1
MEI
1919
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economischp,Stdhstische
Beri
‘ochten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
4E
JAARCANG
WOENSDAG 21
MEI 1919
No. 177
INHOUD
Blz.
DREIGEND GEVAAR
door
II.
Colijn ………………..
477
Het Japansche Muntwezen door
J.
Stroomberg ……..
480
Index-cijfers
………………………………..
483.
AANTEEKENINGEN:
Het verzekeringswezen en de vredesvoorwaarden ….
483
Migratie in de V. S. gedurende
1918
…………..
484
Crisisonderzoek in de Vereenigde Staten …………
484
Invoer in de
V.
S. uit Europa
………………….
484
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
…………………
484
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIED
…………
485
MAANDCIJFERS:
Giro-omzet
bij
de Nederlandsche Bank
…………..
486
Emissies
………………………………….
486
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
487-493
Gel dkoersell.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLAD
ECONOMISCII-STATISTISC IIE BERICHTEN
Secretaris-Redacteur: G.
E.
Iluffnagel.
Secretariaat.: Pieter de Hooghweg 1, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.
Telef. Nr. 8000. Tele gr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 840
8
.
Abonnemenisprijs voer het weekblad franco p. p. in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën f 17,-
per paar. Losse nummers 80 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën
f
0,85 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Mao.tschap pij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Oravenhage.
19 MEI 1919.
Ook deze week onderging ‘de geldmarkt weinig -ver-
andering. Over het algemeen was geld iets ruimer
aangoboden, hetgeen h’oodiakelijk bemerkbaar was
bij het plaatsen van wissels. In het laatst der week
konden die zelfs een fractie onder de 4 pOt. onder-
gèbracht worden, terwijl ook voor gemeentepapier wat
meer vraag bestond.
De prolongatierente onderging weinig verandering
en schommelde tussehen 3% en 3
9
/4
pOt.
*
In den ‘weekstaat van de Nederlandsche Bank was
de voornaamite verandering ‘een verplaatsing van het
in ôml’oop zijnde bankpapier naar de sald’os in reke-
ning-courant ,,van anderen”. De bankbiljettenomloop
verminderde ni. met 19 millioen, daarentegen ver-
m’eerder’den de saldo’s van anderen met 30 millioen.
De overige veranderingen ontstonden hoofdzakelijk
door onttrekkitrgen van de regeering. Het voorschot
-van het rijk vermeerderde ni. met 2 millioen, terwijl
de regeering verder 13 millioen aan schatkisrtpr.omes_
sen lij ‘de bank onderbracht. Daar de bin.nenlandsche
wissels slechts met 6 millioen vermeerderden, werd
door de markt 7 millioen afgelost.
e
*
*
De Minister van Financiën heeft weder een in-
chrijving opengesteld op schatkistpapier. Aangebo-
den werden 75 millioen gulden 3 en 6-maandspromes-
sen en 434 pOt. biljetten met een looptijd van 1 jaar.
Ingeschréven is voor een totaalibedrag van ruim
f 100
millioen. Toegewezen werden ca.
f
29 inillioen 3-
maandspromessen
i.
f
989,90; ca.
f
31 millioen 6-
maan’dspromessen i
f
979,77 en ca.
f
14 millioen
biljetten
lt
f
1005,10. Het netto-rendement is reap. ca
.
3%, 37/8 en 4 percent.
–
*
* *
De wisselmarkt was ook deze week weder zeer le-
vendig. Van de en’tente’wissels waren dollars weder
vast, zoodat tot 2.52% werd afgedaan, daarentegen
francs, zoowel Fransche als Belgische, weder flauwer.
Vooral Fransche francs waren doorloopend sterk aan-
gboden en liepen niet onbelangrijk terug.
Berlijn kon zich onder groote schommelingen flink
herstellen van de daling der vorige week. Vooral in
de tweede helft ‘der week steeg de koers aanmerkelijk
en werd tot 21 afgedaan. Daarna trad echter weder
een daling in, die heden weder groote afmetingen
aannam, zoodat in één dag ‘het geheele avance weder
verloren ging.
DREIGEND GEVAAR.
Dat er ‘bij den komenden vrede ook voor Nederland
gevaar dreigde, is geuoegzaam gebleken. Of dit gevaar,
nu de Belgische annexatieplannen vrijwel geweken
zijn, nog bestaat, is nog onzekeT, in zooverre het ge-
heel der bepalingen ‘van het Vredesoiitwerp, •die Ne-
clerlandsche belangen raken, nog niet volledig open-
baat is geworden. Toch is. er door de Pers al wel zoo-
veel aan den dag gebracht, dat de vrees voor het toe-
brengen van schade aan onze ‘belangen volstrekt niet
ongerechtvaardigd ‘moet worden geacht. In de na-
volgende regelen zal getracht ‘worden dit nader aan
te duiden.
De vrees voor benadeeli.ng heeft speciaal betrek-
king op onze scheepvaart, en wel in het bijzonder in
verband met het internationaal verkeer op den Rijn.
Wij zullen derhalve ten eerste de wijze schetsen,
478
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
waarop dat verkeer
vôôr
den oorlog geregeld was, ver-
volgens een korte uiteenzetting geven van de nieuwe
regeling, die men volgens perspublicaties wenscht in
te voeren, daarna het gevaar aangeven, hetwelk in
deze regeling schuilt, om ten slotte de verweermidde-
len te noemen, waarmede o.i. dat gevaar kan worden
gekeerd.
Het grondverdrag, dat het verkeer op de interna-
tionale rivieren regelt, vindt men in de slotakte van
het Weener verdrag van 1815. Het daarin neergelegde
beginsel komt hierop neer, dat de contracteerende par-
tijen zich verbinden voor alle natiën de vaart op de
betrokken rivier vrij te laten, de regeling dier vaart,
het op de uitvoering der reglementen te houden toe-
zicht, de politievoorschriften, blijven behooren tot de
competentie van de oeverstaten; deze echter dragen
zorg, dat daarin door onderling overleg de grootst
mogelijke eenheid wordt betracht en zekerheid wordt
bereikt. Dit beginsel heeft in Europa toepassing ge-
vonden op twee belangrijke rivieren, t.w. den Rijn
en den Donau. Kort na het tot stand komen van het
Vredesverdrag van 1815 kwam een commissie bijeen,
waarin de Rijn-oeverstaten, t.w. Frankrijk, de Duit-
sche oevers’taten en Nederland, vertegenwoordigd
waren. Deze bracht in 1831, nadat men in het bijzonder
ook vanwege de Nederlandsche Regeering op veel ohica-
neus en reactionair verzet was gestuit, een acte tot
stand, waarin het beginsel van het Weener-Congres
slechts in beperkte mate tot zijn recht kwam; de vrije
vaart toch werd alleen voor de oeverstaten gewaarborgd.
De acte gold tot 1868, toen zij aan een grondige herzie-
ning werd onderworpen, de scheepvaart voor alle
natiën openstelde en zlfs het eischen van, slechts op
die vaart gebaseerde, rechten geheel verbood. Sinds
dien datum heeft het daarin tot uitdrukking ge-
brachte stelsel tot volle tevredenheid gewerkt. Het
meest kenmerkende element er van is de permanente
Oeverstaten-Oommissie, die ten doel heeft de eenheid
inzake de regeling van de Rijnvaart te bewerkstelli-
gen en te handhaven. Zij heeft een adviseerende, een
administratieve en een rechtsprekende taak en reali-
seert volkomen de bedoeling van het grondverdrag
van 1815, hetwelk, trots de interuationalisatie van de
vaart, toch de souvereiniteit der Oeverstaten onaan-
getast liet.
INTERNATIONAAL
EN TERRITORIAAL
RIJIM-S'(STEEM
,
NEOL
No)
Q
.
•
1
•
—
‘
,4…s
t
BE
GtE
.’
n
Â
.
4
‘
L
,…•
r
‘
“•J
•
•
••
•*••n
0
1
Anders staat het met de Donauvaart. Ook hier
poogde mei weliswaar in 1856 de beginselen van 181
toepassing te doen vinden. Men meende echter de
regeling dier vaart niet aan de Oeverstaten alleen te
kunnen overlaten, stelde een tijdelijke commissie in
met controleerende macht, die in hoofdzaak uit niet-
oeverstaten bestond, en legde daardoor de kiem van
een régi.me, dat in beginsel met het nagestreefde vol-
komen in strijd is. Al spoedig toch verdween de naast
de Europeesche Oommissie zetelende Commissie der
Oeverstaten en nam de eerste de taak vali de laatste
over. De strijd der belangen bracht mede, dat zij hare
competentie niet over den geheelen bevaarbaren
Donau uitbreiden kon en slechts macht kon oefenen
over den benedenloop der rivier van Braila tot aan
de zee; het overige riviergedeelte is aan een twee-
ledig régime onderworpen: van Braila tot Orsova
ressorteert het onder de Oeverstaten Roemenië, Bul-
garije en Servië, van Orsova tot aan den oorsprong
onder de oeverstaten Beieren, Hongarije; Oostenrijk
en Würtemberg. Het is duidelijk, dat van een zoo
verbrokkeld régime de Donauvaart aanmerkelijke
schade moest ondervinden. Spreekt men echter van
het Donau-statuut, dan bedoelt men daarmede over
het algemeen het stelsel der Europeesche Oonimissie,
hetwelk op den beneden-loop der rivier toepassing
heeft gevonden. Dit is dan ook eigenaardig genoeg,
daar de Europeesche Commissie langzamerhand eene
van de territoriale overheden geheel onafhankelijke
souvereine persoonlijkheid is geworden met eigen
wetgevend, uitvoerend en rechterljk gezag bekleed,
met vèrstrekkende administratieve bevoegdheden toe-
gerust en eigenaresse van aanzienlijke werken en ka-
pitalen. Niet slechts is dit stelsel met het grond-
verdrag van 1815 geheel in strijd en is er dienten-
gevolge door de meest gezaghebbende volkenrechtelijke
auteurs scherpe critiek op geoefend, maar ook in de
practijk biedt het groote bezwaren.
Het Rijn-régime daarentegen mag in beide opzich-
ten als voortreffelijk gelden.
Welke wijzigingen is men nu voornemens in dit
régime aan te brengen? Zij zullen, volgens het vredes-
ontwerp, in tweeërlei instantie moeten worden aan-
gebracht.
In de eerste plaats stelt men onmiddellijk verschil-
lende wijzigingen voor, die reeds aanstonds naar haar
inhoud kunnen beoordeeld worden. Welke die wijzi-
gingen zijn, zal hieronder n.ader worden uiteengezet.
V66rdien echter zij opgemerkt, dat
andere
wijzigin-
gen eerst na het tot stand komen van den vrede zul-
len worden aangebracht. Hier zal men tewerk gaan
evenals in 1.815 en door een Commissie uit de betrok-
ken staten een Rijnrvaart-acte laten samenstellen. Het
groote onderscheid is echter, dat daarin niet slechts de oeverstaten zullen zetelen, maar ook andere mo-
gendheden. Wat nu de inhoud van deze acte zal zijn,
hangt uiteraard geheel in de lucht. Het is niet uit-
gesloten, dat de daarbij vast te stellen bepalingen van
voortreffelijken aard zullen zijn, het is zelfs te hopen,
dat zij naar de. bedoeling, speciaal van Amerika, ge-
heel aan de behoeften van een nieuwen tijd zullen aan-
passen, maar zekerheid daaromtrent bestaat te min-
der, waar het zeer de vraag is of Amerika bij deze
overeenkomst zijn zin meer zal, weten door te zetten
dan
.
bij de samenstelling van het vredesontwerp het
geval is geweest. Zooveel schijnt trouwens vast te
staan, dat men
bj voorbaat
onze instemming vraagt met een verdrag, waarvan de bepalingen nog moeten
worden opgemaakt. Dit reeds op zichzelf klinkt weinig
aannemelijk, al kan men er verder nog niets van
zeggen.
Bij de beoordeeling van wat men van ons eisclat,
zullen wij ons dus in de eerste plaats hebben te hou-
den aan de wijzigingen, welke reeds
onm.iddellij1t
wor-
den voorgesteld. Deze tasten het huidige Rijnvaart-
statuut in tweeërlei opzicht aan.
Ten eerste wordt de samenstelling van het gezags-
orgaan zelve gewijzigd. Het oeverstaten-systeem toch zal door toevoeging van afgevaardigden ook van niet-
oeverstaten (Engeland,
België,
Italië), door dat der
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
•479 1
Europeesche Commissio worden vervangen; d.w.z. dat
het beproefde Rijn-régime zal moeten plaats maken
voor het veel meer aanvechtibare régime van den Bene-
den-l)onau. In tegenstelling tot alle heerschend inter-
nationaal recht, ook voor zoover dit in het Ontwerp-
Volkenbond tot uitdrukking komt, heft &it systeem
de souvereiniteit der Oeverstaten inzake het rivier-
beheer feitelijk op; een nieuwe internationale macht
wordt geschapen, met absolute bevoegdheden in wet-
gevend, uitvoerend en rechterlijk opzicht toegerust,
en niet aan eenige wettelijke norm gebonden.
Waar in deze Commissie niet-belanghebbenden bij de
ontwikkeling van den Neder-Rijn medezeggingschap
zullen hebben, is het gevaar voor conflicten zeer groot.
Tot welk een anarchie zoodanige conflicten kunnen
leiden leert overduidelijk de geschiedenis van de ont-
wikkeling der Donau-vaart, die daaraan haar ver-
brokkeld régime te danken heeft.
Ten tweede wordt naast de wijziging van het ge-
zagsorgaan ook zijne bevoegdheid uitgebreid. Deze
komt zich z66ver uit te strekken, dat aan de bedding
der rivier en ‘aan zijn oevers niets zal mogen veran-
derd worden dan met toestemming der Oommissie.
Ook het rechtsgebied van die Commissie wordt uit-
gebreid. Eensdeels reeds aanstonds bij het Vredes-
verdrag. Alle tot het Rijnsysteem behoorende stroo-
men en kanalen toch, voor wo-ver
zij
op Duitsch en
Nederlandsch gebied liggen, zullen mede worden ge-
internationaliseerd. Voor zoover zij daarentegen tot
rrankrijk en België behooren blijven zij aan de terri-
toriale overheden onderworpen. Anderdeels is het
te
vreezen, dat het rechtsgebied der Commissie later nog
uitbreiding ondergaat. Hoe-ver zich dat dan uitstrek-
ken zal, valt wel niet dadeljk te zeggen, maar in het oog
moet worden gehouden, dat die nieuwe overeenkomst
door dezelfde partijen zal worden opgemaakt als met
het Vredesontwerp het geval was. Gevreesd moet dus
worden, dat ook dan het systeem zal worden gevolgd,
hetwelk bij de reeds aatistonds vastgelegde wijzigin-
gen toepassing heeft gevonden. Dit beteekent, dat men behalve den Oonvetioneelen Rijn ook den Maasmond,
den IJsel en de yeribinding van Amsterdam met den
Rijn onder •het nieuwe Rijnstatuut brengen kan, ter-
wijl de Fransche en Belgische waterwegen nationaal
zullen blijven.
* t
Nu in het bovenstaande een overzicht is gegeven
van de wijze, waarop de Rijnvaart v66r den oorlog
geregeld was en van de
wijzigingen,
die men daarin
wenscht aan
te
brengen, zal thans in het kort worden
nagegaan, welke gevaren de nieuwe regeling mede-
brengt en welke verweerm{adelen van Nederlandsche zijde tegen de invoering daarvan kunnen worden aan-
gewend.
Bezwaren rijzen èn ‘tegen de instelling van een
Europeesche Commissie èn tegen de uitbreiding van
het gebied, waarover de Oommissie macht uitoefenen
kan.
Zooals reeds even is aangestipt, is eene Commissie,
zooals die ook met betrekking tot de vaart op den
Donau bestaat, geheel in strijd met de heerschende
volkenree.htelijke beginselen, ook die van den Volken-
bond. Het ontwerp van dien Bond toch gaat er na-
drukkelijk van uit, dat de Souvereiniteit der Leden-
Staten onaangetast blijft en dat de Bond slechts in
zooverre de vrije uitoefening der Staatssouvereiniteit
beperkt als de tractaten tusschen de staten – in ge-
val van internationale rivieren dus de Oeverstaten – in overeenstemming moeten zijn met de beginselen
van den Volken’bonjd. Een nieuwe internationale
macht, als de in te stellen Europeesche Commissie
zou zijn, is met deze beginselen in flagranten strijd. Ïn ieder geval moet de Rijnvaart-Commissie, welke haar samenstelling ook zij, aan vastataande normen
en reehtsregelen worden gebonden, waardoor iedere
bevoorrechting van den eenen staat boven den anderen
uitgesloten zij. Werd liet systeem der Vredesconfe-
rentie ongewijzigd doorgevoerd, dan zouden b.v. Bel-
gië, Frankrijk, Italië en Zwitserland
willekeurig kun.-
n.en beslissen over de haven van Rotterdam.
Het on-
aannemelijke van een dergelijke regeling springt in
het oog.
Niet slechts tegen de instelling eener Europeesche
Commissie, maar ook tegen de uitbreiding van haar
rechtsgebied rijzen bezwaren van ernstigen aard.
Naar wij zagen heeft die uitbreiding op eenzijdige
wijze ten laste van Nederland plaats. Bij doorvoering
van het geponeerde systeem zou op scheepvaartgebied
de concurrentie voor Nederlanders onmogelijk kun-
nen worden gemaakt. Als voorbeeld diene het gepro-
jecteerde Rijn-Maaskanaal, waarover van Belgische
zijde reeds zooveel te doen is geweest. Dit’ kanaal
toch heeft uiteraard geen andere bedoelin:gen, dan
ofn
niet
de Maas, maar wel de Schelde en Antwerpen met
den Rijn te verbinden. Niet deze verbinding ir haar
geheel nu wordt geïnternationaliseerd, maar uitslui-
tend dat gedeelte, hetwelk over Duitsch en Neder-
landsch gebied loopt. De gevolgen hiervan zijn, dat
geheel de internationale scheepvaart, in de eerste
plaats dus de Belgische, zonder aan beperkende be-
palingen, speciaal aan het betalen van scheepvaart-
rechten, verbonden te zijn, vanuit den Rijn het Bel-
gisch gebied zal kunnen bereiken. Daar valt zij echter
onder de volkomen onafhankelijke reglementatie der
Belgische overheden, die dus ook de bevoegdheid be-
zitten om naast andere belemmerende bepalingen
scheepvaartrechten
te
heffen. Worden van die belein-
meringen en rechten de Belgische scheepvaarders vrij-
gesteld, dan wordt daardoor de concurrentie van het
Nederlandsche element tea behoeve van het Belgische
uitgeschakeld ten nadeele van den Nederlandschen
handel ep Antwerpen.
Dat tegen toestanden als de boven gesohetste van
Nederlandsehe zijde verweer geboden is, ligt voor
de hand.
• Die middelen zijn in eerste instantie handhaving
van het rechtsstaudpunt en van het positieve recht.
Het heerchende systeem toch is niet slechts voor
ons, maar naar one innige overtuiging ook voor het
geheele internationale verkeer verre te prefereeren
boven wat thans wordt voorgesteld. Daarom zij in cle
eerste plaats de nadruk op de
onopzegbaarheid
van
de Rijnacte gelegd.
