Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 939

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 27 1933

27 DECEMBER 1933

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch-Statistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E FAARGANG

WOENSDAG 27 DEOEMBER 1933

No. 939

NEDERLANDSCII ECONOMISCH INSTITUUT.

rige week. 1-let dekkingspercentage is op nagenoeg
Curatoren: Mr. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate,
83

.
Onder-Voorzitter; Mr. K. P. van der Mandele 1
, .’enning-

ijven s aan.

meester; Mr. P. Hofstede de Groot; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. R. Mees; E. D. va Walree; Ch. J. I. M.
Walter; 0. J. P. Zaalberg.

ECONOMISCII-STATJSTISC LIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. II. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. .1.
Polak; Mr. Dr. L. F. 11. Regent; Dr. E. van Weldere’n
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Söhilthuis,
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Air. Dr. G. Af. Verrijn Stuurt.
Redacteur-Secreta.ris: Dr. II. M. II. A. van der Valk. Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postreken ing 8408.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing
bij
abonnement
volgens tarief. AdmInistratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchilque- en giro-rekening No.
145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-S tatiétish
Kwartaalbericht
f
1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

BERICHT.

In verband met de jaarwisseling zal het volgend
nummer op
Don4erdag
4 Januari verschijnen.

27 DECEMBER 1933.

In den toestanl van de geldmarkt kwam deze week

niet de minste verandering. De noteeringen waren

disconto 3 pOt., prolongatierente 1 pOt., caligeld

Y
pOt.
* *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank

blijkt de post binnenlandsche wissels met
f
444.000 te

zijn toegenomen; de beleeningen stegen met
f
3,4 mii-

lioen.

De voorraad gouden munt nam met bijna
f
600.000

af, waartegenover de post gouden muntmateriaal met

bijna
f
2 millioen toenam, zoodat per saldo de goud-

voorraad met
f
1,4 millioen vermëerderde. De voor-

raad zilver geeft een daling te zien van
f
734.000.

Onder de passiva der Bank blijkt de biljettencir-

culatie met
f
13,4 millioen te zijn uitgebreid; daar-

entegen daalden de saldi in rekening-courant met

f934
millioen, namelijk een afname van het tegoed

van ‘s Rijks schatkist groot
f
3,9 millioen en van de

saldi van anderen groot
f
5,6 millioen. Het beschik-

baar metaalsa1do bedraagt
‘f
961.000 meer dan de vo-

* *
*
De wisselmarkt is de dagen ‘I6r Kerstmis kalm

verloopen; de koersen toonden slechts weinig veran-

dering. Zaterdag en gisteren werd echter vee] hinder

ndervonden van de telefoonstoring te Amsterdam;

Fet was vaak moeilijk zaken door te sluiten. Pondii

konden zich handhaven: 8.13-8.18-8.14; Dollars

nbteerden 1.58341.61-1.5934.
£/$
5.1334-5.08-

5.11. Marken bleven gezocht en bewogen zich rond de
59.3734. Effecten-Sperrmarken lagen f1 auwer, terwijl

ogk voor Register-Marken en Oreditsperrmarken

eenig aanbod viel waar te nemen, waardoor de koersen

één weinig terugliepen. Fransche Franes lIeven ge-

zocht op 9.75. £/Fr. Frs. noteerden 83.45-83.90–

83.50. Belga’s rond de 34.58. Over Je overige koersee

valt weinig te vermelden.

Canadeesche Dollars 1.60. Yen 49.50. Argentijnsehe

Pe~
sos 38-39.

14
Op de
termijnmarkt,
vielen geen schommelingen

van belang waar te nemen.

Op de goudmarkt was het heel rustig; er ging wei-

iiig om.

LONDEN, 23
DECEMBER
1933.

Geld werd in de tweede helft van deze week weer
gezocht tegen iets hoogere prijzen, terwijl voor geld

tot ‘na 1 Januari meer werd betaald dan de vorige

weken. De onttrekkingen voor Kerstmis waren, rij

belangrijk. Verder
blijkt
uit den staat van de Bank

an Engeland, dat de ‘bank een grooten post ,,govern-

ment Securities” aankocht. De banksaldi zijn dien-

tengevolge slechts weinig gedaald (pl.m. 4 millioen

‘Pond).

Op de discontomarkt ontwikkelde zich in de eerste

helft der week vraag naar wissels van de zijde van

een groep, welke op den voorafgaanden
Vrijdag
te

laag had ingeschreven. Nadat aan deze vraag tot af-

brokkelende koersen was ‘voldaan, herstelde de prijs

zich Donderdag en Vrijdag
weder op het vorige niveau

van voor drie-maands bankaccepten en 1
3
/ie voor

schatkistpapier. Vrijdag ‘had de toewijzing tegen een

fractie lageren koers plaats dan de vorige week, nl.

tusschen. 1Y8′ ‘en
1132
pOt.

De’ ondertoon voor disconto was zwak, zoodat met

veel interesse de eerste dagen van Januari wor’ Inn

tegemoet gezien, of dan nl. de Banken er in zullen
lagen haar voornemen, om den prijs niet beneden

1 pOt. te laten dalen, ten uitvoer te brengen.

1006

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1933

HET NEDERLANDSCH- DUITSCHE

HANDELS VERDRAG.

Bij de beoordeeling van de beteekenis en de waarde
van de handelsovereenkomst, die tusschen ons land
en Duitschiand 15 December jl. voor den duur van
een jaar is gesloten, dient men, naast den tekst der
overeenkomst, ook de officiëele communiqué’s van
beide partijen te beschouwen. In verband met de bij-
zondere Duitsche verhoudingen van thans heeft men
van Duitsche zijde zelfs twee communiqué’s, dat van
de Duitsche regeering en de uiteenzettingen van Dr.
Winter, die als nationaal-socialistisch partijman de
onderhandelingen voor een gedeelte schijnt te heb-
ben bijgewoond en die namens Minister Darré een
verklaring aan de Nederlandsche pers heeft ver-
strekt, welke, voor zoover wij konden nagaan, alleen
in het ,,Vaderland” van 22 Dec. is opgenomen.
Opmerkelijk is in al deze communiqué’s het stil-
zwijgen op een zeer belangrijk punt, dat,
blijkens
het

slotprotocol, toch wel ter sprake is gebracht, nl. het
Nederlandsche crediet aan Duitschiand, waarvan de
aflossingstermiju begint te naderen. Volgens genoemd
slotprotocol blijft de verlaagde rente, die begin van
dit jaar door ons land werd toegestaan als tegenpres-
tatie voor zekere concessies van Duitsche zijde, ook
voor 1934 van kracht. Omtrent de verlenging van
het crediet wordt evenwel niets vermeld. Deze ver-
lenging heeft bij vroegere onderhandelingen zulk een
groote rol gespeeld, dat het stilzwijgen veelbeteeke-
nend is. Klaarblijkelijk vond onze Regeering de tege-
moetkomingen van Duitsche zijde thans niet voldoen-
de om daartegenover, behalve invoercontingenten
voor de Duitsche industrie, ook nog concessies ten
aanzien van de verlenging van dit crediet te stellen.
Zij heeft deze verlenging dus als wapen in het arse-
naal voor verdere onderhandelingen behouden, tenzij
het de bedoeling mocht zijn het thans te laten afloo-
pen, hetgeen wij ons ook zeer goed zouden kunnen
voorstellen.
Wij kunnen het tea volle billijken, dat onzerzijds
in dit opzicht blijkbaar voet bij stuk is gehouden, om-dat wij meenen, dat de toezeggingen van Duitschiand niet groot genoeg zijn om verdere tegemoetkoming t
toonen dan door onze vertegenwoordiging aan den
dag is gelegd. Beschouwen wij daartoe allereerst de
eene zijde van het vraagstuk, die van den Nederland-
schen uitvoer naar Duitschland, in de eerste plaats
uit agrarische producten bestaande.
Het Nederlandsche communiqié vermeldt hierom-trent:
,,Dit deel (de regeling van de handelsbetrekkingen
tusschen de beide buurlanden op zoodanige wijze, dat
ook bij den huidigen zeer ongunstigen economischen
toestand voor den Nederlandschen agrarischen export
bevredigende mogelijkheden werden geschapen) is be-
reikt. Zoowel voor het zuivel als voor eieren, als voor
de belangrijkste producten van den tuinbouw zijn mo-
gelijkheden geschapen voor de instandhouding van
deze productietakken.
Ook voor de boomkweekerj en de visscherj en den
export van spek zijn aannemelijke resultaten verkre-
gen. Voor den uitvoer van verscheiden niet onbelang-
rijke industriëele artikelen werden verbeteringen be-

reikt.”
In het Duitsche communiqué, dat wij uit de ,,Völ-
kischer Beobachter” citeeren, vindt men omtrent dit
deel van het verdrag geen commentaren, slechts een
beknopt résumé van de verlaagde tarieven voor den
invoer van bepaalde hoeveelheden spek, boter, kaas en
eieren in Duitschland Waar men dit blijkbaar zoo-
wel in het Duitsche als in het Nederlandsche commu-
niqué de hoofdzaak vindt, zullen wij ons tot deze arti-
kelen beperken en de overeenstemming omtrent de
andere producten stilzwijgend voorbijgaan.
Daar spek door de Nederlandsche Varkenscentrale
als monopoliste wordt uitgevoerd, was een logisçhe
regeling mogelijk met de organen voor gecentraliseer-

INHOUD
Blz.

HET NEDERLANDSCH—DUITSCHE HANDELSVERDRAG
door
Ir
.
A. Baars ………………………………
1006

De Duitsche scrips

Kan Duitschland het buitenland
dwingen? door
A. A. van Sandick …………….
1008

Nieuwe regeling van het transfermoratorium in Duitsch-
land door
C. A. Kfaasse ……………………..
1009

De goudclausule in het Hooger Huis door
Mr. W. Roose-
gaarde Bisschop

…………………………….
1010

Het melkoverschot door
H. J. Frietema…………..
1012

Crisisbestrijding door
Prof. Mr. Dr. W. C. Mees R.A.zn.
1013

AANTEEKENINGEN:

Aard en kosten van de herstelmaatregelen in de Ver-
eenigde Staten …………………………1015

De termijnmarkt voor granen te Rotterdam……..1016

INGEZONDEN STUKKEN:

De invloed van het arbeidsloon op den kostprijs der
producten door
A. J. W. Renavd
met Naschrift
van
Dr. 0. Bakker……………………….1017

De commerciëele leiding van het spoorwegbedrijf door
Th. H. Bervsea …………………………
1018

ONTVANGEN BOEKEN …………………………1018

MAANDOIJFERs:

Emissies in November
1933………………….1019

Overzicht der opbrengsten van het Staatsbedrijf
der P.T.T. …………………………….
1019

STATISTIEKEN …………………………1019-1024

Geidkoersen.

Wisselkoersen.

Bankstaten.

den invoer in Duitschland. Hierbij schijnt de zeker
heid van dit contingent van 60 pOt. van de in 1932
ingevoerde hoeveelheid wel het meest vast te staan.
Als voorwaarde is slechts gesteld, dat Nederland tegen
geen lagere prijzen aanbiedt, vrij station van ont-
vangst, dan 20 Pfennig per KG. onder de Berlijnsche
prijzen van vet spek, terwijl de invoer slechts door
een door de Nederlandsche regeering aan te wijzen
instelling mag geschieden, ie. de Varkenscentrale.

Anders, en lang niet zoo positief, schijnt de zaak
voor boter, kaas en eieren geregeld en eveneens voor groenten. Zooals bekend, bestaat ook voor deze arti-
kelen, tenminste voor de meeste ervan, een regee-
ringscentrale in Duitschland, die het uitsluitende
recht van inkoop heeft, op dezelfde wijze als in Ne-
derland de Graan-, Groente- en Fruitcentrale voor
de in te voeren producten. Deze materie is in Duitsch-
land op zoodanige wijze geregeld, dat de inkoopcen-
tralen een ,,Uebernahmesehein” moeten verstrekken
voor in te voeren artikelen, hetgeen zij alleen doen,
indien er naar haar meening
werkelijk
behoefte aan
buitenlandsehe producten bestaat. Dit brengt dus
mede, dat de vaststelling van een contingent op zich-
zelf nog niets beteekent. De inkoopcentrale kan een-
voudig een ,,Uebernahmeschein” weigerèn, daarmede
het contingent illusoir maken en zelfs het eene land
boven het andere bevoordeelen. De Nederlandsche re-
geering erkent in het slotprotocol met deze regeling
bekend te zijn. Nu bevat het protocol ten aanzien van
dit punt de volgende verklaring:
,,De beide Regeeringen zullen zich verstaan om-
trent de afgifte der bewijzen van overneming en over
de bij inklaring te volgen procedure.”
Veel licht werpt dit niet op het vraagstuk; het is
in den toekomenden tijd gesteld, zoodat de schijn
wordt gewekt, alsof de overeenstemming ten tijde der
onderteekening nog niet was bereikt. Het Duitsche
communiqué vermeldt dit punt in het geheel niet; in
het Nederlandsche vindt men echter de mededeeling,
dat de getroffen regeling ,,de bestaande handelsbe-
trekkingen tussehen Nederlandsche producenten en
Duitsche importeurs onverlet” laat. Wat hiermede
bedoeld is, kan men afleiden uit de uitvoeringsmaat-
regelen, die voor den invoer van groenten reeds op
grond van deze overeenkomst zijn getroffen, en waar-

27 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1007

bij de producenten van een
Nederlandsche
organisa-

tie een bewijs krijgen, dat het uitgevoerde product
binnen het contingent blijft. Wanneer dit straks ook
voor zuivelproducten en eieren zal gelden, beteekent
zulks dus, dat het contingent inderdaad verzekerd is
en door geen weigering van een ,,Uebernahmescheiu”
door de Duitsche monopolistische organisatie kan
worden aangetast.
1)

Dit alles is echter slechts een veronderstelling, de
gunstigste, die voor ons land gemaakt kan worden.
Wij begrijpen zeer wel, dat men de details van deze
regeling om verschillende redenen niet kon• publi-
ceeren, maar toch
blijven
wij voorloopig omtrent een

van de allerbelangrijkste punten in het duister tas-
ten, totdat de practijk zal uitwijzen, waarop deze rege-
ling, die in het Nederlandsche communiqué in het
algemeen wordt aangeduid, neerkomt.
Uit het communiqué en uit het verdrag zelf blijkt,
dat het resultaat voor de Nederlandsche exportindus-
trie zeer mager is. Voor het zeer
belangrijke
artikel
steenkolen is practisch blijkbaar niets bereikt. Niet-
temin is de exportsituatie van onze mijnen hoogst
bedenkelijk. De oorzaak daarvan ligt weliswaar in de
eerste plaats
bij
België en Frankrijk, die aan den in-
voer van de Nederlandsche kolen beperkende bepa-lingen in den weg hebben gelegd, maar Duitschiaad
heeft zeer ernstige beperkingen van onzen kolenin-
voer al vele jaren geleden opgelegd en niettemiu’tot
iog toe zijn onbeperkte invoermogeljkheden van
steenkool op de Nederlandsche markt volledig be-
houden.
Van een verbetering van de voor Rotterdam meer
dan ooit gewichtige kwestie der uitzonderingstarie-
ven op de Duitsche spoorwegen ten gunste van het vervoer naar Duitsche havens schijnt in het geheel
geen sprake meer te zijn geweest. Wij tenminste heb-
ben daarover nergens iets kunnen vinden, noch hoo-
ren verluiden.
* *
*
Thans de andere zijde van het vraagstuk, de uit-
voer van Duitsche producten naar Nederland. In arti-kel B zegt Nederland toe, bij contingenteeringen met
de Duitsche exportbelangen rekening te zullen hou-
den. Het Nederlandsche communiqué is in dit op-
zicht iets positiever, waar het hieromtrent verklaart:
,,Bij het afmeten van de contingenten voor Duit-
sche industrie-artikelen werd uiteraard met de belan-
gen van den Duitschen uitvoer
rekening
gehouden.
Niettemin werd nauwlettend zorg gedragen om bin-
nenlandsche afzetmogelijkheden voor noodlijdende
Nederlandsche industrieën vrij te houden” –
Deze redactie brengt aan het licht, dat voor een
deel tenminste, in zooverre als onze Regeering zich
haar
vrijheid
van handelen niet voorbehield, ook de
toekomstige’ contingenten onder het oog
zijn
gezien.
Wij wijzen er nog op, dat hier gesproken wordt over
de contingenten voor ,,Duitsche industrie-artikelen”. Hieruit volgt o.i., hetgeen ook wel voor de hand ligt,
dat de onderhandelingen gebaseerd waren op de ge-
wijzigde Crisis-Invoerwet, waarbij verschillende in-
voercontingenten voor afzonderlijke landen kunnen worden vastgesteld. Dan
blijken
wij dus voor een
zeer belangrijk deel afstand te hebben gedaan van
dit middel tegenover Duitschland en onze buren
,,flinke” contingenten te hebben toegezegd. Misschien
niet wat al te royaal? Als bij. de bepaling dier con-tingenten alleen met de
noodlijdende
‘Nederlandsche
industrieën rekening werd gehouden, bestaat de mo-
gelijkheid, dat industrieën, die,. hoewel met verliezen
werkend, nog ‘niet noodlijdeiid zijn; dn vollen druk
der Duitsche.’coneurrentiete .verduren.zuilen krijgen.

) De Frankfurter Ztg:’van 22 Dec. acht het,
juist een
roote concessie van Nederlandsche zijde, dat wij bij’ den
invoer van boter, ‘kaas en eieren bereid’ waren het
,,U e b e r
Ii
a h m n
e s c h’e i’-‘Verfahréiï” ” (gespatiderd ‘ in
liet Duitsche ‘origineel) te ‘aceepteeren. M’en Siet,:een diame-
traal tegenovergestelde opvatting – als’ de
‘in
het’ Neder
landsChe olficiëele iommuniqu& verkondigde.

Wij ‘kunnen de voldoening van Duitsche zijde over
het verkregen resultaat, bij een dergelijke interpreta-
tie onzerzijds van bescherming der binnenlandsche in-
dustrie op de eigen markt, wel eenigszins begrijpen.
In het Nederlandsche communiqué wordt melding
gemaakt van een belofte van Duitsche zijde, om ,,voor
‘tal van in ons land geproduceerde artikelen af te zien
van al te zeer prijsdrukkende methoden (door mid-
del van scrips, registermarken, enz.)”, maar wij kon-
den noch in de overeenkomst zelf, noch in het Duit-
sche communiqué ook maar eenige aanduiding in
deze richting vinden. Wij gelooven ook niet, dat deze
toezegging eeuigerlei waarde heeft, dat Duitschland
zelfs in staat is om zich daarnaar te gedragen. De heer
Van Sandick heeft in het October-nummer van ,,De
Economist” een duidelijke uiteenzetting gegeven van
de wijze, waarop de buitenlandsche schuldeischers van
Duitschiand deze Duitsche valutadumping betalen. Hij kwam tot de conclusie, dat deze methode thans
zoo verfijnd is, •dat men
heelemaal niet meer na kan

gaan, waar van dergelijke dumping sprake is.
De

winst op registermarken en serips wordt als een
exporttoeslag voor den geheelen Duitschen uitvoer
gebruikt, zoodat, juist na de regeling, die door den heer Van Sandick is besproken, geen speciale lage
offerten naar het buitenland meer worden afge-
‘geven.

Men hecht van Duitsche zijde blijkbaar zeer veel
waarde aan deze overeenkomst. De ,,Völkischer Beob-
achter” schrijft:

,,Deii Vertrage kommt aber auch insofern beson-
dere Bedeutung zu, als er für die künftige Gestaltung
der deutschen Einfuhrpolitik auf dem Gebiete der
landwirtschaftlichen Erzeugnisse richtunggebend sein
,vird.”

Inderdaad heeft de overeenkomst zeer bijzondere
kenmerken, die wij vooral hierin zien, dat – gelijk
in haast ieder artikel van het slotprotocol wordt ver-
meld – de opengebleven vragen in permanente kleine commissies, waarin belanghebbenden vertegenwoor-digd zullen zijn, kunnen worden besproken. De over-eenkomst is dus niet definitief, kan dat ook bezwaar-
lijk zijn in een tijd, waarin alles zoo op losse schroe-
ven staat en geen regeering tevoren kan zeggen, welke
maatregelen zij over eenige maanden zal moeten tref-
fen. Maar het schijnt de bedoeling geweest te zijn om
alle moeilijkheden in den geest van
wederzijdsch
over-
leg op te lossen, een voornemen, dat de meeste toe-juiching verdient. Wij mogen het zeker als een suc-
ces voor onze onderhandelaars beschouwen, dat men tot dit resultaat is gekomen. Men vergeljke hiermede
bv. het einde van de reis der ,,tomatencommissie”
van een jaar geleden! Het eenzijdige streven naar
autarkie schijnt in Duitschland niet gezegevierd te
hebben, getuige het groote belang, dat de ,,Völkischer Beobachter” erkent, hetwelk ons land als afnemer van
Duitsche industrieproducten bezit.

In dit verband moge nog even worden gewezen op
de uiteenzetting van Dr. Winter in ,,Het Vaderland”
van
22
dezer, waarover wij het in het begin van ons
artikel reeds hadden. Daarbij wordt onvervalschte
nationaal-socialistische propaganda geboden, die
met een sneltreinvaart de feiten voorbijvliegt om
in den stroom van, frazen, onder te duiken. Wij heb-
ben uiteengezet,. hoe onzerzijds juist alle pogingen in
het werk zijn ‘gesteld om de nationaal-socialistische
Duitschè monbpolie organen voor den invoer uit ons
land uit te schakelen. Dit neemt niet weg, dat Dr.
Wiiiter een fikschen aânloop neemt, verklarende dat
;,het ‘iïerd’rag in wezen de eerste (sic!) uitwérking is
van de ‘iigiarische wetgeving van rjkskanselier Hitler
en zijn’minister Darré”,’ om vervolgens de zege’ningen
rin die ,vetgeving te gaan schilderen.

‘Waniaeer’ Dr. Winte- het daarbij doet voorkomen,
alsof cle concessies ten aanzien van den uitvoer van
Nederlandsche ‘agrarische producten het gevolg, zijn
van internationale solidariteit der boeren, zullen onze

008

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1933

nuchtere Nederlandsche landbouwers de waarde vani
dergelijke propaganda wel beseffen. Onze vertegen-
woordigers bij de besprekingen, die van dergelijke boe-,
rensolidariteit gedurende de onderhandelingen weF.
niet veel zullen hebben bemerkt, zien dus, dat zij ge-.
heel overbodig zijn geweest! Gelukkig heeft onze
regeering niet op die solidariteit vertrouwd, maar
voor een behoorlijke groep onderhandelaars gezorgd..

Volledigheidshalve vermelden wij, dat men over-‘
eengekomen is om ten spoedigste het ruilverkeer.
Duitschland—Nederlandsch-Indië te bestudeeren en
daaromtrent zoo mogelijk tot een regeling te gera-
ken .(art. VII van het slotprotocol).

Wij wenschen aan het bovenstaande nog een slot-

opmerking te verbinden.

