Ga direct naar de content

Jrg. 19, editie 979

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 3 1934

8 OCTOBER 1984

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL’NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

19E JAARGANG

WOENSDAG 3 OCTOBER 1934

No. 979

NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,

Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele, Penning.

meester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van

Lennep; L. H. Mansholt; Mr. R. Mees; E. D. van Walree;

Ch. J. I. M. Welter; C. J. P. Zaalberg.

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN
ADVIES.

Prof. Mr. D. van Blom; Jhr. Mr. L. H. van Lennep;

Mr. X. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. N. J. Polak;

Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr: E. van Welderen Baron

Rengers; Jan Schilthuis; Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.

Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-

tenties: Nijgh & ven Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque. en gsro.rekening No.

145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch.Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen

het we’ekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.

Aan geteekende ‘stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

INHOUD

BIz.
HET SONDERKONTO
door
C. A. Klaasse …………..
862

Functie van den accountant bij kartelvorming door
Prof.

Mr. J. van Loon …………………………..
863

Staatsinterventie in ide goudianden en hare gevolgen

door Dr. H. M. H. A. van der Valk …………..
864

Financiering der tertiaire wegen door
Dr. J. van der •

Staay………………………………………
866

De algemeene volkscredietbank door
Prof.
G. Gonygrijp
867

De resultaten der,devaluatie.politiek in het eerste half.

jaar
1934 II
door
.
Dr. J. G. Stridiron…………..
869

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:

De Duitsche erfwet voor boerenhofsteden door
Prof.

Dr.’B.’Brutzkus…………………………
871

3 OCTOBER
1934.
Op de geidmarkt is er, iliettegenstaande de maands-

wisseling, van eenige vermindering in de geidruimte

geen sprake. In tegenstelling met driemaandspapier,

waarvoor weinig belangstelling bestaat – de notee-

ring is nog steeds 34 â
7/
pOt. – waren lange ter-

mijnen eerder gezocht. In de noteeringen voor cali

en prolongatie kwam geen verandering.

* *
*

Op de wisselmarkt was het stil; er waren maar

weinig zaken. De Dollar is in Londen sterk gestegen

en van 4.97% tot 4.93 opgeloopen; er werden o.a.

voor ta’baksfinancierin’gen groote bedragen gezocht.

Men begint de 4.87 nu geducht te naderen. Onder

den invloed van deze koersstijgin’g is de Dollar ook

hier vast geweest en van 1.45% op 1.46
9
/8
gekomen.

De •groote koersstijging van den Dollar, is voor het

Pond nadeelig geweest; van 7.25% is de noteering

tot 7.22% gedaald, De Fransche Franc is uiteindelijk

maar weinig veranderd: 9.72
3
/8.
Zeer aangebaden
lagen Bel’ga’s, die tot 34.42 teru’gliepen, béînvloed

door de politieke situatie in Bèl’ië. Waar deze koers

onder het goudpunt van invoer ligt (34.45) ont-

stond er dra eenige ‘kooplust, waardoor een reactie

tot 34.48 volgde. De koers van den vrijen Auslands-

Mark is van 58.78 tot 59.27% verbeterd: het mate-

riaal wordt ‘steeds sch’ahrscher. In het hegin der vo-

rige week werden de banken, die clearing-Marken bij

De Nederlandsche Bank hadden ‘gekocht, plctseling

verrast met credit-opgaven op freies inlands konto,

terwijl deze Marken tot nu toe steeds op de gewone

vrije Markenrekening werden gecrediteerd. Deze ge-

heel onverwachte handelwijze is vooi velen zeer on-
aangenaam; De Nèderlands’che Bak heeft deze zaak

echter met de Reich’sbank tot een bevredigende op-

lossing. ‘gebracht. Canadeesche Dollars noteeren 1.50%.

A’gntijnsche Peos zijn töt ongever’38 teru’ggeloo-

pen; • Milreis gezocht’ op ca. 11. In Chili schijnen

lahnen’ ii voorbereiding te zijn den Peso op basis

van 2 d. goud te revalueeren. Flauw waren Yen op
ongeveer 43%.

Op de termijnmarkt zijn haar weinig veranderin-

AANTEEKENINGEN:’

gen; Ponden en Dollars op levering over 1- en 3-

De agrarièche politiék in Ehgelaii’d ……………
873

maftnden waren een fractie lagei; het disagid be-

De Fransche legrooting vogi
1935
……………. …….dagt nu
7
/17
en
/io
resp.
/io
en
716.

OWFVANGENBOEKEN …………
. 874

:

ei1; ‘barn. 1eyeig Arn-
MAANDCIJFERS:

sterdam noteerden
f
1649, levering Londen
f
1648.50.
Indexcijfers van Nedérlandchè ‘aandeeln……….
874

Sovrei’ns d’oeh 121’%Ç E’gles 2.48

%
^
-en. Gouden
STATISTIEKEN ……………………. . . . : 875-88Ö

Tientjes 10,12, ‘Marken ‘bnkp’apir ‘werden het .laatst
«Geidkoersen.

-Wisselkoersen. –‘Bankitaten

op 53.80 gedaan.

‘•

•………………
_-..-•. ……-

.

..

-……..

862

.
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

3
October
1934

HET SONDERKONTO.

In mijn vorige artikel over het clearing-vercirag.
met Duitschiand sprak ik terloops reeds over het om-
vangrijke saldo op Sonderkonto en de daarmee min
of meer gelijk te stellen Zwischenkou’ti. Wij consta-
teerden daarbij, dat dit één van de punten van ver-
schil was met de Zwitsersch-Duitsche clearing, die
destijds vrijwel zonder oud-saldo in werking trad.

Dit oude saldo ‘nu heeft sedert bekend is geworden,
hoe volgens het protocol, dat bij het ‘verdrag hoort,
de liquidatie daarvan zal plaats vinden uit de kringen
van exporteurs een storm van critiek doen losbar-

sten. De regeling, zooals die is overeengekomen, komt
daarop ner, dat met de inwerkingtreding van het
clearingverdrag een ‘heele nieuwe clearinperiode in-
gaat, die volkomen losstaat van die onder de autono-
me clearing. Uit hetgeen onder de vigueur van hèt
verdrag bij De Nederlandshe Bank wordt gestort,
zul-
len in de eerste plaats – na aftrek van het reeds
gereleveerde ,,vrije deviezenoverschot” – de nieuwe ‘èkp’orten worden vereffend, waarvoor geen storting
op een ZwischeiTkonto plaat, vond.

Er is dus een scheidslijn getrokken tusschen zie
beide. clearingtijdvakken; alleen een klein deel van

het in de nieuwe clearingperiode binnenkomende (10
pOt.) dient voor geleidelijke liquidatie der oude saldi.
Hetgeen voor de rechthebbenden ‘op de saldi van Son-
der- en Zwischenkonti wel een zeer zware handicap
beteekent, die noch uit billijkheidsoverwegingen, noch
uit economisch motieven erg verdedigbaar lj:kt. De
hün geboden kansen zijn wel zeer ongelijk: in de eer-
ste platts was er al een
vrij
omvangrijk saldo op het
Sonderkoii.to, alvorens men door de invoeHng der
autonome clearin’g de belangen der exporteurs tracht-
‘te veilig te stellen.
Gezien ‘ohze in- en uitvoerbeweging met Duitsch-
land was immeis sedert de deviezenovereenkomst ian
31 December
1932,
die het Sonderkonto creëerde,
,steeds aangenomen, dat de afwikkeling daarvan, niet
op moeilijkheden kon
stuiten.
Door verschillende om-
standigheden, die wij destijds releveerden – voorna-
melijk factureeren in Guldens door Duitsche expor-
teurs en ‘vervolgens betaling met goedkoop bankpapier
door onze importeurs ‘ bleef, tegen de bedoeling in,
‘het Sonderk’onto voor de vereffening van onze Duit-
‘sche ‘invoeren te veel, ongebruikt. Wanneer men het
verloop van de’ze rekening nauwkeurig en voortdurend
in het oog had gehouden, zouden de besprekingen die
medio Au’gustus tot ëlearing leidden, reeds veel uer-
.der, ‘hebben kunnen aanvangen. Tot overmaat van
ramp bepaalde de toei ingevoerde clearing, dat hier
voor rekening van het clearing-instituut gestort moes-
ten worden bedragen, verschuldigd voor invoer ‘uit
‘Duitsdhland na 15 Augustus. Dal ‘beteekende, dat in ‘de eerstkomende weken in Duitschlan’d ‘op het Son-
der’konto de stortingen regelmatig voortgang vonde,i,
doch hier zeer geringe bedragen in clearing betaald wèrden, wijl het grootste’ deel der toen vervallende
betalingen nog op invoeren v’éér ‘gen’oemden datum
betrekking hadden.

Toen daarentegen op 24 September de verdias-
clearing in werking trad, werd het criterium ver-
legd van het moment van invoer naar het moment van
betaling— de interpretatie ‘van hel clearinginstituut
wijkt van den tekst van het verdrag,, dat uitdrukke-
lijk’ spreekt van ‘het mment van vervallen der ver-
plichting in zooverre af, dat het de betaling na ge-
meid’on datum als’ criteri’m besch’ouwt – zoodat op
het oogenb’iik, dat langzamerhand ‘de betaling der na
15 Augustus ingevoerde goederen begon te ,,ioopen”
en de liquidatie van het S’onderkonto vlugger kon,
gaan, de ‘stortingen naar, de nieiiwer clearingperiode
werden overgehêvel.d., Zoo worden nu nieuwe expor-
ten betaald •u’it het’ provenu van oude importen, en
de onde exporten komen achteraan.
De regeering heeft iutusscheu ‘het motief ainge-

geven, waarom deze ‘regeling getroffen, is. Dit komt
in het ‘kort hierop neer, dat ‘zij meende in de eerste
plaats de handhaving van onzen export te, moeten
steunen, en dat de ‘afwikkeling van oude vordringen
daaraan ondergeschikt gemaakt moest worden. Een
zuiver economische grondslag voor deze politiek dus:
elke ‘nieuwe export bren’gt een evenredig kwantum
volkswelvaart en koopkracht, zoodat de steun daarvan

bovenal moet gaan. Dit standpunt zou, afgezien van
billijkhei.dsmotieven, economisch volkomen te recht-
vaard’igen zijn, en waar in ‘dezen tijd economische
overwegingen zeer zwaar moeten wegen, ware de be-
slissing logisch. Maar daarbij is primair het karak-ter van de oude vorderingen, die worden achterge-
,steld.

Vorderingen uit ‘hoofde van lange of korte cre-
dietgeving-omderwille-vau-het-credietgeven, obligatie-

leeningen of ‘bankcrediet dus, zullen bij geheele of
gedeeltelijke terugbetal’ing geen supjletoire koop-
kracht’snitoefening op onze markt teweegbrengen.
Wanneer men dus’ moest kiezen tusschen aflossing
van oude leeningen, Stillhal’te’oredieten enz. en nien-
wen export, dan ware uit econom’ische ‘overwegingen
een preferentie voor het ‘laatste volkomen natuurlijk!
Maar nu ‘zijn de oude vorderingen, om welker incasso
het gaat, juist ook vorderingen van exporteurs.
En
behalve voor seizoensproducten kan men aannemen,
dat de beslissing ging tusschen de ‘betaling van nieu-
we vorderingen en oude vorderingen van ‘dezelfde
exporteurs.

Onder die omstandigheden is het
duidelijk,
dat een
vergelijking van .den’inv}oed ‘op de in verband met
het exportbedrijf hier te lande ter markt koniende
koopkracht heel anders uitvalt dan wanneer het ‘ging
om aflossing van, oude ,,beleggingsvorderingen”.
In
vele gevallen zou het binnenkomen van de oude han-
delsvordein gen de middelen moeten verschaffen om
nieuw’en export te financieren.
Reeds varen er enkele
bedrijven, die vastliepen en niet in staat waren hun
bonen te betalen, een duidelijk geval dus van ver
minderde koopkraehtsuit’oefening al’s gevolg van de
blokkade der vordering, een consequentie, ‘die nimmer
vastzit aan “een ‘bevroren ‘,,beleggingsvordering”. De
beleggingsvordering, die wordt afgelost, beteekent
voor den ontvanger kapitaal, waarvoor lang niet
altijd emplooi is, dat’ althans in lang niet alle ge-
vallen leidt tot suppletoire koopkrachtsuitoefenin’g;
een terugbetaalde handelsvorder’in’g daarentegen be-
teekent voor ‘het betrokken bedrijf ,,loopeirde inkom-
sten”, bestemd om daaruit loopeude uitgaven, revol-
veeren.de ‘koopkrachts’besteding dus, te bestrijden. ‘Nu ‘moet ‘worden toegegeven, dat desondanks waar-
schijnlijk het, handhaven van, toekomstigen ecport
ecoiomisch
.
v,qQrcje1ige
.
r
.
.voçi-.çepand is dan het’in-
nen van oude ‘handelsvorderingen, zelfs wanneer
de consequentie ‘zou zijn, dat die oude vorderingen, op
den duur’ ‘geheel moeten worden afgeschreven. ‘Al-
thans wanneer de exportproducten werkelijk vöor hèt
grootate. deel .,,inheemsch’.’. zijn! .Immem ‘hij. vele be
drijven zal het niet binnenkomen der vorderin’gen
niet een evenredige vermindering der ‘koop,rachts-
aanwendixg heteekenen. Hetzij uit eigen : middelen,
hetzij uit op te nemen ciedieten’ ‘zal de export khuilen
worden vo’ort’gezet. En, wanneer men – de oude , voe
d
ringen had ontvangen, maar niet opnieuw. geëxpor-
teeid had uit’ vrees uit de cldaing niet té kunnen
wordj gedekt; ö’hét ‘géiide ‘bedrag hing niet
in alle gevallen zijn ,,besteed”; de, koopkracbtsaan-
wending geschiedde immers reeds grootndeels des-
tijds, toen de goederen ‘gefabriceerd’ werden
:: ;
M5 al
zal dus zuiver economisch gezien de balans overslaan
ten ‘gunste van .de nu. gevolgde .metho’de; dit vóordeél
is lang niet zoo absoluut en voor alle ge,vllen. geldçpd
als het wordt voorgesteld.. Juist vanwégê’,’het bijzon-
dere karakter ‘d “kesteeiming’ d’r’ oû’dè ijofderin-
‘gen, die in het geding. zijn! ‘ …. …..

Het verloop van de ‘olearing zal ‘nioete’be.Wijzen,

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISISCHE BERICHTEN

863

of de zaak al of niet prâctisch van groote beteekenis
is. Onder den druk der ervaringen met het Sonder-
konto zijn de exporten naar Duitschl’an’d sterk terug-
geloopen, hetgeen ee dusdanige verbetering van de,
,,dekki,ngsverhouding” in de clearing ‘beteekent, dat er
wellicht een overschot blijft om de oude saldi sneller
af te wikkelen. Men mag althans aannemen, dat cle
liquidatie niet in elk geval beperkt blijft tot de
10 pCt. van de stortingen-in-clearing; war.e dat zoo
dan zou er een deviezenoverschot voor Dui’tschland
kunnen zijn (ibehalve het reeds dadelijk ten gunste
van de Reichshank geboekte), terwijl onze exporteurs
nog tientallen millioenen moeten ontvangen. Dat is niet denkbaar. Om de keus te kunnen vestigen,
moet men trouwens de kwestie soherp stellen en aan-

nemen, dat er
werkelijk
-gekozen moet worden. En

dan
blijkt’
pro éu contra voor de keus niet zon ver
uit elkaar te liggen, dat er niet alle aanleiding zou
zijn om herziening van de regeling te overwegen in
dier voege, dat de verhouding tussohen nieuw en oud
voor de laatste wat gunstiger wordt. Een voorschotrege;
ling op de gebiokkeerde saldi zou de moeilijkheden uit
den weg kunnen ruimen, voor zoover het zuiver om
liquiditeitsproblemen gaat, maar daardoor zou de in-
vloed van eventueel kapitaaisverlies op de koopkrachts-
besteding niet weggenomen zijn. In elk geval ligt hier
een vraagstu’k, ‘dat èn uit hilljkheidsmotieven èn uit
economische overwegingen een herziening van de be-
staande wel zeer extreme regeling zou kunnen recht-
vaardigen. Zulks te meer wanneer men bedenkt, dat de transferregeling
voorkiet in aflossing van oude

schulden –
ee.0 ‘deel van de rente wordt immers voor

aflossing gebruikt
.
— die niet handels-, maar beleg-
gingsvorderingen zijn, zoodat, wanneer wij daarvoor
goederen accejteeren, die aflossing economisch persé

een nadeel is! C. A. K.

FUNCTIE VAN DEN ACCOUNTANT BIJ KARTEL-
VORMING.

Op den 25sten Accoun’tantsdag is door den heer
R.eder over bovenstaan’d onderwerp een inleiding ge-
houden, -die den indruk wekt, als zou de accountant
hij ‘de kartelvorming en ook na de vorming van het
kartel de spil zijn, waarom het kartel draait. Ik geloof, dat dit een, verregaande overschatting is
van ‘de heteekenis van den accountant voor het kartel
en wil dit even nader toelichten.
Alvorens een kartel aan te gaan, moeten de deel-
nemers het over twee belangrijke vragen eens zijn, nl.,
le. de economische vraag, welke on-derdeelen van
hun bedrijven door het kartel zullen worden geregeld,
m.a.w. of het kartel zal worden een verkoopsvoorwaar-
denkartel, een pri,jskartel,. een preductiekartel, een
coutingentenkartel, enz.
Het komt mij voor, dat het niet op den weg van
den accountant ‘ligt hierover te beslissen. Dit ligt
veeleer op den weg van ‘den koopman, zoo noodig te-
zamen met den technicus, terwijl de accountant hier-
bij geen belangrijker rol speelt dan in het gewone
bedrijf;
2e. de juridische vraag, welke rechtsvorm voor het
kartel zal worden gekozen, m.a.w. of het kartel zal
worden ondergebracht in een firma, een naamlooze
vennootschap, een vereeniging, een stichtin’g of uit-
sluitend in. een vormlooze oiereenkomst.
Ook hier kan de accountant geen rol spelen, ‘daar
het hier een zuiver juridische aangelegenheid betreft.
De eenige arbeid, die de accountant ‘bij de totstand-
koming van het kartel kan verrichten, is het contro-

l
eeren der ‘door de partijen verstrekte gegevens, die
al’s ‘basis voor de totstandkoming van het kartel heb-
ben gediend en clan nog alleen, indien die gegevens
niet vau al te technischeii aard zijn.
Daar dit laatste nu veelal wel het -geval is, vooral
in de industrie, behoeft het ‘dan ook volstrekt niet te
verwonderen, dat juist in de landen, die op kartel-
gebied wat meer ervaring hebben dan wij in Neder-

land, voor de contrôle dier ‘gegevens, als die niet uit-

sluitend uit cijfermateriaal bestaan, hij voorkeur niet
accountants worden aangewezen; doch personen, die
5
jarenlang in de betreffende industrie werkzaam zijn
geweest en daardoor, indien zij tevens eenige notie
van boekhouding hebben, beter in staat zijn te contro-
leeren, of niet een der deelnemers met
zijn
opgaven

heeft gegoocheid.
Buitengewoon belangrijk is de arbeid van den
accountant hij de totstandkoming van het kartel dus
niet, althans niet
belangrijker
-dan zijn gewone werk-

zaamhei’d hij een bedrijf.
Hoe is nu de functie van den accountant n’a de
– totstandkoming van het kartel, dus van’af het oogen-
blik,- dat het kartel in werking is getreden?
Me dunkt, ‘dat deze functie niet veel anders kan
iijn ‘dan hij de oprichting van het kartel. Immers, zoo-
dra het kartel functioneert, komt het er op aan te
zorgen, dat alle leden zich aan de overeenkomst hou-
den. Is het kartel ondergebracht in een naamlooze
nnootschap enz., ‘dan is het bestuur der vennoot-
schap verplicht deze contrôle uit te oefenen, waarbij
het zeer zeker ook gebruik kan en zal maken van de
diensten van een accountant, indien dat no’o-dig mocht
blijken.
En is het kartel ondergebracht in een vormlooze 6vereenkomst, ‘dan zou het in de meeste gevallen,
althans in industrieele kartellen, een buitengewoon
gevaarlijk experiment zijn, als ,,Treuh.nder” van het
kartel een acCountant te kiezen, die niet volkomen
technisch op de hoogte van de betreffende indus-
trie is.
Oo’k in
dergelijke
gevallen geeft men ‘dan ook in
het algemeen de voorkeur ‘aan personen, die ‘door
langjari’ge werkzaamheid in ‘de betreffen-de industrie
de knepen van het vak kennen. En schiet hij tekort
in de kennis, die de accountant bezit, dan is er niets
op tegen, ‘dat hij in zoo’n geval een accountant in zijn
onderzoek betrekt. Terecht wordt dan ook in vele kar-
telovereenkomsten de bepaling opgenomen, dat de
,,Treuhiin’der” het recht heeft zich zoo noodig van de
hulp van een accountant te verzekeren.

Wat nu betreft de derde functie, welke de heer
Reder aan den accountant heeft toebedacht, nl. die
van, neutrale instantie, idie scheid’srechtelijke beslis-singen ‘kan nemen, ik geloof, dat -de heer Reder hier
wel wat ‘al te royaal met functies omspringt. Het uit-
oefenen van een scheidsrechtelijke functie is werke-

lijk niet eenvoudig en wordt bij voorkeur aan juristen opgedragen. En -de enkele malen, dat ‘het aan leeken wordt overgelaten, is het resultaat meestal zo’odanig,
dat het experiment nie’t wordt herhaald.
Zijn
er drie
scheidsrechters, dan kan ik me vereenigen met een
combinatie van jurist, koopman en accountant, maar
dit is wel iets geheel anders als dè heer Reder zich
voorstelt. –

Ik weet niet of -de heer Reder wel eens als scheids-
rechter heeft gefun’geerd. Uit zijn steil-ing, dat de kar-
tel-accountant (wat is dat?) de uit deze functie
‘ooitvloeiende aansprakelijkheid zonder bezwaar op
rich kan nemen, zou ik echter Jiet ‘tegendeel meenen
tèmoeten opmaken.

Alles wél beschouwd geloof ik clan ook, -dat de heer
Reder volkomen ten. onrechte den accountant bij een
kartel een grootere en gewicht igere taak toedenkt dan
hij het gewone hdrijf. Daarop wijst ook de. termino-
logie: kartelaccountant.

