7 MEI 1919
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Eco
–
nomischowStatistische
Ber
–
ischten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER
UITGAVE VN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
4E JAARGANG
WOENSDAG 7 MEI 1919
No. 175
INHOUD
BIz.
DUMPING
door
A. P…………………………….
441
Uitvoerrechten in Nederlandsc’n-Indië door A. (/… …….
443
Oorlogswinstbelasting door
&h. ………………….
444
De Duitsche Staalbond door C. S…………………
445
AANTEE.KENIWGEN:
Verzekeringen ingevolge de Oorlogsmolestverzekerings-
wet……………………………………
446
Een Pan-Amerikaansch clearingstelsel …………..
446
Het vijfde jaarrapport van den Federal Reserve Board
446
BOEKAANKONDIGING:
Mr. H. Blaupot ten Cate c. s. Rechtspraak in Crisis-
zaken bespr. door
Prof. Mr. 11. R. Ribbius …….. 447
RECEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSGEBIEO
…………
441
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
448-456
Geldkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen. . –
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen. Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
WEEKBLAb ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Secretaris-Redacteur: G. E. Huffnagel.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg
37.
Telef. Nr. 3000. Telegr.adres: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.
Abonnementsprij
.
..voor het weekblad franco p. p.
in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën f 17,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
l)e verdere publicaties van het instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën
f
0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh é van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.
5 MEI1919.
De maandswisseling heeft de geidkoersen niet ver-
dci doen aantrekken. De prolongatierente noteerde
de eerste drie dagen 4 pOt., waarna een noteering
van
41%
pOt. volgdc,’om ten slotte op 3%
t
3% pOt.
te eindigen. Particulier disconto noteei-de ongeveer
4% pOt. Toch was de geidmarkt tamelijk krap en
vooral voor wissels was meestal moeilijk geld te vin-
den. Dientengevolge waren de onttrekkingen bij de
Nederlandsche Bank niet onaanzienlijk. De binnen-
landsche wissels vermeerderden met 5 niillioen en de
beleeningen met 6 millioen. Daarentegen verminderde
de schuld van de regeering met ruim 4% millioen.
De gi’oote geldvraag kwam echter hoofdzakelijk tot
uiting door onttrekkingen in rekening-courant, zoodat
de ,,saido’s van anderen” met ruim 47 millioen ver-
minderden. Deze saldo’s, die de laatste maanden juist
weder belangrijk opgeloopen waren,
zijn
daardoor
plotseling gedaald tot een buitengewoon laag
cijfer
en
bedragen nog slechts 44 millioen of ruim 20 mil-
lioen minder dan na de storting op de laatste staats-
leening.
Door een en ander vermeerderde de omloop van
bankbiljetten weder belangrijk en steeg met bijna
49 millioen tot een bedrag van ruim
f
1083 millioen,
welk cijfer slechts enkele malen overtroffen werd. Het
hoogste cijfer, tot nu toe bereikt, was ruim 1109 mil-
lioen op 16 November 1918.
*
*
*
De wisselmarkt was de afgeloopen week zeer leven-
dig. Het vooruitzicht dat de vredesonderhandelingen
nu eindelijk zullen •beginnen, deed een vaste stm-
ming ontstaan voor wissels op alle oorlogvoerenden
en in het bijzonder voor Marken, die daardoor in 2
dttgen opliepen van 18.20 tot ongeveer 22.25. Daarna
trad enige reactie in en bleef de koeis met tamelijk
groote schommelingen op ongeveer 21.50 hangen,
maar heden trad een nieuwe stijging in, waarbij tot
9
13.70 betaald werd, zoodat een verbetering van ruim
30 pOt. tegenover het laagste punt valt te noteeren.
In Engeland en Amerika zijn de beperkende bepa-
lingen van den w.isselhandel opgeheven en ook in
Frankrijk verwacht men, dat tot opheffing zal wor-
den overgegaan.
,DUMPING”.
Wat moeten wij onder dumping ver.staanl Mij
dunkt niets anders dan het doelbowust omlaag-
werpen der, prijzen in de iverwaahting het dadelijk
nadeel tot een later voordeel te kunnen verwerken,
althans een dreigend gevaar tekeeren. Op de effec-tenbeurs wordt fonds met grooten aandrang aange-
boden, niet met de bedoeling zih van bezit te ontdoen,
maar in de verwachting, dat de verwarring, daardoor
ontstaan, gelegenheid zal bieden grootcre bedragen tot
lagere koersen in te koopen. De stoomvaartonderne-
ming kan hare vrachten dusdanig verlagen, dat eene
concurreerende onderneming het bestaan onmogelijk
wordt gemaakt of dat eenè nieuwe vestigin.g wordt
voorkomen. In den goederenhandel kunnen dezelfde
praktijken voorkomn. Bij nijverheidsproducten kun-
nen wij ons aanbiedingen denken tot opzettelijk ver-
laagde prijzen, aanbiedingen beneden productieprijs,
alleen met de bedoeling een uwakkeren concurrent
blijvend uit het veld te slaan of het verrijzen van een
nieuwen. mededinger te voorkomen.
In al deze gevallen, waarin, zooals de oudervinding
loert, de uitslag niet altijd aan de bedoeling beant-
woordt, treedt één element op den voorgrond. De
442
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Mei 1919
handeling geschiedt doelbewust, niet tot verruiming
van arbeidsveld of tot vermeerdering van afzetgebied,
maar de kunstmatige prijsdaling beoogt een ander
doel. De vermeerdering van den afzet, de uitbreiding
an het vervoer is veeleer een nadeel, dat zoo groot
kan worden, dat daardoor ‘voortzetting of uitbreiding
der dumping-politiok gestuit wordt.
Daarnaast valt op te merken, dat vooiibeelden van
dumpiug-politiek veel gemakkelijker aan te wijzen
ijn bij handelingen ep eigen bedem tusshen ingene-
tenen van het eigen land, dan bij handelingen van
buitenlanders ten opzichte van Nederlandschen handel
en industrie. Wat dikwijls als .dumping beschouwd
wordt is niet anders dan het zoeken v.n een afzet-
gebied door aanbieding tot lagere prijzen dan men in
het eigen land bedingen kan, als gevolg van trusts en
cartels naast beschermende, rechten lij den invoer.
Ik zal niet in den breede uitweiden ten betooge, dat
buitenlandsche dumping-politiek naast nadeelen ook
v.00rdeelen kan brengen in den vorm van verlaagde
prijzen of verlaagde vrachten, die den consument,
fabrikant, verscheper of ontvanger tijdelijk of blijvend
voordeel kunnen brengen. Ook daarvan zijn ‘ioorbeel-
den aan te halen. Ik wil zelfs erkennen, dat dumping,
in den *aren -zin van het woord, als ziekteverscihijnsel
te beschouwen is, dat ongezonde toestanden’ kweekt;
dat liet een gevoel opwekt van machtsmisbruik tegen-
over zwakkeren, van onoprechtheid en unfaire mede-
dinging. Maar even krachtig kom ik er tegen op dat,
waar clumping-praktijken in kwaad geiucht staan,
men in zijne aanvallen ‘daartegen handelingen betrekt,
die daarmede niets uitstaande hebben. Onder die niet
gerechtvaardigde aanvallen noem ik, de pogingen om
invoer te bemoeilijken, waar de prijzen, niet ‘door
kunstmiddelen, maar door den loop der omstandig-
li1en gedrukt worden.
Reeds vernemen wij, stemmen, die de regeering
willen drijven tot stappen om aanvoeren uit het
buitenland tegen te gaan en’ mag men ‘geloof slaan
aan de loopende geruchten, dan zou de regeeringniet
ongeneigd zijn daartoe mede te werken.
Laat mij als voorbeeld van dergelijke door de om-
standigheden onverwacht in het leven geroepen prijs-
verlaging in herinnering brengen, hoe in den aanvang
van den oorlog de gevoelige daling van den Duitschea
wisselkoers onzen importeurs, die gekocht hadden tot
prijzen in Duitscho munt, een belangrijk voordeel in
den schoot wierp. Dit voordeel is hun spoedig ontgaan
door Duitsc.h venbod van uitvoer, terwijl aan ophef-
fing van dit verbod de voorwaarde venbonden werd
van betaling in Nederlandsche waarde omgerekend tot de goudpariteit.
Zij,
die het begrip ,,dumping”
uitbreiden en daartegen te velde trekken, dienen de gestelde voorwaarde toe te juichen. Toch zullen’ er
wel weinigen geweest zijn, die in dien maatregel iets anders gezien hebben dan een ooringsmaclitsmiddel,
een steun, door de over;hid ge’even tot niet-naleving
van gesloten contracten.
Zij, die matiegelen bepleiten tegen de gevolgen
van prijsverlaging zonder rekening te houden met de
verschillende factoren, die daartoe aanleiding kunnen
geven, richten zich in den regel tegen ,,invoer beneden
productieprijs”. Er hangt wel ‘eenige nevel over het-
geen hier met productieprijs bedoeld wordt. Bedoelt
men den productieprijs -in het buitenland, dan schijnt
mij de kans, dat beneden dien prijs verkocht zal wor-
den, voor het oogeniblik niet overmatig groot en vrijwel
beperkt tot die weinige artikelen, die door de staking
der vijandelijkheden overbodig zijn geworden. Zod
vernam ik, dat Krupp, zijn oorlogabedrijf in vredesbe-
drijf omgezet hcibbeude, maci,hinerieën en werktuigen
naar Nederland verkocht, die ook ioor andere doel-
einden gebezigd kunnen worden. Bedoelt men ‘daaren-
teken onder productiekosten, die welke voor de ver-
vaardiging of voortbrenging hier te lande vereischt
worden, dan tast men het geheelo internationale ver-
keer -in de liartader aan. Dit ‘verkeer toch is juist
gegrond op het verschil der productiekosten in de ver-
schillende landen. Dit verschil komt tot uitdrukking
in de prijzen en- ik kan mij niet voorstellen, ‘dat zelfs
de meest overtuigde protectionist zoover zou willen
gaan – om allen invoer uit ‘het -buitenland te willen
tegengaan ‘van af het oogeniblik, dat productie ‘hier
te lande nog tot de mogeljkkeden behoort, indien men
niet op den prijs ‘behoeft te letten. Men zal misschien
de tegenwerping maken, dat men zich beperken wil
tot maatregelen ten opzichte van afgewerkte fabri-
katen, maar dan eischt onmiddellijk de .vraag beant-
woording wat men onder grondstoffen, wat men onder
heel- of haiffabrikaten te verstaan heef t. Naarmate
de
nijverheid
voortschrijdt op den weg der speciali-
seer-ing, wordt deze oude -vraag moeilijker te beant-
woorden.
Het valt niet te ontkennen, -dat de groote.depreciatie
der valuta van vele landen ook in de naaste toekomst
tot gropte schokken aanleiding kan geven en ik wil
allerminst de gevolgen daarvan voor onze industrie
met een groot gebaar afwijzen.
Mogen vooi het oogeniblik -de toestanden in Duitsoh-
land en Oostenrijk allerminst eene belangrijke stjging
doen fverwachten van producten, voor uitvoer geschikt,
zoo moeten wij toch rekening houden met ‘het fei:t,
dat alleen door verhoogde productie Europa tot ge-
zon-dere toestanden kan geraken. Wij zuilen dan
dezelfde toestanden zien, die wij beleefd hebben in de
Vereenigde Staten
tijdens
en na den oorlog tussohen
Noord en Zuid, als gevolg van de depreciatie van het
papieren geld. Prijsstijging van 1-oonen en goederen, die –
betaald werden met de’gedeprecieerde greeibaoks, maar
niet onmiddellijk en in juiste verhouding tot de depre-
ciatie van het papieren geld. Huren, overeenkomsten,
voor langeren tijd aangegaan (‘men denke aan hypothe-
ken en ‘geidl-eeningen) werden tot de oude -bedragen
in minderwaardig pap-ier vereffend. Alleen de prijzen
van ‘die artikelen, die uit het buitenland -moeten wor-
den aangevoerd, stijgen onmiddellijk tot de volle
tegn’vaarde, uitgedrukt in het gedeprecieerde ruil-
middel.’ Daarmede ook die artikelen, ‘waarvoor de
buitenlandsche toevoer den prijs aan-geeft, omdat de
binnenlandsche productie ontoereikend is voor de be-
hoefte, nooals vermoedelijk in Dui’itschland -het igerval
zal zijn met graan.
Voor zoover de prijsstijging der goederen, in liet
eigen land gewonnen en der bonen zich niet aan-
past aan de verminderde waarde van het- ruilmid
del, verminderen de productiekosten. Kôr.t uitgedrukt
zal de Duitsche en de Oostenrijksohe nijverheid ook
bij ‘aanzienlijk hoogere prijzen, uitgedrukt in Marken
en Kronen, als gevolg van de lagere wisselkoersen op
die landen, bij veiibeterde aiibeidstoestanden op voor-
deelige voorwaarden kunnen uitvoeren. Niet op een-
maal zal -d-ie toestand zich wijzigen, maar wel gelei-delijk, hetzij door verbetering der valuta, -hetzij dooi’
prijsstijging tot het peil van goederen en bonen
buitenaf; mistchien door beide factoren tezamen.
Wij zijn in de oorbogsj aren getuigen geweest van
tal van abnormale handelingen op economisch gobiecl.
In de plaats van het normaal handelsverkeer trad een
ruilhandel tusschen Staat ‘en Staat, waarbij beide
partijen meenden wijs te handelen door de verreke-
ningsprijzen wederzijds -op te scihroeven. Machtsmidde-
ben zijn tegenover ons land gebezigd door ons ‘grond-
stoffen te weigeren en alleen uitvoer van nijverheids-
producten toe te staan. Mocht menige tak van nij,ver-. heid misschien in de oorlogsjaren financieel -gunstige
resultaten bereikt hebben, zoo is toch de weigering
ons van grondstoffen te voorzien beschouwd als eene
tegenover •neutraien zeer onrechtvaardige houding.
Zullen wij nu op onze beurt, na zoolang ‘gedrukt te
zijn dooi’ het beperkt verkeer en door hooge prijzen,
onze medewerking weigeren tot herstel der normale
verhoudingen, tot verbetering der algemeene econo-
miscihe toestanden? Zuilen wij de goederen weigeren
op dozen zon-derlingen grond, dat de prijs te laag is,
Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
443
.
alsof •de buitenlander niet volmaakt bereid was ook
een hoogen prijs in ontvangst te nemen?
Groote matiging bi het uitspreken van een oordeel
hoe de chaos op economisch gebied, waarin de wereld
zich bevindt, voor betere toestanden zal plaats maken,
ziet iedereen zich opgelegd. Maar deze weg schijnt
mij toch aangewezen om geleidelijk tot blijvende ver-
betering te geraken: ter’zijdestelling van alle kunst-
middelen en terugkeer tot het onbelemmerd vrij ver-
keer. A. P.
Rotterdam, 1 Mei 1919.
UITVOE1?RECHTEN IN NEDEBLANDSCH-
INDIE.
Het stelsel van uitvoerrechten, dat in 1862 hier te
lande geheel werd prijsgegeven, daargelaten dan het
uitvoerrecht op lompen, dat eerst later verdween, is
in Indië, zij het op bcpeikte schaal, nog
blijven
be-
staan, al blijkt uit de voorhanden gegevens, dat deze
heffing door de opeenvolgende Regeeriugen be-
schouwd is als een gelegenheidsbelasting, die, in
principe onjuist, meestal in werking werd gesteld ter
bezwering van tijdelijken financieelen nood.
Aan de hand van het artikel van Mr. N. P. van den
Berg in de Encyclopedie van Ned.-Indië (fol. 373
e.v.) en van de handelingen der Staten-Generaal zij
hier herinnerd, dat tot 1865 het toltarie’f van Ned.-
Indië geheel gestaan heeft in het teeken der bescher-
ming door huldiging van het stelsel der differen-
tieele rechten ook bij den uitvoer. Suiker was Vrij bij afscheep naar Nederland, maar was met 6 pOt. belast
bij uitvoer naar elders; op koffie kwam naar Neder-
land 6 pOt., naar den vreemde 12 pOt. recht. Minister Fransen van de Putte stelde in 1864 voor
dit laatste terug te brengen tot 9 pOt., het recht op
suiker moest in het belang van den fiscus voorshands
onveranderd bliiveu. Op aandringen van de Kamers
van Koophandel te Batavia en te Semarang diende
de Minister echter in ’65 een gewijzigd wetsontwerp
in om het additioneele reoht op suiker bij uitvoer
naar elders tot 3 pOt terug te brengen, met belofte
deze wet v66r 1872 te herzien.
Het was weder de Bataviasche Kamer van Koop-
handel, die in 1870 o.m. betoogde, dat in de Indische
tariefwet behoorden te worden overgenomen de bepa-
liegen van de Nederlandsche tariefwet van 1862, dat
op den uitvoer in het geheel geen recht zou worden
geheven; noch met de belangen van Indië, noch met
de beginselen van een gezonde vrijzinnige handels-
politiek was het belasten van den uitvoer te verde-
digen, zoo schreêf zij in haar advies aan den Gouver-
neur-Generaal.
Eerst op 1 Januari 1874 trad de nieliwe tariefwet
in werking, die een zuiver fiscaal tarief aan Indië
bracht zonder dat eenige begunstiging beoogd werd
en dit stelsel is sedert gehandhaafd.