Het gevaar bij de beoordeeling van een verdrag als
het onderhavige is altijd gelegen in de groote kans,
dat men een onjuist uitgangspunt kiest. Gaat men uit
van den toestand van het moment, geschapen door
het verdrag, dat in April ji. te Berlijn door ongeveer
dezelfde Nederlandsche delegatie werd gesloten, dan schijnt de verbetering aanmerkelijk. Neemt men ech-
ter een iets vroegere periode uit het ruilverkeer tus-
schen Nederland en Duitschland als basis van ver-
gelijking, dan is het moeilijk het thans bereikte meer dan middelmatig te vinden. Wij willen niet beweren,
dat dit laatste de schuld is van onze onderhandelaars. Wij nemen graag aan, dat deze hun uiterste best heb-
ben gedaan om in de sinds eenige jaren steeds hoo-
ger opgetrokken muren van de Duitsche economische
vesting een bescheiden bres te slaan. Maar waar zij
thans niet voldoende van doordrongen schijnen, is, dat’
het niet tactisch en, naar het ons voorkomt, ook niet
door de feiten gerechtvaardigd is, thans een jubeltoon’
aan te heffen, als het lid der delegatie Mr. Steen-
berghe in het Dagblad van Noord-Brabant heeft doen
hooren. Een dergelijk dankbaar gejuich verliest o.a.
de wordingsgeschiedenis van onze uitvoermoeilijkhe-
den over onze
Oostelijke
grenzen volkomen uit het
oog. Wat, om een enkel voorbeeld te noemen, te den-‘
ken van deze uiting van mr. Steenberghe: ,,Buiteu-
„gewoon belangrijk was, dat de concessies voor den’
,,land- en tuinbouw niet betaald (zullen) worden met
,,een
import-vermeerdering
1)
van Duitsche indus-‘
,triëele producten, waarvoor juist bij de nieuwe cri-
,sisinvoerwet gevaar bestond?”
1-loe vaak moeten wij het nog beleven, dat Duitsch-
land eerst kunstmatige barrières ppwerpt, teneinde zich voor het wegruimen daarvan – en meestal dan
nog maar gedeeltelijk – duur te laten betalen, voor-
dat onze onderhandelaars dit invalt en zij ophouden
dankbaar te zijn?
Men zou verwachten, dat de tragi-comedie, die
Dr. Schacht tezelfdertijd onder den naam Trausfer-
moratorium opvoert, een ,,kostbaar” leermiddel
zOu’
blijken om ons inzicht in deze Duitsche methode te
scherpen.
Indien niettemin Mr. Steenberghe, als speciaal ge-
delegeerde voor onze industrie – waarvoor zeer wei-
nig is bereikt – dankbaar is en bijna voldaan en in-
dien tegelijkertijd Dr. Winter in zijn bovenvermeld
persbericht letterlijk neerschrijft, dat hij ,,gaarne den

,,leider van de Nederlandsche delegatie, Dr. Hirsch
,,feld, dank wil brengen voor het begrip, dat deze
,,voor den Duitschen boerenstand’ getoond heeft. . . .
dan zal men het ons, die vooral begrip trachten te
hebben voor den Nederlandschen boerenstand en gaar-
iie iets voor de Nederlandsche industrie bereikt had-
den gezien, niet euvel kunnen duiden, indien wij voor-
loopig koel blijven en wenschen af te wachten, of het
resultaat het begin is van de zoo gewenschte opwaart-
sche beweging van ons ruilniveau met Duitschland,
dan wel de zeer door ons gevreesde vastiegging van
een minimum-niveau, dat de volgende jaren niet meer
te verwrikken zal blijken.
A. BAARS.

1)
Cursiveering door mij, A.
B.

DE DUITSCHE SCRIPS—KAN DUITSCHLAND HET

BUITENLAND DWiNGEN?

Men is in het buitenland uiteraard allerminst ge-
sticht over de nieuwe scripregeling, waarbij voor het
eerste halfjaar 1934 in plaats van 50 pOt. betaling in
deviezen en 50 pOt. in scrips, slechts voor 30 pOt. de-
viezen en voor 70 pOt. scrips in het vooruitzicht wör-
den gesteld. Ook de weinig elegante wijze, waarop deze
mededeeling werd gedaan, heeft, evenals de philippica
van Schacht, waarbij het buitenland wordt verweten;
dat het er zich niet toe kon opwerken dynamisch te
denken, heeft verontwaardiging gewekt.
De vraag of de deviezenpositie van de Reichsbank
deze nieuwe maatregel noodzakelijk maakte, zullen wij
voor het oogenblik laten rusten. Maar wij willen een

oogenblik stilstaan bij de vraag of Duitschland het
inderdaad in zijn macht heeft eenzijdig te bepalen,
hoeveel de buitenlandsche crediteuren uiteindelijk zul-
len ontvangen. Deze illusie heeft Duitschland zich
aanvankelijk wel gemaakt. Toen het nu een half jaar
geleden vaststelde, dat de scrips, die de helft van de verschuldigde bedragen vertegenwoordigden, tegen

een koers van 50 pOt. door de Deutsche Golddiskont-
bank zouden worden opgekocht, meende men zich er
van te hebben verzekerd, dat men, door 75 pOt. te
geven, van zijn verplichtingen af zou zijn.
Waar de Duitsche regeering en de Reichsbank even-
wel geen rekening mede hielden, was, dat het buiten-land hieraan zou moeten medewerken, door de scrips
ook inderdaad voor dezen koers van 50 pOt. af
te
staan. Duitschland heeft vermoedelijk gedacht, dat
de buitenlandsche crediteuren in het algemeen met
deze 75 pOt. wel genoegen zouden nemen. Gaven zij,
die voor hunne vorderingen sperrmarken hadden ge-
kregen, bij realisatie hiervan, zelfs niet nog meer prijs?

In den afgeloopen. zomer verloren zij, die credieten
aan Duitschiand hadden gegeven, ruim 30 pOt. (bij
een koers voor registermarken en kreditrueckzahlungs-
marken van 40 ct.) en zij die hunne Duitsche effecten
in Duitschiand te gelde maakten verloren op hunne
effektensperrmarken zelfs 45 pOt. (koers 32 ct.).
Men moet hierbij niet vergeten, dat de houders van
deze sperrmarken geenszins gedwongen waren verlies
te nemen. Zij haddefl het in de meeste gevallen zelfs
in de hand de oorspronkelijke vorderingen, meestal
luidende in valuta, te laten doorloopen en hun effec-tenbezit desgewenscht niet te verkoopen. Zij kregen
dan ook geen sperrmarken.
Bij
de scripregeling even-
wel werd bepaald, dat de Duitsche debiteuren de rente
en periodieke aflossing, zonder dat hiervoor de goed-
keuring van de crediteuren noodig was, in de Konver-
sionskasse zouden storten en dat deze dehiteuren hier-
door finaal aan hunne verplichtingen jegens de credi-
teuren zouden hebben voldaan. Misschien heeft men
te Berlijn gedacht, dat als de sperrmarkcrediteuren
zelfs vrijwillig 30 pOt.’ en méér prjsgaven, de. coiipon-
crediteuren e.d. onder de pressie der ‘bevrijdende
betaling, toch wel tot een prijsgave van 25 pOt. be-

reid zouden zijn.

De eerste tegenvaller voor Duitschland was, dat het
buitenland van die bevrj.dende betaling aan de Kon-
versionskasse niets wilde. weten. De crediteuren voe-
len zich hier juridisch zoo sterk staan, dat ‘zij: van
meet af aan een tactiek van op zien komen hebben
gespeeld. Zwitserland en Nederland gingen verder en
kwamen, gebrïiik makend van hunne sterke positié
als leveranciers van, een zeer aanzienlijk exportsurplus
voor Duitschland, tot een regeling, waarbij de sciips

nagenoeg alleen een ‘admiitratieve rol spelen. Dat
hier, behalve in uitzonderingsgevallen, de scrips van
50 pOt.. niet te» tooneele zullen verschijnen is geen
streep door Duitschland’s rekening, want uien mag
toch aannemen, dat voor Duitschiand de financieele
nadeelen van deze speciale regelingen, vergeleken, met
de oorspronkelijke scripregeling, opwegen tegen de

handelspolitieke voordeelen. .
Een geduchte tegenvaller was echter, dat er, ook van

27 December
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1009

de landen, die vooralsnog geen neiging vertoônden
via nieuwe handeisverdragen de transferkwestie te
regelen, evenmin scrips in noemenswaardige hoeveel-
heid zijn losgekomen. Uit Engeland zijn er in den
beginne wel aan de Deutsche Goiddiskontbank ver-
kocht, maar vooral sedert Zwitserland en Neder-
land de afzonderlijke regelingen maakten, schijnt de
animo om de scrips af te staan, in Engeland, dat uit
hoofde van zijn handelsbeweging met Duitschiand
eveneens sterk staat, aanmerkelijk te zijn geluwd. En het ongeluk wil, dat de belangrijkste crediteur, Ame-
rika, dat niet met een clearing kan dreigen, omdat
het een actieve handelsbalans ten opzichte vân
Duitschiand heeft, de serips niet toelaat, omdat de
Wet registratie van de scrips voorschrijft, welke
kwestie nog altijd niet op bevredigende wijze is op-
gelost.
Het gevolg van dit geringe aanbod van scrips van
50 pOt. voor Duitschiand was, dat het een tekort had
aan materiaal, waaruit het voor de exportindustrie
een uitvoerpremie kon smeclen, die de zusaetzliche
export
mogelijk
maakt. Nu kunnen, zooals bekend is,
ook de sperrmarken hiervoor dienen en de vraag hier-
naar is dan ook voortdurend toegenomen, met als ge-
volg, dat de registermarken eu kreditrueckzahlungs-
marken opliepen tot boven 50 ct. Zelfs is de Goiddis-
kontbank ertoe overgegaan effektensperrmarken op te
koopen, welke als gevolg hiervan stegen van
32
ct. tot
boven 40 ct. Het gevolg hiervan was weer, niet alleen,
dat de winst voor Duitschiand, waaruit de exportpre-
mies worden gefinancierd, geringer is aworden, maar
ook, dat er nog minder geceigdhei.l jeston:I acrips
voor 50 pOt. van de hand te doen. Want bij deze con-stellatie zouden de couponerediteuren zelfs nog meer
moeten prijsgeven dan de houders b.v. van kredi ;rue’k-
zahiungsmarken.

Zoo was de situatie, toen Schacht op 5 December
met zijn verklaring kwam. Misschien voopt mcii in
Duitschiand, dat de houders van scrips, nu hun voor
het komende halfjaar maar 30 püt. in deviezen wordt
toegezegd, althans meer neiging aan den dag zullen
leggen de 50 pCt. in scrips, die zij voor het tweede
halfjaar 1933 ontvingen, voor 50 pCt. van de hand te
doen. Of de Duitschers hiermede een juist inzicht in
de psychologie van de Engelschen en Amerikanen heb-
ben gehad, staat evenwel te bezien. Misschien stijft het
hen wel in hun stil verzet. Dan moet het met de finan-
ciering van de zusaetliche export en dus ook met de
zusaetliche export zelf, volgens deze methode, wel
spaak loopen.

Wie trekt hierbij aan het kortste eind? Indien
Duitschiand zijn exportsurplus niet kan opvoeren of
zelfs niet op peil kan houden, ziet het er voor de bui-
tenlancische crediteuren bedenkelijk uit Maar econo-
misch is dit voor Duitschland nog in veel sterkere
mate een nadeel dan voor de crediteuren. Want het
heteekent een stijging van de werkloosheid in de ex-
portindustrie, hetgeen deze Duitsche regeering, die
op dit punt grootsche beloften gedaanheeft, bezwaar-
lijk zal kunnen riskeeren. Dat de autarkie ook voor
de industrie den stoot zal kunnen opvangen, gelooft
zelfs in Duitschland geen verstandig mensch meer. De
positie van Duitschland in deze scripkwestie is dus
minder sterk dan men aanvankelijk wel heeft ge-
meend.

De vraag is hoe men uit de impasse, waarin men
vrijwel zeker komen moet, tenzij Engeland en Ame-
rika bereid blijken te zijn hunne aanspraken op de
transfer van deviezen voor een belangrijk deel prijs
te geven, moet geraken. Het verstandigste zou ver
moedelijk zijn, indien men de oplossing zocht daar,
waar zij gezocht moet worden, dat is op het gebied der
handelspolitiek. Nederland en Zwitserland hebben den
weg gewezen. Dat Duitschland op overeenkomstige
wijze met Engeland tot een vergelijk zou kunnen
komen, lijkt niet i priori uitgesloten; maar als men
dan de monetaire factor wenscht te elimineeren, stuit
men op de moeilijkheid, dat ook de positie van het

Pond nog steeds onzeker is. Aan een overeenkomst
tusschen Duitschland en de Vereenigde Staten valt
voorloopig vermoedelijk in het geheel niet te denken,
Amerika’s positie is ook uitermate zwak, in de eerste
plaats, omdat zijn handelsverkeer met Duitschiand
geen invoeroverschot, maar een exportsurplus op.
levert (zoodat het niet met een clearing kan drei-
gen) en in de tweede plaats vanwege zijn politiek
van moedwillige muntverzwakking. De Amerikanen
zouden ook eigenlijk wel genoegen kunnen nemen
met een transfer van Duitschiand van 65 pOt. (30
deviezen en 70 pOt. serips b.v. tegen 50 pOt. op te
koopen door de Golddiskontbank). Zij zouden hij den
tegenwoordigen stand van den dollar dan in gelijke
munt worden betaald, als waarmede zij hunne credi-
teuren betalen.
Wellicht behoeft men zich hier te lande niet al te
zeer bezorgd te maken over de nieuwe transferrege-
ling. De speciale regeling, welke wij met Duitschiand
voor de transfer van de in het afgeloopen halfjaar ver-
vallen bedragen hebben kunnen maken en misschien
in
sterkere mate nog de nieuwe handelsovereenkomst
met Duitschiand, vormen vermoedelijk een voldoende
stevige basis om op voort te bouwen. Wel verdienen
zij, die deze basis hebben gelegd, alle hulde.
A. A. VAN SANIMOK.

NIEUWE REGELING VAN HET TRANSFER- MORATORIUM IN DUITSCHLAND.

Voor het eerste halfjaar van de toepassing van de
wet van 9 Juni regelende het moratorium voor het
transfer, de betaling in deviezen dus of in ,,vrije
marken”, van de in deze wet vermelde verplichtingen
aan buitenlanders, omvattende alle revenuen uit be-
leggingen in Du itschland, behoudens ,, Stilihalte”-
vorderingen, en enkele andere uitzonderingen, was de
verhouding tusschen het transfereerbare gedeelte dier
inkomsten en het geblokkeerde vastgesteld op 50 pOt. en
50 pOt. Daar de genoemde wet op 1 Juli jl. in werking is
getreden loopt dat eerste halfjaar per ultimo Decem-
ber af. De Duitsche regeering heeft reeds stelling ge-
nomen ten aanzien van het tweede halfjaar, dus de
periode 1 Januari tot 30 Juni 1934. De crediteuren waren op een vergadering te Berlijn, gehouden op
5 December, reeds voorbereid op deze nieuwe rege-
ling, t.w. slechts 30 pOt. vrij voor transfer en d
overige 70 pOt. geblokkeerd, d.w.z. op de ook tot dus-
ver gebruikelijke methode te storten hij de Konver-
ionskasse. Van eenig overleg met en goedkeuring
door vertegenwoordigers der crediteuren is dit keer
geen sprake geweest. In Mei en Juni van dit jaar
heeft men nog den schijn van onderling overleg wil-
len handhaven, maar tenslotte is het ook toen uitge-
loopen op een simpel decreet van Duitschland, dit
keer is die weg meer openlijk gekozen.
Het argument door de Duitsche regeering aange-
geven voor de verlaging van het transfereerbare per-
centage is het feit, dat de betalingsbalans niet vol-
doende overschot oplevert om de bestaande verhou-
ding te handhaven, het eenige argument tröuwens,
dat in den geest van de heele regeling kan worden ge-
bruikt. Bij het inwerkingstellen van de genoemde wet
van 9 Juni kon men wijzen op een krachtige vermin-
ciering van den deviezen- en goudvoorraad van de
Reichsbank in het laatste halfjaar van onbelemmerd transfer – al was dan ook die vermindering voor een
belangrijk deel toe te schrijven aan de afbetaling van
het bekende discontocrediet door de Reichsbank op-
genomen bij een consortium van centrale banken, dus
niet aan de loopende posten der betalingsbalans – en
daarui.t het argument putten voor een besnoeiing van
het vrije transfer der rentelasten op buitenlandsche
schuld.

Dit keer kan men zich op een soortgelijk verschijn-
sel niet beroepen; integendeel de deviezendekking van
de Reichsbank is sedert 1 Juli met rond R.M. 130 mii-
lioen toegenomen: Waaruit men, oppervlakkig be-
schouwd, dus zou afleiden, dat zelfs de besnoeiing van

1010

ECONOMISCH-STATfSTISCHE BERICHTEN

27 December 1933

het transfer tot 50 pOt. een te straffe maatregel is
geweest, meer dan noodig was. Echter zijn volgens
mededeeling van den Reichsbankpresident niet min-
der dan R.M. 100 millioen van genoemden aanwas af-
komstig uit de bekende ,,economische landverraadwet”,
d.w.z. dus uit gerepatrieerd kapitaal, dat gevlucht
was. Zoodat het dus niet de loopende posten van de
betalingsbalans waren, die dit surplus teweeg brach-
ten; men kan dus een herhaling van dien aanwas ook
niet verwachten. Maar in elk geval was er nog zelfs
uit dien hoofde een klein surplus, en waar het eenige
motief, dat voor het moratorium is aangegeven het
gebrek aan beschikbare deviezen blijft, zou men dus
logischerwijze dan heelen aanwas, ook den eenmaligen
uit de toepassing der landverraadwet, voor het komen-
de halfjaar kunnen vrijgeven. Dit is dus een zwak
punt in de verdediging van de reductie van het trans-
ferpercentage.
Of er nog meer zwakke punten zijn en speciaal
welke, is door niet-ingewijden in de niet-gepubliceer-de Duitsche statistieken onmogelijk te zeggen. Uit de
bekende statistieken blijkt, dat in de periode sedert
1 Juli de handelsbeweging van Duitschiand een actief
saldo aantoont van meer dan R.M. 300 millioen. Zou
men dat cijfer aannemen als derhalve beschikbaar voor
trausfer van intresten enz. dan moest daaruit volgen,
dat de 50 pOt. die tot nu toe getransfereerd werden
ruimschoots door dit surplus gedekt zijn. Maar het
is bekend, dat een deel van den Duitschen export
wordt betaald met sperrmarken, met registermarken,
en met de scrips van de Konversionskasse uit deze
transferregeling gesproten. Zoodat inderdaad het sal-
do van de handelsbalans geen maatstaf is, voor het-
geen beschikbaar is voor rentebetaling. De Reichs-
bankpresident heeft medegedeeld, dat van het export-
saldo in het tijdvak sedert 1 Juli niet minder dan
tweederde werd betaald met geblokkeerde Marken van
eenigerlei soort, zoodat aan deviezen maar ongeveer
een derde daarvan beschikbaar kwam.
Die cijfers kan men gelooven of niet gelooven. Maar
er zijn toch eenige feiten, die de buitenlandsche cre-
diteuren doen twijfelen in de eerlijkheid der argu-
menten van Duitsche zijde opgeworpen. In de eerste plaats het feit, dat nog regelmatig niet onbelangrijke
posten Duitsche obligatiën voor Duitsche rekening
worden opgekocht; wanneer Duitschland nog devie-
zen beschikbaar heeft om aldus goedkoop van een deel
dier schulden zich te bevrijden, dan kan het zich niet
beroepen op gebrek aan deviezen, om den rentelast te
betalen, aldus het argument der crediteuren. Waarbij
men ook al weer voorzichtig moet zijn in het vellen
van een definitief oordeel, zonder volledig op de hoog-
te van de feiten te zijn. Immers de bekende ,,dollar-
hondtransactie” is één van de technische middelen om
de z.g. ,,zushtzliche Export” te bevorderen. Is dat in
alle gevallen zoo, dan worden dus geen
vrije
deviezen
voor dien inkoop van obligatiën gebruikt. Maar alleen
de Duitsche autoriteiten kennen de dessous van al
deze transacties en de crediteuren
zijn
begrijpeljker-
wijze niet geneigd om aan te nemen, dat al deze
transacties aldus te verklaren en te motiveeren zijn. Er’ is immers nog een ander punt. Zooals bekend,
verklaarde kort na het inwerkingtreden van het
transfermoratorium de Golddiskontbank zich bereid de scrips- op te koopen tegen een koers van 50 pOt.
Wat ook al weer niet zegt, dat men daarvoor dus wel genoeg deviezen had. Volgens Duitsche interpretatie
immers moest men zich de.deviezen daartoe verschaf-

fen door, de scrips aan te wenden voor stimuleering
van Zusatzexport, waarbij- het disagio diende als
exportpremie. Maar het opvallende- is, dat de Gold-
diskontbank bood en kocht alvorens het ,,Scripver-
fahren” in toepassing was. De technische voorberei-
ding daarvan heeft zeer -geruimen tijd geduurd, en in

dien
tijd
werden regelmatig scrips gekocht. Waar-

voor dus de deviezen beschikbaar moesten zijn!
Of de regeling gemotiveerd is of niet, -voorloopig moet men er tekening mee -houden, en voor de .Ne-

derlandsche réchthebbenden is het natuurlijk van
groot belang, dat de regeering er wederom in zal
slagen een speciale regeling te treffen, waardoor onze
scriphouders de volle 100 pOt. kunnen incasseeren of althans meer dan de 50 pOt., die de Golddiskontbank
waarschijnlijk blijft bieden. Een groot aantal credi-
teurstaten heeft bezwaren ingebracht tegen de be-
staande Zwitsersch- en Nederlandsch-Duitsche af-
spraken. Vrage of het clearing-wapen door Duitsch-
land voldoende gevreesd wordt!
C. A. KLAASSE.

DE GOUDCLAUSULE IN HET HOOCER HUIS.

Het is verbljdend te kunnen constateeren, dat het
hoogste Gerechtshof – de House of Lords – de goud-
clausule in eere hersteld heeft, niet zoozeer om de be-
woordingen waarin deze vervat was, doch om de be-
doeling van partijen, die in de bewoordingen lag op-
gesloten en dat daarmede ter ville van de rechtscha-
penheid in zaken een strikte interpretatie van den
vorm is opgeofferd aan den inhoud ervan. De feiten zijn bekend. Het gold de betaling van een
op 1 Maart 1932 vervallen coupon van een obligatie
aan toonder uitgegeven in Engeland door een Belgi-
sche maatschappij, de Société Intercommunale Belge
d’Electricité en die betaalbaar was gesteld ,,in ster-
,,ling in gold coin of the United Kingdom of or equal
,,to the standard of weight and fineness existing on
,,the lst day of September 1928.”
In de obligatie zelf was een dergelijke goudclausule
opgenomen, nl.:

Socidtd Intercommunale Beige d’Electricitd (Sociétd
Anonyrne) – – – . for value received will, on the ist day of
September
1963,
or, on such earlier day as the principat
monies hereby secured become payable in accordance with
the conditions endorsed hereon, pay to the bearer. – – – on
presentation of this bond the sum of £ 100 in sterling in
gold coin of the United Kingdom of or equal to the stan-
dard of weight and fineness existing on the ist day
of September
1928.
The Coinpany will during the continuance of this se-
curity pay at the registered office of the bankers…. in.
terest thereon at the rate of 54 per cent. per annum in
sterling in gold coin of the United Kingdom
of
or equal to
the standard of weight and fineness existing on the lst
day
of
September
1928,
by equal half-yearly payments on
every ist day of March and ist day of September in ac-
cordance with the coupons annexed hereto.
This bond is one of an authorised issue of bonds of
the Company
of
an aggregate l)rincipal amount not excee-
ding £ 500.000 in sterling in gold coin of the United King-
dom at any one time outstanding.
This bond is issued subject to and vith the benefit
of the conditions endorsed hereon, vhich are tot be deemed
part of it.
Condition
6
provided that the bonds of the issue should
constitute and they- and each of them were thereby decla-
red to be the direct and unconditional liability and obli-
gation of the respondents in sterling in gold coin of the
United Kingdom in accordance with the provisions of the
bonds and the conditions.