Die acte moet, zoo Nederland
in hare wijziging niet toestemmen kan, pngewijzigd
gehandhaafd blijven. Op grond van de veelgeroemde
heiligheid der tractaten moet aangenomen worden, dat
dit standpunt vanwege de mogendheden in allen deele
zal worden gerespectehrd. Ongetwijfeld is onze regee-
ring zich van de kracht van dit standpunt bewitst,
maar Pers en publieke opinie moeten haar steunen.
Laat Zwitserland ons in dit opzicht ten voorbeeld
zijn.
In tweede instantie echter zou een star zich
•vasthouden aan het bestaande niet slechts op Neder-
land een stempel drukken; dat op den duur niet
anders dan schaden kan, maar daarenboven eeik
natuurlijke ontwikkeling der intèrnationale beginse-
len ook ten beho?ve van ons volk belemmeren. In de
avereohtsche .toepassing, die daarvan in de termen
van het vredesontwérp gegeven is, toch schuilt een
goed beginsel en wel het internationaliseeren van een
geheel
rivier-systeem.
De ontwikkeling van dit be-
ginsel tegen te gaan, zou ons zeer zeker nadeel berok-
kerien, terwjl:er integendeel groot voordeel aan kan
vevbonden zijü-om het van onze zijde in zijn juiste
gedaante te projiageezen. Op den voorgrond zal daar hij moeten wordé’n gesteld, dat hier
strikte reciproci-
teit worde betracht: geen intern ationaliseering binnen
de grenzen van Nederlandsch gebied alleen, maar op
alle gebied waar wateren stroomen, die behooren tot
het betrokken systeem.
En dan zij ook dit feit naar voren gebracht, dat het
Rijnsysteem nietop zichzelve staat, maar ten nauwste
verbonden is met dat van Schelde en Maas. Mocht door
onze dip]omatiè worden bereikt, dat de vaart
01)
dit
geheele complex aan eene uniforme reglementatie
480
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
. 21 Mei 1919
wordt onderworpen, dan zal zij zich onverweikbare
lauweren hebben verworven, niet slechts door de uit-
breiding, ‘aan een van de belangrijkste internationale
beginselen gegeven, maar ook door langs natuurlijken
weg tusschen Nederland en België een gemeenschap
van belangen te hebben geschapen, die aan de zoo
noodige goede verstandhouding tusschen beide landen
niet dan ten goede komen kan. H.
COLIJN.
HET JAPANSCHE MUNTWEZEN.
Japan, dat zooveel van zijn oude beschaving aan
den grooten Westelijken buurman, Ohina, heeft ont-
leend, schijnt ook op het gebied van het muntwezen
oorspronkelijk diens navolger te zijn geweest.
De oudste toch in Japan aangetroffen munten, de
z.g. Wado Kaichin, dateeren uit de Wado-era
708-715 n. Ohr.). Evenals de eerste, in 618 n. Ohr.,
in China geslagen geldstukken zijn het z.g. ,,cash-
munten”, van koper, rond, met een vierkant gat in
het midden. Munten van dit model
(somtijds
ook
ovaal) hebben zich tot in de laatste helft van de 19e
eeuw in Japan gehandhaafd.
Hiernaast ontwikkelde zich in de Middeleeuwen
een betaling in goud of zilver (in korrel- en stof-
vorm) in papieren zakjes, voornamelijk bij het geven
van geschenken of groote belooningen.
Eerst in de Teusho-era (1573-92) was het,
dat gestempelde gouden en zilveren munten, van
groot en klein formaat, o.m. de Oban en Koban, als
wettig betaalmiddel in gebruik kwamen.
Aan veel geld was in het oude Japan geen behoefte.
De bevolking, meerendeels landbouwers, bracht
haar belastingen, voornamelijk rijst, in natura op
en slechts aan de hoven der vorsten en in de verschil-
lende steden was gebruik van geld een noodzakelijk-
heid.
Hoe het muntwezen zich in den joop der tijden in
de verschillende deelen van het land en in de diverse
perioden ontwikkelde, zal hier niet worden nagegaan.
Belangstellenden ter zake mogen hiervoor worden ver-
wezen naar het werk van N. G. Munro, Coins of
Japan, dat vooral op penningkundig gebied veel be-
langwekkends geeft.
Wij
zullen ons slechts bezig hou-
den met de ontwikkeling sedert 1853. In dat jaar
toch was het, dat de komst van den Amerikaansohen
marineofficier Oommodore M. 0. Perry, op 8 Juli,
het Land van de Rijzende Zon uit
zijn
rustigen dom-
mei wekte en het dwong zioh met de overige beschaaf-
de wereld in verbinding te stellen.
Het destijds onder het Tokugawa Shogunaat be-
staande muntstelsel verkeerde in een aller-erbarme-
lijksten toestand. Gebaseerd op een wet uit het Ge jaar
der Keic.ho-era (1600 n. Ohr.), waarbij de gouden ryo,
met een gewicht van 38,6 gram, als munteenheid was
aangenomen, was het systeem sedert 260 jaren wette-
lijk onveranderd gebleven. Niet alzoo echter in wezen.
evenals in Europa was het verzwakken en snoeien
van munten een veelwuldig voorkomend verschijnsel
en hadden als gevolg hiervan de voornaamste itun-
ten destijds nog slechts Y
3
van haar oorspronkelijke
waarde van 1600.
Wijders waren sedert de 18e eeuw tal van zilveren
munten in omloop gebracht, waarvan de waarde-
verhouding tot goud doorloopend was opgevoerd;
in 1830 was de verhouding van goud tot zilver wette-
lijk vastgesteld op 1 : 5. Nemen wij in aanmerking,
dat voor het overige deel der wereld de verhouding
destijds ongeveer was als 1 15/2, dan zien wij hoe
‘zilver driemaal te hoog was gewaardeerd. Toen dan ook in 1859 Japan voor het internationaal
verkeer werd opengesteld, deden de fouten van het
muntstelsel zich in hevige mate gevoelen. Een groot
deel van het goud vloeide af naar het buitenland,
zilver kwam in belangrbke kwantiteiten het land
binnen en het Tokugawa-régime ‘besefte, dat hervor-
ming van het muntstelsel een gebiedende eisch was.
Voor echter eenig plan tot uitvoer kon worden ge-
bracht, werd ‘de bestaande Regeering omvergeworpen
en met de Restauratie van 1868 het keizerschap in
eere hersteld.
Als reeds ‘is vermeld, het muntwezen ver’keerde in
een hopeloos verwarden toestand. Meer dan 60 ver-
schillende soorten van gouden, zilveren, koperen en
ijzeren munten van de meest heterogene vormen,
afmetingen en samenstelling waren in omloop en’
bovendien circuleerden nog een 1600 muntsoorten,
alleen in verschillende districten gangbaar. In dit
stelsel orde te brengen, wilde men de eenheid van het
land bevorderen, was dus wel dringend noodzakelijk
en door de Regeering werd dit ten volle beseft.
Reeds in April 1868, terwijl de revolutie nog alom
in het land woedde, werden de noodige plannen tot
hervorming – waarbij he’t toenmalige Engelsche en
Amerikaansche muntstelsel tot voorbeeld strekte –
ontworpen, en wijders de noo’dige stappen aange-
wend tot vestiging van een Rijksmunt.
In November 1869 werd besloten het nieuwe munt-
stelsel te baseeren op het decimale stelsel,
terwijl
als
standaard van waarde de zilveren ,,yeii”, de Gin-En,
met een gehalte van 90 pOt. zilver en een gewicht
m
van 416 troy grains, werd aangenoen. In kwaliteit
kwam hij overeen met den toenmaligen Amerikaan-
sohen dollar, alleen was het gewicht iets hooger (dc
Amerik. dollar woog 41214 troy gr.) Als hulp-betaal-
middel, tot een bedrag van hoogstens 100 yen, werd
ingevoerd de gouden ,,yen”, met een gehalte van 90
pOt. goud en een gewicht van 24,8 tr’oy grains. De
verhouding van goud tot zilver was bij dit stelsel
= 1 : 16,77.
In November 1870 begon de Rijksmunt te Osaka’
specie overeenkomstig het ingevoerde stelsel te slaan,
doch, nauwelijks hiermede bezig, bereikte de Regee-
ring begin 1871 een memorandum van dan toenma’li-
gen Vice-Minister van het Departement van Finan-
ciën, Ito Hirobumi, op studiereis zijnde in de Ver-
eenjigde Staten van Noord-Amerika. Uitvoerig wer-
den in dit memorandum de voordeelen, verbonden
aan ‘den invoer van den Gouden Standaard, uiteen-
gezet, tengevolge waarvan de Regeering ‘besloot daar-
toe over te gaan en waaromtrent de bepalingen op
10 Mei 1871 werden afgekondigd. Eenheid van waarde
werd hierbij de gouden ,,yen”, de Kin-En, met een ge-
halte van 90 pOt. goud en een gewicit van 25,72 troy
grains, ‘terwijl zilver hulpbetaalmid4el werd tot een
maximum van hoogstens 10 yen. De zilvereb yen be-
hield dezelfde samenstelling en gewicht.
Werd alzoo reeds
–
roeg in Japan de Gouden Stan-
daard aangenomen, tevens werd echter ook de zilve-
ren yen geslagen als wettig betaalmiddel, in de voor
het verkeer met ‘de ‘Westerlingen opengestelde ver-
dragshaveus. Algemeen was lestijds voor den handel in het Verre Oosten de Mexicaansche dollar, met een
gehalte van 65/72 zilver en een gewicht van 418’%
troy ‘grains, in gebruik en werd aanmunting van
zilver door de Japansche Regeering als een nood-
zakelijkheid ‘beschouwd. Bij Keiz. Besluit van 2 Febr.
1875 werd de naam van zilver-yen veranderd in
,,Boyeki Gin” of H’andelsdollar en het gewicht van
416 op 420 troy grai.ns gebracht. Het hoofdmotief
voor deze verandering was den Mecicaanschcn dollar
uit te drijven en door den Handeisdollar te veryangen.
Deze poging mislukte echter en reeds in iovomber
1878 werd de aanmunting van den ,,Boyeki Gin”
gestaakt en keerde men tot den zilveren yen terug.,
Het goud-monometa
,
llisme bloeide evenwel niet.
Wat was daarvan de oorzaaid Onder het feudaie
systeem ven de Tokugawa’s (1603-1867) was het
land verdeeld in meer dan 200 districten, groet en
klein, elk met eigen bestuur, huishouding en finan-
ciewezen. Het jaar 1867 bracht weliswaar het cen-
trale bestuur wederom in handen van den keizer,
doch de n’ieuwe regeering vond ‘bij haar optreden
een ledige schatkist. De verschillende districten be-
hielden echter nog het recht hun eigen ‘begrooting
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
van ontvangsten en uitgaven te rge1en (een toe-
stand, die tot 1871 aanihield, toen ook in dit opzicht centralisatie plaats had) en slechts eventueelo batige
saldi zouden in de Rijksschatkist worden gestort. Der
keizerlijke regeering bleef in haar finaucieelen nood
niets anders over dan zich door uitgifte van papier-
geld te helpen, de Kinsatsu, letterlijk ,.goud-biljet-
ten”, in Japan geen nieuwigheid en sinds de regee-
ring van keizer Go-Daigo (1319-1338) ree Is bekend.
Niet minder dan 98 millioen yen werd aan onin-
wisselbaar papiergeld in circulatie gebracht, een be-
drag, in 1877 tot op 94 millioen teruggeloopen.
Het in omloop te krijge±t ging aanvankelijk zeer
moeilijk en deprecieerde de waarde sterk, doch met
het intreden van rustiger toestanden verkreeg ook
het papier het vereischte vertrouwen en circuleerde
t
pari met de aanwezige specie.
Het uitbreken echter van den Satsuma-opstand in
1877 stelde de Regeering voor nieuwe moeilijkheden.
Ten einde de kosten daarvan te bestrijden, zag men
zich opnieuw verplicht tot uitgifte van papiergeld,
thans tot een bedrag van 27 millioen yen. Verder
waren, ‘met machtiging van de Regeering, in de jaren
1877 en 1878, door verschillende banken aanzienlijke
bedragen aan bankpapier in circulatie gebracht, zoodat
de werkelijke omloop van papier, dieop het eind van
1876 nog geen 107 miii. yen had bedragen, tegen het
einde van 1878 tot ongeveer 166 millioen was geste-
gen. Alzoo in slechts 2 jaar een toename van 55 pOt.
De noodlottige gevolgen deden ‘zich spoedig gelden.
Een hevige depreciatie van het papiergeld trad in
en goud en zilver vloeiden in steeds toenemende mate
naar het buitenland af. Van 1872 – voor vroegere
jaren ontbreken de gegevens – tot 1880 word meer
dan 51 millioen yen aan goud uitgevoerd, terwijl nog
geen 4 millioen werd ingevoerd. De goudvoorraad
was zoo goed als uit het land verdwenen en sinds
1875 werd bijna geen ‘goud meer aangemunt. Zilver
was in de 60er jaren tamelijk veel ingevoerd (door
de te booge waardeering in Japan). Van 1872 tot
1876 was de uitvoer weinig grooter dan de invoer
(5,4 mill. yen), maar sedert 1877 had weer een sterke
afvloeiing plaats (van 1877-1881 15,5 miii. meet
uitvoer) en ‘begon zelfs de zilveren pasmunt te ver-
dwijnen.
Was in het begin van 1878 1 yen zilver = 1 yen
papier 7 h 8 sen, op het einde van het jaar was dit
reeds 1 yen zilver = 1 yen papier 21 sen. Wel nam
de Regeering maatregelen om de depreciatie tegen
te gaan, doch de daling ‘bleef aanhouden en in April
1880 was 1 yen zilvèr = 1 yen 54 sen 9 ria papier.
Bij de genomen maatregelen stelde de Regeering
zich echter op ‘het onjuiste standpunt, dat de daling
niet was
te
wijten aan depreciatie van het papier,
maar aan de appreciatie van het zilver. Ten slotte
zag men de noodzakelijkheid in om tot inwisseling
van het papiergeld over te gaan. Bestaande belastin-
gen werden verhoogd, nieuwe ingevoerd, de begroo-
ting van uitgaven verminderd, de Regeeringsfabrie-
ken – opgericht tot aanmoediging van de industrie
– verkocht en werd met deze en tal van andere mid-delen getracht gelden bijeen te brengen tot vorming van een fonds voor geleidelijke aflossing van het in
circulatie zijnde papier. De depreciatie hield echter
aan en in April 1881 was 1 yen zilver = 1 yen papier
87 sen 5 ria. Dit is het laagste punt, ooit bereikt.
Stemmen gingen op om een buiteniandsche leening
van 50 mill. yen te plaatsen, ‘met het doel het papier-
geld in te wisselen, doch dit plan werd niet ten uit-
voer gebracht.
Inmiddels was ook het Goud’en-Standaardstelsel, in
1871 ingevoerd, reeds weer verlaten. De toenemende
afvloeiing van specie, inzonderheid van goud, ge-voegd bij de geringe natuurlijke productie van ‘dit
artikel in het land zelve, had, in het begin van
1878, den toenmaligen Minister van Financiën
Okuma Shigenobu er toe geleid de Regeering te ad-
viseeren
te gaan tot den ‘bi-metallistischen stan-
daard, als zijnde in het belang van het land. Door
naast het goud ook het zilver als standaard te nemen
en door alzoo de hoeveelheid standaard-metaal te ver-
meerderen, dacht hij de vermelde bezwaren te onder-
vangen. Zijn voorstellen werden aangenomen en in
Mei 1878 werd het gebruik van den zilveren yen en
den Handeisdollar als wettig betaalmiddel voor het ge-
heele rijk gesanctioneerd. De zilveren yen kreeg wet-
telijk dezelfde waarde als de gouden yen; het munt-
systeem ging dus over van ‘den Gouden enkelen
Standaard in het Duhbele-Standaardsteisel.
Wat ook werd getracht, de toestand op monetair
gebied bleef hoogst précair. Eerst in October 1881,
met de benoeming van Matsukata Msayoshi tot
Minister van Financiën kwam de leiding in goede
handen. Naar aanleiding van zijn adviezen besloot
de Regeering eeuerzijds het in omloop zijnde papier
(toentertijd een bedrag van ruim 155 millioen yen)
te gaan inwisselen, anderzijds om de specie-reserve
van het Gouvernement te verhoogen als voorbereiding
van het invoeren van inwisselbaar papiergeld.
Door opkoop van buitenlandsche wissels werd
getracht specie te doen toevloeien, een noodzakelijk-
heid, daar de opbrengst van de Japansche goud- ën
zilvermijnen niet meer dan 400
t
500 duizend yen per
jaar bedroeg. Was op het einde van 1880 nog een
bedrag van bijna 160 millioen yen aan papier in om-loop, terwijl de specie-resetve slechts 7 millioen yen
bedroeg, eind 1881 bedroeg de hoeveelheid papiergeld
nog 153 millioen yen, doch was de specie-reserve
reeds tot
bijna
13 millioen yen gestegen. De door
Minister Matsukata ‘gevolgde muntpolitiek had succes.
Eind 1885 was de hoeveelheid papier in omloop gere-
duceerd tot ruim 88 millioen yen, terwijl in het
specie-reservefonds ruim 42 millioen yen aanwezig
was. Door deze omstandigheden steeg het papier ge-
leidelijk weer in waarde en circuleerde eindelijk
(eind 1885) weer h pari met het zilver en was het
agio geheel verdwenen.
Tevens werd door den Minister de noodzakelijkheid
betoogd een groote Centrale Bank te stichten, die het
uitsluitende recht van uitgifte van bankbiljetten zou
hebben en als opperste orgaan voor de regeling van de
geld-circulatie zou dienen. Maart 1882 werden desbe-
treffende voorstellen aan de Regeering ingediend,
die instemming vonden en werd bij wet van 10 Oc-
tober van hetzelfde jaar de Bank van Japan (de
Nippon Ginko) ‘gevestigd, een naamlooze vennoot-
schap, aanvankelijk met een kapitaal van 10 naill.
yen (sedert driemaal vergroot, thans 60 mill. yen).
In 1884 werd, als voorbereiding van de betaling
in specie, de Bank van Japan gemachtigd tot ‘uitgifte
van inwisselbare bankbiljetten van 1, 5, 10, 20, 50,
100 en 400 yen, lot een bedrag, door den Minister van
Financiën te bepalen. Toen alles voor de hervatting
van de betaling was geregeld, werd in Juni 1885 den
volke kond gedaan, dat vanaf 1 Januari 1886 het in
‘omloop zijnde oude papiergeld geleidelijk door de
Bank van Japan tegen ,,ziivermunt” zou worden inge-
wisseld. Later werd nog bepaald, dat het door of met machtiging ‘van de Regeering uitgegeven papier zou
ophouden te circuleeren op 31 December 1899.
De getroffen maatregelen misten hun doel niet, echter werd, tengevolge van de inwisseling tegen
zilver, Japan nu, hoewel het theoretisch den Dubbelen
Standaard had, een land met een ,,de facto” Zilveren
Standaard. Een toestand, bestemd om wederom’een be-
langrijke hinderpaal voor het buitenlandsche handels-
verkeer van Japan te worden.