Bij de indiening van het betreffende wetsontwerp
pleitte de Minister verzachtende omstandigheden
voor de economische ketterij: behoud vn het uitvoer-
recht, waarvoor alleen zuiver financieel belang als
hoofdmotief gold; hij verdedigde het beginsel aller-
minst en hoopte, dat zijn opvolger zich geroepen zou
gevoelen om geheele afschaffing van uitvoerrechten
voor te stellen.
In 1880 werd door de Tweede Kamer een voorstel
van Minister Van Rees om 5 pOt. uitvoerrecht op
gommen, specerijen, drogerijen, gambier, hout, peper,
rotting en enkele andere boschproducten to heffen,
met groote meerderheid verworpen.
Minister Sprenger van Eyk was gelukkiger in 1885
met zijn voorstel tot verlaging van het recht op
suiker op de helft, van koffie op een derde en tot
afschaffing van het recht op thee. Velen, o.w. de heer
J. T. Oremer, drongen echter aan op algeheele
afschaffing voor alle cultuurproducten.
De slechte tij dsomstandigheden voor de suiker
noodzaakten de Regeering voor te stellen dit product
vanaf 1 Juni 1887 voor twee jaren vrij te stellen van
het recht van 15 ct. per 100 K.G., welke termijn door
de Tweede Kamer
bij
amedement tot 5 jaar werd
verlengd; per saldo duurde de schorsing tot ultimo
1893.
Op 1
Juji
1895 werd het recht andermaal voor 1 jaar
opgeheven, totdat eindelijk het uitvoerrecht op suiker
bij de wet van 1 Februari 1898 – dank
zij
een wets-
ontwerp Van Minister Oremer – ,,voorgoed” werd
afgeschaft.
Een poging van Minister Bergsma om in 1894 het
uitvoerrecht op koffie op het vroegere bedrag van
f
3 per 100 K.G. aan te bevelen, leed schipbreuk door verzet in de Tweede Kamer.
In 1899 diende Minister Oramer een wetsontwerp
in met het doel de heffing mogelijk te maken van
uitvoerrechten op boschproducten in sommige der
Buitenhezittingen, een herhaling dus van de poging
van Minister Van Rees, in 1880 gedaan, met dit onder-
scheid evenwel, dat thans de cultuurproducten peper,
specerijen enz. er
buiten bleven en alleen werkelijke
boschprodu’cten met een recht van hoogstens 10 pOt.
van de waarde zouden worden bemvaard. Dit voorstel
werd aangenomen. Later werd een uitvoerrecht inge-
steld op petroleum, bennine en gasoline, dat thans
f
3 per 1000 K.G. bedraagt, residu
ee.
is met f0,60
per 1000 K.G. belast.
Behalve dit laatste wordt thans nog alleen uitvoei-
recht geheven op Java en Madoera en sommige
residentiesin de Buitenbezittingen op huiden (2 pOt.
van de waarde), tabak (f 1 per 100 K.G.), tin (f 3,50
per 100 K.G.) en vogelnettjes (6 pOt. van de waarde),
terwijl voorts in de Buitenbezittingen de meeste
boschproducten en eenige daarmede overeeukomende
artikelen met een recht van 5 t
10 pOt. bewaard zijn.
Wanneer het waarheid is, dat on’e Regeering er
thans ernstig over denkt om, ter versterking van de
Koloniale middelen, weder haar toevlucht te nemen
tot uitvoerrechten op eenige belangrijke prôductn,
dan zouden daarmede oude paarden, die vroeger
wegens ondeugdelijkheid op stal gezet zijn, weder
dienst moeten doen. Wij willen trachten die ondeug-
delijkheid aan te toonen.
De bezwaren zijn vroeger herhaaldelijk geuit, maar
ook hier blijft de oude geschiedenis altijd nieuw en
wij
zullen ze dus nog eens ophalen.. Vooraf echter ga
de fundamenteele vraag: wie betaalt liet uitvoer-
recht; de producent in het land, dat het recht heft,
dan wel het buitenland, (lat als kooper optreedt? Ons
dunkt, dat het antwoord niet twijfelachtig is en dat
in den, regel het recht den kostprijs verhoogt, dus éen
belasting op de productie is.
Dit is stellig het geval bij artikelen, waaiwan de
prijs zich right naar de wereldmarkt: een kooper in
Nederland van een zekere kwaliteit staal, dat uit drie
verschillende productielanden betrokken kan worden,
roept de drievoudige concurrentie in en vraagt zich
bij de offertes af, welk land het goedkoopst in Neder-
land kan leveren. Wanneer één dezer drie landen een
uitvoerrecht heft, dan is dat recht een factor irl de
calculatie, evenals de vracht en andere kosten en
bezwaart dus den kostprijs van den producent; de
andere twee landen, die hun staal bij uitvoer. onbelast
laten, hebben dus een voorsprong.
Alleen wanneer een artikel
geregeld
onder bijzonder
gunstige voorwaarden, vergeleken bij elders, kan wor-
den voortgebracht, kan een uitvoerrecht zonder veel
bezwaar geheven worden, terwijl dat recht zelfs den
buitenlandschen verbruiker ‘om zoo te zeggen ten volle
opgelegd ‘kan worden, wanneei het een artikel betreft,
waarvan het voortbrengende land het monopolie van
levering heeft.
Als regel, wij herhalen het, is een uitvoerrecht een
belasting op den kostprijs; elk artikel, dat geen
monopolie is en dat met zulk recht bezwaard wordt,
is met het bedrag van die belasting gehandicapt
444
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Mej 19.19
tegenover landen van voortbrenging, ‘die geen recht
op dien uitvoer leggen. In den’ regel is het dus de
biunenlancische voortbrenger, niet de buitenlandsche
afnemer, die het uitvoehecht betaalt.
Het tweede, grootere, bezwaar is het feit, dat een
uniforpi uitvoerrecht on.gelijkmatig, di. onbillijk,
werkt. Het gaat lijnrecht ‘in tegen het stelsel ‘vun
progressie bij grootere draagkracht, dat meer en
meer bij belastingontwerpen gehuldigd wordt.
Dit bezwaar kan ‘weliswaar misschien gedeeltelijk
omgaan worden door een heffing naar de waarde,
maar dit is gemakkelijker in theorie te bepalen, clan
in de practijk uit, te ‘voeren, vooral ‘bij landbouwpro
dueten van zoo enoum verschil in kwaliteit als bij de
Indische ‘voorkomt.
Voor tabak een uniform specifiek recht vast te
‘stellen, zbu voor. den voortbrenger -van ordinaire
soorten het bedrijf onmogelijk kunnen maken, terwijl
daarnaast de producent van middel-» en superieure
kwaliteiten datzelfde recht met meer of minder gemak
zou kunnen opbrengen. –
De kostprijs van een pond ordinaire tabak zou door
zulk een heffing naar het gewicht al’ spoed.i’g zoozeer
worden verhoogd, dat de consument ‘dier soorten ze
zou vervangen door tabak van andere herkomst en
terwijl de producent van Vorstenlandsche en Besoeki-
bladtaiba’k zich bij datzelfde recht wel]ich.t nog juist
kan staande houden, zal de Deli-planter er vrij onver-
schillig tegenover kunnen stain.
Men zou du.s in elk geval de meeste producten ad
val’ororn moeten aanslaan, hetzij middels een prijs-
cQuant, waarvan de samenstelling en periodie]ce her-
ziening’ echter zou blijken op onoverkomelijke bezwa-
ren af te stuiten, hetzij op eigen aangifte, welk stelsel
echter, zooals bekend, de noodige beziwaren aankleven.
Van sommige rtiie]en is de waarde in Indië veelal
eenvoudig niet te bepalen, willekeur en ontduiking
zouden in dc ‘hand wo.rden ‘gewerkt, de eerlijke zouden
het afleggen tegen de minder sprupuleuze exporteurs;
liet douane-personeel, dat.,zeer versterkt zou moeten
worden met ter zake kundi’gen – zoo die al te vinden
zijn – zou een zeer ioeilijke taak worden opgoleg(l en
van de opbrengst der rechten zou veel aan perceptie-
kosten heonga an.
Het eenige motief dat ‘thans zon kunnen gelden
voor terugkeer in Iiïdië tot het in hoofdzaak losge-
laten stelsel van uitvoerrechten, zou gevonden kunnen
worden in den voorspoed, waarin thans sommige der
voornaamste cultures verkeeren en aarmede zal men
allicht trachten de zaak goed te praten.
De suikerindustrïe beleeft, na de hevige crisis van
1918, weder een gouden tijd, de koffieprijzen zijn
hoog, de theeprijzen 7ijn weer loonend, maar wij
vragen: zou er systeem in zitten om op dien tijdelijicen
voorspoed eén soort belastin,g te bseeren, waarvoor
geen serieus econoom eigeiilij’k ooit een ‘goed woord
heeft’ over gehaçl?
Lieden van de meest uiteenloopende politieke ich-
tegen hebbén zich speciaal voor Indië er tegen ver-klaard; links ijverde feitelijk steeds voor verminde-
ring en afschaffing. Wijlen de &ud-Minister Heems-
kerk noemde het in “72 de zuiverste gelegenheidsbe-
lasting, Schae’pman zeide in ’76 bij de debatten over
tijde1ijke schorsing van het recht op suiker: ,door het
uitvoerrecht’ p.rötegeeren wij de protectie van, het
buitenland, die tegen ons is gericht”.
Herhaaldelijk zijn iiitvoerrec,hteh genoemd ‘één der
slechtste ‘vormen van belasting, die dan ook in tijden
van tegenspoed dadelijk voor intrekking in aanzner-
king moet worden gebracht. Zij zijn een
hoogst
onbil-
lijke heffiiig, diie iederen producent treft, ongeacht
of hij met winst of met verlies werkt.
Nederlan.dsch-In.dië is bovenal uitvoerland, alles
draait om de productie, die in hoofdzaak op ex.port
gericht is, welnu in’ tijden van lage prjneïi – eu wie,
die de Indische ups en downs kent, kan die negee-
ren? – verstopt het uitvoerrecht de bron zelve, waar
uit alle andëre belastingen moeten voortkomen.
In 1872 pleitte nog w66r het ‘behoud van uitvoer-
rechten, •dat in Indië geen bedrijfs-, noch personeele
belasting geheven werd, een argument, dat later kwam
te vervallen. ,
Waarom dan een belasting voor te stellén, clie niet
meer in het kader past en alleen meer ambtenaren
noodig ‘maakt voor de innin’g? Wij ‘herhalen het: uit-
voerrechten drukken op de voortbrenging en elke
belemmering van die ‘voornaamste bron van w,elvaai’t
dient in Iidië te wordén voorkomen.
Wenscht men de schatkist te doen ‘deden in den
voor’spoed van de groote cultures, een eisc.h, waarvan
de billijkheid wel door weinigen zal worden ontkend,
dan ligt het middel daartoe immers voor’ ‘het grijpen
door een verhooging van het tarief der inkomsten-
en overwiinstbelasting, zoo nood.ig met progressie. Zon
treft men de winst naar rato van de bedrijfsinkomsten
én blijft men trouw aan het beginsel van belasting
naër draagkracht: . ‘ A. C. M.
OORLOGSW1NSTBELASTING.
Ingediend werd – 19 April j.i. – een wetsontwerp
tot wijziging dci Wet op de oorlogs’w,inst’belasting
1.916.
Dat gesproken’ wordt van ,,wijuiging” i.s eigenlijk
maar een wetgevers-:g-rapje. Immers, art. 5 der Wet,
luidende: ,,de belasting wordt geheven over elk jaar,
dat eindigt met of na den dag, genoemd in art. 102″
ial worden aangevuld niet de woorden ,,tot en met het
jaar, w’aartoe de eerste Augustus 1918 ‘behoort.”,
‘Klaar,blijkalijk werd on’kiesc’h geacht te spreken over
,,opschrijving ten doode”, maar de zaak ligt dan toch
daartoe.
Zoo worden wij (lan uitgenood.igd ter begrafenis.
Redevoeringen, hoe bemind en gewaardeerd de over-
ledene wel was, zullen er niet ‘vele worden afgestoken.
Toch worden wilicht enkele tranen gestort. Niet door
hoeren Inspecteurs ‘der Directe Belastingen, van wie
men mag izeggen, dat, tijdens liet leven dci: thans
afstervende.
zij
niet een leven hebben gehad, maar
door ettelijke oud-inspecteurs en andere ‘functiona-
rissen, die de laatste jaren dcii Staatsdienst verlieten
voor het voor.deeli’ger particulier lbedrijf van ,,adviseur
in belastinguaken”. Voor ihen beduidt het aanstaand
overlijden werkelijk een smartelijk verlies. De bui ton-
staander. trooste ‘zich echter met de overweging, dat
toc’h waarlijk het_opkomen van dergelijke belasting-
adviseurs is ‘geweest een droef sy’mptoom van onzen
tijd.
Bu’iteu.geivoon grillig was de nu ten sterfbedde lig-
.gendo. Niet in het verleenen harer gunsten – want
dit was wel geheel uitgesloten – maar in het plaatsen
harer ongunst.
Als A een ‘huis kocht en kort daarna met zoete
winst het van de hand deed – ‘hem trof geen ‘boo’ze
‘blik; maar o wee rsijn buurman. B, die precies het-
.zelfde deed, doch van wien verd verondCrsteld; dat
hij kocht en verkocht ,,in ‘bedrijf”.
De minst sympathieke ‘van alle O.W.’ers – de
speculant ‘in effecten – mits hij maar niet knopen
verkoop ‘van, effecten tot
bedrijf
‘had, ‘hij werd zorg-
vuldig ontzien; ‘doch wie doorharden arbeid in
1915-18 méér, verdiende dan in 19i.Ï—.-’13, duur
môest hij zijn ijver b9talen. En zob iverder zou nmb
van de caprices der tlians.(verschei.dende heel wat laten
verhalen.
Het wetsontwerp geeft tot weinig hizondere he-‘
schouwingen aanleiding. Het wijiigingsontwer’p-Treub
‘1918’ werd ingetrokken.
i)
Voor zoover dit mede
strekte om een ivetteljkén’ grondslag te geven aan
verschillende ministerieele resoluties, nopens de toe-
passing der wet genomen, is die a]geheele intrekking
1)
[Zie hierbij het
artikel op pag. 444 van den vorigen
jaargang.
–
Red.]’
7 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
445
misschien niet zonder bedenking. De liquidatie der
O.W.-wet zal nog heel wat inhebben: ‘heeren Inspec-
teurs komen voorloopig nog niet tot rust. Met name
het nieuwe artikel 99 zal in de toepassing buitenge-
woon veel beleid vorderen. Dit artikel zegt namelijk
hét volgende:
,,Indien over eenig jaar, bedoeld bij artikel 5, te veel
belasting is geheven, doordat bij het vaststellen van het
inkomen of van de winst over de verschillende jaren niet,
of niet voldoende, rekening is gehouden met een verlies,
waarvan het bestaan of de hoegrootheid eerst na afloop
van het jaar, waartoe de eerste Augustus 1918 behoort,
bekend is geworden, wordt de te veel geheven belasting
terugbetaald.”
Maar voor het hier aanvaard stelsel, niet te veel in
de wet te bepalen, doch zooveel mogelijk over te laten
aanhare toepassing, schijnt het welhaast niet moge-
lijk een beter in de plaats te stellen.
l)e Minister ,,behoudt zich voorshands het antwoord
op de vraag, in hoever er ook voor het vervolg eene
buitehgewone belasting van ibuitengewone winsten
moet worden geheven, nog voor, hij is van meening,
dat de techniek der tegenwoordige O.W.-helasting,
die kennelijk berust op de tijd.elijkheid der werking van die belasting, niet gcdoogt haar al te langen tijd
te handhaven.”
Laat ons hopen, dat de ,,meen’ing”, dat ook de
techniek eener belastiugwet een zaak is, die niet mag
worden verwaarloosd, ook bij verdere wetsvoorstellen
van den Minister in practijk worde omgezet.
SCH.
DE DUITSCHE STAAJBOND.
Om verwisseling van begrippen te voorkomen, zij
vermeld, dat genoemd lichaam in het Duitsch
,,Deutsoher Stahibund” heet en niet synoniem is met
het staalverbond (Stahlwerksverband). Beide inrich-
tingen hebben haar zetel te Dusseldorp, het staalver-
bond is lid van den Duitsehen Staalbond.
Reeds îv66r dan oorlog ‘bestond het plan de geheele
Duitsche ijzer- en staalnijverheid te vereenigen in een
groot lichaam, den Duitschen Staalbond, omdat
slechts voor de halffaibrikaten, spoorwegmateriaal,
profielijzer en balken als syndicaat het staalverbond
aanwezig was, verder voor andere ijzeren en stalen
producten syndidaten, coriventies, vereenigingen, etc.
Jn Mei 1915 was een ontwerp voor de statuten gereed,
doch tot de behandeling hier,van is het nooit gekomen.
Inderdaad bestond het lichaam echter wel, doch in
een voorloopigen vorm. De Duitsche regeering ge-
bruikte dezen staaibond tijdens den oorlog als distLi-
butieorgaan voor ijzer en staal. Nu de oorlog anders
geëindigd is dan velen gedacht hebben en een andere
regeering in Duitsohiand aan het, roer is gekomen,
waardoor weder een geheel andere richting is ge-
bracht in de behartiging der belangen van ijzer- en
staalindustrie, ‘verder voor het economische ‘herstel
van het land noodig is, dat van alle krachten een juist
gebruik worde gemaakt, ‘heeft het inmiddels inge-
richte Rijksministerie voor Economische Zaken aUer-
lei vraagstukken overwogen en wel in verband met
den doorgedrongen socialistischcn geest.
