4 OCTOBER
1938
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Ee
‘
onomi*sch-`Stati
o’sti*sche
Ber’i*cht
‘
en
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEÔEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART.
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
18E JAARGANG
WOENSDAG 4 OOTOBER 1933
No; 927
NEDERLAisDSCiI ECONOMISCH INSTITUUT
Curatoren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter; C. II. van der Leeuw, Penningmeester, Mr. W.
11. van. Lan.schot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries;
Prof.
Dr. N. J. Polak;
Prof. Air. Dr. 0. Af. Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris.
ECONOMISC1I-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van ilasselt; Jhr. Mr. L. II. van
Lennep; Air. K. P. van der Alanclele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. vuu Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. 11. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Air. Dr.
G.
M. Verrijn Stuert.
Redacteur-Secretaris: Dr. II. Al. E. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Iloochsveg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amstcrdam, ‘s-Graven.hage. Postchque- en giro-rekening No.
145192.,,.
Abonnenzentsprjs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch.Statistisch
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs
ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
3 OCTOJ3ER 1933.
Ondanks cle .nadering van de maanclswisseling bleef
cle vraag naar geld zeer gering. Ook is er nog steeds
niets te hemerken van een vergrooting van de geld-
vraag, die anders in het najaar intreecit. De rente-
koersen liepea clan ook opnieuw nog iets verder
terug. Particulier disconto daalde tot % pCt.; call-
geld was voor % pCt. zeer ruim aangeboden en ge-
noot zelfs op den ultimo zeer weinig belangstelling,
zoodat groote posten ongebruikt bleven. De prolon-
gatierente noteerde weder 1 pOt.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
blijkt de binnenlandsche credietgeving op nagenoeg
gelijke hoogte te zijn gebleven; de post binnenland-
sche wissels daalde met
f
2,3 millioen, terwijl de he-
leeningen met
f
2,2 niillioen toenamen. De Post
papier op het buitenland vermeerderde met
f
323.000
en de post diverse rekeningen onder de activa der
Bank nam met
f
6% inillioen toe.
Dè goudvoorraad der Bank blijkt een toename te
hebben ondergaan van
f
28,5 millioen; de voorraad
zilver daalde met
f
253.000.
Onder de passiva der Bank blijkt de biljetencir-
culatie met
t
41,9 millioen te zijn uitgebreid. Het
tegoed in rekening-courant van ‘s Rijks schatkist
chialde met
f
7,4 millioen tot
f
8,2 millioen; de. saldi
in rekening-courant van anderen bleven op nagenoeg
gélijke hoogte. De vermeerdering van het beschikbaar
metaalsaldo bedraagt
f
14,5 millioen. Het dekkings-
percentage bleef onveranderd. 0])
nagenoeg 82. staan.
* *
*
Aanvankelijk geleek cle stemming voor Ponden en
Dollars iets gunstiger. De koersen konden zich wat
verbeteren; Dollars kwamen van 1.62 op 1.65, Pon-
den van 7.69 op 7.76. Later bekoelde de stening
en werd het aanbod weder meer overwegend. Gisteren
1ipen de koersen onder den invloed van de minder
gunstige berichten verder scherp terug. Dollars ver-
cldn een oogenhlik zelfs voor 1.58% aangeboden; het
slot was hooger op 1.59%. Ponden bleven 7.65 latend.
Marken kwamen van 59.13 op 59.04. Registerinarken.
lagen aangeboden, terwijl Oreditsperrmarken daaren-
tegen gezocht bleven. Er zijn nieuwe voorschriften
gekomen inzake het gebruik van Sperrmarken en. Re-
gistermarken voor ,,zusiitzlicher Export”, waarvan
men den handel hij de Deutsche Golddiskontbank wil
concentreeren. De banken zullen – althans voor zoo-
ver het ,,zusiitzlicher Export” betreft – in de toe-
komst van dezen handel worden buitengesloten. Fran-
sche Francs kwamen van
.9701
op 9.71, slot lager
op 9.70%. Belga’s bleven ca. 34.56. Zwitsersche
Prancs 48.01-48.07-48.05. Li res verbeterden van
13.01 tot 13.07; slot lager op 13.03. Peseta’s onver-
aWderci 20.7214. De Scandinavische koersen lager met
het Pond. Kopenhagen 34.20, Oslo 38.50 en Stock-
hylm 39.50. Canadeesche Dollars 1.58%.
“Maands-Ponden veranderden weinig
–
5
[io
c. agio;
clIie-n]aands Ponden liepen iets terug en deden ten-
slotte
‘j’
c. opgeld. Dollars op één- en drie-maanden
waren raster; het disagio liep terug tot 14 resp.
1%
C.
Op de goudmarkt ging tamelijk wat om. Door de
fluctuaties in dcii Pondenkoers was het weder enkele
malen mogelijk goud in Londen te koopen onder den
idkoopsprijs van De Nederlandsche Bank. Baren no-
teerden tenslotte
f
1.647,50, Eagles 2.50% en So-
vdreigns 12.16.
770
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
HET ONTWERP EENER NIEUWE
RIJN
VAARTACTE.
Het- ontwerp-Rijnvaartacte, dat thans door een
niet-officiëele uitgave?) voor het publiek toeganke-
lijk is gemaakt, zal waarschijnlijk weldra nog slechts
historische waarde hebben. Uit een verklaring van
officiëele Nederlandsche zijde is gebleken, dat de Ne-
derlandsche regeering het ontwerp volstrekt onaan-
nemelijk acht, en de inhoud is van dien aard, dat
men zich bezwaarlijk kan voorstellen, dat-dit of een
dergelijk stuk ooit rechtskracht zou erlangen. Mâar
als mijlpaal in het politieke conflict, dat sedert 1919
om den Rijn, en daarmede om de levensbelangen van
Nederland, gaande is, is het stuk hoogst interessant.
Bij de bespreking van artikel 91 van het ontwerp?)
stelde de Engelsche Rijnvaartcommissaris namens
zijn regeering den eisch, dat de nieuwe Acte in het
Fransch en in het Engelsch zou worden geredigeerd
als argument aanvoerende, dat het Tractaat van Ver-
sailles, waarvan de nieuwe Rijnvaartacte was afge-
leid, ook in die twee talen gesteld was. De Rijnvaart-
commissie ging aan de moeilijkheid uit den weg, door
in het ontwerp de taal, waarin de Acte geredigeerd
zou worden, open te laten.
In een klein bestek heeft men hier een vrij zuiver
beeld van deze geheele verdragsherziening. Zij is een
product van Versailles. Dientengevolge worden er eischen gesteld, waar men onder normale omstan-
digheden slechts de schouders over zou kunnen op-
halen. Maar de commissie
hudt
er rekening mee, en
omzeilt de critieke punten, door deze in haar ontwerp
open te laten.
Men krijgt zoodoende de eigenaardige figuur, dat
een tekst wordt opgesteld, zonder dat men het over
de fundamenten, waarop de tekst moet worden op-
gebouwd, eens is. In de practijk beteekent dit, dat
het ontwerp is doortrokken van den geest der in de
Rijnvaartcommissie machtigste partij, zonder evenwel
uitdrukkelijk haar opvatting te aanvaarden.
Wanneer men in de commissie van gedachten ging
wisselen over de principiëele vraag, of de regeling
van den rechtstoestand eener internationale rivier
een zaak is, die alleen den oeverstaten aangaat, dan
wel of ook niet-oeverstaten daarbij partij dienen te
zijn, dan zoa men nimmer tot overeenstemming ko-
men. Toch moet een ontwerp worden opgesteld. Het
valt z66 uit, dat kennelijk de opzet is, dat ook niet-
oeverstaten partij zullen zijn. Toch is men het daar-
over nog in het geheel niet eens.
Het is een van zekere
zijde
gaarne gepropageerde
voorsteiling, dat een rivier ,,van internationaal be-
lang” aan ,,de internationale gemeenschap” zou toe-
behooren, en op één
lijn
zou staan met de open zee,
waarover geen staat zeggenschap heeft. Dit willekeu-
rige denkbeeld, dat vierkant in
strijd
is met den
grondslag van het internationale rivieren recht zou,
indien men erover ging discussieren, wederom geen
enkele kans hebben om te worden aanvaard. Men
zwijgt er dus over, maar bij een discussie over den
doorvoer blijkt, dat een aantal staten het als uit-
gangspunt nemen.
Van zekere zijde wenscht men, dat wanneer de
oeverstaten eenmaal dit verdrag aanvaard hebben, zij
verder alle zeggenschap over de rivier kwijt zullen
zijn, en de Rijnvartcommissie (of als dat niet mocht
gelukken een andere interjiationale instantie) het
opperbestuur zal uitoefenen. Het ontwerp laat dit
punt nog open, maar middelerwijl heeft men zich be-ijverd om aan de Rijnvaartcommissie een heele reeks
van zoo ruim mogelijk geformuleerde rechten toe te
kennen. In denzeifden gedachtengang moet haar
karakter van permanent en onafhankelijk bestuur in
de Acte worden vastgelegd, door het secretariaat
t)
Van het Dagblad van Noordbrabant, Breda.
) Hier gelijk ook verderop maak ik gebruik van pro-
tocollen der Rijnvaartcommissie, waarover ik door de
welwillendheid der redactie van het ])agblad van Noord-
brabant de beschikking kreeg.
INHOUD.
BIz.
HET ONTWERP EENER NIEUWE RIJN VAARTACTE
door
Mr.
J. Zaaijer
………………………………
770
De vooruitzichten van de rubber-cultuur door
A.
G.
II.
van Woerden ………………………………7
71
De loonfactor in de productiekosten door
Dr. Ir. B. Bölger 774
Rondom het huurvraagstuk door
Dr.
G.
Lubbers ……77
Nederlanclsch-Indië en de gouden standaard door
Mr. W.
J
. L. van Es ………………………………776
Meerdere feiten over devaluatiepolitiek en export- en
importmogeljkheden door
C. Kool met Naschrift door
Dr. J.
G.
Stridiron …………………………777
MAANDCIJFERS:
Emissies in Augustus 1933 ………………….
781
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen……….
781
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
782-788
Geidkoersen.
–
%Vsselkoersen.
–
Bankstaten.
–
Goederenhandel.
daarin te vermelden, en aan de commisise een ruime
mate van diplomatieke voorrechten te verleenen (art.
81, 83). En in de plaats van het tot volkomen onbe-
langrijkheid vervallen instituut der Rijn-inspecteurs
moet aan de commissie een vèr-gaand zelfstandig
recht tot onderzoek en contrôle worden ingeruimd.
Dit doet art. 82, maar het wordt zéé geredigeerd,
dat de beteekenis ervan niet al te veel in de gaten
loopt.
Zoodoende is een geheel verkregen, dat er a.h.w.
slechts op wacht, dat ook op de principiëele punten
nog de begeerde en reeds uitgewerkte veranderingen
worden aangebracht. Anders gezegd: in afwachting
van een principiëele beslissing heeft men in de uit-
werking en in de détails een grondige wijziging van
de Rijnvaartacte alvast doorgedreven. Zoo beteekent
dit ontwerp zonder twijfel een succes voor de tot her-
ziening stuwende krachten. In geval van verdere be-sprekingen zou een door hun gedachten bezield ont-
werp tot uitgangspunt dienen.
Waarom zij zoo langs omwegen,
bij
stukjes en beet-
jes, hun doel moeten zien te bereiken? Het ontwerp,
dat veel uitvoeriger is dan de Acte van 1868, geeft in een soort Pransch, dat nogal wat gelijkenis ver-
toont met het soort Nederlandsch van onze moderne
wetten, een reeks bepalingen over het scheepvaart-
verkeer, waarvan men in ieder geval wel met zeker-
heid kan zeggen, dat het er, in vergelijking met
vroeger, niet duidelijker op wordt.’) Maar de scheep-
vaart was bij deze herziening zooals wij steeds ge-
weten hebben ook maar een voorwendsel. De staten,
die over een internationale rivier te zeggen hebben,
kunnen over de scheepvaart erop een regeling tref-
fen, en bij gebleken behoefte kunnen zij die regeling
veranderen. In dit geval evenwel was het er niet om
te doen, krachtens een bestaand recht van zeggen-
schap het scheepvaartrégiem te veranderen, maar om
in het recht van zeggenschap wijziging te brengen.
Door onomwonden zulk een eisch te stellen zou men rechtstreeks op een conflict hebben aangestuurd. Al-
leen langs omwegen was in die richting iets te be-
reiken.
Dit streven: aantasting van de rechten der oever-
staten, heeft de geheele herziening beheerscht. Men
vindt het bij het verheffen van niet-oeverstaten tot
partij bij de Acte, waarvan men stilzwijgend is uit-
gegaan. Men vindt het bij de samenstelling en be-
voegdheid der Rijnvaartcommissie, welke men heeft
opengelaten ên verwezen naar afzonderlijke diploma-
1)
Ook zou men er tevergeefs een duidelijk antwoord
in zoeken op de vraag, of maatregelen gelijk zij thans ten
gunste van Antwerpen van kracht zijn, ook verder moge-
lijk blijven. Hetgeen dus practisch zal beteekenen, dat in-
dien zij, die zulke maatregelen wenschen, de politieke om-
standigheden voldoende in hun voordeel achten, zij hun
gang zullen gaan, zonder dat hun een duidelijke verdrags-
tekst kan worden tegengeworpen.
4 October 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
771
tieke onderhandelingen ‘). Men vindt het evenzeer
bij de vraag van het toepassingsgebied der Acte. Hier
is bij uitzondering het conflict van opvattingen dui’
delijk gesteld, doordat de commissie bij meerderheid
van stemmen een voor Nederland onaannemelijke
regeling heeft vastgelegd, met als eenig resultaat,
dat Nederland verdere medewerking hij de herziening
weigerde.
Het heeft geen nut, op dit hoofdpunt camouflage-
politiek te bedrijven, omdat men er toch steeds weei
toe moet terugkomen. Zulk een politiek is bovendien
ongewenscht, omdat men uit zucht om een conflict te
vermijden ertoe dreigt te komen, op détailpunten toe
te geven, en zoodoende zich geleidelijk in een ongun-
stige positie laat brengen. Had Nederland dit maar
tijdig bedacht, alvorens tot de Rijnartikelen van Ver-
sailles toe te treden, zonder daarbij eenige noemens-
waardige verbetering te bedingen, zoogenaamd om
bij de besprekingen invloed te kunnen uitoefenén.
Wat heeft men ermee bereikt? Dat men thans, na
zich rechtens in een veel ongunstiger positie te heb-
ben gebracht, nog voor hetzelfde conflict staat als
véér 1923.
De zaak waar het om gaat is, uit een oogpunt van
recht zoowel als uit een oogpunt van politiek, bij
slot van rekening zeer eenvoudig.
Rechtens staat vast, dat er voor den Rijn reeds
‘en scheepvaartacte bestaat, welke van kracht blijft,
zoolang .deze niet met goedvinden van alle partijen
is gewijzigd. Het is dus zeer de vraag of er in de
Acte van Mannheim verandering zal komen. Zulks
volgt niet uit het Tractaat van Versailles, dat alleen
maar aan de Rijnvaartcommissie opdraagt, een
ont-
werp-herziening op te stellen. Wil er van een herzie-
ning sprake kunnen zijn, dan zal men er zich in elk
geval van dienen te onthouden, aan de oeverstaten
van die rivier een of ander uitzonderlijk systeem op
te dringen, zooals men aan de verslagen vijanden uit
den wereldoorlog voor, enkele hunner rivieren heeft
gedaan. Van Nederland kan in geen geval worde
verlangd, dat het een dergelijk bijzonder systeem
aanvaarden zou. En de partijen hij het Tractaat van Versailles hebben bepaaldeljk gewild, dat voor den
Rijn niet een dergelijk bijzonder régime zou wôrden
ingevoerd. Met name de Engelsche bedenksels hier-
omtrent dienen dus buiten beschouwing te blijven,
evenzeer als de pogingen, om de werkingssfeer van
de internationale rivierenacte uit te strekkken tot
waterwegen die, naar vroeger al is uitgemaakt, niet
tot de internationale rivier behooren.
Politiek bezien mag het voor zekere mogendheden
aantrekkelijk zijn, om den Rijn en de delta in hun
invloedssfeer te brengen, Nederland wenscht de heer
sehappij over zijn waterwegen te behouden, en daar-
mede zijn eigen zelfstandigheid. Wil met dezen Ne-
derlandschen kijk op de herzieningspogingen behoor-
lijk rekening kunnen worden gehouden, dan zd het
ten minste noodig zijn, dit standpunt onomwonden
in te nemen, zuiver te stellen en duidelijk te maken.
Niet alle mogendheden, met welke Nederland bij deze
herziening te doen heeft, plegen voor Nederlands
onafhankelijkheid (nverschillig te zijn. En door het
coufliet in zijn werkelijke gedaante te willen zien
zal men te gereder voorkomen, dat de herzienings.
pogingen ontaarden in een diplomatieken ruilhandel,
waarvoor, gegeven de belangen die op het spel staan.
op dit terrein geen plaats is.
1-Iêrziening van de Acte van Mannheim zal on-doenlijk blijven, zoolang men niet eerst zekere im
perialistische gedachten heeft herzien. En mocht dit
laatste eenmaal gebeurd zijn, dan zal de herziening
va:n de Acte haar aantrekkelijkheid wel hebben ver-
loren.
J. ZAMJEa.
‘) Bij een vroegere gelegenheid waarschuwde ik reeds
te dezer plaatse tegen het alternatief cener oppermachtige
ornrn issic: excessieve verplichtingen, gecombineerd met
vage arbitrageelausules. Iets dergelijks vindt men in het
ontwerp wèl al uitgewerkt. (Art. 78, 87).
DE VOORUITZICHTEN VAN DE RUBBER-CULTUUR.
Zelfs hij de rubber-insiders bestaan onlogische
denkbeelden omtrent de vooruitzichten van de mb-
her-cultuur. Waar rubber vermoedelijk
het
belang-
rijkste product van onze Koloniën zal gaan worden,
iiu de Java-suiker een noodgedwongen beperking zal
11ebben te ondergaan tot een in de laatste jaren on-
gekend laag niveau, is het van belang, de rubber-
toekomst objectief te analyseeren. Dit is te meer
noodig, nu zelfs vooraanstaande riïbber-maatschap-pijen in hun jaarves-slagen evenmin realiseeren, wat
de ‘rubbercultuur onvermijdelijk in haar schoot ver-
borgen’ houdt. Zoo merkte o.a. de Directie van de
Rubber Oultunr Maatschappij ,,Kendeng Lemboe” in
haar jongste jaarverslag op:
,,Zooals reeds eerder in het verslag is aapgegeven,
hebben wij het noodzakelijk geoordeeld maatregelen
te treffen onze koffie-oogsten in de toekomst te ver-
grooten,’ aangezien de marge tusschen directe ver-
krijgingskosten en opbrengst van koffie nog belang-
rijk grooter is dan die van rubber.”
– Hier wordt dus een politiek gevolgd om aan de
koffie een grootere plaats toe te kennen dan aan de
rabber, teiwijl de koffie-situatie ‘buitengewoon neve-
lig moet worden genoemd in verband met de sterke
-‘uitbreiding van de koffiecultuur door de Braziliaan-
sche koffie-valorisatie, terwijl dezelfde koffie-valori-
satie zich in een buitengewoon critiek stadium be-
vindt. Wannaer een kundige directie een dergelijke
toekomstpolitiek wil voeren, dan moet zij de rubber
wel zeer somber inzien, een pessimisme, dat o.i. zeer
ongemotiveerd kan worden genoemd.
De pessimisten
wijzen
er op, dat wanneer er geen
restrictie komt, de inlanders zoo zwaar zullen gaan
tappen bij een verbeterende consumptie en bij hoogere
rjzen, dat opnieuw een debacle zal intreden met
‘alle funeste gevolgeii ‘daaraan verbonden. Bij de hni.-
dige prijzen, di.e belangrijk hooger liggen dan enkele
maanden, geleden, maakt men zich al bezorgd over de
‘btijging van de inlandsche rubber; men wijst verder
-‘p het feit, dat de plantagemubber eerder achter-dan vooruitgegaan is als gevolg van de moeilijk-
-heid om voldoende koelies te verkrijgen, terwijl ook
de financiëele vej-houdingen voorloopig nog niet toe-
–
laten om groote bedragen te besteden aan de uit-
breiding van het werkvolk. Door een en ander is
‘en bevreesd, dat de inlandsche rtibber
toch
de over-
vinning zal behalen. Daarom ziet men in restrictie
de eenig mogelijke uitkomst voor het Westersche kapitaal in rubberondemnemingen belegd. –
– Ook wij zijn niet tegen restrictie, doch uit geheel
uindere gronden.
Rubber is een cyclische cultuur; een geplante rob-
berboom.geef t eerst na zes zeven jaar product, zon-
;at men dien tijd moet wrachten, alvorens geëntameer-
de uitbreidingen tot hun recht kunnen komen. Een
,
inlandsche rubberhoom moge misschien iets eerder in
tap komen – hetgeen wij bovendien nog betwijfelen
— maar in alle gevalle zal deze ook tal van jaren
noodig hebben om tot wasdom te gra1cen.
Hoe is nu cle loop der rubberconjunctuur?
Toen de auto hoe langer hoe meer terrein won,
steeg de behoefte aan rubber. Men kon dit product
niet uit den grond stampen en toen de’ vraag het
aanbod overtrof, steeg de rubberprijs tot een hoogte,
die geheel en al onevenredig was aan de productie-
kosten. De door de ondernemingen gemaakte winsten
wra
ren
formidabel en alom plantte men ‘nieuwe ter-
reinen aan. Aan deze rubber rush deed een ieder
mede, welke over terreinen kon beschikken; het
Ned.-In di sche gouvernement was daarin buitenge-
woon coulant en menschen, die niet het minste ver-
stand van de rubbercu.ltuur hadden en die bovendien geen serieuze bedoelingen erop na hielden, maar aan
niets anders dachten dan om de concessies met een
zoet winstje aan anderen over te doen, vroegen com-
plexen aan, die in de honderden bouws liepen. 01)
772
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
een gegeven moment kwamen deze nieuwe tuinen in
volle productie en vanzelfsprekend bleek toen de
productie-potenti ah teit belangrijk grooter te zijn dan
overeenkwam met cle gestegen vraag en de voort-
,
schreiding van cle auto. 1-let rubber-aanhod steeg met
als gevolg drastische daling van de prijzen. Hieraan
kwam in 1925 een aanpassing. Ten eerste bleef de’
auto zijn zegetocht voortzetten en ten tweede zorgde
het Stevenson-plan voor een nivelleering tusschen
vraag en aanbod. Zelfs leidde deze restrictie, w’elke
niet door de Neclerlandsch-Indische onci er nemingen
werd aanvaard tot een evenwichtsverstoring naar de
zijde van de producenten niet gevolg, dat opnieuw een
koortsachtige ,,boom” ontstoncl.
