22 MEI 1935
AUTEUR8RBCHT VOORBEHOUDEN.
‘
–
1
Economisch
‘
Statistische
–
Beric*,h. ten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
20E
JAARGANG
WOENSDAG 22 MEI 1935
No. 1012
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P. Lie/tinok; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en
H. Af.
H.
A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pieter de .11oochweg 122, Rotterdam.
A angeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.
Telefoon Nr.. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing hij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
A.mstrdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua- en giro-rekening No.
145192.
A.bonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën’ f23,- per
jaar. Losse nummers 50 cent. Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekbZad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op
de verdere publicaties.
INHOUD.
Blz.
Mededeelingen van de Centrale Commissie voor cle Rijn-
vaart
……………………………………
452
HET INTERNATIONAAL STREVEN NAAR RENTEVERLAGING
door
K. J. Groenevelcl ……………………….
454
Het bezuinigingsontwerp en cle Kamers van Koophan-
del en Fabrieken …………………………..
457
Werkloosheid en muntwezen II (Slot) door
A. N. van MiU
458
.[nclustriefinanciering door
Dr. H. M. R. A. van der Valk
460
De handelsbeweging van Roemenië met Nederland en
• andere landen door
Ir. C. J. van der Feen……..
462
De Rijksmiddelen over April
1935
……………….
462
AANTEEKENINGEN:
Gouclonttrekkingen bij de Zwitsersche Nationale
Bank………………………………….
463
De woningbouw in
1934
……………………
464
Javasuiker-afschepingen …………………….
466
Stijging van het wereldvërbruik van suiker in
1934 466
MAANDCIJFERS:
Overzicht van den stand der Rijksrniddelen ……..
466
S
TATISTIEKEN
…………………………..
–
467-470
Geidkoersen.
—
Wisselkoersen.
–
Bankstaten.’
20 MEI 1935.
Gedurende 1e eerste dagen der week bleven de
geidkoersen achterui’tloope’n; de noteering voor pri-
vaat-disconto kwam op 2
7
/s pOt. Toen echter de in-
dhrijvin,g ‘op het scha’tki’stp’apier bekend werd, waar-
‘van het bedrag Voor de tegenwoordige marktverhou-
dingen tamelijk hoog genoemd mag worden, werden
gel’dgevers minder gemakkelijk uit de overweging, dat
hij deze inschrij ving misschien wel wat betei rende-
ment te maken ‘zou zijn. De noteerin:g voor ‘bankac-
cepten ‘bleef eohter tenslotte op 3 püt. hangen. Drie-
maands sdhatkistpapier deed 2v/s â 3 pOt., langloo-
iend eveneens 3 pOt. Oa’ll-geld liep tot 2% pCt.
rte
ru
g. De prolon’gat’ie-noteering liep van 2% pOt.
op 2 pOt.
* *
*
Zooals reeds vermeld, wordt op 23 Mei as. cle in-
shrijv.ing opengesteld ‘op ‘schatkistpapier, ‘drie- en
zes-maands promessen, éé.njarige 3 pOt. ‘biljetten en
drie- en vijf-jarige 3% pOt. biljetten, tot een totaal
bedrag van
f
65 rnil’lioen.
* *
*
Op de wisselmarkt is ‘het nog verre van rustig.
Deze week trok de vaste ‘houding van het Pond we-
clerom ‘de aandacht; niettegenstaan’de .de contrôle een
al ‘te sterke stijging trachtte ‘te verhinderen, is de
koers hier ‘van 7.19% tot 7.28 opgeloopen. De zwakke
houding van den Fran’sdhen Franc viel eveneens op;
e
n
en oogenblik werd ‘zelfs 9.72 ‘genoteerd, doch het
slot kwam weder ‘op 9.73. In Parijs blijft de vraag
naar deviezen aanhouden; Ponden stegen er van 73.90
tot 74.75, terwijl Dollars er ‘boven ‘het goudpunt
kwamen: 15.19. De Dollar ‘heeft zich een weinig kun-
nen herstellen en sloot op 1.47v/8. De /i koers kwam van 4.87% ‘op 4.92. Belga’s veranderden weinig: ca.
25. De Zwi’tsersehe Franes
blijven
nog steeds aange-
boden, hoewel de koers uiteindelijk maar weinig ver-
anderde. Gewone Marken zijn tamelijk wel onveran-
‘derd rond ‘de 59.40, ‘zonder veel zaken. Daarentegen
blijven de vershi1len’de ‘soorten Sperrmarken aange-
bpjlen hij steeds teru’gloopen’de ‘koersen. Scandinavië
hoteerde vanzelfsprekend hooger. De koers van ‘den
Dantzi’ger Gulden ‘blijft zich ‘gelijk met den Zioty be-
wegen.
rfrf
Indië is op 1.00% te k’oop. Canada no-
teert weder een fractie boven den A’meri’kaansc’hen
Dollar: 1.48. Argentijnsche Pesos: 38V4. Flauw blij-
ven de M’ilreis, ‘die ca. 8% noteejen. –
De marges voor. Ponden en Dollars ‘op latere’ leve-
ring zijn uiteindelijk maar weinig veranderd; Ponden
noteeren resp. 4 en 14 p., Dollars % re’sp. 3 p. ‘boven ‘den contanten koers. Fransche Francs op’ ‘drie maan-
‘den ‘doen ‘bhans weder ‘disa’gio van 2. p., waarin eenig
wantrouwen voor den Franc tot uiting komt..
Gouden munten b’lijven gezocht, Eagles 2.54%’,
Sovere’igns, 12.52%, Gouden Tientjes 10.34. Baren
‘doen
f
1.653%.. Zeer sterk waren Marken’banknoten aangeboden, die tot ca. 49% terugliepen.,
452
ECONOMISCH-STA’FISTISCHE BERICHTEN
22 Mei 1935
MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVAART.
VERSLAG VAN DE WERKZAAMHEII)EN OVER 1934.
ADMINISTRATIEVE ZAKEN.
Samenstelling van cle Centrale Commissie.
De Dilitsche Commissaris, de Heer Seeliger, die wegens gezondheidsredenen verhinderd was deel rte nemen aau de
April-zitting, is voor den duur dier zitting vervangen
door den Heer von Keller; de Heer ]3aur heeft, evenals in
1933, den overleden Duitschen Commissaris, den Heer
:Peteis, vervangen.
r1SSChen
de April- en Novernber-zt-
tingen, heeft de Heer Seeliger zijn ontslag ingediend. Hij
is vervangen door den Heer Martius, Buitengewoon
Gezairt.
De vroeger in naam van het Duitsche Rijk en de Duit-sche Oeverstaten verleende volmachten, zijn iiigetrokke. Volmachten in naam van het ])uitsohe Rijk zijn verleend aan de Heeren Martius, Baur en Fuchs.
Professor 13. M. Telders, Buitengewoon Hoogleeraar in
het internationale rccht aan de universiteit te Leiden, is
in Oetober tot lid vnn de Nederlandsche 1)elegatie be-
noemd.
Aan het einde van 1.934 was d.ieiisvolgens de Centrale
Coimnissie als volgt samengesteld:
Voorzitter: de Heer Jean Gout,
Commissarissen:
Duitsehland: de Heeren Martius, J3aur, Fuchs.
België: de Hee ren de Ruelle, Woestyn.
Frankrijk: de heeren Albert Mahieti, Silvaiii 1)reyfus,
Basdevant, Herrenselimidt.
–
Engeland: de Heer Kane.
–
Italië; de Heeren Graaf Martin-Frauklin, Sinigalia.
Nederland: de Heeren Kröller, Sehlingemann, Telders.
Zwitserland: de Heeren Herold, J. Vallotton.
Het Secretariaat was aan ‘het eind van 1934 als volgt
samengesteld:
Secretaris-Generaal: de Heer Hostie (.l3elg).
Adj. Secretaris-Generaal: cle Heer Chargueraud 1]artmnnii
(Franschman).
Leden van liet Secretariaat: de Heercn dc l’Espinasse
(Nederlander) en Sehwarzenber.ger (Duitscher).
Secretaris-Archivaris: de Heer Walther (Zwitser).
h
1)e inspecteur voor de Rijuvaart voor het district IV
(Nederlandsche wateren), Jhr. Dittli nger, is vervangen
door, Ir. Sehönfeld, zoodat aan het eind van 1934 inspec-
teurs voor de scheepvaart waren:
voor het Zwitsersche district: de Heei Moor, ,,Kanton-
ingenieur” te Bazel.
1
voor het district IA, Fransch-Zwi.tsersche grens tot den
mond van de Lauter: de Heer Callet, ,,Ingenieur des
Ponts et Chaussées” ‘te Straatsburg,
voor het district IB, rechteroever kni 182.070 Badensohe
telling (tegenover den inond van de Lauter) tot de Ba-
deiisch-Hessische grens: cle Heer .l3au r, ,,Oberbauiat”
te Mannheim,
voor het district IT., linkeroever: van den mond van de
Lauter tot dien van de Nahe; rechteroever.: van de Ba-
densch-Hessiscbe grens tot km 27.4 Pruisische telling,
beneden Rüdesheim: dc Heer Hiusel, ,,Oberbaurat” te
?i{ainz.
voor het district III, van den mond vail de Naihe tot de
Daitsch-Nederlandsehe .grens: •dè Heer Gelinsky, ,,Obei
–
–
baurat” te Koblenz,
voor het district IV, de NedeTlandsehe wateren: Ir.
• S’chöufeld, Hoofdingenieur, Directeur van den Rijkswa-
terstat, te Arnhem.
Ver gaderin gen
VCfl
de Commissie en van Comité’s.
De Comissie heeft in April en November vergaderd
Een comite ;is in Maart bijeengekomen om de nieuwe
bepalingen betreffende het vervoer van ferro-silicium op
den Rijn te onderzoeken (zie hieronder nautische zaken);
een comite heeft in Juli een stroombevaring verricht op
den Rijn van Keulen tot ?,’Iannheim (zie hieronder tech-
nische zaken); een comite, belast met het voorbereiden
van de herziening van 11,et Regleeut van
•
po1
j
ie. is in
Maart, Juni en September bijeengekomen (‘zie ‘hieronder
nautische zaken).. • :.
• Verdrag van Mannheim.
Het verdrag van Mannheim heeft in 1934 geen wijsi-
gingen ondergaan.
‘In de November-zitting is besloten, dat ‘de Commissie
in de eerste maaiideh van 1935 ‘zou bijeenkomen om in
een buitengewone zitting de werkzaamheden: i’an de her-
ziening van genoemd verdrag, weder op te nemen
Reglementaire bepalingen.
Alleen artikel 2,
IV,
van het reglement betreffende het
vervoer van bijtende en giftige stoffen op den Rij ii is in den loop van het jaar gewijzigd (zie hieronder nautische
zaken).
Jaarverslag van de Commissie.
Het jaat-verslag vande Centrale Commissie voor het jaar 1933, bewci-kt onder toezicht van het permanente
comi’td, ‘hetwelk aan het einde van 1934 was salnenge-
steld uit de Heci-eii ]3aur (Voorzitter), Heri-ensohniidt en
Schlingemann (Leden), kwam tegen ‘het einde van 1934
gereed.
Conferenties en – vergaderingen, waarbij de Commissie
verte genwoordigcl was.
1)e Commissie was vertegenwoordigd bij de 28e verga-
dering van den ,,Verein für die Schiffnhrt auf dem Ober-rhein” in September 1934 in Bazel.
T ccliii i s ch e • zaken.
13rag gen van Straatsburg-Kehl en Hunin gen. –
De Commissie heeft iii de November-zitting kennis ge-
Ilomen van de door de :Dtritschc en Fransche Delegaties
afgelegde verklaringen betreffende de venhoogi.ng van dc
bruggen bij Striuitsburg—Kehl en de opruimning van de
brug ‘bij Huningen, blijkens welke verklaringen overeen-
utemmni.ng is bereikt tu’ssdhen te twee oeverstaten, betref-
fende de opheffing van den hinder, welken deze bruggen
as
ii
dc scheepvaart veroorzaken
Rijnverbetering tussclien Bazol en Straatsburg.
In de November-zitting heeft de Commissie kennis ge-
nomen van de verklaring der Fransche Delegatie, volgens
welke de werkzaamheden bij Kembs beëindigd zijn, als
mede van de verklaring van de Zwitsersche Delegatie, blijkens welke de werken t t regularisatie van den Rijn
tussc.hen Istein en Straatsburg gedurende het afgeloopen
jaar krachtig zijn voortgezet en een voorsprong blijven
behouden op het werkplan. Volgens de tot hiertoe gedane
waarnemingen in liet riviervak, waar de eerste werkzaam-
lieden beëindigd zijn, heeft cle vaargeul in het algemeen de in het ontwerp beoogde richting aangenomen en heeft
men den indruk, dat over groote lengten de ontworpen
breedte en diepte bijna bereikt zijn.
S’troombevarikg.
i)e in liet vorige verslag aangekondigde stioombevaring
heeft in Juli van Keulen tot Mannheim plaats gehad door
een comitd samengesteld uit de Heeren Langen, Rhei’n-
strombaudirector in Koblenz, Voorzitter, Spiess, ErtI,
Hitusel (Duitschland), de Brabauclere (België), Callet
(Frankrijk), Kirkpatrick (Engeland), Schönfeld (Neder
–
land) en Kun tschen • (Zwitserland).
In. de Novembi–i’tting heeft de Centrale Commissie
op grond van het rapport van • genoemd Comihi
met voldoeuiug vastgesteld, dat sedert de laatste strooiii-
bevaring van 1924 verbeteringswerkeu zijn uitgevoerd,
welke de ontii’ikkéliiig der schëepvaart ten goede zijn ge-
komen.
De Commissie heeft den weusch uitgesproken; dat de bevoegde Duitsche administratie een onderzoek zal in-
stellen naar de mogelijkheid om grootere diepten te be-
reiken, imicer in liet bijzonder die van het oorspronkelijke
plan van 1861, nl.: 2.50
in
tusschen Keulen en St. Goar
en 2.00 in tusschen St. Goar en Mannheim, onder water-
standen overeenkoinende met de O.L.R. 1932. Ilovendien heeft de Commissie in verband met de mededeelingen der ])uitsche delegatie, de hoop uitgesproken, dat zoo spoedig
mogelijk de opheffing van de schipbrug bij Koblenz in
overweging woede genomen.
Werken uitgevoerd in den Rijn en iii de havens.
Evenals in vorige jaren heeft de Commissie de staten
ontvangen betreffende de werken, uitgevoerd in den Rijn en in de havens. De betreffende mededeelingen ‘zullen in
het jaarverslag worden vermeld.
N a
ii
t i s oh
ii
z tik e ii
Rijnschiipperspa.tenten.
Evenals in vorige jaren,’heft de Commissie ‘in de cci
–
ste zitting van 1934 nota genomen yan het aantal in
1933 verstr&kte schipperspatenten, te weten: 451 in
Duitschland, 41 in België, 31 in Fraiikrjk en 726 in Ne-
derland.
Herziening van liet Politie-reilement.
De voorbereiding van de algemeene herziening van het
Rijuvaart-politie-reglement, aangekondigd in het vorige
verslag; is opgedragen aan een .comit6,. samengesteld. uit
22 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISiISCHE BERICHTEN
453
dc Heeren Herold, Commissaris voor Zwitserland, Voor-
zitter, Fuchs, Robi now (Duitschiand), Woestyn (België), itaelliag (Frankrijk), Sehlingeman’i (Nederland) en Buser
(Zwitserland). Begonnen in Maart 1934, zijn de werk-
zaaniheden van dit comité met kracht voortgezet.
Diepgang van vaartviçjea.
De Centrale Comn
–
iissie heeft het niet nooclig geoor-
cleeld gevolg te geven aan een verzoek om ‘Lussuhen Bui-
gen en St. Goar een maximum toe te latere diepgang van
vaartuigen vast te stellen. Evenmin is gevolg gegeven aan
den ander verzoek om op den Boven-Rijn, nl. rtussehen den
mond van de liii en de haven van Stramrtsburg, waar het
dikwijls voorkomt, dat schepen hun te grooten
diepgang aan den grond geraken, maatregelen onder het
oog te zien, om den hierdoor voor de scheepvaart ver-
oorzaakten hinder te voorkomen.
Regfement betreffende het vervoer van bijtende en
giftige
stoffen
op den Rijn.
Het technische comité, vermeld in het vorige verslag
en saniengesteld uit de Heeren Schuingemann, Voorzitter,
Reiter, Schmidt, Weber (Duitsehiand), Woestyn (België),
Itaelling, Mattarel, Bonét-Maury (Frankrijk), Mörzer
Bruyns, Schut (Nederland) en Rynicker (Zwitserland),
heeft nieuwe bepalingen uitgewerkt voor het vervoer van
verbindingen van silicium.
De Centrale Commissie heeft de voorstellen van het
Comité aangenomen en artikel 2, 1V, van het reglement
als volgt gewijzigd:
Artikel 2.
Verpakking en vervoer van giftige stoffen.
De hieronder genoemde giftige stoffen mogen
01)
den
Rijn slechts worden vervoerd, wanneer aan de volgende
voorwaarden voldaan is:
110…….
Illo…….
1 Do…….
ITo.
Ferro-silicium en mangaan-silicium met ccie sili-
ciuni gehalte van meer dan 30 pCt. en minder dan 90 pCt. Bovendien de verbindingen van ferro-silicium, welke bij-
voegi iigemi vuil
n
itde ie elementen bevatten, waarvan het
totale gehalte iiiet inbegrip van silicium (uitgezonderd
ijzer) meer is dan 30 pOt. en minder dan 90 pCt.
1,0.
Het product moet verpakt zijn in sterke houten of
metalen verpakking.
2o. De verpakkingen moeten voorzien zijn van duidelijk
leesbare en duurzame opschriften
:
,,Ferro-silicium (of
mnaugaan-silicium, of enz…..) Vergif. Voor vocht te. be-
waren. Niet kantelen.” Deze opschrif’ten moeten gesteld zijn in de talen van de landen, waan ir het suhip vaart.
3o. liet product mag niet vervoerd worden door sche-
jen, welke een passagie rsdienst oude rhouden. 4o. Het product en de verpakking moeten, zoo’eel iiioge-
lijk, in drogen toestand geladen en bewaard blijven.
50.
i)e vaten mogen slechts
01)
de volgende vijzc ver-
stu vd wo iden
(t)
op het dek: op een droge plaats;
b)
in de ruimen van het schip: in alle ruimen, indien
deze van dc woonruimten gescheiden zij ii door een lucht-
dichte cofferdumi;
bij het ontbreken van een cofferdani, in de niet aan de
woonruimten grenzende ru imnen, echter onder voorwaar-
de, dat de ruimen van de e’oonruimtcn gesuheidemn zijn
door dichte metalen schotten.
Alle ruimtemi en w’oonrunirten moeten steeds zoo
g
oed
mogelijk ‘gelucht worden.
Go. De schepen, welke stoffen genoemd onder TV ver-voeren, moeten doeltreffende middelen aan boord hebben
om op eenvoudige wijze het i ndringen van phosphoo i
–
waterstof in de woonruimnten vast ‘te stellen. Een ge-
bruiksaanwijziging moet zich aan boord bevinden. Deze w’ijzigingen zijn met ingang van 1 Augustus 1934
in kracht getreden.
Daar alleen de ondervinding kan aantoonen, of de aan-
genomen bepalingen doeltreffend zijn om eventueele ge-
varen te voorkomen, heeft de Commissie de voorgeschre-
ven bepalingen als voorloopig beschouwd en ‘besloten een
en ander
na
twee jaren opnieuw te onderzoeken.
Reglenteut
betreffende
het onderzoek van Rijnschepeii.
Te verband met de toepassing van artikel 9b van boven-
genoemd reglement (zie vorig verslag) heeft de Commissie
in de eerste zitting van 1934 nota genomen van cle erken-
ning der ,,British Corporation Register of Shipping and Aireraft” te Glasgow door alle Oeverstaten, van het bu-
reau ,,Veri’tas” ‘te Parijs en van de .,Germaniseher Lloyd” te Berlijn.
Minnnnrn-beinanning.
Evenals in vorige jaren heeft dc Commissie in de eerste
zitting van 1934 kennis genomen van dc in 1933 toege-
stane afwijkingen op ‘de voorschriften betreffende de mi-
-n imu mmm -ben-canni ng van Rijischepen (artikel 1.0 van het
reglement betreffende het onderzoek van Rijnschepen) – .I)e
commissies vami deskundigen te Maunheirn en Mainz heb-
‘ben afwijkingen toegestaan voor 10 vaantuigen, waarvan
5
goederenmotoibooten, 3 passagiersmotorbooten, één mo-
•torsleepboot en één motorboot voor den ivaterstaa’tsdiemrst.
De bemanning der 3 passagiens-booten, welke uit tennein-
ste een matroos, een scheepsjongen en een machinist zou
tnoeten bestaan, is teruggebracht op een ma’tioos en een
seheepsjongen; de bemanning van de motorsleepboot,
waarvoor 2 mnatrozen en een machinist waren voorge-
sohi
–
even, is teruggebracht op 2 matrozen en een soheeps-
jongen, terwijl voor de overige vaartuigen de minimum-bemanning, bestaande uit een matroos en een machinist,
teruggebracht
-is
op een matroos. De vermindering der
bemanning wordt -gemotiveerd door de omstandigheid, dat
de motor gemakkelijk van de stunr’stoel uit bestuurd kan
worden.
])e coimimissie van deskundigen van Straatsburg heeft
de versterking der bemanning verlangd voor 1.04 vaar-
tuigen, waarvan 76 ‘z.g. ,,péu,iehen” met dek, 23 motor-
vaartuigen met dek, 4 ,,pénichen” zonder- dek en 1 hag
–
germnolen, voom-zien van stoomvermogen. ])e minimum-be-
mnanning van deze vaartuigen, ivelke een matroos bedroeg,
is op een matroos en een scheepsjongen gebracht, omdat
de bedoelde vaartuigen van massieven vorm mijn en wei-
rug doelmatig uitgerust zijn.
Economische zake ii.
Aanmelcibureaux.
De Commissie heeft in de November-zitting nota ge-
nomen van dc verklaring der Duitsohe Delegatie, waar-
uit blijkt, dat de door de Duitsche Regeering -genomen
maatregelen, ‘betreffende de organisatie dezer bureaux
alleen van toepassing zij ir op Duitsche schippers en dat
de administratie, belast met de contrôle den uitvoenings-bepalingen ei’voor moeten zorgen, dat er geen belemme-
ringen in -tegenstrijdi-gheid. met de Akte van Manriheiin
ontstaan voor de onderdanen vami andere landen. Alleen
de sohippens zijn in deze aanmeldbureaux georganiseerd;
meoch de vervraoh-ters, nooh de expediteurs zijn bij deze
organisatie aangesloten. De Nederlandsohe delegatie heeft verklaard, dat in Nederland ‘geen enkel onderscheid w’ordt
gemaakt tussohen Nederlandsche en buiteiila.ndsche schip-
pers en dat de verplichting om zich bij de aanmmicldbu-
reaux in te schrijven uitsluitend voor ,,bniuenlaudsehe
transporten” moet worden verstaan, is een vraag, ie’clke
bij den Hoogen Raad aanhangig is.
1)
Unificatie van de verkeersstatistie/cev.
Naar aanleiding i’ami den stand e’au deze kwestie, ier-
meld -in jhet votige verslag, heeft de Centrale Conimissic
besloten de kwestie der verbetering der Rijuustatistieken cmi
van het overeenstemnmem,r dezer statistieken mnet de na-
tionale statistieken, tot een volgende aitting uit te stellen.
Sociale zakeme.
Conmité van deskundigen voor het onderzoek der arbeids-
voorwaarden op de voornaamste Europeesche stroûm.ci).
De stand van deze aangelegenheid, zooals vem-meld nu
liet vorige verslag, ‘heeft geenerlei wijziging ondergaan.
Juridische zaken.
Beroepen op de Commissie.
Bij de Commissie, in have hoedanigheid ‘llil tweede en
laatste beroepsinstantie in vonnissen van Rijuvaartrecht-
buftken, wenden in 1934 tien beroepen in burgerlijke zaken
aanhangig gemaakt (imi 1933 vier, eveneens in burgerlijke
‘zaken). Alle zaken werden afgehandeld.
Rechts gebied van. cie R-ijnvaartrechtb onkn.