Het oude’ staalve]ibond is nooit geworden wat men
er van gehoopt had, een gevolg der tegenstrijdig’e
belangen der leden, deels van de gebleken onmogelijk-
heid om andere producten der ijzerindustrie hierin op
te nemen. Het werd tijdens den oorlog onder den
drang der tijden telketis ,,voorloopig” voor een half-
jaar verlengd en zou 30 Jnni 1919 afloopen, zoodat-
het voor 1 Mei weder moest worden verlengd of anders
ophield te bestaan. Verlengd is het ook nu weder en
wel in den ouden vorm, doch slechts tot 30 September
1919, dus met ,,voorl•oopig” 3 maanden, ook weder om
te voorkomen, dat de leden een concurrentiestrijd
aanvingen. Deze zou vooral in een tijd als heden de
industrie geruïneerd hebben, een tak van bestaan, die
toch al onder andere nadeelige factoren zeer ernstig
te lijden ‘heeft. Nu is het eeû bekend verschijnsel, dat
het staalverbond ‘het meest de belangstelling zijner
leden geniet als het hun slecht gaat en men voelt,
dat door samenwerking meer bereikt kan worden dan
door versnippering van krachten. Vandaar voor het
oogeizblik de ,,voorloopige” verlenging. De inrichting
op zichzelf is reeds gewijzigd, al is zij nog niet, zooals
het kolensyndicaat, officieel gesocialiseerd. Dit neemt
echter niet weg, dat, nu reeds bij alle besprekingen
omtrent verlenging, prijzen, etc. vertegenwoordigers
der autoriteiten, de leden en gedelegeerden van de
afnemers, arbeidsgemeenschappen en personeel aan-
wezig
zijn,
of anders eerst gehoord worden.
Het staalverbond is en blijft voorloopig een
lichaam, dat alleen te maken heeft met de productie
en den verkoop van haiffabrikaten, spooi-wegmate-
riaal, profielijzer en balken zijner leden. Outsiders
bestaan niet.
De tegenwoordige regeering heeft den fabrikanten
ter vernieuwing der organisatie der Duitsohe staal- en ijzernijverheid den wensch te kennen gegeven om het
staalverbond en het ruwijzersyndicaat, alsmede andere
verbonden der ijzerindustrie, in een mantelsyndicaat
te vereenigen en als vorm den geprojectcerden :E)uit-
schen Staalbond voorgesteld. Deze bond
zou
we Ier
onderafdeelinigen bevatten en wel voor liet ertsmijii-
wezen, •de ruwijzerproductie, de staalbereiding, voor
walsproducten, .voor gesmede artikelen en ten slotte voor gegoten stalen voorwerpen, zooals buizen, etc.
Aanvankelijk wenschte de regeer.ing zelf twee verte-
gen,woordigers af’ te vaardigen en wel een hiervan
gekozen door verbruikers, fabrikanten en handelaren
gemeenschappelijk, verder in elke onderafdeeling een
vertegenwoordiger, doch de fabr’ikan ten protesteerden hiertegen onmiddellijk.
Sedert 10 April 191 bestaat deze Duitsehe Staal-
bond, die zich alleen heeft bezig to houden met vraag-
stukken van algemeenen aard en niets te maken heeft
met de verdeeling der productie of den verkoop hier-
van. Zoowel de verbruikers als de betrokken arbeiders
en het verdere personeel der nijverheid nemen deel
aan het werk. Het nieuwe lichaam wijkt dus zeer
aanzienlijk af van den bond, dien men zich, tijdens
dan oorlog voorstelde dat komen zou. Hij omvat de
fabrieken en alles wat daarin betrokken is der
Thomas- en Siemens Martin-staalfabrioken en -vals-
bedrijven, doch va11: cenige kanten moeten nog toe-
zeggingen inkomen.
Het doel kan in het kort als volgt worden om-
sohreven:
oplossing van vraagstukken van principieelen
aard, behalve met de autoriteiten en verbruikers, ook
met vertegenwoordigers ‘der werknemers uit de be-
voegde arbeidagemeenschappen;
ontwikkeling van het’ Duitsche staalvak door
voeliug te houden met de staatsautoriteiten, door
samenvatting der economische krachten en eendrach-
tige samenwerking ter weder-oprichting van de
Duitsche voikshuishouding;
bevordering van de vorming van verbonden en
bescherming der tbestaande lichamen;
het vervolgen van de gemeenlchappcljke econo-
mische belangen der leden in binnen- en buitenland,
alsmede de bevordering van den afzet.’
Binnenkort nu zal de eerste vergadering plaats
hebben en zal blijken of deze beschermengel boven de
Duitsohe ijzerindustrie voortaan zal zweven en hoe
men denkt •door deze creatie ‘haar belangôn het best
te behartigen. Hoewel volgens de persberiohten de
ontwerp-statuten slechts met eenige redactioneele
wijzigingen ‘zija
n angenomen, is opmerkelijk de groote
afwijking in de samenstelling en in de middelen ter
bereiking van het doel, vergeleken bij het vroeger
gedachte lichaam. C. S.
Essen, 1. Mei 1919.
446
1
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Mei 1919
AANTEEKENINGEN.
Verzelceringen ingevoige de Oor-
iogsmoiestverzekerjngswet.
—De
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel bracht
in de StaatscouDant van 1 Mei j.1. ter algemeene ken-
nis ‘het hierna volgende overaicht van afgesloten ver-
zekeringen •ingevo]ge de Oor1ogsmo1estverekeringswet
(Stbl.
A.
210 ‘van 1916) over het tijdperk van 9 Fe-
bruari 1917 t/m 31 December 1918.
1)
Totaal verzekerd bedrag van
9
Februari
1917-31
December
1918 …………..f 521.877.987,69
waarvan op
31
December
1918
afgeloopen
was een bedrag van ………………,,
468.476.223,49
zoodat op
31
December
1918
nog loopende
waren verzekeringen tot een totaal ‘be-
drag van ……………………….
f 53.401.764,20
Aan premiën ‘werd tot en met
31
Decem-
–
ber
1918
geboekt een totaal bedrag van.. f 18.715.975,73 waarvan voor rekening der op genoemden
datum afgeloopen verzekeringen komt een
bedrag van
……………………..,,
17.066.815,05
en voor rekening van bovenvermelde op
31
December
1918
nog loopende verzeke-
ringen een bedrag van …………….
f
1.649.160,68
aan premiën voor de op
31
December 1918
afgeloopen ‘verzekeringen werd geboekt
bovenvermeld bedrag van
.f
17.066.815,05
aan schadevergoedingen en
onkosten werd tot op
31
December
1918
uitgekeerd,
resp. gereserveerd een be- (irag van:
schadever-
goed’ingen
. f 12.398.890,52
onkosten
betaald .. .
41.015,-
onkosten
(over 1918)
nog te re-
serveeren
pro memorie
f 12.439.905,52
zoodat ‘behoudens de gemaakte reserve
van de afgeloopen’ verzekeringen over-
blijft eene bate rvan .’ ……………..
f
4.626.909,53
totaal der beschikbare “middelen op 31
December
1918 ……………………f
6.276.070,21
waarvan reserve voor loopende verzeke-
ringen het bovenvermeld bedrag’ van .. /
1.649.160,68
[Zie ook pag.
266
van den jaargang
1918.
– Red.]
Een Pan-Amerilcaansch clearing-
s
t e is e 1. –
In ‘de vergadering der Noord-Amen-
kaansche leden van de ,,Internation-al High Oom-
mission”
2)
op 24 Maart j.l. te Washington, is het
voorstel van het V. S. Departement ‘van Staat aange-
nomen inzake de vestiging van een onderling ‘goud-
verrekenfonds voor alle staten van de beide Amen-
kaansche wereiddeelen, of, zooals het genoemd wordt,
een ,,goudpool”. Door middel daarvan zullen goede-
ren, in een andere republiek ‘gekocht, betaald ‘kun-
nen worden op de wijze, zooals nu ‘bi’nnenslands ge-
schiedt in de landen met een goed geregeld cleaning-
wezen. Men ven-heuigt zich in Amenikaansche
handelskringen zeer over dit besluit, waarmede de eerste stap gedaan is voor een regeling, waarbij de
zakendnijvenden met Zuid-Amerika veel baat zullen
viiiden. Er zal nu getracht moeten worden de Zuid-
Arnerikaansche repu’blieken ‘bereid’ te Vinden ter zake
een verdrag mede te onderteekenen. Voor ‘dit verdrag
wordt o.a. de ‘bepaling voorgesteld, dat de saldi ‘bij ‘de
clearende ‘banken – waarvan men er in elk land twee
Deze commissie is voortgekomen uit de Pan-Amen-
kaa’nsche financieele conferentie te Washington in
1915,
welker taak zou zijn eenvormige hand’elswetgeving voor alle
Amerikanusche staten uit te werken. Volgens het bekende
werkje Das virtschaftliche Vordringeu der Nordameri-
kaner in Südamerika”, ‘van Dr.
W. Meissner
(1919),
‘heb.
ben voor de Unie zitting McAdoo, John Baaset Moore,
E. H. Gary, S. Unter’niyer Davison, Hepburn en :Reynolds.
zou
willen aanwijzen – onder alle omstandigheden
van oorlog en vrede, door de contracteerende staten,
ongemoeid zullen gelaten worden. De verrekentermij-
nen zullen voor de onderscheidene landen gesteld wor-
den al naar gelang de behoeften, varieerende – naar
d,00r de vergadering verondersteld werd – van twee
maanden tot vier maanden, eventueel in sommige
uitzonderingsgevallen zelfs een jaar. Ten einde in de
betrokken landen met een gelijke eenheid te kunnen
werken, wordt voorgesteld daartoe ‘aan te nemen als
‘een nieuwe een.heid de ,,Panamericano”, ter waarde
van 20 Amerikaansche centen, equivaleerende met
0,33437 gram goud van
°Iio
fijn. Het in gebruik nemen
van deze munt wordt aanbevolen. De vergadering be-
sloot, dat het stelsel voor de landen, ‘die er zich bij
aansluiten, niet verp-lichtend gesteld moet worden,
zoodat onder alle om’standigheden gekozen kan -wor-
den goud te verschepen. De onderscheidene gouverne-
mentèn zullen zich in de te sluiten verdragen garant
hebben te stellen fvoor de afrekening der saldi. Naar in
Washington verluidde, heeft meer dan de helft van.
-het aantal staten, welker medewerking noodig ‘is om
met ‘het plan practiseh te kunnen beginnen, toezegging
gedaan zich te zullen aansluiten. ‘Het plan s]uit aan
bij ‘voorstellen, die in vroeger jaren ‘reeds vernomen
zijn. Men zal met belangstelling kunnen volgen of de
Unie er in slaagt het hier geschetste denk-beeld, waar-
bij nog wel eenige kautteekeningen waren te maken,
die wij in deze aanteekening echter achterwege willen
laten, ‘door ‘te zetten. Alvorens de Noord-Amer-ikaan ‘sche exporthandel er weder een ‘krachtig ‘wapen meer
mee verkregen heeft, ‘zullen nog wel’ eenige jaren
verstrijken.
Het vijfde jaarrapport van den
Fede
-ral Reserve Board. —
Ina’fwach-
ting van he.t jaarrapport van den Federal Reserve
Board, dat eerlang ‘kan worden tegemoet gezien, ont-
leenen wij een en ander aan het excerpt daarvan, ge-
geven in het zoo juist ontvangen Maart-num.mer van
,,The Journal of. Political Economy”. Het rapport is
op 8 Februari jA. bij het Congres ingediend. Er wordt
om. in gegeven een verslag over het financieren van
-den oorlog, voor adoveel de banken daarin betokken waren. Hierbij vertoonen
zich’
voor de werkzaamheid
van het Federal Resenve System t-wee periodes. De
.eorste strekt zich uit van het begin van den Europee-sahen oorlog tot het oogeublik, waarop Amerika zich
bij de oorlogvoerenden schaarde. De tweede periode
loopt tot het einde van 1918. In de tweede periode
was ‘het stelsel veel krachtiger dooi de aansluiting van
meer nieuwe leden – thans ongeveer een 1000-tal
statebanks tellende – en de verplichte overdracht der
reserves der leden aan de Federal Reserve Banks.
Gebeurtenissen, waarvan in de kolommen van dit tij d-
schrift reeds melding gemaakt werd. – Angeteekend
wordt, -dat het. gouduiit’voervenbod niet zoodanig
van invloed geweest is op cie mate, waarin Vrij-
wil-lig overdracht van goud aan de F. R. banken-
plaats heeft gevonden als men gemeend had te kun
nen aannemen en dat de technische beteekenis van de
goudopliooping verre is achtergebleven bij wat men er ziçh van voorgesteld had.
Als gevolg van den oorlog is in de portefeuilles- van
de reserve-banken veelal heel wat ooi-logspapier bin-
nengevloeid; in sommige gévallen bedraagt ‘deze beleg-
ging 80, pOt. van de debetposten. Een aanzienlijke
winst- is gemaakt geworden; voor alle F. R. banken
samen bedraagt deze meer dan $ 55000.000 gedurende
1918. Sommige banken verdienden meer dan 100 pCt.
van haar kapitaal na afschrijvingen ena. Wij lezen in het Journal de opmerking, dat, gelet op de groote be-
dragen oorlogsp!apier, die opgenomen zijn, ‘de bovenma-
tige winsten echter geheel aan toevall-i.ge oorzaken toe
te schrijven zijn, waaiibij van de bankei geen -inspan-
ning gevergd werd. Men verwondere er zich daarom
niet over, dat ‘het echte handelspapier in zijn ver-
spreiding wat belemmerd werd, temeer daar een be-
7 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
447
langrijk deel van den buitenlandschen handel gef.i-
nancierd werd met sëihatkistwissels.
Belangrijk is ook de verklaring, waarom de accept-
credieten in den buitenlandsahen handel van de Unie
bij A.merikaansche bankiers niet meer toenamen. Dit
kwam doordat de Engelsche banken niet alleen een
deposito-rente voor uit ‘het buitenland afkomstige
deposito’s vergoedden, waartegen de Amorikaansohe
banken niet konden concurreeren, maar dat ook
ongeloofelijk lage noteeringen voor acceptaties gege- –
ven werden, waarmede de Engelsche banken er in
slaagden de zaken aan te houden, die zij v66r den
oorlog bezaten. ,,This process, facilitated as it ‘ha
been by our own loans to the Allies, has been perhaps
one of the incidental costs of our participation in the
war.” Naar het den indruk maakt is deze laatste op-
merking nog een toegiftje van het ,,Journal”.
1)
Zie hierbij pag.
522 v.
j.
Onder verwijzing naar de aanteekening ter zake in
het vdrig nummer, moge voor de goede orde nog ver
meld zijn, dat thans ook de N.O.T. haar z.g.
Zwarte
lijst
heeft opgeheven.
BOEKAANKONDIGING.
Rechtspraak in Crisiszalcen door Mrs.
H. Blaupot ton Cate, M. Oppenheimer
en J. Ph. Suyling,
uitgegeven bij N.
Samsom, Alp’hen a/d. Rijn; 1919.
Het werk kondigt zich aan als een commentaar op
de wet tot instelling eener bijzondere rechtspraak in
distributie- en andere crisiszaken met den daarbij
behoorenden algemeenen maatregel ‘van ‘bestuur; op
de wet dus van 26 Juli 1918 S. 494, in werking ge-
treden op 16 Decem’ber day. Meestal is nuik een
commentaar op een nieuwe wat, verschijnen’de v66r of
kort na hare inwerkingtreding, zoodat dus met de
practijk nog geen rekening is kunnen gehouden ‘or-
den, niet veel anders dan eene bewerking van de ge-wisselde stukken en het mondeling behandelde in de
Kamers, waardoor men deze op een aangename wijze
te lezen krijgt, maar zonder dat uit het werk veel per-
soonlijks blijkt en zonder dat veel nieuwe .geziohts-
punten worden geopend buiten die, waarop bij de
l)ehandeling reeds gewezen is. Hij, die echter verwacht
bij dit werk iets dergelijks te vinden, zal
ik mag
niet zeggen bedrogen uitkomen, integendeel
blijde
verrast zijn iets geheel anders aan te treffen.
0p oorspronkelijke wijze wordt het onderwerp
systematisch behandeld; geen detail wordt overge-
slagen, geen vraagpunt onibesproken gelaten. Pittig
worden de kwesties gesteld, de argumenten aange-
voerd, de conclusies genomen. De stijl en de betoog-
trant lokken uit tot voortiezing en houden de aan-dacht ‘voortdurend geboeid. Van de argumentatie
gaat een sterke suggestie. uit en soo geneigd zijn de
schrijvers hunne conclusies door een reeks van argu-
inenten te bevestigen, dat zij, zelfs waar eene uitdruk-
kelijke wettelijke bepaling een oplossing geeft in hnn
zin, zooals art. 9 van het reglement, dat beroep van
algemeen verbindende voorschriften u.itslui, nog een
lang betoog houden om aan te toonen, dat bij het
ontbreken van dit artikel toch hetzelfde zou gelden.
In tegenstelling met het onpersoonlijke in ‘de com-
mentaren, waarop ik in den aanvang doelde
;
heeft
deze commentaar ju’ist een zeer sterk persoonlijk
karakter, dat op elke bladzijde,
oii
eiken regel schier
zich vertoont en waardoor het moeilijk is niet te ge-
boven, dat één van de drie schrijvers den geheelen
tekst, voor zijne rekening heeft genomen.