Prijzen liepen opnieuw belengrijk boven cle kost-
prijzen uit en opnieuw outstond de neiging om het
rubber-areani te vergrooten. Intussehen had de land-
bouwkundige voorlichtingsdienst den inlanders op
het profijt van een inlancische rubbercultuur gewe-
zen en daadwerkelijk had men de natives gesteund
in deze richting, uitgaande van het overigens ge-
zonde principe, dat, wil men den inlander uit het
pauperisme verheffen, hem een cultuur moest wor
den opgedrongen, welke hij technisch zoowel als fi
nanciëel kon heheerschen en waardoor hij niet meer,
alleenafhankelijk was van de producten, diensti
voor de inlandsche markt. Men wilde hem een cui-
tuur geven, die goede vooruitzichten bood en die hem
bovendien niet meer afhankelijk maakte van de eigen’
koopkracht.
De logische consequentie hiervan was een wilde
uitbreiding. Opnieuw werd na circa vijf â zes het evenwicht verstoord; de jongste rubhercrisis i
hiervan een duidelijk bewijs. Ditmaal was de expan
sie z66 groot, dat de rubberprijs vér beneden de
f
0.1.0
per pond inzakte, een niveau, waarop geen euke1
rubberondernerning winst kon maken, laat staan zij n
normale afschrijvingen en reserveeririgen kon d
oen
.!
Ook nu schreed de rubberconsumptie minder sterk
naar voren dan cie rubberproductie; de auto werd
weliswaar steeds populairder, maar de vermeerderin
van de in gebruik zijnde auto’s kon de rubber-lawin
n:iet verwerken.
De fouten van het verleden, de ongebonden pro
–
i
ductie, waarbij men zich geen rekenschap wilde geven
van de algemeene statistische positie, maar waarbij
men zich slechts blindstaarde op eigen gewin, wreek-‘
tea zich. Dat téen het denkbeeld van restrictie op-
nieuw naar voren kwam, was begrijpelijk. De grootere
ondernemingen, die zorg besteed hadden aai de per-
f
ectionneering van hun aanplant door het lcveeken
van geselecteerd materiaal. . . die over uitgebreide ei
aaneengesloten arealen beschikten, waardoor zij cle’
kosten ier eenheid lager konden brengen dan hun
minder fortuinlijke en mi ncler vooru itziende co1-
lega’s.
..
. en die bovendien een goed gevulde kas
hadden, waren tégen restrictie in de veronderstei-
ling, dat lage prijzen een natuurlijk saneeringsproce’
zouden bevorderen. Tevens hoopten zij hun kostprij
op een gelijk niveau van dat der inlanders te bren-
gen, waarbij zij dan liet voordeel zouden behouden
van hun beter product en hun relaties over de ge-
heele wereld.
De strijd tussclien cle voor- en tegenstanders van
restrictie werd tenslotte door de Nederlandsch-In-dische Regeering in de richting van geen restrictie
beslecht, nadat een commissie was benoemd, die dJ
Regeering in deze materie van advies te dienen had.
1
De genoemde commissie kon niet tot overeenstem-
ming komen; de voor- en tegenstanders van restrictie
dienden ieder hun eigen nota in, terwijl geen deug-
delijk plan kon worden geformuleerd om cle contrôle
over een eventiteele rubber-beperking ten opzichte
van de natives efficient te kunnen uitoefenen. Dit
werd voor Buitenzorg aanleiding om zich voorloopig
niet aan eenige restrictie te wagen, alhoewel duide
–
lijk te kennen werd gegeven, dat elk plan, waarbij
de .inlandsche rubberproductie afdoende zou kunnen
worden gecontroleerd, de erostige aandacht van Bui
tenzorg zou hebben.
Het restrictie-looze tijdperk, dat daarna inging,
heeft de zienswijze der groot-producenten niet be-
vestigd. De geringe onderhoudsicosten, zonder dat de
aanplant noemenswaardig te
lijden
had, maakten,
dat de financiëel zwakken, in stede van onder te
gaan, krachtigen weerstand konden blijven bieden,
terwijl het juist de inlaiiders waren, die ervan de
dupe werden. De inlandsche productie daalde veel
scherper dan die van de Westersche ondernemingen.
Met dat al bleef de rubberprijs op een zeer laag ni-
veau en de grooteren vroegen zich hoe langer hoe
meer af, waarom zij de offers bleven brengen voor
een denkbeeld, dat toch niet in vervulling zou kun-
nen gaan. Ook de vroegere tegenstanders van kunst-
matige bepericing helden meer en meer over naar eer.i
wettelijke regeling, opdat de prijs weer een winst-
mtrge zou laten, zij het ok, dat daardoor het leven
van cle concurrenten werd verlengd.
Het restrictie-vraagstuk is hierdoor in een nieuw
stadium gekomen; naar verluidt zouden de Britten
en de Nederlanders tot overeenstemming met elkan-
der zijn gekomen, terwijl Indo-China zich nog niet
gewonnen heeft gegeven om
begrijpelijke
redenen.
Wanneer men een restrictie zou invoeren
01)
basis der bestaande productie-potentiahiteit, dan zou Fransch-
Indo China geen gelegenheid hebben in cle eerste
jaren haar rubberproductie uit te breiden, terwijl die
kolonie juist bezig is om in deze richting nieuwe
welvaartsbronnen voor de bevolking te zoeken.
* *
*
Wanneer men de geschiedenis van de ri.ibbereul-
tuur nagaat, dan bemerkt men een niet te ontkennen
cyclus. Rubber volgt de ontwilckeling van den auto;
in de eene fase is cle auto de rubberproductie vooruit
met gevolg icrachtige stijging van den rabberprijs.
Daarna onlogische uitbreiding van den aanplant,
waardoor op een gegeven moment de productie van
rubber de ontwikkeling van den auto vér vooruit is
en. waardoor de
prijzen
zoodanig dalen, dat men niets
voor expansie voelt en zelfs tot drastische beperking
van den tap overgaat met terugzending van een groot
gedeelte der koelies, die men op hooge kosten heeft
aangeworven. Waar de rubber circa zes á zeven jaar noodig heef t om tot den tapbaren leeftijd te komen,
kan men in een periode van dezen duur geen noe-
menswaardige vermeerdering van de productie ver-
wachten. De auto heeft dus voldoende tijd om de be-
staande productie-capaciteit weer te absorbeeren en
wanneer het accres maar voldoende is, zal er op-
nieuw een
onvermijdelijke
spanning tusschen con-
sumptie en productie optreden, welice riibberplanters
opnieuw in de verleiding zullen brengen om her
areaal, zonder niet elkander rekening te houden, op
onlogische wijze op te voeren.
De
prijzen
van rubber zijn thans tot een noodpeil
gedaald en de ondernemingen hebben niet alleen hun uitbreidingen stopgezet, maar ook een groot gedeelte
van hun koelies naar huis gezonden, terwijl vele
Europeesche tuingeërnplöyeerden hun ontslag hebben
ontvangen. Sinds 1929 is er nagenoeg niets uitge-
breid en mocht men daarmede in 1934 beginnen –
v66r dien tijd is van expansie niets bemerkt – dan
zal men eerst in 1940 een vergrooting kunnen krij-
gen van de bestaande productie-potentialiteit! De destijds dooi- den Minister van Koloniën inge-
stelde commissie, die dezen autoriteit van advies om-
trent restrictie had te dienen, heeft enkele statisti-
sche gegevens gepubliceerd, o.a. van de productie-
potentialiteit in 1935, wanneer alle bestaande tuinen
in vollen tap kunnen zijn. Deze productie-potentiali-
teit wordt berekend op 1.305.000 ton. Nu geven wij
gaarne toe, dat dergelijke berekeningen de werkelijk-
heid niet benaderen; vel echter mag men daarin een
cijfer zien, dat voor een algemeene redeneering deug-
delijk kan worden genoemd. Dit totaal is als volgt
gespecificeerd:
4 October 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
773
ton
Ned.-I rdië (ondernemingen)
……………….
226.000
Ned.-J.ndië (bevolking)
……………………
350.000
Malakka
………………………………
452.000
Ceylon
………………………………..78.000
113ritsch-Tndië …………………………..
15.000
Britsch Noord-Borneo …………………….
53.000
Prausch Indo China ……………………..
36.000
Siam
………………………………….30.000
Overige wereld en wilde rubber …………….
65.000
1.305.000
Overhet eerste halfjaar van 1933 heeft Malakka
208.740 ton rubber tot verscheping gebracht; wellicht
is de hierboven aangegeven procluctie-potentialiteit
voor de Straits te laag genomen. In dezelfde periode
echter bedroeg de uitvoer van plantagerubber uit
onze Koloniën 72.394 ton, hetgeen belangrijk beneden
het hierboven genoemde cijfer blijft (jaarproductie
op basis eerste semester 1933 144.788 ton), terwijl de
natives 42.097 ton (jaarbasis 84.194 ton) beduidend
l)eneden cle aangenomen 350.000 ton produceeren.
De genoemde productie-potentialiteit geldt vanaf 1935; voor 1933 wordt de productie geschat op on-
geveer 820.000 ton en wanneer de rubberprijzen ge-
leidelijk verder stijgen tot circa 20 cent per mag voor 1934 een productie berekend worden van
circa 1 millioen ton. Voor 1935/’40 geldt clan de
norm, welke de hoogergenoemde commissie heeft
meenén te mogen stellen, ni. van 1.305,000 ton. Voor
ons betoog doet het er trouwens weinig toe of af,
of deze productie te hoog gegrepen is dan wel te laag
is geschat. Wij wrillen er mede in het licht stellen,
dat gezien ons verder betoog over het verwachte ver-
bruik in de komende jaren een spanning moet optre-
den ten voordeele van producenten, welke span-
ning haar oorzaak vindt in het feit, dat in deze
periode cle auto zich sneller zal ontwikkelen dan met de rubber mogelijk is.
Volgens het jaarverslag van de Internationale Ver-
eeniging voor de Rubbercultuur zijn er in Amerika
26.275.000 auto’s. geregistrëerd en in de overige we-
reld slechts 7.125.000 stuks, in totaal 33.400.000 een-
heden, luxe-auto’s, autobussen en trucks inbegrepen.
Dit aantal toont een geringe vermindering bij 1929
en 1932 vergeleken, doch intusschen moet het aantal
in omloop zijnde wagens weer beduidend zijn ver-
meerderd.
Personenwagens,
vrachtauto’s
en
bussen
in bed rijf
in duizendtallen..
1033
1932
1929 1926 Amerika
……..
26.275
28.146
29.333
24.066
Europa
………
5.499 5.586 4.219
2.669 Afrika
……….
370
371
278
139
Azië
…………
486 566
416 240
Australië
……..
770 772
633 423
33.400 35.441 34.879 27.537
Bij de auto-industrie heeft men met twee factoren rekening te houden; ten eerste de vraag van hen, die
voor het eerst een auto gaan aanschaffen en ten
tweede de z.g. vervangingsvraag, nl. het koopen van
nieuwe auto’s ter vervanging van de oude wagens.
De auto heeft een betrekkelijk korten levensduur,
die echter afhankelijk is van de mate van welvaart,
welke er heerscht. In tijden van depressie zal men
met zijn wagen langer doen, omdat men niet over de
noodige middelen beschikt om een nieuwe te koopen.
In perioden van bloei zal men spoediger een nieuwe car aanschaffen van wege de grootere nijdzekerheid en de vernieuwingen en verbeteringen, welke steeds
worden aangebracht. De auto-maatschappijen zorgen
wel, dat zij zooveel mogelijk met nieuwe types aan
de markt komen om de auto-bezitters te verleiden, de nieuwe uitvindingen toe te passen. Kan me,n in
normale tijden rekening houden met een looptijd van
den auto van maximaal drie jaar, in depressie-perio-
den komt het voor, dat men zes â zeven jaar dezelf-
de wagen gebruikt. Vandaar, dat sinds 1929 de auto-productie in Amerika sterk is ingekrompen; het aan-
tal oude wagens, dat in Amerika de wegen onveilig
maakt, is dan ook buitengewoon groot.
In de nieuwe wereld begint men eenigermate het
verzadigingspunt te bereiken, wat het aantal wagens
betreft, dat gekocht wordt door hen, die zich voor
het eerst een auto aanschaffen. Daarentegen zal de
vervangingsvraag belangrijk toenemen en wel in ver-
houding tot het totale aantal auto’s, dat en route
is. In de overige wereld daarentegen staat men nog
voor ongekende mogelijkheden, zoodra de koopkracht
der massa toeneemt. Buiten Amerika liepen er, zoo-
als reeds aangegeven, op het moment, dat de Inter-
nationale Vereeniging voor de Rubbercultuur haar
statistieken publiceerde en die zij, wat de auto’s be-
treft, wel zal geput hebben uit gegevens van het
Amerikaansche automobiel-instituut, ci rcâ 7.125.000
wagens, een aantal, dat buitengewoon laag is. Waar
cle auto hoe langer hoe
meer
het transporirniddel van
de toelcomst
wordt, zou het ons niet verwonderen,
wanneer dit kwantum spoedig verdubbeld zal zijn.
Ook in Amerika mag men op een jaarlijks accres
van minstens een millioen wagens rekenen, buiten de
vervangingsvraag. Nemen wij aan, dat 115 van het
getal auto’s in Amerika in 1934 vervangen zal moe-
ten worden, mits de conjunctuur zich blijvend ver-
betert, dan zullen er in 1934 circa 6 millioen wagens
moeten worden gefabriceerd en afgeleverd.
Elke wagen wordt met vijf banden afgeleverd.
Nemen wij per band een hoeveelheid rubber van 20
lbs., dan wordt per nieuwe wagen 100 lhs. rubber of
1122 ton rubber verbruikt. Dit kwantum is niet aan
den hoogen kant. Verschillende vrachtauto’s hebben handen, die heel wat meer rubber verslinden, terwijl
sommige trucs massieve rubberbanden gebruiken.
Voor de 6 millioen nieuwe wagens is dan een hoe-
veelheid rubber noodig van ……….280.000 ton
Nemen wij verder, dat gemiddeld geno-
men elke auto één keer in de drie jaar
een nieuw stel handen noodig heeft,
dan komen wij per auto per jaar tot een
rubberverbruik van 1184 ton voor ge-
wone auto’s, doch voor vrachtauto’s
met massieve- dan wel hallonbanden
beduidend meer, zoodat wij mogen aan-
nemen, dat de 33.400.000 auto’s ver-
bruiken circa …………………..600.000
terwijl de andere industrie (fietsban-
den ete.) aan rubber noodig heeft circa 200.000
1.080.000 ton
Of deze hoeveelheid juist is of niet, doet voor ons
doel niets ter zake. Wél, of dit kwantum de werke-
lijkheid eenigszins benadert. ‘Want wij wilden met
deze cijfers in het licht stellen, dat in 1934 het ver-bruik de productie zal overtreffen, zelfs wanneer de
inlanders hun productie krachtig zullen gaan uit-
breiden. Neemt het auto-verkeer nét zoo krachtig toe
als dit zich momenteel manifesteert, dan zal in de
periode 1935/’40 de consumptie van rubber de pro-
ductie verre overtreffen. Indien op een gegeven mo-
ment het aantal wagens in de overige wereld is ver-
dubbeld (hetgeen geen te optimistische veronderstel-
ling is) en Amerika het aantal tot 30 millioen heeft
opgevoerd, dan krijgen wij hij een vervangingsvraag
van 6 millioen wagens en een nieuwe productie van
2 millioen wagens volgens dezelfde berekening als
hierboven een rubberconsumptie van méér dan
1.400.000 ton. De inlanders zullen dan 350.000 ton
moeten produceeren om de maximale potentiëele pro-
ductie van 1.305.000 ton te kunnen bereiken en dan
nog blijft er een belangrijk tekort, ongeacht gerege-
nereerde en synthetische rubber, waarop wij terug-
komen.
De kans’ is dus groot, dat wij een nieuwe gunstige
periode voor de rubbercultuur tegemoetgaan, zoodat
restrictie niet noodig zou zijn. Integendeel, op een. gegeven moment zal zelfs een productie-capaciteit
van 100 pOt. onvoldoende blijken te zijn om aan de
vraag te kunnen voldoen. Toch zijn wij voorstanders
774
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
van restrictie en wel om de volgende redenen. Ten
eerste ‘Lal de noodzakelijke prijsstijging om de cul-
tuur op een loonende basis terug te brengen, bij
restrictie eerder komen dan zonder kunstmatige be-
perking. Nederlandsch-Indië heeft een opleving van de
rubbercultuur uit sociale en economische overwegin.
gen dringend noodig, nu de suiker noodwendig een
saneering behoeft, waardoor de suikerproductie blij-
vend zal dienen te worden ingekrompen. Doch ten
tweede vormt restrictie een samengaan der verschil-
lende productie-landen en deze coöperatie zou kunnen
leiden tot een overleg omtrent de uitbreiding, welke
men aan het heplante areaal zal geven. Op deze wijze
zou men in staat kunnen zijn om na 1940 een nieuwe
ruhbercrisis te vermijden of in allen geval te ver-
zachten. Door juiste statistische gegevens, door in-
ternationaal overleg in zake aanpassing van produc-
tie aan consumptie, van te verwachten consumptie
aan een oordeelkundige expansie, die eerst na circa
6 jaar tot de productie zal kunnen bijdragen, zal men
regelend te werk kunnen gaan. In een dergelijke in-
ternationale regeling moet men de fouten van het
Chadhourne-plan trachten te elimineeren door ook de
landen erin te betrekken, die rubber verbruiken
zOrL
–
der dit product in noemenswaardige wijze voort te
brengen of die in het geheel geen rubber cultiveeren.
Ook moeten de landen worden saamgebracht, die
mogelijkerwijs rubber zouden kunnen produceeren en
die dit zeker zullen doen, wanneer de prijzen een
extra-winstmarge laten.
Wij zeiden reeds, dat rubber een cyclisch product
is. Dat in de eene periode door krachtiger voort-
schrjding van het automobielverkeer de vraag niet
door de productie kan worden bevredigd, terwijl er
het andere moment een beduidend productie-surplus
ontstaan. Het is de taak van die kunstmatige beper-
king en het daaruit voortvloeiend internationaal
overleg om nivelleerend te werken.
Tenslotte willen wij een enkele opmerking maken
over de geregenereerde rubber en eventueel synthe-
tische rubber. De banden, welke uit geregenereerde
rubber worden geproduceerd, staan in kwaliteit ach-
ter bij die uit nieuwe rubber verkregen. De banden
echter kunnen goedkooper worden geleverd en de
productie is loonend, zoodra de prijzen van ruwe
rubber een bepaalden grens overschrijden. Deze grens
is voor alsnog niet te bepalen, uit gebrek aan ge-
gevens. Hieruit volgt, dat de rubberproducenten ver-standig zullen doen om met een matige winst genoe-
gen te willen nemen en niet het onderste uit den
kan wenschen te verkrijgen. Hooge rubberprijzen
mogen tijdelijk welkom zijn, op den duur leveren zij
groot nadeel op. Ook hier kan onderling overleg veel
ten goede opleveren, vooral, wanneer de Regeeringen
waken voor een juiste en eerlijke uitvoering van het-
geen overeen gekomen is.
Over synthetische rubber kunnen wij weinig zeg-
gen. Tot nu toe is het nog niet gelukt een synthe-
tisch product te vervaardigen, dat tegen het natuur-
product kan concurreeren. Doch elk moment kunnen wij voor een nieuwe vinding staan, welke de rubber-
verhoudingen grondig zullen kunnen doen verande-
ren. Wij hebben dit af te wachten; doch ook in het
geval een chemisch gelijkwaardig product kan wor-
den vervaardigd tegen een prijs, welke met het ruwe
product kan concurreeren, dan nog zal de pap niet
‘Loo heet behoeven te worden gegeten als zij wordt
opgediend. Immers de kuustzijde heeft de natuurzijde
niet kunnen verdringen noch de wollen- en katoenen
stoffen noemenswaardig weten te hen adeelen. Er zal
een verschuiving plaats vinden, doch tenslotte zal
in dit geval een evenwichtsherstel moeten ontstaan,
dat vlugger zal komen, naar gelang de motor zijn
zegetocht, welke is ingeluid, krachtiger zal kunnen
vervolgen, mits en hierop kunnen wij niet genoeg den
nadruk leggen, producenten van natuurlijke rubber
een verstandige prjzenpolitiek voeren.
A. G. H. vu’m
WOERDEN.
DE LOONFACTOR IN DE PRODUCTIEKOSTEN.
Wie de beide publicaties van het Centraal Bureau
voor de Statistiek over den invloed van het arbeids-
loon op den kostprijs der producten heeft bestudeerd
of de artikelen hef t gelezen, welke naar aanleiding
daarvan door den heer Dr. 0. Bakker, die op het
C.B.S. de dagelijksche leiding van het onderzoek had,
in dit tijdschrift werden geplaatstt), zal met mij dank-
baar zijn voor den helangrijken statistischen arbeid,
die werd verricht. Immers door dit onderzoek heeft
men een in:iuht kunnen
verkrijgen
in de verhoudin-
gen, welke er bestaan tusschen de verschillende fac-
toren, die den prijs van een aantal belangrijke ver-
bruiksartikelen bepalen.
Terecht heeft het C.B.S., zooals dat uit de vraag-
stelling van den Hoogen Raad van Arbeid volgde,
den kostprijs van de producten gesplitst in een vijf
–
tal posten ni. loon (en salarissen); rente (event. met
pacht), huitenlandsche materialen,
afschrijvingen
en
overige onkosten. De hinnenlandsche materialen en
hulpstffen zijn daarbij geheel opgelost in deze vijf
factoren, waarvan de invloed dus een accumulatie is van de beteekenis dezer factoren in de verschillende
productiestadia. Op deze wijze komt men dan tot een
geaccumuleerde loonfactor in den kostprijs, die uiter-
aard voor de verschillende artikelen uiteen loopt,
doch die voor de industriëele producten in het
algemeen gemiddeld op 50 á 60 pOt. gesteld kan
worden.
De vraag van den Hoogen Raad van Arbeid kan
aldus worden omschreven: Gegeven een bepaalden
winkelprijs van een artikel, hoeveel Nederlandsch
loon zit nu in dezen prijs geaccumuleerd? Op die wijze kan men bepalen, welken invloed een wij-
ziging van het algemeene loonpeil in Nederland
heeft op den prijs, die de consument voor het product
betaalt.
Een andere vraag is echter: hoe is de verhouding
van de kosten van den productiefactor arbeid ten
opzichte van de kapitaalskosten. Dan gaat het niet
om den uiteindelijken prijs van het product, doch om
de productiekosten,
cle bewerkingskosten,
die moeten
worden aangewend om het ruwe materiaal of de in-
gevoerde haiffabrikatemi tot voor den consument ge-
schikte producten te vervormeh. De vraag zou dan
moeten luiden: Welk deel van de bewerkingskosten,
die in Nederland moeten worden gemaakt, bestaat
uit loon en salarissen?
liet is duidelijk, dat de kosten van, het buiten-
landsche materiaal wel den prijs van het product aan-
inerkelijk kunnen beïnvloeden (zooals hijv. hij diaman-
ten of gouden voorwerpen), doch dat deze kosten bij
de bepaling van den loonfactor in de bewerkingskos.
ten als een element van de vlottende kapitaalslasten
inoete.n worden beschouwd cii dus hij de berekening
van den loonfactor in de hewerkingskosten geheel
buiten beschouwing kunnen blijven.
