en Paleleh, waarvan de
eerste nooit, cle tweede over 1.911-1.915 en in 1917
(livIdenci cicelareerde. 1)c gezamenlijke uitkeering
over deze jaren bedroeg nog niet 1 millioen bij een

totaal aandeelerikapitaal van
f
4.075.000. Uit een

later meer gezond ‘tijdperk dateerend zijn op Celebes
in exploitatie de concessies der Mijnb. Mij. Bolang
Itlongondon, welke bij een totaal aandeelenkapitaal

vac 1 millioen in 1.91,6—’18 totaal
f
250.000 divi-

dend gaf.

Betere resultaten toont Sumatra. De meeste be-
kendheid verkregen aldaar de ondernemingen, staaiide
onder de gemeenschappelijke leiding ‘der firma Erd-
mann & Sieleken. Met b]ijvend succes werden hier-
van geëxploiteerd de concessies Lebong l)onok en
S imau, respectievelijk door do Mijnb. Mijen. Redjang
Lehong en Simaii. Redjang Lebong keerde naast be-
langi.’ijke tantièmes aan directie en commissarissen

over 1903-1.918 niet minder dan ruim 15 millioen aan dividenden uit, l)ij een aandeelenkapitaal nor-
maal groot 24 milhioen. De concessie, waaraan

f 60.000
ten koste was gelegd, werd d’aarbij voor niet

minder dan
f
1.200.000 ingebracht, waar tegenover

staat, dat de ]aat,ste
f
200.000 aandeelen tegen 220

pOt. werden uitgegeven. De bedrjfsresultatec kunnen
clan ook niet anders’ clan al’s buitengemeen gunstig
worden beschouwd. Zonder twijfel zou momenteel de
positie der maatschappij rooskleuriger zijn, indien

niet, behalve het technisch ook vooral het economisch
beheer ‘te wenschen had overgelaten. De exploratie
der concessie en de tijdiige openleggig der mijn zijn
verzuimd in den tijd toen de schitterende bdrijfs-

overschotten de Maatschappij gemakkelijk in staat
‘Londen hebben ‘gesteld de daaraan verbonden uitga-
ven haast ongemerkt te bestrijden. Dat men, zooals

liet jaarverslag over 1918 vermeldt, moet
t?achen

liet bedrijf weer op
ratiorteele
basis te
brengen,
klinkt

ongelooflijk voor een onderneming, die in 15 jaar

6-maal haar kapitaal aan dividend uitkeerde.

De Mijnbouw-Mij. Simau verkeert, wat hare kapi-

talisatie betreft, in zeer bijzondere omstandigheden.

Zij ontston’cl in 1906 uit de gelijknamige exploratie-

maatschappij en werd opgericht met een kapitaal van

f
1.500.000. De concesie werd ingebracht voor

f
500.000. Het resteerende millioen werd echter niet

i pari uitgegeven, doch in de jaren 1907, 1908 en

1,909 tegen koersen van 250, 350 en 500 pOt. ge-

plaatst, waardoor totaal een bedrag van
f
2.937.500

werd verkregen. Het lijdt geen twijfel of alleen de
hooge dividenden der zustermaatschappij hebben deze

emissies doen slagen. Het resultaat was, dat alhoewel
de kapitali’satie slechts i,4 millioen aangeeft, in iver-
klijkheid een veel grooter ‘bedrag in de onderneming werkt, temeer waar ook ten behoeve der ingebrachte

concessie reeds belangrijke reëele uitgaven waren

gedaan. Bij de beoordeeling der verkregen resultaten
en van de in de laatste jaren uitgekeerde dividenden
moet hiermede degelijk rekening worden gehouden.

Een dividend van 30 pOt. op een, tegen 250 pOt. ge-

emitteeid mijizbouwaandeel is niet bijzonder fraai, hij
een emissiekoers van 500 pOt. is het natuurlijk be-
slist onvoldoende. De aandeelhouders genoten in 12

jaar 185 pOt., wat hij een gemiddelden emissiekoers
van pl.m. 300 pOt. op slechts even 5 pOt. neerkomt.
Van inverdieixen vau het agio is nog geen sprake.

Totaal is door Simau
f
2.775.000 aan dividend uit-

gekeerd.

Tot dezelfde groep behooren Gloemboek en
Ketaisoen. De eerste verwerkte ongeveer 4 millioen
zonder voldoend resultaat. Ketahoen ontstond uit de

Mijnb. Mij. Lëbong Soelit, die pl.m. 2 millioen had
uitgegeven, zonder in het stadium van exploitatie te
komen. De reorganisatie gaf totaal haast 1,3 millioen
nieuw geld. Aan dividend is totaal uitgekeerd ruim
1,2 millioen. Bij de liquidatie, die aanstaande is, blijf t
er wellicht wat over voor de preferente nan:deei

houders.

Behalve de concessies der Erdmann & Sielcken-
groep, bleven in exploitatie Salida en Aequator. De
eerste maatschappij, wier concessie bewerkt wordt

door cle Kwandan Sumatra Mijn]. Mij., gaf in dc

beide laatste jaren
f
333.000 aan dividend, de tweede

tot heden niets.

Van Staatswege is in voorbereiding de exploitatie
der ertsngen van Tambang Sawali en Gedanghlir.
Het erts van Gedang Ilir behoort, wat liet zilver be-

treft, de hoofdzaak in dit geval, tot een voor kort
niet verwerkbare ertssooit, welke ook in verschillende
mijneii in de Vereenigde Staten en Mexico voorkomt
cii daar aanleiding gaf tot sluiting der betreffende

mijnen. Door een tweetal Nederlandshe mijninge-
nieurs, Prof. S. J. Vermaes en M. H. Caron, zijn in het laboratorium twee proccdi’s uitgewerkt, die do
winning van liet zilver mogelijk zullen maken. Hun
bruikbaarheid in de practijk moet nog worden onder-

zocht.

Wanneer wij de resultateir van den goud-zilver-
mijnbouw .samenvatten, daii bestaan dee dus in één
zonder twijfel geslaagde ondert emi,ng, Redj ang
Lobong, drie mijnen zijn momenteel in matig rendec-
jend stadium, ii]. Simau, Bolang Mongondou en

Salida, nog niet of niet mooi in rendeerenden staat
zijn Aequator, Totok en Palc]eh. Van do Staats-ont-
ginning bestaan goede verwachtingen. De rest is te
gronde gegaan. Aaii dividend is tot heden ongeveer

203′ mil]ioon uitgekeerd.

Om dit resultaat te bereiken, zijn blijk&is een door
den mijningenieur N. Wing Easton samengestelde
lijst in het Jaarboek 191.4 van ‘het Geologisch Mijn-bouwkundig Genootschap opgericht niet minder dan

1
1
75 maatschappijen en syndicaten met een gezamen-
lijk kapitaal van pl.m. 1.14 millioen gulden. Ook

648

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

indien men èr rekening mede houdt, dat ouder dit

bedrag een behngrijke hoeveôlhei’d water is begrepen

en tegelijk cle nog te verwachten baten der nog in
bedrijf zijnde mijnen zeer hoog aanslaat, moet de

conclusie luiden, dat de directe rest1taten van den
mijnibouw op edele metalen slecht zijn geweest. Zonder
twijfel is er belangrijk meer geici den grond ingegaan,

dan er is uitgekomen, gezwegen nog van het rente-
verlies. Dit behoeft nu niet te verw’onderen, wanneer

men weet, dat, zooals door Prof. R. W. van der Veen

in ,,de Ingenieur” is vermeld, het rendement van alle

goudmijnen in West-Au-stralië, een der rijkste goud-

districten der wereld, omgeslagen over het geheele
kapitaal, vertegenwoordigd in de -goudoutgianing,

slechts 3 pOt. bedTaaglt. Doch voor dit nuchtere feit,
dat deskundigen bekend is of behoort te zijn, -is het
Nederiandsche publiek steeds blind geweest. De enkele

gunstige resultaten deden dan-ook een wilde specu-
latie in mijnibouwaanideelen aan- de beurzen van Am-

sterdam en Batavia ontstaan. Redjang Lebongs stegen

tot boven 1000 pOt., een koers voor een aandeel in
een goudmijn, die zelfs niet door een dividend van
100 pOt. wordt gemotiveerd en welke zeker buiten alle

erhoudiag stond tot de waarde van de aan.getooude
ei’tsreser ve. Hier kon men echter tenminste nog wijueii

0
1) tastbare resultaten, doch Ketahoens, die het nooit
verder brachten dan tot een dividend van 20,1 pOt,,

zagen een gelijktijcligen köers van 510 pOt., terwijl
Simau’s 840 pOt, deden, ruim een jaar voordat de
productie begon en vier jaar voordat er sprake
was van een eerste dividend van 20 pOt.! Aan

dooi dergelijke koersen opgewekte verwachtingen kon-
den. zelfs goede -mijnen natuurlijk niet voldoen. De
vanzelf sprekende . débâcle volgde en vechief de be-

kende uitdrukkingen ,,mining -is chance” en ,a mme

is a hole in the ground ow.ned by a liar” tot axioma’s
in Nederland, waartegen het niet meer helpt op te
komen. Deze débâcle heeft echter zonrderlii.ng genoeg

niet tot het inzicht gevoerd, dat het dwaasheid is om

ioor concessies en in meerdere mate natuurlijk voor
opsporingsvergunningen bedragen in geld en aan-

deden uit te keeren, uitgedrukt in vele tonnen gouds..
Naar het voorkom-t behooren concessies – voor zoover
niet betreft reëele uitgaven— niet betaald te worden

met aandeelen, doch met winistbewijzen, . welke uit
den aard -der zaak niet verhandelbaar zijn voor ei’
werkelijk winst is. Hierdoor zou het gedobbel en de
concessie-jagerij ten zeei’ste worden beperkt en de
ertsgangmijnibouw op meer reëele basis komen.

Van zeer jorigen datum is in Nederlan-dsch-Iindië
d.e exploitatie van aardolie. De oudste boringen datee-
ren van 1885 en 1886. De ontwikkeling van deren tak
van mijnbouw is daarentegen des te sneller geweest.
Werd in 1892 niet meer verkregen den pl.m. 7000 ton
ruwe olie op Sumatra en pl.m. 9000 K.L. licitpetro-
leum op Java, sindsdien steeg.de
totale productie tot
boven 1.600.000 ton. De financieele resultaten waren
aan deze snelle ontwikkeling evenredig. Het leeuwen-

deel der productie kwam successie-velijk in handen der
Koninklijke. Deze iceerde over 1890-1900 gemiddeld
17 pOt. dividend uit; over 1901-1910 gemiddeld
42 pOt., sindsdien gemiddeld 40 pOt. Deze toch reeds
zeer – respectabele cijfers geven nog slechts een onui-

ver bee]d van de winstgevendheid der petroleum-
exploitatie, o.a. doordat in 1907 door do Koninklijke
per aandeel twee bonusaandeelen’er.den uitgereikt.

Wat tin en petToleum betreft, zijn de directe resul-
taten belangrijk beter, dan men in het algemeen van
mijnbouw het recht heeft te verwaohten. Bijzondere
factorea hebben hiertoe medegewerkt.
Wat liet tin betreft, was een factor van overwegend
belang de omstandigheid, dat hét erts dlluviaal voor-
komt in zeer rijke aaneengesloten afzettingen, op
kleine diepte onder of direct aan de oppervlakte ge-
legen, waaruit de winning van het erts met behulp
van weinig hulpmid’delen en van weinig bedrijfskapi-
taal op eenvoudige wijze mogelijk is. Een tweede factor,
diq gemeenlijk over het hoofd gezien wordt, doch -waar-

van de beteekenis moeilijk kan worden overschat is, dat

zoowel lint Banka- als het B-i]l.itonbedrijf, practisch
gesproken, tot nu -toe hebben beschikt over onbeperkt
werkterrein. De Billitonconcessie omvat niet minder
dan 4.594,16 K.W. Volgens de mijnordonnantie is de
maximum concessie-grootte vooi’ tin 1000 H.A. of
10 K.M
2
. De Billiton Maatschappij beschikt dus over
niet minder dan 460 concessie-velden van maximum
grootte, terwijl Banka nog 2Y2 ntaal zoo groot is. De

grootte van ihot. werkveld in verband met de eenvou-

dige manier, waarop men daarvan door boren of putten

graven den tinrijlodom van te voren kon vaststellen,

maakte -het mogelijk alleen die terreinen in ontgin-

ning te nemen, die bij ‘de bestaande exploitatiekosten

ruime of althans zeker voldoende winst zouden laten,

terwijl men naar believen het aantal ontginnings-
zetels kon inkrimpen of uitbreiden. Ban-ka en Billiton
vormen dan ook geenszins enkelvoudige mijnbouw-

ondernemingen, doch een complex van een zeer groot
aantal vrijwel onafhankelijke mijnen. Voor Billiton

was dit nantal, dat in den loop der jaren vrij sterk
schommelde, in 1916 vijftig, waarvan tien in eigen,

beheer werden ontgônnen. De behoefte aan veelzijdig
ontwikkeld technisch personeel maakt, dat .de alge-

meene onkosten, aan een mijnbouwbedrijf verbonden,
steeds zwaar op de resultaten drukken en het behoeft
nu wel geen betoog, welke gunstige invloed uitgaat

van de mogelijkheid om deze algemeene onkosten te

verdeelen over 50 vrijwel gelijksoortige bedrijven in
plaats van dat zij ten laste van een enkel bedrijf moe-

ten worden gebracht. De gelijksoortigheid der bedrij-

ven maakt bowendien door hunne vereeniging aanmer-

kelijke ‘besparing op de eigenlijke bedrijfskosten –
mogelijk door thet stichten van een centrale reparatie-
inrichting, van een centrale smelterij, van een kracht-

centrale, door gemeenschappelijke administratie en
inkoop van benoodiigdiheden en voedingsmiddelen, enz.
enz. Moeilijk kan worden nagegaan, welk aandeel van

de winst, uit het Banka- en Billitonbedrijf resultee-‘
rend, op rekening van dozen gunstigen factor van een
onbeperkt werkterrein moet worden gesteld, doch zeker
is, da-t dit aandeel zéér belangrijk is. Uit de resultaten,

op Banka en Billiton vei’kr&gen, mag men dan ook
geenszins concludeeren, dat mijnbouw op alluviaal
tin in het algemeen zulke gu.nstige resultaten geeft.
Singkep en de onidervinclinig in Malakka en Siarn

wijzen hierop trouwens duidelijk. In de mogelijkheid
om door verdere cen-tralisatie te komei-i tot nog meer-
dere besparing van winningskosten, ligt een argument
om na 1927 het Billitonbedrijf met het Bankahedrijf
te vereeni.gen.

Voor de pe-troleumresultaten geldt iets dergelijks.

De vereeniging der verschillende ondernemingen,
onder leiding der Koninklijke kwam op zichzelf reeds

aan de bodrijfsuirtkornsten. ten goede. Deze maat-
schappij werd door de in Indië verkregen resultaten
in de gelegenheid gesteld met succes de concurrentie
tegen de machtige Standard Oil-groep op te nemen
en zioh te ontwikkelen tot een organisatie, waarvan
d’e haast tallooze ondernemingen en belangen over de
halve wereld verspreid liggen. Het is niet te ontken-
nen, dat de Indische’ petroleumindustrie 1de basis
vormt, waarop het trotsche gebouw ‘der -Koninklijke
en hare dochtermaatschappijen kon worden opgeti’ok-kin, doch deze ontwikkeling tot wereidbedrijf, die dan
toch voornamelijk te danken is aan durf, werkkracht
n inzicht in zaken van de leiders der Koninklijke,
maakte het eerst mogelijk met die Indische petroleum-
industrie winsten te behalen, als thans het geval is.
De velen; die de actie der Koninklijke en lang niet
altijd ten onrechte critiseeren, zijn als regel blind
voor deze zijde der medaille en ‘waneil deze winsten-
onafscheidelijk verbonden aan het petro]eumbedrijf.

Indien men all-eed de directe baten• in het oog
houdt, kan men het voorgaande samenvattend zeggen,
dat de mijnbouw op tin en petroleum in Nedcr]andsch-
Indië buitengemeen lucratief is geweest en geble- –
ven, dat ‘de steenkoleneiijnbouw met moeite een

9 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

649

schamele rente opbrengt, terwijl wat de edele metalen

betreft de resultaten, in het algemeen ongunstig moe-

ten worden genoemd.

(Wordt vervolgd).

J.
RUEB.

DIVIDEND- EN TANTIEMEBELASTIN.

Prof. van Gijn doet mij in zijn repliek in het num-
mer van 2 Juli van dit weekblad de vraag, of de

grondbelasting van een gebouw van een vennootschap,

welke ten laste komt van de vennootschap, nu ook

alleen door •de aandeelhouders moet worden betaald?