De overgang van Duitschiand tot den Gouden
Standaard in December 1871, daarin door Zweden,
Noorwegen en Denemarken in 1872, door de Veree-
nigde Staten van Noord-Amerika in 1873, door Neder-
land in 1875 en door de Latijnsehe Munt-unie in 1878
gevolgd, was voor het zilvei- van groot gewicht. De
zich allerwegen vertoonen’de voorliefde voor goud had
482
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
een voortdurende daling van de waarde van zilver en
stijging van het -goud ten gevolge, een omstandigheid,
voor Japan, dat twee-derde van zijn toenmaligen uit-
voer naar Goud-standaardianden zond, van geen ge-
ringe beteekenis. De handel begoii onder de voortdu-
rende koerssehommelingen groote verliezen -te lijden
en de exporthandel meer en meer een zaak van munt-
speculatie te worden. De prijzen der levensmiddelen
stegen, de Staatsuitgaven werden dooi’ de toenemende
depreciatie steeds hooger en hooger, kortom het
geheele economisch leven begon in de war te geraken.
Langen tijd nog had men de langzame vermindering
van de zilverwaarde als gunstig beschouwd. De stijgen-
de goudprijzen toch stimuleerden aanivankelijk den
uitvoer, zoolang zich de binnenlandsehe prijzen en
bonen niet aan de veranderde goudwaarde hadden
aangepast.
Als gevolg evenwel van het verbod tot Vrije aan-
munting van zilver in Britsch-Indië (Juni ’93) en
van de onmiddellijk daarop volgende staking van
zilrveraankoopen door de Vereenigde Staten, had in
dit jaar een plotseling zeer sterke daling van den
zilverprijs plaats, waardoor de yen bijna met % in
waarde verminderde. Wat er van het zilver zou wor-
den, was niet te’ voorspellen,’ nog laiger handhaven
van den Zilveren Standaard zou roekeloos geweest
zijn.
In Septenber 1893 werd dan ook door den toenma-
ligen Minister van Financiën Watanabe de noodzake-
lijkheid van wijzigingen in de gevolgde muntpolitiek
betoogd en als gevolg hiervan in October d.a.v. een
commissie benoemd, teneinde te onderzoeken of en in
hoeverre het aanbrengen van veranderingen noodza-
kelijk was. Eerst in Juli 1895 ‘bracht bedoelde commis-
sie haar rapport uit, waarin zij zich met geringe
meerderheid voor thet -aanvaarden van den Gouden
Standaard verklaarde.
De Regeering zou zeker, vanwege de groote moei-
lijkheid tot het scheppen van de hiervoor vereischte
voldoende goud-reserve, niet zoo vlug tot standaard-
wisseling zijn overgegaan, had niet de vrede van
Shimonoseki, in April 1895, waarbij China een oor-logsschatting van 200 millioen taels werd opgelegd,
uitkomst gebracht.
Nu waren er geen beletselen in dit opzicht en
26 Maart 1897 werd de – behoudens eenige onder-
geschikte wijzigingen – thans nog vi-geerende munt-
wet afgekondigd, waarbij Japan wederom tot den
Gouden Standaard – overging en daarmede na de
Restauratie zijn 5e tijdperk op -monetair gebied intrad.
Resumeerende toch had Japan van:
1868-1871 – den Zilveren Standaard;
1872-1879 – den Gouden Standaard;
1880-1885 – den Gouden en Zilveren Standaard;
1886-1897 – den ,,de facto” Zilveren Standaard;
1898 tot ‘heden – den Gouden Standaard.
De verhouding van zilver en goud was bij deze
nieuwe omzetting als 1 : 32,348 en men moest een
ouden ,,gouden yen” halveeren om een ,,gouden yen”
te verkrijgen, in waarde gelijk aan den toenmaligen
,,zilver-yen”.
Was het voor een goede doorvoering van de
Standaard-wisseling van groot belang, dat er zoo
weinig mogelijk zilver in omloop ws en de voorraad
daarvan grootendeels bij de bank was geconcentreerd,
er was nog een groote moeilijkheid. Hoeveel zilver
toch zou uit het – buitenland ter inwisseling terug-vloeien? Dat was een vraag, die de Regeering zich
moest stellen. In het invoeren van den Gouden
Standaard toch lag niet zoozeer de moeilijkheid als
wel in de omstandigheid dezen naar behooren te kun-
nen handhaven. –
In het geheel waren 165 millioen zilveren yen -ge-
slagen, waarvan 130 millioen was uitgevoerd, die in
geheel Oost-Azië tot Singapore toe circuleerden. De
Regeering schatte, dat hiervan slechts 10 millioen zou terugkeeren, .een raming, die achteraf bleek
vrij
juist
te zijn geweest. In het geheel toch werden 10,85 mil-
hoen wederom ingevderd en zijn in -totaal 45,5 mil-
lioen yen aan de circulatie onttrokken. Met den voor-
raad, in baren zilver aanwezig, kreeg •het -bestuur
hierdoor een voorraad van 75 millioen ter beschikking,
waarmede als volgt is gehandeld. 27
1/
millioen is tot
pasmunt omgewerkt, 6% millioen zijn in Formosa en
Korea wederom in circulatie gebracht, 4% millioen
(rond 1 mill. K.G.) zijn verkocht.
De verliezen, -geleden door verkoop, kosten van den
Stan’daardovergang, enz. bedroegen ongeveer 5,55 mii-
lioen; de winst, verkregen door de omstempeling tot
pasmunt daarentegen 5,65 milli9en. Het geheele proces
is zeer snel doorgevoerd; 1 October 1897 werd ruct dc
om-wisseling van -‘zilver tegen goud begonnen en reeds
31 Juli 1898 werd hiermede geëindigd. –
Nu rest nog de bespreking van het thans be-
staand muntstelsel en van de voornaamste bepalin-
gen van de muntwet van 1897.
Bepaald werd hierbij o.m.:
Een gewicht van 2 fun -zuiver goud zal de eenheid
v-an munt zijn en yen worden genoemd. In normale
omstandigheden is de waarde daarvan ongeveer gelijk
-aan
f
1,25 (in Ned. munt), 2 s. 0 d. 582 (in Eng.
munt), 0,4984 Dollar (A’mer. munt), 2,583 Francs
(Fr. munt) en 2,0924 Mark (Duitsche munt).
Het decim-ale stelsel zal (evenals tevoren) bij het
munt-stelsel worden gevolgd; het honderdste deel van
den yen zal Aen, het tiende ‘deel van den een zal rin
worden genoemd. –
Uitgegeven zullen worden 9 soorten van munten,
te weten: –
Gouden munten van
20, 10
en 5 yen
Zilveren
,,
50, 20 en 10 sen
Nikkelen
,,
,…..5 sea
Bronzen
,,
,…..
1
een en 5 rin
Do, samenstelling zal zijn voor:
Gouden munt = 900 deelen zuiver goud en
100
deelen koper Zilveren
= 800 deelen zuiver zilver en 200 deelen koper
Nikkelen ,, = 250 deelen nikkel en 750 doelen koper
Bronzen ,. = 950 deelen koper, 40 deelen tin en
10
deelen
zink
–
Het gewicht werd bepaald:
Voor 20-yen-goudstuk op . . .. 16,6605 gram
10
,,
,,
,…..
8,3333
5
,,
,,
,,
4,1666
50-sen-zilverstuk , …..13,4783
20
, …..5,39
14
10 ,,
,, 2,6955
5-seunikkelstuk ,…..4,6654
1
,,bronzen stuk ……7,1280
5-rio ,, ,….. 3,5640
De gouden munt is wettig betaalmiddel tot elk
bedrag, zilver tot een bedrag van 10 yen en nikkel
of brons -tot een bedrag van 1 yen.
Als overgangsmaatregel wer-d bepaald, dat de reeds
uitgegeven gou-dstukken zouden circuleeren op de
dubbele waarde van de gouden munten, geslagen
overeenkomstig de wet van 1897, terwijl de uitge-
geven zilveren -yen geleidelijk zouden wor;den inge-
wisseld tegen de verhouding 1 yen -zilver _- 1 yen
goud. Mede werd vastgesteld, dat de bestaan-de bank-
biljetten thans tegen goud iuwisse],baar zouden zijn.
Particulieren kunnen tegen een muntloon bij
‘s Rijks munt g’oudstu-kken doen slaan, echter zal -het
daarvoor aangeboden goud meer dan 100 ‘momme, d.i.
meer dan 375,65 gram moeten bedragen.
Uit
–
het vorenstaande ontwaren wij alzoo, dat een
mun.tstuk
van -1 yen niet bestaat. Echter ‘bestaat en
circuleert wel, in de plaats 1daarvan, het bankbiljet
van 1 yen van de Bank van Japan. Ten slotte moge
nog di-t worden vermeld. Vergeleken ibij andere landen
is er in Japan weinig geld in circulatie. Dit bedroeg
op uitimo 1915 (latere gegevens zijn nog niet be-
schikbaar) 599.578.734 yen (waarvan 169.440.724 aan
munt en 430.138.010 aan bankpapier) op een bevol-
king van 55.083.949 zielen, alzoo per inwoner onge-
veer een bedrag van 10,88 yen. J.
STROOMBERG.
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
483
INDEX-CIJFERS.
Gedurende de periode, verstreken tussohen het
sluiten van den wapenstilstand en het einde van
Maart, daalde – aldus ,,The Economist” – het index-cijfer voortdurend. In April rees het echter
66
pun-
ten, zoodat het totaalcijfer op 30 April
5774
punten
bedroeg en ‘het relatief index-cijfer van
259,4 op
262,4
kwam. Dit resultaat is het gevolg van diverse
tegengestelde lewegin.gen in de verschillende groepen.
De groepen ,,andere voedingsmiddelen” en ,,diver-
sen” daalden, daarentegen stegen ,,granen en vleesch”,
,,weefstoffen” en ,,delfstoffen”; de
stijging
van
laatstgenoemde groep legde wel het meeste gewicht
in de schaal. De gebruikelijke staat volgt hier:
Andere
‘Z’
Alge-
Tonen 1)0e.
Weef- Delf- oltgn,
meen
Data
en
ding,. stoffen stoffen hout, Totaal
vleesch en ge.
ru/ilser,
cijfer
noim.
enz.
Basis (gemidd.
1901-5) . . 500
300
500 400
500 2200 100,0
1Januari1914 563
355
642
491
572 2623 119,2
1 April
560
3504 6261 493
567 2597 118,0
1 Juli
5654 345
616
4714 551 2549 115,9
1 October
646
405
6111 4721 645 2780 126,4
•
1Januari1915 714
4141 509
476
6864 2800 127,3
1 April
840
427
597
644
797 3305 150,2
1 Juli
818
428
601
624
779 3250 147,7
1 October ,,
8094 4701 667
6194 7694 3336 151,6
1
Januari1916 897
446
731
7114 8484 3634 165,1
1
April,,
9494 503
7964 851
913 4013 182,4
1 Juli
989
520
794
895 1015 4213 191,5
1 October
1018
5364 937
8584 1073 4423 201,0
1 Januari 1917 1294
553 11244 8244 1112 4908 223,0
1April
1346
6104 1226
8344 1283 5300 240,9
1 Juli
14324 6524 1441
8414 12784 5646 256,6
1 October
12214 ‘726 15094 8224 13544 5634 256,1
1 Januari 1918 12864 686 16844 8394 13484 5845 263,2
Einde Jan. ,,
12214 686 17194 829 1329 5785 262,9
Febr.,,
1235
693 1733
838 1319 5818 264,4
Mrt. ,,
1238
697 1777
836 1319 5867 266,6
April,,
1244
7444 1760
850 13424 5941 270,0
Mei
1247
7774 17734 849 1369 6016 273,4
Juni
1274
7774 18114 8614 13804 6105 277,5
Juli
1274
7771, 1808
8894 1379 6128 278,5
Aug.
12874 775 1920
8894 1395 6267 284,8
Sept.
12464 7794 1929
889 1394 6238 283,5
Oct.
1271
780 1889
8784 13914 6210 282,6
Nov.
1289
7824 1848
903 13894 6212 282,6
Dec.
1303
7824 18054 866 1337 6094. 277,0
Jan.1919 1287
7824 16184 828 1335 5851 265,9
Febr.,,
12884 7824 15964 818 13104 5796 263,8
Mrt.
,,
1285
7821 1502
8444 1294 5708 259,4
April,,
13064 752 15124 9124 12904 5774 262,4
Uit
bovenstaande
cijfers
blijkt, dat voor de twee
groepen ,,granen en vleesch” en ,,andere voedingsmid-
delen” de prijzen voor ‘tarwe – eigen en ingevoerde
tarwe – gerst, haver en aardappelen stegen, terwijl
aan den anderen kant de prijzen voor thee en koffie
daalden.
Weefstoff en en de grondstoffen daarvoor vertoon-
den, als gewoonlijk, eigenaardige bewegingen. De
sterke daling van den hennepprijs – die zich in Maart
reeds vertoonde – bleef in April aanhouden, ook jute
was gemakkelijker. Aangaande de katoenmarkten be-
merkt men een herleving, zoowel in Amerikaansch
ruw materiaal, als in garen en doek.
Op
de uitvoer-markten vertoonen zich teekenen van
een sterke herleving; een prikkel tot meerder zaken
doen was vooral de vergunning om uit te voeren naar
de neutrale Europeesche landen en de toezegging,
dat aanmerkelijke inperking van de oorlogscontrôle
spoedig te wachten is.
De ,,delfstoffen” ondervonden in sterke mate den invloed van de opheffing der regeeringscontrôle op
fabricage en verkoop van ijzer en staal, het
resultaat was onmiddellijk een enorme prijsstijging.
Oleiveland No. 3, ruw ijzer, b.v. steeg tot
142 s. 6
d.,
terwijl de sedert langen tijd gehandhaafde regeerings-
prijs
95 s.
geweest was. Een levendige vraag deed zich
voor naar rails en stalen platen voor schepen; metaal-
gieterjen én -fabrieken hebben weder volop werk.
Een gezamelijke roep ging op over gebrek aan
arbeidskrachten, hetgeen – aldus ,,the Ecoriomist” –
algemeen toegeschreven moet worden aan het stelsel
van werkloosheidsuitkeeringen.
Koper, lood en tin waren alle dalende.
Bij de groep ,,diversen” was de daling van talk
en de
stijging
van oliehoudende zaken opmerkelijk.
Klein.handels prijzen.
De verhoudingseijfers van
verbruiksartikelen, in den handel gebracht door de
Coöperatieve Winkelvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-
den en ‘s-Gravenhage (voorheen E.
H:),
welke door
het Centraal Bureau voor de Statistiek
gepubliceerd worden, zijn de navolgende.
Artikelen
1
1913 1
1914 11915
1.1916
1
1917
1
1918 Fel,,.
1
Maart
/9/9 11919
Gort ………113 116 142 165
– 123 123 123
K offie………94
88
91 100
118 174 176 176
Margarine
127
99 102 110 122 136 138 138
Stroop …….100 100 125 161 179 193 196 196
Suiker(basterd) 89
91 105 115 116 120 127 127
(melis)
85
89
98 102 103 105 108 108
Zout ……….80
80
90
90
110 190 190 190
De prijzen voor het jaar
1893
werden gelijk 100
gesteld.
AANTEEKENINGEN.
H e t verze1eringswezen en de
vredesvoorwaarden.. –
Het officieél in
Parijs klaargemaakte uittreksel uit het den Duitschers aangeboden vredesverdrag bevat slechts enkele korte
woorden over het verzekerin.gswezen, waarvan de
strekking in hoofdzaak de volgende is: Brandverzekeringcontracten worden door den oorlog
niet als verbroken beschouwd, zelfs niet als de nrc-
miën niet betaald zijn, maar vervallen op den datum
van de eerst vervallende jaarpramiën, die drie maan-
den na den vrede verschuldigd zijn.
Levensverzekeringcontracten worden evenmin door
den oorlog als verbroken beschouwd, maar ingeval
deze (om andere redenen dus dan alleen door ooriogs-
maatregelen) toch voor royement in aanmerking
komen, kan men de afkoopwaarde opeischen, maar
indien het royement het gevolg was van het niet kun-
nen betalen der premiën door dwingende oorlogs-maatregelen, dan zal het ‘contract hersteld kunnen
worden door betaling der achterstallige premiën met
inter est.
Deze laatste bepaling valt in levensverzekeringkrin-
gen niet in goede aarde. Dergelijke ongelimiteerde
bepalingen omtrent herstel werken altijd in de hand,
dat de slechtste risico’s er gebruik van maken, terwijl
de betere gemakkelijk in hun eigen omgeving op
weinig be’zwarende voorwaarden opnieuw dekking
kunnen vinden. Dit punt is het eenige, waarop de ge-
publiceerde bepalingen afwijken van de besluiten der Geallieerde conferentie van verzekerings-experts, die
in
1917
te Parijs was gehouden. Men dient echter zijn
definitief oordeel hieromtrent op te schorten tot de
juiste redactie van de vredesvoorwaarden bekend is,
omdat men niet weet hoe breede strekking men thans
aan die ,,dwingende oorlogsmaatregelen” moet toe-
kennen.
Zeeverzekeringen zijn verbroken vanaf het uitbreken
van den oorlog, behalve wanneer het risico reeds inge-
gaan was. Als hetzelfde risico na het begin van den
oorlog opnieuw verzekerd was, zal de nieuwe polis als substituut voor de oude beschouwd worden.
Alle verdragen op verzekeringsgebied zijn teniet-
gedaan, tenzij de invasie het voor den herverzekerde
onmogelijk maakte een nieuwen ‘herverzekeraar te vin-
den. Ieder der geallieerden mag echter alle levensver-
zekeringcontracten, door een zijner onderdanen aan-
/
11
484
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
gegaan met een Duitsche verzekering- of herverzeke-
riuginstelling, ongedaan maken, waarbij deze instel-
ling gebonden zal zijn haar reservewaaiden voor het
contract in kwestie over te dragen.
Naar verluidt, denkt ‘bijvoorbeeld België hiervan ge-
bruik te maken en is een project in dien geest daar
reeds in behandeling. Men tracht dus ook hier het v66r
den oorlog zoo ‘bloeiende Duitsche verzekerin’gswezen
een gevoeligen slag toe te brengen. De bepalingen,
hierboven het eerst genoemd,, omtrent de ‘brandverze-
kering, schijnen nog het meest liberaal, of, zooals do
,,Times” van 14 Mei het uitdrukte, ,,very favourable
to the enemy”. Maar men .heeft te bedenken, dat
wei-
nig contractanten van die bepaling gebruik zullen
maken, omdat ‘verreweg de meeste brandverzekering-
contracten, die in het buitenland waren gesloten, ge-
durende den oorlog in het eigen land zijn.onderge-
bracht. HOLW.
Migratie in de V. S. ‘gedurende
19 18. -‘ Het kan geen verwondering wekken, dat de
aa,winst voor de Uhie aan in den vreemde geboren
personen voor het jaar 1918 gering was, de vermeer-
dering bleef bij alle voorgaande jaren van de laatste
halve eeuw ten achter, met uitzondering van het jaar
1908, toen er een emigratie-saldo aan te wijzen viel.
