4 AUGUSTUS 1937
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch~Statistische
Ben*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
22E JAARGANG
WOENSDAG 4 AUGUSTUS 1937
No.
1127
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P. Lieftinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en
R. Af. H. A. van der Vajk (Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatwag.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties voorpagina f0,50 per regel. Andere pagi
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Vijgh d
van Ditniar NV., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Graveshage. Posthèque- en giro-rekening
No. 145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 16,—. Abonnenrentsprijs Economisch-S tatis-
tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f 6,— en f 23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Do na-
teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut
ontvangen het weekblad en het Maandbericht gratis en
genieten een reductie op de verdere publicaties.
INHOUD.
BIz.
MODERNE MEESTBEGUNSTIOINO
door
Mr. P. A. Blaisse 566
De Reichswerke A.G. Hermann Göring en de Duitsche
,,Wehrwirtschaf t” door
Dr. A. de Graaff ……….568
De kapitaalmarkt in Juni en Juli
1937
door
Dr. W.
Mantner ………………………………….570
Panamerikaansche monetaire politiek door
Dr. M. Vajda 571
AANTEEKENINOEN:
Stijgende invoeren van katoenen weefsels in Ned.-
Indië………………………………….
572
ENGEZONDEN
STUKKEN:
Onze boterpolitiek door
J. Buter
met Naschrift door
E. Veen ………………………………..573
MÂANDÖIJFERS:
Indecijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
574
Emissies in Juni
1937 …….. ……………… 575
ONTVANGEN BOEKEN …………………
………..
576
Statistieken:
Oeldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten
…………..
576, 577, 580
Groothandelsprilzen
…………………………………
578-579
GELD-, KAPITAAL- EN WISSELMARKT.
lu de verslagw’ek was over het algemeen de Gulden
iets m•eei aangeboden dan gevraagd. Terwijl in de voor-
gaande weken de situatie andersom was en ‘het Egalisatie-
fonds daarin aanleiding vond om, waar de Dollar boven-
dien internationaal flauw lag, dan aankoopt oers voor ‘Dol-
lars geleidelijk verder te verlagen, was nu tijdelijk het
overwegend aanbod van Guldens uit de mank-t. De succes-
s’ieve Dolilarkoernverlaging heeft waarschijnlijk in den
laatsten tijd ‘het aanbod van valuta’s wat gestimuleerd,
zood’ajt ecn reactie op clie beweging volkomen logisch •is.
Daarbij komt, dat, nu de kapitaalbeweging vrijwel tot
stilstand i’s ‘gekomen en daardoor de betalingsbalans on-
geveer in evenwicht ‘is, kleine tijdelijke afwijkingen in
vraag en ‘aanbod het sui
–
‘plus aan vraag naar Guldens
kunnen doen verkeeren in een overschotaanbod. Overigens
beteekenen deze voorbijgaande wijzigingen weinig. De om-
vang der transacties is dan ook uitermate ‘gering geweest, en na een koeisstijging nam het aanbod van valuta’s dada-
lijk weer toe. Pondn kwamen maximaal
01)
9.G3,
i)ollars
op
1.81%,
waarna, zooals gezegd, weer een daling intrad.
De fl’uctuat’ies ‘van Fra.nsehe Franes bleven deze week
leer ‘beperkt, mt een stensm.ing, die per saldo een klein’i’g-
heid beter was ‘dan de vorige week; in verband met de
tendens van den Guldeiis’koei-s was cle verbetering te Am-
sterdam natuurlijk ‘nog iets grooter dan te Londen . Veel
verandering is er in de toekomstkansen van de Fran-
‘sdhe valuta nie.t gekomen, al krijgt men den ‘indruk,
dat de Regeering, schoorvoetend, en in etappes, naar
een .reëele ‘veilbetering in dc Financieele situatie wil
streven. Terwijl ‘aanvankelijk alleen
01)
vermeerdering der
inkomsten werd aangestuurd, denkt men, nu ook aan be-
zuiniging. Maar van een werkelijke saneel-isag is men nog
ver verwij.d e rd
;
van een n oeme n’swaard ‘vertrouwensherstel
was nog gan sprake. De belangrijke vermindering in het
‘clisagio voor Termijnfranee, waaruit men den ‘indruk zou
krijgen, dat inderdaad de toekomst van de Fransohe valuta gunstiger w’om’d’t iingezien, is uitsluitend teweeggebraoht
‘door inte’rve•u.tie-oper’atmies van het EgaFisatiefonds; zij
draagt dus een knns’tmmutig karaloter. Als i-egel hebben de
Egalisabiefoncisen zich onthouden van interventie op ‘de
termijnmarkt en zioh beperkt tot de contante. Gezien het
psychologisch effect van den teermijnkoers op het ‘a.ige-
:m’eene vem-trouwen, lijkt da beslissing ‘van de Fransche
Regeering om niet die gewoonte te ‘breken wel gemotiveerd.
In Londen was er ‘deze week i’eer ‘wat ‘aanbod van
Russisch goud. Er was geen m’eden ‘tot angst ‘voor ‘her-
leving ‘van de ,,goldscare”, want het ‘aanbod werd door het
Egal’i’satie’fonds onmiddellijk opgenomen. Il3lijkbatr heeft
men althans voor het moment in Engeland zich voorgeno-
men om een zeer liberaal stancl’pnnt ‘in te nemen tea aan-
zien van jhet opnemen van goudaan’bod, en heeft men de
vreemde houding van afwentelen ‘van ‘het aanbod naar
New-York, ook wanneer de onciem-linge betalingsbalans-
situatie Engeland—VereeuLgde Staten niet zulk een goud-
beweging in strijd was, opgegeven. Nu ook de venpl’aa’ts’inig
van Fransoh kapitaal uit de Vereen’i’gde Staten naar Lon-
den is verflauwd, kan men dan ook’ ‘zeggen, dat de rust
in de relatie’ Pond—Dollar min of meer is weergekeerd.
Gelclmaiikt en ‘bnleggingsmarkt waren i,n de versiaguveek
weinig veranderd. De eoivvers’ieleeningen houden aan, het
totaal heeft in den loop ‘van d’it jaar het rn’ill’iard nu al
overschreden, en wanneer nu ook de Regeering dn knoop
aal doorhakken ‘terzake van cle Staatsleeningen zal het toch
reeds zoo hooge oo’nversierecord van
1934
ruimschoots ge-
‘slagen wonden. Nadat deze operatie zal ‘zijn doorgevoerd, kan
men zeggen, dat sedert de depreoi’mutie van den Gulden
practisoh de lieele Nederl’ain’dsahe obligatie- en pand’brief-
cireulaitie op verlaagd rentepeil zl ‘zijn gesteld 1
566
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Augustus 1937
MODERNE MEESTBEGUNSTIGING.
Door alle tijden heen heeft de clausule van meest-
begunstiging in de hanclelspolitiek een belangrijke rol
gespeeld. Met name in de vorige eeuw heeft de han-
clelspolitiek zich gekenmerkt door een overheerschen-
de positie van de meestbegunstiging. Dit is ook niet
verwonderlijk, waar cle internationale verhoudingen
niet zoo gecompliceerd waren als heden ten dage,
zooclat in de tijden, dat cle onderhancle.hngen in het
licht stonden eener tarievenpolitiek en de merites
van een verdrag uitsluitend werden afgemeten naar
het bereikte resultaat tav. de tarieven, de consequen-
ties eener behandeling van rneestbegunstigde natie
een ieder duidelijk voor oogen stonden.
Met de na-oorlogsehe jaren wordt het beeld geheel
anders. De eenzijdige uitbouw van het industrieele en
agrarische apparaat, de zucht naar zelfgenoegzaam-
heid op industrieel en agrarisch gebied in landen,
welke voorheen op uitwisseling van goederen en cl ien-
sten waren ingesteld, de oorlogsschulden en de ge-
weldige verliezen, welke gedurende den wereldoorlog
zijn geleden, maken een handelspolitieke heroriën-
teering noodzakelijk. liet autarkische streven der
verschillende staten komt met den dag duidelijker
naar voren en de crisisjaren versnellen in niet ge-
ringe mate dit proces. Een sfeer van onzekerheid en
wantrouwen begint de handelspolitiek te doordrin-
gen; handelsverdragen op langen termijn worden
niet meer afgesloten en het vrije handels- en heta-
lingsverkeer wordt in toenemende mate uitgescha-
keld ‘). Men zoekt zijn heil in een welvaartspolitiek
op mercantilistischen grondslag. In een vermeercle-
ring van den uitvoer met een gelijktijdige beperking
van den invoer wordt het middel hij uitnemendheid
gezien om te komen tot een vergrooting van de na-
tionale welvaart. Hooge invoerrechten op buiten-
landsche fabrikaten, exportpremies, verbod van goud-
en zilveruitvoer, een streven naar het verwerven van
grondstoffenproduceerende landen, het zijn alle
even zoovele begeleidende verschijnselen van de na
oorlogsehe economische en politieke ontwikkeling.
Vele nieuwe clausules doen hun intreden in han-
delsverdrage.n om de hierboven gesignaleerde richt-
lijnen voor een bepaalde periode vast te leggen. Tal
van onderhandelingen, zooals wij hoven reeds opmerk-
ten, worden thans heheerscht door •de gedachte een
zoo groot mogelijk uitvoeroverschot te verkrijgen, om
daarmede de transfer van rente en divideid, alsmede
de transfer van amortisatie, door te kunnen voeren,
hetgeen met name geldt voor kapitaalarme landen.
In- en uitvoer denkt men zich t.o.v. een bepaald land
in een bepaalde verhouding.
2)
Dit alles heeft zijn uitwerking op de clausule van
meestbegunstiging niet gemist.
Het multilaterale beginsel in de handelspolitiek
heeft plaats moeten maken voor de absolute nood-
zakelijkheid, het handels- en betalingsverkeer van land
tot land te bezien en te analyseeren.
ilet is duidelijk, dat in een systeem, hetwelk van
een gelijkschakeling der naties niets wil weten, in-
tegendeel de discriminatie de juiste richtlijn acht, en
hetwelk dit doel tracht te bereiken door het sluiten
van bilaterale verdragen op grondslag der recipro-
citeit, onmogelijk een clausule past, welke in haar
wezen een gelijke behandeling van alle landen na-
streeft zonder rekening te houden met eenige tegen-
Walter Greiff: Die neuen Methoden der Handels-
Pol itik
Zie bijv.: Cleari.ugverdrag :Duitsohland-Bngeland van
1.
Nov. 1934, en betalirigsovereenkomst Hongarije-Frank-
rijk van 12 Febr. 1937, en de regelii.ig inzake het handels-
verkeer Neclerlaiid-Joego-Siavië van Maart 1937. in ver-
schillende door Til rkije gesloten handeisverdragen komen
clausules voor, krachtens welke de invoer niet grooter
mag zijn dan de uitvoer
;
Roemenië kent een soortgelijk
principe in zijn invoerverordeiiing van 25 Oct. 1934, waar
bij is bepaald, dat de invoer niet meer dan 60 pCt. van
de waarde van den uitvoer mag bedragen.
prestatie van het ,,toevallig” begunstigde land
1)
In-
tegendeel, de clausule van meestbegunstiging, zooals
oolrsproukelijk bedoeld en geredigeerd, kan zich eigen-
lijk niet meer handhaven, immers, heeft een avereeht-
sche werking. Hoewel ongetwijfeld bekend, lijkt het
ons in dit verband toch niet zonder belang nog eens
te wijzen op de dikwijls meer proteetionistische dan
liberale streklcing der clausule, daar meermalen con-
cessies tijdens de onderhandelingen zijn geweigerd,
wijl men ze niet aan een derde land wilde verstrek-
ken, waartoe men verplicht zou zijn bij een beroep
van het laatste op meestbegunstiging. In woord en
geschrift werd de strijd tegen de meesthegunstiging
aangehouden. Op talrijke wijzen trachtte men dan ook
aan de algemeene werking van de clausule van onbe-
perkte en onvoorwaardelijke mneestbegunstiging te, ont-
komen. Wij zuilen niet in details treden maar sleclts
summierlijk aanduiden langs welken weg in de prac-
tijk de meestbegunstiging tot een phrase is gemaakt.
Deze uitholling der meestbegunstiging wordt be-
reikt door: –
met zooveel woorden een aantal preferentieele
rechten vast te leggen, al of hiet in grensverkeer
2),
ver doorgevoerde specialisatie der tarieven, c- geheime tariefafspraken,
cl.
contingenteering,
deviezenwetgeving,
crediet- eis transportfaciliteiten,
terughetaling van betaalde invoerrechten.
Tengevolge van al deze beperkingen van de wer-
kingssfeer der meestbegunstiging en de verfijning
van haar injsoud door een steeds exclusiever worden-
de interpretatie, is langzamerhand rondom de meest-
hegunstiging een groote onzekerheid ontstaan. Tal-
rijke gevallen zijn te noemen, waarin, ondanks het
feit, dat een behandeling als meesthegunstigde natie
expressis verhis was gegarandeerd, niet of slechts
met de grootste moeite en dan nog voor
,
korten duur,
de betreffende concessie is verkregen
3).
In verband met de crisis, welke de meestbegunsti-
ging in de na-oorlogsche jaren doormaakte tengevolge
van de gewijzigde omstandigheden in de interna-
tionale economische politiek, heeft men in vele lan-
den overwogen of het niet beter ware de onbeperkte
en onvoorwaardelijke meestbegunstiging te vervangen
door een ander principe, beter geëigend om de moei-
lijkheden hij de verdragshesprekingen te ondervangen,
met name die moeilijkheden, welke onmiddellijk voort-
vloeien uit de omstandigheid, dat de meestbegunsti-
ging in haar onvoorwaardelijke en onbeperkte redactie
geen discrimineerende strekking heeft, zoodat een
ieder voor zich de voordeelen
hij
moeizame onderhan-
delingen tegen dikwijls vergaande concessies verkre-
Zie hiervoor meer uitvoerig cle T nau.gural-:Disse rtation
a
vn Hans Pack Die Melst’bogiin’stigu ngsklau.sel.
Wij denken hier niet aan preferentieele rechten in
regionale verdragen vastgelegd, bijv. het verdrag ‘vali Oslo
van
28
Mei 1937, daar regionale
.veu
–
dragen
ppemm
verdragen
zijn, beoogoiide door econoni is(jhe samenwerking tusschen
contrautanten te komen tot verruiming van het handels-
verkeer. Naar algemeene opvatting zijn ‘cleje verdi-agen
onderhevig aan ‘de werking der meestbegunstiging- Slechts
preîereniieele reuhten, neergelegd in de bekende clausules
als de ,,Ernpire 1ause”, Noorsohe clausule, de Ranclstaten-
elausules, de I3ulgaarsehe clausule, de Zuid:Amerikaa
,
nsche
-lausulo en vele andere zijn niet onderhevig aan de ver
king der meestbegunstiging.
:3)
In, de voorloopige overeenkomst Neclerland-Ohili van
5 Mei 1937, wordt als
nieuwe concessie
-van Chili de be-
handeling van Nederland als nieestbegunstigde natie
er-
kend
voor Sumatra tabak, hetgeen meebrengt betaling
van hetzelfde invoerrecht als vastgelegd in het verdrag
Olcili-Cuba van 13 Maart 1937, ondanks het feit, dat No-
derlancl sinds 1Dec.1931 een .beroep op mesatbegunsteging
kan doen gelden. Ook het voorloopige handeisverdrag Ne-
derland-Brarziiië van 1.6 Sept. 1931
01)
basis van onbe-
peikte en onvoo i-waa rdelijke Ineestbegu nstiging ‘heeft iii
de practijk moeilijkheden opgeleverd om bepaalde ‘erla
gingen van, invoerrechten bij, den dn’voer in Brazilië ook
voor Nede,i
–
landsc’he artikelen te doeti gelden.
4 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
567
gen, op grond der meestbegunstiging kan opeischen.
De onbeperkte en onvoorwaardelijke meestbegunsti-
ging, zooals
•
deze in haar korte, algemeene redactie
door de meeste landen in de twintigste• eeuw in de
resp. verdragen is vastgelegd, beteekent voor de mo-
derne handelspolitiek maar al te dikwijls een strui-
kelblok, daar de grondvorm der onbeperkte en on-
voorwaardelijke meestbegunstiging contractanten ver-
plicht aan elkander zonder eenige compensatie en
zonder reserve alle voorrechten te verleenen, welke
zij aan eenig derde land hebben toegestaan of in de
toekomst zullen toestaan
i).
Naast de mogelijkheid om in een verdrag de onbe-perkte en onvoorwaardelijke meestbegunstiging vast
te leggen in dier voege, dat uitdrukkelijk staat ver-
meld, dat zij niet geldt voor een aantal met name
genoemde artikelen ), kunnen wij nog twee opvattin-
gen vernelden en wel het systeem van cle exclusieve
preferenties en dat van de voorwaardelijke meestbe-
gunstiging.
Een politiek van exclusieve preferenties beoogt ccci
zekere concessie, hijv. een lager invoerrecht, aan een
bepaald land te yerschaffen onder de uitdrukkelijke
afspraak, dat geen ander land zich dij recht kan toer
eigenen. In ruil voor deze tirièfconcessie verleent dit
land aan’den gever van genoemde concessie eveneens
en voordeel, hetwelk uitsluitend en alleen door hem
kan worden genoten. Deze methode werkt derhalve
discrimineereud en heeft het bezwaar, dat zij onver-
mijdelijk leiden moet tot een warnet van onoverzich-
telijke, het handeisverkeer in hooge mate belemme-
rende, bepalingen, aangezien het systeem van exclu-
sieve preferenties niet beperkt blijft tot de douane-
tarieven, maar veeleer zich uitstrekt tot de contin-
geeteeringe, compensaties, clearing, en ex- en im-
portcontrôle. Men heeft dan ook in meerdere landen
overwogen, of het niet beter ware over te gaan tot de
tôepassing der voorwaardelijke meestbegunstiging,
welke beoogt een zekere concessie, bijv. een lager
invoerrecht aan een bepaald land te verschaffen, niet
0
1) een permanente exclusieve basis, maar slechts zoo-
lang exclusief, totdat. andere – in deze concessie
belangstellende landen – aan den gever gelijkwaar-
dige concessies aanbieden, welke de oorspronkelijke
genieter van het lagere recht moest geven om het te
verkrijgen.
Ook aan dit systeem zijn meerdere bezwaren ver-
bonden. Wij jbedoelen hier in de eerste plaats de be-
trekkelijke aarde van een concessie, welke ieder
oogenhlik kán worden onderhoden, zoodat opnieuw
besprekingem zouden moeten plaats vinden om dit zoo
juist verlaagde recht deelachtig te worden. Verder
‘doet het tijdsverlies, dat onvermijdelijk aan de onder-
handelingen verbonden is, het gevaar ontstaan, dat
juist tegen den tijd, dat een derde land een bepaalde
concessie delachtig wordt, dit voor dat land van
minder beteekenis is, aangezien de oorspronkelijke
concessionaris reeds vasten voet in het betreffende
land heeft verkregen. Bovendien lokt voorwaarde-
lijke .meestbgunstiging in toenemende mate discri-
mineerende behandeling uit, welke, ook al mocht deze
r01)
en gegeven oogenblik gewenscht zijn, aanzienlijk
de gestelde grens zou overschrijden.
Samenvattend kunnen wij dus constateeren, dat
noch de clausule van onbeperkte en onvoorwaarde-
lijke rneestbegunstiging in haar korte, algemedi,e
‘redactie, als tot heden gevolgd
3),
noch een systeem
‘Vlifi exclusieve preferenties en noch de clausule der
voowaardelijke meestbegunstiging,
hij
de verdrags-
• 1)
R. Riedi: Die Krise der Me.istbegü.nstigungsklausel.
:Dt’ Er. ii. •Sillei’is Smelt: Dc Meevtbegunstigi.ngsclausule
en cle jiieuwere stroomingea in de haadelspolitiek.
3)
Zie o.a. aanvulling op het handeisverdrag Frankrijk-
Turkije 192.9 van 15 Juni 1937.
3)
Zij hier opgenerkt, dist er inderdaad wel enkele uit-
voerige redacties van meestbegunstiiging bestaan in han-
deisverdragen, echter tot een uitputtende regeling is het
nooit en nergens gekomen.
onderhandelingen in den tegenwoordigen tijd, met
zijn gecompliceerde economische verhoudingen, uit-
sluitend het beginsel kan zijn.