De Belgische maatschappij had gemeend te kunnen
volstaan met betaling van de coupon in ,,legal tender
of the realm”, d.w-.z. in papiergeld in omloop in En:
geland, i.a.w. in gedeprecieerd papier met voorbijgaan
van de bedoeling, dat in goud zou worden betaald,
omdat goud in Engeland uit de circulatie was ver-
dvenen en nietteverkrjgen was.
In de daarop gevolgde procedure was de Belgische
maatschappij in eerste instantie zoowel als -in appèl
in-het gelijk gesteld. In -eerste instantie was overvo-
gen, dat- de maatschappij volstaan kon met zoowel ka-
pitaal als-i-nterest-te betalen in wat op het oogenblik
van de betaling zou blijken-wettig betaalmiddel te zijn in’ Engeland.. In appèl werden de bewoordingen op de
obliga-tie en op de coupon- uitgelegd als -behelzende
een contract voor- de – betaling van hoofdsom en inte-
rest en niet een contract voor de betaling van eenige
andere so-,- berekend naar gelang van de goudwaarde
QP:het oogenbiik van -betali-ng – – – – – –

27 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1011

De woorden, waarin de goudclausule vervat was,
hadden van den aanvang moeilijkheden veroorzaakt
in de interpretatie van de verplichtingen van de maat-
schappij, die de obligatie uitgaf. In eerste instantie
zoowel als in appèl was voorop gezet, dat het karakter
van het stuk was de verzekering van de betaling van
een geidsom groot £ 100. Daaraan was dan in de z.g.
goudclausule een bepaling toegevoegd omtrent de
wijze van de betaling dier som, nl. in gouden munt,
dat wettig betaalmiddel was in het Vereenigd Ko-
ninkrijk. De wetgever had echter goud uit de circu-
latie weggetrokken en daardoor deze wijze van beta-ling onmogelijk gemaakt. Ergo was die wijze om aan
de betaling van £ 100 te voldoen onmogelijk en kon
de houder slechts betaling verlangen, in het andere
aanwezige wettige betaalmiddel, ni. biljetten van de
Bank of England.
Mr. Justice Farweil, de rechter in eerste instantie,
gaf toe, dat een dergelijke uitlegging aan de geheele
goudclausule geen recht deed wedervaren en deze
als ongeschreven kon worden beschouwd, doch hij was
van meening, dat de uitdrukkelijke bepaling, dat een
som groot £ 100 verzekerd was, een uitlegging onmo-
gelijk maakte waarbij inplaats van die vaste som een
onzekere som geids zou worden geplaatst, die met de
marktfluctuaties van het goud telkens in waarde zou
wisselen.

Daarbij werd echter over het hoofd gezien, dat op
het oogeublik toen de obligatie werd uitgegeven, goud
reedsaan de circulatie was onttrokken. Wel werd in
appèl overwogen, dat met de goudclausule niet de
betalingswijze kon
zijn
bedoeld, doch de mate van be-
taling, d.w.z. de hoeveelheid of het quantum, dat in
de betaling van £ 100 kon opgesloten liggen en waar-
mede aan de goudclausule recht zou wedervaren, doch
dit argument werd terzijde gesteld, omdat het heta-
lingskarakter van de obligatie als overwegend werd
beschouwd en daarin voor deze quantiteitstheorie geen
plaats kon worden geruimd.

De House of Lords heeft thans anders beslist. In
het vonnis, dat door Lord Russeli of Killowen werd gegeven en waarmede de andere leden van het Huis
instemden, werd erkend, dat de uitlegging van de
woorden der z.g. goudelausule moeilijk was, doch dat
– indien de uitlegging die de maatschappij eraan
gaf, nl. dat zij op den dag van betaling kon volstaan
met het aanbieden van de verschuldigde som in het
wettige betaalmiddel van het oogenblik – de geheele
goudclausule geen waarde had en evengoed als niet
geschreven kon worden beschouwd. De fout van de
lagere rechtbanken was, dat zij den nadruk hadden
gelegd op de betalingsclausule in de obligatie en daar-
bij de goudclausule hadden uitgelegd als de eenige
wijze, waarop die betaling zou moeten geschieden, een wijze, die door den wetgever onmogelijk was gemaakt.
De woorden van de goudclausule dienden echter an-
ders te worden geconstrueerd. De toestand, waarouder
de obligatie was uitgegeven, was de volgende. Bij de
Gold Standard Act van 1925 was de Bank of Eng-
land bntheven van haar verplichting om haar biljet-
ten in goud te betalen, zonder dat deze biljetten op-
hielden wettig betaalmiddel te zijn. Tegelijkertijd was
de bepaling van de Currency and Bank Note Act vn
1914 herroepen, waarbij de houder van éen muntbiljet
(currency note) gerechtigd was verklaard om de nomi-
nale waarde ervan in goud te ontvangen. Aan de Bank
of England was echter de verplichting opgelegd om
aan een ieder, op verzoek, goud te verkoopen tegen
den in de wet vastgestelden prijs, schoon uitsluitend
in den vorm van baren gouds, die ongeveer 400 onsen
troy gewicht aan fijn goud bevatten.
Bij de daaropvolgende Currency and Bank Notes
Act van 1928, die eerst 22 November van dat jaar in
werking trad, doch op 1 September van dat jaar reeds
wet was, was aan de Bank of England toegestaan om
biljetten uit te geven van £ 1 en tien shillings elk,
die als wettig betaalmiddel zouden gelden voor elk
bedrag. Muntbiljetten (currency notes) wrden inge-

trokken en omgewisseld in bankbiljetten, terwijl de
Bank gemachtigd werd om van iederen persoon in het
Vereenigd Koninkrijk, die goud aan munt of in baren
bezat tot een bedrag van meer dan £ 10.000 te eischen,
dat hij die hoeveelheid aan haar zou verkoopen tegen
ingeval van munt – het nominale bedrag ervan.
Het koninkrijk bezat den gouden standaard, doch
bankbiljetten waren niet inwisselbaar en goud was
praktisch niet langer in circulatie.
1)

In die omstandigheden was het niet onredelijk of gewaagd om aan te nemen: lo. dat de goudelausule
in par. 1 en 2 in de obligatie was ingelascht met het
oog op de mogelijkheid, dat te eeniger tijd Engeland den gouden standaard zou vaarwel zeggen, als het in
1931 deed
2)
en 2o. dat geen van beide partijen, die
bij de obligatie betrokken waren, nl. de uitgever en
de houder, van meening konden zijn geweest om ooit
actueel in gouden munt betaling te zullen ontvangen.
De vraag was, of in het licht van het voorgaande
de bewoording van de goudclausule kon worden uit-
gelegd in dien zin, dat partijen gezegd konden worden,
die woorden niet in den letterljken zin bedoeld te
hebben, d.w.z. den zin, dien zij zouden hebben gehad, wanneer zij afgescheiden stonden van het verdere ge-
deelte van de obligatie en ongerekend de omstandig-
heden, waarin deze was uitgegeven. Het kon gerust
worden aangenomen, dat noch de bepaling van par. 2
en 4, noch zelfs die van par. 1 letterlijk kon worden
toegepast, omdat het praktisch onmogelijk zou zijn
– zelfs al was er voldoende goudgeld in omloop –
om in dergelijke gouden munt te betalen, dat ieder
munstuk zonder onderscheid het juiste fijn gewicht
bevatte, dat de clausule vereischte en in de Coinage
Act van 1870 was vasfgelegd. Het kou daarom gerust
worden aangenomen, dat het niet de bedoeling van
partijen, d.w.z. de maatschappij en de houder van de
obligatie, was geweest om de woorden van par. 1 en 2
-in letterljken zin toe te passen.

Wanneer nu aangenomen werd, dat de woorden der
goudclausule niet waren gebruikt door partijen in hun
letterlijke beteekenis, moesten deze dan, als waren zij
niet geschreven, worden voorbijgegaan, of moest ge-
tracht worden een andere beteekenis aan die woorden
te hechten, als deze uit de verdere bewoordingen van
de obligatie kon worden opgemaakt? Het was duide-
lijk, dat zoo mogelijk deze laatste methode moest wor-
den gevolgd, daar het niet was aan te nemen, dat
partijen die speciale woorden hadden gebruikt zonder
daarmede een speciale bedoeling te hebben en – als
die bedoeling kon worden gevonden langs wettelijken
weg – daaraan gevolg moest worden gegeven.

Die bedoeling kon worden opgemaakt uit de woor-
den van par. 4, waarin met de verwijzing naar den
gouden munt van het Koninkrijk blijkbaar niet be-
doeld werd de aanwijzing van een betalingswijze, maar
de mate van de verplichting, die de maatschappij op
zich had genomen. Zoo gaven de woorden van par. 6
eveneens niet de wijze van betaling aan, doch bevat-
ten een omschrijving van de verplichtingen der maat-
schappij en drukten de mate uit dier verplichtingen.
Op dezelfde wijze moest in par. 1 en 2 de verwij-
zing naar den gouden munt van het Koninkrijk van
een bepaald gehalte en gewicht niet worden opgevat
als de aangifte van de wijze, waarop de verplichtingen
van de maatschappij moesten worden nagekomen, doch
als de omschrijving van de wijze, waarop de hoegroot-
heid van die verplichtingen moest worden gemeten en bepaald. Par. 1 beteekende niet, dat £ 100 moest
worden betaald op een bepaalde wijze, doch dat het de
verplichting was van den uitgever om een som te be-
talen, die het equivalent was van £ 100, wanneer die
op een bepaalde wijze werd betaald; i.a.w. de clausule
moest worden geconstrueerd als stond er – met voor-
bijgaan van woorden die niet ter zake dienden –

Een omstandigheid, die in de controverse omtrent den gouden standaard niet steeds wordt gewaardeerd.
En in 1921 gedaan had.

1012

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
27 December 1933

,,betaal. . .. in sterling een som gelijk aan de waarde
,,van £ 100, indien die som betaald zou worden in den
,,gouden munt van het Koninkrijk van of gelijk aan
,,het gewicht en gehalte, die bestonden op 1 Sep-
,,tember
1928.”
Men zou kunnen zeggen, dat die constructie eenigs-
zins gedrongen was en zich moeilijk aansloot aan
eenige andere bepalingen der clausule, doch deze in-terpretatie verdiende de voorkeur boven die, waarbij
aan de goudclausule in het geheel geen beteekenis
werd toegekend, of een beteekenis, die volgens andere
bepalingen van de clausule en de omstandigheden,
waarin de obligatie werd uitgegeven, nimmer in de
bedoeling van partijen kon hebben gelegen.
Het dictum van het declaratieve vonnis moest daar-om luiden als volgt:

,,Verklaart, dat volgens de juiste constructie van de
,,obligatie de appellant als de houder ervan gerechtigd is
,,om daaruit van de geïntimeerden van tijd tot tijd bi
.
j
,,wijze van kapitaal en interest op de vervaldagen voor de ,,betaling daarvan zulk een som te ontvangen als de goud-
,,waarde vertegenwoordigt van het nominale bedrag van
,,iederc respectieve betaling, waarbij die goudwaarde moet
,,worden vastgesteld overeenkomstig het gewicht en het ge-
,,halte, zooals die vaststonden op
1
September
1928
en dat
,,derhalve ieder ,,pond”, vervat in het nominale bedrag van
,,iedere dergelijke betaling, moet worden aangenomen als
in
,,London den prijs in sterling te vertegenwoordigen (be-
,,rekend
01)
dien juisten dag van betaling) van
123.274,47
,,grammen gouds van het gehalte omschreven in de eerste ,,Schedule van de Coinage Act van
1870
en dat ieder ge-
.,deelte van een ,,pond” in het nominale bedrag van iedere ,,dergelijke betaling vervat, zal worden gerekend den prijs ,,te vertegenwoordigen in London in sterling (berekend op
,,den juisten dag van betaling) van een overeenkomstig ge-.,deelte van
123.274,47
grammen gouds van hetzelfde ge-
,,halte”.

Zoo heeft het gezond verstand gezegevierd en is de
moraliteit hersteld in het nakomen van verplichtin-
gen ter goeder trouw aangegaan en waarvan de ver
waarloozing, helaas, onmiddellijke navolging vond in alle deelen van de wereld. Zal, nu de Engelsche rech-
ter is teruggekeerd in het rechte spoor, ook wederom
diens uiteindelijke beslissing even snel en onvoorwaar-
delijk toepassing vinden en navolging onder de schul-
denare.n, die zich vroeger gerugsteund voelden in het verzaken hunner verplichtingen?
Het college dat bovenstaande uitspraak wees, be-
stond uit Lord Atkin, Lord Warington of Ol.yffe, Lord
Tomlin, Lord Russeil of Killowen en Lord Wright.
W.
ROOSECAARDE
Bissciiop.
Londen, 20 December 1933.

HET MELKOVERSCHOT.

In ons vorig artikel
1)
hebben wij getracht aan te
geven, welke oorzaken hebben geleid tot den nood in
de zuivelindusrie, waarbij wij tevens hebben gememo.:
reerd, op welke wijze de Regeering heeft gemeend dé
Nederlandsche veehouderij krachtig te moeten steu-
nen. Wij spreken hier gaarne onze overtuiging uit,
dat de betrokkenen hiervoor niet anders dan in groote
mate erkentelijk kunnen zijn, echter dient dan tege-

lijkertijd uiting te worden gegeven aan het gevoel van wrevel, dat bij ons opkomt, wanneer wij herhaaldelijk
lezen hoe op allerlei gronden stelling wordt genomen
tegen deze steunverleening, die, wat de zuivelproduc-
ten betreft, hierop neerkomt, dat de consument rede.:
ljke prijzen betaalt voor enkele artikelen.
Gewoonlijk verzuimt men den landbouwer aan te
geven, hoe men zich zonder de steunverleening zijn
toekomst voorstelt. Misschien denkt men dat, nadat de
tegenwoordige landbouwstand is geruïneerd, zich op
de puinhoopen wel een nieuwe categorie landbouwers
zal vestigen, waarvan men dan misschien aan-
neemt, dat deze, door een grootere mate van rationali-satie of door lagere onkosten, zich zal kunnen staande

‘) Vgl. pag.
989
van dit tijdschrift. De lezer zal hebben
bemerkt, dat iii den laatsten regel van dit artikel een
storende schrijf fout voorkomt: in plaats van
weinig
leze
men
veel.

houden in den ontzaglijken internationalen concur-rentiestrijd. Behalve dat wij deze
mogelijkheid
vol-strekt ontkennen, moet dan echter tevens de vraag
worden gesteld, waar deze nieuwe categorie landbou-
wers hun producten zouden moeten verkoopen en aan-
gezien deze vraag inhoudt de overtuiging, dat ook
onder die omstandigheden de tegenwoordige productie
niet te plaatsen zal zijn, zal dus de conclusie niet an-
ders kunnen luiden dat, wanneer de steun niet zou
worden verleend, de Nederlandsche landbouw voor een
groot gedeelte zou worden vernietigd. Volkomen te-
recht merkte dan ook dezer dagen de heer Louwes op,
dat ,,wat zij willen neerkomt op een opoffering van den landbouw voor het problematisch voordeel van
een daling der bonen.”
Dat intusschen
moeilijk
kan worden volgehouden,
dat de steun aan de veehouderj ruim voldoende is,
blijkt o.a. uit de
bedrijfsresultaten
van bijna 800
Friesche veehouders, aangesloten bij het Friesch
Landbouwboekhoudbureau. 1-let verlies bedroeg over het afgeloopen boekjaar (Mei 1932f’33) voor 282 be-
drijven in de kleiweidestreek
f 6,05,
voor 173 bedrij-
ven in de veenweidestreek
f 4,80
en voor 337 bedrij-
ven in ,,De Wouden” f 6,85
per HA. Dit verlies is
verkregen door de rente van het bedrijfskapitaal en
de pacht in mindering te brengen van de brutowinst.
Voor hen, die geen grondbelasting, geen waterschaps-
lasten en geen wegenbelasting zouden behoeven te be-
talen, zou als ondernemerswinst niet alleen niets over-
blijven om van te leven, maar zelfs zou dan nog het
saldo negatief zijn. Hierbij dient echter te worden op-
gemerkt, dat in het bovenstaande voor het genot van
een Vrije woning niets is gerekend.
Het is buitengewoon verheugend te weten, dat, blij-
kens uitlatingen van den Minister, de Regeering de
beteekenis van onzen zuivelexport wel degelijk beseft.
Wij zijn namelijk ervan overtuigd, dat deze beteekenis
moeilijk kan worden overschat en dat, wanneer het
inzicht weer veld wint, dat liet dwaasheid is van de
onschatbare voordeelen van een onbelemmerd inter-nationaal goederenvericeer afstand te doen, het voor
den producent van Nederlandsche boter en ongetwij-
feld nog meer voor den producent van Nederlandsche
kaas uiterst moeilijk zal blijken te zijn zich weer een
plaats te veroveren in die afzetgebieden, welke, nadat
hij gedurende tientallen van jaren met succes heeft
gtracht den verkoop in deze gebieden uit te breiden,
tijdelijk den invoer en daardoor het verbruik van deze
bij uitstek Ned. producten sterk hebben beperkt.
Dat de Regeering intusschen in elk opzicht gelukkig is geweest bij de pogingen om de uitvoermogelijkheid
van onze zuivelproducten zoo groot mogelijk te hou-
den, kunnen wij, wanneer wij b.v. zien naar Denemar-
ken, helaas niet zonder meer toegeven.
Het is bekend, dat de Regeering zich heeft gesteld
op het standpunt, dat een belangrijke productiebe-
perking noodzakelijk is en het besluit heeft genomen
om
1
17 deel van onze rundveestapel te vernietigen en
dat dit besluit reeds met kracht wordt uitgevoerd.
Door den inkoopprjs van drachtig rundvee hooger te
stellen dan de marktwaarde, is men van een groot aan-bod natuurlijk verzekerd; door den inkoopprijs te stel-
len per KG. levend gewicht worden de meer waarde-
volle dieren niet en de minder waardevolle koeien wel
aangeboden, zoodat tevens de veestapel kwalitatief
wordt verbeterd. In hoeverre deze selectie nog sterker
zou moeten worden doorgevoerd, onttrekt zich aan
mijne beoordeeling.
Men zou uit mijne beschouwingen kunnen afleiden,
dat het besluit inzake afslachting in economisch op-
zicht redelijk kan worden genoemd, immers hierdoor wordt, doordat de export kleiner wordt, de gemiddel-
de melkprijs verhoogd. Het is echter onbegrijpelijk
dat, blijkens het verslag van een dezer dagen gehou-
den rede, de heer Louwes meende te mogen aannemen
dat ,,zelden een regeeringsmaatregel in zoo goede
aarde gevallen is bij de boeren als het uit de markt
nemen van tienduizenden koeien”. Op dat oogenblik

27 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1013

zag
de heer Louwes echter over het hoofd het ook hem
bekende feit, dat de Algemeene Nederlandsche Zuivel-
bond – waarbij aangesloten zijn alle coöperatieve zui-
velfabrieken in ons land – zich voortdurend heftig
tegen de afslachtin.g van het rundvee heeft verzet zoo-
lang andere, door haar als betere aanbevolen maat-
regelen uitblijven. Ook het bestuur der Friesche
Coöperatieve Zuivel-Export-Vereeniging verzocht in
Mei jl. den Minister telegrafisch dringend niet met
maatregelen tot inkrimping van den veestapel te be-
ginnen, voordat allé andere middelen zijn uitgeput.
Wij vleien ons niet met de hoop, dat, nadat vooral
dr. Posthuma de opvattingen van deze groep belang-hebbenden en deskundigen zéé krachtig heeft verde-
digd, dat er destijds heel wat deining in ons land out-
stond, een beknopte uiteenzetting van dit standpunt
in dit artikel, dat algemeen oriënteerd bedoelt te zijn,
in dit opzicht thans veel effect zal hebben, echter mag
dit vraagstuk hier niet onbesproken blijven.
Vooropgesteld wordt, dat afsiachting van 200.000
runderen buitengewoon veel geld kost, niet alleen om-
dat de opbrengst van het vleesch in geen verhouding
staat tot de verwerkingsonkosten, maar tevens, omdat
een aanzienlijk aantal dieren zonder meer in destruc-
tiebedrijven wordt vernietigd. Bovendien wordt erop
gewezeil, dat hoewel de laatste millioenen KG. boter
en kaas op de wereldmarkt slechts zeer lage prijzen
opbrengen, aangenomen mag worden, dat de produc-
tiekosten van deze laatste millioenen KG. boter en
kaas veel lager zijn dan de gemiddelde productiekos-ten van het totale geproduceerde kwantum.
De vertegenwoordigers van de coöperatieve zuivel-
industrie vragen zich af, in hoeverre het gewenscht is, dat groote hoeveelheden buitenlandsche caseïne
hier te lande wordt ingevoerd, terwijl de beste caseïne
hier kan worden gefabriceerd, waardoor de kaasposi-
tie, met name gedurende cle zomermaanden, aanzien-
lijk zou worden ontlast. Zij gaan vervolgens ervan uit,
dat een wettelijke verplichting om in ons land uit-
sluitend meikbrood te bakken slechts een nauw merk-
bare prijsverhooging van het brood tengevolge zou be-hoeven te hebben, terwijl op deze wijze voor een groot kwantum melk een afzetgebied zou worden gevonden.

De vertegenwoordigers van de coöperatieve zuivel-
bereiding staan tenslotte op het standpunt, dat het
onjuist is de margarineproductie practisch niet te be-
perken en toch een belangrijk deel van den veestapel
te vernietigen. De Minister heeft t.a.v. deze kwestie
dezer dagen medegedeeld, dat door dit middel de boer
slechts in zooverre zou kunnen worden gediend, dat
hij inderdaad hierdoor weer meer klanten zou krijgen.
Alsof hij hieraan niet dringend behoefte heeft! Alsof
het niet een ontzaglijk groote winst voor hem zou zijn,
wanneer hij zijn verhouding met de margarine-indus-
trie kan verbreken en zich weer zou kunnen wenden
tot de talrijke afnemers, die hij voor de crisis regel-matig bediende! Echter kunnen wij moeilijk aanne-
men, dat de boer ook niet in financiëel opzicht door
een beperking van de margarine-industrie zou worden
gediend. Het is onbegrijpelijk, dat t.a.v. dit vraagstuk
z66 weinig overeenstemming bestaat; het is toch niet
aan te nemen, dat het onmogelijk moet worden geacht
met betrekking tot dit punt te komen tot een minder diepgaand verschil in opvatting van voor- en tegen-
standers. Ditzelfde betreft trouwens de eenvoudige
vraag, in hoeverre de margarine-industrie in ons land
-nog rendabel zou blijken te zijn, wanneer, tengevolge
van het uitblijven van steun in den huidigen vorm, de
boterprijzen, lager zouden zijn dan die waartegen de
margarine voor de crisis werd verkocht. Dat door ver-
antwoordelijke instanties deze vraag blijkbaar nog be-
vestigend wordt beantwoord, kan als een ernstige be-
lemmering worden gezien om te bereiken, dat vervuld
wordt de weusch van den F.N.Z., die, nadat zij gedu-rende vele jaren met succes heeft gestreden voor een
officieele botercontrôle, thans wederom tegen den
ouden tegenstander in het strijdperk is getreden.
H. J.
FRIEI’EMA.