Een gedetailleerde opgave van de laatste vijf jaren
volgt hier:
Aantal vreemdelingen
1916
1917
1916
1915
1914
Immigranten ….
115.916 152.959 355.767 258.678 688.495
Niet-immigranten
109.500 58.926 72:904 68.963 159.736
Totaal …….
225.416 211.885 428:671 327.641 848.231
Verrek vreemdelingen
Emigranten
..
80.612 67.652 69.725 160.641 293.635
Niet-emigranten
103.333 63.531 95.059 123.995 291.743
Totaal ……183.945 131.183 164.784 284.636 585.378
Netto bevolk. aanw.
41.471 80.702 263.887 43.005 262.853
De netto dankomst langs ‘punten van de grens met
Canada is grooter geweest in 1918 dan. de netto aan-
komst voor de geheele Unie, een aanzienlijk deel der
reizigers, uit Canada kômende, had echter over dit land
slechts zijn reisroute gekozen. De netto inflatie in ‘de
Pacific-havens bedraagt 10.433 personen, waarvan het
meerendeel Japanners. In de Atlantische zeehavens laat zich een ernigrtie-sal’do vaststellen ‘van 29.806
personen.
Het ,,Immigration Service Bulletin” vermeldt nog de
volgende nationaliteitstotalen. Het netto aankomst-
cijfer heeft bedragen Skandinaven: 3.889 (8.024),
Hebreeuwen 2.436 (8.510), Ieren 3.661 (5.565),
Fransohen 5.312 (6.944), Schotten 4.858 (5.187),
Japanners 6.140 (4.902), Afrikanen 7.564 (6.538).
Een vertrek-saldo hebben oorts aan te wijzen: Polen
10.177, Italianen 3.156, Russen 2.218, Grieken 1.675.
De tusschen haakjes geplaatste cijfer,s geven ‘het aan-
tal voor 1917 aan.
Crisisonderzoeic in de Veree-
n i g d e S t a t e n. –
In Amerika is een vrij groot
aantal ondernemingen verrezen, die als voorwerp van
handel het conjunctuur-vooruitzicht gekozen hebbea.
Zij verzamelen en bewerken gegevens betreffende de
conjunctuur, om op grond daarvan tegen ‘betaling
het waarschijnlijk toekomstig ‘verloop te voorspellen
aan gegadigden uit het zakenleven, die zich daartoe
tot hen gewend hebben. Naar een’ daarvan, ,,Babson’s
Statistical Organisation”, heeft men h.t.l. in verband
met nationale plannen nog al eens verwezen. Het be-
staan van dergelijke instellingen in dezen vorm kan
voor Amerika misschien niet verwouder.ingwekkend
gevonden worden. Toch schijnt men zich over den
bestaanden. toestand niet voldaan te voelen, want
thans heeft de ,,Federal Reserve Board” dit werk ter
harte genomen. Het ligt voor ‘de hand, dat de wijze
van werken, die winstnajagende instellingen volgen,
menigmaal te wenschen overlaat. In 1918 was daarom
reeds aan ,,llarvard University” begonnen op 2uiver
wetensc’happelij’ken grondslag Seen serie handels-
indexen voor te bereiden. De Federal Reserve Board
zal nu de onderzoekingen verrichten middels ‘de
reserve bauks. Phans naderen hare ‘voltooiing de vol-
gende ‘onderzoekingen:
10.
intrest en disconto-notee-
ring der F. R. Banks en voorname leden-banken; 2
0
.
volledige cijfers der transacties vdn leden van
olearinghouses; deze gegevens zullen er toe kunnen
leiden de individueele publicatie van clearinghouse-
cijfers ter
zijde
te stellen; 3°. groothandelsprijzen ge-
groepeerd naar waren van producenten en waren van
verbruikers, landbouwvoortbrengelen, enz.;
40
pro-
ductiecijfers der toonaangevende industrieën, waarbij
staal; katoen en wollen ‘goederen, kolen en een aan-
iienlijk ‘aantal anderen; 5
0
. ‘
transportcijfers, een beeld
•gevende van het binnen- en het buitenlandsche hart-
del’sver.keer. De
cijfers
zullen publiek gemaakt wor-
den •in het Federal Reserve Bulletin. De Board is
niet voornemens aan de cijfers bescho1wingen vast
te knoopen over de toekomst van den handel, dit wil
hij overlaten aan degenen, ‘die er nut in zien van de’
cijfers gebruik te maken bij •hun onderzoek naar de
industrieele en overige conjunctuur; –
Inv’oer’in de V.S. uit Europa.-
Al’s ,,indicative. of Europ&s lack of exportable mate-
rial” wordt in een National City Bank-publicatie een
tableau ‘van Amerikaansche invoeren uit de Oude
Wereld gegeven. De volgende eindcijfers, uitgedrukt
in dollars, clie voor ‘ieder jaar maar een periode van
8 maanden, eindigénde met Februari, omvatten,
nemen wij over;
1913
……..
$ 628.497.666
1917
………
$ 390-055.430
1914
……..
,, 594.763.705
1918
……..
,, 284.087.652
1915
……..
,, 431.327.334
1919
……..
,, 187.800.670
1916
……….
371.505.418
De enorme
stijging
dei goederenprijzen ten spijt, is
het
cijfer
voor 1919 toch kleiner dan gedurende de
afgeloopen 20 jaar voorgekomen is.
Aansluitende aan de artikelen, die in dit weekblad
verschenen ‘zijn ‘over de vraag waar na terugkeer van
meer normale tijden de v e r ko o p van het :g o u-
‘ve r n e m e n t s t i n
bij
v’oorkeur ware te verrich-
ten,
1)
zij volledigheidshalve aangeteekend, dat, blij
–
kens een bericht in de dagbladen, in het voornemen
schijnt te liggen, voorloopig met ‘den verkoop te Batavia voort te •gaan, alhans de Nederlandsche
Handel-Maatschappij te Amsterdam, daartoe gemach-
tigd door den Minister van Kdloniën, brengt ter ken-
nis van den handel, dat, behalve 3000 ‘blokken, welke
vermoedelijk reeds zijn verscheept,. voorloopig geen
tin voor gouvern•emen,tsrekening uit Nederlandsch-
Indië zal worden aangevoerd.
‘) Zie jaargang
1917,
pag.
386
en
407, 1919
pag.
132.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
Journal des Economistes. – Parijs,’ 15
April 1919.
Yves-Guyot,’
La tyrannie socialiste et le triomphe de Karl Marx;
A. Raffalovtch,
Réflexions d’ écono-
miste. Situation ouvrière en Angleterre. Réforme
monétaire et fiscale en Bohme. ,Question des chan-
ges
t
Paris;
Fr. Bernard,
L’unification de ‘l’Afri-
que du Nord;
H. Lambert,
Le désarmement et la
liberté des mers;
M. Dewavrin,
‘L’effort canadien pour la guerre mondiale.
Journal de la Société de Statistique de
Paris. – Parijs, Mei 1919.
M. Cotterau,
Répartition statistique des taux de
bénéfices annoncés – dans les sociétés ,par actions;
M. A. Barriol,
Statistique de l’emploi des récettes
des compagnies de chemins de fer;
M. Yvernès,
Ohronique de statistique judiciaire;
M. A. Barthe,
La population de l’Espagne.
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
485
Archiv für Sozialwissenschaft und So-
zialpolitik. – Tübingen, 1918. 46. Band. 1.
Heft.
J. Schumpeter,
Zur Soziologie der Imperialismen;
M. Weber,
Die Wirtschaftsethik der Weltreligionen;
Prof. E. Lederer,
Zum Sozialpsychischen Habitus
der Gegenwart;
Dr. E. Blocic,
Ueber einige politische
Programme und Utopien in der Sehweiz;
Dr. A. Hahn,
Der Gegenstand des Geld- und Kapitalmarktes in
der modernen Wirtsehaft.
Z eitschrift für Sozialwissenschaft. –
Leipzig, April 1919.
F. Schmidt,
Der Bilanzgedanke und die Wechsel-
kurse; H. Schneider,
Der Kampf der oberschiesischen
Kohlo gegen die englische;
1. Hahn,
Soziale Wir-
kungen des Hackbaus in der europiiischen Pflug-
kultur;
B. Siminersbach,
J)ie finanziellen Ergebnisse
der französischen Eisenbahnen im Kriege;
Dr. W.
Schweisheimer,
Die Verschiebung des Zahleuverhâlt’
nisses der Geschiechter durch den Krieg;
Dr. W.
Brandis,
Die Berufsgenossenschaften im Kriege;
Dr.
Heilwig,
Kriminalpolitik als Verteilungsproblem;
H. Fehlinger,
Die deutsche Kolonialgeschichte Kur-
lands;
Dr. E. Schullze,
Ein Abhulfsmittel für die
Schwankungen der Kaufkraft des Beamtengehalts;
Dr. P. Marteli,
Der niederrheinische Braunkohien-
bergbau.
The American Economic Review. –
Princeton, Maart 1919.
A. S. Dewing,
The procedure of contemporary
railroad reorganization;
H. J. Davenport, The war-
tax paradox;
L. H. Haney,
Price fixing in a corn-
petitive industry: A pioneer case;
G. E. Putnam,
The federal farm ban system;
P. J. Eberle,
Labor
turnover;
H. J. Harris,
Reconstruction problems in
foreign countries;
A. M. Salcolsici,
British food supply;
0. Ruggies,
Report of the Interstate commerce
commission;
P. W. Garrett,
Watching the movement
of prices during the War.
Supplement: I.
Papers and proceedings of the
thirty-first annual meeting of the American Econo-
mie Association.
II. Report of the committee on war finance of the
American Economie Association.
Political science quarterly. – NewYork,
Maart 1919.
W. A. Dunning,
European theories of constitu-
tional government after the congress of Viennâ;
Th.
Veblen,,
The intellectual Pre-eminence of Jews in
modern Europe;
W. R. Shepherd,
The expansion of
Europe 1;
A. M. Schlesinger,
The American revo-
lution reconsidered; F. Blacicly en Mirian’t E. Oat-
man,
Difficulties of World organization;
L. H. Haney,
Price fixing in the United States during the war 1;
B. Kendricic,
Thoughts on permanent peace;
L.
Rogers,
Political philosophy and a league of nations.
The Journal of Political Economy. –
Chicago, Maart 1919.
P. H. Dou glas en F. E. Wolf e,
Labor administra-
tion in the shipbuilding industry during wartime 1;
H. E. Bourne,
Food control and price-fixing in revo-
lutionary France.
• The Journal of Political Economy. –
Chicago, April 1919.
H. L. Reed,
The industrial outlook; C.
N. Hitchcock,
The war housing program and its future;
R. Zon,
Reconstruction and natural resources;
W. H. Ha-
milton,
An appraisal of Clay’s economics;
The American Journal of internatio-
nal law. – New York, Januari 1919.
Fr. K. Nielsen,,
The lack of uniformity in the law
and practice of states with regard to merchant ves-
sels;
J. W. Garner,
Treatment of enemy aliens;
G.
Bower,
Private property on the high seas.
Supplement:
Official documents.
Journal of the Institute of Bankers. –
Londen, Mei 1919.
E. Crammond,
The economie outlook; J. Paget, The Gilbart lectures, 1919.
TheBankers’Magazine.—Londen,Mei1919.
After the war. – The reconstruction period. –
National revenue. – Emergency war money issued
in France.
The Geographical Journal. – Londen,
Mei 1919.
J. B. Noel, A journey to Tashirak in southern
Tibet, and the eastern approaches to Mount Eve-
rest;
H. D. Warburg,
The admiraltr tide tables
and North Sea tidal predictions;
G. A. Beazeley,
Air photography in Archaeobogy. Notes on air-routes: I. to South Africa, communicated by the
Air ministry.
S v e n s k Export. – Stockholm, Maart/April 1919,
bevat o.a. No. 5.
Sven Helander,
Varldens guldförrad före
och efter kriget;
De
goudproductie is gedurende den oorlog achteruit-
gegaan. Toch zijn de goudvoorraden van de papierbanken
in de neutrale en verschillende oorlogvoerende staten sterk
gestegen.
De
oorzaak daarvan is tweeledig nl.
10.
de con-
centreering van den goudvoorraad uit het vrije verkeer,
20.
de overgang van goud van zwakke staten naar de
staatkundig sterkere.
Willy Kinberg,
Den tschecko-slovakiska statens
finansiella och ekonomiska politik;
Henrilc Ranway,
Finlands handelsförbindelser under ar 1918.
No. 6.
H. Rosén,
Transkaukasien;
H. von Zeipel,
Sveriges utrikeshandel under &r 1917.
No. 7.
Edvard Welle-Strand,
Nordens framtid-
ligger p& havet.
No. 8.
Gustav Cassel,
Krigsskadestand och ban-
delspolitik; Helge Nelson,
Argentina;
Edvard Welle-
Strand,
Det nya Norge;
N. Unnérus,
Island.
De Indische Gids. – Amsterdam, 1Mei1919.
E. L. K. Schmülling,
De Indische landbouw-
statistiek, hoe zij was en hoe zij worden moet;
H.
Tiauw Tjong,
Bij de Chineesche legatie;
Mr. A. A.
de Vries,
De rechtstoestand der slaven onder de
Oost-Indische Compagnie;
Al. v. Geuns,
Het Oosten
in vogelvlucht, van Boeddha tot de Groot-Mogols.
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
H a ve r en e v e n e. Haver en evene zijn afge-
voerd van de
lijst
van producten, die door de regee-
ring in bezit worden genomen. Ingetrokken ‘zijn de
voor deze artikelen vastgestelde prijzen, het vervoer-
en afleveringsiverbod en de zaaizaadregeling, voor zoo-
ver zij op haver en evene van toepassing was.
L ij n- e n k o o 1 z a a d. Lijnzaad, koolzaad, raap-
zaad, boterzaad en dederzaad zijn afgevoerd van de lijst der producten, welke door de regeering in bezit
worden genomen. Tevens
‘zijn
ingetrokken de voor deze
zaden uitgeboofde prijzen, de maximumprijzen voor
den kleinhandel, de vastgestelde distributieregeling
(afleveringsverhod) en de zaaizaadregeling, voor zoo-
ver zij op deze zaden van toepassing was.
V e r k o o p te velde. Voor zoover dit niet reeds
geschied was bij de beschikkingen van 31 Maart jl. en
10 April jl. is ingetrokken de beschikking van 22
Aug. 1918, houdende een vervoerverbod van onge-
dorschte granen, zaden en peulvruchten en een be-
perking van den verkoop van gewassen te velde.
B r o o d k a a r t e n. Tengevolge van den acht-un-
gen werkdag, welke in verschillende bedrven reeds is
ingevoerd, vervalt de noodzakelijkheid, dat aan arbei-
ders in continn-bedrijven, acht uren daags werkzaam
zijnde, een vierde aanwullingsbroodkaant ‘wordt ver-
strekt. Deze arbeiders mogen in het vervolg slechts
drie aanvulbingsbroodkaarten ontvangen.
486
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
B r o o d. De aandacht wordt er op gevestigd, dat
het sinds
25
Apri.l
1.1.
weder geoorloofd is melkbrood
te bakken. Naar men bericht
)
zal ‘het verbod van loon-
bakken binnenkort worden opgeheven.
De Regeering heeft, naar men bericht, toegezegd,
dat binnenkort het aardappelpoeder uit de bloem
voor de broodbereiding zal verdwijnen.
S u i k e r ‘b i •e te n. Ingetrokken zijn het verbod
tot vervoer en aflevering van suikerbieten en suiker-
bietenpulp, de distributie-regeling voor suikeribieten-
pulp der campagne
1919120
en het verbod tot het
drogen van bladeren van suikerbieten en voeder
1
bieten.
M ei k. Vaststelling van nieuwe maximu.mprijzen
voor melk ligt voorloopig nog niet in het voornemen
der Regeering.
Stap eigro enten. Met ingang van 15 Mei is
het artikel stapelgroenten afgevoerd van de lijst van
goederen, aangewezen krachtens art. 1 der Distributie-
wet
1916
en zijn de maximumprijzen voor stapel-
groenten ingetrokken.
Vrachten binnenschipperij. Met in-
gang van
8
Mei is vervallen de bestaande verhooging
op de vrachten in de binnenschipperij ten bedrage
van
5
pOt. (resp.
7
pOt. voor het ‘vervoer van en
naar Delfzijl).
Vissc.herij-inspectie.
Bij
Kon. ‘besluit van
9
Mei is ingesteld een Staatscommissie, teneinde een
onderzoek in te stellen omtrent de werking der
visscheri.j-inspectie.
Huiden, ieder en looistoffen. Met in-
gang van
8
Mei zijn ingetrokken alle nog van kracht
zijnde beschikkingen betreffende hu.iden, leder en
looistoffen, met uitzondering van de beschikking van
18
November
1918,
houdende een distributieregeling
voor goedkoop zoolleder, welke nog gehandhaafd dient
te
blijven,
ten einde een regelmatige afwikkeling
onder de noodige contrôle dezer aangelegenheid te
bevorderen.
L o o i s t o f f e n. De in het vervolg hier te lande
aan te voeren looistoff en zullen niet meer door het
Rijkskantoor voor Huiden en Leder worden overge-
nomen; fabrikanten kunnen deze rechtstreeks aânkoo-
pen, hetzij door bemiddeling van importeurs, hetzij door zelf voor den invoer zorg te dragen. Zij zullen
zich echter moeten houden aan de door het Rijkskan-
toor voor ieder vastgestelde maximum-hoeveeiheid.
1J z er e n st a al. Ingetrokken is, met ingang
van
6
Mei, de beschikking van
29
Aug.
1918,
betref-
fende aflevering van ijzer en staal uit voorraad. Voor
ijzer en staal, afgeleverd en vervoerd uit magazijnen en andere opslagplaatsen hier te lande, zijn dus geen vervoervergunningen meer noodig. Wei
zijn
derge-
lijke vergunningen nog vereischt voor vervoer van de
grens af naar de bestemmingsplaats.
II
a r d e k a ii ze e p. Na
31
Mei zal van Rijks-
wege geen harde kalizeep meer beschikbaar worden
gesteld.
F o r m a ii n e. Ingetrokken is het veiibod tot
aflevering en vervoer van formaline.
a p i e r. Met ingang van
7
Mei is opgeheven de
Oonimissie van Advies inzake papier.
MAANDCIJFERS.
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK
April 1919
11
April 1918
Posten
I
Bedrag II.Posten
I
Bedrag
Voor reke-
ninghouders
21.023
f
990.563.156
19.729
f603.736.435
waarvan door
de H.-bank
plaatselijk…
6.417
673.28.528
4.314
,, 334.267.665
Ter voldoe-
ning van
Rijkebelast.
1.409
12.328.617
817
,,
8.072.203
EMISSIES IN APRIL
1919.
Provisie, en Gesneentelijke leeningen
f
7.799.375,-
zijnde:
Zeeland
f
1.250.000,—
51/2
0/
obl.
a 100
0
/0
Leiden
f
2.500.000,— 5
1
/2
.