Breedvoerig worden de wet en de reglementen
behandeld. Helder wordt uiteengezet van welke
maatregelen een ‘beroep bij den rechter openstaat,
welke de bevoegdheid van den rechter is en wat een
vonnis kan’ inhouden, evenals hoe ‘de administratie
zich tegenb3r het ‘vonnis al hebben te gedragen.
Uit de wettelijke ibepalingen zelf blijkt dat niet altijd
even duidelijk. Maar daarbij bepaalt het werk zich
niet. Het stelt zich op een breeder plan en beziet de
beginselen, welke aan de administratieve rechtspraak
in het algemeen ten grondslag moeten liggen. De
‘bekende controversen aooais het ‘vrije goedvinden der
administratie, de ‘verhouding van den administra-
tieven tot den burgerljken rechter, de omvang van de
reohtskraeht van administratieve vonnissen, vinden
wij terug en in allen wordt zeer ‘beslist partij gekozen.
Hier als
bij
de andere kwesties treffen wij nimmer
aarzeling en zij, die op een, vasten leidsman willen
bpuwèn, kunnen %ich zeker geen beteren gids wen-
schen.
Maar hier kom ik op het naar
mijne
meening
zwakste punt van het werk. Niet, dat de schrijvers in
alle kwesties zoo zeker van hun oordeel zijn; wij kun-
nen niet anders, dan hen ‘hierom benijden, maar dat
zij bij bekende geseihilpunten nauwelijks wijzen op
eene mogelijke tegenovergestelde opvatting, nimmer den tegenstander noemen of verwijzen naar plaatsen,
waar dezelfde kwesties behandeld zijn. Waar zoo be-
slist onder krachtige aanvoering van argumenten
partij gekozen wordt in een geschil, heeft de lezer
recht om in de eerste plaats te weten, dat er een ge-
schil is en verder om door afweging van de arguimen-
ten van beide partijen zelf een oordeel te kunnen vormen. De bewijsvoeringen voor de in dit werk
gehuldigde meeningen zijn sterk genoeg en behoeven
een vergelijking met die van de tegenstanders niet te
vreezen. Nu worden zij, die de kwesties niet kennen,
in den waan gebracht, dat slechts één oplossing moge-
lijk is en het talentvolle betoog werkt daartoe in niet
geringe mate mede, terwijl zij, die bekend zijn met de
vraagstukken, lichtelijk geïrriteerd worden •door het
algemeen ontbreken van verwijzing naar an’derer
meening.
Ik heb dit als een igemis gevoeld. Bewijs toch wordt
geleverd door aanvoering van eigen argumenten en
weerlegging van die van anderen. Juist waar de
positieve bewijsvoering zoo krachtig is, missen wij des
te meer de andere zijde daarvan. Un défaut de ses
qualités!
Wellicht zou de omrvan’g van het werk ‘grooter zijn
geworden, dan was bedoeld, maar waar dif boek zon
breed is opgezet, had men de gevolgen daarvan moe-
ten dragen; het werk gaat ver over eenvoudig com-mentaar op de crisiswet heen en het zal zijn belang
behouden, juist wat de algemeene onderwerjien be-
tref t, wanneer de crisiswet zelf zal hebben uitgediend.
De administratieve rechtspraak of een van haar
onderdeelen zal niet meer ‘behandeld worden zonder
dat van de hier aangevoerde meeningen zal zijn kennis
genomen.
Maar ook ‘voor het nabijliggende doel zal het zich
zeer geschikt betoonen. Zij, die een toelichting noodig
hebben op deze crisiswet, zullen zelden een vergeefsh
beroep op dit werk doen, dat alle vragen padckend
behandelt en waarin voortdurend naar een practische oplossing is gezocht, welke in vele gevallen ook ver-
kregen is. De opneming van de verschillende vette-
lj’ke bepalingen, de cris’isrechtspraak betreffende,
verhoogt nog .4e bruikbaarheid van he’t werk. Nie-.
mand zal na lezing thetboek uit handen leggen zonder
een ruimer blik ‘in de administratieve rechtspraak in
het algemeen en in de crisisrechtspraak in het bijzon-
der gekregen te hebben, al zal hij ‘het dan ook niet
met alle uitspraken behoeven eens te zijn,.
RIBBIUS.
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
Normaalpa’kketten n a a r de (Jeu-
t r a 1 e R
ij
k e n. Aanivragen voor uitvoervergunnin-
gen (voor normaalpakketten levensmiddelen) ten be-
hoeve van in de Centrale Rijken gevestigde Neder-
443
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Mei 1919
.4
landsche gezinnen, kunnen voortaan door de hoofden
dier gezinnen zelf worden gedaan aan het Ned. consu-
laat, waaronder zij ressorteeren. Hiermede •is dus in
werking getreden de nieu’we regeling voor den uitvoer van levensmiddelen aan Nederlanders, in Duitsdhland,
enz. woonachtig, bedoeld in de nummers 169 en 170.
Uitvoer van tabak en sigaren.
De Minister van Landbouw heeft thans den ongelimi-
teerden uitvoer van sigaren naar de geallieerde landen
toegestaan; voor de Centrale Rijken geldt nog steeds
de beperking tot 500 millioen stuks.
Ook
de uitvoer
van N.O.T.-vrije, ruwe tabak door de fabaikanten naar
de geallieerde landen wordt toegestaan; niet naar de
Centra] en.
T
a
b
a k. Het verbod tot aflevering en vervoer van
ruwe tabak is ingetrokken..
K a a s n a a r
1
n d iö.
Op
aanvrage wordt onthef-
fing verleend van de verplichting om alle kaas aan de
centrale pak.hu
.izen af te leveren, ten behoeve van de
verzending naar de Ned. .koloniën. Het Rijkskantoor
voor Melk en Zuivelproducten behoudt
zich
echter
het recht voor de aangevraagde ‘hoeveelheden zoo
noodig te verminderen.
K
a a s. Het kaasrantsoen is weder veihoogd tot
0,25
K.G.
per hoofd per twee weken.
Uitvoer sinaasappelen en citroe-
n e n. Voor een beperkte hoeveelheid sinaasappelen en
citröenen kan consent tot uitvoer worden verleend.
naar de Entente-landen en liet bezette gebied van
Duitschiand.
U
i t v o e r inlandsche runderhui-
d e n. Met ingang van
1
Mei zal in beperkte mate
consent kunnen worden verleend tot den uitvoer van
in]andsche runderlluiden.
B r o o d r a n t s o en. Het ligt niet in het voor-
nemen voorloopig ‘verahdering te brengen in het
geldende broodrantsoen, ofschoon granen weder in
onbeperkte hoeveelheid kunnen worden aangevoerd.
V ï
ee s ch e n v e t te n. Met ingang van 1. Mei is
opgeheven het Rijkskantoor voor Vleeseih en Vetten,
voor zoover betreft de afdeeling, belast met de distri-
butie van margarine. Eveneens is opgeheven de aan
het Rijkakantoor toegevoegde Commissie ‘van Advies.
Met ingang van
8
Mei is ingetrokken de beschikking
van
19
Augustus
1918,
betreffende botermélanges.
Ook is ingetrokken de beschikking van 2 Fcbruari
1.918,
betreffende de verpakking van margarine.
V e e v o e d e r. De Minister van Landbouw heeft
met ingang van 1 Mei ingetrokken de Veevoeder-
distributieregeling en ‘het Pluimveevoederhesluit en
opgeheven het Rijkskantoor voor Veevoeder en de
Provinciale Kantoren voor Veevoeder.
Ontbinding vereenigingen. De Minister
van Landbouw heeft met ingang van 1 Mei ontbon-
den, voor zoover zij niet reeds vroeger op een.ige wijze
ontbonden zijn: de Botervereeniging, Aardappel’ver-
eeniging, Vereeniging ,,Qroenten-Ceutrale”, Zeevisch.
vereeniging, Paardenvereeniging, Rundveevereeni-
ging, Suikervereeniging, Vlasvereeniging, Ribbehooi-
vereeniging, Vereen.iging van Stremselfabrikanten,
Kaasvereeniging, Pe
u
l
v
ruchtenvereeniging, Vleesch-
vereeniging, Vereeniging van Aardappelmeelfabri-
kanten, Vereeniging van Fabrieken van Melkproduc’
ten, Vereeniging ,,Zaad-Centrale” en Vereeniging
Fruit-Centrale”.
II
o o i. Met ingang van 4 Mei zijn ingetrokken het
verbod tot vervoer van hooi en de maximumprijzen
voor hooi.
V
i s ch. Met ingang van 1 Mei zijn opgeheven het
Rijkakantoor voor
Visch
met daaraan toegevoegde
Commissie van Advies en het Cehtraal Bureau ‘voor
den Afzet van Vissciherijproducten.
O 1
i ë ii en v e t t e n. Het verbod tot vervoer en
aflevering van oliën en vetten is met ingang van
1 Mei
ingetrokken.
S
u i k e r. De aanmaak van gesaccharinecrde suiker
is gestaakt.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
3
Mei 1919
20 full 1914
Ned
Disc.Wissels.
4’/ sedert 1Juli ’15
3’/,sedert23
Mrt.’14
Bel.Binn.Eff.
1Vrsch.inR.C.
4
1
/t
,,
1
,,
’15
4
23
’14
5
1
/1
,,
19Aug.’14
’14
5
,,
23
,,
Bank van Engeland
5
,,
5 Apr.’17
3
,,
29 Jan. ’14
DuitseheRijkabank
S
,,
23Dec.’14
4
5Febr.’14
Bank vanFrankrijk
5
,,
21Aug.’14
3
1
/2
29 Jan.’14
Oostenr. Hong. Bk.
5
,,
12 Apr.’15
4
,,
12 Mrt. ’14
Nat.Bankv.Denem.
52/t
,,
4 Jan.’19
5
,,
6Febr.’14
Zweedsehe Rijksbk.
6′!,
,,
24 Apr.’19
4
1
/2
6
,,
’14
Bank v. Noorwegen
6
,,
13Dec.’17
4
1
12
,,
11
’14
ZwitserscheNat.Bk.
5
1
!,
,,
3 Oct. ’18
31/t
,,
19
,,
’14
Belgische Nat. Bk.
5
,,
6 Feb.’19
4
30 Jan, ’14
Bank vanSpanje..
4
,,
22Mrt.’17
4
1
1,
24Sept.’03
Bank van Italië ..
5
,,
10 Jan.’18
5
,,
9 Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.
3-4
– –
–
Javasche Bank….
3
1
/s
,,
1Aug.’09
3
1
/2
1 Aug’09
ÖPEN
MARKT.
Data
1
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
P
art.
N. York
Cali-
1
Parl
Prolon.
disconto
I
gatie
disconto disconto
disc.
money
3 Mei ’19
4′!,
31/.2/
3V2
4-‘!,
–
41/5
2)
28A.-3M.’19
4’/’/, 2)
31/2741/4
fl
O5
1
5
17
2
4-‘/8
–
4’/.6’I3
21-26 A. ’19
41/4….2/ s
3’/4
317/82
4
8
/8
–
4
3
/4-6
14-19 A. ’19
41/
4
3
1
/2.4
1
/,
327/7
4.
8
/
–
5
1
I2-6
29A.-4M.’18
31/2_4t/4
31/_5I/
39/
4.1/8
–
3
1
/1-6
30A.-51%1.’17
2’/,
2
1
4-3
4
3
/
4_1/8
–
2
1
/2-4
2(-24Juli’14
3/a-/ie
2
1
/4-I4
2t/
4
_8/
4
2
1
/,-/2
2/4
1
1
/42’/2
1) Noteering van 2 Mei.
2)
Het particulier disconto der gemeente-
wissels was in de afgeloopen week
1
/2.
2
/4 pCt. hooger.
WJSSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
De wisselmarkt was deze berichtsweek zeer vast, zoowel
voor enteote- als voor centrale wisseLs en met zeet groote
omzetten. Daar de goederenhandel beduidend leveudiger
begint te worden, kwamen ook uit dien hoofcld meer wis-
sels ter markt, zoodat op verschillende dagen de markt een
buitengewoon levendig aanzien had. Londen steeg van
11.5734 tot 11.68, heden 1.3.74. Dollars van 2.473.4 tot
2.5034. Parijs was aanvankelijk eveneens vast en steeg tot
41.30, maar liep daarna weder terug. Buitengewoon vast
waren Marken, die in iets meer dan een week ongeveer
30 pOt. verbeterden. Over het algemeen was het alleeft een
gevoelsstemmiiig. Een bepaalde oorzaak was niet aan te
wijzen. Het aanbod was vooral in het begin der week nog
buitengewoon groot, maar het werd grif opgenomen en de
koers bleef desondanks aanmerkelijk stijgen. Ook Weenen
was iets beter, maar nog steeds met weinig handel. De
neutrale wissels bijna onveranderd, eerder iets flauwer.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Londen
Data
Parijs
Berlijn
Weenen
I
New
York’)
28April1919..
11.573
41.-
19.55
9.25
39.-
2.47′!,
29
,,
1919..
11.60
41.10
21.20
9.75
39.25
2.47
3
/8
30
1919..
11.65
41.40
21.974
10.50
39.35
2.48
8
/
1
Mei
1919..
11.65.1
‘
41.30
21.05
10.30
39.25 2.49
2
,,
1919..
11.68
1
–
41.224 21.45
10.20
39.30 2.49
3
/8
3
,,
1919..
11.68
41.25
21.70
10.-
39.35
2.49′!,
Laagste d.w.’)
11.56
40.85
18.40
8.75
38.90
2.47
Hoogste
,,
,, 0
11.70
41.50
22.50 10.80 39.45
2.50
26 Apr. 1919..
11.56
40.90
18.20
9.-
39.021
2.47/
19
,,
1919..
2
11.55
2
41.371
1
2
18.32
2
9.95
39.30
2.48
Muntpariteit..
12.10k
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
3
/
5) Noteering te Amsterdam.
t)
Particuliere opgave.
2) Noteering van 17 April.
7 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
449
Da a
Siock-
holm
5
)
Kopen-
hagen)
Chri:.
liania’)
Zwutser
lande)
Spanje
1)
Batavia
1)
telegrafisch
28 April1919
66.15
62.10
63.85
50.45
50.40
99t/_5/
29
1919
86.15
61.95 63.85
50.40
50.35
99t/5_5/4
30
,,
1919
66.30
62.-
64.-
50.25
50.30
99ij
2
5/
g
1
Mei
1919
66.50
62.10
64.-
50.40 50.30
991/8/
2
191
66.65 62.25
64.20 50.27k 50.50
99’/2-‘/
3
1919
66.25
62.-
64.10 50.20 50.50
99
1
/_
3
14
L’ste d.
w.’)
66.05 61.80
63.75
50.10
50.-
99
1
I
H’ste
,,
,,
‘)
66.70
62.40
64.35
50.60 50.75
99/4 26 Apr. 1919
66.20 61.95
63.80
50.35 50.40
99
1
/,-
1
/4
19
,,
1919
(
2
66.-
(
2
61.95
63.85
(50.20
50.25
99
1
/2-
8
/
Muutpariteit
66.67 66.67
66.67
48.-
48.-
100
*) Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
‘) Noteering van 17 April.
KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht
Zicht
Zicht
Data
Londen
Parijs
Berlijn
Amsiera’.
(in
,
(In fr,.
(in cents
(In cents
per
P. ,)
p. 4 Rm.)
per gld.)
3 Mj ….
1919
4.67.85
6.09
1
/8
oom.
40
3
!,,
Laagste d.
week..
4.66.85
6.02
1
/2
nom.
40’/a
Hoogste,,
,,
..
4.68.25
6.09
1/
oom.
40
1
/8
26 April
.. 1919
4.67.50
6.09
oom.
40
1
!,,
Muntpariteit
….
4.86.67
5.18/4
95
1
h
40
5
!,6
KOERSE 9
VAN
DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings.
eenheden
17April
1919
24April
1919
Tijdperk
25 April-3 Met
1
Laagste Hoogste
3 Mei
1919
Alexandrili..
Piast. P. X
977/
9771
977/
1
977/16 977!16
*B. Aires’)
..
d.p.gd.pes.
51
0
!,, Sl’/a
51
1
!,,
SV!,
51/,,
Calcutta
. . . –
sh/d.p.rup.
116
1
!,2
1/6142
1/6
116
1
/is
116
1
42
Hongkong ..
id. p. $
3/3
1
1g
314
1
/4 31
4
‘/4
315
314’I4
Lissabon ….
d.p.escudo
33
3
/s
33
1
/8
32
34
32
3
/8
Madrid
….
Peset. p. X, 23.09
22.99 22.93 23.18
23.05
*Monteyideoi
d.p.peso
597/
8
597/8
59/
60
1
/8
59′!a
‘)
Montreal..
..
$
per
£
4.767/8
4,777/8
4.78V,
4.80
7
/8
4.80T’
5
R.d.Janeiro.
d.p.milr.
13
23
182
1329/,
2
137/
14/4
14’/0)
Lires
p.
£
34.57 34.77
34.-
35.30 35.18
Shanghai
. .
sh/d.p.tael
4191/2
4111
4/11
5/-
51-
Rome
…….
Singapore
..
id. p. $
2141/
8
2/4V,
2139/ta
2/5′!,
2/4+’)
*Valparaiso..
d.p.pap.p.