Ik meen echter met het bovenstaande voldoende
dui-deljk te hebben gemaakt, dat de taak van den
acCountant in het kartel volkomen dezelfde is ‘als in ‘het gewone bedrijf en dat ‘dus voor -den accountant
van het ,,lei’derschap der samenwerking” in het kartel
geen sprake kan zijn. Uitbreiding van de gewone
functie van den ‘accountant tot .het gebied van ‘koop-
man, technicus en jurist zou niet alleen schadelijk
zijn voor het kartel, doch even schadelijk voor den
goeden naam van den accountant.
J.
VAN LooN.

864

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3
October
1934

STAATSINTERVENTIE IN DE GOUDLANDEN
EN HARE GEVOLGEN.

De stelsels van conjunctuurpolitiek, die op het
oogenblik in de wereld toepassing vinden, zijn zoo
talrijk en vaak zoo geclifferentieerd, dat het moeilijk
is, een goede indeeling te maken. Elk land tracht

0
1) zijn eigen wijze het economisch leven te herstellen

en past daarbij middelen toe, clie voor de gegeven
omstandigheden het beste schijnen. Dat d ientengevol

ge •de internationale samenwerking voor een belang-
rijk deel is verbroken, is een te bekend. feit om er nog langer hij stil te staan. Het is daarom zeer op-
inerkelijk, dat in den laatsten tijd eenige zwakke tee-
kenen van internationale samenwerking zijn te be-
speuren. De economische toenadering van de Scandi-
navisuhe landen is hiervan een symptoom. Belang-
rij ker is echter het streven van België, om tot een
nauwere aaneensluiting van de goudlanden
01)
econo-

nrisch gebied te komen.

Dit streven wekt heel sterk den indruk, dat de
moeilijkheden in eigen land zoo sterk toenemen, dat
een wijziging in de tot dusverre gevolgde politiek

clrihgend noodzakelijk is. Dit verschijnsel staat niet
alleen en ‘daarom is het van belang, hier nader ‘bij
stil te staan. Globaal kan men namelijk de landen,
die den gouden standaard handhaven, verdeelen in
een groep, waar de Overheid meer en meer op econo-
misch gebied ingrijpt en een groep, ‘die het herstel van de conjunctuur langs .automatischen weg ver-
wachtte. Deze laatste groep is echter langzamerhand
in de eerste groep overgegaan. In het licht van de
pogingen om tot nauwere aaneenslu’iting tusschen de
goudianden te komen, zullen wij ons eerst bepalen tot
de stelsel’s van conjunctuurpolitiek, die toepassing
hebben gevonden om daarna de gevolgen hiervan te
bespreken.

Er is namelijk een evolutie •in de economische poli-
tiek van cle goudianden op te merken, die voor de
naaste toekomst van het grootste belang kan worden.
In het begin van de crisis heeft de depressie zich in
de voornaamste goudianden zeer rustig ontwikkeld.
Voor een ‘belangrijk deel was dit toe te ‘schrijven aan
de d’isharmonie tusachen de prijzen van fabricaten
eenerzijds, die van grondstoffen en granen anderzijds.
Hiervan ondervonden ‘de industrielanden de gunstige
invloed. Alleen in Necl.-Indië trad de crisis om ge-noemde reden direct in alle scherpte naar voren. De
depreciatie van het Pond veroorzaakte echter een
sterke daling van de prijzen van industriëele artike-
Ten en van a’grarische kwaliteit’sproducten.

De reactie op deze prijsdaling is zeer verschillend
geweest. De meeste landen hebben deze prijsdaling
slechts ten deele aanvaard en de binnenlandsche
markt van de wereldmarkt onafhankelijk trachten te
maken. Het middel daartoe was de invoercontingen-
teering of een verhooging van ‘invoerrechten, die vrij-
wel prolsibitief werkte. De •goudlanden, ‘die tot dezen
vorm van bescherming het meest hun toevlucht heb-ben ‘genomen, zijn Frankrijk, Nederland en Zwitser-
land. Hoewel deze handelspolitieke maatregelen’ de
hoofdzaak vun ‘het ingrijpen van de Overheid vorm-den, zijn daarnaast ncg allerlei andere middelen toe-
gepast om bepaalde bedrijven in stand te houden. In
Frankrijk is hijv. de scheepvaart sterk gesteund, in
Zwitserland de exportindustrie en de Nederlandsche
maatregelen behoeven voor de lezérs van dit blad
wel geen opsomming meer. In ‘Frankrijk en Neder-
land i’s bovendien de openbare werkverschaffing een
middel tot crisis’hestrjding geworden.
1)

In tegenstelling tot de ‘genoemde landen, is in Bel-gië en Nederlandsch-In’dië tot voor kort alle heil ver-
wacht van het automatisch herstel, zooals dat ook in
vroegere crises plaat’s vond. Weliswaar is er in •deze

1)
Italië laten wij buiten beschouwing, omdat de Staat
hier reeds vÔôr dc crisis een grooten invloed op het econo-
misch leven bezat.

landen ook een’ig ingrijpen van de Overheid in het
bedrijfsleven geweest, doch dit was zeer beperkt. Op
de ‘ontwikkeling van de in’hee,nshe prijzen heeft het
hvendien zeer weinig invloed gehad. Intussehen is
het aanpassingsproces in Ned.-Indië, vooral op het
gebied van de openbare financiën, heel wat verder

gegaan clan in België. In beide landen heeft echter
de politiek van deflatie geen afdoende oplossing voor
cle moeilijkheden gebracht en heeft de Regeering haar

toevlucht genomen tot een min •of meer sterk ingrij-
pen in het vrije verkeer. Alvorens hierop nader in
te gaan, is het van belang de resultaten van de defla-
tiepolitiek in bei’de landen te vergelijken met die in
de andere genoemde goudlanden. Bij gebrek aan vol-
doende gegevens, bepalen wij ons tot de kosten van

levensonderhoud.
Ontwikkeling van de kosten van Levensonderhoud.

1930

1932

1933

Juni
1934
Frankrijik

100

91

90

90

Nederland …..
100

88

87

87

Zw’itserland …
100

87

83

82

België ………
100

81

80

74

Ned.-Indië …..
1.00

75

65

57

De omvang van de staatsinterventie
blijkt
min of

meer u’it de ontwikkeling van de kosten van levens-
onderhoud. De’ twee landen (Frankrijk en Nederland),
waar de Staat het hinnenlandsche prijs- en !k
os
t
en

niveau het meest ‘heeft verdedigd, zijn duidelijk te on-
derscheiden v’an die landen, waar de Regeering de
invloed van de wereldmarkt op de nationale huishou-
ding veel minder heeft beperkt (België), of in hooge

mate vrij ‘spel heeft gelaten (Ned.-Indië).
Zooals reeds opgemerkt, heeft in beide landen het automatisme in het economisch leven niet die resul-
taten opgeleverd, die men er vroeger van verwachtte.
Zovel ‘in België als in Ned.-Ind’ië heeft de Overheid
daarom meer en meer voor het bedrijfsleven moeten
ingrijpen. In Ned.-Indië ‘hebben deze maatregelen voor-
al het karakter van directe prijspolitiek. De restric-
tîe-overe’enkomsten, die door of onder toezicht van de
Overheid tot stand zijn gekomen, beoogen een prijs-verhooging (of remmen van een verdere prjsdalifig)
van de belangrijkste exportartikelen. De contingen-
teeringen hebben eenerzijds een bescherming van de
hinnenlandsche ‘markt, anderzijds een handelspoiitiek
object ten doel.
De groote moeilijkheden, die het bedrijfsleven in
België •ondervindt, hebben ertoe geleid, dat de Re-
geering onlangs volmachten heeft gekregen om ge-
durende zes maanden, die maatregelen te nemen,
welke zij voor een verbetering van het economisch
leven noodzakelijk acht. De eerste maatregelen waren
gericht op verlaging van de lasteu, d’ie op de indus-
trie drukken (verlaging van rente en belasting) en
op ciedietu’ithreiding. Hoewel ‘wij deze maatregelen
reeds uitvoerig hebben besproken ), môeten wij er
nog even hij stilstaan, omdat onze ‘beschouwingen aan-
leiding hebben gegeven tot eenig misverstand. Op

merkelijk is in ‘de eerste plaats, dat de Belgische Re-geering het accent van de herstelmaatregelen niet legt
op den Landbouw, maar op de industrie. Dit hangt
eensdeels samen met de structuur van den Belgischen
Landbouw (minder op export georiënteerd dan in
Nederland), anderzijds echter met de opvatting, dat
de industrie het belangrijkste fundament van het
land is. Ook hebben de betrekkingen met het bank-
wezen ‘hieT zonder twijfel een ‘groote rol gespeeld.
De enorme deflatie heeft ertoe geleid, dat de posi-
tie van de Belgische banken door haar groote belan-
gen in de industrie, zeer precair is geworden. De ban-
kiers waren voor een groot deel voor devaluatie, de
Regeering was er tegen en heeft op dit punt tot dus-
verre gezegevierd. Doch de positie van de banken was
van dien aard, dat zij zelfs vaak normale beclrijfscre-
diete.n moesten wei’geren. Hier open:baart zich een

2)
In E.-S.B. van’
22
en
29
Augustus.

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISTÎSCHE BERICHTEN

865

gradueel
verschil – voortvloeiende uit een priuci-
iëel verschil – met cle Neclerlandsche banken. Deze
verkeeren thans gelukkig nog in een positie, dat zij
en normale creclietbe.hoeften kunnen en
willen dekken. Daarom zal een reflatiepolitiek, in-
dien deze zon worden gevoerd, in Nederland een ge-
heel ander karakter dragen dan in België. In Neder-
land zou een vergrooting van de l’iquiditeit der ban-

ken vrijwel niets beteekenen, omdat de banken reeds
meer liquide zijn dan -zij feitelijk zelf wenschen. An-
ders daarentegen is België, waar een vergrooting van de liquiditeit zonder twijfel tot credietuiebreiding zal
leiden; dit behoeven geen iirvesteeringscredieten te
zijn, doch kunnen norrnccle bedri.jfscreclieten
betref-
fe.n, die do Belgische banken niet of althans niet in
voldoende mate, de Nederlandsche banken daarente-
gen wel, kunnen verstrekken.
Dit is reeds een vorm van reflatie, omdat het een

correctie beteekent op de hevige deflatie, die op ino-
netair gebied in België waarschijnlijk grootere afme-
tingen heeft aangenomen dan in Nederland.
1)
Een
reflatiepolitiek beteekent nog geenszins, dat het
vraagstuk van een verdere verlaging van kosten is
opgelost. De wanverhouding in het prijs- en kosten-
stelsel verei’scht nog andere maatregelen. Onder het
stelsel van den gouden standaard zal een reflatiepoli-
tiek, die om welke reden dan ook, niet tot prijsstij-
ging leidt, tot een verdere verlaging van den kost-
prijs moeten leiden. De loonstrijd in de steenkolen-
en textielindustrie van België levert hiervan een
voorbeeld. De verwerping van de loonsverlaging
in •de
mijnen
en de grootere bescherming, die daar-
voor in de plaats is getreden, is een van de sympto-
men van de moeilijkheden in België om het deflatie-
proces tot een einde te brengen.

Hetzelfde blijkt, overigens uit de pogingen om tot
een economische samenwerking tussehen de goudlan-den te geraken. De Belgische Regeering meent name-
lijk, dat een samenwerking op monetair gebied in
hooge mate eenzijdig is. Vrienden op monetair ge-
bied, maar vijanden op economisch gebied, is eenigs-
zins ‘de huidige constellatie in het goudblok.
4)
Doch
het is
‘bedenkelijk,
indien men alleen de feiten ‘als
zoodanig beschouwt en niet naar de
oorzaken
van

3)
Om deze redenen blijven wij van nieening verschil-
len met cle heeren Mr. K. P. van der Mandele (E.-S.B.
van 19 September ji.) ei’ A. A. van Sanclick (De Eco-
iiomist van Septeinle r), die de creclietmaatregelen van
dc Belgische regecring niet als reflatie beschouwen. Het
verschil ligt waarschijnlijk in de opvatting over het be-
grip reflatie. Dat de Regeering wel degelijk denkt aan
credietexpansie, blijkt zeer duidelijk uit ‘het verslag aan
den Koning, getiteld ,,tJitbreiding van het krediet”, waar-
aan wij de volgende passages ontleenen en die wij hier en
daar gceursiveerd hebben.

,,De ,regeering heeft de eer aan lJw’e ‘iajestit een com-
plex van ontwerpen voor te leggen die hoofdzakelijk be-
trekking hebben
01)
het regime van het krediet. Zij streeft
aldus naar een onmiddellijk doel van financiëelen aard,
doch zij heeft ccii veel algemeener oogmerk. Elkeen weet,
dat dwang inzake financiën een schadelijken terugsiag
heeft op de gezamenlijke industriëele en comnierciëele be-
drijvigheid. De regeering wil vooral de bedrijven helpen,
hun lasten verlichten,
kun de noodige kred,ieten geven. Zij rekent er op daardoor ‘s lands bedrijvigheid aan te
wak’keren en de verclmjn;ing van de werkloosheid te ver-
geniakkelijken. Haar bekontmeringen krijgen aldus een
sociaal uitzicht dat Kaar bijzonder aan het hart ligt.
Het economisch ‘herstel van België ‘is slechts mogelijk
mits
terugkeer tot overvloedig en goedkoop krediet. Ten huidigen dage, genieten de bedrijven te dien aan-
zien nagenoeg de hulp niet, die hun nochtans onmisbaar is. De ‘banken kunnen hun niet meer uit ‘eigen middelen
de noodige kredieten verstrekken. Eenerzijds hebben de
voorschotten op korten termijn, door de kracht der om-
standigheden, het karakter van een vastlegging, zoo niet
van een ,,commandite” genomen. Ten andere, verplicht de
zorg om haar liquide middelen de banken ertoe inzake
krediet een politiek van beperking aan te nemen, die van
dien aard is, dat zij de zaken schaadt.”

deze tegenstellingen vraagt. België is een land, dat
cle consequenties van het handhaven van den gouden
standaard, tot op zekere hoogte heeft aanvaard. De
andere genoemde goudlanden hebben door middel van
overheidsmaatregelen zich ‘op groo’tere schaal aan den
invloed van cle wereldimarkt onttrokken cii kunnen
tengevoFge van het hooge kostenpeil, niet alleen met de niet-goudlanden, maar op bepaalde ‘gebieden oolc
met België, zeer moeilijk concurreeren. Terecht is
,België onder deze omstandigheden voor een vrijer
verkeer tussehen de ‘goudianden. Het is zijn voordeel,
en het hand’haven van den gouden standaard is daar-
van tot op zekere hoogte afhankelijk. Doch dit vraag-
stuk heeft nog een geheel andere kant.

De voorwaarden voor een vrijer verkeer in de
wereld zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de ‘stabilisatie van de belangrijkste papieren valuta’s
(Dollar, Pond en Yen) eenerzijds, cle mate, waarin
de goudl’anden er in slagen het probleem van kosten
en prijzen op te lossen anderzijds. Want de groote
‘bescherming in de ‘genoemde ‘goudlanden is gi-ooten-
deels ‘het gevolg van het niet ten volle aanvaarden
van de consequenties, d’ie de monetaire politiek mede-
brengt. Het ‘deflatieproces wordt op allerlei wijzen
gestuit en daardoor onharmoni’sch ontwikkeld.

Het groote probleem in alle goudlanden is tenslotte
dat van de vaste lasten, waarop de deflatie-politiek
is vastgeloopen. Dat dit vraagstuk nog ‘zeer ver van
een oplossing verwijderd is, blijkt duidelijk uit de
feiten van den laatsten tijd. Een van de voorwaarden
om tot een verlaging van de vaste lasten te komen,
is een zeer drastische beperking van de staatsuitga-
ven. De begrootingen in Frankrijk en Nederland zijn
op het oogenbli,k op papier in evenwicht. Doch dit evenwicht is berei’kt zonder dat aan
verlaging van
lasten
voldoende aandacht is geschonken. In ons land
zijn verder de gemeentefinanciën door de nieuwe
maatregelen van de Regeering zoo sterk getroffen,
dat aan dit vraagstuk zelfs niet kan worden ‘gedacht.
Wat België betreft, daar staat op het oogenhlik de
groote strijd om een verdere verlaging van de staats-
uit’gaven en de monetaire politiek in het middelpunt
van de belangstelling.
5)
Deze ‘strijd betreft dan nog
slechts het evenwicht in de hegrooting. Ook daar is
het vraagstuk van een verdere verlaging van lasten
zeer urgent. En in alle genoemde landen wordt ‘boven-
dien het werkloozenvraagstuk steeds ‘omvangrijker.

Uit het bovenstaande blijkt voldoende, dat de crisis
‘in de goudlan:den z’ich nog verder zal verscherpen.
Een samenwerking van de ‘goudlanden op economisch
gebied kan hier ‘geen uitkomst bieden. Afgezien van
de bezwaren, die van Nederl’an’dsche zijde tegen een
te nauwe aaneensluiting pleiten, liggen de moeilijk-
heden voor de ‘goudlanden in de eerste plaats in de
wranverhouding tusschen prijzen en kosten. Een ‘ge-nieenschappelij’ke politiek van re,fiat’ie (onder hant-

having van den gouden standaard) zou in elk geval
het vraagstuk dichter tot een oplossing brengen dan
een samenwerking op handelspolitiek gebied. Zoolang
de disharmonie tusschen prijzen en kosten niet her-
-isteld is – dit is langs den weg van deflatie nog een
• zeer lang proces – behoeft men ‘zich van een nauwe
samenwerking op economisdh gebied tusschen de
goudlan’den geen groote voorstelling te maken.
v. d. V.

Zoo wordt, volgens ,,De Nederlandsche Werkgever”
van 19 Juli en
9
Aug. jl., Nederland door Frankrijk be-
nadeeld in verband met het feit, dat op onze producten
bij invoer in Frankrijk nog steeds een omzetbelasting
wordt geheven van 4 en 6 pCt., tenwijl deze omzetbelas-
ting bij invoer uit een aantal andere landen reeds gerui-
men tijd verlaagd is tot 2 pOt.

In het ,,Algemneen Handelsblad” van 26 Sept. jl. w’ordt
er zelfs op gewezen, dat het alternatief van al of niet ‘hand-
haven van den gouden standaard door de meeste bladen, ook door die welke tot nu toe scheap tegen inflatie’ (leei
devaluatie) waren gekant, ernstig onder het oog wordt
gezien.

866

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 October 1934

FINANCIERING DER TERTIAIRE WEGEN.

Dezer dagen verscheen het Rapport van de Com-

missie, ingesteld door de Vereeniging ,,Het Neder-
lan’dsche Wegeneongres” ter bestudeeing van de
financiering der verbetering van de tertiaire wegen..

Zooals bekend mag worden verondersteld, bestemde
de Wegenbelastingwet de opbrengst van het Wegen-
fonds uitsluitend voor de verbetering van het pri-
maire en secundaire wegennet. Van een meedeelen ook der tertiaire wegen ut het Wegenfonds vreesde
men een vertraging van de zeer urgent geachte ver-
heterng der primaire en secundaire wegen, terwijl voorts overwogen werd, dat op de tertiaire wegen
nog slechts weinig automobielverkeer bestond.

Geleidelijk echter heeft zich ook op de tertiaire
wegen een belangrijk automohielverkeer ontwikkeld,
waardoor het vraagstuk van de tertiaire wegen
steeds ur.genter werd. Bij de behandeling van de
Wegenfondsbegrooting in de Staten-Generaal klon-
ken ieder jaar meer stemmen op, die aandrongen op
het beschikbaar stellen van gelden uit het Wegen
fonds voor het onderhoud en de verbetering van het
tertiaire wegennet.

Ook in de kringen der belanghebbenden – beheer-
ders en gebruikers der tertiaire wegen – trad het
vraagstuk meermalen op den voorgrond en het moet
een te prijzen daad worden genoemd van het Be-
stuur van de Vereeniging ,,He’t’ Nederlandsche We-
gencongres”, dat dit besloot tot de instelling van
een Commissie, welke het vraagstuk van de finan-
ciering der verbetering van de tertiaire wegen in
studie zou nemen. De zeer veelzijdig samengestelde
commissie, waarin het ambtelijk element zetelde
naast de vertegenwoordigers der belanghebbende or-ganisaties, werd- op 6 October 1933 geïnstalleerd en

heeft dus met prjzenswaardigen spoed haar taak tot
een goed einde gebracht.

Daar het begrip tertiaire wegen niet ten onrechte
eenigsins nevelig werd genoemd, zette de Com-missie zich allereerst aan een omschrijving, van
watnu eigenlijk onder een tertiairen weg moet wor-
den verstaan. Zou men van het rond 25.000 km lange
net van verharde wegen in Nederland de primaire
en secundaire wegen tot een gezamenlijke lengte van
7000 km aftrekken in de veronderstelling, dat het
restant dan wel als tertiaire weg zou moeten worden
aangeduid, dan kwam men tot geheel verkeerde con-
clusies.
Van deze 18.000 km verharde wegen wordt
toch slechts een gedeelte op intensieve wijze benut
voor het motor-wegverkeer. Deze laatste wegen komen
in de eerste plaats in aanmerking om deel uit te ina-
ken van het tertiaire wegennet. Daarnaast moeten
tertitiare wegen zijn de wegen, welke als het ware
de mazen van het primaire en secundaire wegennet
op logische wijze verkleinen. De Commissie is op
grond van dit alles bij haar arbeid uitgegaan van
de volgende omschrijving van het begrip ,,tertiaire
weg”: een weg, geheel gelegen buiten de bebouwde
kommen, vallende huithn de Rijks- en Provinciale
wegenplannen, welke:

voor het interlocale verkeer van beteekenis moet
worden geacht;

hetzij direct, hetzij indirect aansluit op de we-
gen van ‘de Rijks- en Provinciale wegenplannen en de
mazen van het hierdoor gevormde primaire en secun-
daire wegennet op logische
wijze
verkleint. Een juiste
omschrijving van het begrip is vooral hierom zoo
belangrijk, omdat daarvan direct de bepaling van de
lengte van het tertiaire net afhankelijk is.