06k stelt hij dezelfde vraag ten aanzien van de per-

soneele belasting.
Bij deze vragen schijnt mij uit het oog verloren,

dat de grondbelasting en de personeele belasting hef-
fingen zijn van een geheel anderen aard dan de divi-
dendibelast.ing. De eerste moeten worden betaald on-
verschillig of er al •of niet winst is; maken deel uit

van de onkosten van het bedrijf, na betaling waarvan
eerst zal blijken, of er winst is. De dividendbelasting
daarentegen wordt geheven, zooals art. 1 der Wet op
de Dijvidenid- en Tantièmebelasting het uitdrukt, ,;van
de uitdeelingen”. Van haar is dus geen sprake, als

er niet is winst en wel tet uitdeeling bestemde winst.
Zij behoort niet tot de onkosten van het bdrijf, maar
is eene belasting van de uitdeelingen, een last, druk-

kende op hen, die de uitdeelingen genieten. De wet
is daaromtrent volkomen duidelijk.
Dat de belasting verschuldigd is door de ennoot-
schap, brengt in dit karakter der belasting geen ver-

andering. De vennootschap heeft haar te betalen van
de uitdeelingen.
Zij
moet, wat de vinstaandeelen en

salarissen betreft, de belasting in mindering brengen
van die aandeelen en salarissen. Voor de uitdeelingen
aan de aandeelhouders geldt niet hetzelfde. Het voor
cle aandeelhouders beschikbare bedrag mag dus tus-
schen dezen en den Staat naar evenred.igheid worden
verdeeld, op de wijze, in mijne vorige bijdrage aange-

geven.
De opvatting van Mr. van Gijn leidt er toe, dat de
belasting niet alleen wordt geheven van de uirtdeelin-
gen, maar, zooals de door hem in ur. 176 gegeven
berekening aantoont, 66k va•n bdra’gen, die niet wor-

den uitgedeeld; hij brengt de dividendbelasting. ten
laste o.a. van het deel van de winst, dat volgens de
bepalingen van de statuten aan het reservefonds ten
goede komt en dus niet wordt uitgedeeld. Ik acht dit

in strijd met de duidelijke woorden van de wet. Dat
de belastingsehuldigen alleen met deze hebben te ma-

ken en niet met meeningen, bij de behandeling der
wet door Regeering of door Kamerleden verkondigd,
schijnt mij moeilijk voor tegenspraak vatbaar.
Ten slotte •de rechten van preferente aandeelhou-
ders, ,,ifigeval deze voor 5 pOt. prçferent zijn en de

winst maar net
f
50.000 op een kapitaal van één

millioen
(f 500.000 preferent) bedraagt”. Naar mijne
opvatting ontvangen alsdan de preferente aandeel-
houders 5 pOt., terwijl de dividendbelasting van deze
uitdoeling hetgeen kan wonden uitgedeeld aan de ge-
wone aandeelhouders vermindert, immers dezen heb-ben eerst aanspraak .op dividend, nadat de prefevente
aandeelhouders 5 püt. hebben ontvangen.
Nemen wij wederom het voorbeeld, door Prof. van

Gijn gegeven in nr. 176 van dit blad, 1dat ik ook in
nr. 181 heb gevolgd, dan krijgen wij de volgende bere-

kening:

De winst bedraagt ………………….
f
50.000

in de eerste plaats krijgen de preferente aan-

deelhouders 5 pOt, over
f
500.000
f
25.000

Aan de gewone aandeelhouders kan
worden uitgekeerd 4’% pOt. …… ,21.250
S pOt. belasting van de uitdeelingen
aan aandeelhouders, ten bedrage

van
f
46.250 ………………

3.700

01) nieuwe rekening …………
,,

50

f
50.000

Ik IdUrf zeggen, dat hiermede aan dc wet is voldaan

en dat aldus iedere groep van de aandeelhouders ont-

vangt wat haar toekomt.
De uitkomst, waartoe ik kom, maakt tevens duide-

lijk, dat ik geen aanleiding had Mr. Fruin. te be-

strijden, wiens betoog strekte om aan te toonen, dat

in êen geval als het onderhavige aan cie preferente
aandeelhouders 5 pOt. onverkort behoort te worden

uitgedeeld. Met die slotsom vereenig ik mij geheel,

Zij het
01)
eenigsziris andere gronden dan de schrijver.
MOLENGRAAFF.

UITGEVOERDE EN VOORGENOMEN

VERBETERINGEN VAN ONZE SCHEEP-

VAARTWEGEN.

d. Besluit.

De economie van openbare wezkeu As buiten-
gewoon ingewik4celd en moeilijk, concrete oplossin-
gen zijn op dit gebied wel nagenoeg nooit te
geven, omdat bij elk vraagstuk de gegevens vooral
voor de toekomst slechts bij benadering zijn aan te
geven en cie invloed, welke daarvan in velerlei rich-
ting zal uitgaan, aan elke berekening ontsnapt. Be-

schouwingen op dit gebied zullen hen, die onweerleg-
bare bewijzen verlangen, steeds onbevredigd laten en

zoo zullen ook velen door de voorafgaande reeks arti-
kelen ‘)
onbevredigd zijn gebleven.

Wanneer men de wensclielijkheid van den aanleg
van een waterweg wil betoogen, zal men aan moeten
toonen, dat aanleg van een spoorweg of uitbreiding
van een bestaanden spoorweg niet de voorkeur ver-
dient. Deze eisch is gemakkelijk te stellen, maar er
aan voldoen is moeilijk. De commissie van de
Twentihsche kanalen, waarin zitting hadden mannen,
die de plaatselijke verkeersverhoudingen terdege ken-
nen, verklaart het onomwonden voor onmogelijk om
vergelijkbare cijfers te geven voor de vervoerskosten
te water en per spoor. Men zal dân ook in den regel uit moeten gaan van het feit, dat vervoer te water in
het bijzonder voor het vervoer van massa-producten
goedkooper is dan het vervoer per spoor en dat dus
voor die plaatsen waar aich een belangrijk vervoer van
massa-producten ontwikkelt, aansluiting aan het
waterverkeer noodig is om de verdere economische
ontwikkeling ongestoord te doen plaats Jiebben.
In elk geval dient dus in de eerste plaats nagegaan
te worn of een zoodanig omvangrijk massa-goede-
renverkeer te rverjwaelhteri is, dat een eenigsains be-teekenende scheepvaart zich zal kunnen ontwikkelen.
Verder zal het weer van den omvang van dat verkeer
afhangen, welke maximum grootte van de schepen
aangenomen moet worden. In het algemeen varen
grootere schepen voor.deeliger dan kleinere, maar dit
zal slechts dan het geval zijn, wanneer zij geregeld
in gebruik zijn. De grootste schepen zullen dus slechts
daar gebruikt worden, waar regelmatig groote hoe-veelheden massa-produaten zijn te ‘krvoeren; waar
kleinere hoeveelheden zijn te vervoeren, zal ook in het
algemeen een kleiner scheepstype gebruikt worden.
In ons land beginnen zich op dat gebied zekere
grenzen af te teekenon. Het groote Rijuvaartverkeer
naar Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen bedient
zich van de grootste binnenvaartuigen tot ongeveer
3500 ton toe. Voor het overige zeer groote binnen-
vervoer rekent men op eehepen van 2000 ton (Maas
en Maas-Waalkanaal en eventueel in de toekomst
Twenthsciie kanalen en vaarweg Groningen—Stavo-
ren), terwijl men verder voor de grootebinnciivaartop
schepen van ongeveer 600 ton rekent (Brabaiztsche
kanalen, Twenthsche kanalen en vaarweg Groningen
—Lemmer). Het is ongetwijfeld gewenscht bij de
verbetering van onrze scheepvaartwegen met deze
hoofdlijnen rekening te houden, opdat langzameihand
zekere eenheid zal ontstaan.

1)
Zie
loopenden jaargang pag. 8 Algemeene beschou-
vingen; pag.
201, 225, 259
De toegangswegen van uit zee;
pag.
280, 331, 358, 498, 551,
618 Binnenseheepvnartwegen.

650

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

‘9 Juli 1919
De vraag of de uitgaven voor een bepaalden ‘vaarweg
economisch veranjt4woord zijn, zal veelal meer een

gevoels- en vertrouwensnaak zijn, dan dat zij voor

eenigszins exacte ‘oplossing vajtihaar is. Feitelijk zou

het vervoer niet slechts met de eigenlijke vracht-
kosten, maar ook met de lcoste’n van rente van het
aaniegkapitaal, van beheer en van onderhoud van den

vaarweg belast moeten kunnen worden, evenals

zulks althans voor een groot deel met het spoor-

wegverkeer het geval is. Anderdeels zal men zich

weder uict op het beperkte standpunt moeten stellen,

dat alleen het fvervoer de geheele lasten moet kunnen

dragen. Wanneer de mogelijkheid ‘,’an het vervoer te

water de gelegenheid ontsluit om verdere economische
1

voordeelen te behalen, dan zal zeker aanleg van en,
waterweg uit algemeen economisch oogpunt verant-

woord kunnen zijn, dok al zou het vervoer ‘alleen niet

in staat zijn alle lasten te dragen. De gemeenschap is
zeker aangewezen om ‘dit werk te maken.

‘Ook uit een oogpunt van zuiver financieel staats-
belang, zal liet besteden van belangrijke sommen voor

waterwegen verantwoord zijn, wanneer daardooi

nieuwe bronnen van inkomsten worden ontslortao,

zoodat de Staat veelal langs geheel onvei.wachte
wegen ruimschoots ‘vergoed kijgit, wat schijnbaar
fods .perdu is uitgegeven. Dit alles zal men vooraf

slechts in zeer algemeene lijnen kunnen voorzien en

veelal zal een goed vertrouwen op de toekomst meer

moeten ‘leiden, dan op •eene bepaalde ‘berekening
gebaseerde beschouwing ;’hier geldt het: wie niét
waagft, wie niet wint;

Deze door sommigen wellicht als economische kette-

rijen te bra.nd.m’erken beschouwingen mogen er echter’
niet van ‘af houden om in’ elk geval vooraf de oms’tan
d’igheden zoo nauwkeurig mogelijk na te gaan en di

hoofdrichting te zoeken, waarin de lijnen der econo-
mische o’twikkeling zullen gaan. Groot is zeker, de
verleiding om mee te gaan met plannen, die van een

rLlimen algemeen technischen opzet getuigen en vooi-
al ook de ingenieur’ moet zich hiervoor hoeden. Hep

toch moet in deze materie een belangrijke rol worden
toebedacht. Hij mag’ niet wezen de knappe timmer-
man, dien de heeren laten komen on een karweitje
op te knappen, hij mag evenmin zijn de man, die uit

iluitend uitziet naar het vinden van vernuftige tech-
nische oplossingen. Hij moet zijn de man, die begrijpt,
dat al wat. hij ontwerpt en uitvoert, niet tot stand
komt om der wille van de mooie technische •ossing,
maar om der wille van liet economisch voordeel, dat
er mede beieikt wordt. Hij moet daarom begrip hebben.
van het economische doel van, het werk, dat ‘hij aflevert,
om.trent de eischen, waaraan zijn werk moet voldoen,
voorgelicht worden door lin, die er van gebruik zul-
len maken en dan zijn plannen zoodanig ,inrichten dat zij een maximum van economisch effect zullen
hebben.

Zoowel te groot als te klein opgezette werken zul-
len schadelijk zijn, al zal ook het laatste ‘in den regel
het ergste zijn. De maat beiioort verband te boude
met de economische beteekersis van het werk. Al zal
men, nu de economische beteekuiis niet op een goud-
schaaitje kunnen afwegen, deze behoort ‘toch bij eik
werk het uitgangspunt te zijn. Al blijft het een
moeilijke zaak, in eik geval een scherp omlijnd beeld
van ciie economische beteekeniis te geven, toch moe-
ten de hoofdlijnen daarvan steeds’ op den voorgrond
staan en soms wel eens wat meer dan veelal in
staatss’tukken betreffende belangrijke openbare wer

ken liet geval is.
Voor het ontsluiten van eefd bepaald gebied voor cie
scheepvaart zal men veelal belangrijke sommen
mogen besteden, maac ‘ernstig zal in elk bijzonder ge-
val ovetwo’gen ‘moeten worden of de vaak’ .hooge uit-
gaven, noodig om met het allergrootste in aanmerking
komende scheepstypo (waarmede blijkens elke scheep-

vaartstatistjek toch maar betrekkelijk weinig gevaren
wordt) te allen tijde. ongehinderd te ‘kunnen varen
al ‘dan niet economisch verantwoord zijn. v.
KUFFELER.

DE HANDELSSTATLSTIEK DER KOLONIE.

SURINAME.

• De ondeugdelijkheid der Surin’aa’msehe handels-

statistiek, zoowel i.’at volledigheid als wat ‘betrouw-
baarheid. betreft, is reeds sedert tal van jaren een

algemeen ‘bekend feit. in de Memorie van Antwoord

van de ontwerp-verordening tot wijziging van de

‘voorloopig vastgestelde koloniale huishoudelijke be-

grooting voor het dienstjaar 1,918 is hierop’door ‘den

Gouverneur reeds de aandacht gevestigd. Door den

Gouverneur van Suriname is op 27 Januari dj. aan
de •Kol. Staten ingediend een ontverpvero.rdeni.ng

betreffende de statistiek van dmi in- en nitvoer en
tpt wijziging van de Scheepvaartverordenjn.g.
Toegezegd werd, ‘dat nader zou worden overwogen

op welke wijze de tegenwoordige inrichting van de
Surinaa,msche hkn’delsstatis’tjek zou kunnen worden
verbeterd.

Dat in weerwil van de erkenning van het feit, dat

verbetering noodzakelijk was, deze verordening zoo
lang is uitgebleven, vindt, naar de Gouverneur meent,

voor een ‘goed deel zijn verklaring in het feit, ‘dat
men heef t willen wachten: le. op een internationale

regeling der hanideisstatistiek; 2e. op het tot stand

komen van de reeds sedert lange jaren voorgenomen
herziening van het tarief van invoerrechten.

Van de onder ie. genoemde internationale regeling

zal voorloopig wel niets komen, terwijl een goede
regeling van de handelsstatist,ick in Suriname moet•

voorafgaan aan een volledige tariefsherziening, aan-

gezien, voor de laatste ‘beschikt moet ‘kunnen worden

over betrouwbare cijfers van invoer van de verschil-

lende goederen, opdat met juistheid ‘kan worden be-

oordeeld, welke invloed van eene ver’hoogin.g of ver-
laging van het recht op zeker artikel is ‘te verwach-
ten. De voornaamste gebreken, welke aan ‘de,tegen-

woordige statistiek kleven, ‘zijn: ie. de onsysteeiati-

sche ran’gschi.kking en de verouderde wijze van inrich-

ting; 2e. de onjuiste waardebepaling der meeste goe-

derensoorten; aangezien in de tegemvooiIdi.ge statis-
ti’ek als waarde is aangenomen de factuui’waarde
der goederen,- mi deze niet wordt verhoogd met 20

pOt. (voor transport, asurantie en commissie), ter-

wijl voor de goedei’en,uaar een specifiek recht belast,
de waarde niet uit de aangifte kan worden gevonden,

doch ‘deze wordt ‘afgeleid uit de bekende mark’tprij-
zen. Om tot de wteusch’ap van deze marktprijzen te
komen, staat der administratie geen enkel middel te”
beschikking. Zèer dikwijls moet ihiervoor worden af-

gegaan op on’be’brouwibare cijfers, indien al gegevens
worden verstrekt; 3e. de gebrekkige aanwijzing der.
landen van herkomst en bestemming. Als laad
van herkoim.st van ingevoerde goederën wordt thans
door den ‘handel -ten onrechte in de aangiften
vermeld het ‘land waar de goederen in het schip zijn
geladen. Voor -goederen, afkomstig uit Engeland en
‘aldaar gekocht, doch overgeladen in Demerara, wordt

als land van herkomst opgegeven Britsch-Guyana.

Hetzelfde vin’d’t plaats bij de iit te voeren geede-

ren. Hiervoor wordt als land van bestemming opge-
geven het land van bestemming van het ‘uitgaande
schip, waarin de goederen, zullen worden geladen.
Vooropstellende ‘dat de ‘gegevens, waaruit thans de
statistiek van den in- en, uitvoer wordt samengesteld,
maar ‘al te vaa’k niet aan redelijke eischen voldoen,
is in de eerste plaats naar ‘s Gouverneurs oordeel,
mmiewerking van den ‘handel noodig om tot de ge-

wen’schte verbetering’ te geraken.’ En waar na de in
de laatste j-aren opgedae ervaringen wel niemand

meer het groote nut van een betrouwbare handels-
statistiek voor landbouw, handel en’ nijverheid zal
in twijfel trekken, en bovendien haar ‘belang ‘uit fis-

caal en ‘handelseonomisch oogpunt niet inag ‘worden onderschat, ‘kan in dezen medewerking van den han-
del ten bate -van het algemeen zeer zeker geen onrede-lij’ke eisch worden gen-oemrd. Toch kan moeilijk wor-

9 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

dcii aangenomen, dat de handel voortaan de aangif-

ten ten invoer en ten uitvoer zonder eenigen dwang
zou aanvullen met gegevens, die er tot nog toe uit

onverschillighoi’d voor de statistiek of om welke andere

reden ook, niet in worden vernield. In elk geval be-

hoort zekerheid te bestaan, dat een ieder zich aan ide

eischen zal onderwerpen.
rfot een juiste, waardevolle

statistiek zal men dan ook niet kunnen komen zon-

der een wettelijke regeling, waarbij de handel tot het
doen van de voor een gereorganiseerde statistiek

itoodzalelijke opgwen wordt verplicht, waardoor de

practische riitvoe:rbaarheid en de 1doeltreffendheid
van denader te geven voorschriften worden gewaar-

borgd. Bij de samenstelling van de ontwerp-verorde-
ning is de Noderlandsehe Statistiekwet (Nederlandsch

Staatsblad 191 6; No. 175), voor zooveel noodig en
mogelijk, iiagevoigd. Het ligt in de hdoel.ing den
handel in geen geval meer verplichtingen op te leg-

gen, dan voor het bereiken van ‘liet beoogde doel

noodzakelijk is.
Evenals tot dusver, zuilen volgens de nieuwe ver-
ordening dc Lenoodigde gegevens worden ontleend
aan de aangiften en andere documentën, die voor de

vervulling van de dounneformahiteiten .gevordoud worr-
den. De aangiften zullen evenwel moeten worden aan-

gnvuld. Verder zal de beteekenis van uitidrulckingeii als ,,waarde”, ,,]and van herkomst” enz., nauwkeurig
moeten w’orden omschreven. De daarvoor vereischte
bepalingen zullen hij Besluit van den Gouverneur
worden vastgesteld, opdat bij verandering van om-
standigheden de noodig geachte wijzigingen in aller

belang binnen korten tijd op eenvoudige wijze kunnen
worden tot stand gebracht.
De maatregel ‘zal voorloopig geen bijzondere kosten
met zich brengen. Mocht naderhand blijken, dat in verband met de meerdere werkzaamheden voor de
handehsstatistiek uitbreiding van liet personeel op
het kantoor van den Ontvanger der Invoerrechten en
Accijnzen ‘te Paramaribo noodzakelijk zal zijn, dan

zal do Gouverneur overwegen de daaruit voortvloei-
ende kosten te dekken door de heffing van een matig
statistiekrecht van alle in- en uit te voeren goederen,
zooals thans in Nederland wordt gelieven krachtens
do Wet op hot Statistiekrecht 1910 (Wet ‘van 14 De-
ceinber 1916, Staatshlad 530).
liet ligt iia de bedoeling van den Gouverneur het

volgende te bepalen:
De aangifte van de soort der goederen zal zoodanig
moeten geschieden, :dat rangschikking volgens de
nader vast te stellen naamlijsten mogelijk zal zijn. De
•samenstelling dezer n aamhijsten zal tijdig ter kennis

van den handel worden gebracht.