CRISISBESTRIJDING.

Prof. Dr. W. C. Mees R.Azn. schrijft ons:

Toen door den ondergeteekende het vorige jaar, in
een praeadvies aan de vereeniging ,,Handeisrecht”,

werd voorgesteld, ter bestrijding van de crisis en ter
bevrediging van het rechtsgevoel, te breken met het
gulden-is-gulden-stelsel onzer wet, werd er mij, ook
in dit
tijdschrift
(19 Oct. bi. 832) een verwijt van
gemaakt, dat ik dit voorstel niet vergezeld had
doen gaan van ontwerp-wetsartikelen, waarin het door
mij gewenschte herleidingsstelsel zou zijn belichaamd.
In E.-S. B. van 9 Nov. 1932, blz. 890 heb ik daarop
geantwoord, dat ik opzettelijk had nagelaten het ge-
wenschte in wetsartikelen te formuieeren. Eerst moest
men het over het beginsel eens zien te worden. Had ik
reeds dadelijk formuleeringen gegeven, dan was de
kans groot geweest, dat, vooral onder juristen, de ge-
dachtenwisseling zich in hoofdzaak tot de formulee-
ringen had beperkt. Ik sprak echter de hoop uit, dat
spoedig het tijdstip mocht aanbreken, dat het werke-
lijk zin zou hebben de uitwerking mijuer denkbeelden
-in wetsartikelen voor te bereiden.
Ik meen, dat thans dat oogenblik gekomen is. Ieder,
op wiens oordeel in deze prijs mag worden gesteld.
weet nu vel, wat het herleidingsstelsel beoogt en
heeft ook volop den tijd gehad om over het beginsel, dat daaraan ten grondslag ligt en dat uiterst eenvou-
dig is, na te denken.

Verder heeft de Regeering zich duidelijk uitgespro-
ken, dat zij zich van monetaire experimenten wenscht
te onthouden; zij heeft zich daarmede met kracht
gekeerd tegen alle stroomingen, welke op inflatie,
reflatie of devaluatie zijn gericht. De deflatie der
laatste jaren wordt dus als een feit aanvaard, waaraan
ons leven zich zal hebben aan te passen.

Aan de consequenties daarvan is niet te ontkomen.
Onzeproductiekosten zullen in evenredigheid met het
gedaalde prijspeil omlaag
moeten, wil
het bedrijfsleven
weder gezond worden. Op den duur
moeten
productie-
kosten en prijzen met elkaar in harmonie zijn.

Loonen, renten, pachten en kapitalen zullen dus in
evenredigheid daarmede moeten worden herleid. Hoe
stelselmatiger zulks geschiedt, hoe beter.
Aan een her-
leidingsstelsel is dus niet te ontkomen.

Het gulden-is-gulden-stelsel zal dus moeten worden
afgeschaft. Art. 1793 B. W. moet verdwijnen. Het
meest consequent is (zie mijn praeadvies bi. 12) het
te vervangen door een artikel, op te nemen in de eerste af deeling van den vierden titel van het derde boek van
het Burgerlijk Tetboek
, handelende over betaling.
Tusschen de artikelen 1428 en 1429 b.v. zou een arti-
kel 1428a kunnen worden opgenomen, luidende: In
geld uitgedrukte verbintenissema moeten worden vol-
daan in zoovele geldeenheden als, blijkens de van over-
heidswege, volgens bij de vet gegeven regels, vastge-
stelde
indexcijfers
of naar een anderen, door partijen
aanvaarden maatstaf, in koopkracht overeenkomen
met de uitgedrukte som op het tijdstip, dat zij werd
vastgesteld.

– Verder zou aan art. 42 van het Wetboek van Koop-
handel een nieuw lid moeten worden toegevoegd van
den volgenden inhoud: In de balans wordt het kapitaal der vennootschap uitgedrukt in zoovele geldeenheden,
als
blijkens
de van overheidswege, volgens bij de wet
gegeven regéls, vastgestelde indexcijfers op het tijd-
stip, waarop de balans betrekking heeft, in koopkracht
overeenkomen met het kapitaalbedrag op het tijdstip
dat dit werd vastgesteld.
Bovendien zou in de Bankwet eene bepaling zijn op
te nemen, krachtens welke voor de bankbiljetten der
circulatiebank niet geldt de bepaling van art. 1428a
B. W.

Terwijl in art. 22 der Postwet zou moeten worden
bepaald, dat art. 1428a ook niet geldt voor hetgeen de
Staat overeenkomstig de bepaling van genoemd art.
22 verschuldigd is (postchèque- en girodienst).

1014

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1933

Of wil men soms voor vorderingen op korten termijn
liet gulden-is-gulden-stelsel handhaven, dan bestaat
daartegen m.i. niet veel bezwaar; men zou dan art.
1428a kunnen laten luiden: De inhoud van in geld
uitgedrukte verbintenissen bestaat gedurende een
jaar na het vaststellen van het bedrag in de gehouden-
heid tot betaling daarvan en daarna van zoovele geld-eenheden als, blijkens de van overheidswege, volgens
bij de wet gegeven regels, vastgestelde indexcijfers of
naar anderen, door partijen aanvaarden, maatstaf,
in koopkracht overeenkomen met de uitgedrukte som
op het tijdstip, dat zij werd vastgesteld.
Zoodanige beperking van het herleidingsstelsel tot
verbintenissen, welke tea minste een jaar hebben be-
staan zonder dat ze zijn afbetaald, komt goeddeels
tegemoet aan de praktische bezwaren, welke sommigen
van het stelsel
vreezen.
En mocht men ook met deze beperking de opneming
van een algemeen geldend art. 1428a nog te radicaal

of te revolutionnair achten, dan neme men in plaats
daarvan in ieder geval overeenkomstige bepalingen,
maar dan liefst zonder die beperking, op voor
geld-

leeningen, arbeidsloonen
en
huren,
opdat althans die
geldverbintenissen, welke de
kosten der productie
grootendeels beheerschen, automatisch in overeenstem-

ming worden gedekt.
De hier gegeven redactie der artikelen geef ik gaar-
ne voor beter, indien het mocht blijken, dat de gedach-
te van het herleidingsstelsel in andere bewoordingen
beter tot haar recht kan worden gebracht.
Uit den aard der zaak zullen er voor de invoering
van de nieuwe regeling eenige overgangsmaatregelen
moeten worden vastgesteld. Hoe deze zullen moeten
luiden, zal van het tijdstip der invoering afhangen.
Gaat men hiertoe tijdens deze crisis over, hetgeen ik van harte hoop, dan zal men aan de nieuwe bepalin-
gen eenige terugwerkende kracht moeten geven om
te voorkomen, dat de te hoog gebleken productie-
kosten van thans worden bestendigd.

Neemt men aan, dat onze bedrijven als geheel in
1925 hunne productiekosten voldoende uit het prijs-peil kregen goedgeaaakt, zoodat ook de ondernemer
eene redelijke belooning voor zijne diensten ontving,
dan zullen onze productiekosten dus in evenredigheid
met de prijsdaling sinds genoemd jaar tot een lager
peil moeten worden teruggebracht. Het indexcijfer
der kosten van levensonderhoud is van 1925 tot 1932
gedaald van ongeveer 178 tot 140 (1911-1913 = 100).
Dat wil zeggen, dat 80 centen van 1932 reëel gelijk
staan met een gulden van 1925. De bonen zullen dus,
alvorens aan het herleidingsstelsel te worden onder-
worpen, met 20 pOt. moeten worden verlaagd.
In sommige bedrijven heeft zoodanige loonsverla-
ging (welke voor den drbeider loon beteekent gelijk
aan dat van 1925)
reeds plaats gehad. Hier zullen de
bonen dus niet verder verlaagd behoeven te worden.
Loonen, welke tot dusverre slechts 5 pCt. verlaagd
zijn, zullen echter alsnog eene verlaging van 15 pOt.
moeten ondergaan. Zoo zal een deel van de oneven-
redigheid tusschen de bonen in beschutte en niet be-
schutte bedrijven worden weggenomen.
Het is natuurlijk mogelijk, dat, teneinde
alle
werk-
loosheid te doen ophouden, nog een grootere loons-
verlaging, dus tot beneden het reëele peil van 1925,
zal moeten worden toegepast, nu men helaas de crisis
zoo lang heeft laten voortduren en daardoor ons be-
drjfsapparaat niet onaangetast is gebleven; hier staat
echter tegenover, dat het onder den drang der om-
standigheden ook verbetering zal hebben ondergaan,
zoodat ik meen, dat men zal moeten beginnen met het
loonpeil reëel terug te brengen tot dat van 1925. Dit
zal het bedrijfsleven waarschijnlijk reeds op gezonde
basis brengen, mits de loonsverlaging over de geheele

linie worde toegepast
en het herleidingsstelsel ook
t.a.v. de andere productiekosten worde aanvaard.
Met name zullen ook de kapitalen der bedrijven
eene herleiding overeenkomstig de toegenomen koop-

kracht van den gulden moeten ondergaan. Eenig prac-
tisch of billijkheidsbezwaar kan daartegen niet wor-
den ingebracht. Integendeel. Hoe eerder deze maat-
regel wordt genomen, hoe beter voor de bedrijven. Vele hebben een kapitaalreductie dringend noodig,
terwijl volgens het herleidingsstelsel bij weder stijgend
prijsniveau de kapitalen weder automatisch in even-
redigheid met de prijsstijging (ten laste der winst- en
verliesrekening) worden verhoogd.
Hiervan alleen
reeds zal een krachtige con junctuurbeheerschende in-
vloed uitgaan.

Ook geldleeningen en huren zullen aan het herlei-
dingsstelsel niet mogen worden onttrokken, al zal
kunnen en moeten worden overwogen of en in hoe-
verre ter wille van het crediet of uit billijkheidsover-
wegingen ten aanzien van
bestaande
leeningen een
andere overgangsregeling dan voor het loon zal moe-
ten worden getroffen. Denkbeelden hierover zette
ik reeds uiteen in dit
tijdschrift
en wel in het
nummer van 31 Mei ji. Zonder twijfel pleit er iets
voor ten aanzien van bestaande leeningen de over-
gang naar de nieuwe regeling iets minder drastisch
te doen plaats hebben dan ten aanzien van de bonen
noodzakelijk is, daar bij leeningen, onder het geldende
gulden-is-gulden-stelsel tot stand gekomen, de credi-
teur inderdaad naar streng recht
aanspraak
heeft op
hetzelfde aantal guldens als werd overeengekomen,
terwijl wie een bepaald loon bedong, daaraan in den regel allerminst het recht ontleent het bedongen be-
drag tot in lengte van dagen te blijven ontvangen.
Ook de economische noodzaak brengt mede, dat men
de terugwerkende kracht
v66r alles op
de bonen toe-
past, omdat deze verreweg de belangrijkste der pro-
ductiekosten vormen. De onlangs door het Centraal
Bureau voor de Statistiek uitgegeven verhandeling
over het aandeel van de bonen in de productiekosten,
heeft dit buiten iederen twijfel gesteld, terwijl in dit
tijdschrift er terecht op is gewezen (E.-S. B. 27 Sept.,
bi. 574 en 4 Oct., bi. 774), dat het loon eigenlijk nog
veel grooter percentages van de productiekosten uit-
maakt dan de door het Centr. Bureau genoemde. En
kwam niet de heer Matthijsen in ,,Het Volk” tot de
conclusie, dat ongeveer 90 pOt. van de netto-opbrengst
van vele
nijverheidsbedrjven
aan de arbeiderskiasse
toevalt? Door aan economisch te hooge bonen te wil-
len vasthouden, graaft dus de arbeider zijn eigen graf
en dat van anderen en daarom zal het loon v66r alles
aan herleiding moeten worden onderworpen.
Maar al is het arbeidsloon dan ook de allerbelang-rijkste onder de productiekosten, dit weerhoude den
wetgever niet ook de kapitaailasten van bedrijf en
overheid zoo noodig dadelijk, maar
in ieder geval voor
de toekomst
onder het herleidingssteisel te brengen,
want voor bepaalde
bedrijven
zooals de spoorwegen
(zie hierover E.-S. B. 16 Nov. 1932, bi. 917) en vooral
ook voor de overheid zijn deze lasten zeer belangrijk.
En bovendien, het rechtsgevoel eischt het.

Waar de nood dringt
zal men ook op bestaande lee-
ningen eene reductie moeten toepassen. Ook
bij
de
pacht heeft men reeds met een beroep op economische
noodzaak wijziging gebracht in door partijen vastge-
stelde pachtsommen; daarbij heeft men zich zelfs niet
beperkt tot eene vermindering in evenredigheid met
de toegenomen koopkracht van het geld. Natuurlijk
zal men ten aanzien van de leeningen met het tijdstip
der tot stand koming rekening moeten houden, zoo-
dat men bv. leeningen van 1925 aan eene reductie van
20 pOt., leeningen van 1930 aan eene van ruim 10
püt. en pas gesloten leeningen aan geenerlei reductie
zal moeten onderwerpen. Ook hier eischt het recht,
dat tegenover deze reductie staat, dat de verschuldigde
som in de toekomst weder grooter wordt naar gelang
het prijspeil omhoog gaat.
Moge dus spoedig onze wetgever voorschrijven, dat voortaan niet alleen bonen, maar ook leeningen, huren
en kapitalen van bedrijven van indexcijfers afhanke-
lijk worden gesteld.

27 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1015

AANTEEKENINGEN.

Aard en kosten van de herstelmaatregelen in de
Vereenigde Staten.

In het Economisch-Statistisch Kwartaalbericht No.
10 van 19 Juli ji. is een overzicht gegeven van de
maatregelen, die President Roosevelt genomen heeft om het economisch leven weder op gang te brengen.
In het jongste maandbericht van den Schweizerischei

Bankverein wordt van de verschillende Amerikaan-
sche maatregelen een kort résumé gegeven, dat op het
genöemde overzicht zeer goed aansluit en dat wij
daarom hieronder laten volgen.

De bedoeling van de Amerikaansche regeering is,
zooals bekend, tweeërlei.

Prijsverhooging van agrarische producten.
Vermindering van de werkloosheid. Voor dit doel werden de volgende maatregelen ge-
nomen:

I. Landbouw.

De Regeering heeft van de boeren landerijen ge-
pacht, teneinde ze aan de bebouwing te onttrekken.
De pacht wordt door middel van belastingen op de
bewerking van de beschermde grondstoffen (tarwe,
katoen, melk, enz.) opgebracht.
Een depreciatie van de valuta moet de binnen-

landsche prijzen van de voornaamste .gröndstoffen
doen stijgen.

De Reconstruction Finance Corporation (R.F.C.)
verstrekt voorschotten op de oogsten ($ 133 millioen).
De Farm Credit Administration verstrekt cre-
dieten op langen termijn aan de boeren voor conversie
van hypotheken
($
59 millioen tot 1 October).
Het kapitaal van de Federal Land Banks wordt
uit de staatskas verhoogd.

2. Industrie en handel
De werkgeversvereenigingen hebben ,,Codes of fair
competition” opgesteld, die door de National Reco-
very Administration (N.R.A.) met medewerking van
afgevaardigden van de arbeiders beoordeeld worden.
De voornaamste bepalingen van deze overeenkomsten
zijn:

Minimumloonen en maximumwerktijd (over
het algemeen 36 uur per week).
De werkgevers erkennen de vakvereenigingen.
De door de werkgevers georganiseerde vakvereenigin-
gen worden afgeschaft.

De arbeids- en verkoopsvoorwaarden worden vast-
gesteld, echter niet de prijzen. Verkoop onder kost-prijs geldt als unfair.

3: Bouwbedrijf.

• . Regeeringsinsteilingen verleenen hypothecair cre-diet aan de kleine huisbezitters ($57 millioen).
4. Verkeerswezen.

S

Ontwerp voor de regeling van het vervoer per
vrachtauto.

Pogingen tot fusie van de spoorwegmaatschap-
pijen.

Voorschotten aan de spoorwegen voor het aan-
schaffen van materiëel.
5. Banken.

Handelsbanken mogen geen emissiezaken doen.
Nieuwe emissies zijn an een buitengewoon
strenge contrôle van de Federal Trade Commission
onderwôrpen (,,Securities Act”).
c.
Wederzijdsche en verplichte aansp’rakelijkheid
an alle leden van het Federal Reserve Stelsel voor
zijn dèposito’s is voor 1934 voorzien.
• d.
De R.F.G. neemt deel in de banken door over-
ûeming van prioriteitsaandeelen ($ 70 millioen tot 30 Sept.), teneinde haar in staat te stellen gemakkelijker
credieten te verstrekken. Bovendien verzekert dit
regeeringsorgaan zich tegelijk van een invloed op de
directie van de banken.
è. Een aparte afdeeling zal
bij
de R.F.C. worden
opgericht voor de liquidatie van bevroren bankdepo-

sito’s. Men hoopt op deze wijze ongeveer 1 milliard
Dollars (op een totaal van 2 milliard) te ontdooien.
Tevoren had de R.F.C. reeds voor $ 1293 millioen
voorschotten aan. de banken verleend, waarvan tot
1 October 1933 $ 611 millioen was térugbetaald.

Open marktpolitiek van de Federal Reserve Ban-
ken; haar bezit aan staatspapieren is van Maart tot
November 1933 met $ 545 millioen gestegen.
Verschillende verlichtingen, zoodat banken, die •niet bij het Fed. Res. stelsel zijn aangesloten en par-

ticulieren bij de Federal Reserve Banken voorschotten
kunnen verkrijgen. Van deze verlichtingen werd tot
dusverre weinig gebruik gemaakt.

6.
Oeldwezen.

3 Maart: Tijdelijk uitvoerverbod voor goud.
9 Maart: Aan de Federal Reserve Banken wordt machtiging verleend tot het uitgeven van bankbiljet-
ten; het onderpand kan bestaan uit staatsobligaties
in plaats van uit een gouddekking van 40 pCt. (,,Fe-
deral Reserve Bank Notes”). Tot 1 November wer-

den slechts $ 189 millioen van deze biljetten geëmit-
teerd.
c
19 April: Thomas Amendment tot de Agricul-
tural Adjustment Act:
aa.
De gouden standaard wordt opgeheven.
bb.
Aan de Federal Reserve Banken wordt machti-

ging verleend direct van de regeering voor $ 3 mii-
hard obligaties te koopen, zonder dat met de bepa-
lingen omtrent de reserves rekening behoeft te wor-
den, gehouden.
cc.
De regeering kan zelfs voor $ 3 milliard bank-
biljétten uitgeven zonder dekking.
dd.
De President kan het goudgehalte van den Dol-
lar tot 50 pOt. verlagen en een dubbelen standaard
invoeren..
ee.
Alle wettelijke betaalmiddelen moeten tot de
nominale waarde in betaling worden aangenomen.
Goudelausules worden onwettig verklaard.

7. Directe werkloozensteun.

Tot dusverre stond deze post niet op de begrooting
vermeld. Roosevelt stond hiervoor $ 3.300 millioen
toe. De volgende uitgaven werden van 7 Juli tot 1 Oc-
tober gemaakt of geraamd:

in millioen $
Openbare werken, waarvan
$ 239
voor de
oorlogsvloot ……………………….
1.709
Openbare arbeidsdienst (Civilian Conservi-
tion Corps.)
250.000
jonge menschen wor-
den bij de bebossching te werk gesteld ….

77
Subsidies aan de staten en steden voor
werkloozenstcun (voor den winter
1933/’34
geraamd)

………………………….
300

8. Afvoering van de begrooting.

Dit heef.t in hoofdzaak betrekking op de pensioenen
voor de, oorlogsveteranen ($ 400 millioen); zij werden
op 1 April 1933 voor het fiscale jaar 1933f’34 op in
totaal $ 850 millioen geraamd.

Kosten.

The National Industrial Conference Board schat de
totale kosten van de herstelmaatregelen op $ 11,7 mil-
hard, dat is meer dan de helft van de openbare schuld
van de Vereenigde Staten, die ongeveer $ 23 milliard
bedraagt. Het bedrag van $ 11,7 milliard bevat alle
mogelijke verplichtingen van de regeering, maar niet
het grootte deel van de leeningen, die door de Recon-
struction Finance Corp. worden verstrekt. De samen-
stelling is als .volgt:

Public Works ……………………..
$ 3.150.000.000
Agricultural Act …………………….
1.100.000.000
Farm credits ………………………..
2.485.000.000
Home loans …………………………
2.200.000.000
Tennessee Valley ……………………..
50.000.000
Federal relief ……………………….
500.000.000
Conservation work …………………..
250.000.000
Bank insurance ……………………..
2.000.000.000

11.75.000.000

1016

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1933

Van deze cijfers geeft de Commercial Financial
Chronicle een nadere verklaring. Het bedrag, opge-

nomen voor openbare werken, is $ 3.300.000.000, in
Juni jI. door het Congres toegewezen, na aftrek van
bepaalde voor andere doeleinden bestemde gedeelten
van dit bedrag.
De tweede post, uitgaven onder de Agricul-
tural Adjustment Act, bevat een toewijzing van de
schatkist van $ 100.000.000 en een schatting van
$ 1.000.000.000 voor bijzondere belastingen, indirect op
de consumenten van katoen, tarwe, varkens enz. ge-
legd. Parm Credit Agencies hebben voorschotten ad
$ 485.000.000 van de schatkist en de Reconstruction
Finance Corporation gekregen, en zijn gerechtigd
obligatiën uit te geven tot een bedrag van
$ 2.000.000.000, voor de herfinanciering van hypothe-
ken. Slechts de rente van deze obligaties wordt door
de Regeering gegarandeerd; dat het geheele bedrag
door de Nat. md. Conf. Board in de raming is op-
genomen, berust op de overweging, dat het een deel
van de toegestane leeningen in verband met het pro-gramma van de Administration vertegenwoordigt en dat het door het Congres kan worden beschouwd als
een voorwaardelijke verplihting van de regeering
zoolang het huidig stelsel van credietverleening aan
de boeren in werking is.
– Hetzelfde geldt voor het bedrag van de home loans,
waarin niet alleen begrepen is een voorschot van
$ 200.000.000 van de R.F.C., maar tevens een extra-
voorschot van $ 2.000.000.000 in obligatiën, waarvan
de rente eveneens gegarandeerd is; verder ook ten
aanzien van een uitgifte van $ 50.000.000 van de Ten-
nessee Valley Authority. De post van $500.000.000
voor Federal relief is een voorschot van de R.F.C. en
de $250.000.000 voor Conservation work is een ra-
ming van de uitgaven van een jaar. Tenslotte heeft
de $ 2.000.000.000 voor de verzekering van bankdepo-
sito’s betrekking op de raming van de National In-
dustrial Conference Baard, t.a.v. de aansprakelijkheid
van een garantie voor deposito’s onder de huidige om-

standigheden.
Men zal dus zien, aldus de Chronicle, dat de op-
stelling eenige posten van twijfelachtigen aard be-

vat, eenige, die leeningen voorstellen, waarvan de
regeering terugbetaling verwacht en andere, die af-
hankelijk zijn van de toekomstige ontwikkeling.
Niettemin is deze opstelling een nuttige herinnering van de groote potentiëele kosten, verbonden aan het programma van de Administration en van de hache-
lijke beteekenis om het vertrouwen te bewaren.