Na gehouden overleg met de Vereeniging van Ne-
derlandsche Gemeenten en de Unie van Waterschaps-
bonden en in samenwerking met ‘den Provincialen
Waterstaat is de Commissie gekomen tot een
tertiair wegennet van in totaal 6000 ‘km lengte,

als volgt •over

de verschillende provincies verdeeld:

Groningen

…….
450 km
Friesland

…….
500
Drenthe

………
400
Overijssel

…….
550
Gelderland

…….
700
Utrecht

………
300
Noord-Holland

– –
650
Zuid-Holland


700
Zeeland

………
350
Noord-i3ra,bant

– –
750
Limburg

…….
500 aan Rijkswegen
.
150

Totaal.
.
6.000 km

Daarna was het noodig de kosten van verbetering
der tertiaire wegen te berekenen. De Commissie is
daarbij uitgegaan van een eenvoudige verbetering der
wegen, waarbij zij vooropstelde, dat ‘deze het karakter
van tert,iairen weg moesten behouden. Aan de hand

van cijfers uit de
praktijk
der laatste jaren heeft zij
een normaal bedrag voor de verbetering per kin weg
aangenomen, welk bedrag uiteraard voor elke pro-
vincie verschillend is en uiteenloopt van
f
8.000 tot

f
15.000 per km. Voor de verbetering van het ter-
tiaire wegennet voor het geheele land is dé Commis-
sie tenslotte gekomen tot een bedrag van
f
72.000.000,

hetgeen neerkomt op een gemiddelde van
f
12.000

per km.
De Commissie heeft er goed aan gedaan het vraag-
stuk der tertiaire wegen niet op zichzelf te beschou-
wen, maar wegens het nauwe verband met de ver-
betering der primaire en secundaire wegen zich mede
zoo nauwkeurig mogelijk op de hoogte te stellen van
den stand van zaken betreffende de financiering van
het Rijkswegenplan en van de Provinciale Wegen-
plannen. Wat de
secundaire
wegen betreft, heeft zij de door haar uit de beschikbare gegevens berekende
aanlêg- en verbeteringskosten per km der Provinciale
planwegen onderworpen aan het oordeel van Gede-
puteerde Staten der verschillende previnciën en aan
de hand der verkregen inlichtingen voor elke Provin-
cie een gemiddeld bedrag per km vastgesteld:
Het volgend staatje geeft hiervan een overzicht:

Lengte der Gemiddelde kosten Totaal kosten van
wegen v. h. van aanleg of ver- uitvoering van het Provincie Prov.Wegenpl. betering per km.

Prov. Wegenplan
Groningen…

320

40.000

12.800.000
Friesland

466

27.000

12.582.000
Drenthe

306

20.000

6.120.000
Overijssel
..

325

35.000

11.375.000 Gelderland ..

571.

40.000

22.840.000
Utrecht

198

75.000

14.850.000
N.-Holland
.

579

90.000

52.110.000
Z.-Holland ..

581

100.000

58.100.000
Zeeland

309

37.000

11.433.000
N.-Brabant
.

551

25.000

13.875.000
Limburg

..

231

23.000

5.313.000

Totaal.
..
.

4.437

± 50.000

221.398.000

In de periode van 1927 tot en met 1932 hebben
de provinciën uit het Wegenfonds ontvangen een uit-
keering van in totâal
f
30.520.000. Van dit bedrag

werd in de genoemde periode
f 14.400.000
uitgegeven

voor onderhoud, zoodat tot 1 Januari 1933
f
16.120.000
werd uitgegeven voor aanleg en verbetering der
secundaire wegen. Na 1 Januari 1933 zal dus voor
voltooiing van de Provinciale Wegenplannen nog non-
dig zijn een bedrag van
f
221.398.000
– f
16.120.000

= rond
f
205.000000.
Wat de financiering van het Rijkswegenplan. be-
treft raamt ‘de Commissie, dat vanaf 1 Jan. 1933 voor
de voltooiing daarvan een bedrag van 350 millioen
noodig zal zijn. Rekening houdend met de voorschot-
ten uit voorafgaande jaren groeit dit bedrag aan tot
359 millioen. .
Vervolgens gaat de Commissie over tot een raming
der kosten van onderhoud en algemeen beheer der
primaire, secundaire en tertiaire wegen. Zij is daarbij uitgegaan van het beginsel, dat de on-
derhoudéplichtigen uit eigen middelen dat deel der

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCifE BERICHTEN
c.
867

onderhoudskosten zullen dragen, hetwelk geacht kan
worden overeen te komen met de onderhoudskosten
der wegen v66r de instelling van het Wegenfouds.
Daar de lengte van het Rijkswegenplan-3294,7 km be-
draagt en de kosten van onderhoud en beheer op

f
1.500 per km per jaar zijn gesteld, waarvan
f
900

per km ten laste van het Wegenfonds behoort te
komen, komt men tot een totaal bedrag aan onder-
houdskosten voor de primaire wegen van 3294,7 X

f
900 = rond
f
2.965.000 per jaar.
Voor onderhoud en beheer der Provinciale plan-
wegen kan worden aangenomen een bedrag van rond

f
1.000 per km per jaar. Van dit bedrag komt
f
400

ten laste van •de onderhoudspiichtigen, zoodat ten
laste van het Wegenfonds komt
f
600 per km per

jaar. Gezien de lengte der Provinciale wegenplannen
komt men zoo tot een totaal jaarlijksch bedrag van
4437
X f
600
= f
2.662.000 per jaar.
Voor onderhoud en behe’er van de tertiaire wegen
heeft de Commissie een gem’iddêlde van
f
450 per km

per jaar aangenomen. Ook v’oor deze categorie van we-
gen acht vij het billijk, dat de tegenwoordige onder-
houdsplichrtigen daaraan ten koste blijven leggen de bedragen, welke zij voor het beheer en voor een nor-
maal onderhoud voor •deze wegen moesten besteden,
voordat het motor-wegverkeer aan dit ‘onderhoud zoo-
veelhoogere eischen stelde, welke kosten de Commissie
raamt op
f
250 per km per jaar. Ten laste van an-
deren dan de onderhoudsplichtigen zou derhalve
komen een bedrag van
f
200 per km per jaar, gevend
voor het totaal net van tertiaire wegen van 6000 krn een bedrag van 1,2 millioen gulden per jaar.
Volgend staatje geeft een overzicht van het in
Nederland na 1 Januari 1933 globaal genomen voor
de verbetering en onderhoud van het primaire, secun-
daire en terbiaire wegennet ‘benoodigde.

Voor aanleg en Voor onderhoud

verbetering

en beheer
Voor de Primaire wegen

(Rijkswegenpl an)
….
.. 359.000.000

2.965.000 p. j.
Voor de secundaire wegen (Prov. wegenplannen)

205.000.000

2.662.000 p• i•

Voor detertiaire wegen. .
72.000.000

1.200.000 p. j.

Totaal
……
636.000.000

6.827.000 p. j.

Overgaand tot en bespreking van de wijze, waar-
op de voor verbetering en onderhoud der tertiaire
wegen benoodigde gelden moeten worden gevonden,
komt de Commissie tot verwerping der weggeldhef-
fingen, zooals deze in de provincies Noord-Brabant
en Groningen bestaan. Met het oog op het noodzake-
lijk evenwicht van het rjksbudget wil de commissie
ook niet adviseeren tot het bestemmen van een deel
van de opbrengst der invoerrechten op de benzine
vooi de tertia’ire wegen. In’ verband daarmede is de
Commissie nagegaan of de middelen wellicht te vin-
den zullen zijn uit de opbrengst van Wegen- en
Rijwielbelasting. De Commissie schat het jaarlijksche
accrès dezer belastingen voorzichtig op
f
800.000. Ge-
bleken is, dat voor den aanleg en de verbetering van
de primaire, secundaire en tertiaire wegen na
1 Januari 1933 in totaal noodig is een bedrag van

f
636 millioen, terwijl voor het onderhoud inclusief
de algemeene kosten van beheer jaarlijks noodig is

een bediag van
f
6.827.000. Uitgaande van een accres
van de opbrengst der wegen- en rijwielbelasting van

f
800.000 is de opbrengst over een tijdvak van 26 jaar
(vanaf 1 Jan. 1933)
f
808 millioen. Trekt men daar-
van af een bedrag van 26 X
f
6.827.000 = f177
millioen voor onderhoud dan blijft voor aanleg en
verbetering der wegen beschikbaar een bedrag van

f
631 milli’oen, terwijl volgens de raming
f
636 mil-lioen noodig zou
zijn,
in een tijdvak van 26 jaren zou
dus uit de opbrengst van de bestaande wegen- en
rijwielbelasting het geheele primaire-, secundaire- en
tertiaire wegennet in Nederland over een uit gestrekt-
heid van rond 13.700 krn kunnen worden verbeterd.
Wat de verdeeling van de opbrengst van de wegen-

en rijwielbelasting betreft, zou. dit globaal als volgt
moeten zijn: 55 pCt. voor het Rijk en 45 pCt. voor
de provinciën, waarbij voorts bepaald zou kunnen
werden, dat van het aandeel der gezamenlijke pro-
vinciën te.nmnsten 10 pCt. van de totale te verdee-
len opbrengst wordt toegewêzen met bestemming voor
de tertiaire wegen. De Commissie wijst er tenslotte
op, dat de uitvoering der aanleg- en verbeteringswer-
ken in een termijn van 26 jaren naar de mate waar-
in jaarlijks gelden uit wegen- en rijwielbelasting’ be-
schikbaar komen tot gevolg zou hebben, dat in de
eerste jaren, wanneer de opbrengst van de belasting
‘het laagst is, de uitvoering minder intensief zou
kunnen gesc)hieiden dan in latere jaren. De. snelle
aanwas van het motorverkeer maakt juist noodig, dat
in den kortst mogelijken tijd het wegennet in goeden
staat wordt gebracht,
:zoodat
het wenschelijk moet
worden geacht, dat juist in de eerste jaren groote be-
dragen worden verwerkt. Om dit doel te bereiken be-
veelt de Commissie aan in cle eerste jaren de. mid-
delen van het Wegenfonds te versterken door middel
van leeningen of voorschotten, van welke leeningen de rente en aflossing zou moeten worden ‘bestreden
uit de opbrengst der wegen- en rjwielbelasting. In
dit verband wijst de Commissie op de venscheljkheid
van het, op analoge wijze als zulks geschiedt voor de
Provinoiale wegenplannen, sanienstellen van provin-
ciale tertiaire wegenplannen, die door de Regeering
zouden moeten worden goedgekeurd.
Het van een drietal bijlagen voorziene, in het bo-
venstaande ‘in het kort weergegeven rapport, munt uit

door .de
degelijke
en wetenschappelijke wijze, waarop

een voo
moeilijk
vraagstuk is aangepakt en tot opios-
sing gebracht. Moge de arbeid der Commissie in de
kringen der Regeering op de juiste wijze worden ge-
schat en er toe mede werken, dat in het algemeen be-
lang het wegennet ‘in zijn vollen omvang aan de
eischen van het moderne verkeer zal worden aange-
past. ‘ Dr. J.
VAN STAAY.

DE ALGEMEENE VOLK.SCREDIETBANK.

Indisch Staatsbla’d 1934 No. 82 bevat een ordon-
nantie tot opheffing van de Centrale Kas en tot in-
stelling van een algemene volkscredietbauk – hier-
onder aangeduid als A. V. – voor geheel Ned.-Indië.
De toestand was deze, dat 92 formeel-zelfstandige
locale banken ‘haar financiëel steunpunt en leiding-gevend orgaan vonden in de Centrale Kas. Door de
reorganisatie waarvoor in genoemd staatsbiad cle
grondslag gelegd is, worden de locale Volkscrediet-
banken en de Centrale Kas samengesmolten tot één
A. V. voor heel Indië. De locale banken vullen dus
voortaan de plaatselijke organen zijn van deze in-
stelling.
Het doel van ‘de A. V. is hetzelfde als .dat van de
Centrale Kas en de Volkscredietbanken; zij zal dus
het credietbedrjf uitoefenen ten behoeve van die in-
gezetenen van N.-Indië, die niet of onvoldoende door
andere credietinstellingen worden geholpen. Gelden
van Inlandse gemeenten, regentschappen en zelfbestu-
rende landschappen, van coöperatieve vereenigingen
en van volkscredietinstellingen, zoals dorpsbankjes en
desaloemboengs, worden door haar in belegging ge-
nomen. In samenwerking met de Postspaarbank zal
zij het sparen bevorderen en raad en bijstand verlenen
aan en toezicht en contrôle uitoefenen op volkscre-
dietiristellingen, coöperatieve verenigingen en In-
landse geineentecredietinstellingen (art. 2 sub 1). Zij

belast zich met de administratie van gelden’ die van
Laudswege aan de bevolking worden verstrekt tot ver-
hoging harer stoffelijke welvaart of tot steun bij
rampen van hogerhand (art. 2 sub 3).
De bevoegdheden der A. V. komen overeen met die
van ‘de Centrale Kas en de Volkscredietbanken. Art. 3
sub b. zegt, dat zij gel’dleningen kan sluiten met in-begrip van ‘het uitgeven van obligaties. Behalve aan
credieten met korte looptijd, voals die thans geregeld

868

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 October 1934
worden verstrekt, is dus gedacht aan de mogelijkheid,
dat in de sfeer, die het volkscredietwezen met zijn

actief bedrijf bestrijkt, de behoefte ontstaat aan ere-diet voor de vorming van vast kapitaal of vermogen,
waarvoor geld op lange termijn opnomen moet
kunnen worden. Uiteraard zal voor de A. V. hetzelfde
beginsel gelden als voor de bestaande volkscrediet-
instellingen, dat de in rekening te brengen renten en
kosten niet hoger behoren te zijn dan nodig is tot
vo’doening van interesten, tot dekking der kosten,
tot het doen der nodige afschrijvingen en tot het ge-
leidelijk vormen en op peil houden van een zuiver
vermogen. Dit zal tot ten minste 25 pCt. en ten hoog-
ste 50 pCt. van de opgenomen gelden worden opge-
voerd (art. 4). ilet kapitaal der A. V. bestaat uit dat
van de Centrale Kas, de batige saldo’s der volks-
credietbanken en het uit de bedrijfsoverschotten te
vormen zuiver vermogen (art. 5). Volgens art.
6

wordt de A. V. beheerd door een ‘directie, bestaande
uit een president en tenminste ‘twee directeuren.

Belangrijk is art. 7. Het eerste lid luidt: Op het
beheer der A. V. wordt toezicht uitgeoefend door een
Gouverneme.ntscommissar is, een Centrale Commissie
van Toeicht en Bijstand, bestaande uit een sociaal-
economische en een financiëel technische afdeling,
benevens door plaatselijke commissies, één bij elk
plaatselijk kantoor. De voorzitter en plaatsvervangen-
de voorzitter van ‘de Centrale Commissie, die door
den Gouverneur-Generaal benoemd worden, zijn tevens
voorzitter alsmede lid van elk van beide afdelingen

der Centrale Commissie.

Li’d van de sociaal-economische afdeling zi.jn ver-
der volgens art. 7: ‘twee bestuursambtenaren, één
Europese en een Inlandse; hoofden van welvaarts-
diensten en andere, ambtelijke of niet-ambtelijke ken-ners van de economische sfeer waarin de A. V. werkt,
onder wie tenminste twee inheemsen. Alle door den
G.-G. te benoemen. Lid van de financiëel-technische
afdeling zijn verder – •d.w.z. behalve de zoëven ge-
noemde voorzitter en plaatsvervangende voorzitter
van de Centrale Commissie van Toezicht en Bijstand
– door den G.-G. benoemde deskundigen op finan-
ciëel gebied, bij voorkeur zij die werkzaam zijn in het
particuliere bedrijfsleven.

In het centrum zijn dus, in de plaats van de Di-
rectie van de Centrale Kas en de Commissie van
Toezicht en Bijstand, gekomen de Directie der A. V.
en een Centrale Commissie van Toezicht en Bijstand,
die uit twee afdelingen bestaat, een sociaal-economi-
sche en een financiëel-‘technische.
In de plaats van de besturen der zelfstandige Volks-
banken komen volgens hetzelfde art. 7 plaatselijke
commissies. Ook deze hebben tot taak toezicht uit te
oefenen op het beheer ‘der A. V. Leden dezer plaat-selijke commissies zijn, in het algemeen gesproken,
dezelfde personen die men in de besturen der Volks-
banken vond: Europese en Inlandse bestuursambte-naren of volkshoofden, plaatselijke ambtenaren van
de landbouwvoorlichtingsdienst (al deze door het
Hoofd van gewestelijk bestuur aan te wijzen), finan-
ciële deskundigen binnen het ressort van het plaat-
selijk kantoor woonachtig (door de financiëel-techni-
sche afdeling van de Centrale Commissie van Toez.
en B. te benoemen) en amtelijke en niet-ambtelijke

,,kenners van de economische sfeer waarin het plaat-
selijk kantoor werkt” (‘door ‘de sociaal-economische
afdeling ‘der Centr. Comm. v. T. en B. te benoemen).
Terloops gezegd: men vindt hier het bestaan van de
een of andere economische sfeer binnen het geheel
der volkshuishou’ding van N.-Indiö ook in het staats-

blad erkend.
De taken der sociaal-economische en der financiëel-
technische afdelingen van de Centrale Commissie van
T. en B. blijken voldoende uit haar namen. Alleen
mag er nog op gewezen worden, dat art. 10, dat
sub (1) de taak der sociaal-economische afdeling om-
schrijft, haar o.a. voorschrijft ,,samenwerking met all-

dere ve1vaartsdieusten en niet-officiëele instellingen
ter bevordering der volkswelvaart.” Ook in de taak-
omschrijving ‘der plaatselijke commissies vindt men
naast •de verzorging der plaatselijke credietbehoeften
en de bevordering van het sparen: ,,Zij” – de plaat-
selijke commissie – ,,geeft leiding aan ‘de door het
plaatselijk kantoor te houden onderzoekingen en te
nemen proeven en verzorgt de plaatselijke samenwer-
king der bank met andere ‘diensten en irîstellingen”.
Bij de te houden onderzoekingen en te nemen proe-
ven heeft men o.a. te denken aan onderzoekingen naar
de credietbehoeften en credietwaardigheid van ver-

schillende groepen van producenten en naar de uit-
werking van verstrekte leningen op de welvaart der
credietnemers. )
De A. V. is de logische consequentie der voorafge-
gane ontwikkeling. De volkscredietbanken ontgroei-
den weldra aan ‘het ‘daadwerkelijk bestier der be-
stuursambtenaren. Hun tekort aan banktechnische en ook wel aan hedrjfs- en sociaaleconomische deskun-dighei’d moest aangevuld worden door steeds verder
gaande contrôle van de centrale leiding op de admi-
nistrateurs. Groot varen de moeilijkheden, ‘die deze
centrale leiding te overwinnen had door onvoldoende
scholing der administrateurs van de plaatselijke
Volksbanken. En toen door meerdere ervaring der
dienstleiding zelve en langdurige selectie het einde-
lijk gelukt was ‘de meeste banken bezet te krijgen
met beheerders van voldoende bekwaamheid, moet het
voor ‘de leiding een onbevredigende toestand geweest
zijn, dat zij niet de macht had over ‘de verschillende
krachten zS te beschikken, dat met de personeels-mid-
delen het grootste nut bereikt werd. Want de admi-
nistrateurs waren ondergeschikt aan de bankbesturen.
De centrale leiding kon de beste krachten onder de
administrateurs niet dirigeren naar de meest-bedreig-
cle punten. Zij kon administrateurs, die in gebreke
gebleven waren niet ter verantwoording roepen. Zij
kon de ervaringen, die uit het ‘gehele land in het
centrum werden aanvaard niet op vlotte wijze vrucht-
baar maken voor alle banken. Er was een toestand
van tegenstrijdigheid ontstaan tussen de werkelijk-
heid en de formele organisatie. De werkelijkhe.id was,
‘dat de Centrale Kas dirigeerde en ook, in geval een
bank mis ging, de
verantwoordelijkheid
en verplich-
tingen overnam. De werkelijkheid was, dat elke ver-
standi’ge administrateur met ‘de aanwijzingen en de
kritiek van de Centrale Kas nauwkeurig rekening
hield. Formeel echter had hij het bankbestuur als zijn

lastgever te beschouwen.
De ook in dit tijdschrift
2)
besproken reorganisatie van 1928 bracht ‘groter zeggenschap van de Centrale
Kas over de administrateurs. Maar de toestand, in
het bizonder de positie der administrateurs, bleef
haifsiachtig. Er bleef tegenstrijdigheid tussen schijn
en wezen: naar de schijn zelfstandige bankbesturen
die de administrateurs de nodige aanwijzingen gaven
voor het te volgen beleid, al of niet naar aanleiding
van de door de Centrale Kas gemaakte opmerkingen en geforniuleerde wensen; in wezen echter waren de
administrateurs ondergeschikt geworden aan de Cen-trale Kas. De samensmeltirg van Volkscredietbanken
en Centrale Kas tot één A. V. is een laatste stap op
de weg naar centralisatie, die het volkscredfetwezen
gaan moest.
In Indië heeft centralisatie een slechte, ‘decentra-
lisatie een goede klank ‘gekregen. Dat is begrijpelijk,
omdat het grote eilandeurjk veel te 3’ava- en te Ba-
taviacentrisch bestuurd werd. Men heeft in de staat-
kundige sfeer zeker te weinig begrepen welk een mo-
gelijkheden van stabiliteit van gezag, bevrediging van
locale aspiraties, doeltreffende eenvoud en goedkoopte
er scholen in de erkenning van dorpsgenieenschappen,

i) Zoals werd aanbevolen in het artikel ,,Reoi’ganisatie
van het Voiksbankwezen iii Ned.-indi6″, E.-S.B. ii Jaii,
1928,
No.
628, bi. 29.
2)
1928
No.
628.

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

869

regentschappen, landschappen, zelfbesturendç rijkjes.
Maar decentralisatie kan, evenals elke leuze, tot een
fraze en een waardeloos dogma worden wanneer ze
wordt geëist voor gebieden waarvoor ze niet bruik-
baar of schadelijk is. Voor het terrein van het volks-
cr&dietwezeu betekent de A.V. •de zekerheid van doel-
treffende organisatie en groter financiële kracht en
de mogelijkheid van vruchtbaarder credietverstrek-
king.
De zekerheid van cloeltreffender organisatie en
groter financiële kracht; – dit behoeft niet veel be-
toog. Om nieuwe beheersregelen door te voeren zullen
geen 90 bankbesturen meer overtuigd moeten worden
van de noodzakelijkheid daarvan en geen 90 algemene vergaderingen gehouden moeten worden. De A.V. be-
schikt over een zuiver vermogen van
f
22 millioen,
voldoende om aan de grootste moeilijkheden het hoofd
te bieden.