De hoeveelheid der goederen zal steeds moeten wor-
den aangegeven in bruto gewicht. Dit gegeven zal

meestal aan de ladingsiapieren kunnen worden ont-
leend en dus zonder veel moeite kunnen worden ver-
meld. Behalve ‘het gewicht kal voor sommige goede-
ren, die naar een anderen maatstaf plegen te worden
verhandeld, tevens nog de aangifte van liet aantal
stuks (zooals voor vee), of van de hitermaat (zooals
VOOr dra’nlcen), worden gevraagd.

:Bovendien zal ‘bij den in- en uitvo’r van alle goe-
deren de waarde moeten worden opgegeven.

Als land van herkomst ‘zal in de aa:ngiften ten in-
voer moeten worden vermeld het land uit welks ‘ban-

dcl de goederen afkomstig zijn, dat zal in den regel
zijn het land, van waar do goederen door den buiten-landschen verkooper zijn verzonden.

Als land van ‘bestemming zal in de aan’giften ten
uitvoer moeten worden vermeld het land in weiks
handel de goederen zullen overgaan, of met andere woorden, ‘het land waarheen de goederen door den

exporteur zijn verkocht.

Vertrouwd worrdt, dat de handel het groote belang
van liet verstrekken van deze gegevens, welke voor de
samenstelling van een goede statistiek onmisbaar zijn
en dan ook in de meeste landen den grondslag vor-

men der handelsstatistiek, zal willen inzien, en ‘door
liet zooveel mogelijk verstrekken van juiste gegevens

zal mcd ewerken tot liet verkrijgen van een goede
statistiek van ‘den in. en uitvoer. Volgens art. 1 moe-
ten •de bij d’en uitvoer vereischte aangiften door ‘den

afzender ‘der ‘goederen worden
gedaan,
doch zij mogen

worden
ingeleverd
door diongene, ciie ziohi met den

uitvoer belast.
Het komt momenteel in Suriname nog weinig voor,

dat een aangifte ten uitvoer wördt ingeleverd door

een ander ,dan den afzender der ‘goederen (bijv. ‘door

een expediteur of door een agent eener stoomvaart-

maatschappij), doch men wil ‘hiermede voor de ‘toe-

komst rekening houden en den afzender der goede-

ren, die bekend is met vèreischte bijzonderheden om-

trent waarde, hoeveelheid en land van bestemming

der goederen, verplichten tot het doen ider aangifte

(wel to onderscheiden van het inleveren van liet
stuk).
Art. 3 bepaalt, dat de ambtenaren der belastingen

bevoegd zijn inzage te vorderen van de bij de ten in-

en uitvoer aangegeven goederen behoorende vracht-

brieven, cognossenienten of andere ladingspapieren en
zoolang de gevorderde inzage niet is verleend, wordt

de aangifte als niet gedaan beschouwd. Hieridoor zul-
len de ambtenaren’der belastingen over een doeltref-fend middel van contrôle op de aangiften kunnen be-,

schikken, waardoor onderzoek en opneming dor goe-
deren ten behoeve ‘der statistiek tot de uitzonderin-
gen zal behooren.

Art. 4 luidt:
10.
De ambtenaren der belastingen
zijn bevoegd alle ‘goederen die ten in- of uitvoem- zijn
aangegeven of. waarvoor de volgens de bepalingen ‘der Scheepvaartverorden’in’g vereisc’hte aangifte tot in,- of –

uitvoer niet is gedaan, te oh,’derzoeken en de hoeveel-
leid op te nemen, ook wanneer liet onderzoek of de
opneming niet in het belang ven de koloniale kas
aoo’dig is. Van hot voorgenomen onderzoek of do op-
n.emin,g wordt zoo mogelijk de belanghebbende in

kennis gesteld, die daarbij tegenwoordig kan zijn.
2
1
. Indien ‘de volgens de bepalingen der Scheep-vaartveror’denin’g vereischte ‘aangifte niet is inge-
leverd ‘komen de kosten, op liet onderzoek en de op-
neming vallende, ten laste van den ondernemer van

het vervoer.
30•
De kosten van het onderzoek komen ten laste
van den aangever, indien de soort ‘der goederen on-juist is aangegeven, of indien cle waarde is aangege-
ven op een bedrag, waarvan de aangever rodehijkerwijs
moest weten dat het onjuist was.,
40•
De ‘kosten van opneming van ‘de hoeveelheid
komen ten laste van den •aangever, indien de ‘hoeveel-

heM ‘meer dan ‘tien ten ‘honderd te hoog of te laag is
aangegeven; in het tegenovergestelde geval ‘blijven zij

ten laste van ‘den Lande.
Volgens ‘deze bepalingen komen de kosten van on-
derzoek en (of) opneming ten laste van den vervoer-
‘der, indien de vereisehte aangifte (‘d.i. een aangifte
met al de gevorderde gegevens) niet is ingeleverd, en’
van den nangever, indien een wel volledige 1doch on-
juiste aangifte is ingeleverd.
De speling van tien ten honderd op •de hoeveelheid

en de redactie van het artikel waar het betreft ver-
keerde aningif te der waarde ,muhien. klei ngee,stige wets-

toepassing voorkomen.
Onder ,;kosten” zijn hier de verkehij1ce uitgaven

te verstaan.
De. volgende twee artikelen zijn, voor zooveel noo-
dig, overgenomen uit de gehijktallige artikelen van

de Nederlandsche Statistiekwet en behelzen een be-
dreiging met straf van een geldboete van ten hoogste

1 100.
Om bekeuringen, ingeval van ‘onopzettel,ijk verzuim of vergissing zoo snel en eenvoudig mogelijk te kunnen
afdoen, is ‘transactie met •den Administr,ateur van
Financiën toegelaten.

FRED. OUDSCHANS DENTZ

i Paramaribo, 16 Juni 1919.

652

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

AANTEEKENINGEN.

Het Suezkanaal in 1918.—Op
16 Juii j.l.

heeft te Parijs de 65ste algemeene vergadering van
aandeelhouders der ,,Oom.pagriie u.nivenselle du canal
maritime de Suez” plaatsgevonden. Het verslag der

vergadering kwam nog niet in ons bezit, wij veroorlo-
ven ons aan het gebruikelijke overzicht van de gede-

legeeiide voor Nederland in de ,,Oommission consul-
tative internationale des tra’vaux du eenSl maritirne
de Suez”: Ir. W. P. Leemans, in de ,,Ingenieur” van

Zaterdag j.l., thans het navolgende te ontlee.nen.
Voor het verslag over 191.7 v.erwijze.n wij naar ons
nummer van 26 Juin,i 1918.

,,Ook in 1918 bleef ide laatstelijk, v66r het uitbreken,

van den oorlog, in November 1.913 te Parijs gehouden
aarlij keche bijeenkomst van d.e ,, Oommiission consul-

ta,t.ive internationale des travaux du canal maritime
de Suez” achterwege. .

,,De aohteruitgang in verkeer door het kanaal en ih
de onta’ngsten, gevolg vasi dn wereldoorlog, nam in
1918 een gunstige wending.
Totale ontvangsten
Jaren,

in francs.

Scheepvaart.

Netto registerton.

1913

129.925.949

5085

.

20.033.884
1914

125.121.238

4802

19.409.495
1915.

98.228.099

3708 .

15.266.155
1916

89.044.276

3110

12.325.347
1917 ‘

72.019.027

‘ 2353

8.368.918
1918 ‘

92.969.910

2522

9.251.601

,,Dese vooruitgang is ook blijvend over de eerste’

maanden van 1919. Tot 10 Juni hedrbegen de meer-
dere ontvangsten, vergeleken met gelijk tijdvak over
1918, 18.360.000 francs.
In 1913 werden
25.775:000.
ton goederen door het
‘kanaal vervoerd, in 1917 6.775.000 ton, in 1.918.’
7.883.000 ton. .

,,De steenkolenprijs te Port-Saïd, y66r den oorlog
dooreen,genometrt 32
t
38 francs, bedroeg in 1915 ruim
70 franes, steeg in den zomer van 191:6 tot 1.86 fraucs,
in 1917 ‘dooreengenomen tot 214 franes en bed
tong
in 1918 gemiddeld 314 fraaies per ton.
,,De reeds in 1915 merkbaar goede invloed der in 1914

aangevangen werken tot verlenging met 2300 M.,
5 K.M. uit den lic’httore’n te Port-S’aïd, bleef toene-

mende. Aangenomen in 1912 door do onderneming
,,Roberto Almagi” te Rome ter afrerking’ in Juli
1917, werd deze aaaineming in ‘verband met den’alge-
meenen oorlogstoestand, bij mininelijke overeenkomst,
op 1 Januari 1916 igebindigd,eu overgenomen in eigen
beheer door de ,,Compagnie”. Nadat laatstgenoemde
tot 31 October 1918 de-exploitatie van. de steengtroe- –
van in het geberigte A’ttaka, aan de westzijde van de
Rdode zee op 14 K.M. bezuriden den ingang van het
kanaal bij Port-Tiiowfik, in eigen beheer had ver-
richt, werd deze exploitatie door de ,,Compagnie” op-gedragen aan de Nederlandsohe aa.nnemersfirma Bos,
reeds gedurende veje jaren aan de kanaalwerkein
werkzaam.

,,In het kanaal’ werd, tot vooi-etting der verbetering,
gebaggerd 1.575.250 M
3
., 1.249.750 M
3
. minder dan in
1917.

,,Ook in 1918 werden de werken beperkt tot onder-
houd en onmisbare afwerking van o’nderliari.den ver-
beteringen.

,,De totale uitgaven bedroegen in 1918′ 36.615.776
fr.ancs tegen 45.981.080 francs in 1913.
,,Inonderstaan-de opgave wordt de scheepvaait
vin
de
natiësi, die ‘in .1918 het krnaal hebben bevaren, met
een totale netto tonnen,maat vaai meer dan 180.000 ton
vermeld. Tussehen haakjes worden ‘de cijfers van 1913
genoemd.
Aantal

Metende netto

Gemiddelde netto Natiën.

vaartuigen.

registerton.

tonnenmaat.
Engeland

1862 (2951) 7.356.371 (12)

3951
Japan

162

(68)

501.524 (0,3)

3096
Italië ……..
200

(110)

476.867 (0,3)

2384 Frankrijk

102 (256)

‘380.269. (0,9)

3728
Griekenland

99

(—)

272.626 (—) .

2754

,,I’u’ 1918 werd het kanaal’ slechts door één Neder-

lan’d’sch stoomschip ‘bevaren (342 ‘met 1.287.354 N.

Reg. T.). De eerste Nederlandsehe stoomschepen die,

na het beëindigen van de vijandelijkheden, door het
Suezkanaal zijn gekomen, waren de ,,Tabanin” van de
S.toomvaar.t-Maatschappij ,,Rotterdamsohe Lloyd” op
8 Januari 1919, de ,,Noordam” van de Holland-Ame-
rika Lijn op 9 Januari 1919 en de ,,Bengkalis” van .de

Stoomvaairt-Maatschappij ,,Nedetrland” op 15 Januari
1919, allen thuisvarend.

,,In. -den loop van Januari 1919 was ‘de geregelde

vaart door het Suezkanaal, van Nederland naar Indië,
weder hersteld.

,,Het aantal passagiers in 1918 bedroeg 105.914, waar-
van 84.890, militairen.

,,De tijd van doorvaart van het kanaal ruim 16 uur

dooreengenomen in 1913, werd ina 1918 ruim 23 uur,
ten gevolge van oponthoud door militaire eisohen aan

de vaart gesteld, overigens heeft deze tu.sschen de

wed’erzijdsche zeeën hoegenaamd geen stooruis onder-
vonden.”

Een exportbank i+s Frankrijk. –
Reeds een twintigtal jaren ‘houdtrnen zich iii Frank-

rijk met het, vraagstuk der exportbanken ‘bezig. De
banken van hun -kant meenden reeds in ‘voldoende mate

zniks te doen met liet in disconto nemen van drie-
maa’ndspapier, doch toonden het gevaar aan, waaraan
zij zich zouden blootstellen, indien ze ook het vier-

en zes-maande op Italië, het zes- eu negen-maainds

op Rusland, het vier-maan’ds op Zuid-Ajmerika, eriz.
gingen di’sconteeren. Het was vooral in, de geschrif-
ten, omstreeks 1,908 verschenen, dat de nadruk wer,d
gelegd op de noodzakelijkheid een speciaal instituut

in het leven te roepen. Naar aanleiding hiervan be-
sloot de Baiaciue de Franco in 1910 in het buitenland
betaalbaar papier te discon’teei-en, mits dit papier iii
Frankrijk was uitgeschreven of uit liet buitenland
aan een in Frankrijk resideerenid koopman geadres-
seerd was. Doch de looptijd mocht hoogstens 3 maan-

den zijn en liet papier moest van drie hajndtee,kenin-
gen voorzien zijn, terwijl het risico uit de wissel-
koersen voortspruitende voor rekening van den cliënt
was. Het spreekt vanzelf, dat zulks niet voldeed en
zod kwam liet ook, -dat toen in 1911 het privilegie der
Bank ‘van Frankrijk moest vernieuwd worden, men
van alle zijden er – op aandrong in dezen wijzigingen
te brengen. Doch de minister van financiën was van
meening ,,qu’une banque d’émission n’est pas faite
pour aissumer ces rli’sclues qui, pour le mo-ins, devaient
se traduire par u-ne immobilisatiota.” Tijdens de debat-
ten in den-Senaat opperde (de heer Baubier de mee-
ning, dat het gewenscht ware indien de Bank haar
materieelen en .moreelen steun .toezegde bij het in het
leven roepen van speciale exportbanken. En dit is nu
de eindoploesing geworden. Eene overeenkomst .is tot stand gekomen tusscihen den heer Klotz, minister van
finanéiën en de oirichters eener ,,Banque Nationale
Française du commerce ex’térieiur”,
1)
opgericht in

naamloözen vennootschapsvor-m met een, kapitaal van
frs. 1,00.000.000. De,oprichters behooren tot de-han-
dels- en bankwereld. De hierveimelde overeenkomst
treft de volgende schikkingen: De Staat verbindt zich
aan de bank ee,ne jaarlijksehe suhsidie te verleenen
tot een maximum ‘van fr’s.’ 2.000.000. Gedurende 20
jaar, duur der overeonkonist, zal de Staat rentelooze
voorschotten geven tot een’ maximum bech’ag ‘van
frs. 25.000.000. Voor een en ander is de benoodigde
wettelijke regeling bij d’e Kamer ingediend. Deze som-
men moeten op een speciaal reservefonds gebpek.t wor-
den. De jaarlijksche subsidie zal niet meer wordn
toegekend zoodra op de aandeelen 7 pOt. kan worden
uitgekeerd of zoodra voor-noemde reserve tot haar
maximum zal opgevoerd zijn.
De. Staat heeft ook, aandeel in de winst.


De winstverdeeiing is als volgt: 5 pOt. gaat naar 4e
wettelijk resenve. Over het gestorte aandeelenlcapitaal

1)
‘Men zie ook het artikel„Eene Fransehe Exportbank”
op pag.
31
van dezen jaargang.

9 Juli 1919

ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN

653

wordt een curnulatieve interest van 0 püt. uitgekeerd.

Van de rest wordt 60 pOt. ter beschikking van de
algemeene rvergadering gesteld, 5 pOt. is voor com-
missarissen, 5 pOt. voor het personeel, 30 pOt. voor

den Staat. Dit aandeel van den Staat blijft in het

bedrijf als storting .op het renteloos voorschot, zoolang
liet daarvoor gestelde maximum no.g niet bereikt is.
Zoodra dit bedrag bereikt is, krijgt de Staat slenhts

20 püt. van de winst en het college van commissaris-sen en het personeel elk 10 pOt. De Bank staat ondcr

Staatstoezicht. Per saldo komt liet dus hierop neer:

de Staat garandeert door middel van subsidies een
zekere rente op het aandeelenkapitaal en zorgt voor

een speciaal roservekapitaal; wanruit de bank even-
tueel middelen zal kunnen putten.
i)e nieuwe instelling zal haar zetel te Parijs hebben,

terwijl in Frankrijk geen agentschap of fiiaal zal
mogen gevestigd worden. De ,,Ecnnomiste français”,
waaraan ure het bovenstaande in hoofdzaak ontleenen,

vindt dit niet eene gelukkige schikking, daar toch
naast Parijs, Le Haure, Marseille, Bordeaux, onz. ook
belangrijke exporteentra zijn.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

Journal des Economistes. – Parijs,15 Juni
1919.
Yves-Guyot, La
politique fivancière de M. IClotz;
W. M. J. Williams,
Le budget britannique pour
1919-1920;
A. .Raffalovich,
La question monitaire
en Turquie;
P. Cauboue,
La situation bancaire en
Roumanie; A. Barriol ei’ 1. Brochu,
Note sur
himission d’obligations de la Difense nationale;
J. Lef ort,
Revue de l’académie des sciences morales
et politiques;
Michalacopoulos,
L’avenir économique
de la Grèce;
Testis,
L’alliance franco-russe, d’après
M.
Margaine.