‘ De Conmissie heeft
–
nota genoinemu van de mnededeeling
der Fransche Delegatie van een w(A van 19 Maart 1934, volgemes welke liet 1antongerecht te Sti-aatsburg iii ‘liet
.vervolg uitsluitend wendt aangewezemi als Rijuvaan-ti
–
ech’t-
bank met bevoegdheid oven liet geheele gedeelte van den
Rijn op Frausch grondgebied. De Conmnuissie heeft eveneens nota geuomeme van een
mnododeelimig der Neclenlamidsohe Delegatie beti-effende cle
1)
De bedoelde anresten zijn
dcii
17en , December 1934
uitgesproken. De -bovemugenoeitidc wet is- niet van toepas-
.sing verklaard op de ladingen in de havens der water-
wegen genoenid in art. 1 van de Overeenkomst van Manu-
he iii).
454
ECONÖMISCHLSTKTISTISCHE BERICHTEN
22 Mei 1935
huidige grenzen der Rijnvaai’trechtbanken in Nederland,
tengêvo1ge van de opheffing van enkele dier rechtbanken.
B’innenscheepvacui-t recht.
Uit de verklaringen betreffende. dcii stand vui de rati-
îicaties der, door de Conferentie van ‘binnenschccpvaart-
reeht van Genève in
1930
aangenomen, verdragen, blijkt
beL volgende:
In Duisch1and is het onderzoek der verdragen door de
belanghebbende administraities nog niet beëindigd.
In België is een interministerieele commissie bezig de
nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met
de beginselen der verdragen van Genève. De werkzaani-
heden dezer commissie waren in November
1934
vrij ver ge-
vorderd en niets staat een spoedige beslissing in den weg.
In Frankrijk hebben •de Kamers een vet, betreffende
aanvaring
(5 Juli 1.934)
en een wet betreffende scheeps-hypotheken en teboekstelling van schepen
(19 Juli 1934)
aangenomen. De wetten zijn in overeenstemming met de
bepalingen .der verdragen van Genève.
De
Regeering kan
te geiegener tijd de verdragen .ratificeeren, zonder dat het noodig is de Fra.nsohe nationale wetgeving te wijzigen.
In Italië kan de Regeeriug door Koninklijke I’esluiten te gelegener tijd de verdragen betreffende aanvaring en
nationaliteit ratificeeren; daarentegen is het verdrag over
de ‘teboekstelling vati schepen nog in onderzoek.
in Nederland hebben de ifdministraities thet onderzoek
der verdragen beëindigd eis een gunstig advies uitg
–
bracht. Debetreffencie ontwerp-wetten zijn in voorb-
reiding.
In Zwitserland is het indienen der ontwerp-wetten,
voorzien in den loop van
1933,
door verschillende interne
omstandigheden vertraagd, doch de indiening zal niet
meer lang op zich laten wachten.
Het werd. niet doelmatig geacht de werkzaans’heden van
het comité van binnenscheepvaartrecht in
1934
te her-
vatten.
HET INTERNATIONAAL STREVEN NAAR
RENTEVERLAGING.
De jongste maatregelen der Be1’gi’she Regeering
tot conversie van ‘cle ‘s’taatsschuld, evenals die van de
Nederland sche Regeering kort geleden, hebben het
vraagstuk vicn cle renteverlagin’g wederom onder den
aandacht gebracht. Voor ‘de gedupeerde ‘houders dr
in de convers’ie betrokken fondsen ‘lost het vraagstuk
zich op in cle
vr
aag, op welke wijee zij op •het con-
versieaan’bod hebben te reageeren en hoe bij eveif-
tueele aflosibaarstelling de weer ‘l.iciuide gewordeh zni.dclelen belegd ‘dienen te worden. Tegenover het
gedwongen karakter ‘der in de laatste jaren in ‘liet
buitenland plaats gehad hebbende conversies kan hun
houding in eerste instantie geen andere zijn dan die
van een in zijn contractueele rechten verkorte: een
protesteerende of berustende.
Het kan echter zijn nut ihehbe:n het vraagstuk van
‘de renteverlaging in internationaal en historisch vei-
hand te ‘bezien, waardoor een sociaal-economische he-
oordeelin’g van ‘de ‘kwestie ‘vergemakkelijkt wordt.
De klassieke ‘opvatting van een conversie ‘is de aan-
passing van ‘de op een ‘leeninig te betalen interest aan
de gewijzigde verhoudingen op ‘de kapitaalmarkt ‘bui-
nen ‘het kader ‘der contractueel aanigegane v.erplidl-
tingen. Daarbij ciii ‘dus slechts die obligaties rijp
voor .conversie, welker koers zoodan’i.g ‘gestegec is,
‘dat ‘de op ‘de nieuwe ‘leening te ‘betalen interest niet
ligt ‘beneden het op de ob’lirgatie ‘door houders than’s
te verkrijgen rendement en waarbij als al’ternatie:f cle
contante aflossing wordt gesteld.
Het zijn dergelijke conversies geweest, welke maken,
‘dat men van ‘de 80-er jaren der vorige eeuw ka
spreken als van een conversie-lira. In ‘dezen tij’d val-
len ‘de conversies der Fransche oorlogsleeningen en
‘de periode wordt ‘beëindigd met ‘de grootseheepsohé,
‘door G-osc’hen doorgevoerde, con’versie van het ‘groot-
ste deel ‘der Britsche ‘sta.atsshu’id in 2;5 pOt. Con-
s’ol’s (1888). Deze interestverlagingen vallen in een
perio’de van langdurige ‘depressie. Eerst in ‘de. vol-
gende depressie volgen wederom nieuwe conversies,
nu ‘van Duit’sche en wederom van Fransohe staatsT
leen ngen. In- de periode van opgang vallen slechts
enkele conversies van landen, welke door ‘saneering
vaii ‘hun financiën en valuta ‘in betere klasse ‘komen:
Oostenrijk-Hongarije en Italië. Bij vrijwel alle dezer
leeningen ging ‘het om ‘gevallen, waarin een hooge
rente moest worden betaald als gevolg ‘van ‘den nood-
toestand, waarin ‘het land verkeerde
‘hij
:het aangaan
van zijn verplichtingen (oorlog, verwarden finan-
cieelen toestand). Bij dè conversies van ‘de 80-er en
90-er jaren heeft men ‘zich echter niet op ‘dien vroe-
genen noodtoestand eroepen, omdat ‘de ‘kapitaalrente
voldoende ‘gedaald was en de ‘leen’ingen voor aflos-
sing in aanmerking kwamen.
Wij meenèn, dat een juiste beoordeeling van de,
in “de jaren na 1932 plaats hebbende, conversies niet
goed
mogelijk
is, wanneer men deze niet ziet in het
licht van ‘het jongste verleden, nl. ‘het tijdsgewricht,
waarin ‘de t’hans ‘in renteveria’g’in’g betrokken leenin-
gen werden uitgegeven.
In de eerste plaat’s vallen dan in de jaren 191.4
—1918 de enorme oorlogsleeningen, welke in alle
oorlogvoerende lan’den ‘gesloten ‘d’ien’den te worden en
waarbij ‘door de drin’geudhei’cl ‘der kapitaalbehoefte
en .den omvang der ieenin’g ‘de ‘te ‘betalen rente een
secundaire rol ‘speelde, hetgeen, zij het in mindere
mate, eveneens ‘h’et geval was in vele neutrale
iCfl-
den, welke kapitaal bchoef’den voor ‘hun mobilisatie-
en crisisuitgayen.
In ‘de jaren na den ‘oorlog volgen dan de leenin’gan,
welke in landen dis
Frankrijk
en België gesloten
worden tot herstel ‘der ‘door den oorlog aangerichte
sha’de, en in alle landen ‘die tot ombouw en herstel
van het ‘indirect ‘door ‘den ooi1og beschadigde produc-
tie-apparaat. Deze leeningen vallen ‘in een periode
‘van groote ‘kapitaaischaarschte. In Duitsohlan,d en
elders maken wij, ‘dan ‘de inflatie mee, waardoor in-
‘direct veel ‘kapitaal vernietigd wordt, terwijl Du’its3h-
land na ‘de stabilisatie, ‘belast met sdhul’den aan het
‘buitenland als ‘gevolg van den verloren oorlog, lee-
ning ‘op leenin’g stdpelt tegen ‘steeds klimmen’de rente
‘door ‘de steeds hoogere ,,risicoprem’ie”, welke ‘het ‘bui-
tenland voor ‘deze /leeningen Ibed’ingt. Het is hier niet
‘in ‘de eerste plaats ‘de Staat, ‘doch ‘het zijn de lan-
den, ‘de gemeenten, de industrie en tenslotte de land-
bouw, welke onder een ‘steeds ondragelijker worden-
‘de schuldenlast, voor een groot ‘deel van korten ‘loop-
tij’d ‘zijnde, gebukt gaan.
In ‘de depressie na 1920/’21 kwamen zeer weinig
conversies voor en spoedig maakte ‘de ‘hausse, dat de
periode van ‘hooge rente een ‘sohij’n’hare permaien’tie
kreeg. Dat voorts allerwege op vaak roekelooze wijze
leen’in’gen werden aangegaan, zoowei nationaal als
internationaal, cal ‘door ‘weinigen tegengesproken
worden. Terwijl het ‘in het voorjaar ‘van 1931 den
‘schijn had, ‘dat eindelijk (‘hv. in Engeland) ‘de periode
van con’versies zou aanbre’ken, kwam de credietcrisis
‘in ‘het ‘midden ‘van dat jaar roet in het eten gooien.
Daarna treedt een periode in van een voordien on-
geken’de ‘deflatie, ‘gepaard aan een inkrimping van ‘de
productie en van ‘den internationalen ‘handel, waar-
door steeds meer ‘kapitaal braak komt te liggen. Daar-
hij voegt zich een verstoring van ‘de internationale
‘monetaire verhoudingen, verstoring ‘ook van de in-
ternationale bewegingen op ‘de kapitaalmarkt (niet
in die ‘mate op de geidmarkt), welke nog wordt ver-
scherpt ‘door regeeningsembargo’s op internationale leeningen, zooclat zich vervolgen’s ‘het verschijnsel
voordoet ‘van een zeer ongelijke beweging van de ka-
pitaalrente ‘in de verschillende landen.
Roepen wij ons ‘deze, overigens ‘bekende, sta’dia voor
‘oogen, dan winnen wij ‘het inzicht, ‘dat primo de
achter ons ‘liggende tij’d een is ‘geweest van zeer ab-
normale verhoudingen ‘op ‘de kapitaalmarkt, waarbij
‘de hooge rente op leenin’gen vrijwel stee’ds een be-
lan.grij’ke ,;’risicopremie” iithield en v’oorts dat be-
oordeeliug van ‘het verschijnsel van ‘de vrijwillige of
‘gedwongen çonversie rekening zal ‘hebben te houden
met ‘de voor ieder land ‘geldende eigenaardigheden op
economisch ‘gdhied.
22 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
455
Waar
de jongste conversie der Belgische staats-
schuld niet beantwoordt aan de bovengeschetste ,,iIas-
sieke” vormen, doch practish een gedwongen karak-
ter draagt, en België hiermede een weg volgt, ‘iie
reeds eerder door Engeland, Italië en Du’itshlan’d is
aangewezen, kan het van belang zijn in het volgende
in het kort na ‘te gaan, welke overeenkomsten en ver-
schillen tusshen deze vershi’llen’de conversieleen in-
gen te con:stateeren vallen.
Besdhouwen wij in ‘de eerste plaats de groote
En-
çjelsche
conversie-operatie van midden 1932.
Reeds in lhet voorgaande jaar scheen de tijd rijp
voor het groote ‘doel: de conversie van de 5 pOt. War
Loan tot een bedrag van £ 2.080 millioen. De Regee-
ring aarzelde edhter en na de credi’etcris’is van 1931
sheneu de kansen voor langen tijd verkeken te zijn.
De devaluatie van het Engel’sohe ‘devies dee’d echter
het kapitaal naar Engeland ‘terugvloeien en tegen
eind Juni bereikten staatsfondsen een zoodanigen
koers, ‘dat het rendement niet meer ‘dan 4 pOt. was.
1-Jet was op 31 Juni 1932, dat ‘de Minister van
Financiën, Oham’berlain, het verrassend besluit be-
kend maakte, ‘de 5 pOt. ‘War Loan ‘te converteeren in
een 3,5 pOt. leen’ing! Daarmee werd ‘dus vooruit ge-
grepen op een verdere verlaging van den rentestand,
terwijl het
duidelijk
‘bleek, ‘dat ‘de bedoeling voorzat,
niet alleen het ‘budget met een aanzienlijk ‘bedrag te
verliehten, ‘doch ‘tevens op deze wijze de kapitaalrente
positief te beïnvloeden. Daarmee vormt deze conver-
sie-operatie een keerpunt in de houding van Regee-
ringen -ten aanzien van de markt voor ‘haar obli-
gaties.
Leerzaam – ‘blijkbaar ook voor de Regeeringen,
welke ‘later
dergelijke
operaties uitvoerden – waren
‘de middelen, welke de Britsehe Regeering toepaste
ten einde het resultaat zoo groot mogelijk te doen
zijn, en welke alle min of meer een novum waren.
Daar was in ‘de eerste plaats de uitkeering van (-en ,,cash honus” van £ 1 per £ 100 aan die houders, wel-
ke ‘binnen den tijd van een maand toestem’den in de
conversie. Ook de bepaling, ‘dat stilzwijgen als toe-
stemming zou worden opgevat, was ongewoon, waar-
bij echter een zeer ruimen bedenktijd van 5 maanden
werd gegeven. De vrijstelling van ‘belasting gold ‘ook
voor ‘de 5 pOt. War Loan, doch zou eveneens als een
compensatie voor het rente-offer ‘kunnen worden he-
shouwd. Daarbij werd een .grootscheepsche campagne
opgezet, waarbij een ‘dringend beroep werd gedaan
op het patriottisme ‘der Britten, een factor welke hij de latere convers’ies in Italië, Duitsc’hlan’d en thans
in België niet vergeten w’erd.
Een ,,natuurlijke” factor, welke het de Britsche
Regeering mogelijk maakte op zoo enorm groote sehaal
een renteverlagin’g door te voeren, was de buiten-
gewoon groote ruimte op de Engeische gel’dmarkt, welke ‘het ‘gevolg was ‘van ‘den eerder geschetsten
depressietoestan’d. Daar’bij echter kwamen de volgen-
de kunstmati’ge factoren: de reeds ‘geruimen tijd door de Bank of Englan’d gevolgde ‘open marktpolitiek, de
verlaging van ‘de ‘bankrente op den ‘dag van aankon-
diging ‘der conversie en ‘het ,,verzoek” voorgenomen
em’issies op te ‘schorten, waarmede practisch een mm-
bargo werd gelegd op ‘de kapitaalmarkt. Merkwaardig was ‘de snelle reactie van deze rente-
verlaging op de beurs. In ‘de eerste plaats alle goud-
geran’de waarden, ‘doch evenzeer an’dere obligaties en zelfs aan’dee’len vertoonden belangrijke koersavances,
waarop later wel eeni’ge reactie volgde, toen ‘de specu-
‘latie ‘geluwd was en aanbod ‘kwam vnu ‘huitenlan’dsdhe
houders van fondsen, doch ‘die zich over het alge-
meen toch op een hoog peil konden staande ihouden.
Zooals ‘bekend was de conversie •een groot succes,
daar slechts 8 pOt. van het uitstaande ‘bedrag ‘ten-
slotte bleek aangemeld te zijn voor aflossing. De
sdh’atkist bespaarde hiermede op haar budget jaar-
lijks een bedrag van £ 23 millioen.
Deze conversie van ‘de 5 pOt. War Loa’n, welke ca.
-der totale staat’sschul’d uitmaakte, was voorafge-
haan ‘door enkele kleinere conversie-opera’ties en werd
in ‘het najaar 1932 gevolgd ‘d’oor een 3 pOt. Oonver-
sion Loan â 97,5 pOt., groot £ 300 millioen, welke
dien’de -ter betaling van ‘de n’iet geconverteer’de War
Loan.
Van belang is het, dat ‘bet embargo op emissies
slechts ‘geleidelijk en partiee’l wer’d ‘opgeheven, naar-
mate ‘de rentevoet op ,,gilt-edged” ook inderdaa’d zich
op ‘lage basis wist te handhaven,
terwijl
het embargo
op buitenlandsche emiss.ies, tenzij in Sterling, nog
steeds op ‘opheffing wacht.
In
Frwnkrijk
waren ‘de oorlogsleeningen tegen 4,5
en 5 püt. uitgegeven, terwijl voordien een rentev’oet
van 3 pOt. gold. De eerste leeningen na ‘de stabili-
satie van ‘den Franc kostten zelfs 6 en 7 pOt. Dat ‘de
Regeering niet reeds midden 1930 tot conversie over-
ging, hetgeen tehnisc’h niogelijk was ‘geweest, kan
wellicht
‘zijn
verklaring vinden in ‘den ven’seh tot
besdherm’in’g van ‘den renten’i’er. Eerst na het gebleken
welslagen’ van ‘de Enge’lsche conversie-operatie werd
in September 1932 Frs. 85 milliard ter conversie
aangeboden, waarbij ‘de rente van 5-7 pOt. werd om-
gezet in 4,5 pOt., ecirter met ‘het voorbehoud, dat cle
nieuwe leen-ing reeds na 7 jaar veer afgelost zou
kunnen worden. De Britsdhe Regeering verkreeg de
gunstiger conversie-voorwaar’den slechts door de ‘be-
pal’ing, dat de nieuwe ‘leening niet eerder ‘dan na 20
jaar afgelost kon worden.
Deze Fran’sche conversie bewoog zich geheel in klas-
sieke banen, daar op ‘dat oo’genblik ‘staatsfondsen een
rendement ‘gaven van slechts 4 pOt.
In den aanvang van 1934 eerst komt
Italië
met
men grootsoheepsch conversiepl’an, waarbij ‘de voor-
waarden zoo’danig ‘gesteld waren, dat men practisch
van een gedwo
–
rcgen conversie kan spreken. Het ‘be-
treft ook ‘hier ‘grooten’deels ‘oorl’ogssohu’lden, welke
dus aangegaan zijn in een
tijd,
waarin de ‘hiervoor
te betalen prijs ‘geen primaire rol speelde en waarin
‘dus ‘de ‘dwang tbij ‘de conversie haar rehtvaardigiug
kan vinden. 61,3 milliard Lire, ‘d.i. bijna % ‘der ge-
‘heele staatsshuld, moest een rentereductie van 5 pOt.
op 3,5 pOt. ondergaan, waarmede ‘de ‘schatkist een jaar-
ljksche rentebesparing verkreeg van L’ire 900 millioen. In ‘de weken, die aan de conversie vooraf’gingen, varen
‘de koersen scherp gestegen, ‘dodh -het was duidelijk,
dat dit mede een gevolg was van
‘belangrijke
steun-
aankoopen ‘door de ‘versgh’illen’de financieele institu-ten, welke onder Regeerin’gscontrôle ‘st’on’den. Na ‘de
conversie ‘kwam een scherpe reactie tot koersen van
ca. 80 pOt., waaruit dus wel -duidelijk ‘het ingrijpen
op de ‘kapitaalmarkt
blijkt,
‘dat n’iet met de Eugelshe
maatregelen van 1932 vergelijkbaar is, ‘daar deze
slechts – zooals later bleek – een vooruitloopen he-
teeken’den op latere verhoudingen, ook al waren deze niet ‘geheel ,,natuurlijk”.
Ook bij deze con-versie werd – ouder het fascis-ti’sdh regiem wel zeer begrijpelijk – een warm ‘be-
roep ‘gedaan op de patriotti’sche gevoelens -der beleg-
gers, waarbij opgemerkt dient te wor’den, ‘dat deze
verlaging der rente slechts één maatregel was in een
heel .sohema van maatregelen, welke allen gericht
waren op een verlaging van het ‘b’innenlan’dshe prijs-
niveau. Ook ‘hier – evenals
‘bij
de En’gelsche conver-
sies – werd de conversie formeel vrijwillig ‘genoemd,
stilzwijgen werd echter als ‘goedkeuin’g aangemerkt,
zij die aflossing op prijs stelden, moesten ‘hun naam binnen een zeer korten tijd ‘bekend maken en voorts
speelde de uitkeering van een ibonus in contanten
-hier een ‘groote rol: hij ‘bedroeg niet minder ‘dan ‘het
renteverschil over 3 jaren, waarmee een bedrag van
Lire 2,4 m’i’l’liard gemoeid was.
Van geiheel an’deren aard waren ‘de maatregelen, welke Italië in Septem’ber 1934 en October 1934 te
zien gaf, ‘doh die ni’et minder ingrijpend waren.
Bij ‘den eersten maatregel werd de rente op een he-
diag van Lire 4,25 milliard aan pan’d’brieven ver-
456
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Mei 1935
laagri. -tot 4 pOt., waarbij de schijn van vrijwilligheild
werd opgehouden. Van heteekenis in het kader van
het fascistisch regiem is hierbij de ibepalling, dat de
reixteyeriaging ‘ten ‘goede moet komen aan de hypo-
theek’gevcrs. Het tweede ‘decreet ‘betrof de rentever-
huging
01)
particuliere schulden, welke ‘omgezet kon-
dell worden in ‘schulden aan officieele -instituten.
Ook werden de shu’iden van publiekrechtelijke in-
stellingen voor converteerin’g vatbaar verklaard,
waarvan •de ,,Ente l•oca’li” (provincië.n en ‘gemeenten)
rofiteerden.
Weiclen wij ons thans tot
Dwitschla9sd.
Hier was
‘de op leen’ingen te ‘betalen rente wel ‘de ‘hoogste van
alle West-Europeesdhe landen. Door ‘de rockelooze
leeningspolitiek van vele instanties geleek de Duit-
che kapitaalmarkt welhaast een chaos. Daarbij kwam
de agrarische crisis, welke maakte dat vooral op den landbouw de rentelast zwaar drukte. Z’oo ‘ha’d reeds
ondei’ ‘de Regeering-Brüni.ng een ingrijpen plaats in
de schuld-verhoudingen in den landbouw, waarbij de
rente op leeningen ‘gedwongen werd verlaagd en het
vershil door den Staat aan crediteuren werd hij-
gepat.
Het groote probleem voor Duitsdhland vormde -de
aan het ib.Uitenland te ‘betalen schuldenlast, welke van
Duitsch standpunt uit beschouwd, eerst aanzienlijk
verin’dert, zoo niet uit •den wereld moest worden
geholpen, voor en aleer men’ aan een verlaging van
cle iente op de 1binnenlandsdhe kdpita’almarkt kon
‘deken Oi velerlei wijzen is men er inderdaad in
geslaagd gedeeltelijk ‘het gestl’de -doel te ‘bereiken.
Inmiddels ‘begon de :schepping van crediet in den
vorm van ,,Arbe-itsbeschaffungsweohsel”, ,,Ehestands-
darl&hen”, enz. enz., ‘gepaard aan ‘de uitvoering van
groote publieke werken, ‘de gewenshte ,,Ankurbe-
iuhg” van ‘het economisch -leven te ‘bewerkstelligen
en namen -de ‘bespaingen, ‘de winsten en de ‘belasting-
inkocisten toe, soodat na een voldoende verruiming
vitn ‘de ‘geidmarkt, (waarbij ehter interestvoeten goli
den, wike vergeleken met elders zeer hoog waren) op 1 Juli 1934 de eerste conversieleening ‘door hét
Rijk kon worden aangeboden met een in-terest van
4 pOt., waarbij ‘de bij ‘delging •door in-koop ‘beneden
pan ‘te ‘maken winst aan de nog niet uitgelote hou-
ders zou worden uitgekeerd. Ook ‘bij -deze leenin’g was
‘bet i-ëntetypê ‘la-ger dan overeenkwam met ‘den gel-
den’den rentevoet en ook hier waren de voorwaarden
zoodani’g gesteld, ‘dat ‘den ‘houders ‘slechts weinig keus
overbleef. Hiermee werd tevens de ,,Neubesi-t,zsanlei.he”
weggéwerkt, waardoor een ‘begin werd gemaakt met
de consoli’deening van meerdere leenin’gen in enkele
grootere.