10’/8
10″!16
lO”/,,
lO’/s
10′!8
Yokohama
..
sh/d.p.yen
2/2
1
!4
2/2′!
6
2/2
2/2’/2
2/21/
4
* Koersen van den dag voorafgaande aan de data in het hoofd vermeld.
0 Telegrafisch tranafert. 2) Noteering van 30 April.
3)
Id. van .2 Mei.
GOUD EN ZILVER.
Sedert 29 Juli 1916 worden de da
g
elijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud
door
de Bank van
Engeland
tijdelijk
niet
bekend
gemaakt.
NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering te Londen
te New York
3 Mei
1919 …….. 48″!,,
101
1
/6
26 April 1919 …….. 48’/&
101
1
/
8
19
1919 ……… 48
15
/,a ‘)
101
1
/
8
12
,,
1919 …….. 48/,
101’/,
4 Mei
1918
……..
49′!,
991/2
5 Mei
1917……..38
747/
s
20
Juli
1914
……..
24″/,s
54
1
!8
t) Noteering van 17 April.
N.U.M.
Weekstaat der
Nederlandsche (.Jitvoermaatschappij.
Voornaamste posten in
duizenden
guldens.
Buitenl.
Debet
5
pCi.
Credit
Data
Bankiers
Schat.
Diverse
Schuld.
Diverse
kistbilj.
reken.’)
brieven
reken.
1)
30 April 1919..
1 95R
58.650
419
17.146
34.294
24
,,
1919..
1.868
58.650
(
2
383
17.142
(‘
34.368
16
,,
1919..
3.719
58.660
70.400
17.126
104.199
6
,,
1919..
6.615
58.650
70.400 17.123
104.027
31 Mrt. 1919..
6.616
56.500
70.400
17.111
103.014
1) Beide rekeningen omvatten, behalve garantiewiasels in portefeuille
tot het bedrag der buitenl. achatkiatbiljetten, in hoofdzaak garantiewiasel.
in depbt bij de Ned. Bank.
S) Bij vergelijking met de vroegere weekstaten toonen de Diverse Reke-
ningen een vermindering aan, doordat de als surplus voor buitenlandache
schatkistbiljetten ontvangen waarden, die vroeger zoowel aan de debetzijde
als aan de creditzijde der weekstaten onder dit hoofd voorkwamen, thans
buiten beschouwing zijn gelaten. – In het vervolg zullen deze als surplus
ontvangen
waarden niet meer in de weekataten tot
uitdrukking
komen.
NEDERLANDSCHE BANK.
VerkorteBalans op
3 Mei 19i9.
Activa.
Binnenl. Wis- t H.-bk.
f115.650.11 1,321/
2
sels,
Prom.4
B.-bk.
,,
994.721,18
1
/,
enz. in disc.
Ag.sch.
28.246.787,37
f
144.891.619,88
Papier
o. h.
Buitenl. in
disconto
……………………..
–
Idem
eigen
portef.. f 27.321.335,-
Af:
Verkocht
maar voor
de
bk.
nog niet
afgel.
»
–
Beleeningen
27.321.336,-
H.-bk.
f150.542.892,65′,,
mcl.
vrsch.
in
rek.-crt.
B.-bk.
,,
13.794.808,06
1
!,
{ op
onderp.
Ag.sch.
,,
67.640.050,43
f231.977.761,15
Op Effecten
……(226.665.351,15
Op Goedeen en Spec.,,
5.312.400,-
,,
231.977.751,15
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
10.327.044,73′!,
Munt en
Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
56.411.325,-
Muntmat., Goud
..
,,606.428.439,40
1
/,
(662.834.764,40
1
/2
Munt, Zilver, enz.
•
7.262.091,49
Muntmat., Zilver
.. •,,
–
Effecten
670.096.865,89
1
!1
Bel.v. h. Res.fonds..
f
6.070.869,32
k id. van
1/
v h
onif.
–
t 0R475Q &.
—
–
-.
_r”
‘
,,
9.055.658,75
Geb. en Meub.
der
Bank …………….
,,
1.770.000,-
Diverse rekëningen ………………
,,
76.990.653,25
1
!2
(1.172.430.918,86
1
/,
Passiva.
Kapitaal
……………………..
(
20.000.000,-
Reservefonds
…………………..
,
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop …………
,,
1.083.454.430,-
Bankassignatiën in omloop ……….
4.300.362,77
1
!2
Rekening-Courant saldo’s:
Van
het Rijk …. (
–
Van
anderen
….
,,
44.280.591,82
1
!,
,,
44.280.591,82
1
!1
Diverse rekeningen ………………
,,
15.316.181,50
1
!2
f1.172.430.918,66′!,
Beschikbaar
metaalsaldo ……………
f
443.305.058,19
Op de basis van
‘/,
metaaldekicing
….
,,
216.897.981,27
Minder bedrag
aan
bankbiljetten
inomloop
dan waartoe de
Bank gerhtigd is ..
,,
2.216.525.290,-
Verschillen
met den vorigen
weekstaat:
Meer
Minder
Disconto’s
…………….
.5.175.263,05
Buitenlandsche wissels……
241.438,-
Beleeningen
…………..
6.002.359,08
Goud
613.396,96
Zilver
852.116,60
Bankbiljetten
…………
.
48.816.186,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
….
47.783.168,56
Voornaamste posten in
duizenden guldens.
Data
Goud
Zilver
Bank-
jeg,en
Andere
opetschbare
acnutaen
3
Mei
1919
662.835
7.262
1.083.464
48.581
26
April
1919
..
663.348
8.114
.
1.034.638
94.915
19
»
1919
666.605
8.952
1.025.906
93.872
12
1919
….
667.070
8.851 1.020.674
90.518
5
,,
1919
667.947
8.733 1.019.207
81.820
29 Maart 1919
66.334
9.750 1.011.223 82.202
22
1919
670.253
9.597
992.658
83.231
15
,,
1919
..
675.032
9.468
1.001.168 78.555 676.947
9.317
1.009.168
71.281
1
,,
1919
677.311
9.219
1.018.535 75.284
22
Febr.
1919
677.319
9.105 1.000.194
65.696
15
,,
1919
677.328
8.996 1.007.335 66.967
8
1919
…..
8
,,
1919
684.348
8.951
1.028.734
201.369
4 Mei
1918
.. ..
721.833
7.331
971.986
64.449
5 Mei
1917
– …
596.027
6.961
785.419 54.812
25
Juli
1914
….
162.114
8.228
310.437 6.198
450
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Mei 1919
Data
Disconto’,
Bdee-
Beschik-
baar
.
Dek-
kings.
Hiervan
1
otaat.
Schatkist.
ningen
Metaal-
percen,
messen
saldo
lage
rechtstreeks
3Mei 1919
144.892
80.000
231.978
443.305
59
26Apr. 1919
139.716
93.000 225.975
445.163
60
19
1919
143.344
94.000
206.089
451.211
60.
12
,,
1919
140.327 94.000
200.495
453.290
61
5
,,
1919
137.031
99.000
194.720
456.077
61
29 Mrt. 1919
119.690 87.000
195.746
459.997
62
22
1919
113.894
82.000 190.530
464.262
63
15
,,
1919 110.373 79.000
193.785
468.132
63
8
,,
1919
101.841 65.000
189.577 .470.053
64
1
,,
1919
104.208
‘65.000
208.894
467.313
63
22Febr.1919
92.519
50.000
182.230
472.793
64
15
,,
1919 101.348 50.000 186.008
47Ï.008
64
8
,,
1919 231.775 170.000
216.812
446.821
56
4Mei 1918
61.871
18.000 170.593
520.938
70
5Mei 1917
88.126
70.000
93.061
434.013
72
25 Juli 1914
67.947 14.300
61.686
43.5P)
54
1)
Op
de banjo van
/6
metaaldekking.
Uit de bkendma.king van den Minister van Finan-
cijn blijkt, dat uitstonden op:
26
April 1919
3 Mci 1919
Aan schatkistpromessen.’
f
353.330.00.0,-
f
393.630.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 93.000.000,- ,, 80.000.000,-Aan schatkistbiljetten .. ,, 111.728.000,- ,, 80.979.000,-
Aan zilverbons ………,, 56.452.293,- ,, 56.348.763,50
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en’ uitzettingen en
het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
B
Andere
Data
Goud
Zilver
ank.
opeisc/ib.
ijctten
_LIJ..
26 April1919
334.600
12
,,
1919 ……
*5*
*5*
333.600
6
,,
1919 ……
*5*
*5*
334.700
22 Febr. 1919 ……
122.373
12
… …
12.334
205..265
123.961
15
,,
.
1919 ……
122.444
12.245
207.128
119.302
8
1919 ……
119.685 13.740
202.112
124.202
1919 ……
118.856
14.070
200.933
123.453.
91.225
18.058
181.344
67.776
27 Apri11918…….
28 April 1917 ……
72.938
23.309
156.251
35.438
25 Juli
1914 ……
22.057 31.907 110.172
12.634
Wissels,
.
Diverse
Beschik.
Dek-
D ata
Lii,-
buiten
,oelee-
k
baar
king,-
conto’s
N..Ind.
‘ningen
nin gen
1)
metaal-
percen
betaalbaar
saldo
lage
26Apr.1919
211.100
***
69.900
12
,,
1919
211.300
*
70.400
5
,
1919
207700
70.800
22
Feb.1919
8.418
20.772
88.362
10.194
69.192
41
15
,,
1919 8.721
20.797
84.749
9.652
69.710
41
8
1919
8.413 20.111
84.431
9.613
68.541
41
1
1919 8.150 18:179
92.449
9.680
68.399
41
27 Apr.1918
7.586
.32.834
67.975 26.565 59.670
44
28 Apr.1917
6.094
38.818
47.840
6.302
58.423
50
25 Juli 1914
7.259 6.395
‘47.934
2.228
4.842
1
)
44
t
)
,
Sluitpost
der
activa.
2)
Op de
basis van
8/
metaaldekking.
SURINAAMSCHE BANK.
•
Voornaamste’ posten in duizenden guldens..
–
Data
‘
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
1
t Disconto’s
Div. reke-
ningenl)
22 Maart’ 1919..
962
1.643
2
)
882 1.345
114
15
,,
1919..
958
1.827
3
)
833
.
1.343
109
8
,,
.
1919..
952
1.686
4
)
865
1.322 119
1
1919..
948
1.6928)
847
1.303
115
23 Maart 1918.’.
547
1.256
.901
1.075
.626
24 Maart 1917..
762
1.043
1.104
939
360′
25 ‘Juli
1914..
645 1.100
660
736
396
t
)
Sluitpost der activa.
2)
Hiervan zilverbona 250
di.
gld. ‘)idem 250
dz. ald.
4)
idem
265
di.
ald.
5)
idem
256
di. gld.
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
–
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
‘BANK
,
VAN. ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling. . .
Currencg Notes.
Daa
Metaal Circulatie
Bedrag
I
Goudd.
I
Goo. Sec.
30 April 1919 85.676
77.162 384.340 28.500 331.095
23′
1919 85.116
76.163 349.108 28.500 332.096
16 ,,
1919 85.235
76.213 346.039 28.500 327.096
9 ,,
1919 85.090
74.957 335.325 28.500 318.068
1 Mei 1918 61.361
49.439 238.058 28.500 213.836
…2 Mei 1917 55.076
38.850 154.368 28.500 122.637
22 Juli 1914 40.164. 29.317
–
–
–
Data
Gov.
Sec.
01/ier
Sec.
___________
Public
‘
Depos.
Other
Depos.
Re.
sen,e
Dek.
king,.
percen-
lage
1)
30 Apr. ’19
55.088
82.227
21.930
124.722 26.964
18,38
23
’19
‘50.225
81.793
24.591 117.208 27.404
19,32
16
’19
56.114 78.305
27.710 116.563
27.472
19,03
9
,,
’19
58.031
77.624
30.309
116.292 28.582 19,50
1 Mei ’18
56.460 102.862 34.373 137.652
30.372 17,65
2 Mei ’17
45.025
114.093
47.226
128.859 34.676
19,69
22Juli
’14
11,005 33.633
13.735
42.185
29.297
52
8
/
t)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
.DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, in duizenden Mark.
ijata
________________
etaa
Daarvan
Goud
Kassen.
scheine
Circu.
Zatte
Dek-
king,.
percen-
tage ‘)
23 Apr. 1919
1′.932.972
1.911.845 6.862.119 25.874.800
34
is
,,
1919
1.932.558
1.912.036
6.839.461 25.871.133
34
7
1919
1.934.702
1.913.930 6.732.028 26.494.830
34
31 Mrt. 1919
1.936.690
1.915.993
6.732.155 25.490.489
34
23 Apr. 1918
2.464.725
2.344.806 1.472.703 11.564.031
.34
23 Apr. 1917
2.549.132
2.532.304
550.426
8.144.933
38
23 Juli
1914
1.691.398 1.366.857 66.479
1.890.895
93
t)
Dekking
,
der circulatie
dooi
metaal en Ka8senscheine.
Data
Wissels
Rek. Cr1.
Darlehenskasscnschcine
Totaal
In kas bij
uitge-
de Retchs.
geven
bank
23 Apr. 1919
28.748.205
11.585.569
17.984.160
6.853.500
15
1919
29:982.032
13.036.031 18.078.300 6.829.300
7
,,
1919
30.196.113 11.252.575 17.875.300 6.703.500
31 Mrt.
‘
1919
30.177.273 14.502.943
17:872.600
6.724.800
23 Apr.
1918
12698.699
6.298.883′
8.289.800
1.457.700
23Apr. 1917
8.484.810
4.014.336 4.371.900
533.100
23 Juli
1914
750.892
943.964
–
–
OOSTENRIJKSÇH-HONGAARSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden Kronen:
Data
Metaal en
utut
goud
wissels
Disc, en
beke.
ningen
Bijzondere
schuld van Oostenrijk
en Hongarije
t
‘Bank-
1
biljetten
P
–
Rek. Cr1.
saidl
23Apr.’19
9336.400
12.044.829 32.954.000 39.102.475 6.583.082
15
’19
335.394
12.027.612 32.954.000 38.897.135 6.457.395
7
’19
334.337
12.003.912 32.954.000
38.60,6.158
6.699.869
31Mrt’19
335.304
12.144.942
32.954.000 37.965.314 7.421.665
23
,,
’19
335.325
12.129.075 32.954.000
37.709.061
7.659.814
23Juli’14
1.589.267
954.356
–
2.159.759 291.270
1)
waarvan
262.153
goud,
17.225
buitenlandsche goudwissels en
57.UZZ
munt- en muntmateriaal zilver.
7 Mei, 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
451
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden francs
Data
Goud
Waarvan
I.
het
Bulienland
Zilver
Te goed
in het
Bulienland
Euii.gew.
voorsch.
old. Staat
1 Mei ’19
5.547.259
1.978.308 310.701
***
22.950.000
24 Apr.’19
5.546.326
1.978.308
310.672
787.422
22.400.000
17
’19
5.545.817 1.978.308 311.288 787.550
22.400.000
10
,,
’19
5.545.014 1.978.308
311.425
789.655
22.150.000
2 Mei ’18
5.379.657
2.037.108
256.116
1.303.893
15.950.000
3Mei ’17
5.251.443
1.948.706
256.734
864.310
9.900.000
23Juli’14
4.104.390
–
639.620
– –
Wii3els
Uitge.
stelde
Wissels
Belec.
ning
Bankl,il-
jetien
Rek. Crt.
Parli.
culieren
Rek.
Cr1.
Staat
tj
916.205
901.707
1.209.121
34.100.311
3.384.226 42.100
‘
897.166
912.299
1.203.099 33.978.450 3.080.463 28.883
899.926
920.393
1.218.923
33.975.178
3.020.013 44.058 924.743 931.967
1.232.172
33.998.163
2.879.581 41.185
0
1.316.081 1.095.412
1.004.032
26.733.186
3.135.363
40.165
644.638
1.249.616 1.130.383
19.183.388
2.455.479
70.655
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570
400.590
SOCIÉTÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.
1)
Voornaamste posten in duizenden francs.
Dato
Metaal
mcl.
buiten,’.
van
lsuitenl. vorder.
Ee/ecn.
van
prom. cl.
provinc.
1
1
,vissel3
1
en
1
heleen.
Circa.
.
latie
Rek.
Cr1.
saldi
17Oct. ’18
1.216.753
100.082
480.000
97.728
1.507.912 377.440
10.
,,
’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040 1.508.011 382.595
3
’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287 1.452.612
358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783
1.452.948
365.452
18Oct. ’17
476.043
90.903
480.000
100.351
1.172.474 91.204
19Oct. ‘161
352.8721
76.033
480.000
39.834
828.739
110.068
‘)
Sedert
einde 1914 met de functie van circulatjebank belast.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
I
Waarvan Waar.