Revue d’Economie politique. – Parijs, Ja-
nuari—Februari 1919. B. S. Chlepner,
La théôrie éeononiique des dépenses
de guerre;
B. Eliacheff, Le rouble pendant la guerre;
L. 1-Iersch,
Les étrangers en Suisse;
B. Raynaud,
Les réformes algériennes de 1918;
V. Totomianz,
Le rôle de la coopération russe pendant la guerre
et la révolution;
Oh. Eist,
L’exportation amérieaine
et les bis sur les trusta.

Journal de la Société de Statistique de
Paris. – Parijs, Juni 1919.
M. Dewavrin,
La statistique des élections parlemen-
taires brianniques de décembre 1918;
A. Barthe,
Le
change français .Madrid en 1918;
M. G. de Coat enson,
Les survivants de l’orde amôricairi de Cincinnatus
en France.

The Journal of Political Economy. –
Chicago, Mei 1919.
J. D. Magee,
What shali we do with the railroads?
H. J. Davenpori,
Farm products and cost accountiug;
P. H. Douglas and F. E. Wolf e,
Labor administra-
tion in the Shipbuilding Industry during the war II.

Jahrbücher für Nationalökonomie und
Statistik. – Jena, April 1919.
R. Siolzmann,
Das Reinökonomische im System der
Volkswirtschaft;
W. Krebs,
Entwickiung des deut-
schen Genossenschaftswesens seit Erlass des Ge-
nossenschaftsgesetzes vom 1. Mai 1889;
C. H. P.
Inhülsen,
Englische Bankverschmelzungen;
F. Stol-
tenberg,
Tönnie’s ,,neue Methode zur ‘Vergleichung
Statistischer Reihen” und ihre Weiterführung.

Journal of the Institute of Bankérs. –
Londen, Juni 1919.
J. Paget,
The Gilbart lectures 1919

The Bankers’ Magazine. —Londen, Juni 1919.
The Treaty of peace. – The Budget. – After the
war. – The reconstruction period.

Bank-Arehiv. – Berlijn, 1 Juni 1919.

Dr. H. Lessing,
Die Bank von Frankreich wchrend

des Krieges; H.
Hi’rschstein,
Ein ncuer ,,Bullion

Report”.

The Round Table. – Londen, Juni 1919.

The peace of Versailles. – Finanee and repara-
tion. – The League of nations and the British Oom-

monwealth. – The military effort of the. British

empire. – Russia’s revolt against Bolshevism. –

Political and economie developments in the United

States. – – Indian Politics.

The geographical Journal. – Londen, Juni

1919.
M. A. Czaplicka,
Poland; M. N. MacLeod,
Map-

ping from air photographs; S. W. Buchanan, A
re-

cent trip into the Chumbi Valley, Tibet;
A. E. True-

man,
Population changes in the eastern part of the

South Wales Coalfield.

Weltwirtschaft. -. Berlijn, Juni 1919.

Dr. E. Hennig,
Bemerkungen zu den verkehrspoli-

tischen Besti mmungen des Versailler Friedensent-
wurfs;
Dr. R. Pesche,
Die deutsche Landwirtsehaft

und die Rückwanderung;
Dr. 0. Gönnenwein,
Das

Reichseisenbahnproblem im neuen Deutschland;
Prof.
Dr. Fr. Tobler,
Die weltwirtschaftliche Bedeutung

des Kautschukhandels;
Dr. M. A. Jordan,
Der Deutsche
in Italien wchrend des Krieges und der Uebergangs-
wirtsehaft;
Dr. E. Schulize,
Der Schwefel in der

Weitwirtsehaft;
Dr. M. Ebert,
Die iilteste germanische

Kobonisation in Südrussland.

Technik un d .Wi’rtsehaft. – Berlijn, April

1919.

Kaufmann,
Beteiligung von Arbeitern an der

her ufsgenossenseh aftlichen Betriebsüberwaehung;
K.
Meyer,
Bayerns Wsserkrï.fte und die deutsche Volks-
wirtsehaft;
G. Brecht,
Energiewirtschaft;
Grossmann,

Die wirtschaftliche Bedeutun g der deutschen Rol onien
für die Technik;
A. Günther,
Die Sozialversicherung

und der Ausgleich von Rechten und Lasten in den
Friedensvertriigen;
L. Ben jamin,
Preisabbau.

De Indische Gids. – Amsterdam, 1 Juni 1919.

A.
Te Wee/tel,
De wondeplek bij het boschwezen

in N.-I. De ontevredenheid, in het houtvesters-

corps;
J. Haga,
Het voedsel vraagstuk in Indië;
M.

van Geuns,
Het oosten in vogelvlucht, van Boedha

tot Groot-Mogels.

REGEERINGSMAATREGELEN OP

HANDELSCEBIED.

U i t v o e r gedistilleerd en likeu-
i en. .13ij Kon. besluit van 1 Juli is bepaald, dat do
uitvoer vaii gedistilleerd, voor dad.elijk menselielijk
gebruik geschikt en van likeuren wordt’vrijgesteid
met den dag van afkondiging van dit besluit (2 Juli).
:Do aandacht word:t er echter op gevestigd, dat liken-
ren, voor zoover zij suikerhoudend zijn, vallen o
nd
e
r

het u itvoerverbod op met suiker bereid e goed eren,
zoodat voor dergelijke likeuren nog consenten behoo-
mii te worden gevraagd.
Uitvoer van sigaren. De Minister van
Landbouw heeft bepaald, dat aan ieder, die in staat is
individueele ordei.s voor sigaren in de centrale landen
af te sluiten, de gelegenheid wordt gegeven zulks te
doen, ook al zou liet hu
11
oorspronkelijk toegewezen
aandeel in het voor de bedoelde landen gereserveerde qua’ntum worden overschreden. In verband hiermede
zal do N.U.M. aanvragen tot uitvoer in onbeperkte
hoeveelheid van sigaren naar Duitschiand on’vcrwijld
in behandeling nemen.
U i t v o e r ruwe k a t o e n en linzen.
Te
g
gen den uitvoer
i
ra
n
ruwe katoon, voor zoover de
N.O.T.-bepali.ngen zulks’ toelaten en van linzeti be-
staan geen bezivaren meer.

654

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

U
i
t v o e r wol en wolafvaflen. Con-

senten kunnen door de •N.U.M. wowden verleend voor
uitvoer van zuivere wol en woiafvallen naar de geal-

lieerde landen en het bezette deel van Duibsohland.

U
i t v o e r he.nnep en spinafval. De
uitvoer tis toegestaan, voorloopig alleen naar •de geal-

lieerde landen en het bezette gebied van Duitschiand,
van inlandscho ihennep, alsmede van een beperkte

hoeveelheid spinafval.

U
i t v oc r ‘v a n
1
o m p en. Tegen dan ui.tvoni
van lampen, onverschillig van welke soort, bestaat

voor zooirerde NOT-bepalingen zulks toelaten, gdn

bezwaar meer.

Entrep ô tv e r k eer. In Staatsbiad
No. 31.8 is

afgekondigd de i’et van
7
Juni
1919,
tot vrui.ming

der wettelijke bepalingen ountrent liet entrepôtverkeer.

(Vgl. liet artikel in nummer
178,
pag.
497).

Uitvoer t h e e en koffie. De
A
finiister van

Landbouw heeft aan de
N.U.M.
toestemming verleerfd

uitvoercoriseiitCn af te geven voor thee en koffit,

mi
fL9
niet bestemd voor
ibo1sj
ewiati seh
Rus]
and en

lilorigarije.

Bestellingen op Zondg. Met ingang van
20 Juli wordt cle p’ostbest’elling op Zondag en J:Temel-

vaartsdag beperkt tot brieven, briefkaarten, kennis-

gevingen van overlijden en ëxernplaren van het Kort
Verslag van de vergaderingen der Tweede Kar,

welke zijn voorzien van een stempel: Bestellen op

Zondag;
. .

BI o om en meel. Met ingang van
3
Juli zal

regeeringsbioem bestaan uit een mengsel van
50
pOt.

Amerikaansche bloem en
50 püt.
bloem, verkregen
door ui’tmalin.g
op 76
pOt. van een mengsel van
84

pOt. bu.tenIanciselie tarwe en
16
pOt. inlandsahe
tarw’e.
De samenstelling van regeeringsmeel wordt dart
75 pOt.
buitonlandsehe tar’e,
15
pOt. maïsmeel êri
10 pOt. gedi’oogde aardappelen. De inkoopprijs is e-

steld
op
f
33,75
per 100
K.G.

Gesace.harineerde suiker. Blijkens mede-
deeling van den Minister van Landbouw is aan raf
finadeurs in het geheel
500 K.G.
saceharine tei’15é1
schikking gesteld, voldoende voor de vervaardiging
van een hoeveelheid van
250.000 K.G.
gesaccharineei-
•de suiker; de voorraad van deze suiker bedroeg op
2
Juni plus minus
105.500 ILG.,
terwijl tot 1 Juli in het geheel is afge]e’erd
118.395 1(0.,
waarvan
71.785
aan hotels, restaurants, ed. inrichtingen. De
noodige stappen zijn gedaan om tot den uitvoer yân
gesaccharineerde suiker te geraken; mocht die uitvoer
tegen behoorlijke piijzeu mogelijk blijken, dan zal de
verstrekking aan hotels e.’d. kunnen eindigen.

B
00
we n en er w t en. l3ruine boonen en groene
erwten rijn afgcvoeid van de lijst der goederen, aan.-
gewezen krachtens art. 1. der .Distributi.ewet
1916.
De
voor peul vruchten vastgestelde maxnnu mprijzeri zijn
ingetrokken.

Goederen v o o r zeeschejen. De dist.ri’bu-
tieregeling van goederen ten behoeve van zeeschepen
is ingetrokken.
0

MAANDCIJFERS.
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

1
1919

11

Mei 1919

Posten
1

Bedrag

11
Psten
1

Bedrag

Ontvangen en

betaald:

in contanten.
129636
f

15.211.397
1.39218
f

11.181.942
door over-
sclirijving

‘).
40432

67.513.791

.
145422
72.504.566,
Particuliere
rekeninghoud.
.43672)

24.034.806
46662)
25.184.509
Saldo te goed
part. rek. nO

,,

3.756.793;1
3.846.075
1)
Inciusieve
verre
k
en
i
ngen
tusscben gemeentediensten; zijnde
pIm. f19.894.002 in de maand April, pl.m. f19.204.788 in de maand
Mei.
9)
Aantal.

EMISSIES IN
JUNI
1919.

Provinc. en Gemeentelijke leeningen
f
14.764.475,-
zijnde:
Noord-Holland
f
5.000.000,—
5’/
0
/0
obi. 1 993/4
0/0
‘s-Gravenhage
f
5.000.000,— 5
0/

obi. 5 95
O
/o.

Schiedam
f
2.000.000,—
5
I
1 °/o
obh
5 99
0
/0.

Zaandam f1.065.000,— 51/2
0/
obi.
5 99
0
/0.

1-leerlen f1.000.000,— 5/2
0/
obi.
5 98’/
0
/0.
Alkmaar
f
800.000,— 5’/2 /
o
obl.
5 993/
s
0/

Gemeente Haarlemmerliede en Spaarn-
woude
f
375.000,—, waarop inge-
schreven f215.000,—,
51/
2
0/
obi.
5 97I/
0/

Industrieele Ondernemingen ……..

4.032.500,-
zijnde:
N.V. Frank Rijsdijk’s Industr. Oad.

f
700.000,— aand. 5 145
O
/o.

Mij. tot vervaardiging van snij-
machines volgens van Berkel’s
Patent en van andere werktuigen
11.250.000,— aand. 5 125
0/s.

N.V. Internationale Gewapend Beton-
Bouw
4h.
Industr.
Mij.
v/F. J.
Stulemeijer & Co.
f
500.000,-
aand. 1. 120
O
/o.

N.V. Maatschappij ,,De Korensehoof”

f
500.000,— aand. 5 115
Q/.

N.V. Geveke & Co’s Technisch Bureau

f
250.000,— aanci. 5 112
O
lo.

Oultuurondernemingen, Haudelsver-
eenigingen en ilandelsveun ….. ..
16.506.fl00,
zijnde:
N.V. Export-Mij. v/h. B. van Leeu
ven
&
Co.
f
256.000,— aand.
11100
O
/G.

Compania Mei:caatil Argentina

f
6.000.000, – aand.
11
250
0/.

Curaçaoscheflandel-Mij.f 1.000.000,-
aand.
5

125 O/o.

Petroleum-Ondernemingen ……….
42.763.600,
zijnde:
Kon. Nederlandsche Mij. tot Expi. van
Petroleumbroanen in Ned.-Indië

f
42.763.600,— aand. 5 100
O
/o.

Rubber-Maatschappijen ……….

5Q0.000,-
zijnde:
N.V. Ncd. Gutta-Percha Maatschappij

f
250.000,— aand. 5 200
0
/0.

Scheepvaart-Maatschappijen .

..

1. 402. 500,-
zijnde:
Stoowvaart-Maatscliappij ,,Noordzee”
f925.000,— aand.
11
130
I
/o.

Reeclerij-Maatsthappij ,,Scheveningen”

f
200.000,— aanci.
11
100
O
/o.

Di
versen …………………….

550.00’O,—
zijnde:
Waterschap Vollenhove
f
225.000,-
5
/o obl. 5 100
O
/o.

Amsterdamsche Coiiperatieve Keuken
fl00.000,— 6
0
/0 oh!. Ii 100 01.
N.V. ,,Emporium” tot handel in pri-
meurs en exploitatie van tearooms

f
225.000,— aand. 5100 0/0.

Totaal.
. . .

f
80.519.075,-

Totaal der emissies
in
Januari

. . f
351.300.909,-
Februari
. .
32.726.200,-

Maart

. . . .

;,
35.029.547,50

April

. . . .

,,
10.512.875,-

Mei

……
,,
42.243.720,-

Juni
………,,
80.519.075,-

Algemeen Totaal
……f
558.932.326,50

Bovendien:

f
27.420.000,— 3/m. Schatkistpromessen
11
f

990,23
18.030.000,—
6/m.

,,
,,

,,

980,22
,,
14.055.000,—
41/i 0/

Schatkistbiljetten
,,

,,
1003,81

9 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

655

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ‘ beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSÈN.

BANKDISCONTO’S.

5Ju11
1919
201uli1914
(Disc.Wissels.
4’h sedert 1Juli’15
3
1
/2sedert23
Mrt. ’14
N
BBBinE
k
art
4
1
I

,,

1

,,

’15
4

,,

23

,,.
’14

1Vrseh.inR.C.
6
1
/s

,,

19Aug.’14
5

,,

23

,,

’14

Bank van Engeland
5

,,

5 Apr.’17
3

,,

29Jan. ’14
Duitsche Rijksbank
S

,,

23Dec.’14
4

,,

5Febr.’14 Bank van Frankrijk
5

,,

21Aug.’14
311,

,,

29Jan. ’14
Oostenr. Hong. Bk.
S

,,

12 Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14

Nat.Bankv.Denein.
5
1
!,

,,

4 Jan.’19
5

,,

6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
6

,,

13Juni’19
4
1
/2

,,

6

,,

’14
Bank v. Noorwegen
5
1
I2

,,

11Mei ’19
4
1
/1

,,

11

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
51/3

,,

3 Oct. ’18
3
1
/3

,,

19

,,

’14

Belgische Nat. Bk.
4

,,

12Juni’19
4

,,

30 Jan,’14
Bank van Spanje..
4

,,

22Mrt.’17
41/,

,,

24Sept.’03
Bank van Italië ..
5

,,

10Jan.’18
5

.
,,

9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3-4

– –


Javasche Bank….
31/

,,

1Aug.’09
3
1
!,

,,

1Aug.’09

OPEN MARKT.

An1erdam
Londen
Berlijn N. York
Data Part.
Prolon-
Part.
Part.
IParU3
Part.
CalI.
di,conto
I

g
atie d1conto
disconto
dl,c.
monej/

4 Juli

‘191381
4
_4
38/4_4
3I,o
4.21a

5_l/

2)

30J.-5 J.’l9I38/44
2)
31/
3
_4
33/,
451

5-8ij2
23-28 J. ’19I3’/4-4
3_
1
/
3
h
/
2
/j
4-Is

5-10
16-21 J. ‘1913’!,
21/
1
_3h1
4

35/,
4_5/

41/212

1-6 J. ’18 2’/-3

3.’/s

3
H

14-
5
/8
1/2

4-6
2-7 J. ’17 2-‘/4

2/,-3

4°/s-H
4_5/

– 2’/2-3’/2

20-24Juli’143
l
/_
8
/,
2/-/e
2/4/4 2/5

2/ 18/
4
_2Y2

t)
Noteering van 3
Juli.
1)
Het particulier disconto der gemeente-
wissele was in de afgel000en week
5/-1
pCt. hooger.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

Met uitzondering van Dollars waren alle’ wissels deze
week flauwer. Ponden liepen terug van 11,83 tot 11,81.
Parijs daalde van 39,90 tot 39,50. Vooral België was sterk aangeboden. Er bestaat hier te lande regelmatig een groote
vraag naar België voor de betaling van kolen en ver-
schillende andere artikelen, welke via Nederland naar het
bezette gebied van Duitschland gaan, maar het aanbod uit
België tegeit Dollars en Ponden is zon groot, dat de vraag
verre overtroffen wordt, zoodat de koersen regelmatig terug-
loopen 38,35-37,95; heden zelfs 37,52
2
/2.
Marken wareq aanvankelijk iets beter, maar in de tweede
helft der week was het aanbod weder overweldigend, zoodat
vooral Donderdag de markt zeer onregelmatig was.
Oostenrijk weder nominaal. Er komt meer handel in
nieuwe kronen.
Ook de neutrale wissels waren een weinig flauwer.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data

Londen Partij
Berlijn
Weenen
I
B

Ne
5)

)

5)

5)

dgicl)I

w
York’)

30 Juni 1919..
11.83.
1

39.97i
18.50
9.25
38.35
2.57’/
1 Juli

1919..
11.82
39.82,
1

18.67
9.-
38.20′
2.571/,
2

,,

1919..
11.82 39.80 18.85
9.-
38.20 2.58
3

,,

1919..
11.84/,
39.70
18.55
8.35
38.20
2.59
1
!,
4

,,

1919..
11.84
39.47/,
17.90
8.-
38.10
2.59/8
S

,,

1919..