Inmiddels was het ‘de Rijksban’k mogelijk gemaakt
een opén marktpnlitiek te volgen. Van belang voor
eeh saneening en steun van de jbeleggingsmarkt was
voorts ‘de ,,Gemeinde-Umsdhul’dün’g”, waar-in een be-
drag van ca. R.M. 3 mill’iard betrokken werd, cii
wdlke tengevolge had, ‘dit in ‘stede van een zeer groot
aaui’tal kleine leenin’gen, thans een enkele ‘groote lee-
niing tei’ markt kwam. . . ”
De reorganisatie van het ‘heurswezen, de wet tot
reg’eli.n’g van het credietwezen en tenslotte de ,,An-
;lei’hestoèkgesetz?’, wetke de uitkeering van ‘dividen-
‘den bejerk-t, tenzij het meerdere hoven 8 pOt. bij ‘de
Gioid’diskon-Ubank ‘in obligaties wordt ‘geïnvesteerd,
waren – evenveel factoren ‘die een saneering van de
kapitaalmarkt heoogden. –
Op 25 Januari 1935 volgde ‘de wet, welke de rente
verlaagde lbij de publiekrechtelijke credietins-te’ilin’gen
en. Ihypot’héekibanken, -ir dien vorm, dat deze instel-
lingen .vecd-en -gemachti’gd ‘hun schuldeisohers een
convers’ie aan te ‘bieden in 4,5 pOt. reiiten’de ebliga-
tiei- voor zoover de renté 6 pOt. of. meer ‘bedroeg en
waâibij de Îenteredu.ctie uiteindelijk ten goede diende
te ‘komen aah de credietneniers. Het ‘betrof ‘hier het
en’orme bedrag vaui R.M. 8 m’i’lliard,
–
terwijl ‘de ver-
-wahte .reiite’besparing R.M. 120 ‘tni.l-lioen zou ‘bedra-,
gen. De voorw’aarden waren volgens het inmiddels in-
ternationaal toegepaste schema gesteld: Weigering
tt -medewerking in de con-versie -moest binnen 10
dagen plaats ‘hebben, terwijl zij, ‘die in con-versie toe-
stem-den,
2
pOt. van -het noinina’le bedrag in con tan-
ten uitgekeerd kregen; ‘buitenkoersstell-ing van de
n 1 et-geconverteerde -obligaties en onbeleenbaarheid
dezer. effecten. Ook werd niet na’gélaten een beroep
te doen op het sarnenhoonigheicisgevoel van het Duit-
sche volk.
Op 27 Febr. volgde de wet tot renteverlaging van
6 pOt. en meer i-ente dragende leeningen van publiek-
rechtelijke organèn, waarin waren betrokken obliga-
ties van landen, provincies en steden, terwijl het
grootste bedrag voor rekening kwam van het Rijk,
daar ce. ,R.M 1 milli ard ,,Reichsschuldbuchforderung”
l;ot conversie kwai. in totaal werd hiermee op ce.
R.M. 2 ‘inilliard de rente verlaagd, waardoor een be-
sparing zou plaats hebben van R.M. 30 millioen. De
voorwaarden waren gelijkluidend aan die hij de con-
versie van 25 Januari.
Men kan zeggen, dat met deze conversie-operaties
i)uitchland, hoe men ook over het gedwongen karak-
ter mag denken, een ‘grootscheepsche saneering van
de binnenlandsche Jcapitaalmarkt 1eeft tot stand ge-
‘bracht, welke ongetwijfeld ook tot een zeer aanzie-
lijke verlaging van ‘de reëele rente zou hebben ‘gelei’d,
wanneer niet tegelijkertijd en reeds ‘van te voren
enorme bedragen werden geïnvesteerd in publieke
werken.
In dit opzicht vormt ‘de politiek van Duitsc’h-land
en italië een typische tegenstelling met dievan En-
geland, waar men voornamelijk – een politiek van
,,cheap money”
•
nastreeft, zonder een daaraan gekop-
pelde actievé coujunctuurpolitiek. –
Beperken wij ons wat
België
betreft, tot de jongste
co n’versi e-opera-tie.
Inderdaad dient men te constateeren, dat reeds het
voorgaande Ministerie krachtig heeft gewerkt in den
zin van een voorbereiding, al ware het slechts door
de ingrijpende reorganisatie van het bankwezen. De
pogingen der voorgaande Ministeries om een verla-
ging der rente te verkrijgen langs den weg van ver-
ruirning van de gelcimarkt, waarbij de herhaalde ver-
laging van de bankreate een rol speelde, waren ech-
ter op een mislukking uitgeloopen, daar in de positie
van ‘cle Belgische valuta en der banken een te groot
wantrouwen bestond en men van, een scherpe cleflatie
niet veel heil ineen verwachtte, mede door de moei
‘-
lijkheden, waarin cle banken gekomen zouden zijn in
verband met haar participa-ties in -de industrie.
Merkwaardige overeenkomst met cie situatie in
Engeland na de devaluatie c]daar: nadat dé Belga
gedevalueerd was, stroomde het gevluchte en gere-
patnieerde kapitaal. weer toe, terwijl ook de bank-
deposito’s weer een snelle stijging vertoonden. Twee-
cle overeenkomst: de spoed waarmee de Regecring
‘van de momeuteele constellatie gebruik maakte, om
te bereiken wat voorgaande Regeenim gen zich steeds
als -clöe’l ‘had-den gesteld: ‘de grootscheepsdhe coi versie
der stantsschuid.
Kenmerkend voor ‘deze conversie -is ‘liet streven
naar u-u’ifor’meening ‘der ieenin’gen ‘door in -cle plaats uien taitooze ‘leeningen met toch altijd beperkte -markt,
thans één groote ,,Dette 4 pOt. unifiée” te stellen,
een streven, -dët wij ook .in Du-itsoh’land constateerden
en waardoor indirect den
–
beleggers een belangrijk
voordeel wordt ‘gegeven. –
Wat nu. – ‘de couver-sievoorwaaide.n betreft, zien wij
veer de ‘toepassing van beginselen, welke in eerste instantie ‘in Engeland, ‘doch sterker in Duitschland
en Italië waren ‘door-gevoerd. – De schijn van vnijwil-
-li-gihei’d ivordt’ opgehouden, protest ‘moet gesohie.deu
binnen 5 dagen, ‘de proteststuk-ken worden niet tot
de noteeriug toegelaten en
zijn
niet -meer -beleen-baar.
Daartegenover wordt de nieuwe leeningo’p’de’termijn-
niarktgeïi-utnoduceerd, hetgeen to-t nu toe met geen
22 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
457
enkel staatsfonds het geval was. Tenslotte speelt de
honus een groote rol, welke hier echter niet in den
vorm van contanten uitgekeerd wordt, doch als een
veuhooging van, het nominaal bedrag der sdhul’d-
bekentenis met een bedrag, dat bepaald wordt
door het verschil tusschen de rente op de oude en
de nieuwe leening, gerekend over 5 jaren, ‘zoodat de
bezitter van een 5 pOt. ‘oh’ligatie van Frs. 100 thans
een 4 pOt. ‘sohul’dJbekentenis van Ers. 105 ontvangt.
Verlaging van ‘de ‘bankrente en een appèl aan het
patriottisme zijn ook ibij
,
deze conversie van ‘beteekenis.
Het belangrijkste is het feit, .dat ook ‘bij deze con-
versie de rente op de nieuwe leening niet overeen-
komt met ihet tot nu geldende rendement. Niet alleen
‘cle ontlasting van het budget, doch ook de wensch
‘tot verlaging van de rente op de kapitaalmarkt
speelt hier een groote rol. Met ‘het vooibeeid van En-
geland voor oogen mag men aannemen, .dat men
hierin thans inderdaad zal slagen, gezien het feit,
dat de belegger thans op een zoo aanzienlijk deel der
Belgische fondsen niet meer dan 4 pOt. uitgekeerd krijgt. Dit onder voorwaarde, ‘dat zich geen tegen-
‘gestelde ten’den’zen zullen voordoen. Men bedenke,
dat aan de beurs van Brussel sledhts Frs. 2,83 .m’il-
hard vennootsohapsobligaties, Ers. 4,49 milhiard pro-
v’inciale en gemeentelijke leeningen, doch niet min-
der dan Frs. 27,62 miljard staatsrenten genoteerd
worden. Bovendien is een speciaal Reguleeringsfonds
van Frs. 1 milliard gecreëerd tot steun en stahilisa-
tie ‘van ‘den koers ‘der staatsrenten.
Anders dan in Engeland en meer in overeenstern-
m’ing met de politiek van Italië, Duitshland en
‘de
Vereenigde Staten .za;l de grootere ruimte op de ka-
pitaalmarkt waarschijnlijk gebruikt worden voor de
financiering van publieke werken.
Tenslotte memoreeren wij slechts de groote con-
versie-operaties, welke de Nederlandsche Regeering
in de laatste jaren •cloorvoerden, en welke zich ge-
heel binnen het klassieke raam bewogen. Eh’ter zijn
er ‘in .den laatsten tijd teekenen, welke er op wijzen,
dat men zich van dezen weg af ‘begeeft. In •dit ver-band vermelden wij slechts den sohuchteren aanval
op de rechten van hypotheekhouders op landerijen
en ‘het feit, dat de ‘laatste emissie van 3,5 pOt. Na-
derlan’dsh-Indië grooteudeels geplaatst is bij de
Rij ksfondsen, hetge
en
niet gcheel zonder zachteii
‘dwang zal ‘hebben plaats gehad, benevens het ontwerp
van wet, waarbij de invloed van den Minister van
Financiën over de beleggiugspoiitïek der Rijksfond-
sen wordt vergroot. ) Met ‘de buitenlaudsehe maat-
regelen zijn .deze echter niet te vergelijken.
* *
*
Overzien wij het geheel ‘der hoven gesohetste maat-
regelen, ‘dan blijken deze in de eerste plaats neer te
komen op een verlaging van de financieele lasten,
welke een direct gevolg waren van den wereldoorlog
(Engeisehe, Fransche en Italiaansohe conversies).
Het verschil met ‘de in den aanhef van ons artikel
genoemde conversieperiode van de 80-er en 90-er
jaren ligt echter in het feit, dat deze periode zich
kenmerkt door haar veel grooteren omvang, welke
niet in het m’inst ‘het gevolg is ‘van de ook na den
oorlog ‘in een periode van financieele en politieke
wanorde gesloten leeningen. Een ander ‘verschil is de
meet doeiJbewuste politiek van verschillende Regee-
ringen tot verlaging der rente op de kapitaalmarkt,
met ‘het ‘doel een opleving der conjunctuur te bewerk-
stelligen, al of niet gepaard aan andere maatregelen (publieke werken). Dit ingrijpen in
natuurlijke
ver-
houdingen varieert van het ‘beïnvloeden van de fac-
toren, die op de kapitaalmarkt van gunstigen invloed
kunnen ‘zijn (verlaging van
bankrente,
open markt-
politiek, emissie embargo, enz.) tot een ingrijpen in
de contractueele verhoudingen.
K. J. GROENE VELD.
1)
Zie
E.-S.B. van 15 Mei 1935,
pag. 436
HET BEZUINIGINGSONTWERP EN DE KAMERS VAN
KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.
Mei schrijft ons van ‘hevoegde zijde:
Paragraaf 40 van het ontwerp van wet tot verla-
ging van de openbare uitgaven bevat ‘het voorstel
tot wijziging van het eerste lid van artikel 19 der
f[andelsregisterwet 1918 in dien zin, dat cle jaarlijks
versehuldigde bijdragen
der in de eerste klasse ge-
rangschikte handelszalcen worden verlaagd met 20
pOt. en in de hoogere klassen met 50 pOt. Deze bij-
dragen ‘behooren tot de inkomsten van de Kamers van
Koophandel en Fabrieken. Wat dit voorstel te maken
heeft met ,,vcrlaging van de openbare uitgaven” is
dan ook een raadsel. De staat bespaart hierdoor geen
cent,
snijdt
zich eerder den weg af om het verleenen
van bijdragen aan instellingen, die ‘het algemeen belang
van handel en
nijverheid
bevorderen, af te schuiven op
Kamers van Koophandel met een goed gevulde beurs.
Het ligt dan ook voor de hand, aan te nemen, dat dit
gedeelte van het wetsontwerp aanvankelijk een on-
derdeel heeft uitgemaakt van de voorzieningen, welke
de regeering volgens de memorie van toelichting voor-
neniens was in het wetsontwerp op te nemen, teneinde
de aanpassing te bevorderen op het gebied van de
vaste lasten, die op het bedrijfsleven drukken. De
vermindering der bijdragen aan het handelsregister
is blijkbaar achtergelaten, toen de regeering andere
soortgelijice voorzieningen uit het voorontwerp lichtte,
teneinde ,,deze materie afzonderlijk ter hand te ne-
men”. De betrokken paragraaf deelt dit lot met para-
graaf 52, die verlichting beoogt van lasten, welke uit
de sociale verzekering voor het bedrijfsleven voort-
vloeien.
De regeering heeft zich dus niet streng ge-
houden aan haar eigen stelsel: zij heeft niet ge-
schroomd reeds in dit ,,hezuinigingsontwerp” vaste lasten te verlagen, wanneer daardoor haar eigen in-
komsten geen gevaar liepen. Het is te hopen, dat zij
in het aangekondigde volgende ontwerp even flink
zal ingrijpen waar het de lasten betreft, welke zij
met haar eigen retrihuties aan de landzaten oplegt.
Zijn het in het geval van § 52 de verzekerden vol-
gens de sociale verzekeringswetten, die den last der
bezuiniging moeten dragen, ten aanzien van de
Kamers van Koophandel ‘doet zich de merkwaardige
figuur voor, dat de verwrac’hte bezuiniging moet
worden gedragen door…. het ontlaste ‘bedrijfs-
leven, in weiks ‘belang zelf deze instellingen im-
mers werkzaam zijn. De vraag is dus slechts, of voor
de lagere bijdragen dezelfde diensten of desnoods
bijna even waardevolle diensten
zijn
te verkrijgen als
de Kamers van Koophandel thans aan de ingesohreve-
nen in haar handehsregisters ‘bewijzen. Het wil ons
vorkomen, dat in de eerste plaats de Kamers van
Koophandel zelf daarover hadden kunnen oordeelen,
doch haar meening blijkt niet gevraagd te zijn. Ook
de Middenstandsraad, welic lichaam in .het bijzonder
competent is ten aanzien van de belangen, welke in
de afdeelingen Kleinbedrijf der Kamers hun ver-
tegenwoordiging vinden, is, voor zoover bekend, niet
geboord.
Dit is zeker ‘betreurenswaardig, want de inkrim-
ping der geldmiddelen is volgens de memorie
van toelichting oorzaak, dat het aantal Kamers aan-
zienlijk zal moeten worden verminderd. Kunnen wij
de dagbladberichten gelooven, dan zullen er 17 van
de 36 verdwijnen. Nu is het wel aannemelijk, dat het
Koninklijk Besluit van 17 Augustus 1920, Staats-
blad 711, ons land wat erg royaal heeft bedeeld: 7
Kamers in Zuid-Holland, 6 in Noord-Holland, 5 in
Noord-Brahant, 4 in Limburg; zulk een ‘stelsel leidt
tot Kleinkammere’i. Vervallen wij echter met de zeer
sterke concentratie, die nu wordt ‘voorgesteld, niet in een ander uiterste? De kleine Kamers hadden althans
het voordeel, dat zij zeer nauw voeling hielden met de
belangengroepen in haar gebied. Haar adviezen daar-
omtrent berustten dus op kennis uit de eerste hand.
458
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Mei 1935
In de grootere gebieden za(l dit minder goed mogelijk
zijn niet s1ehts omdat de districten zooveel grooter’
worden, maar vooral ook, omdat thans vrij uitgestrek-
te landelijke ghieden met inbegrip van pro-vinciestad-
jes tot één district worden vereenigd met groote hen-
delscentra, waar een ‘geheel andere sfeer heerscht en
geheel andere belangen ‘de aandacht vragen.
Bovendien moet echter niet uit het oog worden
verloren, dat de Kamers van Koophandel. niet langes:
-de zuiver alviseerende lichamen van voorheen zijn.
Zij werden -in’gesdhakeid in de uitvoering van allerlei
wetten en maatregelen.
Naast de wet op het Handelsregister is gekomen
het wetsontwerp op de uitverkoopen en opruimin’gen
en, naar wij vertrouwen, zullen ‘de Kamers van
Koophandel ook een rol gaan spelen bij de uitvoering
van de te verwachten wet op de vestigingseischen
voor middenstandsbedrijven. Ook inzake het koopen
op afbetaling wacht haar een taak. De uitvoering der
contingenteering is zonder haar medewerking vrijwel niet denkbaar. Ook aan het clearinginstituut bewijzen
zij diensten. Het afgeven van certificaten van oor-
sprong e.d. behoort alom tot haar taak. Voor de zoo-
veel mogelijk evenredige vrachtverdeeling is al even-.
zeer een beroep op haar medewerking gedaan. Kort-
om, de Kamers van Koophandel, ingesteld ter ver-1
tegenwoordiging van den handel en van de nijverheid
in het geheele rijk, zijn de verpersoonlijking van het
gedecentialiseerde zelfbestuuj door be’langhebenden;t
het bedrijfsleven knapt in de Kamers voor en ‘door,
zichzelf een menigte karweitjes op, ‘die geen koopmani
of industrieel gaarne ambteljk en ‘gecentraliseerd zou
zien verrichten.
Dit stelsel wordt nu principieel verzwakt: ‘de Ka-
mers van Koophandel en Fabrieken worden, bij wijze’
van zeggen, verder gebracht van het publiek en daar-
medé dichter bij St.-Bureaucratius, dichter bij Den
Haag. Voorloopig zal dit vooral
blijken,
doordat me-
nig zakenman minder vaak naar het kantoor van
,,zijn” Kamer zal stappen om hulp en voorlichting,
terwijl het contact, dat niet geheel zal worden ver-
breken, nu meer dan vroeger schriftelijk zal plaats
vinden of tot geld kosten’de reisjes zal ‘dwingen. Maar
waar blijft dan voor de betrokkenen de bezuiniging?
Wij hebben hier te maken met hetzelfde vraagstuki
als ‘betrokken was ‘bij ‘de ‘opheffing van vele recht-
1
banken en kantongerechten. Aan de provincie wordt
i
(Ie outillage ontnomen, die zoo menig stadje stempe]-:
cle tot -het intel’lectueele en economische centrum van
1
een streek.
De logica zou dus medebrengen om iet allereerst
te vragen,
gelijk
de memorie van toelichting doet,
hoeveel op de handelsregisterbijdragen moet worden)
gekort, teneinde ‘de gewenschte ,,besparing” -van viert’
ton te ibereiken. Primair zij
.
.de taak vn de Kamers’.
van Koophandel en Fa’brieken. Indien blijkt, dat ‘deze
door een eenvoudiger organisatie zuiniger kan wordern
ten uitvoer gelegd, ‘dan ‘zal ieder het toejuichen, wan-.
neer ‘daardoor een
werkelijke
verlaging van vaste las-t
tea wordt verkregen.
MTij
nemen aan, -dat -dit zeer ‘goedi
mogelijk zal zijn, indien enkele zeer kleine Kamersi
verdwijnen en het kweeken van
belangrijke
overschot;
ten in onzen
tijd
overbodig wordt geacht. Mits mei11
dan maar mede bedenke; dat de taak der Kamers van
Koophandel bij de voortschrijdende organisatie van iet ecQiomiseli leven waarschijnlijk van nog ingrij-‘
peird.er
,
ar-d
zal worden. Mits men ook overwege, dat’ de gelden, welke de Kamers niet noodig hebben voor-
haat. eigen -dienst, onder toezicht van de regeering mede worden gebruikt om vele nuttige instellingen
op
économisch gebied op de been te houden. Zelfs
als aan al deze voorwaarden is voldaan zal naar onze’
meening nog een aardig bedrag, zeg ongeveer
f
200.000 per jaar, kunnen worden bezuinigd. De an-
dere helft der vier ton, welke de regeering van het
bedrijfsleven hoopt af te wentelen, zullen de belang-
hebbenden cter, indien het ontwerp onveranderd –
tot wet wordt verheven, naar onze stellige overtui-
ging op andere wijze téch betalen, mede omdat zij
-minder waar voor ‘hun geld zullen krijgen.
WTij
ho-
pen, dat zulks nog -door de Tweede Kamer zal worden
voorkomen: het wetson-twerp -bevat waarlijk schijn-
‘bezuinigingen genoeg.
WERKLOOSHEID EN MUNTWEZEN.
II
(Slot.)
Intussohen kan niet worden verheel-d, dat deze
langs emp
–
irisdh-statist-isohen weg verkregen vergelij-
king betrekkelijk ruw en dientengevolge onvolledig
is; met name zou kunnen worden op-gemerkt, dat het
‘beloop ‘der werkloosheid in ‘de ‘diverse landen door
tal van factoren, als industrieele structuurveran’de-
ringen, voortgezette mechanisatie en rati’onalisatie,
loonni-veau e.d., Terschillend kan
zijn
‘beïnvloed, zoo-
dat, al is ihet opmerkelijk, ‘dat de cijferreeksen voor -de
gourilanden -hooger liggen, toch nog een betere be-
wijsvoering noodig is, om -de schijn-baar uit die reek-
sen spreken-de conclusie te aanvaarden.
Te dien opzichte zij opgemerkt, -dat zoowel langs
den weg ‘der redeneerin’g als door een statistische
,,proef op -de som” tot ‘dezelfde conclusie kan worden
gekomen.
Immers, ‘dat ‘depreciat-ie van -de ‘geldeenhei-d ouder
de ‘huidige omstandigheden tot ui-tbrei-din’g van ‘de
werk-gelegenheid méét voeren, volgt aanston’ds uit -de
overweging, -dat in een -deflatie-periode, -d.w.z. in een
tijdvak, waarin ‘het peil ‘der prijzen voortdurend
zakt, iedere ondernemer ‘zich er ‘voor zal hoeden,
zijn nankoopen van -grond-stoffen, ioomede zijn pro-
‘duct-ie, -boven het -strikt
noodzakelijke
uit te strek-
ken. Een andere -handelwijze ware min of meer gelijk
te stellen met economische- zelfmoord, want hij een
meerderen aankoop van ‘grondstoffen en een uitge-
breidere productie, waard-oor een ruimere werk-gele-
genheid zou ontstaan, zou ‘hij groot ‘gevaar loopen,
zijn producten niet spoedig genoeg te kunnen afzet-
-ten, niet ‘het gevolg, ‘dat hij -door de innrid’dels voort-
gezette prijsdaling verliezen zou -moeten
lijden.
Daar
komt nog bij, ‘da-t -de oprichting van n-ieuwe onderne-
mingen, waard-oor tot een verruiming van de werk-
gelegenheid zou ‘kunnen worden -bijgedragen, -in een
-clefla
–
tie-perio-de -terecht als zeer ri-squant kan worden aan-gemerkt. Immers een op rendabele ‘basis opgezette
nieuwe onderneming -zou -door de daling van ‘het prijs-
• peil en ‘de -daaruit voortvloeien-de verliezen reeds
zeer spoedig onrendabel kunnen worden.
Tenslotte kan nog worden -opgemerkt, da-t onder
-clé huidige -omstandigheden reeds meerdere bedrij-
ven onrendabel
zijn
geworden, welke, zoolan-g -de ver-
liezen -geen al te- groote afmetingen -aannemen, nog
‘blijven v-oortwerken. Bij verdere voortgaande -deflatie
zal er -door -den invloed van de -gelijkblijvende vaste
lasten een oogen’hiik kunnen komen, -dat het dien-
tengevolge steeds toenemen-de gebrek aan rentabi-
liteit tot sluit-ing van het bedrijf moet -voeren (nl. in
ieder geval als ‘de verliezen liet -bedrag -der vaste las-
ten ‘gaan -overschrijden). –
1ij een door depreciatie van -het ruilmi’d’del ver-
kregen betrekkelijk -stabiel of mogelijk zelfs -op’gaan-d
prijspeil daarentegen zal ‘de ondernemer een derge-
lijke vrees niet -behoeven te koesteren, zoodat hij de
product
–
je n-iet zoo an’gstvalli,g b-oeft te – remmen,
tetwij-1 -dan bij- -de oprichting van nieuwe on-derne-
niingen ‘geen vrees voor een spoedig gebrek aan ren-
‘clabiliteit -tengevolge van een nog verdere inzakkjn’g
van -het prijspeil ‘behoeft te -bestaan.
Ten opzioh-te van ‘de niet -meer rendabele, doch
nog niet ges
–
loten ‘bedrijven -geldt onder -deze ver-
‘houdingen, -dat, voor zooverre zij tot -de exportb-edrij’-
– ven heh-ooren, -de ren’da’hil-itei-t in één slag hersteld
kan zijn en dat zij, voor z-ooverre zij voor -de binnen-
landsche markt werken, wellicht ‘door passen’de in-terne maatregelen, welke anders -in verband met de
22 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
459
verdere deflatie todh geen afdoende en blijvende op-
lossing zouden opleveren, wellidht weder blijvend ‘op
een gezonde rendabele basis zouden komen te ver-
keeren.