In dit verband is het interessant kennis te nemen
‘van het standpunt van de Vereenigde Staten met betrekking tot deze materie. Krachtens de Trade
Agreements Act van Juni 1934 werd aan den Pre-
sident de bevoegdheid verleend gedurende een tijd-
perk van drie jaar handelsovereenkomsten met andere
landen af te sluiten. Deze bevoegdheid beteekende
een wijziging van de Srnoot-iiawley Tariff Act van
1930 en gaf de President de vrijheid de invoerrechten
p bepaalde goederen tot een maximum van 50 pCt.
te verlagen tegenover die landen, welke niet tegen den
Amerikaanschea handel discrimineeren. Op grond
hiervan hebben de Vereenigde Staten tot
01)
heden
een vijftiental verdragen afgesloten, welke alle, uit-
gezonderd dat met Cuba, de onbeperkte en onvoor-
waarclelijke meestbegun stigi ng bevatten. Zeer lezens-
waardige en uitgebreide gegevens over deze materie
vindt men in de ,,llearings hefore the Conirnittee on
Ways and Means, L[ouse of Representatives, seventy-
fifth Congress, First Session on H. . J. Resolution
.96″, in verband met de verlenging van bovenge-
noemde machtiging van den President voor een over-eenkomstige periode van 3jaar. De meerderheid heeft
zich opnieuw uitgesproken v66r een handelspolitiek
op basis van onvoorwaardelijke en onbeperkte meëst-
begunstiging, waarvan de voordeelen volgens Amen-
kaansche zienswijze als volgt kunnen worden samen-
gevat:
A: Algemeen: 1. promotion of world trede,
. promotion of peace,
• B: Speciaal: 1. the overcoming of old discrimi-
–
nations against American trede,
the
avoidance- of
retaliation
against American trade,
the securing of the extension to
•
American trede of the concessions
granted hetween other couPtries. Bij ‘een min of’ meer oppervlakkige beschouwing
en hij- het doorleze.n van de paragraaf, .luidende:
,,Adherence hy the United States to the unconditional
niostfavoured-nation polic.y in connection with the
Trade-Agreerneats Program”, in de hoven reeds ver-
melde publicatie van de ,,Committee en Ways and
Means” is men licht geneigd aan de moderne Ame-
nikaansche handelspolitiek een sterker- liberaal lca-
rakter toe ‘te schrijven dan zij verdient. De onbe-
perkte en onvoorwaardelijke meestbegunstiging staat
in het centrum der belangstelling en de geheele op-
-zet is erop gericht, zoo lezen wij
s
het internationale
handeisverkeer te vergemakkelijken door over de ge-
heele- lijn ‘de douanetanieven te verlagèn en. le hin-
clerljke discriminatie in tal ian verdragen uit te
schakelen: ,,nondi seri mi natory treatment must be
given hy the U.S.A. to imports from other countries
in order that nondiscriminator,y treatment for Ame-
ricanexports may he ohtained from other countries”.
En even verder: ,,The essential question is: under
what policy or method of procedure eau the United
States ohtain and assure nondiscnim.inatory treatmeic
for its exports most qn,ickly, most easily,- and most
completely in return for’the hargaining power which
it has and is willing to use for this purpose”. En als
bezwaar tegen exclusieve preferenties wordt gezegd:
,,that they tend to force international commerce in
the direetion .of bilaterally halanced exchanges”.
Dit alles echter is zeer misleidend, daar een ander
principe, hetwelk niet los van bovenomschreven richt-lijnen mag worden beschouwd, de geheele Amerikaan-
sche handelspolitiek doorkruist. Wij bedoelen hier het
leidende beginsel, hetwelk hij het onderhandelen om-
trent de handeisverdragen wordt gevolgd, ni. om
slechts voordeelen toe te staan ten opzidhte van pro.
ducten van welke het invoerende land: ,,the pninci-
pal supplier” is. Een interdepartementale Commissie werd in het leven geroepen om de ingewikkelde taak
568
ECONOMICH-STÂTISTISCffE BElICHTEN
4 Augustis
‘1937
van het onderhandelen omtrent desbetreffende over-
eenkonisten met de verschillende landen voor te.
lie-
reiden en te helpen uitvoeren ). Daarbij komt, dat de
Vereenigde Staten, als hoogontwikkelde industrie- en
landhouwstaat, die voor het overgroote gedeelte zelf
in de behoefte aan grondstoffen kunnen voorzien,
een buitengewoon ver doorgevoerd gedifferentieerd
tarievensysteem hebben opgebouwd met 1815 ver-
achillende tariefposities (waartegenover buy. Ne1er••
land er 160 telt), hetgeen de positie van de Vr-
eenigde Staten bij de onderhandelingen ten zeerste
vergemakkelijkt te meer, daar het meerendeel (Ier
tarieven ingevolge de Hlawley-Smoot act van 1930 op
een hoog niveau is vastgelegd. Een belangrijk punt
in dit verband is, dat de samenstelling van den im-
port in de Vereenigde Staten niet alleen een zcer
specifiek maar ook een uitgesproken monopoloïde ka-
rakter draagt. In Juni van het jaar 1933 werd hier-
naar een zorvuldig onderzoek ingesteld en het resul-taat was, dat pl.m. 90 pOt. van den invoer in de Ver-
eenigde Staten uit de
30
voornaamste landen een
monopolie-artikel beteekende
2)
Uit het voorafgaande
moge dus volkomen objectief w’orden geconcludeerd,
dat de voordeelen, welke de Vereenigde Staten na
een zorgvuldig onderzoek verleenen, in de practijk zel-
den of nooit voor derde landen, ingevolge meestbe-
gunstiging, gelding verkrijgen m.a.w. de meestbegun-
stiging zal aan haar actiefijde voor de Vereenigde
Staten geen hinderpaal opleveren
itt
dier voege, dat
andere Staten een voordeel om
niet
verkrijgen, ter-
wijl zij van de passiefzijde steeds door de Vereenigde Staten zal worden ingeroepen, wanneer contractanten
aan derde staten voordeelen verstrekken.
Het systeem der Amerikaansche handelspolitiek
op basis der onbeperkte en onvoorwaardelijke meest-.
begunstiging, is in wezen hilateraal en discriminee-
rend; dit laatste in hoofdzaak tengevolge van een
zeer geraffineerde tariefspecialisatie. Dientengevolge
kenmerkt het Amerikaansche systeem zich door een
zeer eenzijdige toepassing dêr meestbegunstiging. In
dë practijk benadert dit het stelsel der exclusieve
preferenties, welk systeem volgens de ,,Committee on
Ways and Means” het overwegende bezwaar had, ,,that
they tend to force international commerce in the
direction of bilaterally balaneed exchanges”.
Men diene voorts niet te vergeten, dat de onbe-
perkte en onvoorwaardelijke meestbegunstiging tegen-over die landen, waarmee geen behandeling als meest-
begunstigde natie is overeengekomen, als een voor-
waardelijke meestbegunstiging werkt. ,,It may be
noted that a country which includes the uncondi-
tional most-favored-nation clause in the treaties and
agreements it enters into, but which refuses to gene-
ralize its concessions to countries with which it has
no such treaties or agreements, is in reality follow-
ing a conditional most-favored-nation policy” (Oom-
mittee on Ways and Means, t.a.p.).
De Vereenigde Staten voeren bij de verdragson-
derhandelingen een ,,do ut des” politiek op volkomen
bilaterale basis, welke politiek met groot succés kan
worden gevoerd in verband met de uitermate sterke.
pôsitie van de Vereenigde Staten ingevolge de hooge
douanetarieven. Dat de meestbegunstiging hij dit
alles éen ondergeschikte rol speelt is na het voren-
staande duidelijk. Typeerend in dit verband is een
uitlating van Dr. L. Sommer over de politiek van
Cordell IT[ull (Secretary of State)
3)
,,Insbesondere
sind es die Vereinigten Staaten, die in ihrer Han-
delspôlitik den Bruch mit ‘der Meistbegünstigung
systematisch vorzuhereiten scheinen.” Dat de Ver-
eenigde Staten de Meesthegustiging in vele geval-
Zie ‘het artikel van Di. F. H. Fentenet van Vlissin-.
gen: ,,De Amerikaansohe Haide1spo1itiek” in E.-S.B. van
17
Miant ji.
T. Graf ton Rogers: Reoiproeity and ‘bhe moet favored-
nation elause.
Dr.L. Sommer: Wirtsnhaftsstrukturelle .Votaussetzun-
gen des Kampf es gegen die Meistbegtinstigupig.sklausel.
len volkomeh als franje beschouwen .is niet beter te
clemonstreeren dan door te wijzen op de verklaring,
welke Oordell Iluli, gemeenschappelijk met Souza
Costa, Minister van Financiën in Brazilië, heeft af-
gelegd naar aanleiding van de verdragshesprekingen
tusscben de Vereenigde Staten en Brazilië in Juli
van dit jaar
1).
In het handeisverdrag. van bovenge-
noemde landen staan nl. bepalingen, krachtens welke
zekere voordeelen, aan de Vereenigde Staten ver-
leend, door Brazilië niet aan . die landen -. lees
Duitschland – mogen worden verstrekt, welker ex-
portpolitiek . onmiddellijk door de . Regeering wordt ondersteund. Het is duidelijk, dat een dergelijke han-
delspolitiek geheel in strijd is met een politiek van
onvoorwaardelijke en onbeperkte meestbegunstiging.
In een volgend artikel stellen wij ons voor de meest-
begunstiging voor Nederland aan een nader onder-
zoek te onderwerpen. . Mr. P. A.
BLAISSE.
i) Frankfurtcr Zeitung ‘van
9
-0-7-’37
en
22-7-’37.
Zie
ook
Wi rtsohaftsd ienst van
23-7-’37
,,Washingtons Angriff aol
l)eutsc,hlaucl unci Brasilien”.
DE REICHSWERKE A.G. HERMANN GÔRING EN DE
DUITSCHE ,,WEHRWIRTSCHAFT”.
In de afgeloopen week •heeft Duitschland van zich
doen spreken door het nemen van een tweetal maat-
regelen, die zeer de aandacht hebben getrokken. In
de eerste plaats was dit door de oprichting van de
maatschappij, wier naam in den titel van dit opstel
is vermeld, de Reichswerke A.G. Hermann Göring;
in de twéede plaats door de verordening aangaande
de broodgraanverzorging der bevolking, waartoe de
geheele oogst van rogge en tarwe zal worden bestemd.
De taak, die de Reichswerke Hermann Göring in
de Duitsche ijzerindustrie zal hebben te vervullen, is al evenmin als de plaats van deze onderneming,
nauwkeurig afgebakend. Een onderdeel van haar
werk-zaamheid, voorhands wellicht ook het voornaam-
stej zal de bevordering van de binnenlandsche erts-
winning in Duitsehland zijn. Duitschland beschikt
binnenslands nog over een ertsreserve, die echter
maar ten deele in exploitatie is. Het doel van de
nieuwe maatschappij is nu de winning dezer ertsvoor-
raden systematisch ter hand te nemen. Niet om daar-
mede reeds in vredestijd den invoer van ertsen over-
bodig te maken, al zal een zekere verschuiving in het
gebruik van binnen- en huitenlandsche ertsen het ge-
volg zijn. Maar vooral met de bedoeling om hiermede
een basis te leggen voor een autarkische ertsvoorzie-
ning in geval van nood. Gelijk ook op ander gebied
maakt Duitschiand hier het oeconomisch belang on-
dergeschikt aan het staatsbelang in zijn totaliteit be-
schouwd. De binnenlandsche ertswinning zal, gelijk
ook met andere onderdeelen van het Duitsche vier-
jarenplan het geval is, niet op basis van rentabiliteit
.geschieden. Van . de techniek zal geëischt worden het
staatsbelang te dienen ongeacht de kosten.
Naast de ertswinnende functie zal de nieuwe maat-
schappij ook een taak vervullen in de industrie. In
een tweede verordening is bepaald, dat particuliere
ondernemingen zich hij haar als filiaalbedrijven kun-
hen aansluiten. In hoeverre dit geschieden zal, hangt
af van het overleg tussehen. de overheid en de leiders
van de Duitsche particuliere industrie. Waar de
staatsonderneming hij de verdeeling van grondstoffen
en arbeidskrachten op de eerste plaats zal komen,
zal hieruit voor de particuliere industrie een krach-
tige noodzaak tot een regeling van de positie voort-
vloeien. De combinatie van verdeeler van grondstof-
fen en ondernemer in één hand, moet uiteraard een
volledige staatscontrôle mogelijk maken.
In hoeverre en in welken vorm dit zal geschieden,
zijn vragen, die zelfs in Duitschlandniet door ieder-
een op gelijke wijze beantwoord worden..
Wel is men het er over eens, dat de staat de be-
voegdheid krijgt alles centraal te regelen. Maar over
4 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
569
de vraag of men hierin een priucipieele verandering
moet zien, loopen de meeningeri uiteen. Een blad als
de Völkische Beohachter legt den nadruk op het
socialistisch karakter der onderneming. Ook de Deut-
sche Bergwerkszeitung meent van iets geheel nieuws
te moeten spreken, geboren uit de overtuiging van cle
noodzakelijkheid van de politieke leiding over het be-
drijfsleven. Daarentegen neemt de Frankfurter Zei-
tung een ander standpunt in. De nieuwe maatschap-
pij, aldus dit blad, is geen principieele zwenking in
de tot dusver gevolgde- politiek, gee.n overgang naar
de oeconomie van den staat of zelfs maar een soort
socialiseering. In weerwil van het feit, dat het ge-
heele bedrijfsleven tot een elatisch instrument van
de politiek is gemaakt, is deze overheidsleiding geen doel op zichzelf, maar slechts een noodmaatregel ter
voorziening in een bepaalde situatie.
* *
Zoidr twijfel hebben de thans genomen maatrege-
len een tweeledigen. oorsprong. Eenerzijds het streven
om de positie van het land voor het geval van oorlog
te regelen, anderzijds de momenteele betrekkingen
van Duitschiand in den buitenlandschen handel. Onze
Oostelijke buren kampen op het oogenblik in hun
handelsbetrekkingen met het buitenland zoo moge-
lijk met nog grootere moeilijkheden dan in de afge-
loopen depressiej aren. Men kan veilig aannemen, zoo
schrijft de Frankfurter Zeitung, dat de noodzakelijk-heid om de velerlei betrekkingen met het buitenland
te regelen, den toestand van contrôle heeft gescha-
pen, waarin Duitschiand zich thans bevindt. Wie de
verschuivingen van de onderdeelen der Duitsche han-
delsbalans overziet, zal deze opmerking zonder twijfel
beamen.
Moge dus de feitelijke toestand van het oogenblik
in belangrijke mate hebben bijgedragen tot het neüien
van de hier besproken besluiten, toch verdient het
aanbeveling deze ook uit het gezichtspunt der oeco-
nomische oorlogsvoorbereiding te bezien. Want het is
tenslotte slechts een toeval, dat de beide behoeften
op dit moment dezelfde maatregellen vragen.
*
*
De ,,Wehrwirtschaft”, de oeconomische verdediging
in geval van oorlog, staat op het oogenblik in
Duitschland in het centrum der belangstelling. Geen
tijdschrift bijna kan men ter hand nemen, zonder
daarin een of ander hiermede verband houdend on-
derwerp besproken te vinden. Daarin staat Duitsch-land waarlijk niet alleen. Het dezer dagen gevoerde
debat in het Engelsche Lagerhuis over het beleid van
Sir Thomas Inskip, de Minister voor de coördinatie
der verdediging, bewijst voldoende, dat ook in En-
geland voor dit vraagstuk levendige belangstelling
bestaat. De maatregelen, welke de Engelsche Regee
ring in dit opzicht heeft genomen, waarover men zich in een geheimzinnig stilzwijgen hult, gaan verder dan
menigeen zou vermoeden. Ook in Frankrijk, waar
men dit vraagstuk direct na den oorlog ter hand
nam, moet men de beteekenis van de nationalisatie
van een aantal oorlogsindustrieën, ofschoon daarbij
ook andere overwegingen een rol speelden, niet onder-
schatten. Wat Italië op dit gebied reeds gepresteerd
heeft, is te bekend om daarbij te blijven stilstaan.
In Duitschiand kan men altijd weer de meening
verkondigd vinden, dat de oorlog niet op het slagveld
werd verloren, maar op het gebied der
1
industrieele
en agrarische voortbrenging. Het vredesverdrag on-
derstreepte deze opvatting, door Duitschland het heb-
ben van een intendance te verbieden. Daarom is het
begrijpelijk, dat men in Duitschiand aan deze zaak
veel aandacht geeft, dat de kwestie, waar men gaarne
het positieve ten toon spreidt, ook in het publiek
zeer naar voren wordt gebracht. Daarbij weet Duitsch-
land, dat zijn positie er niet beter op geworden is.
1-let Duitsche vliegwapen moge de Engelsche levens-
middelenvoorziening, die grootendeels van aanvoer
over zee afhankelijk is, in gevaar brengen, het is niet
in staat de kansen voor de eigen voorziening te ver-
beteren. Ter zee blijft Duitschiand beslist in de min-
derheid, lIet Amerikaansche ,,cash and carry pri.fl-ciple” geeft aan de beheerschers van de zee de be-
schikking over deze rijke bron. Duitschland weet, dat
het in oorlogstijd op het Europeesche continent is
aangewezen en het neemt zijn maatregelen om het
beste te maken, wat uit zoo’n onvolledig productiege-
bied te maken is. Het weet ook, dat het ,,wehrwirt-
schaftlich” bezien de mindere is van zijn vroegere
tegenstanders en- het tracht dezen achterstand in te
halen. 1-let heeft daarbij meer dan een reden, waar-over wij het niet hebben zullen, om dit den volke te
toonen.
In ons land heeft men weinig idee van de moei-
lijkheden, welke daaraan verbonden zijn. Zij komen
pas tot uiting, indien men dieper in de organisatie
doordringt. De Italiaansche ervaring in den. oorlog met Abessynië is in dit opzicht leerzaa. Want hoe-wel Italië reeds tien jaar aan de oeconomische oor-
logsvoorbereiding had gewerkt en daarin ongetwijfeld
het verst was gevorderd en ofschoon deze oorlog geen
volledige mobilisatie heeft inedegebracht, geen ver-
nieling ook van hinnenlandsche verbindingen en f a-
brieken, gelijk men in een Europeeschen oorlog in
de eerste dagen reeds kan verwachten, is nog menig
gebrek aan het daglicht getreden, bleek bij deze ge-
nerale repetitie nog menige maatregel onvoldoende.
Dat het opleggen van voorraden onvoldoende is,
ziet men nu wel overal in. Maar ook het afsluiten
van contracten biedt geen waarborgen. Want de af-
levering daarvan, meer nog de regelmatige productie
der fabrieken, vereischt grondstoffen. En ”Vest-Euro-
pa vermag die veelal niet uit eigen gebied te leveren.
Gaat men dan naar vervangingsartikelen zoeken, dan
beginnen de moeilijkheden eerst recht. Want herhaal-
delijk heeft de Duitsche ,,Ersatz”-productie moeten
bemerken, dat ook daarvoor bepaalde grondstoffen
ontbraken of wel, niet in voldoende mate aanwezig
wa-
ren. Zoo dat opnieuw de lijdensweg van het zoeken en
beproeven moest worden bewandeld.
Naar mate men de voorbereiding van de oeconomi-
sche verdediging ernstiger ter hand neemt, groeit
ook de omvang van het vraagstuk, leert men de wer-
kelijke moeilijkheden eerst kennen. Cijfers, waarop
men meende te kunnen bouwen, blijken in oorlogstijd
geen waarde te hebben, artikelen waarvan men meen-
de, dat zij geen moeilijkheden zouden opleveren, blij-
ken in onvoldoende mate aanwezig. Om slechts een
enkel voorbeeld te noemen. De Duitsche becijferingen
hebben aangetoond, dat wil een land op agrarisch ge-
bied autark zijn, de productie jn het niet-bezette ge-
bied omstreeks 40 pOt. boven het normale vredes-
gebruik moet bedragen. Kortom, de oeconomische
verdedigingsvoorbereidng beteekent het opbouwen
van een maatschappij-organisatie op geheel nieuwe
basis en onder de moeilijkste omstandigheden, die
men zich denken kan.
Dutschland heeft van den nood een deugd ge-
maakt. Door bittere ervaringen doordrongen van de
beteekenis van oeconomische afhankelijkheid in oor-logstijd, heeft het getracht hierin verbetering te bren-
gen, hopende daarmede
tegelijkertijd
de deviezen-
positie te verlichten. Groote gedeelten van het vier-
jaren-plan zijn op deze gedachte gebaseerd. Ontzag-
lijke lasten zijn daarom het volk, opgelegd. Want
noch de synthetische rubbrbereiding, noch, de fabri-
cage van benzine en kunstwol, om vele andere artike-
len maar niet te noemen, kon op rentabiliteitsbasis
geschieden. Ook met ‘de binnenlandsche ertswinning
zal dit het geval zijn. Want in verschillende der ge-
bieden, waar men thans de winning weer ter hand zal
nemen, heeft men die in vroeger jaren wegens de te
hooge kosten gestaakt. Voor een Duitschiand echter,
waar alle oeconomische overwegingen bij de totaliteit
van den Staat achter staan, schijnt dit geen be- –
zwaar te zijn.
Dr. A.
DE’GRAAFF.
570
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Augustus 1937
DE KAPITAALMARKT IN JUNI EN JULI 1937.
Een enkel cijfer zegt dikwijls voor hem, die het
te lezen verstaat, méér dan een lang verhaal. Onge-
twijfeld is dit ook het geval met het schijnbaar zoo
simpele feit, dat de 3% pOt. leening Nederland den
koers van 104% pOt, heeft bereikt. Deze koers is niet
alleen een met de gestadige
daling der kapitaalrente
samenhangend record, maar hij verraadt ook, dat de
beleggers van meening zijn, dat hij de voor de herfst-
maanden te verwachten conversie-operaties van Xe-
derlandsche staatsleeningen – er zijn pl.m.
f
1.800
millioen 4 pOt. Nederlandsche en meer dan
,f
1.000
millioen 4 pOt. Nederlandsch-Indische leeningen in omloop – de 33′ pOt. leening ,,ongenioeid” zal wor-
den gelaten.
