Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 896

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 1 1933


1 MAART 1033

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Ec
,
onomisch

pw
‘Stati*stische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

18E JAARGANG

WOENSDAG 1 .,MAART 1933

No. 896

NEDERLANDSCII ECONOMISCH INSTITUUT.
Curatoren: l!r. G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter; C. 11. van der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
31. van Lan.schot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. cle Vries; Prof. Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Staart, Directeur-Secretaris.

ECONOMISCH-BTATISTISCIIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilosselt; Jhr. Mr. L. fi. van
Lennep; Mr. K. S. van der lilandele; Prof. Dr.
N.
J.
Polak; Mr. Dr. L. F.
H.
Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbivs; Jan Schilthui8;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrjn Stuart.
Reclactsur.Seeretaris: Dr. H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de .Floochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnemen* volgens tarief. Admini8tratie van abonneinenten’en adver-
tenties: Nijgh &
van Ditmar
N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Postchèqiie- en giro-rekening No.
145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
en
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— pev
jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch-St tistisoli
Kwartaalbericht 75 cents. Leden en donateurs ontvangen
liet weekblad en het Kwartaalbericht gratis en ‘een reductie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

28 FEBRUARI 1933.

].)e noteeriugeit van ite gelditiarkt uaren deze week weder
onveranderd, t.w. prolongatierente 1 pOt., particulier dis-
(-onto % pCt. en cailgeld % iC•
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlaudsehe Bank blijkt de
post biiiiiei.ilaiidsehe wissels nagenoeg op gelijke hoogte te
zijn
gebleven. De beleeningen vertoonen een terUggang van

f
4.4 niillioeii. De post papier 01) het buitenland bleef
ongewijzigd, terwijl de diverse rekeningen ouder cle activa
der Bank met
j’
1.7 unllioeu daalden.
De goudvoorraad verminderde deze week met] 3,2 mii-
lioen en de voorraad zilver met
f
384.000.
Onder de passiva breidde de biljettenc-ireulatie, blijk-
baar mede in verband met tien ultinio. zich met
f
26.3 mii-
lioen int. Dc saldi iii rekening-courant namc]i daarentegen
met
f
36.3 millioemi af en wel iie saldi van anderen niet
f7,7 mnillioen en het tegoed van ‘s Rijks schatkist met

f
23.5 umilljoeji liet beschikbaar nietaalsaldo bectraagt

f
384.000 meer dan dc vorige week; het dckkiugsperceu-
tage is op nagenoeg 84 pOt. blijven staan.
* *
*
De groote vraag, wat er ja Amerika gebeuren gaat, heeft
natuurlijk ook deze week de wisselmarkt teu zeerste be-
invloed. Er heerschte groote onzekerheid. Allerivege icor-
den de koersen gestenmid : iii Frankrijk wordt de Dollar
01)
Cii.
25.34 vastgehouden, in Engeland worden van hooger
hand Dollars en Fransche Francs gecontroleerd. Wat er
iii Arnerika, in deze richting gedaan wordt, is hier niet lie-
kend, doch het mag wel als zeker worden aangellonlen. dat
de wissel nmarkt ook daar zal worden nagegaan. iloe- lang
dit nog zoe door zal moeten gaan en wat mm’ al – d.eze
kunstmatige noteerimigen liet gevolg zal zijn, ivee natnui-
lijk niemand, doch waar een koers .zich op ilet duur tdch
niet laat dwingen, ‘blijft op cle wisselnmarkt groote voor-
zichtigheid’ geboden.’ i)ollars zijn’ hier van 2.4780 tot 2.4690

ternggeloôpeu om daarna weder
01)
2.4760 gebracht te wor-
den; het slot was weder lager op 2.4725. liet Pond Sterling
kon zich dcii eersten dag op hot hoogere niveau handhaven
– cml. 8.53
;
laat iii den namiddag kwam er aanbod en begon
iie’ koers in te zakken. in de volgende dagen kw’am de
no’tccring zelfs ouder de 8.40, waarop weder een reactie tot 8.44% volgde. :rn Londen ging de Dollarkoers van ‘3.44 op
3.41
4
terug. Fransche Francs lager aangeboden en kwa-
men vals 9.77
1
, op 9.74%; slot 9.75%. Belga’s veranderden
slechts weinig: 34.75. Marken waren flau,w’er:59.22–59.15.
Clearing Marken werden door de Bank op 59.12 %’afge-
geven. Zwitsersche Francs waren aanvankelijk vast:
48.12%-48.22; slot flanwer op 48.16. Lires 12.68-12.64-12.67. i’eseta’s bleven ca. 20.55. Van iie Scanciinaviscbe
koersen ging cle Deensche Kroon met het Pond mee naar
beneden : 38.– 37.70. Zwecdschc ‘Kronen ifts ‘ lager
45.– 44.80. Oslo 43M0-43.30. Finsche Marken noteer-
den ca…..
2%.
Indische Guldens zijn weder voor 99% te
krijgen,. .Oa’uacleescbe Dollars ca. 2.05.

iom,ileu op termijn waren vaster; zij deden voor Sén- en
drie-mmiasmndemi resp.
i1
en e. disagio. Dollars op termijn
‘.niremi natuurlijk aangeboden; het was somtijds door liet
,çenijdige karakter van cle mark-t wel moeilijk wat, te plaat-
sen; dc slotnotecringen waren 80 en 1.80 p. ddport.

De algmimeeu hcerschende onrust heeft natuurlijk op iie
goudmarkt heel wat lévendigheid gebracht. J amnmer. genoeg
varemi de aanvoeren in Londen reeds voor het grootste deel
op termnijm.i vOOr verkocht. Ook ver]ceert mcmi in spaniming,
of er iii Ammierika, ‘voor wat den goucluitvoer betreft, nog
piaatregelen zullen worden genomen. BIer’ deden gouden
baren
‘1
1654,50. Sovei’eignsnoterden 12.15. Voor Eag]es
vcs.er voor buitenlandsche rekening heel veel vraag; mmmcmi
betaalde 2.49%.
L0N:rniN, 27 FEBRUARi. 1933.

Er viel verleden week een besliste vermneerdieriug waar
te mienten in de hoeveelheid kort geld beschikbaar voor de
markt, zooclat het namiddag geld w-ederom grootcmideels
%
pOt. – verkrijgbaar was, terwijl Zaterdag vrij belamig-
i’ijk’e saldi’ iiit te plaa-tsdmi waren.
in cle discomitoniarkt trachtten de ..e1earimig’ bamikemi miami
aar plan, om dcii koers vertier ‘te verboog

en, vast te hou-
‘dcii. kondemi dit echter mnet volhouden onder dcii druk vami
diii g’rooteremr overvloed van geld. Donderdag zakte dc
koers dientengevolge iii, zoodat de. inschrijvingen op Vrij-dag voor liet nieuwe scha-tkistpapier op ongeveer
%
pOt.
filaats hadden. Drie-niaands bankaccepten mioteeremi nu
n/
m
,,
pOt.
De Beuk van Emigelancl zette hare aaukoopemi van goud
voor-t. ditmaal door goud uit de Vrije markt op te mielmiemi.
haar voorraad bedraagt nu ruinm 142 millioen Pond. Er
alt hierbij op te merken. dat dit niet liet gevolg is van
een verbetering in imidnstrie cmi hamsdel, clie Engeland goud
doet aantrekken, maar teweeg wordt gebracht door kapi.
taalverschuivi Eigen iamm het bmmitenlammd riaar Londen, waar-
van liet Equalisatiomi Fumnd een handig gebruik weet te
maken.
Er, heeft ziele in -cle eerste zes wekemi vams (lit jaar een
besliste- haumssepositie in Sterling.’ tegenover een baisse-
positie iii de goudva]nta’s (i mi hoofdzaak Dollars en Fra mies)
bntwikkeld. Verledemi week kwam’ Ii er eene vcreimideriiig
In; welke een – verzwakkimig, een vrij groote verzwakking.
:umi het. 1ond tegemiover Dollars, Franc’s eis Guldens ete.
niet zich bracht. -Zitterdg note’erden Dollars en Gimldns:
3.40% en 8.42%. Heden zijn Ronden vaster op 3.41% cmi
8:4434.’ –

162

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933′

DE NEDERLANDSCHE HANDELSPOLITIEK.

De steeds toenemende moeilijkheden, welke aan den
uternationalen handel in den weg worden gelegd en
die inzonderheid voor een land als het onze zoo bij-
zonder nadeelig zijn, doen hij velen de vraag rijzen,
welke gedragslijn wij in cle toekomst moeten volgen.
Di.t gaf onze Redactie aanleiding, om het vraagstuk
van onze handelspolitiek, waarvan men kan zeggen, dat ‘het .,eine alte Geschichte” is, die helaas ,,immer
neu” blijft, wederom aan de orde stellen, liet ‘er-
heugt de Redactie zeer, dat zij in de personen. van
Dr. E. L-Teldririg,Mr. Dr:L. F.H. Regout en J. Bs
Westerdijk een drietal der zake kundige auteurs heeft gevonden, die bereid waren om de door Nederland te
volgen handelspolitiek van verschillend standpunt te
belichten. 1-Tunne beschouwingen doen wij thans hier-
onder volgen.

HANDELSPOLITIEK.

Gevolg ‘gevende aan een uitnoodi.ging van de Redac-
tie van cli t Tijdschrift laat ik een korte beschouwing
volgen over de vraag, of een zwenking in onze han-
delspoli.tie.k, welke, naar het schijnt, door cle Regee-ring voorbereid wordt, in cie huidige omstandigheden
aanbeveling verdient, alsmede ovet cle positie van onze
sch
ee
p vaart tegenover verdere regeeringsbemoeiing.
ik verbi ud daaraan een voorbehoud ‘voor den ver-
storenden .i ii vloed van mogelijke politieke en mone-
taire gebeurtenissen in het bui tenlanci.
De mislukking van Genève op het handelspolitiek
gebied, de cynische onverschilligheid, waarmede En-
geland en Duitschland ons bhaudele.n, hebben menig-
een in den waan gebracht, dat van het ‘buitenland geen
uitkomst meer te verwachten is. Een dergelijk pessi-misme is ongewettigd. De nood in de overige wereld
is veelal even hoog gestegen als ten onrent, in de
Vereenigde Staten hooger dan ergens anders. Dat
schept een gunstige voorwaarde voor een wending.
in de maanden, die aan de Conferentie van Lausanne
voorafgingen, was men vrij algemeen overtuigd, dat
zij niets ‘zQu opleveren. Liet tegendeel geschiedde: men
werd het eens, omdat het niet anders kon. Frankrijk
moest tot de bijna volledige opheffing der Du.itsche
hers telbetali ngen mdewerken. Lausanne was echter
slechts een. mijlpaal. De beteekenis ervan wordt eerst
werkelijk, wanneer de Veree.digde Staten toestemmen
tot een definitieve regeling der schulden, welke door
de vroegere bondgenooten niet terugbetaald kunnen
worden, te minder nu Duitschiand practisch gespro-
ken
,
all zijn verplichtingen tot herstelbetaling aan
deze landen ontheven is. Liet lijdt geen twijfel, dat
de bereidwilligheid tot een dergelijken maatregel in
Amerika zer belangrijk aan aanhang gewonnen heeft
en cle nieuwe President Roosevelt heeft niet geaar-zeld, reeds v66r de aanvaarding van zijn bewind de
noodzakelijke besprekingen met één der voornaamste
scliuldenaren, Engeland, in te leiden. T-Eet herstel van
Engeland is zonder het opheffen of zeer belangrijk
verminderen van zijn schuld jegens Amerika niet
mogelijk en ‘dit inzicht wordt in Engeland zelf alge-
meen gehuldigd. Men mag dan ook reclelijkerwijs ver-
wachten, dat het tot de ‘vervulling van één der Anie-
rikaansche voorwaarden, stabilisatie van het Pond,
zal med.ewerken, al doet men ‘voorloopig alsof men
dit punt naar eigen ‘bevinding wil behandelen. Een
andere voorwaarde, door Amerika niet alleen aan zijn
bon’dgenooteni doch amin de wereld te stellen: ver-
min den ng van hattdelsbelemmneni ilgen, moet even-
eens vervi.iicl vorclen, wil cle stabilisatie der wissel-
koersen ee.n eenigszins duurzaam karakter dragen,
want zonder ruime toelating van goederen als factor
in het internationale verrekening’sverkeem zou mcii
onvermijdelijk weder in onclermijn ing van de pariteit
vervallen, hetzij dat deze ‘goud of iets anders tot ‘basis
heeft. Aan zoodanige vermindering ‘van handelsbe-
lemnierin’gen moet Amerika zelf als staat, clie ook na
de opheffing of drastische vermindering der oorlogs-
schulden crediteur blijft, in de eerste plaats deel-

INHOUD
:

BIz.
HANDEIS1’OLITJE1C
door
Dr. E. Heidriwy …………..162
De Nederlandsche handelspolitiek door
Mr. Dr. L. F. H.
Regout
…………………………………..
184
Welke handelspolitiek is op het oogenblik voor Neder-
land, in het bijzonder uit agrarisch oogpunt, hetmeest
gewenscht? door
J. Bs Westercl’ijk …………….166
Omzetbelasting door
Prof. Dr. N. J. Polak ………… 7O
De Nederlandsche Bank
en de Nederlandsch-Indische
Pondenleeningen door S.
van Bever…………….171
Beschouwingen over kolen 1 ……………………
172
Zijn tram en bus te Rotterdam op de meest economische
wijze gecoördineerd? doorDrs.
J. M. EM. Â.Zonnenberg 175
ONTVANGEN BOEKEN…………………………..
178

MAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zout-

mijnen
………………………………..179
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……… ……
179-184
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

nemen. De uitlatingen van Roosevelt en de zeer dui-
delijke adviezen van bijkans alle Anienikaansche ecn-
nomisten doen voorzien, dat men daar te lande in die
richting de oplossing zal zoeken. Berichten van tegen-
gestelden aard weerspiegelên de laatste stuiptzekkin-
gen van een overlijdend bewind. Alen mag zich niet
ontvejnzen, dat er ontzaglijke moeilijkheden op d:it ge-
bied aan de beide zijden van den Atlanitischen Oceaan
te overwinnen zullen zijn, maar op grond van de ou-weerstaanbare drijfveer, clie in de noodzaak van een
oplossing zetelt, mag men redelijkerwijs althans een minimum van succes van de reeds ingeleide bespre-
kingen en de daarop volgende ‘Wereldconferenti.e ver-
wachten, d.w.z. liquidatie van het sc.huldenvraagstuk,
stabilisatie der wisselkoersen, verdwijning van de
ergste handelsbelemmeringen zooals deviezen-restric-
ties, contingenteeringen, prohi’bitieve invoerrechten,
enz. Komt het hiertoe, clan heteelcent dit definitief
het einde van de vertrouwenscrisis, een hervatting
der in ternat.i onale credietge’ving, een vermeerderde
vraag naar produ.ctiegoederen en stijging der prijzen
op de wereldmarkt.
Ook mag men h:ier herinnerd worden aan de mee-
ning van de Voorbereidingscommissie van de Wereld-
conferentie, dat men dient te onderzoeken of voor tarwe, waarvan de cultuur de kostwinning van een
groot deel ‘der menschlieid ‘beteekent en waarvan
groote voorraden de markt overschaduwen, een (tijde-
lijke) regeling van uitvoer of productie niet een prijs-
stijging zou bevorderen. Dat onderzoek zon inderdaad
van beteeken.is zijn, want van dit stapelartikel, dat
voor alle landen in de gematigde luchtstroke.n een zou
grooten factor in hun economisch bestel vormt, is cle
situatie onhoudbaar. Terwijl de boer in Amerika cii
Australië ondanks en tengevolge van regeeringsiu-
meng1ng al enkele jaren een prijs ontvangt, die hein
geruïrieerd heeft, zijn cle invoerlauclen bezi’g, cle cul-
tuur van het product uit te breiden door hun ‘boer
ten laste van den verbruiker ettelijke malen dien prijs
te garaideeren, hetgeen op zijn beurt tot cie in.w’en-
dige economische ontwrichting van deze landen bij-
draagt. iloe dichter bevolkt een land, des te minder
geschikt om van eigen bodemproduct te leven en des
te sterker die ontwrichting. Voor Nederland, waar
slechts een klein deel van cle bevolking zijn bestaan
in de teelt van graan en andere gewassen, voor bin-
nenlandsch gebruik ‘bestemd, kan ‘vinden, zou be-
scherming van die teelt een einde aan cle levensvat-
baarheid van zijn overige bedrijven maken. Wanneer
de graanteelt ei’iz. door lage wereldprijzen onrendabel
gemaakt is, dat, moge tijdelijk een zoo gering moge-
lijke bescher.mi.n.g onvermijdelijk zijn, deze ‘brengt geen
genezing, integendeel zij vermindert cle toch al ge-
claalcl.e uitvoe;rmo.geiijkheid voor andere producten,
welke onmogelijk door kunstniiddelen duurzaam ge-
liandhaafd kan ivorden.
Met de mogelijkheid ‘van internationale saneering
in cli t jaar voor oogen zou. het van verblindheid ge-
tuigen,
mci
ien wij thans van handelspolitiek verar, der-
den en nog meer maatregelen namen, die onze afsln.i-

1 Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

163

ting van de buitenwereld bevorderen. Integendeel,
Nederland dient alles te döen, wat in zij ii macht is
om het doel, dat men in het buitenland :n.astreef t, te
bevorderen en zich van alle prejudicieerende actie
te onthouden. Het is natuurlijk mogelijk, dat de
Wereldconferentie in islukt, maar eerst wanneer
ciie mislu kkin:g, welke de meest chaotische gevol-
gen na zich zou sleepen en wel eens definitief den
ondergang van het avondland zou kunnen •beteeke-
nen, ongelukkigerwijze een feit geworden zou zijn,
zouden wij te midden van het algemeene amok die
maatregelen moeten nemen, welke onze eigen dan zon
sombere worsteling tegen het noodlot, dat wij zoo-
lang mogelijk hebben trachten af te wenden, verlich-
ten. Wat die maatregelen zouden moeten of kunnen
zijn, kan niemand heden zeggen. –

Het heeft in -dezen gedachtengang geen zin, de han-
delspolitiek in haar onderdeelen te behandelen.
Slechts wil ik de hoop uitspreken, dat Nederland en
België onverdroten zullen voortgaan, voor de ver-
dragen van Oslo en Ouchy te ijveren, opdat de stem-
ming ter komende Wereldconferentie althans ten aan-
zien van den geest dier verdragen gunstig zij. Oslo is
cle eenige nog drijvende sloep van het gestrande schip
,,Genève”, de eenige werkende conventie, waarin zijn
beginselen -belichamcl zijn en Ouchy is een uitwer-
king ervan. Het heeft zwakke punten, voornamelijk
in de onbestemdheid der invoerrechten op landbouw-
producten, maaz het moet ons alles waard zijn om de
instemming der groote mogendheden er mede te ver-
werven. Dan kan er inderdaad een zich steeds uit-
breidende groep van sitateD, die onderling vrijer en
vrijer met elkaar handelen, uit geboren worden. Moge
de Britsche regeering nog weinig geestdrift voor
Ouchy aan den dag gelegd hebben., in toonaangevende
buttenl an dsche handelskri n gen denkt men er anders
over. Zoo ontving de Commissie-Trip uit den boezem
van cie I[nt. Kamer van Koophandel een krachtig ge-steld advies ten gunste van taniefafbraak in den geest
van het Ouchy-verclrag. De doorzichtige toeleg om
ten onzent door een z.g. technische herziening van het
tarief van invoerrechten behalve hoogere baten voor
de schatkist sterker bescherming uit deze bron te
verkrijgen, is, op zijn zachtst gezegd, voorbarig.
Tot de bedrjfstalcken, welke het meest bij de her-
leving van het internationale ruilverkeer geïnteres-
seerd zijn, behoort de scheepvaart. Zij is in normale
tijden één van de meest product.ieve bestaansbronnen
en levert dan volgens de bèrekening van het Centraal
Bureau voor de Statistiek ca.
f 200
-millioen jaarlijks
in het credit-van onze betalingsbalans. Voor 1031 was
het resultaat van deze berekening reeds op
f 115 mil-

lioen gedaald en
1032
heeft opnieuw een ontstellen-
den, nog niet geraamden achteruitgang gebracht. Zij
lijdt, op de internationale markt werkende, sedert den
val van liet Pond en de Scandinavische valuta’s het
zwaarst van alle
bedrijven
on
. der •het hoven alle Euro-
peesche pci len uitstekende loonpeil. De han delsbe-
lemmeningen hebben het goederenvervoer op onge-
kende wijze doen dalen. Onze trampvaart ligt sti.l en
de. geregelde lijnen handhaven de vaste en voor den
Nederlandschen handel onmisbare verbindingen groo-tendeels met zwaar verlies. Elk nieuw recht, elke ver-
hooging van rech t, con tinigenteering of devi ezenbe-
perking elders of ten onzent vermeerdert dit verlies.
Reeds is een scheepvaart-steunwet voor haar in wer-
king, doch deze kan geen uiteindelijke rdding bren-
gen, omdat zij slechts ren tedragende credietvenlee-
ning tegen onderpand kent, die, indien zij zakelijk
wordt toegepast, voor de ervan gebruik makende, met
verlies werkende reederjen op executie uitloopt. De
toestand der scheepvaart in Nederland moet dan ook
met uitzondering van dien der Indische lijnen de
ernstigste zorgen baren en, indien de verlevendigiag
van -het handelsverkeer niet spoedig komt, zal zij
grootendeels moeten bezwijken of slechts met sub-
sidie in het leven te houden zijn, hetzelfde funeste
stelsel, dat, door het buitenland overdadig toegepast,

nevens de stagnatie in het handelsverkeer de voor-
naamste oorzaak van de scheepvaartmisère -is Er moet
ons alles aan gelegen ziji, cle invoering van dat stelsel
hier te lande te voorkomen, doch zoolang buitenland-sche staten voortgaan, kwistmatig de nationale koop-
aardij uit te breiden of in liet leven te houden, is
geen blijvende veibetering te verwachten. De vraag
rijst, of voor de Nederlandsohe Regeening niet het
oogenblik gekomen is om een initiatief tot interna-
tionale vermindering van staatssteun aan de scheep-
vaart te nemen, zulks overeenkomstig een in het al-
gemeen gesteiden wensch, eveneens in het verslag van
de Commissie-Trip vervat. Er doen zich twee over-
wegingen voor, welke v.00r een dergelijk initiatief
zouden -pleiten. In de eerste plaats zijn ook de-buiten-
landsche budgetaire posities zoodanig gespannen en
is de rol, die daarin de steun aan de scheepvaart
speelt, z56 belangrijk geworden, dat de Ministers van
Financiën wellicht meer dan ooit verheugd zullen
zijn, tot een ontlasting van de -begrootin-g op dit hoofd
te kunnen medewerken. Voorts is in de laatste maan-
den een sterke strooming in Engelsche reederskringen
merkbiar, welke een einde van het su-bsidiestelsel in
andere landen verlangt, en subsidiair, afweermaat-
regelen tegenover buitenlan dsche scheep vaart in Brit-
sche havens. Reeds -heeft de Chamber of Shipping hij de Britsche Regeening in dezen zin gerequestreerd en,
indien het buitenland te dezer zake halsstarrig -blijft,
doet een recente -ttlating van Minister Runciman
represai llemaatregelen voorzien, die waarschijnlijk
niet alleen de subsidiëerende staten zullen treffen,
maar zich tegen de gansche buitenlandsche scheep-
vaart- zullen richten. Welken vorm zij zouden aanne-
men, kan men niet zeggen. Er wordt gesproken van
cle reserveering voor de nationide vlag van de Icust-
Vaart, waaronder het verkeer tusschen nioederland en dominions gebracht zou worden. in de Engelsche pers
is voorts de gedachte verdedigd, goederen -met buiten-
landsohe schepen aan een hooger invoerrecht te on-
derwerpen dan die, met nationale schepen tangevoerd,
ja. zelfs op de mogelijkheid van herrijzin-g van de be-
uchte navigatie-acte is -gezinspeeld. Men

behoeft niet
dadeljk het ergste te vreezen
om
te beseffen, -dat voor
ônze scheepvaart dergelijke maatregelen hoogst scha-
deljlc zouden lcunnen zijn.