_._:


37.95
2.60
Laagste d.w.’)
11.81
39.30 17.30
8.-
$7.90
2.57!4
Hoogste
,,

,, ‘)
11.85 39.95 19.25
9.25
38.40
2.60I4
28Juni 1919..
11.84e 40.10
18.55
9.25
38.35
2.57V4
21

,,

1919..
11.81
39.75
19.90
10.-
38.30
2.551/
8

Muntpariteit..
12.10/,
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48’/4
5)
Noteering te
Amsterdam.
1)
Particuliere
opgave.

Stock-‘ Kopen. Cbr/s. Zwitjer-
1
Spanje

Batavia
1)
Data
,

holm’)
hagen’)
tianla’)
land’)

1)
telegrajiich

30 Juni 1919
65.50
60.30 64.10
47.45
51.25
99/,-100/,
1
Juli 1919
65.50 60.30
64.-
47.30
51.25
99/,-100/,

2

‘,,

1919
65.60
60.40 64.15
47.30
51.-
99/,-100/,
3

,,

1919
65.60 60.30 64.20
47.55
51.-
99/,-
100/,
4

1919
65.35 60.15
64.10
47.30
51..-
99
7
T-100
5

,,

1919


64.10

51.-
99/,-1
00/,
L’ste d.
w.’)
65.30 60.10 63.90
47.20 50.75
997/8

H’ste
,,

,,

)
65.60
60.60 64.30
47.50 51.40
100e/8
28Juni1919
65.70 60.50 64.25
47.45
51.-
99/,-100/,
21

,,

1919
66.10
61.-
64.40
48.-
51.37/,
99’/2-100
Muntpariteit
66.67
66.87
66.67
48.-
48.-
100
5)
Noteering te
Amsterdam.
1)

Particuliere
opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

1

Cal,le

1

Zicht

1

Zicht

1

Zicht
Landen
1

Partij

1
Berlijn

1
Amjlerd.
Data

i

(in
$

1
(in fr,.

1
(in cents
t
(In cents
1

per)
1

P.
$)

1
p.4Rm.)
t per gid.)

3Juli
….

1919
4.54
6.57
norn.
38V2
‘)
Laagste d.week..
4.54
6.45
nom.
38’/, Hoogste,,

,,

..
4.60
6.57
nom.
38/4
28 Juni
….
1919
4.60 6.45
nom.
381
21

……1919
4.61.85
6.38 oom.
39
Muutpariteit.
. ..
4.86.67
6.18j/d
954
lOIis
1)
N’oteeeing van
2
Juli.

KORSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.

1

Tijdperk

1

Plaatsen en

Noteerings.
21
Juni

juni
1 30
Juni-S Juli
1
5
Juli
Landen

eenheden

1919

1919
i

1919

1
1919
Loo gite Hoogste
1

Aiexandrië..
Piast.
P. £
97251,
2

9718122

9715//2
97
12
/81
97
25
782
‘B. Aires’)..
d.p.gd.pea.
50
1
/in
51
1
!18
50/4
51
8
/8
51/15
Calcutta
. .. . sh/d.p.rup.
1/8/22
118
1
/
22

1/8 1/8
1
/16 118
1
122
Hongkong
..
id. p. $
316
1
/3
31611
4

3158/4
3/6
1
/4
3/6′!4
Lissabon
….
d.p.escudo
30/4
30
1
12
30
301/
4

30’/4
Madrid

….
Peset.
p. Y,
23.07
23.21
23.01
23.26 23.15
‘Montevideo
1

d.p.peso
547/
s

548/
4

543/
8

553/
s

543/
4

Montreal..
..
$
per
£
4.74′!2
4•74814

4.64!2
4.74 4.65′!2
‘R.d.Jaueiro.
d.p.milr.
14
11
132
14
21
182
10/s.
14″/to
14/,/, 2)
Lires
p. £
37.35
36.68 35.65 36.65 35.95
Shanghai

..
ah/d.p.tael
511411
5/31/,
513
513
513
Rome

…….

Singapore
..
id.
p. $
2/4
7
/32
214
7
/52
2/41/8

2/4
5
/is
2/48/
4

‘Valparaiso..
d.p.pap.p.
11
lO’/s
108/
4

11
10/4
Yokohama
..
sh/d.p.yeu
2/2
1
!2
2/2/,
212
1
/4
2/2
7
1s
2128/
4

*
Koersen van den dag voorafgaande aan de data in het hoofd
vermeld
‘)
Telegra6sch transfert.
2)
Noteering van 4
Juli.

GOUD EN ZILVER.

Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank
van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

NOTEERING VAN ZILVER.

Noteering te Londen
te New York

4 Juli
1919 ……..
531/,
1071/

1)

28 Juni
1919 ……..
53’/8

.
108’/2
21
1919……..
54
1
/4
11114
14
1919 ……..
54’/
111
,
/8

6 Juli
1918 ……..
48’/,
991/3

7 Juli
1917 ……..
398/
4

78/4
20 Juli
1914 ……..
24′!,s
1)
Noteering van
3
Juli.

N.U.M.

Weekstaat der Nederlandsche (.Jitvoermaatschappij.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Bulten!.

De6et
5
pCi.

Credit
Data

Bankier,

Schot-

Diverse

Schuld-

Diverje
kist bilj.

reken. t)

brieven

reken.
1)

30Juni 1919..
2.563
58.650
665
17.168
37.787
26

,,

1919..
1.204
58.650
545
17.159
37.870
19

,,

1919..
1.076
58.650
540 17.151
37.253
12

1919..
2.033
58.650
536
17.152
36.789

4Juli

1918..
12.137 19.100
53.200
13.770
66.857,
‘)
Beide rekeningen omvatten, behalve
garantiewissels ie, portefeuille
tot het bedrag der buiten!. schatkistbiljetten, in hoofdzaak garantiewïosels
in dcp& bij de Ned. Bank.

656

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 5 Juli 1919.

Activa.

Binnenl.Wis-(H.-bk.
f 85.563.610,01
1
!2
sels, Proxn., B.-bk.

4.017.978,55 ene, in disc. ( Ag.sch.

23.574.890,441/
f
113.156.379,01
Papier o. h. Buitenl. in
disconto ……………………..


Idem eigen portef..
f
25.425.613,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. noa niet af rrel.

Beleeningen
,,
25.425.613,-
mcl. vrsch.
U.-bk.

f148.188.064,27

in rek.-crt.
B.-bk.

11
.769.949,62’Ii

op onderp
.
Ag.sch.

57.169.940,01
1
/,

f217.127.953,91

Op Effecten

……f211.727.353,91

OpGoederenenSpec.
,,

5.400.600,-
217.127.953,91
Voorschotten a. h. Rijk ……..
……..
2.489.069,96
‘1

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……f 56.511.325,–
Muntmat., Goud .. ,,601.205.133,38

f657.716.458,38
Munt, Zilver, euz.

7.506.919,91
Muntmat,, Zilver
..

Effecten
665.223.378,29

Bel.v.h.Res.fonds..
f

4.564.607,50

id.van ‘/sv.h.kapit.
,,

3.976588,871/2
8.541.196,371/,
Geb.enMeub. der Bank ………………
3.312.000,-
Diverse rekeningen ………………
78.394.516,07

f1.113.670.106,62

Paseiva,
Kapitaal

……………………..f
20.000.000,-
Reservefonds

…….. . ………….
5.000.000,-
Bankbiljetten in omloop …………

..
1.024.921.950,-
Bankassignatiën in omloop ……….

..
2.415.504,45
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk ….
f


Van anderen

….

57.552.346,07 57.552.346,07
Diverse rekeningen

……………….
,
3:780.306,10

f1.113.670.106,62.

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
447.268.854,84
Op
de basis va

2/

metaaldeliking
….
,,
230.290.894,74
Minder bedrag aan bankbiljetten inomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is
..
,,
2.236.344.270,-

Versc11len -met den vorigen weekstaat:

Meer
Minder
Disconto’s

…………….4.215.904,19
Buitenlandsche wissels
120.600j
Beleeningen
8.057.519,09’I2
Goud
5.791,53
Zilver ………………..
706.610,65
1
!1
Bankbiljetten

…………6.846.145,-.
Part. Rek.-Crt. saldo’s

2.818.994,93
1
/2

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Dato
Goud
Zilver
Bank-
je

Cfl
é

er
And
1,11

opeischbare
schulden

5 Juli
1919
..

,
657.716
7.507
1.024.922
59.968
28 Juni
1919
657.722
8.214
1.018.076
73.433
21
1919
..
662.602
8.702
1.001.959
83.591
14
1919
661.969
8.492 1.009.394
67.100
7

,,
1919
..
661.969
8.175 1.015.654 79.187
31 Mei
1919
..
661.969
7.938
1.025.962
85.180
24

,,
1919
..

.
661.979
7.725
1.024.83.7
85.531
17

,,
1919

662.160
7.545
1.042.667 104.158
10

,,
1919
-.
662.389
7.359
1.061.881 74.220
3

,,
1919
662.835
7.262
1.083.454 48.581
26 April
1919
..

.
663.348
8.114
1.034.638 94.915
19

,,
1919
666.605
8.952
1.025.906
93.872
12

,,
1919
667.070
8.851
1.020.674 90.518

6 Juli
1918

717.518 7.690 926.054
58.236
7 Juli
1917
….
625.672
7.287
771.151
48.507

25 Juli
1914
162.114
8.228
310.437
6.198

D
5
0

Disconto’s

Belee.
Be,chik-
baar
Dek.
king.,.
Hiervan

Totaal
Schatkist.
ningen
Metaal-
percen.
promessen

saldo
lage
rechtstreeks

5 Juli 1919
113.156 59.000 217.128
447.269
61
28 Juni1919
108.940 59.000 225.185
446.657
6′
21

1919
109.648

64.000 202.859
453.176
62
14

1919
103.179 57.000 203.703
454.785.
62
7

1919
118.617 72.000
216.039
450.799
61
31 Mci 1919
117.372
72.000
234.150 447.302
60
24

1919
125.459
78.000
212.287 447.254
60
17

,,.

1919
153.333 101.000
228.517. 439.960

58 10

,,

1919
147.102 88.000 226.085
442.146,
59
3

.,

1919
144.892

80.000
231.978
443.305
59
26Apr. 1919
139.716
93.000
225.975
445.163
60 19

,,

1919
143.344
94.000
206,089 451.211
60
12

1919
140.327
94.000 200.495
453.290
61

6Juli1918
41.994
17.000 119.042
526.981
74
7Juli 1917
52.211
40.000
75.883
468.033
77

25 Juli 1914
67.947
14.300
61.686
.

43.521
1
)
54
‘)
Op de banjo van
9/
5
metaaldekkng.

Uit de bekendmaking van den Minister van Finan-
ciën blijkt, dat uitstonden op;

28
Juni 1919
1

5 Juli 199

Aan schatkistpromessen..
f464.900.000,-
f437.850.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
59.000.00,0,-
59.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
..
,,
67.539.000,-
81.549.000,-
Aan zilverbons

………
,,
52.270.502,-
51.392.364,50

JAVASCHE BANK.
Voornaamste -posten

in duizenden guldens.

Naast de per mail ontvangen gegevens wordende telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettinen en
het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.

Data
Goud
Zilver
Bank-
biljetten
schuiden

28 Juni 1919
iioo
21

1919
335.700
14

1919
334.200

127.144

8.482
219.161

116.58
127.260
9.041
214.470

121.484
127.368 9.249
213.210

121451
10 Mei

1919 …….
3

,,

1919 …….

127.269 9.419
213.115

120.023
26 April 1919 …….
19

,,

1919 …….

102.110 13.929 189.275

67.268
29 Juni 1918 …….
30 Juni

1917 …….
78.400 19.006
164.939

45.27
25 Juli

1914..
22.07
1

31.907
1

110.172

1

12.634
Wissels,
Diverse
Be.sc/,ik-
Dek-
,-,
0
a
vii.,.
Duiten
e,ee-
e.
Daar ings-
conto’s
N..Ind.
betaalbaar
ningen

re
ningen

)
metaal.
saldo
percen-
lage

28Juni1919
198.300
***
71.400
***
21

1919
201.700
69.800
***
14

1919
200.400
70.100

10Mei 1919
12.294
68.740
41
8.644
20.408
79.006
3

,,

1919
8.163
19.341
79.459
12.881
69.362
41
26Apr.1919
8.209
20.419
75.811
8.890 69.961
41
19

,,

1919
8.548
24.599
79.381
9.443 70.329
41
29Juni1918
7.887
23.567 72.062
24.018
64.898
45
30Juni1917
7.102
34.667 62.042 13.125
56.555
46
25Juli
19141

7.259
6.395 47.934
2.228
4.842
2
)
44
1)
Sluitpost
der activa.
2) Op
de basis
van
2/

metaaldekking.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden auldeus.

Data
Metaal
Circula lie
Andere
opeischb.

schuldcn
Disconto’s
re e-

I

D

k
fl
ngen

,

17 Mci

1919..
991
1.370
773
1.361
100
10

1919..
983
1.422
747 1.355
86
3

1919..
981
1.436
847
1.360
230
26 April

1919..
997 1.315 848 1.341
205

18 Mei

1918..
689 1.365
722
1.100
707
19 Mei

1917..
759
1.182
1.027
900
456

25 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
t) Sluitpoat der’activa.

9 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

657

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven

van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,

in duizenden pond sterling.

Currencg, Notes.
Data

Metaal

Circulatie
0
Bedrat
1
Goudd
1
Gov. Sec.

Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
_________

Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
scrvc

Dek-
kings
percen-
tage
‘)

2 Juli ’19
98.702
83.494
24.558 166.925 27.070 14,13
25 Juni’19
66.821
80.803
20.044 137.745 27.959
17,70
18

,,

’19
53.203
80.421
20.017 124.298
28.457
19,71

11

’19
.61.492
79.879 20.315 130.792
27.471
18,17

3Juli’18
66.238 112.937
38179
152.068
28.881 15,18
4 Juli ’17
45.500
111.081
41.673
130.579
33.490
19,45

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42185
29.297
521/
a

t)
Verhouding tugechen
Reerva en 1)epoaita.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-

kassenscheine, in duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan
Goud
________________

Kassen-
schetne
Circu-
latle

Dek.
kings- percen-
tage
‘)

30 Juni 1919
1.136.346 1.116.403
9.058.465 29.968.388
34
23

,,

1919
1.137.497
1.117.798
8.758.875 29.107.864
34
15

,,

1919
1.171.531 1.151.509 8.442.407
28.274.868
34
7

,,

1919
1.322.749
1.312.403
8.268.186
28.217.855
34

30 Juni 1918
2466989
2.346.204
1.785.608
12.510.354
34
30 Juni 1917
2.521.094 2.457.295
450.267 8.698.740
34

23 Juli

1914
1.691.398 1.356.857 65.479 1.890.895
93.

t)
Dekking der circulatie door metaal en
Kassenecheine.

Data
Wissels
Rek. Crt.

Darlehenskassenschctne

Totaal
In kas bij
uttge-
de Rek/is-
geven
bank

30 Juni 1919
33.292.875
13.729.631
**

23

191e
28.798.090 9.621.272 20.552.700 8.420.800
15

,,

1919
29.058.438 10.484.520 19.815.000 8.247.106
7

,,

1919
27.438.644 9.150.671
19.529.900 8.047.600

30 Juni 1918
16.670,927
9.181.286 9.473.700
1
:
771.300
30 Juni 1917
10.962.473
5.692.650 5.076.500 434.800

23 Juli

1914
750.892 943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden Kronen.