Welk rentetype de Nederlandsche Regeering zal
kiezen, is nauwelijks meer aan twijfel onderhevig. Men
rekent Vrij algemeen daarmede, dat een 3 pOt. leening
zal worden aangeboden, al staat betreffende den loop-
tijd en den emissiekoers niets vast. In dit opzicht
biedt echter de koers van de in den laatsten tijd het
drukst verhandelde Nederlandsche Staatsleening, cle
3 pOt. coupon-belastingvrije, 50-jarige, uit de conver-
sie der spoorwegobligaties en -aandeelen voortgespro-
ten leening 1937 eenig houvast. De koers van deze
conversieleening, die, terloops zij het gezegd, zich in
een volledig succes mocht verheugen – 99.5 pOt.
van de meer dan
f
400 millioen beloopende spoorweg-
waarden werden ter conversie aangeboden – is tot
98 pOt. gestegen, echter gedurende de allerlaatste
weken• tot pl.m. 96% pOt. teruggeloopen, terwijl hij,
op het oogenblik toen de conversie werd opengesteld, slechts pl.rn. 93%, pOt. had beloopen. Waarom onder
deze omstandigheden de Regeering niet daaraan zou
denken, ook de 3% pOt. leening bij de groote con-
versie te betrekken, schijnt op het eerste gezicht niet
volkomen duidelijk; de beurs heeft echter eau h.i.
sterk argument: verreweg het grootste gedeelte van
deze leening is in handen van staatsfondsen en an-
dere groote lichamen, en de Regeering zou daarom
niet wenschen, deze leening reeds nu te converteeren.
Moeilijkheden brengt de daling van den rentevoet
zooals zij zich niet alleen bij staatsleeningen en bij de
leeningen van andere openbare lichamen maar ook bij
pandbrieven en industrieele obligaties en hypotheken
voordoet, niet alleen voor de groote beleggers zooals
openbare fondsen en instellingen, ve±zekeringsmaat-
schappijen enz. mede, maar ook voor den kleinen
belegger. Het is dus niet verrassend, dat tal van
groote en kleiné kapitaalbezitters naar
nieuwe be-
leggingsmogelijkheden
zoeken, en het gevaar dreigt,
dat zij in hun streven, om de Oharyhdis vn den da-
lenden rentevoet (met het gevaar van koersverliezen
zoodra deze weer mocht stijgen) te ontgaan, niet
letten op de Scylla der belegging van minder gehalte.
Ook wordt het oude vraagstuk der belegging in obli-
gaties of aandeelen weer overwogen en bestudeerd,
terwijl men ruimer keuze uit buitenlandsche fondsen
met hooger rendement wenscht te kunnen doen.
De moeilijkheid om geschikt binnenlandsch beleg-
gingsmateriaal met eenigszins grooter rendement te vinden, heeft tot een ruimere houding der autoritei-
ten ten aanzien van
de
introductie van buitenlandsche
fondsen
geleid: het emissie-embargo op buitenland-
sche leeningen is sterk beperkt, en verschillende lee-
ningen, zooals van Argentiniö of van Oslo werden
met succes geïntroduceerd of ter inschrijving aan-
geboden, terwijl ook de introductie van verschillende
buitenlandsche aandeelen kan worden verwacht. Daar-
bij denkt men in de eerste plaats aan Amerikaansche
aandeelen – niettegenstaande de bekende Amerikaan-
sche plannen, om het huitenlandsche bezit aan
Amerikaansche fondsen
nog sterker dan tot nu toe te belasten. Of inderdaad, zooals een Engelsch finan.-
cieel blad wist te berichten, hier te lande plannen be-
staan, om ook
Engelsche fondsen
te introduceeren, is
ons niet bekend geworden. In sommige kringen meen-
de men-dit berichtje als een proefballonnetje te mo-
gen beschouwen, en alhoewel het niet waarschijnlijk
is, dat Engelsche kringen tet’ bevordering van hun
wensch, om vooral de kapitaalrente ook met het oog
op de komende hewapeningsleeningen laag te houden,
verdere verruiming der ruime middelen van de Brit-
sche kapitaalmarkt door plaatsing van Britsche waar-
den in Amsterdam als een geschikt middel beschou-
wen, zou de gedachte, clat’alle kleintjes helpen, mis-
schien daarbij toch een woordje kunnen meegespro-
ken hebben.
Overigens was de belangstelling voor
buitenland-
sche beleggings fondsen
niet al te groot. Aanknopen
van
Frarcsche
fondsen droegen een speciaal karakter:
gedeeltelijk – zoover het guldensleeningen betrof –
waren het vermoedelijk Fransche kringen, die leenin-
gen luidende in Fransche Francs tegen guldenslee-
ningen ruilden, gedeeltelijk geschiedden deze aankno-
pen uit eenigszins speculatieve overwegingen; uit de
verwachting, dat een min of meer belangrijk herstel
der sterk gedaalde koersen dezer leeningen zou zijn te
verwachten. Inderdaad zijn de koersen dezer leenin-gen vooral te Parijs sterk gestegen nadat zij te voren
een scherpe daling hadden ondergaan. Speculatieve belangstelling bestond ook, hoewel meestal in min-
dere mate, voor sommige
Duitsche fondsen. De ver-
betering der Nederlandsch-Duitsche clearing-positie
werd daarbij als het voornaamste argument naar
voren gebracht. In verband met de plannen voor een
nieuwe regeling van den Braziliaanschen schulden-
dienst bestond eenige belangstelling voor
Braziliaan-
sche
leeningen, die aanvankelijk op minder gerust-
stellende uitlatingen gedrukt, later echter in herstel
waren.
Zijn de
renciementseischen,
die aan goede obliga-
ties werden gesteld, in den loop van het laatste jaar
sterk gedaald – ook gedaald tegenover die, die tijdens
de vorige periode van opgaande conjunctuur werden
gesteld – niet minder is dit met
aandeelen
het ge-
val. Zoo weinig als er in de Amsterdanische Prijscou-
rant eerste klas Nederlandsche obligaties zijn te vin-
den, die het vroeger gebruikelijke netto-rendement van
4 pOt. geven (om van de 4% pOt. leeningen maar niet
te spreken), zoo weinig zijn er ook – op een enkele
uitzondering na – eerste klas aandeelen te vinden,
waarvan men, althans op basis der laatste koersen
en dividenden, een rendement van 5 of 5% pOt.
kan verwachten. (Eeh uitzondering is het gewone
aandeel Van den Bergh ,,A”, dat steeds een dividend
van 13% pOt. netto geniet, en pl.m. 250 pOt. no-
teert). Er zijn beleggingsadviseurs, die hun clientièle
aanraden ook op het tegenwoordige sterk gestegen
koerspeil aandeelen te koopen, aangezien de dalende
rendementseischen tot een verdere appreciatie van de
z.g. ,,goede dividend-betalers” zullen moeten leiden.
liet
gemiddelde koerspeil der Amsterdamsche beurs
heeft, nadat de voorjaarsdaling (met de laagste koer-sen omstreeks einde April) was overwonnen, een ge-
stadige verhooging te zien gegeven, en Amsterdam
bewees herhaaldelijk, dat het zich aan de zoo sterke
invloeden, die New-York dikwijls en Londen soms
0
1)
de algemeene stemming uitoefenen, wist te onttrek-
ken. Het gemiddelde Amsterdamsche koerspeil is thans
nagenoeg even hoog als het in de maand Maart was,
toen het te New-York en te Amsterdam den hoogsten
stand in deze conjunctuurperiode bereikte, terwijl de
Dow Jones indexcijfers der New-Yorksche beurs voor
industrials thans 185.61 en voor spoorwegen 52.95
beloopen tegenover maxirnumcijfers van 194.40 en
64.46 in het voorjaar.
Dit hoogere Amsterdamsche koerspeil werd niet in
een stormloop bereikt, ging niet gepaard met record-
omzetten. De stijging voltrok zich geleidelijk, en bij
matigen handel. De verbetering der grondstoffenprij-
zen na hun val in het voorjaar heeft daarbij zeker
meegesproken, nog meer echter de overtuiging, dat
het Nederlandsche bedrijfsleven
sterk vooruitgaat.
Al kent de beurs meestal niet alle gegevens, zij
heeft een globalen indruk daarvan, dat het in dit
4 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
571
bedrijf, in dezen tak van nijverheid enz.’ beter
gaat,
en drukt dit ook in de koersen uit. Ook de invloed van cle
jaarversla.gen
was in cle
meeste gevallen niet bijzonder sterk. Al is dit een
bekend verschijnsel – gunstige en ongunstige ver-
slagen plegen meestal v66r de publicatie tot sterkere
koersbewegingen aanleiding te geven dan daarna –
dit jaar was deze invloed misschien nôg geringer dan
anders, omdat de beurs deze, bovendien vrij laat ver-
schijnende verslagen, meestal als een ,,conte d’hier”
placht te beschouwen, waarvan de inhoud, gezien de
ontwikkeling in het loopende jaar, vrij sterk zal ver-
schillen met dat wat de verslagen over 1937 zullen
vertellen en….verzwijgen.
W MAUTNER.
PANAMERIKAANSCHE MONETAIRE POLITIEK.
Eenige weken geleden deden geruchten de ronde
betreffende de bijeenroeping van een conferentie der
21 Ameri.kaansche. republieken door de Panameri-
kaansche. Unie te Washington ter bespreking van de
monetaire vraagstukken. Dit denkbeeld is niet nieuw.
Het werd reeds op de in December 1933 te Monte-
video gehouden zevende conferentie der Amerikaan-
sche Staten geopperd. Naar aanleiding van de te
Buenos-Aires in Mei 1935 gehouden Panamerikaan-
sche handelsconferentie werd Santiago (Chili) als
zetel der monetaire conferentie voorgesteld. De Chi-
leensche Regeering heeft echier deze conferentie niet
bijeengeroepen. Aan het einde van het afgeloopen jaar
werd er naar aanleiding van het bezoek van President
Roosevelt te Buenos-Aires een economische conf e-
rentie gehouden. Krachtens een resolutie van deze
conferentie werd er aan den directeur der Paname-
rikaansche Unie, den heer Rowe, opgedragen de 21.
Amerikaansche republieken te polsen omtrent de
wenschelijkheid der bijeenroeping van een Panameri-
kaansche monetaire conferentie.
Uit hetgeen omtrent de resultaten van het onder-
zoek van den heer Rowe bekend geworden is, kon
men afleiden, dat er onder de Latijnsch-Amerikaan-
sche landen, afgescheiden van enkele uitzonderingen, zooals Mexico, geen grobt enthousiasme bestaat voor
een gemeenschappelijke behandeling der monetaire en
der hiermede verband houdende financieele vraag-
stukken. Venezuela liet zelfs weten, dat het de bijeen-
roepieg van bedoelde confeientie thans niet oppor
tuun acht. Een deel van deze landen verkeert, wat
de handelsbetrekkingen met de Vereenigde Staten
betreft, in een gunstigen toestand. Deze landen
verwachten van een Panamerikaansche monetaire
conferentie geen verbetering van hun positie. Men
dient voorts de uiteenloopen.de algemeene oriëntee-
ring van verschillende Zuid-Amerikaansche landen
op het gebied van de economische betrekkingen niet
het buitenland niet uit het oog te verliezen. Voor
Brazilië is bijv. de markt der Vereenigde Staten als
afzetgebied van veel grooter belang, dan voor Argen-
tinië, welk land vooral zijn handelsbetrekkingen met
Europa van vitaal belang acht. Een aanwijzing hier-
voor kan de omstandigheid vormen, dat er reeds een reciprociteitsverdrag bestaat tusschen de Vereenigde Staten en Brazilië, echter niet tusschen de Vereenig
–
de Staten en Argentinië, terwijl het laatstgenoemd
land in het vorige jaar met Engeland een nieuw
handelsverdrag gesloten heeft.
Tevens is het gebleken, dat men in de Amerikaan
sche regeeringskringen evenmin geporteerd was voor
de spoedige bijeenroeping van een Panamerikaansche
monetaire conferentie. De verklaring, welke Presi-
dent Roosevelt op 21. Mei jl. in zake de bijeenroeping
van een moneta.ire wereldconferentie afgelegd heeft,
cluidde er op, dat de Amerikaansche Staatsman op
het oogenblik van monetaire besprekingen tusschen
de vertegenwoordigers van eenS groot aantal landen
geen gunstige resultaten verwacht. De Minister van
Financiën, Morgenthau, gaf, ook in verband met
de actie voor de bijeenroeiing eener Panameri-
kaansche monetaire conferentie, eveneens te kennen,
dat hij groote- vergaderingen voor de oplossing der
vraagstukken van de monetaire politiek niet geschikt.
acht. In Amerikaansche regeeringskringen wijst men
er op, dat de groote na-ooriogsch.e internationale
economische conferenties telkens mislukt zijn, dat
men echter daarentegen door overeenkomsten, tus-
schen een klein aantal landen gesloten, herhaaldelijk
gunstige resultaten wist te verkrijgen. Men legt er
den nadruk op, dat Amerika gaarne bereid .is tot
samenwerking met de overig.e landen op financieel-
economisch terrein, het wenscht echter slechts ov&r-
eenkomsten te sluiten, indien het overtuigt is van
de te verwachten bevredigende resultaten. Ter recht-
vaardiging van dit standpunt werd op het succes der
door de Vereenigde Staten met een aantal vreemde
landen gesloten bilaterale handeisverdragen gewezen.
Voorts gaven ook de overeenkomsten, welke met
China, Mexico en Canada in zalce de regeling van de
zilververkoopen gesloten werden, aanleiding tot be-
vrediging. Men is in Amerika tot nu toe tevreden
met de werking van de monetaire driehoeksovereen-
komst, terwijl de bereidwilligheid van Amerika, om
groote bedragen goud aan te koopen, waaraan liet
geen behoefte heeft, eveneens aangevoerd wordt als
een bewijs, dat het een medewerking aan de oplos-
sing van de internationale financieel-economische
vraagstukken niet van de hand wijst, zelfs indien
hieraan offers verbonden zijn.
Voor de Vereenigde Staten is thans vooral het tot
stand brengen van innigere economische en finan-
cieele betrekkingen met Argentinië van belang. Dit
land is van groote beteekenis voor den wereldhandel.
Argentinië’s monetaire positie is reeds zoodanig
krachtig geworden, dat er uit dien hoofde practisch
gesproken geen bezwaar zou bestaan tegen een alge-
heele afschaffing der deviezenrestricties daar te lan-
de. Juist de opheffing der belemmeringen van liet
betalingsverkeer wordt echter in de Amerikaansche
regeeringskringen als de voornaamste taak beschouwd
ten opzichte van de samenwerking op het gebied der
valuta-politiek. Het jongste verloop der positie van
de Argentijnsche betalingsbalans was voorts van dien
aard, dat dit land hierdoor zelfs in staat wordt ge-
steld om te kunnen medewerken aan de absorptie van
een deel van het internationale aanbod van goud. Het
is begrijpelijk, dat het streven der Amerikaansche
Regeering in de eerste plaats gericht is op het slui-
ten van een: handelsverdrag met Argentinië op de
basis van reciprociteit en met de bedoeling om het sluiten van dit verdrag vergezeld te doen gaan met
een overeenkomst betreffende de afschaffing der de
vi ezen-restricties.
Reeds in het verleden werden er herhaaldelijk po-
gingen in het werk gesteld tot hettot stand brengen
van een handelsovereenkomst tusschen. de Tereenigde
Staten en Argentinië, namelijk in 1869, 1884, 1891
en 1897. Deze pogingen zijn echter telkens mislukt. Dit geschiedde hoofdzakelijk als gevolg van de om-
standigheid, dat beide landen vooral belang hadden
bij den uitvoer van dezelfde landbouwproducten. Han-
delsconcessies, welke de Vereenigde Staten aan Ar-
gentinië hadden kunnen verstrekken, ontmoetten een
hardnekkig verzet in de Amerikaansche landbouw-
kringen. Naarmate de protectionistische handels- en
douane-politiek in Amerika vooral op landbouwgebied
zich verscherpt heeft, werden de maatregelen tegen
Argentinië steeds krachtiger. De strijd tegen den in-
voer van landbouwproducten uit Argentinië beperkte
zich niet tot
cie
eigenlijke
protectie op douanegebied.
De sanitaire maatregelen werden ten opzichte van
den ‘vee-invoer op een zoodanige
wijze
toegepast, dat
zulks in de
practijk
veelal neerkwam op een embargo.
Vooral sedert 1.922 trad er ten opzichte van het saldo
van den Amer.ikaansch-Argentijnschen handel een
verschuiving ten nadeele van het laatstgenoemde land
in. Amerika’s handelspolitiek ten opzichte ‘van Ar-
gentinië was ook in strijd met zijn positie als ere-
diteurnland.
572
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Augustus 1937
liet Amerikaansche ultra-protectionisme heeft on-
getwijfeld er toe bijgedragen, dat Argentinië op fi-
nancieel-economisch gebied zich in een toenemende
mate naar Europa georiënteerd heeft. In Argentinië
eischt men thans een herziening der Amerikaansche
handelspolitiek en vooral een liberale toepassing der
sanitaire maatregelen,
–
hetwelk tot een belangrijke
verruiming van den Argentijnschen uitvoer naar de
Vereenigde Staten zou leiden. Men wijst er op, dat
er in de economische structuur der heide landen en
ook in de samenstelling van hun buitenlandschen
handel in den loop van de jaren groote veranderin-
gen plaats hebben gehad. In Argentinië heeft name-
lijk de diversificatie der productie groote vorderin-
gen gemaakt en deze tendens treedt zelfs ten opzichte
van dezelfde producten in den vorm van een groo
tere verscheidenheid van types naar voren. Wat vroe-
ger nog concurrentie was, kan thans aanvulling be-
teekenen. Met het oog hierop kan Amerika thans ge-
makkelijker een tegemoetkomende houding jegens Ar-
gentinië aan den dag leggen dan vroeger het geval
was,
terwijl
de tegenwoordige Amerikaansche Regee-
ring reeds -duidelijk deed blijken, dat zij voor een ver-
ruiming van den handel met het buitenland op den
grondslag van wederzijdsche concessies geporteerd is.
Dit beteekent tevens, dat de kans op het sluiten van
een r.eciprociteitsverdrag tusschen de beide landen
thans veel grooter is.
Terwijl men in Argentinië over de Amerikaansche protectie op landbouwgebied niet goed te spreken is,
verwijten de Amerikanen aan Argentinië vooral de
deviezen-restricties, de toepassing waarvan volgens
hun meening een discriminatie ten nadeele der Ver-.
eenigde Staten beteekent. De monetaire positie van
Argentinië is thans volgens de Amerikaansche opvat-
ting zoodanig sterk, dat de handhaving van berper-
kingen op het gebied van het deviezenverkeer niet
gerechtvaardigd geacht kan worden.
Voor een overwegend agrarisch land met grooto schulden aan het buitenland, als Argentinië, bracht
do scherpe daling der wereldmarktprijzen in het ma-
laisetijdvak ernstige
moeilijkheden
met zich mede.
Evenals verscheidene andere overzeesche landen, pro-
fiteert echter thans Argentinië reeds sinds geruimd
tijd van de verbetering der economische wereld-con-
junctuur, resp. van de hoogere prijzen voor zijn voor-
naamste exportartikelen. De waarde van den Argen-
tijnschen uitvoer bereikte over de eerste vier maan-
den 1937 niet minder dan 1.074.559.000 Peso tegen slechts 517.344.000 Peso over hetzelfde tijdvak van
het vorige jaar, hetwelk een stijging an 107.7 pOt.
beteekende! In de laatste maand van dit tijdvak, nl.
gedurende April ji., was de toename van den uitvoer
zelfs grooter, dan over het eerste kwartaal. De waar-
de hiervan steeg namelijk t.o.v. April 1936 van
106.039.387 Peso tot 236.885.022 Peso. De uitvoer van
Argentijnsche landbouwproducten is over -de eerste
vier maanden van dit jaar, wat gewichtshoeveelheid en waarde betreft, met resp. 114.1 en ruim 200 pOt.
toegenomen. Zelfs indien men in aanmerking neemt, dat de -tarwe-export zich gedurende de eerste maan-
den van verleden jaar op een abnormaal laag peil
bewoog, moet de vooruitgang buitengewoon krachtig
geacht worden. In Maart jl. bedroeg de waarde van
den invoer 112 millioen – Peso. Het maandelijksche
export-saldo is thans tot aanzienlijk boven 100 mii-
lioen. Peso – gestegen, waardoor een recordstand be-
-reikt werd. – –
De toename van het actiefsaldo der handelsbalans
ging gepaard met een reductie van
–
den onzichtbaren
invoer uit hoofde van den buitenlandschen schulden-
dienst. Het uitstaande bedrag der na den oorlog in
de Vereenigde Staten uitgegeven Argentijnsche lee-
ningen ad $ 365.000.000 werd reeds tot $154.000.000
teruggebracht en de jaarlijksche dienst van deze
schuld, welke in
–
1036 nog 26.000.000 vergde, zal
ook in verband met de plaats gevonden hehben.de con-
versies, in 1938 neg slechts $ 11.000.000 vergen. Ar-
gentinië’s buiteniandsche schuld vertegenwoordigt
thans nog een totaal bedrag van $ 350.000.000.
De verbeterde positie der Argentijnsche betalings-
balans leidde tot de accumulatie van groote bedragen
aan deviezen -daar te lande. Van Argeutijnsche zijde
werd de noodzakelijkheid der vorming van belangrijke deviezenreserves betoogd. Er werd op gewezen, dat de
tegenwoordigo gunstige positie der handelsbalans
voor een aanmerkelijk cl.eel op de groote vraag naar
graan en op de hooge graanprijzen gebaseerd is. Bij
een eventueele ommekeer zou Argentinië de thans
gevormde reserves goed kunnen gebruiken. Voorts is
in verband met de opgaande conjunctuur de vorming
van reserves wenschelijk, welke als basis voor crediet-
expansie zullen kunnen dienen. Tevens wenscht Ar-
gentinië -door te gaan met de reductie van zijn bui-tenlandsche schuld, waardoor het bij een mogelijke
nieuwe economische depressie veel krachtiger zal
staan.