Gezien de vraagstelling heeft het C.B.S. deze wijze
van berekening der loonfactor niet toegepast, doch
dank zij de specificatie der verschillende posten is
het mogelijk uit de gegevens der publicatie ook deze
berekening te maken. Dit kan het gemakkeljkste ge-
schiden door de verhouding te berekenen tussche.n
de beide posten loon en rente. De huiten.landsche
materialen vallen
daarbij,
zooals hierboven werd be-
toogd, geheel weg,
terwijl
het verschil, dat door op-
lossing van de posten afschrjving en overige kosten
in de verhouding loon en rente zou worden gebracht,
wordt verwaarloosd. Men mag toch aannemen, dat de
geaccumuleerde loonquote in deze heide posten wei-
nig zal afwijken van de voor de verschillende artike-
len gevonden quota, zoodat, aangezien de gezame-
lijke invloed van deze beide nog onopgeloste posten
slechts 10 ?m 20 pOt. is, ze nimmer een principiëele
‘) Zie Econoiiiisch-Statistisehe Berichten van 30 Augus-
tus en 27 September ji.
4 October
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
775
wijziging in de verhouding loon en rente meer kun-
nen brengen.
1)
In het onderstaande staatje hebben wij voor een
aantal in de publicatie genoemde artikelen, in de
eerste
vijf
kolommen de door het C.B.S. berekende
procentueele verhoudiiig der vijf factoren vermeld en
daarna berekend de verhouding tusschen de posten
loon en rente, waarbij de som van loon en rente =
100 is
:
gesteld.
Uit deze tabel blijkt, dat de loonfactor in de indus-
triëele bedrijven 80 á 90 pOt. uitmaakt van de totale
bewerkingskosten. In de laudbouwbedrijven is deze
loonfactor aanmerkelijk geringer in verband met den
invloed van de pacht
i
bij enkele nauw met den land-
ibouw in verband staande industrieproducten als
brood, en suiker nadert . de loonfactor weer 80 pCt.
Deze verhouding tusschen loon en kapitaalkosten
komt ook goed overeen met de Amerikaansche bereke-
ningen, welke daarover zijn gemaakt en waarvan Dr.
P. Lieftinck in zijn proefschrift
2
) melding maakte.
Volgens deze cijfers kwam in 1925 in de Ver. Staten
van Amerika van het totale inkomen. 87,8 pOt. uit
loon en 12.2 pOt. uit bezit en winst. Ook de Zwit-
sersche industrieel Dr. Sulzer, kwam aan de hand van
eén onderzoék van 8 jaar bij de groote machinefa
brieken in Zwitserland op een verhouding loon : ren-
te = ongeveer 7 : 1, terwijl wij tenslotte mogen her-
inneren aan de beschouwingen van den heer Matthij-
sen in het Volk van 19 Januari 1932, waarin deze
op grond van de cijfers van ,,Werkspoor” en de Ned.
Scheepsbouw Mij, tot de conclusie komt, dat onge-veer 90 pOt. van de fletto-opbrengst van de nijver-
heidsbedrjven aan de arbeiderskiasse toevalt.
Het is een groote verdienste van het belangrijke
onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statis-tiek, dat het mogelijk gemaakt .is deze verhouding
ook voor een aantal andere bedrijven te berekenen
en te bevestigen. – B. BöccsR.
Het C.B.S. komt voor deze posten ook tot een loon-
quote van
50
en
60
pCt.
,,Moderne Structuurveranderingen der industrie in de
Vereenigde Staten van Amerika” (besproken in E.-S. B.
van
13
April
1932
door Prof. Ir. Is. P. de Vooys).
RONDOM HET HUURVRAAGSTUK.
Het Bestuur van den Nederlandschen Bond van
1-luis- en Grondeigenaren en Bouwondernemers heeft
onlangs een enquête ingesteld naar den toestand in
de particuliere huizen-exploitatie in verschillende
plaatsen in ons land. Daarbij werd alidreerst ge-
vraagd in welke mate veranderingen in de huurprij-
zen van particuliere woningen kunnen worden gecon-
stateerd; verder werd gevraagd naar het leegstaan
van woningen, naar huurachterstand en naar het
voorkomen van verhuizing, samenwoning en onder-
verhuring.
Uit de thans ter beschikking gekomen gegevens
blijkt, dat het verschijnsel van huurdaling zoowel in
de groote steden als in de kleinere valt waar te
nemen. Deze huurdaling is vooral belangrijk voor de
hoogere huren, maar geldt toch ook, zij het in min-
dere mate, voor de woningen van lagere huurprijzen.
Ten aanzien van het leegstaan van woningen wordt
uit de meeste plaatsen bericht, dat het aantal leeg-
staande woningen, vooral wat de duurdere woningen aangaat, niet gering is. In sommige gemeenten, zoo-
als ‘s-Gravenhage, komen ook in de laagste huurklasse
veel leegstaande woningen voor.
In de meeste gemeenten en vooral in de grootere
steden, blijkt er veel huurachterstand te zijn. Alleen
ten aanzien van het voorkomen van• verhuizing,
samenwoning en onderverhuring loopen de gegevens
meer uiteen. Wel wordt uit de meeste plaatsen ge-meld, dat er abnorrnaal veel wordt verhuisd. Maar
samenwoning en onderverhuring vinden alleen in de
grootste steden meer dan vroeger plaats. Daarbij werd
de v.raag of ook minderwaardige woningen worden
betrokken
vrijwel
algemeen ontkennend beantwoord.
De uitkomsten van deze enquête geven als totaal-
indruk, dat de toestand in het huizen-exploitatiebe-
drjf verre van gunstig is. Dat het niet onnoodig is
hierop eens de aandacht te vestigen blijkt wel uit de
omstandigheid, dat het Bestuur van het Nederlandsch
Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw zich
onlangs heeft gewend tot den Minister van Sociale
Zaken met het verzoek een aantal maatregelen te
nemen, o.a. bevordering van den aanbouw van wonin-
gen van bescheiden huur, teneinde verdere huur-
Procentueele sanienstelling van den kostprijs
Loon
+
Rente
–
100
B e d r ij
f
0
f
A r t
i
k ei.
1)
..
Reiite (en
Maten-
Afschrij- Overige
Loonen pacht) aleti
.
vingen
onkosten
0
/0
Loon
0
/0
Rente
Akkerbouw
kleistreken ………………..
.
43 29
10
5
13
60 40
Tarwe
1931131 ………………………..
40.1 36.6
6.4
5.1
11.8
52 48
Suikerbieten
1930/31
…………………..
.
48.8
25
15
3
8.2
66 34
l,T
een
k
o
l
landbouw …….
…………….
.
40
28
22
3
7
.
59 41
37.2
28.5
21.8
3
7.5
58 42
31
32
20.
o
8
49
51
Pabrieksaardappelen
1930/31
…………….
15 80
i
4
67 33
46 24
16
4
10 66
34
Meikveehoudersbedrijf
………………….
Varkenshouderij ………………………10
40.2 25.8
12.8
9.3
11.9
61
39
Tuinbouw ……………………………
Boter in handen consument
1931 ………..
41.4 23.6
13.5 8.7
12.8
64 36
Aardappelmeel
af fabriek
……………..
Brood in
Ii. consument ’31 ……………..
47.3
15.3
21.3
5.8
10.3
76
24
Suiker
in
h.
consument
’31 ……………..
51.2
15.8
7.2
12.5 13.3
77
23
30.9
,
8.9 44.1
4.3
11.8
78 22
Varkensvieesch, voedsel gekocht
’31
………
Idem voedsel zelfs ged. geproduceerd ’31
..
. .
35
13.6
33.9
4.8
12.7
72 28
Groenten in ii. consument
’31
53.4
19.5 8.7
5.4
13
73.5
26.5
55.2
3.8
34.3
2.1
4.6
94
6
Woningbouw
1929 …………………….
57.7
9.9
15
6.4
11
85
15
Steenbakkenijen
’31
…………………..
iloutzagerijen
’31
14.9
4.8
72
2.2
6.1
76
24
58.5
13.6 8.9
5.1
13.9
81 19
Boek
af
winkel
’31
…………………..
Boekdrukkenijen
’31
…………………..
65.9
9.8
5
11.5
7.8
87
13
’31
Boekbinderijen
54.9
6.3
25.1.
5.5
8.2
90
10
Overhemd af winkel alle garens en weefsels
Ned. ’81
……………………………56.2.
1
11.8
12.1
7.1
12.8
82.5
17.5
Schoenen af fabriek
’31 …………………37.6
4.6
48.1
3.3
6.4
89
1.1
Schoenen af winkel
’31 …………………40.4
t 8.5
37.6
4
–
9.5
82.5
17.5
Terbrandingsmotoren
’31 ……………….53.1
11.9
10.4
10.7
13.9
82
18
IJzeren sleepschip
’31
…………………48.3
5
34.8
4.9
7
90.5
9.5
IJzeren motorschip
’31 …………………
.51.3
6.4
31.8
4.4
6.1
89
11
t)
Voor
de
artikelen:
heerenconfectie-costuum en sigaren kon de hier gegeven splitsing der kosten in vijf fac-
toren, in verband met de noodzakelijke geheimhouding, niet plaats vinden.
776
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
daling te verkrijgen. De gevolgen daarvan voor het
particuliere huizen-exploitatiebedrijf heeft men daar-
bij zonder meer niet onder het oog gezien.
Naar gebleken is, heeft ook voor de lagere huur-
klassen reeds een niet onbelangrijke huurdaling plaats
gehad. Velen gaat deze huurdaling echter nog niet
ver genoeg. Men redeneert dan, dat, daar alle ver-
bruiksartikelen in
prijs
zijn gedaald, de huren in
dezelfde mate moeten worden verlaagd, teneinde te
voorkomen, dat het deel van het inkomen, dat een
arbeidersgezin aan huur besteedt, in percenten uitge-
drukt toeneemt. Het is echter niet duidelijk, waarom
het percentage van het inkomen aan huur besteed,
niet zou mogen toenemen. Integendeel is het vol-
komen logisch, dat dit percentage stijgt, wanneer de
uitgaven voor allerlei levensbenoodigdheden, als klee-
ding en voeding, sterker dalen dan het inkomen. En
het is dus niet geoorloofd op grond van het feit,
dat de huren van volkswoningen niet in dezelfde
mate zijn gedaald als het inkomen van de arbeiders-
gezinnen, van de Regeering maatregelen te vragen,
die ten doel hebben een verdere huurdaling te for
ceeren.
Men mag zelfs de vraag stellen, of de huurdaling,
die reeds heeft plaats gevonden, niet te ver is ge-
gaan. De gemiddelde huiseigenaar in ons land heeft
zijn bezit hypothecair bezwaard. Indien hij nu van
elke 10 gulden huur, die hij ontvangt, 4 gulden over-
houdt na betaling van lasten, onderhoud en hypo-‘
theekrente, heteekent een huurvermindering van 10
pOt. voor hem een inkomstenvermindering van 1 gul-
den op elke 4 gulden, dus van niet minder dan 25
pOt. Daar komt nog bij, dat de lasten in vele geval-
len zijn vermeerderd door verhooging van straatgeld
en zelfs, zooals in Amsterdam, invoering van een
brandassurantie-belasting. Een nog verder gaande
huurdaling zou dan ook voor vele huiseigenaars em-
stige gevolgen kunnen hebben. En niet alleen de be-langen van de huiseigenaars zijn hiermede gemoeid,
ook de hypothecaire crediteuren en de pandbriefbou-
ders hebben gevaren te duchten van een totale ont-
wrichting van de huizen- en woningmarkt. Men ver-
gete niet, dat de prijsvorming van woningruimte zeer
onelastisch is en een blijvend overschot aan wonin
gen tot een onevenredig sterke huurdaling moet
leiden.
Indien de verbeterde techniek van het bouwen
oorzaak was van snelle vermeerdering van woning-
ruimte, zou dit misschien voor huiseigeuaars en
pandbriefhouders ernstige gevolgen kunnen hebben
:
zonder dat daartegen veel te doen zou zijn. Iets
geheel anders wordt het echter, wanneer de over-
heid huurverlaging gaat forceeren en woningbouw
gaat bevorderen en daardoor kunstmatig een teveel
aan woningen in het leven roept. En daarbij nog wei
gebruik maakt van belastinggelden, die voor een niet
onbelangrijk gedeelte dior huiseigenaars moeten vor-
den opgebracht, of credietgaranties verstrekt, steu-nend op de mogelijkheid de ingezetenen en daarbij
al weer niet in de laatste plaats de huiseigenaars
belastingen op te leggen.
Reeds heeft dit alles op groote schaal plaats ge-
vonden in een stad als Amsterdam, waar tal van
woningbouwvereenigingen haar leden het voordeel
hebben kunnen bezorgen van een goedkoope woning,
dank zij door de overheid gegeven steun, speciaal
in den vorm van gemeentelijke credietgaranties.
Hierdoor zijn de belangen van de huiseigenaars reeds
belangrijk geschaad. Nu vele huiseigenaars in moei-
lijkheden zijn gekomen of dreigen te komen is er
echter alle aanleiding niet op dezen weg voort te
gaan.
Er is nog een andere reden waarom bevordering
van huurdaling van overheidswege thans minder dan
ooit op haar plaats is. De Regeering is in dezen tijd
tal van bedrijven te hulp gekomen met maatregelen, z.a. invoerbelemmering e.d., die ten doel hebben de
ondernemers in die bedrijven te beschermen tegen
een voortgaande prijsdaling. En thans zou men de
moeilijkheden voor de ondernemers in het huizen-
exploitatiebedrijf kunstmatig verergeren door de
prijsdaling van het speciale product van deze onder-
nemers, immers van de woningen, nog eens extra te
forceeren. Een
dergelijke
differentiëele behandeling
van, hoewel op verschillend gebied werkzame, toch
gelijkgerechtigde ondernemers zou wel zeer inconse-
quent zijn. En het is te verwachten, dat dit meer
erkenning zal vinden nu de positie van den huis-
eigenaar den laatsten tijd zooveel
moeilijker
is ge-
worden. De hierboven vermelde enquête naar dan
toestand in de particuliere huizen-exploitatie, waar-
bij gebleken
1:,,
dat deze toestand niet gunstig is, zal
daartoe zeker kannen bijdragen.
Dr. G.
LUBBERS.
NEDERLANDSCH-INDIË EN DE GOUDEN STANDAARD.
Mr. W. J. L. van Es
schrijft
ons:
Met groote belangstelling, deels met instemming,
las ik het artikel van den heer Hulshoff Pol. Ik kan
hem echter in zijn slotsom, dat de gouden standaard
voor Indië de voorkeur verdient, niet volgen. De
reden voor mij ligt in een andere visie op dien
standaard zelf, zijn rol in het jongste verleden, zijn
rol voor de toekomst.
Hij heeft een groot gebrek, doordat een nuttelooze
bij-functie van goud, nl. ,,dekking” te
zijn
voor bank-
papier etc., zijn hoofdfunctie van vrijen standaard,
heeft overwoekerd. Juist daardoor en daardoor al-
léén, wordt cle plotselinge waardestijging na 1929
verklaarhaar.
Aldus steeg het van ,,normaal” tegenover den
anderen, echten standaard, het zilver (waardever-
houding 1902, 1914, 1929), tot 200 pOt., veroorza-
kend,
uitsluitend
in de goudwereld, een prijsval van
goederen tot 40 pOt. van 1925.
Daarvan scherp te onderscheiden
zijn
de andere
oorzaken, die aan de goederen en crediet-zijde lageu..
waardoor vele goederen nog lager zakten. Het dienst
was deze secundaire prijsdaling bij die, welke door
handelsbelemmeringen etc. geheel uit het evenwicht
kwamen, en bovendien een verminderden omzet kre-
gen (vooral eindproducten enz., maar ook bijv. boter
in Nederland). Dit verschil van invloed op de
prj.s-
sorming
valt duidelijk af te lezen door vergelijking
met den anderen standaard, het zilver.
Bij zilver bestaat een
vrije
markt, bestaat gee:n
storende bovenbouw. Orediet-inflatie of deflatie speelt
daar geen rol. De paniek van Juli 1931 heeft niet
den minsten invloed gehad. Vrije markten bestaan
ook voor grondstoffen, in mindere mate voor kolo-
niale waren. Maar op hen heeft crediet-inflatie en
deflatie wel invloed. Toch is, dit blijkt, die invloed
overschat. Erger is de iLvloed van handelsbelemme-
ringen bijv. bij tarwe of boter. Wij kunnen het nauw-
keurig aflezen:
I[iiclexcijfers
E.S.B.1925 1929
1931
1933
Goudwaarcle.
Febr. Juli
Nov. 1119
zilver ………
1.00
.76
40
41
45
37.5
grondst . …….
100
82
53
46
42.2
36.9
kol. prod . ……
100
85
50
50
42.3
34.8
tarvc
(Man.) .. 1.00
71.
33
31.
34
29.7
boter ……….
100
89
72
57
50
27.3
Hieruit blijkt, dat herstel van vrjhandel gener-
lei invloed zal hebben op den
prijs
van koloniale pro-
ducten, grondstoffen, dan in lichte mate, boter en
tarwe kunnen tot ongeveer 40 stijgen. Wel zal hun
aller
gewichtsomzet
vermeerdeién. De prijs wordt bij
de laatste twee o.a. beïnvloed door Australische tarwe
en boter, met de thans
normale
valuta in Australië.
Dit nauw veiband tussehen wei-eldinarktprjs en zil-
ver, dat steeds bestaan heeft, is tijdelijk, tusschen
1925 en 1931, door crediet-inflatie der goudwereld
even verbroken geweest, maar hersteld na Juli van
dat jaar. Herstel van ,,vertrouwen” zal echter, hoopt men, goud naar beneden laten komen. Onjuist. Ver-
trouwen is iets subjectiefs. De goudnoo gepaard
4 October 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
777
aan den wettigen eisch van ,,dekking” iets objectiefs.
Duitschiand alleen heeft ongeveer 2 milliard mark
goud noodig voor ,,dekking”, eer het ,,verzadigd” is.
Anderen navenant. En de cijfers van het goudge-
brek, nu oa. twee milliard Dollars aan goidhilis in
cle ,,dekking”, met hun stelsel te gronde zijn ge-
gaan, omdat het niet deugde, laten een lacune, die
pas na jaren door goudproductie aangevuld kan
worden.
Wij beleven nu sedert 1931 de vijfde goudrijzing,
af te lezen uit zilver. Over de oorzaken: interna-
tionale politiek, valuta-egalisatie fondsen etc., heb-
ben onze moederlandsche of koloniale autoriteiten
geen macht. Men mag niet
01)
goud bouwen. Laat men niet in de fout van Koning Knut vervallen, te
meenen, dat men de golven der zee kan verbieden
te rijzen. –
Beseft men dit alles, dan is loslating, tijdelijk, van
goud, een volstrekte eisch. En dan is een daling noo-
dig tot 50 pCt. Men ziet het aan Australië en Japan,
die wel, aan Engeland en de Ver. Staten, die niet
uit de economische depressie zijn.
Het betoog van den heer H. P. geeft nog aanlei-
ding tot bijzondere opmerkingen, waarbij ik zijn
paragrafen volg.
Een val tot 50 püt. is dus geen schrikbeeld,
maar noodig. Een valuta-egalisatiefonds lijkt voor
Indië, dat méér uitvoert dan invoert, niet noodig.
Wel beteugeling van speculatie, vooral van de zijde
van den importhandel, die zich vol zou willen koopen.
De deflatie der goudlanden is dus slechts voor
een zeer gering deel
gevolg
van verlies van vertrou-
ven. Het verlies van vertrouwen zelf gevolg van
den onwederstaanbaren val der prijzen, gevolg van
een defect van den standaard.
De heer H. P. wil aannemen, dat wel de im-
portartikelen door muntcorrectie zullen stijgen, maar
dat de exportartikelen door de prijsstijging een nieu-
we overproductie zullen beleven. Dit mag voor rub-
bar gelden, zoolang de rest der wereld nog niet ge-
zond is, maar geldt niet voor de massa. Daar ook
onze officiëele instanties,
blijkens
de Millioenen-
nota, vreezen, dat daarna nieuwe moeilijkheden ont-
staan, wijs ik er met nadruk op, dat de prjsval van 1925-1933, slechts een optische illusie is, veroor-
zaakt door den standaard,
maar dat er een wereld-
marktprj
.
js bestaat,
die voor tarwe, dat geheel ver-
knoeid is, nog 70 pOt. is van normaal, ja wellicht
was tarwe in 1925 objectief te hoog. Zoo zal suiker,
thans, met verlies, slecht verkoopbaar tegen 5
dure goud-guldens, dan een vasten marktprijs heb-
ben van
f
11.—. Men kan dien tijdelijk verlagen tot
.f
8, en dan met winst de oude, met dure guldens
geproduceerde voorraden ruimen. Daarna heeft onze suikerindustrie volkomen ,,levenskans” op een prijs-
basis van wederom ongeveer 11 gulden.
Overheidssalarissen, die in 1929 veel te hoog aren, zullen niet hersteld worden. De bevolkings-
bonen zullen stijgen. Maar wij zien, dat deze aan
Vrije economische wetten gehoorzamen, zoodat zij
verband blijven houden met de arbeidsmarkt en de
welvaart.
Ook de bevolking heeft muntcorrectie noodig,
daar zij thans versmacht onder hooger belastingdruk,
werkloosheid, etc.
De opperstructuur in Indië, o.a. hypotheekwe-
zen, banken, hebben dringend behoefte en recht op
herstel van valuta-waarde.
Accoord, dat Indië, al houdt het een schulden-
last in goudguldens, bij welvaart, dezen beter dragen
kan.
Toch vreest de heer H. P. verlies van ,,ver-
trouwen”. Men wantrouwt een debiteur, die voor
bankrout staat, niet wie welvaart tegemoet gaat.
Zie naar Frankrijk sedert de ,,muntvervalsching”
van 1927.
Dat velen, ook bij volkomen besef van de waarde-
verandering van goud zich daaraan blijven vastklam-
‘pen, spruit derhalve mi. voort uit een onvoldoende
wraardeering der feiten. De standaard deugt niet in
‘beginsel. Hij heeft de grondeigenschap voor een
echten standaard verloren. Gehandhaafd uit atavis-tisch ,,metallisme”, is er door bankiers een boven-
bouw gemaakt, die hem kan doen schommelen. Maar
tegelijk is er uit onkunde een blinde darm aan ont-
staan, de ,,dekking”, die sedert 1873 meer en meer
al1e goud heeft opgezogen, ten nadeele van zijn
,hoofdfunctie ,,standaard” te zijn. Een standaard
eischt een vrije, beschikbare reserve, en deze was er
in 1928
reeds niet meer,
als men de goldbills niet
me de telt.