Daar komt nog bij, ‘dat, zooals een vrees voor in-
flatie meestal een vlucht in ‘de goederen te zien
geeft, een periode ‘van deflatie een vlucht in het geld
‘heteekent en ook moet beteekenen, daar belegging in
goederen – zo’owel roerende als onroerende – tenzij
tegen abnormaal ‘lage prijzen, automatisch een aan-
nierkelijk verlies met zich mede’brengt. En zooals (‘.en
vlucht in de ‘goederen prikkelend op de bedrijvigheid
werkt, ‘oefent een vlucht in het ‘geld een sta’gneereu-
den invloed op het
bedrijfsleven
uit; de quantiteits-
theorie ‘geeft ‘hiervan de duidelijke verklaring.
Het schijnt mij toe, dat het bovengenoemde ver-
schil in stemming van ‘de ondernemers, van welker
activiteit onze maatschappij ondanks velerlei ver-
starririgsverschijnselen toch altijd nog moet ‘bestaan,
niet ‘te ‘gering ‘moet worden aangeslagen. Het maakt
een zeer groot onderscheid, ‘of de ondernemer het
vooruitzicht heeft, thans nog een aanpassin’gsproces,
overeenkomende met een algemeene n’i’veau’da’Iing van ongeveer 30 pOt., te moeten ‘doormaken, terwijl
in 5 crisisjaren slechts een daling van ongeveer 15
pOt. is verkregen, zulks onder de bedreiging, dat édn
enkele manipulatie met Pond en/of Dollar een jaren
lang gevolgd aanpassin’gsproces illusoir kan maken,
dan wel, of hij weet, dat ‘hij, al dan niet na een
eventueele interne regeling, de toekomst met een
gematigd vertrouwen kan tegengaan.
Voor wat nu ‘betreft de Ibovenbedoelde statistische
,,proef op de som”, ‘zij aangeteekend, ‘dat ‘behoudens
andere storende invloeden een daling resp. stijging
van de gro’otlhan’delsprij-zen gepaard gaat met een
stijging resp. daling van de werkloosheid en ‘dat hij een
gelijkblijvend niveau der groo’bhan’delsprijzen u’it dezen
‘hoofde geen invloed op de werkgelegenheid wordt uit-
geoefend. Het verband tussdhen daling resp. stijging
van ‘de groothandeisprjzen en ‘stijging resp. daling van de werkloosheid ‘is zoo nauw, ‘dat Prof. Irving Fis’her, bij invoering van een gepaste vertraging in
den tijd, een correlatie-coëfficiënt van 0.941 heeft ge-
vonden hij de beschouwing van de werkloosheid en
het prijspeil in Amerika over de periode 1903-
1925
1)
Ook door het Internationaal Arbeidsbureau
werd een duidelijke samenhang gevonden, zij, het
ook, dat deze door een iets minder nauwkeurige
werkwijze jet’s minder groot was.
2)
Het verband
tussdhen de fluctuaties in het
prijspeil
en in de
mate van werkloosheid kan gemakkelijk worden ver-
klaard, als wordt bedacht, ‘dat de pro’ducent in het
‘algemeen bij oploopend prijspeil zijn inkomsten ziet
stijgen,
terwijl
de vaste kosten gelijk ‘blijven, waar-
door ‘zijn winsten toenemen, resp. zijn verliezen ver-
minderen, ‘hetgeen een stimulans geeft in ‘de rih-
ting van meerdere bedrijvigheid. Bij afloopend prijs-
peil ‘daarente’gen ziet de ondernemer zijn inkomsten
dalen, terwijl ‘de vaste ‘kosten wederom ‘gelijk blijven,
waardoor ‘zijn winsten verkleinen resp. zijn verliezen
grooter worden, hetgeen een insnoerin’g van de be-
drijvi’ghe’id veroorzaakt. )
i) Zie o.a.: ,,Les relations statistiques entre le chôma.gc
e’t le niouvement des prix” van Prof. Irving ‘Fisher in de
Revue Internationale du Travail” van
Juni 1926.
Zie ,,Le ohômage et les fluctuations nionetaii’es” iii
,,Etudes et Documents Serie C. No. 13″ van h&t Bureau
International du Travail
(1929).
Het is duidelijk, dat zich dit verschijnsel het sterkst
voordoet in kapitaal-intensieve bedrijven, terwijl de in-
vloed van dit versdhij’nsel in den loop der jaren moet toe-
nemen, omdat voortdurend meer kapitaa.l in het bedrijfs-
leven wordt vastgelegd.
Enu zeer interessante illustratie ‘an filet verschijnsel,
dat toenemende winsten de bedrijvigheid activeeren en
dat omgekeerd afnemende wi’nstmogelijkheden in dit
Op-
zi6ht stagneerend werken, w’ordt geleverd ‘in het artikel:
,,De economische toestand in de Ver. Staten onder Pre-
sident Roosevelt” in de Nederlandsche Conjunctuur van
Februari
1935.
Met ‘deze wetenschap voor oogen, loont het de
moeite, na te gaan, hoe de groot’handelsprijzen zich
sedert de jaren 1929/1930 hchben gedragen. Daarbij
zal ‘derhalve, als de conclusie, welke uit de voren-
staande cijferreeksen aangaande het verloop van de
werkloosheid in ‘de diverse landen is getrokken, juist
is geweest, als resultaat ‘moeten
verschijnen,
dat ‘de
‘groothan’delsprijzen in de goudlan’den nagenoeg
voortdurend moeten zijn ‘gedaald, en dat in ‘de lan-
‘dun met een ‘gedeprecieerde valuta, na ‘het verlaten
van den gouden standaard, niet alleen een tot stil-
stand komen van ‘die daling, ‘doch ‘zelfs een stijging
van groothandeisprijzen moeten zijn voorgevallen, ui’t
welke f’luctuatie van het peil der ‘groothan’delsprjzen
een vermindering van ‘de ‘greep ‘der werkloosheid is
v’oortgevloei’d.
Het in’dexcijfer van de groothanalelspri.jzen op
‘basis der ‘Ilan’dsvaluta is blijkens liet voren’genoemde
Statistische Jahrhucih ‘blz.
157*
‘in ‘de verschillende
landen als volgt verloopen:
1934
L a
11
d
1929
1930
1931
1932
1933
1Jan.
1
Juli
123.9 108,5
91.1
77.2
72.3
69.8 67.9
127.3
112.5
101.9
86.7
80.8
82.3
76
België
………
Italië ……….
135.5 111.6
92.4 82.5 76.4
75.2 72.4
Frankrijk …….
Nederland
.
..
142
.
117
97
79
74
79
77
Zwitserland …..
141.2
126.4
109.7
96
91
91.8
88.9
Duitschiand. ..
137.2 124.6 110
.91
96.51 93.31
96.3
1
98.9
Denemarken
.
150 130
114
117
125
130 129
Engeland )
.
127.2
106.8
89.3
86.1 86.8 90.4
91
Noorwegen …
149
137 122
122
122
120 124
Oostenrijk
. ..
130
117
109.1
112.2
108.1
109.3
109.9
Tsjecho-Slowak 133.9 117.2
107.3
99.2 96.2 94.3
102
Zweden ………
140
122
111
1.09
107
112 114
) The Econoniist.
Indien het gemiddelde indexcijfer voor 1929 en
1930, evenals ‘,cooeven, ‘op 100 wordt gesteld, dan
wordt ‘de navolgende staat verkregen:
Basis
1929/1930 = 100.
1934
Landen
1931
1932 1933
1
Jan.
1
Juli
78.3
66.4
62.2
60
58.4
Frankrijk
….
85
72.4
67.4
(18.6
63.5
België ………
76
67.8
62.8
61.8 59.5
Italië
………
Nederland
74.8
61
57.1
60
59.5
Zwitserland
.
82
71.7
68
68.6 66.5
Dititschiand
84.6
1
73.7
1
71.4
1
73.6
75.5
Denemarken
.
81.4
83.5 89.2 92.8
92.2
Engeland
.
..
76.4
73.6
74.2
77.3 77.7
Noorwegen. ..
85.2 85.2 85.2
83.9 86.7 Oostenrijk
.
..
88.4
90.8
87.5
88.5
88.9
Tsj.-Slowakije
85.5
79
76.6
75.1 81.1
Zw’eden
…….
84.6 83.2
81.7 85.5
87
Uit ‘dezen ‘staat blijkt inderdaad, ‘dat ‘de daling
‘der ‘groothandelsprijzen, welke zic’h hij het begin der
crisis ‘heeft gemanifesteerd, in ‘de ‘groep van de
goudlanden nog ‘steeds doorgaat, térwiji ‘deze daling
in ‘de landen met een gedeprecieerd mun’twezen na
‘het verlaten van den ‘gouden standaard heeft plaats
gemaakt voor een gelijkmatig verloop of voor een
lichte stijgin’g.
Herleidt ‘men ‘daarentegen deze indexcijfers der
groot’han’delsprijzen in ‘de landen met gedeprecieerde
valuta ‘op gou’d’basis, ‘dan, wordt een soortgelijk ver-
ioop verkregen als in de z.’g. gondlanden, hetgeen
moge blijken uit den navolgen’den staat:
L a ii d
1929
1930
1931
1932
1933 1934
1
Jan.
1 Juli
Denemarken
. .
.
150
130
106.5
82.3 69.8
69
64.3
Ë
nge
l
an
d*)
.
.. .
127.2
106.8
82,2
61.8
59
57.3
55.9
Noorwegen ……
149
137
114.6
82.3
76.3 72.4
69.5
130
117
107
97.3 85.9
85.4 85.9
Oostenrijk
……..
l’sjecho-Slowakije
133.9
..
117.2
107.3
99.2 96.2
94.3
83.8
Zweden
………
40
122
104.9
75.2 69.2 68.7 65.7
) ‘Jihe Jconomist.
460
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Mei1935
Indien ook thans weder ‘het gmi’d’delde in.dexcijfer
van 1929 en 1930 evenals tevoren öp 100 wordt ge-
stelci, dan gaat deze staat over in dcii navolgenden
1)
Basis
1929/1930 = lOO.
L a n cl
1.931
11932
1933
.
1934
1Jan.
1Juli
Denemarken ……….
76.1
58.8 49.8
49.3
45.9
70.2 52.9
50.4
49
47.6
80
57.5
53.3
50.6
48.6
Engeland
…………..
86.6
..
78.7
69.5
69.1
69.5
Noorwegen
…………
Oostenrijk
…………
Tsjecho-Slowakije
.
..
85.5
79
76.0
75.1
66.7
Zweden ……………
80
57.4 52.8
1
52.5 50.2
Uit deze.n laatsten staat blijkt wel duidelijk, dat
de dalende beweging van de grootihandeisprijzen in
goud uitgedrukt in de landen met .gedeprecieerde
valuta zeer zeker niet hij die in cle goudlanden heeft
achtergestaan, hetgeen: ‘beteekent, dat, als in deze
landen aan den gouden standaard was vastgehou-
den, de bovenbedoeide remming in het dalend ver
7
.
loop van de groothan’delsprijaen niet was voorgeval-len en dientengevolge de vermindering der werkloos-
held niet was opgetreden. Omgekeerd is door het
verlaten . van den gouden standaard in deze landen
de daling der groothandeisprijzen in landavaluta tot
staan gekomen, waarna het bedrijfsleven met ge-
temperd vertrouwen ‘kon voortwerken, .daar het ont-
moedigend deflatie-proces was voorkomen, met het
gevolg, dat de greep ‘der werkloosheid rverslapte.
2)
1-let schijnt
mij
toe, dat het ‘beeld thans wel vol-
doende ver is uitgewerkt, om de algemeene conclusie
te trekken, dat ‘bij een aan het goud gekoppeld munt-
wezen een stiging van den ‘goudprijs, welke steeds
met een periode van deflatie gepiiar’d gaat, aanlei-
ding geeft tot een vergrooting der werkloosheid en
dat omgekeerd een daling van den gou’dprij’s verla-
gend op de werkloosheid inwerk’t. ‘) Bij een niet aan
het goud gekoppeld muntwezen met constante ‘of
nagenoeg constante groothandeisprijzen of, zooals wei-
lih’t nog beter is, met een constante ‘of nagenoeg
constante winstmarge
r
ai door het muntwezen geen
of nagenoeg geen invloed op de werkloosheid worden
uitgeoefend.
Hierbij dient nog ‘te worden opgemerkt; dat uit
‘het vorenstaande valt af te leiden, da-t, zoodra
de ‘daling van de groothandeisprijzen in ‘de goudlan-den tot staan rai zijn ‘gekomen en plaats maakt vo’or
een •meer gelijkmatig ‘of stijgend verloop; ook in dié
landen de werkloosheid zal afnemen. Het ‘ligt voor
de ‘hand, dat de voorsprong, welke ‘de landen met
gedeprecieerde valuta thans in dit opzidht genieten, ‘dan langzamerhand ‘zal komen te verveilén, zoodat
‘de ‘door deprecia’tie van cle munt ‘te verkrijgen ver-
) Deze staat, zoomede ‘de voorafgaande staten,
waar-
bij de verschillende cijferreeksen in verhoudi’ngsgetallen
(1929/1930 = 100)
zijn uitgedrukt, zijn samengesteld
met behulp van een rekenliniaal, zoodat het laatste cijfer
wellicht niet geheel zuiver is. Voor de vergelijking van
het algemeene beloop der cijfers hindert dit evenwel nietm
2)
In dit verband moge nog ‘worden gewezen op de in
algemeenen zin bestaande ovcreenstemnii eg itusscheu liet
verloop van het prijspeil en de werkloosheid ‘in de Ver.
Staten ‘van Amerika tijdens de eperimenten van Bres.
Roosevelt, ondanks hetfeit, dat sterke wijzigingen in het
loonniveau (code-stelsel) het beeld vertroebelen.. Zie hier-
voor ‘het prae-advies van Prof. Dr. J. Tinbergen aan de
Nat. Vereeniging tegen dc Werkloosheid, opgenomen in
het Tijdschrift van den Ned. Werkloos’heidsraad van
Augustus/September
1934.
‘) Deze conclusie vindt tevens hare bevestiging in het diagram op blz.
410
van Prof. G. Cassei’s boekwerk
,,Theoretische SoziaÂ-Okonomie”, uit welk diagram de
algemeene gelijkma,tigheid’ in den loop der goudproductie
en van het prijspeil blijkt. Daar, gelijk algemeen bekend is, de goiidproductie van maatgevenden invloed is op de
waarde van de aan het ‘goud gekoppelde geldeenheden,
volgt uit dat diagram aanstonds de paralleliteit. tusschen
het aan het goud gekoppelde muntwezen en het prijspeil.
beterihg van •de werkloosheid slechts van tijdelijken
aard is.
1)
Dit artikel ‘heef t, zooals rëeds werd vermeld, geen
nadere preten Lie, dan het verband ‘tussohen het geld-
wezen en ‘de
werkloosheid
op te sporen, zoodat er
zorgvuldig voor ‘is gewaakt,. in de beschouwing andere
elementen te betrekken, clan clie, welke verband hou-
‘den niet de samenhang tussehen .h’ct ‘niuntwezen en
de werkloosheid resp. haar compiement, de ‘bedrijvig-
heid. Derhalve mag ‘deze beschouwing niet worden
aangemerkt, als een interven’tie in den ‘strijd aan-
gaande het ‘behouden of verlaten van den ‘gouden
standaard. Trouwens, de keuze
2)
tusschen het be-
houden of verlaten van ‘deif tegenwoordi’gen gouden
standaard heeft nog ‘vé&l méér aspecten ‘dan ‘de hier-
‘boven belichte ‘samenhang, terwijl ‘het ‘in laatste in-
stantie ‘bovendien nog een aarcgeelegeelhei’dI van alge-
ineen lands’beleid is. –
Kies ik deihalve ‘in den strijd tuaschen ‘het al of
niet verlaten van ‘den gouden stan’daard geen partij,
niettemin meen ik, dat bovenstaande ‘beschouwingen
haar nut kunnen. ‘hebben, eensdeels ter bevordering
van het ontstaan van een objectief inzioht in ‘het
verband tussehen werkloosheid en inuntwezen, en
an’derdedls ter ‘voorkoming van ‘het, in den laatsten
tij’d in ‘den ‘bovenbedoelden ‘strijd zoo veelvuldig voor-
‘gekomen, onjuiste gegoochel met werkloosheidscijfers.
A. N. VAN MILL.
‘) Deze tijdeljkheid zal echter, als de lengte van den
dalenden ‘tak van de eeonomische trendbeweging, evenals
voorheen, pl.m.
25
jaar zal bedragen, nog ongeveer 10
jaar mbeten duren. De mogelijkheid is echter niet uit-
gesloten, dat de trendbeweging als gevolg van de heden-
daa.gsche ‘hevige economische schokken enigerniate van karakter zou worden veranderd.
2)
De loop van den tijd zal leeren, of bier inderdaad
van ,,keuze” mag worden gesproken, dan wel of het
weinig of ‘niet vorderen van het z.g. aanpassingsproces
niet zal dwingen tot depreciat’ie van het ruilmiddel. De
deireciatie van den munt iii België, alwaar men, dank
zij de lage stabilisatie van den Franc na den oorlog, lang
niet zoover van het werel’dprijsniveau was verwijderd en
alwaar het aaupassin’gsproces mitsdien lang niet zoo moe-
lijk en pijnlijk was, dan hier te lande het geval is, spre-
ken, hoewel de algemeene economische toestand daar te
laude in menig opzicht
‘geheel anders is, in dit opzicht
boekdeelen,
INDUSTRIEFINANCIERING.
Het vraagstuk van de wijze van financiering van
met name ‘de kleine en mid.delgroote industrie ‘blijft
nog steeds in de ‘belangstelling ‘staan. De moeilijk-
‘heden om op ‘di-t punt tot overeenstemming te komen,
blijken nog steeds groot ‘te zijn. ‘Voor een belangrijk
deel vloeien ‘de tegenstellingen voort uit. .de beteeke-n’is, ‘d’ie men aan het kapitaal toekent. Terwijl eetier-
zijds er ‘de nadruk op wordt gelegd, ‘dat het besciiik-
‘baar zijn van credieten op langen ‘termijn van pri-
‘maire 1beteekenis is voör het oprichten van nieuwe
‘industrieën, wordt anderzijds de rol van het kapitaal
sledhts van secundairen aard ‘geacht.
Bij de beoor’deeling van ‘de verhouding tussehen
bankwezen en industrie, een verhouding, ‘die vooral
in ‘de laatste jaren nog al een’s aan.critiek ‘heeft bloot:
gestaan, ‘moet men, ‘behalve de aard van “het bank-
wezen, niet uit het oog verliezen, dat de ontwikke-
ling van ‘het economisch ‘leven van ons land bepaald
is door ‘de geografische positie eenerzijds, door liet
bezit van groote koloniën ánderzij
,
ds. Het kapitaal
heeft zich over het algemeen ‘gericht naar die takken
van ons v’olksbestaa.n, ‘die het ‘hoogste rendement op-
leverden. Dit waren scheepvaart, ‘handel en ver-
‘keer en de cultures in Ned.-Indië. Gezien, de domi-
neeren’de positie, ‘die ‘deze
bedrijfstakken
tot voor kort
innamen, ‘kan ‘de ontwikkeling van ‘onze industrie
eker niet ‘onbevredigend worden genoemd. Djt feit
moet men niet’ uit ‘het oog verliezen ibij de beoordee-
ling van de veranderingen ‘in de internationale han-
‘delsbetrekkingen van de laatste jaren, veranderingen,
die van onze positie, vroeger ecn ‘bron van wel-
vaart, thans een bron van tegenslagen maken.
22 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
461
Ook indien de ontwikkeling van ons economisch leven
meet ‘in industrieele richting was ‘gegaan, zouden de
verliezen ons niet bespaard zijn gebleven.
Al is men echter overtuigd van de noodaakeli.jk’hei’rl
van een verdere inciustrialisatie van ons land, dan
moet men cle verwachtingen over een plotselinge
structuurverandering van ons cconom’isoh leven niet te boog spnnnen. Daarbij is het vraagstuk van indus-
triefinanciering op een enkele uitzondering na niet primair. Zeer terecht vormt deze opvatting het uit-
‘gangspunt van een commissie ) uit de Nederlan’dsohe
Maatschappij voor Nijverheid en i[andel, die over dit
vraagstuk advies heeft uitgebracht. ) De waarde van
dit advies wordt nog vethoogd, doordat ‘tussehen
twee bankiers en twee in’dustrieelen volkomen een-
stenunigheid is verkregen.
De genoemde commissie maakt onderscheid tus-
schen:
lo. ‘bedrijven, waarvan een redelijke verwachting
van gunstige rentabiliteit mag worden gekoesterd,
2o.
bedrijven, waarvan deze verwachting, althans
voorloopig, ontbreekt, doch ‘die steun behoeven tot
instandhouding of uitbreiding van het industrieel
apparaat en tot behoud of verruiming van werk-
gelegenheid.
Wat het eerste punt ‘betreft, constateert de com-
missie een leemte voor do kleine en middelgroote
industrie.
Bij
de voorziening in deze ‘leemte moet in
de eerste plaats gestreefd worden naar het ‘organi-
seeren van een betrouwbare en deskundige ‘bemidde-
ling tussthen de vraag naar en het aanbod van kapi
taal. Voor een dergelijke ‘bemiddeling komen, aldus
de commissie, in aanmerking ‘bestaande a’dvies’bu-
reaux, werkzaam op industrieel ‘gebied en econo-
misch-technologische instituten. De ‘taak van deze
instituten moet tweeëriei ‘zijn, nl.
aciviseerend
ten
opzichte van economisthe en technische mogelijkhe-
den en vooruitzihteu en verder
benviddelendbij ‘
de
kapitaalvoorziening.
Over de vraag, van wie de ‘kapitaalverstrekking
zou ‘kunnen ui.tgaan, spreekt ‘de commissie zich al’s
volgt uit. ,,Hiervoor zouden in aanmerking kunnen
komen zoowel particulieren als ‘belanghebbende en-
dernemin’gen. Men kan echter ook denken aan kapi-
taaFverstrekkin’g door speciale f’inancieringsinstitu-
ten, die in het ‘bijzonder industriefinanciering tot
doel hebben. Men kan hiertoe in het bijzonder ‘denken
aan een uitgroei van z.’g. participatiemaatsohappijen, al of niet met ‘de algemeene ‘banken verbonden. Hier ligt echter, naar onze meening, geen taak voor instel-
lingen, ‘d’ie overwegend met overheidsgeld worden
opgericht en gevoed.”
Uit deze passage zou men ‘de in’druk kunnen krij-
gen, ‘dat particulieren en belanghebbende ‘onderne-
mingen de ‘voornaamste ‘bronnen ‘zullen vormen. O.i.
‘zal het zwaartepunt bij ‘de financierings’iri’stituten
moeten liggen. Hoe ‘dit ook ‘zij, ‘in elk geval blijkt
hieruit, ‘dat de bankiers niet ‘nieer zoo afwijzend staan
tegenover een medewerking aan ‘de in’dustriefinan-
ciering als enkele jaren geleden. Een persoonlijke
voldoening i’s het verder, ‘dat de cnmmissie ‘het enkele
jaren geleden ‘door ons gedane voorstel inzake de
oprichting van participatiemaatschappijen ‘heeft over-
genomen. G-cheel afwijzend staat de commissie tegen-
over ‘de in’dustriebanken, ‘die overwegend met over-
‘hei’d’sgeld worden opgericht. Voor zooverre ‘deze ‘ban-
‘ken nauw verbonden ‘zijn of worden met econom’isdh-
technologische instituten, zouden zij ook niet pas-
sen bij de functie, ‘die ‘door ‘de commissie aan deze
‘instituten wordt toegekend, nl. ihet ‘geven van advies
en voorlichting zoowel aan den ondernemer als aan
‘den kapitaalverstrekker. Voor een
‘dergelijke
functie
moeten ‘deze instituten ‘trouwens völkomen onafihan-
kelijk staan.
) De commissie bestond uit de heet’en Mr. H. F. van
Leeuwen, Ir. F. H. E.
Guljh L.
Proos Hoogendijk en Ir.
S. II. Stoffel.
2)
Zie Maatschappij Belangen van Mei
1935.
