Ga direct naar de content

Jrg. 2, editie 97

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 7 1917

7 NOVEMBER 1917

Economisch’,-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRiFTEN

2E JAARGANG

WOENSDAG 7 NOVEMBER 1917

No.
97

INHOUD

Bla.

EEN NEDERLANDSCHE IJZER- EN STÂALFABRIEK

……….
325
De

Billiton-Concessie
…….
…………………….
826
Het Goud- en
Inflatie-Vraagstuk
…………………
.
829
AANTEEKENINGEN:
De
Pruisische Seehandlung
……………………
830
Portugeesche muntzorgen

……………………
831
BOEKAANKONDIGING …………………………….
831
REGEERINGSMAATREGELEN OP HANDELSCEBIED

…………
831

MAANDCIJFERS:
Spaarbankcijfers

…………………………..
832
Emissies

in

October

1917

……………………
832
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN

………………833-841
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen. Goederenhandel.
Bankstaten.
Vrkeerswezen.

INSTÎTUUT VOOR ECONOMISCHE

GESCHRIFTEN

WEEKBLAD ECONOMISCH-STATIBTIBCHE BERICHTEN

Het secretariaat van het weekblad is gevestigd te
Rotterdam, Pieter de Hooghweg 1, telefoon. no. 8000.
Tele grâmadres: Economisch Instituut.
Bijdragen, en mededeelingen., den inhoud betref-
fende, gelieve men te zenden aan het secretariaat.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederland, f 10,—, buitenland en koloniën
1
1e,-

per
jaar. Losse nummers 25 cents.
Leden en donateurs van. het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos,
voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.

Mededeelin gen betreffende abonnementen en adver-
tentiën richte men tot Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdani, Amsterdam, Den. Haag,
Advertentiën. f 0,85 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief.

6 NOVEMBER 1917.

In verband met de maandswisseling was gedurende

de afgeloopen week de vraag naar geld overwegend,

zoodat particulier disconto slechts voor beperkte

bedragen te plaatsen was. De rentevoet steeg van

2% tot 3Y4 pCt. Nadat aan de sterkste vraag was vol-

daan, kon in het laatst der week prima papier weder

tot circa 3 pOt. plaatsing vinden.

De prolongatierente noteerde 3, 3Y4 en 3 pOt.

*

De stemming op de wisselmarkt was beter. De om-

zetten in ententewissels waren nog stéeds niet groot,

maar er was wat meer vraag, zoodat de koersen iets

verbeterden. De koersen in Londen waren, voor zoover

bekend geworden, weder beduidenjl lager dan de

noteeringen hier te lande, Woensdag 10.30, hadden

evenwel hier weinig invloed.

Het waren echter hoofdzakelijk Berlijn eb Weenen,

die van de goede stemming profiteerden, zoodat deze

koersen verder beduidend konden stijgen. Er was veel
reëele vraag, hoofdzakelijk omdat de overtuiging veld

wint, dat de bekende overeenkomst met Duitschland

ok aan den wisselkoers hier ten goede moet komen.

En hoewel de baissiers nog ‘herhaaldelijk aanvallen

waagden, behield een vaste stemming de overhand.

Ten sl,otte raakten verschillenden hunner in moeilijk-

heden. De koers steeg van 31.40 tot 32.72V2.

De koers op Stockholm was wederom vaster en
bereikte Vrijdag een oogeublik een noteering van

99.75. Daarna kwam er eenige ontspanning. Heden

98 sterk aangeboden.

EËN NEDERLANDSCHE IJZER- EN

STAALFABRIEK.

Naar aanleiding van de ingezonden stukken in het vorig nummer van dit tijdschrift, wil ik mijn, mede-deeling over de hoogovenplannen, in nr. 95 gedaan,
nog wat toelichten, nu haar lezing twee gepubliceerde
en een mij onbekend aantal ongepubliceerde stukken
uitlokte. Ik zal dit slechts zeer in het kort doen.
In de eerste plaats merk ik op, dat ik niet schreef
als ingenieur, maar als iixdus•triëel, en’ vele andere ihdustriëelen hebben, gelijk men heeft kunnen zien,
evenals ik de circulaire, waarin tot deelneming wordt
opgewekt, onderteekend. Zij allen – en natuurlijk
klinkt de naam van den heer Kröller hier als een der eersten – hebben in de commerciëele vooruitzichten
van deze zaak vertrouwen. Dat de heer Kröller in 1911
dver een zuiver hoogovenbedrijf anders dacht dan in
1917 over dit nieuwe ijzer- en staalpian is zoo natuur-
lijk, dat hèt zeker niet als argument tegen het laatste
kan dienen. Ik wil slechts wijzen op de ontwikkeling
onzer steenkolenmijnen in de richting der winning van
côkes-kolen – die voor het hoogovenbedrijf als basis
moeten dienen – sedert 1911 en op de samenkoppeling
der hoogovens met staalfabrieken, waarvan toen geen
sprake was. Ik waag het uit de school te klappen om
te vertellen, dat de heer Kröller – wiens verdediging
ik overigens niet behoef op mij te nemen! – van deze
laatste combinatie
zijn
medewerking afhankelijk stelde.
In’ mijn stukje gaf ikaan waarom op technische
rnden het gecombineerde bedrijf meer economisc3i is
dan het gesplitste. Niet minder is dat het geval om
commerciëele redenen. Op de schrotverwerking in het
staalwerk wees ik reeds. Ik kan er nog aan toevoegen,
voor wie dit niet uit het geschrevene mocht conelu-
deeren, dat .de Nederlandsche ijzer- . en staalfabriek
niet alleen haar grondstoffen goedkooper kan aan-voeren dan het achterland, maar door de nabijheid
van de grootste gebruikers van de staalproducten en de
gemakkelijke verscheping en het goedkoope transport
van het gietijzer, ook bij de aflevering van haar pro-
ducten in gunstiger omstandigheaen verkeert. Wat de
kolen betreft is het waar, dat de transportkosten naar
hier hooger zijn dan naar een deel der Duitsche fa-

826

ECONOMISÇH-STATISTISCHE BERICHTEN

. 7 November
1917

brieken, maar de te vervoeren ertshoeveelheden zijn
dubbel zoo groet en voor deze geldt het voordeel dèr

lagere vracht. Het technisch detail der minette zal ik
thans laten rusten.

Dat we over de toestanden na den oorlog niet te

optimistisch moeten zijn,
l
is waar: Duitschland zal

een scherpe concurrent wezen. Dit geldt voor onze ge-

heele metaalindustrie, maar concurrentievrees weer-

houdt ons toch niet onze zaken met lust te blijvèn

doen en zoo
mogelijk
uit te breiden! Moet deze angst
ons wel afschrikken van het aanpakken eener nieuwe
industrie, als deze volgens commerciëele begrippen

minstens in even gunstige omstandigheden zal vr-
keeren als de concurrentie? En we moeten ons voor

Duitschlands concurrentie toch ook weer niet al te
bezorgd maken. Men zal zich daar een plaats op de
buitenlandsche markt moeten heroveren, maar de

bedrijfskosten zijn er ontzaglijk hoog geworden en

zuilen er hoog blijven. De tegenwoordige prijzen – de

tienvoudige van die in 1914 – mogen fancy-prijzen
zijn, ze zullen wèl boven het vroegere niveau blijven
en gedurende jaren zal de wereldbehoefte abnormaal
hoog zijn. Dit zijn enkele factoren ten gunste van de

nieuwe industrie,
gelijk
er zoo heel veel andere zijn, maar ik zal over de rentabiliteit niet in verdere dis-

cussie treden. De groote deelneming in het kapitaal
bewijst,
Het gevaar van een critiek als hier geuit, is gele-
gen in de waarschuwing tegen staatsdeelneming.
,,Waaroni is die deelneming noodig?” zegt de schrijver

en hij staat klaar met een
afwijzend
antwoord. Met

het oog op anderen is het misschien goed en noodig
hier een tegenovergestelde motiveering te geven.
De staat
mag
in deze zaak m.i. met volle gerustheid
deelnemen, omdat zijn belang bij de totstandkoming in

zeer hooge mate betrokken is. De materialen, die zullen
worden vervaardigd, zijn voor den staat hier en in
Indië van de allerhoogste waarde. Natuurlijk weet ik,

dat we ons door deze industrie niet onafhankelijk zul-

len maken van het buitenland. Ik ben het geheel eens
met den schrijver, dat dit niet noodig is, en ik acht
dit ook volstrekt geen ideaal, dat nagestreefd moet
worden, omdat ik weet, dat we daarmede op gevaar

lijk terrein zouden komen. Maar wel is het een’ feit,
dat we door deze industrie in normale tijden – om
yan abnormale als thans niet te spreken – veel zelf-

standiger zullen worden. De staat
kan
uit financiëele
éverwegingen deze industrie steunen, omdat zij,
al moge ze waarschijnlijk wel moeilijke jaren hebben
door te maken
gelijk
iedere nieuwe industrie
—;
tot
bloei zal komen en tal van andere welvaartsbronnen zal kunnen doen openen of ruimer vloeien. De deel-
neming van den staat is wenschelijk, omdat zijn steun

een moreele waarde heeft in deze zaak van interna-
tionale beteekenis, die zeer noodig kan zijn. Het is
wel wat heel ver gezocht hier met den boernan van het
protectionisme te komen, waar het de fabricage geldt

van een grondstof juist voor hen, die in de eerste
plaats de zaak aanpakten: scheepsbouw, metaalindus-
trie, reederj en eindelijk voor den staat zelf. Hier
heeft de voorzichtige critiek de bedachtzaamheid wel
wat heel ver gedreven!

De staat zal dezaak
moeten
steunen, omdat.
ze anders niet tot stand komt. Ik heb er op gewezen
welk een ‘groot bedrag is gemoeid met de oprichting
ei
de 7,5 millioen, waarvan men op ‘staatsdeelneming
hoopt, nadat de andere belanghebbenden reeds hun

deel hebben gedaan, zijn heel zeker op het oogenblik
niet te verkrijgen, ik stel daarbij op den voorgrond,
dat aanvaarding van buitenlandsche deelnemiiig voor
het ‘grootste deel der inschrijvers het aantrekkelijke
van de zaak zou wegnemen en dan ook’voor hen niet
aanemeljk zou zijn.

Eindelijk en hiermede dank ik den tweeden inzen-
d,er voor zijn juiste opmerking: als men in Indië te
eeniger
tijd
zal willen of moeten overgaan tot een
dergelijk bedrijf als wij hier wenschen, zal men in,
ruimen zin kunnen en moeten profiteeren van de

ervaring, hier te lande opgedaan en van de hulp der

deskundigen, hier te lande gevormd.
Ik ben over de Indische industrie in deze richting
niet zoo hoopvol gestemd als de inzender, maar ik
erken gaarne, dat het noodig zal kunnen wezen of de
tijd zal kunnen komen, dat ze aangepakt wordt. Ik
kan hieraan toevoegen, dat de deelneming van belang-
hebbende Indische kringen ten deele op grond der

bovengenoemde overwegingen is toegezegd.

C. F. STORK.

DE BILLITON-CONCESSIE.

Waar een korte bespreking van het onlangs ver-
worpen wetsvoorstel tot verlenging der Bilhiton-Oon-

cessie voor de lezers nu dit blad van belang• wordt
geacht, geef ik gaarne gehoor aan het verzoek der
redactie om dienaangaande een en ander mede te doe-
len. Het komt gewenscht voor aan deze bespreking
enkele mededeelingen omtrent Billiton te laten voor-

afgaan.
Terwijl de exploitatie der zoogenaamde stroomtin-
erts-afzettingen op Banka reeds dateert van het begin
der 18de eeuw, gaat de ontginning op Billiton niet
verder terug dan tot 1852. De afzettingen van tinhou-
denden grond zijn op beide eilanden geologisch vol-komen gelijkwaardig en de ontginning door handen-
arbeid had dan ook op analoge wijze plaats. Wat deze exploitatie betreft, bestaat alleen in zooverre verschil,

dat de ontginbare terreinen op Banka in grootere aan:
eengesloten complexen voorkomen en gemiddeld rijker
kunnen worden geacht,
terwijl
ook plaatselijk op Billi-
ton een dikkere bedekking door boze lagen wordt aan-
getroffen, wat tot hoogere exploitatiekosten aanleiding
geeft.
J’uist deze dieper gelegen en door andere technische
bezwaren
moeilijker
ontginbare afzettingen gaven, in
verband met de stijgende tinproductiekosten, om-
streeks 1907 aan de il1iton-Maatschappij aanleiding
machinale exploitatie in te voeren. Men had hierbij
niet in de eerste plaats op het oog vermindering der
eigenlijke winningskosten per M
3
. verzetten grond, al
hoopte men 66k dit langs dien weg te bereiken. De
hoofdargumenten waren koeliebesparing, eenvoudiger

beheer, vergrootiug der productie en daardoor ver-
mindering der algemeene onkosten per pikol gepro-
duceerd tinerts, ten slotte argumenten van technischen
aard. Besparing op den kostprijs van het tin werd
aanvankelijk allerminst verkregen.
Wij
zien de instal-
latie van het machinaal bedrijf gepaard gaan met een
aanmerkelijke stijging, eerst na 1912)14 door een
daling gevolgd.
Aangaande de hoeveelheid en den rijkdom der nog
op Billiton aanwezige ,,alluviale” tinertsafzettingén
loopen de meeningen uiteen. – Reeds omstreeks 1895
werd verkondigd, dat het met deze afzettingen’ snel op
een eind liep, welke vrees sindsdien volkomen mis-
plaatst bleek. Aan den anderen kant moet noodzake-
lijkerwijze eenmaal aan de alluviale ontginningen een
eind komen, waar alleen door verbeteide winnings-
methoden, en tot op zeer matige hoogte, ‘de hoeveel-
heid winbaar erts kan worden vermeerderd: Persoon-
lijk ben ik van meening, mede op grdnd van de moge-
lijkheid reeds eenmaal bewerkte rijke terreinen nog-
maals te Qntginnen, dat ook indien ‘de exploitatie in-
tensiever wordt gedreven dan nu reeds het geval is,
het nog lange jaren na 1927 mogelijk zal blijken met
voordeel ailuviaal tin te produceeren. De juistheid van
deze meening is echter evenmin te
bewijzen
als het
tegendeel.
Tegelijk met de ‘installatie der machinale ontgin-
ningen werd door de Billiton-Mij. op grond van het
advies van Prof. S. J. Vermaes, welke in’ zoogenaamde
ijzerertsen van Billiton, tin in
belangrijke
quantiteit
had aangetoond, de aderexpboratie ter hand genomen.
De resultaten waren zeer gunstig. Primaire tinerts-
afzettingen werden gevonden in vrij grooten getale,
van zeer uiteenloopend karakter, waarvan verschil-
lende zoowel door hunne afmetingen als door hun ‘ge-halte een loonende exploitatie beloven, ook al mag bij

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN,

827

het verwerken der pyritische ertsen, volgens de tot nu toe gebruikelijke methoden slechts op een matig win-ningsrendement gerekend worden. De’ Billiton-Maat-
schappij heeft in deze exploraties een belangrijk be-
drag vastgelegd, terwijl het verder in exploitatie
brengen nog groote sommen zal vorderen. Waar tege-
lijk de machinale ontgixiningen in aantal toenamen is

het niet te verwonderen, dat de maatschappij zeker-
heid trachtte te verkrijgen, dat zij hare werkzaamhe-
den ook na 1927 zou kunnen
blijven
voortzetten. flet
overleg dienaangaande met de Regeering werd be-lichaamd in een tot verlenging der concessie strek-
kend wetsvoorstel, dat op 14 Mei 1915 de Staten-
Generaal bereikte.

Terecht is opgemerkt, dat tot op heden de •B. M. voor haar
bedrijf
steeds krachtigen steun van het
Gouvernement heeft genoten, doch evenzeer moet
worden geconstateerd, dat zonder den persoonlijken ondernemingsmoed der eerste ontginners, met name van den heer J. F. Loudon, het, na het ongunstig ad-

vies van den gouvernementsambtenaar, Dr. Oroocke-
wit, die in 1850 tin op Billiton afwezig verklaarde, nog tientallen jaren had kunnen duren, alvorens al-
daar een bloeiend tinbedrijf ware gevestigd en dat de
verdienste der Billiton-Maatschappij, – mede ten
opzichte van het zo6veel belangrijker
Bankabedrijf -,
in 1908 met opoffering van belangrijke kapitalen de
aderexploratie te hebben opgenomen, ondanks het on-
gunstig advies van onzen bekendsten geoloog, Dr. Ver-
beek, moeilijk kan worden overschat. Mag eenerzijds,
naar algemeen wordt erkend, de Billiton-Mij. op grond
van moreele overwegingen geen aaispraak kunnen
maken op concessieverlenging, anderzijds wil het voor-
komen, dat reeds hare verdiensten inzake aderexplo-ratie allôén haar recht geven op gunstige overgangs-
bepalingen, indien haar bedrijf na 1927 aan den staat
mocht overgaan, en dat men zich bij de overname van
de tot genoemde exploratie behoorende waarden niet uitsluitend of zelfs in de eerste plaats op zuiver com
merciëel standpunt mag stellen.

De indiening van het ontwerp-overeenkomst werd
gevolgd door een felle, bij de verdere behandeling her-
haaldelijk geciteerde critiek in de Indische Gids van
September 1915, van de hand van den ingenieur E. P.
Wellenstein. Ook in het Voorloopig Verslag van 29
September ’15 werd critiek allerminst gespaard. Zij
betrof zoowel de concessieverlenging op zich zelf, het
tijdstip waarop zij werd voorgesteld en haren langen
termijn, waar tegenover de nieuw opgenomen naas-
tingsclausule een onvoldoend tegenwicht werd geacht,
als de naastings-, reserveerings- en liquidatiebepalin-
gen, de technische ‘motieven der verlenging en ten
slotte de uitbreiding van het ontginningsrecht der
maatschappij tot andere metalen dan tin. Nadat in de
Memorie van Antwoord van 19 September 1916 de ge-
maakte opmerkingen uitvoerig waren bestreden, werd
het ontwerp voor openbare behandeling voldoende
voorbereid verklaard.

Naar bescheiden meening komt in de gewisselde
schrifturen het hoofdpunt niet voldoende op den voor-
grond. Het ging hier m.i. eenvoudig en alleen om de
grootendeels principiëele keuze tusschen staatsexploi-
tatie en exploitatie door een maatschappij, die % van
haar winst aan den staat afstaat. Principiëele voor-
standers van staatsexploitatie zullen wel nooit een
geschikter object kunnen vinden dan de Billit6n-ont-
ginning. Tegenstanders zullen daarentegen constatee-
ren, dat door uitkeering van liefst 62’/a pOt. van de
netto winst in ruime mate aan de eischn van den
staat wordt tegemoet gekomen en zullen hierbij wellicht
steun
krijgen
vai hen, die alleen met het oog op directe
financiëele voordeelen voor staatsexploitatie
zijn
ge-porteerd. In plaats van deze keuze scherp te stellen
zijn door beide partijen argumenten, vooral ook van
technischen aard, in het debat gebracht, welke door
hun gebrek aan kracht voornamelijk den respectieven
tegenstanders ten goede kwamen en verwarring moesten’
stichten
bij
hen, die nog geen gevestigde opinie had-
den gevormd. Ware dit niet het geval, waarschijnlijk

zou de openbare behandeling niet geëindigd
zijn
in het
aannemen van de motie-Boissevain, welke door het
missen van een basis voor het daarin verlangde over-
leg, voor vôér- en tegenstanders van concessie-verlen-ging gelijkelijk onbevredigend moet worden geacht.