Tot nu toe werden de door Argentinië verworven deviezen voor een naar verhouding gering deel om-
gezet in goud. Vermoedelijk deed zich hierbij de on-
zekerheid met betrekking tot de toekomst van den
goudprijs gelden. Wordt deze onzekerheid weggeno-
men, dan laat het zich aanzien, dat de Argentijnsehe
goudaankoopen uit het oogpunt van de positie der
goudmarkt een grootere beteekenis zullen krijgen.
Het ligt voor de hand, dat een samenwerking op di-t
gebied met Argentinië voor de Vereenigde Staten
zeer aangenaam zou zijn.
Aan de hand van het bovenstaande kan men in
ieder geval verklaren, dat Amerika een bijzondere
waarde hecht aan een medewerking van Argentinië
op het gebied van het herstel van een vrijer inter-
nationaal betalingsverkeer. Wellicht zou deze mede-
werking het uitgangspunt kunnen vormen voor een
krachtigere toenadering op dit gebied tusschen Noord-
en Zuid-Amerika. Men heeft in Amerika reeds het denkbeeld geopperd van de oprichting eener Pan-amerikaansche centrale bank tot op zekere hoogte
naar het voorbeeld van de Bank voor Internationale Betalingen te Bazel. Slechts weinig Amerikaansche
landen hebben van de faciliteiten der laatstgenoem-
de instelling gebruik gemaakt en het gebeurde niet
dikwijls, dat haar vergaderingen bijgewoond werden
door de leiders van circulatiebanken der Amerikaan-
sche landen. Een op te richten Panamenikaansche
centrale bank zou vooral tot taak hebben om aan
circulatiebanken der afzonderlijke Staten bij een
schaarschte aan deviezen credieten op korten termijn
te verstrekken. Voorts zouden de vergaderingen der
instelling een geregelde wisseling van gedachten tus-schen de bankleiders betreffende de goud- en valuta-
vraagstukken
mogelijk
maken, hetwelk de afschaf-
fing van de deviezenrestricties en de’ oplossing van
het stabilisatie-probleem aanzienlijk zou kunnen ver-
gemakkelijken. De evolutie
op
dit gebied is belang-
rijk genoeg om met bijzondere aandacht te worden
gevolgd.
Dr.
M. VAÏDA.
AANTEEKENINGEN.
Stijgende invoeren van katoenen weefsels in
Ned.-Indië.
Terwijl de invoer van katoenen weefsels in 1935
t.o.v. 1934 nog was gedaald, is in 1936 weer een
stijging ingetreden als gevolg van de verbeterde con-
jünctuur. De totale invoerhoeveelheid van gebleekte,
ongebleekte, geverfde en bedrukte en boutgeweven
stoffen, tezamen vormende het hoofdbestanddeel van
de groep ,,Manufacturen van katoen”, vermeerderde
van 447 millioen yards in 1935 tot 488.3 millioen
yards in 1936. Met betrekking tot de herkomst der
katoenen manufacturen viel als resultaat van de ten behoeve van Nederland en Engeland doorgevoerde
contingenteeningen een verdere stijging van het aan-
deel van Europa waar te nemen, vaartegeuover het
aandeel van Japan daalde.
4 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
573
Manufacturen van katoen
(in nl/In yards en
guldens).
1.934
1935
1936
.
y.ards
gids.
yards
gids.
yards
gids.
Oiigebleekte stoffen
78.4
7.33
71.6 6.36
.89.8
8.12
Gebleekte
stoffen
143.9 17.26
118.4
13.70 123.1
13.56
Geverfde en bed rukte
stoffen
206.3 14.90
192.-
14.04 197.6 14.19
Beiitgeweven stoffen
68.1
5.23
65.-
4.92
77.8 5.97
Totaal ..
494.6 44.72
447.-
39.02 488.3
41.84
waarVaJi geleverd door:
in procenten
Nederland
8.78
12.88
12.43 17.09 15.69
20.55
(lroot-Brittannië
1.75
3.16
1.73
3.60
5.13 8.80
Ja1ytn
………82.29
76.43 83.03 75.78 77.59
67.94
Singapore en
Penang
5.11
5.07
1.1.6
1.25
0.53 0.58
Andere landen
2.07
2.45
1.66
2.28
1.06
2.13
100.__
ioo.-
100.- 100.- 100.- 100.-
lietaandeel van Nederland steeg naar hoeveelheid
van 12.43 pOt. tot 15.69 pOt. en naar waarde van
17.09 püt. tot 20.55 pCt; dat van Groot-Brittannië
naar hoeveelheid van 1.73 pCt. tot 5.13 pOt. en naar
waarde van 3.60 pOt. tot 8.80 pOt.
INGEZONDEN STUKKEN.
ONZE BOTERPOLITIEK.
De Heer J. Buter schrijft ons:
Naar aanleiding van het artikel van den heer Veen
in E.-S.B. van 14 Juli ji. veroorloof ik mij de vol-
gende opmerkiuged te maken:
le.
Verdedigbaar en aan alle kanten gefaald.
In
den aanvang van zijn artikel merkt de heer Veen
op, dat onze boterpolitiek ,,voor de crisisjaren ver-
dedigbaar geweest moge zijn”, doch aan het eind van
zijn artikel komt hij tot de conclusie ,,dat het tegen-
woordig systeem aan alle kanten heeft gefaald”.
Blijkbaar hebben zijn beweringen hem onder het schrijven van zijn artikel zoodanig in vervoering
gebracht voor de door hem gevonden ,,oplossing”, dat
tijdens het schrijven van het artikel zijn inzicht plot-
seling is omgeslagen.
2e.
Zaken-inzicht, formv.les en werkelijkheid.
De
heer Veen wil zich laten leiden door zaken-inzicht en
heeft een afkeer van wiskundige formules. Blijkbaar behoeft dit zaken-inzicht zich niet te baseeren op de
werkelijkheid, want gemakshalve reduceert hij de werkelijke boterproductie van 101 millioen kg tot
87 millioen kg en na deze reductie gaat
hij
het boter-
vraagstuk oplossen. Wil de heer Veen echter werke-
lijk een oplossing aangeven voor het botervraagstuk,
clan dient hij uit te gaan van de werkelijkheid, aan-
gezien een zaken-inzicht, dat gegrond is op fantasie, zeker niet te verkiezen is boven een eenvoudige for-
mule, welke gegrond is op den werkelijken toestand
en waarvan de juistheid door den heer Veen niet
wordt bestreden. Trouwens bij de door den heer Veen gegeven oplossing blijft de formule gelden.
3e.
Normale boterproductie.
De heer Veen gaat uit
van een ,,norrnale” boterproductie van 87 millioen kg,
d.i. de boterproductie van 1933.
Hij
heeft zich de
oplossing echter nog te moeilijk gemaakt. Waarom
gaat hij niet liever uit van de hoterproductie in 1925
van 75 mililoen kg?
Hij
kon dit met evenveel recht
doen. Nam hij dan een kostprijs van
f
1.10 aan per
kg (waarom nog niet
f
0.10 lager, immers bij een productie van 75 millioen kg kan de veestapel nog
verder worden gesaneerd (!)) en stelt hij de boter in
ons land dan beschikbaar voor
f
1.20 per kg, dan is
het in zijn systeem heel goed mogelijk (de margarine
en andere vetten vervaarloozend) de geheele boter-
productie in eigen land te plaatsen, in plaats van
deze aan het buitenland (niet alleen aan Engeland)
te leveren voor
f
0.80 per kg!
4e.
Wegsmijtpolitiek.
De heer Veen vindt het voor
onze volkshuishducling (of voor den verbruiker?)
beter de 14 millioen ,,teveel” geproduceerde boter te
doen verdwijnen (waar blijft die?), dan dit, teveel
te verkoopen in het buitenland.
5e.
Elasticiteit van het boterverbruik t.o.v. den
prijs.
Het 0. B. v. d. Statistiek en ook anderen heb-ben geprobeerd een coëfficiënt vast te stellen voor
de reactie van het boterverbruik t.o.v. den prijs. De
heer Veen geeft hier echter een zeer ,,eenvoudige”
oplossing van dit vraagstuk.
Hij
verwacht, dat een
binnenlandsche boterconsumptie van 43 millioen kg’ tegen een prijs van
f
1.46 (de gemiddelde groothan-
delsprijs in 1936), bijeen prijs van fl.30 zal stijgen
tot 54 millioen kg. Een prijsdaling van ongeveer 11
püt. zal volgens hem een stijging van het verbruik
beteekenen van 25 á 30 pOt. Dit inzicht is een van de
fundamenten van de door den heer Veen gevonden
oplossing.
Wij volstaan met deze opmerkingen, hoewel er
zich nog veel andere vragen voordoen. Bijvoorbeeld
hoe wil de heer Veen de. gesteunde boterproductie
reduceeren tot 87 millioen kg, zonder een extra appa-
raat van vele ambtenaren (zie melksteunbeperking);
hoe de boterproductie reduceeren tot 87 millioen kg,
zonder hoogere productiekosten wat moet er met de
dan vrijkomende boeren en zuivelfabrieken geschie-
den? Weet de heer Veen niet, dat een der hoofd-
oorzaken van de toenemende melkproductie geweest
is de rationalisatie, die er in het veehoudersbedrjf
plaats vond, tot uiting komende in een stijging van
de gemiddelde productie per koe, bij een gedaald ver-
bruik van eiwitrjke krachtvoeders? Wij zouden ech-
ter teveel ruimte noodig hebben om op al deze din-gen thans uitvoerig in te gaan.
N a s c h r i f t. Het is zeer te betreuren, dat de heer Buter bij zijn repliek dezen vorm van afbnkou.le in
plaats van opbouwende critiek heeft gekozen, aange-
zien het bestaande verschil van inzicht op deze wijze
niet zal worden overbrugd. Niet alleen wordt door
den heer Buter daartoe geen enkele poging aange-
wend, doch
bij
zijn critiek laat hij de hoofdzaken ge-
heel onbesproken. Immers, deze betreffen niet de
aardige vondst onder No. 1, noch de waarde van wis-
kundige formules onder 2, of het wegwerken van de
meerdere boterproductie onder 3 en 4 (zie onder),
maar wèl:
10.
de benadeeling van de Nederlandsche hoterver-
bruikers, aan wie een extra last van tientallen mil-
lioenen Guldens vordt opgelegd tea bate van de
Engelsche consumenten en die in ons van boter over-
vloeiend land den hoogsten boterprjs ter wereld
(01)
Duitschland en Zwitserland na) hebben op te bren-
gen; bijna den dubbelen prijs, dien de Deensche huis-
vrouwen betalen;
2o. de benadeeling van de Nederlandsche volkshuis-
houding, die belast wordt met ruim
,f
25 millioen,
welke over de Noordzee worden geheveld en de kos-
ten van het levensonderhoud in Engeland helpen
drukken;
3o. de daardoor te hooge kosten voor levnsoader-
houd in, ons land, welke alleen door de moordende.
concurrentie van de fabrikanten van, levensmiddelën
zoo laag wordt gehouden, waarbij door de crisisin-stanties door het vrijwel in vollen omvang handha-
ven van de accijnzen in geen of slechts zeer beperkte mate hulp wordt geboden; 4o. het onjuiste inzicht bij onze crisisinstanties, die
de accijnzen op verschillende verbruiksartikelen z65
hoog houden, dat niet alleen het natuurlijk accres
verloren gaat, doch zelfs een sterke verbruiksachter-
uitgang intreedt, waarvan boter wel een der meest
sprekende voorbeelden is.
Over al deze hoofdzaken loopt de heer Buter heén,
door zich bij zijn critiek te concentreeren op de
vraag, hoe moet worden gehandeld met de 14 nul-
lioen kg boter, die thans meer wordt geproduceerd
dan in den aanvang van de landbouwcrisis, zijnde
het moment waarmede men heeft te rekenen. Liever
ware het mij geweest, indien mijn geachte opponent
574
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Augustus 1937
het
prirbcipieele
standpunt had weerlegd, dat onze
birinenlandsche producenten geen recht hebben op
steun van die hoeveelheden, waarmede de productie
bij den aanvang van de steunregeling thans wordt
overschreden. Wanneer deze vraag bevestigend wordt
beantwoord (en de afsiachtingsvoorschriften wijzen
hierop), dan sluit dit in dat op dit Punt de crisis-
maatregelen hebben gefaald. Wil men dit herstellen,
dan zal helaas het meest doeltreffende middel te baat
dienen te worden genomen: een verlaging van den
meiksteun en daardoor van het rendement van het
bedrijf. Keunende den krappen financieelen toestand
van onze boeren schrijf ik dit aarzelend neer, maar
hoe wil men anders geraken uit den eeuwigen cirkel
van een telken jare toenemende productie en een af-
nemende binnenlandsche consumptie?
liet gaat daarbij mi. niet aan, zooais de heer Buter
doet, om eenvoudig te constateeren, dat er een bin-ncniandscbe boterproductie is van 101 millioen kg,
waarvoor een loonende markt gevonden
inoet
worden.
hiervoor weet hij dan ook geen andere oplossing aan
te geven dan een hestendiging van het tegenwoor-
dige systeem (zie Econ.-Stat. Ber. van 16 Juni 1937).
liet is tegen deze
bestendiging
dat ik met kracht
van cijfers opponeerde, vreezende een steeds toene-
mende boterproductie, een steeds verder afbreken van
het binnenlandsch boterdebiet en steeds zwaardere
lasten op den Nederlandschen consument.
Wat tenslotte punt 5 betreft, zoo geeft hier de
statistiek zelve antwoord. Toen in 1931 de groot-
handeisprijs
f
1.35 per kg bedroeg, steeg de binnen-
landsche boterconsumptie tot 55 millioen kg. Na de
verdere prijsdaling in 1932 tot
f 1.24
steeg de con.-
sumptie tot 60 millioen kg. Is het dus te optimis-
tisch om bij een groothandelsprijs van ca.
f
1.30 een
verbruik aan te nemen van
54
millioen kg bij een
gestegen bevolking? Het is waar, dat de prijspolitiek
van het Crisis-Zuivel-Bureau de Nederlandsche huis-
vrouw heeft afgewend van boter en substituten heeft
doen zoeken, die om deze reden ook al met 100 pOt.
of meer van de waarde belast zijn geworden. Het ver-
leden heeft echter doen zien, dat bij een redelijken
en betaalbaren prijs aan boter de voorkeur wordt ge-
geven, welke redelijkheid en betaalbaarheid niet door
het Crisis-Bureau wordt bepaald, maar….door de
verbruikers zelve. Hier moet overigens het gesmade
zakeninzicht te hulp komen en bovenal moet de
wensch voorzitten in Den Haag, om
binnen de ia.nds-
grenzen
het grootst mogelijke kwantum van de eigen
boter te plaatsen. De verfoeilijke gedachte, dat deze
boter beter voor 30 cents per kg aan Engeland kan
worden geleverd dan voor
f
1.10 aan eigen landge-
nooten, dient dan radicaal te worden gebannen en
teruggenomen, – van welk verhelderd inzicht de
heer Buter helaas nog geen blijk heeft gegeven.
E. VEEN.
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. Basis
2
Januari
1929 = 100.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Banken
Kun,st-
F
.dustrie
Eiectri-
citeit
IMijnbouw’
Olie
Rubber
SCheP-
r
Suiker
1
Tabak
Thee
Gem.
’29
101.9
73.1
119.-
114.4
95.6 88.6
99.1
100.2
95….
99.9 87.3
92.7
103.2
’30
94.2
34.1
90.1
100.4
71.6
63.9
93.1 52.1
71.-
76.2
65.5 74.5
84.3
1
31
73.6 22.7
60.7
83…
52.2
45.9
52.3
48.2
47.1
40.3 45.5
40.3
55.1
’32
48.3
13.6
45.6
70.7
38.4
33.4
34.1
17.6 29.3
27._
25.8
30.8
37._
’33
51.5
10.7
48.7
80.7
41.-
40.-
41.-
26.7
28.2
27.4
25.4
39.5
40.5
’34
47.1
16.7
48.1
77.-
37.7
47.3
39.-
40.6
22.2 23.2 26.2 50.2
39.4
’35
50._
14.1
52.1
69.9
39.7
49.4
43.8
43.2 23.7 24.4 29.3
47.1
42….
’36
56.8
13.9
57.0
78.2
50.2
58.2
73.1
58.7
34.8
37.1
44.8
51.5
55.2
Jan.
’36
52.2
12.8
53.4
71.9
44.6
54.1
56.6
46.9
31.9
32.2
39.2.
48.8
47.8
Febr. ,,
52.8
12.9
54.4
76.2
45.8
54.2
60.5
50.5
31.1
32.3
39.4
50.1
49.3
Mrt.
,,
52.6
11.9
52.5
74.3
44.2
53.0
59.1
48.7
28.9
31.1
38.1
49…
48._
Apr.
,,
51.8
11.8
52.-
74.3
43.7
53.2
61.1
47.-
27.4
30.4
38.4
47.8
48.1
Mej
52.-
11.8
52.6
73.6
44.-
51.1
63.8
44.4
26.8
29.1
38.6
46.4
48.6
Juni
53.1
11.8
53.5
74.1
46.-
52.7
68.3
45.9
29.1.
32.7
41.6
45.5,
50.8
Juli
54._
11.9
53.7
77.9
47.2
52.4
66.3
50.1
29.8
33.7
45.8 47.3
51.1
Aug.
54.7
12.6
53.6
77.9
48.-
53.2
69.7
50.6
31.1
34.5
44.7
47.2
52.1
Sept.’),,
54.5
13.2
53.7
74.4
48.4
54.-
73.8
50.5
32.7
34.5
44.6
46.8 53.2
Oct.,,
65.6
16.8
66.9
82.4
59.5
67.7
97.3
76.0
43.4 47.4
53.3
59._
07.9
N0v.
69.1
19.6
72.5
89.6 03.8
75.-
98.3
90.7
499
51.9
56.1
64.4
71.9
Dec.
68.-
19.7
72.1
91.8
05.3
75.5 100.3 98.5
53.9 53.3
55.5
65.7
72.8
Jan
’37
72.2
20.5 77.5
95.-
71.4
77.2 102.2
103.9 61.5
609
60.2
70.5
77.2
Febr.
77.1
28.4
.
79.5
105.4
78.5 80.3
107.6
110.8
64.3 62.2
64.9 80.5
81.3
Mrt.
76.5
31.-
79.8 103.5
81.4 87.4
106.1 129.3
73._
65.9 65.5 86.3
82.7
April
75.-
30.1
77.8
101.4
78.4 81.7
102.4 117.5
77.6 62.4 61.8 83.8
80.-
Mei
72.6
28.4 76.9
101.6 77.6 76.8
102.1 110.1
74.4
61.3
60.-
76.8 78.6
Juni
72.8
27.6 77._
106.3
79.8
78._
103.8
1048
73.5
63.5 59.2
74.4
79.1
Juli
74.4
28.9 78.8
115.1
83.3
80.5 102.3
108.3
78.8
64.5 60.9
78.4
80.2
lndexcijfer der totale beursivaarde
4
Januari
1937 1 4.278.942 = 100
4
Januari
100._
3
Maart
108.1
5
Mei
102.8
7
Juli
102.9
0
,,
100.2
10
107.8
12
101.-
14
103.8
13
,,
100.6
17
108.4
19
101.2
21
104.1
20
,,
99.7
24
105.9 26
102.8
28
105.5
22
,,
101.1
31
106.8
2
Juni
103.2
3
Februari
104.3
7 April
105.9
9
103.3
10
,,
105.7
14
104.6
16
102.1
17
,,
106.4
21
104.2
23
102.-
24
,,
106.4 28 100.8 30 102.6
1)
Bij de samenstelling van de cijfers van Sept.
1938
zijn de noteeringen van den laatsten Woensdag buiten
beschouwing gelaten, waardoor het loslaten van den gouden standaard geen invloed op deze cijfers heeft uitgeoefend.
Nadruk ver tode,’.
4 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
575
EMISSIES IN JUNI
1937.
Staatsleeningen
1)
Prov. en Gemeentelijke Leeningen
) . f 2.572.587,50
Nederland
0cm. Alkmaar
f
4.130.0003)
3%)% ob1. t 997/
9
% . . . .
f
103.837,50
Gem. Schiedam
f
2.500.000
3341% abl.
s.
9834% ……..2.468.750
Polders, Waterschappen en Puhl.recht.
lichamen : …………………….
748.125,-
Nederland
:t[ooglee7iraadsehap Deiflarici
f750.000 3% obi.
t 993/
4
% ,,
748.125
Bank- en Credietinstellingen
4),
Industrieele ondernemingen
5)
417.000,-
Nederland
Obliqatiën:
N.
1
Keinpensohe Z i.nkiiiaat-
scha.pij ,,Zi aus de in Cani-
pi’e”
f
1.300.000
6)
4%
bl. t 99% …………..
f
207.000
Aandeelen:
Tilburganhe Ka.toenspinnorij
f200.000 aa.nd. 7)
105%
210.000
Hande1sondrnemingen ………….. ,,
1.575.000,-
Nederland
Aandeelen:
1:1ag
i
ere
r
en Co.’s Handel-
maatschappij NV.
f
750.000
aand. t 110% ………..
f
825.000
L.