De mogelijkheid van vruchtbaarder credietverstrek-king. De bevordering der welvaart van overheidswege
heeft in Indië zich veelal gekenmerkt door een tekort
aan continuïteit en aan samenwerking tussen de ver-
schillende diensten. Dat tekort aan continuïteit heeft in vroeger jaren vooral de pogingen gekenmerkt van
vele bestuursambtenaren, out iets voor de welvaart
van hun ressort te doen. Al te vaak toonden rij een
grote onverschilligheid, waar instandhouding of voort-
.zetting van nuttig initiatief van voorgangers ter
plaatse geboden was. Men kan in Indië, wil men al-
thans boven het niveau van het statische dorpsleven
uitbouwen, minder overlaten aan de belanghebbenden
zelf en moet alles doen om de telkens min of meer
kunstmatig verfriste wil der leiders in vruchtbare
banen te leiden. Daarom is weldoordachte Organisatie
der welvaartrdiensten van zo uitnemend belang. In
Brits-Indië geschiedt de beharbiging der welvaart niet
alleen door ambtenaren individueel, zendelingen en
particuliere verenigingen, maar ook door z.g. develop-
ment societies, coöperatieve verenigingen, waar amb-
tenaren en particuliere personen elkaar kunnen vin-
den in het pogen om de welvaart van een streek sys-
tematisch, in het juiste tempo en op de juiste wijze
te bevorderen. Daar heeft men dus een soort coör-
dinatie van welvaartsdiensten, die de continuïteit
waarborgt en waardoor bereikt kan worden dat de

verschillende pogingen op de juiste ‘tijdstippen en in
het juiste verband met elkaar worden ondernomen.
De plaatselijke Commissies van Toericht en Bijstand
zijn de aangewezen organen om tot de begeerde coör-
dinatie van welvaartsdiensten te komen. De A.V.
betekent dus niet alleen
het eind
van een ongeveer
dertigjarige ontwikkeling maar ook, zoals mr. Th.

A. Fruin, directeur der Centrale Kas en de vader
van de nieuwe organisatie, in het maandschrift Volks-
credietwezen
1)
terecht heeft opgemerkt,
een begin:
een begin, dat gekenmerkt kan worden door doel-
treffender samenwerking.

De verandering van formeel-besturende in daad-
werkelijk advizerende en toezichthoudende functie,
die de A. V. aan ‘de plaartseljke ambtenaren en des-
kundigen in uitzicht stelt, schijnt alleszins aanvaard-
baar. Zij zullen geen kritiek meer behoeven te horen
voor een bestuur dat zij niet daadwerkelijk kunnen
voeren. Moet men nu vrezen dat de nieuwe organisa
bie en de versterkte bevoegdheid van het centrum
aanleiding zullen geven tot verambteljking en heer-
schappij van Bataviase schablones? Ik meen, dat ‘deze
vrees ongegrond is. Art. 11 •der ordonnantie belast
de plaatselijke commissies met het toezicht op het
actieve credietbedrijf en waarborgt een voortdurend contact van deze commissies met den beheerder van
het plaatselijk kantoor. De verhouding die bestond
tussen het bestuur ener volkscredietbank en den ad-
mini st rateur wordt dus besteud igd; alleen verhi est

) De beteekenis der Algemeene Vo1ksredietbank, Nov
1931 bi. 698.

het bankbestuur een zelfstandigheid die bloot formeel
was. Tonen de plaatselijke commissies ware belang-
stelling voor cle zaak, dan zal hun zakelijke critiek on-
getwijfeld invloed kunnen hebben. Maar het belang-
rijkste is dat’de geest, die de dienst van het volks-
credïetwezen beheerst, de vrees voor verambtelijkiug
en onvoldoende bereidheid tot het rekening houden
met plaatselijke behoeften niet wettigt. Ongeëvenaard
is de mate van openbaarheid die men bij het volks-
credietwezen vindt. De dienst heëft een zakelijk-eco-
nomisch karakter; gemaaicte fouten komen meestal

aan het licht in de vorm van geidbedragen, verliezen,
hoge kosten of rentepercentages. Een der grote fou-
ten van •de Indische administratie is dat de ambtena-ren hoofdzakelijk u’iteenvalien in twee groepen, wer-
kers in het veld en werkers in centrale bu
r
ea
u
‘s, die
elkaar niet systematisch aflossen. Het volkscrediet-
wezen schijnt te begrijpen hoe wenselijk het is dat de
jonge ambtenaren die controlerende functies hebben,
nu en dan gedwongen worden de eigenlijke veldarbeid
zelf te doen. Het zul grotendeels afhangen van het
vasthouden aan en doorvoeren van dit heilzame be-
ginsel of de verambtelijking van de A. V. in de toe-

komst voorkomen kan worden. G.
GoNccRIJ1.
DE RESULTATEN DER DEVALUATIE-POLITIEK
IN HET EERSTE HALFJAAR 1934.

II.

III.
De ontwikkeling van den export in waarde en
hoeveelheid.

Wij hebben voor vergelijking van de exportcijfers
in diverse landen ons wederom gebaseerd op het ge-.
mid’delde van jaren 1927, 1928 en 1929, terwijl de
cijfers voor het eerste halfjaar 1934 op analoge wijze
zijn verkregen, als reeds in de inleiding is hescKreven.
Flet resultaat is weergegeven in onderstaande tabel.

Tabel III.
Overzicht van het verloop van den export in waarde
(laudsvaluta).

Landen 1927
1928
1929
1930
1931
1932
1933
1934
Ie
halij.

Niet
Goudlandeei

A. Engeland..
98.4
100.4 101.2
79.2
54.-
50.7
51_
55.2
Zweden.
.. .
96.9
94.4
108.7
93.-
67.3 56.8
64.9
85.-
Noorwegen.
97.-
96.3
106.7
96.9
66.-
80.6
79.-
84.3
Denemarken
94.2
100.6
105.2 99.2
82.-
70.5
74.9 74.2

B. Finland
.. .
99.9
98.6
101.5
85.3 70.4
73.1

83.5
101.6

C.
Br. Indië
.
98.3 102.1
99.6
78.-
51.-
41.8
44.6
48.5
Australië
.
110.2
112.4
77.4
72.5
72.7
76.7
90.1
91.5
Nw. Zeeland
91.3
104.7
104.-
84.8 65.8
07.1
77.5
104.7
96.7 106.4
72.5
56.6
69.-
92.6
112.8
Z.
Afrika.


– –


49.8
60.3

Sub-groep A. 96.6 97.9 105.5
02.1
(17.3
64.6
67.4
74.7

Japan
……96.9

100.7 101.2
84.6
65.1
65.1
708
81.8
Totaal

…….98.1

Gondlan den

A.Nederland.
97.-
101.4 101.6
87.8
67.-
43.2
37.1 35.4
België
89.5 103.8
106.7
87.6
77.5
49.8
47.3
47.2
Frankrijk
105.2
99.3 95.5
81.6
58.-
37.5
35.1
34.4
Zwitserland
96.9 102.3 100.8
84.7
64.6 38.4 40.9
39.7

103.3
96.1 100.6
80.-
67.4
45.-
39.2
33.1
Polen ……
96.-
107.7
93.2
71.9
41.5
36.7
39.

C. Ned.Indië
105.8
101.5
92.9
74,5
43.1 35.2 31.5
34.6

13. Itaii

…….

Zuid Afrika

.96.3

100.2
101.7
98.1
67.8
46.9
39.7
– –

Sub-groep A.
97.2
101.6 101.2
85.4
66:8
42.2
40.1
39.2 Totaal

…….
90.3
100.3 100.5
82.2
62.7
41.3 38.3
37.1

1927 +
1928
+ 1929
Basis

3

= 100.

Wij zien hieruit, dat de export in waarde in de
niet-goudlande.n is gedaald tot 81.8, in de goudlanden tot 37.8, terwijl deze cijfers in 1931 resp. 65.1 en 62.7
bedroegen. De niet-goudlanclen zijn dus na 1931 ge-
stegen, terwijl in cle .goudlanden de daling is voort-
gezet.

870

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 October 1934

Bekijkt men de landen afzonderlijk, dan neemt men
dezelfde tendenz waar, Nederland bijv. is reeds ge-

daald tot 35.4.

Wij kunnen nu -de waar-deveranderingen in de
munteenheid zoo goed mogelijk uitschakelen, door
de cijfers van tabel III te deelen door de reedi be-
rekende indices van de groothandelsprijzen en kosten

van levensonderhoud.

Wij passen dit toe voor de groepen A van de goud-
lr.nden en de niet-goudianden.

Tabel IV.

Overzicht van het verloop van den export in waarde
gecorrigeerd met de indices der groothandelsprijzen.

Landen
1927 1928 1929
1930
1931
1932
1933
1934
Ie
haltj.
?siet-
Gondlanden

Engeland
.
95.3
99.1
106.1
98.8
80.6 78.4 78.2
79.8
Zweden
.
..
96.1
92.3
112.3 110.3
87.7 75.4 87.8
107.9
Noorwegen
91.6 96.7
112.9
111.6
85.4
104.1
102.1
108.-
Denemarken
93.6 99.9
106.6
116.-
109.4
91.5
91.1
85.4

Totaal

.
.. .-
94.2
97.-
109.5 109.2
90.8
87.4
89.8 95.3

Gondlanden

Nederland.
95.9
99.6
104.7 109.8
101.-
80.-
73.3
64.5
België ……
..
04.5
104.9 105.9
99.3
105.6
79.3
80.4
85.9
Frankrijk
98.2
97.3
94.-
73.8

56.3
56.-
Zwitserland

.89.2

97.3
100.9 101.9
95.5
84.1

64.1
62.6

Totaal

.
..
96.7
100.9 102.5
99.7 91.1
68.1
68.5
67.3

1927 +
1928
+ 1929
Basis

3

= 100.

Tabel V.

Overzicht van het verloop van den export in w’aarde
gecorrigeerd met de indices der kosten van levensonderhoud.

Landen
1927
1928
1929
1930
1931
1932 1933
1934
Ie
halfj.

Niet-
Goudianden

Engeland
.
-97.2
100.4
102.4
83.2
61.-
58.8 59.2 63.4
Zweden
.
..
96.9
93.9
109.3
96.3
72.4-
61.9
72.6
:94.5
Noorwegen
91.3
97.4 112.5
105.3
75.5
94.6
94.-
100.9
Denemarken
93.1
100.6
106.4 105.2
92.6 79.5 81.9
78.-

Totaal

.
..
94.6
98.1
107.7
97.5 75.4
73.7
76.9 84.2

Goudianden

Nederland
.
97.4
100.8
101.8
91.8
74.6
51.6
44.7 41.7
België ……
104.9 102.1
80.8
79.9
56-9
54.8 57.3
Frankrijk.
108.4
101.3
91.-
74.4
54.-
37.8

35.8 34.8
Zwitserland

.92.7

97.3
102.1
100.6
86.1
69.2
44.7
50J
49.2

Totaal

.
..
99.-
102.3
98.9
83.3
69.4 47.8 46.4 45.8

Basis
1927 +
1928
+ 1929 = 100.

Deze -tabellen gOyen dezelfde uitkomsten; – nl. een
stijging in de niet-oudlanden, -daling in de gou-dlan-
den. Het gemi-ddel’le ian de niet-goudlanden en goud-
landen is, na ôorrecrie met de groothandelsprijzen
95.3 resp. 67.3, na 3orructie met -de kosten van levens-

onderhoud 84.2, resp. 45.8. – –

G-raphisch voorgesteld komt dit verschil in export-

situatie zeer
duidelijk
tot zijn recht. Graphieken IV
en V geven de exporten weer, resp. gecorrigeerd met

g’roothan-delsprijzen en kosten van leveisonderhou-d.
In bei-de gévallen is -de dhling van den export in de
niet-goudlanden na 1932 -overgegaan in- een stijging, in de goudlanden zet’ de daling door.

Hieronder vermelden wij indices voor
-Tsechoslo-

wakije,
waar de daling’ van -dOn export na de deva-
luatie (medio Febr. 1934) is overgegaan in

een

stijging.

Het kan -dus niet worden ontkend, dat de deva-
luatie in Tsjechoslowakije voor den export voordeel
heeft opgeleverd (zie de tabel bovenaan de volgende
pagina).


OVERZICMT
VAN
HET
VERLO
P vA
GPÂPI-4IE1(
17
DI
EXPriQT
IN

‘wAARE
DE
i4oicei
OER
GECO
RIGapqo
Mer


440

130


150

ZC
– –

IPO

_L..___..__.._.._0

90

90

90


______
-80

-‘-
70




70

50

NIET 0OUDLANDP
E
N


GOUDI
AtIDWI

50

4o

30

492?

’28

‘9

30

1
34

’53


U1t’1[l*W!fl:
i


,
– –

..MEENEMEN

MENEER

EREEMME

E

MEER

_
a
.U1-.

EMMER
2

ERMEE
.
E_.5

MEREN

•__
___

1927

28

1
29

1
50

1
51

1
52

33

Naast de export in waarde, geven wij een verge-
lijking tusscheu de exportcijfers in
hoeveelheden,
hoe-
wel – deze o.i. ter beoordeeling van de exportsituatie
minder waarde hebben. Artikeigroepen niet hoog ge-
wicht en weinig waarde komen hier ni. sterker tot
uitdrUkking dan artikelen met laag gewicht en hooge

3 October 1934

ECONOMISCH-STATIS’fISCHE BERICHTEN

871

indices van -den export in waarde uit
Tsjechoslowakije.

Exp. gecorrig.
Exp. gecorrig.

met indices
Export

met indices der1 der kosten van
ongecorigeerd grooth. prijzen levensonderh.

1927………….97.7
95.9
97.6
1928
…………
102.8 100.8
102.6 103.5
99.8
.
99.3
84.8
1931
…………
63.6
81.9
66.6

1929………….99.5
1930…………..84.7

35.6
49.6
38.-
1932
…………..
.
1933
…………
28.4
41-
30.5 1934

le halfjaar
.33.9
48.6 37.2

waarde, waardoor men niet een zuiver beeld kan
krijgen.

De cijfers voor Finland, Japan, Nederland, België,
Frankrijk, Zwitserland, Italië en Polen zijn ontleend
aan het ,,Bulletin Mensuel de Statistique”, de andere landen geven geen totalen, en zijn berekend volgens
de methode •die wij uitvoerig hebben aangegeven in
de E.-S.B. van 25 October 1933.

Tabel VI.

Overzicht van het verloop van den export in hbeveelheden.

1934
Landen

1927 1928 1929 1930 1931 1932 1933 le
half i.

Niet-
Oost
cUan den

A. Engeland
.
99
97
104
92
68
78
82 92
Zweden
.
..
99
95 106
97
76 69
79 87
Noorwegen
92
96
112
95
75
99 94
95
Denemarken 89
105 106 106 110 104
107
114

13.Finland
104 100
96
84
71
74
93
11

C.
Japan

.
..
94
105
101
102 86
97
119 128

Sub-groep A
.
95
98
107
98
82 88
91
97
Totaal
96
100 104
96
81
87
96 105

Goudianden

A.Nederlaud
93
102.
105 108 109
91 83
87
België
95
105 100
93
96 76 78
82
Frankrijk.
96
104
100
92
76
60
63
67
Zwitserland
101
95
104
89
68
45
48
51

97
97
16
95
93 81
87
1
)78
99 99 102
92
91
66
63
78 13.Italië
…….
Polen
…….

C.
NecI. Indië.
83
106
lii
110 89 94
93
2)103

Sub-groep A
.
96 102 102
96
87 68
68
72
Totaal 95
101 104
97
89
73
74
78

1927 +
1928
+ 1929
Basis

100.

1)
5
maanden.
2)
3
maanden.

Ook uit het verloop van den export in hoeveelheden
blijkt cle minder gunstige positie van de goudianden
t.o.v. de uiet-goudlanden. Het berekende gemiddelde
indexcijfer voor het le halfjaar van 1934 is voor de
niet-goudianden 105, voor cle goudianden 78; wel is
in het algemeen ook voor de goudlanden een stijging
ingetreden, echter in veel mindere mate dan in de
niet-goudlandeu. Bovendien bedenke men,. dat waicr
de export der goudlanden in waarde gedaald is, de
gemiddelde prijs der geëxporteerde goederen dus sterk
is gedrukt, zeer ten nadeele van de rentabiliteit der

exporteerende bedrijven.

Opvallend is ook hier de situatie in Tsjechoslowa-
icije, waar de sterke daling van de laatste jarel4
reeds direct na devaluatie is omgeslagen •tot een vrij
groote stijging. De indice zijn:

1927
………………..
104
1928
…………………
100
1929
………………..
96
1930
………………..
80
1931
…………………
64
1932
………………..
64
1933
………………..
.55
l934lehalfj
…………..

62

Een duidelijk beeld van de verschillende positie der
koud-
en niet-goudlanden geeft G-raphiek VI, waar
het verloop van den export in hoeveelheden is weer-
egeven voor de sub-groepen A. en voor Nederland.

G4
PHIE

VEPtOOP
N
D
E
P
EXPO
T 1H
HOEV
ELHE
Eli

4G

:5c
30
– –

izo


-lee

IC
110


i-::;
100

Ik


NIET-GOUDLA
DEN
QOUDL
NOEN

50

50
—–




40

30
—— -‘- –
-4–

4-

-‘– –

30

4927

28•e9’30

1

5

‘33134
Dr. J. G.
STRIDIR0N.

(Slot volgt.)

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE DUITSCHE ERFWET VOOR BOERENHOFSTEDEN.

Prof. Dr. B. Brutzkus te Berlijn schrijft ons:

De op 29 September 1933 •door de Nationa’al-So-
cialistische regeering afgdkondigde Rijkswet omtrent
het erfrech.t van boeren heeft ten doel een schare
landbouwers tot een stand met zeer bizondere rech-
ten, in zekere mate in den zin van het ancier régime,
te verheffen, ten einde ze als vertegenwoordigers van
den Landbouw zonder meer te laten gelden. Het is
daarbij voor het Nationaal-Socialisme typeerend, dat
het als vertegenwoordigers van den Landbouw niet
de grootgrondbezitters beschouwt, zooals de vroegere
regeeringen – de sociaal-democratische niet uitge-
zondeid – hebben gedaan, doch de middelmatige en
groote boerenbedrijven.
Tot erfhoeve worden alle bedrijven, welke er ten
minste v’oor kunnen doorgaan, dat zij een bestaan uit
den akker opleveren (vanaf een oppervlakte van on-
geveer 71 ha) tot een oppervlakte van
S
ten hoogste
125 ha, onafhankelijk van den wil van den eigenaar
verklaard. De bepaling van den omvang van de hof-
stede heeft slechts betrekkelijke beteekenis; wijugaar-
den, varmoezerjen en boomgaarden kunnen bij een
veel kleinere oppervlaicte dan 731 ha als erfhoeven
worden erkend; bij wijze van uitzondering kunnen ook
bedrijven met een grootere oppervlakte clan 125 ha tot
de erfhoeven worden gerekend. De wet heeft niet al-
leen betrekking op boerenhofsteden, doch ook op ,,Rit-
tergüter” met een overeenkomstige oppervlakte. In
den Nationaal-Socialisti.sdhen staat mogen de adéllij-
ken het niet als een degradatie gevoelen, wanneer zij
op dezelfde wijze worden behandeld als de boeren. De
bezitter van de hoeve moet voldoen aan bepaalde
eischen: hij moet hoedanigheden bezitten, welke voor

872

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 October 1934
een regelmatige exploitatie van de hoeve noodig zijn,
hij moet als eerlijk bekend staan, Duitsch staatsbur-
ger zijn en geen trek van Joodsch of gekleurd bloed
vertoonen.
11
Volgens de berekeningen van het Bureau van Sta-tistiek zullen de erfhoeven ongeveer 60 pOt.

van de

voor rden Landbouw in gebruik zijnde oppervlakten
van Duitsohiand omvatten.
De erfhoeven moeten vrijgemaakt worden van schul-
den en moeten dan onhelast en onvervreemdbaar blij-
ven. Noch de grond niet de gebouwen, noch de roe-
rende goederen kunnen als onderpand voor schulden
dienen. Tot deze roerende goederen hehooren ook de
iandbouwproducten, voor zoover deze voor het onder-
houd van •de boerenfamilie tot den volgenden oogst
noodig zijn. Practisch wordt dus het gebruik maken
van
zakelijk
cred jet voor •de bezitters van erfhoeven
uitgesloten; zij zullen op persoonlijk crediet zijn aan-
gewezen. Verwacht mag worden, dat de landbouwers-
stand sociale organisaties zal inrichten, welke als
tuaschenpersoon tusschen de schuldeischers en de
bezitters van erfhoeven zullen optreden. Deze organen
zouden voor de persoonlijke schulden van de bezit-
ters van erfhoeven waarborgen kunnen verstrekken
en er zorg voor moeten dragen, dat de credieten in
het bedrijf productief worden aangewcnd.