0
/o
obl. il
997/
s
0
/0.
Dordrecht
f
2.000.000,— 5
Is
4/
obi.
a 997/
8
0
/0.
1)elft
f
2.000.000,— 5V2
0/
obl. i
99
1
/
0
0
/o
Ootmarsum
f
60.000,— 5
0/
obl.
iL
100
0
/0.
Bank- en Orediet-instellingen …… ,,
3.078.500,-
zijnde:
• N.V. Provine. Crediet- en Spaarbank
1
60.0.000,— 5
0/
notes
A
971/
4
0/
.
Uniebank voor Nederland en Kolo-
niën
f1.000.000,—
aand. A. 105 °/o.
Van Ranzow’s Bank
f
300.000,-
aand.
ft
115
°Io.
N.V. Bankierskantoor Van Mendes
Gans & Co.
f 1.000.000,—
aand.
ft
110
0
/0.
Hypotheékbanken (werkzaam in het
buitenland)
……………….,,
i.000,-
zijnde:
Holland Washington Hypotheekbank
f
150.000,— aand.
ft
100
0/
(met
10
0
/0
storting).
Industrieele Ondernemingen ……
..
1.860.000,-
zijnde:
Koninklijke Vereenigde Tapijtfabrie-
ken
f 1.000.000,—
6
0/
cum. pref.
winstd. aand.
5.
100
O/o.
–
N.V.
Emailleerfabriek
,,De
IJsel”
f 100.000,—
.aand.
5.
100
o/,
N.V.
Industr.- en Handeismaatschappij
voor gouden en zilveren werken
v/h.
E.
Goudsmit
f
100.000,—
–
aand.
5.
100
I
/o.
Stoommeelf.br.,,Uolland”
f
500.000,-
aand.
A. 105
1
/s
O
/
o
.
Instrumentfabriek-
en Handel v/h.
P. J. Kipp
&
Zonen
f
125.000,—
aand.
5.
106
O/o.
*
Oultuurondernemingen, Handeisver-
eenigirgen en Handelsvenn…….
2.260.000,-
zijnde:
N.V. Manders Seemann
&
Co’8
Han-
del-Mij.
f
1.500.000,— 7
0/
cum.
pref. winstd. aand.
1
102
0/,
N.V.
Algemeene Handel-Mij. van On-
roerende Goederen
t
200.000,-
aand.
A,
113
O
/o.
Nieuwe
Russ.
Houthandel
f
250.000,-
aand.
5.
130
0
/0
Groninger Houthandel en Houtpro-
ducten-Fabricatie
f
179.000,-
aand.
5.
100
/o.
Rubber-Maatschappijen
………..,,
1.500.000,
zijnde:
Silau Sumatra Rubber-Maatschappij
f
1.500.000,— aand.
h 100
O
/o.
Totaal ….
f
16.512.875,_:
Totaal der emissies in Januari
. –
f
351.300.909,-
Februari
.. ,,
32.726.200,-
Maart
….
35.629.547,50
April
– . . .
,,
16.512.875,-
Algemeen Totaal
……f
46.169.531,50
Bovendien:,
f
29.706.000,— 31m. Schatkistpromessen
5.
f
989,22
24.600.000,— 6/m.
I
,,
,,
,,
977,50
7.133.000,—
411
s
/
o
Sehatkistbiljetten
,, ,,
1003,60
21 Mei 1919
ECONÖMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
487
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *S* beteekent: Cijfer8 nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN,
BANKDISCONTO’S.
17
Mei 1919
20 Juli 1914
Ned
(Disc.Wissels.
4
1
!1
sedert 1Juli’15
3
1
/3sedert23 Mrt. ’14
B an jBe1.Binn.Eff.
IVrsch.inR.C.
4/2
1
’16
4
23
’14
6
1
!2
,,
19Aug.’14
5
23
’14
Bank van Engeland
5
5Apr.’17
3
29Jan. ’14
Duitsche Rijksbank
5
,,
23Dec.’14
4
5Febr.’14
Bank van Frankrijk
5
,,
21Aug.’14
3
1
!2
29Jan.’14
Oontenr. Hong. Bk.
5
12 Apr.’15
4
12 Mrt. ’14
Nat.Bankv.Denem.
5
1
!,
4 Jan.’19
5
6Febr.’14
Zweedsche Rijksbk.
6′!2
,,
24Apr.’19
4
2
!,
,,
6
’14
Bank v. Noorwegen
51/
,,
9Mei ’19
4
1
/2
,,
11
,,
’14
ZwitserscheNat.Bk.
5
1
/2
,,
3 Oct. ’18
3
1
!2
19
,,
’14
Belgische Nat. Bk.
5
,,
6 Feb.’19
4
30 Jan, ’14
Bank
van
Spanje..
4
22Mrt.’17
41/1
24Sept.’03
Bank van Italië ..
6
,,
10Jan.’18
5
9Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
34-44
– –
Javasche Bank….
3
1
!1
1Aug.’09
3
1
!1
,,
1 Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Cail.
I
Part,.
1
Pro,’on.
disconto
gatie disconto
disconto
disc.
money
17
Mei
’19
37/_4
3i/
317/,2
4
5
/t
–
5
1)
12-17 M.’19
344k
2)
3l/_s/
317/,2
4-
1
/s
–
5-6
5-10
M.’19
4’/,’/
3_4
34
42/8
–
3’/_5’/,
28A.-3h1.’l,9
4I/_l/ 31_4
1/
4
3 1
_
y
1
?
4-als
–
4 ‘/,-6’/,
13-18 M.’18
2
1
/,-3
1
/,
21/2-3’/3 317/,,
4_1/
–
3_51/,
14-19 M.’17
2-
1
/
21/
4
18
3
4-
5
/s
–
2-3
20-24Julj’14
3’/s-‘/ls
2’/-‘/
2 ‘/-‘/ 2’/,-‘/,
2′ /4
1’/4-2’/,
t)
Noteering van
16
Mei.
2)
Het particulier
disconto der
gemeente-
wissels was in
de
afgeloopen week
51.7/
pCt. hooger.
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
Londen was de geheele week gezocht op ongeveer onver-
anderde koersen. Ook New York bleef sterk gevraagd en
liep wederom niet onbeduidend op. De koers blijft zich
doorloopend boven het normale goudpunt bewegen. Daaren-
tegen liep Parijs verder terug. Ook België was, hoewel
de meeste dagen flinke vraag bestond, eveneens flauwer.
In marken waren de omzetten weder zeer groot. De koers
kon niet onbelangrijk verbeteren. Vooral Zaterdag opende
de markt zeer vast, zoodat al spoedig 21 betaald werd.
Daarna trad echter een sterke daling in en heden was
de markt bijzonder flauw. Weenen was tamelijk vast,
waarbij belangrijk hoogere koersen genoemd werden; in
het algemeen was de noteering echter nominaal. Van de
neutrale wissels was Stockholm andermaal sterk aangeboden
en nu, evenals de beide andere Skandinavische wissels,
aanzienlijk onder het nominale goudpunt.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
Lond;n
Part.!:
BerltI,q
Ween:n
IB.1.1,11)1
ecD
12 Mei 1919..
11.78
40.75
19.25 10.25
39.40
2.50
1
/8
13
,,
1919..
11.774
40.15
18.25 10.50 39.40
2.50′!,
14
1919..
11.774
39.95
18.27/,
10.30 39.20 2.50
1
14
15
,,
1919..
11.764 39.75
19.40
11.-
38.90
2.51
16
1919..
11.77
40.-
19.80 11.60 39.15
2.51
1
/
17
,,
1919..
11.79
40.-
19.50
11.50
39.024
2.52’14
Laagste d.w.’)
11.73
39.40,
17.90 9.75
38.80
2.49
1
/4
Hoogste
,,
,, ‘)
11.81
40.95
21.-
12.-
39.65
2.52′!, 10Mei
1919..
11.74
40.90
19.-
9.75
39.55
2.50’/s
3
,,
1919..
11.68
41.25
21.70
10.-
39.35
2.49′!,
Muutpariteit..
12.10k
48.-
–
59.26
50.41
48.-
2.48I4
.8 l’sOteeflflg 10 Imsterdam. 1) 1’articuljere opgave,
DOa
Stock.
holm’)
Kopen.
h
agen
*
Chris.
tiania’)
ZtseI
land)
Spanje
1)
Batavia
‘)
telegrafisch
12
Mei 1919
65.224 61.25
63.80 50.30
50.50
99
1
/5-/4
13
1919
64.90
61.20 63.75
50.30 50.50
99/-/4
14
,,
1919
64.90 61.25
63.80
50.35 50.60
99’/1-‘/
15
,,
1919
64.85 61.25 63.85
50.45
50.50
99/3-/4
16
,,
1919
84.80
61.30
63.75 50.35
51.-
99’/,-
8
/
17
,,
1919
64.40
61.20
63.85
50.15
51.20
99
1
/,-.
8
/
L’ste d.
w.’)
64.40
63.65
50.10
50.-
99′!2
,,
1
)
65.45 61.50
64.-
50.55
51.50
99
8
/
10
Mei 1919
65.20 61.25
63.85
50.25
50.70
99
1
/,-
8
/
3
,,
1919
86.25
64.10 50.20
50.50
991/_1/
iIuntpariteit
66.67
66.67 66.67
48.-
48.-
100
.,
ioreering te Imsterdan,. 1) rarticuliere opgave.
KOERSEN TE NEW YORK.
Cal,le
,
Zicht
Zicht
Zicht
0
D t
0
Londen
Parijs
Berlijn
Amslerd.
(in
,
(in fri.
(In cents
(In cents
per
£)
P. ,t)
p. 4
Rm.)
per gld.)
17 Mei
….
1919
4.66.-
6.42
non,.
39′!2
Laagste d. week..
4.65.75
6.22
nom.
39
1
12
Hoogste,,
,,
..
4.68.50
6.42
nom.
397/
6
10
Mei
….
1919
4.68.50
6.17
non,.
397/
8
1untpariteit….
4.86.67
5.181/4
95
1
/
40
1
!,,
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LOM DFN
Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
3
Mei
1919
8 Mei
1919
Tijdperk
9-7Mei
19
Laagste Hoogste
17
Mei
1919
Alexandrië..
Piast.
P. X,
977/
977/
977/
10
977/
97/
5
B. Aires’)..
d.p.gd.pes.
51
11
!10
51
7
/8
51
1
/8
52
1
!,,
51
1
!,
Calcutta
. . . .
sh/d.p.rup.
1/61/,
3
1161/,, 1/6
1/81/,,
1/81/
s2
Hongkong
..
id.
p. $
3143/
4
3/51/4
3/5
316
8
/
3/6
1
/4
Lissabon….
d.p.escudo
32
3
/8
31
3
!
30
1
/
31/4
31
Madrid
….
Peset.
p. £
23.05 23.12
23.-
23.43
23.10
‘Montevideo’
d.p.peso
59
5
!,
‘)
59/
581/
591/4 587/8
4)
Montreal..
..
$
per
£
4.80k
4.82
1
!2
4.78
1
!2
4.83 4.78
3
!8
‘R.d.Janeiro.
d.p.milr.
1411
4
3)
14
1
!2
14
3
!,,
1417/,,
1418/,2
Lires
p. £
35.18
35.60
35.46 38.30 37.80
Shanghai
. .
sh/d.p.tael
5/-
5/01/
2
511
513
5121/,
Rome
…….
Singapore
..
id.
p. $
2
/
4
44′)
2/4
7
/,,
2/4′!,
2/4
1
!,,
2/4
7
1,2
‘Valparaiso..
d.p.pap.p.
10′!,
10211
32
10′!,
10
23
/,2
10251
8
, Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/21/
4
2/2
3
!,
212
2/2′!,
2/2′!,
– IÇoersen van den dag voorafgaand
e
aan de data in het hoofd vermeld.
1) Telegrahsch transfert. 3) Noteering van 30 Ap,il.
7)
Id. van
2 Mei.’
4) Id. van 14
Mei.
GOUD EN ZILVER.
Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen
te New York
17
Mei
1919
……..
53′!,
110
1
/2
10
,,
1919
………58
111
3
,,
1919
……..
48″!,,
101′!,
26 April
1919
……..
48’/
101’18
18 Mei
1918
……..
48’/,
‘)
99′!2
19
Mei
1917
……..
37′!,
74/8
20
Juli
1914
……..24″/,,
1) Noteering
van
17 Mei
1918.
N.U.M..
Weekstaat der Ne’derlandmche îJitvoermaatschappij.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Data
Bankiers
Buiten!.
Schol.
Debet
Diverse
5 pCi.
Schuld.
Credit
Diverse
kistbilj.
reken.’)
brieven,
reken.
1)
15Mei
1919..
1.095
58.650
431
17.145
35.008
8,,
1919..
2.227
58.650 427
17.144
34.706
30April1919..
1.958
.
58.650
419
17.146
34.294
24
1919..
1.868
58.650 (2383
17.142
(‘
34.368
16
,,
1919..
3.719
58.650
70.400
17.126
104.199
9 Beide rekeningen omvatten, behalve garantiewissels in portefeuille
tot het bedrag der buitenl. schatkistbiljetten, in hoofdzaak
garantiewjs,els
in depht bij de Ned. Bank.
1) Bij
vergelijking met de
vroegere weekstaten toonen
de Diverse Reke.
ningen een
vermindering aan, doordat de als surplus voor buitenlandsche
schatkistbiljetten ontvangen waarden, die
vroeger zoowel
aan
de debetzijde
als aan de creditzijde der weekstaten onder dit hoofd voorkwamen, than, buiten beschouwing zijn gelaten. – In het vervolg zullen deze als surplus
ontvangen waarden niet meer in de weekstaten tot uitdrukking komen.
488
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 17 Mei 1919.
Acti va.
Binnenl.Wis-( H.-bk.
fl27.810.023,54
1
!:
sels, Prom.,
B.-bk.
733.081,53
1
!:
enz.in
disc.I Ag.sch.
24.789.857,13 153.332.962,21
Papier o. h. Buiteni. in
disconto
……………….. ……
–
Idem eigen portef.. f 27.621.849,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.
,,
–
27.621.849,-
Beleenin
g
en
H.bk.
f150.018.842,39
1
!:
mcl.
vrsch.
B.-bk.
12.230.927,83
in rek.-crt.
Ag.sch.
66.267.440,84
op onderp.
f228.517.211,06
1
!:
Op Effecten
……f223.180.911,06′!:
Op Goederen en Spec.,,
5.336.300,-
228.517.211,061!2
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
13.250.373,84
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.411.325,-
Muntmat., Goud ..
;,605.748.663,91′!
f662.159.988,91
‘!:
Munt, Zilver, enz. •
,,
7.544.830,06′!:
Muntmat., Zilver
669.704.818,98
Effecten Bel.v. h. Res.fonds..
f
5.069.962,32
id. van
I/s
v. h. kapit. ,,
3.984.593,43
9.054.655,75
Geb. en Meub. der Bahk …………….
,,
1.770.000,-
Diverse rekeningen ………………,,
76.013.494,61
f1.179.265.265,45
1
!:
Passiva.
Kapitaal
……………….. ……
f
20.000.000,
Reservefonds
……………. . …..
,,
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop ………….,, 1.042.667.265,-
Bankassiguatiën in omloop……….,,
2.802.733,12
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk …. f
–
Van anderen
….
,,
101.355.087,88 101.355.087,88
Diverse rekeningen
……………. ..,,
f
1.179.265,265.45
1
l1
Beschikbaar metaalsaldo…………..f
439.960.466,08′!,
Op
de basi8 van °!
nietaaldekking…. ,,
210.595.448,88′!:
Minderbedragaan bankbiljetten inomloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is .. ,,2.199.802.330,-
Disconto’s
Eeschik.
Dek.
Data
Hiervan
Belee-
haar
king:.
,
Schatkist.
ningen
Metaal.
percen-
0
aa
promessen
saldo
lage
rechtstreeks
17 Mei 1919 153.333 101.000 228.517 439.960
58
10
1919 147.102
88.000 226.085 442.146
59
3 ,, 1919 144.892
80.000 231.978 443.305
59
26Apr. 1919 139.716
93.000 225.975 445.163
60
19
1919 143.344
94.000 206.089 451.211
60
12
1919 140.327
94.000 200.495 453.290.
61
5 ,, 1919 137.031
99.000 194.720 456.077
61
29 Mrt. 1919 119.690
87.000 195.746 459.997
62
22 ,, 1919 113.894
82.000 190.530 464.262
63
15 ,, 1919 110.373
65.000 193.785 468.132
63
8 ,, 1919 101.841
50.000 189.577 470.053
64
18Mei 1918
55.018
18.000 135.293 527.115
73
19Mei 1917
68.712
54.000
86.567 439.016
74
25 Juli 1914
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
54
1)
Op de bosio van
2
/5
metaaldekking.
Uit de bekendmaking van den Minister van Finan
ciën blijkt, dat uitstonden op:
10
Mei1919
1
17
Mei 1919
Aan schatkistpromessen..
f
394.630.000,- f401.630.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 88.000.000,- ,,101.000.000,-
Aan schatkistbiljetten .. ,, 80934.000,- ,, 80.799.000,-
Aan zilverbons …….. …55.469.739,50 ,, 53.883.080,-
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Naast de per mail ontvangen gegevens wordende telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
t Andere
1
Bank-
opelschb.
Data
Goud
Zilver
biljetten i
10 Mei
-1919 ……
3
,,
1919
26 April1919
5 April 1919 …….
127.009
…..
0.530
.
335.700
335.900 334.600
211.469
123.292
29 Mrt.
1919 ……
127.706
10.748
210.776
126.038
…….
125.600
10.972
.
210.470 121.915
8
1919 ……
123.175
11.844
208.915 122.110
1
1919 ……
122.272 12.220
205.556
127.186
22
,,
1919 …….
11 Mei
1918
97.028
16.734
183.850
70.512 72.825
22.463
157.741 34.906
12 Mei
1917 …….
25, Juli
1914 …….
22.057
31.907
110.172
12.634
Wissels.
1
,-,,
Beschik-
Dek.
Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s
…………….
6.230.705,36
Buitenlandsche wissels……
264.783,-
Beleeningen
…………..
2.432.193,64
Goud
228.673,40
Zilver ………………..
185.698,22.
Bankbiljetten 19.214.035,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
….
29.972.723,11′!,
–
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Andere
Data
Goud
Zilver
Bank.
opeischbare
biljetten
schulden
17 Mei
1919
662.160
7.545
1.042.667
104.158
10
1919
662.389
7.359 1.061.881
74.220
3
,,
1919
662.835
7.262
1.083.454 48.581
26 April 1919
663.348
8.114
1.034.638
94.915
666.605
8.952
1.025.906
93.872
12
,,
1919
°.
667.070
8.851
1.020.674 90.518
5
1919
…
667.947
8.733 1.019.207 81.820
29 Maart 1919
….
669.334
9.750
1.011.223
82.202
22
,,
1919
670.253
.9.597
992.658
83.231
15
1919
675.032
9.468
1.001.168
78.555
19
1919 …….
8
,,
1919 676.947
9.317
1.009.168
71.281
1
1919 677.311 9.219 1.018.535
75.284
22 Febr. 1919
677.319
9.105
1.000.194
65.696
18 Mei
1918
..