I
F.R. Data
Goud
voor dekking vanin
Zilver
i
Note, in
F. R. Notes hetbui.etc.circu.
ten/and
lat ie
28 Mrt. ’19 2.142.305
1.246.108 5.829 68.219 2.521.776
21
’19 2.140.842
1.238.408 5.829 67.736 2.510.687
14
’19 2.129.534
1.289.878 5.829 67.203 2.503.095
7
’19 2.139.479
1.281.353 5.829 65.983 2.488.537
29 Mrt. ’18 1.815.704
873.688 52.500 58.359 1.452.838
30 Mrt. ’17
938.046
363.082
–
9.282 357.610
Data
Wissels
Toiaal
epos to
3
Waar.
van
Kapitaal
Dek- kings.
percen- tage
1)
Goud-
debking
circu.
laiie
28 Mrt. ’19 2.134.347
2.401.491
81.641
51,5
49,4
21
’19 2.143.463
2.565.949
81.612
51,0
49,3
14
’19 2.148.502
2.452.462
81.562
47,3
51,1
7
,7
’19 2.161.220
2.401.287
81.490
47,6
51,4
29 Mrt. ’18
887.293
1.901.442
74.223
61,4 60,1
30 Mrt. ’17
104.579
841.939
56.075
81,3
101,5
1)
Verhouding tusschen:
den
totalen goudvoorraad, zilveretc., en de
opefschbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito’s met inbegrip van
hot kapitaal.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET •
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uiigezoiie
1
Reserve
bij dc
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
beleggingen
1
F. R. banks
deposiio’s
deposits
21 Mrt. ’19
772
14.310.335 1.236.335
12.418.821
1.669.934
14
,,
’19
771
14.416.750 1.292.165 12.597.610
1.658.431
7
,,
’19
771
14.121.994
1.262.249 12.215.728
1.641.631
28 Febr.’19
771
14.154.488 1.253.166
12.309.801 1.641.232
22Mrt. ’18
682
12.114.032 1.192.039 11.271.075 1.379.816
–
roEFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 3 Mei 1919.
Nu de periode, wtariu de vredesonderhandelingen defi-
nitief zullen beginnen, meer en meer nadert, bevinden zich
de internationale beurzen in een stemming van afwachten, die er veel toe heeft bijgedragen de omzetten te verminde.
ren. Althans, zoo is het geval geweest ‘voor de beurzen in
de landen der Geallieerde Mogendheden, zelfs in zekere,
doch dan wel in veel mindere mate, voor de markt te New
York. In de landen der Centrale Rijken hebben de beschou-
wingen omtrent den te verwachten vrede natuurlijk ook
wel grooten invloed uitgeoefend, doch hier waren het toch
in hoofdzaak andere factoren, die het koersverloop hebben bepaald. Dit behoeft geen verwondering te wekken, indien
men bedenkt, dat. de vrodesvoorwaa.r.dn als geheel voor
onze oosterburen vermoedelijk wel geeii zeer diep ingrj
pende wijzigingen in de politieke of economische macht-
constellatie van het oogenblik zullen brengen, zoodat voor
hen vöôr alles de vraag is, op welke wijze de binnenland-
sche toestanden zich zullen ontwikkelen. Hiervan toch
hangt het grbotendeels af of het bedrijfsleven zich weder
eenigermate aan de normale en door de wereldeoncurrentie ook vereischte omstandigheden zal kunnen aanpassen.
Te B e r 1 ij n heeft de beurs zich optimistisch ten op-
zichte van dergelijke beschouwingen gedragen. Het deed
reeds good aan, dat de staking der bankbeambten thans tot
het verleden behoort; sedert den 24sten April is het werk, na een •negendaagsche onderbreking (bij de Darmstiidter
Bank heeft de staking zelfs 10 dagen geduurd) weder ten
volle hervat. Weliswaar is een geweldige achterstand in te
halen, vooral met betrekking tot de verzorging der paket-
ten met in te leveren buitenlandsche waarden, doch het
bankwezen, de manus magistra van het industrieele leven,
kan althans weder functioneeren. En vervolgens hebben
de berichten uit München het hunne gedaan, om de toe.
komstbeschouw’ingen gunstiger te doen zijn. Naar het,
schijnt is de centrale Regeeriig buitengewoon energiek te-gen de Beiersche Spartacuslieden opgetreden, zoodat deze
nagenoeg ten ‘val zijn gebracht, waarmede een verbreiding
der Boisjewistische denkbeelden over gansch Duïtschland
ongetwijfeld veel onwaarschijnlijker is geworden. Ten
slotte heeft het vertrek der Duitsche vertegenwoordigers
naar Versailles de hoop gewekt, dat de vrede thans nog
slechts een kwestie van korten tijd is, waardoor, zooal niet het volle en normale bedrijfsleven, dan toch in ieder geval
een aanmerkelijk deel hiervan, hersteld zal kunnen worden.
Eveneens heeft de stijging der Marken.valuta in het bui-tenland een stimuleerenden invloed op de beurs als geheel
uitgeoefend, ofschoon natuurlijk die fondsen, die tengevolge
van de daling der valuta eerst sterk gefavoriseerd waren,
een gevoelig verlies moesten ondergaan. Tot deze behooren
alle buitenlandsche of half-buitenlandsche waarden, als
Canadian Pacif ie, Shantung, Steaiia Romana, Deutsche
Petroleum, euz., die zeer sterk reageerden, voorts Turksehe
loten en Portugeesche obligaties. Vooral eerstgenoemde
aandeelen waren buitengewoon ongeanimeerd, mede in ver-
band met het hier reeds vroeger gereleveerde bericht, dat
het Duitsche bezit aan aandeelen Ca,nadian Pacific onder
ciwangbeheer zou worden geplaatst. Inmiddels is een beves-
tiging uit Engelsche bron hieromtrent binnengekomen, het-
welk niet heeft nagelaten den koers nog meer te dirukken. Overigens heeft de speculatie in buitenlandsche aandeelen
tengevolge van de verbetering van den Markenkoers, geheel
den grond onder de voeten verloren, zoodat wilde fluctua. ties ter beurze vn Berlijn geen zeldzaamheid zijn geweest.
Ook de handel in buitenlandsche coupons hield met deze
omstandigheden ‘rekening; de omzetten zijn afgenomen in
verhouding tot de gedaalde prijzen.
Te W e e n e n is een stemming van neerslachtigheid over-
heersehend geweest; deze heeft overigens reeds bestaan
sedert de. uitroeping van de Hongaarsche Raden-Republiek.
Ondanks de beloften •der Hongaarsche Regeering ten op-
zichte van het sauveeren van de rechten der buitenland-
sche bezitters, zijn de coupons per 1 April van de Hou-
gaarsche schuldbrieven nog steeds niet betaald. Voorts
zijn inmiddels 440 niill. Kronen aan Hongaarsche schat-
kistwissels, die door Weensche banken zijn overgenomen,
vervallen en ook deze zijn onbetaald gebleven. ‘Wel is de
liongaarsche volkscommisaris van financiën te Weenen
aangekomen, doch vooralsnog is geen enkele regeling ge-
troffen. In het beste geval trouwens zal hier wel sprake
kunnen zijn van een verlenging der op deze wijze ver-
strekte credieten, daar •de middelen tot aflossing niet ter
beschikking van de Hongaarsche Regeering staan. Intus-
schen worden de toestanden voortdurend ingewikkeldet-.
Er bestaat geen mogelijkheid bank- of particulier tegoed
452
-ECONOMISCH-STATISTISCH9 BERICHTEN
7 Mei 1919
vanuit Hongarije naar Weenen te doen overbrengen, hoe-wel ook in dit opzicht verschillende beloften zijn gedaan. hierbij komt de verwarring, gesticht door het afstempelen
der Kroneubiljetten door de verschillende nationaliteiten-
staten, waardoor een internation’aal verkeer ook vrijwel
buitengesloten wordt. Dit en de vrees, dat ook in Duitsch-
Oostenrijk zich een ontwikkeling in de richting van een
Raden-Republiek zal voltrekken (hoewel de bevolking van
Weenen zich voorbeeldig rustig houdt) waarbij men ver-
plicht zou worden zich voor de voorziening in de nood-
zakelijke levensbehoeften’ tot een minimum te beperken,
brengt een steeds grooter deel van het publiek er toe alle
bezit zooveel mogelijk in baar geld in handen ‘te houden.
De onttrekkingen van deposito’s bij banken en van inleg-
geldeii bij de spaarbanken nemen dan ook voortdurend
grooter vormen aan, natuurlijk voor zoover de ,,Sperr”-
voorschriften dit toelaten. De in verband met de vermo-
gensbelasting voorgeschreven ,,Sperre” vn de helft van
het effectenbez’it veroorzaakt eveneens groote ontstemming.
Aanvankelijk was deze maatregel uitsluitend als een zeer
tijdelijk voorschrift beschouwd; thans zijn echter meer dan
7 weken verstreken en nog is geen enkel bericht gepubli-
ceerd, waaruit men tenminste de ‘aanstaande opheffing vah
den maatregel zou kunnen concludeeren. De hier bedoelde
voorschriften belemmeren ook in hooge mate het beursver-
keer; wel is eenige afwikkeling toegestaan, waarbij echter
de stukken toch bij den Wiener Giro- uncl Kassenvei’ein ge-
deponeerd moeten worden.
De koersen der staatsleeningen hebben buitengewoon
sterk geleden. De Meicoupon is niet meér door de gemeen-
schappelijke middelen ten volle,gedekt; als onderpand wor-
den de staatsleeningen slechts tot een koers van 60 pOt.
geaccepteerd, hetgeen natuurlijk een nog vorderen druk
heeft uitgeoefend. De reactie werd bovendien in de hand
gewerkt door de omstandigheid, dat de diretie der Oosten-
rijksch-Hongaai’sche Bank er naar streeft, haar obligo ooveel
mogelijk te ei;minderen. De beieeningen van’ Staatsobliga-
ties beloopen thans 64 milliard Kronen en cle ‘bank heeft
‘den credietnemers vei-zocht bij de verlenging zooveel moge-
lijk een deel te willen aflossen. Vermoedelijk zal deze maat-
regel geen effect sorteeren, daar de Bank, ingevolge cle be-
palingen van het prospectus, verplicht is tot een beleening ad 75 pCt. Desniettegenstaande staat zij nieuwe beleenin-
gen slechts toe op een basis van 50 pOt.
Te P a’r ij s is de beu’rs, zooals reeds gezegd, vrij kalm ge-
bleven, doch met een vasten ondertoon. Vooral de ‘koersen
der staatsleeningen houden zich hier buitengewoon goed
op peil. Zooals bekend, was op voorstel van Minister Klotz
in October 1917 een speciaal fonds voor aankoop van
staatsobligaties gesticht, waaraan aanvankelijic 60 millioen,
later 120 millioen francs per maand werden gedoteerd. Er
zouden echter slechts aankoopen plaatsvinden, ingeval
de koersen zich onder 8736 pCt. voor de 5 pOt. en 70,80
pC. voor de
436
pCt.-obl’igaties zouden bevinden. Tot den
eersten Januari van dit jaar hadden, aankoopen uit het
fonds plaats gehad’ ter gezamenlijke bedrage van
136
mii-
hard francs; sind’sdien zijn de koersen ‘niet meer otd’er
de hierboven genoemde limites gedaald. Behalve het alge-.
ineene aspect heeft ok sterk tot cle verbetering vanT het
koersniveau, der staatsschuldbrieven bijgedragen de rente-
vet-mindering van de vlottende schuld, in zooverre die
door cle Boos de la Défense Nationale wordt vertegeri-
woordigd. Van tien eersten ‘Januari af is nl. de rentever-
goeding voor de Bons met zes maanden ‘
looptijd an 5 pCt. op 436 pot. gebracht. Later is men ok ‘met de Bons niet
één jaar looptijd gevolgd, die nu nog slechts, 5 pOt. rente
afwerpen.’ De koersen der obligaties – met langen looptijd
hebben dan oo’k alle een prijs bei-eik’t boven den emissie-
koers.,
De omzetten in de overige beleggingspapieren en aandee-
len bleven weliswaar beperkt, doch de tendens was zeer
optimistisch.
De beurs te L o
Ii
d e ii heeft vrijwel dezelfde houding
aangenomen, hoewel’ daar ter plaatse, door het groote
belang bij rubberwaardn, de handel eenigszins levendiger
is geweest, terwijl deze waarden bijna alle tegen hoogere
köersen wei
–
den omgezet.
De beurs te N e w Y o r k was ovër het algemeen wederom
zeer optimistisch gestemd. De bei
–
ichten omtrent •et bin-
nenkomen van groote inschrijvingen op de Victory-Loan
hebben de markt ki’achtig gestimuleerd,’ doch aan den
anderen kant was ook ,de speculatie zeer werkzaam. Dit
komt wel sterk naar voren in de koersverheffl4lgen, die b.v.
de kleinere en gewoonlijk veronaohtzaamde aandeelen, als
Inetercontinental Rubber hebben ondergaan: De omzetten
waren doorgaans van vrij grooten omvaDg.
T e o ii z e n t wa.s de stemming op cle
siaatsfondsevma.rkt
opgewekt. De inheomsche soorten konden alle fractioneel
in koers monteeren, terwijl ‘ook de beleggingsmarkt voor
obligaties van binueniandsehe gemeentelijke eii dergelijke
leeningen een opgewekt aanzien had. Wat de buitenlandsche
soorten betreft, hiei
–
konden vooral Ruosen zich aa.n de spits
van de opgaande bewegihg stellen. De berichten omtrent
het steeds verder vooruitrukken van de, de Bolsjewiki be-
sti-ijdende legergroepen, benevens het voortititziolit op den
val van Petrograd, waarvan, ofschoon nog niet bevestigd, de
inneming door de Finsche strijdkrachten inmiddels bericht
werd, hebben nieuwe koopers in de markt gebracht, die door
het gebrek aan materiaal slechts tegen verhoogde koersen
bevrediging konden vinden.
Ook Oostenrijksehe fondsen waren voornamelijk tegen het
ei’nde der berichtsperiode gezocht in ‘verband met den
betei’en stand der Kronenvaluta.
29 Apr. 2
Mei. 5Mei.
Rizgof
434
O/ Ned. W. Seh.
1916
87
8
/s
87
87h/i
+
‘Is
4
0/
1916
79/16
821/
4
8218/,i
3t/
334
0/
,,
,,
,,
. . . .
69’/
69
5
/8
69
1
1e
3
0/
,,
,,
,,
– .
.
62
11
/je
63’1
63
1
/je
..f.
8/
23/
0
/0 Cert. N. W. S…..
53
51
519/
Io
– 17/10
5
0
1
Oost-Indië 1915
91
1
/8
92
1
/s
921/
+
1io
4
0/
Hongarije Goud ….
27
28
3O’ls
+
3’/s
4
0/
Oostenr.Kronenrente
25
1
/2 25°/e
27
+
l’/i
5
Io
Rusland 1906
……
34
35 37
+
3
434 o/ Iwangorod Dombr.
– .
27
3
/t’
288/8
‘
27
,
–
1/
4
4
0
/0 Rusland Cons.
1880
27
1
/4
27
1
/8
30
+
2814
4
‘
0/ RusI. bij, Hope
&
‘Co
20
26
26
+
6
4
0
h
Servië 1895
………
40 40
43
+
3
434 °/oChina Goud 1898
71
1
/4
71
1
/4
69
1
I
—2
4
0/0
Japan 1899
…. ….
69°/s
69/8
69
7
/8
4
0/
Argentinië Buitenl
79/2
63,
63
tI,
–
16
5
0/
Brazilië
1895
-‘
68
68/4
69
7
/8
+
V/s
5,
0
1
0
1913
……
69
1
/2
691/2 691/2
1)e locale afdeelingen hebben wederom’ een tijdperk ViUL
groote activiteit achter den rug. De ieer .optimistische
tendens, die gedurende de vorige week reeds was ingezet, is
wellicht iets kâlmer geworden, Van een omslaan ‘der stem-
ming is geeu sprake geweest. Zelfs heeft zich de kooplust tot
andere marktrubrieken uitgebreid. Zoo ti-aden in de laatste
dagen
rubber-
en
tezbakswaarden
veel sterker naar voren,
dan’ gedurende langen ‘tijd het geval is geweest. Speciale ‘factoren, die hier koopordei’s naar voren brachten, vallen
niet te vermelden, ten ware de berichten, die van een
spoedig herstel van den vrijen’ rubberhandel spreken en
andere, die het publiek attent hebben gemaakt op de mooie
opbrengstprjzen, die voor tahakken in;- het buitenland ‘te
maken zijn. Hoe het zij, beide afdeelingen konden zich in
meer dan gewone belangstelling verheugen en verlaten de
beri’ohtsperiode op vrijwel liet hoogste peil, waarbij de
minder courant verhandelde waarden mede stei-k konden
pi-ofiteeren.
De
petroleernafdeeliing
is veel i-ustiger geworden, nu liet
speculatieve element bij de beschouwingen omttent de naaste toekomst van aandeelen Koninklijke Petroleum Maatschappij verdwenen is. Deze aandeelen moesten dan ook een aa.nmer-
kelijk deel van het vroeger behaalde nvance prijsgeven,
hoewel van grooten verkoopdrang geen sprake is geweest. Daarentegen bestond er thans grootere belangstelling voor
aandeelen Orion Petroleum Maatschappij en ciandeeleti,
Geconsolideerde Hollandséhe Petroleum Maatschappij. Om-
trent de laatste verluiclde,’ dat een ovèreenkomst ,zou zijn getroffen, waarbij de aaudëelen 380 pOt. aflosbaar gesteld
zouden wordéu. Tegen het slot der beriohtsperiode vercien
ook sommige Russische petroleumsoorten, als Schibajeff en
Russin 011 in de sfeer der belangstelling getrokkn.