Voor de erfhoevén geldt de regel, dat zij hij
overgang aan erven niet verdeeld kunnen worden.
De keuze van den erfgenaam heeft volgens de in de
streek heerschende zecle plaats (majoraat, minoraat).
Zij is ook afhankelijk van den wil van den boer.
De overdracht van de hoerenhofsteden aan één
erfgenaam is in de meeste streken van Duitsehland
toch al een overheerschende zede. Tot dusverre kon-
den echter alle familieleden hij de hoedelscheiding
aanspraak op een deel van de waarde van het goed
maken, hoewel daarbij ook aan den erfgenaam zekere
voorrechten door de zede en door de wet wercle toe-
gekend. Teneinde broers en zusters schadeloos te
stellen, werd een goed gewoonlijk bij het aanvaarden
van de erfenis met een hypotheek belast. De wet op
de erfhoeven schaft de aanspraken van broers en
zusters niet slechts op een reëel deel van liet goed,
doch ook op een deel van zijn waarde in beginsel af.
Met de afschaffing van ‘het hypothecair crediet voor
de erfhoeve.n zou toch al de vereffening van der-
gelijke aanspraken op een ‘deel van de waarde van
het goed onmogelijk ‘zijn. De schadeloosstelling van de
overige erfgenamen wordt zoodanig geregeld, dat zij
slechts aanspraak op onderhoud en opvoeding, op een
opleiding tot een beroep, zooals in overeenstemming is niet den stand van de hoeve, evenals aanspraak op
een uitzet hebben. Voorts kunnen alle kinderen,
wanneer rij later ‘buiten hun schuld in moeilijk-
heden komen, ten allen tijde op de boerderij terugko-
men. Bij wijze van uitzondering k’an met goedkeu-ring van de overheid ook een reëele verdeeling van
een erfhoeve plaats hebben, op voorwaarde, dat elk
deel van het goed een boerenfam.ilie kan onderhouden.
Een goed, dat eens als erf’hoeve wordt ingeschre
7

ven, moet steeds als zoodanig gelden. Nu ontstaat
echter een gevaar, dat een dergelijk onhelastbaar
goed, waarop geen schulden meer rusten, iii de lian-
den van een ongeschikten eigenaar kan komen; de
wet heeft hierin voorzien. Indien
namelijk
de eigenaai
niet eerzaam of niet geschikt blijkt, om het ‘goed oude-
lijk te heheeren (verwaarloozing, schulden, niet na-
koming van verplichtingen, hoewel het nakomen daar-
van bij ordelijke exploitatie zeer wel mogelijk zou zijn), dan kan de overheid een dergelijken bezitter
uit zijn hoeve zetten en in zijn plaats een ander fami-
lielid benoemen. Dit proces tot uitzetting uit een
hoeve vervangt de niet meer mogelijke executie.
De vraagstukken betreffende de erfhoeven ressor-
teeren niet onder de gewone rechtbanken. Er worden
speciale rechtbanken ‘voor erfhoeven ingericht, waar-
in de boeren zelf vertegenwoordigd zullen zijn. Men

verwacht daarvan, dat zij de wet, welke slechts in
algemeene trekken gegeven ‘is, in haar geest verder
zullen uitwerken.
hoewel de Minister ‘en de Rijksboerenleider, Darre,
uitdrukkeljk hebben verboden over de wet inzake de
erfhoeven in het openbaar te discuteeren, trad de
ontevredenheid van de publieke opinie ten aanzien
van de wet toch in zoo hevige mate aan den dag, dat
de Minister en zijn medewerkers vaa’k genoodzaakt
waren daarvoor in hun redevoeringen een goed woord
te doen. Van overheidswege wordt er de nadruk op
gelegd, dat ,,’de wet in al haar fundamenteele bepa-
li’ngen aan Germaansch-Duitshe rechtsopvattingen
aansluit; zij maakt veelvuldig gedachten van het
Duitsche hoerenrecht weder tot het geldige Rijks-
recht.” Daarentegen wordt den critici vaak verweten,
dat zij vreemd staan tegenover •het Germaansche
rechtsbewustzijn.

Indien deze wet inderdaad aansloot aan oeroude
gebruiken, dan ware zij daardoor nog geenszins ge-
rechtvaardigd, want een nieuwe wet moet aan de
bestaande en niet aan de oeroude levensvoorwaarden
aangepast worden. Het beroep op het oeronde Oer-
inaansche recht is echter op belangrijke punten niet
gemotiveerd. De oeroude wetgevingen van de Germa-
non streefden ernaar het aandeel in het land viin
den volksgenoot in de familie te handhaven, maar een
bevoorrechting van één zoon boven alle anderen, vindt
men in deze wetgevingen niet. Het bestaande Duit-
sche hoerenerfrecht is niet oeroud, doch het heeft
zich in de laatste eeuwen ontwikkeld.
En ook dit recht verschilt principiëel van de erf-wet voor hoeven. Wanneer ook het boerenerfrecht
zekere voorrechten aan den erfgenaam toekent, dan
w’il het geenszins het recht van de andere erven op
een deel van de waarde van het goed ontkennen. De
ontwikkeling van ‘het boerenerfrecht baseert zich
juist op thet voortbestaan van het crediet op onroe-
rende goederen en niet op de afschaffing daarvan.
Bij een dergelijk principiëel verschil tusschen de erf-
wet en het tot dusver ‘geldende boerenerfrecht behoeft
men zich in het geheel niet te verwonderen, dat de
Duitsdhe boeren de nieuwe wet niet als in overeen-
stemming met hun opvattingen beschouwen. De be-
wering van officiëele zijde, dat men aan de cri-
tiek ,,de schrijftafel op een of ander kantoor van
een groote stad verre van het werkelijke leven
merkt”, is nauwelijks gemotiveerd; integendeel de
critiek schijnt in overeenstemming te zijn met de
stemming onder de boerenhevolkiug.

De critici leggen inzonderheid den nadruk op ‘de
volgende gebreken van deze wet, welke ook door het
Nationaal-Socialistische standipuut als zoodani g moeten
worden gewaardeerd. Het Nationaal-Socialisme schat
het boerenfamiliehedrijf zeer hoog. haar groote pro-
ductiviteit is nu gebaseerd op de vreugdevolle samen
weiking van alle leden der boerenfam’ilie. De wet ver-
zwakt echter de ‘belangstelling van alle leden der
familie behalve van den erfgenaam in de resultaten
van het bedrijf, ‘hetgeen zeer nadeel’ig kan zijn. Het
Nationaal-Socialisme wil den achteruitgang van de geboorten ‘bestrijden; nu kan de wet echter juist tot
een voor de beweging van de bevolking in Duitsch-
land zeer bedenkelijken achteruitgang van de geboor-
ten op ‘het platteland leiden. De wet ‘kan aan de ver-
scherping van de sociale tegenstellingen op het land
medewerken. Ter zelfder tijd bestaat het gevaar, dat
de gepriviligeor’le positie van den erfgenaam en zijn
zeer beperkte credietmogelijkhedeii het bedrijf zullen
doen sta’gneeren.
Behalve eenige vrij scherpe uitlatingen van de
toonaangevende leiders tegen de critici, bleef hun
critiek op hen niet zonder uitwerking. Door een redks
van toepassingsverordeni ogen trachtte de regeer ing de krasse forniuleeringen van de wet iets te verzach-
ten (hij ‘de uiteenzetting van den inhoud van de wet
werd hierboven met deze ulitvoeringsverordeningen

‘1’

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISi’ISCHE BERICHTEN

873

rekening gehouden). Het wezen van de wet kan ech
ter doo.r deze verordeningen, niet worden veranderd.
i:T.aar inhoud weerspiegelt de algemeene tendeuzen van het Nationaal-Socialisme; in de eerste plaats om cle maatschappij naar standeii te ordenen en wel met
een andere hierarhie van de standen als onder het
ancien régime het geval was, en in de tweede plaats
om den Landbouw uit het raderwerk van het kapita-
listisch marktrneclhanisme te lichten.

AANTEEKENINGEN.

De agrarische politiek in Engeland.

Sir Daniel Hall, die jarenlang verbonden is ge-
‘eest aan het Britsche Ministerie van Landbouw,
heeft onlangs voor de British Association een lezing
gehouden over ordening van de landhouwpr•oduc-
tie. Men mag aannemen, dat deze autoriteit op
landbouwgebied grootendeels de denkbeelden ont-
wikkelde, die door den tege.nwoordigen minister van Landbouw, Sir W’alter Elliot, worden voorgestaan.
De grondslag van die denkbeelden is, dat Groot-
Brittannië onmogelijk autarkisch kan zijn, omdat het
volstrekt niet in staat is de levensmiddelen te produ-
ceeren, die voor zijn ‘bevolking noodig zijn. He.t is
alleen mogelijk dcii Britschen landbouw te bescher-
men en te steunen, met behulp van premies, die als
opcenten op de invoerrechten van landbouwproduc-
ten in cle schatkist komen. Daarbij moet worden toe-
gezien, dat de Britsche producenten van die bescher-
ming, die vaak met beperking van den.invoer ge-
paard gaat, geen misbruik maken door de prijzen te
hoog op te voeren.

Volgens Sir Daniel Hall moet de ordening in den
Landbouw zich niet tot de bedrijven uitstrekken. De
Britsche boeren moeten zelf beoordeeien, welke
producten zij dienen voort ‘te brengen. De regeering moet slechts op de markten reguleerend optreden op

hovengeschetste wijze, zorgdragend, .dat er geen te
groot aanbod van bui ten landsche lan’dbouwproducten
komt, maar .dat de binnenlandsche producent tege-
lijkertij.d geen te hooge prijzen vraagt. Bovendien
moet er meer op de qualiteit worden gelet dan tot nu
toe het geval is geweest, zoociat de Britsche producten
in ‘dit opzicht geheel ‘de vergelijking ‘met buitenland-
sche artikelen kunnen doorstaan. De Milk Marketing
Boarcl gaat nu maatregelen treffen om de qualiteit
‘aii de melk te verbeteren, terwijl de pogingen om
tot betere varkensqualiteit te komen, ‘die voor bacon-
varkens geschikt zijn, eveneens succes opleveren.

G’roo t-Brittannië moet zijn landbouw-activiteit con-
centreeren op zuivel, vleesch, eieren, groenten en vruchten, en de productie van tarwe en suiker aan
andere landen overlaten.

In de ,,Deutsche Volkswirt” van 7 Sept. ‘doet ‘Egon
Banclmann, over hetzelfde onderwerp schrijvende, het
voorkomen, alsof hij goed op de hoogte is van de
‘meeniugen in de kringen der Tories, en voorspelt,
dat de huidige landbouwminister binnenkort ‘de leider
van de conservatieven zal worden. Hij ziet in Elliot

een hervormer, die den geest van .den tijd begrijpt,
en inziet, welke nieuwe gedachten er opgesloten lig-
gen in ,,den stanlenstaat van Mussolini, de tasten’de
pogingen van president Roosevelt in de richting van
maatschappelijke ordening, om van Duitschland maar
geheel te zwijgen.”

Volgens Bandmann is Elliot bij zijn pogingen om
tot leider der conservatieven op te klimmen van den Landbouw uitgegaan, omdat hij daarin de mogelijk-
heid ziet van een oplossing van liet probleem der chronisch werkloozen. Er zijn in liet Noordn van
Engeland eenige honderdduizenden nijnwerkers en
textielarbeiders, die ,,overtollig” zijn, zelfs als de be-
drijvigheid in ‘de industrie ‘belangrijk zou verbeteren.
De auto- en electrotechnische industrie, die in het
Zuiden van Engeland opkomt, biedt, als industrie
van het moderne type, geen plaats genoeg aan ‘groote
groepen arbeiders. Deze overtolligen kunnen slechts
in den landbouw een bestaan vinden, wanneer met
regeeringshulp daar voor loonende prijzen wordt ge-
zbrgd.

Zijn pessimistische voorspelling omtrent deze hon-
derdduizende industrie-arbeiders, die overtollig zijn,
baseert deze schrijver op de stelling, die niet wordt bewezen, dat ,,zonder ‘twijfel het verzadigingspunt
van de wereldmarkt voor uitgevoerde industriepro-
ducten is bereikt”.
De agrarische politiek van minister Ell’iot wordt
als een handig manoeuvreeren beschreven. Op dezelf-
de wijze als Sir Hall zulks ‘doet, wijst Bandmann er-op, dat de Britsche minister door zijn prijspolitiek de
hinnenlandsche producenten steunt. Zoodra zij echter
te ver ‘gaan, hetzij in hun prijzen, hetzij in hun pro-
ductie, laat hij den invoer wat vrijer en de Britsche
landbouwers worden ‘daardoor op de plaats terugge-
bracht, waar zij behooren.
1
Maar bovendien meen-t Bandmann,, dat het contin-
geutensysteem en liet stelsel van invoerrechten op
landbouwproducten zeer goed wordt gebruikt in het
belang van den Britschen uitvoer. Men verhandelt
contingenten en andere ‘beperkingen van den invoer
vn agrarische producten in Engeland ‘tegen invoer-
rechten van andere landen op de uit Eligeland uit-
gevoerde in’dustrieproducten. Men heeft de Deensch
markt weten te veroveren door de manipulaties met
invoercont’ingenten voor bacon. Engeland zal in staat
zijn de hem toekoniende plaats op buitenlandsche
m’narkten te handhaven juist •clobr deze methode van
onderhandelen. Daarbij is het natuurlijk nooclig, om
cle uitbreiding van den Britschen Landbouw niet ‘te
ver te laten gaan, want de kracht van Engeland ligt juist in het feit, .dat het zooveel levensmiddelen uit
het buitenland nioet betrekken.
Bandniann beschouwt het als een groote verdienste
van minister Elliot, dat ‘deze de verhouding tusschen
eigen agrarische productie en ingevoerde agrarische
artikelen nooit uit het oog heeft verloren, en zelfs
bereid is zoo nu en dan concessies aan den invoer te
dben, zelfs ten nadeele van den Britschen landhou-
wanneer
,
‘daard oor groote exportbelangen worden
hdiend.
.JL

AANVOEREN
in tonvan 1000 KG.

Rotterdam
.•

Amsterdam
Totaal
Artikelen
22.29 Sept.
Sedert
Overeenk.
2-29 Sept.
Sedert
Overeenk.
1934


1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933
1934
1Jan. 1934
tijdvak 1933

28.260
1.018.847
1.118.404
…,

8,50
29.205
21.611
1.048.052
1.140.015
9.559
324.139
297.322

15.257
6.369
339.396
303.691
577
17.462
16.490



25′

17.462
16.515
600
687.530
810.276
5.534
163.987
142.980 851.517 953.256
3.031
287.156 308.316 2.405 41.480
26.143
328.636 334.459

Tarwe

……………..
Rogge

……………..

309
92.232
107.361

3.195 3.306 95.427
110.667

Boekweit ……………..
Mais …………………

143
164.654
162.233
7.675
180.257
189.974 344.911 352.207

Gerst

……………..
ilaver

……………….
Lijuzaad

……………..
650
56.149
87.704
25
200
56.174
87.904
Lijnkoek

……………..
m
593
15.486
13.770
’25
2.208
5.271
17.694
19.041
Tarweeel

……………
Aüdere meelsoorten ….
1.057
‘43.818
38.790
303
5.655 7.797
49.473
46.593

Schomuielingen in het aancleelen-indexcijfer. 2 Januari 1934
f
2.291.21(

2 Januari
100.-
7 Maart
1,00.3
2 Mei
97.2
4 Juli
95.-
10
99.3
14
101.4
9

,,

,
98.1
12
95.3
17


99.3
21
99.-
16
96.7
18
95.2 24
100.8
28
97.8
23
96.5
25
94.-
31
100.8
4 April
98.3
30
96.1
1 Augustus
91.6
7 Februari
102.3
11
98.5
6 Juni
94.4
8
93.7
14
101.3
18
97.5
13
95.7
15
95.2
21
101.3 25
94.7
20
96.1
22
94.7
90
000
97
OA
90

874

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3
October
1934

De Fransche begrooting voor 1935.

Eind Augustus heeft de Fransche Ministerraad
het begrootingsontwerp van minister Germain-Ma-

tin voor
1935
goedgkeurd. Het ontwerp is intus-

schen bij de financiëele commissie der Kamer inge-
diend.

De verklaring van den Minister, dat de begrooting zonder deficit sluit, en dat geen belastingverhooging
is toegepast, is zeer belangrijk. De Minister was
uitgegaan van een maximale belastingopbren’gst
volgens de bestaande belastingen van Frs.
46
milliard,

en heeft de uitgaven daaraan •zooveeI mogelijk trach-
ten aan te passen, waardoor hij deze tot
47
milliard

kon terugbrengen, hetgeen een bezuiniging van
3

milliard in vergelijking met het laatste jaar betee-
kent. Daar de regeering Doumergue reeds begin
1934

een aantal drastische bezuinigingen had ingevoerd,

die tezamen een besparing van ca.
2
milliard op-

leverden, mag men dus zeggen, dat de uitgaven thans

met 10 pOt. zijn verminderd. :

Met het oog op de noodzakelijkheid van een voort
gezette deflatie, heeft de minister alle nieuwe belas-
tingen verworpen, ook de voorgestelde belasting op
het verbruik van electriciteit, waardoor de productiê-

kosten couden stijgeii.

Minister Germain-Martin noemde het clenkbeeld
van dévaluatie van den Franc, waarvoor op het
oogenblik weer krachtige propaganda wordt gemaakt,
een ,,slechte grap”. Teneinde de rust op de geld-
markt te herstellen wenscht de regeering voorloopig
geen nieuwe leeningen op. te nemen, temeer niet,
omdat ‘blijkens de koersen der staatsleeningen en cle
niet geslaagde conversiepoging van dezen zomer de
markt niet bereid is regeeringsieeningen met lagen’
rentevoet op te nemen.
De ,,Deutsche Oekonomist” wijst er echter op, dat
tot nu toe de werkelijke inkomsten van de schatkist
steeds belangrijk ‘beneden de ramingen
zijn
gebleven.
Het is dus de vraag, of de ramingen thans van dien
aard zijn, dat dit verschijnsel zich niet meer voordoet.
Bovendien heeft de financiëele commissie uit de
Kamer het recht van amendement, zoodat men niet
weet, hoe de uitgavenzijde er na de behandeling in
die commissie zal uitzien. Wel bestaat er een poli-
tieke overeenkomst tusschen de partijen tot steun van

het kabinet Doumergue, zoodat deze regeering met
krac’ht op de aanneming van deze begrooting kan
staan, maar zekerheid heeft men nog niet, en met
name acht het Duitsche blad een veel grooter deficit
als in de ontwerp-begrooting is genoemd lang niet
buitengesloten.
In ,,T’he Statist” van
29
Sept. ji. wordt melding
gemaakt van de critiek van den rapporteur van de
financiëele commissie van de Kamer van Afgevaar-
digden, op het begrootin’gsver’slag. Volgens hem be-
draagt het tekort op de loopende ‘begrooting niet
Frs.
500
millioen, zooals de Minister van Financiën
heeft berekend, maar op zijn minst Frs.
3
milliard.
De rapporteur erkent echter, dat indien de begroo-
ting over
1935
een tekort geeft, dit niet al te groot
zal zijn,,doch hij oppert twijfel aan de verwachtingen
inzake een stijging van inkomsten, voortvloeiende uit
een herstel, zonder dat er maatregelen genomen wor-
den om dit herstel teweeg ‘te brengen. Dit beteekent
volgens ,,The S’tatist” een aanval op de economische
politiek van de Regeerin’g.
De rapporteur wijst er
namelijk
op, dat sedert
Augustus
1933,
de industriëele bedrijvigheid met
15
pOt. is afgendmen, de wagonvsrladingen zijn ge-

daald met 10 pOt., de invoer met
30
pOt. en de uit-
voer met
12
pOt., terwijl de werkloosheid met
50
pCt.
is gestegen. De eenige gunstige teekenen, die hij kan
ontdekken, zijn de daling van de groothandels- en
kleinhandeisprjzen.

ONTVANGEN BOEKEN.

De methodes der
grafische
voorstellen
door Prof.
Dr. B. G. Escher. Tweede druk. (Amsterdam
1934;
Maatschappij voor goede en goedkoope lec-
tuur. Prijs ingen.
f
3,75).

Wetenschappelijke pretenties heeft dit boekje niet. Het
richt zich tot iedereen, die grafische voorstellingen kan
gebruiken om statistisch getallen-materiaal beter te over-
zien.

Wisselende aspecten
door A. Koelma. (Alphen aan
den Rijn
1934;,N.
Samsom
N.V.
Prijs
f0,50).

In deze brochure geeft de schrijver een beeld van den
groei en omvang der gemeentelijke bemoeiingen en stelt
hij de beteekenis van de plaatselijke besturen in een helder
licht.

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rottei’ciam zendt ons onderstaand overzicht:

Indexcijfers van 12 aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

Banken
1

El
e
ct
ri-
citeit
Handels-

1
Industrie
je
t
_
Mijnbouw
Olie
Rubber
ScheP-

vaart
Suiker
Tabak
The
e

Geniiddelclel929
158.3
337.5

168.0
432.7
243.0 268.7
402.0
233.5 125.0
398.4 487.3 443.2
1930
149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
177.2 371.1 110.7
82.6
292.9 361.3
357.2
1931 118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8 49.6
181.9
241.6
251.4
1932
76.4
178.3 67.1 115.6
37.6,. 106.4
137.5
27.0 24.9
107.2
137.9
1759
1933
84.0
201.8
79.3
137.8
27.8
143.4
164.5
42.8
23.1
112.9 135.9
211.3
Januari

1934
79.2
190.1
85.1
159.-
49.9.
157.7
176.6
52.4
18.6
99.9
130.3
229.6
Februari
80.6
187.4
88.5
158.7
50.9
165.7
178.1
53.3
19.-
106.6
136.2
240.4
Maart
80.2
187.4
87.3
156.9
60.2
176.1 170.2
54.8
20.1
104.-
135.9
243.4
April
77.-
190,5
85.1
157.9
59.1
172.9
158.1
56.4
18.5
98.-
137.5
246.8
Mei
75.4
190.7
80.8
155.9
55.1
178.8 155.5
68.1
17.4
98.9
144.8
252.8
Juni
71.1
192.-
72.5
154.-
53.8
181.4 157.5
65.8 14.8
96.1
154.1
250.9
Juli
7.2,4
195.8
69.-
156.7
50.8
182.4
152.7 68.1
14.7
92.-
157.8
254.7
Augustus

,,
74.8
188.2
70.8

155.6
50.7
179.7
151.9
73.1
15.2 94.2
168.-
255.7
September

,,
76.7
188.1
71.8
157.9
51.-
177.2 151.9
72.2
16.1
93.6
168.2
236.1

.500

100.

5 Septemb. 9.7
12

97.1
19

96.3
26

96.1

1)
Men zie voor de toelichting op dit overzicht het nummer’van E.-S.B. van 15 Januari 1930, blz. 64.

Nadruk verboden.

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

875

Un mc yen cl’augmenter les bénéfices des de’taillants.
(Parijs z.j.; Chambre de Commerce Internatio-

nale).
))eze brochure beschrijft de methode van centralisati
van statistieken van een groot aantal ondernemingen, die
tot dezelfde branche behooren en wijst er op, hoe een ver

gelijking van de exploitatiekosten een middel tot winst-
verhooging is.

De volkshuishouding ‘in den corporatieven staat
door

H. F. J.
Keip. (Bussum z.j.; Emil Wegelin).

Pleidooi voor een .organisohen opbouw van de samen-
leving.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam 01)
1 Oct. 1934 voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers
Bank-
disconto

‘Essropa.
%
Londen *)
£
12.10
8

7.
2
4*
2
100 Mark
59.26
59.22*
100 Franc
9.747
9.72*
2
Brussel *)
100 Belga
34.59
3L47
2
*
100 Franc

6.98*
Zürich *)
100

,,
48.-
48.13
2
100 Kronen

6.15* 3
*
100 Schilling
35.-
27.75
4

Luxemburg

………
………

100 Pengö
43.51
43.25
q

Praag …………..
Weenen

)
………..

100 Lei
1.4880
1.471
6
100 Leva
1.79
7

1.82*
Belgrado ……….
100 Dinar
4.379
6*
Turksch
£
10.93
1.17*
100 Drachme
3.23
1.40
7
100 Lira

..

13.09
12.64
3

Berlijn

)…………
………….
Parijs
*)
…………

Istanbul …………
Athene

…………

100 Peseta
48.-
20.16
6
Milaan

…………

Escudo 2
.68* 0.06*
s*
Kopenhagen *) ,…
100 Kronen
66.67 32.35
2*

Boedapest

……….
Boekarest

……….