Bovendien ‘behoort tot de taak van deze instituten
als regel niet ‘het nemen van initiatief voor de op-
richting van nieuwe ondernemingen. ,,Dit is”, aldus
(te commissie, ,,het ‘domein van ‘den scheppingsdraug
en energie van den ‘indivi’dueclen ‘ondernemer.” Na-
derhand wijst de commissie er op, dat voorkomen
dient te worden, dat in verschillende ‘gebieden ge-
streef’d ‘zal worden naar liet in het leven roepen van
industrieën, wier oprichting slechts in verband met
cle economisdhe verhoudingen van het geheele land
overwogen kan worden, hoewel ‘zij aan ‘den anderen
kant wil waken tegen een te groote centralisatie,
waardoor o.m. ‘het zoo nuttig plaatselijk initiatief
zou kunnen worden belemmerd.
Aan een belangrijk onderdeel van de industrie-
financierin’g ‘heeft de commissie intusschen ‘geen aan-
dacht geschonken. Zij beperkt, zich namelijk tot de financiering van de kleine en middengroote ‘bedrij-
ven, omdat groote ondernemingen lii. tot de emissie-
markt toegang hebben. Dit is juist in normale om-
standigheden, maa.r niet in abnormale tijden. In een
cleflati.eperiode, zooals wij op het oogenblik beleven,
is bij de banken overal het streven naar een groote
liciui’d’iteit aanwezig; :het verleenen van geanticipeer-
cle emissiecredieten is geheel uitgesloten. Dus ook
voor de financiering van levensvatbare groote onder-
nemingen, gesteld dat deze er zijn, is geen kapitaal
beschikbaar.
Dit bezwaar geldt niet alleen voor nieuwe onder-
nemingen, doch ook voor uitbreiding en modernisee-
ring van die bedrijven, welke hiervoor geen middelen
beschikbaar hebben. Hoe langer de depressie duurt,
hoe urgenter dit probleem zal worden. Bovendien kan
men tot deze categorie ook rekenen die ondernemin-
gen, die rendabel zijn, doch die met liquiditeitsmoei-lijkheden te kampen hebben (b.v. door bevroren vor-
‘cle.ringen ‘in het ‘buitenland, ‘door verliezen, voort-
vloeiende uit een plotselinge devaluatie in het buiten-
land, enz.). Reeds twee jaar geleden heeft Prof. Dr.
G. M. Verrjn Stuart in ‘deze kolommen een voorstel verdedigd tot oprichting van een noodcredietorgaui-
satie, welke die onderdeelen van het bedrijfsleven
met additioneel crediet zou kunnen steunen, waarvan
niet redelijkheid verwacht mag worden, dat zij levens-
vatbaar zullen blijken’) En in ‘dezelfde richting gin’g de rede van den heer Zaalberg bij de eerste vergade-
ring van de commissie van het Werkfonds
2);
in deze rede schetste de heer Zaalberg de financiering van
industrieele ondernemingen onder bepaalde voorwaar-
den als een taak van de Overheid.
De commissie sluit zich ‘bij ‘deze opvatting nauw
aan en gaat feitelijk nog verder, doordat zij over-
heidsteun verdedigbaar acht voor die bedrijven, waar-
van een redelijke verwachting van een gunstige ren-
tabiliteit althans voorloopig ontbreekt, doch die steun
behoeven tot instandhouding of uitbreiding van het
industrieel apparaat en tot behoud of verruiming
van werkgelegenheid. Het komt ons voor, dat de com-
missie te ver gaat, indien zij ook credietverleening
– ‘dit staat er niet duidelijk – zou verdedigen
voor die ondernemingen, die ook op den duur niet
levensvatbaar zijn. Deze credietverleening wil de corn-missie terecht niet laten beoordeelen door economisch-
technologische instituten, ‘doch ‘door een centrale in-
stantie, opdat het overzicht over en de contrôle op de
steunverleening niet te loot zal gaan. Gedacht wordt
‘hierbij aan ‘het uitgroeien ‘van een van ‘de functies van
het Werkfonds.
Wij ontveinzen ‘ons niet, dat de moeilijkheden voor
‘de ‘beoordeeiing van een ‘dergelijke credietverleening
buitengewoon ‘groot ‘zijn. De verrichtingen van het
Werkfonds wijzen daarop trouwens
‘duidelijk.
Zoolang
echter het prijs- en kostenniveau in ons land, inter-
nationaal gezien, zoo hoog blijft, zullen de moeilijk-
‘) Zie E.-S.B. van
14
Juni
1933 ‘bir. 474/475.
2)
De tekst van ‘deze rede is gepubliceerd in E.-S.B. van
30
Mei
1934.
462
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Mei 1935
heden eerder toe- dan afnemen. ‘Weliswaar kunnen
bepaalde ondernemingen door cred’ietverleening ge-
helpen worden, doch ‘het groote probleem – waarop.
‘al jaren ‘gewacht wordt – ons ‘land zoo snel mogelijk
bij de ‘verhoudingen op de wereldmarkt ‘aan ‘te pas-
sen, blijft daarmede ‘onopgelost. Gaat dl Overheid
z.g. overbruggin’gscre.dieten verleenen, dan ei’scht een
‘gezond ‘beleid, ‘dat men ‘ook weet, hoe lang de ‘over-
bruggingsperiode duurt. Anders zouden de reserves
wel een’s opgeteerd kunnen zijn, voordat het ‘doel is,
bereikt. Helaas moet men zic,h thans
01)
dit punt
wel ernstig bezinnen. v.
d. V.
DE HANDELSBEWEGING VAN ROEMENIË MET
NEDERLAND EN ANDERE LANDEN.
De in- en uitvoercijfers voor ‘het tijdperk Jan-Maart.
1935 in onderstaande tabel, waarbij alls waarde-een-
hei,d 1000 Lei is aangenomen,
‘zijn
outleend aan de pu-
blicaties van het Roemeensche Handels- en Industrie-
ministerie. Teneinde de
vergelijking
tusshen ‘de cij-
fers voor de verschillende la
n
de
n te ‘vergemakkelijken,
zijn zoowel het aandeel ‘van iederen staat aan ‘den ‘to-
ta’alin- en uitvoer als aan het totaaluitvoeroverschot,
in procenten uitgedrukt, in de tabel opgenomen. Om
de resultaten van het
‘tijdperk
Jan.-Maart 1935 met die
van vorige jaren te ‘kunnen vergelijken,
vijn
onderaan
dezelfde gegevens toegevoegd ‘voor den totaal’handel,
‘van Roemenië en die tussehen Nederland en R’oerne-,
n’ië in .de jaren 1933 en 1934. De cijfers ‘voor het
jaar 1934 zijn overgenomen uit de ,,Hand’el’sberich-.
ten”, No. 12 van 21 Maart 1935 en ‘eveneens ontleend
aan ‘de R’oemeen’sc)he statistiek.
.;
—
-iii-
z-
‘
-;jj
a-
0
0′
Nederland
…
Januari-Mfi935
57.133
2,2
204.956
7,-
+147.823
+
56,1
België en
Luxemburg..
80.654
3,3
25.034
0,9
–
55.620-
21,4
–
5,8 t
Duitschland
.
513.806
20,2
498.721 17,8
–
15.085
Engeland
….
293.277
11,1
277.174
9,9
–
16.093-
–
39.714-
6,2
Frankrijk
….
220.980
8,7
181.266
6,5
–
70.967-
15,3
Zwitserland..
115.649
4,6
44.682
1,6
27,3
183.056
7,2
289.464
10,3
+
106.408
+
41,-
Spanje
…….
49.980
2,-
122.602 4,4
+
72.622
+ 28,-
Denemarken.
8.527 0,4
12.055
0,5
+
3.528
–
2.848-
+
1,4
t
Italië
……….
Noorwegen ..
2.912
0,1
64
–
1,1
Zweden
15.077
..
247.105
0,6
3.177
230.932
0,1
8,2
-.
11.900-
16.173-
–
28.872-
4,6 6,2
1
Oostenrijk
…
Hongarije
…
Tsj..lowak.
.
158.674 9,7
6,3
129.802
114.871
4,7
–
–
177.436-
11,1
292.307
58.951
11,1
2,3
9.581
4,1
0,4
–
49.370
68,3
–
19,-
‘1
Bulgarije
….
Griekenland
.
3.775 0,2 7.064 0,3
+
3.289
4-
1
1
2
44.918
1,8
164.201
5,8
+
119.283
-F-
46,-
Joego-Slavië
18.216
0.7
19.269 0,7
+
1.053
+
0,4
1
Turkije
10.518
0,4
27.129
1,-
+
16.611
+
6,4
Egypte
54.358
2,2
134.629
4,8
+80.271
+
30,9
Palestina
….
31.237
1,3
89.776
3.2
+
58539
–
59.869-
+
22,5
Ver. Staten ..
81.921
3,2
22.052
0,8
23,5
/
Polen
……….
Andere Stat..
10.099
0.4
204.357
7,-
+
194.248
+
75,9
Totaal van
1
Roemenië
2.553.130
100,-
2.812.858
100,-
+
259.728
+
100,-
Totaal van
Jaar 1933
Roemenië
11.741.850
14.170.828
1
1+2.428.9781
Nederland
…
315.618
2,7
1
1.010.319
1
7,1
—
694.701
+
28,6
Totaal van
Jaar 1934
Roemenië
13.095.971
13.612.988
+
517.017
Nederland
…
437.000
3,9
657.000
4,9
+
220.000
+
42,6
1
1
Volgens ‘de aan ‘de statistiek toegevoegde mede-)
‘dee’l’ing zij’n ‘z’oowel ‘de in- al’s uitvoercijfers herekendi
naar de in Roemenië ‘bestaande prijze:n voor de voor-
naaniste artikelen, ‘dus niet naar de in- en ui’tvoer-ç
‘declaraties ‘der importeurs en exporteurs. Men kan
dus voor de omreken’ing in andere mun’teen’hei’d als1
‘de Lei onige’veer de door de R’oemeensche Nationale
Bank vastgestelde •officieele koers als juist aa.nne-,
men, of ib.v. 100 Lei =
f
1.47. Zulks is voor ‘de be-
oordeeling ‘van de Roerneen’sche statistiek van veel
gewicht, daar er tengevolge ‘der ‘schaarsch.te van ver-,
sc)hillen’de ‘deviezen groote verschilleh tusschen e,
officieele koers en ‘de koers op de vrije markt ont- /
staan ‘zijn, m.a.w. ‘de bu’iten’lan’d’sdhe Jeviezen worden
nIet een voor elk land verschillend a’gio veiihan’deid.’
Wat Roemenië in het algemeen betreft zien vij,
uit Ibovenstaande ‘statistiek, dat de Roemeensche
regeering ‘door hare maatregelen tot het bevorderen
van den export en het coinprimeeren van ‘den import,
er in het eerste kwartaal van 1935 in ‘geslaagd is
het voordeelig ‘saldo op .de handelsbalans ten opzichte
van 1934 te verbeteren, hoewel er no’g veel aan uit-
breekt om ‘in 1935 ‘het bedrag van 1933 te bereiken.
De stijgende prijzen ‘van ‘de petroleurnproducten, ‘die
een ‘groot ‘deel van den uitvoer vormen, kunnen op
‘de handelsbalans van 1935 n’og een ‘gunstigen invloed
uitoefenen.
Opvallend i’s het groote aandeel, ‘dat Duitschlan’d
aan den handel met Roemenië heeft, hoewel ‘de ‘han-
‘dels’balans een klein nadeeli’g saldo voor Roemenië
aanwijst; verder ‘de voor Roemenië hoogst onvoor-
‘dee’lige ‘handelsbalans ‘met Tsjecho-Slowakije. Dienten-
gevolge ‘bedraagt het agio op Duitsche deviezen thans
slechts 2-4 pOt., maar dat op Tsjechische de’viezeu
50 pOt.
Wat Nederland betreft is z’oowel in de jaren 1933
en 1934 als in ‘het eerste ‘kwartaal van 1935 liet
groote aandeel, dt Nederland heeft aan het voor-
deel’ig saldo op ‘de handelsbalans van Roemenië, op-
merkelijk. Nederland ‘staat ‘voor Jan.-Maart 1935
zelfs aan ‘de spits ‘van alle met Roemenië ‘handel’drj-
vende landen met 56.1 pOt. van ‘het totaaluitvoer-
overschot. Roemenië zou er ‘daarom veel belang bij
moeten ‘hebben de uitvoer naar Nederland zooveel
mogelijk te bevorderen, ‘des te meer, omdat ‘op deze wijze gou’d’de’viezen ter ‘beschikking komen van de
Roemeensche Nationale Bank.
Hoewel het invoercijfer ‘der Nederlandsche goede-
ren in Roemenië voor Jan.-M’aart 1935 niet on’be-
‘vredi’gend is, in aanmerking genomen ‘de betalings-
moeilijkheden ‘met Roemenië, kan men uit ‘de sta’tis-
ti’ek door ‘vergelijking met an’dere landen ‘opmaken,
‘dat Nederland met ‘veel kans van slagen zijn afzet-
gebied in Roemenië ‘zou kunnen trachten te ver-
grooten. Het zou ‘dus ‘van belang zijn voor den Ne-
derlandschen handel in Roemenië zop actief als mo-
gelijk op te treden en zidh niet al ‘te veel ‘door onder-
vonden tegenslagen te laten afschrikken. De moge-
lijlhei’d aan de betalin’gsmoeilijkheden te ontkomen
wordt ‘door compensatietransacties geboden, ‘in ver-
‘binding met ‘officieele ‘of partiiculiere clearing.
Tenslotte ‘dient opgemerkt te worden, ‘dat in de
Roemeensche invoerstatistiek oo’k ‘de goederen zijn
‘begrepen afkomstig uit ‘het Nederlan’dsch gron’dge-
‘bier! ‘buiten Europa of door ‘den transitohandel aan
Roemenië geleverd, welke in ‘de Nederlan’d’sche uit-
voerstabistiek niet ‘of ‘grooten’deels niet zijn opge-
nomen.
Ir.
C. J. VAN DER
FEEN.
DE RIJKSMIDDELEN OVER APRIL 1935.
Het in dit nummer voorkomende Overzicht van
den stand der Rijksmiddelen op ultimo April 1,935
vertoont vrijwel hetzelfde beeld als de daaraan voor-
afgaande overzichten te zien gaven. De eerste indruk
is niet ongunstig. De opbrengst der indirecte Be-
lastingen (in Afdeel.ing ]Ib ondergebracht) bedroeg
f28.916.900 tegen f26.781.200 in dezelfde maand
van 1,934, wat een vermeerdering beteekent van
f
2.129.700. Ook nu is de totale vooruitgang echter
een gevolg van een sanienloop van omstandigheden en
komt op rekening van slechts een paar middelen, ni.
de invoerrechten en cie omzetbelasting. Wat het eerste
middel betreft moet worden bedacht, dat cle invoer-
rechten in het begin van het vorige jaar nog den in-
vloed ondervonden van de vlucht over de grens vSSr
31 December 1933 in verband met de invoering van
de omzetbelasting. Dat de omzetbelasting thans meer
in de schatkist brengt, behoeft niet te bevreemden,
daar deze heffing eerst met 1 Januari 1934 werd in-
gevoerd en langen tijd noodig had om op gang te
komen. Houdt men met deze beide factoren relcening,
dan blijkt de opbrengst der middelen heel wat min-
der bevredigend te zijn dan bij oppervlakkige kennis-
neming van den staat zou kunnenworden aangeno-
22 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
463
men, en dit wordt ook wel bewezen door de omstan-
cligheid, dat de ontvangsten f 4.262.300 bij de gemid-
delde inaandraming ten achter zijn gebleven. Al ver-
loopt de daling niet zoo snel meer, zij demonstreert
toch duidelijk den achteruitgang van het levenspeil
van ons volk.
De totale opbrengst over de eerste vier maanden
beliep
f
119.990.500 tegen
f
100.134.700 in hetzelfde
tijdvak van 1934 en
bij
een raming van f 132.116.100.
In dien het verwarrende element van de omzetbelas-
ting even wordt uitgeschakeld,
krijgt
men de volgen-
de cijfers: opbrengst vier maanden 1934 f88.006.200;
opbrengst vier maanden 1935 fl01.016.800; raming
vier maanden 1935
f
105.550.000. Deze vergelijking
valt nog betrekkelijk mee.
Gaan wij nu de afzonderlijke middelen na, dan valt
vooreerst op de niet onbelangrijke daling van de di-
vicleud- en tantièmebelasting (met f487.000). Toch
behoeft dit geen reden te
zijn
voor ongerustheid. In
den regel vallen cle voor dit middel gunstige maan-
den eerst in het midden van het jaar. Het vorige jaar
gaf April evenwel reeds een aanzienlijk bedrag door het
bi iinenkomen van voorloopige aanslagen. De moge-
lijkheid is niet uitgesloten, dat de aanslagen ditmaal
iets later zijn opgelegd en dat de achterstand over de
verstreken maanden
(f
446.100) nog geheel of gedeel-
telijk wordt ingehaald.
De invoerrechten gaven in de afgeloopen maand
f 1.511.100 meer clan in April 1934. Zooals hier-
boven reeds werd opgemerkt, was de ontvangst in
laatstgenoemde maand zeer ongunstig (gelijk trou-
wens evenzeer in de daaraan voorafgaande maanden).
Op zichzelf beschouwd was de opbrengst van de afge-
loopen maand, niettegenstaande het tarief met in-
gang van 1 Juli 1934 werd verhoogd, niet hoog
(f 7.414.900 bij een raming van f8.125.000); wel valt
de twee laatste maanden eenige stijging waar te
nemen. Dat onze buitenlandsche handel door de cri-
sis en de in verband daarmede genomen maatregelen
(contingenteering, elearing e.d.) veel te lijden heeft,
wordt telkens weer bewezen door de voortdurende
daling van het statistiek recht (ditmaal met f7.600).
Van de accijnzen vertoonden de
zoutaccijns,
de
wijnaccijns en de tabaksaccijns eenige vermeerdering,
cle laatste dank zij de verhooging op 1 Maart jl. in-
gegaan. De overige accijnzen liepen alle in opbrengst
terug, de ‘geslachtaccijns met
f
21.100, de gedistil-
leerdaccijns met f 120.100, de bieraccijns met f 110.700
en de sui.keraccijns met
f
697.300. Het meereudeel dezer heffingen ondergaat in zeer sterke mate den in-vloed van de economische crisis, waardoor de koop-
kracht vermindert en hetverbruik afneemt. Bijzon-
der slecht was wel de suikeraccijns; misschien was
hier echter een wisselwerking met de vorige maan-
den van het jaar, toen deze heffing ruime baten op-
leverde. liet overzicht over de eerste vier maanden
geeft voor deze middelengroep de volgende
cijfers
te
zien:
Raniing
Opbrengst
Opbrengst
4 in. 1935
4 in. 1935
4 in. 1934
Zout ……….
f
666.700
f
796.200
f
671.900
Geslacht ………
2.166.700
1.819.300
2.323.700
Wijn ………..,
933.300
704.800
766.800
Gedistilleerd …
10.333.300
9.167.600
9.904.400
:ltier ………….
3.333.300
2.416.300
,, 2.965.800
Suiker ………..
16.666.700
,, 17.914.000
15.860.200
Tabak ……………
333.300
., 11.418.100
., 8.930.800
De zoutaccijns, de suikeraccijns en •de ta’baksaceijns
maken blijkens dit overzicht geen kwaad figuur; ‘bij
de overige houdt •de dalende beweging van de op-
brengst nog steeds aan.
De ‘belasting op gouden en zilveren werken ver-
schafte een surplus van f 3.500, ‘doch vertoonde over
de eerste vier maanden nog een teruggang van
f 24.400. De omzetbelasting liep vooruit met
f 1.137.100, doch ‘stelt niettemin teleur, daar de
niaan’draming f 6.791.700 ‘bedraagt. Gerekend over
vier maanden, is dit middel reeds
f
8.192.900 ‘bij de
vtwaoh.ting ten achter gebleven en het blijkt ook
voor het loopencie jaar een geduchten tegenvaller op te leveren. Ook de coupon’belasting was ‘ditmaal aan
den lagen kant
(f
235.900 bij een opbrengst in April
1934 van
f
368.500 en een maandraming van
f
416.700). Daar de vorige maanden echter veel gun-
stiger waren, gaven •de eerste vier maanden van dit
jaar todh nog
f
269.700 meer dan der raming.
De groep van middelen, die in reehtstreeksh ver-
‘band met het zakenleven staan, was in de afgeloo-
pen maand vrij gunstig. De zegelrechten accresseer-
den met f 222.900, waarvan f 182.600 op rekening
komt van de beursbelasting. De registratierechten
gingen vooruit met f 58.100. De raming werd bij bei-
cle middelen overschreden, bij de zegelrechten zelfs
met f 191.400. Waarschijnlijk is dit een gevolg van
de belangrijke omzetten ter beurze in de afgeloopen
periode. Daar de vorige maanden over het algemeen
genomen ook niet ongunstig waren, valt, gerekend
over vier maanden, bij beide middelen een vooruit-
gang te constateeren, bij de zegelrechten van
f
571.400, bij de registratierechten van
f
329.800.
Met de successierechten blijft het goed gaan. Na
het kleine decres van de vorige maand, vertoont April
1935 weer een stijging met f 237.600, waardoor het
surplus over de reeds verstreken maanden van het
jaar klom tot
f
2.115.800, terwijl op het evenredig
deel der raming een voorsprong van f 1.887.800 werd verkregen. Tenslotte de loodsgelden, die met f 51.800
daalden door de met ingang van 1 Augustus 1934 in
werking getreden tariefsverlaging; over vier maan-
den bedraagt de vermindering f 236.300.
Van de Directe Belastingen is thans aan grondbe-
lasting f 9.621.100 op kohier gebracht, wat een voor-
uitgang beteekent van f 150.200 bij den stand op het-
zelfde tijdstip van het vorige jaar. De achterstand in
de uitreiking der aanslaghiljetten, welke in de eerste
maanden van het jaar bestond, blijkt dus geheel te
zijn ingehaald. Wat de overige middelen van deze
groep betreft, zet de daling, die ook reeds in de
vorige maanden moest worden vastgesteld, geregeld
door. De belasting van de doode hand staat thans te
boek voor een bedrag van
f
189.200, hetgeen een toe-
neming in de afgeloopen maand met
f
65.400 hetee-
kent.
Tenslotte nog een enkel woord over het Verkeers-
fonds. In totaal werd in de afgeloopen maand ont-
vangen
f
5.333.600, waarvan
f
5.301.900 aan motor-
rijtuigenbelasting (April is een gunstige maand voor
deze heffing) en
f
31.700 rijwielbelasting. In April verschafte de wegenbelasting
f
3.614.000. Over de
eerste vier maanden bedroegen de inkomsten van het
Verkeersfonds in totaal
f
9.212.100; de ontvangsten
van het voormalige Wegenfonds waren in dezelfde
periode van 1934
f
6.121.800. Een vergelijking met
de raming valt op dit oogenblik bij het Verlceersfonds
nog niet te maken.
AANTEEKENINGEN.
Goudonttrekkingen bij de Zwitsersche Nationale
Bank.
Reeds ‘geruimen ‘tijd heerscht de overtuiging, dat
Zwitserland tengevolge van zijn hooge produetiekos-
ten zijn valuta op den duur niet zal kunnen hand-
haven. Ook de in het buitenland bestaande vervach-
tingen omtrent het crisisinitiatief droegen bij tot on-
zekerheid tav. den Zwitserschen Franc. De stagna-
tie in het bedrijfsleven en de waardedaling van cle
vorderingen van de banken in Duitschland versterk-
ten de ongunstige beoordeeliug van de valuta. De cle-
valuatie in België was echter de directe aanleiding
voor een grooter wantrouwen. Dit uitte zich eerst in
een terugtrekken van de hu’itenlandsehe tegoeden uit
Zwitserland en in verkoop van Zwitsersche effecten van buitenlandsche zijde. Ook bepaalde binnenland-
sche kringen ‘helegden hun vermogen in goud en de-
464
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22
Mei 1935
viezen en een groote vlucht uit Zwitsersche valuta
had plaats.
1
)
Nadat de goudafgiften sedert half April voort-
durend kleiner waren geworden, heeft de tweed
week van Mei weder een verrassing gebracht in den
vorm van een buitengewoon groot bedrag (Frs.
78.5
mifl.), waarmede ‘de gou’d’voorraad van de circulalie-
bank is afgenomen. De goüdvoorraad daalde van
Ere.
1.343
tot
1.265
miii., de gouddeviezen van
Frs.