Bij de mondelinge behandeling trad op den voor-
grond een argument uit de Memorie van Toelichting,

waarbij ten gunste van concessie-verlenging werd me-degedeeld, dat een door den dienst van het Mijnwezen
ingesteld onderzoek zou hebben aangetoond, dat in-
dien de maatschappij met den afloop der concessie
voor oogen, zich voornamelijk beijverde om de met

hare gewone middelen gemakkelijk ontginbare af zet-
tingen te bearbeiden, de voortzetting van de tinwin-
ning na 1927 door machinale ontginning van armere
terreinen en dooi diepbouw zeer bezwaarlijk zou zijn
geworden. M.i. terecht werd in het Voorloopig Ver-
slag er op aangedrongen te mogen vernemen op welke
gronden deze bewering steunde. Ik geloof niet, dat
één technicus door de nadere toelichting in de Memo-

rie van Antwoord zal kunnen zijn bevredigd. Dit roof-
bouw-argument mist practische basis. Gesteld men
lon op grond der aan de ontginning voorafgaande
boringen de plaats der rijke ertsloopen van te voren

nauwkeurig vaststellen, wat niet het geval is, dan zou
het toch voor het alléén wegnemen der rijke deelen
noodig zijn, dat behalve de direct bovenliggende grond
zooveel meer wordt weggegraven, dat taluds van ‘min-
tens plm. 450 ontstaan. Nu is de ertsafzetting echter
k{iet zoo onregelmatig of het zal dan altijd wel bonen
dok de aangrenzende minder rijke deelen mede te
iiemen, die per M
2
. ertslaag dan zooveel minder M
3
.
grond verzet vragen, dat daardoor ‘de mindere rijk-
dom wordt opgewogen. Bij machinale ontginningen is
ioofbouw eerst, recht uitgesloten, doordat deze out-
inningsvorm aangesloten complexen eischt. Wel zal de maatschappij er naar kunnen en dienen te streven,
.roo
r
zoover dit met het oog op haar machinale hulp.
niiddelen en haar gevoelige arbeiders-organisatie gaat,
eerst de rijkere complexen te ontginnen en daarna de
îrmere, doch dit schaadt in geen enkel opzicht de latere ontginning dier armere terreinen. Dit is dan
bok geen roofbouw, doch goede politiek, die in ieder
geval zal worden toegepast of de concessie verlengd wordt of niet. Het zou te ver voeren uiteen te zetten,
waarom roofbouw in de diepmijnen evenmin mogelijk
iioet worden geacht.
V.
Technische en economische gronden maken het al
evenzeer onwaarschijnlijk, dat de schildering, door den
Minister gegeven aangaande het verloopen van het
bedrijf der Billiton-Mij. bij verwerping der wet, met de werkelijkheid zal overeenkomen. Veeleer zal, uit
welbegrepen eigenbelang, de ontginning ‘der diep-
mijnen met de meeste kracht worden voortgezet. In
deze diepmijnen is nu eenmaal een belangrijk bedrag
vastgelegd en de eenige – manier om dit vastgelegde
kapitaal er weer uit te halen is meer geld er in te ste-
ken, waarbij het goede gehalte der ertsen waarborgt,
dat niet alleen dit laatste geld met interest wordt
terug verdiend, doch ook uitzicht opent reeds binnen
10 jaar een groot deel, van het nu reeds uitgegeven
bedrag in de kas te zien terugkeeren.

Zijn de technische argumenten voor concessiever-
lenging niet sterk, die er tegen, waren niet krachti-
ger. Door den heer IJzerman is gewezen op het groote
verschil in productiekosten tusschen het Banka- en
hetBilliton-tin en op de groote prijsstijging van dit
laatste tusschen 1910 en ’14. In de inleiding is reeds
ermeld waarom gelijke winningskosten niet hadden
mogen worden verwacht. Ook moet bedacht worden,
dat de algemeene onkosten op de kleine Billiton-
productie ongelijk zwaarder drukken. De kostprijs.
stijging hangt nauw samen met de installatie van het
nieuwe mchinale bedrijf en al zou op grond deT
cijfers op Billiton bezuiniging mogelijk moeten wor-
den geacht, een groot deel van het prjsverschil en
van de plotselinge, prijsstijging is terug te brengen
tot logische oorzaken..
De heer
.
IJzerman heeft uit de sterke prijsstijging

828,.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917

in verband met de tinprijsschommelingen de conclusie

getrokken, dat het Billitonbedrijf speculatief moest
worden genoemd, van welke uitlating door zijn tegen:
standers een dankbaar gebruik is gemaakt. Toch is
deze conlusie mijns inziens niet geheel juist. Indien
tusschen 1910-’15 niet een gunstige conjunctuur had
bestaan, zou de B.-M. niet in de gelegenheid zijn ge-
weest het machinale bedrijf te installeeren, althans

zou zij zeker het niet hebben gedaan en de abnormale
stijging van den
prijs,
welke bij tinprijsdaling verlies
had kunnen geven, ware tevens uitgebleven. Ik acht dan

ook zeker aan het Billitonbedrijf, zooals het zich nu
heeft ontwikkeld, met uitzondering van het Banka-
bedrijf, minder risico verbonden dan aan eenig ander
mijnbedrijf in onze Koloniën.

Als voordeel van staatsexploitatie werd nog ge-
noemd, dat daardoor de Banka- en Billiton-productie,
in één hand gekomen een sterker positie op de wereld-

markt zouden innemen. Hiertegen is aangevoerd, dat,
waar de Billitonproductie nauwelijks 5 pOt. van de
wereldproductie bedraagt, door samenvoeging de posi-

tie van het Gouvernement niet noemenswaard zou
worden versterkt. De
practijk
leert echter, dat in som-
mige tinproduceerende landen, met name Oornwall;
waar de relatieve armoede van het erts slechts weinig

winningsverdienste laat bij gemiddelde tiiiprijzen,
mijnen geopend en weer gesloten worden naarmate de
tinprijs
stijgt
en daalt. Deze tinprjs maakt tengevolge
van de smalle marge tusschen productie en verbruik
vrij sterke en snelle schommelingen. Heeft eenerzijds de
prijs directen invloed op de productie, aan den anderen
kant heeft een hoogere productie direct belangrijken

invloed op den prijs, waarbij het gaat om quantiteiten
van misschien hoogstens 1 pot. der wereldproductie.
Ik mee’ dan ook, dat niet de Billitonproductie te
klein is om door samenvoeging de Banka-positie te
kunnen versterken, doch veeleer dat Banka en Billiton
reeds ieder voor zich een voldoend krachtige markt-
positie innemen dan dat, waar onderlinge concurren:
tie toch onwaarschijnlijk blijft, van samenvoeging nog
bijzondere voordeelen te verwachten zouden zijn.

Als argument voor concessieverlenging werd nog
aangevoerd, dat de arbeiderstoestanden op Billiton
zooveel beter zouden
zijn
dan op Banka. Mag de aan-
merking, welke gemaakt is op het feit, dat aan de
administrateurs politiebevoegdheid was verleend, in

een
tijd
dat slavernij afgeschaft heette, juridisch juist
worden geacht, in wezen is
zij
in hooge mate onbillijk
tegenover de maatschappij die, wat behandeling van
hare Ohineesche arbeidskrachten aangaat, aan ieder
andere- zonder uitzondering, ten voorbeeld kan wor-
den gesteld.

Terecht werd opgemerkt, dat het aangevoerde toch
geen motief voor de concessieverlenging is, hoogstens
een spoorslag om ten spoedigste de Bankaverhoudin-gen’ te verbeteren, indien dit werkelijk noodig is.
Aangaande het naastingsrecht, dat nieuw in het
contract is opgenomen, als tegenwicht tegen de lang-
durige concessieverlenging, werd eenerzijds gemeend,
dat het de
mogelijkheid
opende reeds in 1929, indien
men dit wenschte, tot staatsexploitatie over te gaan,
anderzijds werd aangevoerd, dat indien deze bedoeling
voorzat, het geheele voordeel voor de maatschappij en
den staat, uit de concessieverlenging te verwachten;
ilhisoir moet worden geacht. Naar bescheiden meening
is aan deze naastingsclausule geen groot practisch
gewicht te hechten. Wordt niet reeds nu in uitzicht
gesteld, dat in 1927 tot staatsexploitatie zal worden
overgegaan, dan is de kans groot dat de maatschappij
minstens tot 1967 in hare rechten zal blijven, immers
de onmiddellijke aanleiding tot wijziging zal ontbre-
ken. Omgekeerd zou ook de maatschappij wel van déze
opinie zijn geweest en zich niet veel van de bedreiging
hebben aangetrokken, gesteld deze bedreiging zou op
hare gestie invloed kunnen hebben. –
– De verdere debatten hadden voornamelijk betrek-
king op naar de meening der sprekers minder gelukJ
kigo bepalingen in het contract Waar amendementen
uit den aard der zaak waren uitgesloten, zullen dien-

tengevolge eenige stemmen aan het wetsontwerp zijn

ontvallen. Ten aanzien van deze .punten had men mo-
gen verwachten tenslotte met de B.-M. tot overeen-
stemming te kunnen komen, indien haar als prijs
concessieverlenging definitief in uitzicht kon worden
gesteld, evenals
zij
ook in 1891 verstandiglijk op hare
zoogenaamde minimumeischen is teruggekomen.
Het resultaat der beraadslaging werd neergelegd in
een tweetal moties, beide den Minister uitnoodigend
nader overleg te plegen met de B.-M. omtrent het

mogelijk maken van een rationeele ontginning tot en – na 1927, de niotie-Ijzerman onder toevoeging, dat na
dat jaar tot staatsexploitatie zal worden overgegaan,
terwijl de motie-Boissevain zich dienaangaande niet
uitlaat.

• De motie-Ijzerman werd met kleine meerderheid
verworpen; hetzelfde lot, maar met groote meerder-
heid, trof het wetsontwerp, nadat de motie-Boissevain
was aangenomen.

Naar het voorkomt is hiermede niet veel bereikt.
Na het debat over de naastingsclausule zal
bij
de
B.-M., ondanks het verwerpen van de motie-IJzermau,
eenige twijfel blijven bestaan aangaande den levens-
duur harer concessie en ook de Minister kan moeilijk
overtuigd zijn, dat een nieuw contract genade in de oogen der Kamer zal vinden. De onderhandelingen
zullen dus tegelijkertijd moeten worden gevoerd op de

basis dat de concessie wel en dat zij niet verlengd zal
worden. Veel resultaat van zulke onderhandelingen
kan toch niet worden verwacht. Het voornaamste,
trouwens voor het land niet onvoordeelige, resultaat
is uitstel der beslissing.

Waar iets analoogs
eigenlijk
ook ‘het gevolg is ge-
weest van de beraadslagingen inzake Djambi en
Buurse, waar uitstel géén voordeel kan worden ge-
noemd, is het zoeken naar een algemeene reden wel-
licht gemotiveerd.
Nederland is geen mijnbouwland. Mijnbouwdeskun-

digen zijn schaarsch en mede dientengevolge niet in
de Kamer vertegenwoordigd. Het toeval wil, dat door
den kolen-, ijzer- en zoutnood, tengevolge van den oorlog
eenerzijds en door de steeds meer baan brekende ethi-
sche politiek en de behoeften der Indische schatkist
anderzijds, de
mijnbouwaangelegenheden
meer in het
centrum der belangstelling zijn gekomen. In verband
daarmede hebben kort na elkaar verschillende wets-
ontwerpen, met name ook de
wijziging
der Indische
Mijnwet, het parlement bereikt, terwijl nog andere zullen volgen. Uit den aard der zaak zijn deze ont-
werpen mede gegrond op technische overwegingen,
welke als zoodanig aan de directe beoordeeling door
de Kamerleden ontschieten. De parlementaire usance
schijnt mede te brengen, dat de zuiver technische
adviezen – hier zijn niet die van den Mij nraad be-
doeld – waarop de voorstellen steunen, niet mede wor-
den overgelegd. De Kamerleden missen dus bij hunne
beoordeeling ieder technisch houvast, wat het ne-
men van beslissingen in hooge mate – moet bemoei-
lijken. Door den hoogleeraar W. A. Knol is in de
Ingenieur van 17 Maart 1.1. een lans gebroken voor
het plan om over al de toch samenhangende Indische
mijnbouwaangelegenheden, door een staatscommissie
een advies te laten uitbrengen, ter voorlichting van
Parlement en Regeering. De Minister wees
bij
de kolo-
niale begrooting van 1917 dit denkbeeld van de hand,
als voor de Regeering overbodig. Toch moet worden
erkend, dat de technische voorlichting van den Minis-
ter bij het laatst behandelde ontwerp weinig ge-
lukkig is geweest. Bij de beraadslaging kwam boven-
dien aan het licht, dat de Regeeringscommissaris bij
de Billiton-Maatschappij in Ned.-Indië sinds ruim
4 jaar in ruste is en zelf niet beter wist of hij was
sinds lang’vervangen, wat terecht uit een oogpunt van
gebrek aan toezicht niet in den haak werd geacht,
doch tevens
blijkt
hieruit, en hierop is niet de aan-
dacht gevestigd, dat deze aangewezen adviseur der
regeering inzake concessieverlenging
blijkbaar
niet
door het Departement van Gouvernementsbedrijven
is geraadpleegd geworden. Uit een ingezonden stuk

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

829

in den Ingenieur van 3 Nov. treedt naar voren, dat
de chef van het Mijnwezen het absoluut niet eens is
met het bij de begrooting van 1918 in te dienen voor-
stel om de nog resteerende resten van wat eens het
Mijnwezen was, te splitsen in twee direct onder den directeur van Gouvernementsbedrijven staande, van
elkander onafhankelijke afdeelingen. Het wil dus
schijnen, dat in Indië bij de voorlichting van den
Minister aan de technische adviezen der daartoe aller:
eerst geroepen ambtenaren niet die plaats wordt inge-ruimd, welke zij verdienen. Ook uit dien hoofde meen
ik, dat het benoemen van een staatscommissie tot ad-vies inzake Indische mijnbouwaangelegenheden toch
ook met het oog op voorlichting van de Regeering,
ampele overweging moet blijven verdienen.
Dr. T.
RUEB.

HET GOUD- EN INFLATIE-VRAAGSTUK.

Inflatie treft men niet alleen aan op het terrein der
economie, maar is een begrip, dat ook voorkomt in de

medische wetenschap en beteekent’ daar in het alge-
meen een ziekeljk verschijnsel van opgezet, opgebla-
zen zijn. De geneesheeren, die te zorgen hebben voor
het welzijn van het menschelijk lichaam, zijn bij het
vaststellen van hun diagnose in den regel voorzichtig.
Slechts wanneer het bij hen vaststaat, dat een ver-
schijnsel dè ke.nteekenen toont van een bepaalde ziekte,
zullen zij die uitspreken. Des te behoedzamer zullen
zij zijn, waar het geldt eene epidemie te constateeren,
die in
wijden
kring ernstige gevolgen kan hebben en
waarbij de maatregelen, welke zij ter afwering of voor-
koming der ziekte genomen of misschien . nagelaten
hebben, aan scherpe critiek blootstaan, omdat men
van doktoren maar al te dikwijls eischt, dat zij in de
toekomst kunnen zien en alles van te voren dienen te
weten.
Zoolang de geneesheeren in zoo’n toestand eensge-
zind zijn en misschien elkander als
O
auguren toelachen,
blijft de goê gemeente wel in rustige afwachting van
de komende dingen. Maar het kan voorkomen, dat zij
uiteenloopende opvattingen hebben, met miskenning
of verkeerd begrip van elkanders diagnose; de een
grjpend naar zijn leerboek constateert reeds de ziekte
‘uit louter theorie, terwijl de ander zijn oordeel be-
dachtzaam opschort, rekening houdend met de prac-
tijk en met de oogenblikkeljke lichaamsgesteldheid
van zijn zieken-materiaal. De een meent
bij
zijn
patiënt niet mathematische’ juistheid te kunnen con-
cludeeren tot eene vermindering van de kracht eener
voorname levensfunctie en niet beter te kunnen doen,
dan daarop met allen aandrang te
wijzen,
terwijl de
ander die krachtvermindering niet zoo snel aanneemt
en het wijs oordeelt het geloof aan die kracht niet te
schokken en demoraliscering te voorkomen.
In deze overpeinzingen geraakte ik, toen ik in de
dagbladen en tijdschriften
van de laatste weken al
meer en meer het woord inflatie aantrof als hoofd
van artikelen en ingezonden stukken, handelende over
dit economisch ziekte-verschijnsel. Laatstelijk zijn de
pennen in beweging gebracht naar aanleiding van de
inaugurale rede van Prof. Dr. 0. A. Verrijn Stuart,
den nieuw benoemden hoogleeraar in de staathuis-
houdkunde te Utrecht.
Het begrip inflatie geeft een rijke stof voor be-
schouwingen; in de eerste plaats al omdat niet ieder-
een daaronder hetzelfde verstaat.. Prof. Verrijn Stuart
definieert het als ,,eene door overmatige, niet door metaal gedekte papier-uitgifte ontstane depreciatie
van het geld.” De Zweedsche Prof. Oassel constateert,
als ik hem goed begrijp, reeds inflatie, zoodra de
prijzen der goederen stijgen boven die van v66r d’en
oorlog, volgens een toen berekend index-cijfer. Anderen
zien in inflatie meer een daad dan een toestand en wel een opzettelijk streven om zonder paal of perk, en met
veronachtzaming vande metaaldekking, betalingen in
papieren geld te doen, aan welk drijven dan, sedert den
oorlogstoestand de Staten debet zouden zijn.
Wederom anderen hebben voornamelijk oog voor
wat zij noemen gevaarlijke inflatie, namelijk over-

matige uitgifte van fiduciair papier tegen credietver-
schaffing, terwijl
zij
zich neerleggen
bij
een overvloed

van betalingsmiddelen, in handen van het publiek,
sanneer deze maar in hoofdzaak valideert tegen goud
uit het buitenland ontvangen als betaling voor gele-
verde goederen.
Hoe het ook zij niemand is bevredigd
bij
den tegen-woordigen toestand van
prijzen
en betalingsmiddelen
en men gaat aan ‘t zoeken naar de oorzaken van de
kwaal en de middelen tot verbetering. Onmiddellijk
stuit men op het ,,gevloekte” goud, dat in deze ellen-
dige
tijden
een dubbelzinnige rol
schijnt
te vervullen.
Waar het gaat, waar het komt, overal is inflatie.
De oorlogvoerende landen hebben veel goud moe-
ten afstaan voor hunne aankoopen in het buiten-
land en daarvoor een-papieren ruilmiddel in de plâats
gekregen; gevolg inflatie. De neutralen hebben dat
goud binnengehaald in plaats van hunne diep betreur-
de voorraden en zitten thans met rijk voorziene geld-
buidels; gevolg inflatie. Daarom weg met dat goud

als internationaal betaalmiddel, roepen de ontevrede-
nen, daarmede echter ook het voor de hand liggend
geneesmiddel tegen de kwaal wegwerpend. Want het goud behoeft slechts zijn reis terug te aanvaarden om

bij
beide
partijen aan de inflatie een einde te maken.
En het ziet er niet naar uit, dat het gele metaal op
den duur van zijn reisvaardigheid zal moeten inboe-
ten, ondanks de theorieën van nominalisten en goud-
onttroners, al heeft de oorlogstoestand dien
bij
uitstek
internationalen reiziger ook velerlei moeiljkheid in
den weg gelegd. In de toonaangevende landen, thans
alle in den oorlog gewikkeld, is de vraag naar goud grooter dan ooit. De Vereenigde Staten van Noord-
Amerika, wier betalingsbalans ongunstig is tegenover
het buitenland, niet door een tekort, aan uitvoer, die
in het fiscale jaar geëindigd 30 Juni j.l. het enorme
bedrag van $ 3. 634.828. 870 had bereikt, maar door
de. groote voorschotten aan de gealliëerden, hebben
thans krachtige maatregelen genomen ter bescherming van hunnen goudvoorraad. Om dezelfde redenen heeft
Japan den nitvoer van goud verboden.
Den lezers van dit tijdschrift zal niet onbekend zijn, dat de hierboven reeds genoemde Zweedsche Prof. G.
Oassel
bij
eene verdediging van de Zweedsche goud-
politiek, die uitgaat van eene depreciatie van het
goud, heeft aangeyallen een artikel van Mr. G. ‘Vis-
vering, getiteld ,,The Netherlands Bank and the War” part. II, eerst verschenen in het tijdschrift-
,,Grotius”, later uitgegeven door het Instituut voor
Economische Geschriften, als No. 1, onder den titel:
,,Het vraagstuk van de geldruimte in Nedrlaud en
de goudpolitiek van De Nederlandsche Bank,” over-
genomen in het Juni-nummer van het Economie
Journal.