E. TeLs
en Co.’s Handel-
maatschappij N.V.
f
750.000
aand.
8)
t 100% ……….750.000
Diverse Cultuurondernerningen ……,
1.475.250,–
JT4derle?,4
Aandeelen:
N.V. Bandar Oliepa.lmen Cul-
tuur Mij.
f
1.405.000 con-
vert. aand.
0)
t 105% . .. . fi.
47
S.
2
S
0
Scheepvaart-Maatschappijen ………,,
330.000,-
JTederla?d
Aandeelen:
• M.iddell.andsahe Zeervaart Com-
pagnie
f
300.000 aand. t
110% ……………….
f
330.000
Diversen ……………………..,,
2.524.000,-
Nederland
Obligatiën:
,,Gem. Eigendom” Mij. t. Expi.
V.
Woon- en Winkelhuizen
• f
2.125.00010)
434%
ob1
t 100% ……………..f’
2
.
125
.
000
A.andeelea:
Van Wienen’s Duik- en Ber-
giags-Mij. f399.000 aand.
t
100%
……………..,
399.000
Spoorweg-Maatschappijeu ……….:. ,,
197.000,-
Nederland
Obligatiën:
Nederlanidsc4h-Indi sohe Spoor-
AANVOER VAN CRANE
vegniaatschappij
f
6.000.000
11)
334% in aand. eonvei-t.
obi. t 99% …… .. ……..
f
107.000
Kerkelijke Leen ingen…………….
f 118.000,-
Nederland
2)
…………..
f
118.000
Totaal ..
. . f 9.956.962,50
Conversie obl. H.IJ.S.M. en S.S. ,in 3% obl. Neder-
land tot ten hoogste
f
450.000.000.
Bovendien conversie: iProv. Noord-Holland f4.833.000
334% obl.
t
10034%; Cern. A.m.sterdaun f13.715.000 334%
obi.
t
99%; (lam. Aensterdam
f
25.277.000
334%
ebi.
t
99%;
Geni. Arnhem
f
13.040.000 3%i%
obi. 5.
993434 ; Gem .Arti-
hem f4.385.000 334% oh!, t
99ys%
Gein. Ensohede
f2.125.000 3341
0
/
0
obi.
t 99% %; Cciii. ‘s.Gravenhaga
f
17.500.000
334%
obl.
t 100% 34; Gein. Nijmegen
f4.612.000 34% oh!. t
99341%;
Gein. Rotterdam
f14.910.000 334(34 o:bl. t 9834% (van deze leening, groot
f
15.190.000 weed f2SO.000 uitgesloten t.b.v. Pensioen-
fonds R.E.T .M.).
Van het netto-provenu dezer leening ,is een . bedrag
van f4.&Z1.000 voor conversie afgetrokken.
Coirversie: N.V. Bank voor Nederlandsohe Gemeen-
ten f9.700.000
334%
obl. t
9934%.
N.V. Maatschappij
voor Genieente-Crediet f3.000.000 334% obl. t 99%
%.
Bovendien conversie: Van den Ber.gh’s Fabrieken N.V.
f30.000.000
334%
obl. t 100%; waarvan
f7.SOO.000
voor
obligatiehoi.ider,s en
f
22.500.00.0 voor aandeelhouders in
verband met eeu aanbod aan houders van cumulatief pre-
ferente wi natdeelende aaisdeelen A en B.
Van het netto-provenu dezer leenit.g is een bedrag
van
f
1.080.000 voor conversie af getrokken.
Uitsluitend voor aandeelhouders; recht van voor-
keur 1 : 4.
Tjiits!uitencl voor aandeelhouders; recht van voor-
keur 1:3.
6)
Converteeribaar in aandeelen Bandar Rubber Maat-
sbhaqlpij N.V. van 1937-1942.
10)
Uitsluitend ‘voor aandeelhouders.
ii).
Van het netto-provenu dezer leening is een bedrag
van
f
5.743.000 vOOr conversie tfgetrokke.n.
12)
De Kerkelijke Lëeuin.gen zijn als volgt onderver-
deeld:
Rent- Emissie-
Guldens voet
koers
•
put.
put.
Gereformeerde
Kerk
van
Botter-
dam-Oharlois (conv.
f
102.500)
125.000
4
100
Gereformeerde Kerk van Rtter-
dam-Zuid
(Katondrecht)
eon-
versie
f
139.500)
………….
140.000
4
100
Sint Joref -Gesticht te Venray (cois-
versie
f80.000)
……………
l75000
4
.
100
Sint
Willebroedua
Stichting
te
Sehiedam
(conversie)
………
155.000
4
100
•
Vereeniging tot
Stichting en In-
standh oud ing
van
scholen
voor
geref.
lager
onderwijs
in
liet
noorclel.
deel
van
Rotterdani
(conversle)
……………….
60.000
4
100
N. (In tons
van 1000 kg.)
Artikelen
Rotterdam
–
Amsterdam
Totaal
25-3IJulï
Sedert
Overeenk.
25-31Juli
Sedert
Overeenk.
1937 1936
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
1937
1Jan. 1937
tijdvak 1936
25.6
2
8
1.004.396
606.919
–
17.735
8.311
1.022.131
615.230
..
150.383
141.166
–
2.875
1.976
153.258 143.142
Tarwe
……………..
Rogge
……………..618
Boekweit …………..
1200
10.988 17.978
–
–
350
10.988
18.328
Mais ……………….
21.286
..
625.537
435.574
–
92.483
91.920 718.020 527.494
Gerst
……………..
•
2.805
170.522
184475
–
6.689 12.240
177.211
196.715
7.295
87.464
54.923
–
3.180 680
90.644
55603
75
118019
135.788 140.035
•
124.154
258.054 259.942
Haver
………………
Lijakoek …………..
46.691
33.267
–
–
175
46.691
33.44
Lijnzaad
………………
&2
.10
548
21.460 21.042
. –
3.179 5.556
24.639
26.598
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
300
24.092
19.899
115
2.553
1.076
26 645
20.975
Noot bij groothandeisprijzen.
1)
Tarwe:
Tot Jan.
1931 Hard Winter No. 2;van Jan. 1931 tot 26 Sept. 1932 79 kg La Plata; van 26 Sept. 1932
tot 5 Febr. 1934 Manitba No. 2; van 5 Febr. 1934 tt 6 Juli 1935 80 kg La Plata; van 6 Juli 1936 tot 30 Nov.
1936 Mainitoha; van 30 Nov. 1936-2 Aug. 1937 Bnn
h.ia Bianca.
Rogge:
Tot Jan. 1928 Was-tam; vanaf Jan. 1928 tot
16 Dec. 1929 Aniepican No. 2 van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 kg 1-[ongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74kg Zuid-Russiscihe; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1.933 No. 2 Canada.
(lerst:
Tot Jan. 1928 Maitin.g; van Jan.
1928 to-t 9 Febi’. .1931 American No. 2; van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 64/5 kg Zuid-RussLscihe; van 23 Mei-
19 Sept. 1932 No. 3; van 19 Sept. 1932 ‘tot 24 Juli 1933 62163 leg Zuid-Russische; van 24 Juli 1933-7 Oct. 1935
•
64165 leg La Pla4a; van 7 Oct. 1935-18 Mei 1936 62/63 kg Zuid-Rusaisohe.
576
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Augustus 1937
Rente- Emissie-
Guldens voet koers
pOt.
pOt.
Veree nigi ng ve ri den IT. Vi neen-
tius van Paulo te Sohidam
({-onverSie)
………………230.000
4
100
Voorts
werd hier te lande de inschrijving opengesteld
op een beperkt bedrag: 4% obi. Republiek Argentinië t
90% (Introductie); rand. Soc. de Bruxellcs pour la Finan-
ce eL l’Jndustrie ..Brufina” t Frs. 725
p.
aanci. (uitsluitend
voor aaiideellhouders 3 : 5); aand. Cultuur-onderneming
,,Poerbasai
–
i” t pl.iii. 175
0
/
0
(Introductie).
Emissies in 1937.
(In Guldens.)
Nieuw kapitaal:
Conversie:
Obligatiën Aandeelen
Totaal
Jan……
2.055.167,50
3.606.372,-
5.661.539,50
194.81 l.00,-
Febr…..
28.354.181,66
2.184.500,-
30.538.681,66
269449.898,34
Maart
312.227,50
2.568.725,-
2.880.952,50
9.334.000,-
April
2.817.677,50
17.255.930,-
20.073.607,50
46.742.925,-
Mei
85.000,-
2.160.250,-
2.245.250,- 40.436.000,-
Juni
5.967.712,50
3.989.250,-
9.956.962,50
604.708.000,-
39.591.966,66
31.765.027,-
71.356.993,66
1.105.482.323,34
ONTVANGEN BOEKEN.
Grundsatze der Wehrwirtschaftslehre
door Dr. Otto
Korfes. (Hamburg
1936;
Uanseat.ische Verlags-
anstalt. Prijs R.M. 1.80). (Schriften zur kr.iegs- wirtschaftlichen Forschung and Schulung).
Schrijver ondersdheidt Wehrwirtscibaft en Kriegswirt-
schaft (resp. econ. voorbereidingen in tijd van vrede en
maatregelen in tijd van oorlog). Hij onderzoekt de grond-slagen, waarop een Wehrwirtschaft zich moet richten. De
noodzakelijkheid hiertoe is i,n den wereldoorlog duidelijk
geworden. Ook op de econ. politiek, voornamelijk tav. uit-
en invoer, gut schrijver i.v.m. dit onderwerp in.
Wirtschaftslcrieg ‘und Kriegswirtschaf t. Die Bolle der
Landesverteidigung in der Friedenswirtschaft
door Oarl Rothe. (Leipzig
1936;
Wilhelm Gold-
mann Verlag. Prijs geb. R.M. 1.15).
Sc’hr. begint met een uiteenzetting van den oorsprong van
den ,,Wirtschaftskrieg” en behandelt deze in verband niet
liet nieuwe volkenrecht. Hij geeft een uitvoerige bespre-
king van maatregelen in Groot-Brittannië, Vereenigde
Staten, Italië en Polen en besluit, na eenige beschousvin-
gen over ,,Fr.iedenswirtsehaft” en ,,Kiiiegswiirtscha,ft” niet
een verliandeling over de sancties (,,Wivtschaftskrieg
1935″).
Wehrwirtschaf t. Was jeder von jhr wissen
musz!
door
Heinrich Heilmer. (Berlijn
1936;
Verlag hans
Wilhelm Rödiger). Brochure met het doel een ieder in te lichten omtrent
dit onderwerp. Een voorwoord schreven de heeren 0. l3eut-
1cr en Dr. Heasc. jjet geeft vele illustraties en gaat uit
van het idee, dat aan ieders noodzakelijke medewerking
een begrijpen van de noodzakelijkheid van een economi-
sche oorlogsvoonbereidin.g vooraf moet gaan.
Wehrwirtschaf t. Ihre Grundla gen und Theorien
door
Dr. Guido Fischer, hoogleeraar te München.
(Leipzig
1936;
Verlag Von Quelle & Meyer. Prijs
geb. R.M. 4.-).
Het buitenland geeft vele voorbeelden, hoe daar syste-
matisch de ,,Wehrwirtschaft” wordt ontwikkeld en georga-
niseerd. In het derde deel van dit boek wordt hieraan
aandacht geschonken (Vereenigde Staten, Engeland,
Frankrijk en Italië). Verder worden de grondslagen, welke
noodzakelijk zijn voor een ,,wehrwirtschaftiichen Ausbau
der Friedenswir.tschaft”, uitgewerkt. Deze doelstelling is
niet alleen economisch. Alle gebieden van het snensehelj’ke
leven en kunnen zijn er bij betrokken.
Kriegswichtige Industrie ins Systens der Wirtschaf Is-
politik
door Justus Schmitt. (Berlijn
1937;
Obe-
lisk Verlags-G.m.b.H.).
Het boekwei-kje wil aan hen, die aan de voorbereiding
van de Duitsuhe ,,Wehrwirtschaft” medewerken, een in-
zicht bijbrengen in de problematiek van de industrieele
mebilisatie. Na een overzieht van de direct hiermede
sanienhanigende vragen wordt de kwestie van de reserves
behandeld, terwijl schr. besluit mt een bespreking van de
maatregelen in Frankrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen.
Die Statistik in der Kriegswirtschaft
door Dr. Char-
lotte Lorenz. (Hamburg
1936;
ilanseatische Ver
–
lagsanstalt.
Prijs
R.M. 1.80). (Schriften zur
krigswirtschaf tij chen Forshung and
Schulu
ng). Schrijfster onderzoekt de taak, welke de statistiek tav.
de defensie heeft, daarbij reeds beginnende bij de taak in
vredestijd, als onderzoek ]iaar de weerkracht, de bevolking
en het sociale leven. Het tweede hoofdstuk heeft speciaal
betrekking op de functie van de statistiek in de Duitsohe
,,Kriegswirrtschaft”. In een aanhang worden wetten, ver
ordeningen enz. gegeven, in de jaren 1914-1918 genomen
ter dooiwoeri n.g van statistische maatregelen.
STATISTIEKEN.
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
31 Juli 1937 voor
telegraftache
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
Koers
Bank-
disconto
Europa
0
/0
Londen *)
£
–
9.
02*
2
100 Mark
59.26e
73.
4
Parijs
*)
100 Franc
–
6.80
5
100 Belga
24.90
8
30.52
2
100 Franc
6.22
8
7.63
Zürich *)
100
,,
–
41.64
1*
………
100 Kronen
–
6.33
3
Weenen *)
100 Schilling
35.01
34.20
34
Luxemburg
………
100 Pengö
43.51
35.80
4
Praag …………..
………..
100 Lei
1.48
8
1.37*
‘*
100 Leva
1.79
2.25
6
Belgrado ……….
100 Dinar
–
4.25
5
Istanbul ………..
Turkscb
£
–
1.47*
100
Drachme
–
1.65
6
Berlijn
)…………
100 Lira
–
9.60
4
………
Brussel
)
……….
Madrid
5)
100 Peseta
48.-
–
5
Athene
…………
Milaan
…………
Escudo
–
008.20
41
Kopenhagen *)
•,..
100 Kronen
–
40.30
4
Boedapest
………
Boekarest
……….
Oslo) …………
100
–
45.35
4
Sofia
…………..
100
—
46.55
2*
100 IJsI. Kr.
..
–
40.75
Warschau
………
100 Zloty
27.90
9
34.45
5
Lissabon ………..
Kovno (Litauen) •,
100 Lita
..
24.88
31.20
51
Stockholm
)
……..
Reickjavick
…….
Riga (Letland) •…
100 Lat
..
48.-
36.-
-*
Tallinn (Estland) •,
100 EstI. Kr.
–
50.-
*
100 Finnmrk.
–
3.98
4
Tjerwonets
–
27.20
Helsingfors
…….
Moskou
………..
(100 Roebel)
Danzig
………..100
Gulden
27.90
9
34.45
4
Amerika.
New-York
*)
$.
1.46
9
1.81
1*
Montreal
……..
Canad.
$
–
1.81*
2
*
Mexico
……….
M ex. Dollar
–
0.50*
Buenos Aires ……
Peso (papier)
–
0.5
5
*
La Paz (Bolivia)
8)
Boliviano
–
–
Rio de Janeiro,,..
Milreis (pap.)
..
–
0.12*
*
..
Peso (papier)
0.15
0.07*
6
)
Valparaiso …….
Bogota (Columbia)
8)
Peso
–
1.04
Quito (Ecuador)
..
Sucre
–
0.17*
Lima (Peru)
……
Sol
–
0.
4
6*
Montevideo (Urug.)
Peso
–
1.07
6)
Caracas (Venezuela)
Bolivar
–
0.60
Paramaribo
……
–
1.00*
San
José (C. Rica)
Colon
–
–
C4uatemala ……..
– –
Willemstad (Curaç.)
..Gulden
Gulden
..
–
1.01
Managua.(Nicar.)
8)
..Quetzal
Cordoba
..
–
1.8
2
*
San Salvador
8),…
Colon
–
0.73*
6
)
Azië.
Rupee
..
–
0.68
3
Batavia
……….
Gulden I.G.
–
1.00
3
Kobe
…………
–
0.52*
3.285
Llongkong ……..
Dollar
–
0.5
6
*
Shanghai
………
Dollar
–
0.54
Calcutta ………..
Singapore
……..
Straits DolI;
1.41 1.05
Phil. Peso
–
0.91*
reheran’)(Perzië)..
.. ..
..
Pahiavi
–
11.18
Il anilla
…………
.Y
.en
..
Baht
–
0.82*
Afrika.
‘ £
–
9.01*
3*
Bangkok ………..
Alexandrië……..
–
9.25
Aus traiië.
Kaapstad
…………
elbourne, Sidney
Egy
.pt.
£
en Brisbane
•…
–
7.23
ieuw Zeeland….
£
–
7.28
21
1)
0ff. 0.36 vrije markt 0.09.
2)
Milreis Goud.
3)
Goudpeso.
4)
Munteenheid =
Rail ( een kran.)
5)
Nom.
*) Not, te A’dam.
0v.
not, part. opg.
f299.406
000,-
f299.396.000,-
3.200.000,-
,,
3.200.000,-
1.109.853,-
,
1.108.563,-
•
2.361.307,19
•
2.361.307,19
•
2.036.332,23
,,
1.832.665,40
•
9.484.948,44
,,
31.142.381,12
138 221.515,71
,,
l38.638.l79,22
10.519.754,98
,,
15.069.754,98 115.206.346,92
• 1
15.025.724,l9
VLOTTENDE SCHULD.
4 Augustus 1937
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
577
BANKDISCONTO’S.
Disc.Wissels.
Ned
2
3Dec.’36
Lissabon …. 4
5Mei’36
Bk
Bel.Binn.Eff.
1Vrsch.inR.C.
’36
2
3 Dec.
Londen ……
230 Juni’32
21
3Dec.’36
Madrid ……5
9Juli ’35
Athene ……….
6
4Jan.’37
N.-YorkF.R.B. 4
1Feb.’34
Batavia……….
3
14Jan.’37
Oslo
……..4
7Dec.’36
Belgrado
……..
5
lFebr.
’35
Parijs
……4
3Aug. ’37
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
..
…
3
1 Jan.’36
Boekarest ……..
4
15Dec.’34
Pretoria
…
315Mei’33
Brussel ………..
2
16Mei ’35
Rome …….. 41
18Mei’36
Boedapest
……
4
28 Aug.’35
Stockholm
.. 21
1 Dec.’33
Calcutta
……..
3
28Nov.’35
Tokio….
1.285
7Apr.’36
Dantzig……….
4
2Jan.’37
Weenen…..
310Juli’35
Helsingfors ……
4
3Dec.’34
Warschau.
.. 5
26Oct.’33
Kopenhagen……
4
19N0v.’36
Zwits.Nat.Bk.42SNov.’36
OPEN MARKT.
1937
1936 1935
1914
31
26/31
19/24
12/17
27Juli!
29Juli!
20/24
Juli
Juli
Juli
Juli
1 Aug.
3Aug.
Juli
Amsterdam
Partic. disc.
1
18
1
18
1/
11
4
I3
1-
5
1
41/9_5114
3119-/ie
Prolong.
–
314
3
14-1
1
1114h12
331
4
_431
4
21/
4
_3j
4
L.onden
Daggeld.
. .
‘/l’i
11
2
.1
1
131
1
12
–
1
1
131
I121
1314-2
Partic. disc.
17/33_815
133-116
17
132.
8
116
1
7/33.8116
1
7132
9
1i0
I16-518
4114_314
Berlijn
Daggeld.
2
7
1′-3
1
j
211_311
21/
4
.51
5
2
1
12-
7
/
2
1
12-3
112
3_51
–
Maandeld
2
1
11-
7
18
2
1
11-7
j9
2
1
12-
3
14
2
1
13-
7
J5
2
3
143
114
231
4
311
4
–
Part, disc.
2
1
/8
2
7
18
2718
2
7
19
218
3
2
1
/8′.
1
12
Warenw.
. .
4_11
4.11
4
4_11
4
4_11
4
4.11
4
4.11
4
–
New
York
Daggeld
1)
1
1
1 1
1
114
131421/2
Partic.disc.
1
/2 1/
3
1/
3
1
/2
11
4
31
–
1)
Koere van 30 Juti en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D
a
a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York)
)
)
*) *)
1)
27 Juli
1937
1.81% 9.02
7290
6.79
3050
100%
28
,,
1937
1.81%
9.02%
72.921
6.79% 30.54
10094
29
,,
1937
1.815.
9.03
73.-
6.80
30.55 100%
30
,,
1937
1.81%
9.02%
72.94
6.80
30.51
100.