Daarbij komt veel wetenschappelijke onzekerheid.
Men heeft nog niet voldoende inzicht in den stan-
daard zelf, men loochent zijn gebreken. Men wil niet
zien, dat een sterke waardeverandering heeft plaats
‘gehad. Al erkent men die, zoo heeft men nog niet
voldoende inzicht in haar invloed op de economische
structuur van een maatschappij, die vastzit aan
starre bonen, lasten, credieten op langen termijn,
etc. De invloed van zulk een waardeverandering op
de prijsvorming van vrije goederen, is niet voldoen-
cIe onderzocht. Men niist inzicht in de belangen-
tegenstelling van internationaal georiënteerd, thans
in liquide Nederlandsche goudguldens ,,gevlucht” ka-
pitaa1, en het nationaal georiënteerde, dat door die
speculatie in guldens, omdat zij goud zijn, zijn pro-
ductiviteit verloor. Men overschat den invloed van
muntcorrectie op de relatieve waarde van ,,spaar-
ders-kapitaal”, of op de bonen, doordat men niet
onderkent, dat onze gulden twee soorten koopkracht
heeft. Zoo dreigt de Nederlandsche Natie, van alle
zeeën en landen verdreven, tot pauperisme te ver-
vallen, onder een boden druk van ,,renteniers” en
hun mentaliteit. –
Daarbij komt de vraag, tot hoever muntcorrectie
behoort te gaan, en in welk tempo. De theoretische
,,val” moet gaan tot 50 pOt. van de huidige goud-waarde. Maar dit cijfer is geen bsoluut vaststaand
cijfer, omdat goud schommelt. Het tempo verdient
nadere overweging. Australië deed er vanaf Juli 1929
zeventien maanden over, om de eerste 20 pOt. ge-
leidelijk te vallen. De volgende 30 pOt. viel het met
het Engelsche Pond in één maand. Geleidelijke lang-
zame daling, zou theoretisch het best zijn. Maar de
nood is zoo hoog, dat de eerste 30 pOt. wel in een
kordaten sprong genomen moeten worden. Maar dan geen Montagne Russe zooals Roosevelt toeliet.
Summa summarum: Ook voor Indië beteekent be-
houd van den standaard: toegeven aan een idée fixe, waaraan men, voornamelijk uit onwetendheid, reeds
vijf jaar de welvaart van Indië eh moederland heeft
geofferd, thans zelfs noodzakend tot afbraak van het
overheidsorganisrne, Indië economisch en militair
weerloos makend nabij een politiek stormcentrum.
MEERDERE FEITEN OVER DEVALUATIEPOLITIEK EN
EXPORT- EN IMPORTMOGELIJKHEDEN.
De heer 0. Kool schrijft ons:
In zijn artikel in Economisch-Statistische Berich-ten van 20 September jl. uit Dr. J. G. Stridiron ten-
slotte den wensch, dat het Nederlandsche bedrijfs-
leven zich bezinnen zal en dat het dit zal doen op
grond van feiten. Hij geeft in genoemd artikel om.
een statistische analyse eenerzijds van den expôrt
uit landen met gedeprecieerde valuta, anderzijds van
dien uit goudlanden en bouwt daarop een verdedi-
ging voor, – zooals hij het noemt -, ,,een weg-
vluchten uit de club der goudlanden”.
Nu moet het mij van het hart, dat hij een eenigs-
zins vollediger analyse der beschikbare gegevens de
conclusie van den heer Stridiron wellicht anders zou
hebben geluid, althans minder verzekerd zou zijn
geweest.
,,Facts and facts only”, zeker, maar dan ook vol-
778
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
doende feiten. In dit verband zij gezegd, – dit is
mijn eerste bezwaar tegen zijn artikel -, dat het
mij verwonderd heeft, dat de import niet mede be-
sproken werd, want ,,het” Nederlandsche bedrijfs-
leven heeft eveneens een groot belang bij een docu-
mentatie omtrent den import met betrekking tot het
valutavraagstuk.
Uitgaande van het systeem van Dr. Stridiron, zijn
groepeeriug handhaveude en mij ook op maandgemid-
delden baseerende, heb ik gemeend, naast de door
hem berekende gegevens, den
import
te moeten vast-
stellen en ben daarbij tot enkele verrassende uit-
komsten gekomen.
Bezien wij liet eerst tabel I.
Tabel I.
in duizenden (in lands valuta.)
Landen met (in
Export Import
’27-28-29
°Io’32v.
’27-28-29
°/o’32v.
goud) gedepreci- eerde valuta
1932
vorig.
Ikolom
1932
vorig
k
10
Engeland….
60.056
30.428
50.7
91.160 54.352
59.8
Br.-Indië
269.907
112.736
51.-
207.826
110.682
53.3
Australië
10.221
7.841
76.7 11.421
4.257
37.3
N.-Zeeland
.
4.343 2.915
67.1
9.771
6.005
61.5
Zweden ……
138.988
78.950
56.8
140.970
96.239
68.3
Noorwegen
58.017
46.744
80.6
84.483 56.892
67.3
Denemarken
127.977
90.095
70.4
137.230 90.885
66.2
Finland
527.761
385.903
73.1
594.450
286.454
48.2
Portugal
78.478 65.982
84.
218.605
142.321
65.1
2
0
Argentinië
..
…
83.822
47.219
.56.3
70.986
30.663
43.2
Brazilië
. .. .
318.747
211.394
66.3
291.553
126.558
43.4
50466
25.391
50.3
30.178
15.076
50.-
Mexico ……….
3°
Japan
________
164.494 113.484
69.-
177.795
115.273 64.8
Rekenkundig gemiddelde der i ndexcij Iers.
Supgroep 1
0
….
66.8
56.7
2°
….
57.6
1
1
43.9
3
0
….
69.-
1
1
64.8
Tot. subgroepen.
64.7
55._
‘Bijna zonder uitzondering is voor de landen met
gedeprecieerde valuta de daling van den export min-
der hevig geweest dan die van den import, hetgeen
ook in de totaal-percentages duidelijk tot uiting
komt: de export in 1932 is, vergeleken met het ge-
middelde der jaren 1927, 1928 en 1929, bijna 10 pOt.
minder gedaald dan de import. Dit stemt overeen
met de opvatting, dat depreciatie als een exportpre-
mie werkt. Laten wij ons echter hoeden voor de mee-
ning, die onwillekeurig zich bij de tegenstelling van
deze
twee
groepen opdringt, dat de wereldhandel ge-
heel of zoo goed als geheel gedekt wordt door de in
tabel 1 en II opgenomen landen.
Aan de hand van het ,,Statistical Yearbook” van
den Volkenbond valt het percentage, dat de landen
van tabel 1 en II van den wereldhandel uitmaken,
vast te stellen op respectievelijk ongeveer 30 pCt.
en 45 pCt. Waar echter, met uitzondering van Cana-
da, Rusland en China de tabellen wel de voornaam-
ste landen omvatten, mag het niet onmogelijk worden
geacht, dat, tegenover de aangetoonde positie van
export en import bij de landen met gedeprecieerde
valuta, juist de oingekeerde verhouding moet bestaan
hij de goudlanden, m.a.w. dat de hoogere export der
landen van tabel 1 een hoogeren import der goudlan-
den moet teweegbrengen en dat de lagere import der
landen van tabel 1 een lageren export der goudlanden
moet beteekenen.
Richten wij in dit verband ons oog op tabel II.
Inderdaad de tegenstelling bestaat, echter niet in
die mate, welke oppervlakkig zou worden verwacht.
Verwacht kon worden en aanmerkelijk sterkere di-
vergentie der export- en importpercentages van de
goudlanden.
En hierbij wil ik dan een tweede bezwaar ontwik-
kelen, (dat trouwens in even sterke mate voor de
door mij opgevoerde tabellen geldt): de heer Stridi-
ron houdt in zijn becijferingen geen rekening met
prijsdaling in het algemeen, noch met een sterkere
Tabel J.T.
In honderdduizenden (in lands valuta).
Export
Import
’27-27-29
°j’32v.
’27-28-29
.
°(o’32v.
Goudlanden
1932
vorig.
1932
vorig.
kolom
k
2.480.3 1.235.0 49.8 2.682.8
1.354.9
50.5
Duitschlancl
.
951.5
473.1
50.-
1.157.7
388.9 33.6
Frankrijk
. . . .
4.373.3
1.641.1
37.8
4.597.5 2.485.5
54.3
1.261.8
567.6
45.-
1.776.7
688.1
38.7
Nederland
. . .
163.2
76,5
43.2
221.8
108.2
48.8
N.
0.-Indië
129.8
45.6
35.2
83.7
30.7 36.7
1
0
België ……….
217.7
90.3
41.5
260.1
71.8
27.6
m
Roeenië
2.610.8
1.387.9
53.1
2,656.1
996.1 37.5
Italië
……….
Tsjeclioslov…
1.716.4
611.4
35.6
1.585.0
621.8
39.2
Polen
…………
Zwitserland
..
173.9
66.7
38.4
224.8
146.9
65.3
2
0
‘U.S.A ………
415.2
131.4
31.6 349.4
110.9
31.7
Zuid-Afrika
..
..
4.0
1.61
39.8
6.1
2.6
42.4
Rekenkundig gemiddelde der indexeij Iers.
Subgroep
10
43.-
45.3
11
20
… .
35.7
31.9
Totaal subgroepen
41.7
45.-
prijsdaling der grondstoffen en landbouwproducten
vergeleken met industriëele producten en met de on-
gelijke verdeeling dezer hoofdgroepen over de ver-
schillende landen. Onderschatten wij dit bezwaar niet.
Een daling van den export in geld kan gepaard gaan
met een quantitatieve stijging (en dus met grootere
bedrijvigheid); een even-sterke daling bij een hoofd-
zakelijk grondstoffen-exporteerend land als bij een
land, dat in hoofdzaak industrieproducten exporteert,
mag niet leiden tot de conclusie, dat in beide landen
de bedrijvigheid even sterk is afgenomen.
Keeren wij nu terug tot de tabellen. Verrassender
nog dan bij tabel 1 en II wordt het beeld, wanneer
wij ook de gegevens voor het eerste halfjaar van 1932
en 1933 vergelijken.
Tabel III.
In duizenden (in lands valuta).
Export (Jan.t/mJuni)
Import (Jan.t/m.Juni)
1932
1933
‘
‘
°
/O
1932 1933
’33i.°Io
v.1932
v.1932
1
0
Engeland ….
31.160
29.207
94._
55.167
49.415
89.6
Br. Indië….
113.446
115.945
102.2
114.322
96.959
84.8
Australië….
8.149 8.305
102.-
3.632
4.174
114.9
N.
Zeeland
. .
3.529 3.845
109.
1.945
1.998
102.7
Zuid Afrika
.
1.489 1.722
115.7
2.598
3.483
134.1
Zweden
. .
..
69.795
72.349
103.7
92.822
84.343
90.9
Noorwegen .. 44.410
43.675
98.3
55.590
52.547
94.5
Denemarken
.
87.211
91.530
105.-
93.852
92.652
98.7
Finland
….
318.251
324.057
101.8
225.813 276.184
122.3
Portugal ….
57.775 60.888
105.4
147.371
200.641
136.1
20
Argentinië ..
55.552
42.553
76.6
29.680 31.590
106.4
Brazilië
….
244.772
218.580
89.3
136.509 165.615
121.3
Mexico
……28.244
23.505
83.2 13.019
15.572 120._
3
0
Japan
……
..
89.986_
135.161
_155.4
132.586
166.292
125.4
Rekenkundig gemi dclelcle der indexcij Iers:
Subgroep 1
0
….
103.7
108.7
2
0
. . . .
83.-
118.7
3
0
….
155.4
125.4
Tot. subgroepen
103.-
112.4
Hoogst opmerkelijk is dan zeker, dat de bordjes
verhangen zijn voor het totaal èn voor de helft der
landen met gedeprecieerde valuta afzonderlijk.
Zooals reeds door den heer Stridiron was aange-toond, is de totaal-export dezer landen in de eerste
zes maanden van 1933 vergeleken met de eerste zes
maanden van 1932 met 3 pOt. toegenomen.
Wat ech-
ter niet verwacht was, de totaal-import, die volgens
tabel 1 sterker gedaald was dan de export, is nu
meer dan deze opgeloopen, nl. met 1.8 pCt.
En dit
is niet toe te schrijven aan twee of drie, doch ver-
toont zich in zeven van de veertien landen, terwijl
onder de overige landen nog enkele zijn (Engeland,
Britsch-Indiö en Zweden), wier invoerpercentage in
1932 minder was gedaald (zie tabel T) dan het over-
eenkomstige uitvoercijfer.
Weliswaar iets gestegen export, doch aanmerkelijk
4 October 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
779
sterker gestegen import: het lijkt erop, dat de depre-
ciatie zelve een frontverandering heeft ondergaan en
een importsubsidie geworden is! Ik meen te mogen
verklaren, dat afgewacht dient te worden, – tot te
zijner tijd verdere gegevens beschikbaar zijn -, of
niet met de depreciatie het Trojaansche paard is
binnengehaald. Immers het begint er op te lijken,
dat de lagere import van 1932, overgecompenseerd
zal worden door een hoogeren import ná 1932.
Enkele verdere gegevens, die de hier aangewezen
tendens onderstreepen, zijn echter reeds bekend. Ont-
leenen wij ni. aan het Septembernummer van het
,,Monthly Bulletin of Statistics” de importcijfers
voor zoover deze betrekking hebben op de landen
met gedeprecieerde valuta en over Juli en Augustus
;jl. gepubliceerd zijn, dan zien wij (tabel IV), dat bij Engeland, Noorwegen en Denemarken, wier gemid-
deld percentage over het eerste halfjaar aanmerke-
lijk beneden 100 pOt. lag volgens tabel III, de im-
port in Juli 1933 aanmerkelijk grooter was dan in
Juli 1932, terwijl de import voor Zweden in Juli
1933 aanmerkelijk minder
bij
de overeenkomstige
maand van 1932 achterbljft, dan gemiddeld in de
periode Januari–Juli.
Tabel IV.
In duizenden(in lands valuta).
Iport
Land
Maand _____
m
1932
1933
Engeland …
………….Juli
48.617
49.383
Britsch-Indië………….Juli
121.112
87.000
Australië …
…………Juli
4.394
4.227
Nieuw-Zeeland ………..Juli
1.915
1.343
Zuid-Afrika ………….Juli
2.401
4.022
Zweden …..
…………
Juli
82.691
80.143
Noorwegen
………….Juli
48.640
50.297
Denemarken ………….
Juli
77.371
95.446
Finland ….. . ……….
..
Juli
300.726
350.086
Argentinië …………..
..Juli
29.527
32.535
(Juli
64.568
141.041
JaPan ………………..Aug.
69.488
131.000
Nu zal ik de laatste zijn om te beweren, dat aan de
cijfers van deze tabel veel waarde moet worden ge-
hecht, – daartoe is de, wet der groote getallen te
zeer buiten werking gesteld en vertoonen ook enkele
andere der landen, die in het eerste halfjaar van
1933 een hoogeren import aanwezen voor Juli een
kleinere of- grootere daling. De bedoeling van mijn
betoog op dit punt is slechts te waarschuwen voor
voorbarige generalisatie.
En hoe gedragen zich nu in deze tweede periode de
goudlanden?
Tabel V.
In honderdduizenden (ii lands valuta).
Export (Jan. t/m Juni) Import (Jan. t/m Juni)
1933i.
I933i.
1932
1933
Of
o
van
1932
1933
Ojovan
1932
1932
1.306.6
1.171.4
89.7
1.405.3 1.253.4
89.2
Duitschlancl
•
487.6 396.2
81.3
397.8 347.8
87.4
1.689.9
1.495.5
89.-
2.546.5
2.517.6
98.9
België
…………
578.0 519.8 90._
787.7
651.7
82.7
Frankrijk
……..
Nederland
69.6
59.2
85.1
112.7
94.0
83.4
Ned. 0.-Indië
52.9
40.9
77.3 38.8
26.9
69.3
Italië
…………..
89.8
72.5
80.8
72.3
63.0
87.1
1.2 50.3
1.101.6
88.1
896.8
983.2
1096
Polen
……………
Roemenië ….. …..
Tsjechoslovakije.
615.4
438.1 71.2
651.0 433.2
66.5
Zwitserland
…
69.4
69.6 100.2
151.0
132.4
87.7
Rekenkuudiggemiddelde
der
groep
85.3
92.1
Zooals de heer Stridiron in zijn tabel IV (hier, in uitgebreiden vorm, tabel V) heeft aangetoond, valt met betrekking tot den totaal-export tegenover een
geringe stijging bij de andere landen, bij de goud-
landen een verdere daling nl. met 14.7 pOt. te con-
stateeren. Doch ook de totaal-import vertoont een
daling, ni. met 7.9 pCt., zoodat wij hier nadrukkelijk
kunnen releveeren, dat
de lichtelijk gestegen export
bij de landen met gedeprecieerde valuta geen weer-
klank vindt in een gestegen import in de goudlanden.
Integendeel: de import in de goudlanden is zelfs met
circa 8 pCI. gedaald,
dit is weliswaar een bijna
7
pOt.
geringere daling dan bij den export, doch een daling
is het.
Hier past nu een ,,Quod absurdum!” De absurdi-
teit vloeit voornamelijk voort – en daarin ligt mijn
derde bezwaar tegen het betoog van den heer Stridi-
ron – uit de vergelijking van landen met gedepre-
cieerde- en met goudvaluta. Tot welke foutieve con-
clusies men op deze wijze kan komen, moge blijken
uit het volgende voorbeeld: Stel, dat in een land de
valuta gedeprecieerd wordt tot 50 pOt. der oorspron-
keljkë waarde, de prijzen van exportgoederen ver
–
houdingsgewijze slechts matig stijgen, ni. met 20 pOt.
en de export (quantitatief) met 20 pOt. toeneemt.
Wij krijgen dan in gedeprecieerde munt een export-‘
waarde groot
X
X 100 pOt. = 144 pOt. van de
120
oorspronkelijke waarde en dat bij een quantitatief
slechts 20 pOt. gestegen export!
En hiermede valt
het geheele betoog van den heer’Stridiron.
De export
van tabel 1 mag niet vergeleken worden met den ex-
port of import van tabel II. Hetzelfde geldt voor den
import van tabel 1 ten opzichte van den import en
den export van tabel II. In gelijken zin moet ook ge-
oordeeld worden over de tabellen III en V.
* *
*
Of ons van deze moeizaam-verzamelde gegevens dan
nog iets rest?
Zeer zeker!
Aan de hand van tabel 1 kan gezegd worden, dat
in het. algemeen voor 1932 in de landen met gede-
precieerde valuta een tendens in de richting van een
actieve handelsbalans merkbaar is. Ontoefeikend zijn
de gegevens echter met betrekking tot de verhouding
van 1932 (na depreciatie) tot de periode eindigende
in 1929 (voor depreciatie) en voor de onderlinge
vergelijking der landen.
Aan de hand van tabel III kan gezegd worden, dat
in het algemeen voor 1933 in de landen met gedepre-
cieerde valuta een tendens in de richting van een
.passieve handelsbalans merkbaar is. Ontoereikend zijn
de gegevens echter weer met betrekking tot de ver-
houding van 1932 en 1933 en voor de onderlinge ver-
gelijking der landen. Immers sinds Januari 1932
heeft verdere depreciatie in bijna al deze landen
plaats gehad, echter niet in even sterke mate.
De tabellen II en .V met betrekking tot de goud-
getrouwen, behouden ook slechts betrekkelijke waarde.
In verband met het sterk gewijzigd
prijsniveau
zeg-
gen de tabellen weinig omtrent de bedrijvigheid. Van
elk der tabellen zijn slechts die landen onderling ver-
gelijkbaar, welke hoofdzakelijk in dezelfde richting
georiënteerd zijn (industrie of landbouw). Volstaan
wij echter met het vaststellen van het feit, dat de
tendens naar een passieve handelsbalans zoowel in
1932 als in 1933 in het algemeen werkzaam is.
Een verdere analyse der gegevens, ook van die der
afzonderlijke landen, wil ik, althans in dit’ artikel,
buiten beschouwing laten.
* *
*
Gesteld nu eens, dat de gegevens over de goudlan-
den wèl vergelijkbaar waren met die der gedepre-
cieerde landen. Ook dan zouden mijn bezwaren tegen
het betoog van den heer Stridiron niet ten einde zijn.
Ik meen in dit verband namelijk de aandacht te
moeten vestigen op:
lo. wijziging van de handelspolitiek in het alge-
meen, en
2o. het baanbreken der imperiale politiek in het
bijzonder.
Ad unum.
Interessant in dit verband is bijvoor-
beeld een analyse . van de Fransche handelsbalans. Maken wij hiertoe een vergelijking voor de periode
Januari t[m. Augustus 1932 en 1933 en rônden wij
de cijfers af in millioenen Francs. Wij krijgen dart
voor export en import, verdeeld in drie hoofdgroe-
pen, cle volgende opstelling:
780
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
Tabel VI.
In millioenen francs.
1
Tabel Vii.
in millioenen francs.
Export
Import
Buitenland (excl.
Fransche Koloniën
_______________
Fransche Koloniën)
Goederensoort
1
1932
1933
IVersch.
1
1932
1933 Versch.
1
8 mnd.
18
mnd.
1
Ver- 8 rnnd.
1
9 mnd.
1
Ver-
v. 1933
V.
1933
1
1 sciiii
1 schil
1932
1
1933
1932
1933
1933
1
1
T. Objets d’ali-
mentation •
1.862 1.513- 349 7.294 6.583- 711
Matières
nécessaires
it
l’inclustrie . .
3.031 3.045 + 14 8.733 9.474 + 741
Objets fa-
briqués ………
8.041 7.329- 712 3.864 3.419- 445
Totaal….
12.934j
11
.
887
1_
1047
11
19
.
891
1
19.4761- 415
Zonder vercier in details te treden, kunnen wij,
vergelijkend den import met den export van ,,objets
d’alirnentations” • (in de Volkenbondsstatistieken
,,denrées alimentaires” genoemd), reeds een streven
ontdekken naar autarkie. Meer overtuigend wordt
het beeld, wanneer wij den export van ,,objets fabri-
qués” stellen tegenover den import van ,,matières
nécessai res â l’industrie”. Binnenlandsche productie,
– wederom dus een zekere autarkie -, is het parool!