Eene vertaling van het artikel van Prof. Cassel is
opgenomen in het weekblad ,,In- en Uitvoer” van
8 Augustus j.l., waarbij Mr. J. W. H. een belaugwek-
kend bijschrift leverde. Hij toont op helderewijze aan, dat professor Oassel langs de meening van Mr. Visse-
ring heen redeneert en zijn argumenten wel afkeurt,
maar niet weerlegt. Mr. Vissering acht het bedenke-
lijk, dat Zweden een op theoretische gronden aange-
nomen, maar door de practijk niet bewezen waarde-
vermindering van het goud naar voren schuift, en
daardoor de afwikkeling van betalingen van Neder-
land aan Zweden in hooge mate bemoeilijkt.
• In het September-nummer van het Economie Jour-
nal hervat Prof. Cassel zijne verdediging van de
Zweedsche goudpolitiek in hoofdzaak herhalende zijne
meening in ,,In- en Uitvoer” aangehaald. De Redactie

van het Engelsche tijdschrift schijnt ook terstond ge-
stuit te zijn op het leerstellige van Prof. Oassel’s be-
toog, tegenover de uiteenzetting van Mr. Vissering,
waar zij in een noot, beider standpunt aanstippende,
opmerkt, dat eerstgenoemde uitgaat van eene weten-
schappelijk vaststaande gouddepreciatie als onmiddel-
lijk gevolg der algemeene prijsstijging, waardoor het
geld en dus ook het goud van zijn koopkracht heeft in-
geboet,
terwijl
Mr. Vissering meer het oog heeft op de

830

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917

functie van het goud als iteruati’onaal betaalmiddel,
en meent dat er geen aanwijzing bestaat om het goud voor deze functie ongeschikt te verklaren en het voor

dit doeleinde niet meer te gebruiken, en dat derhalvé
in dezen zin het goud.zijne waarde niet heeft verloren.

Een tweetal feitelijke onjuistheden worden ook
thans weer door Prof. Cassel te berde gebracht.

Voorëerst de bewering, dat De Nederlandsche Bank
zelve geweigerd heeft goud als volwaardig betalings-
middel te erkennên en dit alleen in enkele speciale ge-
vallen aannam.

Juist het tegenovergestelde is waar: De Bank na steeds goud aan tot de volle waarde, al verlaagde zij
den prijs van sommige uitheemsche munten tot
f 1648
per Kilogram
fijn,
in plaats van
f 1650,
doch slechts
om deze reden, dat groote hoeveelheden van die mun-
ten deze op den duur slechts als goudmateriaal aau

nemelijk maakten en niet meer als vreemde munten,
welke tot hoogeren prijs naar het land van herkomst
zouden uitgevoerd kunnen worden; en voor goudmate-
riaal betaalde de, Bank nog steeds denzeLfden prijs
van
f 1648
per Kilogram fijn. Wel weigerde de Bank
in enkele gevallen goud, indien zij de transactie, voor
welker afwikkeling het goud moest dienen, niet in het landsbelang kon achten;
zij
maakte dan nie,t bezwaar
tegen betaling in goud, doch tegen afsluiting der
transactie welke mogelijk zou zijn, wanneer zij het
goud aannam (zie het laatste jaarverslag van De Ne-derlandsche Bank, pag.
9).
Een tweede onjuistheid
schuilt in de opmerking van Prof. Cassel, dat Neder-
land zeer goed in staat zou zijn goederen naar Zweden
uit te voeren en daardoor de handelsbalans te nivel-
leeren. Consequent in zijn system schakelt Professor
Oassel de moeilijkheden’ van de
practijk
uit en ziet
over het hoofd, dat Nederland als klein land ten op-zichte van zijn in- en uitvoer afhankelijk is van zijn
machtige naburen, dat de produkten van Nederland-
schen bodem, voor zoover zij niet dienen voor eigen
levensonderhoud, hoog noodig gebruikt moeten worden
om b.v. grond- en brandstoffen te verkrijgen uit het

buitenland en dat door de N. 0. T.-bepalingen de
goederen van overzee aangevoerd niet naar Zweden
kunnen gezonden worden, omdat in Zweden geen soort-
gelijke instelling als de N. 0. T. bestaat. Inderdaad
is van den kant van Nederland al het mogelijke ge-daan om goederen aan Zweden te leveren, maar dé
oorlogstoestand heeft dit belet.

Prof. Cassel’s bewering, dat Nederland naar anderê
landen goederen verkocht,
blijkbaar
omdat daar ‘betere
prijzen te maken waren en aan Zweden slechts zijn
overtollig goud wilde zenden, is geen bewijs van een goed begrip van de moeilijke situatie van Nederland.
Intusschen zullen wel alle neutrale landen thans
met den vromen wensch van Prof. Cassel: geen goud
maar goederen, instemmen.

De lange duur van den orlog heeft ook in dit op-
zicht heel wat berekeningen in de war gestuurd; de
voorraden
3
tegen hooge prijzen over de grenzen gezon-den, waarbij het goud, het betaalmiddel bij uitnemend-
heid, maar al te goede diensten bewees, zijn uitgeput
en aanvulling ligt waarschijnlijk in het verre ver-
schiet. Zonder
twijfel
heeft gedurende den eersten oorlogs-
tijd in’ het plotseling chaotisch ruilverkeer met de oor-
logvoerende landen het goud het leeuwendeel gehad in
de afwikkeling van de handelsbalans met de rieutra:
len. Het diende’ niet tot uiteindelijke afdekking van
een klein tekort, zooals in normale tijden, maar kwam
voor een groot deel voor goederen
ifi
de plaats. Bij
den langen duur van den oorlog begon deze wanver-
houding zich te wreken. Maar wie voorzag dit en wie
zou in den beginne deze economische vlaag van over-
matigen uitvoer, waarbij het prikkelend element van
grove winsten zoo op den voorgond trad, hebben
kunnen breken of tegenhouden?

De toekomst zal moeten uitmaken of het krachtig
correctief, dat Zweden na den boven geschetsten loop
van zaken is gaan toepassen, inderdaad tot gunstige
resultaten zal leiden.

De koers van de ‘Zweedsche Kroon blijft inmiddels

stijgende en de noteering te Amsterdam is niet ver
meer van 100 verwijderd, zoodat misschien weldra

de koers van den gulden te Stockholm en die van

de Kroon te Amsterdam elkander zullen passeeren.
In de wereld-arena, waarin de groote
Rijken
elkaar
op leven en dood bekampen en ook de Neutrale landen

zijdelings zwar getroffen worden, blijft deze tour de

‘force van Zweden een bron van moeilijkheden.

Mr. L. F. A. M. v. 0.

AANTEEKENINGEN.

De Pruisische Seehandlung. –
De ,,Königliche Seehandlung”, een nog door Fre-

derik den Grooten in het leven geroepen instelling, ontleent haar naam aan haar aanvankelijk doel: het
handeidrijven op de Spaansche havens en,
gelijk
de
groote keurvorst het uitdrukte: ,,wo sich vernünftige

und ‘sichere Aussichten zu einem tüchtigen Gewinn
vorfinden möchten”. Haar aanvankelijk vrij roem-

boze geschiedenis – ook een haar tot steviging harer
financiën verleend zoutmonopolie kon niet voldoenden
steun geven – is hier niet van nut. In den Franschen.
tijd gebezigd om den staat de noodige gelden te ver-
schaffen, werd zij in
1820
als zelfstandig lichaam op-
geheven. Haar obligo’s werden omgezet in staats-
schuld, echter bleef het stamkapitaal van ruim 1 mii-lioen taler intact en bleef, zij als
afzonderlijke
staats-
instelling onder oppergezag van den Minister van
Financiën werkzaam. Zij verleende haar tusschen-

komst bij – de plaatsing van enkele Pruisische staats-
leeningen en verwierf zich eenige verdienste – zij
het gepaard aan geldelijk verlies – bij het steunen
van verschillende takken van industrie, waarbij zij
het voorbeeld volgde van het Crédit Mobilier en van
de stichting van ,onzen Koning Willem 1, de Belgische,
Société Générale. Bij de ontwikkeling van het parti-
culiere bankwezen na
’70
achtte zij haar tusschen-

komst op dit gebied minder n’oodig en beperkte zij
zich in hoofdzaak tot het disconteeren van wissels en
het ter leen geven van gelden op onderpand, waarbij
de loôpende gelden van den Pruisischen staat en van de staatsspoorwegen alsmede een geleidelijk tot
300
millioen Mk. gestegen reserve dier spoorwegen haar
maakten tot een van de grootste geidgeefsters aan de
Berljnsche beurs. Haar stamkapitaal had zij door
niet aan de schatkist uitgekeerde winsten geleidelijk
weten op te voeren tot ruim
34,5
millioen Mk., welk
bedrag in
1904
onder het krachtig bestuur van
Havenstein, den huidigen president der Rijksbank, tot
99,59
millioen Mk. werd verhoogd.
Als
begrijpelijk
kwam in den oorlog al spoedig in
de positie der Seehandlung eene
ingrijpende
wijziging.
Van crediteur wérd de staat al spoedig tot debiteur,
terwijl reeds in September
1914
het reservefonds der
spoorwegen in zijn geheel werd teruggenomen. Gevolg
was, dat de Seehandlung allengs een toenemend bedrag
Pruisische schatkistbiljetten ging overnemen; in het
boekjaar
1916-1917
zelfs tot een bedrag van
6,66
miljard Mk., van welk bedrag aan het eind van het
boekjaar (Maart
1917),
nog ruim 1 milliard Mk. in
eigen portefeuille was.
Onder deze omstandigheden stelt de Pruisische re-
geering thans voor het kapitaal der bank te verhoogen
met
60,41
millioen Mk. en dis te brengen op
160
mii-
lioen Mk. Toegelicht wordt dit voorstel in de eerste
plaats met een beroep op de noodzakelijkheid van ‘vol-
doende liquiditeit der instelling na den oorlog. De
vreemde gelden, die thans over de anderhalf milliard
beboopen tegen in vredestijd nog geen 100 millioen,
zullen ‘na den oorlog vermoedelijk sterk inkrimpen.
Staat en gemeenten zullen daarentegen nog zeer groote
bedragen moeten opnemen en kunnen hierbij den steun,.
dien een kapitaaikrachtig lichaam aan de emissies ge-
ven kan, niet ontberen. Ook uit anderen hoofde zal het
wenschelijk zijn als de staat in het tijdperk der ,,Ueber-
gangswirtsehaft” een middel bezit om, zoo noodig,
financiëel steunend te kunnen optreden.
Bij
dit alles

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

831

voegt zich verder dezelfde overweging, die reeds in

1904 tot de vorige kapitaalverhooging besluiten deed,
.l. de vrees, dat de bank tegenover de steeds en niet
het minst gedurende den oorlog nog dusdanig in kapi-
taalkracht toegenomen groote Berlijnsche bankinstel-lingen, te zeer in de minderheid zou komen en tot het
niveau ,,einer mittieren Provinzialbank” zou zinken.
Tevens wordt voorgesteld den naam der instelling
tot d’usver officiëel: Königliche Seehandlung (Preuszi-

sche Staatsbank) te veranderen in ,,Königlich Preuszi..
sche Staatsbank”, met- den antieken naam ,,Seehand-
lung” als ondertitel. Ook ‘hierin zal men een uiting

mogen zien van den in de gansche, toelichting door-
stralenden geest van te willen breken met het passieve’
verleden. Trouwens reeds bij het laatste jaarverslag,
toen voorgesteld werd uit de extra hooge winst een
bedrag van ongeveer 15 millioen Mk. in hot bedrijf te
houden, bleek, dat de huidige president, von Dombois,
in de door Havenstein aangewezen richting wil voort-
gaan. –

Portugeesche munzorgen. –
In een
schets over den economischen toestand van Portugal,
opgenomen in de Economiste Européen, leest men, dat

men sedert verscheidene maanden in Portugal waar-
neemt, dat de zilveren en koperen munt uit-de circu-
latio verdwijnt. De kleinhandel lijdt natuurlijk hier-

onder. Men schrijft de omstadigheid toe aan het
smokkelverkeer op de Spaasche grens, waar de
Spaansche verkoopers metalen munt verlangen ter
betaling hunner waren. Bovendien voeren opkoopers
clandestien groote hoeveelheden naar het buurland uit

en daarnaast trachten industriëelen in Portugal zelf
zich de pasmunt te verschaffen – in enkele gevallen
met 5 pOt. agio – waaruit zij o.a.
spijkers
en nagels
fabriceeren voor de sehoenmakerij, Welke met over-
vloedige winst van de hand gezet kunnen worden. Ten
slotte hebben de troepen, die. naar het Westelijk
oorlogsterrein vertrokken zijn, een groot aantal stui-
verstukken meegenomen, aangezien deze munt in
Frankrijk goed gangbaar is. De Portugeesche overheid
heeft maatregelen genomen om den aldus geschapen
toestand te verbeteren. De Diario do Governo van
14 Augustus j.l. bevatte de mededeeling der uitgifte
van nieuwe pasmunt van 1, 2 en 5 stuiver en ver-
meldde een termijn -voor de intrekking der zilveren
en-koperen munten van het oude regime. Of de nieuwe
munten evenwel niet het lot van deoude zullen deelen,
meet afgewacht worden.

BOEKAANKONDIGING.

Dr. M. G. de Boer.
Van Waagdragers-
veem tot Modern Grootbedrijf. P. Noord-
hoff, Groningen, 1917. 61 blz.

In de wordingsgeschiedenis der, Amsterdamsche

haven hebben, als bekend, de Veemen een belangrijke
rol gespeeld. Reeds een keur van het jaar 1461 spreekt
van ,,der stede gezvoeren drgers”, en voortdurend
blijkt hoe de beteekenis dezer broeders ,,van deTi dra-
gersgil’de”, wier positie voor een goed deel op vertrou-
wen berust en wier werkzaamheden zich al spoedig niet
tot het enkele dragen ter waag beperkten ook van
overheidswege begrepen wordt. Een keur van 1616
regelt de finantiëele Organisatie van het gilde, waar-
binnen zich in, dit groeitijdperk van Amsterdam’s
handel verschillende kringen, veemen, ontwikkelden,
die zich, als bekend, in de eerste plaats• door hun
hoofddracht onderling onderscheidden. Het getal dezer
veemen, die later voor het moderne veembedrjf den

grondslag zullen vormen, bedraagt na de uitbreiding
van 1685,. 22. Uitvoerige regelingen worden getroffen
betrekkelijk de verhouding tusschen de veemen en de
vrijheden binnen het gilde en voor het in het huidig

ti3dperk van overheidsbemoeiing weder zoo belangrijke
vraagstuk van beurtregeling tusschen de deelgenooten

– toenmaals opgelost ,,bij den dobbel” of ,,bij de pen”.
Het vertrouwens- en halve ambtenaarskarakter der
veemen blijkt ook duidelijk, wanneer uâ het herstel

van zaken .in .1814 ál spoedig de vraag opkomt, wel-
ken invloed de wettelijke afschaffing der gilden in
1.808 op het veembedrijf moest uitoefenen, te me’er
toen tevens de stedelijke waagrechten werden afge-

schaft. Een proclamatie van Burgemeester en Wet-
houders van 1826, waarin vastgesteld werd, dat gee-
nerlei verplichting bestond om van de diensten der
veemen gebruik te maken, bracht ten slotte op het
voornaamste twistpunt zekerheid. Weliswaar bleef

de gildevorm tot zekere hoogte gehandhaafd, .doch
ook hier leidde de drang der tijden op den duur tot
wijziging. Het Blaauwhoedenveem, de Organisatie
waartoe, wat den lateren
tijd
betreft, Dr. De Boer zijn
beschouwingen in hoofdzaak beperkt, nam 1 Januari

1857 den vorm eener firma aan, welke in 1886 in een
Naamlooze Vennootschap werd omgezet. Tegelijk
jreidde het bedrijf zich in alle richtingen uit. Opslag
en verwerking wordt hoofddoel, vooral sedert de amal-
gamatie in 1891 met de N.V. ,,Handelskade”, het
lichaam dat in 1883 de eerste groote pakhuizen aan

diep water had in het leven geroepen. De ceel, eigen-
donis- en beleeningsinstrument bij uitstek, draagt in
sterke mate er’ toe bij, het bedrijf tot ontwikkeling te
brengen.

Het geschrift van Dr. De Boer geeft van dezen
ontwikkelingsgang een uitvoerig en met verschillende
afbeeldingen verlucht relaas. Al is het geschrift niet
in de
,
eerste plaats als een wetenschappelijke studie
bedoeld, het brengt niettemin verschillende historisch-
economische gegevens, die de beteekenis er van ver-
hoogen. Daarbij laat het zich aangenaam lezen.