De termijnmarkt voor granen te Rotterdam.
Onder normale omstandigheden zou, toen de No-
vember-termijn aan de termijnmarkt voor granen was
afgeloopen, de Juli-termijn geopend hebben moeten
zijn. Het bestuur heeft echter besloten de Juli-termijn
voorloopig niet te openen en met het opgeven van
zijn redenen gewacht tot een door het reglement voor-
geschreven aantal leden eene vergadering heeft doen
bijeenroepen, in welke vergadering het voorstel werd
gedaan onverwijld den Juli-termijn te openen en de
zaken te doen geschieden met de conditie, dat even-
tueele levering zou plaats vinden ,,in transito”. Ook
voor de loopende maanden Januari, Maart en Mei
werd in overweging gegeven de levering in transito
te doen geschieden.
Wat de opening van den Juli-termijn betreft, het
bestuur heeft dat ernstig afgeraden en, zich daarbij
beroepen op een wenk van regeeringsautoriteiten, die
er op hadden aangedrongen met het doen van zaken
in den Juli-termijn tot einde Januari te wachten:
1-let bestuur meende aan dien wenk gevolg te moeten
geven en de vergadering heeft zich daarbij neerge-
legd, nadat het bestuur had beloofd omstreeks half
Januari met plannen en voorstellen te komen.

De kwestie of het reglement in dien zin moet wor-
den veranderd, dat de levering in het vervolg alleen
in transito zal geschieden, is verder niet besproken,
doch ook hierover mogen van het bestuur voorstel-
len worden verwacht. Zooals het reglement nu is,
past het niet meer op de veranderde verhoudingen,
welke een gevolg zijn van de voorschriften der regee-
i’ing ter saneering van den graanhandel. Volgens die
‘oorschriften mag alleen een erkende importeur
graan inklaren. Lang niet ieder lid van de Te
r
eeni

ging voor den Terniijnhandel is echter als importeur
erkend eu dus zouden vele verkoopers niet kunnen
voldoen aan het door het reglement aan den kooper
toegekende recht bm levering ingeklaard te eischen.
MT
anneer
een kooper, die veelal zelf ook geen er-
kend importeur is, van plan is het gekochte te ont-
vangen, zou men kunnen zeggen, dat die kooper dan
maar in den termijn van een erkend importeur moet
koopen. Dat kan hij echter niet, want men contrac-
teert met de Likwidatiekas, die oorspronkelijke ver-
koopers en koopers niet tegenover elkander laat
staan. De Likwidatiekas is ook geen erkend impor-teur en zoo bestaat er groote kans, dat per saldo aan
den kooper, die ontvangen wil, moet worden geleverd
door een
nietimporteu1:,
die niet kan inklaren. Wat
moet er dan gebeuren? Verleent dan de regeering
hare medewerking door in zulk een geval een niet-
importeur toch verlof tot inklaren te geven?

Het bestuur verklaarde, dat de regeering tot me-
deverking bereid is voor de loopende termijnen, doch
deelde niet mede, waarin die medewerking zal be-
staan. Als gevolg van deze onzekerheid zien wij de
omzetten in de termijnmarkt achteruitgaan. Het is
wel duidelijk zichtbaar, dat kooporders voor de con-
sumptie verminderden, terwijl verkoopers een af-
wachtende houding aannemen, omdat zij niet weten
of later leveringseischen aan hen gesteld zullen wor-
den, waaraan
zij
misschien niet kunnen voldoen.

Koopers in de
termijnmarkt,
die wel erkend impor-
teur zijn, en dus zelf zoude.n kunnen inklaren, kun-
nen alleon inklaren wanneer zij aan de Graancentrale
ccii contract van minstens 250 tons of wat Noord-
Amerikaansche tarwe betreft van 217h! ton overleg-
gen. Een contract mals in cle termijnmarkt is echter
50 tans en tarwe 100 tans en het staat te bezien of
de Graancentrale genoegen zou nemen met vijf maïs-contracten of drie tarwecontracten.

Men is bang; dat door de levering transito te ma-
ken, de binnenlandsehe orders zullen worden gemist
van hen, die mais willen ontvangen, maar daar staat
tegenover, dat anders de verkoopers voor een groot
gedeelte zullen moeten ophouden in de termijnmarkt
te verkoopen, voor zoover
zij
geen erkende importeurs
zijn. Welk belang het grootst is, blijkt wel uit de
kleine door de Likwidatiekas geleverde hoeveelheden in verhouding tot de totale omzetten.
Wanneer de levering transito wordt gemaakt, dan
kan de termijnmarkt weder aan haar oorspronkelijk
doel beantwoorden, den contractanten een tegenposi-
tie te laten innemen tegen hunne engagementen in de
open markt. Bovendien worden dan niet de leden-im-
porteurs, die ingeklaard kunnen leveren, boven de
andere leden bevoordeeld, die niet kunnen inklaren.

Wanneer de condities niet worden verandert, zal
de termijnmarkt daarvan nadeelige gevolgen onder-vinden, welke grooter zullen zijn dan wanneer door
transito levering binnenlandsche koopers niet meer
ingeklaard geleverd kunnen eischen. Misschien zou de
Likwidatiekas daaraan nog tegemoet kunnen komen
door aan hen, die wenschen te ontvangen te laten
leveren door leden importeurs voor zoover er onder de
importeurs verkoopers zijn, die hunne verkoopen in
den termijn aandienen. Verder stelie men de hoeveel-
heid van een contract mais en tarwe vast op 250 ton
om het den importeur, wanneer hij gekocht heeft en
ontvangen wil, mogelijk te maken het gekoc.hte in te

klaren. –

27 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1017

INGEZONDEN STUKKEN

DE INVLOED VAN HET ARBEIDSLOON OP DEN
KOSTPRIJS DER PRODUCTEN.

De Heer A. J. W. Renaud schrijft ons:

Het is stellig een verheugend feit te noemen, dat
eindelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek, met medewerking van de Directie van den Landbouw
en in opdracht van de Regeering een ,,Onderzoek naar
den invloed van het arbeidsloon op den kostprijs der
producten” (voortaan aan te duiden als ,,Invloed loo-
nen”) is ingesteld. (In twee deeltjes verschenen als uitgave van de Algemeene Landsdrukkerij en door
Dr. 0. Bakker besproken in de E.-S. B. van 30 Aug.

en 27 Sept. 1933).
Tegen den principieelen opzet en dientengevolge
Dok tegen de practische uitwerking en conclusies
meenen wij nochtans een paar ernstige bezwaren naar voren te moeten brengen.
Denken wij ons een artikel A, waarvan de kost-

prijssamenstelling:

Grondstof

…………………….
40 % …. f0,40
Loon, (met inbegrip ondernemersloon)
40

…. 0,40
Afschrijving, rente, enz. (waarin geen
Nederlandsch loon) ……………
20 .,…….0,20

Kostprijs

………………….100
% . . . . f 1,-

Bij verkoop brengt het artikel A slechts
f 0,40
per

eenheid op. Voor een tweede artikel B vormt het
eerstgenoemde A de eenige grondstof. Per productie-
eenheid van B is de kostprijssamenstelling:

Grondstof (A.) …………………
80

…. f0,40
Loon (met inbegrip ondernemersloon)
.5,,
……
0,02%,
Afschrijving, rente, enz. (waarin geen
Nederlandseh loon) ……………
15

,,0,07%

Kostprijs

………………….100 % ….
f0,50

Artikel B wordt verkocht voor
f
0,50 per eenheid.
Volgens ,,Invloed bonen” is de ,,Geaccumuleerde
loonquote” te stellen op 37 pOt., namelijk 5 pCt.,

rechtstreeks betaald
bij
de vervaardiging van artikel B
en 32 pCt. (40 pCt. van de 80 pCt. grondstof A) door-

berekend loon.
Naar onze meening had de berekening der ,,ge-
accumuleerde loonquote” in artikel B moeten geschie-

den als volgt:

Grondstof

………………..
fO,4O

36,36 %

80 %
Loon
(fO
,4
O + f 0,02
1
2
) …….

..
0,42% 38,64,,

85,,
Afschr. rente, enz.
(f 0,20 + f 0,07 %i) ………… ..0,27%

25,—,,

55,,
Geaccnmuleerde kostprijs …….
f 1,10

100,— % 220 %

ondernemerspremie

(negatief),,
0,60

54,55 ,, 120
Opbrengstprijs artikel B ……..
f 0,50

45,45 % 100 %

De principiëele fout in ,,Invloed bonen” is gelegen
in het feit, dat nu eens met
kostpr’ijzen”,
dan weer

met
,opbrengstpr’ijzen”
wordt gerekend. Zoolang de
,,ondernemerspremie”, positief of negatief, tot gerin-
ge proporties beperkt blijft, zullen de verkregen eind-
resultaten volgens de beide berekeningsmethoden niet
overmatig veel uiteenloopen, terwijl ook tengevolge
van elkaar min of meer compenseerende invloeden de mogelijkheid ontstaat, dat de geconstateerde verschil-
len meevallen.
Volgens collectieve arbeidsovereenkomst werd in
1929 en 1930 aan verschillende bouwvakarbeiders, bij-
voorbeeld te Middelburg en Vlissingen, 55 cent per
uur betaald, terwijl te Amsterdam, ‘s-Graveuhage en
Rotterdam tegelijkertijd een uurloon gold van 80 cent,
hetwelk echter in de praktijk nog heel wat hooger
werd opgevoerd. Ondanks deze toch heusch niet on-
be’angrijke plaatselijke loonverschillen constateert
,,Invloed bonen” voor de ,,Kosten van den bouw van
twee complexen woningen” (deel II pag. 15) voor
,,loonen en salarissen, op het werk betaald” een per-
centage van 37,2, hetwelk wij voor de bedoelde twee
complexen gaarne als juist willen aannemen, doch

stellig niet zonder meer wenschen te aanvaarden als
beoordeelingsmaatstaf in het algemeen. De ,,sprei-
ding” der individueele gevallen ten opzichte van dit
,,gemiddelde” is veel te groot.

N a s c h r i f t. Gaarne maak ik van de gelegen-
heid,
mij
welwillend door de Redactie geboden, ge-
bruik, om de opmerkingen van den heer Renaud te
beantwoorden.
Het principieele bezwaar van den heer Renaud is
gelegen in het feit, dat, voor de berekening van de
geaccumuleerde loonquote, nu eens met ,,kostprjzen”,
dan weer• met ,,opbrengstprijzen” wordt gerekend. Ik
wil den heer R. gaarne toegeven, dat bij de bereke-
ningen over de geheele linie de theoretische kostprj-
zen den grondslag hadden moeten vormen. Dit was
evenwel practisch onmogelijk en daarom is in vele
gevallen de werkelijke opbrengstprijs als uitgangs-
punt genomen.
Is dus de theoretische opmerking juist, practisch
gaat het erom, hoe groot de verschillen zijn, die langs
dezen weg ontstaan. In het gefingeerde voorbeeld
van den heer R. is dat verschil al heel klein; volgens
de methode van ,,Invloed loonen’ komt hij op een
geaccumuleerde loonquote van 37 pCt., volgens eigen
berekening tot een van 38.64 pOt. van den kostprijs.
Dit verschil is practisch van geen of geringe betee-
kenis, vooral als men bedenkt, dat de heer R. een
zeer groot verschil aanneemt tusschen den kostprijs
ad
f 1.—
en de opbrengstprijs van
f
0.40 van arti-
kel A.
1)

Voor een der artikelen, behandeld in Deel 1 van
,,Invloed bonen”, waarvoor bovendien de berekenin-
gen met die in het gefingeerde voorbeeld van den heer
R. groote overeenkomst vertoonen, kan het verschil
tusschen de uitkomsten volgens beide methoden vast-
gesteld worden. Het betreft hier de boterfabricage.
Het artikel A is dan de melk, waarvan de kostprijs-
samenstelling op blz. 37 van Deel 1 gegeven is, arti-
kel B is dan de boter af-fabriek (kostprijssamenstel.
ling op blz. 54 van Deel 1). Voor de berekeningen
der geaccumuleerde loonquote in boter is in het ver-
slag de prijs van de melk aangenomen tegen op-
brengstprijs (uitkeering door de coöperatieve boter-
fabrieken) en niet de kostprijs van de melk.
Met behulp van berekeningen van den heer B. Tam-
minga, Directeur der Coöperatieve Centrale Land-
bouwboekhouding in Friesland, over den kostprijs
van melk, heb ik thans dien kostprijs, met inbegrip
van rente, ondernemersboon en pacht, voor het jaar
1929 op
f
90 per 1000 KG. berekend. Dit is dus de theoretische kostprijs, terwijl de opbrengstprjs, d.i.
de uitkeering van de coöperatieve boterfabrieken, in
1929 volgens het verslag
f
68.09 bedroeg. Ik heb nu
cle geaccumuleerde boonquote opnieuw berekend, daar-
bij dus uitgaande van een melkprijs van
f
90 in
plaats van
f
68.09. Dan
blijkt,
dat de geaccumuleerde
loonquote van boter af-fabriek 35.9 pCt. wordt tegen
36.4 pCt. volgens het ve,slag en van boter in-handen-
van-den-consument 39 pCt. tegen 40.2 pCt. volgens
het onderzoek. Voor 1931, hij een kostprijs van melk
ad
j’
60 tegen een uitkeeringsprijs van
•f
43.85 wordt
de loonquote van boter af-fabriek 40.1 pCt. tegen
40.8 pCt. en van boter in-handen-van-den-consument
444 pCt. tegen 46.2 pCt. Deze verschillen zijn zoo gering, dat ze
bij
de be-
oordeeling der’ resultaten geenerlei gewicht in de
schaal leggen, zoodat de opmerkingen van den heer R.
de waarde van de uitkomsten van het onderzoek in
geenerlei opzicht aantasten.

‘) De becijferingen in de derde kolom van de derde op-stelling van den heer R. en zijn becijfering van de (nega-
tieve) ondernemerspremie gaan langs mij heen. Het gaat
hier immers om den invloed van het loon op den
kost-
prijs der producten – zie den titel van het artikel -. En de berekening van de (negatieve) oudernemersprcme
zegt niets anders dan dat, als de opbrengstprijs lager dan
de kostprijs is, er verlies is.

1018

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27
December 1933

De tweede opmerking, die de heer
R.
naar voren

brengt, betreft de loonquote in den woningbouw. Het
percentage bonen (en salarissen), dat het verslag
geeft, t.w. 37.2 pOt., zou geen algemeene beoordee-
lingsmaatstaf vormen, gezien het feit, dat de bonen
in de bouwvakken vrij sterk uiteenloopen (55 tot
80

cent per uur).
In het verslag (Deel II, blz. 9) is medegedeeld, dat
voor iedere bedrijfsgroep de cijfers vastgesteld zijn
op grond van de opgaven van een beperkt aantal
representatieve ondernemingen. Dit principe is ook
van toepassing op de complexen woningen, waaraan de cijfers voor de kostprijssamenst.elling in den wo-
ningbouw ontleend zijn. De complexen zijn noch in
de duurste, noch in de goedkoopste plaatsen gebouwd,

het uurloon bedroeg er namelijk 70 ct. Nemen wij nu die gemeenten, waarin het loon van
60 tot 80 ct. varieerde. Voor de complexen, gebouwd
onder een tarief van 70 ct. per uur, is de loonquote
op 37.2 pOt. bepaald; voor 60 en 80 ct. zou dan,
alle

overige factoren gelijk latende,
een loonpercentage

van resp. 33.7 en 40.4 gelden, waarvoor n.m.m. een ge-
middelde van 37.2 een goede maatstaf is. Welnu, in
de gemeenten met ëen uurloon van 60 tot 80 ct. in de
bouwvakken werd in 1929 ruim 70 pOt. ) van het
totale aantal woningen in ons land gebouwd. Met deze
verhoudingen voor oogen valt er m.i. op het percen-
tage van 37.2 als representatief cijfer weinig af te
dingen. . 0. BAKKER.

i) Indien niet het aantal, doch de waarde der gebouwde woningen als uitgangspunt genomen kon worden, zou dit
percentage zeker nog hooger uitvallen.

DE COMMERCIEELE LEIDING VAN HET SPOORWEG-
BEDRIJF.
De Heer Th. H. Bernsen schrijft ons:
In uw No. van 29 November ji. becritiseert de heer
Ir. H. E. Verschoor de gestie der Nederlandsche Spoorwe-
gen en geeft een drietal middelen tot saneering der corn-
merciëele politiek aan.
Een bedrijf, dat aan de Overheid over 1933 een winst.
en verliesrekening zal gaan aanbieden met niet minder
dLn
f
30 millioen exploitatieverlies, verdient in het volle
licht der openbaarheid geplaatst te worden. En zoolang en
zoo vaak tot geconstateerd kan worden, dat de klanken
der critiek hare uitwerking niet gemist hebben!
Goede wil om het Spoorwegbedrijf economisch te exploi-
teeren is stellig aanwezig; twijfel behoeft niet te bestaan,
dat de tekorten van dit bedrijf een dagelijksche zorg der
Dii-ectie vormen; met stelligheid kan worden verzekerd,
dat in de laatste jaren maatregelen getroffen zijn om te
trachten de bedrijfsuitkomsten te verbeteren. Edoch – de
tekorten blijven en van eene fundamenteele reconstruc-
tie in de comrnerciëele politiek vernemen wij niets.
De propaganda voor goed, vlug en veilig reizen is ons
bekend; ,,de spoorweg is uw vervoersweg” spreekt aan het
kleinste station tot ons. Reizigers- en vrachttarieven zijn
herhaaldelijk verlaagd; salarissen en bonen zijn vermin-
derd en niettemin blijven er tekorten, die van een zoo-danigen omvang zijn, dat een
Particulier
bedrijf allang
zijn deuien had moeten sluiten. De di-ie middelen om tot een oplossing van dit probleem

te komen, die de heer Verschoor ons aangeeft, zou ik met
nog een enkel willen aanvullen. Ik zou vooraf de vraag
willen stellen of ons spoorwegbedrijf er zich toe leent om
op koopmanschappelijke wijze beheerd te worden, een
vraag, die haar reden van bestaan in de omstandigheid
vindt, dat bij deze Spoorwegen eene aanpassing aan gewij-
zigde omstandigheden, aan nieuwe behoeften, nieuwe or-
ganisatievormen, moeizaam blijkt te gaan, te langzaam,
te onzeker.
Ons wegennet (auto- en fietswegen) is in de laatste
jaren prachtig verbeterd, tollen worden opgeheven, brug-
gen zijn gebouwd, een program voor versnelde bruggen-
bouw ligt vrijwel gereed, dat alles zal slechts de auto,
voor personen- en vrachtverkeer ten goede komen. Mii-
lioenen guldens worden hieraan besteed en —-nieuwe
millioenen zullen straks noodig zijn om de. nieuwe tekor

ten te dekken, die, als gevolg van dit program, zullen
optreden.
Wat doet het spoorwegbedrijf – thans – om den strijd
te kunnen volhouden? Vergemakkelijkt het het reizigers-
en goederenverkeer? Geeft het ien ,,service”, die de auto
niet bieden kan? Maakt liet gebruik van zijn voorsprong
de kortste, eigen, wegen te hebben? Geeft het voldoende
gelegenheid om met ,,late” treinen te reizen? Is het niet
opvallend, dat de inrichting van nieuwe compartimenten
welhaast klassiek blijft? De practijk doet helaas zien, dat een stroefheid in het cominerciëel beleid bestaat, die een
ambtelijke bijsmaak heeft. Particuliere autobussen voor
personen- en goedereubedrijf rijden constant bepaalde lan-
ge trajecten. Op zoodanige trajecten – bij voorkeur de
lange –
missen wij een speciale ,,autorail”dienst der
spoorwegen, die, mits goed georganiseerd, inderdaad ,,vlug,
veilig en goedkoop” speciaal vervoer tot zich kan trekken,
zoowel van goederen als van personen. Een afnemer-reizi-
ger, die veel kilometers heeft af te leggen, heeft slechts de
keuze tusschen
gewoon
tarief of
volledig
abonnement. Ge-
zelschapskaarten worden sehroomvallig aan vastgestelde –
korte – termijn gebonden; verbindingen 1oord-Zuid,
West-Oost blijven slecht; spoorvegauto’s ontbreken om
goederen en personen van bepaalde hoofdstations naar
naaste omgeving te distribueereii. Kortweg: het spoorweg-
bedrijf propageert het
particuliere
vracht- en personen-
bedrijf, zoowel wegens gebrek aan ,,service” als door on-
doelniatige en onvoldoende tarieven. Hierbij is niet eens gesproken van de grootte der tarieven t.o.v. het particu-lier bedi-ijf, slechts wordt gereleveerd, dat door gezonde
comrnerciëele politiek, véél, zdér vél te bereiken zou zijn. Ziehier een enkele opmerking en tevens het
vierde
nijd-
dcl, dat, in aansluiting aan het betoog des heeren Ver
schoor, in de belangstelling van de lezers wordt aanbe-
volen.

ONTVANGEN BOEKEN.

W.
Prins: De weg tot ontwarring van het Nederland-
sche vervoervraagstuk.
(Uitgave G. W. van der

Wiel
& Co.,
Arnhem. 34 blz. Prijs
f
0.50).

De rivieren en het meerendeel der kunstmatige water-
wegen hebben allereerst een andere functie te vervullen
dan het dienen van scheepvaartbelangen. Zij dienen tot
afvloeiing of uitloozing van water en zijn voorwaarde voor
of consequentie van de ontwikkeling van een streek (b.v.
kanalen in de Veenstreken) – Het waterwegennet zou ook
zonder scheepvaart in denzelfden staat gehouden moeten
worden, zoodat de waterweg voor het vervoer zeer goed-
koop is. Deze gedachte wordt door den shr. uitgewerkt en
als basis genomen voor ‘le constructie van een Nederland-
sche vervoerpolitiek.

AANVOEREN
in
tons van !000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
17123 Dec.
1

Sedert
Overeenk.
17(23 Dec.
Sedert
Overeenk.
•1933
1 932
1933
1Jan. 1933 tijdvak 1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932

22.593
1.517.945 1.494.739

23.685
8.060 1.541.630
1.502.799
11.
21
3
408.988
503.552

8.935
4.210
417.923
507.762
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
1.486
23.348
26.613

25
244
23.373 26.857
Boekweit ……………
Maïs ………………..
8.
975

1.003.240
1.460.081
11.303
217.548
350.117
1.220.788 1.810.198
2.
4
00
492.288
474.207
2.450
51.831
37.017 544.119
511.224
120.663 196.420
100
3.908
4.695
124.571
201.115
182.131
305.646

209.278 383.510
391.409
689.156

Gerst

……………..
Haver

……………….100

3.164 151.364
89.314

200
50
151.564
89.364
Lijnzaad

……………..106
Lijnkoek

……………
7
19.026
23.839

5.654
13.688
24.680
37.527
Tarwemeel

………….10
Andere meelsoorten
..
..
1.099
51.394 44.627
104
8.301
13.114
59.695
57.741

24 December
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1019

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN NOVEMBER
1933.