Oslo
*)

…….
,,
66.67
36.40
2*

Sofia

…………..

Stockholm
*)
100

,,
66.67 37.35
2
Reickjavick

……
IJ sl. Kr.
66.67
32.70
Zloty
27.91
27.87*

Madrid

…………
Lissabon ………..

Kovno (Litauen) •.
100 Lita
24.88 24.75
6
Riga (Letland) ….

.
100

100 Lat

..

48.-
47.75
5*

6
Tallinn (Estlaud) •.

.100

100 Estl. Kr.
66.67
40.0
5

Warschau

………100

Finnmrk.
6.26*
3.20 41
.

Tjerwonets
12.80
12.85
Helsingfors

…….100
Moskou

………..
(10 Roebel)
Danzig

………..
100 Gulden
48.42
48.22
*
4
Amerika.
New-York
*)
$
14
6.94*
1.46
l
Montreal

……..
Canad.
$
2.4878
1.50*
Mexico

……….
Mex. Dollar
1.24
0.40*
Buenos Aires ……
Peso (papier) 1.0568′
0.38*
La Paz (Bolivia)
8)

Boliviano

..

0.9080
0.36
Rio de Janeiro.,,.
Milreis (pap.)

..

0.8075
2

0.11
Valparaiso ………Peso
(papier)
0.30
0.15
Bogota (Columbia)
8)

Peso
.
2.42
0.8
4
*
Quito (Ecuador)

•,
Sucre
0.49
8

0.13*
Lima (Peru)

……
Sol
0.697
°*
6-7
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
0.59
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.36*
1.-
1.00
San

José (C. Rica)
Colon


Guatemala ……..
Quetzal


2
.48*
1.42

Paramaribo

…….Gulden

Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.01
Managua (Nicar.)
8)

Cordoba 2
.48*

San Salvador
8)
Colon
1.2440
0.57*
Azië.

..

Calcutta ………..
Rupee
0.91
0.55
3
Gulden I.G.
100
1
.00*
Yen
1.24
0
.
42
*
3.65

.

Dollar
0.59

Batavia

………..

Dollar
0.5
2
*
Straits DolI.

..

1.4125
0.85
Singapore

………
Manilla

………..
Phil. Peso
1.24
0
.
60
*
Teheran
4
)(Perzië)..
Pahiavi

9.11
Baht

0.66*

Kobe

………….
Hongkong ………

Bangkok ………..
Afrika.

Shanghai

………

Kaapstad
£
12.10*
7.24
31
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
7.43
Aizstralië.
Melbourne, Sidney

.

en Brisba.ne
….
£
12.10*
5.80
Nieuw Zeeland
….
£
12
.
1
0* 5.82
1)
Goudpeso. 2)Milreis Goud.

*)
Not, te A’dam.
0v.
not, part. opg.
)
Zichtkoers.
4)
Munteenheid
=
Ria!
(=
een Kran.)
STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.
ti
d
Disc Wi8sels. 2*
19Sept.’33
e
Lissabon

…. 5

8Dec.’33
Bel,Binn.Eif.
1Vrsch.
3
19Sept.’33
.
……
Londen2
30Juni’32
in R.C.
3
19Sept.’33.
Madrid ……6
26 Oct.’32
Athene ……….
7

140ct.’33
N..YorkF,R.B. 11
1
Feb.’34
Batavia……….
4

1Juli’34
Oslo

……..
3*22Mei’33
Belgrado

………
6*l6Juli’34

Parijs

……
2*3lMes’34
Berlijn

……….
4
22 Sept.
1
32
Praag

……
3*25 Jan.’33
Bciekarest ……..
6

5Apr.’33
Pretoria

.

. .
‘3*15
Mei’33
Brussel ……….
2*
28Aug.’34
Rome……..3

11Dec.’33
Budapest ……..
*
17Oct.’32
Stockholm

.. 21
1Dec.’33 Calcutta

……..
*
16Feb.’33
Tokio

.

3.65

2Juli’33
Dantzig

……..
3

6
Mei
’33
Weenen ……
4*27Juni’34
Helsingfors ……
*
20 Dec.’33
Warschau,… 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen

….
21

1Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31

OPEN MARKT.

1934 1933 1914

ep
.
29S

t
24/29
17/22
10/IS 25/30
H
20(24
Sept.
Sept.
Sept. Sept.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
1
I2_
7
1,6
1
I2

116
1
12
I16-12
116

‘116
I4I2
3’ls-
3
/le

Prolong.
1
1
1
1
1
1
214-14
Londen
Daggeld.
. .
‘j,-I
1
131
1
12-1
1
12-1
1
141
‘j4-1
1
3
I2
Partic.dlsc.
3
14_
13
1,
518-1116
513_1114

5
18_
2
14
,8’116
9114
7/
9

4
1
11_814
Berlijn
Daggeld…
4
1
12-514
4-5514
4511
4

451122)
4I14613
4112-7

Maandeld
4
1
12-6
4
1
12-6
4
1
I2-6 4
1
l2-6
1
)
4
1
12-6
41(,_55/,

Part, disc.
37,’
371
8

371
3
3
1

)
3
7
1s
3
7
18
2
1
1-
1
1

Warenw.
. .
4-‘h
4-1
12
4-
1
12
4112
2)

4-112
4_1/
4

tle., York
Daggeld
1)
1
1
1
1
1
12
2-
1
14
1
1
14-2
1
12
Partic.dlsc.
1
8

!s
‘/16

‘/s
3116-1I16
81
4

1
8

Koers van 28 Sept. en daaraan voorafgaande weken tlm. Vrijdag.
Koers van 10114 Sept.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Dato

New

Londen

Berlijn

Parijs Brussel Bal avla
York)

,)

)

)

)

1)

25 Sept. 1934 1.46

7.2611

58.72* 9.72*

34.62

10081
8

26

,,

1934

1.455,,

7.25718

58.80

9.72*

34.61

1008/
5

27

,,

1934

1.46’1

7.24+

58.95

9.72*

34.52

10081
8

28

,,

1934 1.465116

7.27

59.20

9.72*

34.46

10081
5

29

,,

1934 1.46818

7.26%

59.371 9.72 T7V34.49

100s1
1 Oct.

1934 1.4621,8

7.24%

59.22* 9.72*

34.47

10081
8

Laagste d.wl) 1.45218

7.24%

58.70

9.71*

34.40

100
Hoogste d.w’) 1.46%

7.29

59.40

9.73

34.65

10081
8

Muntpariteit

2.4878

12.1071

59.263 9.747

34.592 100

Data

.

seZr1d

Weenen

Praa5

Bo:ka- Miloan Madrid

25 Sept. 1934

48.13

8.14

1.48

12.65

20.15″
26

1934

48.14

6.14

1.48

12.65

20.15
27

,,

1934

48.14

6.14

1.48

12.65

20.15
28

,,

1934

48.13

6.14

1.48

12.64

20.15
29

1934

48.12

6.14

1.48

‘ –


‘1 Oct.

1934

48.13

6.15*

1.48

12.64

20.16
Laagste d.wi)

48.07%

6.11

1.45

12.60

20.05
Hoogste d.w’)

48.17%

28.-

6.17

1.50

12.70

20.27*
Muntpariteit

48.003

35.007 1

7.37111.488 13.094 48.52

Da

Stock-

Kopen-

*

1Iel-

Buenos-

Mon-
a

holm 5) hagen )

S 0 /

Iof

Aires’) 1treal’)

25 Sept. 1934 37.45T 32.42* 36.50

TT.

3911

1.5034
26

,,

1934 37.45

32.42* 36.50

3.20*

38%

1.51 27

1934 37.40

32.37* 36.45

3.20

38%

1.51
28

,,

1934 37.50

32.50

36.55

3.21

38%

1.50%
29

1934 37.50

32.50

36.55

3.22

38%.

1.50’1
1 ‘Oct.

1934 37.35

32.50

36.40

3.22

38%

1.50%
L&agste d.wi) 37.10

32.10

36.15

3.17*

38

1.49%
Hoogste d.w1) 37.75

32.75

36.80

3.24

39W

1.51%
Muntpariteit 66.671 66.671

66.671

6.266

958,

2.4878
a
* Noteerine te Amsterdm. **’ Not, te Rotterdam. 1) Part. ooeave.’
In ‘t isre of 2de No. vaniedere maand komt een ovizieht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (ajble).

D a t

Londen

Parijs

Berlijn

Amsterdam
($ per £)

($p.lOOfr.)
($
p100 Mk.) 1($p.lOOgld,)

25 Sept.

1934

4,9671
8

6,65s1,

40,23

68,45
26

1934

4,96%

6,66’1

40,33

68,50
27

1934

4,9671
8

6,6581
8

40,45

68,46
28

1934

4,96%

6,643i

40,54

68,33
29

‘ 1934

4,96%

6,642/
8

40,58

68,34
1 Oct.

1934

4,91%

6,63%

40,50

68,25

2 Oct.

1933

4,78%

6,081j

36,98

62,70
Muutpariteit..

4,86

3,9021
8

23.81%

403,

876

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 October 1934

KOERSEIJ TE LOND8N.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
15Sept.
1934
22Sept.
1934 24129
Sept.
’34
LaagsteHoogste
29Sept.
1
934

Alexandrie..
Piast. p.
97
97
97s1
8

971
97
1

Athene

•…
Dr. p.
516
515
515 515 515
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
1
1
8

1110
1
1
8

111011
8

1/101/,
1110
1
1
8

Budapest

..
Pen.
p.
16
163, 16
16a,
16(
BuenosAjres’
t!. p.$
2931,
0
29
1
/
8

281<
29y
4

29
1
18
Calcutta
.

. .
Sh. p. rup.
11611
18

11611
16

116
1
1
82

1/6
8
1
82

116
1
1
16

Constantin..
Piast.p.c
610 610
605 610 605
Hongkong
. .
Sh. p.
$ 116’31
116
1
2j
11621
1/77/
8

1j7
21
Sh. p. yen
112
6
1
8

112
11
1
32

1/2
1
1
16

11281
8

1/2
11
Kobe

…….
Lissabon….
Escu. p.
£
hOl/
s

11011
s

109s.
110h
11011
8

Mexico
$per
18
18
174
189
18
Montevideo
2)

d.per
19
19y
4

183,
20y
4

19
3
/4

Montreal

..
$
per
£
4.86
4.8331
8

4.79 4.85
4.83
Riod.Janeiro3
d. per Mii.
3
2
18
3
7
1,8
3218
3
”116
32/
8

Shanghai

..
Sh. p. tael
115
1
1
1
5
,
1
16

115 116
1
1
51
12
Singapore ..
id. p.
$
2
14
5
/
32

214
5
1
52

214
1
1
15

214k
2
1
45
1
82

Vaiparaiso

.
$
per
£
125.25
124.25
123.25 124.25 123.25
Warschau ..
Zi. p.
£
26s1
2611
8

2584′
26)
26

‘)
ulncieele not.

laten, genlioc. not., welke Importeurs neooen te
betalen,
31211:13.

2)
Id. vanaf
31
Aug.
39:8,
4
Sept.
39
1
12, S
Sept.
39!8,
vanaf
20
Sept.
39116,
vanaf
21
Sept.
39
1
12,
vanaf
25
Sept.
399u.

3)
Id.
4114,
sinds
28
Sept.
4112.

4) 90
dg.

8)
Vanaf
28
Aug. laatste

export” noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS
5)
Londen’) N.York’)

Londen
25 Sept. 1934..

22I1,

49X

25 Sept. 1934….

141/2.
26

,,

1934..

2231
1
,49

2(1

,,

1934….

14113
27

,,

1934..

2221
8

49
2
/8

27

,,

1934….

14114.
28

,,

1934..

2271

50

23

,,

1934….

1414
29

,,

1934..

2251,

497

29

,,

1934….

14114
1
Oct.

1934..

2271,

50

1

Oct.

1934….

14116
2 Oct.

1933.
.

18g

40

2 Oct.

1933….

13315
27
Juli

1914..

24ts/,

59

27
Juli

1914….

84110k
1)
In pence p.oz.stand.
1)
Forefgn silver In
$c. p.oz.
fine.
8)
In
sh. p.oz.
line
STAND_VAN_’a_RIJKS_KAS

Vorderingen.

1
15Sept.1934

1
22Sept.1934
Saldo van
‘8
Rijks
Schatkist
bij
De Ne-
f
40.926.362,07
/
59.372.367,90
Saldo b. d. Bank voor
Ned. Gemeenten
,,

731.056,21
,,

19.038,49
derfandsche

Bank ……………….

Voorsch.
op ultimo
Augustus
1934
aan
de
gem. verstrekt
op
aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel.,
alsmede opc. op die
belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
,,

2.389.415,31
,,

2.389.415,31
Voorschotten aan Ned.-IndlS ………
283.914.811,44
,,280.856.582,25
,

12.770.028.55
,,

12.631.129,48
Id. aan

Curaçao ………………….
2.336.761,22
,,

2.641.244,31
Id. aan

Suriname …………….
…….

Kasvord. weg. credietverst. alh. buitenl.

..

.,
113.970.600,07
,,
114.674.790,85
….

3.500.000,-
3.500.000,-
Daggeldieenlngen tegen onderpand
…..
Saldo der postrek.v. Rijkscomptabelen
,,

37.228.774,29 26.922.062,24
Vord.op het Alg.Burg. Pensioenfonds
1
)


16.387.587,42
17.227.587,42
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)

…….
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
43.121.736,77
,,

36.150.836,77
Verplichtingen.

Voorschot door
De
Ned. flank ingev.
art.
16
van haar

octrooi

verstrekt
– –
f443.454.000,-
f443.454.000,-
Schatkistbiljetten in omloop………
….
120.490.000,-
,,
120.490.000,-
Schatkistpromessen in omloop……
Zilverbons in omloop
………. . …..
,,

1.312.981,-
Schuld
op
ultimo Augustus
1934
a/d.
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb.

….1.314.213,50

e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
die
bel, en
op
de verm. bel …………..


Schuld
aan het
Alg.
Burg. Pensioenf.l)
14.699.039,30
14.074.045,09
Id.
a. h.
Staatsbedr. der P.T.
en
T.l) ..,,
lll.090.270,20
98.228.637,40

……

,,

61.805,10
,,

61.805,10
Id. aan andere Slaatsbedrijven
1) …….
Id. aan diverse instellingen
1)
61.450.781,83

67.497.521,28
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
15
Sept.
1934
1

22
Sept.
1934
Vorderihgen:
Saldo Javasche Bang….
………….
/

4.094.000,-
/

1.694.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas
– –
waaronder Muntbiljetten


Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kase. a. Rijkslnsteil.
,,
283.915.000,-

.

280.857.000,-
.
1.370.000,-
,,

1.750.000,-
Schatkistbiljetten

……………….
11.370.000,-
Schatkistpromesscn
………………..1.750.000,-

Muntbiljetlen

in

omloop
………….


Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
,,

1.750.000,-

..

1.750.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.

…..

,,

1.602.000,-
.,

1.654.000,-
Voorschol van de Javasche Bank
– –
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste
posten
in
duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu
latie

Andere
opeischb.
schulden
Discont. Div, reke-
ningenl)

1

Sept.

1934..
720
1.151 661
580 1.750
25 Aug.

1934..
738 990
612
577
1.732
18

1934..
735
1.009
613
575
1.718
11

1934..
726
1.050 623 576 1.690
4

1934..
725
1.203
620 575
1.705

5 Juli

1914..
645
1.100
560 735 396
1 luI8p. uer activa.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 1 October 1934.

Activa.
Binnen!.
Wis-1
Ufdbk.
f
22.652.300,42
sels,Prom., Bijbnk. ,,.

222.748,57
eue.1u U1SC.

.ag.sCU.
,,

,).,)a.uuo,au

f

26.201.044,29
Papier
o.
h.
Buiteni. in
disconto

……

Idem
eigen
portef.
f

866.250,-
Af: Verkochtmaar voor
de
bk.nog
niet afgel.

,

866.250,-
Beleenin
g
en
mcl.
vrsch.
Hfdbk.
f
108.983.009,01
1
)

in

rek..crt.
Bijbnk.
,,

6.820.453,17

op onderp.
Ag.sch.
,,

42.938.752,30

f
158.742.214,48

Op Effecten…..
.f
153.369.466,02′)
Op Goederen en Spec.
,,

5.372.748,46

158.742.214,481)
Voorschotten
a. Ii. 1/uk

Munt, Goud ……
f
102.176.350,-
Muntmat., Goud .. ,, 764.072.997,88

f
866.249.347,88
Munt, Zilver, enz.

21.564.491,89
Muntmat.. Zilver. ..


..
,,
887.813.839,772)
Belegging
1
1

kapitaal,
reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
37.580.198,94
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse

rekeningen ………………,,
9.070.741,25
Staat
d. Nederi.
(Wetv.
27/5/’32,
S. No.
221)
,,
16.996.491,37

f
1.142.240.780,10
Paasiva


Kapitaal
….
……………………
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
3.807.914,92
Bijzondere

reserve

………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
.

9.281.273,34
Bankbiljetten in
omloop …………..

,,
926.493.660,_
Bankassignatiën in omloop

……….,,
129.035,44
Rek..Cour.j
Het
Rijk
f

57.856.624,67
saldo’s:

Anderen

,,117.114.196,35
174.970.821,02 Diverse

rekeningen ………………

,,
2.558.075,38

f

1.142.240.780,10

Beschikbaar
metaalsaldo

…………
f
446.990.046,48
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
1.117.475.160,-
Waarvan aan
Nederlandsch-lndië
(Wet
van IS
Maart
1933,
Staatsblad
No.
99)
……..
f
73.789.100,-
Waarvan in

het buitenland

…………………….

34.449.396,92
Voornaamste posten
in
duizenden
guldens.

1
Goud
1
1
Andere
t
Beschikb.
1
Dek-
Data

1
ICircuiailel
opeischb.I
Metaal-
Ikings
1
Munt
1
Muntrnat.I
1
schuldenl.
saldo
perc.

1

Oct.
‘3411021761
764.073
926.4941175.100
446.990
802)
24 Sept. ‘
34
1
1021
7
6
1
761.965

881.9271202.283

452.601
82

25
Juli’
14
j
65
.
703
1
96
.
41
0
310
.
437
1
6
.19
8
43.521
54
1

Totaal
1
Schatkist-
Belee-

Papier Data
bedrag
promessen
1
p
het
reke-
Idisconto’slrechtst
reeks
1

butteni.
ningen
1
)

1
Oct.19341
26.201
1


1158.742
866
.

9.071
24 Sept. 19341
25.601
1


145.030
866 6.667
25
Juli

19141

67.947

61.686 20.188
509
)
unuer ae activa. ) Kulnl.

JAVASCI-IE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden

1
Beschikl
metaal-
saldo

29Sept.’34
6)
142.220 186.200
31.850
55.000
22

,,

‘342)
141.850
187.010
27.490 55.650

1Sept.1934
113.480
1

28.512
182.344
33.886
55.501
25Aug.1934
113.480

27.875
181.639
31.407 56.137

25
Juli
1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842

1
Diverse
1
Data

1
buiten
1
Dis-

Belee-

reke-
.1.
kings-
1
N.-Ind.
1
conto’s
1
ningen ningen’)

percen-
1
bcfaalb.
1

I

tage

29Sept.’34
2
)
750.000
75:200 11.420
66
22

,,

1342)
1.190
73.760
9.400
66

1Sept.1934
1.131
9.686 54.591
11.511
66
25Aug.1934
952 9.731
54.197 9.476
66

25Juli1914
6.395 7.259 75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

877

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf.
1
Bankbilf.
1

Other Secu ritjes
Data
Metaal
in
un Bankingl
Disc.and Securjues
circulatie
Departm.
1
Advances

26 Sept. 1934
192.525
1
377.028

1

74.858
7.204

10.508
19

,,

1934
192.434
1
376.380

75.442
6.138

12.228

22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Other Deposits
1
1 1

Dek-
Data
1

Om’.
Sec.
Public
Depos.
Bankers 1

Other
Reservel
kings-
Accountsl
1
perc.’)

26 Sept.’34
1
81.634
1

37.858
1
82.040
1
36.768
1
75.4981
48,1
19

,,

’34
1
81.679
1

20.449 99.837

37.501
1
76.0541
48,1

22 Juli
’14
11.005 14.736
42.185
29.297
52
, vernouoing tusscnen seserve en ueposlls.
BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
1
Zil
v
er!
Te goed
in h
1
Wis-
Waarv.l

op het
1
Belee-
1
Renteloos
voorschot
buitel.
$els
buutenl.I
ningen 1v.
d. Staat

21Sept.’34
82.205
1
6971
10
4.2001
980
4.600 3.200
14

,,

’34
82.153
1
6301
10
4.2811
1.009
4.635 3.200

23 Juli’14
4.104
640

1.541
8
769

Bons v. d)
Diver-
1
1

Rekg. Courant
1
Staat
1 Zelfst.
1 Parti-
Data
zelfst.
__sen
1)
Circulatie
amort. k.
____________
Iamort.k.l
culieren
21Sept.’34
5.898
1

2.325 80.059
1

509
1

3.036 118.177
14

,,

’34
5.898
1

2.272
1

80.440
1

573
1

3.082 17.744

23 Juli’14


5.912
401

1
943
j
oiuitpubt
acLiva.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan 1
Deviezen 1
Andere
Data
Goud
bij bot-

1
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
1
dekking

i
en
fin gen
banken
1
)
geldende
1
cheques

23 Sept. 1934
75,0 20,9
3,9
3.378,5
95,1
15

,,

1934 75,0
20,9
3,8
3.414,3
98,5

30 Juli

1914 1.356,9


750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse
ten
Actival)
latie Crt.
Passiva

23 Sept. 1934
429,8
597,3
3.568,8
811,9
1

205,6
15

,,

1934
431,4
597,9
3.662,3
722,8
1

208,3

30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
)
JnuelasL.’)
WO. içentenoanwscue,ne h.), 10
aepI.
1004,
reap.
II,
LOO
NATIONALE BANK VAN BELGIE.

Goud
.