.
719.240
7.756
933.985
62.857
19 Mei
1917
….
596.180
7.129
757.339
59.484
25 Juli
1914
.. ..
162.114
8.228
310.437
6.198
Data
Dis.
conto’:
buiten
N..Ind.
betaalbaar
Belee.
ningen
—–
reke.
1
ningen
1)
baar
metaal.
saldo
kings- percen-
lage
10Mei 1919
214.400
***
68.700
°
3
,,
1919
210.400
69.300
26Apr.1919
211.100
***
69.900
8.500
20.832
1
78.731
5Apr.1919
8.515
70.880
41
29Mrt.1919
9.398
22.069
80.700
10.254
71.342
41
22
1919
8.359 21.462 79.616 9.695
70.351
41
8
1919
8.368
1
21.190
1
86.804 10.352
69.124
41
1
1919
8.360
21.126
1
92.993
9.63
68.266
40
11 Mei 1918
7.076
26.509 69.099
29.125
63.088
45
12 Mei 19171
6.534
36.225
49.605
9.504 57.211
49
25Juli 19141
7.2591
6.395
47.934
2.228
4.842′)
44
t)
Sluitpoot der activa.
2)
Op debasis van
5f
metaaldekking.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
I
Andere
1
1
Div. reke.
Data
Mctaal, Ctrcula lie opeischb. Discontos
1
nin gen
1)
1 schulden
22 Maart 1919..
962
1.643
1
)
882
1.345
114
15
,,
1919..
958
1.627
8
)
833
1.343
109
8
1919..
952
1.686)
865
1.322
119
1
1919..
948
1.692
5
)
847
1.303
115
23 Maart 1918..
547
1.256
901
1.075 626
24 Maart 1917..
762
1.043
1.104
939
360
25 Juli
1914..
645
1.100
560
735
1
396
1) Sluitpo.t
der
,ctjva.
2)
Hiervan zilverbon:
250
dz. gid.
0)
idem
260
dz. gid.
4)
idem
265
dz. gid.
5)
idem
256
dz. gld.
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
489
11
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.
Data
Metaal
Ctrculatie
Currencg Notes.
–
Bedrag
Goudd. Gov. Sec.
14 Mei
1919
85.574
76.487
346.666
28.500
329.592
7
,,
1919
85.927
76.782
347.240
28.500 330.094
30 April 1919
85.676
77.162
384.340
28.500
331.095
23
,,
1919
85.116
76.163 349.108
28.500 332.096
15 Mei
1918
61.708
49.977 244.063
28.500
220.254
16 Mei
1917
54.841 38.514
155.948 28.500 124.168
22
Juli
1914
40.164 29.317
–
–
–
ata
____________
Gov.
Sec. Other
Sec.
Public
Depos.
Other Depos.
Re-
serve
Dek.
king,.
percen-tage
1)
14Mei ’19
46.434
77.984
22.807 111.479
27.537
20,50
7
,,
’19
49.453
79.477
23.692
115.161
27.595
19,88
30 Apr. ’19
55.088 82.227
21.930
124.722
26.964 18,38
23
,,
’19
50.225 81.793 24.591
117.208 27.404 19,32
15Mei ’18
57.317 105.522
41.457 133.820
30.182 17,22
16Mei ’17
44.963
108.231
52.996
118.231
34.776
20,43
22 Juli
’14
11.005 33.633
13.735
42.185
29.297
52/
) Verhouding tusachen Reserve en Deponits.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
ijoia
Melaa
l
________________
Daarvan
Goud
Kassen.
schetne
Circu-
latie
Dek.
king,.
percen-
7 Mei
1919
1.770.847 1.750.263 7.713.900 26.722.009
35
30 Apr. 1919
1.776.690
1.755.868
7.277.308
26.628.121
34
23
1919
1.932.972
1.911.845
6.862.119
25.874.800
34
15
,,
1919
1.932.558
Ï.912.036
6.839.461
25.871.133
34
7 Mei
1918
2.464.955
2.345.192 1.550.545 11.802.332
34
7 Mei
1917
2.550.502 2.532.916
469.176
8.303.592
36
23
Juli
1914
1.691.398 1.356.857
65.479
1.890.895
93
‘) IJekIng der circulatte door metaal en Kassenscheine.
Data
.
Wissels
Rek. Cr1.
Dar!ehenska,sen,cheine
Totaal
In kas bij
uitge-
de Reich,.
I
geven
bank
7 Mei
1919
29.144.615 12.255.907 18.535.600 7.304.800
30 Apr. 1919
31.552.664 14.537.274
18.558.200
7.268.600
23
1919
28.748.205
11.585.569 17.984.100
6.853.500
15
,,
1919
29.982.032 13.036.031 18.078.300 6.829.800
7 Mei
1918
13.577.588 6.857.044
8.613.400
1.536.800
7 Mei
1917
8.710.561 3.952.098
4.512.100 454.500
23 Juli
1914
750.892 943.964
–
1
OOSTENRIJKSCH-HØNGAARSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden Kronen.
Data
1
Metaal en
1
buiienl
goud.
wissels
Disc, en
6dec.
ningen
I
Bijzondere
schuld
van Oostenrijk
en Hongarije
Bank.
biljetten Rek.
Cr1.
saldi
23Apr.’19
1)
336.400 12.044.829 32.954.000 39.102.475 6.583.082
15
,,
’19
335.394
12.027.612 32.954.000 38.897.135 6.457.395
7
’19
334.337
12.003.912 32.954.000 38.606.158 6.699.869
31 Mrt’19
335.304
12.144.942 32.954.000 37.965.314
7.421.655
23
,,
’19
335.325
12.129.075 32.954.000 37.709.061
7.659.814
23 Juli’14
1.589.267
954.356
–
2.159.759 291.270
, waarvan co.ij goud,
11.5
buitenlandsche goudwissels en 57.022
munt. en muntmateriaaj zilver.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste oosten in duizenden front’s
Data
Goud
Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland
Buii.gew.
voor,ch.
old. Staat
15 Mei ’19
5.548.290
1.978.278
308.235 803.999 23.000.000
8
,,
’19
5.547.736
1.978.278
308.624
813.336
23.200.000
1
,,
’19
5.547.259
1.978.308 310.701
820.982 22.950.000
24 Apr.’19
5.546.326
1.978.308
310.672
787.422
22.400.000
16 Mei ’18
5.380.980
2.037.108 256.245
1.357.968
1B.250.000
17 Mei ’17
5.264.420
1.948.706
257.232
760.437
10.300.000
23Juli’14
4.104.390
–
639.620
– –
Wissels
Uitge.
stelde
Wissels
I
Belee.
.
ning
Bankbil.
jetten
Rek. Cr1.
Parti.
culieren
Rek.
Cci.
Slaat
911.701
878.410 1.227.980 34.324.384
3.308.435
167.859
e
894.942
886.540
1.233.430
34.429.667
3.433.379
62.105
!
cc
916.205
901.707
1.209.121
34.100.311
3.384.226 42.100 897.166 912.299 1.203.099
33.978.450
3.080.463
26.883
0
1.091.394 1.090.083
992.929 29.064.028 3.017.958
89.560
483.356
1.234.245 1.129.851
19.344.045
2.511.567
67.839
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570
400.590
SOCITÉ GNRALE DE BELGIQUE.
1)
Voornaamste oosten in duizenden frnnps
Data
Metaal
mcl.
buiienl.
saldi
Beleen.
van
buiten!.
vorder.
1
.ëi,n
1
van
1
prom. d.
1
provinc.
Binn.
wissels
en
beleen.
Circu.
latie
Rek.
Cr1.
saldi
17Oct. ’18
1.216.753
100.082
480.000
97.728 1.507.912 377.440
10
,,
’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040
1.508.011
382.595
3
,,
’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287
1.452.612
358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783
1.452.948
365.452
180ct. ’17
476.043
90.903
480.000
100.351
1.172.474 91.204
190ct. ‘161
352.8721 76.0331480.0001
39.834
828.739
110.068
1)
sedert einde 1914
met de functie van circulatiebank belast.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goud
Waarvan
voor dekking
F.R.Notes
Waar.
van in
het bui.
e
,,
landI
1
Zilver
i
etc,
1
FR.
Notes in
1.
oircu.
1
latic
18 April ’19
2.162.157 1.203.647
–
68.702 2.543.704
11
,,
’19
2.142.880
1.197.522
–
69.109 2.548.588
4
,,
’19
2.150.950 1.204.855
–
67.678 2.547.670
28 Mrt.
’19
2.142.305
1.246.108
5.829
68.219
2.521.776
19 April’18
1.833.149
878.001 52.500 65.158 1.514.287
20 April’171
958.171
421.189
–
24.462
1
414.357
Data
Wi,sels
D
Tot(d
.
CPO5
to,
Waar.
van
Kapitaal
TSck.
king,.
percen.
Goud.
dekking
circu.
18 April’19 2.119.159
2.390.516
81.774 55,2 47,3
11
,,
’19 2.186.514
2.414.299
81.750
53,2
47,0
4
,,
’19 2.108.772
2.34.325
81.658
55,5
47,3
28 Mrt. ’19 2.134.347
2.401.491
81.641
51,5
49,4
19 April’18 1.116.322
1.889.901
74.829
63,6
58,-
20 April’171
102.662
913.428
1
56.411
72,2
101,6
1)
Verhouding tusschen: den totalen goudvoorraad,
zilver etc.. en de
opelschbabe schulden: F. R. Notes en netto deposito’s met inbegrip
van
het kapitaal.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste nöst.en in di,ipnr1pn dnllnra
Data
Aantal
Totaal
u iigezsite
Reserve
bij de
Totaal
1
Waarvan
time banken
gelden en
beleggingen
F. R.
bank:
deposito’s
deposits
11 Apr. ’19
773
14.373.392
1.252.477
12.463.867 1.692.990
4
,,
’19
772
14.080.812
1.267.458
12.236.321
1.686.693
28 Mrt. ’19
772
14.210.151
1.244.821
12.342.152 1.679.153
21
,,
’19
772
14.310.335
1.236.335 12.418.821
1.669.934
12 Apr. ’18
683
12.338.682
1.148.061
11.389.264
1.390.946
490
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
EFFECTENBEURZEN..
Amsterdam, 17 Mei 1919.
Gedurende de achter ons liggende dagen »heb’oeh de inter-
nationale beurzen geheel onder denzeifden invloed gestaan
als tijdens de vorige berich’tsperiode het geval is geweest,
iii. onder dien van
•
de vredesonderhandelingen te Versail-
les. En in dit verband is het begrijpelijk, dat de tendens
over het geheel vrijwel ongewijzigd is gebleven, al hebben
de omstandigheden ter beurze zich dan ook ietwat toege-
spitst.
• Voornamelijk is dit het geval geweest voor de beurzen
in de landen der Centrale Rijken. Na een driedaagsche
onderbreking zijn de effectenmarkten in het Duitsche Rijk
heden voor acht dageh weder voor het openbare verkeer
opengesteld en, zooals te verwachten was, is de stemming
in •den aanvang buitengewoon ongeanimeerd geweest: Over
de gansche linie waren koersteruggangen van zeer betee-
kenende mate overheerscheud. Voor de Duitsche vaste-rente-
dragende stukken van diverse pluimage bedroegen deze
reacties in doorsnede 3 tot 4 pOt., voor bankaandeelen
circa 4 pOt., voor de groote monstaanaandeelen ongeveer
5 pOt. en voor scheepvaartwaarden, die het sterkst zouden
lijden bij eventueele acceptatie der thans voorgelegde vredes-
voorwaarden, niet minder dan 15 pOt. Dit betreft dan de
courante soorten; voor enkele, slechts te B er 1 ij n ver-
handelbare waarden bedroegen de koersteruggangen nog
aanmerkelijk meer.
Ook de markt voor industr,ieele aandeelen was overwe-
gend zwak gestemd. De koersval breidde zich ook uit tot die fondsen, die tot nu toe’bijzonder gelavoriseerd waren
geweest, wijl het publiek hierin z.g. valuta-waarden had
gezien. Vooral geldt dit voor koloniale fondsen en voor
Duitsche ondernemingen met groote buitenlandsche belan-gen, waarvan men een afrekening in buitenlandsche valuta
of in een overeenkomstig hooger bedrag in Duitsche valuta
tegemoet had gezien. De vredesvoorwaarden hebben ook deze verwachting den bodem ingeslagen, daar de Entente
thans
•
reeds heeft vastgesteld, dat Duitsche belanghebben-
den bij deze ondernemingen zich tot hun eigen Regeering
zullen hebben te wenden. Zoo reageerden aandeelen Neu-
Guinea, die gedurende den laatsten tijd in het brandpunt
der belangstelling hadden gestaan, bij de heropening der
beurs meer dan 30 pOt., South-West Africa ongeveer ’10
pOt., enz. De eigenlijke valuta-aandeelen, b.v. Amerikaan-
sche spoorwegwaarden, waren daarentegen, in absoluten
zin genomen, tamelijk prijshoudend, hoewel ook hier de
belangstelling zeer sterk was ingekrompen. Waar de, Duit-
sche valuta echter inmiddels aanmerkelijk in waarde ach-
teruit is gegaan en de hier besproken fondsen derhalve
eigenlijk automatisch een groote rjzin.g te aanschouwen
hadden moeten geven, kon ook in deze rubriek van een
gedecideerd ongeanimeerde stemming worden gesproken.
Door den stand der »Duitsche valuta in het neutrale bui-
teniland is overigens de gansche marktstemming zeer sterk
beïnvloed. Deze• stand kan worden vergeleken bij den
allerlaaigsten, die tot nu toe geregistreerd is geworden en
het behoeft dan ook geén verwondering te wekken, dat op
aHe Duitsche beurzen een gevoel van diep pessimisme den
boventoon heeft gevoerd. Weliswaar is na de eerste uiting
van onbehaaglijkheid een eenigszins betere tendens ont-
»staan, die dan ook niet zonder invloed op het koerspeil is
gebleven, doch van een algemeene opleving is tot dusverre
geen sprake geweest, noch met betrekking tot de omzetten,
noch in verband met een eenigszins beteekenende mate van
koersverbetering.
Te Wee n en is het beursverkeer tot een minimum in-
gekrompen.. Slechts bestaat nog eenige blangstelling .voor
de staatsleeningen der vroegere Dubbel-Monarcliie, waarvan
ten opzichte van de couponbetaling thans» eenige defi-
nitieve maatregelen zijn genomen. Het Duitsch-Oostenrijk-
sche Ministerie heeft twee besluiten gepubliceerd betref-
fende de betaling van de Meicoupon en andere losbare
stukken der Oostenrijksche staatsschuld. Het eerste besluit
heeft» betrekking op de binnenlandsche, het tweed op de
buitenlandsche houders. Principieel heeft geen betaling
plaats, doch het Ministerie is bereid de coupons, voor zoo-
verre dit in het belang van Duittch-Oostenrijk is, tot de
nominale waarde aan te koopen, hetgeen derhalve in
»
de
practijk voor de houders op hetzelfde neerkomt. Voor het
geval de stukken zich in het binnenland bevinden, moeten
zij aangemeld zijn ter registratie voor de vermogeushef-
fing; voorts moet de houder Duitsch-Oostenrijker zijn of
onderdaan van een bevrienden Staat en geen grooter inko-
men dan Kr. 5000 uit rente per jaar hebben. Voor buiten-
landers bestaat slechts de eisch van een beëedigde verklaring
hunner nationaliteit. De betaling geschiedt in Kronen (niiet
bekend is, of al of niet afgestempelde biljetten worden
uitgereikt) of in Marken; luidt de betaalbaarstelling in
vreemde 4aluta, dan wordt zij verrekend volgens de wissel-
koersen van de Berlijnsche devisen-centrale. De Hongaarsche Regeering heeft nog geen desbetreffend
besluit, ook niet ten opzichte van buitenlanders, genomen.
Slechts is bepaald, dat deze laatsten hun vorderingen kun-
nen indienen, welke dan woeden vergeleken met de boe-
kingen der eigen onderdanen. In ieder geval komt hier
wel de wensch naar voren ten opzichte van het buitenland
fair op te treden en beoogt men geenszins maatregelen, als
door de Bolsjewiki »met betrekking tot de buitenlandsche
schuldeischers van Rusland zijn genomen.
De beurzen in de landen der Entente hebben een geheel tegenovergestelde stemming te aanschouwen gegeven. Te
P a r ij s en L o n d en waren de markten doorgaans zeer
vast, al hebben zich hier geen factoren van diep ingrijpen-
den aard voorgedaan. Te N e w Y o r k echter is een bijna
sensationeele kooplust ontstaan, die zich uitbreidde over
vrijwel alle gebieden der fondsenmarkt. Doch vooral
scheepvaartwaarden stonden in het centrum der belang-
stelling. De aandeelen der International Mercantile Marine Comp.’ hebben in den loop der achter» ons liggende dagen
blijk gegeven van een geweldige populariteit, die hun
waarde met procenten tegelijk deed verhoogen. De berich-ten omtrent deze Trust blijven weliswaar nog steeds uiterst
summier en vaag, d»och insiders meenen te weten, dat groote
gebeurtenissen ophanden zijn. Thans verluidde weder, dat
de maatschappij niet, zooals aanvankelijk in de bedoeling
schijnt te hebben gelegen, de in haar bezit zijnde tonnen-maat wensch’t te verkoopen, doch dat zij integendeel wil
overgaan tot het bijkoopen van een groot aantal nieuwe
schepen, waartoe haar de geaccumuleerde winsten uit de oorlogsjaren in staat zouden kunnen stellen.
Behalve voor scheepvaartaandeelen bestond ook groote
interesse voor aandeelen iii mijnbouw- en hiermede ver-wafite ondernemingen, als Anaconda Copper, American
Smelting & Refining, enz., vooral in verband met de stij-
ging van den zilverprijs. De Amerikaansche Regeering heeft
de beperlingen voor den uitvoer van zilver, die uit den
oorlogstoestand waren voortgevloeid, doen, vervallen en te-
gelijkertijd den maximumprijs d 101y.
2
dollarcents per
ounce, welke prijs d.d. 15 Augustus 1918 was vastgesteld.
Daar Amerika met betrekking tot de zilverproductie een
toonaangevende plaats inneemt, treedt op dit gebied weder
de oude wet van vraag en aanbod in werking. De contr5le
op den prijs werd indertijd door de Amerikaansche Regee-
ring overgenomen, daar het Ministerie van Financiën
order had gegeven de 350 inillioen dollar, welke »achter va-
ren gehouden als dekking der uitgegeven zilvercertif i-
caten, te versmelten. Hierdoor werden de geallieerden met
zilver »gesteund; de prijs was destijds gestegen
»
tot 50 d.
tegen 24 d. tijdens het uitbreken van den oorlog.
Thans zijn de maximumprijzen, zoowel te New York, als
te Londen, buiten werking gesteld, hetgeen een snelle ver-
heffing van den zilverkoers tengevolge heeft gehad. De
ondernemingen, die dit metaa.l bewerken, kunnen thans
voor hare voorraden en hare nieuwe productie ook een
veel hoogeren prijs bedlingen, waardoor de vraag naar de
betrokken aandeelen zeer goed te verklaren valt.