Prov. en Gemeentelijke Leeningen
1)
. . f
3.733.500,-

zijnde:

Nederland

Gem. Groningen
f
1.800.000
4 % oh!. 11 983/ % …….
f
1.768.500
Gein. Leiden
f
2.000.000 4 %

obi. h 9834 % ………….
1
.965.00
0

Mijnbouw(ondernemingen ………..
.

375.000,-

zijnde:

Nederland

Aandaaten:

Gereformeerde Kerk, ‘s-Graven-
Mijnbouwmij. ,,Boeton”

f
375.000 gew. aand. h
100
% 2)
f
375.000

Diversen … . …………………. ,,

112.000,-

zijnde:

Nederland

Aandeelen:

Italiaansche Opera
f
87.000
aand. ft 100
% 3)
f

87.000
Obligatiën:
Mij. t. Expi. v. Natuuri.
Bronnen
f
25.000 5 % obi.
L 100 %

………………
25
.
000

Kerkelijke Leeningen ……………,,
130.000,-

zijnde:
Nederland
…………….f

130.000

Totaal….
f
4.350.500,-
2)
Bovendien Gein. Delft
f
900.000 4 % obi. L 98 % voor
conversie en Gem. Gouda
f
1.250.000 4 % obi. á 9734 %
voor conversie.
Voor iedere toegewezen
f
1.500 wordt kosteloos een
winstaandee! uitgereikt.
De inschrijvers ontvangen gratis een couponboekje ter waarde van
f25.

Bovendien:

f
24.960.000,- 3-m. Schatkistpromessen Is
f
999,25
5.450.000,- 6-rn.

,,

,, ,,
997,50 en
48.495.000,- 3 % Schatkistbiljetten

1.012,50

De Kerkelijke Leening is de volgende:

Rente- Emissie-
Guldens voet

koers
pot.

pCt.
Gereformeerde Kerk, ‘s-Graven-

hage-West ……………..130.000

434

100

Emissies in 1933.

Obligatiën
Aandeelen
Totaal

Januari

f
11190.325,-


f
111.190.325,-
Februari
.
,,
12.250.625,-

12.250.625,-
Maart……
1.414.500,-

1.414.500,-
April

…..
11.291.500,-
f

500.000,-
,,

11.791.500,-
Mei
50.000,-
,,

238.000,-
,,

288.000,-
Juni

,,

787.500,-
,,

787.500,-
Juli

…….



Augustus

,,
222.000,-

,,

222.000,-
September ,,
7.020.625,-

7.020.625,-
October

,,
202.897.125,-
-.


202.897.125,-
November

,,
3.888.500,-
,,

462.000,-
,,

4.350.500,-

Totaal. –
f
350.225.200,-
f
1.987.500,-
f
352.212.700,

OVERZICHT DER OPBRENGSTEN VAN HET

STAATSBEDRIJF DER
P.T.T.

SEPTEMBER 1933.

……Werkelijke

Meer of minder dan
Omschrijving

opbrengst

Sept. 1933

Sept. 1932
1
Begrooting

f
3.068.468

f
82.011

f
139.532
,,

380.423

29.347
+

5.163
Posterijen

…….

Telefonie ………
2.051.241
+

16.780
+

27.541
Telegrafie

……..

Postchque- en

Girodienst

…….
450.417
.4..

42.670
+
,,

28917

Totalen ……
.f
5.950.549

f
51.908 –
f
77.911

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.

Tè.
d

Disc. Wissels.
24193ept.’33
Lissabon

….
5411
Dec.’33
Bel.Binn.Eff.

Vrsch. in R.C.
3
19Sept.’33
3
19Sept ’33
Londen ……
Madrid ……
2
30Jvni’32
6
26
Oct.’32
Athene

……….
7

14 Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
2
19Oct.’33
Batavia ……….
4416Aug.’33
Oslo

……..
3422Mei’33
Belgrado

……..
74
20Juli’31
Parijs

……
24
90ct.’31
Berlijn

……….
4
22 Sept.’32
Praag

……
3425 Jan.’33
Boekarest……..
6

5Apr.’33
Pretoria

…..
415 Mei ’33
I3russel ……….
3413 Jan.’32
Rome ……..
3

11Dec.’33
I3udapest ……..
44
17 Oct. ’32
Stockholm

..
241 Dec. ’33
Calcutta

……..
34
16Feb.’33
Tokio

.
..
.
3.65

2Juli’33
Dantzig

……..
3

6Mei’33
Weenen ……
5
23Mrt.’33
Helsingfors ……
5

4
Sept.’33
Warschau….
5
26 Oct. ’33
Kopenhagen

….
241
Dec.
’33
Zwits.Nat.Bk.
2
22Jan.’31

OPEN MARKT.

1933
1932
1931
1914

23Dec
1

18123
11116
419
19/24
21124
20(24
Dec. Dec.
Dec. Dec.
Dec.
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
18I2
31
8
.11
/g/,s
3
1
.1
1
1
1413
2-3
31j8_3J
Prolong.

.1
1
1
1
1
3
14-3
214-j4
Londen
Daggeld…
111.1
15_1
1
12-1
1
12-1
‘l,-I
4-5
1314-2
Partic.disc.
I
3
116I14
I’115′
1
14
111
5.11
4

1h1,,uIe
1
5
/i6
5
)16
51-6
4114_314
Berlijn
Daggeld…
4
15512
4114-5”2
411.571

4114-5V2
4_511
4



Maandgeld
41i2_6
412-6
4
1
I2-6
4
1
12-6
4112-5112


Part, disc.
3
7
18
311
371
8

3719
371

2’k-‘j,
Wareriw…
411

4L
4-
1
1
412
4
1
14


Neo,
York
Daggeld 1)
1
1
1
3
14

1
1-314
3.114
I14-2
I,
Partic.disc.
71
71
7(
314.715
2
3
1
1

toers van zz uec. en aaaraan voora;gaac,ae wege,,
tim.
Vrijaag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NE])ERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Lat avia
Y
or
k*,)

19 Dec.

1933
1.58
8.1234
59.34
9.76
34.60 100′
20

,,

1933
1.5934
8.1534
59.38
9.764
34.61
100i
21

,,

1933
1.6034
8.15s,

59.38
9.754
34.60
1005,
22

,,

1933
1.60
8.1534
59.39
9.754
34.584
100
23,,

1913-





25,,

1933-
– – – –

Laagste d.wl)
1.57
8.10 59.30
9.74
34.55
100
Hoogste d.w’)
1.61
8.18
1
59.424 9.764
34.65
10021
Muntpa.riteit
2.4878
12.1070
1 59:263
9.747
34.592
100

11a a
Zwit-
an
ser Id
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
,l
1)
rest
1)
“)
)

19 Dec.

1933
48.16

7.38
1.48
13.064 20.36
20

1933
48.14

7.38
1.48
13.06
20.37
21

1933
48.1211
2


7.38
1.48 13.07
20.39
22

1933
48.11

7.38
1.48
13.06
20.41
23

1933

.

.



25

1933


– –


Laagste d.w’)
48.07w

7.35

1.45
13.024
20.25
Hoogste d.wl)j
48.1734
28.-
7.40
1.524 13.124
20.45
Muntpariteit
48.1234
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52

D a a
Stock-
Kopen-
10 *)
t-/el-
Buenos-
Mon-
holm *)
hage
n
*)
Aires’)
treal’,)

19 Dec.

1933
41.90
36.25
40.80
3.574
39
1.59L
20.

1933
42.10
36.45
41.-
3.60
3934
1.60
21

1933
42.10 36.45
41.-
3.60
39,
1.60
22

1933
42.05 36.40 40.95
3.60
3934
1.6034
23

,,

1933
– –



1.59
25

1933


– –
– –
Laagste d.w’)
41.65
36.05
40.60
3.524
3734
1.57
Hoogste d.wl)
42.30
36.70
41.25
3.65
41
1.63
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
9534
2.4878
) iNoteering te Amsteraam.

) Not, te !-totterdani.
1)
Part. opgave.
in ‘t Iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
°


Londen
(2 per £)
Parijs
($p. lOOfr.)
Berlijn
(Sp. 100 Mk.)
Amsterdam ($p. 100 gld.)

19 Dec.

1933
5,14
6,16%
37,58 63,25
20

,,.

1933
5,0934
6,0934
37,10 62,50
21

,,

1933
5,073
6,0634
36,95

62,25
22

,,

1933
5,1034
6,12
37,25 62,80
23

,,

1933
5,11j,
6,1234
37,30 62,80
25

,,

1933
– .


26Dec.

Muutpariteit..
4,86
3,901
23.8134
40’1,

r

1020

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27
December 1933

KOEIRSN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
9 Dec..
1933

1

16Dec.
1933

1LaagstelHoogstel

18123 Dec. 1933
23 Dec.
1933

Alexandrië.,
Piast.
p.0

97%
97%
9721
8

9751,
97
Athene

•…
Dr.
p.g

582% 582%
560
600
582%
Bangkok….
Sh. p.tical
11101
s

11101
8

111081
8

111081
8

111081,
Budapest
Pen. p.
£
18%
18%
18%
18%
18%
Buenos Aires
d.
P.$

35%
371
6

35%
3571
8

353%
Calcutta
. .

.
Sh. p. rup.
116
1
1
32

1
1
63
/6
4

1161132

1
1
63
182
11611
1
,
Constantin..
Piast.p.0
680
678 675 678 675
Hongkong ..
Sh. p.
$
11581,
6

.115
8
110
114i1,
116
11571,
0
Sh. p. yen
112
16
1
33

1
1
255
132
1127116
11251,
6

1/2%
Lissabon….
Escu.p.g
110
10971
8

109%
110,
10971
8

Kobe

…….

Mexico

….
$per
18
17%
17%
18%
18
Montevideo
.
.per
35
3581
8
318
35112

3581
8

Montreal

..
$
per
£
508%
5.08%
5.06
1
,-
2

5.12
5.09
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
4’1
8

4
,
1
8

411
8

4,,
4i,i
Shanghai

•.
Sh. p. tael
1
/
3ti,,
1/3% 1/3%
1/4%
1/3
1
8/,,
Singapore
. .
id. p.
$
2/4
3
/
33

2/4
1
1
32

213151,
6

2/4
214
1
1
32

Valparaiso
1)
$
per
£
– – – – –
Warschau ..
Zi.
p.
£
291,
29
28
8
%
2981,
291,

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
)
Londen’)
N.Yorkl)

Londen
19 Dec.

1933..

185,
43%

19 Dec.

1933….

12619
20

,,

1933,.

1851,,
43

20

,,

1933….

12619
21

,,

1933..

189/,,
43

21

,,

1933….

12612
22

,,

1933..

1911,,
44%

22

,,

1933….

12613
23

,,

1933..

1802/,,
438%

23

,,

1933….

12614
25

,,

1933..

25

,,

1933….


26 Dec.

1932,.
– –

26 Dec. 1932.,..


27 Juli

1914..

2451,
6

59

27 Juli

1914….

84110%
1)
in pence p. oz.stand.
2)
Foreign
sliver in $c. p. oz. fine.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND
VAN ‘s RIJKS KAS
Vorderingen.
15
Dec.
1933

1
23
Dec.
1933
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche

Bank …… . ………..
/

7.520,971,90
f

18.393.224,17
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
14.871,51
321.520,95
Voorsch.
op
uit. Nov. (resp. Oct.)
1
33
aan

.

de gem. verst,
op v.
haard. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en
opc.
1.149.970,29
1.149.970,29
Voorsch.
op
uit. Nov. (resp. Oct.)
’33
aan
de gem. verstrekt
op
aan haar uit te
keerenhoofds.derpers.bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergeni.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
,,

1.008.825,56
1.008.825,56

op
de Rijksink. bel …………
………

234.556.944,84
,,236.371.771,16
Id. san

Suriname …………………
13.268.235,35
,,

13.073.969,28
Id.

aal,

Curaçao ………………….
4.932.205,89
,,

4.942.239,20
}Casvord. weg. credietverst. s!h. buitenl
,,
102.246.080,21
,,
102.451.264,22

Voorschotten aan Ned.-indi6………..

Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen

….

,,

41,947.199,81
,,

33.079.713,58
Vord.
op
het Alg.Burg. Pensioenfonds’)

….



,,

14.019.329,15
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
0
)

…..18.036.331,52
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld- leeningen aan gemeenten (saldo)
49.334.409,82
49.492.409,82
Ver
Pl 1 c
h tingen

Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.
16
van haar

octrooi

verstrekt
– –
Schatkistbiljetten in Omloop ………
/335.524.000,-
f335.524.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
136.990.000.-.
,,136.940.000,-
Zilverbons in

Omloop
…. . ………..
1.405.270,50
,,

1.402.232,-
Schuld
op
uit. Nov. (resp. Oct.)
’33
ajd

.

gen. weg. a. h. uitte keeren hoofds.d.

..

pers. bel., aand.
i.
d. hooids. d. grondb.

e. d. gen,. fondsb. alsm.
opc. op
die bel, en
op
de verm. bel……………


Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
231.246,40
,,

500.237.94
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’)
,,
107.222.567,38
,,
108.250.182.71
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
65.300,70
,,

75.300,70
Id. aan diverse instellingen’)
……..
…..
28.8
..60.120,95
,,

26.270.550,59
1)
in rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist. NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1

16

Dec.
1933
1

23
Dec.
1933
Vorderingen:
f

4.794.000,-
f

7.102.000,-
73.266.000,-

waaronder Muntbiljetten ………..
74.000,-
-.

Saldo Javasche Bank …………
. … ..

Verplichtingen:
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas ….
…..

Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinsteil.
234.764.000,-
236.372.000,-

Schatkistbiljetten ………………..

….

1.000.000,-
20.365.000,-
,,

1.000.000,-
20.365.000,-
Schatkistpromessen
…………………..

.

1.142.000,-
1.142.000,-
Schuld aan het Ned.-ind. Muntfonds.

….

,,

2.170.000,-
1.648.000,-
Muntbiljetten

1fl
Omloop
…………….

idem aan de Ned.-ind. Postspaarbank.,,
2.189.000,-
.
2.206.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
– –
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in
duizenden guldens.

Data
Metaal
Clrc
/1-
late
Andere
opeischb.
schulden

1
Dlscont

1D.
w reke-
ntngen’)

2 Dec.

1933,
.1
695
1.275
423
713
2.406
25 Nov.

1933..
698
3.057
418
712
2.389
18

1933..
697
1.081
557
710
2.386
11

1933..
697
1.239
480
706
2.404
3

1933.»
694
1.306
450
704 2.381

5 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
‘ anultu. ucr acolva.

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 December 1933.

Activa.
Binnen!. Wis-‘Hfdbk.
f

26.713.303,19
sels, Prom., Bijbnk.

559.190,77
enz.in
disc.Ag.sch.
,,

4.372.360,64

f
31.644.854,60
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.

f

1.402.500,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.


1.402.500,-
J3eleeningenHïdbk.
f

98.098.231,331)
mci.
vrsch.
Bijbnk.

4.106.711,20
in rek.-crt.
op

onderp.1Ag.sch.
,

43.052.464,80
op
onderp.

f
145.257.407,33

Op
Effecten……
f
143.656.472,43
1
)
OpGoederenenSpec.
,,

1.600.934,90
145.257.407,331)
Voorschotten a. h. Rijk
…………….

..

Munt, Goud
……
f
106
:
711.610,_
Muntmat., Goud
.. ,,
815.216.451,84

f

921.928.061,84
Munt, Zilver, enz.

26.363.349,85
Muntmat. Zilver
.


948.291.411,692)
Belegging
1
1
5
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

……………………,,
21.544.809,79
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen
………………
10.550.271,50
Staatd. Nederl. (Wetv. 27/5/’32,
S.
No. 221),,
18.331.195,17

f
1.182.022.450,08
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds …………………….,,

3.749.272,82
Bijzondere reserve ………………..,,

5.000.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

8.820.960,74
Bankbiljetten in omloop …………. .,,

911.569.480,-
Bankassignatiën in omloop ……… .,,

245.938,11
Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f
7.201.140,12
saldo’s: k Anderen ,, 223.188.724,89

230.389.865,01
Diverse rekeningen ………………

2.246.933,40

f
1.182.022.450,08

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
491.929.214,02
Minder bedrag aan bankbiljetten in om- loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.229.823.035,-
Waarvan aan Nederlandsch-Indjë (Wet van
15
Maart
1933,
Staatsbiad No.
99) ……../ 76.424.425,-
Waarvan in het buitenland
………… . ………… ..15.732.788,53

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beachikb. Dek-
Data

Circulatle opeischb. Metaal- kings
Munt 1.41untmat.

schulden

saldo 1 perc.

27 Dec. ’33 106712 815.216 911.569 230.636 491.929 83
107312 813.220 898.120 240.026 492.891

83

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437 6.198 43.521

54

Data
£
1

bedr

1

n’,.n
1

Belee
rupici
op
het
reke-
disconfo’slrechtstreeksl

ningen
buiten!.
i
ningen
1

27 Dec.

19331

31.645

1145.257
1
1.403
1

10.550
18

,,

1933i
31.201

141.825
1.403
11.008

25 Juli

19141

67.947

61.686
20.188
509
‘)Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data

Goud

Zilver
1
Circulatle opeischb.
1
metaal-
schulden 1 saldo

23 Dec.’332)
1

145.430 185.160
33.860
57.822

1
16

’33 2)1
144.440 189.490
28.490
57.648

25 Nov.1933
T0717
1

36.043 185.222
.
26.955
54.889
18

,,

19331
102.418

1

.36.043
188.050 21.427 54.670

1

25 Juli
19141

22.057

31.907 110.172 12.634 4.842
1

Wissels.
1
t

Diverse

1
Dek-
Data
1

buiten
1

Dis-
Belee-
reke-

i
i

1
ga-
pe
kn
1

N.-Ind. conto’s ningen
1
ningen
1)
rcen-

1
1

betaalb.
1
take

1

23Dec. ‘332)
720
71.000
14.950
66
16

,,

1332)
470
71.210
13.960
67

25Nov.1933
532
.990
53.677
12.692
66
18

,,

1933
234 9.178
53.439
11.652
66

25 Juli 1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
1)
Slultpost activa.
2)
Cijfers telegrafisch ontvangen.

27 December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1021

1•1

BANK VAN ENGELAND.

Bankbilf. Bankbilf.
1
Other Securities
Data
Metaal in
in Bankingl
Disc.and
1
Securifies
circulatle
1
Departm.
t
Advances

20 Dec.

1933
191.724
389.864

60.860
8.370
1

13.251
13

,,

1933
191.706 381.891

68.747
8.401

13.643

22 Juli

1914
40.164
29.317 33.633

1
Other Deposits
Dek-
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Bankers

Other
Reserve1
kings-
Accountsl
1
perc.
1)

20 Dec.’33
81.057
20.036
91.903

1
36.677
1
61.8601
41,6
13

,,

’33
72.907 14.544
95.561

36.763
1
69.8141
47,5

22Juli ’14
11.005 14.736
42.185 29.297j
52

.,
vcrnuuuing
LUSSLIICII flCSCJVC CII UCPUSIIb.

BANK VAN FRANKRIJK.

ZilverI
Te goed

Wis-
Waarv.j

Belee-
1 Renteloos
1
voorschol
Data
Goud
in het
buitenl.

sels
buitenl.I

ningen
Iv.d. Staat

15 Dec.’33
77.032
1
7331
37 4.5761

1.157
2.911
3.200
8

,,

’33
77.079
1
7161
37
4.9871

1.1561
2.899 3.200

23 Juli’14
4.104
1
640
1

1.5411
8j
769

Bonsv.d)
t Diver-
1
Rekg. Courant
Data
zelfst.
sen’)
“irculatle
1

Staat

Zelfst.

Part!-
amort. k.
amort.k.l culleren

15 Dec.’331

6.166
1

2.496
1

80.204

1

129

2.277

14.390
8

,,

‘331

6.186

1

2.331
1

80.904

1

169

2.298

1
14.052

23 Juhi’141

1

5.912

1

401
1

1

943
1)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere

Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
1

Belee-
tenl. circ. dekking
en
1

ningen
banken
1)

geldende
cheques
t

15 Dec.

1933
391,1
49,0
9,5
2.941,0
1

71,3
7

,,

1933
397,8
52,6
5,8
2.957,6
75,9

30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9
1

50,2

Data
Effec-
1

Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
1
Activa8)
latie
Crt.
Passiva

15 Dec;

1933
228,6
1

-506,7
3.444,6 425,2 255,0
7

1933
208,7
1

511,1
3.455,9
1

414,3
246,4

30 Juli

1914
330,8
1

200,4
1.890,9

1
944,-
40,0

‘)
unoelast.
‘) wo. s(entenoankscneine i, t vee. w.Si, resp. ii, ‘II miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Data

Goud
.

‘.

Rekg. Crt.

.0
.
0
‘933
n_
01

.
0

21 Dec.
2.728
69
766
53
355
40
3.390
183
428
14

,,
2
68
762
59
355
40
3.403
156
442

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data Other
ash’
2)
Totaal
1
Dekkin
g
1
In her-
disc.
P. d.
in de
open
bedrag
F.

i

Notes member
markt
banks

1
gekocht

6 Dee.’331
3.572,9
1

2.654,3 206,5
115,6
61,3
29Nov.’33
3.573,2
2.659,1 204,6
119,0 23,9

Belegd
1
F.
R.
Notes
Totaal

1
Gestort
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
in
u. s.
Goi’.Sec.
in circu-
Kapitaall
kings-
1

kings-
____________
latie
1
1
perc.’)

1

perc.
)

6 Dec.’33
2.431,1
1
3.042,7
1
2.815,4
145,3

1
61,9
1

64,5
29 Nov.’33
2.431,6
1
3.030,3

j
2.796,5
1
145,2
61,3 64,8
-, vernuuunu

wLaien 50uuv0ur’raau teauuuvt
,
uvcIrn.
,
uua, u
schulden: F. R.
Notes
en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig
betaalmiddel tegenover idem.
2)
,.Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve bank notes.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.


Dis-
1
Totaal
1
Waarvan
Data
Aantal
banken
contos
en
1

Beleg-
1

gingen
2e
depo-
1

time
beleen.
1
l’anks
sito’s
1
deposits

29
Nov.’331

25
8.568
1

8.104

11.864
1
15.978
1

4.410
22

,,

‘I
22
8.508
8.111
1.965

1
16.036
4.445
IJO
posten van ie ulea. bank, ee .Iavascne
bank
en de
bank ot
eng.
land zijn In
duizenden,
alle overige posten In mlllioenen van de be.
treffende valuta.

– – –


I. FEDERAL RESERVE BANK TE NEW-YORK.

(In millioenen Dollars.)