Intusschen is ten onzent één verlichting mogelijk,
die reeds lang had moeten verschaft worden. Ons
loodsgeldentanief drukt veel te zwaar op de scheep-
vaart en het havenverkeer. Het bedraagt het zeven-
‘oud van het Belgische. Een drastische verlaging is
noodzakelijk. Na veel moeite is men eindelijk zoover,
dat een commissie advies ter zake van een -heiziening
zal uitbrengen, hetwelk reeds geruimen tijd -met onge-
dulcl tegemoet gezien. wordt. Daarentegen geve men
niet toe aan den hier en daar uitgeefenden drang,
het vervoer onder de Nedenlandsche vlag van staats-
wege te -bevorderen. Wij innen meer vracht van het
buitenland dan dit van ons; voor dergelijke onge-
ivenschte protectie zou onze scheepvaart spoedig zelve
-het gela-g betalen.

Het spreekt vanzelf, dat wij met een juiste politiek
ten aanzien van den buitenlandschea handel en de
scheepvaart alleen onzEr interne moeilijkheden niet
zullen overwinnen. Wij moeten tea spoedigste uit den
icieuzen cirlcel van overmati.ge uitgaven van staat,
provincies en gemeenten en daaruit voortvloeiende
druickende belastingen, -beide in groote mate veroor-zaakt door het veel te hooge -gemeentelijke loon-peil,
waaraan het algemeene loonpeil, dat over het alge-
meen ongeveer 30 pOt. hooger is dan dat in nabunige
landen, aanleunit, met een dientengevolge verzwakt
concurrentievermogen op de internationale markt en gestadig stijgende, angstwekkende werkloosheid, op haar beurt geschraagd door te hooge uitkeeringen en
overheidsbemoeiing, die de kosten van het levens-
onderhoud, -hier minder gedaald dan waar ook in
Europa, ‘erzwnart,enkele takken van den landbouw
bevoordeelt en de aiidere -bodembednijven niet baat.

164

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart .1933

Tegen de van buiten komende rampen was het op-
werpen van een dam hier en daar aangewezen, doch
met erkenning van alle moeilijkheden, waarvoor de.
Regeering stond, moet
gezegd
worden, dat er meer
gemodderd dan geploegd is, meer gestreefd naar de
bevrcdiging van groepshehtngen dan naar beperking
van een overmatig geworden iroductie.
.Tjj
zitten mt

een hutspot, een voos stel van crisi.swetten, dat her-
zien en zoo spoedig mogelijk afgebroken moet worden,
indien het niet voordien ineenstort. Noch het econo-
misch uithoudin gsvermogen, noch het f in anci ëel
draagvermogen laten voortzetting gedurende langen
tijd toe. De toestand der staatsfinanciën zal in 1934
z66 zijn, dat hij cle adviezen van de Commissie-Welter
in onze herinnering als flauwe kost zal oproepen.
Daarbij gemeentelijke hui,shoudingen, waarin men
slechts langs de lijn van den geringsten weerstançl
bezuinigd en de kern der moeilijkheden, het looi,i,-
vraagstuk, omzeilct ‘heeft, en Indische financiën, die
oorloopig ‘het ,,het ergste is voorbij” van den Gou-
verneur-Generaal zullen logenstraffen en een gevaar
voor de onze vormen. Indien men het heil voorname-
lijk gaat zoeken in verdere vermeerdering van reeds
te zware lasten, hetzij ‘bij den invoer, hetzij door an-dere heffingen, dan vermindert men de bestaanskan-
sen van hetgeen nog werkt in ons bedrijfsleven, dat
boven alles verlichting nooclig heeft. Laat dit toch
zooveel mogelijk met rust. Verhinder niet ontijdig de
natuurlijke zetting tot een lage pri,jzenpeil, dat als
gevolg van kapitaalsintering – allerwege – en door
te hooge openbare en particul:iere uitgaven ook na cle
overwinning der uiterste depressie onder het peil
zal blijven, waarop de sanienlevin.g zich had ingescho-
ten. When the Government steps in, the wise man
steps out. De Staat kan in de voltrekking van dit
proces ‘behulpzaam zijn, onmisbare deelen door over-
gangsmaatregelen redden, ‘meer niet. In het bijzonder
zal de werkloosheid door een zoodanige aanpassing
meer getemperd worden dan door het ontijdig toegeven
aan g.roepsbelangen, die het heil in bescherming zoe-
ken. Genezing is slechts mogelijk door vrij ruilverkeer in de wereld.
E. HELDRING.

DE NEDERLANDSCHE HANDELSPOLITIEK.

Het is veel moeilijker over de handelspolitiek te
spreken, clan over het vraagstuk van de 40-urige
werkwëek of over de mogelijk- en wenschelijkheden
van Planwirtschaft of zelfs over de deprecia’tie van
den gulden.

Hoe komt di’t,? Ten eerste omdat ‘bij behoud van
vrijhandel de. meest •hechte nationale tradities be-trokken zijn van vrijheid op elk gebied, van woord
en gedachte en ook van verkeer met landen en voL-
keren; omdat met deze zucht naar vrijheid tevens
betrokken zijn de beste nationale deugden van durf
cii aanpakken en onverzet’t.elijkheid bij tegenslag.
Dit onderwerp raakt ald ns, wat velen innerlijk
het dierhaarste is en zulks maakt, dat ook wie van
ander inzicht is, niettemin juist den warmst’en pleit-
bezorger voor onze vri,jli an delspolitiek tegnmoet zal
kunnen ‘treden met een mild begrijpen niet alleen,
maar ook met werkelijke sydapathie.

Naast deze, zuiver ideëele en. naar ons voorkomt,
verreweg krachtigste factor, w k
aardoor dit vraagstu
wordt heheersch’t, komt de omstandigheid, dat hier-
bij onderscheidene, onderling moeilijk vereen i gbare
belangen betrokken zijn. De handel, geld- en goede-
renhandol, zal hierdoor eerder geneigd zijn, het vraag-
stuk van vrijhandel of bescherming reeds anders aan
to voelen, dan de industrie en de z.g. bin’nenlandsche
industrie weer anders, dan de exportindustrie. Daar-
bij lijkt de belangentegenstelling hier voor vele ge-
‘allen welhaast no verzoenlijk. Bij andere vraagstuk-
ken kan men nog betoogen, dat de belangen uitein-
delijk ineenloopen., op di’t gebied schijnt het vaak, of-
schoon schijn. ook hier niet altijd werkelijkheid is,
dat het geven aan den een nooit anders kan geschie-

den, dan ten koste van dciv ander, zoodat dan als
eenige mogelijkheid openblijft een compromis.
Een andere moeilijkheid is nog deze, dat bij dit
onderwerp zoo weinig te
‘bewijzen
valt. Hier staat
opvatting tegenover opvatting, verwachting ‘tegen-
over verwachting, het afwikken, gelijk wij reeds hoven
zeiden, van het eene ‘belang tegenover het andere.
Hoe van zelfsprekend dit moge zijn, zon schijnt het
toch niet geheel overbod:ig, op dit laatste den nadruk
te leggen. Alen ‘hoort wel eens de opwerping, dat
een voorstander van eenige maatregel de handelspoli-
tiek rakende, gefaald ‘heeft, de noodzakelijkheid of
cle wenschelijkheid van die maatregel te bewijzen, te
bewijzen, .dat die maatregel in ‘liet algemeen belang
i, of verbetering zal ‘brengen. Noch wat betreft de gewenschte handhaving van vrijhandel op een ge-
geven oogenbiilc, noch wat betreft ‘het tegenoverge-stelde, kan er spralce zijn van eenig strikt bewijs.

Wij geven in de navolgende regelen dan ook eene opvatting, onze opvatting, in antwoord op cle vraag,
wat Nederland op ‘handel’s’politiekgebied ‘te doen staat.
Wel zullen wij zon duidelijk mogelijk trachten toe te
lichten, op welke gronden onze opvatting berust.
Van ouds speelden in ons Vaderland handel en
scheepvaart een groote rol, door Nederlands zeer be-
gunstigde geograp’hische ligging, d’oor zijn koloniën,
door den aard zijner bevolking. Wij waren een volk
van kooplieden, ook nog wel van landbouwers, maar
geen volk van industrie. Als zoodanig waren wij in
het buitenland bekend en beschouwden wij ons zelf tot v66r den oorlog en ook daarna.

Toch heeft zich hier eene eerste groote verandering
voltrokken, en zulks in betrekkelijk weinige jaren.
Nederland is een indu.strieland geworden, meer bv.
dan Duitsehiand dit thans is. De twintigste eeuw
bracht deze ontwikkeling in steeds sneller tempo.
Terwijl in de eerste 20 jaren van deze eeuw de toe-name van het aantal personen, werkzaam in handel
en verkeer ongeveer geljken tred hield met de be-
volkingstoename en zich bij den landbouw vrijwel
een stilstand openbaarde, was blijkens de beroepstel-
ling ‘van 1920 het aantal tewerkgestelden in de nij-
verheid in zeer sterke mate vooruitgegaan. De laat-
sten waren in 1920 reeds ‘bijna even ‘talrijk in aantal,
als de tewerlcgestelden in landbouw en handel en
verkeer tezamen. De gegevens van de beroepstelling
van 1.930 zijn. vooralsnog onbekend, maar
.
‘het lijdt
geen twijfel, dat de boven besproken ontwikkeling zich sinds dien nog in veel stërker mate zal blijken
te hebben voortgezet. En evenmin kan ‘betwijfeld wor-
den, dat in de, toekomst voor de snel toenemende be-
volicing van ons land, vooral slechts van een verdere
ontwikkeling der industrie eene ‘bestaansmo’gel ijkheid
te wachten is.

Dat Nederland zich ontwikkeld heeft tot een in-ciustni.ëel land, is derhalve ccce eerste wijziging,
welke zich deels reeds v66r den oorlog, deels daarna
bnneu onze grenzen heeft ‘voltrokken.

Nog in een ander opzicht kwam er veraulering. Nederland is een exporteerend land. Ook als zon-
danig werd ons land en wordt ‘het veelal nog in onze
dagen aangeduid. De export op de eerste plaats van dien landbouw, maar ook van de industrie, was dan
ook steeds ‘van groo’te beteekenis. Maar inmiddels kon
het niet uitblijven, dat de groeiende industrie in stij-
gende mate ook in eigen behoefte voorzag, al werd
dit proces door invloeden van buiten, als na-oorlog-
sche valutaconcu rrentie en dumping vertraagd.

Wij beschilckeu hier te lande helaas niet over eene
algemeene productie- en verbruikssta’tistiek, welke in
staat stelt, de juiste verhouding tussehen de binnen-
landsche afzet en de export, benevens de niet beiden
betrokken werlcgelegenhe.i,d, ‘vast te stellen. 1-let ‘blijft
hier dus een tasten, maar opvallend was, hoezeer
vaak in vroeger jaren de feitelijke en po’tentiëele be-
te’lcen is van den ‘hinnenlan’dschen afzet voor het
eigen bedrijfsleven scheen te worden onderschat.
Thans is niet de sterk ingekrompen. exportmogelijk-

1 Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

165

hicl van den laatsten tijd in (leze opvatting wei
vei andering gekomen.
Zooals gezegd, een algemecnc productie- en ver-
brui ksstat.istiek ontbreekt ons en vooral in dezen
tij(: doet zich hef gemis daaraan sterk gevoelen. Het-
geen inmiddels op dit gebied door het Centraal Bu-reau van de Statistiek voor en na reeds gepubliceerd
werd ‘), toont aan, eensdeels dat in een bediiiciend
aantal juist van de belangrijkste der onderzochte be-
drijven, de binnenlandsche afzet in tien jaren tijds
in veel sterker mate is gestegen, dan de export, –
aldus cle rijwiel-, schoenen- en margarine-indus-
trie, cle katoenspinnerijen en meelfabriekeo, cle papier-
industrie in betere papiersoorten – ancierdeels, hoe
belangrijke mogelijkheden er op het gebied van eigen belioeftevoorziening alsnog openstaan.
V ie had bij den aanvang van deze ecu v kunnen
denken, dat dc omvang van cie ho id ige Limburgsche

kolenproductie in
1032
ongeveer overeen zou stem-men met het bi nnenlancische verbruik en dat dit ver-
bruik in hetzelfde jaar voor omstreeks de helft, ter
waarde van rond 50 millioen gulden door eigen kolen
gedekt zou worden? Onze rijwielindustrie voorzag 10
jareu geleden nog slechts voor
38
pOt., thans voor
bijna 100 pOt. in de binnenlancisehe vraag. Onze
papierindustrie voorzag in de betere papiersoorten cie
eigen markt in
1921
voor 42 pOt., in
1930
voor 79

pOt. Onze schoenindustrie voorziet thans voor ruim
80
pOt. in het binnenlandsche verbruik. Ziehier enkele grepen, ontleend aan gégevens van
liet Centrale B. v. cl. St., welke de sterk groeiende
beteekenis van de binnenlandsche markt voor cle
eigen inc1 ustrie kunnen i ilus treeren. i)aarnaast zijn
een reeks andere industrietakicen te noemen: de tex-
tielnijverheid, cie metaalnijverheid, de aardewerk-
nijverheid en zoovele andere bedrijv en meer, voor
welke cie Nederlandsche markt nog belangrijke afzet-
mogelijkheden biedt.
Men hcgrijpe ons goed. Wij willen hiermede de
wenscheiijkheid als zoodanig van den export voor ons
land allerminst ontkennen. Maar wel meenen wij, dat
op onzen export vaak te eenzijdig de nadruk wordt
gelegd, dat thans reeds het zwaartepunt voor ons
volkshestaan zich naar cie binneniandsche markt ver-
legci heeft en dat deze ontwikkeling onder den drang
ties exportbelemmeiingen, waarover straks nader, nog
niet geëindigd is.
Wat in deze voor de industrie geldt, geldt ook
voor den landbouw. Ten aanzien van deze laatste wint
eveneens cle overtuiging veld, dat noodgedwongen ons
land zich in de Icomende jaren meer op de eigen
behoefte zal dienen in te stellen, en wei door uitbrei-
ding van den akkerbouw. Vij zeggen noodgedwongen,
aangezien eene omzetting van onze bodemprocluctie
op een artikel als tarwe, dat door natuurlj1e oor-
zaken elders met minder kosten geteeld kan worden,
op zichzelf oneconomisch is. Zoodanige reorganisa-
tie kan dan ook slechts tijdelijk zijn – al zijn er wed-
licht tal van jaren mede gemoeid – in dien zin, dat
zij haar bestaan.sgrond verliest, zoodra nieuwe toe-
standen den terugkeer tot zuivelbereiding of tuin-
bouw, waarin ons land gespecialiseerd is, zouden mo-
gelijk maken. Omstelling daarentegen van onze export-
industrie tot biunenlandsche industrie, is in tal van
gevallen veel gemakkelijker. in (tell zin van veel
economischer te bereiken. Normaal is liet immers
veeleer, dat cle industrie en cii t geldt wel in bijzon-
dere mate voor ede zeer sterk gechfferentieercle ci-
dlustrie als cle Nederlaridsche, zich op de eerste plaats
naar de eigen rnal5ijgeiegen nh rkt rich t.
Abnormaal,
ook in den zin van oneconomisch, was vaak het beeld,
dat ons land bood, dat goederen hier te lande ver-
krijgbaar, van verre werden aangevoerd.
De groeiende lbeteekenis van Nederland als incius-
t ri eland eenerzijcls, cle afnemen cle beteeken is vacn . Ne-

‘) Zie vooral het Statistisch Zakboek
1932
bi. 98 t/nl.
100, jo.
de graphiek van
M. 134.

dierland, als exporteerend iali(i anderzijds. Dit
ZIJ
Ii
dus cle wijzigingen, ivelide wij in ons land zelf mee-
neii te moeten eonstateeren.
Thans willen wij nog aandacht schenken aan ver-
sehijnselen van meer algemeeuen aard, welke tevens
een antwoord zuilen verschaffen op de vraag, of cle
afname van onzen export, gelijk deze ook uit cie u it-
voerstatistiek der laatste Jaren blijkt en daarnaast
van onze handel cii scheepvaart geacht kunnen wor-
den slechts van tijclelijken aard te zijn, of als meer
duurzaam zijn te beschouwen? Deze vraag hou ci t ver-
band met clie andere vraag, of wij leven ouder een
voorbijgaancie crisis, clan wel of ons
Oold
na deze.
crisis blijvende veranderingen te wachten staan.
:Dat wij geen gewone crisis doormaken, maar dat
er blijv encie. struktuurverancieri ngen, gelijk men dit
noemt, plaats grijpen, word t thans, meenen wij, wel
algemeen aangenomen. Bezien wij den aard dier
struktu urveranderi ngen eens nader, in het bijzonder,
in zooverre Europa en dan nog West-Europa diaar-
bij betrokken is. West-Europa was v66r. dcii oorlog
vooral op het gebied van fabrikaten en halffabrikaten
de leverancier dier in technisch opzicht achterlijke
werelddeelen. i)e welvaart van Europa was goeddeels daarop gebouwd. Dit is veranderd, voor eens -en voor
altij cl. Deze ach terlijke wereld deelén bestaan thans
niet meer. Niet alleen voorzien zij zelf in hun eigen
behoefte, maar zij zijn tevens als concurrenten op de wereldmarkt verschenen. En deze ontwikkeling gan t
verder. Heden zijn he’t Japan en Britseh-Indië en
Rusland, morgen volgt China en zon gaat het voort.
Hierbij is ook ons land vanzelfsprekend betrokken,
zoowel direct als tevens indirect, nI. eveneens in zijn
afzet van agrarische andere producten naar nabuur-
staten, die op hun beurt getroffen zijn.
Maar dit is niet alles. Europa is sedert den oorlog-
als het ware overrompeld door een reeks van pro-
blemen, als daar zijn de sprongsgewize ontwikkeling
van dle tecinielc, de bewustwording en de daarmede
gepaard gaande hoogere levenseischen van den arbei-
denclen stand, dle emancipatie der vrouw, cle stopzet-
ting der emigratie, cle reeds bovengenoemde indus-
trialiseering van wereldldeelen als Azië en Rusland.

liet, is tengevolge van dit samenstel van factoren,
dat de geheele struktuur van Europa in haar grond-
slagen geschokt is en de uitwerking cl nar van open –
baart zich eerst in de laatste jaren in vollen omvang.
1-let streven naar autarkie beteekent in veel gevallen –
0])
zichzelf niet anders, clan een laatste redmiddel,
waam-toe cle staten hun toevlucht namen. Vooral sedert
1931,
toen ook Engeland zijn vrijhandelsstelsel varen
liet, nam cle verandering, welke zich in Europa aan
liet voltrekken is, cl ui clelijke vormen aan. En het is
waarlijk niet te denken, dat de aanpassing van het
internationale ruilverkeer aan cli t alles en een terug-
iceer tot de vroegere betrekkelijke vrijheid van ruil-
verkeer, slechts eene kwestie zou zijn van enkele
jaren.

Zelfs als postulaat is het algemeene vrije .ruiiver-
ldeer niet meer te handhaven, nu landen als Japan
en Rusland op cle iverelclmarkt zijn i’erschen cci, straks
gevolgd door incleren, met wier levensstandaard clie
onzer Westersche beschaving ten eend nmaie o n ver-
eenigbaar is. Aanpassing zou hier eenvoudig vernie-
tiging lbeteekenen, van liet naar onze opvatti ogen
meest bescheicleni levenspeil.

Zulks onder de oogen te zien, is een eisch van
realiteit en wij moeten verklaren niet te kunnen be-
grijpen, -hoc men de opheffing der hanclelsbelenime-
ringen of eene vermindering in iet’t drastische
omvang, kan beschouwen als een in het nabije ver-
schiet gelegen mogelijkheid.

Voor wat thans de gevolgtrekkiigen van het ‘oor-
afgaande ten opzichte van onzo eigen ha.ndeispoli tiek
betreft, achten wij het een eerste vereischte, dat ons
land zich in het huidige tijdsbestek niet op eeniger-
lei wijze vastlegt, zonder dat hier welemschreven

166

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933

tegenpraesta’ties tegenover staan. Wij achten het on-
verantwoord niet te rekenen, zooal niet met de waar-
schijnlijkheid, clan toch met de mogelijkheid, dat in
Nederland een beroep zal moeten worden gedaan op behoud en uitbreiding van den binenlandschen afzet,
als laatste bolwerk van ons eigen volksbestaan.
volksbestaan een beroep zal moeten worden gedaan.
Over de vraag, of dit laatste zal gebeuren, zal niet
worden beslist door eene voorliefde voor vroegere
tradities, maar door omstandigheden buiten ons,
zelfs gelijk wij zagen ten dccle buiten den wil dier
mogendheden gelegen, naar wie onze betrekkingen
op de eerste plaats uitgaan. Het zal niet verwonderen, dat wij aan de hand van
het hovengaande tegen cle onlangs tot stand gekomen
conventie van Ouchy zeer ernstige bedenking heb-
ben. lii zooi’erre in deze conventie een streven naar
regionale verdragen tot uiting komt, ware dit stre-
ven als zoodanig niet anders dan toe te juichen. Want
ook wij zijn van oordeel, dat hetgeen van het inter-
nationale ruilverkeer voorshands nog te redden valt,
langs dien weg bereikt zal moeten worden. Maar de
conventie van Oucby is van veel wijder strekking.
Gesteld immers, dat deze conventie inderdaad door
ons land geratificeerd wordt en in werking zou tre-
dcii, dan bindt Nederland zich tot geen.erlei uitbrei-
ding der thans bestaande tarieven over gaan, niet
slechts tegenover de verdragsluitencic partijen, maar
practisch ook tegeffover de everige staten. De be-
voegdheid, om daarvan af te wijken, welke het ver-
drag nog openlaa’t tegenover derde staten, voor het
geval deze hun huidige meerendeels zeer hooge tarie-
ven nog verder verhoogen, of met ons land geen ban-
delsverdrag hebben, kunnen wij van niet veel meer,
dan van louter formeelen aard beschouwen, mede
reeds met het oog
01)
de vergaande consequenties,
welke gebruikmaking dezer bevoegdheid met zich zou-
den brengen.

in deze algemeene gebondenheid achten wij dan
ook de grootste fout van de betreffende conventie
gelegen, welke deze naar onze overtuiging voor ons
land, afgezien van nog andere bezwaren, reeds onaan-
nemelijk maalct.

Ziehier, wat ons dus zeker niet gewenscht lijkt.

a
t
dan vel? Dat wij in het systeem van regionale
verdragen voor de toekomst de juiste en praictisch
eenige weg zien om onze handelsbetrekkingen niet
andere staten te regelen, met hoeveel moeilijkheden
cicze weg ook zij bezaaid, werd terloops reeds door ons opgemerkt. Zonder cle ‘volstrekte gesloten’heid van liet veidrag van Ottawa als voorbeeld, te willen
steller,w il het ons toch voorkomen, dat in die rich-
ting meer dan in de richting ‘van de algeheele open-
deur politiek van. O.uchy het stelsel van regionale ver!
dragen zich zal ontwikkelen.. Bevordering eener
regeling, in de eerste plaats niet België, echter o’
zoodanige wijze, dat wij ons n.iet ‘binden tegenover
derde staten, zonder deze daarom geheel uit te slui-
ten van deelname, aclitetL wij dan ook alleszins in
liet belang van Nederland gelegen. Vooreerst dienen
hier de resultaten van de te Londen te houden Mone-
taire en Economische Conferentie te worden afge-
wacht, waarbij zich iellicht nieuwe richtlijnen open-
baren, die ook op de buiten’landsche han’delspoiitiek van Nederland hun terugslag kunnen doen gevoelen.