Handboeic voor Scheepvaar’tbela,ngen
in Nederland. (Shippingbook of Holland)

1917. XXXX ‘en 704 blz., E. de Bont
& Zoon, Rotterdam.
De bedoeling dezer uitgave, in het Nederlandsch en
Engeisch. beide; is de gegevens en adressen.van belang
voor hen, die tothet Nederlandsche scheepvaartbed,rjl
in betrekking staan, in een geschrift samen te bren-
gen. Op een uitvoerige, nautische beschrijving onzer
kust vQlgt een lijst van instellingen op scheepvaart-
gebied hier te lande, een opsomming onzer koopvaar-
dijvloot met een reeks statistieken, gegevens en termen
betrekking hebbend op scheepvaart en internationalen
handel. Een uitgebreide naamlijst van bedrijven bij
de scheepvaart betrokken vormt de tweede helft van
het werk, waarvan de uitvoering goed is verzorgd. Al
is deze eerste uitgave zeker in velerlei opzicht nog

niet volmaakt – aldus in een kort voorwoord devoor-
zitter der Rotterdamsche Scheepvaartvereeniging –
de bedoeling verdient ten volle waardeering en steun.

De ijverige K anaalvereeniging ,,De Gel-
d e r s c h e V a 11 e i” heeft een Nota het licht doen zien
betrekkelijk de afwatering van de Vallei in
verband met kanaalaanleg. De schrijver, Ir.
W. B. van Goor, komt in een uitvoerig betoog tot de
conclusie, dat voor de landen boven den Slaperdijk
gelegen, het kanaal eene afdoende verbetering der
afwatering zal kunnen brengen. Ook de verdere ge-
deelten zullen bij den kauaalaan,leg baat kunnen
vinden, al kan hier slechts de uitvoering van de
Zuiderzeeplan.nen tot afdoende verbetering leiden. De
nota is vn een overzichtelijke ‘schetskaart vergezeld.

t
REGEERINGSMAATREGELEN OP

•HANDELSGEBIED.

Uitvoerverboden. Met ingang van 3 dezer
is verboden de uitvoer va
‘lijm van elke soort.
A a r d a p p e 1 e u. Verboden is het vervoederen
van aardappelen, geschikt voor de consumptie, met uitzondering van z.g. ,,kriel” aan het vee en het be-
reiden daarvan tot veevoeder of het vermengen met
veevoeder.

V i s c h. Blijkens mededeeling van het B. M. V.
zal de aanvoer van zeevisch over de maand November,
tenzij de omstandigheden spoedig veranderen, zeer

832

. ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917

gering zijn. De stoomvloot heeft gebrek aan kolen;

eenige toeneming van den aanvoer van rondvisch door

zeilsehepen is te verwachten en bij mooi weder
oolf
ruimer aanvoer van schol van de kustvisscherij. In
verband met den aanvang van het seizoen voor de
spieringvisscherij op de Zuiderzee is een regeling ge-
troffen voor de distributie van versche en gerookte
spiering.
Het ruudvleeschverbruik. HetB. M.
V.

geeft verschillende cijfers over het slachten van run-
deren, schapen, enz., waaruit blijkt, dat in de groote
centra van bevolking het gebruik van schapen- eit
iu ndvleesch in de laatst verloopen maanden zeer steik

is toegenomen.
Beurtbevrachting.
Op
verzoek van den

Minister van Landbouw is door de Scheepvaart-Ver-

eeniging in het leven geroepen een commissie uit den

handel, welke tot taak zal hebben voeling te houden

en overleg te plegen met den Inspecteur voor de
binnenschipperij in het 5e district en als zoodanig

voorzitter der beurscommissie uit de schipperij. (Zie
het Overzicht in No. 95).
V
e t k a a r s e n. Voor vetkaarsen is een maximum:
kleinhandeisprijs vastgesteld van
f
2 per K.G.

MAANDCIJFERS.

SPAARBANKCIJFERS.

Overzicht van inleg en terugbetaling bij 49 particu-

liere spaarbanken (aangesloten bij den Nederlandschen

Spaarbankbond) gedurende September 1917.

Spaarbanken met een

Bedrag in Guldens

Posten

aan lnleggers verschuldigd


bedrag van:

Inleg

Terug-

inleg

Terug.
betaling

betaling

beneden
f
100.000

16.655

1.445

257

14

f
100.000-,, 500.000

155.868

141.065 2.095

976
500.000-,, 1.000.000

169.037

204.366

1.938 1.34

1.000.000-,, 2.000.000

509.386

390.234 4.793 2.543

,,2.000.000-,, 4.000.000

304.533

242.075

2.134 1.677

,,4.000.000-,, 7.000.000

718.552

722.693

7.138 5.498
boven ,,7.000.000 1.423.038 1.71.181 27.449 15.812

Totaal .. 3.297.069 3.073.059 45.802 27.86&

Totaal Sept. 1916 …. 3.208.563 2.320.077 48.661 22.415
1915 …..2.353.052 1.687.105 41.541 19.587

September……1917

1916

1915
Uitgegeven nieuwe boekjes 2867.

3019

2378
Geheel afbetaalde boekjes..

1888

1880

1833

Overzicht van inleg en terugbetaling bij de Rijks-
postspaarbank.

• SEPTEMBER.

1917

1916

1915

Inlagen ………..
f

6.693.4141

6.934.162f

5.971.767
Terugbetaliugen
.. ,,
6.411.222 ,, 5.573.942 ,, 4.498.393
Tegoed der inleggers
op ultimo …………215.273.905 ,,198.853.737 ,,182.497.421
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes

op ultimo ………., 27.972.700 ,, 26.196.700

24.240.400
Spaarbankboekjes:
Aantal nieuw uit-
gegeven

8.663

9.706

8.804
Aantal geheel af-
betaald

5.976

5.784

6.189
Aantal uitstaande
op ultimo

1.754.370

1.721.418

1.682.901

EMISSIES
IN
OCTOBER 1917.
Provinc. en Gemeentelijke leeningen
f
2.273.125,-
zijnde:
Hoogheemr.sch. Schieland f500.000,-
4’/,
0/
obl.
ft
1001/
0
0
/0. Gemeente Groningen
f
775000,-
4112
0/
obl.
ft
100
0
/0.


Gemeente Helmond
f
1.000.000,-
4
1
12
0/
obl. a 9911
4
0/

Transporteeren.
. f
2.273.125,-

Transport.
. f
Bank- en Oredietinstellingei……
zijnde:
Ned. Bankinst. v. Waarden bel. met
Vruchtgebr. en per. tJitkeeringen

f
1.000.000,- aand. (met 10 %
storting) á 200
0/.

Buitenl. Bankvereeniging f150.000,-
aand.
ft
100
O
l
o
.

Maatschappij voor Gemeente-Crediet
f1.000.000,- 4
0/
obi. â94
0/•

Hypotheekbanken, werkzaam in het
buitenland ………………..
zijnde:
Nederlandsch-Amerikaansche Land
Maatschappij
f
500.000,- 5 ‘
o
/oo

pandbrieven
á
100112
0/•

Industriëele Ondernemingen ……
zijnde:
Mij. tot verv. v. Snijmachines volgens
,,van Berkel’s Patent” en v. andere
Werktuigen f1.000.000,- 6
°Io
obl. á 100
O
lo.

Haarlemsche Stoomverffabriek v/h.W.
Leur & Co. f150.000,- 6
0/ cum.
pref. winstd. aand.
a
100
O
lo.

Alg. Ned. md. Electriciteit-Maatsch.

f
250.000,– 6
0/
obl. b. 103
O
lo.

Bandoengsche Electriciteit-Matsch.
f100.000,- 6
0/
obi.
á
103
O
l
o.

Cultuurondernemingen, Handeisver-
eenigingen en Handelsvenn…..
zijnde:
Handeisvereeniging Java f 500.000,-
aand.
a
105
0/.

Handel-Maatschappij v/h. Kerkhoff &
Co.
f
260.000,- aand.
á
105
O
lo.

Indische Handels Comp.
f
500.000.–
aand.
á
185
O
lo.

N.V. Handelnaatsehappij v/h. Hutten-
bach & Co. f500.000,- 6
0/
cum.
pref. winstd. aand.
á 100
O
lo.

Rubber-Maatschappijen ……….
zijnde:
N. V. Rubber Cultuur-Mij. ,,Amster-
dam”
f
3.000.000,- 6
0/
in aand.
converteerbare obi. a 100
O
lo.

Scheepvaart-Maatschappijen ……
zijnde: Nederlandsche Stoomv.-Mij. Bestevaer
f1.200.000,- aand. il 130 O/.
Nationale Stoomv.-Mij.
f
350.000,-
aand. a 115 0/0. Vrachtv.-Mij.Neerlandia f1.000.000,-
aand. IL 132 Oloo. –
Rotterdamsche Alg. Scheepvaart-Mij.

f
800.000,- aand. á 105
O
lo.

Hollandsche Stoomboot-Maatschappij
fl.000.000,- aand.
á
200 0/.

Tabaks-Ondernemingen ……….
zijnde:
Amsterdam Deli-Comp. f1.000.000,-
aand.
á
150
O
lo.

Diversen

……………………
,,

459.000,
zijnde:
Gebr. Gerzon’s Modemag..f 450.000,-
8
0/

cum. pref. aand.
a
102
O
lo.

Totaal……
f

18.880.625,-

Totaal der emissies in Januari

. .
f
149.213.120,-

Februari

,,

5.316.600,-

Madrt
,,

15.254.820,-:
April
,,

27.292.750,-

Mei

……
,,

24.560.515,-

Juni
……
,,

18.286.875,-

Juli

……
,,

46.024.450,- Augustus.
51.445.900,-

September
,,

7.978.500,-

October.
. .
,,

18.880.625,-

Algemeen totaal

. . . –
f
364.254.155,-

Bovendien:

f.
32.990.000,- 3/m. Schatkistpromessen
ft
f

992,86
8.400.000,- 6/m.

,,
,,

,,

989,68
11.558.006,- 412
0/

Schatkistbiljetten
,, ,,
1.008,85

2.273.125,-
1.290.000,-

502.500,-

1.510.500,-
2.223.000,-

3.000.000-

6.122.500,-
1.500.000,-

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

833

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

Door het uitblijven van beurs- en handelstelegrammen
uit Amerika en Engeland kunnen verscheidene koersen,
noteeringen en verdere gegevens voor de verstreken week
niet worden medegedeeld.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

L. BANKDISCONTO’S.

20
Juli
1914

(Disc.Wissels.
4
1
/s sedert 1Juli
1
15
3
1
1,sedert23 Mrt.
’14
Ned.BelBi
Elf.

an
4
1
t

,,

1

,,

’15
4

23

,,

1
14
IVrsch.inR.C.
5
1
1,

,,

19Aug.’14
5

,,

23

,,

’14
Bank van Engeland
S

6Apr.’17
3

29 Jan. ’14
Duitsche Rijksbaiak
5

23 Dec.
’14
4

,,

5 Febr.’14
Bank van Frankrijk
5.

,,

20Aug.’14
3
1
11

,,

29 Jan.
’14
Oostenr. Hong. Bk.
S

,,

10Apr.’15
4

,,

12 Mrt. ’14
Russische Staatsbk.
6

27 Juli
’14
5

,,

1 Apr.’14
Nat. Bank v.Denem.
5

10

,,

’15
5

6 Febr.
1
14
Zweedsche Rijksbk.
6

28 Spt. ’17
4
1
12

6

,,

’14
ZwitserscheNat.Bk.
4
1
1t

2Jan.’15
3
0
1t

,,

19

1
14
Bank van Italië ..
5

1Juni’16
5

9Mei
1
14
Feder.Res.Bk.N.Y.
3-4



Javasche Bank…. 13
1
1s
,,

1Aug.’09
3
1
1,

,,

1Aug.’09

II. OPEN MARKT.

1

Amsterdam

1 Londen 1 Berlijn Parijs N. York
Data

1
Part.

Prolon.
1
Part.

Part.

Part.

Cail.
disconto

eatie

1
disconto
i
disconto
1
disc.
1
monegi

3 Nov. ’17
31)
3
***
4’18

4
29 0.3 N.’17
2/4-3
1
14
331
*44.
4
6
/a

4
22-270ct.’17
2
8
1-
81
2’1-3
4
2
‘132
4-
11

3-4
13-20

,,

’17
2 ‘/,2’/s
2112
410/10
4
1
18

3 l/_4

30 0.4 N.’16
2 /8/2
2-3
1
/2
5
10
1,
4-
11

2
1
14_
1
1
1-6 Nov.’15
3/j4
3 I1_4
4
1
1-5
– –
1
718

20-24Ju1.’14 3 ‘/,-‘/,

2 l/4_0/4 1 2’/,&-
8
14 2 1/_l/

2
8
1 11
8
14-2
’12

I) Noteering van 2 No;ember 1917.

WISSELKOERSEN.

1. KOERSEN IN NEDERLAND.

Voor Londen, Berlijn en Parijs worden voorloopig ook de
dagelijksche noteeringen te Amsterdam opgenomen. De dage.
lijksche koersen op New York, alsmede de laagste en
hoogste der week zijn aan particuliere opgaven ontleend.

Data

1
Londen
1
Berlijn
1

Parijs

1
New York

29
Oct.

1917

..
10.74
31.85 39.35
2.26
1
12
30

,,

1917

..
10.881/
2

32.70 39.70
2.29.
31

,,

1917

..
10.919
2

32.55 39.75
2.28’1,
1
Nov.
1917..
10.91
32.50 39.65
2.28
t
!,
2

1917

..
10.87
32.70 39.70
2.28
1
14
3

,,

1917

..
10.88
1
/2
32.60 39.80
2.28°14

Laagste derweek
10.70
31.-
39.20
2.25
Hoogste

,,

,,
10.92
32.75
39.80
2.29
27
Oct.

1917

..
10.771/
2

31.40
39.40
2.26’14
20

,,

1917

..
11.06
31.75 40.25
2.32’14
Muntpariteit

..
12.1018
59.25
48.-
2.48’14

Data
Zwitser.
land
1
Weenen
Kopen.

hagen
Stkhl
ocom
Batavia
telegrafisch

3 Nov.

1917
50.80
20.40
83.-
98.75
99-100
Laagste d.
W.
49.75
19.55
75.-
90.20

Hoogste
,, ,,
50.90
20.80
83.75 99.75

27 Oct.

1917
50.40
19.40
75.50 90.20
99-100
20

,,

1917
50.50
20.25
74.15
88.45
99-100.
Muntpariteit
48.-
60.41 66.67 66.67
100

OVERZICHT.

De wisseln3arkt verkeerde deze week in een betere stemming
dan cle voorgaande week. De koers van Londen steeg van
10.70 tot circa 10.91
1
1. Daarna kwam eenig aanbod hoofd-
akelijk van Skandinavië, dat gebruik kon maken van de
sterke afwijking van den koers voor Holland in Londen.
De daling was echter gering en het slot weder vaster. In
Parijs en New York ging weinig of niet.s om.
Er heerschte goede vraag naar wissels op Berlijn en Weenen
en de haissiers in deze wissels kregen harde klappen, zoodat
verschillenden hunner voorgoed uit de markt zullen zijn.
poordat heel wat termijn-verkoopen kwamen te vervallen
eû geforceerde dekking moest gekocht worden, geraakten
er meerderen in moeilijkheden. Berlijn 31.4032,721/
2;

Weencn 19.75, 20.70, 20.40; 1{oebels flauw, circa 31 aan-
geboden; Italië zonder omzetten, evenals Spanje. De neutrale
ivissels waren overigens vast. Zwitserland steeg van 49.75 tot 50.80. Maar vooral Skandinavië bereikte weder record-
prijzen. Stockholm steeg van 90.20 tot 99.75, daarna iets flauwer, 98.75. Kopenhagen en Christiania liepen op van
75.- tot 83.25.

II. KOERSEN TE NEW YORK.

Data
Cakle
Londen
(in
per
£)

Zicht
Parijs
(in frs.
P.

Zicht
Berlijn
(in cents
P.
Rm.
4)

Zicht
Amsterd.
(in cents
per gld.)

3
November 1917
4.76.45
5.76
1
14
nom.
Laagste d. week.
.
4.76.15
5.74’12

Hoogste,,

,,

..
4.76.45
5.76’/,

25 October

1917′
4.76.45
5.73
nom.
43

)
18

,,

1917
4.76.45
5.79
1
1
nom.
43
Muntpariteit….
4.86.67
5.1811
95114
40’/,,

t
)
Noteering van
23 October.

III.
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN
OP

LONDEN.


Tijdperk
‘Plaatsen en
Noieerings. 5 Oct.
12
Oct.
_
2
9
?
t06

23
Oct.
Landen
eenheden
1917
1917
1917

1
Laagste
1
Hoogste

Alexandrië..
Piast. p. £
97
1
/s
97
1
18
97°/s
97
1
1
97
1
1s
B Aires
….
d.p.gd.pes.
49
1
14
49
1
19
49
1
12
50
18
11,
50
1
/io
Calcutta
….
sh/d.p.rup.
115
1
1o2
115
1
1t2
115
115
1
118
11511,,
Hongkong
..
id.
p. $
2110
8
14
219
1
14
217
8
14
219
1
19

217
8
14
Lissabon….
d.p.escudo
31
1
18
31.-
30
31
30’18
Madrid

….
Peset. p. £
20.35 20.29 20.33 20.55 20.40
Montevideo..
d.p.peso
54
1
/1
541/,
54
1
1
58
55°14
Montreal….
$
per
£
4.75
8
14
4.75
1
14
4.73 4.75
1
18
4.73’1
Petrograd
..
R.
p. £10
314
301
291
358
353
1
12
R.d.Janeiro
1)

d.
p.
milr.
13 ‘/,t
13
8
/,o
13
‘/,o
13 ‘/st
13
5
1I2
Lires
p. £
36.79
36.86
36.85
37.45 37.33
Shanghai

..
sh/dp.tael
412
°
/t
410
3i9’/t
3111
319’t
Rome

…….

Singapore
..
id.
p. $
214
1
1,2
2/4
1
/1e
214
214’/,2
214
1
1.8
Valparaiso
1)
d.p.pap.p.
lS°/is
14
21182
1318116
14111,,

1461,2
Yokohama
..
sh/d.p. yen
211
5
18
211
‘/s
211
7
/is
211

/io
211
1
18
1).
Noteeringen
op
90
dagen.

GOUD EN ZILVER.

GOIJDBEWEGING BIJ DE BANK VAN ENGELAND.

.
Sedert 29 Juli
1916 worden
de
dageljksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de
Bank
van
Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.

ZILVER.

Noteering te Londen.
te New York.

3
Nov.

1917
88
8
18

27

Oct.

1917
……..42,12
1
)
83’14
20

1917
……..42’/t
83’/t
15

,,

1917
……..44
86’1
5

,,

1917
………

46
8
14
90’18

4

Nov.