De
scheepvaertafdeching
gaf wederom groote vet-schillen
te aanschouwen met de koersen van de vorige berichts-
periode. ,Het jaarverslag van de Maatschappij Nederland,
met cle bijna ,phenotnenale ontva.ngstcijfers, werkte gedlu-
rende de gansohe week door en hoewel ten opzichte van het
hôogst bereikte peil eenige reactie intraci, bleef de .steniiing
‘tot liet einde toe zeer vast. ])e koersverheffing dezer aan-
doelen deelde zich aan de overige soorten der rubriek mede,
zooclat vrijwel zonder een enkelç uitzondering alle betrok-
ken fondsen hoogére prijzen te aanschouwen konden geven.
29Apr. ‘2 Mei.
5Mei.
Rzgof
daling
Holland-Amerika-Lijn
…. 421
5
1 390
387 ‘, _345/
4
*
– ,,
,,.
,, gem.eig. 399
368
366
– 33*
Hollaûd-Gulf-Stoomv.-Mij.. ,295
305
302
+ 7
HolI. Alg. Atl. Stoomv.-Mij. 161
161
161
Hollandsche, Stoomboot-Mij. 185
200
197 -‘ + 12
* ex 40
°
/o dividend.
7 Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
453
29 Apr.
2 Mei.
S Mei.
Rizigof
Java-China-Japan-Lijn….
316
332/2
326
+10
Kon. Hollandsche Lloyd
167
1761/
4
169
+
2
Kon. Ned. Stoomb.-Mij.
213
1
/1
225
228
+
14
1
!3
Kon. Paketvaart-Mij…..
247
261 252
1
/
+
5’/
Maatschappij Zeevaart
. . . .
3048/
4
3941/4
304/4
Naden. Scheepvaart-Unie..
259
281’/2
277
1
/3
+
18′!,
Nievelt
Goudriaan
……
540 542
542’/,
+
2/2
Rotterdamsche Lloyd ……
283
296’/
298
+
15
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
260 275
273
+
13
Nederland”
. .
317
1
/
338′!,
334
+
16/4
,,Noordzee”
. .
16i
169
168
+
1t/4
,,Oostzee”
342/4
345 343
+
1/4
Ook de
cultuui
–
,narkt is
buitengewoon vast van stemming
geweest. Voor aandeelen 1-landelsvei-eeniging ,,Amsterclam”
was liet nieuws van het dividend ad 25 pCt. en van de
emissie van nieuwe aandeelen ad 100 pCt. klaarblijkelijk reds tevoren verdisconteerd; de koers gaf althans geen in
het oog vallende verschillen met dien der vorige week te
aanschouwen. De overige Cultuuraandeelen, . benevens iie
aandeelen der iÏandelsvennoot.schappen en der Citituurban-
ken, werden sterk geaffecteerd door de goede suikerberich-
tea en vooruitzichten, zoodat hier een aanmerkelijke stijging
kon inzetten. ‘flet slot was zeer vast en vrijwel op de hoog-
ste ILoteeringen.
29 Apr. 2 Mei.
5 Mei.
Rgo
Amsterdamsche Bank …
188/8
189
189
+
‘h
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand
193
1
/4
195
1
/4
1942/4
+
11/2
Rotterd. Baukvereeniging.
131!8
132
134’/
+
2/,
Amst. Superfosfaatfabriek
155
149/8
151
—4
Van Berkel’s Patent ……
149
148’h
152
+
3
Insulinde Oliefabriek
….
240
1
!2
258
255
+
14
1
/
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand
1312
1051/
8
105′!3
+
2
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
167v/s
163
1
/4
167’/2
–
Philips’ Gloeilampenfabriek
450
499
481
+
31
R. S. Stokvis
&
Zonen
585
536 540
–
45
Vereenigde Blikfabnieken.
1261/4
1251/
4
1258/4
–
1
Compania MercantilArgent
269
2708/
2
275 +
6
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
173
1
!2
192/4
193/4
+
2014
Handeisver. Amsterdam
492
498 500
+
8
Hou. Transati. Handeisver.
133
137
139
+
6
Linde Teves
&
Stokvis ….
2248/
4
225 229
+
41/4
VanNierop&Co’s Handel-Mij
181 183
185
+
4
Tels
&
Co’s Handel-Mij
. . –
159
1
!2
160
8
/4
164/4
Gecons. Roll. Petroleum-Mij
318
348’12
345 +
27
Kon. Petroleum-Mij . ……
803
795 766
–
37
Orion Petroleum-Mij …….
.921/
4
961/
4
993/4
+
7
Steaua Romana Petr.-Mij.
–
165
166 167’/2
+
2’/2
Amsterdam-Rubber-Mij. ….
189
1
19
190/4
207
1
!2
+
18
Nederl..Rubber-Mij. …….
106 108 116
+
10
Oost-Java-Rubber-Mij…..
220e/
s
209′!3
229
1
/2
+
9’/8
Deli-Maat.schappij
………
499′!,
490 526
+
26’/
Medan-Tabak-Maatschappij
227 218 232
8/
+
Senembah-Maatschappij
485 487 487
+2
De
.A.rncri/c.aanschc afdeeling
sloot zich geheel aan Wall-
street aan, met dien verstande, dat 1e hoogere noteeringeti voor laaggeprijsdn soorten hier in verste,-kte mate werden
overgenomen. Zoo outstond bN. groote, vraag voor de hier-
boven reeds gereloveerde aandeelen Intercontinent.al Rubber
Comp., terwijl ook de lagere spoorweg-shares, als Wabash,
Missouri Kansas & Texas, St. Louis & S. Francisco, enz.
goed gevraagd bleven. De handel in industrieele aandeelen en boiids is iets stiller geworden.
29Apr. 2
Mei. 5 Mei.
Rizi1ngof
American Car
&
Foundry
933/t 96
96e/s
+
3
Anaconda Copper ……..
135
111
10
134
1
/16
137
+
lijn,
Un. States Steel Corp…..
98Is
935/
s
957/s
–
3
Atchison
Topeka
……..
997/
s
97
1
!2
98
.
–
1Is
Soutliern
Pacifie
……..
104 104
100/,,
+
‘h.
Union Pacific …………
137’/2
137’/2
1383/
+
11/4
Int.Merc.Marine afgest…..
38 ‘/
42
1
!2
42
prefs.
1448/
4
148
1
/,, 147/4
+
3
De
fjeldmarkt
bleef ruim; in clan ioop der ‘benichtsperiode
reageerde de .notcering voor geld op prolongatie tot 3’/ pCt.
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
6 Mei 1919.
De laatste dagen van April heeft het betere weder in
Engeland de landbouwers ‘in de gelegenheid gesteld goe-
den voortgang te maken met den uitzai van het zomer-
graan. De achterstand is echter ‘niet meer in ‘te halen en
met zekerheid mag worden gerekend op een veel geringe-
ren oogst dan in het vorige jaar. Tot zekere hoogte geldt hetzelfde voor Frankrijk, waar echter de invloed van het
onglinstige voorjaarsweer niet zoo groot is geweest. Wel
blijkt de stand van het te velde staande graan in Frank-
rijk eenige percenten slechter te zijn dan in het vorige
seizoen. In de Vereenigde Staten van Amerika staat de
vintertarwe er nog steeds uitstekend i’OOr. Alen bericht
echter, dat de uitzaai van zomertarwe geringer zal wor-
den dan verwacht werd, omdat hij wordt tegengehouden
door regen. Zelfs wordt van officieele Amerikaansche zijde
beweerd, dat tengevolge hiervan de uitzaai in het Noord-
Westen veel geringer zal zijn dan in het vorige jaar, welke
vermindering zelfs zoude opwegen tegen. de vermeerdering
der wintertarwe. Deze berichten zijn in Europa met het
noodige wantrouwen ontvangen.’ Men beschouwt deze meer
als eene Amerikaansche poging, om de tarwêpnijzen zoo
veel mogelijk nabij het tegenwoordige hooge niveau te
houden, teneinde het verlies, dat de Amerikaansche Regee-
ring vreest op de gegarandeerde ininimuluprijzen te moeten
lijden, zooveel mogelijk te beperken. Als een ander middel
om tot dat doel te gei
–
aken moeten waarschijnlijk de vöor-
spellïngen dienen van Asnerikaansehe autoriteiten, die
beweren, dat voor tarwe in het komende seizoen gerekend
zal moeten worden op veel hoogere prijzen dan de tegen-
woordige waarde. Daarbij. worden dan berekeningen ge-voegd van de enorme hoeveelheden tarwe, die in Europa
.noodig zullen zijn, doch het zal moeilijk vallen de Europee-
sche koopers te overtuigen, dat de in de uitvoerlanden be-
schikbare hoeveelheden ‘tarwe niet nog veel grooter zullen
zijn dan hetgeen Europa zal noodig hebben, zelfs indien
de Europeesche invoeren zoo groot zullen zijn als men in
Amei’ika beweert te verwachten. Voorloopig on’dervi,iclen
die aanvoe,-en’ naar Midden- en Oost-Europa nog groote
bezwaren en vSôr daarvoor een finantieele regeling zal zijn
getroffen, zullen zij bezwaarlijk tot volledige ontwikkeling
kunnen komen. ilet wantrouwen in de pessimistische be-
,’ichten omtrent den uitzaai van zomertarwe in het Noord-
Westen der Vei-eenigde Staten wordt versterkt door de
zeer guiistige mededeelingen over dienzelfden uitzaai in de
aangrenzende Canadeesche provinciën.
Nog steeds wordt in de verschillende uit- en invoerlanclen
voortgegaan met het herstel van den vrijen handel. Zoo
heeft in I3elgi6 met ingang van 1 Mei cle American Com-
n,ission for Relief in Belgiumeen begin gemaakt met hare
liquidatie. In hare plaats zal weliswaa,- nog niet cle handel
geheel als vi-oegel’ de voorziening van België met brood-graan (tarwe en i’ogge) ter hand nemen, doch ‘reeds is het
een belangrijke stap in de goede richting, dat daarvoor door
de Belgische Regeei-iug eene commissie uit den handel is
aangewezen, die hare inkoopen aan de vrije markt in de
uitvoerlanden zal doen. Voor andeie graansoorten en voe-
de’rartikelen was reeds eenigen tijd de invoer in België aan
den handel overgelateq. In Engeland heeft de Regeering
weder over eenige artikelen, waaronder lijnzaacl en de
‘meeste andere oliezaden, alsmede voeder’koeken, hare con-trôle opgeheven. Deze kunnen dus weder vrij worden geïm-
porteerd, wat speciaal voor lijnzaad de laatste dagen eene
belangrijke prijsverhooging ten gevolge heeft gehad. Deze
prijsvei-hoogiog heeft ook haren invloed doen gelden in
Ai’gentinië, waar lijuzaad in de laatste dagen der vorige
week ruim peso 1,— per 100 K.G. gestegen is. In de Ver-
eeoigde Staten maakt men zich nog steeds ongerust over
sterke vermindering van den uitzaai van lijnzaad tenge-
volge van de vermeerdering der met zomem
–
tarwe bezaaide
oppervlakte. Ook dit vijstdus allerminst op eene vermin-
dering van den .tarweuitzaai.
In ons vorig bericht ve,-rneld’den wij eene nieuwe sterke
prijsverhoogiog van maïs, gerst en rogge en tot zekere
hoogte ook van haver aan de Noord-Amerikaansche mark-
ten. Behalve goede binnenlandsche en exportvraag, was
deze verhooging vooral het gevolg van een bericht, dat
weder evenals gedurende den oorlog in het vervolg het door
de Vereenigde Staten te exporteeren tarivemeel zou wor-
dcii vermengd met meel van andere graansoorten of dat
althans meel van die andere graansoorten vecler geregeld
naar Europa zou worden geleverd. Later werd dit bericht
tegengesproken, waarop schei-pa prijsdaling volgde. Deze
heeft echter slechts enkele dagen geduurd en aan het einde der week was het vorige niveau vrijwel weder bereikt.
•
n de West-Europeesche landen begint zich in den laat-
sten tijd de overtuiging te vormen, dat nu werkelijk bin-
nenkort de zevrach’ten eene gevoelige daling moeten onder-
gaan. Amenikaansche en Engelsche schepen worden nu
meer en meer vrijgegeven en hét aanbod van scheeps-
ruimte, zoowel stoom- als zeilschepen, is veel ruimer dan
454
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Mej 1919
Noteeringen.
Chicago
Buenos Ayres
Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe
Mais Lijnzaad
Mei
I
Mei
I
Met
Juni
I
Juni
I
Juni
3Mei ’19
226
171
70′!,
11,30
5,608)
21,15
26Apr.’19
226 170
71
1/
10,65)
5,
8)4)
19,554)
3Mei ’18
220
1
78
8
/s
12,50 5,15
4
)
24,60
3Mei ’17
280
152/
4
68’14
15,85 10,90
4)
23,20
3Mei ’16
115’/,
77
1
/4
46
1
/s
7,80
4,65
11,20
20Juli
’14I
82
1
)1
56
1
/8 ‘)l 36
1
!2
1
)1
9,40
8
)1
5,38 1)1 13,70′)
1)
per Dec.
2)
per Sept.
3)
nieuwe oogst.
4)
per Mei.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Soorten.
5 Mei
1
28April
1
5 Mei
1919
I
1919
1•
1918
Tarwe …………………-
–
572,50
1
)
Rogge (No. 2 Western)
–
–
nom.
Mais (Mixed) ………….630,-
–
–
Gerst (48 ib. feeding) ..
500,-
595,-
–
Haver (38 ib. white clipped)
–
–
21,- ‘)
Lijnkoeken (Noord-Ame-
rika van La Plata-zaad) 340,-
340,-
–
Lijnzaad (La Plata)
–
–
Dom.
‘) Regeeringsprijs.
•
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam Amsierdam
Totaal
Artikelen.
‘
27 April-
Sedert
Overeenk.
27 April-
Sedert
Overeenk.
3 Mei1919
1Jan. 1919
tijdvak 1918
3 Mei 1919
1Jan. 1919
tijdvak 1918
1919
1918
Tarwe …………….
27.480
. –
–
5.970
–
33.450
–
–
– –
8.690
–
8.690
,
–
1.500
–
. –
–
–
1.500
–
Mais
………………-
Gerst
…………….
…-
10.307
– –
3.450
–
13.767
–
l’t ogge ………………-
Haver
…………….
–
5.056
Boekweit
…………..-
– –
–
–
–
5.066
–
–
–
–
–
–
–
–
Lijnzaad …………….
5
…900
..
.
3.623
–
–
–
–
3.623
–
Lijnkoek ……………435′
Tarweeel
m
44.669
–
–
37.435
–
82.104
–
Andere meelsoorten….
–
18.488
–
–
1.366
–
19.854
–
AANVOEREN, in
tons van 1000 K.G. voor het Buitenland.
2.228 123.674
96.316
–
–
.
. –
123.674 96.316
–
13.855
24.647
,
–
–
–
13.855
24.647
Tarwe ……………..
MaIs
……………..-
Rogge
…………….
6.266
5.174
–
–
–
6.266
5.174
Tarwemeel ………….
2
..130
1.600
100.217
–
–
–
–
100.217
–
Gerst
…………….
.
–
46391
3.697
–
–
–
46.391
3.697
Lijukoeken …..
…….
–
104.765
–
–
,
–
–
.
104.765
–
Haver …….. ……….
–
932
.
–
–
–
–
932
Andere meelsoorten….
1.350
..
83.708
–
–
–
–
83.708
–
eenige weken geleden. Weliswaar worden nog vrijwel
dezelfde hooge vrachten gevraagd, doch het ziet er naar’
uit, dat die geen stand kunnen houden. Bevrachtingen
zijn dan ook ‘niet talrijk en in de meeste landen beperkt
zich de vraag naar
graan
voor de tegenwoordige hooge
prijzen tot ‘de directe behoefte. Op de verschepingen van
Agentinië heeft het ruimere aanbod van scheepsruimte
zijn invloed nog niet kunnen doen gelden. Die verschepin-
gen zijn nog zeer klein, oodat behalve voor lijnzaad de
prijzen aan do Argentijusche markten zeer weinig verande-
ring blijven ondergaan. Verscheping van tarwe uit Austra-
lië blijft vrijwel ‘op hetzelfde vrij bevredigende niveau
van cle laatste maanden.
N e d e r 1 a n 5. In het begin der vorige week verkocht
de, Noderlandsche Regeering bij inschrijvin’g twee ladingen
Amerikaansch’e voergerst, waarvan eene. te Rotterdam en
eene te Amsterdam. Aan de hoogste inschrijvers werd de
gerst toegewezen tot den gemiddelden prijs hunner in-
schrijving, welke ‘in Rotterdam
f
552,50, te Amsterdam
f
544,- bedroeg. Dc inschrijvers, aan wie tot deze prijzen
de gerst is gegund, vernamen echter eellige dagen later tot
hun schrik, dat cle Regeering reeds eene week na de vorige inschrijving 17.000 tons Amerikaa’nsche gers’t op dezelfde
wijze wenscht te verkoopen. Het ac,’bod dezer groote hoe-
veelheid heeft den prijs ‘daclelijk zeer gevoeli•g doen dalen en
men verwacht, dat cle prijs dezer nieuwe inschrijving nog vrij
veel beneden
f
500,- zal blijven. In dit vooruitzicht is ook
voor andere graansoor.ten en voederartikelen de vraag de
laatste dagen sterk verminderd. Nieuwe bevrachtingen van
Argentinië zijn ons niet ter oore gekomen, ofschoon ver-
schillende bootn en zeilschepeh worden aangeboden.
SUIKER.
Over de verschillende suikermarkten valt nietS veel te
berichten.