Metaal en
Disc, en
Bijzondere

Data
buitenl

6dec
schuld van

I

Bank-

1
Rek. Crt.
goud.

ntn gen
Oostenrijk
biljetten
saldi
wissels
en Hongarije

23Juni’19
9
339.485 11.600.235 32.954.000
41.254.272
6.762.307
15

’19 343.130
11.598.317
32.954.000 40.674.227
7.259.992
7

,,

’19
342.647
11.594.030
32.954.000
40.172.654
7.085.75
31Mei’19
340.424
11.389.564
32.954.000
39.949.891
6.536.628

23Juli’14
1.589.267
954.356

2.159.759
291.270
1)
waarvan 261282 goud, 20.004 buiten1andsce goudwissels en 57.199
munt- en muntmateriaal zilver.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Dato
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het Buttcnlpnd

Buit .gew.
voorsch.
old. Staat

3Juli ’19
5.551.200
1.978.278 303.172
867.693
23.600.000
26Juni’19
5.550.898
1.978.278 303.664
869.246
23.250.000
19

,,

’19
5.050.629
1.978.278
304.715 867.666
23.250.000
12

,,

’19
5.550.307
1.978.278
305.792 873.228 23.250.000

4 Juli ’18
5.424.796
2.082,108
263.833
1.458.259 18.750.000
5Juli’17
5.290.789 2.034.775
262.739
660.900 10.700.000

23Juli’14
4.104.390

639.620

Wissels
Uitge-
stelde
Wissels

Belee-
ning
Bankbil-
jetten

Rek. Crt.
c Partt-
ulieren
Rek.
Crt.
Staat

.
920.925
799.757
1.256.060
34.752.577
3.373.867
56.562
853.039 808.029
1.278.432
34441.999
3.362.029 49.319
.
858.290
821.088 1.260.039
34.449.557
3.301.514
61.133
855.918 829.376
1.278.432
34.448.513
3.442.560
65.656
0
1.267.714 1.075.188
906.896 28.952.189
3.838.787
54.873
687.298
1.192.257 1.124.884
20.112.054
2.528.020 42.711

1.541.080
.
769.400
5.911.910 942.570
400.590

SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
1)

Voornaamste posten in duizenden francs.

ata

Metaal
mcl.
buitenl.
saldi

Beleen.
van
buitenl.
vorder.

Beleen. van
prom. d.
provinc.

I

Binn.
wissels
en
belgen.

Circu.
latte
R k

saldi

17 Oct. ’18
1.216.753
100.082
480.000
97.728 1.507.912
377.440
10

,,

’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040
1.508.011
382.595
3

,,

’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287 1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778
99.982
480.000
101.783 1.452.948 865.452

18Oct. ’17
476.043
90.903
480.000
100.351
1.172.474
91.204
19Oct.
1
16
352.8721
76.0331480.0001
39.8341
828.739
110.068

t
) Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank belast.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goud
Waarvan
voor dekking
Waar-
1 van in
1 het but-
Zilver
I

gte.

F.R.
Notes tn
circu-
F. R. Notes
tenland
latte

29Mei’

“19
2.187.743
1.254.383

67.363
2.519.292
23

’19
2.178.739
1.259.741

69.194
2.504.253
16

,,

’19 2.175.837
1.291.659

70.020
2.532.039
9

’19
2.174.348 1.259.469

68.436
2.556.749

31Mei

’18 1.917.826
983.912
52.500
57.883
1.600.968

I
Juni

’17
956.803
470.022

36.624
464.865


:i;;:i
Percent.

Totaal Waar-.
Dek.
1

Goud-
Dato
Wissels
Deposito’s
van
kings-
1

dekktng
Kapitaal
percen-
1

ctrcu-
__________

tagei)
latie

29Mei

’19 2.173.042
2.465.559

82.589

51,0

49,8
23

,,

’19 2.132.053
2.477.303

82.553

21,7

50,3
16

’19 2.223.657
2.574.670

82.397

47,4

51,0
9

’19 2.150.339
2.391.343

82.228

51,8

49,2

31Mei

’18 1.153.730
1.994.745

75.546

59,7

61,5
1 Juni

‘l 71

166.954
952.715

1

56.985

77,4

63,3
t)
Verhouding
tusochen:
den totalen goudvoorraad, zilver etc., en de
opeiochbare schulden:
F R.
Notes en netto deposito’s met inbegrip van
het kapitaal.

PARTICULIERE BANKEN
AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
1

T otaal
1

depositos
Waarvan
time
banken
gelden en
F. R. banko
deposits
beleggingen

23Mei ’19
773
14.613.712 1.298.008 12.714.186
1.715.542
16

’19
773
14.681.508 1.317.760 12.725.289
1.718.894
9

,,

’19
771
14603.951
1.295.776
12.735.788
1.737.702
2

,,

’19
771
14.679.331
1.273.146 12.770.889
1.720.352

24 Mei ’18
691
12.485.956
1.132.181
11.253.026
1.354.746

2 Juli

1919
88.568 79.948
342.952
28500
327.321

25 Juni 1919
87.811 78.302
342.310
28.500
327.321

18

,,

1919
87.730
77.723 344.779
28.500 329.345

11

1919
81.029
78.008
347.121
28.500
331.339

3 Juli

1918
65.334
54.903 256.228
28.500
233.295
4 Juli

1917
55.242
40.203
163.982
28.500
136.209

22 Juli

1914
40.164
29.317


658

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

9 Juli 1919

EFFECTENBEURZEN,

Amsterdam,
5
Juli 191.9.

Het definitieve einde van den oorlog heeft toch op cle
internationale beurzen cle stemming te voorschijn geroe-
pen, die optimisten er van hadden verwacht. Allerwegen
is pen opgewekte tendens ontstaan, die, moge zij iii den
grond der zak iiiçt volkcrnicn gemotiveerd en in overeen-tcrninin.g met cle nog steeds zeer donkere perspectieven worden geacht, toch niet heeft nagelaten de koersen op de
meeste der internationale effectenmarkten meer of minder
aanmerkelijk op te voeren. Vooral te B e r lij n is (leze tendens zeer sterk haar voren
getreden. Nadat reeds in de eerste helft van Juni, ten tijde toen de notawisseling tusschen Weiniar en Versailles nog
in vollen gang zich bevond, een lichte verbetering was in-
getreden voor inciustrieele en andere aandeolen, heeft
zinS in de laatste welcen een volledige hausse-beweging out-
wikkeld, clie zich heeft uitgestrekt tot vrijwel Ae geheele
afdeeling van binnenlandsche waarden. Ernsti.ge beurs-kringen echter staan eenigs.zins vreemd tegenover deze
beweging. Het best te begrijpen is tot nn toe geweest cle opwaartsehe beweging in die waarden, die door het hen-
trale buitenland als kapitaalbelegging aangekocht zijn. Zon
verluidt, (lat 1-lollandsche belangen, en, als cloorgangsge-
bied, ook cle bezette Dnitshe landen, groote, posten chemi-
sche en montaanaandeelen hebben verworven.
Na de periode van de, hier genoemde waarden zijn de
staats]eeningen in de opgaande beweging opgenomen,
d.w.z.
geen oorlogsleeningen, maar enkele oiclere soorten, bv. dc.
ten bedrage van 1.4 mulliard Mark in oniloop zich beviti-
dende
3
pCt. staatsleeningen. Door cle guoote vraag naar
deze papieren heef t het fonds zich zelfs •boven cle 3 pOt.
Pruisisehe Consols kunnen verheffen. Langzamerhand is
er echter ook meer vraag gekomen iaar de andere Rijks.
leeningen, op grond van de overweging, dat, bij den kodp
lust, dien het bu.itenlancl thans aan den dag legt, vermocde
liie een uitbreiding van den kring der gekozen waarden
zal komen, terwijl ook het aantal der bnitenla

nctsche mo-
gendheclen, dat zich tot den thans geldencien betrekkelijk
lagen prijs vermogen in Duitschlalld -tracht te verwerven,
grooter zal kunnen worden. Allereerst richt mcii met be.
trekkiug hiertoe het oog. naar de Vereenigde Staten, ten
opzichte waarvan men met groote voldoening zon zien, dat
zij actief zouden deelnemen aan den wederopbouw van
Dnitschland, zoowel in economisch als in financieel opzicht
en waarvan men verwacht, dat zij hiertoe eerder bereid
zullen worden gevonden, als zij eerst groote belangen hij
Dnitschl and zelve hebben genomen.
Dit zijn echter alle overwegingen, waardoor zich va.kkuu-
clige kringen -nog eeuigszins laten leiden, doch clie in spe-
eulantenkrin.gen natuurlijk geen enkel gewicht in cle schaal
leggen. De hoofcldorsaak voor de groote aankoopen van
het publiek is meer le vinden in de bevrijding van de
verlanimeude onzekerheid, die gedurende den tijd, verloopen
tusschen cle indiening (Ier vrecl,esvoorwaardeu en acceptatie
daarvan, heeft geheerscht. De breede lagen der bevol.ling
zijn zich klaarblijkelijk nog zeer weinig hewust, ,welk een
ontzaggelijke druk door de vredesvoorwaarden ten

slottli

op hen zal worden uitgeoefend. Allerlei aantrekkolijke pers.
pectieven worden in de geesten opgeroepen. Vooral de
wederopbouw (ier verwoeste gebieden wordt vaak als een
object genoemd, waarvan Duitschiand t.z.t. groote profij.
ten zal kunnen trekken, zoowel ten opzichte van cle leve-
ring van steenkolen en ijzer als niet betrekking tot de 1
bricatie van landbouw-machines, electrotechiiische. cd
aadeie ben.00di.gclheden, euz. Men verliest hierbij ten
eenenmale uit het oog, dat, zelfs al mochten de hier ge-
noemde industrieën in het wereldverkee worden betrokken, de op te leggen belastingen een zoo groot deel van de even-
tneole winsten zullen wegnemen, dat ten slotte van een ednigszins aanmerkelijke winst geen sprake zal kunnen
zijn. Met betrekking tot die belastingen is nog geenerlei
besluit gedionicu, doch thans reeds kan worden gezegd, dat
zij in één roord overheerschenci zullen zijn.
Het is natuurlijk eenzijdig te zeggen, (lat deze omstan-cligheid door het publiek . geheel uit het oog zon

worden
verloren. Dit is clan ook niet het geval; voor dcii allerwege.n
zinS ontwik&elenden kooplust is claii ook nog een aiicleie
reilen te noemen. Deze is te vinders in dcii grooten omfoop’
van papieren geld. Sedert de laatste zes maanden viiru
depressie heeft de aanmaak van bankbiljetten en van
Darlehenskassensoheine, zoowel als cle geldvoorziening door
middel van Rijksschatkistpapier, niet een enkelen dag
stilgestaan. Per maand heeft het Rijk ongeveer 3 milliard
Mark aan nieuwe vlotteude schuld geschapen en het is niet
Le voorzien, dat dit bedrag ‘in de komende periode groote

vermindering zal ondergaan. Enorme bedragen toch zijn
benoodigd voor onciersteuningen, waarbij thans gevoegd
. moeten vorden . cle betalingen, die voor de uit het buiten-
land betrokken – levensmiddelen geëffeetueerd moeten wor

den. J)e loonsvei

hoog’ingen spelen hier ook een zeei’ betee-
kenende rol. Weliswaar is het grootste gedeelte van de
aldus in omloop gebrachte gelden weder omgezet in goo-
deren, kleechiugstnkken enz, doch ecncrzijd.s hebben de
winkeliers, anderzijds cle arbeiders toch groote bedrageit
aan baar geld opgepot, die thans, un de toestanden althans
eeiiigszius duidelijker overzien kuii nen worden, gedeeltolijk
vrijkomen. Ook de speelzuclit is opgewekt, nu liet levens-onderhoud zooveel duurder is geworden. Al ‘deze factoren hebben medegewerkt ‘tot het doeit ontstaan van cle willige
tendens, clie aan cle hein

s te Berlijn gedurende cle berichts-
pciode overheerschend is geweest.
Ook te We e ii e ii ‘heeft cle bôurs zich aanmerkelijk her-
stelcl, ‘hoewel daar ter plaatse itiot op zoo groote schaal
gekocht is als te Berlijn het geval is geweest. Hier waren
het dan ook niet de factoren, clie aan dc Spree hebben ge-
golden; doch bernstte cle geanimeerde tendens meer op de
oycrwegiiig, dat de Duitsche vreclesvoorwaardcn wellicht
spoedig aan een revisie iii gunstigen zin onderwoi-pen zul-
len worden. In hoeverre men hiermede icaliseerbare ver-
waclsti’rigeii koestert, blijve hier buiten beschouwing. De hausse te Weenen ging uit van aandeelen Alpine Montaii,
die overigens ook bij cle jongste depressie het minst hebben
geleden. Er gingen geruchten van groote Z

witsersche aan-
koopen in dit fonds, waarmede men de reis naar Zwitser-
land van een -dci- f-irnianten van een groot eommissiehuis
in vei-baiid bracht. Bov’eieiien bestonden groote blanco-
posities iii cle aaiiciceleis, welke natuurlijk in verband met cle circulcerende geruchten haastig geliquicleerci werden.
Bankaandeelun echter, clie zeer sterk van de daling hebben
geleden, lcon-clen zich ook thans nog niet herstellen en rio-t-eerden aanmerkelijk lager dan vÔôr de bekendmaking der
vredesvoorwaarden. Vooral liggen Hoirgaarsche ‘bankadn-
deolen ongeanisueerd, daar zeer ongunstige berichten out-
trent cle behandeling van bij de Uongaarsche banken beius-
tende depéts door de Raden-Regeering schijnen te zijn
ontvangen. In opgewekte tendens daarentegen wal

en aan-
deden van den Zuider-Spoorweg, die in enkele dagen tijds
een vijftiental procenten kondon montecren. De beurs te L o n cl e n is ouder den indruk van de vol-
ledige overwinning der Geallieerden vast gestemd geble-
ven, zonder nochtans aanleiding te geven tot een bizoit-
clere -bespreking. Daai

entegen is de markt te Pa r ij s
nu icler gunstig gedisponeerd, daar verschillende beschon-
mingen omtrent the econonmische vooru,itzichten van Frank-
rijk de ronde deden. Vooral met betrekking tot tie
-in
Frankrijk zeer belangrijke automobiel-industrie heeft een
groote onrust zich meester gemaakt van de betrokken krin-
gen, daar te Fraiasehe Regeering, naar verluid-t, toestem-
ming geven wil ‘tot het verkoopen van 150.000 gebruikte
Engelsdho en Amerikaansche leger-automobielen. Hierdoor
zon het Fransehe verbruik voor S A 10 jaren volkomen
gedekt zijn, zooclat niet slechts liet grootste gedeelte van
cle automobiel-industrie geheel stilgelegd zou moeten wol-den, doch ook ongeveer 250.000 arbeiders in cle betrokken
nijverheid werkloos zouden worden. De Regeeri ng grondt
haar tbesteinnnng
0])
economische voordeeleu, die van de
verkoopers verkregen -zouden worden; ccii decisie in cli t
opzicht is nog niet genomen.
Ook de berichten omtrent den toestand der handeLsvloot, gepubliceerd doom cle Ligne Navale, luiden -niet al te opti-
mistisch. ”olgens (leze gegevens zon Frankrijk sedert 191.4 920.000 ton door den oorlog hebben verlorcnen 117.000 ton
door andere oorzaken, in tôtaal twee derde gedeelte van de
Fransche tonnage. Daar de werven alle op volle capaciteit
voor de Geallieerden en de

‘Tereenigde Staten werkten, kon
in vier jaren tijds slechts 112.000 ton nieirnbouw worden
afgeleverd. Bij den tegenwoorcligen stand der handels-
marine is Frankrijk’ voor zijn uitvoer op vreemde tonnage
aangewezen cii moet het jaarlijks 2 mnilliard francs aan
vrachten betalen, derhalve ongeveer de heIl-t vair het vredes-
-budget. Dit zou natuurlijk zeer sterk op ‘cle- Franc-valuta
drukken, temeer, daar ook zeër belangrijke iinprten geëffec-
tueerci moeten worden, zoowel’ wat levensmiddelen als mate-
rialen betreft. De scheepvaart der Geallieci-den heeft in veihon’ding veel minder sterk te lijden gehad. Engeland
zal vermoedolijk’ zijn verliezen binnen korten tijd weder
hebben in-gehaald, Japan heeft zijn tonnage zelfs met
384:000 ton zien toenemen, -cle Vereenigde Staten hebben
hun ha-nd-elsvlodt verdubbeld, daar zij slechts 384000 ton hebben verloren, doch hiertegeriover meer dan 4 rni-llioen
-ton nieuw hebben bijgebouwd. Bij de verdeeling van de Duit-
sche handelsvloot hebben de Vereenigde Staten en Brazilië

9 Juli 1919

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

659

de grootste reohten, daar de Duitsche schepen voor het
overgroote deel in havens dezer landen hun toevlucht had-
den genomen. Terwijl hij de verdeeling der Duitsche ton-
nage, die ongeveer een derde van de gezamenlijke geal-lieerde verliezen uitmaakt, de andere landen slechts een
klein deel verkrijgen, wordt aan de Unie een totaal van
050.000 ton, aan Brazilië een gezamenlijke tonnage van
250.000 ton toegewezen, •terwijl de verliezen van laatst-
ge’noenid land niet meer dan 25.000 ton bedragen. Wellicht
zal op grond van deze bekendmakingen nog eenige wijziging
in de eindverdeeling worden gebracht, •doch voorloopig
reageert de beurs op de hier gereleveerde publicaties in on-
gunstigen zin.
Te N e w Y o r k is de stemming nog steeds niet gewij-
.zigd, vooral niet na het tot stand komen van den definitie-
ven vrede. De geidmarkt – is thans ook weder in rustiger
banen geleid, al blijft het spook van duur geld nog steeds
boven, de markt hangen. Veel aandaoht werd hieraan
echter in de achter ons liggende dagen niet geschonken. De
.gasohe gedachtengang ooncentreerde zich op de schitte-
rende vooruitzichten, die de industrie heeft met betrekking
tot de buitenlandsche opdrachten. Financieele en industri-
eele kringen in de Unie blijven sterk geïnteresseerd bij
alles, wat den uitbouw van de Amerikaansche suprematie
betreft en zij blijven in dit opzicht uiterst hoopvol gestemd,
zoodat het ook geen verwondering behoeft te wekken, dat
het grooto publiek zich geen rem oplegt, indien het betreft het verkrijgen van fondsen met speculatieve aantrekkings-
kracht. Op enkele dagen kwam •een geringe reactie tot
stand, doch reeds spoedig werd deze uitgewischt door de
hernieuwde hausse-beweging, welke zich zelfs geen beper-
king oplegde door ihet vooruitzicht op den vacantiedag ter
gelegenheid van de viering van Independence-day.
Te o n z en t is de
staatsfondscnmarkt
voor de inheem-
sche soorten uiterst kalm, doch eerder aan den vasten kant
gebleven. De ruimte der geldmarkt en het uitblijven van
schokkende berichten, zelfs in verband met de uitleverings-
kwestie van den voormaligen Duitschen Keizer, heeft hier-
toë medegeholpen. Ook de voorloopige geruchten omtrent
het welslagen der Indische leening (waarvan thans bericht
wordt, dat zij ruim overteekend is) hebben er toe bijge-
dragen een goede tendens zoowel voor de inheemsche als
voor de koloniale soorten in het leven te roepen en te
houden.
Van de buitenlandsche staatspapieren waren Oostenrij-kers iets beter, na de vrij heftige reactie, die zij gedurende
de vorige berichtsperiode hebben ondergaan. Russen daar-
entegen bij stillen handel eerder aangeboden.