1916
……..32°/4
68°/t
6

Nov.

1915
……..24’/,,
49
7
18
20

Juli

1914
……..

24°’/j
5411t

-‘)
Noteering van 26 October.

834

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7
November
1917


NEDERLANDSCHE BANK.

VERKORTE BALANS OP 4 NOVEMBER 1917.

Activa.

Binnenl.Wis

IH.

bk.
f
64.516.708,59’12
sels, Proni., B.-bk.

447.659,93
enz. in disc.
I
Ag.sch. ,, 7.577.640,72
’12
f

72.542.009,25
Papier o. h. Buiteni. in
disçonto

……………………..
.-
Idem eigen portef..
f

7.952.651,-
Af : Verkocht maar voor de bk. nog niet af gel.

Beleenin
g
en
7.952.651,-

mci.
vrschj
H.-bk.

f
59.2O3.201,59’l

in rek.-crt.I
B.-bk.

,,

5.701.097,76ijz

op
30.224,451,29’I

f

95.128.750,65
1
I

OpEffecten

……/ 90.860.650,65
1
1
OpGoederen en Spec. ,,

4.268.100,-
95.128.750,65
1
1,

Voorschotten a.h. Rijk …………….
12.639.911,98

Munt en Muntinateriaal
Munt, Goud ……/ 95.446.350,-.
Muntmat. Goud……588.277.686,50′!,

f683.724.016,50 ‘/
Munt, Zilver, enz.

7.289.834,06112
Muntmat. Zilver

691.013.850,57
Effecten Bel. v.h. Res.fonds..
/

5.178.192,50
id. van
‘/i
v. h. kapit. ,,

3.906.939,62
‘1,
,,

9.085.132,12
1
1i
Geb. en Meub. der Bank …………….
,,

1.465.000,-
Diver8e rekeningen

………………
,,

62.649,296,30

/ 952.476.601,88
Passiva.

Kapitaal ………………………../

20.000.000,
Reservefonds ……………………
,,

5.234.534,18
1/

Bankbiljetten in omloop…………..,, 863.057.015,-
Bankassignatiën in omloop ………… ,,

3.191.893,86
1
/2

OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.

(In duizenden guldens.)

Data
Goud
Zilver
B”k
oiijeiten

Andere
opeischbare
scnu,aen

4 Nov.

1917


683.724
7.290
863.057 59.473
27

Oct.

1917

….
685.230
7.386
824.973
64.694
20

,,

1917

….
685.569
7.380
820.702
87,015
13

1917

….
885.021
7.331
815.593 81.886
6

1917

….
675.916
7.211
816.307
68.108
29

Sept.

1917

….
675.916
7.264
808.812 70.458
22

1917

….
674.376
7.376
784.733 88.831
15

,,

1917

….
676.780
7.310
787.108 82.835
8

1917

….
664.182
7.364 788.448 101.260
1

,,

1917

….
664.145
7.270
789.761
102.046
25 Aug.

1917

….
658.911
7.375 766.667
70.081
18

,,

1917

….
656.851
7.229
768.531 66.385
11

,,

1917

,. ..
656.748
7.097
770.707
66.264

4 Nov.

1916

.. ..
585.201 6.318
744.709
51,672
6 Nov.

1915

.. ..
400.135
2.478
568.788
17.785

25 Juli

1914

•…
162.114 8.228
310.437
8.198

Data

Disconto’s

2dec-
Beschik.
baar
Dek-
kings.
Hiervan

£
otaaz•
Schatkist-
ningen
Metaal-
percen-
prOmessen
saldo
tage
rechtstreeks
4 Nov. 1917
72.542
81.000
95.129
505.602
75
27 Oct. 1917
64.248
53.000 82.743
513.741
78
20

,,

1917
72.138 61.000 78.869
510.475
76
13

,,

1917
74.892 64.000
69.977
511.880
77
6

,,

1917
67.541
57.000 70.078 505.252
77
29 Sept,1917
57.628 47.000
72.055
506.310
78 22

1917
55.517
45.000
70.934
506.430
78
15

,,

1917
52.451
42.000
71.095
509.039
79
8

,,

1917
90.728
80.000 71.915
492.542
75
1

,,

1917
78.763
68.000
76.110
492.002
75
25Aug.1917
31.951
21.000
74.621
495.884
79
18

,,

1917
31.402 20.000 73.897
496.045
80
11

,,

1917
37.913
28.000
74.812
495.414
79

4Nov.1916
.70.590
54.000
70.927
431.348
74
6 Nov. 1915
77.956 41.560
97.834 284.771
89

25 Juli 1914
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
54
RekeninCourant saldo’s
Van het Rijk……
f


Van anderen. -…..
,,
56.281.188,54
1
12

56.281.188,54’1

‘) Op de basis van
1
15
metaaldekking.

Diverse rekeningen

………………
,,

4.711.970,28’12
. .

JAVASCHE BANK.

f
952.476.601,88
OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.

(In duizenden Guldens.)
Beschikbaar metaalsaldo…………..
/

505.602.037,97
‘1,
Op
de basis
van ‘/i
metaaldekking ……

321.096.018,49
1
12
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ..
,, 2.528.010.185,-

Bij vergelijking met den vorigen weekstaat blijken de volgende’ verschillen:
Meer
Minder

Disconto’s

…………..
8.293.567,88’/
Buitenlandsche wissels
160.314,-
Beleeningen

…………
12.385407,93’/
Goud

…………………
1.508.456,55,
Zilver
96.111,98’1,.
Bankbiljetten …………
38083.905,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s

..
8.357.464,62

N.B. Uit de bekendmaking van den Minister van Financiën
blijkt, dat uitstonden op:

Data
Goud
Zilver
Bank
biljetten

Andere
opeischb.
schulden

83.673
17i24
171.395 48.480 82.721
17.789
170.107
48.174
28

Juli

1917 …….

81.034
18.407
171.903
43.620
21

,,

1917 …….

78.400
19.006 164.939 45.237
14

,,

1917 …….
30

Juni 1917 …….

64.204 25.674
150.635
56.645
29

juli

1916 …….
31

Juli

1915……..
33.151 32.411 119.292 30.238

25

Juli

1914 …….
22.057

31.907
110.172

12.634

Data
Dis-
conto’s
Wissels.
buiten
N-Jnd
betaalbaar

2dec.
ningen


Diverse
reke
ningenl)

Beschik-
baar
metaal-
saldo


kings-
percen-tage

28 Juli1917
7.443 35.167
65.656 13.764
57.338
46
21

,,

1917
7.325
35.135 67.312
13.779
57.188
46′
14

1917
7.026 35.172 65.264 14.196
56.622
46
30 Juni1917
7.102
34.667 62.042
13.125
56.555
46

29Juli1916
6.694 38.787 68.711
5.896 48.422
43

31 Juli1915
6.542
9.879
53.228
16.311
35.657
44

25 Juli 1914
7.259 6.395
47934
2.228
4.842′)
44

1)
Sluitpost der activa.
1)
Op de basis van
‘1,
metaaldekking.

4 Nov. 1917
27
Oct.
1917

Aan echatkistpromessen
f139830.000,-
1129.730.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,, 61.000.000,-
53.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
,,103.796000,-
,,115.403.000,-
Aan zilverbons

………
,, 26.391.391,-
,,

6.102.714,50

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

835

SURINAAMSCHE BANK. t

OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.

(In duizenden guldens.)

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Disconto’s Div. reke.
ningen
1)

25 Aug. 1917

. . 713 1.113
995
905
730
18

1917

..
719 1.132
947 911
670
11

,,

1917

..
797
1.252
1.086
909 569
4

1917

..
792
1.275 1.068 904 540

26 Aug. 1916

..
715
1

1.035
978 891
563
28 Aug. 1915

..
1.110
994
1.535 850 984

25 Juli

1914

..
645
1,100 560 735
396

1)
Sluitpost der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

1. BANK VAN ENGELAND.

WEESTAAT. VAN 17 OCTOBER 1917.

ISSUE DEPARTMENT.

Notes issued.. £ 72.283.885

Governm.Debt £ 11.015.100

Othersecurities,,

7.434.900
Gold coin and
bullion….

53.833.885

£ 72.283.885

£ 72.283.885

BANKING DEPAR TMENT.

Capital……£ 14.553.000

Government
Rest …….. ,,

3.086.208

securities .. £ 59.231.870
Publicdeposits,, 42.731.954

Othersecurities 100.359.198
Other deposits,, 132.069.335

Notes ……..,, 30.644.605
Seven’day an4

Gold and silver
otherbilis..

16.617

coin ……..2.201.441

£ 192.437.114

£ 192.437.114
‘Door het uitblijven der Engelsche bladen konden de cijfers van
de twee laatste weekstaten hierboven niet worden opgenomen.

OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.

Onderstaand overzicht bevat tevens de cijfers der door de
Regeering uitgegeven currency notes van 1 £ en 10 sh. met
het bedrag der gouddekking en der tot dekking aangewezen
Government securities. De publicatie dezer cijfers geschiedt
sedert 28 Augustus 1914.

(In duizenden p. st.)

Currency Notes.
Data

Metaal

Circulatie

Berog
1
Goudd. Gov
. Sec.

31 Oct.. 1917

56.026

42.401

•*

*
5*

24

1917 55.539

41.610

***

*5*

*5*

17

1917

56.035

41.639

184.187 28.500

157.091
10

,,

1917

55.489

41.678

183.109 28.500

156.062

1 Nov. 1916
1
56.383

37.224 11137.188 1 28.500 1 105.807
3 Nov. 1915 56.656

33.433

84.856
1
28.500

44.621

22 Juli 1914

40.164

29.317

… .. ,,

………. •

Data
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
Re.
seroe

‘Dek.
kings’
percen,
lage i)

31
Oct. 17
59.044
92.813
43.844
122.366
32.074
19,30
24

’17
58.966
90.635
40.055
124.244
32.379
19,70
17

,,

’17
59.232
100.359
42.732
132,069
32.848
19,93
10

,,

’17
58.272
88.944
42.176 119.625
32.260
19,93

1 Nov.’16
42.188
105.714
51.107
116.62
37.589
2218
3

,,

’15
.18.895
98.540
45.37
95.774
41.672
291/
2

22 Juli
’14
11.005
33.633 13.735

42.185 29.297
52/

) Verhouding tussehen Reserve en Deposits.

II. DUITSCHE ,RIJKSBANK.

STAAT VAN 31 OCTOBER 1917.

De biljetten zijn sedert den oorlog niet inwisselbaar.

Metalibestand . .

……………….Mk. 2.518.841.000
davon Goidbestand ………..
…….

2.404.670.000
Reichs’ und Darlehenskassenscheine…..

1.023.935.000
Noten anderer Banken …………….

2.158.000
Weebsel …………………………,, 11.737.052.000
Lombardforderungen ………………..

13.454.000
Effekten …………………………

115.894.000
SonstigeAktiva ………………….., 1.647.839.000

Grundkapital……………….. ……

,,

180.000.000
Reservefonds ………………………

90.137.000
Notenumlauf ……………………..

10.400.264.000
Soustige taglich fhlligeVerbindlichkeiten. .

5.688.056.000
Sonstige Passiva …………………..

702.516.000

OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.’

Onderstaand overzicht bevat tevens het cijfer der uitgegeven
Darlehenskassenscheine. De Scheine, welke niet in kas zijn
bij de Reichsbank, circuleeren grootendeels onder het publiek. De Darlehenskassen zijn ingesteld op 11 Augustus 1914.-

(In duizenden Mark)

Data Metaal
Daarvan
Goud
Kassen-
,cheinc
1

Circu.
latie
kings.
percen.
g
)

31

Oct.

1917
2.518.641
2.404.670 1.023.935
10.400.264
34
23

,,

1917
2.513.826
2.404.459 992.404
10.138.898
35
15

,,

1917
2.507.476
2.404.265
1.002.121
10.295.726
34
6

,,

1917
2.507.295
2.404.151
1.019.392
10.366.711
34

31

Oct. 1918
2.522.286 2.506.076
.
229.445 7.260.036
38
30

Oct. 1915
2.466.841 2.431.798 1.137.847
5.948.364
60

23 Juli

1914
i.891.69
1.356.857
65.479
1.890.895
93

1)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.

Data
Wissels
Rek. Cr1.

Dar!ehenska,senscheine

,

Totaal
In kas bij
uit ge’
de Reichs.
1

geven
bank

31

Oct. 1917
11.737.052
5.686.056 6.738.500
1.012.100
23

1917
11.543.093
5.735.434
6.537.600 979.100
15

1917
12.004.932
5.942.901 6.584.100
989.800
6

1917
12.057.556
6.019.934
6.583.700 1.008.400

31

Oct. 1916
7.877.607
3.458.360
2.528.800 218.700
30

Oct. 1915
4.206.501 1.622.687
2.071.000
.1.093.000

23 Juli

1914
750.892
943.964

III. BANK VAN FRANKRIJK.

OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.
Van • Aug. 1914 tot 28 Jan. 1915 werden geen staten
gepubliceerd. De met * geteekende posten komen eerst sedert
28 Jan. 1915 in den weekstaat voor. De biljetten zijn sedert
den oorlog niet inwissélbaar.

(In duizenden francs.)

Data,
Goud Waarvan
in het
Buitenland


Zilver
*
Te goed
in het
Buitenland

*
Buit.gew.
voorsch.
ald. Staal

25 Oct. ’17 5.326.083
2.037.108
255.301 710.583 12.350.000
18

’17
5.257.401
2.030.000 256.964
776.261
12.250.000
11

17
5.322.715
2.037.108 259.043
769.149
12.100.000
5

’17
5.321.227
2.037.108
259.782 761.964
12.100.000

26 Oct. ’16 4.921.979

328.047 870.920
8.600.000 28 Oct. ’15 4.729.979

383.246 1.015.183
6.900.000

23 Juli ’14
4.104.390

639.620

JVissels
Uitge.
stelde
Wissels
Belee.
.
ning
Bankbil-
jetlen
Rek. Crt.
Port i-
culieren.

1

Rek.
1

Cr1.

1

Staat

618.871
1.155.803 1.121.902
21.705.269
2.833.507
51.567

606.338 1.158.046 1.124.579
21.680.181
2.859.536 35.663
.
592.104
1.159.612
1.114.526
21.607.953
2.821.896
25.315
a.
728.320 1.161.654 1.097.085
21.420.039
2.899.713
27.269
cr
0
co
479.672
1.374.928
1.118.351
16.589.150
2.730.840
200.977
280.270
1.916.383
567.971
13.867.554
2.545.863
38.451
1.541.080

769.400
5.911.910
942.570
400.580

1
n

836

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917
IV. RUSSISCHE STAATSBANK,

EFFECTENBEURZEN.

OVERZÏCHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.

(In miljoenen Roebel).

Data n. st.
Goud
?
ilh

O7I

tenland

Zh

Schat
.


onto’s
[
,~
Di,-

nbeige-
nMgen

Ctcu-
latie
Rek.

Cou-
rant
_

29 Oct.

’17
1.295
2.309
178
15.222
2.155 18.062
2.726
21

,,

’17
1.296
2.309
168
14.479 2.071
17.859
2.715
13

’17
1.297
2.309
155
14.098
2.150 17.290
2.721
6

,,

’17
1.293 2.309
151
13.743
2.036
16.661
2.717′

29 Oct.

’16
1.559
2.055
107
5.368
764
7.875 1.708
29 Oct.

’15
1.598
36
25
3.140
1.387
5.011
1.434

21

Juli ’14
1.601
144
74
….
757
1.634
1.099

V. SOCITÉ GÉNÉRALE DE BELGIQUE.

Sedert einde 1914 met de functie van eirculatiebank belast.

OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE POSTEN.

(In duizenden francs.)

Met
al,!
Beicen.
Beleen.
Binn.
Rek.
Data
mcl.
1

van van
wissels
Circu.
Cr1.
bulten!.
buiten!,
prom. d.
en
lotle saldi
saldi
vorder.
provtnc.
beleen.

26 Oct.

’17
475.661
91.056 480.000 95.664
1.048.111 83.873
18

,,

’17
476.043 90.903 480.000
100.351
1.172.474
91.204
11

’17
473.465
90.886
480.000
103.115
1.045.276 91.945
27 Sept. ’17
460.199
90.386
480.000 98.010 1.015.657
102.801

26

Oct.

’16
352.330
7 6.44 3
480.000 44.075 828.431
114.262
28

Oct. ’15
159.213
34.349
440.000 52.080 510.351
175.251

VI. VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

In werking getreden op 16 November 1914.

OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.

(In duizenden dollars.)

Waarvan
1
Waar.
1

FR.

Data
Goud
voor dekking
van
in
1
het bul.
Zilver
etc.
Notes
In,
circu.
F. R. Notes
tenland
1

lat ie

14 Sept. ’17
1.374.949 529.597
52.500 51.085
644.567
7

,,

’17
1.364.783 501.997
52.500
50.608
621.299
31 Aug. ’17
1.353.498
500.264
52.500 52.610
1
587.915
24

17
1.372.229
495.911
52.500 52.540
558.782

15 Sept. ’16
562.634
187.055

7.898
1
179.409

Dek-
Percent.
Totaal
Waar-
ktngsper-
Goud.
Data
Wissel,
Depostto’s
van
centage
dekking
Kapitaal
Depo-
ctrcu-
_____________

j)
latte

14 Sept. ’17
335.778
1.367.782
59.368
78.8
82.2
7

,,

’17
341.416
1.384.919 59.256
79.0
80,8
31 Aug. ’17
301.906 1.393.343
58.904

79.9 85.1
24

,,

’17
287.964
1.351.989
58.484
80.6
91.7

15 Sept. ’16
110.322
554.542 55.416
73.0
104.3
i)
Verhouding tusschen: goud, zilver etc., uitgezonderd
het voor de dekking der F. R. Notes gereserveerde goud,
en: netto deposito’s met inbegrip van het kapitaal.

VEREENIGDE NEW ‘YORKSCHE BANKEN EN TRUST
MAATSCHAPPIJEN.

OVERZICHT DER VOORNAAMSTE POSTEN.

(Gemiddelden in duizenden dollars.)

Data
Reserve
Depostto’s
Circulatie Beleenin gen
en
aisconto 1
5

s

i
urp us
eserve

29Sept.’17
547.060
3.731.950
31.910
3.895.880
61.010
22

,;

’17
550.560
3.693.750 31.830
3.874.970
85.320
15

,,

’17
541.070
3.718.140
31.630
3.808.280
75.770
8

,,

’17
505.770 3.712.990
31.330
3.850.650 50.050

30Sept.’16
665.210
3.471.460
31.190
3.339.550
96.360
2 Oct. ’15
684.000 2.959.700
38.490
2.778.190
192.900

25 Juli’14
487.880
1.958.320 41.730
2.067.570
26.170
1
)

1)
Op basis van 25
QJ•
van alle deposito’s.

Amsterdam, 5 November 1917.

De gunstige houding der beurzen in de Centraal-Enro-
peesche rijken heeft zich ook in de thans afgeloopen week
bestendigd.