Zagen wij in tabel V een exportafname voor Frank-
rijk in het eerste halfjaar
1933
van 11 pOt. en zouden
wij geneigd zijn hieraan ook een teruggang voor het
bedrijfsleven te verbinden, tabel VI leert ons wel
anders: de import van grondstoffen voor de indus-
trie, (welke dus nog bewerkt moeten worden), is
met
741
millioen francs toegeuomen; de export van
eindproducten (waarin dus naast grondstof ook loon
ena. is berekend) slechts met
712
millioen francs af-
genomen.
Van belang in dit opzicht is dok te verwijzen naar
pag.
55
van de Volkenhondspuhlicatie ,,La production
mondiale et les prix”
1925-1932
‘).
Hier vinden wij
mtrent
Frankrijk
den volgenden index (basis
1929
= 100) vermeld:
1929 1930 1931 1932
Productie
……………………
100
100
89
86
Export (quantitatief) ………….
100
89
76
59
Waaraan wij toevoegen:
Import (quantitatief) …………..
100 100
98
80
Op grond van deze feiten, moet nadrukkelijk wor-
den verklaard,
dat zeker niet uitsluitend op export-
cijfers, doch evenmin op export, gecombineerd met
importcijfers, een pleidooi niet betrekking tot de bin-
nenlandsch.e bedrijvigheid mag worden gebouwd.
Ad secunduni.
Ofschoon de, in menig opzicht uit
autarkie voortvloeiende, preferentiëele behandeling
van koloniën resp. moederland, nog scherper bij een
analyse der Britsche handelsbalans naar voren zou
komen, spreekt toch ook de Fransche handelsbalans
met betrekking tot de
z.g.
imperiale politiek een dui-
delijke taal. Maken wij in deze balans een splitsing.
èeuerzijds het buitenland (exclusief de Fransche ko-
loniën) en anderzijds de Fransche koloniën, daar-
bij de cijfers weer afrondend in millioenen francs.
(Tabel VII).
Bezien wij, voorop gesteld, dat de Fransche kolu-
niën dezelfde munt voeren als Frankrijk, deze laat-
ste tabel, dan vinden wij bij den import opnieuw
geen overwegenden invloed van depreciatie in andere
landen, doch verlegging van den import naar de
eigen munt, in casu naar Fransche koloniën, immers
aanmerkelijke daling van den import uit het buiten-
land, tegenover – proceutueel nog veel grootere –
stijging van den import uit de koloniën.
En bij den export? In principe hetzelfde totaal-
beeld; afwijkingen echter in de details: Frankrijk
kan naar zijn industrie-arme koloniën weinig grond-
stoffen afzetten en behoudt, bij teruggeloopen in-
voer van voedingsstoffen, eigen bodemproducten meer
voor binnenlandsch gebruik.
En nu de werkloosheid in Frankrijk? Aan het
Septemheimummer van het ,,Monthly Bulletin”, ont-
leenen wij, dat het aantal werkloozen per einde Juli
1)
Uitvoerig beproken in Handelsberichten van
28
Sept, ji.
No. 1385.
11fl
port
Objets cl’ali-
mentation
..
3.941 2.710 – 1.231 3.353 3.874 + 521
Matières né- cessaires
a
l’industrie. –
8.205 8.910 + 705
528
563 + 35
IITÏ. Objets fabri-
qués ……..
3.801 3.321 – 48011
63
98
-f-.
35
Totaal . .
115.947 14.941
1.00611 3.944
1
4.535 + 591
Export
I. Objets d’ali-
mentation –
1.009
785 – 224
853
727 – 126
ii.. 1tatières
fl4-
cessai res
S
l’industrie.
2.595 2.611
_f_
16
435
434 –
1
Objets fabri-
qués
5.420
1
4.654 -76611 2.622 1 2.676 + 54
Totaal
.
.
11
9.024
1
8.050 – 97411 3.910
1
3.837 – 73
lager is, dan in eenige eerdere maand van
1932
en
1933
en voorts dat sedert Februari ji. het aantal
werkloozen met circa
95.000
is gedaald, nl. van
330.874
tot
235.850,
een en ander terwijl tabel V een
export-teruggang voor de eerste zes maainden
1933
van 11 POt. aanwijst.
Wat export en werkloosheid in Nederland betreft,
valt vrijwel een parallel met
Frankrijk
te trekken: De
werkloosheid culmineerde in Januari met
254.271,
liep tot einde Juli met 110.000 terug tot
144.700
en
is, behoudens April tfm. Juni
1932,
aanmerkelijk
lager dan in elke andere maand sedert het begin van
1932.
Tabel V geeft daartegenover voor Nederland
een daling van den export voor het eerste halfjaar
1933
van
15
pOt.
Facts and facts only! Zeer zeker, doch nu some
more facts, waarbij het Nedérlandsche bedrijfsleven
te rade kan gaan. Ik ben overtuigd, dat-ook hiermede
niet voldoende materiaal is verschaft om er, een
frontverandering op te mogen baseeren. Daartoe is
een volledige analyse van
alle
denkbare gegevens
vereischt.
Het economisch leven is tè ingewikkeld, dat enkele
eenzijdige cijferreeksen ons het recht kunnen geven
een standpunt in te nemen. Bepalen wij ons front
uitsluitend op exportgegevens, dan kan dit slechts het belangenstandpunt zijn van het exporteerende
bedrijfsleven. Het is echter noodzakelijk
alle
belangen
in het oog te vatten en die tegen elkaar af te wegen: het gaat niet om het exporteerende noch om het ex-
porteerende en importeerende bedrijfsleven tezamen,
doch om de belangen van het geheele Nederlandsche volk, in al zijn vormen en geledingen.
Plaatsen wij ons op dit standpunt, zoo zullen wij
ons hoeden voor eenzijdige eh ‘te snelle conclusies en zijn wij bij buitenlandsche experimenten, althans zoo-
lang de aanwijsbare resultaten niet grooter zijn,
slechts zeer belangstellende toeschouwers.
N a s
ci
h r i f t. Het lange artikel van den heer
Kool leent zich uitstekend voor een korte samen-vatting. Waar komen de ,,some more facts”, door
hem geproduceerd, op neer?
Ten eerste: Op de erkenning, dat dd export van
de landen met (in goud) gedeprecieerde valuta min-
der sterk is gedaald en zich eerder herstelt dan die
van de ,,goudlanden”.
Ten tweede: Op de bewijsvoering, dat precies de-
zelfde verschillen zich ook doen gelden
bij
den
import.
Ten derde: Dat een bepaald gebied, dat aan den
gouden standaard tot dusverre heeft vastgehouden,
i.c. Frankrijk en zijn koloniën, bezig is zich in de
richting van autarkie te ontwikkelen.
Wij aanvaarden deze feiten geheel, maar vragen
ons alleen af of zij geïnterpreteerd mogen worden
4 October 1933
ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN
781
vöôr of tegen het behoud van den gouden standaard.
drijvigheid. Wij meenen, dat dit niet alleen voor een
De conclusie kan o.i. niet tw’ijfelachtig zijn.
enkel land moet geschieden, maar dat
de bedrijvig-
Dat daling van den export automatisch ook daling
heid in de goudianden vergeleken moet
worden met
van den import tengevolge heeft en omgekeerd, stond
die in de landen met gedeprecieerde valuta. Men kan voor ieder economisch onderlegde van te voren vast.
hier niet volstaan met eenige incidenteele opmerkin-
Maar de heer
Kool
heeft de beteekenis van dit van- gen. Reeds voor kennisneming van
het artikel van zelf sprekende feit nog eens duidelijk in het licht
den heer
Kool,
was het ins voornemen
in een af-
gesteld door er de waardevolle conclusie aan te ver-
zonderli,jk artikel op
dit belangrijke
vraagstuk uit-
binden, dat handhaving van den gouden standaard
voerig terug te komen.
Dr. J. G.
STRIDIR0N.
automatisch leidt tot terugdringing yan een land uit
den internationalen goederenruil en den drang tot
MAANDCIJFERS.
autarkie voor elk goudland
op
zichzelf
aanzienlijk
EMISSIES
IN
AUGUSTUS
1933.
1)
versterkt.
Diversen
………………………
.f
222.000,-
Ook deze juist voor Nederland zoo noodlottige con-
zijnde:
sequentie van den gouden standaard bevelen wij in
Nederland?
cle aandacht van de Nederlandsche regeering aan.
Nog een paar technische opmerkingen tot slot.
Deesidentiebode
f
150.000 54
%
obi. k
lo. De heer
Kool
meent, dat ons geheele betoog
s
%
………………….
.f
147.000
Lubbers’ Bènziue Veem
f
75.000
valt, omdat hij in abstracto het geval kan constru-
6
%
obi.
100
%
………….
75
.
00
0
eeren, dat de
geldcijfers
der
exporten
een
geheel
Totaal.
f
222 000
ander
beeld
kunnen
geven
dan
de
kwantitatieve
Bovendien:
cijfers der exporten.
‘
f
20.930.000,- 3-m. Schatkistpromessen
a
f
998,09
Wij hebben dit argument reeds hij voorbaat ont-
8.020.000,- 6
,,
,, ,,
,,
994,36 en
zenuwd door in ons artikel op te nemen een tabel
., 49.160.000,- 4
%
Schatkistbiljetten
,,
,,
1.015,-
van de indexcijfers der betrokken landen,
waaruit
Emissies in
1933.
blijkt,
dat
deze
practisch
gesproken
constant
zijn
Obligatiën
Aandeelen
Totaal
gebleven (de in het oorspronkelijke artikel uitgeval-
Januari
.
f11190.325,-
–
f111.190.325,_
len
tabel,
later
opgenomen
in
het
nummer
van
Februari’
12.250.625,-
–
12.250.625,-
27.9.33). Maart
…..1.414.500,-
–
,,
1.414.500,-
Maar bovendien: wij zijn gaarne bereid, indien de
April
……11.291.500,-
f
500.000,-
,,
11.791.500,-
redactie ons daarvoor de noodige plaatsruimte wil
ilei
…….50.000,-
‘
verieenen, een tabel te publiceeren van de hoeveel-
Juni
787500-
::
787500-
heidscijfers der landen in questie, waaruit de heer
–
Juli
.
Augustus
222.000,-
–
222.000,-
Kool
en andere lezers dan kunnen zien, dat deze,
voor zoover aanwezig (de bestaande statistieken ver-
136 418 950-
525 500-
ƒ
137 944 450-
1)
In de maand juli hadden geen emisies plaats met
schaffen deze cijfers slechts in beperkte mate),
pre-
uitzondering van:
cies hetzelfde beeld geven als de geldcijfers.
f
31.740.000,- 3-m. Schatkistpromessen
k
f
991,56
2o. De heer
Kool
bespreekt tenslotte nog aan de
,, 13.040.000,- 6
,,
,,
,,
,,
981,90 en
hand van
werkloosheidscijfers
het vraagstuk der be-
,, 42.590.000,- 4
%
Schatkistbiljetten
,, 1.002,50
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
De
Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam
zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van 12 aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. i)
Banken
FI
Industrie
1j
F
7
1jnbouw’ Olie
Rubber
SchP_
1
Thee
Suiker
Tabak vaart
Gemiddelde 19
2
91
158.3
337.5
168.0
432.7
243.0
268.7
402.0
233.5
125.0
398.4 487.3
443.2
1930
149.4
257.7
125.6
264.9
‘
87.4
‘
177.2
371.1
110.7
82.6
292.9,
361.3
357.2
1931
118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8
49.6
181.9
241.6
251.4.
1932′
76.4
178.3
67.1
115.6
37.6
106.4
137.5
27.0
24.9
107.2 137.9
175.9
Januari
1932
80.5
174.4
63.5
124._
43.5
107.4
118.9
28.2
27.4
108._
173.7
181.4
Februari
82.8
173.-
65.8
123.2
42.4
110.1
139.2
28.2
27.7
108.7
179.6
178.1
Maart
81.3
184.7
69._
122.9
41.7
110.9
149.3
24.2
27.-
112.7 176.3
182.2.
April
69.8
‘166.7
58.8
102.1
34.3
‘92.4
118.3
13.7
20.1
96.6
111.-_
154._
Mei
65._
163.9
52.5
93.5
33.5 86.8
‘
117.8
14.2
19.1
84.5
101.9
157.3
Juni
59.4
156.1
51.2
88.5
32.3 83.9
118.1
14.1
17.3
87.6
94.7
154,3
Juli
‘
68.3
167.1
63.7
106.1
34.1
92.2
129.1
22.5
21._
105.6
120.1
175.6
Augustus
79 8
183.5
71.5
126.2
33.2
104.9
153.5
35.1
26.4
118._
138.4
200.5
September
86._
194.5
78.1
133.4
43.6
123.7
166.4
42.4
31.1
128.8
151.3
201.6
October
83.7
189.3
77.5
127.1
39.4
120.4
147._
34._
28.5
.
118.7
135.8
187.6
November
81.1
‘
193.1
77.2
124.1
38.2
121.4
145.1
34.7
27._
1.11.7
136.8
180.3
December
78.9
193.2
76.4
116.1
.
35._
‘
123.1
146.7
32.8
26.1
104.9
135._.
157.3
Januari
1933
84.9
199.3
79.8
124.
.
31.4
120.6
155.3
33.8
26.3
108.2
‘
147.2
196.3
Februari
82.8
194.2
76.4
118.8
28.5
121.6
146.8
30.1
23.7
103.1 141.9
199.6
Maart
82._
190.3
74.6
118.2
28.3
124.5
142.6
28.4
22.1
110.3
138.6
187.1
April
80.9
190.6
73.3
120.7
26._
125.9
144.7
31.9
21.7
111.5 127.6
185.1
Mei
88.9
210.2
78.-
138.3
24.4
11.7
158.4
39._
25.3
124.5
137.9
201._
Juni
90.4
220.9
84′.
–
149.1
27.9
155.1
174.2
47.8
.28.6
140.7
154.6
229.5
Juli
91.8
219.6
88._
151._
29.4
150.4
179.1
53.2
28.3
137.4 154.5
241.2
Augustus
89.4
212.2
84.9
150._
24.6
151.9
172.4
54.6
25.6
128.3
145.1
233.7
September
86..
205.1
81.5
147.2
24._
155.5
178.4
50.2
22.1
109.2
132.4
212.5
Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
12 Januari 1933
f
2.228.869.000
=
100.
2 Januari
100._
1 Maart
93.-
3 Mei
98.6
5 Juli
114.5
6 Septemb. 106.3
‘
11
104.1
8
96.8
10
,,
101._
12
109.1
13
104.6
18
101.3
15
,,
96._
17
101.4
19
112.3
20
103.1
25
101.6
22
95.5
24
102.7
26
110.2
27
101.1
1 Februari 100.9
29
92.5
31
.
108.6
2 Augustus 107.8
8
100.1
5 April
91.5
7 Juni
107.7
9
.
108.1
15
98.9
12
92.6
14
109.2
16
106.4
22
94.3
19
92.8
21
108.7
23
106.5
26
96.2
28
113.9
30
107.5
‘) Men zie voor de toelichting op dit overzicht’het nummer van E.-S. B. van 15 Januari 1930, blz. 64.
Nadruk verboden.
782
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4
October 1933
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
BANKDISCONTO’S.
Ned
Disc. Wissels. 24
19Sept.’33
Lissabon
•…
6 13 Mrt. ’33
‘Bel.Binn.Eff.
1Vrseli.iiiB.C.3
3
19Sept.’33
Londen ……
2
30Juni’32
Bk
19Sept.’33
Madrid ……
6 26 Oct.’32
Athene
……….
74
6Juni’33
N.-YorkF.R.B.
2125
Mei’33
Batavia ……….
4416Aug.’33
Oslo
……..
3422Mei’33
Belgrado
……..
7420Jnli’31 Parijs
……
24
90ct.’31
Berlijn
….. …..
4
22Sept.’32
Praag
……
3425
Jan.’33
Boekarest……..
7
3 Mrt. ’32
Pretoria
3415
Mei ’33
Brussel ……….
3413
Jan.’32
Rome ……..
344
Sept.’33
Budapest ……..
44 17 Oct.’32
Stockholm
.. 3
1 Juni ’33
Calcutta
……..
3416
Feb.’33
Tokio
….
3.65
2 Juli’33
Dantzig
……..
3
6Mei’33
Weenen……
5
23Mrt.’33
Helsingfors ……
5
4
Sept.’33
Warschau….
6 20 Oct. ’32
Kopenhagen
….
3
1Juni ’33
Zwits.Nat.Bk. 2
22Jan.’31
OPEN MARKT.
1
11
1932
1931
1914
30Sept.
P
.
130
18/23
11116
26Sept.1
28Sept.!
20124
Sept.
Sept. Sept.
1
Oct.
3 Oct.
Juli
A,,,sterdam
Partic.disc.
71,
116
–
116 116
–
14
11
116.
3
14
1
14.
1
12
2
2
14.3
1
14
3
1
18.
3
116
Prolong.
1
1
1 1
1
34312
2114314
Londen
Dageld.
. .
114.1
6
14_1
1
14..I 14-1
11
4
.1
3511
1
3
14-2
Part,c.disc.
:8
11
116
‘!s-‘/,G
2
18.
7
116
18
–
116
1
116
–
18
5116-18
4114_314
Berlijn
Daggeld..
.
56
1
12
4114.6112
41145
1
12
4
3
18_5
1
1
4
1
12-7
81111
3
–
Maandeld
–
4
1
12-6
4
1
l2-6
4
1
12-6
41125112
–
–
Part, disc.
3
18
3
1
19
371 371
371
8
3-8
2
1
1-
1
1,
Warenw.
. .
4_11
4.11
3
4.11
3
4_11
3
4_114
8,12
–
Ne,,,York
Dage1d
1)
1
12
1
12 11
314
2-/4
11/
3
-3(
4
1
1
1-2
1
12
Partic.disc.
31
4
31
4
314
112
71 1
5
1
–
1)
Koers van 29 Sept. en. daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York
5
)
•)
S
)
S
)
S)
1)
26 Sept. 1933
1.61
7.67%
59.14
9.704
34.57
99ij,
27
,,
1933
1.633/
8
7.71%
59.14
9.704
34.554
28
,,
1933
1.64%
7.75%
59.174
9.701
34.574
9971
s
29
,,
1933
1.62%
7.71
59.13
9.71
34.584
9918
30
,,
1933
1.62%
7.71
59.15
9.71
34.60
996
2 Oct.
1933
1.59
7.64
59.04
9.704 34.574
9971
s
Laagste d.w
1
)
1.58%
7.63
59.-
9.694 34.524
9994
Hoogste d.w’)
1.65
7.76
59.174
9.714
34.624
100
Muntpariteit
2.4878
12.1070 59.263
9.747
34.592
100
Data
Jrnd
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
26 Sept. 1933
48.02
–
7.36
1.49
13.02
20.74
27
,,
1933
48.03%
–
7.36
1.49
13.04
20.724
28
1933
48.04
–
7.36
1.49
13.04
20.74
29
1933
48.06
–
7.36
1.49
13.05
20.734
30
,,
1933
48.08
–
7.36
1.49
–
–
2 Oct.
1933
48.04
–
7.36
1.49
13.05
20.734
Laagste d.w’)
47.97%
–
7.324
1.45
12.974 20.60
Hoogste d.w1)
48.12%
28.-
7.40
1.524
13.10
20.85
Muutpariteit
48.12% 35.007
7.371
1.488
13.094 48.52
Data
Stork-
Kopen-
Oslo
5)
II
Buenos-
Mon-
holni
5)
hagen5) forfi’)
Aires’)
(real
1)
26 Sept. 1933
39.60 34.30 38.60
3.374
65 1.59
27
,,
1933
39.80 34.50 38.80
3.40
65
1.60
28
,,
‘1933
40.-
34.65
39.-
3.424
65
1.60
29
,,
1933
40.-
34.50 38.80 3.40
65
1.59 30
,,
1933
39.80
34.45
38.80 3.40
65
1.59
2 Oct.
1933
39.55
34.30 38.50 3.374
65
1.58
Laagste d.w
1
)
39.25
38.25
3.324
–
1.55
Hoogste d.w1)
40.25
40.-
3.474
65
1.62%
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
9534
2.4878
S)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In ‘t iste of Zde No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
a a
Londen
(S per £)
Parijs
(S p.
IOOfr.)
Berlijn
(8 p. 100 Mk.)
Amsterdam
(5 P. 100 gld.)
26 Sept.
1933
4,74’1,
5,95%
36,50 61,39
27
1933
4,72
5,91
36,15 61,10
28
1933
4,725,’,
5,94
36,18 61,12
29
1933
4,76
6,01
36,70 61,95
30
1933
4,75
7
18
5,99
36,55 61,85
2 Oct.
1933
4,789
6,08%
36,98 62,70
3 Oct.
1932
3,459,,
3,91
1
31,
6
23,79
40,16%
Muntpariteit..
4,86
3
,9
05
18
23.81%
4031,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
INoteerings-
Landen
eenheden
1933
I6Sept.’23Sept.
1933
1
25130
Sept.
1933
Laagstef-Ioogsie
30Sept.
1933
Alexandrië..
I’iast.
p.
97%
97%
97
‘i
97
18
9794
Athene
….
Dr.
p. £
575
565
530 590 565
Bangkok
….
Sb. p. tical
1110
9
1110,s
1110
1/10k
1 10T’S
Budapest
..
Pen.p.’.
18%
18
17
19
18
Buenos Aires
d.
p.$
44
45
4 4 %
45%
45
Calcutta .
. . .
Sh. p. rup.
116
11631
116
1
1
3
,
11611
1/6
3
1
Constantin.. Piast.p.
660
650
645
650 648
Hongkong ..
5h. p. $
115’1
16
15
1
/
6
1/4%
1/5%
1,591
16
Kobe
…….
Sh. p. yen
112i1
10
112
1
1
33
112
112%
1,2’1,,
Lissabon….
Escu. p. £
105
10234
1013%
103%
102
Mexico
.
. . .
$per
16%
1794
16% 17%
17
Montevideo .
d.per
36%
37
36%
3794
37
Montreal
..
$
per £
4.86
4.89%
4.83 4.87%
4.84%
Riod. Janeiro
d.
per Mii.
4%
‘/
494
4%
4s1
Shanghai
..
8h. p.
tael
1/3s1,,
11381
113i1
113%
1134
Singapore
..
id.
p. $
214
1
1
32
2141133
2/3i,,,
21431
16
214
3
1
3
.
Valparaiso
1)
$
per
£
– – –
–
–
Warschau
..
Zl. p. £
2894
2751
8
271/
2
28
,
18
27%
1
)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 5/
Londeni)
N.Yorkl)
Londen
26 Sept.
1933..
18%
3971
8
26 Sept. 1933….
133,2
27
,,
1933..
1831,,
3911,
27
,,
1933..,.
133,’_
28
,,
1933..
1871
t
,
3771
8
28
,,
1933….
13214
29
,,
1933..
1871,,
39%
29
,,
1933….
1331_
30
,,
1933..
1871
‘0
3
951
8
30
,,
1933….
13311
2 Oct.
1933, 1894
40
2 Oct.
1933….
13315
3 Oct.
1932..
17111
1
,
2751,
3
Oct.
1932….