Inmiddels zal het o.i. gewenscht zijn, ons eigen
tarievenstelsel meer dan tot heden op liet behoud en
de uitbreiding van den binnenlandschen afzet in te
stellen, oolc al voidt hierdoor het aanpassingsproces
van Nederland aan een lager prijsnIveau meer of min-
der vertraagd, hetgeen evenwel geen ‘beletsel mag
zijn, wanneer aanpassing, gelijk wij reeds boven ‘zei-
den, nog slechts de beteekenis zou verkrijgen van ver-
nietigin’g van minimum bestaansvoorwaarden.
Voor zoodauige herziening van onze tarief wetgeving
achten wij in dezen tijd te meer grond aanwezig, om-
dat wat men er ook van moge zeggen, grootere aan-
passing van onze eigen tarieven aan de elders ‘be-

staan’de’ tarieven, steeds meer uitwijst, voor ons land
een veiliger weg te zijn tot ‘behoud .00k van onzen uit-
voer, dan ‘het vasthouden aan een stelsel, waarbij het
do ut des reeds bij voorbaat is uitgesloten.’
Wel heeft ons land, reeds in navolging van het
buitenland, zijn con tingenteeringsmaatregelen gekre-
gen. In een aantal gevallen en in het bijzonder tegen-
over ‘den invoer van landen als Japan en Rusland
heeft dit stelsel ongetwijfeld ‘bestaansrecht, maar toch
houden wij het er voor, dat dit systeem in ‘het alge-
meen veel grooter gevaren voor onze verhouding
tegenover het ‘buitenland bevat, ondanks zijn tijdelijk
karakter, dan rechtstreelcsche tarief verhooging.
Tegenover deze gevaren en de groote ‘moeilijkheid der
toepassing, is de werkelijke ‘beteekenis dier steunmaat-
regelen voor ‘het Nederlandsche bedrijfsleven ui’terst
gering gb1ev’en.
Onze positie ten opzichte van Indië hebben wij in
onze voorafgaande ‘beschouwing opzettelijk onbespro-
ken gelaten, aangezien hierbij factoren een rol spelen
van geheel eigen aard, die veeleer een afzonderlijke
behandeling eischen. Juist degenen echter, die in een
nauwe economische band tussc’hen Indië en het Moe-
derland .overwegende bezwaren zien, zullen zich te
meer moeten ‘bezinnen, over ‘hetgeen ons land in Euro-
peesch ‘verband in de komende jaren nog te wachten
en ‘te ‘doen zal staan.
L. F. H. .RECOUT.

WELKE HANDELSPOLITIEK IS OP HET OOGENBLIK
VOOR NEDERLAND, IN HET BIJZONDER UIT AGRA- RISCH OOGPUNT, HET MEEST GEWENSCHT?

Het is nog ni.et lang geleden, dat ‘het vraagstuk

der bescherming ‘breedvoerig en op ui’tnemende wijze
is behandeld in de Vereeniging voor de Staathui’s-
houcikunde en de Statistiek (vergadering van October
1926). Destijds luidde de vraag: ,,Is wijziging van de
Nederlandsche Elandelspolitiek wenschelijk?”
Behalve in de bekende publicaties van ‘genoemde
Vereenigung vindt men ‘van de toen gehouden schrif-
telijke en mondelinge gedachtenwisseling een zeer
iezensvaardig overzicht in een brochure, in 1927 in
ruimer kring verspreid door cle Nderlandsche Ver-
eeniging voor Vrijhanclel. O.a. is daarin opgenomen
het belangrijke en zeer gedocumenteerde prae-advies
van Prof. Mr. A. 0. Josephus Jitta, secretaris dier
‘ereeniging.
De conclusies, waartoe deze bekwame vrijhande-
laar destijds is gekomen, lagen toen als ‘liet ware
voor het ‘grijpen, zoowel
OP
grond van theoretische
beschouwingen, waarin de lessen der ervaring gedu-
rende vele eeuwen en de ‘bespiegelingen van de ‘be-
kwaamste economen zijn snmengevat, als op grond
van de ontwilckeling der Nederlandsche v.olkswel-
vaart, speciaal, wat ‘betreft de nijverheid en den land-
bouw, in verba:nd met het internationale handelsver-
keer.
Die ontwikkeling toont aan hoe onze volkswelvaart
krachtig is gegroeid, dank zij ‘liet vrije internationale
ruil’verkeer. De bloei, zoowel van landbouw als in-
dustrie, ‘bleek afhankelijk te zijn ‘van den vrij’handel,
om’dat die takken van vollcswelvaart zich geheel op de
internationale markt hadden georiënteerd.
De waarde van onze bodemproductie bedroeg des-
tijd’s ongeveer 1 milliard ‘gulden per jaar, waarvan
‘oor cciie waarde van bijna 400 mili. gulden werd ge-
exporteerd. Om dat’ hooge peil te bereiken, moest
voor cciie waarde ‘van 200 mill. gulden aan veevoe-
der en meststoffen worden ingevoerd, buiten de ge-
i mpor teerd e voedingsmiddelen i’oôr de landbouwen-
de bevolking en de landbouwmachines. Was het won-
der, da’t de groote meerderheid onzer akkerbouwers,
veehouders en tuinders, vrijhandelsgezind is geworden
en to’t dien tijd gebleven?
Hoezeer zijn sedert de omstandigheden en daar-
door hij velen ook de m’eeningen veranderd!
Nederland is eeuwenlang een landbouwland ge-
weest, ‘hoofdzakelijk voor eigen voorziening. De in-

1 Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

167

clastrie is ten onzent- betrekkelijk laat tot krachtige
ontwikkeling gekomen. Het bevolkingsaccrès kon
voor een groot deel worden opgenomen door eens ver-
hoogde bodemopbrengst en door landaanwinning en
ontginning.
Mede tengevolge van de voorgaande landbouwcrisis
van 1877 tot 1895 is -hierin eene aanmerkelijke ver-andering ontstaan. Vooral door het in cultuur komer
van cle uitgestrekte prairiën van N.-Amerika, tege-
lijk met cle sterke daling der oceaanvrachten, werden
de Europeesche markten in de tachtiger en vooral
in de negentiger jaren met goedkoope granen als
overstroomd. Daardoor vielen het eerst de prijzen
der producten van den akkerbouw, weldra gevolgd door die der veehouderij. Noodkreten werden door
de graanbouwers naar Den Haag opgezonden, sme-
kende om ‘graanrechten. Hoe ijverig hebben wij, jonge
Groninger boeren, destijds niet op deze adressen ge-
teekend! Den 14ev Maart 1895 zeide de heer Do’b-
belman in de Tweede -Kamer: ,,Ik ,wijs op denaller-
,,treurigsten toestand van den landbouw, aan -ieder
,,overbeken’d en waarvan de totale ondergang nog
,,slechts een quaestie is van een korte spanne tijds.”
– 1-Toe geheel anders is het uitgekomen! De Regee-
ring wilde – ,,gelukkig”, hebben wij achteraf ge-
zejd – van geen graanrechten weten. Zij hevorderde
eens geheel andere oplossing,, door met kracht en
klem aan te sturen op ingrijpende, technische -bedrijfs-
verbeteringen, op de bevordering en populariseering
der laindbouwwetenschap, op lager- en middelbaar
landbouwonderwijs, op land’bouwproefstations en bo-
venal op een uitnemenden Rijksvoorlichtingsdienst.
Daaidoor is in een 25-tal jaren schitterend ingehaald,
wat wij destijds op landbouwgebied, blijkens de groote
lan cibouwtentoonstelling van 1884 te Amsterdam,
geheel anders dan thans, bij het -buitenland ten achte-
ren waren. De vrijhandel werkte daarbij krachtig -mee
om onze geheele bodemeultuur in nieuwe banen te
leiden en zulks me verrassend suecès.
Ons land – vruchtbaar als bijna geen ander, ge-
legen aan de druk ‘bevaren Noordzee, in ht centrum
van het zich sterk ontwikkelend en in bevolking snel
toenemend West-Enropeesch industriegebied – vond
voor de veredelingsprodueten ‘van zijn akker- en tuin-
bouw, – naast die ‘van zijne veehouderij, een prachtig
afzetgebied. –
De Nederlitndsche boer ging daardoor als van zelve van idoers veranderen. Niet alleen werd de landbouw-
techniek verrassend verbeterd en votici het kunstmest-
gebruik op groots -schaal ingang; maar ook werd, in
navolging vn Denemarken, de zuivelbereiding ge-
inciustrialiseerd en de melkveehou-derij sterk uitge-
breid, waarvoor op groots schaal veevoeder moest
worden ‘geïmporteerd. Daarentegen werd de tarwe-
en gerstbouw ingekrompen en gedeeltelijk vervangen
door groven tuinbouw en door de teelt van zaderijen,
s ui kerhieten en hand eisgewassen.
Alleen op de zeeklei van Groningen en in de Veen-
koloniën van Groningen, Drenthe en Overijssel hield
de graanbouw volledig ‘stand, doordat men er zich
– nagenoeg als unicum in de wereld – toelegde op
de fabricage van -stroo-carton voor verpakkingsmate-
riaal, eens industrie, die uitgroeide tot den ‘bron van
zeer belangrijke neveninkomsten uit den graanbouw.
in cle Veenkoloniën ontwikkelde zich -bovendien –
als nergens elders ter wereld – deaardappelmeelin-

-dustrie, ‘bij wijze van kurk, waarop de -merkwaardige
cultuur dier oorspronkelijk waardelooze z.g. dal-
gronden – overgdbleven na de afgraving van het
daarop rustende hoogveen – meer dan een men-
sehenleeftijd met groot succès heeft gedreven.
Aldus heef t zich, onder den invloed van den vrij-
handel, een groot deel van onzeu landbouw, gedurende
cle laatste halve eeuw ontwikkeld tot een buitenge-
woon welvarend exportbedrijf. Hetzelfde is ‘het geval
geweest met onze industrie, waarhij handel en ver-
keer zich geheel hebben aangepast. De volgende twee
staten, ten deele ontleend aan het praeadvies van
Prof. Jittaen verder aan de jaarstatistieken van den
in-, uit- en doorvoer en aan de Bijlage -bij de Maand-.
statistiek van den in-, uit- en doorvoer over December
1932, moge daarvan e6nig denkbeeld geven.

.Totale goederenverplaatsing over de grens (binnen- en
buiteulandsche richtiug)>< 1000 tonnen.
1875
9.887
1900
44.131
1918
15.741
1880
14.329
1905
62.212
1920
45.853
1885
17.780
1910
83.110
1925
106.645
1890
22.910
1913
105.522
1929
142.052
1895
28.473
1915
35.215
1930
136.114
1931
119.986

Na den grooten oorlog -beleefden landbouw, nijver-
heid en scheepvaart aanvankelijk eens ongekende wel-
vaart. Allerlei voorraden waren opgeteerd en moes-
ten met spoed worden aangevuld. Precies als na de
Napoleontische oorlogen en – zij het in mindere
ma-te – ook na don F’ransch-Duitsehen oorlog van
1870/’71.
Maar die merkwaardige schijnwelvaart duurde niet
lang. Reeds in 1920/’21 ontstond er- een vrij scherpe
depressie tot 1925, vooral in. het -katoengebied der
U.S.A., aanvankelijk mede veroorzaakt door te groote
voorraden, die den prijs drukten. In 1921 beschouwde
men deze depress.i.e nog als een voorbijgaand verschijn-
sel, dat een volgend jaar wel zou zijn verdwenen.
Intussc-hen -begonnen ook de zeer hooge graanprij-
zon af te ‘brokkelen. 1-let indexeijfer voor tarwe, in
1920/
1
21 nog 253 (1910-14 = 100), was in 1921/22
150, in 1923/24 126, steeg in 1926/27 tot 156, maar
daalde daarna tot 116 in 1929/30.
Daaren tegen han dha’afden zich de pro’ductiekosten
nagenoeg op het bestaande hooge -peil. De algemeene
onkosten, alsmede dc belastingen, sociale verzekerin-
gen en bonen waren als bevroren en ondergingen
in- sommige gevallen zelf-s nog eene stijging. Daar-door. kwam er aanvankelijk ook weinig of geen ver-
andering in de kosten van levensonderhoud. Een en
ander veroorzaakte, vooral ‘bij de groothandelsprijzen
van grondstoffen en voedingsmiddelen eene onhoud-
bare wanverhouding tusschen de -hooge prodactiekos-
ten en de lage procluctenprijzen.
Deze – wanverhoucling gaf den Volkenbond aanlei-
ding -tot de ‘bekende- economische conferentie van
Mei 1927 te Genève, die met kiem ‘aan-drong op eens
aanpassing der nieuwe prijsverhoudingen en op ver-
la-ging der tariefmureu, als ,,Kinjder der Noth” ont-
staan, na den oorlog in tal van oude n vobral nieuwe
Europeesche staten, die in groote geldverlegenhe.id
verkeerden of nieuwe, jonge industrieën hadden te
beschermen tegen de concurrentie van oude, geves-tigde ondernemingen in het buitenland. Vooral wa-t

Nederlandsche handelsbeweging zonder munt en muntmateriaal.

I n v o e r

U i t v o e r

Saldo u t v o e r

lndexcijfers 1928= 100
Percentage invoer

Jaren

Gewicht

Waarde in

Gewicht

Waarde in

Gwicht in Waarde in gedekt door uitvoer
I
millioen

1
millioen

I
millioen

Invoer Uitvoer’
1000 tonnen

guldens

1000 tonnen

guldens

1000 tonnen

guldens

naar de waarde

delsPriizen

1928
29851
2884
15725
1986
14126
698
74.0
100
100 100
1929
30989
2752
16301
1989
14688
763 72.3
102.5
100
95
1930

31394
2418
16606
1719
14789
699
71.1
90
87
78.5 1931
29899
1893
16819
1312
-13080
581 – 69.3
71
66
65
1932
24589
1299 13992
846 10597 453

65.1
48

43
53

188

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1Maart 1933

de tariefmuren betreft, zagen de economen algemeen
in, ‘dat men zich bewoog in cene fatale richting, die
op een db5cle moest uitloopen, als het niet mocht
gelukken vercl ere tarief verhoogingen te voorkomen:’
Niettemin getuigden de vijf jaren van 1925 tot
October 1929 — bij vrij stabiele groothandeisprijzen
– van eene merkw’aarclige iiroductieve activiteit. De
geheele periode was er een van zeer snellen techni-
schen en mechanischen vooruitgang en van uitbrei-
ding, gericht op grooten omzet met vermindering der
roductiekosten per eenheid.
‘)
Wij leefden in een tijd, zooals Minister
Verschwur

het op 7 dezer in cle Eerste Kamer uitdrukte, joen
wij niet wisten, dat wij zoo gelukkig waren”. Vooral
in Nederland, waar de vrijhandelspolitiek dec land-
bouw, de industrie, dec handel en de zeevaart tot
groote ontwikkeling had gebracht en de algemeene
volkswelvaart, met den daarop steunenden algemee-
nen levensstandaard, tot een voorheen ongekend hoog peil had opgevoerd.
Ploûselipg kwam hierin ëen volslagen ommekeer.
En wel geheel onverwachts. Zeer velen meenden, zelfs
nog aan den vooiai’oncl van ,,the greatest clepression
in his.tory”
i),
dat een nieuwe economische Ira was
aangebroken, w’aarin cle vooruitgang continu. zou blij-
ven aanhouden en de oscillaties van ,,boorn” en
.,siump” voortaan zouden behooren tot de geschiedenis.
Een der oorzaken van dezen ten deele kunstmatigen
opbioei was gelegen in cle facile wijze, waarop cle
Ameri.kaansche banken, waaronder in de eerste plaats
cle zoo invloedrijke Fecleral Reserve Banks, crediet
verleenden aan nagenoeg elk, die maar aannemelijk
kon maken voor zaken vreemd kapitaal noodig te
hebben.
De Federal Reserve Board was daarmede begonnen
in Augustus 1927, teneinde tegen .te gaan de toen
heerschende deflatie, die werd veroorzaakt door den terugkèer tot den gouden standaard door niet minder
dan twintig staten in vijf jaar tijds, waaronder En-
geland in 1925.
Deze credietinflatie veroorzaakte op de New-York
Stock Exchange onvoorzien ,,the most astonishing
speculati ve bdom in shares in history
3).
Bij een ge-micideld indexeijfer voor alle aancleelen. .in 1926 ad
100, bedroeg dit in Juni 1928 145, in Septémber 1929
225 en voor aandeelen in ,,pu!blie utilities” 331 ).

Eindelijk, mtar toen liet te laat w’as, trachtten de
,,Fecleral Reserve Authorities” aan deze speculatie
een drastisch einde te maken, door het crediet sterk
in te perken en het disconto te verhoogen. Bedoelde
ip
ecula ties toch geschied den grootend eels toet geleend
geld. De voorschotten op effecten ter beurze bedroe-
gen in September 1929 niet minder dan $ 8Vi mii-
hard. Reeds waren de indexcijfers van het bouwbedrijf
en van de metaalnijverheid sedert het voorjaar van
1929 dalende. De preductie der automobiel-industrie
– een der gevoeligste aanwijzers van den loop der
co tij u nctuu r – kromp in, cle spoorwegmaatschapp ijen
deden minder bestellingen. De prod uctetimarkt was
flauw. De w’ol- en graan prijzen varen dalende. De
cffectenkoersen broickelden af..

Eindelijk in October brak de crisis los, terstond
met groote kracht. Eenmaal aan het rollen, nam de
lawine ootzaglijke proporties aan. Een panielc beving
cle Amerikaan sche heursmenschen en kooplieden. De
totale Nvaarde van alle fondsen samen daalde de eerste
crisis-week met 48 pOt. De Amerikanen iioemden een
verlies van $ 165 mihliard.
De effectenkoerseri sleepten de goederenprijzen
weldra nee in hun val. Om aan geld te komen, voor
cie supplètie der effectenonderpanclen, verclen tal van
koopliel.en spoed ig gedwongen hunne goederen op cle

1)
Worl’lI econdiiiic sufvey
1 931.—’32.
T4eague of

ations,
p. 21 vv.
‘) RecuL’e’i’y” pp. 24 cii 25.
)

is ioren
,,lerovCry”,
p. 64.
4)
De Oetober-crisis door
Mr. ii. A. van. Nierop
in ,,Dc
Economist” vin Januari
1930, pp. 48 vv.

markt te werpen tegen alle prijzen. Een groeiende
panieicstemming maakte zich .’an de geesten der
zaken meuschen meester.
De gevolgen waren overweldigend. Treffend blij-
ken zij uit de statistische overzichten van groothan-delsprijzen in de Eeon.-Statistisehe Berichten. Pak-.
kender nog zijn de grafische voorstellingen in de
Econ.-Statistische Kwartaalierichten van hetzelfde tijdschrift. Ik moge verwijzen naar No. Viii van 25
Jan. ji., blz. 111.
Daaruit blijkt, dat liet indexcijfer der groothan-
clelsprijzen tot Mei 1929 wel vrij sterk sdhommelcle,
maar zich toch miii of meer
01)
eenzelfde hoog niveau
bleef bewegen. in Oct. 1929 kwam hierin eene ab-
rupte verandering, doordat de lijn van toen af sterk
en. vrij regelmatig begon te dalen, zSS dat het gemid-
clelcie indexcijfer (f923/’24 = 100) over cle jaren 1926
—1929 zich bewegende tusschen 100 en 91, na Oct.
1929 naar beneden schoot tot omstreeks 49 aan het
einde van 1932.
,
liet, indexcijfer voor de kosten van liet levenson-
derhoud van ai’beidersgezinnen te Amsterdam (1923/
’24 = 100) bleef gedurende 1926-1930 ook min of meer op ‘hetzelfde niveau van omstreeks 95, maar
daalde gedurende 1930-1932 tot 80, aldus met de
lijn voor de groothantdelsprijzen de mrkwaardige ,V
vormende, uit de statistische grafielcen der laatste
ja ren wel’beken d.
Om zich eene heldere voorstelling te vormen van
den ontzaglijken
prijsval
der bodemproducten zij ver-
wezen naar het statistisch overzicht van groothandels-
prijzen ‘). liet inde’xcijfer voor 1925 op 100 steliende
bedraagt dat voor tarwe en rogge op 13 Febr. 1933
28 en ‘voor maïs 30.
Elders in de w’crei’ci is de agrarische toestand niet
minder verontrustend. In eene publicatie van het
U S. Dept. of Agriculture
2)
vindt men de index-
cijfers (1910-1-4 = 100) voor de prijzen, welke de
farmers hebben ontvangen en betaald:

Ontvanger’.
Betaald voor hun
Verhouding
voor hunne
levensonderhoud en
tusschen beiden
producten
productiekosten

in

1929
18

.
155
89
:
100
1930
117
148
80
:
100
1931
80
126
63
:
100 1932
57
110
52
:
100
Dec. 1932
52
.

106
50
:
100

is het «oor den stedeling mogelijk zich naar deze
sprekende cijfers ook maar eenigszins te realiseeren, hoe zorgwekkend de toestand van liet agrarisch deel
onzer bevolking sedert 1.029 is geworden? Als men de
jaarredes van de voorzitters der Anisterdamsche en
Rotterdamsche Karners van Koophandel er op naleest
of de hoofdartikelen onzer groote liberale dag’bladen
of zelfs de pers onzer moderne landarbeiders, dan
moet men het betwijfelen.
Vooral de di.scipelen uit ‘de school van Aclam Smith
zijn zoo licht geneigd te meenen, dat de Regeering
te ver gaat, althans reeds ruimschoots ver genoeg is
gegaan met de steunregelingen aan den landbouw,
(lie alle ingaan tegen de zoo vel gefundeerde en
terecht zoo Icrachtig aangehangen leer van den Schot-
sehen grootmeester der economie en zijne 19e eeuw-
sche volgelingen. Wel geven deze discipelen zich
rekenschap van de fundamenteele veranderingen, die
er hebben plaats gehad in de economische structuur
dep maatschappij in de tweede helft der vorige eeuw
ciii in de eerste dertig j
a
a
r
der huidige, vooral door
en na den’ereid oorlog, maar – naar het voorkomt
— toch nog veel te weinig.
Anders dan indertijd i’oor ‘de 19e eeuw, brengt cle
le4r van Açani Smith_icarclo qians geen olosing
voor de braiidendè economische ‘iaagstu1cken 1’an den
nibuweu tijd. ,,The cme to the mze of intric-tte pro-

-) EcoiStat. Berichten van
15
Febr.
1933,
p.
135.
2)
Crops and markets, p.
31
van d
e
Januari-afi.
1933.

1 Maart .1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

169

,,blems through w•hich we have to find our way isto
,,be found in the fat that we are now in a stage in-
;,termecliate between these two systems – the self

,,regulating, automatic syatem in which supply ad-
,,justed itself to denianci ander the stimulus of corn-
,,petitive gain, with the guidance of changing prices,
,,and the system ander which future needs are esti-
,.mated, production is directed and controlled, and
.,distrihution is organisecl”
1).

Mag ik mij verder nog beroepen op een anderen
gezagheLbenden en onverdachten voorstander van den
vrijhandel, dan is dit de Zweed
Gustav
Ca.ssel,
waar-

an
Adolf TVeber
3)
verklaart: ,,Das Beste über den
,internationalen Handel sagt in der neueren Litera-
,,tu r Cessel, Theoretische Sozi alökonomie.” Zelf be-
gaf
Weber
zich niet in de oude twistrraag .,vrijhan-
dcl of bescherming”. ,,Nur dus ei ne iuusz hier schon
hetont werden,” schreef hij, ,,dasz griezt mögliche
Kleigerung des Oesamteinkommens (Ier Cesellschaft,
so wichtig sie auch unter allert Umstiin’clen ist nicht
ohne weiteres der clenkbar besten Förderung der ge-
sellsehaftli chen Woh lfahrt gleichgesett werden
cl erf.”