Zooals vanzelf spreekt, is dit in de eerste plaats aan de
verdere groote’ militaire successen der verbonden legers in Noord-Italië toe te schrijven. Inderdaad mag de beteekenis
der jongste overwinning niet worden onderschat, waar deze
juist behaald is vSSr den aanvang van den met zooveel zorg
tegemoet gezienen vierden oorlogswinter. Door dezen laat-sten den Gealliëerden toegebrachten slag is het vertrouwen
in den goeden afloop van den oorlog in de Centrale rijken,
welk gevoel vooral in de Dubbelmonarchie in den laatsten
tijd aan het afnemen was, voor een belangrijk deel weder
hersteld. De op het Zuidelijk oorlogstooneel behaalde resul-taten, waardoor de geringe terugslag, die de Duitsche legers
in het Westen moesten lijden geheel werd overschaduwd,
hebben de eenheid in het binnenland, welke kortelings
herhaaldelijk vrij wankel stond, krachtig gesteund. De
,,All-Deutschers”, voorstanders van annexatie, voelen hunne
positie door de nieuwe inbeslagneming van vijandeljk ge-
bied gesterkt, terwijl anderzijds zij die op een spoedigen
vrede wenschen aan te sturen hopen, dat de Gealliëerden
daarin aanleiding zullen vinden hun weinig vredelievende
houding te laten Varen. Naast de bevredigende militaire
berichten, leverde ook het binnenland in de afgeloopen week
gunstig nieuws. De zoo lang voortgesleepte kanseliers-crisis
in Duitschland neigde al ,in de laatste dagen van October
teneinde en kwam op 2 dezer door de benoeming van den
Beierschen minister-president Von ffertling tot Rijkskanse-
her tot het verleden te behooren. Hoewel niet met onver-
deelde instemming begroet, is ‘Von Hertling toch met een
gevoel van gerustheid ontvangen, geheel anders dan destijds
de toen nog geheel onbekende Dr. Michaelis. De nieuwe
kanselier is n1 bij de politieke partijen, in Duitschland een
goede bekende en afgezien van de vraag of hij als aller-
hoogste regeeringsambtenaar in alle opzichten zal voldoen,
weet men toch reeds bij voorbaat, dat hij althans een groot
deel van den Rijksdag achter zich zal hebben, waardoor
meer kans bestaat op eene periode van rustig binnenlandsch
politiek leven dan onder den thans afgetreden functionaris.
En dit is voor Duitschland een cardinaal punt. De titanen-
strijd welke het heeft te voeren als leidér van de Verbon-
denen op verschillende fronten eischt, teneinde tot succes
te kunnen leiden, een eenigszind volk in het land zelf, bereid
om zonder over de reeds gebrachte offers te morren, er nog
meerdere .te brengen. Want dat de overwinningen in Italië
den vrede tot een gemakkelijk te grijpen kleinood zouden
hebben gemaakt, is zeer te betwijfelen. Dat de Entente niet zal trachten het den Italiaanschen bondgenoot toegebrachte
verlies te *reken, is niet aannemelijk. Reeds verluidde van
Fransche hulp, die zou worden gebracht, en schijnen in
Amerika stemmen op te gaan, die om een oorlogsverklaring
aan Oostenrijk-Hongarije vragen teneinde den Italianen
hulp te kunnen bieden. Dus nog eene verdere uitbreiding
van den stiijd inplaats van een spoedig einde! Hoe dit ook
zij, Duitschland beheerscht voor het oogenblik den toestand
en is, op finantiëel gebied, door den opbrengst der zevende
oorlogsleening in staat gesteld on den krijg voort te zetten.
Blijkens de mededeelingen van president Havenstein aan
het ,,Zentralausschuss” dër Rijksbank op 30 October ge-
daan, bedroeg de opbrengst der inschrijving op de laatste
oorlogsleening rond Mk. 12.458 millioen, waarvan een
bedrag van Mk. 11.157.310.000 op de 5 pCt. leening, en
M.k. 1.300.631.200 op 44 pCt. schatkistbiljetten. Het totaal
is dus iets beneden dat der vorige leening gebleven, hetwelk
M. 13,1 milliard bereikte. In het jaar 1917 komt derhalve
het door het Duitsche volk opgebrachte bedrag tezamen op
ca. 20 milliard mark te staan. De groote omvang van de
voorbereiding en afwikkeling van de inschrijving op de 7e
oorlogsieening, blijkt duidelijk uit de weekstaten van de
Rijksbank. In de laatste weekvan September liep het getal
der bankbiljettenomloop met Mk. 601 millioen tot den
recordstand van Mk. 10.204 millioen op. De wisselporte-
feuille, waarin ook de schatkistbiljetten zijn begrepen,
groeide met de door de Rijksbank vroeger afgegeven en thans als storting op de leening terugkeerende schatkist-
biljetten, met een bedrag van 4366 millioen tot 15232 mil-
lioen aan.
In den aanvang der week stond de B e r 1
ii
n s c h e
b e u r s geheel onder den invloed der krijgsverrichtingen, in
verband waarmede op alle markten een vaste stemming
heerschte. Vooral de van de Weensche effectenbeurs afhan-
kelijke waarden, zooals Turksche Tabakregie aand., Orient.
Spoorweg- en Oostenrijksche Zuiderspoorweg-aand., werden

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

837

op levendige wijze en tot oploopende koersen verhandeld.
Voorts ontwikkelde zich ook flinke handel in petroleum-
aandeelen en scheepvaartwaarden, waaraan de conclusie kan
worden vastgeknoopt, dat de jongste overwinningen in sommige Duitsche kringen toch de verwachting op een
spoedigen vrede hebben weten te versterken. Later volgde,
in sympathie met Weenen, een gedeeltelijke reactie, die door
berichten omtrent de toekomstige belastingsplannen der
regeering werd versterkt. Er ontstond toen aanbod voor
verschillende mijnwaarden, o.a. voor die der Harpener
Bergbau Akt. Ges. te Dortmund, ook al naar aanleiding van de in de algemeene vergadering dezer maatschappij gedahe
niededeeling betreffende de stijging der bonen. In het
nieuwe boekjaar zijn deze nl. wederom belangrijk gestegen,
zoodat in September 1917 het gemiddelde loon der arbeiders
67,6 pCt. hooger was dan in de laatste maand s’dÔr den
oorlog.

De verdere stijging der koersen aan de Wee n s cli e
b e ii r s maakte in de laatste dagen van October voor winst-
nemingen plaats, waardoor de noteeringen op een, dikwijls
gevoelig lager peil kwamen. Later keerde de tendens evenwel weder om tengevolge van nieuwe overwinningsberichten van
het Italiaansche front. Eet is begrijpelijk, dat deze in Oos-
tenrijk-Hongarije zoo mogelijk nog grooter jubel als in
Duitschland hebben verwekt en de zevende Oostenrijksche oorlogsleening, welke die van den bondgenoot op den voet
volgt, komt dan ook wel op een gunstig tijdstip uit. Daarbij
is ook de geldruimte in Oostenrijk sedert de inschrijving
op de 6e oorlogsleening weder belangrijk toegenomen en
zijn op 1 November belangrijke couponbedragen ter beleg-
ging vrijgekomen. Nog een gunstigen factor voor een goed
resultaat dezer leening leveren de hooge koersen ter beurze
op, die den bezitters allicht tot verkoop en belegging van
den opbrengst in oorbogsieening zullen geneigd doen zijn.
Daarenboven tracht de minister van financiën dergelijke
ruilingstransacties te bevorderen door de colleges van aan-
slag in de belastingen voor te schrijven, om winsten uit
verkoop van effecten Vrij te laten indien het product ervan
duurzaam in de oorlogsleening wordt gelegd en de verkooper
kan aautoonen, dat de effecten niet met een speculatief doel
zijn verworven. Hoewel deze bepaling in algemeenen zin
genomen slechts geringe practische waardé heeft – gezien
de groote moeilijkheid om met kans op juistheid en recht-
vaardigheid een grens te trekken tusschen speculatieve en
niet speculatieve acnkoopen – schijnt zij toch haar doel niët
te hebben gemist. In de laatste dagen waren tenminste
ter beurze meermalen groote opruimingen van fonds waar te
nemen, welke wel met geen ander doel dan het onderhavige
werden uitgevoerd. Tot dusverre heeft Oostenrijk in 6
oorlogsleeningen 23.270 millioen Kr

onen opgebracht en men
neemt aan, dat de 7e leening dit bedrag wel eens tot 30
milliard zou kunnen doen stijgen. Het in ons vorig over-
zicht vermelde verzoek aan het Weensche beursbestuur om
tweemaal gedurende een tijdperk van vier achtereenvolgende
dagen beurssluiting mogelijk te maken, is door dit goed-
gekeurd. Ook te B u d a p e s t is de beurs van 1 tot 4 No-
vember gesloten geweest en zal dit ook van 6 tot 11 dezer
zijn, teneinde den achterstand in de giro-verrekeningen,
welke van den buitensporig omvangrijken beurshandel het
gevolg is geweest, te kunnen inhalen.
Nauwelijks was de ontgoocheling welke de tegenslag, dien
cle Entonte in haar Russischen bondgenoot ondervond, aan
de beurzen in de betrokken landen veroorzaakte, eenigszins
aan het luwen gegaan, onder den invloed van de krachtige
en hier en daar succesrjke stooten der legers aan het
Westfront, of door de Italiaansche nederlagen komt weder
een nieuwe kink in den kabel. Had men in Frankrijk en in
Engeland reeds gehoopt in het voorjaarsoffensief van 1915
ten volle profijt te trekken van den militairen bijstand van de Veieenigde Staten, thans moeten Fransche troepen aan de eigen linies worden onttrokken, teneinde de bres in het
It.aliaansche front geschoten aan te vullen. Dit schijnt
gebiedende noodzaak te zijn. Zonder eenigen twijf&l nl. heeft
het moreel der Italiaansche troepen sterk geleden en waar
de oorlog in het grootste deel van Italië toch al niet
populair was, is de Entente wel genoodzaakt om met krach-
tige hand in te grijpen, om een verder instorten van het
Italiaansche front en een verdere verf Iauving van den krijgs-
lust bij de Italianen te verhoeden. Of dit gelukken zal is een
tweede, doch althans is de kans op resultaat grooter dan in
het geheel gedesorganiseerde Rusland, alwaar Kerenskï
blijkens een deze week ingekomen telegram. uit Amerika
zich de teugels van het bewind geheel heeft zien ontglippen
en dringend om hulp der Entente verzoekt.
Dit verzoek, en in meerdere mate nog de jobstijdingen
uit Italië, hebben in de afgeloopen acht dagen een zwaren
druk op de beurs in W a 11 St r e e t uitgeoefend. Anders
dan bij het enthusiaste begin, schijnt men thans iedere

mogelijkheid op verlenging van den strijd in Amerika’s
financieele kringen met bede oogen te aanschouwen en
veel wonder kan dit niet baren, indien men de enorme win-
sten üit de leveringen aan de Entente in de eerste oorlogs-
jaren vergelijkt met de min bevredigende resultaten, die
sommige maatschappijen thans bekend maken. De maatrege-
len tegen prjsopdrijving der Amerikaansche regeering, die
thans vrijwel het geheele terrein der productie bestrjken,
besnoeien de winstmarges tot een klein deel van hun om-vang in de eerste jaren van den oorlog. Waar den oorlogs-
leveranciers aan de Entente in het begin niet de minste
dwang werd aangedaan, en slechts maatregelen werden
genomen tegen abnormale prijzen wanneer deze de Unie
zelf bedreigden, – zooals bij het opdrjven van de graan-
markt te Chicago door speculanten -, wordt thans geen
porlogsieverantie tot de vroegere winstmarge toegelaten. Al is dit optreden voor de maatschappijen apart genomen
en hare aandeelhouders minder aangenaam, toch moet
erkend worden, dat het algemeen belang in de Vereenigde
Staten er zeker mede is gediend. Het zou wel zeer onver-
antwoordelijk van de Amerikaansche regeering zijn, zôo zij
geen partij wist te trekken uit de lessen die de oorlog in de
Europeesche landen heeft geleerd, indien zij, voetstoots ge-
volg gevende aan het verlangen van betrekkelijk kleine
groepen van belanghebbenden de mogelijkheid opende op het
behalen van abnormale winsten uit oorlogsieveranties, die ten slotte door den staat zelf waren te betalen, verder aan-
leiding gevende tot een wilden handel ter beurze in de aan-
deelen van aldus bevoorrechte maatschappijen. Door hare
prjspolitiek vermijdt de Amerikaansche regeering eener-
zijds een onnoodige opdrijving van de oorbogskosten, welke
toch al zeer hoog zijn, – volgens een bericht uit Washing-
ton ca. $ 42.500.000 per dag, met inbegrip van de leeningen aan de Geallieerden -, andérzijds uitwassen: van den beurs-
handel, zooals die te Weenen en te Budapest i’oorkwamen. En ten slotte wordt de eindafrekening er ook heel wat door
vereenvoudigd en kunnen de financieele naweeën veel spoe-
1
diger worden overwonnen dan in de overige oorbogvoerende
landen, willen die tenminste niet tot een belangrijke kapi-
taalheffing overgaan tot bestrijding der oorbogslasten. Doch
zoo de verwachtingen uitkomen, dat de jongste Italiaan-
sche gebeurtenissen den oorlog eerder zullen verlengen dan
verkorten, – dit is n.l. de opvatting zoowel in Wallstreet
i als aan de Londensche en Parijsche beurzen – dan zal
Amerika ook nog wel dikwijls met zijn ,,Liberty Loans” een beroep moeten doen op zijne burgers. Volgens eind October
ingekomen tijdingen, is de tweede vrijheidsleeuing, evenals
de eerste, zeer sterk overteekend geworden. De totale som
beliep meer dan $ 5 milliard. Toch zou volgens latere be-
richten, spoedig (wellicht in Februari 1918) weder moeten
worden geleend, hetgeen, indien hooger genoemd bedrag der
– dagelijksehe oorlogskosten op juistheid aanspraak hiag ma-
• ken, wel ongeveer uitkomt.
Eet is begrijpelijk, dat de zware lasten, welke door de
regeering aldus op de bedrijven worden gelegd, een gevoel
van onrust te weeg hebben gebracht, en door baissiers schijnt
dit dan ook in de afgeboopen week te zijn benut om de
koersen verder naar beneden te drukken. Groote hoeveel-
heden materiaal werden ter beurze aangeboden en konden
slechts tot aanmerkelijk lagere koersen koopers vinden.
Eet driemaandelijksche rapport der United States Steel
Corporation, .dat Dinsdag j.l. te New York werd gepubli-
ceerd, deelt mede, dat de verschillende oorbogsbelastingen,
• gepaard aan de inkomstenbelasting, bijkans de geheebe winst
van het 30 September 1917 geëindigde kwartaal hebben op-
gevorderd. Dit sprekende bewijs van den funesten invloed
van de oorbogslasten droeg natuurlijk tot de depressie ter
beurze bij, terwijl vo6rts geruchten betreffende een verdere
‘erhooging der belastingen werden verspreid. Ook beweerde
,men al, dat de beurs zou worden gesloten en dat minimum-
koersen zouden worden vastgesteld, zooals te Montreal en
Toronto reeds geschiedde, doch deze berichten werden dade-

1
lijk tegengesproken. Voor spoorwegwaarden was een bij-
zonder ongunstige factor gelegen in de slechte ontvang-
sten der laatste maanden. De toestand der spoorwegmaat-
schappijen is n.l. tengevolge der hoogere bonen, hoogere
kosten van stook- en ander materiaal en onderhoud, al zeer
onbevredigend, en vele spoorwegmaatschappijen vragen dan
ook verlichting der lasten in den vorm van verhoogde tarie-
ven. De markt sloot in flauwe houding.

t
30 Oct.
1 Nov. 3 Nov. Rijzingof

American Car
&
Foundry ..
711,1
6814
69
1
18
218
Anaconda Copper

……..
145’/
140
1
12
136
1
12
—8°/ja
‘Un. States Steel Corp…..
101’/
97
1
/
96°/

5
2
116

Atehison Topeka ……….
97
93
7
18
94
7
18
—2 /8
Southern Pacif ie ……….
90
‘Is
91,18
90
,
12
+
118
Union Pacific

…………
131
128’/
126
1
18
—4e18
Int. Mere. Marine afgest
34
1
12
31
7
18
33
1
119

1
7/ia

838

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917

De
Arnerikaansche afdeeling
onzer beurs heeft zich in d
afgeloopen week bij het verloop van Wallstreet aangesloten, en al was het niet overal in dezelfde verhouding, toonden de
noteeringen hier en daar aan het slot der week min of meer belangrijke verliezen. Marinewaarden, welke aanvankelijk
op oncontroleerbare berichten omtrent de uitkeering van
achterstallig dividend op de prefs, tot hoogere koersen wa
ren gekocht, werden later, weder lager afgedaan. De prefs
waren heden echter weder oploopend. Steels verloren in den
loop der week meer dan 5 pCt., Anaconda’s zelfs 8. Spoor
wegwaarden waren lusteloos.

30 Oct. 1 Nov. 3 Nov.

of

Ned. md. Handelsbank …. 251

250

252
1
12 ± 1112
Nederl. Handel Mij. …… l94’/a 193

191I8 —3
Amst. Superfosfaatfabi’iek .. 174

174

172

2
Insulinde Oliefabriek ……243’/

242

240
1
14 —3
Ant. Jurgens’ Ver. Fabrieken 290

290

291

+ 1
Philips’ Gloeilampenfabriek. 369

36681
4
355

14
R. S. Stokvis & Zonen …. 600

630

635

+ 35
Cultuur Mij. d.Vorstenlanden 225

226
1
11 226

+ 1
Handelsver. Amsterdam …. 464
1
1
466
1
14
475

+
30
8
14
Javasche Cultuur Mij
..
. . 36981
4
358

358

– 11814
Kon. Petroleum Mij. …… 567.