Bovendien waren spoorwegwaarden gezocht. De oogsten
zullen, blijkens nadere rapporten, vrijwel alle recordcijfers
aantoonen, hetgeen mooie perspectieven voor het vervoer
der granngewassen opent. Ook de laaggeprijsde soorten
konden dezen keer weder goede aandacht trekken.
T e o n z e n t heeft cle mrkt voor inheerusche
staats-
fondsen
weinig belangstelling kunnen ondervinden. De aan-
kondiging van het nieuwe op te nemen Nederlandsche
crediet en de ui.t te geven Indische leening heeft een stroom
van emissies van de zijde der Gemeenten, Corporaties en
particuliere ondernemingen te voorschijn geroepen, die alle
trachten van de thans gunstige verhoudingen op de gelJ-
markt te profiteeren, alvorens de Staat op de aanwezige,
ter belegging beschikbare kapitalen, door zijn eigen emis-
sies de hand kan leggen. Behalve de 5 pCt. leening der
Gemeente Amsterdam konden vrijwel al deze uitgiften zich
in een goed onthaal verheugen, hetgeen echter vaak realisa-
ties voor de sta»atsleeningen tengevolge heeft gehad. De
meeste soorten verlaten dan ook de berichtsperiode op een
eenigszins verlaagd peil. –
Ook voor buitenlandsche staataschuklbrieven was de
interesse slechts matig. Russische soorten verloren eenige
fracties in verband met de thans weder minder gunstig
luidende berichten betreffende de successen tegen de
Bolsjewiki. In verband met den geringeren handel aan de
Duitsche beurzen zijn tegelijkertijd de omzetten in Ponden-waarden aan onze beurs afgenomen.
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
491
13Mei. 16 Mei.
19 Mei.
Mizing
g0f
dalin
4
0
/o Ned. W. Soli
1816
88
1
/i,
87
86
–
21/
16
4
0/
,,
,,
,,
1916
82
8211/1
3316/,
+
3Y2
°
/
0
,,
,,
,,
69
68/,
69
3
0/
0
. . .
62
62/
621/t,
-f
6/16
24
0
/0
Cer.t. N. W. S.
….
511/
4
51/16
SV/,6
+
5
116
5
Io
Oost-Indië 1915
….
91
1
/
91
1
/,
91
1
14
4
°/oHongarijeG.oud
29
1
13
29/2
29
8
/4
+
’14
4
0
1
0
Oostenr.Kronenrente
27
28,
/,
28
+
1
5
0
10
Rusland 1906
……
42
42
406/,
–
11/
3
44
°/olwangorod Dombr…
31
1
!,
31’/
31
1
/3
4
0/
Rusland Cons. 1880
30
3O/,,
30
4
0
1
0
Rust. bij Hope
&
Co.
31
1
/,
32/j
31/,,
+
‘/,
4
°/o
Servië 1895………
46 46 46
01 China Goud 1898 ..
7221
&
72
8
/8
72
3
/
4
0/0
Japan 1899
……..
69
7
18
69
7
18
69
7
/o
4
0/
0
Argentinië Buiteni
65
68
68
1
!,
+
3
1
!2
5
0
1
Brazilië
1895
……
71’/4
73
1
!2
73
+
114
5
0/
,,
1913
…….
71
71
72
1
!2
+
11/2
Van de locale afdeeûugen hebben
cultuurwaarden
te
o,zent verreweg de meeste aandacht getrokken. Vrijwel
zonder een enkele onderbreking hebben deze fondsen gedu-rende de gansche berichtsperiode een stijgende lijn gevolgd.
lIet waren niet zoozeer nieuwe gunstige berichten, dan vel
dc nawerkingen der reeds vroeger gepubliceerde, die de hausse in de hand hebben gewerkt. Daarnaast deden ge-
ruchten omtrent zeer mooie dividenduitkeeringen op die
aandeelen, waarop nog geen uitkeering heeft plaats gehad,
de ronde, hetgeen telkens opnieuw het publiek tot nieuwe
aankoopen stimuleerde. Voorop in de stijgende beweging
gingen wel aandeelen en actions der Cultuur Maatschappij
der Vorstenlanden, waarbij zich spoedig aandeelen Jaivasche
Cultuur Maatschappij, Handeisvereeniging ,,Amsterdam’, euz. aansloten. Een reactie van eenige beteekenis, zelfs in
het verloop van een enkelen beursdag, viel niet waar te
nemen, zoodat de gausche afdeeling de berichtsperiode op het hoogst bereikte peil kon verlaten.
In aansluiting aan deze beweging wareil ook de met de
Indische cultures nauw verbonden bankinstellingeû, als
Nederl’anclsch-Indische Handelsbank, Nederlandsche Handel
Maatschappij, enz. sterk gevraagd. Vooral laatstgenoemde
konden een aanzienlijke lçoersverbeteriig behalen.
])e gewoonlijk met cultuurwaarden hand aan hand gaande
aandeelen in handelsondernemingen waren dezen keer niet
zoo sterk gezocht, al konden sommige een koersverheffing
registreeren. ])aarentegen bestond buitengewoon . groote
vraag voor aandcelen Compania Mercantil Argentina, in
verband met geruchten omtrent zeer winstgevende zaken,
die de Mij. zou hebben afgesloten en betreffende een te ver-
wachten hooge dividenduitkeering.
Ook industrieele soorten monteerden buitengewoon, o.a.
aandeelen Philips en R. S. Stokvis & Zu.
Naast deze markten heeft de
petrolcuinafdeeling
aaa onze
beurs weder de aandacht op zich gevestigd. Het hoofdfoads, aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschappij, kon, na een
zeer korte periode van apathie, den opwaarts voerenden weg
weder inslaan, zoodat de afgeloopen week een koerswinst
van 58’4 pCt. te aanschouwen heeft gegeven. Naast deze
aandeelen waren de aandeelen der dochter-maatschappijen,
als Moeara Enim, Dordtsche Petroleum, enz. eveneens
ilooger genoteerd. De Roemeensche soorten bleven hierbij
sterk ten achter. Wel konden ook aandeelen Geconsolideerde
een gering avance boeken, doch aandeelen Orion, Steaua
Homana, eI,z. reageerden eerder, zij het in vrij geringe mate.
‘Jabak- en rubberwaarden bleven vrijwel verlaten; de
eerste met vasten, de tweede met zwakken ondertoon. De
omzetten bleven hier zeer beperkt.
13Mei. 16Mei. 19M
e
i.R
g
0
f
dalin
Amsterdamsche Bank
….
194
3
/
194
1
/,
195
+ ‘/
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
193’14
196
1
!,
202
7
/
+
9
1
/8
Rotterd. Bankvereenigiug.
137
1
/3
137’/2
137′!,
Amst. Superfosfaatfabriek..
153 152
1
12
153
Van Berkel’s Patent
……
150’/
153
7
!8
156/4
+
6
Insulinde Oliefabriek
. .. .
249
1
!,
254
256
+
6’/
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand.
107
1
1,
107’I
108
+
1
12
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
170
17414
174/4
+
48/4
Philips’ Gloeilampenfabriek
513
5
/4
520’/4
565
+
51’14
R. S.
Stokvis
&
Zonen
….
515
545
5391/3
+
24’/,
Vereenigde Blikfabrieken.
.
122′
135
135
1
/
Compania MercantilArgent.
316’/
330
336
113
19’/4
Cultuur.Mij. d. Vorstenland.
189′!,
208
218’/o
29
Handelsver. Amsterdam
..
489
1
/
505
512’/
+
23
Hou. Transatl. Handelsver.
137
125’/,
130’/2
–
61/2
Linde Teves
&
Stokvis
….
VanNierop&Co’s Handel-Mij
227
190
232
191
2331!2
195
+
61!,
+
5
13Mei. 16 Mei.
19 Mei.
Mdizina
Tels
& Co’s
Handel-Mij
…
169
7
!8
168
170
+
Is
Gecons. Hou. Petroleum-Mij
332
337
340
+
8
Kon. Petroleum-Mij .
……
806
821
1
!2
864
1
!3
+
58’/2
Orion Petroleum-Mij…. … .
98’/4
971/4
97
–
1’/4
Steaua Romana Petr.-Mij
161
162
7
!8
155
– 6
Amsterdam-Rubber-Mij. ….
194’/4
204
202’12
+
8’/4
Nederl..Rubber-Mij.
…….
Oost-Java-Rubber-Mij
108’/g
114 114
+
5’/
…..
Deli-Maatschappij
……..
222′!,
515
234
525
234
516
+ 11’/
+ 1
Medan-Tabak-Maatschappij.
232′!,
238
233′!,
+ 1
Senembah-Maatschappij
..
500
512
505
+
5
Ook de
scheepvaartafdeeling
heeft slechts geringe varia-
ties te aanschouwen gegeven. De meeste jaarverslagen zijn
thans verschenen en voor de speculatie is er derhalve in
een aankoop van scheepvaartfoncisen niet voldoende fantasie
verborgen. Zoo kan de vrijwel gelijkmatige houding voor de
betrokken aandeelen worden verklaard, hoewel de meeste
soorten, in sympathie met de overigens algemeen gunstige
opvattingen, een kleine verbetering te aanschouwen konden
geven.
13Mei. 16 Mei.
19 Mei.
Rl
:5
Of
Holland-Amerika-Lijn
. . . –
377
379′!2
380
1
!,
+
31/2
,,
,,
,,
gem.eig.
357
3
/
360 360
+
2’/
Holland.Gulf-Stoomv.-Mij..
300
295
290
– 10
HoIl. Alg. Atl. Stoomv..Mij.
161 161
161
Hollandsche Stoomboot-Mij.
190
195
1
!,
19311,
+
31/2
Java-China-Japan-Lijn….
330’/
333
3
/
332
+
1’/4
Kon. Hollandsche Lloyd
..
172
.
175
1
!,
178
+
6
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.
..
217
1
/
223
1
/,
224
+
6′!,
Kon. Paketvaart-Mij…..
258’/
4
261
3
/4
265
+
6′!a
Maatschappij Zeevaart
. . . .
302
1
!,
302
1
!2
302
1
!,
Nederl. Scheepvaart-Unie.
.
275
1
!9
277/
4
278112
+
3
Nievelt
Goudriaan
……
534
544
540
+
6
Rotterdamsche Lloyd……
308 308
1
/2
308
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
274
1
/,
272 272
–
2
1
!2
,,Nederland”
. .
330
8
/
302
.
302
_288/
4
*
,,Noordzee”
. .
150′!,
148
144
–
6′!,
,,Oostzee”
….
343
343
343
*
30
0/
dividend.
Daarentegen was de
Amc
–
ikaanschc afdecling
van een
levendigheid, clie alle vorige weken heeft overtroffen. ilet
waren thans niet slechts de laaggeprjsde spoorwegwaarden, die de belangstelling konden trekken, doch de interesse was verspi-eid over het gansche domein der aan onze beurs ver-
handelde Amerikaansche waarden. In aansluiting aan Nw
York stonden ook hier Marinowaarden aan de spits, doch
daarnaast ontwikkelde zich goede kooplust voor Steels,
General Cigar, Anaconda Copper, enz. Zelfs trokken de
fondsen van beter gehalte de grootste kooporders tot zich.
De markt verlaat ook hier de berichtsperiode in zeer opge-
wekte stemmi i]g.
’13 Mei. 16 Mei. 19 Mei.
Rg2f
dalin
American Car & Foundry.
97
11
,, 104′!, 104
12
/,,+ 7
Anaconda Copper ……..147
148
152
+5
Un. States Steel Corp…..99
1
/0 103
1
/
8
lO4ij, + 5
Atchison Topeka ……..98
101
7
18 102
1
/16 +
4’I’
Southern Pacific ……..106’/,, 108″!,, 108″!,,+ 2′!,
Union Pacific …………139′!, 142
7
!
16
144
7
!, + 5
/4
Int.Merc.Marine afgest ….. 48′
46
3
!4
53
3
h + 6’/,
prefs 1541/
157’/4 167/
i)c
gek/markt
bleef’ vrij gelijkmatig; geld op prolongatie
met een ietwat opgaande tendens tot 3% pOt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
20 Mei 1919.
Sedert ons vorig overzicht is er weinig verandering in
de internationale graanpositie getreden. ‘De berichten
omtrent den wintertarweoogst in de Vereenigde Staten blij-
ven bijzonder gunstig luiden. Slechts hier en daar komen
enkele berichten, die op eenigen achteruitgang wijzen. De
‘uitzaaf van zomertarwe in het Noord-Westen zal waar-
schijnlijk iets kleiner zijn dan verleden jaar. Het weer is
niet gunstig geweest voor den uitzaai gedurende de laatste
weken. Ook voor den maïsuitzaai is het veer ongunstig
geweest. In Europa komt het zonnige weer ongetwijfeld
ten voordeele van de groeiende oogsten. Tot nu, toe wordt
er niet over droogte geklaagd.
492
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
Noteeringen.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Chicago
Buenos Ayres
Data
Tarwe
MaTs
Haver
Tarwe
Mars Lijnzaad
Met
I
Mei
I
Mei
Juni
I
Juni
I
Juni
17 Mei ’19
226
171
1/4
67
11,20
5,908)
25,15
10
,,
’19
226
169
68I
8
11,40 6,15
8)
24,55:
17 Mei ’18
220
1278/t
75/8
12,65
4
)
5,30
23,95
17 Mei ’17
219
4
)
150
4
)
648/
4
4)
17,45)
12,051)
26,-
8)
17Mei ’16
115
1
/
75/4
46
8
/4
7,55
4,35
11,-
20Juli ’14
82
‘)
56/, ‘)
36
1
/
‘)
9,401)
5,38
2)
13,702)
1)
per Dec.
1)
per
8)
nieuwe oogst.
1)
per Juli.
oorten.
19Mei
1919
12Mei
1919
19Mei
1918
–
–
572,50
1
)
Bogge (No. 2 Western)
–
–
615/20
620,-
–
Gerst (48 ib. feeding) ..
505,-
500,-
–
Tarwe …………………
Haver (38 Ib. white clipped)
–
–
Mais ,(Mixed) …………..
Lijnkocken (Noord-Ame-
rika van La Plata-zaad)
290,-
295,-
–
Lijnzaad (La Plata)
– –
‘) 16 Mei 1917. –
Sept.
–
–
1
1)
Regeeringsprijs.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verl.ruik in Nederland.
Rotterdam.
II
Amsterdam
.
II
Totaal
–
Artikelen.
1
1
II
1
II
11-17
Mei
1
Sedert
1
Overeenk.
11-17
Mei
1
Sedert
1
Overeenk.
II
19)9
19)8
1919
1
1
Jan.
1919
1
tijdvak
1918
Ii
1919
1
Jan.
1919
tijdvak
1918
II
–
27480
–
ca. 3.100
14.305
–
41.785
– .
–
– –
–
8.690
–
8.690
–
–
–
–
.
–
–
–
–
–
Tarwe ……………….
–
1.500
– .
1.016 1.016
–
2.516
–
logge
……………….
Boekweit
……………
3.649
14.546
–
.
14.121
21.050
–
35.596
–
Mais
…………………
515
5.571
–
–
– –
5.571
–
Gerst
………………
–
–
– –
–
–
–
–
Haver
……………….
2.152
8.27.7
–
.
–
–
8.277
–
Lijuzaad ……………..
Lijukoek …………….
2.500
47.169
–
–
37.435
–
&4.’604
–
,T arwemeel ………….
Andei’e meelsoorten;…
210
18.698
–
éa. 2.800
.
4.160
22.858
–
AANVOEREN in tons van 1000
K.G. voor het Buitenland.
Tarwe …………….
1
–
1
150.609
96:316
II
–
1.
.-
1
–
II
150.609
1
96.316
1
13.R55
38.730
II
–
1
–
1
–
II
13.855
I
38.730
Rogge
…………….
8
1
.530
1
14.796
5.174
–
.
1
–
1
–
14.796
1
5.174
Mais………………
-.
Tarwemeel …………
1
6.765
1
110.332
1
–
110.332
1
–
Gerst
…………….
1
–
53814
1
6.174
1
–
–
II
53.814
.
6.174
Haver ……..
……..
J
3400
1
108.554
1
II
–
1
–
1
–
II
108.554
1
.
–
–
1
932
–
–
-,
1
–
II
932
1
–
Lijukoeken ….
……….
Andere meelsoorten
.. ..
1.505
1
85.213
1
–
Ii
–
. –
1
–
85.213
–
De bedrijvigheid in den graanhandel iieemt geleidelijk
De Engels
c
h e Board of Trade statistiek per ultimo
aan toe. Tarwe
is
nog bijna overal gecontroleerd door de
April luidt.als volgt:
April
Jan/April
Regeeringen, doch ook dezè koopen van den handel, zij het
1919
1918
1919
1918
dan Lo.b. aflaadhavens of ook wel ci.f. destinatie, in welk
Import. Riet ……..147.790 171.709
354.298 426.966 tons
geval door de Regeeringen vrachtruimte gesteld wordt. Nu
,,
Biet
. ….-
–
1
7.692
sinds eenigen tijd de werkstaking in Argentinië opgeheven
Geraffineerd.
38.986
2.243
109.713
10.080
is,
komt er steeds meer belangstelling voor de producten van .dat land, vooral ook daar de neutralen geen tarwe in
Totaal ……186.776 173.952
464.012 444.738 tons
de V.ereenigde Staten kunnen koopen. De .tarwe
is
boven-
Voorraad in entrepôt 317.850 270.60d
–
–
dien veel goedkooper in Argentinië, zoodat
uit
dien hoofde
,,
raffinaderijen
17.550
35.100
–
–
de neutralen er niet slecht bij varen.
Productie
,,
.
65.458
58.809
263.234 229.142
Er blijft goede vraag bestaan in Europa voor mais, doch
Tot. binnenl. verbruik 134.519
66.188
452.868 303.488
het
is,
onmogelijk zooveel mais uit Argentinië te expor- Verkoopen van Java-suiker naar Engeland werden niet
teoren, dat de markt aldaar vast wordt. De prijzen zijn
gemeld;
wel
werden
eenige
partijen,
die
vroeger
aan
wederom iets teruggeloopen gedurende de afgeloopen week.
Engelsche speculanten verkocht waren, door de Java-huizen
Ook in gerst en haver worden regelmatig zaken gedaan;
teruggekocht en in het Oosten geplaatst.
De marktwaarde
vooral België betrok veel haver.
in Java
is
f
2,0,- eerste kosten voor Superieur en
f
19,-
Lijnzaad zet zijn opwaartsehe beweging voort. Zaad en
vc;or
No.
16 en h., waartoe eenige transacties plaats hadden.
olie zijn in Engeland en in andere markten dagelijks hooger
De veelvuldige regens belemmeren de oogstwerkzaamheden,
geweest. Ook sluit Argentinië na een kleine reactie weder-
zoodat fabrieken, die reeds de campagne geopend hadden,
om
veel hooger.
het
werk
weder
hebben
.
moeten
staken.
De
Ned.-Ind.
N e d e r
.1
a n d.