Ditzelfde werd trouwens toegegeven door een nnzer
ijverigste en bekwaamste verdedigers van den Vrij-
handel
Prof.
Mr.
Jose.phus
Jitta
in zijne rede voor
de V. D. kiesveree.niging ‘s-Gravenhage
01)
14 Febr. ji.,
toen hij zeide, dat in de tegenwoordige omstandig-
heden het niet altijd mogelijk is, zich zuiver aan het
beginsel van den vrijhandel te houden.

Prof. Cassel
heeft in zijn voortreffelijk handboek
3)

het slot geweid aan den internationalen handel. Daar-
in verdedigt hij den vrijhandel krachtig tegen het
stelsel van bescherming. Nochtans toont hij aan, dat
er omstandigheden kunnen zijn, die het voor eene
regeering tot wijs beleid maken van de vrijhandels-
beginselen af te wijken.

Voorop stelt hij, ,,dasz das Einkommen der Gesell-
schaft, definiert als die Summe der Privateinkommen,
bei Freihandel ein Maximum erreieht”. ,,Wenn der
Staat sioh andere Ziele setzt als das Herauf.bringen
des gesellschaftliahen Einkommens auf ein Maxi-
mum, so ist es immer denkbar, dasz diese Ziele clurch Eingriffe befördert werden können, die vom Gesichts-
punkte des k[aximaleinkomrnens nicht za. rechtfer-
tigen wiiren”. ,,Gerade der moderne Staat het den Kres seiner Aufgaben, besonders auf dem Sozial-
politisehen Gebiete, stark erweitert, und es bleibt
also ciiie offene Frage, inwiew’eit diese nenen Auf-
gaben cme Abweiehung der I-T.andelspolitik von den
strengen Grundsiitzen des Freihandels begründen
können.” ,,Wenii überhaupt Eingriffe des Staates im Wirtschaftsleben, sei es zurn Schutz der Sehwaehen
oder zur Fiirderung positiver Ziele, gerechtfertigt
sind, so gibt es a priori keine Veranlassung, warum
sie speziell in der Form von Zöllen verdammt werden
soilten.”

in cle volgende hoofdstukken worden deze ,,Ein-griffe” eritisch beoordeeld. Dit geschiedde in 1927,
dus vbbr cle catastrophale verergering der crisis na
October 1929. Moesten deze hoofdstukken opnieuw worden geschreven, dan zouden zij principiëel zeker niet worden gewijzigd, maar heel wat moeten.toene-
men in omvang, als gevolg van cle ontzettende uit-
breiding, die, sedert cle Internationale Economische
Conferentie te Genèye, gegeven is aan de ‘beperking
van den interriationalen handel in allerlei vorm (in-
voerrechten, contingenteering, dcvi ezen-clearing, va-
luta-dumping). Op deze Conferentie verklaarden een

,,Recovery” by
Sir Articur Salter, 1932, p. 14.
Men zie
ook
Adoif Tl’cbcr,
Aligemeine Volkswirtschaftslehre
1932,
p.p.
336 v.v.
Störungeu infolge Ausschaltens der volks-
vi rtscha ftl ichen Selbstregulicrung.

A.dolf Weler.
Allgemeine Volkswirtschaftslehre,
1932,
P.
199.

Theoretische Sozialökonomie voo
Gustav (7asscl,
Leip-
zig
1927,
pp.
586 vv.

‘paar honderd gedelegeerden uit een 50-tal landen
unaniem:
,,that the time has coilie to put an end to the in-
crease in tariffs and, to move in the opposite direc-
tion”
‘).
Dr.
Col’ïjn
verwachtte daarvan destijds belangrijken
invloed op de economische politiek van de Euro-
peesche landen, zoo, dat men over een 5-tal jaren de
Conferentie van 1927 zoude beschouwen als liet keer-punt in de hand elspol iti ek der volken van Europa en
misschien zelfs.
. . .
daarbuiten.
Welk een reuzen-illusie! Een keerpunt? Ja, tot op
zekere hoogte is 1927 een keerpunt geworden, nl
voor de landen, die, als Nederland, ton aan den tw’ee-
sprong waren gekomen, om te beslissen – zooals cle
Engelsche gedelegeerde
Laytorc
het uitdrukte – of
zij den protectionistischen weg op zouden gaan of
volIiarden bij het stelsel, dat zij tot toen nog volgden. Welnu, zij hebjen beslist; maar naar den gedachten
kant. Als van demonen bezeten, hebben zij, vetencle
hoe verderfelijk elke eng opgevatte nati onal isti sche
politiek is, niet alleen voor anderen, maar öok voor liet land zelf, dat haar aanvaardt, den weg naar den
gemeenschappeljken ondergang ingeslagen. Niet om-
dat zij liet wilden,, maar omdat zij niet anders kou-
d) en; omcl at liet gold) een ,,sau ve-q u i

peu t” ;
om
cl a t lie t
ging om het bergen van het veege lijf.
Vareu de di verse steun tnaatregelen niet genomen,
dan zou een niet onbelangrijk deel van Neêrlands
sqberste en hardste werkers te gronde zijn gericht.
Misschien ‘geschiedt dit, ondanks die maatregelen,

nôg, maar dan moge het geschieden met het besef,
dat onze wetgever althans zijn uiterste best heeft ge-daan, om het te voorkomen.
Tot voor kort was onze landbouw’-export iii mi)-
lioenen ,KG. nog als volgt:

1930
1931
1932
‘lcesch en

bacon

…….
89 112
104
versche

eieren

………
76
78
75
gecondenseerde melk
178
188
180
boter

……………..
42
33
20
kaas

……………..
94
86
77
aardappelen

…………
560
507
504
kool

………………
158
104
100
tomaten

……………
80
83 73
niCO

………………
106
115 99

Daaruit ‘blijkt, dat, behalve voor boter, de uitvoer
van verschillende onzer land hou wprocl u eten nog steeds
van vrij groote beteekenis is. Naar cle waarde is cle
achteruitgang uiteraard veel grooter.
Maar ook ken men thans wel reeds op zijne ‘in-
gers narekenen, clttt ‘cle naaste toekomst er veel slech-
ter zal uitzien, clan liet jongste verleden heeft gedaar.
Daarvoor behoeft maar te worden verwezen naar de
onlangs laats gehad hebbende mi d erhancieli ngeri friet
Duitschiand, onzen voornaarnsten afnemer van land-
buwproducten en ook op de voortdurende tariefs-
verhoogingen, contingenteeringen en valuta-moeilijk-
heden van Frankrijk en Engeland. Waar dat alles op uit mag loopen, is niet te gissen, maar, voor wie niet
‘blind is, wel ter dege te vreezen.

Dwingt het buitenland ons, met onze 8 milhioen
inwoners op 3.278.000 FIA., door de weigering onzer
producten, meer en meer tot ,,zelfvèrzorging”, dan
zullen voortdurend nieuwe o verhei dsm aatregelen
moeten worden genomen in clie richting, met als ge-
volg algemeene verarming èn sterke daling van het
levenspeil. Wordt de export ons onmogelijk gemaakt,
dan zullen wij noodgedwongen den import moeten
inkrimpen en zelf moeten trachten voort te brengen,
wat tot dusver ons liet buitenland tegèn i’eel lagere
prijzen leverde. O.a. zal dit moeten geschieden niet
het tot dusver in groote hoeveelheden ingevoerde vee-
voeder. In plaats van rogge, gerst, haver, mals, i’oe-
derkoek enz. te importeeren, zullen wij daarvan. vat
wij kunnen, zelf moeten voortbrengen en, om de prij-

2.)
Ii. Colijiv.
Beschouwingen over de Internationale Eco-
nomische Conferentie te Genève.
1927 p. 14.

170

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933

zen
0
1)
een eenigszins loonend peil te houden, den in-
voer moeten tegengaan. Dit zijn echter paardenmidde-
len, clie eerst aan de orde komen als ultimum reme-
dium ter voorkoming van dadelijken ondergang. Zoo-
ver was liet tot dusver nog niet. Toch sluite men dé
oogen niet voor liet onrastbarende feit, dat wij er
dagelijks dichter ‘bij komen, waarom dan ook onze
lancihouworganisaties dit uiterst moeilijke vraagstuk
terecht in studie hebben genomen.
• Zoolang wij maar even kunnen, moeten wij trachten
de grenzen voor den export en bij gevolg ook voor den
import nog zooveel mogelijk apen te houden door
toepassing van het stelsel van wederkecrigheid in het
.internatjonaal belang, maar ook; en zulks in de eer-
ste plaats, in ons nationaal belang.
J. Bs.
WEsrERDIJIc.

OMZETBELASTING.

Bij de Staten-Generaal is ingediend een wetsont-
werp tot heffing eener omzetbelasting. In beginsel
juichen wij dit toe; in een volgend artikel zullen wij
uiteenzetten op weilcen grond. Thans willen wij ons beperken tot een schets van de voor het ontwerp ge-
lcozeu heffingstechnielc, waaraan wij eenige critische
beschouwingen over de te ‘verwachten economische ge-
volgen zullen vastknoopen.
Iedere omzet van ivaren in het vrije verkeer wordt
onderhev.Lg aan een belasting van één percent van den
verkoopprijs, te voldoen door zegels op de factuur.
Als omzet wordt beschouwd iedere overeenkomst,
krachtens welke overdracht van w’aren plaats vindt
voornamelijk natuurlijk Icoop en verkoop – be-
nevens iedere ,,verplaatsing van goederen door of
vanwege fabrikanten en groothandelaren uit hunne
fabrieken, werkplaatsen of opslagplaatsen’ naar hunne
w:inkels of aiidere verkoops- of aflever.ingslokalen,
waarin zoodani ge goederen voor hunne rekening
rechtstreeks aan verbruikers plegen te worden ver-
icocht”.
Bij den invoer van goederen wordt een bijzonder
invoerrecht geheven van één percent over de waarde
der goederen, met inbegrip van het gewone invoer-
recht.
De belasting wordt niet geheven van:

Verkoopen door publiekrechteljke lichamen,
.,

,, particulieren, beneden
f
100,—,

.,

aan publielcrechtelijlce lichamen,

,,

,, particulieren voor eigen verbruik,
behalve indien fabrikanten of
groothandelaren
bij uitzondering
rechtitreeks aan particulieren ver-
koopen,
,,

door coöperatoren aan hun coöperaties,
,,

van brood, aardappelen, margarine en turf, van gouden munten, goud in
baren en een- aantal munten van
ander metaal,
transacties, die geen directe verplaatsing der goe-
deren tengevolge hebben, als ter-
mijnzaken en andere beursaffaires.

Bij retourzending en restitutie op het factuurbe-
cirag wordt de belasting terugbetaald. E’eneens heeft
teruggaaf plaats bij uitvoer van goederen. Deze laat-
ste teraggaaf omvat de omzetbelasting of •het bijzon-
der invoerrecht, waarvan men aantoont, dat ze zijn
betaald op de uitgevoerde goederen of de daarin ver-
wericte grondstoffen.
De heffing is, blijkens het bovenstaande, beperkt
tot den groothandel. Deze zal natuurlijk trachten, de
belasting over te wentelen op den consument. In vele
gevallen zal dat wel mogelijk zijn, al zal’ het niet ge-
.inaklceljk vallen, den prijs van, een pond zout met
een percent te verhoogen. Bij de meeste artikelen zal
dit, o.a. door verschuivingen in de samenstelling, wel
gaan en derhalve zal de belasting grootendeels als
verteringsbelasting werken.
Zij ral als zoodanig vrij onregelmatig werken, door-
dat het eene artikel veel minder omzetten doormaakt
• dan het andere. Vleesch zal veelal slechts éénmaal
worden ‘belast, nl. als de zelfslachtende slager – dit
is géén pleonasme! – een slac’htdier koopt. Maar voor
en aleer een katoenen kleedingstuk aan den particu-
lier wordt verkocht, heeft de importeur van ruwe
katoen .bijzonder invoeirecht betaald bij invoer en om-
zetbelasting bij verkoop aan den spinner, daarna heb-
ben de spinner bij verkoop der garens, de wever bij
verkoop van ,,stulcgoed” en de confectie- of de linge-
riefal?rikant bij verkoop van de kleedingstukken, en
wellicht ook nog de grossier bij de distributie daar-
van, omzetbelasting betaald.
Een ernstig bezwaar is deze onregelmatigheid in-
tusschen geenszins. Veel ernstiger is de daarmede
samenhangende onregelmatigheid van heffing, naar-
mate bewerking enfof distributie door één en dezelfde onderneming, dan wel door verschillende zelfstandige
schakels in de economische keten worden volvoerd.
De textielfabrikant, die spit èn weeft, betaalt min-
der omzetbelasting dan dle elkaar opvolgende spinner
n wever samen. De fabrilcant, die rechtstreeks aan
den •kleinhandel verkoopt, betaalt minder dan de niet
zelf detailleerende producent en de grossier samen. ..
De belastin:g werict dus integratie en uitschakeling
van den tusschenhandel in de hand. Aangezien de con-
currentie van zelfstandige producenten en handelaars
tegen concerns en rechtstreeks verkoopende groote
producenten zeer scherp is, zal de ‘belasting, hoe laag
die ook moge zijn, op de verhoudingen bij deze mede-
dinging grooten invloed hebben. De kleinere, zelf-standige tusschenjroducen ten en de grossiers, die,
vooral in tijden van structuurveranderingen in het
economisch leven, een nuttige selectieve en experi-
menteele functie vervullen, worden ‘op die wijze em-
stig in hun bedrijfshandelingen bemoeilijkt.
Ook in de concurrentie tusschen overheidsbedrijven
en particuliere ondernemingefl ën in die tussehen
coöperatiève en specu latieve suiker-, aardappelmeel-,
zuivel- en andere fabrieken schept deze belasting, door
de vrjstellingen ‘hierboien onder 1, 3 en 5 genoemd,
ongelijkheid.

Niet slechts in ‘binnenlandsche concurrentieverhou-
dingen grijpt de belasting in, ook in die van de bin-
nenlandsche
nijverheid
ten opzichte van de buiten-
landsche. Het kant en klaar uit het buitenland inge-
voerde eindproduct wordt aan de grens met een pro-
cent bijzonder invoerrecht belast, maar voor het in
het binnenland vervaardigde wordt niet alleen bij
verkoop 1 percent geheven, maar ook bij aankoop van
de grondstof, en als die grondstof in het binnenland
is geproduceerd oolc ‘bij aankoop van de grondstof
diiftrvoor, en’zoovoort. ‘Het uniforme bijzondere in-
voerrecht heeft zoodoende een economischen invloed,
omgekeerd aan dö strekking van onze tariefwet, die
•ht toonbanicartilcel hooger belast dan het ‘halffabri-
kaat en dit weer hooger dan de grondstof.

• Ook de exportindustrie ondervindt den last dezer
‘heffing, voor zoover de fabrikant zijn grondstoffen
niet zelf importeerde of niet zelf van den binnenland-
schen oerproducent kdcht. Immers zal hij ‘bezwaarlijk
kunnen aantoonen, dst zijn leverancier bij
diens
aan-

koop de belasting heeft voldaan.

Zijn deze emnstige bezwaren te ondervangen?
Men zoude de belasting icunnen heffen ‘bij den laat-
sten verkoop, dien van den kleinverkooper aan den
verbruiker. Dan treft men ieder goed slechts éénmaal.
Wellicht is dit de aanvankelijke opret van het ont-
werp geweest, getuige de vrijstelling van het artikel
• brood, dat zoo goed als nimmer object ‘van groothan-
del is, getuige ‘het verzuirn om, teneinde de ‘belasting
niet op den broodprijs te laten drukken, tarwe en
rogge, benevens meel en bloem van deze graansoorten
vrij te stellen. Door heffing bij den verkoop aan den
verbruiker zou men de ‘belasting zuiver als verterings-
belasting doen werken.
Vermoedelijk zou echter de contrôle bij die wijze

1
Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

171

van heffing te bezwharlijk zijn. Men zou dan de hef-fing kunnen doen geschieden •bij den verkoop, resp. aflevering aan den voorlaatsten kooper, ni. aan hem, die gewoon is aan den verbruiker te verkoopen. De-.
zulken zijn in het -handeisverkeer in het algemeen
n.iet moeilijk te onderkennen; in zekeren rin wijst het
ontwerp reeds in die richting (art. 2 lid 1 en art. 0
lid 2). Aflevering door den producent of groothan-
delaar aan eigen winkels of, hij uitzondering, aan par-
ticulieren zou dan, evenals in het. onderhavige ont-
werp, belastbaar moeten worden gesteld.
Zou ook deze regeling op te groote technische be-
zwaren stuiten, dan nog waren eenige, hoewel iiet
alle, -boveuvermelde bezwaren te ondervangen. Naast
schrapping van de vr.ijstellingen voor verkoopen aan
en door publiekrechtelijke lichamen en voor verkoo-
pen door coöperatoreu aan coöperaties, zouden dan
twee wijzigingen in aanmerking komen. Ten behoeve
van den tusschenhandel zou men vrijstelling of terug-gaaf kunnen mogelijk maken voor goederen, waarvan
de verkooper kan aantoonen, dat hij ze in denzelfden
staat, waarin hij ze verkocht, heeft gekocht, bij welken
koop de omzetbelasting of het bijzondere invoerrecht
is voldaaji. En ten behoeve van het concurrentiever-
mogen onzer nijverheid tegenover de buitenlandsche
zou men het bijzondere invoerrecht kunnen stellen
0.1)
1 percent voor de goederen, die door het gewone tarief
van invoerrechten niet of met minder dan 5 percent
worden belast,- op 2 percent voor de goederen, waar-
‘oor dat tarief 5 percent of meer, doch minder dan
8 percent bedraagt, en op 3 percent voor de goederen,
waarop volgens dat tarief 8 percent of meer wordt
geheven. De verdubbeling resp. verdrievoudiging van
het recht berust natuurlijk op ruwe schatting: tegen-
over de lagere waarde van de in de eindproducten ver-
wérkte halffabrikaten en grondstoffen staat de moge-
lijkheid, dat die meerdere malen van hand tot hand
zijn gegaan, alvorens den vorm te hebben verkregen,
waarin zij worden ingevoerd.
Een technisch bezwaar is wellicht ook de uit art.
1

en uit de toelichting daarop blijkende eisch on bij
het sluiten eener verkoopovereenkomst onverwijld den
kooper een gezegelde factuur uit te reiken. In de
practijk factureert men gewoonlijk eerst nh of kort
vôôr de levering. Bij dit gebruik zou de wet zich kun-
nen aansluiten.
Het komt ons voor, dat de verschillende hieiboven
vermelde bezwaren zeer w’el zijn te ondervangen. Wij
hebben daartoe eenige wegen aangegeven, wellicht
zijn er nog meer en betere. Het zou ons leed doen, in-
dien •van deze belasting wegens technische bezwaren
moest worden afgezien. Waarom dit ons zou spijten,
zullen wij een volgend maal uiteenzetten. P.

DE NEDERLANDSCHE BANK EN DE NEDERLANDSCH-

INDISCHE PONDENLEENINGEN.
1)

De Heer S. van Bever schrijft ons:

Den 25 Juli 1932 is een wet afgekondigd, inhou-
dende voorziening in de behoefte aan geldmiddelen
in verband met de aflossing der Ned.-Ind. Ponden-
leeningen 1921 0 On 1923 B. Thans is een wijzi-
ging van deze wet voorgesteld, die zeker tot eenige
bespreking aanleiding geeft.
In Jan. 1932 was door Ned.-Indië van De Ned. Bank
en de Javasche Bank resp. ten hoogste £ 8.264.000. ep
£ 2.500.000 gekocht op termijnlevering tegen een koers, liggende tusscheu 9.25 en 9.45 per £. Deze
bedragen moesten dienen voor rente en aflossing der
leeningen 1921 0 en 1923 B, welke leeningen tezamen
oorspronkelijk £ 11.000.000 bedroegen cii voor het
eerst versterkt of in haar geheel aflosbaar ziju op

1)
Dit artikel was reeds ter perse, voordat de behande-
ling van het desbetreffende Wetsontwerp in dc Tweede
Kamer plaats vond. Met het oog op de verdere parlemen-
tairé behandeling ineenen
wij
niettemin, thai.is nog tot
publicatie te kunnen overgaan. (Red.)

1,
Juli en
1
Augustus 1033. Daar voor de lezers van
dit orgaan. bedoelde overeenkomst als bekend kan wor-
den verondersteld, verwijzen wij voor nadere bijzon-
derheden hierover naar de bijlagen, behooreude bij
Wetsvoorstel N. 364 Zitt. Tweede Kamer 1031-1932.
De Wet van 25 Juli 1032 (Staatsblad 393) bepaalde
o.m. dat, wanneer Ned.-Indië wil overgaan tot aflos-
sing van bovengenoemde pondenleeningen en daar-
voor niet te voren een nieuwe guldensleenin.g zal heb-
ben gesloten, Nederland voor het benoodigde bedrag
aan Ned.-Indië een crediet zal openen. Dit crediet zal
in ongeveer 30 termijnen (afhankelijk van den datum
van het aangaan van den overeenkomst) worden terug-
betaald, of zooveel eerder als Ned.-Indië hiervoor een
nieuwe leening zal hebben aangegaan. Ter dekking
van dit crediet zal onze Minister van Financiën schat-
kistpapier kunnen uitgeven.

Nu de datum, waarop de beide leeningen in haar
geheel losbaar zijn nadert en de levering der ponden
door Ned. Bank. en Javasche Bank drie maanden te-
voren moet worden aangezegd, komt onze Regeering
met een wijziging van de Wet van 25 Juli 1932, die
deze feitelijk tot een geheel nieuwe maakt.
In plaats van het oorspronkelijke
crediet
door Ne-
derland aan Ned.-Indië te verstrekken, wordt thans
voorgesteld, dat De Ned. Bank en de Javasche Bafik,
ieder voor het bedrag der door hen te leveren pon-
den, een
leening
zullen verstrekken voor een termijn
van ten hoogste 20 jaar â 3Y2 pOt. fix. Deze leening
zal voorts aflosbaar zijn in 29 jaarlijksche termijnen
of in zijn geheel op eenig vroeger tijdstip, door par-
tijen overeen te komen. Ook kunnen de banken ieder
voor, zich eenzijdig de leening opzeggen, indien ze
meenen, dat dit in het belang der geldcirculatie nood-
zakelijk is.

Over deze voorgestelde wijzigingen wenschen wij
eenige opmerkingen te maken, waarbij wij kortheids-
halve alleep spreken over de transactie met De Ned.
Bank.

Geheel eens zijn wij het met de beide Ministers,
die dit wetsontwerp onderteekenen, waar zij. in hun
Memorie van Toelichting schrijven: ,,In wezen komt
deze transactie derhalve neer op een
Conversie
(curs.
van ons) van een 5 pOt. en 6 pOt. rentedragende
pondenschuld van het Land in een gnldensleening
van een rentetype van 33′ pOt.”

Maar dan rijst direct de vraag: hoe kan De Ned.
Bank een leening van f16.424.425 voor-den duur van
ten hoogste 29 jaar verstrekken? Is het niet in strijd
met de thans geldende octroo.ibepalinen een dergelijk
bedrag voor langen ter.mijn vast te leggen? Want al
bevat dit Wetsontwerp de beÏaling, dat De Ned. Bank
de leening kan opzeggen, wanneer dit in het belang
der geld-circulatie gewenscht is, wij behoeven er hier
niet op te wijzen, dat dit dan w’aarschijnlijk zal zijn in een tijd van groote geldschaarschte, wanneer een
meer dan gewoon beroep op de circulatiebank wordt
gedaan. Maar in een clergelijken tijd zal aflossing
niet mogelijk zijn, daar men deze leening dan zeker
niet op een andere wijze zal kunnen onderbrengen.
In dergelijke omstandigheden is een opzeggingster-
mijn van drie maanden ook nog zeer lang, om clirec-
ten invloed op de circulatie te kunnen uitoefenen.
Deze bepaling schijnt ons dan ook meer in de Wet te
zijn gebracht, om deze schijnbaar beter aan de octrooi-
bepalingen te doen aanpassen, dan dat zij in wezen
op de circulatie eenig effect kan sorteeren. Bovendien
wordt door de eenzijdige opzegging door De Ned. Bank
een macht, die thans -bij het Parlement ‘berust (nl.
het bepalen van het tijdstip ‘voor het aangaan-en af-
lossen van Staatsleeniiigen) overgebracht naar de
particuliere Circulatiebank.