11913
27 Juli
1914..
24i5,
6
59
27
Juli
1914….
84/10%
l)in pence p.oz.stand.
2)
Forelgn
silver
in
5e. p.oz.
fine.
3)
in sh. p.oz.fïne
STAND
VAN ‘s
RIJKS KAS
Vorderingen.
–
1
23 Sept. 1933
1
30 Sept.
1933
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
f
31.080.201,77
f
16.383508,98
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
313.649,56
»
185.435,72
Voorschotten
op
ultimo Aug. 1933 aan
de gem. verst,
op v.
haard. de Rijks-
derlandsche
Bank……………….
adm. te heffen gem. ink. bel, en
ope.
,,
1.571.699,19
Voorschotten
op
ultimo Aug. 1933 aan
de gem. verstrekt
op
aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
op
de Rijksink. bel……………….1.571.699,19
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
–
–
Voorschotten aan Ned.-Indië ………
20
.0.716.029,45
,,201.327.994,31
12.483.744,60
,,
12.643.064,60
5.458.075,67
,,
5.460.707,67
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,
101.545.999,43
..
,,10I.778.573,76
Id.
aan
Suriname ……………..
………
Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen
,,
28.316.616,06
,,
32.065.223,73
Id.
aan
Curaçao ……………
…………
,,
8.983.110,99
Vord.
op
andere Staatsbedrijven’)…….9.088.110,99
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
44.801.547,34
.,
45.001.547,34
V
e r
p Ii c
h t
1
n ge n.
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar
octrooi
verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten In Omloop ………
1335.447.000,-
f335.447.000,-
Schatkistpromessen In omloop …….
187.900.000,-
,,187.880.000,-
1.449.518,-
,,
1.447.592,50
Schuld
op
ultimo Aug. 1933 aan de gem.
weg. a. h. uitte keeren hoofds.d. pers.
bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb. ed.
.
Zilverbons in omloop
………………..
gem. fondsb. alsm.
opc. op
die bel, en
..
,,
3.920.781,53
,,
3.920.781,53
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.l)
,,
9.176.925,02
,,
9.411.156,76
op
de verm. bel ………
………….
Id. aan het Staatsbedrijfd.P.,T.enT.l)
,,
89.553.599,28
,,
94.234.788,88
35.672,57
45.672,57
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
………….
Id. aan diverse instellingen’)
………..
105.802.099,84
•
105.857.177,34
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
Saldo Javasche Bans ………
. …….
–
–
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell
f200.716.000,-
/
201.328.000,-
Schatkistpromessen
………………
….
1.000.000,-
,,
1.000.000,-
Schatkistbiljetten
………………..
19 .700.000,-
.,
19.700.000,-
Muntbiljetten in Omloop
………….
,,
1.399.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.,,
….
…9.066.000,-
,,
9.066.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
…1.399.000,-
,,
680.000,-
,,
659.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…….
2.824.000,-
1.094.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
–
Circu
latie
Andere
opeischb.
schulden
1 1
Discont.
1
IDiv.
reke
ntngenl)
9 Sept.
1933..
707
1.186 569
713
2.298
2
,,
1933..
707
1.269
567
716
2.300
26 Aug.
1933..
708 1.165
575
708
2.290
19
1933..
709 1.064
685
712
2.281
12
1933..
705
1.117
694
711
2.279
5 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
t
)
Sluîtp. der activa.
2)
Benevensf 152.000 buitenslands.
4 October
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
783
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 October
1933.
Activa.
Binneul. Wis-t Hfdbk.
f
24.313.546,96
sels, Prom.,P Bijbuk. ,,
524.009,30
enz.in
disc.Ag.sch. ,,
4.215.373,02
f
29.052.929,28
Papier o. h. Buiteni. in disconto
……
Idem eigen portef.
f
1.572.500,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.
,,
–
i.sz.soo,-
Beleeningen
mci. vrsch.
Hfdbk.
f
100.793.677,631)
in r:k-:rt.
Bijbnk. ,,
3.960.286,51
Ag.scb. ,,
41.575.221,74
f
146.329.185,88
Op Effecten
……f
145.120.725,92
1
)
Op Goederen en Spec. ,,
1.208.459,96
146.329.185,881)
Voorschotten a. h. Rijk …………….
..
–
Munt, Goud . .
…. f
113.859.130,- Muntmat., Goud
.. ,,
755.879.169,95
f
869.738.299,95
Munt, Zilver, enz.
,,
25.276.901,14
Muntmat., Zilver..
,,
–
895.015.201,092)
Belegging
2f
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
21.251.455,34
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
11.659.628,67
Staat d. Nederl. (Wetv. 27/5,’32, S. No. 221) ,,
18.331.195,17
f
1.128.212.095,43
Pasaiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
3.749.272,82
Bijzondere
reserve
………………
,,
5.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
8.809.432,23
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
939.068.620,_
Bankassignatiën in omloop
……….
..
115.894,18
Rek.-Cour. j Het Rijk
f
8.204.534,84
saldo’s :
1 Anderen
,,141.534.969,07
149.739.503,91
Diverse rekeningen ………………
,,1.729.372,29
f
1.128.212.095,43
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
459.964.746,99
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
1.149.911.867,-
Waarvan aan Nederlandsch-lndjë
(Wet van IS Maart 1933, Staatsblad No. 99)
……..
f
76.424.425,-
Waarvan in het buitenland
…………………….
..
5.020.302,58
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
1
Goud
1 1
Andere
1 Beschikb.
Dek-
Data ICirculatiel
opeischb.!
Metaal- Iklngs
1
Munt
1
Muntmat.l
1
schuldenl saldo
1
perc
2
Oct.
‘3311138591
755.879
939.0681149.855
459.965
82
25
ept.
33
313859
1
727.297
897.0831157.177
445.501
82
25Juli
‘141
65.703
96.410
310.4371
6.198
43.521
54
1
Totaal
1
Schatkist- 1
Belee-
Papier
b7ve?T
Data
1
bedrag
promessen
nin
g
en
het
brftenl.
reke-
—
Idisconto’slrechtstreeksi
ningen’)
2 Oct.
1933
29.053
1
–
1
146.329
1.573
11.660
25 Sept.
1953
31.436
1
–
1144.092
1.249
5.098
25 Juli
1914
67.947
–
61.686 20.188
509
ijunaer ue acuva.
JAVASCHE BANK.
Andere
Beschikt
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
30 Spt. 1332) 137.070 191.200
22.610
51.546
23
,,
1332)
136.490 190.300
25.660
50.106
2 Spt. 1933
99.925
1
40,7
194.376
29.685
51.097
26 Aug.1933
99.925
1
40.602
193.697
29.768
51.141
25 Juli1914
22.057
31.907
110.172
12.634
4.842.
Wissels.
Diverse
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
reke-
kings-
N.-Ind.
contos
ningen
flingen’)
percen-
betaatb.
tage
30Spt.’33
2
)
280
7650
12.500
64
23
,,
‘332) 570
78.240
13.080
63
2 Spt. 1933
525
14.298
63
9.468
60.473
26Aug.1933
582
9.510
1
58.172
16.175
63
25 Juli 1914
6.395 7.259
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilf.
1
BankbilJ.l
OtherSecu ritjes
Data
Metaal in
in Bankingl
Disc.and Securitles
circula lie
1
Departm.
1
Advances
27 Sept. 1933
191.767
370.753
1
79.623
9.1901
11.986
20
,,
1933
191.732
370.470
79.906 9.192
14.449
22 Juli
1914
40.164
29.317 33.633
Gov.
Public
OtherDeposits
1
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers
01
her
Reserve!
kings-
_Accounts
_
1
perc.
1)
27 Sept.’33
73.826
16.488
97.334 1 43.956
1
81.0131
51,3
20
,,
’33
80.656
18.219
105.688
43.421
1
81.2631
48,5
22 Juli ’14
11.005
14.736
42.185
29.2971
)vciuuuui,Ig LUCCCIICII flCbCIVC Cli uCpUSIts.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilver!
Te
goedWis-
in het
Waarv.I
op
het
1
Belee-
R
voo
enteloos
rschot
bultenl.l
sels
buitenl.I
ningen
v.d. Staat
22Sept.’33
82.204
791
1.287
1
4.531 1.346
2.738 3.200
15
,,
’33
82.262
787
1.284
1
3.951
1.3461
2.761
3.200
23Juli’14
4.104
640
–
1:541 8
769
–
Bons
v.
di
1
Diver-
1
Rekg.Courant
1
–
Data
zelfst.
sen’)
1
C_________
irculat ie
Staat
1
zeijst.
1
Parti-
amort. k.
1
Iamort.k.l
culteren
22Sept.
1
33
6.413
1
2.245
81.016
1.405
1
2.096 118.765
15
,,
’33
6.413
1
2.332 81.423
1
1.274
1
2.101
1 18.152
23 Juli’14
–
1
–
5.912
1
401
j
–
j
943
3 oiu;ipuSt
DIJITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ.,
dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
cheques
23 Sept. 1933
354,2
73,6
47,8
2.954,3
66,8
15
,,
1933
338,1
58,7 58,9
3.054,8
86,9
30 Juli
1914
1.356,9
– –
750,9 50,2
Data
1
Effec-
_
_
1
Diverse
Circu-
1
Rekg.-
Diverse
ten
1
Activa’)
1
latie
1
Crt.
Passiva
23 Sept. 1933
1
319,8
1
536,6
1
3.308,0
1
407,9 231,1
15
,,
1933
1
320,0
507,1
1
3.383,8
1
389,5
225,5
30 Juli
1914
j
330,8
200,4
1.890,9
1
944,-
40,0
1) Onbelast.
2)
W.O.
Rentenbankscheine 33, 15 Sept. 1933, resp. 33,33 miii
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Goud
.
Rek. Crt.
1933
.2
Data
cn
.,
28Sept. 2.708
71 1 766 1 66 1 355
40 1 3.454 1 281 1 262
21
2.706 69 770
68 355
40 3.451 283 265
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
Other
cash
2)
Totaal,
1
Dekking
1
Iiiner-
1
disc.
v.
d.
1
In de
open
bedrag
F
R.
iNotes
in
1
ember
markt
banks
1
gekocht
6Sept.’33
3.588,4
1
2.784,8
221,1
144,8
1
7,0
30Aug.’33
3.588,0
_2.815,2
239,9
153,2
_
6,9
Belegd
1
F. R.
Notes
1 1
Totaal
Gestort
1
Goud- Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data
in
U.
.
Gov.Sec.
1
incircu-I
Kapitaal)
kings-
1
kings-
___________
latie
I I
perc.
1
)
I
perc.
2
)
1
6Sept.’331
2.166,4 I
3.010,9 1
2.673,0 1
146,0
I
63,1
I
67,0
30Aug.’33
2.128,8 12.974,2
12.697,0
1
146,1
63,2 67,5
-, v eiuuuuiii
LULUICU suuuvuurraau LC5CLIUV Cl upviøuiai U
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
2)
,.Other Cash’ does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
:PARTICIJLIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. flES. STELSEL.
Dis-
1
1
I
Data
Totaal
1
Waarvan
Aantal
banken
contos
1
Beleg-
I
bil de
F’
R.
depo-
1
time gingen
beleen.
I
1
en
banks
sitos
I
de
p
osits
30Aug.’331
31
1
8.533
1
8.074
11.784
1
T5.800
1
4.508
23
,,
‘331
29
1
8.505
8.100
1.778
j
15.769
4.516
ue posten van iie rieg. b
J
ank, 00 avasclie bank en ae bank 01 Eng.
land zijn In duizenden, alle overige posten in millioenen van de be-
treffende valuta.
784
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
1. FEDERAL RESERVE BANK TE NEW-YORK.
(In millioenen Dollars.)
Gouduoorraad
Wissels
Data
Other
C’ash’
1)
Totaal Dekking
In herdisc.
aan de
In de open
markt bedrag
FR. Notés
member
kht
geoc
banks
13 Sept;1933..
996,5
653,3
65,8
41,0
2,3
6
,,
1933..
988,1
653,4
62,1
43,8
2,2
30 Aug. 1933..
991,0
668,5
66,2 46,1
2,3
23
,,
1933..
995,1 658,7
71,6
42,9
2,5
16
,,
1933..
934,7
624,0
71,5
47,6
2,3
9
,,
1933..
897,6 609,2
75,5
45,6
2,3
2
,,
1933..
898,7
609,5
74,6
47,9
2,5
26 Juli ‘1933..
901,6
614,9
83,4
49,2
3,7
19
,,
1933..
881,3
623,1
84,4 48,6
4,2
12
,,
1933..
862,1
611,3 86,4 53,8
7,4
5
,,
1933..
858,1
607,8
76,8
54,8
17,4
28 Juni 1933..
905,3 642,5 86,8
58,2
2,5
21
,,
1933..
917,9 648,6
86,7
59,6
2,6
14
,,
1933..
1.006,5 708,8 89,4
58,8
3,3
14 Sept.1932..
899,6
557,3
56,8
81,4
11,1
16
Sept.1931..
1
1.205,8
1
514,0
1
43,5
1
90,2
96,3
Data
Belegd in
U.
S. Go,,
F.R.Notes
,n
Totaal
Deposito’s
Gestort Kapitaal
Algen,een
Dekk,ngs-
Sec. c,rculat,e
perc.
2)
13 Sept.1933..
780,3
639,0
1.101,9 58,5
61,0
6
,,
1933..
774,8 649,3 1.069,2 58,5
61,1
30 Aug. 1933.
.
774,2 636,5
1.090,0
58,5
61,2′
23
,,
1933.
.
763,4
637,7
1.087,4
58,5 61,8
16
,,
1933..
759,1
642,4 1.021,2
58,5 60,5
9
,,
1933.
.
758,0 640,4 983,5
58,5 59,9
2
,,
1933..
765,9
642,9
987,9 58,5
59,7
26 Juli 1933..
755,9
637,6 1.004,4 58,5
60,0
19
,,
1933..
754,9 650,1 976,1
58,5 59,4
12
,,
1933..
754,1
656,0
962,7
58,5
58,6
5
,,
1933..
753,3
672,3
932,0
58,5 58,3
28 Juni1933,.
751,0 648,6 997,7
58,5
60,3′
21
1933..
749,8
650,0
1013,7
58,5 60,4
14
1933..
747,2 656,9
1.102,9
58,5 62,3
14 Sept.1932..
732,8
588,9
1.122,4
59,0
55,9
16
Sept.1931..
235,2
388,1 1.180,6
1
64,7 79,6
11
,,Utlier Uash’ (toes not inciude
t’.
K.
notes or a bank’s own F. l
bank
notes. Tot en met 3 Mei 1933 Wettig betaalmiddel, Zilver eic.
2)
Verh. tot. voorr. niuntmat. en wettig bet.m. tegenoverF.R. notes en dep,
II. ZWEEDSCHE RIJXSBANK.
(In millioenen Kronen.)
Data
Goud
t
Buifenl.
tegoed
en
wissels
Zweed-
sche en’
,,reemde
Siaatsf.
Dis-
contos’
en
Beleen.
Circu-
latie
Rek.
Cr,
‘
9Sept.’33
377,1 307,1
255,32)
50,5 530,7 472,6
2
,,
’33
371,8
305,7
255,32)
49,4 570,4
418,4
26Aug.’33
359,1
293,4
255,32)
49,6 499,9
456,0
19
,,
’33
‘
354,1
297,6
255,3
2
)
50,4
509,7
443,8
12
,,
’33
352,8
290,9
255,3
2
)
58,7
509,3
441,1
5
,,
’33
352,6
290,9
255,32)
65,9
531,7
426,2
29Juli’33
336,5
307,6 260,3
2
)
73,1
530,0 433,2
22
,,
’33
324,7
311,1
260,32)
77,4
497,4 452,6
15
,,
’33
305,2
313,6
260,2
2
)
85,1
517,0 433,5
8
,,
’33’
288,7
316,0
260,1
2
)
94,1
526,2
403,2
1
,,
’33
267,8
316,1
260,12)
111,4
586,6
327,0
23Juni’33
266,3 305,5
235,12)
117,7
522,2
359,6
10Sept.’32
206,0
173,6 218,42)
186,6
530,9
173,3
12Sept.’31
,
229,6
77,0
34,6 321,6
543,7
141,3
) eaert
4 151fl.
wij mci. net
goua in net buiten!.’) F,i!een 4weeliscne.
III. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.)
Data
Goud’)
Tegoed
IJ
Effecten
Dis-
conto s
Beleen.
e
22 Sept.
1933..
118,2 50,5 42,2
217,1
295,6
76,0
15
,,
1933..
118,3
50,7
42,2
217,4 296,8
75,9
7
,,
1933..
118,2
50,6
42,2
218,4 299,6
74,4
31
Aug.
1933..
118,2
50,5 42,5
217,8
304,1
69,0
22
,,
1933..
118,2
51,4
38,6
218,6 298,2
70,6
15
,,
1933..
118,2
50,9
38,6
220,1
301,1
69,4
8
,,
1933.
.
118,2
48,1
38,6
225,1
303,2
69,5
31
Juli
1933..
118,2
42,9
38,8
225,9
306,2
62,1
22
,,
1933..
118,3
44,6
39,0 223,5
302,5
65,5
15
,,
1933..
118,3
45,8
39,0 222,6 305,8
62,4
7
,,
1933,.
118,3
46,8 37,0
228,0
304,9 68,6
30 Juni
1933..
118,3
47,8 37,0
232,3
308,5
70,7
22 Sept.
1932..
142,4
25,8
27,2
260,1 302,4
87,5
22 Sept.
1931..
146,1
,
10,3
53,2
195,1
284,7
60,9
‘)
eaert l Met
W33
is net in liet oumteni. aanw. goud onder den post
,,Tegoed in het buitenland” opgenomen en niet langer onder Goud”.
IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In millioenen Kronen.)
Buitenl.
Einnenl.
Data
Goud
Pasn,uni
saldi, munt en wissels
bel, en
Circa-
latie
Rek.
Crt.
t)
wissels
cred.’
31 Aug. 1933..
133,2
6,1
14,6
84,7
329,8
71,5
31
Juli 1933..
133,2
6,3
35,8
86,4 327,9 79,2
30 Juni 1933..
133,2
6,3
34,4
108,1
342,2
76,2
31 Aug. 1932..
133,2
7,9
15,9
147,5
308,0
41,8
31 Aug. 1931..
171,7 7,4
49,2
120,0
330,5
35,0
1) Actief.
V. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)
Data
Goud
Z,l,,er
Staats-
rond.
Dis-
contos
,
C
,rcu-
lat,e
Rekg. Crt,
sen
Be7e”en
.
Partic.
Staat
23Sept.1933
2.260
644 578 2.537
4.22
920
61 16
1933
2.260
642 578
2.496 4.779
946
24
2
9
1933
2.260
640 578
2.566 4.819
938 412
2
1933
2.260
645′
578
2.555
4.779
915
12
26 Aug. 1933
2.260
646 578
2.468
4.742
960
332
19
1933
2.260
640
578
2.525 4.782
931
162
12
1933
2.260
639
578
2.550
4.817
918
17
5
1933
2.260
640 578
2.600
4.844
897
36
29 Juli 1933
2.260
642 578
2.571
4.749
952
79
22
,,
1933
2.260
640
578
2.517
4.753
946
49
15
,,
1933
2.260
637
578
2.568 4.783
932
53
S
,,
1933
2.260
637
578
2.607
4.795
914
69
1
1933
2.260
641
578
2.562
4.703
903
134
24 Juni 1933
2.259
640 578
2.488 4.655
907 136
24 Sept.1932
2.257
586 582
‘2.804
4.784
921
96
26 Sept.1931
2.277
559 582
3.073 5.025
1.063
32
‘ten bedrage van
344
ntillioen, plus voorschot in rek.-crt.aan de schatk.
Açtief.
VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Franes.)
Duia
Goud
Goud-
deviezen
Dis-
contos
en
Beleen.
t)
Ejfec-
ten
Circa-
latie
Rek,
Crt.Z)
23 Sept.
1933..
1.835,8
14,0
114,1
65,9 1.350,7
615,5
15
,,
1933..
1.824,6
9,3
103,0
66,0 1.355,9
586,9
7
,,
1933..
1.819,6
8,1
118,2
66,1
1.372,8 573,6
31 Aug.
1933..
1.819,6
6,4 117,6
66,1
1.402,2
547,2
23
,,
1933..
1.819,6
5,6 105,3
66,2
1.350,0
585,3
15
,,
1933..
1.819,6
5,2
105,0 66,2
1.367,7
571,1
7
,,
1933..
1.819,6
5,1
109,7
66,3
1.398,9 543,5
31
juli
1933.
1.819,6
4,3
106,1
69,5
1.429,6 514,4
22
,,
1933..
1.819,5
2,7
91,2
69,6
1.384,4
542,1
15
,,
1933..
1.818,7 2,2
89,9 69,8
1.401,8
525,3
7
,,
1933..
1.817,7
1,9
96,5 69,8
1.435,3
491,5
30 Juni
1933..
1.872,7
3,5
95,6
71,1
1.487,2
501,2
23 Sept.
1932..
2.637,5
63,5 53,4 40,4
1.506,7
1.248,5
23 Sept.
1931..
1.363,5
478,2
80,3
104,6
1.299,2 726,6
aeuert .31 iviaart zó zonoer retc.-crt. samat in net buitenland. ueze
zijn met ingang van dien datum met den post buitenlandsche wissels
tot den post gouddeviezen samengesmolten.
2)
Sedert 31 Mrt.’28 uitsluitend de dagelijks vervallende verplichtingen.
VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen 5c1ul1inen.l
1
1
Data
Goud!
Vreemd
geld decie-
tenen tegd.
i)h. buii.l.2,i
A d
ee-
te
,,alata
Dis-
Voor-
contos
schot
en
–
ajd.
Beleen.
Staat
Circa-
lasse
Rek
Crt.
23Sept.’33
169,7
19,0
8,0
207,8
624,4
861,1
130,3
15
,,
’33
169,7
19,0
8,0
217,7 624,4 881,8
115,0
7
,,
’33
149,7
39,0
8,0
205,8 654,4 865,4
139,7
31Aug.’33
149,7
,39,0
8,0
200,5 654,4
900,2
103,9
23
,,
’33
149,7
39,0
8,0
193,0
658,9
815,2
178,9
15
,,
’33
149,7
39,0
8,0
221,7
658,9
854,0
163,4
7
,,
’33
149,7
39,0
8,06)
235,0
658,9
852,4 238,2
31Juli’33
149,7
39,0
8,06)
252,2
658,9
903,1
197,8
23
,,
’33
149,7
39,0
8,0
5
)
248,0
658,9
823,4 265,5
15
,,
’33
149,7
39,0
7,95)
262,1 658,9
849,4
247,0
7
,,
’33
149,7
39,0
7,95)
277,4
658,9
851,4250,1
30Juni’33
149,6
39,0
6,9
4
)
288,4
658,9 893,3
216,5
23
,,
’33
149,6
39,1
6,0
3
)
255,3
658,9
794,2 283,2
23Sept.’32
149,5
39,7
0,1
858,8
91,6
8173
226,2
23Sept.’31
189,5 121,4
96,1
636,9 95,6
968,0
173,9
1
1 LlIIILIfl
U.Qq gouuronen
Iu.uuu paptersronen.