Onze Regeering kocht wederom eenige
Regeering heeft in verband met de bevredigende vooruit-
ladingen La Plata-tarwe.
.
zichten ten opzichte van de voedselvoorziening in Ned.-Indië
Voor maïs was voor spoedige posities veel attentie in
besloten af te zien van eene inkrimping van den suiker-
verband met den hoogen prijs, dien een partij disponibele
aanplant voor oogst 1920.
La Plata-maïs, welke voor rekening van de Regeeedng ge-
De aanvoeren in de 4 Atlantische havens van A m er ik a
veild werd, opbracht.
.
varen in het begin
van April zeer belangrijk, zoodat de
Daarentegen
is
de toestand van gerst nog niet veel ver-
voorraden
op 11
April tot 112.055
tons gestegen waren
beterd. De hoeveelheden-, die de Regeering van dit artikel tegen 29.883 tons verleden jaar.
aanvoert, zijn veel te groot. De groote- onverkochte voor-
C u
b a-statistiek:
1919
1917
.1918
–
raad hangt al
een zwaard van Damocles boven de markt
en verlamt het, initiatief.
–
Ontv. der week tot 3 Mei
170.729
115.949
125.000 tons
Verschillende soorten veekoeke
met weinig vraag tot
Totaal sedert
1
Dec.
1) .. . .
2.435.097 2.290.450 2.089.163
iets lagere prijzen. Lijnzaad vat, en tot stijgende prijzen
Werkende fabrieken ……192
181
–
gehandeld.
Exp.
d. week tot 5 April
108.778
67.967
82.000 tons
Totaal
1
Jan.-5 April
-.
1.038.066
884.641
979.140
SUIKER.
.
ExportU.K.lJan.-SApril
168.289
194.383.
13378
.
Frankrijk
,,
,,
4.888
7.400
–
Hier
te lande kwam eene lading Cuba-suiker aan, die
To
‘
1aal voorraad
op
7 April
811.806
898.992
688.000
naar
verluidt voor rekening van Engeland in Nederland
1)
1918/17/16.
geraffineerd en weder geëxporteerd zal worden.
Van tijd tot tijd koopt Engeland nog wat suiker van Mauri-
.
WOL.
–
tius en andere eigen koloniën tot 41 s. 3 d. 8. 41 s. 6 d. c.i.f.;
Bericht van de Makelaars Gebrs. van der Vies, Amsterdam:
naar gerapporteerd wordt zullen echter de voorkeursrechten
.
Teneinde wederom een aanvang te maken met de wolvei-
hierop niet vOOr
1
September ingaan.
‘
..
-,
–
hagen te Amsterdam, heeft de Nederlandsche Wol-Maat-
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
493
schappij besloten haar eersten aanvoer ex s.s. ,,Frisia” ten
spoedigste aan de markt te brengen.
De veiling wordt gehouden op Woensdag 28 Mei 1919,
waarbij 149 balen La Plata wol zullen worden aangeboden.
HUIDEN.
Bericht van de firma Grisar & Co.:
De berichten over de buitenlandsche huidenmarkt
blijven vast met koopers voor de laatste hooge prijzen. Ook
hier bestaat meer animo en interesseert zich de looierij
meer voor buitenlandsche huiden, nu de inlandsche op een dergelijk hoog niveau gekomen zijn. De Columbia’s, die te
Amsterdam aan de markt waren, zijn allen afgedaan.
1 nlandsch e huiden: alhoewel vast, rustig.
Kalf s vellen onveranderd, doch schijnt het hoogste punt
bereikt te zijn.
Looistoffen. Handel minder vlug de prijzenbrokkelen
iets af, zoowel voor loco als op levering. Voor extracten
bestaat veel interesse voor het bezette gebied van Duitsch-
land en Oostenrijk.
17 Mei 1919.
RUBBER.
De markt te Londen is in de afgeloopen week geheel
onveranderd gebleven op de volgende noteeringen:
prima Hevea Crpe loco .. 1111
einde voorafg. week 1/11
smoked Sheets ……….
1/10
1
/4
…………….
1/l0’/
prima Cr6pe Juli/Sept… 21-
Oct./Dec. .. 2/-
1
/
…………….
2/1
hard cure line Para .. .. 2/51/
4
…………….2/5
KOFFIE.
(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.
Data
Rio
Santos
Wisselkoers
Voorraad
.
Ç
‘
Voorraad
JÇ’4
171%lei
1919
497.000
12.450
3.038.000
14.300
14
1
/2
10
1919
552.000
1)
2.91 3.000
14.200
14
0
/82
3
1919
580.000
1)
2.820.000
2)
1)
17 Mei
1918
766.000
4.625
3.343.000 4.900
13
1
/s
Ontvangsten.
Rio
Sanio, Data
Afgdoo pen
Sedert
Afgeloo
pen
Sedert
week
1 Juli
week
l Juli
17 Mei 1919….
27.000 1.506.000 137.000 6.809.000
17 Mei 1918.. . .
68.000 12.619.0001 117.000 111.326.000
1)
niet genoteerd.
1)
Feestdag.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 7 Mei 1919.
Met de verandering van de maand is cle prijs van Amen-
kaansche ,,spot”-katoen in Liverpooi in overeenstemming met
den prijs van den Mei-termijn gebracht en na aanvankelijke daling van 46 punten, is de helft van dit verlies sedert inge-
haald. In Amerikaansche katoen zijn steeds verkooporders
aan de markt en hoewel de stemming vast blijft, stijgen
prijzen toch slechts langzaam. De aanplant in Amerika
wordt op 14 pCt. minder dan verleden jaar geschat, terwijl
de oogst ook laat is. De berichten uit Texas zijn echter zeer
goed, zoodat wij maar moeten hopen, .dat. wij uit dit belang-
rijk district een goede opbrengst mogen veiwachten. De
berichten omtrent den Egyptischen oogst zijn schaarsch en
de prijs blijft onveranderd.
De vraag naar Amerika.ansche garens blijft goed en zoo-
wel voor binnenlandsch verbruik als voor export zijn nogal
orders afgesloten. Spinners noteeren weer hooger in verband
met de onzekere productiekosten, daar de werknemers niet
alleen kortere uren, doch ook hooger loon eischen. Boomen zijn
vester in prijs ook in verband met de grootere orders, die
daarin zijn afgesloten. Warpcops zijn ook wat hooger, doch
de prijzen voor pinoops zijn onveranderd bij de vorige week. In 40er en 44er mule voor de ververijen is nogal wat gedaan,
terwijl ook in deze nummers ruw, orders voor Bombay zijn
geplaatst; ook Madras toont belangstelling. De vraag
van de neutrale markten valt nog niet mee, doch er komen
geregeld orders tot stand, terwijl zaken met Frankrijk en
België belemmerd worden door ongunstige koersen. Verschil-
lende spinuers noteeren hooger voor latere levering in ver-
band met de waarschijnlijke verhooging der productiekosten.
De doekmarkt wordt geregeld vester en de betere vraag
laat zich dagelijks bemerken. Voor Engelsch-Indië zijn nogal
zaken gedaan, zoowel in ruwe en gebleekte shirtings, alsook
in d.hooties, fancies en lichter gebleekte goederen. China
koopt nu ook voor latere levering, terwijl de vraag van
Scandinavië ook zeer goed is. Van La Plata. en de andere
Zuid-Amerikaansche markten komen ook meer orders bin-
nen en over het algemeen gaan prijzen van alle soorten
katoenen goederen geregeld hooger.
30April 7 Mei
30 April 7Mei
Liverpoolnoteeringen (loco) T.T.opindië .. .. 116 1/6
F.G.F. Sakellaridis 26,59 26,59 T.T.opHongkong 3142/4 315
G.F. No. 1 Oomra 13,25 13,25 T.T.op Shanghai 510 5/0’/l
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
19 Me119 12 Mei’19
5Mei19
1
18Mei18
1
19Mei ‘li
New York voor
Middling
. .
30,90e
28,90e 29,20e
26,55 e
21,10e
New Orleans
voor Middling
29,25e
27,88 c
28,— c 29,25 e 20,13 e
Liverpool voor
Middling
.
…
18,22d
17,24 d
17,06 d
22,33 dl)
13,26 d’)
1)
17 Mei ’18 Good Middling Amer.
‘) 18 Mei 1917.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen,)
1
Aug.’18
Overcenkomitige perioden
tot
16Mei’19
1917—’18 i 1916-17
5203
} 5680
} 6666
1873
1
2318
4555
1052
‘1977
411
452
Voorraden
in
duizendtallen
16
Mei ’19
1
17 Mei ’18
1
18 Mei 17
Amerik. havens ……….
1255
1368
926
Binnenland …………..
1339
994
813
New York
.
157
68
2
.
428
266
New Orleans …………..
Liverpool
……………
533 322 575
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
IJzer
Cle,,.
I
No.3
Koper
Standard
Tin
Lood
Zink
19Mei
1919..
nom.
79.2/6
246.15/—
24.716
36,-1-
12
,,
1919..
nom.
76.51—
236.5/—
24.-1—
34.15/-
17 Mei
1918..
nom.
110.—/— 363,—/—
30.10/—
52.-1-
18 Mei
1917..
nom.
130.—/—
250.716
30.101—
–
20Juli
1914..
51/4
61.—!—
145.15/—
19.-1—
21.10/-
VERKEERSWEZEN.
RIJN VAART.
Week van 12 tot 19 Mei 1919.
In de afgeloopen week was de toestand in de laadhavens
aan de Ruhr dezelfde als in de voorafgaande week. Versche-
pingen hadden bijna niet plaats tengevolge van de geringe
aanvoeren voor vervoer per water. De weinige kolen, die
gedolven werden, worden gerantsoen.eerd over de verschil-lende gas- en electriciteitsbedrjven in Duitschiand. Dienten-
gevolge hadden bevrachtingen niet plaats, terwijl de sleep-
booten tot stilliggen werden gedoemd. Ook van overzee over
Rotterdam werd niets aangevoerd, aangezien de schepen
met levensmiddelen sedert eenige dagen in Rotterdam wor-
den opgehouden.
Van Rotterdam naar de Ruhrhavens was de toestand
eerder slechter dan beter dan de vorige week. Ook hiër lig-
gen de sleepbooten stil, mede omdat er ook van België bijna geen aanvoeren zijn voor Duitschiand.
Sieeploonen werden onveranderd genoteerd met 50-cents-
tarief + 80/70 cents; er werd niet bevracht.
De waterstand was vallende; Cauber Pegel wees einde der week meter 2,76 aan.
Ontvan gaten Gulf-Havens.
11
Atlant.Havers
Uitvoer naar Gr. Brittannil ‘t Vasteland
Japan etc..,
494
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
II
De NX, Nederlandsche Huistelefoon-Madschappli
ROTTERDAM
‘s-GRAVENHAGE
GRONINGEN
Telefoon 3600
Telefoon
H
280, 300
Telefoon 1555
AMSTERDAM
LEEUWARDEN
ARNHEM
Telefoon
N
5580
Telefoon 2723
levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELEcTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,
in huur en koop.
Herstelt en onderhoudt en d er g a r anti e ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.
PROSPECTUS
GRATIS.
KONINKLIJKE
NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK
HOLLANDS CH E
HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM
pCt. Obligatiën
(Grondbrieven)
LLOYD
5
Gecertificeerd
door de Centrale Trust-Compagnie
AMSTERDAM
Verkrijgbaar in stukken van
f
2500,—,
f
1000,—,
f
500,— en
f
100,-
op elk goed effectenkantoor
Geregelde Passagiers- en
Vrachtdienst met nieuwe,
NEDERLANDSCH
–
TRANSXI’LÂNTISCHE
HYPOTHEEKBANK. TE AMSTERDAM
moderne post-stoomschepen
WERKT IN CANADA MET EIGEN
ÇANTO)EN
DmECrIEJ.MEE3 TE AMSTERDAM. LDR000LEEVER
?ORTUYN TE WINNIPEC
TUSSCHEN
56°!
AMSTERDAM
IN
3TUKKEN VAJ
f
1000,_.
f
5 OO._ EN
iOO_
–
–
EN
HELDRING
&
PIERSON
ZUID-AMERIKA
BANKIERS
VIA
‘s-Graven hage, Korte Vijverberg, hoek Doelenstraat.
CORUiA, VIGO, LISSABON, LAS PALMAS.
KLUISINRICHTING.
Bewaarplaats voor Koffers met waardevollen inhoud en
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
EIGEN BRANDKASTEN.
G E L R
I
Verzekering tegen alle gevaren aan bewaargeving verbonden.
ONTVANG’ EN BETAALKAS
,,
ROTTERDAM
Maatschapp&Ijk
Kapitaal
f
2.500.000,—
NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22
AMSTERDAM
waarvan gspiaatst / 500.000,—
TRANSPORT- en
DEposITo’s VOOR 1 JAAR FIXE i 4 i’CT.
BRANDVERZEKERINO
GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
DIREKTIE:
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
C. TH. DAAMS
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR H. G. SCHUDDEBEURS GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
Kantoor WIJN HAVEN 103
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
TeI.tocn No. 13883
Telogr.-Adres: ,,VERMAAGEL”
OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
GEBROEDERS SCHEUER
UNIE BANK
Assuradeurs en Assurantiebezorgers
voor
Nederland en Kolonîën
Expediteurs en Cargadoors
AMSTERDAM
AMSTERDAM EN ROTTERDAM
Agentechappen in
BATAVIA, SOERABAYA,
Verzekering van Koopmansgoederen tegen
BAN DOENG,
transport, molest, brand en diefstal tegen
MEDAN EN WELTEVREDEN
•
concurreerende premiën.
Agentichap in Nederland:
TILBURG
21 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
495
NEDEP1IANDSCIII3 BANKINSTELLING
VOOR W.AARDEN EELA5T MET VRUCHTOEBPulv EN PER IODIEVE UITEERINOEN
‘s-GRAVENHAG
Dix’ecU: r4i’. H.vari I’4AASDIJK en
Mr
H.varï .E.LOMMES’I’EIN
Maatschappelijk Kapitaal f6.000.000.— Reserves ruim f850.000,— Pandbrievenkapitaal ruim f23.600.000,—
1
1
/2
EN 5 % PAD13RIEVEN
DE GRONINGER BANK
Groningen, Winschoten, Stadakanaal, Wildervank,
Veendam, Sappemeer, Deifziji, Emmen, Hooge-
veen en Ter Apel
(Firma TIMMERMAN & SASSEN)
Kapitaal / 6.000.000,— Geplaatst en gestort /
4.440.000
9
–
Reserves /
430.501,04
VERRICHT ALLE BANKZAKEN
Belast zich met het incasseeren van wis8els op binnen-
•
en buitenland
PRACTISCH EFFECTENBOEK
ter vereenvoudiging van administratié en
ten gebruike voor de vermogensbelasting
Prijs f 1,25
Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH & VAN DITMARS UITG.-MlJ, Rotterdam
Nederlandsche Gist-
en Spiritusfabriek
DELFT
ARTIKELEN
Gist
Brandspi ritus
Zuivere spiritus
Foezelolie
Amyl-alcohol
Aether Sulfuricus
Narcose ether
Kurken en
Gedroogde Spoeling
1
ST ND RD. 113 NK
OF SOUT1111 AFRICA, LTD.
ROTTERDAM
– 15 COOLSINGEL
(HOOFDKANTOOR: 10 CLEMENTS LANE, LONDON, E.C., 4)
/
12,—=1.
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL.
f
74.329.200,-
GESTORT KAPITAAL
. . . . . . . . .
f
18.582.300,-
RESERVEFONDS
………..
,,
26.400.000,-
NIET GESTORT KAPITAAL
….
.
,
55.746.900,-
f
100.729.200,-
Meer dan 250 kantoren in Zuid-Afrika en elders
BEHANDELING VAN BANKZAKEN
MET ALLE WERELDDEELEN
496
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
21 Mei 1919
HEEMAF
Telefoon Nos. 54, 82 en 119
ELECTRISCHE
APPARATEN EN
INSTRUMENTEN
HENG 0
Telegram-Adres: HEEMAF- HENGELO
ELECTRO-
MOTOREN EN•
GENERATOREN
COMPLETE ELECTRISCHE INSTALLATIES
N.V. VAN DER LELTS TOUWFABRIEKEN
ROTTERDAM,
AMSTERDAM,
GRONINGEN,
Boompjes 93.
Prins Hendrikkade 16/7.
Der-A–Brug.
Telefoon: 3277 en 3296.
Telefoon: 7415 N.
Telefoon: 1035.
Telegr.-adr.: Vanderlely. Tel.-adr.: Vanderlely-touw. Telegr.-adr.: Vanderlely
FABRIEKEN
TE
MAASSLUIS.
SCHEEPSTROSSEN in alle soorten en afmetingen.
VISSCH ERIJTOUWWERK.
Geteerd en ongeteerd Manila-, Sisal-, Nieuw-Zeeland-,
Bombay- en Russisch henneptouw.
Cocostouw.
TRANSMISSIESNAREN met en zonder reguleerbare
koppelingen.
41
STAALDRAADTOUW voor Scheepsgebruik, Liften,
Mijnen- an HLjschwerktuigen. IJzerwanten Hercules.
ALLE SOORTEN PAK- EN BINDTOUW
MAATSCHAPPIJ
voor
Scheeps-
011
Werktiligbouw
,,FIJENOORD”
ROTTERDAM
Kruisers – Torpedobooten
Onderzeebooten
Mailstoomschepen
Vrachtstoomschepen
Baggermateriaal
Machine-installaties
tot
65000 P.K.
Scheeps-Zoelly-Turbines
Machines en apparaten
voor
Suikerfabrieken. enz.
VEREENIGDE CHEMISCHE FABRIEKEN
Telefoon: 2053, 2072 en 2073
Hoofdkantoor: Malibaan No. 81
Telegram-Adres: ,,RODUMA”
UTRECHT
KUNSTMESTSTOFFEN
Fabrieken te: KRALINGSCHEVEER, ZWIJNDRECHT en GRONINGEN
WEISE
&
OTTERDAM
CO.
. AMSTERDAM
Import
van en
Handel
in
OVERZEESCHE PRODUCTEN
speciaal
RUBBER, GUTTAPERCHA en BALATA
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
Wester-Suikerraftinaderij
AMSTERDAM
GROOTSTE RAFFINADERIJ
IN NEDERLAND
Levert de mooiste. Suiker,
omdat haar zuiveringsver-
mogen het grootst is.
Produceert behalve alle soorten
Melis-
8uiker
en
Basterd.s:
Cristallen, groote en kleine, Klont jes
(Cube8), Theeklont jes, Cru8h.ed (brokken)
Tab letten, Brooden, Poeder8uiker, fijne
Buikers voor Vruchtengebruik, enz. enz.
1)
H
R..I
i-
s
c
:Ei ; _&AN :E
LEEUWARDEN, BOLSWARD, DOKKUM, DRACHTEN, FRANEKER, GORREDIK, HARLINGEN,
HEERENVEEN, JOURE, LEMMER, SNEEK, STEENWIJK EN WOLVEGA.
GESTORT KAPITAAL
f
3.000.000,—
RESERVE
f
300.000,-
Billijk incasso-tarief voor geheel Friesland en Noordelijk Overijsel.