Ook dient hier nog opgemerkt, dat — indien geen
crediet op langen termijn was bedoeld – de Wet van
Juli 1932 niet gewijzigd behoefde te w6rden. Deze
Wet voorzag in de dekking door middel van ‘Schat-kistpapier, dat ruimschoots en goedkooper thans op
de open markt verkrijgbaar is.

172

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933

Behalve cle bezvareii tegen den d nu r van de lee-
ning, lijkt ons de vorm van deze leeningovereenkomst
tamelijk ged worigen.

liet verstrekken van leeuingen kan, volgens het
Octrooi, door De Ned. Bank slechts geschieden tegen
behoorlijk onderpand. Dit staat niet los van cie geld-
circnlatie als zooclanig. Immers hierdoor is een rein
ontstaan, waardoor het . onmogelijk wordt, eik onge-
lirniteerd bedrag door middel van den drukpers in
circulatie te brengen. M.a.w. bedragen kunnen slechts
ter leen worden verstrekt, wanneer tegelijkertijd an-
dere geldswaarden aan de circulatie worden onttrok-
ken, die dan als otiderpand voor de leening moeten
dienst doen. liet in onderparicl gegeven effcet ver-
tegen woord igt immers o vergespaai-de gelden.

:De kwaliteit van het onderpancl kan cle bank dan
ook niet onverschillig zijn; in dit opzicht is zij, –
en terecht – nogal kieskeurig. Is het in cle Wet thans genoemde oncierpanci nu ook van dien aard, dat het
overgespaarde gelde n helichaam t, waartegenover De
Neci. Bank circulati cmi cd el afgeeftl iie t o n derpan cl
zou moeten bestaan uit schatkistwisseis. Schatkistwis-
seis zijn een
h?.dlpnciddel
tot liet tijdelijk verkrijgen
van geld, doch met de uitdrukkelijke bedoeling op korten termijn af te lossen. Deze aflossing zal ge-
schieden. hetzij door terugvioeiing van cle tjdelijl< ge-
bruikte middelen, hetzij door liet aangaan van leenin-
gen
01)
langen termijn, waardoor tevens overgespaar-
de gelden uit de circulat,ie worden genomen. Wanneer
i)e Ned. Bank voor deze leening dan ook schatkist-
papier als onderpancl neemt, dan heeft zij niet dat
onderpand geen overgespaarde geidswaarde aan de
circulatie onttrokken, doch een uit niets geschapen
papier als onderpand geaccepteerd. Schatkistpapier
in zijn gewonen vorm en functie in omloop gebracht,
staat niet los van de gelcicircolatie. En al is het niet
in bezit van. cle Circulatiebank, niemand onzer zal de
bankstaat van De Ned. Bank heoordeeleni, zonder
rekening te houden met deze in omloop zijnde vlot-
tende schuld. Wij kunnen. deze geldleening dan ook
niet
anders
zien clan door middel van uitzetting der
circulatie, cl.w.z. door middel van den drukpers ver-
kregen.

In dit verband is de bepaalde rentevoet ook niet
geheel zonder beteekeni s. De Ci rculati.ebank tracht
– zoo heette het tot nu toe – door middel van het
rentetype cle geldcirculatie te
• .bemnvloeden. Zij bezit
hierin een middel regelmatig op te treden, om den
wissêlkoers te beschermen. Afgezien van de al of niet
juistheid van deze theorie, door dit wetsontwerp
schakelt men ongeveer 80 millioen van deren invloed
uit. Men bepaalt hier, zonder eenigen theoretisehen
grondslag, een rentetype voor gelden, door middel van den drukpers verkregen. Het is ons niet duide-
lijk, waarom dit 3> pOt, moet zijn; deze gelden be-
hooren in wezen, evenals het papieren geld, taiet ren-
tedrage.nci te zijn, liet reutetype ken voortspruiten
uit liet feit, dat men cle zaak teveel van commercieel
standpunt heeft bezien ; liet is verklaarhaar. Met liet
afgeven der ponclen liquicleert de bank haar rekening
;,B.0 itenlanciscie wissels”, maar hiermede verdwijnen
dan ook de groote voordeelen hieraan vrbonclen, en
het is begrijpelijk, dat cle bank naar een middel ge-
zocht heeft zich hiervoor schadeloos te stellen. Wordt
dit wetsontwerp aangenomen, dan is de bank cle eerste
jaren een vast inkomen van 2i4 millioen verzekerd.
Men kan dit in liet belang van cle becirij fshu ishou-
ding van de bank gewenscht vinden, gedacht kan zijn
aan de overschotten zoowel voor den Staat als voor
de aandeelhouders, zelfs kan men hierin een middel
hebben gezien, om cle van den Staat geleende 20 mii-
lioen te helpen terugbetalen. Wanneer dergelijke com-
mercieele overwegingen tot deze overeenicomst aan-
leiding hebben gegeven, clan lijken deze mij echter –
zooals hierboven uiteengezet – in strijd, zoowel met
den geest van de octrooibepaiingen als met een ge-
zonde geldpolitiek.

Zonder – als zoovele anderen – direct iclaar te

staan niet het woord ,,inflatie”, Ican men er op wij-
zen, dat een credietverleening door De NecI. Bank op
deze w’ijze, niet, met een goede circulatiepolitiek in
overeenstemming is.

Wij hebben er op andere plaatsen – evenals ande-
ren dit reeds deden – meermalen op aangedrongen
dat ten opzichte der credietverleening 1)e N’ed. Bank
actiever behoorde
0])
te treden dan tot nu. toe. Hier-toe is echter noodig, dat zij de vereischte organen in
liet leven roept, clie door haar .gesteund zullen worden
in een dusdanigen vorm,.dat een gezonde geldpolitiek
kan worden gevoerd. De fout van de voorgestelde
creclietverleening is juist, dat de beuoocligde organen
ontbreken. Zij is voor een bepaald doel klaar ge-
maakt, en tracht nu tusschen de bestaande bepalin-
gen door te zeilen.

BESCHOUWINGEN OVER KOLEN.

T.
Onze meclewrerker voor s’teenlcoen schrijf t on:
In alle landen behalve in JEngeland was men zidh
er van bevust in cle kolenindustrie, dat men iii. 1932
een periode tegemoet ging met toenemende moeilijk-
heden en de verwachtingen waren ieer somber. Men
vreesde in den aanvang van het jaar, dat bij het af-
loopen der oude jaarcontracten de concurrentie van
Engeland met zijn gedeprecieerde valuta nog sterker
gevoeld zou worden dan gedurendte de laatste maan-
den van 1931 ‘liet gevel geweest was. Op een toename
van de vraag l)elioefde men niet te relcenen en me
bereidde zich voor op een ongekend zwaren strijd om,
ieder voor zich, zooveel mogelijlc van deze afnemende
vraag tot zich te trekken. De strijd op de internatio-
nale markt is clan ook zeer hardnekkig gestreden en niet behulp van diverse afweerniaatregelen tegen de
Engelsche concurrentie zijn cle kolenprocluceuten van
het vasteland in staat geweest nog een grooter deel
van de orders te hoelcen dan nien vermoed had. In
plaats van een zegetocht van de Engelsche kolen, zoo-
als men in Engeland gehoopt had, heeft men slechts
een langzaam voortclringen gezien en het aandeel van
Engeland ‘heeft niet zoodanig kunnen toenemen, dat
de productie en cle exporteijfers boven het niveau van
1931 uitkwamen.

‘Overal heeft men de productie moeten inkrimpen
en oolc Nederland en Polen, die in 1931 nog de twee
eenige uitzonderingen op deren regel waren, zagen
zich genoodzaakt tot jroductievermi nderi ng over te
gaan. Steuuendl op de beschermde binnenlandsche
markt heeft men allerwege gepoogd door export tegen
afhraalcprjzen cle industrie tot
0])
een zoo hoog moge-
lijke capaciteit werlczaam te houden ten einde de pro-
cluctielcosten te cIruicken. Tevens heeft men nog tedh-
nische verbeteringen weten aan te brengen en bijna
overal de productie per man per dag nog kunnen ver-
meerderen. Het
i5
dit jaar bij de zoozeer gerationali-
seerde koleninclustrie niet alleen geweest een kramp-
achtig strijden voör het behoud van veroverde afzet-gebieden, miar ook en zelfs nog meer een strijd voor
liet behoud van omzet met het oog op de productiekos-
ten en de werlcgelegenheid.
In het laatst van het afgeloopen jaar, omstreeks
in de maand September, kwam er eenige opleving in’
de zalcen, die tengevolge had, dat omzet en productie
vat toenamen zonder dat evenwel de prijzen er op
reageerden. In het algemeen was de markt opgewek-
ter. Het ging hirbij niet alleen om een verbeterde
vraag naar huisbrandicolen voor den komenden win-
ter, maar ook van de zijde der industrie was meer be-
langstelling, hetgeen aanleiding was, dat men ‘hier
en daar meende, dat het laagste punt iii de crisis be-
reikt was. Behalve dat de verbetering slechts in ver-
gelijking met de voorafgaande ‘maanden van 1932 te
constateeren was en de vraag niet boven het niveau
van 1931 uit kon komen, zijn op liet oogenblik de
teekenen er nog nietnaar, dat werkel,ijk betere tijden
voor cle kolenindustrie in de onmiddellijke toekomst
te wachten zijn.

1
Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

:173

liet ‘bijzondere, waaraan 193 zijn ‘beteekenis in de
aunalen der koleninciustrie zal ontieenen, is niet zoo-
zeer cle vermindering van de productie en den omzet
en de voortdurende druk, dien de groote voorraden
Op
de markt hebben uitgeoefend, noch het mondjesmaat koopen der koopers en het gebrek aan ,,forvard busi-
ness”, als wel de invloed van de gedeprecieerde valuta
van Engeland, Europa’s grootste kolemiproducent en
exporteur.
Laten wij eerst enkele der belangrijkste cijfers en
gebeurtenissen de revue doen passceren.
In
D’uitschland
produceerde men in de laatste twee
jaren:

1932

1931
:Io1eii

…………….. . …


104.700.000

118.000.000
Bruinkolen

………………..
122.390.000

133.220.000
Productie aan de Roer ………..
73.274.922

85.627.584
luitsch—Opper-Silezië ……….
15.270.000

16.790.000

De productie in Duitschiand is dus met ruim
.
11,5

pOt. achteruitgegaan. iDe afname van de proclucte
aan de Roer is evenwel grooter geweest al. bijna 14,5
pOt. en het blijkt, dat men in •het Roerd.istrict wei
het zwaarst door de crisis getroffen is. Dit ligt oven-
•gens voor cie hand, aangezien in cle afzetge’bieden van
dbt gebied mle internationale concurrentie het meest
gewoed heeft. In Du.itsch-Opper-Siliziö is met een
productlevermLnder.ing van 9 pOt. cie koleni nul ustrie
beter tegen- de crisis bestand gebleken en liet merk-
waardige is, dat men hier in 1932 niet genoodzaaict is
geweest tot het stilleggen van geheele mijnen ove.r
te gaan, terwijl dit in het naburi’ge rooisch Opper-
Silezië in toenemende mate moest gebeuren.
liet behoeft natuurlijk geen betoog, dat de verdere
inkrimping van cle productie aan de Roer buitenge-
woon pijnlijk is -geweest, waar er in 1931. reeds een
inkrimping van 20 pot. ten opzichte van 1930 was
voorafgegaan. Hoe verder men genoodzaakt is op deze
wijze voort te gaan, des te grooter ‘zijn de of•:fcrs, die
gevraagd worden In 1031 werden aan de Roer 115
mij nibedrij ven gesloten met een gezamelij lcc proclucti e
van 9.310.000 ton per jaar en 23.745 arbeiders. Gedu-
rende de periode van Jan.JOct. 1932 moesten nog weer
5 mijnbecirijven worden stilgelegd met een jaarpro-
cluctie van 3.290.000 ton en 8.393 arbeiders. Aange-
zien het gemiddeld aantal arbeiders en de gemiddelde
productie van deze laatste ‘bedrijven grooter is, bljict
vel, dat ook grootere bedrijven tenslotte den strijd
hebben moeten opgeven. Waar cie mogelijkheid zich
opende heeft men de productie op de meest econo-
misch werkende bedrijven weten te concen tree ren,
hoewel dit vaak met
groote’
moeilijkheden, ook van
politielcen aard, ge-paard ‘ging. Duitschland is ‘het
land, dat ook met zijn kolenindustrie in rationalisa-
tie is voorgegaan. Tatevenvel
rationeel is voor een
omzet als in 1929 is ‘dit niet meer uit cleil aard der
zaak voor een omzet als in de laatste twee jaren. Men
heeft clan ook bij het verloopen van het getij de
bakens verzet en wel veelal op een voor obligatie- en
aandeelhouders gevoelige
wijze.
Inmiddels zijn gedu-
rende de crisis de bonen der niijnwerlcers aanzienlijic
verlaagd. Op 1 Januar.i 1931 zagen wij een verlaging
van 6 pOt., op 1 October 1931 van ‘T p’Ot., en op
1 Januari 11032 nog weer eens een 10 pOt. liet loon-
tarief w’erd in Mei- ongewijzigd verlengd evenals in
October cle regeig van de werktijden.. De S-urendag
bleef dus gehandhaafd. Op 1 Januari 1932 werden de prijzen voor de Roer-
kolen met 10 pOt. verlaagd, terwijl van Mei tot Sep-tember de normale zomerrabatten golden. Wel is het
percentage, dat door het Syndicaat is omgezet in de
onomstreden ‘gbieden, waar de zooveeli hoogere bin-
nenlandsehe prijzen gelden, in het ageloopen jaar
grooter geweest da.in 1931, ‘maar hiertegenover
stonden de onvoordeelige prijzen in cle omstreden ge-
bieden. 1.)e zware concurrentie op deze gebieden wordt
door de ‘[Jmlage van het Syndicaat geïllustreerd. Deze
bedroeg in Januari 1931 R.M. 2,51 en toen deze in
November 1931 tot R.M. 3,72 gestegen was, sprak

men reeds van een ongekende hoogte. In September
193.2 evenwel was de lJmlage tot R.M. 3,97 opgeioo-
pen. Gelukkig is en in de laatste maancle.n een ver-betering in den toestand gekomen. De dagebijksche
verkoop van het Syndicaat vermeerclercie in October
1032 t.o.i’. September 1932 met 1-2 pOt. en t.o.’.
Augustus 1932 met 21 pOt., terwijl deze toename in
dezelfde perioden in 1931. respectievelijk 1,6 pOt. en
2,7 pOt. ‘bedroeg.

Door deze veibetering kon cle Timlage in October
tot R.M. 3,87 verlaagd worden, terwijl tevens de
ouota voor de Verkaufsheteiligung tot 40 -pOt. ver-
hoogcl kon worden. Afgezien van cle opleving op het laatst is het duidelijk, dlat cle opbrengsten zeer slecht geweest zijn. In alle jaarverslagen der mijnbcclr.ijven
wordt een eensgezinde en dringende klacht – geuit
togen cle geweldige drulckende belastingen. Ter illo.s-
‘t’ratie hiervan citeeren wij het jaarverslag der Klöck
T

nerwerke, waarin vermeld staat, dat ‘in dè geheele
mijnindustrie de sociale lasten en de zoogenaamcle
Wohlfa’hrt’sausgalien, welke ongeveer voor de imeift
op cle werkgevers en voor de helft
01)
de aibeiders
drukken, pl.m. 30 pOt, dier in totaal verdiende bonen
en salarissen hebben uitgemaakt tegenover ongeveer
10 pOt. in 1913.

ïn
Polen is
cle productie schrikbarend achteruitge-
gaan, hetgeen een groot contrast vormt mef de cijfers
van het jaar 1931. Terwijl in dat jaar nog een toe-
name te constateeren viel, is nu ovez 1932 de, p,ro
cluctie met ruim 33 pOt, verminderd’. Gedur’enmclë
Januari/November ‘werd geproduceerd: in 1031
35.081.059 ton en. in 1982 23.376.571 ton.

Ook Polen is in het afgeloopen jaar zeer door de
crisis aangegrepen. in Augustus zien wij om. de vol-
gende
indexcijfeis,
die een ‘beeld van den toestand
geven. Sedert 1927 (= 100) zijn de grôothandelsprij-
ze.n voor ianclbouwproclucten in Polen gedaald tot 49
in Augustus 1932, terwijl cle cletailprijzen voor nij-
veiheidsproducten slechts tot 87 achteruitgingen. De
land’bduw is dan ook in een noodtoestand -geraakt. In
de steden zijn alleen de prijzen van levensmiddelen
zeer gedaald, maar de overige lcosten van levenson-
derhoud zijn nog weinig goedkooper geworden. Boven-
dien hebben de laatste jaren geweldige loonsveria-
gingen plaats gehad. Vergeleken met 1927 ( 100)
bedroegen ‘verleden jaar in-‘Wars.dhau bv. de indcx-
cijfers voor w’oninghuur 170 en voor vuur en licht’
1.24. De producten van de in lcartellen georganiseer-cle grootindu.strieën geven in Augustus jl. een index-
cijfer van 103 en het indexcijfer voor Icolen bedroeg
1121 (1.927 = 100). Tegen deze verhoudingen is ver-
leden jaar een heftige reactie ontstaan, tengevolge
waarvan de regeering zich genoodzaakt zag een daling
van de kartelprijzen te bevorderen. Bij een gering
goud- en deviesenbozit en in de herinnering aan de
afschrikwekkende ervaringen, welke men indertijd bij
de inflatie heeft op-gedaan, heeft men niet liet voor-
ieelcl van E.ngelamicl en cle Scanclinavische lamiclen
willen navoigen en den gouden standaard. veriatem

De regeering heeft daarentegen onder bedreiging de
invoerrechten te zullen opheffen, of de spoorwegtarie-
ven voor ‘bepaalde artikelen te zullen vcrhoogen, in
de prijspolitiek van de Icartellen ingegrepen, teneinde
het evenwicht tusschen de landbouw- en industriëele
goederenprijzen te herstellen. ‘De lcolenindustrie heeft
hierbij een bijzondere positie lingenomeil. Zij steunt in alle opzichten op de b.innenlanclsche markt. 1-let
verschil in
prijs
van kolen voor het binnenlandsehe
verbruik en voor den export is nergens zo,o groot.
Dezelfde kolen, die voor het binnenland 3Q Zioti per
ton vrij op wagon aan de mijn Icosten worden tegen
een prijs van 18 Zloti fob. Danzig geëxporteerd. ‘Waar
het nu steeds moeilijicer w’ercl de binnenlandsche prij-
zen te handhaven, werd het steeds meer en meer be-
zwarend ‘den export op’ peil te ‘houden tegen cle ge-
welclige concurientie van Engeland. Daarom heeft
de regeering tegenover de kolenindustrie een tndere
houding aangenomen dan ten opzichte van andere

174

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933

gekartelleerde industrieën, ‘eii heeft zij er teuslott&
voor gezorgd, dat de exportconventie, waarbij de Pool-
sche producenten onder toezicht van de regeering ter
versterking van hun export aaneengesloten waren en
1

welke het hun mogelijk gemaakt heeft dc laatste jaren
zoo geweldig concurreerend op te treden, niet uiteen
gespat is en in October voor zes maanden werd ver-
lengd. Ook werden de spoorwegtarieven voor geïm-
porteerde kolen met 250 pOt. verhoogd.
Nederla.nd.
De cijfers voor ons land zijn volgens opgave van het Centraal Bureau v. d. Statistiek als
volgt:

Invoer

Uitvoer 1932

1931

1932

1931
ton

ton

ton

ton

Steenkolen

6.513.366 8.500.731 3.426.832 4.093.087
Cokes …………
316.176

315.663 1.932.293 2.216.787
Steenkooibriketten

354.412 398.931 328.251 464.186
Bruinkoolbriketten

170.781

191.771

12.452

10.510

Totaal..
7.354.735 9.407.096 5.699.828 6.784.570
Bunkerkolen voor vreemde schepen
1.026.754 1.734.203
Bunkerkolen voor Nederlandsche schepen
471.369 766.081

Totaal…………..
7.197.951 9.284.854

Het verbruik en de productie blijken uit het vol-
gende:

1932
1931
ton
ton
Totale invoer ………………
7.354.735
9.407.096
Totale

uitvoer

…………….
7.197.951
9.284.854

Saldo

invoer ……………..
156.784 122.242
Productie v. d. Limb. mijnen….
12.756.448
12.901.391

11

van bruinkolen
152.492 162.886

Verbr. in
Nederi. zonder hunkerk.
13.065.724 13.186.519
Bunkerkolen voor Nederl. schepen
471.369
766.081

Totaal Nederl. verbruik..
13.537.093
13.952.600

In vergelijk met de andere kolenproduceerencie lan-
den maakt ons land wel een buitengewoon gunstig f i-
guur met een zoo geringe productievermindering en
met een productie, die nog grooter is dan alle aan 1931
voorafgaande jaren. Dit neemt niet weg, dat toch ook
in ons land de tijden moeilijk geweest zijn voor onze
mijnen. Zij zijn echter in staat geweest voor een groot
deel van hun verminderden export compensatie te
vinden in het ‘binnenland, hetgeen zij te danken heb-
•ben aan den steun, welken hij van de Regeering onder.
vinden, die alle publiekreclitelijke en semi-publiek-
rechtelijke en zelfs enkele privaatrechtelijke instel-
lingen in ons land noodzaakte of verzocht uitsluitend
Nederlandsche kolen te gebruiken.

In verband met het feit, dat de Nederlandsche mij-
nen in ‘het binnenland compensatie zochten te vinden
en vonden voor de achteruitgang van haren export,
welke voornamelijk door de contingenteering van den
invoer naar Frankrijk en België veroorzaakt is, ont-
stond tusschen de Westfaalsche en de 1-loliandsche
kolen in ons land een ongebreidelde concurrentie,
waardoor de prijzen zoowel voor huisbrand als voor
industriekolen in ‘het afgeloopen jaar scherp daalden.
Dit is een afwijking van den gewonen loop van zaken,
waardoor de markt in 1932 in ons land een ‘bijzonder
beeld te zien geeft. Gedurende een lange reeks van
voorafgaande jaren nl. Lplachten de importeurs van
Westfaalsche kolen en de Nederlandsche producenten
door hun prijspolitiek juist deze verliesbrengende con-currentie te voorkomen, waardoor de markt steeds een
stabiel prijsverloop vertoond heeft en door een zekere
eljkmatigheid gekenmerkt werd. 1932 en de ope-
ningsmaand van het nieuwe jaar maken hierop dus
een uitzondering. Voor huisbrandkoleri herstellen zich
de prijzen ‘met den aanvang van September, nadat men
voor die categorie wederom van het systeem der on-
gebreidelde concurrentie was teruggekomen. Voor in-
dustriekolen treedt geen verbetering in. De regee-
ringshulp en de bovenstaande situatie op de markt
heeft ‘belet, dat Engelsche kolen hier te lande h
un

kansen konden uitbuiten. Niettegenstaande onze open

grenzen en de ‘gcdeprecieerde valuta is de invoer van nge1sche kolen met 18 pOt. achteruitgegaan!
De invoer van Duitschlalld liep met 24,5 pOt. terug en van België/Luxemburg met 31 pOt.
De export van kolen is het meest adhteruitgegaan
naar België en wel met 33 pOt. Naar FrankrijR was
de export 9 pOt. minder, terwijl de export naar
Duitschland en Zwitserland een weinig is .toegenomen.