2) Als dekking der circulatie en saldi in rekg.-crt. geldende, volgens
art. 85 der Statuten. 9 Waarvan S. b,9 in valuta’s op termijn. l Id. S. 6,8.
5)
Id. S. 7,8.
6)
Id. S. 7.9.
4 October 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
:785
VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.
(In millioenen Pengö’s. 1 Peugö = 12.500 Kr.)
Data
Goud
Vreemd
geld,
deiezen
tegoed
Binnen,.
wj,,el,,
cce en
Voor-
of u.
aan den
lalie
,rcu-
Rekg.. Courant
in het
en
effecten
Slaat Staat
Partic.
buiten!.1)
23 Sept. ’33
97
6
441
50
304
75
28
15
’33
97
6
445
50
322
50
30
7
’33
97
7
453
50
338
48
30
31 Aug.
’33
97
9
467
50
354
44
32
23
’33
97
10
438
50
310
64
22
15
’33
97
10
442
50
332
43
33
7
’33
97
11
449
50
349
35
21
31
Juli
’33
97
Ii
468
50
364
39
33
23
’33
07
12
425
50
320
42
37
15
’33
97
12
434
50
334
34
21
7
’33
97
14
454
50
360
29
22
30 juni
’33
97
15
476
51
372
36
37
23
,,
’33
97
15
427
51
326
32
31
23 Sept. ’32
97
12
423
52
327
59
40
23 Sept. ’31
105
7
370
59
352
49
90
1)
Als dekking van biljetten en saldi in rekg.-courant geldende, vcl
gens art. 85 der statuten.
IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.
(In niillioenen Tsjeehoslow. Kronen.)
ala
Vorde-
ring
op
en
Sloot
G d
OU
en
Z!
i Oer
Vreemd
geld en
legoe in
hetbutti.
L)iscon-
loSs
en
e ee-
ningen
Circu.
olie
Rek.
rt.
15 Sept.
1933
2.610
1.707
905
1.453
5.820
1.017
7
,,
1933
2.613
1.707
898 1.546
6.049
838
31 Aug.
1933
2.614
1.708
905 1.507
6.168
753 23
1933
2.615
1.708
920 1.518
5.596 1.024
15
,,
1933
2.616
1.707
930 1.579
5.866
809
7
,,
1933
2.616
1.707 934
1.766
6.077
793
31
Juli
1933
2.619
1.707
932
1.718
6.253
555
23
1933
2.610
1.707
052
1.727
5.769
1.097
15
1933
2:610
1.707
951
1.749
6.014
864
1933
2.620
1.707
946
1.948
6.383
645
30 Juni
1933
2.621
1.707
947
2.014
6.568
509
23
,,
1933
2.622
1.707
959
1.696
5.768
1.037
15 Sept.
1932
2.704
1.641
1.093
1.318 5.625
823
15 Sept.
1931
3.269
1.528
1.308 1.056
6.364
564
X. StJIDAFRIKAANSE RESERWEBANK.
(Voornaaniste posten in duizenden Ponden.)
ata
Goud en
ou
cert
conto
s
Waar-
van
Reg.-
papier
Circu-
Folie
Rek..
Cr1.
Alge.
meen
Dekking
perc.°)
1
Sept.
1933..
14.502 17.920
2
10.717
26.064
40,3
25 Aug.
1933..
15.421
17.545
–
9.383
28.899
40,7
18
1933..
16.255 18.155
–
9.517
31.059 40,6
11
1933..
16.412
18.198
–
9.915 31.401
401
4
1933..
16.314
17.811
–
10.397
30.579
40,6
28 Juli
1933..
16.475
18.047
2
10.198
30.180
40,9
21
1933..
16.605
19.503
2
9.448
33.283
39,7
14
1933..
15.625
20.869
3
9.747
33.471
36,9
7
1933..
14.321
21.225
9
10.186
31.887
35,_
30 Juni
1033..
14.298
21.162
9
10.753
31.101 35,4
23
1933..
13.926
22.163
9
9.223
31.800
35,1
16
1933..
13.657
20.893
9
9.384 30.667
35,4
9
1933..
13.706
20.196
3
9.888 30.067 35,2
2 Sept.
1932..
6.014 3.023
504
7.845
5.382
48,1
4 Sept.
1931.
.
6.315 6.795
74
7.875
5.901
47,3
S)
Verhouding goud, goudcert. en pasmunt tegenover opeischbare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.
XI. BANK VAN LITHAUEN.
(In millioenen Lita’s.)
Data
Goud
Zilvert)
Buitenl.Devie-
zen
Dis-
confos
en
Beleen.
Kapi
taal
Bank-
biljetten
in
o,,,Ioop
Depo-
sito
15 Sept.1933
47,7
4,1
8,6
81,2
12,0
90,3
44,4
31 Aug. 1933
47,7
4,3
9,1
81,6
12,0
92,4 42,9
15
,,
1933
47,7
4,4
12,4 80,1 12,0
89,8
47,7
31 Juli 1933
49,8
4,5 10,9
80,8 12,0
92,1
46,4
15
,,
1933
49,8
4,7 10,5
82,2
12,0
89,8
50,1
30 Juni1933
48,2
4,9
11,5
85,5
12,0
91,5
50,6
15 Sept.1932
49,6
4,6
15,4
93,7 12,0 95,1
60,0
15 Sept.1931
39,5
2,5
57,7
112,8
12,0
112,9
89,2
i) Vanaf
15-2-
1
32
zilveren en andere munten.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
3 October 1933.
.l)e steiiiniing aan de t a r w e-iitarkt was in de afge-loopen week niet vast en aan de belangrijkste termijn-
irtarkten in de productielaiiden ondergingen de prijzen miii
of meer belangrijke verlagingen. In de Ver. Staten heb-
ben de pogingen ons de prijzen te verhoogen weinig suc-ces gehad, tot groote ontevredenheid onder de boeren, die
steeds luider hulp en verdere inflatie van den Dollar
eisehen en met stakingsdreigementen komen. Het slot te
Chicago was 3 dollarcents per 60 lbs. lager dan een week
geleden. In Canada zijn de koersen vrij sterk gedaald,
niettegenstaande klachten over regeti in het Noot-den.
welke het doischen verti-aagt en de kwaliteit der tarwe
achteruit doet gaan, en iets lagere schattingen van de
opbrengst in de Prairieprovincies. Particulieren schat-
teit nu die opbrengst op 255 millioeti bushels tegen een
officiëele schatting in September van 264 millioen bushels.
ifliet slot aan de termijnmarkt te Winuipeg w’as
534
dol-
lat-cents lager dan een week geledeu. Tegen de vet-laagde
prijzen bestond in Europa goede vraag voor Manitoba-
tarwe, waarin op verschillende dagen flinke omzetten
plaats vonden. De stemming in Canada werd beïnvloed
door de gunstige uitkomsten van dcii oogst in Europa en
de betere berichten over de nu te velde staande tarwe in
Australië en Argentinië. in beide landen is in ruime mate
regeti gevallen. In Australië zal echter gedurende de
maand October nog geregeld regen moeten vallen om
gunstige resultaten te verzekeren. Afladers in Austialië
hebben reeds scheepsruimte bevracht ter belading in December/Januari en zijn met aanbiedingen van den
nieuwen oogst aan de markt, doch koopers gaan nog niet
op die aanbiedingen iii. Tengevolge van de betere om-
standigheden zijn in Argentinië de prijzen eveneens ge-
claald, liet slot te Buenos Aires was 26 centavos per 100
1KG. lager, te Rosario 20 centavos lager dan een week
geleden. Rusland blijft geregeld niet tarwe aan de markt en gaat voort met het charteren van scheepsruimte. Ook
werden booten bevracht naar het Verre Oosten. Het is
niet zeker of het de bedoeling is graan te verkoopen naar
China en Japan of naar Wladiwostock te zenden.
])e prijzen voor lElongaarsche r o g g e zijn in de afge-
loopeii week vrijwel onveranderd gebleven, die voor Pool-
sche logge zijn nog iets gedaald. In beide soorten zijn
-slechts geringe za-ken tot stand gekomen, zoolang nieuwe
aanvoeren niet gedenatureerd voor veevoeder konden ivol’-
dcii ingevoerd. Sedert gisteren mag rogge veer worden
gedlenatu reerd tegen een verhoogd recht. Voor disponibele
buitenlandsche gedenatureerde rogge bestond daardoor
giste rel weer belangstelling tot verhoogde prijzen. Ook
bakrogge w’as hoogei-, daar het invoerrecht daarvoor met
ccii gulden per 100 KG. werd verhoogd. De aanvoeren van in a Es bleven in de afgeloopen week
beperkt, doch de binnenlandsche vraag was teleurstellend
en de prijzen voor lossende Platairials zijil nog iets afge-
brokkeld. Zij bleven echter matig hooger dan die voor
stoomende partijen, waarvan het aanbod in de eerste en
tweede hand ruim is. Daarin zijn in dcii loop der week
flinke zaken tot stand gekomen. Omstreeks het midden
ler week daalden de koersen aan de termijnmarkten in
Argentinië en verlaagdeti afladers hunne prijzen,, daarna is eenige verbetering ingetreden cii werden de vraagprij-
zen verhoogd. Koopers wal-en niet geneigd de hoogere
irijzeri te betalen en gisteren ging de verbetering weder
verloren. De tei-mijnniarkt te i3uenos Aires sloot ii een-
tavos per 100 KG. lager, te Rosario 15 centavos lager dan
ccii week geleden.
De ge r s t-markt was op de meeste dagen flauw met
dringend aanbod van Donaugerst tot in den 1001) der week
nog verder verlaagde prijzen voor October en November
aflading. Zaterdag w’erd bekend gemaakt, dat buitenland-
sche gerst bij invoer vanaf gisteren niet meet- behoeft te
worden gedenatureerd. Daardoor bestond er eene betere
vraag voor aangekomen en spoedig verwachte Donaugerst.
SUIKER.
Een lustelooze tot flauwe stemming had gedurende de
afgeloopen week op de verschillende suikermarkten de
overhand. In A m e r i k a is thans eindelijk een voorloopige
overeenkomst bereikt betreffende de invoer- en oogstcon-
tingenten en wel met de volgende cijfers:
inheemsche bietsuiker …….1.750.000 tons
11
rietsuiker …….325.000
Philippijnen
……………1.100.000
Hawaf …………………975.000
Portorico
………………875.000
Cuba
………………….1.700.000
6.725.000 tons’
786
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 October 1933
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN
EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
Manitoba
R000E
MAIS
OERST
65 K.G.
LIJNZAAD DRUIVËN
BLOEM-
KOOL
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
No. 2
74 K.G. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
L. Piata
loco
Black All-
TOMATEN
A p. 100 KG
le soort
(versch)
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
R’darnlA’dam
R’damlA’dam
loco Rotter-
damlA’dam
R’damiA’dam
cante
.
KO.
Westlasd
Westland
p. 100 St.
Groote-
Gem.v.3kw.
per 100 KG.
per 100 KG.
per 100 K.O.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G. broek 5)
Rotterdam Rotterdam
3)
1i
0
10
n.
010
n.
010
1E
o
n.
7
7
.
7
f
0
10
1925
17,20
100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
1237.00
100,0
462,50
100,0
–
–
–
–
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50 77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
100,4
362,50
78,4
–
–
1928 13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00 78,5
0,80
100,0
20,-
100,0 14,80
100,0
93,-
100,- 77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6 0,64
80,0
16,-
80,0
17,23 116,4
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5
56,3 6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
0,62
77,5
20,-
100,0 14,22 96,1
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
0,49
61,3
14,50
72,5
7,54 50,9
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,225
30,4
4,62
5
35,4 77,25 33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
0,41
51,3
11,50
57,5
9,92 67,0
61,-
65,6
37,50
484
lan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25 36,5
207,50 44,9
96,-
103,2
56,-
72,3
lebr.
,,
5,775
33,6
3,90 29,8
87,50
37,8
85,75 36,3
206,25 44,6
91,-
97,8
64,5
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103.00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
90,-
96,8
65,8
April
5,90
34,3
4,42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
97,-
104,3
47,-
60,6
Mei
,,
6,15
35,8
4,976
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
98,-
105,4
45,-
58,1
Juni
,,
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4 191,50
41,4
—
101 —
108,6
41-
52,9
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
–
–
23,-
115,0
–
—
95_
102,2
49-
63,2
Aug.
,,
4,975 28,9
4,02
5
30,8 74,50 32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
0,65
81,3 8,50 42,5
–
94,-
101,1
54,-
69,7
Sept.
4,775 27,8
4,27
5
32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5
0,48
60,0
9,-
45,0
12,2!
82,5
84,-
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,476
34,2
68,50
29,6
94,75
401
160,25
34,6
0,34
42,5
–
17,50
87,5
4,38
29,6
75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,825 33,9
5,47
5
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
–
– –
6,04
40,8
72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.
,,
4,925
28,6 4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
70,-
75,3
43,-
55,5
Jan.
1932
5,05
29,4
5,07
5
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
—
–
40,0
70,-
75,3
40,-
51,6
Febr.
•
5,30
30,8
5,07
5
38,8
74,00
32,0
108,50
46,6)
142,25
30,8
—————————
————————–
–
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75 37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
–
– –
–
67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,22
5
47,6 88,75 38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6 5,30
40,5 78,00 33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
——-
–
—
—
—-
—
—
67,7
26,-
33,5
luni
,,
5,225 30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
——-
–
—
—
—
—
——
—
—
—
—
—
67,-
72,0
34,-
43,9
JuL
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
–
–
15,50
—
—
—
—
—
—
—-
—
77,5
–
68,8
35,50
45,8
Aug.
5,20
30,2
4,07
5
31,2
77,50
33,5
98,25 41,6
133,00
28,8
–
—
0,56
70,0
8,-
–
—
—
–
–
–
—
–
—
—-
—
–
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
5,475 31,8 4,20
32,1
78,50 33,9
88,50
37,5 150,75
32,6
0,37
46,3 5,50
27,5
–
9,78
66,1
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5
3,92
5
30,0
74,56
32,2 79,50
33,7 138,25
29,9
0,30
37,5
17,-
85,0
9,81
66,3
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.
4,90
28,5
3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
–
-.
–
10,18
68,8
53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.
4,726
27,5 3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
—
–
—
–
—
–
—
—
—
—
—
–
—
–
—
–
—
—
—
—
53,–
57,0
46,-
59,3
Jan.
1933
Febr.
4,95
4,775
28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
–
-:
–
—
–
—
—
–
–
—
—
—
–
–
–
—
—
–
–
—
–
—
—
—
–
–
–
–
1 1
50,50
54,3
44,75
57,7
Maart
,,
5,05
27,8 29,4
3,70 3,82
5
28,3 29,3
71,00
73,50
30,7 31,7
74,75
76,25 31,7 32,3
130,25 130,50
28,2 28,2
–
–
–
–
–
-.
—
–
—
–
—–
—
—
–
–
–
—
–
—
–
—–
—
—
–
–
–
– –
49,25 46,50
53,0
50,0
58,1
59,3
April
,,
5,15
29,9
3,75 28,7
72,75
31,4
71,25 30,2
129,50
28,0
49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
5,40
31,4 3,775
28,9
70,50
30,5
73,25
31.0
146,75
31,7
–
————–
52,25
56,2
49,-
63,2
Juni
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3 51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,825 33,9
3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38,1
–
–
13,55
—
–
—
–
—–
—
—
–
–
–
67,8
–
—
49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.
,
5,30
1
30,8 3.55
1
27,2
61,25
1
26,5
67.75
28,7 161,50
1
34,9
0,41
51,3
8,-
—
–
—
–
—–
—
—
–
–
–
40,0
–
49,-
52,7
49,25
63,5
Sept.
,,
4,95
1
28,8
3,476 26,6
61,00.
26,3
65,25
27,6 159,00
1
34,4
0,26
32,5
245
–
—
—
–
—
–
–
—
—
–
–
–
12,3
10.47
70,7 50,25
54,0
54,-
69,7
25
,,
4,70
1
27.3
3,40
1
26,0 62,00
26.8
69,00
29,2 152,00
1
32,9
0,20
6
25,0
2,0
6
11,5
11,50
6
77,7
50,-
7
53,8
55,50
7
)
71,6
2 Oct.
4,45
1
25,8 3,10
23,7
61,50
1
26,6
71,00
30,1
145,00
1
31,4
1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 t
vanaf 26Mei1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23Mei’32 tot 2Oct.’33 No. 2 Canada.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 America Russische.
5)
De !aren 1928 en 1929 Broek op Laigendijk. 6)18 Sept.
7
)30 Sept.
8)
29Sept.
MI
NERALEN
.
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
,
WOL
.
WOL
gekamde
KOE- KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide
Gulf exp
gekarn e
Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middlig
locoprijzen
__________
F. G. F.
Sakella-
__________
0.
F. No.
1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
t,m
64/66°.
$cts. per
M
Au
.
5
‘
V
1eri
dford
CrossbredColo- nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
KO.
R damjA’dam
5. g.
per barre
U.S.
gallon New-York
rides
‘.0m
Liverpool
OCO
e
1h
p
r
.
505 Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per Ib.
Liverpool Bradford per Ib.
f1.
Olo
$
O
lo
$cts.
0
10
$
cts.
1
0
10
pence
0
10
pence
0
1
pence
01
0
pence
0
/0
11.
°lo
f1.
0
10
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
.17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
,58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60 37,0 7,33 25,0
3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4,50
30,3 6,45
27,7
5,21
17,8
3.11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
k
n
1931
10,30
95,4
0.85
50,6
6,08 40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
10,30
95,4 0.85
50,6
6,14 41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3.55 38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50 64,8
10,21
85,1
Maart
,,
10,30
95,4
0.66
39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
April
10,15
94,0
0.53
31,5 5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
Mei
,,
10,00
92,6
0.536
31,5
5,375
36,2
9,40
40,4
8,18 27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
Juni
10,00
92,6
0.34
20,5
4,24
28,5
9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
Juli
10,00
92,6
0245
14,3
3,40
5
22,9
9,25
39,8 7,73 26,4
3,35 35,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
Aug.
10,00
92,6
0.43
25,9
3,94
26,5
7,20 31,0
5,94 20,3
2,59 27,7
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
10,00
92,6
0.56 33,2 5,50 37,0
6,55
28,2
5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50
54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56
33,2 4,19
28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
Nov’
9,90 91,7
0.68
40,4 4,62
31,1
6,40
27,5
5,72
19,5
3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80 56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99 32,0
16,25
29,5
9,00
30,5
– –
6,95 57,9
Jan.
1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5 7,10
59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
6
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9 7,25 60,4
Maart
,,
8,35 77,3
0.71
42,3 4,62
5
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30 35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5 7,40 61,7
April
8,65
80,1
0.86
51,2
4,34
29,2 6,25
1
26,9
5,08
17,4
3,08 33,0
16,50
30,0
9,00
30,5 9,25
26,7 7,40 61,7
‘
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2
4,25 28,6 5,80 24,9
4,57
15,6
2,76 29,5
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
Juni
8,25 76,3
0.86
51,2 4,25 28,6 5,25 22,6
4,44
15,2
2,55 27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
Juli
8,10 75,0
0.86
51,2 4,25
28,6
5,80 24,9
4
,9
7
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1
–
–
Aug.,,
7,80 72,2
0.86
51,2 4,30
28,9
7,35
31,6
5,71 19,5
3,33 35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70 47,5
Sept.
7,75 71,8
0.86 51,2
4,376
29,4 7,75 33,3
6,37
21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65 70,8
0.86
51,2.
4,45
29,9 6,50
28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8,50 28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68,5
0.86
51,2
4,60
31,0 6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7 8,25 28,0
12,-
34,6
6,10 50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435
29,8
5,95
25,6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.
1933
7,05 65,3
0.53
31,5
4,16
28,0 6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,
1
6,30 52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38 22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40 53,3
Maart
,,
7,25
67,1
038
22,6
3,87e
26,1
6,40
27,5 4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7 7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37 22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6 7,75 26,3
11,25
32,4
6,40 53,3
Mei
7,15
66,2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
191
3,07
32,8
17,00
30,9 8,25 28,0
12,25
35,3
6,40
53.3
Juni
7,15
66,2
0.25
5
15,2
3,02
20,3 7,85
33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40 53,3
Juli
,,
7,05 65,3
0.41
‘
24,4
3,33
22,4
7,50
32,3
5,76
19,7
3,20
34,2 20,75
37,7 9,75
33,1
16,-
46,! 6,40
53,3
Aug.
»
6,95 64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,9
1
31,1
20,75
37,7 9,75
33.1
14,75
42,5
5,80
48,3
Sept.
6,85
63,4
0.52 31,0
3,50
23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54
27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48,8
25
»
»
6,75
62,5
0.54
32.1
3,611)
24,3
6,80
29,3
4,70
3
) 16,1
2,60
3
)
27,8 20,75
4
)
37,7
10,50
4
)
35,6
15,-
5
)
43,2
5,85 48,8
2 Oct.
6,60
61,1
0.60
35,7
6,35
27,3
1
5,90 49,2
1) Jaar- en maandgem. afger. op
1
18 pence.
2
)29
Sept.
3
)27
Sept.
4
)28 Sept. 5)26 Sept.
6)
20 Sept.
4 October 1933
•
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
787
VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
•
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
1
Standaard
LOOD
1
TIN
1
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
.
.
L’I
Heffing
Alkmaar Gem. not.
Elermijn
Locoprijzen
Locoprijzen
1
locoprilzen
1
Foundry
(x III) P.
i
Locoprijzen
Londen
cash
Londen cash
Londen per
derComrn. Crisis
mve – Fabrieks-
kaas Roermond
100
St.
Londen
Eng. ton per
Londen
per Eng. ton Londen per
Eng. ton
No. 3
f.o.b.i
Middlesb.
1
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard
Ounce
Noteering
Centr.
kI. mlmerk
__ perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
fine
—
i:
—-
ii;
—-
ii:
—
ii:
—
öi
–
fI.°lo
lo lo
£
°loSh.
01
0
sh.
°,
o
i
o/
sh.
°/opence
Djo
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816 100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
671-
100-
36.316
100,-
8516
100,-
321!s
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
186,7
88,8
58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
13
42
16
94,3
851-
99,5 28
11
116
89,3
1927
2,03 87,9
–
43,30 77,3
7,96
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
73/-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26/4
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05 85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
1
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
1io
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.17/- 46,6
851-
99,5
17
13
116
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30 56,9
5,35 58,3 36.51- 58,4
12.11-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.10
1
6
31,9
9216
108,2
131
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1 1181-
138,0
12
1
1
40,1
Jan.