5 L ,

11
Rekg. Crt.

Data

In

1934
•-
0
w.12
0
L0
.1
.1
0

27Sept.
12.661
71
671
1
1 344
1

40
3.514
61
249
20

,,
70
668
47
1344
1

40
3.510
62
243
VflVO
Al
DvOrD%IL
P
AT,JI(

Goudvoorraad
Wissels

Data
Other
ash”
2)
Totaal
1

Goud-
in her-

1
disc.
v.
d.
1
in de
open
bedrag
1

certifi-
caten
1)
member
1
markt
banks
1
gekocht
l2Sept.’341
4.984,0
1

4.961,0
228,3
1

23,3

1
5,2

‘1
4.984,0
_4.960,1
209,1
23,6

_
5,2

Belegd
F.
R.
Notes
1
Totaal
1
Gestort
1
Goud-
Dek-
!
Algem.
1

Dek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
in circu-
.
Kapitaall
kings-
1

kings-
latie
1
1
perc.3)

1

perc.
4)

l2Sept.’341
467,3
3.148,4 1
4.300,1 1
146,7

1
70,0
1


5

,,

’34
2.431,8
3.149,7 1
4.273,0
146,6
70,0
‘) ijeze certijicaten weruen uOOr uc acnae,st aal, ue ncsci vc unnrcii
gegeven
voor
de
overname van
het goud, toen de
$ op
31Jan.’34 van 1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
,.Other Cash” does not
include Federal Reserve
Notes
or a Bank’s own Federal Reserve
bank notes.
Verhouding
totalen goudvoorraad tegenover opelechbare
echulden: F. R.
Notes en netto deposlto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig
beta1middel
tegenover Idem.
PARTICULiERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ [lEt
FED. RES. STELSEL.

Dis-
1

rve
1
Totaal
1
Waarvan
Data
Aantal
conto’s
1

Beleg-

1

de
1 1

depo-
1

time
leening.
en
beleen.
1

gingen

R.
1

banks
sito’s
1 1
deposits

5Sept.’341
6
1

7.880
1

9.877 12.916

1
18.542
1

4.508
29Aug.’34
5
7.802
1

9.906
13.132

1
18.639
4.510
ue posten van tse nee, nauw, ce .Javas000 nauw en ce flanK ci •ng’
land zijn In
duizenden,
alle overige posten
In
millioen envan
de be.
treffende valuta.

1.
FEDERAL RESERVE BANK TE NEW-YORK.
(In millioenen Dollars.)

-.
Goudvoorraad

Wissels

Data
Other
Cash’
2)
Totaal
Goudcer-
I,,herdisc.
van de
i

de open
bedrag
tiflcaenl)
mem ber
markt
gekocht
banks

12 Sept. 1034. .
1.666,5
1.665,6
57,1
14,4
1,9
,,

1934..
1.679,6
1.678,5
52,7
14,0
2,0
29 Aug. 1934..
1.772,9
1.771,7
58,0
12,4
2,0
22

,,

1934..
1.765,1
1.763,8
55,3
11,9
1,8
15

,,

1934..
1.746,1
1.744,6
50,1
11,7
1,9
.8

,,

1934..
1.739,7
1.737,9
51,6
11,9
1,9
1

,,

1934..
1.722,9 1.721,9
50,4 .
11,0
1,9
25 Juli 1934..
1.644,8
1.643,7
56,7
11,9
2,0
18

,,

1934..
1.684,0
1.626,0
56,7 12,0
2,0
11

,,

1934..
1.651,5 1.590,0
60,2
13,2
2,0
.3

,,

1034..
1.531,0
1.529,4
53,9
13,7 2,1
27 Juni 1934,.
1.664,9
1.663,1
65,4
14,4
2,0
20 .

1034..
1.603,2
1.601,2
62,3
14,4
1,9
13

1934..
1.593,9
1.591,9
62,7
13,0
1,9

13 Sept. 1933..
996,5
653,3 65,8 41,0
2,3
.14 Sept. 1932. .
899,6
557,3 56,8
81,4
11,1

Data

1
Belegd in
U. S.
G0,.
F.R.Notes
in
Totaal

1
Gestort
1
1
Algemeen
Dekkings-
.Sec.
circulatie
Deposito’s
Kapitaal
1
perc.

12 Sept. 1934. .
777,8 654,4
1.772,2 59,6 71,0
5

,,

1934..
777,8
661,5 1.766,8 59,5
71,3
29 Aug. 1934..
777,8 648.7
1.878,3 59,5
72,5
22

,,

1934..
777,8
650,1
1.860,4
59,5
72,5
15

,,

1934..
777,8
650,5 1.840,4
. 59,5
72,1
8

,,

1934..
777,8
647,0
1.833,5 59,5
72,2
1

,,

1934.,
777,8
650,9 1.809,3
59,5
72,1
25 Juli 1934..
777,8
638,1
1.751,4
60,2
71,2
18

,,

1934,.
777,8
646,2
1.724,8
60,2 71,0
11

,,

1934,,
777,8
649,4
1.691,4
60,2
70,6
3

,,

1934.,
780,3 663,6 1.627,0
60,3
69,2
27 Juni 1934..
780,3 640,2
1.778,3
60,3
71,5
20

,,

1934.,
780,3 637,8
1.710,7
60,3
70,9
13

,,

1934. .
780,3
635,3
1.710,1
59,7
70,6

13 Sept.1933..
780,3 639,0
1.101,9 58,5
c590
61,0
14 Sept.1932..
732,8 588,9 1.122,4
‘) vanar iiJan. .y. i evoren
ieeeing r. i. notes. ucze certiiicaten
w erden door de
schatkist aan
deReserve Banken verstrekt voor
het
als
gevolg
van
de devaluatie overgenomen goud.
Other Casli” does not inciude F. R. notes or a bank’s own F. R.
bank notes. Tot en met 3 Mei 1933 Wettig betaalmiddel, Zilver etc.
Verh. tot. voorr. niuntmat. en wettig bet.ni.
tegenoverF.R. notes en dep.
II. ZWEEDSCI

IE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)

Data
Goed
1)
Buitenl.

Zweed-
tegoed

sche en
en

vreemde
wissels

Staatsf.

Dis-
contos
en
Beleen.

Circa- latie
Rek.
Cr1.

15Sept.’34
373,4
444,9
222,6
37,5
620,8
486,6
7

,,

’34
373,1
440,4 222,6
37,3 614,9
488,1
31Aug.’34
372,7 424,3
222,6
36,9
642,8
450,8
23

,,

’34
372,2 424,2 222,6
36,8
568,2 521,6
15

,,

’34
371,9
420,5 222,6
36,9
580,2 505,0
7

,,

’34
371,6 421,1
193,2
36,6
590,9 464,6
31 Juli’34
371,2
417,9
190,2
37,2
611,8
438,7
23

,,

’34
370,7
413,6
190,2
44,7 558,1
486,3
14

,,

’34
370,4 408,5
188,3
45,4
581,8 463,7
7

,,

’34
369,9
407,4
188,3 45,3
594,1
440,4
30Juni’34
369,5
407,7
188,3 46,5
653,5 395,9
23

,,

’34
369,2
407,4
188,3
47,0
589,6
456,3

.16Sept.’33
377,5 321,9 255,3
2
)
50,8 544,1
471,9
17Sept.’32
u.,fl,n

III. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.)

Data

Goudl)
Tegoed
in het
bu,tenl.
1)
Effecten

Dis-
conto.,
en
Beleen.

Circa-
lat,e
Rek.
Cr1.

.7

Sept.

1934,.
118,4 34,8
42,8
250,4
317,0
63,7
31 Aug.

1934..
118,4
23,9 31,6
273,0
321,3
59,5
22

,,

1934..
118,4
23,9
30,9
270,3 315,6
61,7
15

,,

1934..
118,4
23,5
30,9
274,4
317,1
63,7
7

,,

1934.,
118,4
23,1 30,9
276,4
320,2
62,2
31 Juli

1934..
118,4
22,9
30,9
275,8
323,4
58,6
23

1934..
118,4
22,8 30,9
275,3
322,1
59,9
16

1934..
118,4
22,7 30,9
275,6 324,5
57,6
7

,,

1934..
118,4
22,1 30,9
277,1
322,2
59,7
30 Juni

1934..
118,4
22,0 31,2
281,7 325,5
62,1
22

,,

1934.,
118,4
23,4
31,2
282,1 316,3
80,1

7 Sept.

1933..
118,2
50,6
42,2
218,4
299,6
74,4
7 Sept.

1932,.
118,2
14,2
27,1
270,0
309,6
78,2
-, .DcucL t 10 Ifici 12,00 Ib iICL Iii IICL ULiILCIII. aaliw. guuu UIIUCI .JCii post
,Tegoed in
het
buitenland” opgenomen en niet
langer
onder ,Goud’

‘878

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 October .1934

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN
EN ZADEN
TIJINBOUWARTIKELEN VLEESCH
TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
OERST
64/651(0.
LIJNZAAD
L. Plata
DRIJI VEN
TOMATEN
BLOEM- RUND-
VLEESCI{ VARKENS-

Plata loco
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
La Plata
loco
Black
Alicante
A
KOOL
le soort
(verscli)
VLEESCH
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’dam!A’dam
R’damjA’dam
loco Rotter-
damjA’dam
R’damfA’dam
per K.G.
per 100 K.G.
p. 100 St.
Groote-
Gcsn.v.3kw. per 100 KG.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
Westiand Westiand broek
per 100 KG.
Rotterdam
2)
3)
4)
Rotterdam
fl
0
10
f1.

.
f1.

.
f1
5j
f1
/
10
1925
17,20
100,0
13,07
6

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
-.
. –

1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
‘77,9

I


1927
14,75
85,8
12,47
6

95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4


1928
13,470
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00
78,5
0,80
100,0
20,-
100,0 14,80 100,0
93,-
100,- 77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
.
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
0,64
80,0
16,-
80,0
17,23 116,4
96,40
103,7
93,126
120,2
1930
9,670
56,3
.6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4 356,00
77,0
0,62 77,5
20,-
100,0
14,22
96,1
108,-
116,1
72,90
94,1
131
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4 0,49 61,3
14,50
72,5
7,54
50,9
88,-
94,6

61,9
1932
5,22
0

30,4
.4,626
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57,5 9,92 67,0
61,-
‘65,6
37,50
48,4
1933
5,02
0

29,2
3,55
27,2
68,50

,
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
0,31
38,8
8,21
41,1


52,-
55,9
49,50 63,9

Jan.

1933
4,95 28,8 3,75
28,7
73,00 31,5 75,25
31,9
136,50
29,5

50,50
54,3
44,75
57,7
ebr.,,
4,776
27,8 3,70
28,3
71,00.
30,7 74,75
31,7
130,25
28,2 49,25
53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,826
29,3
73,50 31,7 76,25
32,3
130,50
28,2
46,50
50,0
46,

59,4
April

,,
5,15
29,9
3,75 28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0

———————

—————-
—————-

49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775

28,9
70,50
30,5 73,25
31.0
146,75
31,7
52,25
56,2

63,2
Juni
5,25
30,5 3,55 27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
51,25
55,1
48,-
61,9
Juli


5,82
5

33,9
3,85
29,4
64,25 27,8 78,00
33,1
176,25
38,1 13,55
67,8 49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.
5,30 30,8
3,55
27,2
61,25
26,5 67,75
28,7
161,50
34,9
0,41
51,3

8,
40,0
49,-
52,7
49,25
63,5
Sept.
4,95 28,8
3,476
26,6
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4
0,25
31,3 2,70
13,5
9,28
62,7
50,25
54,0
54,-
69,7
0ct.
4,40
25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0
141,25
30,5
0,27
33,8 8,60
43,0 4,30
29,1
56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.

,
4,55
26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
25,4
147,25
31,8
6,50
41,2 59,50 64,0 54,375
70,2
Dec.

,,
4,57
26,6
3,30
25,3
73,50.
31,7
59,25
25,1
154,50

——






—–

60,75
65,3
53,50
69,0
an.

1934
4,75
27,6 3,10
237
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2
-.•

—-








—-








62,50 67,2
53,75
69,4
ebr.,,
3,40
19,8 2,776
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8

—-









—-








63,-
67,7
53,50
69,0
‘Maart

,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
61,75 66,4 50,50
65,2
April

,,
3,20
18,6
2,70
5

20,7
70,50 30,5 56,75
24,0
136,50
29,5 63,50
68,3 49,125
63,4
Mei
3,32
6

19,2
2,876 21,9
62,00
26,8 63,00
26,7
154,50
33,4
33,4











—-

65,75
70,7 47,50
61,3
juni

,,
3,67
5

21,4
3,175
24,3 65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
63,25
68,0 43,75 56,5
juli
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50 30,9 78,75
33,4
151,25
32,7
8,28















——–








41,4
63,-
67,7
44,62
6

57,6
Aug.
4,376
25,4
4,27
5

32,7
83,25
36,0 93,50
39,6
159,25
34,4
0,35
43,8
5,89

——–









——–








2
9:5
63,95
68,8
43,30
55,9
Sept.

,
4,-
23,3 4,15
31,7

1
77,25 33,4
93,25
39,5
145,50
31,5
0,25
31,3
2,02

——–








10,1
11,21
75,7
63,55 68,3 42,625 55,0
‘.4

,,
1

Oct.
3,80
3,60
22,1

J
20,9
1
3,95
3,90
30,2
29,8
1

73,50 72,00
31,7
31,1
92,00 94,00
39,0 39,8
141,00 141,00
30,5
30,5
0,19
23,8
2,
10,0
7,48 50,5
62,705)
67,4
42,-
6)

54,2

‘) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
1)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 to
lii Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
To
Canada.Van 19 Sept.’32 tot 24Juli ‘3362/63 K.G. Z.-Russ.
6)
De jaren 1928 en 1929 Broek op Langendijk.
6
)28 Sept.
7
)27 Sept.

Vervolg STATISTISCH OVERZICH

MINERALEN
.

TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

Westfaalschej
PETROLEUM
Mid. Contin.

STEENKOLEN

BENZINE
KATOEN
____________ _________ _________
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
bunkerkolen,
Crde
Gulf exp.
64/660
gekamde
Australische, Australische,
HUIDEN
SALPETER
F. G. F.
onezeefd f.o,b.
33 t/m 33.90
Bé S.
g.
Sets, per
Middling
locoprijzen
Sakella-
0. F. No.
1
Merino, 64’s Av.
loco
Bradford
Crossbred
Colo-
nial Cardéd,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
KO.
R dam/A’dam
per
1000
K.G.
per barrel
U.S.
gallon New-York
rides
Oomra
Liverpool
per Ib.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

1925
8.
10,80
ij
100,0
j
1.68
100,0
$ets.
14,86
%
100,- $
ets.
23,25
0,
100,0
pence
29,27
0
1
100,-
pence
9,35
Of
100,-
pence
55,00
‘i
100,0
pence
29,50
100,0
1E
34,70
i’
100,0 1E
12,-
010
100,0
1926
17,90 165,7 1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2 26,50
89,8
40,43
116,5
‘11,48
95,7
1928 1929
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1930
11,40
11,35
105,6
105,1
1.23 1.12
73,2
66,7
10,-
8,77
67,3 59,0
19,15 13,55
82,4 58,3
17,05
12,-
58,2 41,0 6,59
3,92 70,5
41,9
39,-
26,75
70,9 48,6
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04 33,9 8,60
37,0
7,33
25,0
3,08 33,0
21,50
39,1
16,25 12,00
55,1
40,7
25,36
18,65
73,1
53,7
9,84
8,61
.
82,0 71,8
1932
8,01)
74,1
0.81
48,2
4,50 30,3 6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3 6,75 29,0 5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
,
an.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3 5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
ebr.
Maart
8,25
8,35
76,3 77,3
0.71
0.71
42,3
42,3
4,925 4,625
33,1
31,1
6,90
6,90
29,7 29,7
5,31
5,37
18,1
18,3 3,51
3,30 37,6 35,3
.
16,25 16,50
29,5 30,0
9,00
8,75
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4

pr
Ail
8,65
80,1
0.86
51,2 4,34 29,2 6,25 26,9 5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00
29,7
30,5
10,25
9,25
29,5
26,7 7,40 7,40 61,7 61,7
ei
8,30
76,9
0.86
51,2 4,25 28,6 5,80 24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7

j
uni
uh
8,25
76,3
0.86
51,2
4,25
28,6
5,25 22,6
4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9 7,40
61,7
Aug.
8,10
7,80
75,0
72,2
0.86 0.86
51,2 51,2
4,25
4,30
28,6
28,9
5,80
7,35

24,9 31,6
4,97
5,71 17,0
19,5
2,77 3,33
29,6
35,6
16,00 15,75
29,1
28,6
8,50
8,25
28,8
28,0
9,75

28,1
34,6


Sept.,,
7,75
71,8
0.86
51,2
4,375
29,4
7,75
33,3
6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5 8,75
29,7
13,75
39,6
5,70 5,90 47,5 49,2
Oct.,,
7,65 70,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50
28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6 8,50 28,8

40,3
6,-
50,0
Nov.,,
Dec.
7,40
7,25
68,5
67,1
0.86
0,745
51:2

44,3
4,60
4,435 31,0
29,8
6,15 5,95
26,5 25,6
5,16 4,73
17,6
16,2
3,-
32,1
15,25
27,7′
8,25
28,0

34,6
6,10
50,8
2,80
30
1
0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.

1933
7,05 65,3
0.53
31,5
4.16 28,0
6,15
,
26,5 5,13
17,5
2,95
316
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
g
br.
7,20
66,7
0.38
226
3,97 26,7

6,10

26,2 4,98
17,0
2,78
297
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
aart
April
7,25
7,25
67,1 67,1
0.38 0.37
226
22,0 3,87
6

3,67
26,1
24,7
6,40 6,65
27,5
28,6 4,97 5,18
17,0 17,7
2,77 2,68 29

1

6
28,7
15,25
15,75
27,7
28,6
7,75 26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
Mei
7,15
66,2 0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4 5,60
19,1
3,07
32,8
17,00


30,9
7,75
8,25
26,3
28,0
11,25
12,25
32,4
35,3
6,40 6,40
53,3
53,3
juni
j
uli

.,
7,15
7,05 66,2
65,3
0.25
5

0.41
15,2
24,4
3,02 3,33
20,3
22,4
7,65
7,60
33,8
32,7
5,85
5,76 20,0
19,7
3,25
3,20 34,8 34,2
18,50
20,75 33,6
37,7 9,00
30,5
15,75
45,4 6,40
53,3
Aug.

,,
6,95
64,4
0.37
22,0 3,37
.

22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91 31,1
20,75
37,7
9,75 9,75
33,1 33,1
16,-
14,75
46,1
42,5
6,40
5,80
53,3 48,3
Sept.
Oct.


6,85 6,60
63,4
61,1
0.52
0.66 31,0
39,3 3,50 4,04
23,6 27,2
.6,60
6,40
28,4
27,5
4,70
4,55
16,1
15,5
2,54 2,48 27,2 26,5
21,50
20,75
39,1
37,7
10,50
35,6
15,13
44,1
585
48,8
Nov.
6,75
62,5
0.6(5
39,3
3,72
25,0 6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6
23,75
.
43,2
10,75 12,00
36,4
40,7
14,50
‘.3,38
41,8 38,6.
590
5,95
49,2 49,6
Dec.
6,95
64,4
0.67
39,9
3,75
25,2 6,50 28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,-
50,0
lan.

1934
6,65 61,6
0.66
39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7
27,00
49,1

1
14,75
50,0

37,5
6,15
51,3
ebr.

,,’
Maart
6,30
6,25
58,3 57,9
0.64 0.63
38,1
37,5
3
25
.

3,05
2l,9
20,5
7,50 7,40
32,3
31,8 5,64
5,50
19,3 18,8
2,68
2,76
28,7
29,5 23,75
23,25
43,2 42,3
1
12,75 11,75
43,2

37.5
6,20
51,7
April
6,30
58,3
0.62
36,9
2,795
18,8
6,95 29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,8 39,0
12,50
12,-
36,0 34,6
625
6:30
52,1
52,6 1
Mei

6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2 5,20
178
2,48
26,5
21,00
38’2
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52,6
1
juni

,
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
.7,15
30,8
5,23
17:9

2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50
33,1
6,30
52,6
1
j
uli
Aug.
6,15
6,15
56,9
0.62 0.62 36,9
2,68.
18,0
:7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00 30,5
11,50
33,1
6,30
52,6
Sept.

6,00 56,9 55,6
0.62 36,9
36,9 2,68
2,73
5
)
18,0
18,4
7,85 7,70
34,0
33,1
5,32
5,06
18,2
17,3
2,85
2,71
30,5
29,0
1
16,00
15,00
29,1
27,3
8,50
8,50
28,8 28,8
11,75
33,9
5,80 48,3
4

.,.
1 Oçt.
6,00
55,6
0.62
36,9
2,74
18.4
7,55 32,5
5,05
4
)
17,3
2,
68
4
) .
28,7
14,50
5
)
26,4
8,50
5
)
28,8
11,75
11,75
6
)
33,9 33,9
5,85
5,85 48,8 48,8
6,00

1
55,6
1
0.62
36,9
2,80
3
)
18,8
7,45
32,4
5,90
49,2
‘)Jaar- en maandgem. afger. op’/0 pence.
2
)21 Sept.
3)
28Sept.
4)
26.Sept.
5)
27 Sept.
6)4
Sept.
7)
20 Sept.

3 October 1934

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

879

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER

p.K.G.
KAAS
Edammer EIEREN
KOPER
LOOD

.

TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
Heffing

Alkmaar
Gem. not. Standaard
Locoprijzen
locoprijzen
Foundry
IJZER
Locoprijzen
cash
Casli
Leeuwar-
Csis

Fabrieks-
Elermijn
Locoprijzen
Londen
Londen per
No. 3 f.o.b.
(Lux III) p.
Londen
Londen
Londen per
derComm.
Noteering
kaas
ki. m!merk
Roermond
p. 100 st.
Londen
per Eng, ton
per Eng. ton
Eng. ton
Middlesb.
per Eng.ton
Eng. t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng.ton
per ounce
fine
Standard
Ounce
per5OK.G.

IE
010

“i”
‘rniE
01,

fi.
1

ojo
T
11
111
0
10
£
’01
0

S
h.
ii’

el,
£
0
10
8
h.
1

0
h
p
ence
0
/0
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
73/-
100,0
671-
100,-
36.316
100-
8516
IiOø,_
2l/
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.1/-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1 8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,ä
85/-
99,5
28U/i,
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7 55.141- 89,7 24.41- 66,4
290.41-
110,8
73/-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26
0
14
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.16/-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
66/-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85/-
99,5
26
1
/i
81,1
1929
2,05 88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
851-

99,5
24
7
/i
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2 54.131-
88,0
18.116
49,6
142.5/-
54,3
67/-
91,8
5916
88,8
16.17/-
46,6
851-
99,5
17
1
3116
55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3 36.51-
58,4
12.11- 33,1
110.11- 42,0
55/-
75,3
4716
70,9 11.10/6
31,9
92/6
108,2
13
3
/9
41,6
1932
0,94
40,7

22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
42/-
57,5
37/-
55,2 9.161-
27,1
118/-
138,0
12
7
/9
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.181.’
50,1
411- 56,2
35/-
52,2
10.1216
29,4
12417
3
14
145,8
12
3
/8
38,5

lan.