Verreweg het ongunstigste
cijfer
geeft het bunker-
bedrijf te zien. De leverantie van bunkerkolen liep in
totaal met 40 pOt. achteruit, terwijl in Engeland, onze
grootste concurrent op bunkergebied deze leverantie
met 3 pOt. verminderde.
België.
In België geven de gebeurtenissen in het af-
.geloopen jaar een zeer treurig beeld van de verhou-
dingen in het moderne economische leven. Evenals in
andere landen hadden de Belgische mijnen met groote
afzetmoeilijkheden te kampen. Tegen het eind van
J’uni waren de voorraden tot 4.062.640 ton opgeloopen.
Ten einde cle concurrentie •beter weerstand te kunnen
bieden, meenden de werkgevers een loonsverlaging
van 10 pOt, te moeten doorvoeren. Nadat het mijn-
werkerscongres de verlaging van 5 pOt., vooruitsprui-tende uit de verlaging van de indexcijfers voor levens-onderhoud, hadden aanvaard en de werkgevers van de
overige 5 pOt. hadden moeten afzien, ontstond een
ernstig conflict, daar de arbeiders tegen deze verla-
ging in staking gingen, niettegenstaande de ‘besturen
der vakvereenigingen zich tegen staking verzetten.
De staking, die in cle Borinage begonnen was en zich
daar al spoedig tot een 12.000 arbeiders had uitge-breid, sloeg vervolgens over op alle andere distric-
ten en zelfs op andere bedrijven en dreigdé tenslotte
te ontaarden in een revolutionaire beweging onder
leiding der communisten. In Juli was het conflict
begonnen en het duurde 65 dagen, voordat het werk
aan de mijnen wederom norniaal hervat was. Waar
werkgevers en arbeiders niet in staat waren hun con-
f liet tot oplossing te brengen, moest het de regeering
zijn, die een oplossing bracht, en zooals het in den
tegenwoordigen tijd pleegt te gaan, de oplossing
werd gevonden in een verscherpte contingenteering.
liet invoercontingent werd van 1 October af ver-
minderd van 55 pOt. van den gemicidelden maande-
ljkschen invoer van de eerste helft van 1931 tot 45
pOt. Aan de mijnwerkers werd een loonsverhooging
in het uitzidht gesteld van 1 pOt., welke afhankelijk gesteld werd van de voordeelen, die de mijnen zou-
den putten uit de overeenkomst met Duitschiand,
waarover men in onderhandeling was en nu nog is.
Inmiddels waren de voorraden gedaald tot 2.272.900 ton op 1 October en de prijzen, in liet bijzonder voor
hui sbrandkolen, gestegen. In deze
– soor ten ontstond
vervolgens een schaarschte, welke in een prjsverhoo-
ging van 15 frs. p. t. en méér uitdrukking vond en
veroorzaakte, dat de regeering genoopt werd ht in-
voercontingent voor huisbrand te verruimen. Van de
zijde van den handel, vooral van Antwerpen uit en
eveneens van de zijde van verbruikers, is hefti’g ge-
protesteerd tegen de eontingenteering, maar in het
afgeloopen jaar heeft het niet mogen baten, hoewel
men op de’meest dringende wijze op de schade gewe-
zen heeft, die dit systeem aan vele en diverse belan-
gen heeft berokkend.

De productie, die in het algemeen maandelijks een
2 millioen ton pleegt te’ bedragen, daalde gedurende
de staking tot 726.000 ton in Juli en 443.000 ton in
Augustus. Gedurende de periode Jan/Nov. 1932 werd 18.748.000 ton geproduceerd tegen 24.572.000 ton in het voorafgaande jaar in deze maanden.

In,
Fra.nlcrijlc
geeft de kolenindustrie eenzelfde
beeld te zien als in België, voor zoover ook hier ge-
durende het geheele jaar kwesties over contingentee-ring zich hebben voorgedaan. Er werd een loonsver-laging ingevoerd in liet begin van het jaar. In Noord-
Frankrijk werd deze vastgesteld op 2i4 pOt. ingaande
0])
1 April.
Op 15 April werd ‘door de mijnen een conventie ge-

1 Maart
1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

175

teekend, waarbij een verkoopsovereenko.mst tusschen
alle Frhnsche mijnen en de mijnen in het Saargebied
werd gesloten.
Behalve de departemeuten aan cle kust werd ge-
heel Frankrijk in drie districten verdeeld ni. het
Noorden, het Oosten en het Centrum tezamen met het
Zuiden. Deze districten werden nu aan bepaalde mij-
nen als haar speciaal afzetgebied verzekerd, met uit-
sluiting van slechts enkele departementen, welke
,,neutraal” bleven en waar bij overschrijding van het
todbedeelde contingent geen boete betaald hoeft te
‘orde n.
Een verruiming van het contingent voor huisbrand-Icolen was ook in Frankrijk noodzakelijk.
Nadat in
1931
een productievermiudering van
7 pOt. t.o.z. van
1930
was voorafgegaan, liep de pro-
ductie met nog eens 8 pOt. terug t.o.z. van
1931.
Zij
bedroeg
46.900.000
ton in
1932
tegen 51.100.000 ton
in
1931.
De export
van de diverse landen leverde de volgen-
de resultaten:
1932

1931

– achter-
uitgang
ton

ton

01
0

Engeland (Eng. ton) …. 38.899.490 42.749.740 – 9
0
/0
Duitschland

……….18.312.449
23.122.976

21

0
/0 Nederland

…………7.197.951
9.284.854


22

0
/0
België

…………….3.490.950
5.466 560


36

0
/0
Frankrijk Jan./Nov.. . . .

2.930.057 3.429.430


14

0
/0
Polen Jan/Nov ………

9.404.301
13.168.413


28

0/
)

Vereenigde Staten van
N. Amerika Jan/Nov.

8.490.937
11.780.864


28

o/

Deexportvan kolen naar Zweden, Noorwegen,
Denemarken
en Finland, totaal, gedurende Jan./Nov.:

van uit;

Jan./Nov.’32 Jan./Nov.’31

achteruitgang
ton

ton
+
vooruitgang
Polen …… 4.903.000

6.100.000
– 191
ni
Duitschiand

490.000

578.000

35

0/
0

Engeland ..

4.331.000

3.114.000
+ 39

1
/0
De export van kolen naar Frankrijk
en België totaal,
gedurende Jun./Nov.:

van uit:

Jan./Nov. ’32 Jan./Nov. ’31


achteruitgang
ton

ton

Engeland ….

9.598.000

11.631.000

17

0/
Duitschiand..

7.406.000

9.147.000

19
0/
Nederland..
. .

2.327.000

3.130.000

25
0/

De export naar Italië bedroeg:

van uit:

Jan./Nov. ’32 Jan.fNov.
’31

achteruitgang

Engeland …. 4.643.000

5.394.000

14

0/
0

Duitschiand..

1.314.000

2.616.000

49

De export van Engeland naar:
+ vooruitgang
1932

1931

achteruitgang
Duitschland 2.308.507

3.769.265

39
0/
Ierland….

1.929.803

2.424.099

20

0
/0
Canada….

1.615.176

906.269
+
78

Qi,,

ZIJN TRAM EN BUS TE RÔTTERDAM OP DE MEEST

ECONOMISCHE WIJZE GECOÔRDINEERD?

Drs. J.
M.
E.
M.
A. Zonnenberg schrijft ons
1):

Mijn antwoord op het artikel van Ir. Nieuwenhuis
in de E.-S. B. van vèrledeu week wil ik in tweeën
splitsen, daar Ir. Nieuwenhuis om, zooals hij zegt,
plaatsruimte te sparen, de aandacht op enkele bij-
zaken (o.a. een onbcduidende rekenfout, die met mijn
betoog letterlijk niets te maken heeft gehad) trachtte
af te leiden en daarbij over het geheel genomen langs
de Icern van mijn betoog heenpraat.
Mijn eerste taak bij dit debat is dus de Icern van
mijn betoog weer naar voren te brengen. Daarna zal
ik mij eenige ka.ntteekenngen veroorloven op de bij-
zaken, door Ir. . Nieuwenhuis aangevoerd.
* *
*
ik wil dan ook beginnen met het inderdaad zeer
netelige kostenvraagstuk en wel met het door Ir. NieuJ
wenhuis gegeven citaat met grafiek ontleend aan zijn
artikel in ,,de Ingenieur” van
1930
No.
19.
Dit citaat

) Noot der Redactie:
Dit antwoord kon wegens plaats.
gebrek in de vorige a.flevering niet meer worden opgenomen.

bepaalt zich vooreerst tot een beantwoorden van de
vraag: ,,tram
of
bus?”, en vergelijkt deze vraag voor
groote en kleine steden. Vervolgens wordt daarin over
bussen gesproken, die parallel met trams zouden loo-
pen. Toch heet dit citaat ,,de zaak waar het eigen-
lijk om gaat” (nl. de meest economische
coördrno..tie
van tram en bus) duidelijk bloot te leggen. ‘Commen-taar overbodig!

De grafiek (clie ik hieronder nog eens heb doen
afdrukken en waaronder ik een tweede, door mij zelf
vervaardigde grafiek heb geplaatst, waarop ik zoo
aanstonds nader teruglcomi) is gevaarlijker, daar zij
vooral bij minder tr zake zijnde lezers licht een on-
juisten indruk kan wekken. Zij is, zooals hieronder
nader aangetoond zal worden, nl. niet van toepas-
sing op de voor Rotterdam geldende situatie,
die al
in een verder stadium vericeert
en zij dient dus aan-
gevuld te worden. Aan die aanvulling wil ik een
Icleine verheldering van bovengenoemd citaat vooraf laten gaan:

ul
1-

4
1
r
A

AU

I
F

AU1OBUGÔI.D.

T2AMGCIED.

– —
AFGE.L2.Goa WAGNKILOMT3.

Opmerking: Deze grafiek is niet op schaal geteekend.
Toelichting:
Langs de lijn GY zijn cle kosten en opbrengst per tram-
wgkm. afgezet.
Langs de lijn OX is het aantal wagenkm. afgezet.
PP’ stelt het verloop der kosteneurve voor per tramwgkm.
SS’ het verloop der opbrengstcurve voor per tramwgkrn.
OF het verloop der kosteneurvebij autobuswgk.m. –
TT het stadiurn waarin Rotterdam zich bevindt in 1931.
OA de hoogte der kosten per tramwgkin. in 1931.
GB de opbrengst per tramwgkm. in 1931.
00 de kosten per autobuswgkm. in 1931.
OR het z.g. autohusgebied.
RQ het z.g. tramgebied.
QX het tweede autobusgebieci.
Punt E hoogte der opbrengst per tramwgkrn. in 1931.
Punt D hoogte ‘der kosten per tramwgkm. in 1931. Vlak W winst van het trambedrijf in het tramgebied.

,176

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933

Kleine steden
van 100.000 tot’150.000 h 200.000 inwoners hebben op een enkele uitzondering na, zwak-
ke vervoerstroomen. Deze geven lage opbrengsten
per
wagenkilometer (in het vervolg af te korten: wagen-kilometer – wgkm.). Bij een in dergelijke steden or-
vermijdelijk klein trambedrijf drukken dan de vaste
kosten van baan en leiding te zwaar, zoodat het daar
waarschijnlijk zal zijn, dat de
kosten per wgkm. hooger
liggen dan de opbrengsten.
Deze situatie is in beeld gebracht inmijn hieronder afgedrukte grafiek in het
z.g. eerste autobusgebieci OR (zie toelichting op mijn
grafiek). Hier bracht de autobus dus een ideaaloplo.s-
sing, daar zij vrijwel constante kosten per wgkm.
heeft (zie mijn grafiek, de lijn OF), zoowel bij een
Lilliput- als een Gulliverautohusbedrijf. Voor die
kleine steden is de autobus buiten kijf het aangewe-
zen vervoermiddel (vgl. Wicsbaden). De grafiek van
Ir. Nieuwenhuis is
hiervoor
,

bruikbaar, al voldoet zij
niet geheel,
daar over het verloop der opbrengsten
niets staat aangegeven. Ook vermoed ik, dat, indien
er eens aan de werkelijkheid ontleende cijfers Lij wa-
ren geplaatst, de loop van verscheidene lijnen (bijv.
de lijn AO) anders zou zijn geweest.
Nu de steden, die volgens Ir. Nieuwenhuis in
de ,,tramsfeer” liggen. 1-her komt cle weinige bruik-
baarheid zijner grafiek eerst ten volle tot uiting.
7-45
is
ni. niet
af.
Bovendien bevat zij geen opbrengst-
curve.
Immers, zoo vraag ik me af,
wat heb ik aan een
dalende kostencwrve, indien de opbrengstcurve nog
harder daalt?
Dit geval is ni.
bij een te groote uit-
breiding
van een trambedrijf (en zelfs ook van een
autohusbedrijf)
mogelijk.
Ook den heer Nieuwenhuis
is dit feit niet geheel ontgaan. Blijkens beschouwin-
gen door mij gevopden in het door hèm aan den WTet
houder der Bedrijven gerichte Rapport van Septem-
ber 1928 op de blz. 3, 4 en 46 (bovenaan), welke laat
ste bladzijde door mij werd behandeld in mijn na-
schrift bij het artikel van Mr. Mees, verwachtte Ir.
Nieuwenhuis wel degelijk relatieve
vermindering van
inkomsten door de tramuitbreidingen te Rtterdam.
1-liermede moet m.i. Ir. Nieuwenhuis zelf de onvol-
ledigheid zijner grafiek toegeven. Om de verschillen
tusschen de zijne en de mijne duidelijker te doen uit-
komen; heb ik beide onder elkaar laten afdrukken
(zie pag. 175).
Mijn grafiek toont ook daarin een vollediger beeld, daar zij het verschijnsel van de juiste coördinatie van
tram- en busdiensten als economische noodzakelijk-
heid naar voren doet komen. Na het tramgebieci (zië
mijn grafiek: RQ) volgt er weer een autobusgebied
(zie mijn grafiek: QX).
Ir. Nieuwenhuis doet mij dan ook groot onrecht
aan door te bewQren, dat ik al deze factoren niet zag.
Dat vooreerst mijn grafiek zich nauw.hij de werkelijk-
heid aansluit, blijkt uit de opsomming van de ver-
keerseconomische mogelijkheden van den autobus, te
vinden op blz. 54/55 van het proefschrift van den
heer Mees, terwijl ik ten overvloede Ir. Nieuwenhuis,
met een concreet voorbeeld ontleend aan de cijfers
van bijlage XVI van ‘zijn jaarverslag 1931 zal aan-
toonen, dat de toen te Rotterdam bestaande situatie
groote overeenkomst vertoont met het door mij voor Rotterdam gedachte punt, in mijn grafiek (nl. de lijn
TT’). Uit deze cijfers van bijlage XVI is te berekenen:
Tram. Autobus-

dienst

dienst

cents

cents

Totaalopbrengsten per wgkrn. over
1931 38,25

28,26
Totaalkosten

.,

,,

1931 45,69

29,07
Totaaltekort

,,

1931

7,44

0,81
Ir. Nieuwenhuis passe deze cijfers slechts op vor6n-
staande grafiek toe! Deze toch toont ook aan, dat de
tram, willen er geen groote verliezen uit dien hdofde
ontstaan, alleen dié wgk.m. kan rijden, die een aan
merkelijk hoogere opbrengst geven. Vanaf het tweede
snijpunt der ‘beide hyperbolen
treedt de autobus ook
voor de is de ;,trcnnsf eer” liggende steden op,
(dit
zal Ir., Nieuwenhuis moeilijk kunnen ohtkennen, daar hij in Rotterdam ook dé noodzakelijkheid van althans

enkele autobusdiensten heeft moeten erkennbn). De
autobus kan nog vervoerstroomen met succes bedie-
nen, dien aanzienlijke verliezen met tramexploitatic
zouden gaan opleveren.
2)

Zooals boven reed’s gezegd, ligt de onvolledigheid
der grafiek van ir. Nieuwenhuis vooral in het feit,
dat hij vergat, kosten en opbrengst met,elkaar in ver-
band te behandelen. Te veel aanbod van dure ver-
voermidclelen doet hun opbrengsten tenslotte onder
het, door hun teveel web lage, kostenniveau dalen. In-
dien eigeen ,,Ersatz”-middel is, zal dit aanbod vermoe-
delijk niet gébeuren. Geschiedt het toch, dan zal het
te dure vervoermiddel weer ingekrompen worden (op-
heffing van tramlijnen). Is er vel een ,,Ersatz”-micl-
del, hetwelk deze grensprij’zen loonend kan opnemen, dan zal dit de tram van dit niet loonende vervoer ver-
dringen. Hier ligt nu de taak van den economischen
directeur. Rij rekent precies uit (of nagenoeg precies)
tot hoever hij kan gaan. Voor experimenten neemt
hij dat vervoermiddel, dat zonder enorme lasten na
te laten, weer opgeheven kan worden.

Daar nu de diepste kern van vervoersexploitatie
een bepaalde vervoerstroom is,
begon ik dus met een
indeeling te geven van vervoerstroomen en noemde
hen: resp. zware of primaire, minder zware of secun-
daire en zwaklce of tertiaire stroomen. Als maatstaf
gebruikte ik daarbij tevens de gemiddelde opbrengst
per dag. Deze maatstaf is, zooals h’ieronder nog aan-
getoond zal worden, zeer goed bruikbaar en heeft
bovendien het voordeel voor de lezers begrijpeljker
te zijn dan de opbrengst per rjtuigkilometer.

• Ir. Nieuwenhuis denict mijn indeeling in primaire,
secundaire en tertiaire lijnen door een uiterst klein,
onvolledig en door den vorm, waarin het gegeven
wordt, ho vendien misleidend cijferrij’tje af cl oende te
critiseeren, en mijn indeeling, immers gebaseerd
0
1
)

een ,,onbruikbaren” maatstaf zou hierdoor clan oolc
meteen ,,waardeloos” zijn gemaakt.

Om deze krasse bewering te ontzenuwen, leek het
mij het beste, Ir. Nieuwenhuis mijn indeeling nog eens
,,vorzu führen”, gebkseerd op den ,,’bes ten inaa tstaf”, nI. de gemiddelde opbrengst per wgkm.

Voordat ik hiertoe overga
i
dient echter een kleine
correctie aangebracht te worden. Ir. Nieuwenhuis
stelt bij het ‘vergelijken van de gemiddelde opbrengst
per wgkm. hij de R.E.T., met de kosten: 1 bijwgknL is
gelijk
Y2
motorwgkm.. (zie
bijlage
XVI Jaarverslag
1931), terwijl •hij dit ‘bij de opbrengsten dci lijnen.
apart
niet doet (zie bijlage III Jaarverslag 1931).
Om dus kosten ‘per wgkm. zuiver tegenover opbreng-
sten per wgkm. te stellen, heb ik ook. bij de afzonder-
lijke lijnen: 1 bijwagenkm. is gelijk 4 motorwkm.
gesteld. Bij mijn hierna ‘volgende tabel, die voor
zichzelf spreekt, geef ik echter zoowel de niet-her-
leide (en dus niet. , zuiver tegenover de kosten per
vgkm.) opbrengsten per wglcm. (welke cijfers ont-
leend zijn aan bijlage III van het Jaarverslag over
1931) als mijn cijfers, welke als bovenvermeld her-
‘leid zijn en dus wel zuiver tegenover de kosten zijn
te zetten.
3)

Waarom, zullen vele lezers zich misschien Jafvragen,
dan de tram niet geheel afgeschaft? De vraag is, gezien de
opheffingen van de trams ook in steden als Parijs en
Madrid (die niet tot het genre Wiesba.clen zijn te rekenen),
gemotiveerd. Daar echter de capaciteit van vele heden-
daagsche straten het dan ‘zeer groote aantal autobussen iiiet
zal kunnen toelaten, worden de bestaande tramlijnen, clie
bovendien dikwijls zware, met winst te exploitec’ren, vel’-
voerstroomen bedienen, veelal nog gehandhaafd. Tot uit-
breiding van de tram wordt echter steeds minder overge-
gaan (zie ook algemeene tendens tot consolida,tie tramnet,
proefschrift Mees blz.
28).
De door ‘Ir. Nieuwenhuis uitvoerig behandelde lijn
11
is evenals lijn
20
een greusgeval. Hier komt inderdaad een
bezwaar van alle indeelingen überhaupt naar voren. Ik
moest dan ook lijn
11,
mijn indoeling getrouw, net bij de
secundaire lijnen voegen. Indien Ir. Nieuwenbuis tabel II
van mijn naschrift bij It artikel
vhii Mr. Mees bad be-
studeerd, zou hij gezien hebben, dat lijn
11
vau origine een

1
Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17’i

Gemiddelde opbrengst per wageukilometer over 1931,
vérgeleken met cle kosten.

1.
Primaire lijnen

II.
Secundaire lijnen

III. Tertiaire lijnen
Verge- Onverge-

Verge- Onverge-

Verge- Onverge- lijkbare lijkbare

lijkbare lijkbare

lijkbare lijkbare
cijfers

cijfers

cijfers

cijfers

cijfers

cijfers
Lijn

Lijn.