3.3 to’t
2.4
miii. iooals uit de volgende tabel
bliikt:
Zwitsersche Nationale Bank.
(in millioeji Francs).
‘8
D a t a
‘np
0
7
3an.
1929.
..
.
517.5
271.4
260J
20.5 871.7
215.0
7
Jan.
1930.
..
.
595.0
355.8
199.4
>
6.6
912.3
245,5
7
Jan.
1031….
716.8
344.1
122.8 106.9
975.5 295.7
7
Jan.
1932.
..
.
2.400.8
100.3
97.4 39.9
1.538.4
1.067.8
7
Jan.
1933…
.
2.471.2
85.8
67.5
50.8
1.536.9
1.100.0
6 Jan.
1934.
..
.
1.998.1
17,5 180.1
27.5
1.436.3 725.8
7
Jan.
1935.
..
.
1.909.8
5.1
102.3
52.2 1.362.0
638.5 1.822.9
3.7
92.9
55.1
1.299.1
604.9
1.782.4
14.1
89.9
54.3
1.305.9
564.8
1.594.6
5.6
119.9
58.2
1.325.6
388.0
7
Febr.
,……
7 Maart
,
……
1.364.9
7.2
228.6
58.6
1.319.3
288.9
6
April
,
……
30April
……
1.342.8
3.3
228.1
60.5 1.287.2
292.4
7Mei
…….
1511ei’
,
……
1.265,0
2.4
220.3
60.5
1.253.0 247.2
Met ingang van 31 October 1932 werden Inland-
portefeuille,
Wedhsel
der Dai’lehensk’asse der Sohwei.
Eidgenossensehaf’t en Lombardvorschiisse, samengenornen.
Voordien werden de Weohsel der Darlehenskasse niet
vermeld.
) Uitsluitend de dagelijks ‘vervallende verplichtingen.
Uit deze ‘groote igoudverhezen ‘kan men, aldus de
Frankfurter Zeitung, concindeeren, dat behalve het
opvragen van depos’itogeiden door ‘het ‘buitenland de
verkoop van effecten verleden week grooter is gd-
weest dan in de vrij geringe koersdalingen van ge-
middeld 1 tot
2
pOt. tot uitdrukking was gekomen.
De rekening-courantsaldi daalden met Frs.
45
miii.
tot den sedert midden
1931
laagsten stand van
Frs.
247
miii.; tegelijkertijd daalde ook de bankbil-
jettencirculatie met
Em. 34
miii. tot
1.253
miii., zoo-
(lat het dekkingspercentage nog
84.3
pOt. (tegen
85
pOt. een week tevoren) voor alie verplichtingen
tezamen bedraagt.
2)
Sedert half Maart, het begin van de spanningen op
2
)Mitteilung Nr. 14 der Komniission für Kon.junktur-
heobachtung in Zwitserland.
De bankbiljéttendekkiug in goud’ was eind April
103 pOt. bij een wettelijk minimum van 40 pOt.
cie vaiutarnarkt, is ‘voor den bedrag van
En.
527
miii.
aan goud bij de Nationale Bank onttrokken. Daarvan
zal, volgens de Frankfurter Zeitung, een bedrag van
ongeveer Ers.
300
mill. gebru:ikt zijn voor het terug-
‘koopen van Zwi’tsersohe obligaties, clie in,huitenlan’dsch
bezit waren, terwijl de rest en de particu’liere goud-afgiften wel voor het grootste deel vôor het aflossen
van andere shul’den zullen zijn aangewend. Sedert den
aanvang van het jaar werd in totaal voor Em.
655
miii. goud door de circulati.ehank afgegeven.
Opmerkelijk is, dat de circulatie’ in deze.n critieken
tijd,
d.w.z.
sedert
15
Maart, slechts met Ers.
47 inill.
is gedaald; het grootste gedeelte van de uit de bui-
tenlandsche oppottingen ‘naar Zwitseriand gekomen
banlcbiljetten werd dus blijkbaar door de binnenland-
echo markt geaheorheer’d, omdat het ‘bankhi’ljet zijn
voorkeurskarakter als liquicliteitsreserve van den
kleinen en middelgi’ooten Icapitalist heeft behouden.
De.woningbouw in 1934.
Blijken’s het jongste jaarverslag ‘van den Hoofdin-
specteur ‘van de Voiks’huisves4’in’g is !het aantal
nieuwgebouwde woningen in ‘het ageloopen ‘jaar
(52:600)
grooter geweest ‘dan ‘in een van ‘de vooraf-
gaan’de jaren. Dit blijkt uit ‘cle on’derste tabel,
waarin vanaf
1921
een uitvoerig overzicht over ‘den
woningbouw in ons ‘land wordt gegeven.
Het aantal woningen iin uitvoering ‘bedroeg aan
‘het e’in’de van ‘het jaar
22.867..
Dit aantal is wel
lager dan
op 31 Dece’m’ber
1933,
‘dodh in vergelijking
met de cijfers ‘voor cle jaren na
1920
kan het zeker
niet laag worden genoemd. De groote omvang van
‘de ibouwbedrijvighei.d blijkt oo’k uit het aantal in uit-
voering gebrachte woningen, dat in ihet afgeloopen
jaar
47.100
bedroeg.
Gedurende ‘de tien ‘laatste jaren was dit als volgt:
1,925 ……….. 45.867
1930 ……….54.957
1926 ……….49.884
1931 ……….51.038
1927 ……….49.670
1932 ………..36.352
1928 ……….51.950
1933 ……….58.626 1929 ……….49.621
1934 ………., 47.100
Ir.
II.
van ‘der Kas ‘vestigt er in
zijn
verslag ver-
der de aandacht ‘op, dat ‘zich’ ‘ook in vroegere crisis-
perioden het ‘verschijnsel kenmerkte van een bloei
van de bouwnijverheid in een tijd ‘van inzinking van
thandel en industrie, ‘hetgeen toe te schrijven is aan
‘de .groote ‘bedragen aan kapitalen, die ‘geen emplöoi
‘kunnen vinden en ‘die ‘door de bezitters ‘gaarne ter
‘beschikking van de ‘bouwnijverheid worden ‘gesteld.
Ook ‘in het verleden ‘heeft het beschikbaar zijn van
veel geld tegen’ matige rente periodiek geleid tot
groote houwbedrijvi,gihei’d met als gevolg een over-
productie, waardoor het product ‘dan weini’g rendabel
werd.
Aantal woningen aan den voorraad toegevoegd
,
Vermindering van den
Totale ver
Voltooid door:
Herbouw, uitbreiding
.
woningvoorraad door
slooping, verandering,
meerdering
van den
Jaar
vernieuwing, verande-
ring van bestemming,
enz.
Totaal
onttrekking aan de
bestemming enz. woning-
voorraad
.
..
Rijk, Provincie-
waterschappen
Gemeenten
Woningbouw-
Particulieren
enz.
vereenigingen
1921
636
1.5
0/
5687
14.1
0/s
19.298
47.8
0
/o
14.743
36.6
ol
o
Voor de jaren
tot en
40.364
1895
38.469
1922
130
‘
0.6
0/s
6808
14.6
0
/0
13.622
30.0
0
,0
24.936
54.8
0/
met 1925 in de vorige
45.496
2035 43.461
1923
94
0.2
0
/
5449
12.6
0
/0
9.590
22.2
0/
27.999
65:0
0/0
kolommen begrepen.
Dit cijfer betreft nage-
43.132
2629
40.503
1924
,
107
0.2
0
/0
3574
7.6
o
s
8.736
18.7
0/
34.295
735
010
noeg uitsluitend bouw 46.712
3616
43.096
1925
41
0.1
ol
o
4059
8.6
0/
o
8.538
18.1
0/
34.552
73.2
010
door particulieren.
47.190
4477
42.713
1926
100
0.2
0/
2916
5.7
0/
4.749
9.3
o,i
o
41.068
81:0
ol
o
1865
3.7
oj
50.698
6335
44.363
1927,
69
0.1 0,
0
2759
5.3
ol
o
4.801
9.3
0
/0
42.617
82.6
oi,
1376
2.7
0/
51.622
6932
44.690
1928′
44
0.1
°/o
1191
2.4
o/o
5.542
11.3
0
/o
40.558
82.5
ol
o
1803
3.7
o/
o
49.128
8446
40.692
1929
64
0.1 0/
s
2242
4.6
0/
5.221
10.7
0/
39.820
81.5
o/
1518
3.1
01
48.865
7711
41.154
1930
98
0.2
ol,
2329
4.4
0/
5.050
9.6
o/
44.024
83.7
OI
o
1087
2.1
0
/o
52.588
8057
44.531
1931
35
0.1
0/t,
3358
6.4
o/
5.961
11.4
0/
41.226
79.2
0
/0
1511
2.9
0
/0
52.092 9022
43.070
1932
47
0.1
0
/0
1447,
3.4
01
5
3.718
8.7
o/
•
36.129 84.4
0/
1479
3.4
0/0
43.493 6192 37.301
1933
58
0.1 0/0
685
1.5
0
/0
979
2.1
ol
o
42.703
90.9
0
/0
2542
5.4
o/
46.967
5341
41.626
1934
41
0.1
0
/o
748
1.3
0/s
4.127
7.4
0
/0
47.684
86.3
0
/o
2694
4.9
‘/o
55.294 5344
‘
49.950
Van de cijfers in de kolommen (.5), (6) en (7) zijn voor een juiste vergelijking niet de jaren 1921-1925 de achter
ieder jaartal tussehen haakjes vermelde aantallen woningen afgetrokken. 1926 (591), 1927 (736), 1928 (925),
1929 (952), 1930 (1053), 1931 (971), 1932 (1410), 1933 (598) en 1934 (514). i)eze cijfers hebben betoekking op
woningen, die tengevolge van verbouwing zijn vervallen en later weer aal, den voorraad zijn toegevoegd:’
22 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
465
Tengevolge van den •grooten aanbouw is de wo-
ningvoorraad zoo sterk toegenomen, .dat thans een
zeer groot aantal woningen leeg staat. De netto-ver-
ineerdering blijkt over de laatste jaren de volgende
te zijn.
1931
…………….
43.070
1932
…………….
37.301
1933
…………….
41.626
1934
…………….
49.950
Totaal in 4 jaar 171.947 woningen, terwijl slechts
circa 120.000 woningen noodig waren.
De ruim 50.000 woningen, waarmede de netto-
vermeerdering de behoefte overtrof, hebben gediend
tot ‘vergrooting van den voorraad leegstaande wo-
ningen. Indien men een oogen.blik, aanneemt, dat
cle woningvraag relatief dezelfde is gebleven, zou
het aantal leegstaande woningen ,in het geheele land
aan ‘liet einde van 1934 reeds meer ‘dan 100.000 heb-
ben bedragen.
In werkelijkheid echter is dit aantal ‘veel grooter. Immers past snen voor gemeenten, waar ihet aantal
leegstaande woningen ‘bekend is, ‘bovenstaande he-
rekeningswijze toe en vergelijk-t men het voor 31 De-
cember 1934 gevonden cijfer met dat van het aantal
werkelijk leegstaande woningen op dezen ‘datum, dan
blijkt het ‘1aatsbedoelde aantal veel grooter te zijn.
Zulk’s kan voor verschillende gemeenten, waar ‘het
aantal leegstaande woningen bekend is, worden aan-
getoond.
Volgens een berekening van den heer Van der
Kaa bedraagt het werkelijk aantal leegstaande wo-
ningen in ons land aanzienlijk meer .dan 100.000,
zoodat een woningreserve van meer dan 5 ‘pOt. aan-
wezig moet zijn.
De waardedaling van het huizenbezit is door het
g roote aantal leegstaande woningen aanmerkelijk ver-
scherpt. Vele huiseigeharen hebben ‘hun geheele ka-
pitaal verloren zien gaan.
Zij
hebben hun ‘huren moe-
ten cedeeren aan de ‘hypotheekhanken. Ter wille van
hun naam :hdhb
en
‘zij nog niet ‘van ‘hun ‘bezit afstand
gedaan. Hun taak is thans evenwel vaak ‘beperkt tot
het zonder of tegen een geringe ‘vergoeding ophalen
van de ‘huren en het brengen van deze naar ‘den stil-
len ‘veurcoot.
In alle huurgroepen is dan ook een huurdaling in-
getreden, welke voor ‘sornniigen catastrophale af me-
tingen aanneemt. ‘Waar ‘deze ‘daling nog geremd
wordt, is ‘de oorzaak daarvan, ‘dat, ‘het eigen bezit
van ‘dec eigenaar verdwenen zijnde, ‘de hypotheek-
lasten en de vaste lasten eau ‘de overheid, welke ver-
volgens voor aantasting in aanmerking zouden
komen, vooralsnog aan ‘verlaging weerstand ‘bieden.
In enkele ‘gevallen ‘i’s er nog een ‘groep, waar de
hu urdalin’g een,igermate ‘is
blijven
steken. Deze groep
omvat de woningen, naar welke de meeste vraag is.
In ‘de ‘groote steden is ‘dit ‘dc groep tot
f 6
per week.
De vraag naar woningen ‘van
f 5
en
.f
6 is
groot,
omdat eenerzijds velen uit ‘duurdere woningen naar
deze woningen moeten aMale.n, terwijl anderzijds ‘be-
paalde groepen ‘der gesteunde werkloozen – de kleine
gezinnen welke in normale tijden ruime inkomsten
‘hadden – deze woningen ‘begeeren, omdat zij tenge-
vol’ge va.n ‘de ‘huurtoesla’gen er slechts weinig belang
AANVOEREN in t
hij. ‘hebben een goedko’opere woning te zoeken. Ter-
wijl ‘de ‘huren ‘der ‘duurdere woningen reeds met 20
pCt. en meer zijn gedaald, worden de bo’venbedoelde woningen nog wel verhuurd op de grens van ‘het ren-
dabele en ‘dus ‘hooger ‘dan gelijkwaar.dige, thans ge-
‘bouwde woningen. Intussc’hen moet ook voor ‘deze wo-
ningen ‘het einde een ‘onvermijdelijke ‘huurdalin’g zijn.
Verder wijst Ir. Van der Kaa erop, ‘dat er nog
geen enkel verschijnsel is, ‘dat op een ‘belangrijke ver-
mindering van den aanbouw wijst. Het groote ge-
vaar bestaat, ‘dat ‘de aanbouw zal stijgen boven de
behoefte, ‘hetgeen moet leiden tot ‘een steeds grooter
wordend wonin’goversdhot en tot een débâcle op ‘de
woningmarkt.
De voortgang van, den aanbouw van woningen
wordt ook ‘bevorderd ‘door ‘de aanmerkelijke daling
van ‘de ‘bouwkosten, welke sedert ‘het intreden van
‘de crisis heeft plaats ‘gehad. Ook in het versla’gjaar
heeft ‘deze daling zich nog voortgezet, n’iettegenstaan-
‘de de ‘invoering van ‘de Omzetbelasting het tegendeel
‘had ‘doen verwachten.
Het indexeijfer ‘van ‘de bouwkosten, vergeleken met
1914, ‘bedraagt thans 120 pOt., terwijl het in 1931
nog op 155 pOt. stond. Zelf’s leveren sommige aan-
bestedingen vdôroorlo’gsche prijzen op.
Deze ‘daling ‘komt voor een deel voor rekening van ‘de bouwmaterialen, van welke vele beneden vdôroor-
logsehe prijzen worden geleverd. Ook ‘de bonen van
‘de bouwva’karbei’ders zijn verder gdaal’d, het minst
in Amsterdam, waar ‘blijkens de regelmatig ingezon-
den loon’staten van ‘de met Rijksvoorshot in uitvoe-
ring
zijnde
‘bouwwerken nog regelmatig bonen van
f
40 tot
f
50 worden ‘betaald. De som’s m’oordende
concurrentie tussohen de aannemers heeft ook het
hare tot ‘de ‘daling der ‘bouwkosten bijgedragen.
Ook ‘de rentevoet is gedaald. Vergelijkt men de
exploitatiekosten van ‘gelijk-waardige woningen, ge-bouwr,d in 1930 en thans, dan kan worden aangeno-
men, dat ton ‘gevolge van de daling van den rente-
voet en van ‘de bouwkosten, ‘de post rente en aflossing
van ‘het ‘bouwkapitaal met vaak 40 pOt. is ‘gedaald. Zulks heteekent evenwel niet, ‘dat de ‘huren thans
een ‘dergelijk pereenta’ge lager zouden ‘kunnen zijn
dan in 1930.
Immers ‘bestaan ‘de exploitatiekosten van wonin-
gen voor een ‘belangrijk ‘deel uit vaste lasten aan cle oveiheid (erfpaohtscan’on, grondbelasting, ‘straathe-
la’sting, hrandverzekeringsbe’lasting, waterleiding,
enz.). Tezamen met ‘de k’osten van onderhoud en
administratie vormden deze ‘in 1930 ‘in Amsterdam
bijna ‘de helft van de exploitatiekosten, in de andere
groote gemeenten iets minder, in ‘kleinere ‘gemeen-
ten, waar ‘gebouwd wordt op eigen grond, belangrijk
minder.
De vaste lasten aan ‘de oveihei’d zijn nog in vrij-
wel alle gemeenten. ‘onveranderd gebleven. Voor zon-
ver in ‘het afgeloopen jaar een wijziging ‘intra’d, was
‘dit weer een ‘verhooging. Ook ‘de prijzen van den
grond, zoowel ‘de verkoopprijzen van particuliere
gronden al’s ‘de prijzen, welke ‘d’oor ‘de ‘gemeentelijke
grori d’hedrijven aan de canoniherekenin’g ten grond-
slag worden gelegd, zijn de laatste jaren niet ge-
daald, dodh veeleer ‘gestegen.
ma van 1000 KO.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
12118 Mei
Sedert
Overeenk.
121
1
8
Mei
Sedert
Overeenk.
1934
1935
1Jan. 1935
tijdvak 1934
1935
1 Jan. 1935
tijdvak
1934
28.476
376.386 510.003
350
4.057
20.009
380.443
530.012
Tarwe
……………….
107.079
197.275
–
281
12.757
107.360
210.032
Rogge
……………….10.
212
”
169
1
9.430 9.659
–
.
–
–
9.430
9.659
Boekweit
. ‘…………..
Mais
……………….
24.026 293.693
377.691
8.773 52.178 96.043 345.871
473.734
6.766 143.564
157.800 2.910
17.404
25.554
160.968
183.354
1.329
53.564
62.071
–
1.460
1.53
55.024
63.924
Lijnzaad
…………..
7.732
59.744
106.107
5
10.38
279
207.
115.660
267.023
221.767
Gerst
……………..
Haver
……………..
800 .
9.941
40.137
–
–
25
9.941
40.162
Lijnkoek
……………
587
7.322
7.495
140.
.
2.484
1.196
9.806
8.691
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
442
11.785
23.225
85
1.169
2.462
1
12.954
25.687
466
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Mei 1935
Verlaging van de gemeenrtelij’ke lasten, hoe nood-
zakelijk ook,
is
door de gemeentebesturen met een be-
roep ‘op ‘den ‘toestand van de ‘gemeentefinanciën af-
gewezen. Alleen :de gemeenteraad ‘van Utrecht heeft
een besluit genomen tot verlaging ‘van de erfpachts-
canons ‘door aan de berekening een ‘lageren rente-
voet ten’ grondslag te leggen.
De hoofdinspecteur wijst er dan nog op, dat een
plotselinge sterke huurdalin’g, ‘hoe wenschelijk deze
oo’k moge zijn uit een oogpunt van noodzakelijke aan-
pa’ssing, een zeer bedenkelijke ‘zijde Iheef t, indien
daardoor het rendement van het in de reeds gebouw-
de woningen gestoken kapitaal verloren gaat. Zulks
oet zich sterk doen gevoelen op de ‘inkomsten der
open’bare kassen.
Javasuiker-afschepingen.
Specificatie van de Javasuiker-afschepiugen van 1 April
tot 31 Maart gedurende de laatste 3 jaren:
1934135 1933134 1932133
Europa …………..
145.319
138.927
334.046 tons
Afrika …………..
20.452
15.433
8.686
Britsch-I’ndië ……..
401.983 321.655
425.223
Siam …………….
27.530
29.111 33.431
Singapore en Penang
88.511
75.269 76.488
Hongkong
……….
201.708
184.309
199.580
China
……………
75.867
83.182
106.591
Japan en Korea……
151.312 183.017
94.924
Aziatisch Rusland. ..
5.592
–
10.960
AustraliëenNw.Zeeland
64.653
72.030
37.303
Ver. Staten Westkust
252 912
1.817
,,
Andere landen
1.869
3.221
2.359
Totaal……1.185.048 1.107.066 1.331.408 tons
Stijging van het wereidverbruik van suiker in 1934.
Volgen’s een ‘berekening van Willett en Gray is
‘het verbruik van suiker gedurende het jaar 1934
met 1.191.000 t’on, of wel 4.82 pOt. ‘gestegen.
De bewgin’g van het suikerverbrui’k was in de
laatste jarefl als volgt:
1934 …………..25.868.000 ton
1933 …………..24.677.000
1932 ……………..24.985.000
1931 …………..26.422.000 1930 …………..25.272.000 1929 …………..26.080.000
MAANDCIJFERS.
JVERZ1CHT
VAN DEN STAND DER RIJKSMIDDELEN,
(in Guldens)
Afdeeling la
Kohieren
voor den dienst
19351)
,
0)
0)
Dir. belastingen.
0)
Bedragen,
welke zijn
‘
N
Benaming der
‘Totaal
terugge-
geven of
Zuiver
11-0
-‘
–
1
middelen
bedrag
anders dan
wegens be-
‘bedrag
0) 0
a 5,
.00
_
_
talingopde
kohierenaf-
–
geschreven
–
Grondbelast. a)
9.621.127
-‘
.
9.621.127
9.470.95
Inkomst.bel. b)
20.155.601
625.202
19.530.399
21.103.346
Vermogensbel. c)
5.649.580
54.502
5.595.078 5.885.874
Verdedig.bel. 1
2.993.280
54.446
2.938.834 3.128.946
Bel. v. d. doode hd.
189.203
–
189.203
–
Totalen..
38.608.791 734.150 37.874.641
39.589.] 22
Y4 hoofdsoni + 20 opcenten op de hoofdsom der ge-
nouwde eigend6mmen.
Hoofdsom + opcenten. c) Hoofdsom + opcenten.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
stan de vermelde bedrageii uit 2/3 gedeelte van het met
1 Mei 1935 aanvangende belaêtingdienstjaar 1935/1936 en
. gedeelte van het belastingdi&nstjaar 1934/1935.
Voor de belastingen naar inkomen en vermogen be-
staan de vermelde bedragen uit % gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 1934/1935 en
4
gedeelte van het be-
lastingdienstjaar 193311934.
Af deeling Ib
Overige msddelen.
Benaming der middelen
April
1935
,
Sedert
Overeen-
pi
1
i34
Divid.- en tantièmebel,
.
937.642 2.571.323 3.017.447
Rechten op den invoer
.
7.474.891
27.384.339 20.630.062
131.353
509.703
567.023
166.486
796.236 671.862
Statistiekrecht
…………
Accijns op geslacht
..
. .
514.907
1.819.341
2.323.743
Accijns op zout
…………
Accijns op wijn
57.673
704.774 766.784
Accijns op gedistili.
. . .
2.287.455 9.167.630 9.904.412
..
2.416.322 2.965.780
Accijns op suiker
…..
3.429.081
17.914.069 15.860.179
Accijns op bier
………703.643
2.634.912
.
11.418.117
8.930.812
Accijns op tabak
…….
Bel, op gouden en zilverw.
44.084
158.289
182.654
Dmzetbelasting
………
4.593.987
18.973.765 12.638.509
Eouponbe1asting
……..
235.866
1.936.403
835.995
Recht. en boeten v. zegel
31.524.105
d)
6.270.783 5.699.348
Recht. en boet. v. registr.
1.001.953
4.024.972 3.695.124
Recht. en boet. v. succes- sie, v. overgang bij over-
lijden
en
v.
schenking
2.961.843
12.887.793 10.771.996
)pbrengst d. loodsgelden
216.433
1.036.681 1.272.945
Totalen ….
28.916.914
119.990.540 100.734.675
1-lieronder begrepen wegens zegelrecht van nota’s van
makelaars en comnaissionnairs in effecten, enz.
f
398.702
(Beui-‘sbel.)
) Id.
f
1.224.056.
AFDEELING II. DIENSTJAAR 1934.
Zuivere op-
brengst over het
Bedrag van de
tijdvak-van
1
ranling .