31
,,
1937
1.81% 9.02%
73.-
6.80
30.52
10094,,
2 Aug. 1937
1.81%
9.02%
72.94
6.79%
30.51
100
Laagste d.wl)
1.81
9.01%
72.85
6.77
30.47
100
Hoogste d.w’)
1.81%
9.03%
73.05
6.82
30.60
100%
Muntpariteit
1.469 12.1071
59.263
9.747
24.906
100
Data
sr”nd
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan Madrid
27 Juli
1937
41.59
–
6.33
–
–
–
28
1937
41.64
–
6.33
–
–
–
29
1937
41.67
–
6.33
–
30
1937
41.65
–
6.32
–
– –
31
,,
1937
41.64
–
6.32
–
–
–
2 Aug. 1937
41.63%
–
6.33
–
–
–
Laagste d.w
1
)
41.58 30.25 6.30
–
9.60
–
Hoogste d.wl)
41.69
34.30
6.37
1.55
9.65
–
Muntpariteit
1
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52
a
D
t
Stock-
Kopen-
*
Hel-
Buenos-
Mon-
holm
*)
hagen)
Aires
1
)
treal’)
27 Juli
1937
46.50
40.24
45.321
3.98 54% 1.81%
28
,,
1937
.46.521
40.30
45.35
4.-
55
1.81%
29
,,
1937
46.54
40.321 45.40
4.-
55
1.81%
30
,,
1937
46.55
40.30
45.35
4.-
55
1.81%
31
,,
1937
46.55
40.30
45.35
4.-
55
1.81%
2 Aug. 1937
46.521
40.24
45.30
4.-
55
1.81%
Laagste d.wl)
46.45
40.20
45.25
3.97
54%
1.81
Hoogste
d.w1)
46.60 40.35
45.40
4.021
55% 1.81%
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.1878 •) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam
1)
Part. opgave.
In ‘t Iste of 2de No. van ieder maand komt een overzicht
ijoor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
tl
a
Londen
($ per £)
Parijs
($
P.
IOOfr.)
Berlijn
($ p.
100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100
gid.)
27 Juli
1937
4,971
3,74%
40,25
55,21
28
,,
1937
4,97%
3,74%
40,24%
55,08
29
,,
1937
4,97%
3,74%
40,24
55,15
30
,,
1937
4,97%
3,75
40,25
55,17
31
,,
1937
4,97’9.
3,75 40,24
55,17
2 Aug.
1937
4,98%
3,75%
40,24
55,17
3 Aug.
1936 5,01
1
/
6,59%
40,24
67.91%
Muntpariteit..
4,86
3,90%
23.81%
40%
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Not eerings-
eenheden
17
Juli
1937
24
juli 1
1937
1
LaagstelHoogstel
26131
Juli
1937
131
Juli
1937
Alexandrië..
Piast. p.
97%
97
97%
97%
97%
Athene
….
Dr.
p.0
547%
547%
540
555
547%
Bangkok….
Sh.p.tical
1/9%
1/9%
119%
119%
1/9%
Budapest’)..
Pen.
p.
2534
25% 24%
25%
25%
BuenosAires’
p.pesop.0
16.41 16.43
16.40
16.48
16.441
Calcutta
. . ..
Sh.
p.
rup.
1/6%
1/6%
1163/82
116
5
1
1/6%
Istanbul
.
.
Piast.p.0
617 617 617
618 618
Hongkong ..
Sh. p. $
112
21
1
32
112
21
1
39
1/2%
1/2%
1
1
2
2
51
33
Sh. p. yen
111
51
/
1/1
31
/
32
1/1
1
9.
1,2
1/1
31
/
Lissabon….
Escu.p..g110%
6
1 10
110
110%
110
Mexico
….
$per
18 18
17%
189
18
Montevideo
3
)
d.per,C
28 28
27% 28%
28
Montreal
..
$
per £
4.98
496f+
4.96%
4.98%
Kobe
…….
Rio
d.Janeir.’
d. per Mil.
313165
315/
3%
39
132
/82
Shanghai
. .
Sh
p. $
112
8
/
16
112%
1/2%
1/29,{
112%
Singapore
..
id.
p. $
2
1
45
132
214
6
1
3
,
214%
214%
2145133
Valparaiso 5).
$
per
£
128
128 128 128
128
Warschau
..
Zl. p. £
26% 26%
26
26% 26%
1) Offic. not. 10 Dec. 16
1
12.
2)
Offic. not. 15 laten, gem. not., welke
imp. hebben te betalen 10 Dec. 16.12.
3)
Offic. not. 19 Mei 3971
8
. 4) Id.
II Mrt. 1935 41/
4
. 1) 90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste .export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’) N.Yorkl)
Londen
27 Juli 1937.. 20
44%
27 Juli 1937…. 139/61
28 ,,
1937.. 20
44%
28 ,,
1937…. 139181
29 ,,
1937.. 20%
44%
29 ,,
1937…. 139191
30 ,,
1937.. 20%
44%
30 ,,
1937…, 139181
31 ,,
1937.. 20%
–
31 ,,
1937…. 139181
2 Aug. 1937.. –
44%
2 Aug. 1937…. –
3 Aug. 1936.. –
44%
3 Aug. 1936…. –
27 Juli 1914.. 24
1519
59
27 Juli 1914…. 84110%
1) in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz. fine.
3)
In ah. p. oz. line
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
0 r a e r t n ee n. aiao van
s iujtcs
bcnalKISt
oj
ve ie-
f
113.221.880,65
f108.615.961,32
derlandsche Bank
……………….
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
221.819,84 •
866.133,96
Voorschotten
op
ultimo
Juni
1937
ajd. gemeent. verstr.
op
a. haar uit te
keeren hooI da. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelastlng
–
–
Voorschotten aan Ned.-lndië
………
14.512.963,17
,,
19.717.855,71
Idem aan Suriname ………………
1l.438.026,78
….
,,
11.442.237,46
Kasvord.weg. credietverst. a/h. bultenl.
….
,,
106.819.771,99
,,
106.629.203,57
Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen
–
33.362.670,56
–
,,
34.318.464,94
Vord.
op
het Alg. Burg. Pensioenf. 1)…
–
–
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)….
4.799.335,47
,,
3.897.254,58
Verstr. ten laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…
– –
Verolichtin.gen
1
art. 16 van haar octrooi verstrekt Schatkistbiljetten in Omloop………
Schatkistpromessen in omloop ……
Zilverbons In omloop …………….
Schuld op ultimo Juni 1937 aan de
gem. weg. a. h. uitte keeren hoofds.d,
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de vermogensbelasting
Schuld aan Curaçao’) …………….
Schuld aan het Alg. Buig. Pensioenf. 1)
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T. 1)
Id. aan andere Staatsbedrijven 1)
Id. aan diverse instellingen 8) ………
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
–
1
2.804.000,-
Saldo Javasche Bank…………………
Saldo b.
d.
Postchèque- en Girodienst
f
103.000,-
,,
216.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell.
•
14.524.000,-
,,
19.718.000,-
8.500.000,-
,,
8.500.000,-
Schatkisibiljetten in Omloop
–
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
•
1.536.000,- 1.536.000,-
Schatkistpromessen in omloop………
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
889.000′-
,,
716.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen…
,,
520.000,-
,
500.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
…
,,
1.270.000,-
1
–
1)
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
op
17 Juli 1937
f
29.096.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
,Çf
‘
/
Andere
0shllden
Discont.
ID’
k
n
Y,
g
‘
e
e
nl
eÇ
26 Juni
1937..
646
1.253
480
(146
1.397
19
1937..
646 1.097
480
651
1.372
12
1937..
687
1.146
501
652
1.373
5
,,
1937..
689
1.203
558
656 1.381
29 Mei
1937..
690
1.245
505 660 1.402
1
Juli
1914..
645
1.100
1
560 735
1
396
1) Sluitp. der activa.
GROOTHANDELSPRIJZEN VAN BELANGRIJKE VOEDINGS- EN GENOT.
GERST
64/65 kg
MAIS
ROGGE
TARWE
BURMARIJST
BOTER per kg.
KAAS;
Çdammer
EIEREN
a
a a
Rotterdam per 2000 kg.
74
kg Bahia
Rotterdam per 100 kg. Loonzein
maar
Gem. not.
•
e ing
•0
ermijn-
La Plata
..
ermijn-
La Platal)
1
•
te
anca
,
OCI.)
Rotterdam
p
r
w t f
b
Rangoon(Bassein
eeuwar- der Comm.
.
risi
a r. aas
iermijn
Roermond
pan
t
dt
nummer
o
er am
perOOOkg.
no eer. op
1 of 2 mnd.
Loco ns
er 100 k g.
fl0
eer. op
1 of 2 mnd.
Loco
is
prj
HerI.Ned.Ct.
Not.
Noteerin g
uive
Centr.
gang exp.
per 50kg.
oo
st
.
%
t
%
t
%
f
%
t
%
f
%
f
%
sh.
f
%
f f
%
t
%
1927
110,2
171,50
89,3
176,-
1
87,
I2475
102,5 13,825
110,1
14,75
109,3
6,83
104,5
111314
2,03
98,4
–
43,30 95,0
7,96
99,3
1r
🙂
106,2
208,50
108,6
226,-
111,9
13,15
108,1
12,575
100,1
13,475
99,9
6,43 98,4
10/7
3
/4
2,11
102,3
–
48,05
105,4
7,99
99,6
1:
.•,75
83,6
196,-
10
1
2,1
204,-
101,0
10,875
89,4
11,27
89,8
12,25
90,8
6,34
97,0
106
2,05 99,4
–
45,40
99,6
8,11
101,1
19
111,75
52,0
118,50
61,7
136,75
67,7
6,225
51,2
8,27
5
65,9
9,67
5
71,7
5,09
77,9
8,5
1,66
80;5
–
38,45
84,4
6,72 83,8
1931
107,25
49,9 78,25
40,8
84,50
41,8
4,55
37,4
4,65
37,0 5,55
41,1
3,09
47,3
5.6
1,34
64,9
–
31,30
68,7
5,35
66,7
1932
100,75
46,8
72,-
37,5
77,25
38,2 4,62
5
38,0
4,70 37,4
5,225
38,7 2,59
39,6
5111
1
j2
0.94
45,6
–
22,70
49,8
4,14
51,6
1933
70,-
32,5
60,75 31,6
68,50
33,9 3,55
29,3
3,75 29,9
5,025
37,2
1,84
28,2
415112
0,61
29,6
0,96
20,20
44,3
3,71
46,3
1934
75,75 35,2
64,75
33,7
70,75
35,0
3,325 27,3
3,25 25,9
3,67
5
‘
27,3
1,74
26,6
417314
0,45
21,8
1,-
18,70
41,0 3,45 43,0
0
1935
w
68,-
31,6
56,-
29,2
61;25
30,3
3,0751
25,3
3,87
5
30,9
4,125
30,6 2,07 31,7
5/8
1
(2
0,49
23,7
0,99
14,85
32,6 3,20 39,9
1936
86,-
40,0
74,50
38,8
74,-
36,6
4,2751
35,1
5,75
45,8
6,27
5
46,5 2,19
33,5
57L12
0,58
28,1
0,88
5
17,55
38,5
3,50 43,6
lan.
1936
2
63,50
29,5
54,-
28,1
56,-
27,7 3,52
5
29,0
5,10
40,6 5,45 40,4
1,81
2
1,7
41 1 1
‘J
0,57
27,6
0,95
16,80
36,9
4,04 50,4
Febr.
64,50
30,0
52,-
27,1
55,25
27,4 3,40
27,9
4,92
5
392
5,225
38,7
1,89
28,9
512
1
14
0,61
29,6 0,92
5
17,375
38,1
3,375
42,1
Maart
_
69,75
32,4
56,-‘
29,2
5950
29,5 3,50
28,8
4,92
5
39,2
5,225
38,7
2,03
31,1
517
0,46
22,3
1,04
17,70
38,8
2,69 33,5
April
0
70,-
32,5
30,2
64,-
31,7 3,45
28,4
4,85
38,6
5,175
38,4
2,10
32,1
519114
0,44
21,3
1,025
‘
16,825
36,9 2,49 31,0
Mei
• ,
72,25
33,6
30,7
63,75
31,6 3,17
5
26,1
4,65 37,0
5,125
38,0
2,11
32,3
5/14
0,47
22,8
0,99
18,75
41,1
2,52
31,4
Juni
ç
71,50 33,2
60,75 31,6
66, 32,7 3,45
28,4
4,62
5
36,8 5,05
37,4
2,12
32,4
518
1
1
0,57
27,6 0,89 20,20 44,3
2,69
33,5
Juli
74,75 34,8
65,75
34,2
71,75
35,5 3,65
30,0
5,15
41,0
5,625
41,7
.2,06
31,5
5i7
0,60
29,1
0,815
19,35
42,5
2,91
.
36,3
Aug.
40,9 79,75
41,5
84,-
41,6
4,025
33,1
5,95
47,4
6,35
47,1
2,17
33,2
5/10ij
0,62
30,0
0,80
17,875
39,2
3,31
5
41,3
Sept.
,
88,-
40,9
79,-
41,1
85,-
42,1
440
36,2
6,-
47,8 6,50
48,2
2,22
34,0
5111′ 2
0,58
28,1
0,79
16,25
35,6
3,63 45,3
Oct.
Nov.
120,50
56,0
94,75
49,3
97,50
48,3 6,02
5
49,5
7,775
61,9 8,80
65,2
2,57
39,3 5/7 /2
0,63 30,5
0,77
5
17,55
38,5 4,85 60,5
Dec.
121,50
56,5
89,75
46,7
89,50
44,3 5,72
5
47,1
7,275
57,9 8,55
63,4
2,46
37,7 5/514
0,70
33,9
•
0,78
16,075
35,3 5,15 64,2
129,-
60,0
95,25 49,6
97,-
48,0 6,97
5
57,3
7,87
5
62,7 8,175
60,6
2,71
41,5 61′-j2
0,65 31,5
0,825
15,75
34,6
4,36
5
54,4
Jan.
1937
0
61,4
•99,75
52,0
97,50 48,3
7,975
65,5
8,07
5
64,3 8,40
62,3
2,74 41,9 611I2
0,66
32,0
0,85
17,075
37,5 3,45
•
43,0
Febr.
129,-
60,0
102,-
53,1
100,50
49,8
8,72
5
71,7
7,92
5
63,1
8,25
61,1
2,62
40,1
5110
1
14
0,69
33,4
0,80
18,75
41,1
.
3,81
47,5
Maart
61,8
104,25
54,3
106,-
52,5
9,025
74,2
8,72
5
69,5 9.15
67,8
2,57
39,3
519114
0,68
33,0
0,80
18,82
5
41,3 3,86
48,1
.
April
149,75
69,6
110,75
57,7
115,-
56,9
10,-
82,2 9,40 74,9
10,175
75,4
2,72 41,6 61-14
0,69
33,4
0,80
16,45
36,1
3,05
38,0
Mei
144,40
67,1
107,-
55,7
110,-
54,5
10,.-
82,2 8,92
5
71,1
9,725
72,1
2,64 40,4
5110
1
12
0,71
34,5
0,72
5
17,32
5
38,0 2,89
36,0
Juni
148,75
69,2
99,-
51,6
105,-
52,0
10,15
83,4 7,52
5
599
8,95 66,3
2,63
40,3 5110/4
0,74
35,9
0,70
•
19,82
5
43,5 2,98
37,2
Juli
149,25
69,4
108,25
56,4
111,-
55,0
9,85
81,0
8,57
5
68,3
9,975
73,9
2,68 41,0
51111/4
0,77
37,4
0,68 20,15
44,2
3,74
46,6
13-20 Juli
148,50
69,0
109,25
56,9
112,50 55,7
9,775
80,3
8,67
5
69,1
10,15
75,2
2,71
41,5
61-
0,77 37,4
0,70
20,-
43,9
3,85
48,0
20-27
,,
,,
147,50
68,6
1 08,-
56,3
112,50
•
55,7
9,52
5
1
78,3 8,55
.
68,1
9,95
73,8
2,71
41,5
6!-
0,80
•
38,8
0,65
20,25
44,4
3,75
46,8
27Ju1i-3Aug.
145,50
67,6
107,50
56,0
110,50
54,7 9,525
78,3
8,42
5
67,1
8,75 64,9
2,71
41,5
61
0,80
38,8 1 0,65
21,-
46,1
3,80
47,4
JUTE
KATOEN
.
AIJSTRALISCHE WOL
JAPAN. ZIJDE
RUBBER
.
,,First Marks” in olie gekamd; loco Bradford per Ib.
131
14
Dernier
Stand. Ribbed
Middling Upland
Super Fine C.P.
Crossbred Colonial
Carded SO’s Av.
.
,
Merino u’
S
Av.
c
.
i
.f.
Londen
p
er
Eng. ton
loco
NewYork per lb.
Oomra
Liverpool per lb.
wit Gr. D.te
New York per Ib.
Smoked Sheets
loco Londen
P
Ib.
Herl.Ned.Ct.1
Not.
l-Ierl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I Not.
Herl.Ned.Ct.
1
Not.
Herl.Ned.Ct.
1
Not.
HerI Ned.Ct.I
Not.
H
Not.
t
2
£
cts.
%
$cts.
cts.
%
pence
cts.
%
pence
cts.
%
pence
f
%
$
cts.
%
pence
1927
442,38
103,4
36.101- 43,8
93,1
17,60
36,7.
102,1
7,27 133,8
96,8
26,50 244,9
104,8
48,50
13,55
105,8
5,44
93
140,2
18,50
1928
445,89
104,2
36.16111
49,8
105,8
20,-
37,9
105,5
7,51
153,8
111,2
30,50
259,7
111,1
51,50
12,60
98,4
5,07
54
81,4
10,75
1929
395,49
92,4
32.1413
47,6
101,1
19,10
33,2
92,4
6,59
127,2
92,0
25,25
196,5
84,1
39,-
12,28
95,9 4,93 52
78,4
10,25
1930
257,97
60,3
21.619
33,6
71,4
13,50
19,7
54,8
3,92
81,9
59,2
16,25 134,8
57,7
26,75
8,50 66,4
3,42
30
45,2
5,87
5
1931
0
192,15
44,9
17.117
21,1
44,8 8,50
20,1
55,9 4,28
60,9
44,0
13,-
109,0
46,6
23,25
5,97 46,6
2,40
15
22,6
3,12
5
1932
146,86
34,3
16181-
15,9
33,8
6,40
19,5
54,3 5,39
42,5
30,7
11,75
.
79,7
34,1
22,-
3,87
30,2
1,56
12 18,1
3,375
1933 1934
128,63
30.1 15.1212 17,4
37,0
8,70
16,8
46,8
4,91
48,9
35,4
14,25
96,9 41,5
28,25
3,21
25,1
1,61
II
16,6
3,25
1935
Z
115,85
27,1
31,4
15.9/9
18,3
38,9
12,30
13,6
37,8 4,37 51,4
37,2
16,50
95,8
41,0 30,75
1,92 15,0
1,29
19
18
28,6 6,25
1936
w
134,52
142,61
18.1118
18.618 17,6
37,4
40,4
11,90
17,7
49,3
50,7 5,87
42,2 30,5
14,-
.84,5
36,2
28,-
2,41
18,8,
1,63
25
27,1
37,7
6,-
Jan.
1936
Febr.
ç)
144,42
33,3
33,7
19.1619
19,0
17,5
37,2
12,10
11,90
18,2
17,3 48,1
5,60
5,70
54,3
45,5
39,3
32,9
16,75
15,-
108,6
97,0
46,5
41,5
33,50
32,-
2,71
2,42
21,2
18,9
1,73
1,65
21
31,7
7,75
6,87
5
Maart
137,87
32,2
18.1819
16,9
35,9
11,60 16,5
45,9
.
5,46
47,0
34,0
15,50
.
98,5
42,1
32,50
.
2,49
19,4
1,71
22 23
33,2 7,25
April
c
142,86 138,96
33,4 32,5
19.1311
19.119 16,7 17,2
35,5
36,5
11,40 11,70 16,5 16,5
45,9
45,9
5,46 5,46
47,7
47,7
34,5
34,5
15,75 15,75 100,0
1000
42,8
42,8
33,-
33,-
2,43 2,43
19,0 19,0
1,65
1,65
23
34,7
34,7
7,50
7,50
1
Mei
135,83
31,7
18.918
17,3
36,8
11,70
16,1
44,8
5,26
47,5
34,4
15,50
•
100,3
42,9 32,75
2,31
18,0
1,56
23
34,7
7,375
Juni
Z
128,22
30,0
17.517
17,7
37,6
12,-
17,0
47,3
5,51
46,4
33,6
15,-
97,4
41,7
3150
2,32
18,1
1,57
23 34,7
7,375
Juli
123,43
28,8
16.1416
19,4
41,2
13,20 18,3
50,9
5,94
46,1
33,3
15,-
97,6
41,8
31,75
2,47
19,3
1,68
24
36,2
7,75
Aug.
128,76
30,1
17.811
18.1
38,5
12,30 17,3
48,1
5,60
46,2
33,4
15,-
100,2
42,9
32,50
2,57
20,1
1,74e
24 36,2
7,62
5
Sept.
Z
128,14
29,9
17.411
18,1
38,5
12,30
17,7
49,3
5,69
48,9
35,4
15,75
99,3
42,5
32,-
2,49
19,4
1,535
24
36,2
7,75
Oct.
160,28
37,5
17.1116
22,8
48,4
12,25
21,9 60,9
5,75
60,8
44,0
16,-
121,6
52,0
32,-
3,26
25,4
1,75
30
45,2
7,87
5
Nov.
CL.
169,39
39,6
18.1414
22,6 48,0
12,20
21,3
59,3
5,64
72,6
52,5
19,25
132,0
56,5
35,-
3,63
28,3
1,96
33
49,7
8,62
5
Dec.
,,
170,59
39,9
18.1916
23,5 49,9
12,80
21,5 59,8
5,73
82,4
60,0
22,-
134,8
57,7
36,-
3,51
27,4
1,915
37
55,8 9,75
Jan.
1937
in
166,88
39,0
18.1216
23,7
504
13,-
22,0 61,2
5,88
88,2
63,8 23,75
141,9
60,7
3$,r
–
3,92 30,6
2,14
5
38
57,3
10,375
Febr.