30Juni 3 Juli 7 Juli

5
0/
Ned. W. Sch.

.

.

.
91
7
/
92
1
/ia
434 ‘
/o

,,

,,

,,

1918
86
11
/jo
86’/s
4

0/

,,

,,

,,

1916
807,
81 ‘t,
334
0/

,,

. . .
67e1s
67’/2
3

0/
t
,

,,

,,

,,
59 Vi
60e/s
234
0
/0
Cert. N. W. S…..
5O’/s
51
1
/4
5

0/

Oost-Indië 1915

. . .
93
1
/2
93/8
4

0
/0
Oostenr.Kronenrente
21
8
/a
23
8
/4
5

0
/0
Rusland 1906

……
42’/
41/
434
0
h
Iwangorod Dombr
24
24
4

0
1
0
Rusland Cons.

1880
29
1
/,o
28
4

0
1
0
Rusl. bij Hope
&
Co
29
1
/io
29
1
/
4

0/

Servië 1895

……..
.50
50
434
0
/0
China Goud 1898
728/4
70’/s
4

0
1
0
Argentinië Buitenl
68
1
/2
68
1
/8
5

°/o
Brazilië

1895 ……
73
73 ‘t,

De meeste aandacht hebben op de locale afdeelingen wel
scheepvaartwaarden
getrokken. De verbeteringen, die hier.
te registreeren zijn, kunnen in de meeste gevallen niet min-
der dan sensationeel worden genoemd. Vooral de Indische
lijnen stonden hier in het centrum der belangstelling. Op
dit oogenblik zijn alle verslagen der Indische lijnen ver-
schenen en hoewel de behaalde resultaten, benevens de tot
uitkeering komende dividenden alle medevallen, kan hier-
in alleen toch geen aanleiding tot de geweldige hausse-
beweging van de laatste dagen worden gevonden. Deze
vindt dan ook meer haar oorzaak in de beschouwingen, die
ton opzichte van de toekomst der scheepvaart in het alge-
meen worden gehouden. Men is er van overtuigd, dat ge-
durende de eerstkomende jaren nog een geweldig tekort op
de vrachtenmarkt met betrekking tot de geoffreerde ton-
nage zal blijven heerschen, in welk geval de Nederlandsche
handelsvloot met hare vrijwel onaangetaste schepen een
belangrijke rol zal kunnen vervullen. Behalve deze feitelijke
overwegingen heeft echter ook de technische gesteldheid van de markt een grooten stoot tot de opwaartsche bewe-

ging gegeven. Niet, wijl op de scheepvaartafdeeling een
contraminepartij zou zijn ontstaan, die nu tot overhaaste
dekking moest besluiten, doch meer wijl deze afdeeling ter
beurze gedurende zeer langen tijd op den achtergrond was ge-
drongen. Nieuwe factoren waren hier niet bekend geworden,
in tegenstelling met de markten voor suiker, rubber en pe-
troleum, zoodat het publiek de scheepvaartafdeeling vrijwel
uit het oog had verloren. Toen nu de hausse in de hier
genoemde rubrieken zeer sterk was opgevoer.d en het spe-
culeerenci publiek naar nieuwe objecten tot aankoop om-
zag, viel de aandacht op de zoo langen tijd verwaarloosde
scheepvaartrubriek. In zooverre is derhalve in de koersbe-
weging van de laatste dagen een element van onzuiverheid
niet te miskennen. Naar het schijnt heeft ook het buiten-
land actief aan de aankoopen deelgenomen; althans wer-
den in de laatste dagen weder geruchten verspreid omtrent
aankoopen van Scandinavische zijde.
Behalve de Indische lijnen konden ook aandeelen
Koninklijke Hollandsche Lloyd, Holland-Amerika Lijn,
Stoomvaart-Mij. ,,Hillegersberg” en Stoomvaart-Mij .,, Oost-
zee”
zeer belangrijk van de koersverbeteriugen profiteeren.
De adeeling sloot vrijwel op het hoogst bereikte punt.

30Juni 3 Juli 7 Juli
Riizinof

Holland-Amerika-Lijn …. 395

424’/ 430
1
/2 + 351/2
11

,,

,, gem.eig. 375

3941/2 400

+ 25
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij.. 285

295

300

+ 15
Roll. Alg. AtI. Stooniv.-Mij. 158/

160

171
1
/8 + 13
1
14
Hollandsche Stoomboot-Mij. 2238/
4
2380/
4
24084 + 17
Java-China-Japan-Lijn….
3421f,
3551/4
365

+ 221/,
Kou. Hollandsche Lloyd . . 184i4 1982/
4
206

+ 21
1
/
Kon. Ned. Stoomb.-Mij. .. 248
1
/3 258
1
/i 267

+ 18/2
Kon. Paketvaart-Mij…..264

267
1
/8 283/2 + 19
1
13
Maatschappij Zeevaart . . . . 317
1
/,
3298/4
370

+ 52/2
Nederl. Scheepvaart-Unie.. 286
1
14 298
3
/

316

-4- 29’t,
Nievelt Goudriaan ……511

525

524

+ 13
Rotterdamsche Lloyd …… 278/, 289

310
1
/2 + 32
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 295

319’/, 332+ 7
,,Nederland” .. 319

328
1
/3 349

+ 30
,,Noordzee” . . 146
1
/

170V,
170-f
23V
,,Oostzee” . . . . 354
1
/

378’h 389

-4- 34
1
/

Ook de
suikeranarkt
kon opnieuw de interesse tot
eich trekken. Na een tijdelijke en geringe reactie werden
aandeelen Handelsvereeniging ,,Amsterdam” en Cultuur-
Maatschappij der Vorstenlanden opnieuw uit de markt
genomen, hetgeen een rnonteeren der koersen ten gevolge
heeft gehad. De suikerberichten uit Indië, volgens welke
nog steeds zeer hooge prijzen voor het product worden be-
taald, hielpen zeer sterk mede tot deze beweging, waarbij echter alleen de toekomstkansen in gunstigen zin in aan-merking werden genomen. Het leed der Kloet-uitbarsting
is reeds lang vergeten en men bekommert zich ter beurze
absoluut niet omtrent een mogelijke herhaling van deze
catastrophe of omtrent een andere ramp of dergelijke ge-
beurtenis. Zelfs de berichten omtrent de plannen tot hef-
fing van een uitvoerrecht op suiker, hadden niet meer dan
de hierboven reeds gereleveerde reactie van zeer voorbij-
gaanden aard ten gevolge. Geen enkel ongunstig bericht
heeft in de achter ons liggende berichtsperiode eenigen invloed van beteekenis op het algemeene markt-niveau
kunnen uitoefenen.
De aan de cultuurafdeeling nauw verwante rubriek van
Indische bankaandeelen
heeft mede van de herleefde be-
langstelling kunnen profiteeren. Aandeelen Nederlandsch-
Indische Handelsbank behaalden, ondanks het velen eenigs-
zins teleurstellende dividend van 17 pCt., den recordprijs
van dit jaar; aandeelen Koloniale Bank volgden in ver-
sneld tempo en aandeelen Nederlandsche Handel-Maat-
schappij werden eveneens in groote posten uit de markt
genomen. Echter bestond voor de laatste meér aanbod, nadat
officieus bekend was geworden, dat een nieuwe uitgifte van
gewone aandeelen dezer maatschappij binnen korten tijd
te verwachten aou zijn. De jaarvergadering heeft deze
,,on-dits” officieel bevestigd.
Van binnenlandsche
indnstrieefe soorten
trokken aan-
deelen Jurgens’ Vereenigde Fabrieken en aandeelen Wes-
tersuiker-raffinaderj sterk de aandacht, de eerste in ver-band met berichten omtrent zeer gunstige bedrijfsresul-taten, de tweede naar aanleiding van mededeelingen, als
zoude de onderneming thans vrijwel het monopolie van
de suiker-raffinage in Nederland in handen hebben en
tevens in verband met geruchten van een nieuwe, groote
fusie met omvangrijke faibrieken in ons land.
Ook de
petrofeumafdeeling
kou zich in ontwaakte belang.
stelling verheugen. Na de sluiting der emissie van aandee-
len Koninklijke Petrpleum Maatschnppij is voor dit fonds

92
86’/4
81
67
8/4

518/
s

937/
s

23

24
27V
29’14
50
70/a

Riizing of
daling.

+
0/al

+ i/O

+1

+
l
0
/is
+ 8/

+ 1’/4

– 2’/;

7
•1
/s +
‘Is

1919


1918
1917 –
290.278
322.991 166.194

tons
200.000*
250.000* 305.000*
10.416

‘26.680
39.012 –
48.500*
50.539
13.824

,,
51.844-
78.137


121134
381.012
324.476
111.967

982.050 1.052823

757.131. – tons
138.264

54:181

355.443

1.080.790 1.079.025

777.000′

Duitsehland 1 Sept.’)
Oostenrijk. 1
Frankrijk

België – –

1 ,,
Nederland

1 Juni –
Engeland

1
“‘Ï”otaal Europa
V.-S.v.N.

A. 15 Mei,
Oubahavens

12

Totaal ……2.201.104 2.186.029 1.889.574 . tone
Raming: ‘) 1918/17/16. – –

.’ –
t,,,

‘. I43

:

660

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

Juli
1919

weder groote interesse ontstaan, mede gestimuleerd door
aankoopen uit het buitenland, naar, ter, beurze.beweerd
wordt, hoofdzakelijk voor rekening van Parijsche. huizen.
Het is wel eigenaardig, .dat aandeelen Koninklijke eigenlijk
het eeni’ge fonds uit de petrleumrubriek zijn, dat werkelijk
en voortdurend geanimeerd is gestemd. Natuurlijk moeten
hierbij ook worden -gerekend de met de ,,Koninklijke” zeer
nauw gelieercle dochtermaatschappijen als 1?ordtsche Petto-
leum Industrie Maatschappij, Mpeara Enim, e.d., doch aan-
deelen Geconsolideerde Hollandsche Petroleum Maatschappij
b.v. hielden zich bij voortduring. meer op dan achtergrond.
Weliswaar was ook hier op enkele dagen een groote koop-
lust te constateeren, doch een algemeene lijn was hier niet
te ontdekken en meermalen keerde de belangstelling op
oogenblikken, waarop een opwaartsche beweging voor het
,hoofdionds juist wrd ingezet. . .
De
rubber-
en
tabaksafdeelingen
hielden vrijwel dezelfde
richting. Aanvankelijk zeer geanimeerd, kon een – reactie
niet uitblijven, eensdeels ten gevolge -van winstnemiugen,
anderdeels in vetband met berichten, dat ook ten opzichte
van den rubberexpore het heffen van ui-tvoerrechten werd
overw6gen. Toch kunnen de koersen aan het einde der
berichtsperiode
alto
zeer aaiizienlijke verbeteringen aan-
toonen,. hetgeen als bewijs mag gelden, in welk een om-vangrijke mate de koersver-heffi-ng hier heeft plaats ge.
vonden.

30Juni 3 Juli 7 Juli
Rijzing of
daling.
Amsterdamsche Bank
. . . .

183′!,
187
1
/,

187′!2

+
4
Ned.Handel.Mij.cer-t.v.aand.

196
1
/4
200

199
3
/8

+
3’/8
Rotterd. Bankvereeniging.
.

142/
143

143/8

+
11/,
Amat. Superfosfaatfabriek.

iöl’i,
157
1
!2

157
1
/2
Van Berkel’s Patent ……149
1498/
4

150

+
1
Insulinde Oliefabriek

.
..
.

2551/
8

252′!,

253


2′!, Jurgena’ Ver. Fabr. pr.aand.

106/4
108


108/s

+
2
1
/s
Ned. Scheepsbouw-Mij…..177’/,
177
1
/2

1771/
2

Philips’ Gloeilampenfabriek

560
5551/3

570

+ 10
R. S. Stokvi.
&
Zonen ….

530
1
/2
534

530


1/
Compania MercantilArgent. 305
301
1
!2

312

+
7
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.

2568/
4

2571/4

257
‘/

+
8/
Handeisver. Amsterdam ..

537
541’/,

547

+ 10
Roll. Transatl. Handelaver.

121
126

128

+
7
Lin-de Teves
&
Stokvis ….

228 229

228
VanNierop&Co’s Handel-Mij

190
1
!2
193

194 ‘/

+
41/4
Tels
&
Co’s Handel-Mij

•..

165’/,
.1628/4

162


31/t
Gecons. Roll. Petroleum-Mij.

319’/, 327
1
I2

328
±
8’/2
Kon. Petroléum-Mij. ……. 7-21
728

7551/s
+
34
1
/8
Orion Petroleum-Mij …….

.96′!,
95′!8

97′!,
,+
1
3
/8
Steâua Romana Petr.-Mij..
.

156
1
12
155
1
/,

1571/,
+
i’
Amsterdam-Rubber-Mij…..2
.
40
Nederl.-Rubber-Mij
..
….

114
1
/,
249′!3

242′!2
+
2
1
!2
116

116
+
11/2
Oost-Java-Rubber-Mij…..265.
290
1
!2

2878/4

+
228/4
Deli-Maatschappij

………

527
1
/2
550

5471/

+
20″
Medan-Tabak-Maatschappij. 225
247

243

+
18
Sonembah-Maatsch.appij

..

500
540/4

527/

+
27
1
!4
De

Amcrileaensche afdeelin

was
‘e-eneens ‘gunstig
stemd. Op sommige dagen, dat de beurs hier verstoken
bleef van ni-euwstijdingen in verband met den Amerikaan-
schen •holi-day,

liep

men

zelfs, de
verwachte gunstige be-
richten vooruit en werden de hoogere koersen reeds bij
voorbaat te onzent verdisconteerd. Het slot bleef zeer vast.

30 Juni
3Juli

7 Juli
Rijzinof

Axnericau Car
&
Foundry.

112
1
!,
112
7
18

116

±
3′,
Anaconda Copper ……..1558/4
155
1
/,

1581/4

+
3
Un. States Steel Corp.
. . . –

113
0
!16
1128/,

116
1
!,,

+
2′!,
Atcbison

Topeka

……..101
101′!,,

103

+2

Southern

Pacific

……..108ff;

Union Pacific
109
1
!8

110
8
/:

+ 2
1
/
…………143/,
143

145

+
11/8
Int.Merc.Marine afgest…..52′!,
5314/,

58

+
57/t

,,

;,

prefa

156
1
/
158′!2

162ij,

-1–
6
8
/
De
geidmarkt
was, hoewel iets
hooger

dan – de vorige’ week, toc

ruim;

behoudens enkel
dagen, -1 waarop geen
noteering tot stand kwam, was -geld
op –prolon-g4ie door-.
gaans cd 3Y 5. 4 pCt. genoteerd.

.,,

‘a

GOEDERENHANDEL

CRANEN-

Het schijnt dat het teekhen van

‘8
Juli 1919.


den vrede de gemoede-
ren in Argentinië sterk i-n,.beweging heeft.ge,bracht en- het,
merkwaardige f
e
it heeft zich in ,d
afgeloopea- week voor-
gedaan, dat de graanmarkten, welke maanden en maanden.
op vrijwel hktzelfde niveau- gebleven
waren, plotseling met

groote sprongen omhoog, zijn gegaan. Percentagewijze is de.

verhooging het -grootst bij mais, -waar -dez in eene week
bijna 50 pCt. bedraagt, doch ook tarwe, die -van ca. 11,50 tot ver over de 14 pesos steeg, deelde in de willi.ge stam-
-ming. Er’ blijft .oiitegenzegljk voor de Argentijnsche
tarwe groote kooplust bestaan, aangezien- de prijzen in
verhouding -tot Noord-Amerika zeer goedkoop -zijn en dus
vrij-wel alle Europeesche

Staten -scheepsruimte naar – de
La P-lata-i-jvjer zenden om tarwe te laden. – Mocht de ver-
hooging .van prijzen in Argen-inië voortgaan, dan wordt
het -duidelijk, hoe de dispari-teit tusschen Noord- en Zuid-
Amerik-aa-nsche markten opgelost zal worden. Op het oogen-
blik heeft Noord-Amerika nog steeds geen directe aanleiding
tot verkoopen naar het buitenland, aangezien de eigen
voor-raden tot een zeer klein cijfer zijn’ gedaald. De aan-
voeren van den nieuwen oogst zijn nog steeds’geri-ng, doch
ongetwijfeld zullen deze tegen het einde van deze maand
aanzienlijk vermeer-deren.
– -Het blijft natuurlijk zeer de vraag of de groote verwach-
t-in-gen, die men van de invoeren naar Centraal Europa
heeft, verwezenlijkt zullen worden; – de moeilijkheden, die
zich met de betaling voordoen, zijn voorloopig nog niet

opgeheven en de groote credieten, die men hoopt te krij-
gen, zijn al-thans officieel nog niet- toegestaa-n. –
Ook lij-nzaad volgde -de al-gemeen willige stemming en
voor dit artikel even-als voor maïs, zijn -de prijzen in Argen-
tinië ‘hooger -dan de -par-iteit, die in ‘Eui-opa të -maken is.
Waar -Indisch -lijnzaad- zeerweinig word-t aangeboden heeft
Argentinië vrijwel

het monopolie in handen en waar het
-grootste gedeelte van den oogst verkocht is, is het te be-
grijpen, dat men voor het restant abnormale prijzen ziet.
N e

d e x- 1 a -ad. De enorme stijging van mais in Argen-
tinië heeft ook i-n onze mark-t sterk verhoogde prijzen
tew-eeggebracht, aangezien alle’ exporteurs -hunne prijzen
terugtrokken en veeleer als koopers in onze markt ver-
schenen. -De consumptievraag bleef bevredigend ofschoon
de handel inloco toch niet:bijzonder v-ltt was. De -%veke-
lij-ksche.5000 tons -gerst van de Regeeri-ng werden evenwel
tot veel -vei

hoogde prijzen verkocht, -n.l. van
f
454 tot
f
468.
Ook de – prijzen ‘van haver ‘werden -iliet onbelangrijk ver-
hoogd. –

De prijzen van ljnzand bleven ook hier stijgen in navol-
ging van- Argentinië, doch -onze markt kon het ‘tempo van
Argentinië niet bijhouden, zoodat directë nieuwe zaken
met Argentinië niet tot stand kwamen. –
Zie -de staat van noteeringen op -nevenstaande pagina.