Jan. 1934 tot en
met de maand
April 1935
Grondbelasting.
(1%
hoofdsom
+
20 opcenten
op
de hoofdsom der gebouw-
de eigendommen.)
9.735.000 9.737.625
Inkomstenbelasting
(hoofdsom
+
20 opcenten)
54.880.000 *) 60.235.646
Vermogensbelasting’
(hoofdsom
+
55 opcenten)
17.515.000*)
17.460.293 11.700.000 9.029.429
Belasting v. d. doode hand
. .
3.000.000
1.281.705
Divid.- en tantièmebelasting
12.240.000 13.192.622 86.462.500 *) 82.190.127
1.800.000
1.768.807
Accijns
op
zout
…………
2
2.122.326
Verdedigingsbel.
1
……….
6.500.000 6.195.266
Rechten op den invoer
……..
Accijns
op
wijn
.
.. ……..
2
2.718.588
Accijns op ‘t gedistilleerd
..
33.000.000
30.344.425
..340.000
11.815.000 10.201.836
Statistiekrecht
…………..
Accijns
op
bier
…………..
Accijns op suiker
62200.000
52.923.980
Accijns op geslacht
……….
..300.000
31.000.000 31.341.348
Belast. op gouden en zilverw.
600.000 497.374
81.500.000
54.416.670
*)
4.116.873
Omzetbelasting
…………..
Rechten en boeten van zegel
.
5.860.000
17.509.285
Accijns
op
tabak
………….
Rechten en boeten v. registr.
10.000.000 11.302.408
Couponbelasting
………….5.400.000
Rechten en boeten v. succes-
sie, v. overgang bij overlij-
den en v. schenking
30.400.000 34.840.203
Opbrengst der loodsgelden
–
3.500.000 3.629.940
Totalen…. 493.747.500
1
457.056.776
*) Nader gewijzigd inge’olge ‘de wet van 27 December
1934 (Stbl. No. 683) houdende wijziging van de Middelen-
wet van het dienstjaai’ 1934.
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET VERKEERSFONDS
Motorrijtuigenbelasting
1
5.301.9061
9.120.7731
6.030391
Rijwielbelasting
31.690 91.938
91.395
Totaal
………..
5.333.596
9.212.711
6.121.786
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET GEMEENTEFONDS.
Dienst 1934
Zuiver bedrag der ko.
Zuiver bedrag der
hieren voor den dienst
kohieren tot en met
1933/34 tot en met de-
de maand April 1935
zelfde maand van 1934
Geineente.f.belast..
.
55.019.494
58.839.628
Tijd. opc. o. d. gem.f.b.
20.727.036
22.448.663
Opc.
verm.
t. get. v. 50
5.304.043 5.454.784 Tijd. opc. o. d. verm.b.
.
3.182.426 3.272.870
–
Benaming der middelen
f412.586.000,-
/
412.586.000,-
44.380.000.-
,,
44.380.000,-
1.245.145,50
,,
1.241.935,-
12.350.229,33
–
113.828.614,07
105.419.925,82
118.484.118,21
,, 118.439.503,21
VLOTTENDE SCHULD.
22 Mei 1985
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
467
STATISTIEKEN.
BANKD1iUONTO’S.
Disc Wissels 4
16 Mei’35
N d
Lissabon
•… 5
13Dec.’34
BkBeLB1.Eff.44
1Vrsch.
16Mei’35
Londen ……
23OJuni’32
in R.C.
44 16Mei ’35
Madrid …….546
Nov.’34
Athene ……….
7
14Oct.
1
33
N..YorkF.R.B. 14
1
Feb.’34
Batavia ……….
34
1 Nov.’34
Oslo
……..
3422Mei’33
Belgrado
……..
5
1 Febr. ’35
Parijs
……
2431 Mes ’34
Berlijn
……….
4
22 Bept.’32
Praag
……
3425 Jan.’33
Boekarest ……..
44 15Dec.’34
Pretoria
….
3415 Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome …….. 34
25Mrt.’35
Budapest ……..
44
17 Oct.’32
Stockholm
..
241 Dec.’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
…. 3.65
2Juli’33
Dantzig
……..
6
1Mei ’35
Weenen ……
4 23
Febr.’35
Helsingfors ……
4
3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct. ‘3$
Kopenhagen
24
1Dec.’33
Zwits.Nat.Bk. 24
3 Mei’35
OPEN MARKT.
1935
18M
13118
6111
29April/
ei
Mei
Mei
4 Mei
1934
14119
Mei
1933
1
51
22
Mei
1914
20124
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
3
–
‘Is
2
3
14-3
3
14
3(4-4(2
0
18
3
14
11(8.
1
(4
2’18.3
3
1
19..
3
116
Prolong.
2
2.81
4
3.4
3
1
12.4
1
2
214-
314
Londen
Daggeld…
‘Ii-I
17I
l/i.i
2)
1
121
1
12.1
1
14..1
1
3
/4-2
Partic.disc.
/is-Is
9
116-
5
18
116/8
2)
/ia/s
7
18_
15
116
1/
3
.9/
75
411
4
.3/
4
Berlj/n
Daggeld…
3
1
18
3119
311
4
_51
4
3/-4
4.511
4
1)
411
4
.511
7
–
Maandeld
3114
3-14
3
1
18
–
12
3
1
14
1
13
41/3_55/43
4!2-6
–
Part, disc.
3
3
31/5.114
3
3
19
31*
3)
3
7
18
2118-118
Warenw.
. .
4..1/
4.11
4
4.11
4
411
4
411
4
4)
4.11
7
–
t’Jew York
Daggeld
1)
114
11
4
11
4
14
1 1
1314211,
Partic.disc.
31,
6
3/1e
31
1e
31
114 314
–
5)
Koers van 17 Mei en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
2)
Koers van 7111 Mei.
9)
Koers van 14118 Mei.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.
Da
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York8)
8)
*) *)
8
,
)
1)
14 Mei
1935
1.47
1
I/
7.20k
59.44
9.73
24.974
10011
16
15
1935
1.47
1
18
59.40
9.73 24.97
100′
16
1935 1.47
1
1
8
7.21
59.374
9.72
24.95
1001/
86
17
1935
1.473.(
7.25k
59.40
9.724
24.99
100i/
18
1935
1.4718j
1g
7.26%
59.44
9.724
24.99
10081
8
20
1935
1.471j,
7.28k
59.43
9.734
25.-
100l1
Laagste d.w1)
1.47
7
18
7.18
59.30
9.714
24.90
99
Hoogste d.w
1
)1
1.48
1
1.
7.28/4
59.474
9.74
25.05
10081
8
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Data
snd
Weenen
Praag
Bo:ka-
M:laan
Madrid
14 Mei
1935
47.75
–
6.16
1.48
12.16
20.174
15
,,
1935
4 7.7 2
–
6.16
1.48
12.16
20.164
16
1935
47.69
–
6.15
1.48
12.15
20.16
17
1935
47.72
–
6.15
1.48
12.174
20.174
18
1935
47.75
–
6.15
1.48
– –
20
1935
47.76
–
6.15
1.48
12.15
20.174
Laagste d.wl)
47.65
–
6.124
1.45
12.074
20.10
Hoogste d.w
1
)
47.80
28.-
6.174
1.50
12.224 20.25
Muntpariteit
1
48.003
35.007
7.3711.488
13.094 48.52
Data
Stock-
Kopen-
Oslo *)
s”
Buenos-
Mon-
holm
S,)
hagen
8
)
for
1)
f
e
Aires
1)
tr
al
1)
14 Mei
1935
37.15
32.124
36.20
3.16
37%
1.47/4
15
,,
1935
37.10 32.10
36.124
3.16
3771
8
1.4714 16
,,
1935
37.174
32.20
36.224
3.16
38
1.47/4
17
,,
1935
37.40
32.40 36.45
3.20
38y
4
1.47h
18
,,
1935
37.50
32.45
36.55 3.174
38/4
1.48
20
,,
1935
37.55
32.50 36.60
3.21
38/4
1.48
Laagste d.wI)
36.85 31.85
35.90
3.124
3734
1.47
Hoogste d.w
1
)
37.75
32.70
36.75
3.25
3834
1.4834
Muutpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
952%
2.4878
8)
Noteerine te
Amsterdam.
*5)
Not. te
Rotterdam.
1)
Part.
oosave.
In ‘t IsEe of 2de No. van iedere maand komt een ovizicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
(
per
£)
Parijs
($
p.
lOOfr.)
Berlijn
($p. 100
Mk.)
Amsterdam
($
p. 100
gid.)
14 Mei
1935
4,8734
6,59
40,26 67,72
15
,,
1935
4,8771
8
6,59
40,27 67,73
16
,,
1935
4,8951
8
6,5834
40,26
67,75
17
,,
1935
4,91
8
/8
6,588/
t
40,26
67,66
18
,,
1935
4,913%
(,58/4
40,25
67,71
20
,,
1935
4,91,’
6,5834
40,24
67,65
21 Mei
1934
5,11I1 6,6134
39,63
68,-
Muntpariteit..
4,86
3,9051
23.8134
4021
KOF4TtSBN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Woteerings-
eenheden
4
Mei
1935
II
Mei
1
1935
1LaagstelHoogstei
13118
Mei
1935
1
18Mei
1935
Alexandrië..
Piast.
p.,6
97
97al
s
9751
8
Athene
….
Dr.
p.
509 510 512 515 515
Bangkok,…
Sh.p.tical
1110j
‘/’°H
1110
1
1
8
1110j.
1110
8
1
8
Budapest
..
Pen.
p.f.
1681
8
16
16s1 1634
1634
BuenosAiresi
p.pesop.c
19.00
18.95 18.90
19.10
18.95
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
116
1
1
8
116t1
1
16
3
1
32
11163116
1
16
5
/
32
Constantin.. Piast.p.,
5
6
600
603
604 610 610
Hongkong
..
Sh.
p. $
215s
25
2 434
2/631
215
8
31
16
Kobe
……..
Sh.
p.
yen
112
5
1
112
5
1
37
1/2I1
112
7
1
16
112i
Lissabon..,. Escu.p.
110 110
10934
11034
110
Mexico
$per
16
163%
1634 1734
169(
Montevideo
2)
d.per.
1934
19/4
1871
8
19/4
19
8
/
8
Montreal
..
$
per £
4.85
4.8571
8
4.85
4.918%
4.91
Riod.Janeiro3
d. per Mil.
2
27
1
32
234
2
5
1
8
2
18
1
7
6
248/
18
Shanghai
..
Sh. p. tael
11871
1/8V
4
118
11871
8
1/811
i6
Singapore ..
id. p. $
214
8
1
32
214
3
1
32
214 214
3
1
1e
2
1
41
116
Valparaisol).
$per
116
116 116
117
117
Warschau ..
ZI. p. £
2551
8
2534
2534
1
2681
4
26
1
1,
1)
Offic. not. 15
laten eem.
not., welke
imnnrte,irs
hehhen
te
betalen.
II Mrt. 16.91; 8 Mei l6.2; 13 Mèi 16.93; 16Mei 16.94.
2)
Offic. not. vanaÎ
2 Mej 4O!s; 7 Mei 40
1
/4; 8 Mei 40
3
/8; 9 Mei 40
1
(4; II Mei 40
1
/g; 13 Mei
40; 17 Mei 3931
4
.
3) Id. Ii Mrt. 411
4
. 4)
90 dg. Vanaf 28 Aug. laatste
,export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS.’)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
14 Mei
1935.. 3434
7471
s
14 Mei
1935,…
142184
15
,,
1935.
353,’
4
765/
15
,,
1935….
1429
16
,,
1935..
351
7634
16
,,
1935….
142,7
17
,,
1935..
35
77
17
,,
1935….
14118
18
,,
1935..
35
77
18
,,
1935….
14118
20
,,
1935..
34
18
116
76
20
,,
1935…,
14118
21 Mei
1934..
–
45l1
21 Mei
1934…,
–
27 Juli
1914..
24l./
59
27 Juli
1914…,
841105
1)
In pence p.oz.stand.
1)
Forelgn
sllver In
$c. p.oz.
line.
8)
In sh. p.oz.fine
STAND_VAN_’a_RIJKS_KAS.
Vorderingen.
/
7Mei 1935
1
15Mei1935
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
f
19.121.086,23
/
12.861.104,70
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
674.354,47
•
446.870,04
Voorschott. op uit. Apr. (resp. Mrt) ’35
derlandsche
Bank………………
a(d. gemeent. versir. op a. haarultte
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofda. der grondbel. en der gem. tondsbel., alsmede opc. op dle belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,
3.858.284,66
•
1.924.439,87
Voorschotten aan Ned.-Indl6 ………
,,
144.256.417,39
141.163.205,73
Id. aan Suriname …………………
,
14.340.129,64
.
•
11.776.175,24
Id. aan
Curaçao ………………….
..
,,
1.947.445,84
Kasvord. weg. credletverst. a/h. bulteni
,,
119.368.245,53
118.786.882,39
Daggeldieeningen tegen onderpand
Saldoderpostrek.v. RtjkscomptabeIen
–
46.900.682,69
.
–
29.450.935,60
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
..1.889.165,76
,,
–
7.104.972.50 43.740.762,75
•
45.852.199,19
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
……
Verstr. t. laste der Rljksbegr. kasgeld-
leenlngen aan gemeenten (saldo)
,,
27.148.471,60
32.209.921,60
Verolichtineen.
1
art. 16 van haar octrooi verstrekt Schatkistblljetten In Omloop………
Schatklstpromessen in Omloop…….
Zilverbons in omloop …………….
Schuld op uit. Apr. (resp. Mrt) ’35 a/d.
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofd,. d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op dle
bel, en op de verm. bel…………..
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.’)
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.i)
Id. aan andere Staatsbedrijven 1) …..
Id. aan diverse instellingen 1) ……..
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
Voraeringen:
Saldo Javasche Bank ……………..
./
5.905.000,-
/
3.757.000,-
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
–
568.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas
–
56.924.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kaa e. a. RijksInsteli
,
141.322.000,-
,,
135.313.000,-
Schatklstpromessen ………………
750.000,-
,,
750.000,-
–
–
Muntbiljetten in omloop
…………….
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
,,
32.000,-
..
,,
32.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
,,
481.000,-
,
579.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
–
–
CURAÇAOSCHE
BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Circu-
sdiotten
Dis-
Diverse
1
Diverse
Data
Metaal
latie
aan de conto’s
reke-
1
reke-
kolonie nin/lenljningen2
1
April
1935
4.480
4.480
198
81
555
244
1 Maart
1935
4.416 4.569
220
77
626
179
1 Februari 1935
4.503
4.583
156
77
613
176
1
Januari
1935
4.541
4.650
142 77
679
199
1
April
1934
4.513
4.612
121
120
580
131
Slultp. der activa. ‘)SIuttp. der passiva.
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
TIJINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80K.G.La
R000E
MAIS
‘GERST
64165
K.G.
LIJNZAAD
.(LoOsdUiflefl)
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCI-1
Plata loco
74 K.O. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
loco
BLOEM-
KASKOM-
SALADE
(versch) (versch)
Rotterdaml
Amsterdam
R’damlA’dam
R’damjA’clani
loco Rotter-
dam/A’dam R’dam/A’dam
KOOL
KOMMERS
le soôrt
Oem.v.3kw.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 20001<0.
per 1960 K.G.
le soort
le soort
P. 100 st.
6)
P. lOO St. 5)
•
100 Krop
per 100 K.O.
Rotterdam Rotterdam
fi.
1
10
f1.
ie
5.
ie
fl.
ie
f1.
f
‘iÇ
1925
17,20
100,0 13,07
6
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
–
–
.1927 14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237.00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928
13,47
6
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
100,0
93,-
100,- 77,50
lOO,-
1929
12,25
71,2
‘10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
26,32 99,4 23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,676
56,3 6,226
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
16,32
61,7 18,28
79,2
3,51
60,2
108,-
116,1
72,90
94,1
.1931
5,55
32,3 4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,225
30,4
.
4,62
5
35,4 77,25 33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
————————–
3,57 61,2
61,-
65,6
37,50
48,4
1933
5,02
5
29,2 3,55 27,2
68,50
29,6 70,00
30,0
148.00
32,0
14,47
54,7
9,96 43,2
1,86
31,9
52,-
55,9
49,50 63,9
1934
3,67
5
21,4
3,32
6
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
11,72
44,3 8,78 38,0
2,52
43,2 61,50
66,1
46,65
60,2
lan.
1933
4,95
28,8
3,75 28,7
73,00
31,5
75,25 31,9
136,50
29,5
50,50
54,3
44,75
57,7
lebr.,,
4,776
27,8
3,7C
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2
49,25
53,0
58,1
Maart
,,
5,05
29,4
3,826
29,3
73,50
31,7 76,25 32,3
130,50
28,2
46,50
50,0
59,4
April
,,
5,15
29,9 3,75 28,7
72,75 31,4
71,25
30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59
58,9
————————–
—————————
3,27
56,1
49,50 53,2
48,25 62,3
Mei
,,
5,40
31,4
3,775
28,9
70,50
30,5
73,25 31,0
146,75 31,7
14,32
54,1
10,74
46,5
1,51
25,9
52,25
56,2
49,-
63,2
luni
,,
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3 5,56
24,1 0,81
13,9
51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82 33,9
3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38,1
49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.
,
5,30
308
3,55
27,2
61,25
26,5
67,75
28,7
161,50
34,9
–
–
—
—
—
–
—-
–
49,-
52,7 49,25
63,5
Sept.
4,95
288
3,476
26,6
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4 50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40 25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30,5 56,25
60,5
54,25 70,0
Nov.
4,55
26,5
2,95
22,6 74,50 32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
59,50
64,0 54,375
70,2
Dec.
,,
4,57 26,6 3,30 25,3 73,50 31,7 59,25
25,1
154,50
33,4 60,75 65,3
53.50 69.0
lan.
1934
4,75
27,6 3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
–
–
—
—
—–
–
—
–
62,50
67,2
53,75
69,4
lebr.
3,40
19,8
2,776
21,2
65,25
28,2
58,50 24,8
133,00
28,8
.
63,-
67,7
53,50
69,0
‘Maart
3,25
18,9
2,72
5
20,8
.70,75
30,6
58,75 24,9
132,00
28,5
61,75
66,4
50,50
65,2
–
April
,,
3,20
18,6
2,70
6
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20
–
–
—
—
——–
–
52,9
4,61 79,1
63,50
68,3 49,12
5
63,4
Mei
.
3,32
5
19,2
2,875 21,9
62,00
26,8
63,00
26,7
154,50
.
33,4
12,77
48,2
11,20
48,5 2,09
35,8
65,75
70,7 47,50
61,3
,luni
3,676
214
3,17
6
24,3 65,00
28,1
74,75
317
156,50
33,8
5,35
20,2 2,93
12,7
0,85
14,6
63,25
68,0
43,75
56,5
juli’
3,80
221
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
334
151,25
32,7
-.
–
–
—-
–
———
–
–
—-
–
—–
–
—
–
63,-
67,7 44,625
57,6
Aug.
4,375
25,4
4,27
5
32,7
83,25
36,0
93,501
39,6
159,25
34,4
–
–
—-
–
——–
–
–
–
—
–
–
——–
–
–
–
—-
–
——–
–
63,95
68,8 43,30
55,9
Sept.
,
4,-
23,3
4,15
31,7
77,25
33,4
93,25 .39,5
145,50
31,5
————–
–
–
—-
–
——–
–
63,55
68,3
42,62
5
55,0
‘Oct.
,,
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,501
39,6
135;25
29,2
–
–
– .
–
–
–
60,70
55,3
42,12
5
1
54,4
Nov.
,,
.
3,50
20,3
3,45
26,4
71,25
30,8 89,25
1
37,8
127,75
27,6
–
–
—-
–
——–
–
53,75
57,8
44,50
1
57,4
Dec.
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00!
38,6
134,00
29,0
53,15
57,2
44,65
1
57,6
Jan.
1935
3,30
19,2
3,52
5
27,0
74,25
32,1
89,25
‘37,8
137,25
29,7
–
–
—
—-
—
—
—
–
—
–
–
–
–
–
—
—-
—
—
—
–
—
–
–
–
53,625
57,7
45,62
5
59,9
Febr.
3,20
18,6
3,375
.25,8
68,00
29,4
71,25
30,2
124,25
26,9
–
–
—
—-
—
—
—
—
–
–
–
–
51,90
55,8
47,55 61,4
Maart
‘3.20
18,6
3,07
6
23,5 67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
-.
—————–
1
51,40
55,3
51,20
66,1
April
4,07
5
23,7
2,95
22,6
70,75 30,6
66,75
28,0
125,00
27,0
10,81
40,8
11,21
–
–
—
—
–
–
—
—
—
–
—
–
–
–
–
–
—
—
–
–
—
—
—
–
—
–
–
–
48,6 3,27
56,1
51,925
55,8
50,25 64,8
6 Mei
6
)
,,
4,10
23,8 2,80
21,4
62,00
26,8
65,00
27,5
123,50
26,7
9,92
37,5
–
–
—
—
–
–
—
—
—
–
8,53 37,0
2,11
1
36,2
51-7)
54,8
50,-)
64,5
13
,,
4,-
23,3 2,75 21,0
58,50
‘25,3
64,50
27,3
123,50
26,7 7,70
29,1
8,79
38,1
2,6),
1
45,9
51,-s)
54,8
50
6
)
54,5
20
,,
,,
4,05
1
23,5
2,95
22,6
60,00
25,9
68,00
28,8
126,50
27,4
10,90
41,2 7,69
33,3
3,27
1
56,1
51,-)
54,8
49,50e)
62,6
1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. .1931 t
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930
7415
K.G. Hongaarsche vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
T
Canada. Van 19 Sept.’32 tot 24Juli’33 62163 K.G. Z.’Russ.
5)
De jaargemiddelden zijn berekend uit de gcmiddelde prijzen van April, Mei en Juni van het betreffende jaa
Vervolg STATISTISCH OVERZICH
MINERALEN
.
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
.
STEENKOLEN Westfaalschej
PETROLEUM
.
BENZINE
1
KATOEN WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
.
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
_____________ ______________________
gekamde
Australische,
Australische, HUIDEN
SALPETER
Middling
Iocoprijzen
F. G. F.
1
Sakella-
o.
F. No.
1
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
t/m 33.90
64(66°
$cts. per
Merino, 64’s Av.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
1001(0.
R’dam/A’dam
Bé S.
g.
per barrel
U.S.gallon New-York
rides
Oomra
Liverpool
loco
Bradford
per Ib.
Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
000
K.G.
.
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.
8
$cts.
0
10
pence
0
10
pence
5
10
pence
nl
n
pence
0,10
fi
S’
S
fl.
0
15
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926 17,90
165,7
1.89 112,5
13,65
91,9
17,55
175,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25 85,9 24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86′
100
1
–
17,50
:75,3
16,78
57,3 7,27
77,8
48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50 93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
182,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7
8,77 59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
.
038
34,5
5,04 33.9 8,60 37,0 7,33 25,0
3,08
33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
.
0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
:27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8 0.45 26,8
3,51
24,3 6,75
:29,0
5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
1934
6,20
57,4
0.63
37,5 2,88
19,4
7,35
1
31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
Jan.
1933
7,05 65,3 0.53
31,5 4,16
28,0 6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
II
50
33,1
6,30
52,6
Febr.
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97 26,7 6,10
:
26,2
4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2 8,25
28,0
10:38
29,9
6,40
53,3
Maart
7,25
67,1
0.38
22,6 3,876
26,1
6,40
:
27,5
4,97
17,0
2,77 29,6
15,25
27,7
7,75
26,3
10,75
31,0 6,40 53,3
April
,,
7,25
67
1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65
:
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7 15,75
28,6
7,75 26,3
11,25
32,4 6,40 53,3
Mei
7,15
66:2
0,235
14,0
2,95
19,9
7,30
:
31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3 6,40
53.3
Juni
,,
7,15
66,2
0.25
5
15,2
302
20,3
7,85
33,8
5,85 20,0 3,25
34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
Juli
705
65,3
0.41
24,4
333
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40 53,3
Aug.
,,
695
.
64,4
0.37
.22,0
3,37
22,7
6,90
.
:
29,7
5,39
18,4 2,91
311
20,75 37,7 9,75
33,1
14,75
42,5
5,80 48,3
Sept.
6,85
63,4
0.52 31,0
3,50 23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
272
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48,8
Oct..
:
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04 27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5 20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90 49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72
25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6
23,75
43,2
12,00
40,7
13,38
38,6
5,95 49,6
Dec.
,,
.