Maart Z
169,23
39,5
18.1812
24,0
51,0
13,15
21,8
60,7
5,85
85,6
61,9
23,-,
133,6
57,2
35,7.5
3,53
27,6
1,93
40
60,3
10,50
April
ç
174,86 189,96
40,9
44,4
19.911
21.313
26,6
26,0
56,5 85,2
14,45 14,35
23,3
23,1
64,8 64,3 6,25
6,16
88,6
96,5
64,1
69,8
2375
2,75
138,9 144,9
59,4
62,0
37,25
38,75
.
3,59 3,56
28,0 27,8
1,96 1,95
44 44
66,3
66,3
12,-
11,62
5
Mei
201,20
47,0
22.716
24,3
51,6
13,35
22,7
63,2 6,04
97,4
70,4
26,-
142,9
61,1
38,25
3,25
25,4
1,78
5
38
57,3
10,25
Juni
186,90
43,7
20.1617
22,9
48,6
12,60
22,3
62,1
5,96
95,6
69,1
25,50
140,2
60,0 37,50
3,28
25,6
1,805
36
54,3
9,62
5
Juli
189,87
44,4
21.113
22,4
47,6
12,32
21,5
59,8
5,71
95,8
69,3 25,50
142,2
60,8 37,75
3,42
26,7
1,885
34
51,3
9,125
1
3-2
0
Juli
,,
191,62
44,8
2
1
.5
1
–
22,7
48,2
12,51
22,2
61,8
5,91
95,8
69,3
25,50
142,8
61,1
38,-
3,47
27,1
1,91
34 51,3
9,125
20-27
,,
193,21
45,2
21.89
20,6
43,7
11,40
21,4
59,6
5,70
95,8
69,3
25,50
142,7
61,1
38,
–
3,41
26,6
1,88
33
49,7 8,87
5
27
JuIi-3 Aug.
189,63
44,3
21.-(-
1
19,9
42,3
10,96
20,3
56,5
5,40
97,8
70,7
26,-
143,9
61′,6
38,25
3,31
25,8
1,83
33
49,7 8,87
5
KOPER
LOOD
IJZER
GIETERIJ-IJZER
ZINK
ZILVER
Standaard
gem. prompt en
L
7Nd
n
ocoo
Cleveland No. 3
(Lux III)
gem. prompt en
cash Londen
Loco. Londen
1ev. 3 maanden
r
g. tgn
franco Middlesb.
per Eng. ton
1ev. 3 maanden
per Standard
per Eng. ton
Londen per Eng.ton
per Eng. ton f.o.b. Antwerpen
Londen p. Eng. ton
Ounce
HerI.Ned.Ct.I
Not.
l-Ierl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not. Herl.Ned.Ct.I Not.
HerI.Ned.Ct.I
Not.
Hl.Ned.Ct.
Not.
f
%
£
f
%
t
%
£
f
%
sh.
f
%
Sh.
f
%
£
ets.
%
pence
1927
675,10
85,9
55.13111
295,75
106,5
24811
3503,60
120,6
289.115
44,10
104,7
7219
39,10
98,9
6416
345,40
108,8
289
1
11
132
101,5
26
1
11
e
1928
771,20
98,1
63.1419
256,15
92,2
21.314
2749,50
94,6
227.4
1
8
39,85 94,6
65
1
10
37,90
95,9
62
1
8
305,75
96,4
25.515
.
135
103,8
26
3
14
1929
912,55
116,1
75.917
281,10
101,2
23.4111
2465,65
84,8
203.18!10
42,45
100,8
70/3 41,55
105,1
6819
300,80
94,8
24.1718
123
94,6
24
7
116
1930
0
661,10
84,1
54.1317
218,70
78,8
18.115
1716,20
59,1
141.1911
40,50
96,1
67/-
35,95
91,0
5916
203,55
64,1
16.1619
89 68,5
17
11
/16
1931
431,85
54,9
38.7(9
146,60
52,8
13-17
1332;55
45,9
118.911
33,-
78,3
5818
28,90
73,1
5115
140,05
44,1
12.8111
69
53,1
14
5
/
1932 1933
275,75
35,1
31.1418
104,60
37,7
12.-19
1181,30
40,6
135.18110
25,40
60,3
5816
22,20
56,2
5111
118,95
37,5
13.13110
64
49,2
1
7
18
11
@
1934
Z
268,40 226,80
34,1
32.11
1
4 30.615
97,25
35,0
29,8
11.16
1
1
11.11- 1603,50
55,2
59,3
194.11/11 230.715
25,55
60,6
62/-
21,-
53,1
51/-
129,80
40,9
15.14111
62
66
47,7
18
1
/
1935
ui
230,95
28,8 29,4
31.1811
82,65
103,40
37,2
14.518
1723,15 1634,25
56,2
225.1415
25,-
24,70
59,3 58,6
66111
6812
20,25
20,25
51,2
51,2
5411
56/-
103,05
102,6
32,5 32,3
13.1516
14.316
87 50,8 66,9
21
1
14
28
15
/1
1936
298,75 38,0
38.811
137,15
49,4
17.1217
1592,-
54,8
204.1218
28,40
67,4
73/-
22,40
56,7
5717
116,55
36,7
14.1917
65
50,0
20
1
/16
Jan.
1936
febr.
253,
–
32,2
34.14
1
11
112,50
40,5 15.8
1
11
1528,35
52,6
209.18
1
9
25,50
60,5
70
1
–
20,10
50,9
55
1
2
106,30
33,5
14.12
1
1
61
46,9
20/16
»
Maart
,,
(.
257,35
262,25
32,7
33,4
35.71
–
36.116
117,05 121,30
42,2 43,7
16.118
16.1319
1508,85 1551,15
51,9 53,4
207.512 213.713
25,50
25,45
60,5
60,4
701-
70/-
20.10
20,10
50,9 50,9
5512
55
1
3′
111,10 116,95
35,0
15.5/2
36,9
16.1
1
9
60 60
46,2 46,2
19
7
/
193
1
4
April
,,
”
269,45
34,3
37.
–
/3
117,70
42,4
16.3
1
4
1524,80
52,5
209.9
1
1
25,50
60,5
70/-
20,10
50,9
5512
111,10
35,0
15.512
61
46,9
20
2
1
Mei
–
269,95 34,3
36.1416
114,45
41,2
15.1114
1489,20
51,2
202.1212
25,75
61,1
701-
20,20
51,1
54111
107,75
34,0
14.1312
62 47,7
203/8
Juni
,,
Z
269,80 34,3
36.7/2
112,90
40,7
15.4
1
3 1360,45
46,8 183.6
1
11
25,95
61,6
70
1
–
20,20
51,1
54
1
5
103,95
32,8
I4.-/2
61
46,9
19
3
1
4
)uli
,,
Aug.
»
z
274,90 283,40 35,0 36,0
37.511
38.5
1
11
116,95
124,10
42,1
44,7
15.1711
16.15
1
5
1374,30 1360,70
47,3 46,8
186.415
183.17
1
8
27,70 27,75
65,7 65,9
75/-
75/
–
20,05 20,05
50,7
50,7
5414
54
1
2
100,20 100,10
31,6
13.11
1
7
31,5
13.1017
60 60 46,2 46,2
191
1
6
191
2
Sept.
,,
290,20 36,9
38.191
–
134,15
48,3
18.
–
/2
1451,85
50,0
194.1717
27,95
66,3
75/-
20,20
51,1
5413
103,65
32,7
13.1812
61
46,9
19
5
18
Oct.
,,
365,90 46,5
40.2/4
168,25
60,6
18.8/11
1836,45
63,2
201.713
34,20
81,2
75/-
27,45
69,5
6012
132,70
41,8
14.1111′
75
57,7
19
1
(i
Nov.
»
Z
397,95 50,6
43.1916
196,60
70,8
21.1416
2091,-
71,9
231-111
33,95
80,6
751
–
29,35
74,3
64110
147,75
46,6
16.616
79
60,8
21
Dec.,,
413,45
52,6
45.1919
229,80
82,8
25.1112
2087,95
71,8
232.511
36,40
86,4
811-
32,75 82,9
72110
161,45
50,9
17.1912
80
61,5
2111
4
Jan.
1937
0
461,70
58,7
51.10
1
8
244,05
87,9
27.4
1
10
2060,25
70,9
229.18/9
36,30
86,2
81
1
–
34,20 86,5
76
1
4
188,60
59,4
21.
–
!
11
78
60,0
20
1
8
ebr.
,,
Maart
522,10
638,40
66,4 81,2
58.712 71.916
248,-
292,95
89,3
105,5
27.1414
32.161-
2080,65 2498,25
71,6
86,0
232.1113
279.141
–
36,25 36,15
86,0 85,8
811-
811
–
34,75
.
48,20 87,9
122,0
7716
10811
219,45 289,65
69,2
24.1018
91,3
32.818 75
77
57,7
59,2
20
1
1
20
11
/
1
6i
April
»
559,70
71,2
62.716
235,50
84,8
26.4110
2404,95 82,8
268-/-
36,35
86,3
81/-
54,25
137,3
120111
238,65
75,2
26.615
78
60,0
20151
16
.
Mei
»
Juni
545,95 499,70
69,4
63,6
60.151
–
55.1315
214,95
205,40
77,4
74,0 23.1815
22.17/8
2256,45 2245,10
77,6
77,3
251.21-
250.2/6
36,40
36,35 86,4
86,3
81(-
81
1
–
59,65 60,60
150,9
153,3
132/9
‘
135
1
–
209,35
194,55
66,0
23.5/11 61,3
l.l3/5
76 75
585
57,7
201ie
20
Juli
»
510,10
64,9
56.11
1
3 213,70 77,0
23.13
1
11
2365,20 81,4
262.51- 45,55
108,1
1011-
59,60
150,8
13216
205,75 64,8 122.1316
75
57,7
20
13-20 Juli
»
505,45
64,3
56
–
1
–
214,95 77,4
23.1613
2405,50
82,8 266.101-
45,60
108,2
l0l/..
59,80
151,3
13216
205,35
64,7
22.151
–
75
57,7
19
1
5/
20-27
,,
,
512,85
65,2
56.1716
209,40
75,4
23.4’5
2385,15
82,1
264.101-
45,55
108,1
1011-
59,25
149,9
13216
211,55
66,7
22.1518 75 57,7 20
1
116
27 Juli-3 Aug.
518,35
65,9
57.819
205,30
73,9
22.151-
2355,55
81,1
261e-/-
45,55
108,1
1011
–
51,90
131,3
115/-
207,60
65,4
23.
–
!
–
76
58,5
2011s
MIDDELEN EN GRONDSTOFFEN.
(Indexcijfers gebaseerd op 1927 t/m 1929
=
100).
–
GE-
:sLAcHTE
GE-
SLACHTE
DEENSCH
BACON
BEVROREN
ARG. RUND-
CACAO G.F.
Accra
KOFFIE
Loco R’damjA’dam
SUIKER
Wittekrist.-
TI-IEE
N.-Ind thee-
.
.
RUNDEREN
(versch)
VARKENS
middelmaat
(versch)
No. 1
VLEESCH
c.i.f.
per 50 kg
Nederland
per ‘i
kg.
suiker loco
veiling
Rotterdam/
A’dam
Gem.Java-
en
Robusta
Superior
oer 100 kg
per 100 kg
Londen per cwt.
Londen per 8 lbs.
Amsterdam Sumatrathee
Not.
llerl.Ned.Ct.I
Nt
Herl.Ned.Ct.I
Not.
1otterdam
lotterdam
Herl.Ned.Ct.l
Santos
per lOO kg.
peru2 kg.
–
3r
–
-r–ir-
—
-:-
–
ir
–
sh.
ir
ets.
r
ets.
y
.,
cts.
S
1927
.
– –
–
–
65
,15
97,8
l07!6
273
92,2
416
41,21
119,4
68/-
46,87
5
.95,5
54,10 91,4
19,125
119,6
82,75
109,2
101,3
1928
93,-
98,2 17,50
90,8
66,80
100,3
llOfS
3,03
102,4
51-
3464
100,4
5713
49,62
5
101,1
63,48
107,3
15,85
99,1
75,25
99,3
102,2
1929
96,40
101,8
93,125
109,2
67,81
101,8
11212
3,12
105,4
512
27,70
80,2
45110
50,75
103,4
59,90
101,2
13,-
81,3
69,25
91,4 94,7
1930
108,-
114,0
72,90
85,5
57,19
85,9
9417
2,97
100,3
4/11
21,04 61,0
34111
32
65,2
38,10 64,4
9,60 60,0
60,75
80,2
12,1
1931
88,-
92,9
48,-
56,3
35,72
53,6
6316
2,44
82,4
414
13,84
40,1 2417
25 50,9
27,10 45,8
8,-
50,0
42,50
56,1
53,3
1932
61,-
64,4
37,50
44,0
25,46
38,2
5817
1,70
57,4
311
1
11,77
34,
l
2711
24 48,9
30,04
50,8
6,32
5
39,6
28,25
37,3 43,0
1933
52,-
54,9 49,50
58,0
30,74 46,2
7417
1,54
52,0
319
9,30 26,9
2217
21,10
43,0
2283
38,6
5,32
5
345
32,75 43,2
37,0
1934
61,50 64,9 46,65
54,7
32,94 49,5
88/1
.1,42
48,0
3/9112
8,15
23,6
21/10
16,80
34,2
1840
31,1
4,075
25,5
40
52,8
34,9
1935
48,125 50,8 51,625
60,5
32,-
48,1
8815 1,19
40,2
3/312
8,15 23,6
2216
14,10
28,7
1521
25,7
3,85
24,1
34,50
45,5 32,5
53,42
5
56,4 48,60
570
36,37
54,6
9316 1,48
50,0
3/9112
.
1936
12,05
34,9
30/4
13,625
27,8
16$75
28,5
4,02
5
25,2
40
52,8 39,2
Jan.
1936
44,-
46,5 50,875 59,6
32,09
48,2
8812
1,41
47,6
3/10
1
12
8,49 24,6
2314
13
265
15
25,4
4,32
5
27,0 39,50
52,1
35,4
Febr.
,
43,775
46,2 48,25 56,6
33,85
50,8
931-
1,27
42,9
315
3
1
8,62 25,0
23,8
13
26,5
15,50
26,2
4,125
25,8 38,50
50,8
34,6
Maart
45,75
48,3 46,57
5
54,6
34,35
51,6
9416
123
41,6
3141J2
8,48 24,6
2314
13
26,5
15,50
26,2
3,925
24,5 37,25 49,2
33,8
April
,,
48,50
51,2
45,375
53,2
3385
50,8
931-
1,30
43,9
317
8,67
25,1
23110
13
26,5
15,50
26,2
3,975
24,9
36,50
48,2
33,6
Mei
51,60
54,5
44,30 51,9
33,38
50,1
90110
1,33
44,9
3/712
9,25
26,8
2512 13
265
15,50
26,2
3,65
22,8
37
48,8
33,9
luni
,
54,15
57,2
46,25
54,2
34,13
51,3
92/-
1,51
51,0
41_3’4
10,42
30,2
2811
13
26,5
15,50
26,2
.3,85
24,1
36,50 48,2 35.7
juli
n
57,35
60,6
47,75
56,0
34,53
51,9
9317
152
51,4
4/1
1
1
10,33
29,9
281-
13,12
5
26,7
15,50
26,2
3,70
23,1
36,25
47,9
36,5
Aug.
,,
60,40
63,8 50,20
58,8
37,-
55,6
1001-
1,54
52,0
412
10,92
31,6
2916
13
265
15,50
26,2
3,55
22,2
36,75
48,5
38,8
Sept.
,,
61,05
64,5
5l,87
5
6O8
37,25
55,9
1001-
1,51
51,0
4/-‘/2
12,20
35,3
32(9
13
26,5
17,50
29,6
3,475
21,7
37,50
49,5
39,2
Oct.
,,
58,85
62,1
52,30
61,3
44,15
66,3
96110
1,65
55,7
31712
17,21
49,9
3719
14,87
5
30,3
19,50
33,0
4,475
28,0
46,50 61,4
48,4
Nov.
,,
56,-
59,1
49,87
5
58,5
40,73
61,2
901-
1,69 57,1
318/4
17,42
50,5
3816
15,25
31,1
20,50
34,7
4,575
28,6
48,50 64,0
48,0
Dec.
59,80
63,1
49,70
58,3
41,35
62,1
921-
1,80
60,8
41-
22,48
65,1
501-
1625
33,1
21,50
36,3
4,72e 29,5
48
63,4
50,4
Jan.
1937
64,60 68,2
52,75 61,8
41,22
61,9
921-
1,81
61,1
41-112
24,50
71,0
5418
1675
34,1
22,12
5
37,4
5,575
34,9 50,50 66,7 52,0
Febr.
64,175
67,8
53,32
5
62,5
38,49
57,8
861-
1,80
60,8
41-
1
14
21,09
61,1
4712
18,25
37,2
24
40,6 5,72
5
35,8 53,50 70,6 52,4
.
Maart
66,15
69,9 54,82
5
64,3
39,83
59,8
89/-
1,67
56,4
3181
23,
66,7
516
18
36,7
23,80
40,2 6,10
38,1
55
72,6
53,7
April
71,-
75,0 56,25 65,9
42,32
63,6
9413
1,72
58,1
3/10
20,83
60,3
4615
17,875
36,4
23,37
5
39,5 6,125
38,3
54,25
71,6
54,4
S
Mei
73,32
5
77,4
56,75
66,5
42,71
64,1
951-
1,90
64,2
412
3
14
17,30
50,1 3816
17,50
35,7
23
38,9
6,07
5
38,0
55
72,6
53,6
J Un
i
80,25
84,7
55,75
65,3
39,87
59,9
88110
2,04
68,9
416
1
1
2
15,66
45,4
34111
17,50
35,7
23
38,9 6,52
5
40,8 50,50 66,7
52,7
Juli
13-20Juli
:
78,45
82,8 60,85
71,3
42,63
64,0
9416
1,97
66,6
41412
16,46
47,7
3616
17,50
35,7
23
38,9
6,57
5
41,1
55
72,6
55,1
77,30
81,6 59,50
69,7
41,03
61,6
91-
1,95
65,9
414
16,24
47,0
361-
17,50
35,7
23
38,9
6,50
40,6
55,75
73,6
55,0
20-27
,.
79,30 83,7
62,-
72,7
43,30
65,0
961-
1,80
60,8
4!-
16,70
48,4
371-
17,50
35,7
23
38,9 6,625
41,4
55,75
73,6
54,8
27Juli-3 Aug.
79,70
84,2
66,-
77,4
45,12
67,8
1001-
2,11
71,3
4/8
16,91
49,0
37(6
17,50
35,7
23
38,9 6,62
5
41,4 55,75
73,6
55,8
GRENENHOUT
Zweedsch ongesor-
VüWN
HOUT
KOE-
1
HUIDEN
1
COPRA
Ned.-lnd.
GRONDNOTEN
Gepelde Coronlandel,
LIJNZAAD
La Plata
GOUD
teerd 2
1
1
2
X
7
basis 7″
f.o.b.
ZwedenlFinl.
Gaaf,openkopl
57-61 pond
1
f.m.s.
per longton
loco
1
Heri.Ned.Ct.1
cash Londen
per ounce fine
l
–
E
t
,
per standaard
perstandaard
Veiling te
per lOO kg
c.i.f. Londen
Rotterdam
.
.
van 4.672 M.
Amsterdam Amsterdam
per 1960 kg.
Not.
.S
Hen. Ned. Ct.
1
Not.
HerI. Ned. Ct.
1
Not.
%
f
%
1T
t
%
–
i:-
1927
230,28
100,1
19.-j-
160,50
105,1
40,43
100,9
32,62
5
106,5
266,03
1064
21.18/11
362,50
95,0
51,50
100,1
851-
105,3
104,4
124,1
1928
229,90
100,0
•
19.-l-
151,50
99,2 47,58
118,7
31,87
5
104,1
254,10
101,6
21.-/-
363,-
95,1
51,45
100,0
851-
102,0 100,2
94.6
1929
229,71
99,9
19.-/-
146,-
95,6
32,25
80,5 27,37
5
89,4
230,16
•
92,0
19.-19 419,25
109,9
51,40
99,9
851-
92,7 95,4 84,5
1930
218,43 95,0
18.112
141,50
92,7
25,36
63,3
22,62
5
73,9
175,55
70,2
14.1014
356,-
93,3 51,40 99,9
851-
69,6 75,3 60,0
1931
187,88 81,7
16.14/-
110,75
72,5
18,65
46,5
15,375
50,2
136,69
54,7
12.2/11
187,-
49,0
52,-
101,1
9215
47,6
54,2 44,7
1932
136,14
59,2
15.1314
69,-
45,2
11,15
27,8
13,-
42,4
130,52
52,2
15-14
137,-
35,9
51,25 99,6
1181-
35,1
43,0 38,4
1933
136,48
593
16.1112
73,50
48,1
13,26
33,1
9,30
30,4
90,39
36,1
10.19/4
148,-
38,8
51.35 99,8
12417
33,1
39,2
34,5
1934
134,02
58:3
17.1814
76,50
50,1
12,07
30,1
6,90
22,5
71,90
28,7
9.1213 142,50
37,3
5150
95,4
13718
31,6 37,4 36,5
1935
127,91
55,6
17.1314
1
59,50 39,0
12,54
31,3
9,15
29,9
104,26
41,7
14.81-
131,75
34,5
51,50
95,4
14212
32,2
37,3 34,8
1936
139,98
60,9
17.19110
78,25
51,3
15,40
38,4
11,90
38,9
113,49
45,4
14.1119.