Goudaoorraad
Wissels

Data
..Ofher
Cash’
1)
Totaal
Dekking
Inherdisc.
van de
in de open
bedrag
FR. Notes
member
markt
gekocht
banks

6 Dec. 1933..
854,6 535,2
50,2 43,1 24,1
29 Nov.1933..
888,8
561,4
45,0
45,2
8,1 22

,,

1933..
909,5
574,6
55,4
42,0
8,0
15

,,

1933..
945,0
584,7
53,9 41,2
5,5
8

,,

1933..
930,9 585,0 49,2
40,2
2,4
1

,,

1933..
977,8
618,2
50,9
39,6
2,4
25 Oct. 1933..
1.013,6
643,4
58,1
41,7
2,4
18

,,

1933..
986,5
628,6
55,9
39,7
2,2
11

,,

1933..
932,6
599,4
54,3 39,8
2,2
4

,,

1933..
961,4 617,5
55,5
40,8
2,2
27 Sept.1933..
994,3 642,7 60,4
41,9 2,0
20

,,

1933..
1.014,1
663,0
60,9
40,2
2,0

7 Dec. 1932..
970,7
609,4 58,6 65,4
9,9
9
Dec. 1931..
1

1.102,8
1

384,1
1

37,6
137,3
1

110,4

Data
Belegd in tF.R.Notes
U. S.
Go,’.
in
Totaal
Gestort
Algemeen
Dekkings-
Sec.

1
circulatie
Depositos
Kapitaal
perc 8)

6 Dec. 1933..
831,7 652,7 995,0 58,4 54,9
29 Nov. 1933…
831,7
663,8 999,2
58,5
56,2
22

,,

1933..
831,7 633,8 1.053,3 58,5
57,2
15

1933.,
831,7 639,3 1.080,7
58,5
58,1
8

1933..
831,7 643,2
1.043,0
58,5
58,1
1

1933..
827,8 639,4
1.101,5
58,4
59,1
25 Oct.

1933..
821,8 631,3
1.147,0
58,5 60,3
18

,,

1933..
813,8 641,6
1.100,8
58,5
59,8
11,,

1933..
816,0
648,2
1.050,6
58,5
58,1
4

,,

1933..
799,0
647,7
1.067,5
58,5 59,3
27 Sept.1933..
791,9
633,0 1.108,0
58,5
60,6
1933..
782,1
640,8
1.108,8
58,5
61,4

7

Dec. 1932..
733,3 583,6
1.175,6
58,6
58,5
9 Dec. .1931..
236,2
519,3
941,8
61,6 71,9
‘1 ,uttier Lasti’ aoes not inciucle t’. H. notes or a bank’s own V. 1<. bank notes. Tot en met 3 Mei 1933 Wettig betaalmiddel, Zilver ete.
2) Verh.tot. voort. muntmat. en wettig bet.m. tegenoverF.R. notes en dep.

II. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)

Dafa
Goud
1)
Baifenl.
tegoed
en
wissels

Zu,eed-.
sche en vreemde
Staatsf.

Dis-
confos
en
Beleen.

Circa-
latte
Rek.
Crt.

16 Dec.’33
370,3
437,7
226,2
2
)
54,5
592,2 501,9
9

,,

’33
369,7
434,2 226,2
2
)
54,4 561,6
530,7
2

,,

’33
369,0 430,5 226,3
2
)
53,9
584,2
503,6
25 Nov.’33
368,7
413,5 226,3
2
)
54,2
503,7
571,7
18

,,

’33
369,4
398,0
226,3
2
)
53,9
528,6
522,4
11

,,

’33
374,3 389,2
226,3
2
)
53,7
557,1
492,3
4

,,

’33
376,9 385,8
246,3
2
)
53,2
582,1
489,9
28 Oct. ’33
376,9
393,0
245,7
2
)
53,4
550,8
533,0
21

,,

’33 369,2
382,5
245,5
2
)
53,5 531,8 531,6
14

,,

’33
372,3 368,3
245,5
2
)
52,6
552,0
507,6
7

,,

’33
374,2 355,7
245,52)
51,9 570,9
473,9
30Sept.’33
370,3
341,5
245,3
2
)
51,0
524,6 408,2
23

,,

’33
377,9 333,5
245,3
2)
51,1
533,6
485,4
16

,,

’33 377,5 321,9
255,3
2
)
50,8
544,1
471,9

17 Dec.’32
206,0
200,4 238,4
3)
206,2 549,8
240,6
19 Dec.’31
2058
,
49,4
4,1
2
)
532,8
551,1
189,0

eaert ‘s Jvlrt. Iaai mci. net
gouu in net oumteni.’

mmeen Lweeascne.

III. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
1
Tegoed
in het
buitenl.

2)
Effecten

Dis-
conto’s
en
Beleen.

Circa-
latie
Rek.
Crf.

22 Dec.

1933..
118,3
29,2
29,2
266,0
332,5
48,9
15

1933..
118,3.
30,9 29,2
262,2 322,8
56,2
7

1933..
118,3
32,2 29,2
257,6
310,5
65,7
30 Nov.

1933..
118,3
33,7
29,2
253,8
309,2
65,7
22

,,

1933..
118,3
38,0 29,2
253,0
301,9
78,7
15

,,

1933..
118,3
39,9
29,2
253,3
301,7
81,3
7

,,

1933..
118,4
42,7
29,0 252,2
304,8
79,6
31

Oct.

1933..
118,4
42,9
28,9
246,0
307,4
71,4
23

,,

1933..
118,3
43,4
34,5
230,1
301,4
67,7
16

,,

1933..
118,3
45,2
40,5
216,9 298,2
65,6
7

,,

1933..
118,3
47,7
42,5
214,0
300,0
65,7
30 Sept.

1933..
118,2
48,7 42,5 216,5 304,6
65,1

22 Dec.

1932..
144,3
27,8
27,2
255,2 323,0
61,8
22 Dec.

1931..
153,7
13,1
32,9

1

265,2 346,5
1

56,2
1) Sedert 15 Mei 1933 is het in het buitenl. aanw. goud onder den post
Tegoed in het
buitenland”
opgenomen
en
niet langer
onder 0Goud”.

GRANEN EN ZADEN

TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE Manitoba
R000E
MAIS
GERST
64
1
65 K.G.
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND-
VLEESCI-!
VARKENS VLEESCH No. 2 Loco
74 K.G. Bahia
Blanca Loco
La Plata
Loco
La Plata
La Plata
loco
Ie kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 KG
le kwal.
1-5 pônd
(versch) (versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’dam!A’dam
R’dam/A’dam
loco Rotter-
damlA’dm

‘R’damiA’dam
per
100 KG.
Broek op
per
lOO KG.
Gem.v.3kw.
per 100KG.
per
ioo
KG.
per

oo
K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per2000K.G.

per 1960 K.G.
Broek op
Langendijk
Broek op
Rotterdam
2)
3)
___
4)
Langendijk
Langendijk Rotterdam

n.
0
10
a.
1
0
1
0

1

n.
110

°/o
f
°/s
T
010

0
10
1925

17,20

100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0236,001,00,01462,50I00,0
.


1
92
6
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
77,9


1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4


1928
13,47
5

78,3
13,15
100.6
226,00
.
97,7
228,50 96,8 363,00
78,5
4,55
l00,0
13,25
100,0
l7,23
100,0
93,
lOO,-
77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
7,38
162,4
11,78
88,9
9,10
52,8
96,40
103,7
93,12
5

120,2
1930
9,67
5

56,3 6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4 356,00
77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77
33,5
108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3 4.55
34,8 84,50
36,5
107,25
45,4
181,00
40,4
3,06
67,3
1,94 14,6
6,96
40,4
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5

30,4
4,62
5

35,4
77,25
.
.
33,4
00,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32.8 8.07
60,9
1,84
10,7
61,
65,6
37,50
48,4
Jan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6
84,50
36,5 86,25
36,5 207,50
44,9 3,40
74,8
1,92 14,5 5,61
32,5
96,
103,2
56,-
72,3
Febr.


5,775 33,6 3,90
29,8 87,50

37,8
85,75
36,3 206,25
44,6
3,01
66,2 2,24
16,9
6,24 36,2
91,-,
97,8

64,5
Maart

,,
5,625
32,7
4,20

.
32,1
103,00
.

44,5
104,75
44,4 214,00 46,3 4,72
103,8
3,25
24,5
11,
23

65,1
90,
96,8

65,8
April

5,90 34,3 4,42
5

33,8
112,00
.
48,4
117,00
49,6
187,75
42,8 97,
104,3
47,
60,6
Mei

6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9 98,
105,4
45,
58,1
Juni

5,75 33,4
5,05
38,6 86,75


37,5

1
16,50
49,4
191,50
41,4
1Ol,
108,6
41,-
52,9
Juli

5,42
5

31,5 4,70
35,9
84,25

36,4
115,75
49,0
2
1
I,00
45,6
95,
102,2
49,-
63,2
Aug.

4,975 28,9 4,02
5

30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
94,
101,1
54,
69,7
Sept.
4,775 27,8
4,27 32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5
84,
90,3
50,-
64,5
Oct.

5,-
29,1
4,475 34,2
68,50
29,6
94,75
401
160,25
34,6
75,
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,825
33,9
5,475 41,9
81,00
.
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,52
33,4
5,04
38,1
72,
77,4
48,-
61,9
Dec.

,,
4,925
28,6 4,95
37,9 69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,47
32,3
5,39
40,7
2,40
13,9
70,
75,3
43,

55,5
lan.

1932
5,05
29,4
5,07
5

38,8
71,25 30,8
114,00
48,3
‘142,50
30,8
1,49
32,8

8,69 65,6
1,87
10,8
70,
75,3
40,-
51,6
lebr.

,
5,30
30,8
5,07
5

38,8 74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,28
28,1
8,98 67,8
1,29
7,5 68,
73,1
34,-
43,9
Maart

5,52
5

‘32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
1,68
36,9
12,26

————————-

92,6
1,78 10,3
61,
72,0
32,-
41,3
April

5,65
32,7
6,225 47,6
88,75 38,3
124,50
52,8
135,25
29,2

——————————-
——————————–

63, 67,7
28, 36,1
Mei

5,6032,6
5,30
40,5
78,00

33,7
116,00
49,2
130,25

28
,2

67,7
26.
33,5
luni

5,225
30,4 4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8 67, 72,0
34,-
43,9
4,90
28,5
4,-
30.6
78,75 34,0
100,25
42,5
129,75
28,1

68,8
35,50
45,8
‘Aug.
5,20 30,2
4,075
31,2
77
50

33,5 98,25
41,6
133,00
28,8 62, 66,7
40,50
52,2
Sept.
5,475
31,8 4,20
32,1
78,50

33,9 88,50
37,5
150,75
32,6

—–










—–








55,
59,1
42,50
54,8
Oct..,
5,25 30,5 3,92
5

30,0
74,50.
32,2
79,50
33,7
138.25
29,9

—–







——————

51,
54,8
44,-
56,8
Nov.
4,90 28,5 3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
l35,2.
29,2
1,06
23.3
4,10


—-









31,0
53,
57,0
46,-
59,3
Dec.,,
4,725
27,5 3,80
29,1
1

66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
084
18.5
3,99

—–








30,1
3,02
17,5
53,–
1

57,0
46,-
59,3
Jan.

1933
4,95 28,8
3,75
28,7
73,00
31,5 75,25
31,9
136,50
29,5
0.67
14,7
3,38 25,5 3,02
17,5
50
,501
54,3
44,75
57,7
Febr.
4,775
27,8
3,70
28,3
1

71,00
.
30,7 74,75
31,7 130,25
28,2
0,60
13,2
2,06
15,5
2,51
14,6
49,25J
53,0
45,-
58,1
Maart

,,
5,05
29,4
3,825
29,3
1

73,50 31,7
.76,25
32,3
130,50
28,2
0,61
13,4 1,29

—-











9,7
3,11
18,0
46,501

50,0 46,


59,3
April

,,
5,15 29,9 3,75 28,7
1

72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0

—-












—-










49,50
53,2
48,25
62,3
Mei

5,40
31,4
3,775


28,9
1

70,50

30,5 73,25
31,0
146,75
31,7

—-









52,25
56,2
49,-
63,2
Juni

5,25
30,5
3,55
27,2
1

66,00
.
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3

—-











—-









51,25
55,1
48,-
61,9
Juli

,
5,82
33,9 3,85
29,4
64,25

27,8
78,00
33,1
176,25
38,1
49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.

5,30
30,8
3.55
27,21
61,25
26.5 67,75
28,7
161,50
34,9 49, 52,7
49,25
63,5
Sept.

4,95
28,8 3,475 26,6
1
61,00

26,3 65,25
27,6
159,00
34,4


















50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.

4,40
25,6
3,-
22,9
1
60,25
.
.26,0
63,50
27,0
141,25
30,5











——


56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.

‘,
4,55 26,5 2,95
226
74,50
32,2
60,00
25.4
147,25
31,8
1,26
27,7 2,23











—–











—–

16,8
59,50 64,0
54,375

70,2
II

Dec.
4,FQ
26,7
3,35
25,6
75.00

32,4
60,00
25,4
155,50
33,6

——————

2,65











—–

20,0
1,85
10,1
61,-S)
65,6
54,-
51

69,7
18

,,
4,55
26,5
3,35
25,6
70,00
.
30,2 59,00
25,0
155,00
33,5
2,80
21,1
2,22
12,9
61,_
6
)
65,6

53,50
6
)
69,0
27

»

,

»
4,55 26,5
3,35
25,6
66,50
28,7
58,00
24,6
150,00
32,5
62,-
7
)
66,7
53,_7)
68,4
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug.
1928,
25 Febr. 1931 en 15 Febr.
1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan.
1931
te
vanaf 26 Mei 1930 tot 23Mei1932 .74 K.G. Zuid-Russisehe; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct.
1933
No. 2 Canada.
4)
Tot Jan.
1928
Malting; van Jan.
1928
tot 9 Febr. 193
K.G. Zuid-Russische.
5
)8 Dec.
6)16
Dec.
7)
22 Dec.
8)14
Dec. 9)15 Dec.
10)
21 Dec.
ii)
28Dec.

MINERALEN

.
.

TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
..r’ide

.
Gulf exp.
gekani e
U,S
raisc

e,
Australische,
HUIDEN
SALPETER Middling
Locoprijzen


F. G. F.
Sakella-

__________

F. No. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
t,m

.
64166°
$cts. per

rin,

,

.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaat, open
kop
Old. per
100
KG.
R dam)A’dam
5-
g.
per barrel
U.S. gallon New-York
rides
0m1
Liverpool
oco
e
rd
j

or
~
M
e

P

r

.
50

Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1000 K.G.
per 1h.
Liverpool
Bradiord per Ib.

f1.
%
8
0
/s
$cts.
01
$ ets.
°lo
pence
5/o

pence
s/o

pence
51
pence
°/s
f1.
01
f1.
O
lo 1925
10,80 100,0
1.68
100,0 14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,- 55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
565,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
‘75,3
‘16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50 89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928 10,10
93,5.
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
.86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929 11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
.82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7
8,77 59,0
13,55
.58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33.9
8,60 37,0 7,33
‘25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4.50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1′ 8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3

P
n.

1
93
1
1
0,30
95,4
0.85
50,6
6,08
40,9
10,30
s44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
br.
10,30
95,4 0.85
50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55
38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
Maart
10.30
95,4
0.66
39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
April
10,15
94,0 0.53
31,5
5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
Mei
10,00
92,6
0.53
5

31,5
5,375

36,2
.9,40
‘40,4
8,18 27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
Juni
10,00
92,6 0.34
20,5
4.24
28,5
9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00
40,0

1
2,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
Juli

10,00
92,6
0.245
14,3
3,40
5

22,9
9,25 39,8 7,73
26,4
3,35
35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4 8,26
68,8
Aug.,,
10.00
92,6 0.43

25,9
3,94
26,5
7,20
31,0
5,94
20,3′
2,59
27,7
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,
58,3
Sept.,,
10,00
92,6 0.56
33,2
5,50
37,0

6,55 28,2 5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9 6,50
54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56
33,2
4,19 28,2 6,30
27,1′
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3 6,65
55,4
Nov.
9.90
917
0.68
40,4
4,62
31,1
6,40 27,5 5,72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5

10,75
36,4
16,75
48,3 6,80 56,7
Dec.
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29.5 9,00
30,5
–‘

6,95
57,9

0
n.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25
35,3 6,65
‘28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
br.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4;92
5

33,1
6.90
29,7
5,31
‘18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart

,,
8,35 77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
6,90
29,7 5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0 8,75
29,7
10,25
29,5 7,40 61,7
April

,,
8,65
80,1
0.86
51,2 4,34 29,2 6,25 26,9 5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25
26,7 7,40 61,7
‘Mei

,,
8,30
76,9
0.86
51,2 4,25 28,6 5,80 24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6 8,25
28,0
8,88
25,6 7,40 61,7
Juni
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25
28,6
5,25 22,6 4,44
152
2,55 27,3
.15,
25

27,7
7,75
26,3
9,
25,9
7,40 61,7
Juli

»
8,10 75,0
0.86
51,2
4,25 28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1


Aug.,,
7,80 72,2
0.86
51,2 4,30
28,9 7,35 31,6
5,71
19,5
3,33
35,6
15,75
28,6 8,25
28,0
12,-
.34,6
5,70
47,5
Sept.
7,75 71,8
0.86
51,2
4,37.5
29,4
7,75
33,3
6,37
21,8 3,64 38,9
16,75
30,5 8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2
4,45
29,9
6,50
28.0
5,68
19,4
‘3,16
33,8
15,75
28,6 8,50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.

7,40
68.5
0.86
.
51,2
4,60″
.31,0
6,15
26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6 6,10
50,8
Dec.
7,25 67,
1

0,74
5

.
44,3
4,435

‘29,8
5,95
.25,6
4,73
16,2
2,80
30;0 15,25 27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20 51,7
Jan.

1933
7,05 65,3
0.53
31,5
4,16
28,0
6,15
26.5 5,13
17,5
2,95

31,6
15,75
28,6
8,25

28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38 22,6

3,97 26,7
6,10


26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10.38
29,9 6,40
53,3
Maart

,,
7,25
67,1
038
22,6
3,87
5

26,1
6,40
27.5
4,97.
17,0
2.77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April

,
7,25
67,1.
0.37
22,0
3,67′
24,7
6,65
28.6
5,18
17,7
2,68
28,7
15.75
28,6 7,75
26.3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei

7,15
66,2
0.235
14,0
2,95.
19,9
7,30
:31,4
5,60
191
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25 20,0
12,25
35,3
6,40
533
J uni

»
7,15 66,2

0.25
5

15,2
3,02.
.20,3
7,85


.33,8
‘5,85
‘20,0
‘3,25
34,8

18,50′

‘33,6

9,00


“30,5

1
575
‘45,4
6,40
53.3
uli

,,
7,05 65,3
0.41
.24,4
3,33′
.22,4
7,60
32,7
5,76
19,7

3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40
53,3
Aug.

»
6,95
64,4
0.37
22,0

3,37′
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91 31,1
20,75
37,7
9.75
33.1
14,75
42,5
5,80
48,3
Sept.
6,85
63,4
0.52
31,0
3,50.
.23,6
6.60

.
‘28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.

‘»
6,60′
61,1
0.46
.
39.3
4,04
27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48
26,5
20,75
.

37,7
10.75
.
36,4
14,50
.
41.8
5,90
49,2
Nov.

»
.6,75
6,25
0.66

39,3
3,72 25,0
6,25
26,9 4,63
15,8
2,39
25,6
2375
43,2
12,00
40,7.
13,38
‘38,6
5,95
49,6
11

Dec.

»
18
6,90
63,9
0.66
0.66
39,3
3.70
2
.)
24,9
6,45.
27,7 4,82
16.5
2,415.
25,8
24.75
7
)
45,0
13,007)
44,1

“”
6,-
50,0

27

,,

»
6,90
6,90.
63,9 63,9
0.67 39,3 39,9
3,709
3,734)

24,9
25,1
6,35
6,60 27,3
‘28,4
4,88
6

16,7
2,35
6

25,1

25,75
8
)’
46,8
1
3,50
8
)
45,8
6,- 6,-
50,0 50,0
»Jaar

en maandgem. atger. op t!gpence. 2)8 Dec.
3
)15 Dec.
4)
22 Dec. 5)13 Dec.
5)
20 Dec.
7)14
Dec.
8)
21 Dec.

.
ZUIVEL
EN
EIEREN
METALEN

BOTER
BOTER
p.K.G,
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
117P0
ZINK
GOUD ZILVER
per

.

.
Leeuwar-
Heffin
Crisis
Alkmaar em. not.
Eiermijn
an aar
Locoprijzen
Lo

ri

en
loco

1

en
Found
No 3 f’b

(Lux III) p.
Locoprijzen Londen
cash Londen
cas
Londen per
derCornm.
Zuivel-
Fabrieks-
kaas Roermond Londen
per Eng. ton
Londen
Eng. ton
Middlesb.
Eng. t. fo.b.
per
per ounce
Standard

0
eering
Centr.
Id. mjmerk
100 st.
per Eng. ton
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
fine
Ounce

f1.
°Jo
fi.
f1.
ol
e

f1.
0
10
f
01
0

Uj
0
)0
Sh.
°Io
sh.
0/o
£
O/
sh.
Ofo
pence
OIo
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
73!-
100,0
67f- 100,-
36.316
100,.
85(6
100,-
32
1
18
100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
86/6
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
2″lm
89,3
1927
2,03
87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7 24.41-
66,4
290.41-
110,8
73/-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
85/-
99,5
2614
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51- 86,8
66/-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
85/-
99,5
26
1
/16
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
85/-
99,5
24
7
/18
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.5/-
54,3
67/-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
99,5
1711/
1

55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9 5,35
58,3
36.51- 58,4
12.11-
33,1
110.1/-
42,0
55/-
75,3
47/6
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
1318
41,6
1932
0,94
40,7

22,70
40,5
4,14
45,1
22.17/- 36,8 8.121-
23,6
97.2/-
37,1
42/-
57,5
37/-
55,2
9.46j-
27,1 1181-
138,0
12
7
/8
40,1
lan.

’31
1,61
69,7

.32,25
57,6 6,63
72,2
45.716
73,1
14.-16
38,5
116.81-
44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.18(6
35,7
85/-
99,5
131/s
43,2
Febr. ,,
1,66
71,9

33,80
60,4
6,21
67,6
45.1/6 72,6
13.516
36,4
117r16

44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101
34,6
851
99,5
12
1
/
38,9
Mrt.

,,
1,47
63,6

35,00 62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.316
36,2
122.11-
46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
851
99,5
13
1
/18
41,8
Apr.

,,
1,35
58,4

31,60
56;4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3
113.41-
43,2
58’6
80,3
4916
73,9
11.121
32,1
851
99,5
13/
40,9
Mei

,
1,26
54,5

30,85
55,1
4,07
1

44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.171-
40,0
58/6
80,3
48/-
71,6
10.1316
29,5
851
99,5
12/16
40,3
Juni

,,
1,29
55,8

33,50
59,8
4,30
46,8
36.616
58,5 11.11/6
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
4711
70,3
11.10/-
31,8
851-
99,5
12
7
j
40,1
Juli

»
1,32
57,1

37,75
67,4
4,40
47,9
34.141- 55,9
12.1516
35,1
112.516
42,9
5816
80,3
4819
72,8
12.11/-
34,7
851-
99,5
131/,
41,2
Aug.
1,30
56,3

36,00
64,3
4,98
54,2
32.151-
52,8
11.1916
32,9
114.19,6 43,9
5816
80,3
4719
71,3
11.1416
32,4
851-
99,5
12
1
8/16
39,9
Sept.
»
1,27
55,0

32,25 57,6
5,775

62,9
30.316
48,6
11.41- 31,1
111.161-
42,7
5516
76,0
4617
69,5
10.19/-
30,3
9113
106,8
136116
41,4
Oct.