560I2
56712 +
11
Amsterdam Rubber Mij. .. 237

236

235h1
2
– 1
1
12

Holland Amerika Lijn . . .. 435 44121
4
441 1/2 + 8112

Kon. Hollandsche Lloyd .. 2111 211
1
/4
2l1’14

21
8

Kon. Ned. Stoomboot Mij. .. 270 269
212
270
Dcli Maatschappij ……..517

510

510

—7

De
locale afdeelingen
onzer beurs hebben over het alge-
meen van een vaste stemming blijk gegeven, ook al waren de omzetten ditmaal in de meeste fondsen van bescheiden
omvang.
In sommige sedert eenigen tijd verwaarloosde nijverheids-
aandeelen ontwikkelde zich weer wat handel, bijv. in de
aançl. Van Berkel’s Patent (152-162) in verband met be-
langrijke regeeringsorders, welke deze maatschappij ter uit-
voering zou hebben. Aandeelen Werkspoor werden even-
eens tot hoogere prijzen uit de markt genomen (140-156
—153) in verband met geruchten aangaande een niet:
onaanzienlijk hooger dividend. Aandeelen R. S. Stokvis
&
Zonen Ltd. stegen verder van 590 op 630 (heden 635), ook
al naar aanleiding van geruchten omtrent zeer gunstige
bedrijfsresultaten als kevolg van orders eener buitenland-
sche regeering. Verder waren ook aand. Noorsche Gas
Maatschappij en Vereenigde Chemische Fabrieken vast ge-
stemd, Centrale Guanofabrieken daarentegen lager aange-
boden._
In de
cultuurafdeeling
kwam een rijzing voor de aandee-
len H. V. Amsterdam tot stand, voorts voorbijgaand in
aand. Tels’, die later bij de aankondiging der nieuwe uit-
gifte, lager werden afgedaan. Aandeelen der Mij, voorUit-
voer- en Commissiehandel eenigszins in reactie.
n
‘nvijnbouwwaarden
ging zou goed als niets om. De koor-.
sen geven geen aanleiding tot bespreking.
Petrolevnwaarden
waren op grond van de minder gun-
stige opvattingen ten aanzien van de vredeskansen, lager
aangeboden. Koninklijke Petroleum konden het geleden ver-
lies ten slotte weder geheel inhalen: Steaua Romana’s en
Orions werden een paar punten lager genoteerd.
Behoudens eene rjzing van een viertal procenten in het
aandeel Amsterdam Tapanoeli en een dergelijke daling in
Vico’s, kwamen in de
rubberafdeeling
geen koersschomme-
lingen van beteekenis voor. Nederlandsche rubbers een
weinig lager.
Naar verhouding was ook deze week de
scheepvaartaan-
deelennsa.rkt
weder de belangrijkste, vooral aan het einde
der week toen de markt
bevrijd
begon te raken van aan-
bod, voortspruitend uit winstnemingen. Aand. Holland-
Amerika-Lijn golden 443
1
/2_433_444
1
/2441
6,
Holland-
sche Stoomboot Mij. 238-232-2,$7-239-23834. Bij be-
perkte vraag stegefl de weinig verhandelde aancieelen ,,Oost-
Zee”
van 360 tot 395 pCt. Heden 398-402–402.
De meeste
tabakswaarden
waren in reactie op de vorige
rijzing. Een uitzondering maakten rand. Senembah 585-
589
3
/4-588. -.
Van
baiiJccançleelen
waren Ned. Handel Mij. tijdelijk te-ruggaand bij geruchten omtrent een te verwachten uitgifte
van nieuw kapitaal. De Rotterdamsche Bankvereeniging
kondigt de emissie aan van
f 10.000.000
-nieuwe aandeelen,
(waarvan reeds
f
2.000.000 vast geplaatst) tot den koers
van
13734
voor houders van oude aandeelen en van 140 pCt*
voor vrije inschrijvingen.

30 Oct. 1 Nov. 3 Nov.
Rijzingof

5

0
/0
Ned. W. Schuld .. . . 100
9
/ie 100
1
1s 100
1
110 +
1/8
411
O/

,,

,,

11

1916 10021
18

99
22/18
100


2
/10

30 Oct. 1 Nov.
3 Nov. Rijzingof

4

0/

Ned. W. Schuld 1916
92
3
14

92
5
1
92
9
11e
3
1
/j
%

,,

,,

,,
8221
4

82
1
18
82
1
1

3

0/

,,

,,

,…..
72
71718
.
71 ‘/io

2
1
12 01

Cert. N. W. S. ……
61’/s
611,
61 ‘loo
+
1/10

5

O/

Oost-Indië 1915

. .
..
lOO’/j
100
2/2

IOO’ljo
±
1
18

4

0/j
Hongarije Goud

– . . .
40
1
1
40
1
1e
41
+
’12
4

5
/o
Oostenr. Kroneurente
3801I6
37
12
110
371/8

1
2/

5


0
h
Rusland 1906

……
54 52
7
18
52
1
18
– 1
718

4
1
11
0/

Iwangorod Dombr.
.
55
1
18
55
2
18
55
1
18
4

,
O/

RuslandCons.1S80
43
1
1
421,
41
1
1e
—2
4

0/

RuslbijHope&Co.
4411je
43
1
11
41112

4

0/

Servië

1895
……..
48
7
18
48
7
18
48
7
18

4
1
12
0
/0
China Goud 1898
62
62
82
4

%
Japaa 1899

……..
68’/2
68
1
11
68’12
4

°
/o
Argentinië Buitenl.
66
1
18
66
1
18
66
2
18
5

%
Brazilië 1895

……
65’/4
63
7
/s
64

1
1
14

De prolongatiekoers is nog boven het niveau van vorige
maand. Heden: 334.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
5 November 1917.

T a r w e. Uit de berichten, die ons bereiken, wordt steeds duidelijker het verschil tusschen den toestand in de uitvoer-
landen buiten Europa en de Europeesche invoerlanden.
Sedert geruimen tijd luiden de berichten, zoowel uit Noord-
Amerika, Zuid-Amerika en Australië, gunstig. De Veree-
nigde Staten hebben weliswaar slecht een matigen tarwe-
oogst, geschat op 17,9 rnillioen tons, tegen een gemiddelde
in 1911-1915 van 21,7 millioen tons, maar daarentegen
zeer groote oogsten voor mals, gerst en haver, zoodat het
totaal van die oogsten (in. tarwe) bedraagt 128,8 millioen
tons, tegen een gemiddelde van 115,8 millioen. D’e oogst
in Argentinië is, zooals bekend, verleden jaar vrijwel mis-
lukt, doch, de nieuwe oogst staat er, volgens de tot nu toe
ingekomen berichten, uitstekend voor. Indien de optimis-
tische verwachtingen van de Argentijnsche Regeering van
Augustus verwezenlijkt warden, zou men o.a. voor tarwe
een record-oogst kunnen verwachten, doch zelfs indien men
de opbrengst neemt gelijk aan die van het gemiddelde van
de jaren 1911-1915, komt men nog op een opbrengst, die
slechts in het jaar 1912 overtroffen wordt. De cijfers, die
een medewerker van de N. R. Crt. geeft in zijn artikel ,,De
voor Europa dreigende hongersnood en het militairisme”,
zijn ons ten eenenmale onbekend, en het is inderdaad ver-
rassend te zien, dat hij daar den Argentijnsehen oogst 1917118
aangeeft als iets meer dan de helft van den oogst van
1915/16, aangezien de tot nu toe gepubliceerde berichten
alle een grooteren oogst dan 1915/16 aangeven. -Het is vol-
doende bekend, dat Australië over een groot overschot van
tarwe beschfkt en dat het graanvraagstuk daar geheel tegen-
gesteld is aan dat in Europa n.l. hoe van den overvloed
af te’komen. Ook Indië beschikt nog over voldoende voor-
raden.
In Engeland nemen de aanvoeren van inlandsche tarwe
toe, doch zijn toch nog betrekkelijk klein, hetgeen w9rdt
toegeschreven aan de drukke werkzaamheden der boeren,
in verband met den grooten uitzaai. Het is moeilijk na te
gaa.n hoeveel grooter de uitzaai nu-zal worden; men spreekt
van een dubbele oppervlakte, maar in vakkringen acht men
een dergelijke vermeerdering onwaarschijnlijk. In ieder
geval wordt’er in Engeland alles aan gedaan om te trachten het volgend jaar weinig afhankelijk te zijn van den aanvoer
uit het buitenland. Natuurlijk staat dit in verband met het
vraagstuk van de scheepsruimte, aangezien, zooals boven
aangegeven, er voldoende tarwe en ander graan in de wereld
te vinden zijn. In verband met de korte reis zal men zooveel
mogelijk van Noord-Amerika willen betrekken, doch dit zal,
althans van tarwe, niet zulke groote hoeveelheden kunnen
afgeven.
M a ï s. De groote oogst in Noord-Amerika beheerscht dea
toestand ii dit artilel. De prijzen voor December-levering
te Chicago toonen, nog .eçnige neigiag terug te loopen, niet-
tegenstaande het groote verschil met 4en prijs voor directe
levering. Ontegenzegijjk zal het gebruik van mais voor
menschelijk vçedsel enorm toenemen ea is het niet onmo-
gelijk, dat dit den prijs van, tarwe ook is. Amerika.zal
beïnvloeden.
Ook ge r s t en
h,
a v er geven, zooals bekend, in Noord-
Amerika een groote opbl

en’gst en van deze artikelen zal
men een voldoende overschot h,ebben voor de behoeften van
Europa.
L ij n z as. d. De cijfers. van de te yerwach,ten opbrengst

7 November 1917

ECONOMISCH-STATIStISCHE BERICHTEN

839

Noteeringen.

Loco-prijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago

Buenos Ayrc.s

Data

Tarue

Mats

Haver

Tarwe

MaTs Lljnzaad
Dec.

Dec.
1
Dec.
1

Jan.
1
Nov.
1

Oct.

3Nov.’17 220

3)
11511
2

58’/a

10,80

7,90

18,50
27 Oct. ’17 220

3
)118
8
18

58
1
/4

11,10

8,10

20,-
3 Nov.’16 185
1
18

8611
1

54

14,601) 7,85 ‘) 22,-‘)
3Nov.’15 10311
2

59114

38
8
/4

10,30

5,20

13,-
3)

3Nov.’14 11718

701/e

4971
s

9,60

4,75
1)
10,20)
20 Juli’14 82

1)
56’/a
1)
36
1
12
)

9,40 ‘) 5,38
2
),13,70 ‘)

‘) per Dec. ‘) per Sept.
3)
offic. vastgestelde locoprijs.
4
) per Nov.
5)
per Januari. –
De noteeringen van Buenos Ayres zijn van 20 en.13 Oct.
1917, 3 Nov. 1916, 3 Nov. 1915 en 3 Nov. 1914.

Soorten.
5 Nov.
1917
29 Oct.
1917
5 Nov.
1916

Tarwe

……………..:
588,-‘)
588,_t)
456,1)
Rogge (No. 2 Western)
nom. nom.
nom.
360,-‘)
360,-‘)
285,-‘)
Gerst

(46 ib.

feediug).. ..
360,-‘)
360,-‘)
360,-‘)
Haver (38lb, whiteclipped)
18,-‘)
18,-‘)
17,-‘)

Mais

(La Plata)

………

Lijnkoeken (Noord-Ame-
250,-‘) 250,-‘)
180,-‘)
rika van La Plata-zaad)
Lijnzaad

(La Plata) ……..
nom.
nom.
680,-

1
)
Regeeringsprjs.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.

Rotterdam

Amsterdam

. Totaal

Artikelen.
.

1

1
1 28 Oct.-
1

Sedert

1 Overeenk.

28 Oct.- 1

Sedert

1
Overeenk.
1
3 Nov. 1917

1 Jan. 1917
1
tijdvak 1916

3 Nov. 1917

l Jan. 1917

tijdvak 1916

1917

1916

253.376
617.254

38.227
21.153
291.603 638.407

8.465 19.063


525
8.465
19.588
Tarwe………………


2.314 10.032
.



500
2.314 10.532

114.637
344.550

80.134
187.733 194.771
512.283

Rogge

……………..

-.

.
30.600
92.023

11.886
18.726
42.486 110.749

Boekweit

………….


12.399
44.430

27.269
7.840
39.668 52.270

Mais

……………..
Gerst

………….. ….


8.322
88.607

7.560
50.012
15.882
138.619
Haver

……………..
Lijnzaad ……………
Lijnkoek……………

34.078
139.065

27.985
.
5.735
62.063 144.800
Tarwemeel …………..

19.988
21.503

3.051

23.039
21.503

AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor België.

14.215
370.100 783.089
– –

370.100
783 :089
8.807
21.142
84.128
– –
_
21.142 84.128
Tarwe ……………..
Mais

……………..
3.677 11.725

– –

11.725

Itogge

……………..
Tarwemeel ………….-

6.962

1.260

.
6.962
1.260

in de Vereenigde Staten en Canada zijn zeer teleurstellend,
SUIKER
vooral wat het eerste land betreft, en al mogen wij aanne-
men,

dat

Cauadaniet hare geringe behoefte het grootste
NOTEERINGEN.

deel van haren oogst aan de Vereenigde Staten

zal afstaan,
Londen
toch

zullen

de Vereenigde Staten voor ongeveer
2/

van
1.
msterdam

New York
hunne behoefte op Argentinie zijn aangewezen. Op ba.sis
VUi
Data


per
Tak,
White
Amer,c.

hun

normial

jaarlijksch

verbruik

zullen

de

Vereenigde
.
November
Cubes
Javas
°”,f
Centrifugals.
Staten nog ruim 430.000 tons van Canada en Argentinië
No. 1
fob.
b.

behoeven, waarvan Canada wellicht ongeveer 120.000 tons
kan verstrekken, zoodat voor den invoer van Argentinië
2 Nov. 1917

..
f

5319


ongeveer 310.000 tons zal overblijven. Of echter de Veree-
26

Oct.

1917

. .

53/9

– –

nigde Staten dit kwantum zullen invoeren, zal wel in de
2 Nov. 1916

..
,,
22
81
4711″2
– –
6.46

eerste plaats van de verkrijgbare scheepsruimte afhangen. In
2 Nov. 1915

..
,,
18
1
12
4016
1916
2016

elk geval heeft Argentinië een grooten kooper zeer noodig,
21 Juli

1914

..
11
“/12
181-
– –
3.26
(1007 qii
maf hot nnü nn
rio
holrondo vnreohannaomnai1fllr

heden, op export van eenige beteekenis naar Europa niet
behoeft te rekenen en het laat zich aanzien, dat zij met het
overgroote deel van den oogst, welke aanzienlijk belooft te
worden, althans voorloopig, zal blijven zitten. In verband
daarmède zijn de prijzen aldaar aanmerkelijk gedaald. In
Engeland daarentegen heeft niet alleen ljuzaad, maar ook
olie den maximumprijs bereikt en blijft de vraag grootst
dan het aanbod.

Buitenlandsche graien in Nederland.

De toestand is nog steeds onveranderd. De aanvoer van
tarwe, mais en rogge te Rotterda.m vond alleen plaats voor
rekening van België.

TABAK.
(Uit het Maandbericht der firma P. Meerkamp van
Embclen
&,
Zoonen.)

Over de afgeloopen maand valt weinig te vermelden.
Er vond daarin slechts een kleine inschrijving plaats en
wel te Amsterdam op 26 October voor 1283 pakken N. 0. T.-
vrije Java en 141 pakken N. 0. T.-Borneo.
De prijzen voor de Java’s liepen weder nogal wat hooger
dan in de vorige inschrijving; ook het partijtje Borneo,
dunbladdig gedeeltelijk mooi vatl zandblad, werd zeer hoog
betaald.
Het restant der opgehouden partijen Java uit de inschrij-
ving van 14 September (1714 pakken) werd door eenige handelaars, nadat daaromtrent met fabrikanten overeen-stemming, verkregen was, uit de hand gekocht en op 25
October alhier in veiling gebracht; in deze veiling werd
het kwantum, verdeeld in kleine kavelingen, geheel door de
fabrikanten opgenomen.

Uitgezonderd een verkoop naar Zweden tot zeer hoogen
prijs, valt van onze Bie t suiker markt niets nieuws te
berichten.

Betreffende den thans binnenkomenden oogst wordt uit
Oostenrijk-Hongarije gemeld, dat die waarschijnlijk
ongeveer 20
0/
minder zal bedragen dan verleden jaar. Uit
Duitschland kwamen geen nieuwe berichten over den
ditjarigen oogst, doch in suikerkringen maakt men zich
reeds nu zorgen over den uitzaai in het as, voorjaar, aan-
gezien de aanplant van andere voedingsmiddelen voor de
landbouwers veel loonender is dan die van suikerbieten.

Volgens F. 0. Licht zijn de zichtbare voorraden als volgt:

1916117

1915116

1914115

H
its
b
c
}1 Sept.’17 400.000*

250.000*

545.000*tons

Oostenrijk 1 ,, ’16
305.000*

478.000′

244.741
Frankrijk

1 ,, ’16 39.012

58.525

141.454

Nederland . 1 Oct. ’17 60.446

3.224

12.296
België

1Sept.’17 50.539

13.824

53.189
Engeland

1 ,, ’17 199.663

151.127

163.504

Totaal Europa 1.054.660

954.700

1.160.184 tons

V.S.v.N.A. 27 Sept.’17 65.000

168.850

277.079

Cubahavens26 ,, ’17 133.000

319.747

291.229 .

Totaal ……1.252.660

1.441.297

1.728.492 tons

Raming.

Voor het eerst wordt hierbij de voorraad in Duitschland
op 1 Sept. van dit jaar geraamd, terwijl voor Oostenrijk en
Frankrijk nog steeds de cijfers van een jaar tevoren gegeven
worden.
IN

.1

840

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917

Uit Java kwamen in verband met het afgebroken tele-
graf isch verkeer hoegenaamd geen nieuwe berichten over de
markt binnen, evenmin als uit Engeland
en Amerika.
De suikeroogsten der wereld worden door Willett
&
Gray
als volgt onder cijfers gebracht:

1916117
1915116 1914115

tons
tons
tons

V. S. v. N. A.: Louisiana

271.339
122.768 216.698
Texas…………….6.250
1.000
3.500
Portorico …………450.000
431.337
308.178
Sandwich-eilanden
. . .

575.000
529.895
577.186
Cuba

………………3.000.000
3.007.915
2.592.67
Br.W.-Ind.: Trinidad(uitv.)

65.000
64.231
58.822
Barbados (uitvoer) ….

55.000 85.000 32.578
Jamaica

15.000
15.143 15.063
Andere eilanden

30.000 30.000
24.000
Frausch West-Indië: Martinique (uitvoer)

40.000
39.925
38.581.
Guadeloupe

……….40.000
34.111 39.617
Deensch ‘West-Indie:
St. Croix

…………12.000
14.750 4.500

WOL.

De textielindustrie in Japan heeft zich gedurende den
oorlog zeer snel ontwikkeld. Niet alleen wordt de wol, welke
vÔÔr den oorlog ingevoerd werd, thans in het land zelve
geproduceerd, maar ook in de constructie der weefmachines
is groote vooruitgang te bespeuren, zoodat binnenkort Japan
niet alleen wat detextiel-indust.rie betreft, geheel onafhan-
kelijk van Europa zal zijn, maar liet zal zeker een ernstige
concurrent voor de Europeesche exporteurs worden.
Terwijl er vOör den oorlog met 233.210 spillen werd ge-
werkt, draaien er nu 256.770 wat een vermeerdering van
10
0
/0
beteekent; het aantal kammachines is van 56 tot 184
toegenomen, welke dagelijks ongeveer 30.000 K.G. wol ver-
werken.
Alles wijst er op dat het hier niet bij blijft, vele groote
fabrieken zijn in aanbouw, andere overwegen uitbreiding. Ook
de nabijheid van wol-produceerende landen zooals Australië
en Nieuw-Zeeland zal in de toekomst een groot voordeel
blijken te zijn voor de Japansche textiel-industrie, welke
dank zij de lage vrachten en de goedkoope handenarbeid
zeker met kans op succes rbet Europa zal kunneifconcurreeren.