166,50
43,6
54,60
106,1 14014
39,0
42,3 40,7
Jan.
1936
123,76
53,8
17.-!-
63,-
41,3
15,-
37,4
1112
5
36,3
104,74
41,9
14.719
153,50
40,2 51,30
99,7
14011
35,2 38,7
37,4
Febr.
,,
123,76
53,8
17.-(-
63,-
41,3
15,-
37,4
10,625
34,7
100,56
40,2
13.1613
152,50
40,0 51,25
99,6
140f10
34,8 38,4 37,5
Maart
,,
123,59
53,7
17.-j-
64,25
42,1
14,25
35,5
9,775
31,9
99,60
39,8
13.1411
150,-
39,3 51,25 99,6
1411-
34,6
38,2 37,6
April
127,40
55,4
17.101-
65,-
42,6
14,-
34,9
9,725
31,8
101,12
40,4
13.17110
147,25
38,6 51,25 99,6
140/9
34,6
38,1
37,4
Mei
,,
129,73
56,4
17.131-
65,-
42,6
13,75
343
9,525
31,1
99,59
39,8
13.11/-
147,75
38,7 51,50 95,4
14012
34,2
38,1
37,0
lUfli
,,
131,24
57,1
17.13(9
68,-
44,5
13,-
32,4
9,90
32,3
104,81
41,9
14.216
154,-
40,4 51,55
100,2
1391-
34,6 38,7 36,5
1
uh
,
131,-
57,0
17.151-
71,25 46,7
13.-
32,4
.
10,475
34,2
112,82
45,1
15.519
162,50
42,6
51,20
99,5
13819
36,0 39,4 37,4
Aug.
,,
131,72
57,3
17.16/-
73,25 48,0
13,50
33,7
10,82
5
35,3
118,03
47,2
15.1911
170,-
44,6
51,20
99,5
138/5 36,7
40,2
37,4
Sept.
137,83
59,9
18.101-
79,-
51,7
14,50
36,2
11,275
36,8
113,24
45,3
15.411
16,75.
43,7
51,55
100,2
138/5 37,3 40,9
38,2
Oct.
,,
171,91
74,8 18.171-
107,-
70,1
19,25
48,0
13,875
45,3
129,05
51,6
14.31-
199,75
52,3 64,70
125,8
141(11
46,8
50,1
41,6
Nov.
,,
174,78
76,0
19.613
106,-
69,4
19,25
48,0
16,125
52,7
132,49
53,0
14.12/10
193,
50,6 64,40
125,2
14214
49,2 51,6 51,8
Dec.
,,
178,27
77,5
19.1618
112,75
73,9
20,25
50,5
19,65
64,2
145,53
58,2
16.319
201,-
52,7
63,75
123,9
141/10 53,3 54,5 56,6
Jan.
1937
181
–
78,7
20.41-
118,75
77,8
21,50
53,6
20,625
67,3
145,04
58,0
16.319
201,50
52,8 63,45
123,3
141/8
55,1
56,3
58,5
Febr.
18795
81,7
21.-j-
125,-
81,9
22,75
56,8
17,95
58,6
132,01
52,8
14.15/-
194,50
51,0 63,60
123,6
14211
54,1 57,1
59,5
Maart
201,84
87,8
22.12/-
135,-
88,4
25,-
62,4
18,05
58,9
137,54
55,0
15.811
209,25
54,8
63,60
123,6
14214
51,5 61,6 64,8
April
208,79
90,8 23.51-
135,-
88,4
28,50
71,1
16,875
55,1
138,95
55,6
15.918
224,50
58,8
63,45
123,3
14115
59,3 60,5
63,6
Mei
•
211,29
91,9 23.101-
137,-
89,7
26,25
65,5
14,95
48,8
127,60
51,0
14.4(-
220,50 57,8 63,15
122,7
14018
56,7 60,3
58,2
Juni
211,01
91,8 23.101-
137,50
90,1
24,25 60,5
14,325
46,8
130,85
52,3
14.1117
216,50
56,7 63,10
122,6
140174
54,8
59,1 56,1
Juli
212,-
92,2
23.101-
136,25
89,5
24,-
59,9
14,52
5
47,4
137,65
55,0
15.5/4
221,75
58,1
63,15
122,7
1401-
54,9 60,2
56,3
13-20Ju1i
:
2l1,9l
92,2
23.101-
135,-
88,4
24,-
59,9
14,75
48,2
138,21
55,3
15.613
223,-
58,4 63,15
122,7
139111
55,1
60,2.
56,7
20-27
,,
,,
211
97
,
92,2
23. l Of-
l 35,-
88,4
24,-
59,9
14,75
48,2
1
38,08
55,2
15.6
1
3
225,50
59,
1
63,-
122,4
1
3919
54,5 60,0
56,0
27Juli-3 Aug.
–
212,06
92,2
23.101-
135,-
88,4
24,
–
59,9
•
14,37
5
46,9
133,09
53,2
14.151-
224,50 58,8
63,05
122,5
139/8 54,0
59,7
55,7
TÊNKOLEN
Westf./Holl.
PETROLEUM
Mid. Contin. Crude
BENZINE
Gulf Exp. 64(66°
KALK-
SALPETER
ZWAVELZURE CEMENT
levering bij
S
T E E N E N
af fabriek
…
bunkerk. ongez.
f.o.b. R’dam!
tim. 3.9° Bé s. g.
te N.-York
p.
barrel
per
U.S. gallon
franco schip
Ned. per 100kg
AMMONIAK
franco schip groote part.
franco wal
. .
C
6
o
binnenmuuri
buitenmuur
,
A’dam per
1000kg.
HerI.Ned.Ct.
Not.
Herl.Ned.Ct.I
Not.
bruto
Ned. per lOO kg
Ned. per ton
per
1000 stuks
1
per
1000 stuks
0
._
–
.
1
%
7
T
ets.
ets
.
T
T
–
5
1927
11,25
103,1
3,21
103,6
1,28
37
128,0 14,86
11,48
102,6
11,44 102,5
18,-
99,1
14,50
107,4
18,50
95,3
105,1
105,2
1928
10,10
92,5
2,99
97,1
1,20
24,85
85,9
9,98
11,48
102,6
11,08
99,3
18,-
99,1
12,-
88,9
18,50
95,3 96,5 99,0
1929
11,40 104,4
3,06 99,4
1,23
24,90
86,1
10
10,60
94,8
10,96
98,2
18,50 101,8
14,-
103,7
21,25
109,4
98,4 95,8
1930
11,35 104,0
2,76
89,6
1,11
21,90
75,7
8,81
9,84 88,0
10,55
94,5
19,50
107,3 12,50
92,6
20,75
106,9
83,7
77,3
1931
10,05
92,1 1,42
46,1
0,57
12,38
42,8 4,98
8,61
77,0
7,73
69,3
14,-
77,1
10,25
75,9 20,25
104,3
60,7
54,7
1932
73,3
2,01
65,3
0,81
11,99
41,5 4,83 6,15 55,0
4,20.
37,6
12,-
66,1
9,25
68,5
15,-
77,3
49,6 43,0
1933
7,-
64,1
1,14
37,0
0,57 9,24 32,0 4,63
6,18
55,2
4,63 41,5
12,-
66,1
74,1
12,75
65,7 46,8
40,8
1934
6,20
56,8
1,40
45,5
0,94 7,18
24,8
4,84
6,11
54,6
4,70
42,1
12,-
66,1
8,50
63,0
10,50
54,1
45,2
39,0
1935
6,05
55,4
1,39
45,1
0,94 7,65 26,5
5,18 5,89 52,7
4,81 43,1
12,50
68,8
7,25
53,7 8,75
45,1 47,1
40,3
1936
6,60 60,5
1,63
52,9
1,04
8,86 30,6
5,65
5,70 51,0 4,82
43,2
II,-
60,5
7,50
55,6
9,50
48,9
48,7
44,3
Jan.
1936
6,15
56,3
1,48
48,1
1,01
8,51
29,4 5,80 5,80
51,8
4,85
43,5
60,5 8,25
61,1
10,-
51,5 45,5
40,6
Febr.
6,15
56,3
1,51
49,0
1,04
8,57 29,6
5,88
5,85
52,3
4,90 43,9
11,-
60,5
8,-
59,3
9,50
48,9
45,9
40,9
Maart
6,15
56,3
1,52
49,4
1,04
8,60 29,7
5,88
5,90
52,7
4,95
44,4
11,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,5
41,1
April
6,20
56,8
1,53
49,7
1,04
8,55 29,6
5,80
5,95
53,2
5,-
44,8
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,4
41,0
Mei
6,25
57,3
1,54
50,0
1,04
8,41 29,1
5,69
6,-
53,6 5,05 45,3
II,-
60,5
8,-
59,3
10,25
52,8
46,3 40,8
j
uni
6,30
57,7
1,54
50,0
1,04
8,32
28,8
5,63
6,-
•53,6
5,05 45,3
11,-
60,5
7,75
57,4
10,-
51,5 45,7
40,6
uli
6,25
57,3
1,53
49,7
1,04
8,08
27,9 5,50
6,-
53,6 5,05
45,3
II,-
60,5
7,-
51,9
9,25
47,6
45,6
41,2
Aug.
6,30
577
1,53
49,7
1,04
8,10
28,0
5,50
5,25
46,9 4,45
39,9
11,-
60,5 6,50
48,1
9,-
46,4
44,9
41,2
Sept.
,,
6,35
582
1,53
49,7
1,04
8,10
28,0 5,49
5,35
47,8 4,55 40,8
II,-
60,5
7,-
51,9
9
1
–
46,4 45,9 42,0
Oct.
7,80
71,4
1,94
63,0
1,04
10,16
35,1
5,46
5,40 48,3
4,60 41,2
11,-
60,5
7,25
53,7
9
1
–
46,4
54,9 51,2
Nov.
7,70
70,5
1,93
62,7
1,04
10,28
35,6 5,55
5,45 48,7
4,65 41,7
II,-
60,5 7,25
53,7 9,25
47,6
57,9
53,9
Dec.
7,85
71,9
1,91
62,0
1,04
10,32
35,7 5,63
5,55
49,6 4,75
42,6
II,-
60,5 7,50
55,6
9,-
46,4 60,4
57,2
Jan.
1937 1
8,05
1
73,7
1,90
1
61,7
1
1,04
110,61
1
36,7
1
5,81
1
5,65
1
50,5
1
4,85
1
43,5
1
II,-
.1
60,5
1
7,50
1
55,6
1
9,-
t
46,4
1
62,5
1
59,1
t
Febr.
1
8,25
1
75,6
1
2,12
1
68,8
1
1,16 110,95
1
37,9
t
5,99
1.
5,70
1
51,0,
4,90
1
43,9
1
11,85
t
65,2
1
7,50
1
55,6
1
9,-
1
46,4
1
65,0
1
60,1
Maart
8,30
1
76,0
t
2,12
1
68,8
1
1,16
111,16
1
38,6 6,10 5,75 51,4
1
4,95
1
44,4
11,85
t
65,2
1
8,-
1
59,3
1
9,25
47,6
74,1
1
86,6
April
,
8,55
t
78,3
12,12168,81
1
,
16
1
11,30
1
39,116,181
5,80
i
51,81
5,-
t
44,81
11,85
165,21
8,25161,11 9,50j
48,91
68,6
64,4
Mei
,,
1
82,4
1
2,11
t
68,5
1,16
111,46
39,6
1
6,30 5,85
t
52,3
1
5,05
1
45,3
t
11,85
1
65,2
8,25
61,1
1
9,50
1
48,91
71,1
64,5
t
Juni
9,-
t
82,4
12,111
68
,51
1,16111,48
1
39
,716,311
5,85
152,31
5,051
45,31
11,85
1
65,2j
8,25i
61,119,501
48,9
70,1
t
63,1
t
Juli
9,-
t
82,4
t
2,11
t
68,5
1
1,16
111,58
t
40,0
1
6,38
t
5,60
t
50,1
1
4,80
1
43,0
1
11,85
t
65,2
t
8,25
1
61,1
t
9,50
t
48,9 70,5
t
63,4
t
13-2
0
Juli
1.
9,-
t
82,4
t
2,11
t
68,5
1
1,16
t
11,58
1
40,0
1
6,38
t
5,60
t
50,1
1
4,80
1
43,0
1
11,85
t
652
1
8,25
1
61,1
t
9,50
t
48,9 70,6
t
63,6
t
20-27
,
,
t
9,-
t
82,4
t
2,10
1
68,0
1
1,16
111,56
1
40,0
t
6,38
t
5,60
t
50,1
1
4,80
1
43,0
t
11,85
1
65,2
1
8,25
t
61,1
t
9,50
t
48,9
70,5
t
63,2
127Ju1i-3 Aug.l
9,-
t
82,4
t
2,10
t
68,0
t
1,16
111,57
1
40,0
t
6,38
t
5,70
t
51,0
1
4,90
1
43,9
t
11,85
1
65,2
t
8,25
1
61,1
t
9,50
t
48,9 68,9
1
62,1
580
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Augustus 1937
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 Aug. 1937.
Activa.
Binnenl.Wis-(‘Hfdbk.
f
11.822.286,20
sels,Prom.. Bijbnk.
,,
514.101,83
enz.indisc.(
,
Ag.sch.
,,
650.771,69
f
12.987.159,72
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……
,,
–
Idem eigen portef.
f
2.430.000,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.
–
2.430.000,-
Beleeningen
‘t
Hfdbk.
f
146.228.354,741)
mcl. vrsch,i
Bijbnk.
5.702.568,96
in rek.crt.tAg ach
34.739.198,23
op onderp.J
f
186.670,121,93
Op Effecten …..
f
154.211.408,77
1
)
Op Goederen en Spec.
,,
2.458.713,16 186.670.121,93′)
Voorschotten a. h. Rijk …………..
,,
–
4unt, Goud ……
f
113.607.470,-
Muntmat., Goud
..
,,1.152.275.487,23
fl.
26
S.
882
.
957,23
Munt, Zilver, enz.
17.843.280,89
Muntmat., Zilver..
–
1.283.726.238,12′)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds ……………………
41.814.862,81
Gebouwen en Meub. der Bank …
…..
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
8.912.074,18
Staatd. Nederl. (Wetv.27151’32,
S.
No. 221)
,,
10.193.915,19
Passiva,
f
1.551.334.371,95
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
4.338.707,82
Bijzondere reserve ………………
,,
6.600.000,-
Pensioenfonds ………………….
,,
11.127.212,21
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
860.725.935,-
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
52.790,77
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f
71.794.240,84
saldo’s: ‘1 Anderen
,,
574.944.807,63
646.739.048,47
Diverse rekeningen ……………… ..1.750.677,68
f
1.551.334.371,95
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
680.645.928,37
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.701.614.820,……
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht ………………..
,,
–
Waarvan aan Nederlandsch-Jndjë
(Wet van 15Maart
1933,
Staatsbiad No. 99)………..
f
65.883.125,
–
Waarvan in het buitenland
………………………
–
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Goud
Andere Beschikb. Dek-
Data
Circulatle opeischb. Metaal- kings
Munt
1
Munt mat,
schulden_saldo _perc.
2 Aug. ’37 113607 1.152.275 860.726 646.792 680.646 8
26 Juli ’37 113607 1.152.272 821.941 669.641 687.772 86.1
25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 8.198 43.521 54
1
Totaal
1 Schatkist-
Data
1 bedrag 1 promessen 1
Belee-
Papier
Divers
1
1
1
op het
reke-
1 disconto’slrechtstreekslnin gen
buiten 1.
ningen1
2 Aug. 19371
12.987 1
–
186.67 0 1
2.430
8.912
26 Juli
19371
14.514
–
1 170.721 1
2.430
6.429
25 Juli
1914!
67.947
–
61.686
20.188
509
) Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
t
Andere
Beschik
Data
Goud
Zilver
Circulatie 1 opeischb.
metaal-
1 schulden
saldo
31 Juli ‘375)
13670
195.200
72.420
26.622
24
»
‘375)
133.370
194.740
72.940
26.298
3 Juli 1937 ‘116.574 1
18.982
197.667
77.701
23.409
26Juni1937
108.663 1
15.978
193.802
76.084
16.686
25 Juli1914
22.057J
31.907
110.172
12.634
4.842
1
Wissels, 1
1
–
t
buiten
1
Dis-
1
Belee-
Diverse
Dek-
reke-
kings-
Data
1
N.-Ind. 1
conto’s 1 ningen
ningen’)
pe’ceu1
betaalb. 1
1
tage
31 Juli 1371)
5.500
78060
63.630
50 24
,,
‘371)
5.360
77.610
64.780
50
3Juli1937
4.879
11.555
55.782
72.613
49
26Juni1937
4.902
11 516
53.469
77.863
46
25Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
t) Sluitpost activa.
2) Cijfers telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENCEI.ANt.
Bankbilf.
Bankbilf.
1,
OtherSecurities Data
Metaal
lcirculatie
~
in
n
Banklngl Disc.and Securities
Departm.
Advances
18 Juli
1937
1
327.516
1
498.339
1
28.068
5.812
1
20.815
11
,,
1937
1
327.370
1493.133
1
33.273
5.830
23.369
22Juli1914 _40.164
j
29.317
33.633
OtherDeposits
1
Dek-
Data
1
Gov.
Pubiiè
1
1
Other
1
Reservel kings-
Sec.
Depos.
Bankers IAccountsl
1
perc.
t
)
28 Juli’37
114.410
1
10.529
1104.259
1
37.322
29.177! 19,1
21
«
’37
1107.4491
17.502
97.181
38.150134246122,4
22 Juli ’14
1
11.005
14.736
42.185
29
.
2
97 52
‘vIIiuUUlIIg
IIIO5ÇIICII
ncocrve en ueposIts.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilveri In het
–
op het
,
1
voorschot
Te goed
Wis
Waarv.I Belee- IRenteloos
buitenLsets
_buitenl.1
n.n
g
en
lv.d.
Staat
22Juli
‘3748.860
1
446!
14
111,1791
885! 5.859
3.200
15
,,
’37j48.859
1
4
541
13
10.849!
885!
6.035
1
3.200
23Juli’14
4.104
1
640!
–
1
1.541!8_769_
–
Bonsv.d.I
1
Rekg.Courant Data
zelfsf.
Diver-
Circulatie
1
Zei/st.
1
Parti-
amort. k.
sen
1)
1
Staat
amort.k,J culieren
22Juli ‘375.641
1
2.964
1
88.911
1
877
2.154
1
9.219
15
’37
5.641
1
3.505
1
88.415
835 1 2.127
1
9.206
23 Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
1)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK. Daarvan
Deviezen
1
Andere
1
Data
Goud
bij bui-
als goud-
1
wissels
1
Belee-
tent.
irc.
dekking
en
1
ningen
banken
1
)
geldende
cheques
23 Juli
1937
69,1
1
19,4
6,0
1
4.662,9
36,8
15
,,
1937
69,0
19,4
5,9
1
4.809,4
36,9
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activai)
latie
Crt.
Passiva
23 Juli
1937
104,2
1
715,6
1
4.577,6
1
666,2
240,4
15
,,
1937
104,2
1
704,8
1
4.666,0
1
707,2
231,9
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘) Onbelast. ) wo. Rentenbankscheine 23. 15 luli. resn. 20 25 miii.
NATIONALEBANKVANBELGIË
(inBélga’s).
Goud
.
Rekg. Crt.
Data
‘-
‘
1937
n
L
‘
29 Juli13,6421
44
36
152
40
4.440
215
628
22
,,
3.
6
59!
44
~1.376
~
1.386
33
152
40
4.466
195
645
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
1
Goud-
,,Other
In her-
1
In de
Totaal
1
cern/t-
cash”
2)
disc. v. d.
1
open
bedrag
member
1
markt
catenl)
banks
1
gekocht
21Juli
’37
8.843,9
8.833,9
318,9
12,2
1
3,3
14
,,
’37
8.845,0
_8.835,4
307,8
15,0
_3,6
Data
Beegd
Notes
1
Totaal
1
Gestort
1
Dek-
1
IYek-
F.R.
1
1
Goud-
1
Alem.
Gov.Sec.
in circu-)
IKapitaal
1
kings-
1
kings-
___________
latie
t
1
1
perc.B)
1
perc.4)
21Juli
‘I
2.526,2
1
4.197,9
1
7.299,9
1
132,5
1
79,7
–
14
‘i 2.526,2
4.213,9
1
7.292,8
1
132,5
1
1
–
‘,I
LLlI.aLCII
WCL
USA!
UUIJI
UC OlIIdtKIbt da!l
ue’ flCServr oanen
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan. ’34 van
100
op
59.06 cents werd gedevalueerd.
Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden: F.
R.
Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Dis-
t
Reservel
Totaal
1
Waarvan
Aantal!
conto’s
1
Beleg-
b
i
R
de
1
depo-
1
time
Data
IeenIn.J
en
1
gingen
beleen.
1
t
banks
1
sUb’s
1
deposits
14Juli
371
7
1
9.714 112.449
15.352
1
26.465
t
5.250
7
,,
‘
37
1
9.734
12.483
1
5.278
1
26.358
1
5.249
,,o pu.trn, vri .,o nou, flank, uc uava0000 flank en
ue nana or
tfl
g
.
land zijn In duizenden, alle overige
posten
in millioenen van de be.
treffende valuta.