’31
1,61
69,7
–
32,25
57,6
6,63
72,2
45.716
73,1
14-16
38,5
1 16
8J-
44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7
8317
99,5
13
7
18
43,2
Febr. ,,
1,66
71,9
–
33,80
60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.56
36,4
117:16
44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
346
851-
99,5
12
1
1
38,9
Mrt.
,,
3,47
63,6
–
35,00
62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.36
36,2
122.11-
46,6
58i6
80,3 48/10 72,9
12.816
343
851-
99,5
13
7
116
41,8
Apr.
,,
1,35
58,4
–
31,60
56,4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3
113.41-
43,2
5816
80,3
4916
73,9
11.121-
32,1
851-
99,5
13
1
(
40,9
Mei
,,
1,26
54,5
–
30,85
55,1
4,07e
44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.17!-
40,0
5816
80,3
481-
71,6
10.1316
29,5
851-
99,5
12
1
5!
1
40,3
Juni
1,29
55,8
–
33,50
59,8 4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
4711
70,3
11.101-
31,8
851-
99,5
1271
40,1
Juli
1,32
57,1
–
37,75
67,4
4,40
479
34.141- 55,9
12.1516
35,1
112.516
42,9
5816
80,3
4819
72,8
12.111-
34,7
851-
99,5
13114
41,2
Aug.
1,30
56:3
–
36,00
64,3 4,98
542
32.151-
52,8
11.1916
32,9
114.196
43,9
5816
80,3
4719
71,3
11.1416
32,4
851-
99,5
12
13116
39,9
Sept. ,,
1,27
55,0
–
32,25
57,6
5,775
62,9
30316
48,6
11.41-
31,1
111.161- 42,7
5516
76,0
4617
69,5 10.19j- 30,3
9113
106,8
135116
41,4
Oct.
,,
1,24
5,7
–
26,25
46,9
6,27
5
68,4
28.216
45,3
10.96 .
28,8
101.116
38,6
461-
63,0
4418
66,7
10.716
28,7
10613
124,3
131
3
!
1
43,0
Nov.
•
1,17
50,6
–
24,75
44,2
7,07
77,0
27.1916
45,1 11.51-
30,9
102.-!-
39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.1516
29,6
11019
129,5
14
1
12
45,1
Dec.
1,18
51,1
–
21,40
38,2
5,32
5
58,0
27.616
44,2
10.161-
39,6
98.1716
37,8
4116
56,8
4313
64,6
10.216
28,0
12216
143,3
14511
44,6
Jan.
’32
1,16
50,2
–
25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
416
56,8
42/-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7 1318
43,2
Febr. ,,
1,34
58,0
–
27,75 49,6
3,79
41,3 26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
4116
56,8
401
59,7
10.-!-
27,6
11916
139,9
14
43,6
Mrt.
,,
0,98 •
42,4
–
23,65
42,2
3,42
5
37,3
24.181-
40,1
9.91-
25,9 96.61-
36,8
441
60,3
401
59,7
9.111
26,4
114e
133,5
13
3
14
42,8
Apr.
,,
0,99 42,9
–
19,60
35,0
2,77
5
30,2
23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21-
25,2
11013
129.0
13
1
18
40,9
Mei
,,
0,82
35,5
– .
19,65
35,1
2,88
31,4
21.61- 34,3
8.-!-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
1
39,3
Juni
,,
1,11
48,1
–
24,25 43,3
3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441- 60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
18
39,3
Juli
0,96 41,6
0.45
19,55
34,9 3,125 34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42j6
58,2
371
55,2
8.616
23,0
1161
135,7
12
3
18
38,5
Aug.
0,76 32,9
0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
lol.-!-
38,6
421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12L1ie
39,9
Sept. ,,
0,84 36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5
25.81-
40,9
9.1016
26,1
109.916
41,8
421-
57,5
351-
52,2
1121-
30,7
11819
138,8
13
40,5
Oct.
,,
0,82
35,5
0,73 25,50
45,5
5.73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
12116
142,1
12
1
h
38,9
Nov.
,,
0,81
35,1
0,78 26,50
47,3
6,65
72,4
21.191-
35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
401
54,8
3416
51,5
10.81
28,7
12519
147,2
1251
38,3
Dec.
,,
0,73
31,6
0,85 22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216 .
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
0.71-
28,6
12519
147,2
1111
35,8
Jan.
’33
0,73 31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19.17/-
32,0
7.8/-
20,3
100.1/6
38,1
40/6
55,5
34/6
51,5
9.19/-
27,5
12218
143,5
Il”!j
36,4
0,65
28,1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71-
20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9.15/-
27,0
12015
140,8
1
1
5/16
37,2
Mrt .,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
2,80
30,5
20.-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
43!-
58,9
3417
51,6
10.71-
128,6
12015
140,8
121/1
38,7
Apr.
,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.17/-
42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
I2121
1
39,9
Mei
,,
0,52
22,5
1,-
21,80 38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.17(6
49,2
4116
568
3616
54,5
10.131-
29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2
Juni
,,
0,52
22,5
1,-
23.50 42,0
2,50
272
25.71-
40,8 9.41-
25,3
151.10!-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
12234
143,0
13
1
14
41,2
Juli
,,
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0
2,60
28,3
25.161-
41,6 9.21-
25,0
11
48.1
3
6
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.11-
33,3
123110
144,9
127
1
38,7
Aug.
,,
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,574
38,9
35.5/-
39,1
8.4/6
22,6
1453f-
55,5
4l(-
56,2
351-
52,2
11.71-
31,4
125/10
147,2
12
37,4
Sept. ,,
0,66 28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16/6
36,8
7.16/-
21,4
140.1716
53,8
3916
54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
111
5
1
1
37,2
25 ,,
O,68)
29,4
0,90
19,50
8
34,8
3,90
42,5
21.161-
35,1
7.131-
21,0
138.116
52,7
f
3916
54,1
341-
50,7
10.131-
29,4
1321-
154,2
111
3
1i
36,8
2 Oct.
0,90
3,95
43,6
22.1416
366
7.1416
21,2
142.915
54,4
3816
52,7
351-
52,2
10.161-
29,9
13315
156,0
11
13
/16
36,8
26 Sept. 1932
79
K.G.
La Plata.
) Tot
Jan.
1928 Western
; vanaf
Jan. 1928
tot 16
Dec.
1929 American
No.
2.
van
16 Dec.
1929 tot
26
Mei 1930
7415
K.G.
1-longaarsche
No. 2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei
1932 6415
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23 Mei-I9
Sept. 1932
No.
3 Canada.
Van
19 Sept.
1932
tot
24 Juli
1933 62163
K.G.
Zuid-
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
S T E E N E N
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
K010
basis 7″ f.o.b.
Zwedenl
binnenmuur.
buitenmuur
G.F. Accra
per
.
Ned.-Ind.
f.m.s.
Robusta
Locoprijzen
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
suiker loco
Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr.
Finland
standaard per per
per
50 K.G.
c.i.f.
per 100 K.G.
Rotterdam
Sheets loco Londen
R’dam!A’dam
Java- en Suma-
Grond-
stoffen
niale
pro-
van 4.672 M
3
.
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederland
Amsterdam
per ‘!o K.G.
per Ib.
per 100 K.G.
trathee
KG
.
ducten
– —
7l
Ok
1
%
f
°!s
sh.
01,
f
.
010
cts.
–
i
–
5h.
0
10
–
i:
—
–
ii;
—
cts.
1925
159,75 1 lOO
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,8fl
100,0
61,375
100,0
2!l1,625
100,0
18,75 100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50 1
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67.4
17,50
93,3
94,25
111,5
l
96.0 102.6
1927
160,50 1 100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62 90,9
46,875
76,4
lj6,375
51,6
19,125
102,0
82,75
97,9
1
87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8 45110 107,9
27,37
0
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25 82,0
81.9 95.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2 34/11
82,2
22,62
5
63,1
32
52,1
-15.975
16,5
9,60
51,2
60,75 71,8
68.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
5
42,9
25
40,7
-f3
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8
46.8
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,32
5
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
Jan.
’31
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
8,20
431
66,25
78,4
53.9 57.4
Febr. ,,
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2212
52,2
18,12
5
50,7
26,25 42,8
-13,875
10,9
8,20
43,7
53
62,7
53.3 50.4
Mrt.
,,
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,62
5
51,9
25,50
41,5
–
1
3,75
10,5
8,30 44,3
45
53,3
52.9
48.0 Apr.
,,
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
22/7
53,1
17.50
48,8 24,75 40,3
–
1
3,125
8,8
8,57
5
45,7
43 50,9
50.7
47.5
Mei
,,
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
11
0,5
21
1
0
49,4
15,37
5
42,9
25
40,7
-/3,125
8,8
8,50
45,3 40,25
47,6
48.3
45.5
Juni
,,
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,12
5
39,4
25,75
42,0
-/3,125
8,8
8,57
5
45,7
39,50
46,7
45.6 46.8
Juli
110,00
68,9
10,50
67,7 2
1
,-
110,5
26/5
62,2
15,-
41,8
27
44,0
–
/3
8,4
8,71
48,6 38,25
45,3
46.6
50.0
Aug.
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,12
39,4
25,50
41,5
-/2,5
7,0
7,90
42,1
38,50
45,6
44.7 48.8
Sept. ,,
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
22
1
7
53,
1
13,375
37,3
23,75
38,7
-12,375
6,7
7,525
40,1
37,50
44,4′
43.3
44.1
Oct.
,,
100.00
62,6
10,50
67,7
19,-
100
,-
21
1
0
49,4
13,25
36,9
23 37,5
–
1
2,375
6,7 7,55 40,3
37,75
44,7
41.9 43.0
Nov.
,,
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
lOO,-.
21/2
49,8
13,75
38,3
23
37,5
-12,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
42.6
42.3
Dec.
,,
82,50 51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
1813
42,9
12,75
35,5 23
37,5
-12,25
6,3
6,75 36,0 35
41,4
40.0
39.5
Jan.
’32 82,50 51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5
36,6
23
37,5
-/2,125
6,0
7,35 39,2 32 37,9
38.5
39.1
Febr.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
18f
1
42,6
14,50
40,4 23
37,5
–
1
2
5,6
7,05
37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.,
70,00
43,8
9,75 62,6
18,-
94,7
21
1
9 5
1
,2 14,75
41,1
23
37,5
–
1
1,625
4,6
6,25 33,3
31
36,7
37.0 39.7
Apr.
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-/1,5
4,2 5,90
31,5
29,25
34,6
36.2 38.0
Mei
»
70,00
43,8
8,50 54,8
15,-
78,9 20
1
6
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
–
1
1,5
4,2
5,625
30,0
30,25
35,7
352
38.1
Juni
,,
70,00
43,8
8,50 54,8
15,-
78,9 20
1
6
48,2
12375
34,5
24
39,1
–
1
1,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33,7
34.2 38.7
Juli
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 37.6
Aug.
63,00 39,4
8,50
54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,37
5
34,5
24
39,1
-11,75
– 4,9
6,57
5
35,1
22,75
26,9
35.9
37.4
Sept
,,
60,00 37,6 8,75
56,5
15,-
78,9 21/2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-/2,125 6,0 6,525-
34,8 23,25
28,
1
37.8 38.5
Oct.
,,
63,50
39,7
58,1
14,50
76,3
18
1
8
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2
–
/1,75 4,9
6,325
33,7
28,50
33,7
36.2
38.7
Nov.
,,
63,50
39,7
9,50 61,3
1
4,25
75,0
17
1
6
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
–
1
1,75
4,9
5.87
3
1
;3
30,75
–
36,4
35.3
37.2
Dec.
»
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0
35.7
Jan.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1 16
1
6
38,8
11,50
32,1
24
39,1
–
11
625
4,6
5,375 28,7
25 29,6
33.2
34.1
Febr.
,.
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
15
1
9
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7
–
1
1,5′
4,2 5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.,,
70,00 43.8 9,50 61,3
12,25
64,5
.16/3
38,2
10,375
28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6.-‘
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
Apr.,,
70,00 43,8 9,75 62,6
12,75
67,1
15
1
5 36,3 9,50 26,5
23,50
38,3
–
/1,625
4,6
5,
0
75
32,4
27,50
32,5
32.8
34.9
Mei
,,
70,00 43,8
9,50
61.3
12.50
65,8′
16
1
6
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-/2
5,6
6,02
5
32,1
26,50 31,4
34.2
–
‘
35.0
Juni
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
18
1
1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
–
1
2,375 6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2 37.5
Juli
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
17
1
8
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
-/2,625
7,4
5,92
5
31,6
33,50
39,6
38.1
37.4
Aug.
75,00
46,9
10,50
67,7
13.-
68,4
1615
38,6
I
8,75
24,4
20,75
33,8
-12,625
7,4 5,27
5
/
28,1
35,25
1
41,7
36.5
35.6
Sept. ,,
80,00
50,1
1
14
1
5
33,9
1
8,25
23,0
19,75
32,2
–
1
2,5
7,0
5,375
1
28,7
36,75
1
43.5
367
34.6
25
80,00
50,1
13
1
7
32,0
8,-
22,3
19,50
31,8
–
1
2,5 7,0
5,25
1
28,0
37,506)
1
444
36.2
34.1
2 Oct.
80,00
50,
1
1
13
1
5
31,6
1
7,375
20,6
18,50
30,1
–
/2,6875
7,5
4,75
/
25,3
j
36.4 32.9
N.B. Alle
Pondennoteering
vanaf
21 Sept.
1
31
zijn
op goudbaais
omgerekend;
de Dollarnoteeringen
vanaf
20April’33
zijn
in verhouding
van de depreclatie
van den
Dollar t.o.v.
den
Gulden
verlaagd.
788
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4
October 1933
De markt gaf een lusteloos beeld te zien. Raffinadeurs
bleven in hun afwachtende houding berusten. De prijs
voor ruwsuiker kon zich dan ook niet handhaven. Nadat
aanvankelijk nog 1.60 d.c. bedongen werd, was de prijs
tegen het einde der week 1.53 d.c. basis Cubasuiker c. &
fr. De noteeringen op de N e w-Y o
t
k s c h e termijnmarkt
bewogen zich eveneens in een dalende lijn. Het slot was
10 á 12 punten lager met de volgende noteeringen: Oct.
1.40, Dec. 1.45, Jan. 1.45 en Mrt. 1.50, terwijl de laatste
noteering voor Spot Centr. 3.55 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 28.000 tons, de versmeltingen 44.000 tons tegen 56.600 tons verleden jaar en de voor-.
raden 254.000 tons tegen 217.700 tons.
In E n ge 1 a n d was de suikermarkt zeer bom gestemd
en de prijs voor ruwe suiker daalde tot een fractie. bene-
den Sh. 5/-. Hetzelfde kan van de L o
11
d e n s c h e ter-
mijnmarkt gezegd worden. De noteeringen hebben gedu-
rende deze week ca. 3 d. van haar waarde ingeboet.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow (in tons)
1933
1932
1931
Duitschland
1
1
8
……….472.000
882.000
949.000
Tsjecho-Slowakije 119 . . –
140.000
216.000
317.000
Frankrijk 119 ………..241.000
219.000
308.000
Nederland 119 ………..151.000
133.000
160.000
België 119 ……………195.000
212.000
198.000
Hongarije 118 …………50.000
38.000
62.000
Polen
1
19 …………….168.000
173.000
258.000
Engelanc Geïmp. Suiker 1/9 289.000
197.000
199.000
Binneni.,,
119
26.000
–
6.000
Europa….1.732.000 2.070.000 2.457.000
Ver. St. alle havens 219 . –
425.000
527.000
512.000
Cubaansche havens 219 .
676.000
899.000 1.169.000
Cuba binnenland 2/9
1.485.000 1.480.000 1.640.000
Java 119 …………….2.946.000 2.916.000 1.978.000
Totaal…. 7.264.000 7.800
7.7500
waarvan geblokkeerd
2.070.000 3.247.000 2.810.000
Op J a v a verkocht de N.I.V.A..S. nog ca. 5.000 tons
Superieur en ruim 6.000 tons bruine suiker. De offi-
ciëele limites voor de consumptie in Nederlandsch-Iudië werden vastgesteld op
f
5.40 voor Superieur en
f
5.25
voor bruine suiker.
De markt h i e r t e 1 a n d e was bijzonder flauw. De
termijnnoteeringen te A m s te r d a m zijn met niet min-
der dan
f %
gedaald, waardoor onze markt beneden de wereldmarkt is komen te staan. De omidervolgende slot-
noteeringen geven een nieuw laagtem-ecorci te zien: Sept.
f
4y
2,
Dec.
f
4
6
/s, Mrt.
f
47f en Mei
f
5.-.
KOFFIE.
De afgeloopen week bracht in de stemming VOOr het
artikel niet de minste verandering. Zij bleef lusteboos met
zeer beperkten afzet, zoowel op aflading als in loco. Dc aanbiedingen van Santos waren 25 11 30 dollarcents en
van Rio 10 A 15 dollarcents lager.
Uit de heden bekend gemaakte weekstatistiek van Bra-
zilië is gebleken, dat in de vorige week. van Santos naar
Europa verscheept zijn 199.000 balen tegen 81.000 balen
in de week daarvôôr en naar de Vereenigde Staten 210.000
balen tegen 126.000 balen. Verscheept werden van Rio
naar Europa 53.000 balen tegen 32.000 balen en naar de
Vereenigde Staten 41.000 balen tegen 7000 balen. Als ver-kocht ddor Sautos werden opgegeven naar Europa 141.000
balen tegen 98.000 balen en naar de Vereenigde Staten
176.000 balen tegen 160.000 balen.
Als vernietigd in de vorige week worden slechts opge-
geven 1000 balen te Rio. In een uit New-York ontvangen
bericht wordt medegedeeld, dat het Nationale Koffie-
Departement in September zou hebben aangevangon met
de vernietiging van 1.800.000 balen van de voorraden van
de bankiers (z.g. pledged stocks), waarvoor in de plaats
certificaten voor nieuwe koffie zouden gegeven worden.
Uit een heden ontvangen officieele tebegrafische mede-
deeling is gebleken, dat de voorraden, teruggehouden in de binnenlandsehe pakhuizen en in de spoorwegstations
van de Staten Sao Paulo en Minas Geraes, bedragen heb-
ben op 31 Augustus 13.298.000 balen, waarvan 4.596.000
balen bestemd waren tot vernietiging door het Nationale
Koffie-J)epartement. ])eze voorraden bedi-oegen op 31 Juli 13.530.000 balen, waarvan 6.328.000 balen tot vernietiging
door het Koffie-Departement ivaren bestemd. 1)e voorra-
den zijn dus in de maand Augustus verminderd met
232.000 balen.
De aanbiedingen van Brazilië wom-den sedert eenige
dagen door de meeste afladers nog slechts gedaan op
fob-conditiën inplaats van kost en vracht. Dit geschiedt naar aanleiding van moeilijkheden tusschen de Brazili-
aansche Regeeriug en de Braziliaansche afladers over een
tot nu toe gebi-uikelijke rabat-berekening in het voordeel
der verschepers. Teneinde de offej-tes met elkander ver-
gelijkbaar te maken, zijn hieronder de fob-prijzen ver-
meerderd met het equiva.lent van de vracht ad 70 shilling
per ton = 85 dollarcents per eivt, waardoor alle prijzen
gebracht zijn op kost- en vrachtbasis. Deze kost- en
vrachtprijzen zijn op het oogenblik, onder aftrek van het
op circa 15 dollarcents geschatte voordeel van de bijleve-
1-ing der bekende bonus van 10 %, voor gewoon goed be-
schreven Superior Santos op prompte versehepin onge-
veer $ 9.55 i. 9.70 per civt. en voor dito Prime ongeveer
$ 9.65
a
10.-
1
, terwijl zij voor Rio type New-York 7 met
beschrijving, prompte verschepiug, bedragen $ 8.25
-a
8.30.
Bij den dollarkoers van heden staan deze aanbiedingen ge-
lijk met onderstaande prijzen iii gouddollars:
Santos Superior .- 6.20 á 6.30
Prime
– .. 6.25 h 6.45
Rio 7
– 5.30
it
5.35
wat, in vergelijking met een week geleden, 0.20 1. 0.35
gouddollar per cwt. lager is. De prijzen in de eei-ste hand in Nederlaudsch-Indië zijn
k 14 ct. lager dan een week geleden. Zij zijn thans
aan te nemen op:
Palembang Robusta, October-verscheping, 11 ct.; Ben-
koelen Robusta, October-verscheping, 11 )- ct.; Mandheling
Robusta, October-verscheping, 12 ct.; WIl. f.a.q. Ro-
busta, October-verscheping, 15 ct., alles per 3 K.G., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de noteerin-
gen % A
Y
4
et. terug en deze zijn thans voor October
1P/
4
, December 11 Maart 11, Mei 11
1
/8
en Sept.. 11% ct.
Ook in loco was de handel zeer weinig geanimeerd.
Over de plannen van de Regeering tot instelling van een
accijns op gebrand werd verder niets meer vernomen.
Wel wordt algemeen erkend, dat de bezwaren tegen dit
plan ingebracht door de branders, gemotiveerd zijn en dat een invoerrecht op ruw voor het Rijk. eenvoudiger
zou zijn.
De officieele loeo-noteeringen werden alhier met 1 cent verlaagd en zijn thans voor Superior Santos 19 et. en voor
Robusta
lSJ/2j
ct. per
Y
2
K.G.
De slotnoteeringen te New-York waren:
Gemengd contract
Santos contract
(basis Rio No. 7)
(basis Santos No. 4)
Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. 2 October . $ 5.96 0.05 6.13 6.25 8.37 8.47 8.56 8.72
25 September 6.12 6.22 6.31 -.- 8.49 8.63 8.69-.-
I8 September 6.22 6.35 6.45-.- 8.71 8.82 8.90-.-
11 September ,,5.94 6.05 6.13-.- 8.36 8.45 8.55-.-
Rotterdahi, 2 October 1933.
AANVOIEREN
in tong
van
1000
KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
24130 Sept.
Sedert
Overeenk.
24/30 Sept.
Sedert
Overeenk.
1933 1932 1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
49.968 1.118.404
1.061.917 490
21.611 7.800 1.140.015 1.069.717
15.956
297.322
386.231
400
6.369
1.743
303.691
387.974
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
–
16.490
18.399
–
25
52
16.515
18.451
Boekweit ……………….
Maïs ……………….
10.2 60
810.276
1.029.438
–
142.980
252.499
953.256
1.281.937
22.424 308.315
332.473
–
26.143
24.673
334.459 357.146
140
107.361
141.942
–
3.306
3.241 110.667
1.45.183
3.597
162233
213.021
–
189.974
301.434
352.207
514.455
Gerst
……………..
Haver
………………..
6.482
87.704
75.278
–
200
50
87.904
75.328
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
..
13.770
18.085
–
5.271
10.187
19.041
28.272
Tarwemeel
………….544
Andere meelsoorten
1.542
38.796
32.397
–
7.797
10.066
46.593
42463