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50
28,0 4,89
16,7
2,38 25,5 25,00 45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66 39,3 3,74 25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5
6,15
51,3
Febr.
,,
‘
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25 21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
‘2,68
28,7 23,75 43,2
12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51.7
Maart
,,
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5
7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5 23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April
,,
6,30
58,3
0.62
36,9
2,795
18,8
6,95
.
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei
,,
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88 2,83
19,4
1 9, 0
6,80 29,2 5,20
17,8
2,48.
26,5 21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52,6
luni
,,
6.15
56,9
0.62
36,9
7,15
30,8 5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
juli
6,15
56,9
0.62
36,9 2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6.30
52.6
Aug.
,,
6,15
56,9 0.62
36,9 2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
–
Sept.,,
6,00
55,6
0.62
36,9 2,74
18,4
.
7,70-
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6 5,85 48,8
Oct.
,,
6,00 55,6 0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0
5,90 49,2
Nov.
,
.
6,10 56,5
0.62
36,9 2,53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,
34,6 5,95 49,6
Dec.
,
6,05 56,0
0.62
36,9 2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,5
2,77 29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4
6,05
50,4
lan.
1935
6,05
56,0
0.62
5
37,2
2,97
5
20,d
755
32,5 5,38
18,4
2,99 32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0 6,15 51,3
l’ebr.,,
6,05 56,0
0.62
5
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75 26,3
10,50
30,3 6,20 51,7
Maart
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
.
6,90
.
29,2
4,85
16,6
2,79 29,8
13,75
25,0
7,50 25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April
,
6,00 55,6 0.63
37,5
2,99
20,1
7,05 30,3
4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30 52,6
6 Mei2)
6,00
55.6 0.62
36,9 2,95
3
)
19,9
7,15
30,8
4,936)
16,8
3,04
6
)
32,5
15,50
9
)
28,2
8,25
0
)
28,0
6,30
52,6
13
6,00
55,6
0.62 36,9
2,95
4
)
19,9
7,25
31,2
4,937)
16,8
3,04
7
)
32,5
16,00
10
)
29,1
8,5010)
28,8
6,30
52,6
20
,,
6,05 56,0
0.62
36,9
3,_S)
20,2
.7,30
31,4
4,978)
17,0
3,10
8
)1
33,2
16,25″)
29,5
8,50
11
)
28,8 6,30
52,6
1)
Jaar- en maandgein. afger. op
1/
pence.
2)
Daar de beurs te Londen op 6Mei gesloten was, zijn de Londensclie noteeringen
van
3 Mei genomen. 3)4
Mei.
4
)11
5
)18 Mei.
6)1
Mei.
7)
8 Mei.
6
)15 Mei.
0)
2
Mei.
15)
9 Mei.
11)
16 Mei.
12)
7 Mei.
13)
14 Mei.
AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
CIv
Z
eld
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Leeuwar-
I-fin•
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Elermijn
Standaard
Locoprijzen
Loc
e
L
Lonc?enper
Foundr
IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash
Londen per
derCornm.
Zuivel-
kaas
•
Roermond
.
Londen
Lodn
per Eng ton
Eng ton
No. 3 f.o.
Middlesb.
Eng. t.f.o.b.
per per ounce
Standard
Noteering
Centr.
P 100 St.
per Eng.ton
•
•
.
,
per Eng.ton
Antwerpen
.
Eng.ton
line
Ounce
f1.
lig
f1.
fi.
0
!,
fl
0
10
°lo
0
1s
9
°lo
Sh. 0
10
8h.
0/o
£
0!o
sh.
ofo
pence
Olo
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0 62.116
100,0
36.816 100,0
261.171-
100,0
731- 100,0
671-
100,-
36.3/6
100,-
85/6
100,-
32’l
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.1(-
93,5
31.1f6
85,3
290.1716
111,1 8616
1I8,5
68(8
102,5
34.2(6 94,3
85/-
99,5
28″116
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30 77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41- 66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.101- 78,8
851-
99,5
26
8
j
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8
7,99
87,0
6316f-
102,8
21.1(-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
1
81,1
1929
2,05 88,7
–
45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
99,5
247/111
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6 142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
17
18
/16
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35 58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.11- 42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.10(6
31,9
9216
108,2
131
41,6
1932
0,94 40,7
– .
22,70 40,5 4,14
45,2
22.17/-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
37!-
55,2
9.16-
27,1
118f-
138,0
12
7
1
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
3,71
40.4
22216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
41!-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
1241714 145,8
121
38,5
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2 40J-
54,8
3317
50, 1
8.91-
23,4
13717
3
14
161,0
131118
40,7
Jan.
’33
0,73
31,6
0,89
21,75 38,8
4,27 46,7
19.17/-
32,0
7.81-
20,3
100.116 38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.191- 27,5
12218
143,5
1I
1
-‘(
36,4
Febr. ,,
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2
104.716
39,9
431-
58.9
341-
50,7
9151-
27,0
12015
140,8
11°/16
37,2
Mrt.
,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
280
30,5
20-16
32,3 7.101-
20,6
104.18j3
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.71
28,6
12015
140,8
12
1
116
38,7
Apr.
,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
431-
58,9
35,6
53,0
10.816
28,8 12011
140,4
I2
1
116
39,9
Mei
,
0,52 22,5
1,-
21,80 38,9
2,49
77,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131- 29,4
12316
144,4
1314
41,2
Juni
,,
0,52
22,5
1,-
23,50 42,0
2,50
272
25.71-
40,8
9.41-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
122134
143,0
1311
4
41,2
Juli
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0 2,60 28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8 351-
52,2
l2.1f-
33,3
123/10
144,9
12116
38,7
Aug.
,,
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,576
38,9
24.5/-
39,1
8.416 22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
351-
52,2
11.7/-
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept. ,,
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916 54,1 3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
lIIjs
37,2
Oct.
,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
.
51,0
22.1j-
35,5
7.141-
21,1
145.51- 55,5
3916
54,1
3416
51,5
10.13/-
29,4
13111
153,3
11
7
/8
37,0
Nov.
,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80 63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.9/6
57,5
40!-
54,8
34/6
51,5
9.196
27,6
128(54
150,1
12
1
(4
38,1
Dec.
,,
0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,475
59,6
21.11-
33,9
7.121-
20,9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
136124
147,6
12
9
/16
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71- 20,2
140.31-
56,8
3916
541
361-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47 20,3
1,-
•
21,55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0
7.4!-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1 3615
54,4
9-16
24,9
137/1
160,3
1211
2
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316 19,7
144.1516
55,3 4016.
55,5
3513
52,6
921-
25,2
13618
159,8
12
5
/8
39,3
V
,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7 2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135114
158,0
121/16
38,7
e,,
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54 27,7
20.41-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
116
375
Juni
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74k
29,9
19.1816
32,1
6.l4-
18,4
140.Il-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
137181
161,1
1214
38,1
JuIi
,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111- 29,9 6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5.
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
12
3
14
39,7
Aug.
0,43
18,6
l,-
20,90 37,3
3,32
5
36,2
17.61-
27,9
6.14/-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.7/6
23,2
13816
162.0
13
40,5
Sept.
0,43
18,6
1,-
18,12
5
32,4
3,31
36,1
16.10/-
26,6
6.5(6
17,2
137.17/-
52,6
3916
54,1
32j6
48,5
7.l71-
21,7
141/-
164,9
13
1
18
40,9
Oct.
0,43
18,6
1,-
17,37
31,0
3,95
43,0
16.31-
26,0
6.61-
17,3
11137.1916
52,7
3916
54,1 3216
48,5
771-
120,3
141/10
165,9
14
43,6
Nov.,
0,47 20,3
1,-
17,-
30,4
4,52
5
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-
53,2
40!-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4 139/6
163,2
14
7
(8
46,3
Dec.
0,54 23,4 0,95
15,12
5
27,0
•
4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
34
1
1
50,9
7.416
120,0
140,6
164,4
14
11
116
45,7
Jan.’35
0,58
25,1
0,90
1495
26,7
3,12
5
34,0
16.191-
27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9
3916 54,1
3416
51,5
7.66
20,4
141110
165,9
1414
45,9
Feb. ,,
0,52e
22,5
0,95
14,375
25,7
3,20 34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0
135.81-
52,1
3916.
541
3416
51,5
7.316
19,8
142/8
166,9
14Lj16
46,1
Mrt.
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47,5
38!-
52,1
33(9
50,4
7.-!-
19,4
1475
172.4
1514
49,0
Apr.,
0,37
16,0 1,08
11,50
20,5
2,315
25,2
1881-
29,6
7.516
20,0
131-16
50,0
38/6
f2,7
3316
50,0
7.11/.
20,9
144/5
168,9
I8
3
(i
56,6
6Mei6),,
9,3410
14,7
1,10
11,50
13
20,5
250
27,2
19.-/6
30,6
7.171-
21,6 132.181- 50,8
38/6-
52,7
3316
50,0
8.71-
123,1
1
431
11
4
168,4
19
11
116
61,3
13
,,
.,
032
11
13,9 1,10
10,-
14
17,9
2,3V’
25,3
19.1416
31,8
8.216
22.3
13215f-
50,7
3816
52,7
336
50,0
8.13:6
24,0
142164
166,7
19
3
14
61,5
20
,
,,
0,3212
13,9
1,10 12,25
15
21,9 2,32
5
25,3
20.716
32,8
8.1016
1
23,4
137.21-
52,41
3916 51,1
1
33.6
50,0
8.181.
24,6
14118
1165,7
20
7
1
65,0
5
Sept. 1932
79
K.G.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)
TotJan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No.
2, van
an. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
Daar de
beurs
te
Londen
op
6 Mei
gesloten
was,
zijn
de Londensche
noteeringen
van 3 Mei
genomen.
7)
4,
5)
11,
9)
18,
10) 2,
11)
9,
12)
16,
13)
3,
14)
10,
15)
17 Mei.
AN GROOTHANDELSPRIJZEN.
•
.
BOUWMATERIALEN
.
KOLONIALE PRODUCTEN
.
VURENHOUT
S T
E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
basis 7″
t 0
b
Zwedei/
binnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra
Ned._Ind.
Standaard
Ribbed Smoked
Lcoprjen
Sheets
Grond-
nlale
erstaidaard
.’an 4.672 M.
per
per
1000
stuks
1000
Stuks
per
per
50 K.G.
c.i.f.
Nederland
perlOti K.G.
Amsterdam Rotterdam
per
‘/
K.G.
.
n
R’damlA’dam
per
100
K.G.
Java- en Suma
trathee
p.112
K.G.
stoffen
pro
per
.
t
0
10
01,
0
10
8h.
%
t
!o
cts.
°jo
Sh.
0j
..
f1.
ol
o
cts.
.
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
42/6
100,-
35,975
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1 15,75
101,6
19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
86.0
102.6
1927
160,50 100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9 81.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625 80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6
91.4
1929
146,00
91,4
14,-.
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,37′
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
693
6925
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2
34111
82,2 22,62
5
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2 60,75
71,8 68.0 64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37′
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4
38.1
88.0
1933
73,50 46,0
ID,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30 25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,52
6
29,5 32,75
38,7
35.2
34.1
1934
76,50
47,9
8,50 54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2
16,80
27,4
-/3,875
10,9
4,075
21,7
40 47,3
34.4
32.1
Jan.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
9,1
-/1,625
4,6
5,37′
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
,.
70,00
43,8′
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7
-11,5 4,2
5,60 29,9
26,75.
31,7
32.1
34.4
Mrt.
,,
70,00
43,8,
9,50
61,3
12,25..
.64,5.
16/3
.38,2
10,375
28,9 23,50
38,3
-11,5 4,2
6,-
32,0
26,25
31;!
32.4 34.9
Apr.
70,00
43$
9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5 23,50
38,3
-(1,625
4,6
.
6,07
5
32,4
27,50.
32,5
32.8
.
34.9.
Mei
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5, 23
37,5
-12
5,6
6,02
5
32,1
26,50
31,4
.
34.2 35.0
Juni
,,
72,50
45,4
10,-
‘
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9
22,50 36,6
-12,375
6,7
6,35 33,9
31
36,7
31.2 37.5
Juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
17(8
41,6
9,475
26,4 22,50
36,6 -12,625 7,4 5,92
5
31,6
33,50
39,6
38.2
31.4
Aug.
,,
75,00 46,9
10,50
67,7.
13,-
68,4
1615
38,6
8,75 24,4
20,75 33,8
-/2,625
7,4
5,276
28,1
35,25
41,7
36.5
35.6.
Sept.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14/5
33,9
8,25
23,0
19,75
‘
32,2
-/2,5
7,0
5,376
28,7
36,75
43.5
86.7
34.6
Oct.
,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
12
1
7
29,6
7,626
21,3
17,75
28,8
–
1
2,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0
36.5
33.4
Nov.
•
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
.
22,3
16,25
26,5
–
1
2,75
7,7
4,65
24,8
40,50 47,9
36.4
32.1
Dec.
,,
75,00 46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11(5
26.9
‘7,975
22,2
16 26,1
-12,075
8,1
4,75
.
25,3
41
.
48,5
31.1
31.3
Jan.’34
75,00 46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45 20,8
16,50
26,9
-12,875
.
8,1
4,95
26,4
.45,50
‘
53,8
.369
33.8
Feb.
•
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
7,25 20,2
17,25
28,1
–
/3
.
8,4
4,975
26,5
.46,75
55,3
35.9 35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,526
24,1
45,50 53,8
35.1 35.2
Apr.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
,
-13,625
10,2
‘425’
22,7
. .
44,25 52,4′ 35.6
.
34.5
Mei
,
80,00
50
1
1′
9,25
59,7
11,25
59,2
1512
”
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
.
50;6
35.1
34.3 77,50
48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,
1
7,-
19,5
17
27,7′
–
1
4
11,2
4,20 22,4
41,-
‘
48,5
34.5
“33.8
J
uni,,
uli,
77,50
48.5
‘7,50
48,4
10,-
52,6
13
1
11
32,7
6,92
6
19,3
16,75
27,3
–
1
4,375
12,3
3,975
21,2
40,50
.
47,9
34.1
32.2
ug..
75,50 47,3 7,25
46,8 9,50 50,0
12110
30,2 6,87
5
19,2
16,50
26,9
-14,5
12,6
3,975
21,2
39,75
47,0
33.9.
–81.4
Sept.,
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
1215
292
6,65
18,5
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.
•
7300
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1117
27,3
.6,70
18,7
16,50
26,9
-14,125
11,6
3,526
18,8
32,75
38,8
32.7,
27.8
Nov.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8 6,62
5
18.5
16
26,1
-(3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7
27.6
Dec.,
73,00
45,7
.7,-.
45,2 8,75
46,1
1218
-29,8
7,17
5
20,0
16 26,1
-13,875
10,9
3,375
18,0
.34,50
40,8
32.7
28.6
Jan.’35
66,00 41,3
7,25 46,8
8,50
44,7
1411
33,1
8,775
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
‘
39,9
32.9
.
29.5
Feb.,
66,00 41,3 6,75 43,5
8,25 43,4
1412
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
-13,75
.
10,5
3,45
.
18,4
32
‘
37,9
.32.4
.
28.9
Mrt.
,
59,00
36,9
7,-
45,2
.8.25
43,4..
.13/3,.
31,2
.
8,57
5
23,9
14,62
5
23,8
-13,25
9,1
3,55
18,9
29 35,3
.30.9
27.4
Apr.,,
60,00
“31,9′
7,-
‘
45,2
.,
8,25′
43,4
J316
‘
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
,
-3,375
9,5
4,15
22,1 31,25
:37,0
32.1
.
28.5
6Mei
2
),
57,50
36,0′
‘
‘
13
1
2
12
31,0
9,625
268
14,50
23,6
–
1
3,25
9,1
4,125
22,0
33,25
9
)
39,3
32.7
29.2
13
,
,
57,50
36,0
‘
.
.
13/2°
31,0
9,375
26,
1
14
22,8
‘
-(3,375′
9,5
4,25
22,7
32,25
11
)
38,2
32.9
‘29.0
20
,,
57,50
36,0
.
9,50 26,5
14
22,8 -13,5625
10,0
4,25
22,7
.
.
33.4′
,
27.5
l.B. Alle Pondennotearingen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudbasls omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20April
1
33 zijn In verhouding van’ de depreciatle
en den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
–
.
470
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Mei 1935
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 20 Mei 1935
Activa.
Binnenl.Wis-
Hfdbk.
f
35.727.012,29
sels, Pro.,
m
Bijbuk.
,,
2.067.204,16
enz.in
disc.
Ag.sch.
,,
3.286.064,65
f
41.080.281,10
Papier o. h. Buiten!. in disconto
……
Idem eigen portef.
f
785.725,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet af gel.
–
785.725,-
Beleeningen
mcl. vrsch.
Hfdbk.
f
93.390.506 991)
in rek.-crt.
op onderp.
1
Bijbnk.
8.596.
5
52 42
op onderp.
Ag.sch.
51.41.559 32
flS3.728.618,73
Op Effecten
……
f
149.565.855,12
1
)
OpGoederenenSpec.
,,
4.162.763,61
,,
153.728.618,731)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
–
Munt, Goud ……
f
113.594,380,..-
Iuntmat., Goud
.. ,,
539.192.686,49
f
652.787.066,49
Munt, Zilver, enz.
,,
21.815.851,90
Muntmat. Zilver..
–
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
674.602.918,39
1
)
sioenfonds
……………………
37.951.184,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
4.970.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
6.562.402,28
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5,’32, S. No. 221)
,,
15.486.148,55
f
935.167.278,99 Pae,iva.
Kapi taal ……………………….
f
20.000.000,-
R
eservefonds ……………………
3.807.914,92
Bij
zondere reserve
………………
,,
5.000.000,-
P
ensioenfonds
…………..
……..
,,
9.247.558,28
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
835.067.210,_
Bankassignatiën in omloop ………..
,
20.821,71
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
13.233.247,53
saldo’s:
( Anderen
,,
44.287.337,41
57.520.584,94
Diverse rekeningen ………………
,,
.
4.503.189,14
f
935.167.278,99
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
318.277.834,58
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
795.694.590,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht
………………..
..
–
1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndjë
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No.
99) ……..
/
73.789.100,
2
)
Waarvan In het buitenland
…………….
………
..1.193.034,49
Voornaamste posten
in duizenden
guldens.
Data
Goud
_Muntmat]
CI,c.latie~.p
elscht›.
Anere
Beschikb.
Metaal-
Dek- kinga
Munt
ach qlden
_saldo
perc.
20 Mei
’35 113594
539.193 835.067
57.541
318.278
75
13
,
’35 109594
535.703 846.938
53.116
307.115
74
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.521
54
Data
Tot aal
bedrag
Schatkist-
promessen
,
e ee-
n_n
g
en
Papier
op het
Diverse
1
reke-
discon to’s
_rechtstreeks
_
buitenl.
fin gen
1
)
20 Mei
1935
41.080
–
153.729
786
6.562
13
,,
1935
41.796
–
168.886
806
6.968
25 Juli
1914
67.947
–
61.686 20.188
509
1)
Onder de acilva.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
1
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
1
18Mei
‘352)
129.710
173.280
28.780 48.886
11
,,
1
35′
137.220
175.940 32.750
53.744
20Apr.1935
112.979
1
26.112
172.876
31.271
57.432
13
,,
1935
112.978 1
26.604
176.530
28.543 57.553
25 Juli 1914
22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
Data
Wissels.
buite,i
Dis-
1
Belee-
Diverse
reke-
Dek-
kings-
N.-Ind.
conto’s
nin gen
1
ningen
1)
percen-
_______________
betaalb.
1
tage
18IvIei’351)
580
7220
11.410
64
11
.,,
1352)
490 71.110 11.490
66
20Apr.1935
708
9.686
68
10.674
1
47.
8
13
,,
1935
909
10.600
1
46.173
10.638
68
25 Juli1914
6.395 7.259 75.541
2.228
44
t
)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Ban kbitf.
1
Ban kbUj.
1.
OtherSecurities Data
Metaal
1
in
un
Bankingl Disc.and Securities
1
circulatie _Departm.
1
Advances
15
Mei
1935 193.311
j
390.321
62.318
5.708
1
11.025
8
,,
1935
1193.246
1
394.250
1
58.390
5.799
10.295
22Juli1914
1
40.164
1
29.317
33.633
OtherDeposits
1 Dek-
Data
Oov.
Public
01 her Reservel kings-
Sec.
Depos. Bankers _Accounts
perc.l)
15 Mei ’35 86.906
7.367 103.008
1
38.490 62.990 42,3
8
,,
’35
1
92.476
7.248 104.559
1
38.012 58.997 39,3
22 Juli ’14 11.005 14.736
42.185
29.297 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilver
Te goed
in h t
Wis
–
waarv.l
op het
1
Belee-
.
Ren teioos
voorschof
buiie
e
nl.
sels
buitenl.l
ningen
v.d. Staat
10 Mei’35
80.283
747
10
4.784
1.056
4.311
3.200
3
,,
’35
80.627
751
9
1
4.828
1.057
4.481
3.200
23 Juli’14
4.104 640
–
1
1.541
8
769
–
Bonsv.d)
Diver-
1
Rekg. Courant
Data
zelfst,
sen
t)
i
Circulatle
Zei/st.
1
Parti
–
amort.k.
1
1
Staat
Iamort.k.lculieren
10 Mei’35
5.805
1
2.418
1
82.652
337
1
3.025 114.213
3
,,
’35
5.805
1
2.423
1
82.283
399
1
3.035
113.859
23Juli’14
–
1
–
1
5.912 4011
–
1
943
-, o
iuiLpust
acuva.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Devlezen
1
Andere
Data
Ooud
bij
bui-
als goud-
1
wissels
Belee-
tent. circ.
dekkinu
1
en
ningen
banken
1
)
gelden Je
1
cheques
15 Mei
1935
82,3
1
22,0
4,1
1
3.603,5
65,5
7
,,
1935
82,2
1
22,0
4,0
3.689,9
75,6
30 Juli
1914
1.356,9
1
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
.
Diverse
1
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activat)
j
latie
Cr1.
Passiva
15 Mei
1935
3453
1
641,2
1
957,8
215,1
7
,,
1935
357,5
1
635,8 3.566,6
912,8
1
245,2
30 Juli
1914
330,8 200,4
1
1.890,9
1
9,-
1
40,0
-,
UOC,aa,.
wo. ,e,,te,ivanascr,eirie
13,
1lvie,,
reap.
j,
qu
mln.
NATIONALE BANKVANBELGIE(inBelga’e).
Goud
13
Rekg.Crt.
Data
92
b
..
.
.
0
-.
n
u
n
.
8
0
c
n
16
Mei
13.1011
66
14
166
40
3.850
23
839
1
3
.
016
1
65
11.142
170
166
40
3.846
23
719
FEDERAL
RESERVE
BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Other
Goud-
In her-
1
In de
:
d
t
r
0
a0
1
certift-
cash
2)
disc. v. d.
1
open
caten
1)
member
1
markt
banks
1
gekocht
1 Mei ’35
5.771,4
1
5.750,8
244,5
6,4
1
4,7
24Apr.’35
5.748,2
_5.730,3
249,6
6,8
1
4,7
Belegd
1
1
Totaal
1
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
Algèm.
1
Dek-
Data
in
.
..
1
Gov.Sec.
in circa-I
Kapitaall
kings-
1
kings-
laite
t
1
1
perc.3)
1
perc.
4)
___________
1 Mei
‘351
2.430,5
1
3.161,9
1
5.073,6
1
146,7
73,0
1
–
24Apr.’35j
2.430,2
J
3.145,8
5.064,3
146,9
73,1
1
-,
t.,.
wciuc,a uUV UC OCII4IKIbI adIl UC RCOCIVC OdIllieli
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.
1
34 van
100 op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,.Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeleebbare
schulden:
F. R.
Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig beta1mIdde1 tegenover Idem.
PARTiCULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. BES. STELSEL.
Data
1
Aantal
Dis-
1
conto’s
t
.
1
Beleg-
IReservel
bij de
Totaal
1
1
Waarvan
lieenin.
en
i
gingen F. R.
1
depo-
sifo’s
1
time
I
deposits
beleen.
banks
1
24
Apr.’351
1
1
7.642
110.975
1
3.538
1
20.148
1
4.498
17
,,
1
7.632
1
11.012
1
3.345
1
20.038
1
4.494
wa.u.0 na,. u .uu.
flan., ee
ascne flank
en en nans
0, fl09.
land zijn In duizenden, alla overige posten In millioenen van de be.
treffende valuta.