Lijn
2 :

42,91 32,20 1: 30,41 29,91 6

18,20 18,20
40,14 32,82 7 : 26,24 26,24 17 : 31,88 31,88
53,48 53,48 10: 30,97 30.97 19 : 14,26 14,26
38,71 37,65 11: 40,15 40,13 22: 29,73 29,73
8:

52,76 48,02 12 : 29,35 25,- 23 : 27,75 27,75
9 :

35,92 30,11 20: 38,- 36,44 24: 18,37 18,37
14:

40,08 34,85 21: 28,22 28,22 25: 25,02 25,02
15 :

46,63 46,07
16:

47,11 47,11
18:

33,61 30,85

Gemidd.43,13 39,31

31,90 30,99

23,60 23,60
10/9
maal: 47,92 43,68

35,44 34,43

26,22 . 26,22
gemiddelde (hierdoor is bedoeld invloed crisis uit te schakelen)

Kosten per tram.
wegkm. 45,69

45,69

45,69

Kosten per Voor deze groepen zijn autobussen,
autobus-

om redenen van eigen capac. en die
wegkm.

van de straten minder geschikt 29,07

Zooals uit bovenstaande tabel valt af te leiden,
geeft ook de ,,bcste maatstaf” van Ir. Nieuwenhuis
dezelfde resultaten.
Dit kon., ook niet anders, dan?- zij
in zekeren zin op de nieer primaire begrippen vet-
voerstroom en gemiddelde opbrengst pel- dag is ge-
laseercl.
4)

Bij het verder schrijven van zijn artikel betreurt
Ir. Niettwenhuis het opeens zich met mijn ,,waarde-
loc;’ze” incteeling te hebben ingelaten en geeft hier-
aan, als volgt uiting:

,,Orndat ik de i ndeeling van het net iii primaire, secun-
,,daire en tertiaire verkeerstroomen niet aanvaarden kan,
,,laat ik dc discussie tussehen (len heer Zonnen.berg en Dr.
,,B. Mees over deze saak in Econ.-Stat. Berichten van 18
.,Januari 1933 bla. 49-53 verder buiten beschouwing.”

ik meen niet te moeten nalaten hierover mijn ver-
bazing uit te drukken, daar cle discussie tusschen Dr.
Mees en mij toch zeer goed leesbaar is, ook al laat
men de groepeering in primaire, secundaire en ter-
tiatre stroomen, voor wat zij in de oogen van ir. Nieu-

wenliuis is.
ik dank, vervolgens den heer Nieuwenhuis voor de
heantwoorc’Iing van mijn vraag betr. lijn 24, moet hem
echter tot mijn Spijt wederom naar mijn hiervoor af-
gedrukte tabel en grafiek verwijzen. De
opbrengst

van lijn 24 lag nI. in het autdbusgebied. Zelf’s waren
naar alle waarschijnlijkheid de variabele kosten (be-
stuurder, conducteur, stroom, afschrij ving, reilte
en onderhoud der oude tramwagens) alleen al te hoog
om dezen dienst loonend te maken. Zoodat dus het feit,
dat weg en bovenleiding al bestonden (d.eze opmerking
van Ir. Nieuwenhuis is niet geheel juist, zie Rapport
aan aen Wethouder der Bedrijven blz. 31, hij lijn 24)
toch moeilijk tot rendement kon leiden. Vervolgens is
het ‘mogelijk, dat, indien lijn 24 niet was ingesteld, er minder dure nieuwe motorwagens zouden zijn aange-

zwakke primaire lijn is geweest en nu als een sterke secun-
daire fungeert. Dat ‘de, opbrengst vul deze lijn door het
gebruiken van grootcr materiaal, hetgeen het weglaten der
bijwagens tengevolge had, is gestegen, toonen cle cijfers van
Ir. Nieuwenhuis niet correct aan. Immers de’. .bijwgkm. die.
nan hcrleicl te worden,
wil
men een nauwkeurige verge.
lijkilig met de kPsten mogelijk maken. ]e cijfers worden
clan als volgt:

Opbrengst per wgkm. Opbrengst per wgkm.
Lijn 11

vergelijkbare cijfers onvergelijkbare cijfers
1929 ……….37,64 cents

31,22 cents
1930

………..35,37

,,

35,55
1931

……….40,15

,,

40,13
4)
Wat betreft de ,,onbruikbaarheid” van mijn maatstaf voor het
al-meten
van spitsvervoer, wil ik den heer- Ir.
4ieinvenhuis opnierken, dat zijn maatstaf, de wgkm. hier-
voor evenmin bruikbaar is. lIet is dus niet juist
dit,
gebrek
alleen
mijn
maatstaf te verwijten
:
Ir. Nieuwenhuis had het
dn
ook
zijn
maatstaf dienen te verwijten.

schaf t cii enkeld oude meer zouden zijn omgebouwd.
Indirect
zouden er dan zeer zeker kapitaaluitgaven
zijn bespaard. Daar autobussen voor lijnen met slap
v.ervoer bruikbaar zijn – (zie prbefschrift Mees, schema No. 2b op -blz. 54/55), waag ik ‘liet op ‘bovengenoemde
redenefi te betwijfelen, of de, uitkomsten bij autobus-
bediening -slechter waren geweest. Ir. Nieuwenh’uis heeft mij hiervan in zijn antwoord niet afdoend kun-
nen overtuigen.
Wel zou
tramexloitatie op lijn, 24 loonender dan
busexploitatie
kunnen zijn geweest,
indien
men op lijn 24, die ‘volgens ir. Nieuwenhuis, ,,bijna uitslui-
tend spitsverkeer had”
alleen een dienst op de spits-
uren, had georganiseerd,
daar men toch eenmaal die
tramrijtuigen, nu heeft. Ik kan mij in deze tijden niet
indenicen, dat dit dergelijke moeilijkheden met de
personeelvoorziening zou hebben gegeven, dat om die reden er van af zou zijn gezien.
Onder de aanvallen, gericht tegen de kern van mijn
betoog, reken ik die op mijn (volgens Ir. Nieuwenhuis
van -groote onkunde getuigende) ,,globale” bereke-
ning, welke hierop neerkomt, .dat ik de kosten ‘per
autobus per jaar een stuk lager berekende dan die per
tramwa’gen per jaar. Hoewel ik in een noot bij mijn
artikel aangaf,
waarom
ik deze berekening uiterst
globaal hield en dus ‘vele factoren ,,van technisohen
en f.inanciëelen aard” verwaarloosde, komt Ir. Nien-
-wenhuis dit nog eens verwijtend opmerken. Indien ik dezen ,,onkundigen” globalen maatstaf -met den
,,besten” maatstaf vergelijk, dan blijkt ook hier- weer
treffende overeenkomst.

Totaalkosteu per

Tramdienst Autobusdienst
vgkm. over 193-1 ……………45,69 ets.

29,07 cts.
eenheid van vervoer over 1931 ….
f
25,566

f
18,643

De reden, dat, ik den laatsten maatstaf verkoos, was
ook hier, dat ik een voor iedereen gemakkelijk te vat-
ten maatstaf wilde leveren. Wel blijkt uit een i’erge-lijking van dii verhouding der kosten per wgkm. met
de verhouding der kosten per eenheid van vervoer,
dat de kosten per
dienstdoende
eenheid van
tram-

vervoer hooger zullen liggen. Daar ik echter bij het
door mij ‘ berekende benoodigde tramwagenpark op
‘ruimes- reserve niateriaal hiib gerekend en kon reke-
nen, dan bij het autobussenpark en ik ‘bovendien niet kon weten, hoeveel trammaterieel dienst deed, moest
ik natuurlijk het reservematerieel ‘mede omslaan hij
mijn berekening. Dit kon voor den minder deskundi-
gen lezer het resultaat slechts naar den voor ir. Nieu-
wenhuis gunstigen kant beïnvloeden (nl. de autobus
werd daardoor relatief te duur voorgesteld). Mijn be-
rekening betr. ,,-selfsupportingness” van het trambe-
drijf zal het weinig aangetast hebben, daar het juiste aantal trameenheden tegen een hoogeren
prijs
inge-

‘iet hetzelfde beteekent als een te -groot- aantal tegen
een iets lageren prijs. De door mij op blz. 1040
E.-S. B. 1932 ‘gegeven wagenparkgetallen zijn voor de
tra’mdiensten dan ook: inclusief ruim reservemate-
riaal.
* *
*

ik ga nu over tot de bij2aken, die Ir. Nieuwenhuis uitvoerig behandelde- en meen hierop ,,for the sake
of good order” enkele kantteekeningen te moeten
geven. – –
Ik aanvaard vooreerst de oplossing door den heer
Nieuwenhuis gegeven, voor wat ik noemde ,,een raad-
sel van zeer betreurenswaardigen aard”, volstrekt niet’.
Ook van een nieuw opgezet bedrijf behoort direct een
aparte bedrijfsrekening te worden -gegeven en gepu-
bliceerd, zelfs al is het mogelijk, dat ,,ondeskun’dige
bevooroordeelden” -hieruit verkeerde, vergelijkin gen
varen gaan maken. M.i. is er dan toch nog altijd d
,,deskundige onbevooroordeelde”, de dit a priori kan
voorzien en zijn toelichting op een dergelijke -hedrijfs-
rekening zoo’danig kan inrichten, dat een eventi,ieele ‘drom van ondeskundige en bevooroordeelde shrjvers
reeds van te voren gedecimeerd is. Een aparte bedrijfs-
rekening kan mi. nog voor andere dan vergelijkin’gs-

178

ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933

doeleinden gebruikt worden. Zij kan ons inlichten, of een vervoermiddel zichzelf Ibedruipt, winst maakt of
verlies geeft en ouder welke voorwaarden deze toe-
standen resp. zullen optreden.

Vervolgens komende tot de ,,lichtvaardigheid”,
waarmede ik te werk ga, stel ik er prijs op te verkla-
ren, dat door mij aan de te dier zake gespatieerde op-
merking van Ir. Nieuwenhuis indertijd rijkelijk aan-dacht is gewijd. De overschrijding van het begroote
aantal reizigers met 4.618.292 gecombineerd met oor-
zaak 2o. van hlz. 9 van het Jaarverslag orer 1930;
waarin staat:

,,wegens uitbreiding van het tramnt en wegens gebrek
,,aan geschikt rollenci materieel moesten, om aan de be
;

,,hoeften van het publiek tegemoet te kunnen komen gedit.
,,rende het jaar
1930
ongeveer
3.000.000
wagenkilometers
,,meer worden afgelegd dan bij het opmaken der begrooting
,,voor
1930
kon worden voorzien”, –

verzwakken den malaisefactor wel zoodani-g, dat ik
zijn inschakeling in
1930
tegenover de wel-uitdrukke-
lijke inschakeling in 1931 een wist-uitdrukkelijke ge
liefde te noemen.

Het lange citaat van Ir. Nieuwenhuis ontleend aan
,,de Ingenieur” van 1932 No. 49, motiveert liet ,,flin ke verlies” o’ier 1931 met de opmerking, dat van een trambedrijf in normale tijden ,,bezwaarlijk meet ge-
vergd kan worden, dan dat het self-supporting is” en dat men er dus zeker van kan zijn, ,,clat het in tijden van depressie groofe tekorten oplevert”. Dit lezende
vroeg ik mij af: zijn er dan geen redenen te ovei
alle beschikbare gegevens te verzamelen, om eens
nauwkeurig te onderzoeken, hoe een auto’busbedrijf in
deze ieageert?
5)

Bij trambedrijven staan vast de factoren: groote
kapitaalinvesteering, relatief veel personeel, vernie-
tiging van veel kapitaal bij opheffing, reparaties in
eigen bedrijf met hooge loon en en sociale lasten.
Bij autobusbedrij Ven: aanzienlijk lagere kapitaal-
investeering, bijna geen kapitaalvernietiging bij op-,
heffing, de helft minder personeel; mogelijkheid van
uitbesteding van reparaties aan particulieren.

Deze laatste twee punten (zijn bij cle te Rotterdam
bestaande loonsvoorwaarden heusch w’el van cenig be-
lang, daar deze loohen, volgens Ir. Nieuwenhui
,,boven het welvaartspeil van de overgroote meerder-heid der bevolking uitgaan”.

Alle aanleiding bestond er dus de minder kapitaal
en personeel eischende soepele autobus
hier
ter stede
nauwlettend gade te slaan, juist omdat •bij een stede-
lijk trambedrijf zoo gauw ;,duidelijk aanwijsbare oor-
zaken” van verliesbreugenden aard optreden. Het is

mij dan ook volmaakt onbegrijpelijk, dat de heer
Nieuwenhuis, deze oorzaken wetende, in plaats van
consoliciatie van het tramnet (in overeenstemming
met de algemeen heerschen-de tendens, zie proefschrift
Mees blz. 28) een enorme uitbreiding bepleitte.

Tenslotte komende tot het Comité Bus en Tram,
kan ik niet anders zeggen, dan dat dit Comité in het
aan het proefschrift Mees ontleende citaat tenden-
tieus is voorgesteld. Dit Comité gaf in een ui tednzet-
t.ing op blz. D van de ,,N.R.’Ct.” van 14/12/30 den ge-

5)
Het autobusbecirijf schijnt volgens Ir. Nieuwenhuis in
deze zeer soepel te reageeren en zoocloende altijd als vol
belast te kunnen worden beschouwd. Ir. Nieuwenhujs is al.
van meening, dat de autobussen het door de crisis gederfde
percentage van
9,8
van de totale opbrengst van het ver-
voer, alleen hadden kunnen vervoeren, indien er ,,onmid.
clellijk méér materieel” was uitgerukt.
ik kan mij het autobusbedrijf nu weer niet
zSÔ
ideaal
voorstellen. De bezetting per wagenkilometer daalde van
1930 op 1931
van
3,53
passagier op
2,82
passagier. Indien
voor
1931
hetzelfde aantal ‘reizigers per wagenkilometer
was ge’boekt, had, naar ik berekende, ongeveer 11fl.
66.550
meer worden ontvangen, zonder eenige verhooging der
exploitatiekosten. Daar mi. een ‘bezetting van
3,53
passa-
giers per wgkm. nog geen maximale ‘is te noemen, geloof
ik, dat afgezien van enkele extrabussen op spitsuren de
exploitatiekosten weinig meer zouden hebben bedragen, in-
dien die
9,8
pOt. meer was ontvangen.

leidelijk toenemenden invloed van cle autobus in vier

Engelsche steden aan en waarschuwde daarom voor
tramoverdrijv ing hier ter stede. Ik acht deze geste van
het Comité accoord met de algemeene tendens ver-
meld
O
‘blz. 28 van het proefschrift van Mr. Mees
en begrijp dan ook diens houding in deze niet. Daar
de autobus aanvullend verkeer in dergelijke steden
moet bedienen, is het dus heel logisch (en in dit vei-
band inopportuun), dat de tramlijnen aldaar bijna
driemaal zooveel passagiers vervoerden. Wat overi-
gens dit citaat met mij te maken heeft, snap ik niet.
ik heb niets anders dan voor Rotterdam offieiëele
cijfers getoetst aan algemeene tendenren, die o.a. in
het proefschrif t van Mr. Mees zijn vermeld, en geen
enkel cijfer van het Comité gebruikt. De beschuldi-
ging van
[t.
Nieuwenhuis, dat ik ,,gronden” van liet
Comité ,,au serieux” schiju te hebben genomen, is
waarschijnlijk geponeerci ,,ponr le besoin de la cause”.
Bij mij doet het echter alleen veronderstellen, dat dit
Comité Ir. Nieuwenhuis toch indertijd dwars heeft
gezeten, al verzekert hij in zijn artikel van den zwa-ren strijd, die het Comité toen voerde, niets •te heb-
ben gemerkt. Maar, ik herhaal, van het uitspelen hier-
van tegenover mij had met het oog
Op
de plaatsruimte
inderdaad kunnen worden afgezien.

* *
*

Resumeerende kan ik niet anders constateeren dan
dat Ir. Nieuwenhuis er niet in geslaagd is aan te
toonen, dat ‘tram en ‘bus indertijd te Rotterdam
wel
op de meest economische wijze zijn gecoördineerd. Vandaar dat ik mijn betoog (op de rekenfout na, die
er echter niets aan toe- of .afdoet) ten volle moet
handhaven.

ONTVANGEN BOEKEN.

Beschouwingen over
de Oorzaken van de
Crisis
in de
Wereldeconomie
door Prof. Dr. G. Eysken
(Brussel 1932, Standaard Boekhandel, Prijs
Fr. 2,50).

Een verhandeling over dc crisis, waarin dc schrijver in
het kort de voornaamste conjtunctuurtheorieën behandelt.

De arbeider en de bedrijfsleiding in Anrerilca
door
Prof. Dr. G. Eyskens. (Brussel, Antwerpen, Leu-
ven 1931; N.V. S tandaard-B oekhan del. Voor
Nederland in exploitatie hij Uitgeversbedrijf
,,De Spieghel”, A”dam. Prijs
f
3,50 ingen.,
f
4,50
linnen).

Dit 1)00k verdient de aandacht, omdat de schrijver door
een studiereis van twee jaren cle Amerikaansche toestan-
den van nabij heeft leeren kennen.. Zooals Prof. Eyskeus
ons in zijn voorwoord mededeelt, tracht de Amerikaansdhe
nijverheid de groote tekortkomingen van de z.& weten-
schappelijke inrichting van den arbeid te vergoeden door
een beroep te doen op een nieuw stelsel, het Personnel
Management, dat evenals het Taylorsysteem maximum
productiviteit n’ajaagt, maar rekening houdt met den
menseh-factor in de productie.
Juist de nieuwe methoden, aangewend om de verhou-
dingen tussehen werkgevers en arbeiders te regelen, vor-
men meer bepaald het voorwerp dezer studie. Daar echter
clie nieuwere Imetboden slechts een logische uitgroei en
bekroning en gedeeltelijk een positieve reconstructie van
het Taylorstelsel zijn, blijft de schrijver bij dit ‘laatste
even staaii,
ore
het nader te loeren kennen in zijn ware
theoretische grondslagen, toepassingen en tekortkomingen.

Malaise.
Historisch-Economisch Bezien door 1). van
Elzas. Tweede, goedkoope uitgave. (Den Haag 1932. W. P. van Stoekum en Zn.). –

Een populaire verhandeling over de verschijnselen en de oorzaken van de malaise.

1-let economisch ge tij,
bijdrage tot de verklaring -van
het conjuhetuurverschijnsel door S. de Wolff.
(Amsterdam 1929; J. Emmering)

(Zie
vervolg op pag. 184.)

1 Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

179

PRODUOTIE DER STEENKOLEN-,
BRUTI”l-

KOLEN- EN ZOU MIJNEN
(Gegevens verstrekt door den 110(fdiugenieur der mijnen.)

1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Jan. Jan. Jan.
1933
1

1933

1

1932

Prod. Steenkolen in tonnen
,
1.088.309 1.088.309 1.525.492
Aantal normale werkdagen
.
261)
2′
25

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Netto-productie in tonnen..

18.7752)

18.775

16.408
Aantal normale werkdagen

26

26

24

fiT. Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Afgeleverd:
Geraff. zout ……..(tono

4.795

}

4.795

}

4.373
Industriezout

……(
«’
Afvalzout ……….(
.
Aantal normale werkdagen
26
26
25
Gezameni. Bruin-
Aantal arbeiders.
Steenkolen-
kolenmijn
Zoutmijnen
mijnen
Carisborg”

1

Febr.
1933………..
510.8803)4)

k
24

3055
)
88
‘198

1

Febr.

1932…………….
(

11.2738)6)

110
141

1)
Staatsinijn Enima, Hendrik en Maurits en de Donianiale Mijn; 25
StaatsmijnWilhelmina, 23 Laura, Julia, Oranje Nassaumijn
III,
Willem
Sophia, 22 Oranje Nassauniijn
1, II
en IV.
2
)13.799 ton ruwe bruinkool,
4.976 ton bruinkooibriketten.
3)
Bovengronds.
4)
Inci. 2.029 arbeiders
der nevenbedrijven.
5)
Ondergronds.
6)
Inel. 1.985 arbeiders der neven-
bedrijven.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1933 1932
1931
1914

25F b
e
20125
13/18
6111
22/27
23/28 20/24
.
Febr.
Febr. Febr. Febr.

Febr. Juli

Amsterdam
Partic.disc.
114I2
11
4
.1/
5

1
(4.
1
12
‘I4’I2
11-2
l-‘/i&
3
1
/s

116
Prolong.
1 1
1 1 1
1
4
_3/
4

31

11(
4

21(
4
3(
4

Londen
DageId.
. .
1
14’I
1141
1
12′
1

1
/2_1
214
2
_4
11
/2.3
1
14
1
3
14-2
Part,c.disc.
314_1316
14-116
718_
1
5116
314_7/5
3
!s
-41
!8
2
5
1-
11
/
41(
4
.3(
4

Berlijn
Daggeld…
43(_53(
43/_53
1

4
1
(8_5
1
(4
4
1
155
1
/4
7-814
3
1
/81

Maandgeld
41/
4
_5.3/
4

41(453(4
4114-514
4114.5314
7114.83/4
– –
Part, disc.
371
8

371
371
37/,
6112-18
471
2118-1(
2

Waren-
wechsel.
41/4
4-1!2
4.1/
4

4114
7
1
148
5114-1/2

Wea,
York
Daggeld
1)
1_1(
4

11(
4

1.1/
4

I_1J
4

2/2-
3
(4
111
2
3/4
13
142
1
12
Partic.disc.
1
1
121
‘/,
18
1
(2
3
15J

1) Koers van 24 Febr, en daaraan voorafgaande weken t(m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data’
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bataeia
York)
49
*)
49
4)
1)

21
Febr.
1933 2.4734
8.51%
59.204
9.764
34.74
1001/
8

22

1933
2.471/
16

8.45
59.14
9.754
34.734
100i,
23

1933
2.47k
8.43
59.14 9.754
34.744
100
24

1933
2.4734
8.42%
59.12 9.754
34.74
100
25

,,

1933
2.47%
8.43
1
4
59.16 9.754
34.754
100
27

1933
2.4751
8
8.44% 59.154
9.754
34.75
99%
Laagste d.wl)
2.4685 8.39,4
59.074
9.744
34.70
9934
Hoogste d.wl)
2.4790
8.53%
59.24
9.78
34.774
1001(
20
Febr.
1933
2.477j,
8.53%
59.22
9.774 34.75 1001/,
13
Febr.
1933
2.49s
16

8.56
59.21
9.734 34.684
1001j,
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Data
Jr°nd
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid

21
Febr.
1933
1

48.22%

7.38
1.48
12.67
20.55
22

,,

1933
48.1834

7.37 1.48
12.674
20.55
23

,,

1933
48.20

7.37 1.48
12.65
20.524
24

,,

1933
48.25
. –
7.36
1.48
12.65
20.524
25

,,

1933
48.18

7.36
1.48


27

,,

1933
48.16

7.36
1.48
12.67
20.52
Laagste d.w’)
48.10

7.33
1.424
12.60
20.40
Hoogste
d.w’)
48.30
35.25
7.40
1.524
12.724
20.65
20
Febr.
1933
48.13

7.38
1.48
12.67
20.574
13
Febr.
1933
48.06

7.38
1.48
12.734
20.43
Muntpariteit
48.1234
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52

Data
Stock-
kolm

)In*)i
1
hage

Kopen_
Oslo
S)

el-
sing-
L.2.
1
Buenos-
Aires’)
Mon
treal’)

21
Febr.
1933
45.10 38.10
43.70
3.80
65
2.05
22

,,

1933
45……
37.80
43.30
3.74
65
2.05
23

,,

1933
44.90
37.70
43.20
3.74
65
2.06
24

1933
44.85
37.75
43.35
3.724
65
2.0534
25

1933
44,85
37.70 43.25
3.74
65
2.05%
27

,,

1933
44.90
37.70
43.40
3.73
65
2.05
Laagste d.w’)
44.45 37.25
43.-
3.674

2.03
Lloogste
d.w
1
)
45.10
38.25
43.70
3.824
65
2.08
20
Febr.
1933
45.10
38.10
43.65 3.78
65
2.06
13
Febr.
1933
45.60
38.10
43.90
3.774
65
2.074
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.4878

*)
Noteering te Amsterdam.
S*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
28
Februari
1933
voor
telegrafisch
uitbetaling op:

Gulden per
LPari
Koers

Bank-
disconto

E’uropa
.
.
Londen*)
£
12.10
8

8.444
2
Berlijn
*)
100
Mark
59.26
59.03
4
Parijs
5).

100
Franc
9.747
9.764
2
Brussel
S)

100
Belga
34.59 34.76
34
100
Franc

6.95
Ziiricli
*)

…_ ..,
100

,,
48.-
48.23
2
100
Kronen

7.36 34
Praag

………………
Weenen
5)

100
Schilling
35.-
35.10
6
100
Pengö
43.51
43.40
.

44
100
Lei
1.4880
1.48
7
100
Leva
1,79
7

1.80
84
Belgrado
……….
100
Dinar
4.379 3.65
74
Turksch
£
10.93
1.174.
100
Drachme
3.23
1.424
9
100
Lira
13.09
12.65
4
100
Peseta
48.-
20.524
6

Istanbul
………..
Athene

…………

Escudo
2.684
0.077
,

64
Kopenhagen
)
.
100
Kronen
66.67
37.75
34
Oslo
5)

100
66.67
43.60
4
Stockholm
5)

66.67
44.95
34
Reickjavick
.
……..
..100
100
IJsl.Kr.
66.67


38.10

.
..

100
Zioty
27.91
27.95
6
Kovno (Litauen)
100
Lita
24.88
24.75
7
Warschau

…………

Riga (Letland)
100
Lat

..
..

48.-
48.-
54_6

Reval (Estland).
. .’
100
Esti. Kr.

..

66.67
66.25
54

Luxemburg
………

Boedapest

……….

100
Finnmrk.
6.264 3.73
6

Boekarest

……….

Moskou

………
Tjerwonets
12.80
12.80

Sofia

…………..

(lORoebel)

Madrid

…………

100
Gulden
48.42
48.40
4
Danzig…………
.A
meri/e.

Milaan

…………

Lissabon
…………

New-York 5) . . … .
$
2.4878
2.474
24

Canad.
$
2.4878
2.054
Mexico

……
Mex. Dollar
1.24
0.694
6

Buenos Aires….
.
Peso (papier)
1.0568′
0.644
La Paz (Bolivia)
8)

Boliviano

..

0.9080

Rio de Janeiro.
Milreis (pap.)
0.80752
0.19

Relsingfors

……..

Peso (papier)
0.30
0.15
6-7

Montreal

……….

Bogota (Columbia)
2)

Peso
2.42
2.36
Quito (Ecuador)

.
Sucre
0.49
8

0.414

Valparaiso
………..

Sol
0.69
7

0.404
Montevideo (‘Urug.)
Peso
2.5725
0.98
Lima (Peru)

……..

Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.37
Gulden
1.-
1.004
San

José
(C.
Rica)
Colon


Guatemala
……. .
Quetzal
2.484
2.474

Paramaribo

…….