,,
1,24
53,7

26,25
46$
6,27
5

68,4
28.216
45,3
10.96
28,8
101.116
38,6
461-
63,0
44(8
66,7
10.716
28,7
10613
124,3
13
13
/18
43,0
Nov.

.,
1,17
50,6

24,75
44,2
7,07
77,0
27.1916
45,1 11.51-
30,9
102.-!-
39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.1516
29.6
11019
129,5
14
1
12
45,1
Dec.

,,
1,18
51,1

21,40 38,2
5,32
6

58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
41(6
56,8
4313
64,6
10.216
28,0
12216
143,3
141118
44,6
Jan.

’32
1,16
50,2

25,75 46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
4116
56,8
42/-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
13
7
/9
43,2
Febr. ,,
1,34
58,0

27,75
49,6
3,79
41,3 26.41-
42,2
10.51-
28,!
99.216
37,9
4116
56,8
401-
59,7
10.-/-
27,6
11916
139,9
14
43,6
Mrt.
0,98
42,4

23,65 42,2
3,42
5

37,3
24.181-
40,1
9.91-
25,9
96.61-
36,8
44/-
60,3
401-
59,7
9.111-
26,4
1141-
133,5
13
3
/
4

42,8
Apr.
0,99
42,9

19,60
35,0
.
2,77e
30,2
23.8/-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
45/-
61,6
3716
56,0
9.2/-
25,2
11013
129.0
13
1
18
40,9
Mei
0,82
35,5

19,65
35,1
2,88
31,4
21.61-
34,3
8-/-
22,0
89.13/6
34,2
44/-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
18
39,3
Juni
1,11
48,1

24,25 43,3
3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
199
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8.131-
23$
11316
132,7
125/8
39,3
Juli

»
0,96
41,6
0,45
19,55
34,9
3,12
5

34,0
19.2/6
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42(6
58,2
37/-
55,2
8.616
23,0
1161-
135,7
12
3
/
38,5
Aug.
»
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0 3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101.-!-
38,6
42/-
57,5
36/6
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12118
39,9
Sept.
»
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64 50,5
25.81- 40,9
9.1016
26,1
109.916
41,8
42/-
57,5
35/-
52,2
11.21-
30,7
118/9 138,8
13
40,5
Oct.


0,82 35,5 0,73
25,50
45,5
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
121/6
142,1
12
1
/
2
38,9
Nov.

,,
0,81
35,1
0,78
26,50
47,3
6,65
72,4
21.191-
35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
401
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
12519
147,2
12
5
118
38,3
Dec.»
0,73
31,6
0,85
22,55
40,3
5,12
5

55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
39/-
53,4
3416
51,5
10.7/
28,6
12519
147,2
1111
2

35,8
Jan.

’33
0,73 31,6
0,89
21,75
38,8 4,27 46,7 19.17/- 32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218
143,5
1111116
36,4
Febr.
»
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5 7.71- 20,2
104.7/6
39,9
43/-
56,9
34/
50,7•
9.151-
27,0
12015
140,8
11
11
/16
37,2
Mrt.

,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5 20.-16
32,3
7.101-
20,6 104.18/3
40,1
43/-
58,9
34/7
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
116
38,7
Apr.

,,
0,54
23,4
1,-
18,55 33,1
2,07
5

22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12131
1
6
39,9
Mei

,,
0,52 22,5
1,-
21,80
38.9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9 128.17/6
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131
29,4
12316
144,4
1311
4

41,2
Juni

»
0,52
22,5
1,-
23,50
42,0
2,50
272
25.7/-
40,8
9.4/-
25,3
151.10!-
57,9
42/-
57,5
37/-
55,2
11.12/6
32,1
122/34
143,0
1314
41,2
Juli
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3 25.161- 41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.11-
33,3
1231104
144,9
121(
1
8
38.7
Aug..
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,574
38,9
24.5/-
39,1
8.416
22,6
145.31-
55,4
411-
56,2
35/-
52,2
11.71-
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept.
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8
7.161-
21,4
140.1716
53,8
39/6
54,1 3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11151
1
6
37,2
Oct.

»
0,68
29,4 0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1/-
35,5
7.14/-
21,1
145.5/-
55,5
39/6
54,1
34(6
51,5
10.13/-
29,4
131/1
153,3
11
7
/8
37,0
Növ.

»
0,65
28,1
0,91)
20,80
37,1
5,90
63,2
20.6/6
32,7
7.13/6
21,1
150.9/6
57,5
40/-
54,8
34/6
51,5
9.19/6
27,6
128/54
150,1 12
1
/4
38,1
11

Dec.
0.62S)
26,8
1,-
20,255
36,2 5,75
62,6
20.6/6
32,7
7.13/6
20,5
154.15/6
58,4
40/6
55,5
36/.
53,7
9.17/6
27,3 127!-
148,5
12’/z
39,3
18

,
0,6010
26,0
1,-
20,250 36,2 5,30
57,7
21.1916
35,4
7.14/-.
21,1
153.21-
58,5
40/6
55,5
36/-
53,7
10.-!-
27,6
12619
148,2
126/
2

38,9
27

,
0,57
11

24,7
1,1-
20,00
7

35,7
5,10
55,6
21.1116
34,8
7.111-
20,7
152.15/-
58,3
40/6
55,5
36/-
53,7
9.1916
27,6
12615 147,9
12
9
/1e
39,1
5 Sept. 1239 79 K.G. La Plata.
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2. van 16 Dec.1929 tot 26 Mei 1930 74/5 K.G. Hongaarsche
merican No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 64/5 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3 Canada. Van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62163

.
.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VURENHOUT
S T E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Ko10
basis 7″ f.o.b.
Zweden!
binnenmuur

buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Rlbbed Smoked
Witte kristal-
All. N.-1. theev.
Finland

.

.

per

per per
so
K.G. c.i.f.
f.m.s.
per 100 K.G.
Locoprijzen
Rotterdam
Sheets
suiker loco
R’dam(A’dam.
A’dam gem. pr.
Java-en Suma-
Grond-
niale
perstandaard
van 4.672 M
3
.
per 1000 stuks per 1000 stuks Nederland Amsterdam
.
per
1
12 K.G.
loco Londen
per Ib.
per 100 K.G.
tratheep.’/iKG.
stöffen
pro- ducten

f
o/o
t
0
10
-:-

°!o
ets.
°/o
Sh.

ii;


ii:
—-

cts.
0
10
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87k
100,0 61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926 153,50
96,1
15,75 101,6 19,50 102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
98.0
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62′
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
102,0
82,75 97,9
87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
3187
1

88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75,25
89,1
84.6
91.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110 107,9
27,37
1

76,3
50,75
82,7
-/10,25
28,8
13,-
69,3 69.25 82,0
81.9
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2
34/11
82,2
22,626
63,! 32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2 60,75 71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3.
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,376
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
48.8 40.0
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2 24
39,1
-11,75
4,9
6,32
33,7 28,25 33,4
36.1
38.0
Jan.

’31
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
53.9 57.4
Febr.

125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2212
52,2
18,12
1

50,7
26,25
42,8
-13,875
10,9 /
8,20
43,7
53 62,7
53.3
50.4
Mrt.

»
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,62
6

51,9 25,50
41,5
-/3,75
10,5
/
8,30
44,3
45
53,3
52.9
48.0
Apr.

»
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2217
53,1
17,50
48,8 24,75
40,3
-13,125
8,8
/
8,57
1

45,7
43
50,9 50.7
47.5
Mei

,,
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2110
49,4
15,37e
42,9
25
40,7
-43,125
8,8
/

8,50
45,3 40,25 47,6
48.3 45.5
Juni

»
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5 22
1
4
52,6
14,12
6

39,4 25,75
42,0

1
3,125
8,8
8,57′
45,7
39,50
46.7
45.0
46.8
Juli
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5 26
1
5
62,2

15
,-
41,8
27
44,0

1
3
8,4

8
,776
48,6
38,25
45,3
46.0
50.0
Aug.
100,00
62,6
10,50
67,7
21-
110,5
2418
58,0 14,12′
39,4
25,50
41,5
-12,5
7,0 7,90
42,1
38,50
45,6
44.1 46.8
Sept.
»
100,00
62,6
1050
67,7
19;-
100,-
22
1
7
53,1
13,37
1

37,3 23,75
38,7
/2,375
6,7
7,52′
40
1
1
37,50
44,4
43.3
44.1
Oct.

»
100,00
62,6
1050
67,7
19,-
100,-
2110
49,4
13,25
36,9
23
37,5

1
2,375
6,7 7,55
40,3 37,75
44,7
41.9
43.0
Nov.
»
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21
1
2
49,8
13,75
38,3 23
37,5
-/2,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
42.6 42.3
Dec.


82,50 51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
1813
42,9
12,75
35,5 23
37,5 -12,25 6,3
6,75
36,0 35
41,4
40.0
39.5
Jan.

’32
82,50 51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6 23
37,5
/2,125
6,0 7,35
39,2 32 37,9
38.5
39.1
Febr.
»
82,50 51,6
10,-
64,5
1875
98,7
18/1
42,6

1
4,50 40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05
37,6
30
35,5
38.3 38.3
Mrt.

»
70,00 43,8
9,75
62,6
18,-
94,7 21/9 51,2
14,75
41,1
23
37,5
-11,625
4,6 6,25
33,3
31
36,7
37.0 39.7 Apr.

»
70,00
43,8
9,75
62,6

18
,-
94,7
20/6
48,2
14,-
39,0 23
37,5 /1,5
4,2 5,90
31,5
29,25
34,6
36.2
38.0
Mei

»
70,00 43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
20/6
48.2
13,25
36,9
23,50 38,3
1
1,5
4,2 5,62
1

30,0
30,25
35,7

352

38.1
Juni

»
70,00 43,8 8,50
54,8
15,-
78.9
20(6
48,2
12,37
5

34,5 24
39,1 11,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33.7
34.2 38.7
Juli
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
20/1
47,3
12,37
5

34,5
24
39,1

1
1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.8
Aug.
63,00
39,4 8,50
54,8
lb,-
78,9
20
1
7
48,4
12,37
6

34,5 24
39,1

1
1,75
4,9
6,57
5

35,1
22,75
26,9
35.9
37.4
Sept.
»
60,00
37,6 8,75
56,5
15,-
78,9 21/2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
/2,125 6,0 6,52
6

34,8
23,75
28,1
31.8
38.5
0ct.

»
.

63,50
39,7

581
14,50
76,3
1818
43,9
12,37
6

34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,32
6

33,7
28,50
33,7
36.2 38.7
Nov.
»
63,50
39,7
9,50
61:3

14,25
75,0
1716
41,2
12,126
33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3 31.2
Dec.

»
65,00 40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0 35.1 Jan.

’33
70,00 43,8 9,25
59,7
13,50
711
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,376
28,7 25
29,6
33.2
34.1
Febr.

70,00
43,8 9,25
59,7
13,-
684
1519
37,1 10,621
29,6
23,75
38,7
11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.

,,
70,00
43,8
9,50 61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,37
1

28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.

»
70,00
43,8
9,75
62,6
12,75
671
1515
36,3 9,50
26,5
23,50
38,3
_11,625
4,6 6,07
32,4
27,50
32,5
32.8 34.9
Mei

,,
70,00
43,8
9,50
61,3
12,50
65:8
1616
38,8
9,50
26,5 23
37,5
-12
5,6
6,02
5

32,1
26,50
31,4
34.2
35.0
Juni

,,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27,9
22,50
35,6
/2,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2
37.5
Juli 75,00
46,9
10,25 66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475

26,4
22,50
36,6
-12,625
7,4
5,92
5

31,6
33,50
39,6
.

38.2
37.4
Aug.
75,00
46,9
10.50
67,7
13,-
68,4
16
1
5
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8
-1
2,625

7,4 5,27
5

28,1
35,25
41,7
30.5
35.8
Sept.
»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14/5
33,9
8,25
23.0
19,75
32,2
-/2,5
7.0
5,375

28,7
35,75
43,5
36.7
34.6
0ct.

»
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
12
1
7
l

29,6
7,62
21,3
1

17,75
28,8
_/2,625
7,4
4,90
26,1
/

42,25
1

50,0 36.5
33.4
Nov.

,,
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
/

29,4
8,-
22,3
/

16,25
26,5
-/2,75
7,7
4,65
248
/

40,50
1

47,9
36.1
32.7
II Dec.
75,00
45,9
11/1
/

26,1
8,-
22,3
1

16
26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
/

41

7)
/

48,5
36.8
30.3
18

»
75,00
45,9
.
11
1
9
/

27,6
8,-
22,3
1

16
26,1

1
2,8125
7,9
4,75 25,3
1
37.1
31.0
27
75,00
46,9
11
1
5
1

26,9
7,87
5

22,0
t

16
26,1

1
2,8125
7,9
4,75
25,3
/
/
37.2
31.7
.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.’81
zIjn op goudbasls omgerekend; de Dollarnoteeringen vanaf 20April
1
33 zIjn In verhouding van de depreclatlo
2fl
den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.

1024

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 December 1933

IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In millioenen Kronen.)

Buitenl.
1
Binnent.
Data
Goud
Pasmunt
saldi.
munt en
1
1
wissels
bel, en
Circu-
latie Rek.
Crt.
1)
wissels
1
cred.

30 Nov. 1933..
133,2
4,6
10,0
1

83,5
353,7
72,5
31 Oct. 1933..
133,2
5,1
26,9
1

84,3
368,0
80,4
30 Sept.1933..
133,2
5,7
26,6
85,8
355,2
68,3

30 Nov. 1932..
133,2
6,8
1,7
1

109,3
318,3
51,6
30 Nov.1931..
144,3
6,5 37,2
172,0
339,7
31,8
1)
Actief.

V. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)

Data
Goud
Zilver
Staats-
tond-
sen
con
Dis-
to s

Beleen.

C,rcu-
atze

Rekg. Crt.

Partic. Staat

16 Dec. 1933
2.261
645
578
2.710
4.760
914
145
9

1933
2.261
643
578
2.740 4.810
872
144 2

1933
2.261
647
578
2.672 4.794
879
179
25 Nov. 1933
2.261
647 578
2.655
4.750
901
146
18

,,

1933
2.261
644 578
2.695 4.772
891
152
11

,,

1933
2.261
640 578
2.697
4.805
864
186
4

,,

1933
2.261
640 578
3.022
4.816
856
460
28 Oct. 1933
2.261
642 578
3.336 4.731
831
897
21

,,

1933
2.261 640
578
2.621
4.790
1.015
802
14

,,

1933
2.260
636 578
2.602
4.837
930 432
7

,,

1933
2.260
641
578
2.592
4.851
909
32
30 Sept.1933
2.260
647
578
2.583
4.743
884
79

17 Dec. 1932
2.258
601
582
2.738
4.767
981
14
19 Dec. 1931
2.247
521
1

582
3.129 4.911
1
782
,
1
1
en nearage van
144
millioen, pius voorschot in rek.-crt.aan de schatk.
2)
Actief.

VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Franes.)

Data
Goud
Goud-
deviezen

Dis-
conto’s
en
Beleen.
J

Effec.
ten
Circu-
latie
Rek.
Crt.’)

15 Dec.

1933..
1.998,1
17,1
166,0
29,2
1.410,8
737,1
7

,,

1933..
1.998,1
15,3
152,8
66,6 1.417,2
748,4
30 Nov.

1933..
1.998,1
13,7
173,5
66,0
1.436,5
750,5
23

,,

1933..
1.982,4
18,9
139,5
65,8 1.374,7
767,5
15

,,

1933..
1.941,9
24,6
102,1
65,9
1.352,5
721,0
7

,,

1933..
1.941,8 23,3
111,9
65,9
1.378,8
699,1
31 Oct.

1933..
1.930,7
28,3
123,2
66,1
1.408,4
677,5
23

1933..
1.888,9
26,5
99,9 65,6 1.347,4
668,9
14

1933..
1.858,5
24,6
97,7
65,6 1.355,9
631,1
7

1933..
1.858,4
21,2
111,5
65,9
1.385,7
607,4
30 Sept.

1933,.
1.845,9
16,1
131,3
65,7
1.419,4
581,6

15 Dec.

1932..
2.547,8
19,0
66,8

1.503,0
1.132,7
15 Dec.

1931..
2.228,5
142,1
79,2
48,0
1.459,7
1.007,2

)
eaert ii maart

zonder rek.-crt. saldi in het buitenland. L)eze
zijn met ingang van dien datum met den post buitenlandsche wissels
totden post gouddeviezen samengesmolten.
2)
Sedert
31
Mrt.’28 uitsluitend de dagelijks vervallende verplichtingen.

VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)l)

Data
Goudt
Vreemd
geld,devie-

zenen tegd.
ijh. buit.l.
2
)

Andere
edel-

valuta

Dis-
contos
en
.Beleen.

1

Voor-
schot
a(d.
1

Staat

Circu- latie
Rek
Crt.

15 Dec.’33
188,8

12,9
251,0
624,4 913,2
142,1
7

,,

’33
188,8

12,9
233,2
624,4 888,9
145,1
30Nov.’33
169,7
19,0
8,0
231,0
624,4
913,5
117,0
23

,,

’33
169,7
19,0
8,0
211,6
624,4
827,2
186,5
15

,,

’33
169,7
19,0
8,0
217,8
624,4
864,1
155,7
7

,,

’33
169,7
19,0
8,0
232,2
624,4
877,8
157,6
31Oct. ’33
169,7
19,0
8,0
239,9
624,4 940,8
101,0
23

,,

’33
169,7 19,0
8,0
223,3
624,4 872,0
149,7
15

,,

’33
169,7
19,0 8,0
236,1
624,4 899,4
129,8
7

,,

’33
169,7
19,0
8,0
232,1 624,4
895,7
127,5
30Sept.’33
169,7
19,0
8,0
238,7
624,4 942,8
82,8
15 Dec.’32
149,5
39,0
0,1
385,4
663,0
879,6
219,9
15 Dec.’31
189,5
110,8
37,1
857,7
95,6
1.091,3
179,8
‘)
1
Schilling
=
(
1.094
goudkronen = 10.000 papierkronen.
Als dekking der circulatie en saldi in rekg.-crt. geldende, volgens
art. 85 der Statuten. Sedert
7
Dec.
’33
is deze post vervallen. De
post goud is daartegenovcr met rond 19 milI. Schilling toegenomen.
ii) Waarvan S.5,9 in valuta’s op termijn.
Id. S. 6,8.
6)
Id. S. 7,8.
6)
Id. S. 7.9.

VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.

(In millioenen Pengö’s. 1 Pengö = 12.500 Kr.)

Data
Goud

Vreemd
ge!
deulezen
tegoed

Binnen!.
wissel,.
,
ceeien

v
schot
aan den
latie
Circu-

Rekg.. Courant

In hei
en
effecten
Slaat
Partic.

Slaat
llenl.’)

15 Dec.

’33
79
11
588
50
319
88 29
7

,,

’33
79
10
596
50
328
82
29
30 Nov.

’33
79
10 601
50
341 76
25 23

’33
79
9
573
50
294
96
26
15

’33
79
9
576
50
317
76
24
7

’33
79
9
586
50
340
59
28
31 Oct.

’33
97
9
472
50
362
49
28
23

’33
97
6
442
50
307 78
25
15

’33
97
5
446
50
321
67
24
7

’33
97
5
460
50
340
60 23
30 Sept. ’33
97
5
477
50
361
49
29

15 Dec.

’32
97
12
436
52
317
61
29
15 Dec.

’31
105
12
399
58
376
57
84
1)
Als dekking van biljetten en saldi in rekg.-courant geldende, vol-
gens art. 85 der statuten.

IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.

(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)

ato
Vorde-
ring op
den
Staal

G d
OU

e
1
ver

Vreemd
geld en
legoed In
h.!.

Discon.
to’s en
idee-
ningen

Circu-
latie
Rek.
C,I.

7 Dec.

1933
2.601 1.708 922
1.427
5.937 512
30 Nov.

1933
2.602
1.707
922
1.402
5.705
715
23

1933
2.603
1.708 923
1.435
5.439
1.027
15

1933
2.605
1.708
917 1.431
5.666
784
7

1933
2.606
1.708
921
1.621
6.009
632
31

Oct.

1933
2.606
1.708
933
1.550
6.148
420
23

1933
2.607
1.707
940 1.502
5.606
953
15

1933
2.608
1.707
925 1.654
5.826
875
7

,,

1933
2.608
1.707
924
1.751
6.061
733
30 Sept.

1933
2.608
1.707
922 1.744
6.3101
500
23

,,

1933
2.609
1.707
907
1.448
5.614
921

7 Dec.

1932
2.688
1.709
1.052
1.304
5.834
703
7 Dec.

1931
3.218
1.566
1.147 1.683
6.893
521

X. SUIDAFRIKAANSE RESERWEBANK.

(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)

Data
Goud en
Goud.
1

een.

1
Di3-
conto’s
van
Reg.-
papier

Circu-
latte
Rek.-
Crt.

Alge.
meen Dekking
p
erc
.u)

1 Dec.

1933..
16.881
18.924

11.268
31.665
40,0
24 Nov.

1933..
16.845
19.505

9.784
32.862
40,0
17

,,

1933..
16.715 19.256

10.005
32.281
40,1
10

»

1933..
16.645
18.391

10.329
31.600 40,2
3

,,

1933..
16.306 18.340

10.896
30.425
40,0
27 Oct.

1933..
16.381
18.460

10.315
31.111
40,0
20

,,

1933..
16.149 18.212

9.681
30.952
40,1
13

,,

1933..
16.076
18.130

9.987
30.842
40,1
6

,,

1933..
15.338 18.279

10.489
29.464
39,0
29 Sept.

1933..
14.830 19.003

10.775
26.515
40,1
22

,,

1933..
14.856
19.315
2
9.385
28.553
40,1
15

,,

1933..
15.223 18.920
2
9.613
28.759
40,3
S

,,

1933..
14.727 18.199
2
10.027
27.293
40,2

2 Dec.

1932..
6.832
1.412
253 7.782
5.280
54,9
4 Dec.

1931..
7.714 3.338
939
8.204
6.051 57,5
-, vernuuuing gouu, gouucert. en pasmunt tegenover ope,scnoare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.

XI. BANK VAN LITHAUEN.
(In millioenen Lita’s.)

Data
Goud
Zilver’)
Bultenl.Dcvie-

Contos
en
e&k
en
.
om
k
op

Kapt
taal

Bank-
biljetten
in
Depo-
sito’s

15 Dec. 1933
50,7 3,5
14,9
82,6
12,0
87,1
57,4
30 Nov. 1933
50,2
3,5 12,0
82,5
12,0
90,5
50,4
15

,,

1933
50,2
3,5
10,3
82,9
.12,0
89,2 50,7
31 Oct. 1933
49,6
3,6
10,9
84,1 12,0
92,8
47,6
15

,,

1933 47,7
3,7
11,2
83,4
12,0
90,9
48,1
30 Sept.1933
47,7 3,9 10,4
83,3
12,0
92,3
45,1
15 Dec. 1932
49,1
4,3 15,9
87,7 12,0
97,0
54,4
15 Dec. 1931
47,6
3,8
40,1
112,7 12,0
108,3
92,9
‘ vanai i–z ziivercn en snuere munten.

opa

Auteur