SUIKER.

Al is de vochtige veersgteld’heid aan de bietvelden ten
goede gekomen, zoo is de stand van het gewas in Duitsch-
lan d nog zeer uiteenloopend. In vele streken heeft rien
n.l. nog steeds te kampen.niet gebrek aan werkvolk, waar-
door hier en daar achterstand heerscht. Buitendien zijn ook
de regens zeer onregelmatig gevallen, zoodat sommige
districten voldoende; andere daarentegen te weinig bevoch-
tigd werden. Volgens F. 0. Licht is men metden stand
in het Noorden en het Oosten- van het Rijk over het alge-
meen nogal tevreden, terwijl de beoordeeling van Centraal-Dtiitschland slechts matig is. Door het vredesverdrag van Versailles wordt ruim 25 O/
van de met suikerbieten beplante oppervlakte in – Pruisen
van het Rijk afgescheiden, hetgeen voor de suikervoorzie-
ning van Duitschland natuurlijk van zeer groote beteekenis
is en gedurende het volgend jaar .een -gevoelig gebrek bij
de binnenlandsche distributie zal doen ontstaan.

Uit Bohemen wordt bevestigd, dat aldaar in Morav – ië
ongeveer dezelfde oppervlakte als – verleden jaar werd be-plant evenals in S i le z i ë, terwijl in S low a ky e eene be-
las grjke- inkrimping geconstateerd werd. – –
– In Fr a n’k r ij k wordt eene verhooging van de suiker-
belasting vôorbereid, dié waarschijnlijk ,Frs. 14,— per 100
K.G. zal, bedragen.
De zichtbare.voorraden bedragen volgens F. 0. Licht:

9 Juli 19192

ECONOMISCH-STAT

ISTISCHE BERICHTEN

661

5Juli’19
226
187
71
14,15
8,80
37;70
28Juni’19
226
178
68
3
h
11,808)
6,052)
31,75
8
)
5Juli’18
226
151′
/4 74′
1
12,40
5,65
24,7e
5Juli’17
209
162
1
/8
67/,
18,10
11,108) 23,20
5Juli ’16
103
8
/8
76
38
8
/8
7,10
4,202)
11,95
20Juli’14
82
‘)
568/
8
1)
36
1
/

‘)
9,402)
5,38 ‘)
13,708)

i) per Dec.
2)
per

Sept.
2)

per
Juli.


572,50
t)
Tarwe ……………….-
logge (No. 2 Western)

..
–.

Mais (La Plata)

……..
.470,-

Gerst (46. lb. feeding)
465,-
450,-

Haver (38 Ib. white elipped)
23,50

.

150,-

22,75

Lijnkoeken (Noord-Ame

.480,-

rika van La Plata-zaad)
325,-
305,-

Lijnzaad (La Plata) …….
1060,-

1)
Regeeringsprjs.

Noteeringen.

Chicago

1

Buenoi Ayrcs

Data

Tanoe

Mat.,

Haver

Tarwe

Mat., Lljnzoad
Juli

Juli

Juli

Aug.

Aug.

Aug.

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten.

1

7 Juli

t

30 Juni 1

7 Juli
1

1919

1

1919

1

1918

AANVOEREN in tous van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.


Rotterdam
4

Amsterdam

. ,
Totaal

Artikelen.
29 Juni-
Sedert
Ovoreenk.
29 Juni-

.41
S.dert
Overeenk.
5 Juli 1919
1 Jan. 1919
tijdvak 1918
5 Juli 1919
1 Jan. 1919
tijdvak 1918
1919 1918

5.362
45.303
f.944
1.800

25.785

2.920 71.068
4.864
logge

…………….
•-
3.770

3.696

14.708


18.476

Boekweit

…………..

2.208

.


2.208

Tarwe ……………….

611
10.796

1.968

1.250 12.764 1.250

..

7.376
.

34.687

-.

35.885

.-
70.552

103
16.125

7.333


23.458

Mais

……………….
Gerst

……………….

Lijnzaad …………..

5.956
– .

5.484

11.440

Haver

……………….

1.150 20.377
– –

200


20.577
Lijukoek …………….
Tarwemeel ………….

47.737
756
-,

37.435

1.950
4
85.172
2.706
Andere meelsoorten..
258 20.462

“573


10
31.035

AANVOEREN in
tona van 1000 K.G. voor het Buitenland.
9.892
193.840 124.249


193.840 124.249

14.072
79.368


14.072 79.888

Tarwe ……………..
MaIs

……………….

44.725
5.174

. –
44.725
5.174
Rogge

……………..
Tarwemeel ………….

132.848 4.266


132.848 4.266
Gerst

……………..

62.373
13.347


62.373
13.347
119.600
– – –


119.600

Haver ……………..1.500
Lijukoeken ………….
Andere meelsoorten,…
.

-.
2.412


2.412
– –
115.992
-.
– .


115.992

Uit Java wordt thans de eerste afdoening gemeld van
suiker uit den oogst 1920. Eene niet bij. de V. J. P. aange-,
sloten fabriek verkocht 100.000 picols Muscovados tot
f
20,-
eerste kosten aan een der Europeesche exporteurs. De V. J. P.
verkochten nog niets, omdat betreffende de conditie van
uitvoerrecht nog geen overeenstemming met koopers ver-
kregen is. Voor ditjarige suiker blijft (le markt onverandérd
vast. Ongeveer 500.000 picols restant-oogsten Superieur
werden door de V. J. P. verkocht tot
f
25,-, Superieure
Stroopsuiker tot
f
26,- en partijen No. 16 en h. tot
f
23,50
ft
f
24,50.
A m er i c a n granulated fluctueerde nogal in prijs. De
laatste noteering is voor Juni-afscheep sh. 501- c.i.f. Londen
en sh. 531- e.t.f. Frankrijk.

C.uba statistiek:

1919

1918

1917
Ontv. der week tot 28 Juni

52.212

41.315

34.755 tons
Totaal sedert 1 Dec.
‘) ..
. . 3.242.010 2.883.544 2.633.574 ,
Werkende fabrieken

34

28

15
1)
1918/17/16.


RUBBER.

De markt was in de afgeloopen week kalm zonder vêél
fluctuaties. De voorraad in Engeland bedraagt ruim 25.000
tons.

Noteeringen zijn:
4

Cr9pe loco

…………

1/9 ‘/
einde voorafg: week 1/9
8
/t
Sheets

,
……………..
1
/
8
/s

………………..
1/88/.

Cr8pe. Juli/Sept……….1/10
1
/
4

…………….1/101
2

Oct./Dec.

……..

1/11
i
/
1/1 1
1
/
2

Jan./Juni ……..

2/-‘/2
…………….
Para

………………2/51/
4

…………….2/5

• ..


JAVA THEE.

(Opgave Pakhuismeesteren van de heé.)

(Herleid tot 1/1 Kisten.)

Voorraad 31 Mei 1919 ……………….34242
Sedert aangevoerd ………………….41892

76134
Sedert afgeleverd ………………….12231

Voorraad heden………. …………… 63903

1
Waarvan in de eerste hand…………..48328
30 Juni 1919.

KOFFIE.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Juli, ia duizenden balen.

1919
.1918
1917
1916 1915
.Voorraad in Europa;.
1.975
1.680
3.315
3.543
4.886
Brazilië
..
Stoomend
1.082
338
404 497 315
Oost-Indië.
n.Europa
fVer.
67
1 1

1
44
Staten

. –


23

3.124
2.018
3.719
4.040
4.768
Voorraad Ver. Staten
879.
2.027 2.580
1.950
1.823

Stoomend fBrazilië
629 934
346
92
191
naar

jOost.Indië.
7 7 7

8
Ver.Staten

4.632
4.979
6.645
6.082
6.790
Voorraad in Rio
…..
412
1
)
7918)

135 169 254
Santos..
2.195
8
)
2.853
4
)
965
811
463
.Bahia
..
24
87
33
29
31

Totaal……7.263

8.710
7.778
7.091
7.538
Op 1

Juni ……….7.947

8.939 8.136
7.874
8.257

1918

1917

1916
.
1915
1914
Op 1
Juli

……….8.710

7.778
7.091
7.538
11.289
hierin niet begrepen

124
dz. bi.

.

.

64

.

.

1. gekocht
door de regeering
,an

2.949

.

.

f

San-Paul0.
2

4).

.

.

2.928,

,

)

KAPOK.

(Opgave van de Makelaars Gebrs. van’der
Vies,
Amsterdam.)

Kapokstatistiek
op 30
Juni 1919.

Voorr.
Prijs van prima Kapok
Aanv.
Verk.
Voorr.

op
30 Juni

op
tot

tot
op
1
Jan.
30Juni 30
Juni30
Juni
56

ft

60

ets. in 1919
225

ft240

cts, in 1918



– –
95

ft105

ets. in 1917

.

750
5839
6415
174
55

a

60

ets. in 1916

4253 19426
21190 2489
34

ft

35

ets. in 1915

6579
58436
52355
12660
40

ets, in 1914

6733
47710
51757
2688
42

ft

43

ets: in 1913

3053
47620
34105
16568
431/2
9

49

-ets, in 1912

4178
56741
56038
4881
47

ft

48

ets, in 1911

795
37838
34467
4169
38Vs
P,

39
1
/1 ets, in .1910

13274
34981
34832
13822

.

662

.
ECONOMISCH

STATISTISCHE BERICHTEN

.

9 Juli
1919

Aanv.

Verk.

Voorr.
schepen

met levensmiddelen van hier

naar Duitschlad,

Importeurs:

tot

tot

op
terwijl alle beschikbare ruimte vlot gecharterd werd om

30 Juni

30 Juni

30 Juni
hier of in Antwerpen te laden tegen een daghuur van
S.
&
W. Birnbaum……3818

3818


4/4’/2/5 cents per ton. Kolentransporten van Engelsche en
H. G. Th. Crone ………702

180

522
Belgische kolen naar Strassburg namen in omhng toe.
]idgar
&
Co………….934

71.

863

Het sleeploon bedroeg onveranderd 50

cents tarief
+
Van Eeghen
&
Co. ……

360

.

360
80 cents naar de Ruhrhavens, terwijl van Ruhrort naar
Hermans Marsrnan
&
Co

807

807
Mannheirn Mk. 5,50, van Ruhrort naar Strassburg Mk. 10,50
md. Handels.Comp

130

130
6 Mk. 11,- betaald werd.
Mirandolle Voûte
&
Co

782

782


De

waterstand

bleef

gunstig;

einde

der

week

wees
Nederlandsche Regeering

6059

6059


Cauber Pegel Meter 3,- aan.
W. Tengbergen
&
Co

200

200

Order ……………….

.3750

3750

17542.

14660

2882
INKLARINGEN.

NIEUWE WATERWEG.

STEENKOLEN.

Volgens de overeenstemmende berichten van de verschil-
Landen van
Juni 1919
Juni 1918

lende Engelsche aflaadhavens zijn kolen gemakkelijker ver-
her kom s t
Aantal
Aantal
krijgbaar.

.
N. R. T.
schepen

.
N. R. T.
schepen
Van. Schotland werden verdere 10.000 tons voor Neder-

Bjn1. havens:
18
3.762
3
158
land vrijgegeven.

.

.

METALEN.
Groot-Brittannië
207
140.043
18
12.612
Duitschland ….
49
49.834
– –
Loco-Noteeringen. teLonden:
Noorwegen

….
Zweden

6
7
.3.226
8.808
15
7
.

1.276 1.402
Ijzer
Koper
Data
Cle.
,,
S tandard
I
Tin
Lood
Zink
Denemarken..

.
3
4555


No. 3
.
.
.
Rusland-Oostz.h
België
Frankrijk

2 8
14

2.609
4.361
9.006




7 Juli

1919..
nom.
1

94.2/6
248.iO/
2.15/_
40./
30Juni 1919..
lom.
87.-f-
238.101-
22.7/6
38A5/-
Senegal,Dakar..
3
2.949


8 Juli

1918..
nom.
1

122.-!-
340./-
30.101-
52./
Over. Wk. Afrika
2
1.571


6 Juli

1917..
Dom.
130.-1-
245.17/6
30.10/-

Zuidküst Afrika
.6
22.991


20 Juli

194
51/4
61.-!-
145.151-
19._/-
21.10/-
Voor-Indië

….
2
5.030


Ned.

Oost-Indië
3
10.821

Andere Aziat. h.
1
5.993


VERKEERSWEZEN.
Voreen. Staten
42
135.845
18
48.150

SCHEEPVAART.
Canada
2
4.892


.
Bahama-eilanden
2
388


GRAAN.
Argent.,Urugiay

Totaal ….

7
12.044

61.598

Peiro
0d5s50
Au.
Kust
Ver. Sloten
San Lorenzo
384
423.729
61

Data
grad
.
Londeni
Rolter.
PeriOde 1 Jan.-
R’dam
dam
Rotler-
dam
Bristol
Kanaal
Rotter.
dam
Enge.
land
30 Juni ……

Nationaliteit.

.2.299
2.180.129
482
415.638
1
)

30 Juni/5 J. 1919

f
90.-

8162

2 60/-

230/_8
Nederlandsche
140
114.264
31
9.615
23/28 Juni

1919

,, 90-

8162

270/-

62/62
Britsche
129
118.764
13
7.625
lid

Juli

1918

501–

2251-
Duitsche
38
23.764


217

Juli

1917

,, 7.-

30/-

f52.25

140/-
Noorscije
18
25.664
4
11.680
Juli

1914

11 d.

713

.
11112/
4

1/112/
4

12/-

121-.
Belgische
.
1
2.492
9
24.084
Fransche
2
144

KOLEN.
Zweedsche
Deensche
3 3

.
1.485
3.371
4

8.594

Car diff
Oo,tk. Engeland
Data
Vereen. Staten..
47

.
127.668
Bor.
deaux
Cenua I0nl
Rotter.
Gothen-
Andere

3
6.113

384
423.729
61
Rivier
.±f…..
Totaal ….
61.598

30 J.15
J. 1919

541_4

4716

47/6

6113

f
10

Kr.35
1)
1913, 5.662 schepen
met
6.800.551
N. R. T.
23128 Juni 1919

28/-‘

47/6

47/6

4819

10

,,

35
(Dirkzwager’s
Scheepsagentuur.)
118

Juli 1918

691-

101/3

200/-

120/-

,, 190.-

2/7

Juli 1917

691-

101/3

1501-

110/-

,, 190.-
Juli 1914 fr. 7,-

71-

7/3

14/6

3/2

4/-

.
DELFZIJL.

DIVERSEN.

.
Landen van

Juni 1919
Juni 1918
Bombay
Birma
Vladivo.
Chili
Data
West
Europa
West
Europa
stoet
West
West
Europa
herkomst
Aantal

N. R. T.
schepen

.

.
Aantal

N. R. T. schepen
___________________________
(d. w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)

30Juni/5 J. 1919 ……

122/
2

150/-


Binnenl. havens.
5

217

/

23128 Juni

1919 ……

140/
2

150/-


Duitschland ….
32
10.603
14
9.999

Noorwegen

–.
1
200
1/6

Juli

1918
.
……..275/-

500/-

185/-
2/7

Juli

1917.. ….

350/-

450/-

180/-

Zweden ……….
2
1.230
9
9.421
.
Juli

1914 …….14/6

16/3

25/-

22/3
..
Denemarken ….
– –
1
349
Finland ……..
..
1
325


1)
Vooi neutrale schepen.
2)
Voor Britsche schepen.
8)
Vrij.
40
12.375
25
4)
Voor neutrale schepen onder geallieerde time charter.
Totaal…
19.969
Graan Fetrograd per qvarter van 496 lbs. zwaar, Odeesa per Unit, Ver. Staten
N a t
i
o n al
i
t ei t.
per quarter vos, 480 lbs. zwaar.
Overige ,oteeringen per ton von 1016
I.G.

.


Nederlandsche
12
1.192
– –
Britsche

……
1
275

RIJNVAART.
Duitsche
27
10.908
24
17.882

Week van 30 Juni tot 7 Juli 1919.

Andere

-.
1
2.087

40 12.375
25
De afgoloopen week bracht weinig verandering in den
Tptaal ……
19.969
algemeenen

toestand.

Wederom

vertrokken

verschillende
(A.
van Dijk.)

Auteur