Engeland betaalt 401- tot 41/6 c.i.f. U.K. voor witte
Mauritius- en ‘Java-suiker en daartoe ‘werden eenige partijen
afgedaan. Op 1 Mei viel bij het indienen der begrooting in
het Engelsehe parlement een voor den suikerhandel belang-
rijke beslissing door de aankondiging van ,,imperial pre-
ference”, in den vorm van een verlaging van invoerrechten
voor +oortbrengseleffl dr eigen koloniën. Voor suiker zou’ deze verlaging bij de huidige invoerrechten 4 sh. per csvt.
bedragen. De volgende cijfers (in duizenden tons) van import
en consumptie, in Groot-Britannië gedurende ,de laatste
5 jaren zijn interessant
1918
1917
1916
1915
1914
Import ……………1.307
1.387
1.533
1.628
2.161
Consumptie ……….941 – 1.099 – 1.397
1.861
1.913
Voorraad (eind Dec.)..
382
197′
108
119
465
Voor dit jaar moet natuurlijk met een aanmerkelijk
grooter verbruik rekening gehouden worden.
Op Java blijft de markt onveranderd vast.
C u b a-statistiek:
1919
1918 ‘
1917
Ontv.’der week tot26April 135.217 124.409 125.000 tons
Totaal sedert 1 Dec.
1)….
2.264.368 2.174.501 1.964163
Werkende fabrieken 195 185 –
Exp. d. week tot 29 Maart 119.689
63.925
86.000 tons
Totaal’ 1 Jan.-29 Maart 929.288 816.674 807.140
Totalevoorraadop3lMaart 728.075 862.446 640.648
‘) 1918117/16.
Tot dusver is dus reeds 90.000 tons mêer opgebracht dein
de oogst van verleden jaar, welke 3.450.000 tons bedroeg, zoodat Willett & Gray’s raming van 3.600.0.00 tons waar-
schijuljk overschreden zal worden.
NOTEERINGEN..
Data
Amsterdam
per
Londen
New York
96% Tatej
Whtte
m&c.
Met
Cubes
Javas
lated
Cenirifugals.
No. 1
fob.
2 Mei
1919.
f
–
64/9
32/-
–
7,28
26 April
1919..
–
64/9
2913
–
7,28
2 Mei
1918..
–
64/9
–
–
5,92
2 Mei
1917..
,,
2l’/i
47/1’/
– ‘
3113
6,28
21Juli
‘
1914..
,,
11’/,,
‘
181-.
__
–
3,26
RUBBER.,
Hoéwel de voorraden in Engeland nog toegenomen zijn
en thans circa 18.200 tons bedragen, was de markt niet zon
flauw gestemd als in de voorafgaande week. Er bestond
goede kooplust; evenwel gingen prijzen niet hooger.
7
Mei 1919
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
455
De markt sluit kalm op de volgende noteeringen:
prima Crêpe loco ….
1/11
einde vooraf g. week
1
1
11
smoked Sheets ,…..
1/101/2
…………….
1110814
pr. Crepe Juli/Sept…
2/_1/
…………….
2/-
10
Oct./Dec. ..
2g’-‘/
…………….2/_h/8
hard cure Ene Para
2141/
2
……………..2141/
4
KATOEN.
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
5Mei19
28 Ap09
12
1
Apr.
iI
6Mei 18
1
5Mei17
New York voor
Middling
..
29,20e
29,50
Cl)
28,60e
27,20e
20,10 c
New Orleans
voor Middling
28,— c
27,63e
27,50 c 28,50 c 19,50 e
Liverp. v. Good
Midd. Texas..
17,06d
18,65 d
18,20 d
21,70
dl)
12,89 d’)
1)
26 April ’19.
‘) Good Middling Amer.
8)
4 Mei 1917 Middling Amer.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
1
1 Aug. 18
Ooereenkomiflge perioden
1
tot
–
2Mei19
1917-18
1916-17
Ontvangsten Gulf-Havens..
Atlant. Havens
5000
}
5575
}
653L
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1847
2289
‘t Vasteland.
4063
1003 1903
Japan etc…
411
453
Voorraden in duizendtalkn
1
2Mei 19 j
3Mei 18
1
4 Met 17
Amerik. havens ……….
1253
1436
1020
Binnenland …………..
1359 1060
887
1
.
168
61
New York
…………….
1
.
410 320
New Orleans …………..
Liverpool
……………
699
339 618
HUIDEN.
Bericht van de firma Grisar & Co.:
De markt, zoovel voor b u i t e n 1 a nd s cli e als voor
i ii 1 a ii cl s ch e huiden, heeft deze week in het teeken van hausse gestaan en er vertoonde zich een meer optimistische
beschouwing over de huideuzaken.
Wat het inlan.dsche artikel aangaat, is men zelfs tot het
uiterste overgegaan en er werd voor versche huiden 60 tot
65 cent op cle abattoirs betaald, hetgeen vanaf Januari
een rijzing beteekent van ongeveer 50 pOt. Of clie enorme
verhooging gerechtvaardigd is, zal later moeten blijken.
Vermoedelijk houdt één en ander verband met het hoe langer
hoe meer opheffen van de belemmeringen, zoowel voor
import als voor export.
De per s.s. ,,Noordam” aangekomen Parana-huiden zijn
Vrij goed geconserveerd gebleven, cle indrukken zijn voor
oude huiden zeer bevredigend. Het onverkochte gedeelte is
voor 88/89 eentaan de markt gesteld. Verder zijn er nog
300 Columbia’s Honda Bogota’s, waarvoor houders
f
1,62
vragen.
In nuchtere vellen ‘blijft de hausse-beweging voortduren,
doch op de nieuwe verhoogde prijzen komen weinig zaken
tot stand.
Looistoffeu: zonder verandering. Ei- zijn loco nog aan
de markt myrabolanen 11
f
30,— en niimosa
a f
31,—,
kastanjepoeder b
f
60,—. Vervoerosten zullen zeer spoe-
dig vervallen.
VETTEN EN OLIkN.
De situatie is vrijwel onveranderd.
Oleo-Margarine. De prijzen blijven nog te duur om
veel attentie te trekken; slechts voor 3e soorten zijn er
enkele reflectanten ad c.a.
f
160,— c.i.f. hier (prompt van
Noord-Amerika). De noteeringen voor Ie soort Noord-Ame-
rikaansche varieeren van
f
186,— tot
f
194
/2
c.i.f.
Zuid-Amerikaansche Oleo-Margarine wordt niet aange-
boden.
Premier -J us. Noord-Amerikaansche, zonder offerten.
Zuid-Amerikaansche: Een bod van
f
128,— voor Ie soort
werd geweigerd, met tegen-offerte ad $ 49,— (Zuid-Am.
Goud-Dollar) f.o.b. Buenos-Ayres, waartoe geen koopers.
Verder offreerde men Zuid-Amerikaansche ,,loco in Enge-
land”: Ie soort ad f134,— en Iie soort ad
f
125,—, waar-
toe een paar postjes gedaan werden.
M u t t o n Premier -J us. Zuid-Amerikaansche werd ad
f 120,— en Australische ad fl25,— c.i.f. hier gedaan.
Ed 1 b le B cel -Tal low. Zeer vast, met weinig aanbod;
voor goede merken werd
f
110,— c,i.f. hier ,,prompt van
Engeland” betaald.
Edible Mutton-Tallow werd gedaan ad f108,-
c.i.f. De vraagprijs is thans
f
110,—
c.i.f.
hier (eveneens
,,prompt van Engeland”).
Varken sp r o ducte n. Voor de diverse loco-partijen
Amerik. Purelard en Spek is wel vraag te bespeuren; de
uitvoermoeilijkheden van Nederlandsche zijde, zoowel als de
eisch van betaling in contanten of daarmede gelijkstaande korte credieten beperken de zaken hierin ten zeerste, aan-
gezien er bij deze prijzen slechts vraag is voor partijen met eindbestemming in de centrale rijken.
Men vraagt voor Purelard ca.
f
228,— loco c.i.f. condi-
ties (2e hand). Voor loco Spek vraagt de eerste hand van
f
187,— tot / 257,— al naar kwaliteiten en afmetingen.
Licht Spek op af lading: ,,Short Fat Backs” ad / 168,—/175,—.
c.i.f.
Purelard op aflading van Amerika noteert: t 222,-
c.i.f. hier.
Neutrallard. Loco
f
250,— verlangd. Op aflading
f
228,— beide op c.i.f. condities.
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data Ijzer
lee.
K
Stan
Or
,
d
Tin
Lood
Zink
5Mei
1919..
nom.
75.17/6 226.151-
24.10/-
35.-1-
29Apr. 1919..
nom.
76.15/-
228.-!-
24.51-
35.10/-
6 Mei
1918..
nom.
110.-!-
380.-1-
30.101-
52.-/-
4Mei
1917..
nom.
130.-,-
231.-1-
30.10/-
–
20Juli
1914..
6114
61.-1-
145.161-
19.-/-
21.101-
BANKA-TIN.
In Nederlandsch-Indië zijn in Maart 1919 verkocht 5950
picols Gouvernements-Bankatin. De opbrengst daarvan be-
droeg ongeveer / 923.900,—. (St.ct.)
VERKEERS WEZEN.
RIJNVAART.
Week van 28 April tot 5 Mei 1919.
Ofschoon van alle kanten berichten ‘waren ingekomen,
dat da stakingen in de koleninijnen van het Ru.hrgebied
waren opgeheven, was vais een opleving dei kolenversche-
pingenin de Ruhrhavens absoluut niets te merken, integen-
deel zijn de aanvoeren zéS gering, dat een zeer groot aan-tal schepen idagen lan,g op lading ligt te wachten.
Het spreekt vanzelf, dat daardoor het sleepbedrijf ten
zeei-ste wordt geschaad. Noteeringen hadden dan ook bijna
niet plaats. Het is zelfs voor de sleepbooten zeer moeilijk
om bunkerkolen te ‘krijgen. Deze worden ‘door de Geallieer-
den alleen verstrekt aan sleepbooten, die schepen met
levensmiddelen
–
voor de troepen in het bezette gebied van
Duitschlaud en voor de Duitsche bevolking moeten ver-
voeren.
])e ‘waterstand was gunstig. Vracht- en sleeploonnotee-
ringen werden niet gemaakt.
Een en ander ‘had tengevolge, dat verschillende Duitsche
schepen van de Ruhr naar Rotterdam werden gesleept om
levensmiddelen rte komen laden.
Het verkeer tusschen Rotterdam en Duisburg was
verre van »ormaal. Wel viel er eenige opleving ‘van zaken
te constateeren ‘door de aanvoeren ‘van Antwerpen bestemd
voor de Duitsche .levensmiddelen.commissie, doch er was
lang geen werk genoeg voor alle hooten, die in de vaart
zijn. Bovendien wordt er nog concurrentie geboden door
de Duitsche sleepbooten, die naar hier komen, ‘doordat zij
tusschen Duisburg en Maunheim geen emplooi kunnen
vinden.
Vrachten werden niet genoteerd en er werd ook niets
bevracht.
De sleeploonen bedroegen 50 cents tarief + 100/80 cent
per last.
456
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
7 Mei 1919
SCHEEPVAART.
NIEUWE WATERWEG.
GRAAN.
Data
Petro
d
Londen!
Rdam
Odessa
Rotte,.
dam
All.
Kust
Ver. Staten
San Lorenzo
Rotte,-
Bristol
–
Rotte,-
Enge-
dam
Kanaal
dam
land
28 A./$ Mei 1919
–
–
f21.-‘
816
2
f140.-
6216
2
21/26 April 1919
–
–
,,21.-‘
8162
25216
62162
30 A.15 Mei 1918
–
–
501-
–
200/-
1,6 Mei
1917
–
–
–
401-
-.
1401-
Juli
1914
lid.
713
1/111/
4
11112/
4
121-
121-
KOLEN.
Data
Cardhff
Oo,tk. Engeland
Bo,-
caux
Genua
Port
.a1
La
Plota
Rotte,-
am Gothen-
urg
Rieter
8 A./3 M. 1919
541_
1
47/6
47/6
4716
f 10
Kr.
21126 Apr. 1919
28/-‘
47/6
4716
.45/-
,,
10
,,
52’I2
30A./5.M. 1918
691-
101/3
—
.
120/-
–
–
1/6 Mei
1917
691-
10113
110/-
100/-
–
–
Juli 1914
fr. 7,-
71-
713
1416
3/2
4/-
DIVERSEN.
Boml,ay
Birma
Vladioo- Chili
L)ata
West
.uropa
West
.
uropa
stock
west
West
c.uropa
(d w.)
(rijst) Europa
(salpeter)
28 A./3 Mei 1919 ……
115/-‘
1501-‘
–
-.
21126 April 1919 ……
751-‘
–
–
30 A.15 Mei 1918 ……
275/-
.
5061-
–
.76/-‘
2751-
.
3601-
–
1601-
116 Mei
1917…….
Juli
1914
……
.14/6
1613
251-.
22/3
2) Voor neutrale schepen.
2)
Voor Britsche schepen.
Os-aan Petrograd per quarter van 406 lbs. zwaar, Odesea per Unit, Ver. Staten
per quarter van 480 iko. ewaar.
–
Overige noteeringen per ton van 1015 K.G.
INKLARINGEN.
IJMUIDEN.
April 1919
April 1918
Landen van
Aantal
schepen
N. R. T.
Aantal
schepen
N. R. T.
herkomst
Binnenl. havens
30
11.908
5
179
Groot-Brittannië
252
162.248
27
25.496
Duitschiand
.
27
45.915
– –
Noorwegen
7
2.110
–
30
3.479
Zweden
7
3.021
14
1.938
Denemarken..,
3
360
–
–
Finland
1
764-
–
–
België
14
14038
–
–
Frankrijk_..
.
.;
28
12.583
–
–
Spanje
3
2.497
–
–
Portugal
1
76
– –
Italië ……….
1
619
–
–
Midd. Zeehavens
6
10.540
–
–
Westkust Afrika
2
1.318
– –
Voor-Indië
1
3.335
–
–
Ned.
Oost-Indië
3
10.621
–
Aziat. havens
1-
4.291
–
–
Vereen. Staten
.31
101.984
11
37.228
Argentinië
..
2
7.220
–
–
420
395448
87
68.320
Totaa
l
….
Periode 1 Jan.-
30 April
….
1.473
..
1.287.132
334
279.353
1
)
Nationaliteit.
Nederlandsche
154
119.947
60
32.401
Britsche
189
151.852
17
9.521
Duitsche
7
2.959
– –
Noorsche
20
17.997
1
3.578
Belgische ……
7
9.267
5
15.305
Zweedsche
5
3.385
A
7.515
Deensche
1
1.144
–
– –
Vereen. Staten
33
78.59e
–
–
Andere
4
10.299
– –
420 395.448
87
–
68.320
Totaal ..
. –
‘).
1913, 3.654 schepen met 4.301.786
N. R. T.
(Dirkzwager’s Scheepsagentuur.)
DELFZ
–
IJL.
April 1919
April 118
Landen van
–
herkomst
Aantal
N.R.T.
schepen
,
l
–
Aantal
N.11.T.
schepen
Binneul. havens
7
4.640
6
596
Groot-Brittannië
39
23.626
–
–
Duitschland
1
5.053
– –
Noorwegen
1
181
4-
1.002
Zweden
1
543
2
326
Denemarken
3
4.782
1
–
101-
Frankrijk
1
474
–
Spanje
3
.
2.463
–
–
Portugal
3
1.222
–
–
Italië ………..
1
978
– –
0.-Hong., Griek.d
1
743
–
–
Ned. Oost-Indië
..
3
9.272
– –
Vereen. Staten
•
9
22.589
–
–
Ned. West-Indië- Nederl. Antillen
1
:
2.635
Zuid-Amerika
1
977
–
–
•
Totaal ….
75
80.178
13
–
2.025
Periode 1 Jan.-.
30 April
….
204
206.645
98 :
30.035′)
Nationaliteit.
Nederlandsche
59
62.409
•
12
1.948
Britsche
……
3.030
–
Duitsche
4
5.676
–
Zweedsche
..:
7
:
1
790
1
77
Vereen Staten..
2
5.433
–
–
2
Andere ……….
Totaal ….
75
80.178
13
2.025
April 1919
April 1918
Landen van
herkomst
Aantal
Aantal N.R.T.
schepen
schepen
innen1. havens
11
435
–
–
Duitschland ..
31
5.159
23
17.432
Zweden
3
3004
6
2.891
Finland
1.
1.261
–
–
Frankrijk
1
270
–
Totaal ….
47
10.129
29
20.323
N ationaliteit.
Nederlandsche
25
1.754
–
–
Duitsche
21
8.105
29
20.323
Zweedsche
1 .
270
–
–
Totaal ….
47
10.129
29
20.323
(A. van Dijk.)
HARLINGEN.
S)
April 1919
April 1918
Landen van
herkomst
Aantal
N. R. T.
Aantal
N.
–
R. T.
schepen
schepen
Binnenl. havens.
2
732
–
–
Groot-Brittannië
3
876
–
Totaal….
5
1.608
–
-.
Nationaliteit.
Nederlandsche ..
3
876
–
–
Britsche …..-.
2
732
–
–
1)
1913, 698 schepen met 809.804
N. R. T.
Totaal . …
5
1.608
–
–
(Halverhout & Zwart’s Scheepsagentuur.)
S)
Nieuwediep voor Harlingen.
(Jacs. Vellinga.)