’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
29.171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191- 27,5
122/8
143,5
lI”/i,
36,4
I’ebr.
,
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.3/-
32,5 7.71- 20,2
104.716
39,9
43!-

58,9
34/-
50,7
9.151-
27,0
12015
140,8
1110(18
37,2
Mrt.

,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20.-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
43/-
58,9
34/7
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
127(13
38,7
pr.
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9 109.171-
42,0
43/-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
15
/,6
39,9
ei
Juni
0,52 0,52
22,5 22,5
1,-
1,-
21,80
23,50
38,9
42,0
2,49
250
27,1
27,2
23.6(6
25.71-
37,6 40,8
8.61-
9.41-
22,9
25,3
128.17/6
151.101-
49,2 57,9
4216
421-
56,8
57,5
3616
37/-
54,5 55,2 10.131-
11.1216
29,4
32,1
12316
12213*
144,4 143,0
1311
4

1311
4

41,2 41,2
Juli
0,55 23.8
1,-
18,50
33,0
2:60
28,3
25.161-
41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
35/-
52,2 12.11- 33,3
123110*
144,9
12/1
38,7
Aug.

,.
0,63
27,3
1

18,90
33,8
3,575

38,9
24.51-
39,1
8.416
22,6
145.3/-
55,4
411-
56,2
35/-
52,2
11.71-
31,4
125110
147,2
12
.
37,4
Sept.
0,66
28,6
095
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.16/-
21,4
140.1716
53,8
3916 54,1 3416
51,5 10.18/6
30,2
130111
153,1
I113/,
.37,2
Oct.

,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0 22.11- 35,5
7.14/-
21,1
145.51-
55,5
3916
54,1
3416
51,5
10.13/-
29,4
13111
153,3
11
7
18
37,0
Nov.
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80
63,2
20.6/6
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5 401-
54,8
3416
51,5
9.1916
27,6
128(5+
150,1
12
1
14
38,1
Dec.

,,
0,60 26,0
1,-
20,40
36,4
5,475

59,6 21.11-
33,9
7.12/-
20,9
153.81-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
12612*
147.6
129/i6

39,1

Jan.’34
0,50 21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0 21.71- 34,4
7.71-
20,2 148.31-
56,8
3916
54,1
36/-
53,7
9.121-
26,5
12916
151,5
12
3
/4
39,7
Feb.,,
0,47 20,3
1,-
21,55
38,5
3,68
40,1
20.916
33,0 7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1
3615
54,4
9.-16
24,9
13711
160,3
12
1
1
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316
19,7 144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.2/-
25,2
13618
159,8
12
5
18
39,3 0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0 9.716
25,9
13511+
158,0
12
7
16
38,7
ei
0,41
17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.4!-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
/1
37,5
Iuni
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.18/6
32,1
6.141-
18,4
140.11-
53,5
40/6
55,5
3119
47,4 8.161-
2.4,3
13718+ 161,1
12
014
38,1
juli,,
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
40/6
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
123/4
39,7
Aug.,
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5

36,2
17.6/-
27,9
6.14/-
18,4
139.7/6
53,2
40/-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept.,
0,43

18,61
1,-
18,1251
32,4
3,31
36,1
16.101- 26,6
6.516
17,2
1137.171-
52,6
3916
54,1
32/6
48,5
7.17/-
21,7
1411-
164,9
IlS’/t
40,9
24

,,
0,43
1
)
18,61
1,-
17,50
0
)1
31,3
3,40 37,0
16.10/-
26,6
6.8(3
17,7
/138.19/6
53,1
39/6
54,1
32(6
48,5
8.10/-
23,5
140111
164,8
I133/,
41,1
1 Oct.,
1
1
3,50
37,1
16.41-
26,1
6.6(6
17,4
139.1/-
53,1
3916
54,1 3216
48,51
7.81-
20,5
14116
165,5
113
7
113
41,8
26Sept. 1932 79 K.O. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2) Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2. van
Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1932 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G.
Zuid.Russische.
Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN’)

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT

STEENEN
CACAO
.
COPRA
KOFFIE
Standaard’
UIKER
.
THEE
INDEXCIJFER

KoI-
basis7″fob
Zwederi(‘
binnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned._lnd.
L?izen
Ribbed Smoked
‘e
AfLN.-Ltheev:
Finland
per

per
K.G. c.i.f.
per 100 K.G.
Rotterdam
Sheets
R’dam/A’dam Java- en Sumâ
GrOnd.’
nlale
per sa11
per 1000 atuks per 1000 stuks
Nederland Amsterdam
per ‘(

K.G.
1
per 100 K.O.
fratheep.1(,K&. stoffen
ducten

f
0
1
t
0/
f
01
ah.
0/
f
°!o
cts.
01
5h.
01
fi,
01
cts.
0/
1925
159,75 100 15,50
100,-
19,-
100,-
4216
200,-
35,87′
100,0
61,375
100,0
2111;625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50
102,6
49g’-
115,3
34,-
94,8 55,375 90,2
21-

67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
98.0
.102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62′
90,9 46,875 76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9 87.5
108.1
1928
151,50
94,8

12,-
77,4
18,50
97,4
5713,
134,9
31,87
5

88,9 49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.0

97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
1118
45/10
107,9
27,375
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3 69,25

82,0′
-81.9
85.5
1930
141,50

88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
-34/It
82,2 22,82
5

63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2 60,75
.71,8
68.0 64.3
1931
.110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22/5
52,8
15,37′
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.8
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1 -11,75
4,9
6,32′
33,7
28,25
33,4′
38.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0
.9,30
25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,525 29,5 32,75
.38,7
35.2
34.7

Jan.

’32
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6
23
37,5 -12,125 6,0
7,35
39,2
32
37,9′
38.5
39.1
ebr.

82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18/1
42,6
44,50 40,4
23
37,5
-/2
5,6
7,05
37,6
30 35,5
38.3 38.8
Mrt.
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
21/9
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-/1,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
87.0 39.7
Apr.
70,00
43,8 9,75 62,6
18,-_
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5 -11,5 4,2
5,90
31,5 29,25
34,6
86.2 38.0
Mei

,
70,00
43,8
850
54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
13,25
36,9
23,50 38,3 -11,5 4,2
5,625
30,0
30,25
35,7
35.2
38.1
Juni
70,00
43,8
.

8,50
54,8
15,-
78.9
2016
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-11,375 3,9
6,30
33,6 28,50
33,7
34.2
38.7
juli
67,50
42,3

8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5

24
39,1
.
-11,375 3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
Aug. ,,
63,00
39,4
8,50
54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,37
5
‘34,5
24
39,1
-/1,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
35.9
37.4
Sept. ,,
60,00
37,6
8,75 56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-12;125
6,0
6,52′
34,8
23,75
28,1
37.8
.

.38,5,,
Oct.

,,
63,50
39,7

58,1
14,50′
76,3
1818
43,9
12,37
5

34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,50
33,7
36.2
38.7
Nov.
63,50
39,7
9,50′
61,3
‘14,25
75,0
1716
41,2
32,12
5

33,8.
24,50
39,9
-11,75
4,9
-5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3
37.2
Dec.
65,00
.40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0
35.7

Jan.

’33
70,00
43,8

9,25
59,7
13,50
71,1
16/6
38,8
11,50
32,2
24
-39,1
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25 29,6

33.2
34.t
Pebr. ,,
70,00

43,8 9,25
59,7

-13,-
684
15/9
371
10,62
5

29,6
23,75
38,7
-/1,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,,
70,00
43,8
,

9,50
61,3
12,25,
64,5
16/3
38,2
10,37
5

28,9
23,50
‘38,3
-/1,5


4,2
6,-
32,0 26,25
31,1
32.4

.34.9
Apr.

,,
70,00
f
43,8
1

9,75
62,6
12,75
67,1
15/5
36,3
.9,50
26,5 23,50 38,3

1
1.625
4,6 6,07
5

32,4 27,50
32,5
32.8

34.9
Mei

,,
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
1616
38,8
-9,50
26,5
23
37,5
-/2
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2,
‘35.0
Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
2811
.42,6
10,-

27,9

22,50.
36,6
-/2,375
-6,7
6,35 33,9
31
36,7-
37.2
31.5
juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
17
1
8
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6


12,625
1
7,4
5,92
5

31,6

33,50
39,6
38.2

37.4
Aug.

,,
75,00
46,9
10,50
67,7
-13.-
68,4
16
1
5
38,6 8,75
24,4
20,75
33,8
-/2,625
7,4-
5,27
5

28,1

35,25
41,7
86.5-
35.0
Sept.
80,00
50,1

10,50
67,7
12,50
‘65,8
1415
33,9

8,25 23,0
19,75
32,2

1
2,5
-7,0′
5,375

28,7
36,75
43.5
86.7


34.6
Oct.

,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
12
1
7
29,6 7,62
5

21,3
17,75
28,8


1
2,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0
36.5
.
83.4
Nov.

75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
12
1
6
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
.12,75
7,7
4,65 24,8
40,50


47,9
36.4

32,7
Dec.

,,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11
1
5
2,9
7,975

22,2
16
26,1

1
2,875
8,1
4,75
25,3 4
1

48,5
37.1
31.3

Jan.’34
75,00
46,9
,

10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45

20,8


16,50

26,9
12,875
8,1
4,95
26,4-
4.5,50
53,8
36.9
.33.8
Feb.,
80,00
50,1
:

0,50
67,7
12,50
-65,8-
1415.
33,9
.7,25
20,2
17,25
28,1

-1.3
8,4
4,975

26,5
46,75
55,3

35.9
.
35.9
Mrt.,
80,00
50,1

9,75
62,6
12,-
63,2
14/l”33,l

19,5
‘17,75
28,9

1
3,25
9,1
:4,52
5

24,1
-45,50
53,8
35.7 35.2
Apr.,,
80,00
50,1
9,75 62,6
’12,-
63,2
1

414
33,7
6,55
.
18,3
.
17,75
28;9,

1
3,625
10,2
4,25 22,7
44,25


52,4

35.6

34.5
Mei
,,
80,00
50,1
9,25
59,7
.
‘11,25 59,2.
1512

35,7.
.6,72
5

18,7
17

.
27,7
./4
11,2
4,15

22,1 42,75-
50,6
35.1
.34.8
Juni,,
77,50
48,5
8,-
51,6-
110,-
52,6
15/4
36,1
-7,-.–i9,5
17-
27,7-
‘-/4
11,2
4,20 22,4
41,-
48,5
34.5.33.8,
luli ,,
77,50 48,5

7,50
48,4
10,-
‘52,6’
13
1
11
32,7
6,92
5

‘19,3
‘16,75

27;3.

-/4,375
12,3
3,975
21,2-

40,50 47,9′

34.1′,
-32.2′
Aug.,,
75,50
‘47,3
7,25
46,8
9,50 -50,0
12
1
10
30,2′.
6,875

19,2-
.16,
50

26,9-

.–/4,5-‘
12,6
-3,975

21,2.
39,75
47,0

–33.9

.31.4-
Sept..
73,50
46,0



1-2/5
29,2.
6,65
18,5.,
16,50

26,9
14,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
24

,,

»
7350
46,0


.
12
1


28,2


6,87
5


19,2
‘16,50
26,9
–/4,5


12,6
3,625
19,4
31,50
6
)
37,3
33.1


28:0
1 Oct.,,
73,00
45,7
-.


.



.


I
6,751
18,8.
f16,50.

26,9
-/4,375
12,3
3,50
19,0

32.7
.27:9.
N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 SepL’31’zljn op goudbaslsomgsr•k.fld; de Dollarnotaaringen-vanaf 20April
1
33 zijn In varhoudlng,van de depreçlatÏ.1
van dan Dollar t.o.v. dan Gulden verlaagd.

880

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Octobèr 1934
IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN
(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
Pasmunt
saldi,
munt en
wisselsl
bel, en
Circu-

latie
1

Rek.
Crt.
1)
wissels
cred.

31 Aug.1934..
133,1
5,1 6,1
124,2
365,2
43,2
31 Juli 1934..
133,1 5,2
8,2
120,7
357,0 49,0
30 Juni1934..
133,1
5,2
8,4
123,8
379,6
64,9

31 Aug. 1933..
133,2
6,1
14,6
84,7
329,8
71,5
31 Aug. 1932..
133,2
7,9
15,9
147,4
308,0
41,8
1)
Actief.

V. BANK VAN SPANJE.
(In inillioenen Peseta’s.)

Data
Goud
Zilver Staats-
fond
ten
1)

Dis-
conto s
en
C,rcu-
late

Rekg. Crt.

Staat
Beleen.
Partic.I

22 Sept. 1934
2.265
679
574
2.376 4.568
833 64
15

1934
2.265
678
574
2.360 4.609
845 26
8

1934
2.265
679
574
2.422
4.647
823 24
1

1934
2.265
684 574
2.372
4.587
830
68
25 Aug. 1934
2.265
684 574
2.367
4.542
896
55 18

1934
2.264
680
574
2.392
4.581
847
61
11

1934
2.264
679 574
2.364 4.612
837
95
4

1934
2.264
682 574
2.480
4.617
885
76
28 Juli 1934
2.264
684 574
2.452
4.535
905
96 21

1934 2.264
681
574
2.739
4.561
830
482
14

1934
2.264
679 574
2.367
4.620
993
1572
7

1934
2.264
680 574
2.366 4.639
982
1462
30 Juni 1934
2.263
685
574
2.372
4.533
959
72
2

23

,,

1934 2.263
685 574
2.326
4.519
972
532

23 Sept.19331
2.260
644 578
2.537 4.722
920
61
24 Sept. 1932
2.257
586 582
2.804
4.784
921 96
1)
Ten bedrage van 344 millioen, plus voörschot in rek.-crt.aan de schatk.
) Actief.

VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Francs.)

Data
Goud Goud-
deviezen

Dis-

en
Lleen.1)

onto’s
Egec-
ten
Circa-
latie
Rek,
Crt.2)

23 Sept.

1934.
.
1.786,1
19,9
106,5
53,2 1.323,9
578,7
15

1934..
1.773,5
19,9
109,1
53,2
1.330,6
566,6
7

1934..
1.754,3
17,6
129,0
53,2
1.347,0
547,2
31 Aug.

1934..
1.734,5 21,2
138,1
53,3
1.369,5
519,2
23

1934..
1.699,6
34,4
118,4
53,5
1.313,1
533,6
15

1934..
1.680,9
22,1
119,3
53,6
1.321,8
499,7
7

1934..
1.644,6
18,4 132,2
53,6
1.345,2
445,8
31 Juli

1934..
1.642,4
15,0
147,6
53,7
1.364,1
441,0
23

,,

1934..
1.639,7
11,9
117,2
54,6
1.311,7
453,6
14

,,

1934..
1.636,9
11,3
133,6
54,6 1.323,4
450,6
7

,,

1934..
1.636,9
10,7
154,5
54,6
1.341,0
450,5
30 Juni

1934..
1.636,9
9,2 191,7
54,6
1.376,0
455,0
23

1934.
.
1.636,9
9,1
139,2
56,1
1.301,2
480,5

23 Sept.

1933..
1.835,8
14,0 114,1
65,9 1.350,7
615,5
23 Sept.

1932..
2.637,5
63,5
53,4
40,4 1.506,7 1.248,5
5)
eaerr .n maart zo zonaer reK.-crr. saiai in net oulteniana. veze
zijn met ingang van dien datum met den post buitenlandsche wissels
tot den post gouddeviezen samengesmolten.
2)
Sedert 31 Mrt. ’28 uitsluitend de dagelijks vervallende verplichtingen.

VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)”

Data
Goudl
Vreemd
geld,dec’ie-
zenen tegd.
i(h. buit.t.i)
,,aluta

Dis-
conto’s
en
Beleen.

Voor-
schot
a)d.
Staat

Circu- lat,e
Rek
Crt.

23Sept.’34
241,8

39,8 256,2 624,4
885,0
251,1
15

,,

’34
241,7

39,3
259,3 624,4 913,8 224,2
7

,,

’34
241,7

44,9
259,7 624,4
918,1
227,3
31Aug.’34
241,7

44,0
259,2
624,4
965,3
174,9
23

,,

’34
241,6

39,9
259,5 624,4 887,4 250,3
15

,,

’34
241,6

35,3
259,9
624,4
932,9
198,4
7

,,

’34
241,6

40,9
255,4
624,4 932,6 205,5
31Juli ’34
241,5

40,4
255,6
624,4
988,5
138,1
23

,,

’34
241,5

35,9
252,4 624,4
868,8
252,9
15

,,

’34
241,4

32,0
257,4
624,4
900,1
216,6
7

,,

’34
241,4

36,1
256,3 624,4
902,0
213,5
30Juni’34
241,4

35,6
262,9 624,4 955,3
156,2
23

,,

’34
241,3

34,4
256,4 624,4
8613

246,6

23Sept.’33
169,7 19,0
8,0
207,8
624,4
861,1
130,3
23Sept.’32
149,5
39,7
0,1
858,8
91,6
817,3
226,2
1)
1 Schilling = 0.694 goudkronen
=
10.000 papierkrenen.
) Als dekking der circulatie en saldi in rekg.-crt geldende_volgenir

art. 85 der Statuten. Sedert
7
Dec. ’33 is deze post vervallen.’ De
post goud Is daartegenovcr met rond 19 mili.SchjlIing toegenomen.

– VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.
(In millioenen Pengö’s. 1 Pengö = 12.500 Kr.)

Dato
Goud

Vreemd
geld,
deiezen
tegoed
Ç”7″
cce en
Voor-
,1hot
aan den
jou0
Circu-

Rekg.. Courant

in het
effecten
Slaat
Staal
Partic
bullenl.1)

23 Sept. ’34
79
15
551
47
322
73
20
15

’34
79
16
550
47
335
59
19
7

’34
79
15
559
47
350
52
18
31 Aug. ’34
79
15
567
47
369
40 20
23

’34
79
14
536
47
315
66
19
15

’34
79
14
535
47
333
44
19
7

,,

’34
79
14
539
47
349
34
18
3’1 Juli

’34
79
13
546
47
364
25
20
23

,,

’34
79
12
515
47
309
47
26
15

’34
79 12
525
47
324
40
27
7

’34
79
12
533
47
337
.

36
25
30 Juni ’34
79
11
569
48
364
29
40
23

,,

’34
79
11
534
49
302
62
32

23 Sept. ’33
97
6
441 50
304
75
28
23 Sept. ’32
97 12
423
52
327
59
40
1)
Als dekking van biljetten en saldi in rekg.-courant geldende, vol-
gens art. 85 der statuten.

IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)

ato
op
den
Staal

G
d
en
Zilver

D
rng
geld en
tegoed In
‘Ibu til,
1

lo

en
belee-
ningen

Circu-
lotto
Rek.
Cr1.

7 Sept.

1934
2.119 2.663
54
1.553
5.572
728
31 Aug.

1934
2.120 2.663
53
1.381
5.384
758
23

1934
2.121 2.663
43
1.379
5.136
1.002
15

1934
2.122
2.663
30
1.589
5.344
954
7

1934
2.123
2.663
27
1.551
5.299
968
31 Juli

1934
2.125
2.663
26
1.398
5.221
927
23

1934
2.126
2.663
25
1.470
5.098
1.135
15

1934
2.127
2.663
26
1.600
5.361
970
7

1934
2.127 2.663
20
1.550
5.559
707
30 Juni

1934
2.128 2.663
13
1.449
5.524
630
23

1934
2.129
2.663
16
1.406
5.127
990
15

1934
2.130
2.662
24
1.551
5.305
947

7 Sept.

1933
2.613
1.707
898 1.546
6.049
838
7 Sept.

1932
2.711
1.640
1
1.080
1.494
1

5.824
821
) riet vroeger onoer vreema gein en tegoea in net buiteniana ge-
boekte goud is vanaf 28.2.34 onder den post Goud en Zilver” opge-nomen tegen de nieuwe pariteit.

X. ZUIDAFRIKAANSE RESERWEBANK.
(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)

ala
G d
ou

en
ou

een,
Dis’
conto’,

Waar-
van
Reg..
papier

Circu-
laSte
Rek.-
Cr1.

Alge-
meen Dekking
perc.)

31 Aug.

1934..
18.058
9.845

12.446
23.152
51,1
24

1934..
20.107
12.338

11.033
30.666
48,3
17

1934..
20.537
14.008

11.230 31.031
49,1
10

1934..
20.227 13.499

11.679
29.423
49,5
3

1934..
20.230
12.613

12.225
28.175
50,2
27 Juli

1934..
20.933
13.547

11.560
30.422
49,9
20

1934..
20.933
14.928

11.057
32.676
48,3
13

1934,.
20.370
16.872

11.439
33.525
45,9
6

,,

1934..
19.871
17.040

12.018
32.336
45,3
29 Juni

1934..
19.596 21.009

12.363 37.141
40,1
22

1934..
19.233
22.468

11.059
38.269
39,4
15

1934..
19.232
22.433

11.243
38.245
39,9
8

1934.
.
19.117
22.298

11.712
36.817
39,7

1 Sept.

1933,,
14.502
17.920
2
10.717
26.064
40,3
2 Sept.

1932..
6.014
3.023
1

504
7.845 5.382
48,1
) vernouaing goua, gouacert. en pasmunt tegenover opeischoare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.

XI. BANK VAN LITHAUEN.
(In millioenen Lita’s.)

Data
Goud
Zilver’)
Bultent.
Dccie-
gen.

Dis-
conto’s
en
Bdeen.

Kapi. laat

B-

in
omtoop

Depo-
sito’s

31 Aug. 1934
55,3
4,0
8,2
81,6
12,0
84,9
58,7
15

,,

1934
55,3
4,0
7;2
82,4
12,0
81,1
62,7
31 Juli’ 1934
55
1
3
4,1 8,9
81,9
12,0
83,9
60,8
15

,,

1934
55,3
3,9
°

9,2
82,8
12,0
81,3 64,9
30 Juni 1934
55,3
4,0
9,3
83,2
12,0
83,6
62,9

31 Aug. 1933
47,7 4,3
9,1
81,6
12,0
92,4
42,9
31 Aug. 1932
1
-50,2
‘4;7
15,3
95,4
12,0
95,6
58,3
‘) vanat
i3-z-‘.z
ziiveren en anuere munten.

Auteur