San Domingo (uitvoer)
150.000
126.058 108.267
Mexico………………
50.000 65.000
110.000
HUIDEN.
Midden-Amerika

……..
35.000 35.000
36.275,
Bericht van de firma Grisar
&
Co.:
Zuid-Amerika:
1
Door de onderbreking der telegrafishe gemeenschap valt
Demarara (uitvoer)
120.000 116.224
113.632.
er van de buitenlandsche markt niets te vermelden.
Suriname …………
15.000
13.000 12.000,
Ex îs. ,,Rijnland” werden verkocht: 950 Tucuman Campos
Venezuela …………
20.000
7.000
3.000.
huiden.

Er blijven dus nog onverkocht: 1000 Santiago en
Ecuador

…………
8.000
7.567
7.107.
500 Santa Fé huiden, waarvoor importeurs bereid zijn een
Peru (uitvoer) ……..
250.000 250.000
262.841
lager bod in overweging te nemen.
Argentinië

……….
84.069
149.299
335.956
Inlandsche markt iets kalmer.
Brazilië …………..
225.000 194.000 240.000
Java-markt stationnair. Van de inschrijving te Am-
Azië] Br. Indië……….
2.626.000 2.834.000
2.460.573
sterdam werd slechts weinig afgedaan.
Java

…………….
1.596.174
1.198.567
1.303.045.

Formosa

…………
436.026
.
405.227 462.000.
Philippijnen (uitvoer)..
176L000
332.158
243.000
METALEN.

Australië:

Loco-Noteeringen te Londen:
Queensland & N.Z.Wales
175.000
159.681
246.408
Fidji-eil.

(uitvoer)

. . . 100.000 90.000
102.000
Data
II
Cle.,.

L

Koper Tin
Lood
1

Zink
Afrika: Egypte……….
110.000
100.000
75.738
No. 3
Standard

Mauritius …………
208.000 215.528
277.164
.
_.

Reunion

…………
45.000
45.000 39.267
25 Oct.

1917..
nom.
110.-1-
247.51-
30.-/- 52.-t-
Natal …………….
125.000
112.000
91.619
18

1917..
,,
nom.
110.51-
247.1216
30.-t- 52.-t-
Mozambique ……….
55.000 50.000
40.0001
11

1917..
,,
nom.
110.51-
244.7/6
30.-1-
52.-1-
Europa: Spanje …… ….
6.000 6.359
7.376
,,

1917..
lom.
110.-t-
244.-t-
30.101-

Rietsuiker totaal

. . .
11.168.858

10.667.743
10.288.656 27 Oct.

1916..
lom.
124.101-
181.-t-
30.101-
54.101-
Europa

Bi etsui ker.
4.764.449
5.077.760
7.583.215
29 Oct.

1915..
6714
72.17i6
159.-,’-
24.151-
76.-t-
V,S.v.N.A.

.
734.577
779.756
646.257.”
20 Juli

1914..
5114
61.-!-
145.151-
19.-t-
21.101-
Canada

,,
12.500 17.641
13.979-

Totaal……..
16.680.384

16.542.900

18.532’107-
BANKATIN,

De totale cijfeis verschillen aanmerkelijk met de tegen het
In

Nederlandsch-Indië zijn in September 1917 verkocht
einde van verleden jaar door
dezelfde
firma gepubliceerde 6600 pikols Gouvernements-Bankatin. De opbrengst daarvan
ramingen (zie E.S.B. No. 50 dd. 13 Dec. 1916), waarvan de
bedroeg ongeveer f1.100.000.

(St.ct.)
totalen luidden:

1916117

1915116

1914115
tons

tons

tons
17.435.000

16.521.317

18.460.105
,

De wereldoogst 1916117 was toen dus met ongeveer 750.000..
tons te hoog geraamd.

KATOEN.

Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).

12 No. . 17 26 Oct. I7 119 0ct.I7 2 No.. ‘1612 Nov. ’15

New York voor
Middling..
28,75e
28,95 c 28,65 c
18,80 c 11,95 c
New Orleans
voor Middling
27,56e
27,75 c
27,13 c
18,13 c
11,75Ll’
Liverpool

voor
GoodMiddling
””

d
20,92 d 21,02 d
1.1,03d
1
)
6,95d
1
)

Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche
havens.
(In duizendtallen balen.)

I7

1

0ct. ’17

Ooereenkom,tige perioden

1916

’17

1915-16

Ontvangsten Gulf-Havens…
88
1459 1038
,,

Atlant. Havens
662
836
830
Uitvoer naar Gr: Brittannië
722
673
467
‘t Vasteland.
379
662


662
Japan etc…
– –


1)
Middliug.

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

3 Nov. 1917. De toestand van de.vrachtenmark1 bleef
ongewijzigd. Uit het buitenland kwamen geen scheepvaart-
berichten binnen.
GRAAN.

Ati. Ku31

San Lorenzo
Petra. Odes,a

Ver. Staten
grad
Data

Rotter.

1
R’dam
Londen/1 dam

1
Rotter- Bri3tol Rotter-
1
Enge.
dam Kanaal 1 dom 1 land

29Oct.3Nov.19171


1

1
30/-.
1


11451-
22127 Oct.

19171

1

1

1
301-


1451-
300ct./4No’.’.1916I

– –

1114 *)

121-

1f 90*5)1 1241-
116 Nov.

19151

1

1,,

7,501

12/9

I48,-I
8316
Juli

1914

11 d.
713

111 1
1
/al
1111
“al

121-
1

121-

HOUT.

Cronstadt
Golf van
Mexico

Data
Holland
1

Oostk.
Engeland
Holland Engeland
(gezaagd)
(mijn.
(pitch-
pine) (pitch-
ptne)
___________________________

stutten)

29 Oct.13 Nov. 1917 .
. .

22127

Oct.

1917….




30 Oct.14 Nov. 1916..
..


f
335,-
4851_1)
1/6

Nov.

1915..
..


160,-
2601-1)
Juli

1914….
f12,-
2416
.

751-
7716

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

841

12

ERTS..

.

INKLARINGEN.

Bilbao
t

Cartha-
1
1

Grieken.
1

.
Poti-
Dato
Middies-
gena
Middles-
land
1 Middies.
Middies-
kro
1

kro’
1

kro’

kro’

29 Qct.13 Nov. 1917….

– –

22127

Oct.

1917….
– –


30 Oct.14 Nov.
1916….
1816
1918
2118

116

Nov.

1915.. ..
171- 181-
201-

Juli

1914….
413
514
1
12
1519
818

KOLEN.

Data

Cardif
Oostk. Engeland

Bar-
Genua

Port

La

Plato

Rotter-
1

Cron-
deaux
Said
Rivier
dam
1

stadt

290.131
T
ov.1917
891-
10113

.-

f32,50


22127 Oct. 1917
691-
10113



,,32,50


300.14Nov.1916
341-
5916

801-
3216
,,6,50


116 Nov. 1915
fr 30,-
4517
1
12

4716
3716
,, 6,-


Juli

1914
,,

7,-
71-

713
1416
3/2

5/-

DIVERSEN.

Bombay
Birma
Vladivo-
Chili
Data
West
West
stock West
Europa
Europis
West
Europa
(d. w.)
(rijst)
Europa
(salpeter)

2Ô Oct.13 Nov. 1917.
. . .

5501-

1851-
22127

Oct.

1917…..

5501-

1851-
30 Oct.14 Nov. 1916. . ..
15813
190/-

150/-
1
)
116
Nov.

1915. . ..
6912
901-

7216
1
)
Juli

1914….
1416
1613
251-
2213

‘) Per zeilschip.
*) Regeeringsvrachtf 7,-.
5*)

,,

,,52,25.

Graan Petra grad per quarter van 496 Iks. zwaar, Odessa per Unil, Ver.
Stoten per guarter van 480 ik.,. zwaar.
Hout gezaagd en pttchpine per St. Pet. Standard von
165
kub. ot., mijn.
stutten per vadem van
216
kuis. vt.

/
Overige
noteeringen
per ton van 1015 K.G.

NIEUWE WATERWEG.

October 1917
October 1916
Landen van
Aantal
N.R.T.
Aantal
N.R.T.
herkomst
schepen

schepen

Binneni. havens
33
375
17
7.591
Engeland
54
32.427
130
81.656
Noord-Amerika
17
37.971
49
120.476
Frankrijk
2
193
7
6.542
Zweden
7
5.861
34
15.836
Noorwegen

..
3
824
9
2.259
Zuid-Amerika


8
13.830
Ned.-Indië

..


2
7.281
Spanje
1
1.222
2
2.473
Griekenland


1
351
Westk. v. Afrika
2
1.194
1

.
730
China ……….

1
2.559

Totaal ….
119
80.067
261
281.584

Jaarperiode ….
1370
1.152.285
2711
2.772.548

Nationaliteit.

Nederltûidsche
65
21.153
157
165.481
Zweedsche
1
623
22
14.582
Noorsche
6
10.915
20
24.675
Engelsche
35

..

19.700
45
27.878
Amerikaansche


3
5.436
Belgische
9
21.118
9
18.733
Deensche

…….
2
4.572
3
4.664
Grieksche


2
2.135
Fransche
1
1.986

Totaal ….
119
80.067
261
281.584

Jaarperiode

..
1370
1.152.285
2711
2.772.548

(Dirkziager’s
Sch’eepsagentuur.)

ADVERTENTIËN

Nederlandsche Bank voor Russischen Handel

BANQUE NÉERLANDAISE P9UR LE COMMERCE RUSSË

Kapitaal 5.000.600 Roebels.

Kantoor: 20 NEWSKY PROSPECT,

Telegramadres: NEDRUSBANK

De Baiik
11001111
geldeil á deposito
CII iii
rekening-courailt eu verricht alle soorteil wtssel-
011
bankzakou.

Voor inlichtingen kan men zich wenden tot alle kantoren van

de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ en de TWENTSCHE BANK,

zoomede tot de heeren HOPE & Co. en LIPPMANN, ROSENTHAL & Co. te Amsterdam

en R. MEES & ZOONEN te Rotterdam.

.

0

J. & J. M. VOORHOEVE

Makelaars in Assurantiën

Anno 1836

ROTI’ERDAM

NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK

HEERENGRACHT
495;
AMSTERDAM

5

pC t. 0 bi igatiën (Grondbrieven)
Beurkoers
– Gecertificeerd door de Centrale Trust-Compagnie

Verkrijgbaar in

stukken van
f
2500,-,
f
1000,-,
f 500,-
en
f100,-
op elk goed effectenkantoor

GEO. H. MÇFADDEN & BRO. COÏTON MERCHANTS

PHILADELPHIA-NEW YORC

Vertegenwoordiger voor Nederland:
D. BREEKLAND, Oldenzaal-Enschede

44

842

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917

N

EDERLANDSCH IND’ ISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATA VIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, CI-IERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,

MEDAN, PEKALONGAN, PROB5LINGGO, SEMARANG, SINGAPORE,

SOERABAYA, TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDÉN.

Kapitaal /30.000.000,—

Reserven /14.800.000,-

GEBROEDERS C.HABOT

ROTTERDAM

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

KASSIERS en MAKELAARS in ASSURANTIËN

LLOYD

Deposito’s. – Rekening-Courant. – Franco Chèque-Rekening.

Aan- en Verkoop van

Wissels op het Buitenland.L Aan- en Ver-

AMSTERDAM

koop van Fondsen. – Bewaarneming en Administratie van Effecten.
Geregelde

Passagiers- exi Vrachtdienst

Ooriogs-, Transport-, Casco-, Brand-, Diefstal- e.a. verzekeringen

met nieuwe, moderne

van eiken aard.

post-stoomschepen

1

TUSSCHEN

O.NTVANG-EN BE.TA4LKAS

NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22

AMSTERDAM

A M S T E R D A. M

KAPITAAL EN RESERVEN
f
5.500.000,—

EN

DEposITo’s VOOR 1 JAAR FIXE
á 4
PCT.

ZUID-AMERIKA

GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET

VIA
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR..

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STItZWIJGEND VOOR

NEW YORK
GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR
OF PERJAAR ONTVANGEN WORDEN.

VAN RIJN & CI DESPAARNE-BANK

UTRECHT – POSTBUS 40

HAARLEM

EENIGE FABRIKdNTEN

Gestort Kapitaal en Reserves f1.184.000,-
VANDEUTRECHTSCHE
REKENING-COURANT, CREDIETEN, INCASSEERNGEN, ASSURANTIEN,

FIJNE TAFELMOSTERD

WISSELS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONGATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.

DE GRONINGER BANK

INSTITUUT VOOR

ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Groningen, Winschoten, Stadakanaal, Wilder-

vank, Sappemeer, Deifziji, Emmen, Veendam

en Ter Apel
(Firma TIMMERMAN ó SASSEN)

Kapitaal / 6.000.000,- Geplaatst e gestort /4.000.000,-

Reserves /
4
0
1
.
498
5
23

VERRICHT ALLE BANKZÂKEN –

In de reeks afzonderlijke geschriften zagen het licht:

Mr.
G. VISSERING:

Het vraagstuk van de geidruimte

in Nederland en de Goudpolitiek

van de Nederlandsche Bank

Mr.
G. J. FABIUS:

Het Bankwezen in Nederlandsch

West-Indië

Prijs per nummer
f
1,50

Belast zich met het incasseeren van wisséis op binnen-
Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH &
en buitenland

VAN DITMAR’S UITG.-MlJ., Rotterdam

7 November 1917

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

843

ROT’TERDAMSCHE BANKVEREENIGING

Maatschappelijk Kapitaal
.
. . f 50.000.000,-

waarvan reeds uitgegeven. ..
f
40.000.000,-

Reserve
…………..
f
12.000.000-

UITGIFTE VAN NOMINAAL

f
100000.000, nieuwe Aandéelen

deelende voor één vierde gedeelté in het dividend over het boek-

jaar 1917, waarvan reeds vast geplaatst nominaal f2.000.000,-

Bij de inschrijving op de overblijvende nominaal f8.000.000,—
wordt recht van voorkeur

toegekend aan houders van oude Aandeelen tot den koers van
1371/2
pCt. Voor vrije

inschrijvingen bedraagt de koers van uitgifte 140 pCt.

De
Rotterdamsche Bankvereeniging
bericlE dat op

DONDERDAG 8 NOVEMBER 1917

van des voormiddags 9 tt des namiddags 4 uur

bij hare kantoren te ROTTERDAM, AMSTERDAM .en ‘s-GRAVENHAGE eene

inschrijving zal zijn opengesteld op

ƒ8.000.000,— nôminaal nieuwe Aandeelen

Prospectussen en inschrijvingsbiljetten bene’ens nummerlijsten voor inschrijvingen met

recht van voorkeur zijn bij de inschrijvingskantoren verkrijgbaar.

ROTTERDAM,

ROTTERDAMSCHE BANKVEREENIGING

AMSTERDAM,

2 November 1917.

‘s-GRAVENHAGE,
J

RUSSISCH-HOLLANDSCHE BANK

RUSSKOGOLLANDSKI BANK

Telegram-Adre8: PETRODAM

BANQUE RUSSOHOLLANDAISE
PETROGRAD
– NEWSKL PROSPEKT 21

, ILINKA IPATEWSKI PEREOULOK 3
– MOSCOU

Kapitaal en Reserven
Rs.
11.000.001

Financiering van im- en export. Rembours-credieten. Incasseering en aan- en vërkoop van wis8els. Handelsinformaties.

Inlichtingen
verkrijgbaar bij de Hoofdvertegenwoordiging voor Nederland:

de Rotterdamsche Bankvereenigihg te Amsterdam en Rotterdam

WERKSPOOR, AMSTERDAM

– Land- en Scheeps-Machines – Dieselmotoren

Installatiën voor Suikerfabrieken – Polderbemalingen

Ijzerconstructiën

Nederlan4sche 6ist-

en Spiritusfabriek

DELFT

Directie { Dr. F. G. WALLER en
E. GP VERKADE

ARTIKELEN:

Gist

S
r,ii+,

(gerectificeerde en
. gemethyleerde

Amyl -alcoIioI

Jenever.

Brandewijn

Aether Sulfuricus

Kurken en
Gedroogde Spoeling

844

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 November 1917

HOLLANDSCHE BANK VOOR ZUID-AMERIKA

AMSTERDAM.

BUENOS AIRES

RIO DE JANEIRO

SANTOS

KAPITAAL EN RESERVEN
f
15.865.000,

REMBOURSCREDIETEN – IN- EN VERKOOP VAN WISSELS – INCASSEERING VAN WISSELS

CREDIETBRIEVEN – TELEGRAFISCHE ÜITBETALINGEN – HANDELS INFORMAT1ËN

VERLEENT BEMIDDELING TOT HET AANKNOOPEN VAN HANDELSRELATIES IN

ARGENTINIË
EN
BRAZILIË

The Ph,ïau Onimeren Corporation ofNeYork

42 BROADWAY

NEW YORK

belast zich met expeditie en verscheping van goederen van

Amerika naar Holland, Ned. Oost- enWest-Indiê

enz. enz. en desgewenscht ook met opdrachten van anderen aard

Nadere inlichtin
g
en worden gaarne ver5trekt door

PHS. VAN OMMEREN, Rotterdam.

/

NAAM LOOZE VENNOOTSCHAP

Wester- Suikerrallinaderij

AMSTERDAM

GROOTSTE RAFFINADERiJ
IN NEDERLAND

MAATSCHAPPIJ

voor

Sdheops-
011
Werktuigbouw

,,FIJENOORD”

ROTTERDAM

Kruisers – Torpedobooten

Onderzeebooten
Mailstoomschepen

Vrachtstoomschepen

Baggermateriaal

Machine-installaties

tot 65000 P.K:

Scheeps-Zoelly-Turbines

Machines en apparaten voor

Suikerfabrieken, enz.

P. Cbs & Leemhruggen

LEIDEN

Opgericht 1 Mei 1766

Tel. Intercomin. 370

Telegr.-Adres:
CLOS

Sajetten en Wollen

Garens voor Hand-

en Machinebreien

Levert de mooiste Suiker,

omdat haar zuiveringsver-

– mogen het grootst is.

Produceert behalve alle soorten
Melis-

suiker
en
Basterds:

Cristallën, groote en kleine, Klontjes
(Cub es), Theeklones, Crushed (brokken)
Tab letten, Brooden, Poedersui7rer, fijne
Suikers voor Vruchten gebruik, enz. enu.

WE

1r

c
0.

ROTTERDAM

R:E
O
AMSTERDAM

Import van en Handel n

OVERZEESCHE PRODUCTEN

speciaal
RUBBER, GUTTA-PERCHA
en
BALATA

HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING

HAARLEM, AALSMEER, BEVERWIJK, EDAM, HILLEGOM, HOOFDDORP, LEIDEN, LISSE, IJMUIDEN

Volgestort Kapitaal f3.050.000,—

Reserve /712.500,-

Auteur