Willemstad (Cura.)
Gulden
1.-
1.01
Managua Nicar.)
8)

Cordoba
2.484

San Salvador
8)
.
..
Colon
1.2440 0.92
Azië.
Rupee
0.91
0.634
34
Gulden I.G.
100
0.994
44
Calcutta

.

…….

Kobe

…….
Yen


1.24
0.504
4.38
Batavia

…………

Dollar
0.564
Taël
0.714
Straits Doll.
1.4125
0.98

Hongkong
………

Manilla

…….
Phil. Peso
1.24
1.23

Shanghai

………
Singapore

……..

Teheran’)(Perzië).
Pahiavi

10.55
Bangkok
…………
Baht

0.98
Afrika.
Kaapstad
£
12.104
8.464
4
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
8.67
Avstrlië.
Melbourne, Sidney

.

en Brisbane
£
12.104
6.754
Nieuw Zeeland
£
12.104
6.78
‘)Goudpeso.
2)
Milreis Goud.

5) Not, te Ajdam. 0v. not, part. opg.
3) Zichtkoers.
4)
Munteenheid
=
Rial (= een Kran.)

180

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
Maart
1933

EOE1{SEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
Parijs
Berlijn

1
Amsterdac
($ per.)
($
p. lOOfr.)
($
P. 100 Mk.)
1
($ p. 100 gic

21 Febr.

1933 3,425/
16
3
,
949/
1

0
23,93%

1
40,43
2,2

1933′
-.



23

1933
3,41%
3,94k
23,953%
40,48
24

1933
3,401*,
3,94%
23,93
40,42%
23

1933
3,40’s
3,948/
23,95
40,43
27

,,

1933
3,42t,
3,9417/
23,95%
40,49

’29 Febr.

1932
3,48% 3,93%
23,80
40,24
Muntpariteit
4,86
3,905/8
1

23.81%
01/16

KOERSEN
TE LONJ)EN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings- II Febr.
1
18 Febr.I
20125
Febr.
’33
eenheden

1933

1933

Laagstelfloogsle
25
Febr.
1933

Alexandrië. ..
Piast. p.
973i
97
97s
97%
p.y,
605
600 580 625
597%
Bangkok….
Sh.p.tical
l/10
1/10
]/10
1/10k
110
Budapest …
Pen. P.
£
19% 19%
18%
20%
191

Athene ……Dr.

Buenos Aires
d. p.$
4}
1
4
414
41
42 40
Calcu Itu ….
..h. p. rup.
116
5
1
1
1
65
/
52

1/6/8
116
8
/
16

165
/32
Cdnstajitin. .
Piast. p. X,
715 715
705 715
707
Hongkong ..
Sh. p. $
1/3V
4

113,14
1/3
1
/
8

1/4
1/381
16

Knl,e

……
.Sli. p. yen
1
1
’27/
8

1
j3X2

12
v
1/3
5
I
1/2
18
/
10

Lissabon….
Escu. P.
x
109
7
/
6

1110
109%
110% 110
Mexico

. …
$per X
12.31
11.15
11.75
12.40
12._
Montevideo .
d.pery,
33
33 32
34
33
Montreal .
..
$
per £
4.11%
4.13%
4.07
4.14%
4.1114
Riod. Janeiro
d.per Mii.
53
/
°/
51
15
5
/
18
Shanghai ..
.
Sh. P. tael
1/71i/
j5

1
1
1
8
1/77/
4

1/8%
1/8
8
/
8

Singapore

.
.
id. p. $
2/3
27
/
33

2/388/
J5

2/311/
j5

2/3
7
/8
2/3
25
/
52

Valparaiso f).
$
per £
. –



Warschau ..
ZI.
p.
£
305/8
1

30s/
30
31

308/
8

1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londeni) N.Yorks)
Londen
21

Febr. 1933…17
2
/
18

285/
8

21 Febr. 1933

120/6k
22

,;

1933..: 17

__
22

,

1933….

121/8
23

1933..

17$/

27%
23

.,,

1933….
122/_
24

,,

1933..

17
15
/

265/
8

24

,,

1933 ….

.121/10
25

1913..

1715/
55

26
1
j
25

,,

1933….
121/LcL
27

,,

1-933..

17ij

26%
27

,,

1933:…

121/5
29 Febr. 1932..

19%

307/
s

29 Febr. 1932….

118/5
27

Juli

1914..

24*
5
/8
6

59
27 Juli

1914….

84/10%
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver
iii
$c. p. oz. line.
3)
in sh. p. oz. line

STAND VAN
‘s
RIJKS
KAS
Vorderingen.
15 Febr. 1933
1
23 iebr. 1933

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche

Bank ………………
f
63.618.630,48
f

51.394.278,01
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

190.560,16
,,’

179.945,13
Voorschotten
op
uit. Januari 1933 aan
de gem. verst, op v. haard. de Rijks-
adm. te heffen g’em. ink. bel, en opc.

.

op de Rijksink. bel ………………
1.900.929.67
1.900.929,67
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
247.194.223,84,,
249.144.780,31
Id.

aan

Suriname …………………
13.725.145,28
,,

13.832.502,65
,,

6.960.458,04
Kasvord. weg. credietverst.afh. buiteni.

….

99.257.604,25
,,
100.842.955,-
Saldo der postrek.v. Rijkscomptabelen

,,

24.830.436,15

….

,,

22.367.796,12

Id.

aan

Curaçao

……………………7.100.398,49

Vord.
op
het
Alg.
Burg. Pensioenfonds’)
Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)

-.

Verstr. t. laste der’Rijksbegr. kasgeld-
…18.256.878,34
17.668.903,99

leeningen aan gemeenten (saldo)
41.357.562,84
41.232.562,84
V
e r
pil c
h t
i
n ge
n.

Voorschot door de Ned. Bank ing. art.
16 van haar octrooi verstrekt
– –
Schuld a/d Bank v.Ned. Gemeenten


Schalkistbiljetten

in

omloop
,
………
./319.494.000,-
/319.481.000,-
Schatkitproniessdn in omloop …….
…83.030.000,-
,,

82.980.000,-
Zilverbons

th

Omloop
……………….
1.606.164,50
,,

1.600.625,50
Schuld
‘op

uit.

Januari

1933

aan

de
gemeenten. wegens aan haar uit te
keeren hoofdso,n der pers. belasting,
aand. in de l,00fds. der grondbel. en
der geni. fondsbcl., alsmede
opc. op
die belastingen en
op
de vermogens-
7.249.989,90
Schuld aan het
Alg.
Burg. Pensioerif.l)
,,

9.845.665,-
..
9.199.133,22
belasting………………………..7.249.989,90

Id. aan het Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T . 1)
,,
113.860.404,51
.,
108.099.940,59
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
…..
…….125.402,68
132.402,68
Id. aan

diverse

instellingen’)

……..
…50.595.460,34
,,

54.861.389,10
In

rekg.-crt. niet
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
21 Febr. 1933
1
28 Febr. 1933
Vorderingen:
.
/
62.952.000,-

Betaalmiddelen

in.
‘s
Lands kas…….
waaro,,dcr

Munjbilieileii
……………
431.000,-

Saldo Javasche

Bnk ……………..
..3.053.000,-
/

3.083.000,-
Verplichtingen:
Voorschol
‘s
Rijkskase. a. Rijksinstehi
. 248.594.000,-
254 691.000,-
Scliatkislpromessdn
………. ………
1.700.000,-
1.700.000,-
……
Sclialkistbiljetten

……
. …..
13.410.000,-
13.410.000,-
Munihiljetten

in

Omloop

………..

….

2.106.000,-

1.753.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.


….
62.000,-

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,,

790.000,-
,,

823.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
– –

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
27 Februari
1933.
Activa.
Binneul.Wis.t Hfdbk.
(

z7.261.702,51
sels, Prom.,) Bijbnk.
,,

527.320,02
euz.in
disc.

Ag.sch. ,,

5.707.043,41

f
33.496.065,94
Papier
o.
h. Buiten!. in disconto

……,,

Ideiti eigen portef.. f

73.427.457,-
Af :Verkochtinaar voor
de bk.nog uiet afgel.


73.427.457,-
Beleeningen
mcl.
vrsch.
rndbk.
f

26.103.976,29

in

rek.-crt.
Bijbnk.
.

4.024.155,33

op
onderp.

Ag.sch.

41.868.798,27

f

71.996.929,89

Op
Effecten

……f

70.731.556,85
Up
Goedereu en Spec.1.265.373,04
71.996.929,89
a.
Ii.
Rijk
……. ……….
Iluti
t,
en Muntmateriaal
htmL

Goud
……
f

98.199.975,-
Il4tiitttnat.,

Goud
. .

921.648.187,47

7i.oi
9.848.162,47
Munt, Zilver, euz.

25.875.983,99
Muntmat.

Zilver. .

Belegging 1/

kapitaal, renerves en pen-
1.045.724.146,46
1
)

sioenfonds

……………………,,
20.171.267,66
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse

rekeningen ………………,,
12.791.469,19
Staatd.Neder}.(Wetv.27/5/ 32, S.No. 221),,
19.331.195,17

Passiva


f
1.281.938.531,31

Klupi
taal

………………………

f
20.000.000,-.
Reservefonds
……………………..,,
3.000.000,-
Bijzondere

reserve

………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
8.227.253,29
Bankbiljetten in
omloop …………..,,
958.630.615,-
Baukassignati6n in
omloop

………..,
149.99,72
ITtek.-Cour.
J’
Het Rijk
f

27.899.308,39
saldo’s:

I
Anderen

.,254.618.970,04

,,
282.518.278,43
Diverse

rekeningen
………………

,,
.4.412.388,87

f

1.281.938.531,31

Beschikbaar

nietaalsaldo ………….
f
548.917.835.75
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is

,,
1.372.294.589,-
11

Waarvan
ii,
hel buitenland
f

3.020.302,58.
Voortiaaniste posten
in
duizenden
guldens.

Goud

Andere Beschikb. Dek-
Data

Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt
1
Munt nmat.

schulden saldo’) perc.

27 Febr. ’33 98.200 921.648 958.631 282.668 548.918 84
20

33 98.200 924.855 932.242 318.904 548.534 84
13

’33 98.200 929.436 939.058 310.993 552.833 84
6. ’33 98.200 929.404 951.138 301.005 551.834 84
30 3an. ’33 98.200 929.309 951.423 308.899 549.517 83
23 ,, ’33 98.201 934.35 930.007 332.753 553.236 83

29 Febr.’321 97.6901 781.591 1007.832164.120 436.247

77
25 Juli
‘14165.7031
96.410
1
310.437 . 6.1981 43.521 1 54
Totaal
I
Schatkist-
21

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen
n
ie ee-

op het

reke-

_disconto’s rechtstreeks

neen

buitenl.
1
nin gen 2)

27Febr.1933 33.496

71.997 73.427

12.791
20 •,

1933 33.515

76.436 73.427

14.502
13

1933 33.915

70.477 73.425 15.028
6

1933 34.725

71.201

73.425 15.832
30 Jan. 1933 36.697

76.690 73.425 15.447
23 ,,

1933 36.922

74.086 73.425 15.358
29 Febr. 1932 69.146

99.134 84.309 34.499

25 Juli 1914 67.947 – 61.686 20.188 509
1) Sedert den bankstaat van 4 Jan. 1929 op de basis van
2
15 metaal-
dekking.
2
Onder de sctiva.

SURINAAMSCHE BANK.
Voorita,, iliste posten in duizenden guldens.

Andere

D’

k
Data

Metaal
. /
5
Ç’

opeischb. Discont.

28 Jan. 1933..

877

1.159

435

778

2.252
21

,,

1933..

871

1.086

616

784

2.300
14

..

1933..

864

1.197

478

786

2268
7

1933..

856

1.253

477

787

2.274
30 Jan. 1932.

896

1.370

597

970

701
5 Juli1914…

645

1.100

560

735

396
1
1 Sluitp. der activa.

1 Maart
1983

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

181

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
28 Februari 1933.

Er is weinig verandering te vermelden van de t a r we-
markt in dc afgeloopen week. Op sommige dagen waren
de koersen aan de termijnmarkt te Winnipeg iets hooger
en trachten verkoopers meer te ma.kcii, doch koopers waren
over het algemeen niet geneigd, verhoogingen te betalen en
wachtten dan liever af. De omzetten bepalen zich grooten-
dee]s tot spoedig verwachte partijen, waarmede houders het
geschiktst aan de markt zijn. Engeland koopt geregeld Ma-
nitoba tarwe en ook op het continent gebeuren daarin
geregeld zak

en. Daar de molens door regecringsuiaatregelen
gedwongen zijn veel inlandsche zachte tarwe te verwerken,
richt de vraag zich veelal •tot de harde tarwesoorten. In
:Duitschland en Frankrijk koopt men bij voorkeur de beste
kwaliteiten. In Iiïdcicn-Europa is meer vraag naar buiten-
landsche tarwe ontstaan, waar ‘de voorraden van den eigen
oogst verminderd zijn. Over]aditigsza.ke’n zijit gedaan in
.Plata en Manitoba tarwe vanuit ‘West-Europeesche havens.
in Duitschland wegen de invoeren en uitvoeren van tarwe
vrijwel tegen elkaar op. Van Augustus tot en met Januari
werden 493.400 tons tarwe uitgevoerd en 450.700 tons’ in-
gevoerd. Volgens de laatste berichten wordt ‘de tarwe-op-
brengst in Argentinië geschat op 29.467.000 quarters tegen
cle vorige schatting van 28.980.000 quartcrs. Argentinië ver-
scheept op het oogenblik veel tarwe, het aanbod in stoo-
niende posities is dringend, en oefent een, druk op de
markt uit. Ook uit Australië worden groote hoeveelheden
verscheept naar Europa niettegenstaande de groote verkoo.
pen naar China, welke nog steeds worden afgesloten. Ook
voor deze tarwesoort is de stemming niet vast, de prijzen
werden in den loop der week verlaagd. Het slot aan de
termijnmarkt te Buenos Aires was op 25 Februari onver-
anderd, •te Rosario 7 centavo lager. Op 27 en 28 Februari
zijn in Argentinië de markten gesloten. Te Winnipeg sloot
de termijnmarkt 34 dollarcent per 60 lbs. lager, te Chicago
1 dollarcent lager. In ‘den toestand van wintertarwe kwam
in de Ver. Staten geen verbetering. In het Zuidwesten hou-den cle klachten aan en in het Woordwesten langs de Paci-
fic vreest men, dat ‘in vele streken opnieuw gezaaid zal
moeten worden. Van invloed op de koersen te Chicago varen
de ongnnstige berichten niet. Volgens het internationale
landbotiwinstituut te Rome zijn dc vooruitzichten van win-
tertarwe in Europa op het oogenblik gunstig en was ge-
durende de periode van koude een voldoende sneeuwlaag
aanwezig. Alleen in Rusland schijnen de omstandigheden
niet overal gunstig to zijn geweest.
De r o gg e-markt is weinig levendig geweest. Duitsche
en Poolsche rogge worden op het oogenblik niet op aflading
in de eerste hand aangeboden. In hoofdzaak komt het rogge-
aanbod van Argentinië, vanwaar ‘in voldoende hoeveel.
heden wordt verscheept. De zaken zijn van matigen om-
vang en de prijzen zijn iets gedaald.
De stemming voor in al s was in de eerste helft der af.
geloopen week gedrukt en eenigc binnenkomende partijen
Donaumaïs en Mix’edmaïs moesten tot lage prijzen worden opgeruimd. Dc aanzienlijke d’isponibele voorraden drukten cle prijzen, terwijl ‘de eousnmptievraag teleurstellend klein
bleef. Platajnais, waarvan het aanbod beperkt is en waar-
van geen voorraden win beteekeitis aanwezig zijn, kon zich
beter handhaven. Voor deze laatste maïssoort wordt een
flinke premie betaald, zoowe’l voor consumptie in ons eigen
land als ook voor herui’tvoer. Langzaam is tegen het einde
der week eene verbetering ‘ingetreden, toonde het binnen.
land meer belangstelling en werden eenigszius hoogere
pi-ijzen betaald. De verschepingen uit de ijsvrije Donau-
havens blijven van ongeveer gelijken omvang. Voor latere

verscheping is cle Donau geregeld met maïs aan de markt,
ioor die posities vond een mat’ige verhooging plaats. De
uitvoeren van Zuid-Afrika waren de vorige week grooter
dan gedurende den ‘laatsten ‘tijd, voornamelijk ter vervul-
ling van oude contracten. Nieuwe zaken komen niet tot
stand, ‘daar de prijzen in verband niet de heerschende
droogte
te
hoog zijn gestegen. Argentinië verscheept van den ouden oogst matige hoeveelheden. Het slot te Buenos
Aires was op 25 Februari 2 centavos hooger, te Rosa.rio
1 centavos honger dan een week geleden. De termijnmarkt
te Chicago ‘sloot 1% dollarcents per 56 lbs. lager. Geregeld
wordt Platamaïs van den nieuwen oogst aangeboden. Hoe-
wel -de gevraagde prijzen niet hoog zijn, wordt van dit
aanbod slechts weinig gebruik gemaakt, ‘daar weinig leve-
ringscontractcn in de consumptie worden afgesloten en de
speculatie niets onderneemt. In Argentinië blijft men bij
de meening, dat van den gebeden oogst 45 pCt. door
sprinkhanen en droogte verloren zou zijn. De vooruitzich-ten van het t&t rjphe’id komende gedeelte zijn gunstig.
Het verbruik van ge r st is toegenomen en flinke zaken
zijn tot stand gekomen. Voornamelijk wordt Platagerst
gevraagd, welke met een hoog natuurgewicht wordt aan-
geboden en goed van kwaliteit is. Voor spoedig verwachte
partijen zijn de prijzen iets gestegen en wordt een premie
boven latere ‘betaald. Ook deze zijn iets in prijs gestegen.
Donaugerst en Russische gerst worden tot ongeveer gelijke prijzen aangeboden, ‘doch aan de Platagerst wordt over het
algemeen de voorkeur gegeven.
De handel in h a v e r was ‘stil. Voor Boheemsehe haver
zijn de prijzen iets gedaald en zijn niet gemakkelijk koopers
te vinden, ook omdat tengevolge van ijs op de Elbe niet
valt ‘te zeggen, wanneer de verlaclen partijen zullen aan-
komen. In de prijzen voor Platahaver kwam weinig ver-
andering. De termijnmtrkt te Buenos Aires sloot ôp 25
Februari onveranderd.

SUIKER.

Een overwegend vaste stemming kon zich gedurende de
afgeloopen week op de verschillende suikermark-ten hand-
haven.
In A. m e r 1 k a ging betrekkelijk weinig om tengevolge
van den feestdag in het midden der week. Ruvsuiker werd
afgedaan tot varieerende prijzen tussehen es. 0.78 dc. en
ea. 0.83 dc. ‘basis Cubasuiker spoedig leverbaar.
De N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt opende flauw, waar-
na de noteeringen echter na eenige sprongen op een es.
10 punten honger niveau belandden. De laatste twee dagen
gaven weer eene niet onverklaarbare reactie te zien en
het slot luidde als volgt: Mrt. 0.85, Mei 0.85, Juli 0.90,
Sept. 0.93 en Dec. 0.96, terwijl de laatste noteering voor
Spot Centr. 2.85 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen ‘deze week 43.000 tons, de versmeltingen 36.000
tons tegen 43.100 en de voorraden 138.000 tons tegen
178.400 tons verleden jaar.

De laatste C uh a-statistiek is als volgt:

1933

1932

1931
tons

-loos

tons
Productie ……(Baming) 2.000.000 2.602.864 3.122.186
Ontvangsten ………….50.585

77.979

118.514
Totaal sedert
111 ………
71.367

208.811

399.460
Versehepingen …………8.080

40.669

55.651
Voorraad in afschcephavens 644.335

935.405 1.137.656

in ii ii ge 1 a n d was de stenniiing heel wat rustiger dan
gedurende dc voorafgaande weken. In de eerste plaats zijn
raffinadenrs voorloopig gedekt, terwijl ook de daling van

AANVOEREN
in tons
van 1000
KG.

Rotterdam

Amsterdam
Totaal
Artikelen
19125 Febr.
Sedert
Overeenk.
19125 Febr.
Sedert
Overeenk.
1933
1 Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
1 Jan. 1933
tijdvak 1932
1933 1932

5.559
142.374
151.897

1.713
150
144.087 152.047
8.389
47.368 54.432
100
].000
590
48.368 55.022

Tarwe

………………
Rogge

………………
756
6.553
4.248
.-‘
25

6.578
4.248
Boekweit ………………
Mais ……………….
21. 373
172.176
252.672
5.119
52.686
63.766
224.862
316.438
4.505
33.252 57.449

2.157
4.605
35.409
62.054
.

4.032
35.686
32.291


548
1.292
36.234
33.583
Lijnzaad

………….
46.195
31.621
21.203
68.832
57.117
115.027
88.738

Gerst

………………
Haver

……………..2.389

2.650
11.468 18.098



11.468 18.098
Lijnkoek

……………
Tarwemeel

…………
396

.

4.833 4.605
347
1.998
1.895
6.831
6.500
Andere
meelsoorten
.
540
6.105
8.043
174
1.087
2.741 7.192 10.784

182

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Maart 1933

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN
EN ZADEN
TIJINBOTJWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
Manitoba
R000E
MAIS
GERST
6263 K.G.
LIJNZAAD
ROODE
KOOL
WITTE
KOOL
UIEN
RUN D-
VLEESCII
VARKENS
VLEESCII
No. 2 loco
No. 2 Canada
loco
La Plata
loco
Z. Russische
La Plata
loco
le kwaliteit
1-5
pond
le kwaliteit
1-5 pond
gewoon
p. 100 KO.
(versch)
(versch)
Rotterdam(
Amsterdam
R’dam!A’dam
R’damjA’dam
loco Rotter-
damlA’dam

R’damjA’dam
p. 100 KO. p. 100 KG.
Broek op
Gem.v.3kw.
per 100 KO.
per 100 KO.
per 1001(0.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per2000K.G.

per 1960 K.G.
Broek op Broek op
Langendijk)
Rotterdam
Rotterdam
_L
3)
4)
Langendijks) Langendliks)

f1.
01
0

f1.
Ol
o

II.
0/
0

f1.
0(
f1.
0

f
0f
f
to
t
°Io
t
0
10
f
Olo
1925
17,20 100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9

1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4


1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00 97,7
228,50 96,8
363,00
78,5
17,23
100,- 4,55 100,-
13,25
100,-
93,
100,-
77,50
100,0 1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
9,10
52,8
7,38
162,4
11,78
88,9
96,40
103,7
93,125
120,2 1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
5,77
33,5
2,05
45,1
2,14
16,2
108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3 4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
6,96
40,4
3,06
67,3
1,94 14,6
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5

30,4
4,62;
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,84
10,7
1,49
32,8
8,07
60,9
61,
65,6
37,50
48,4

lan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6 84,50
36,5
86;25
36,5
207,50
44,9
5,61
32,5
‘3,40
74,8
1,92
14,5
96,-
103,2
56,-
72,8
Ëebr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75
36,3
206,25
44,6 6,24 36,2
3,01
66,2 2,24
16,9
91,-
97,8

64,5
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
11,23
65,1
4,72
103,8
3,25 24,5
90,-
96,8

65,8
April
5,90
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
97,

104,3
47,-
60,6
Mei
6,15 35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
. 52,5
189,00
40,9
98,-
105,4
45,
58,1
Juni
5,75 33,4 5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4 191,50
41,4 IOl,
108,6
41,-
52,9
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9 84,25
36,4
115,75
49,0 211,00
45,6
95,-
102,2
49,-
63,2
Aug.
4,975
28,9
4,025
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
94
101,1
54,
69,7
Sept.
4,775
27,8
4,27e
32,7
68,00
29,4
97,00
411
164,25
35,5

——————————
—————————–

84,-
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2 68,50 29,6 94,75
40,1
160,25
34,6

——-



———————-

75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.
5,825
33,9
5,475
41,9 81,00 35,0
114,50
48,5
169,75
36,7


1,52
33,4
5,04




38,1
72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.

,
4,925
28,6
4,95
37,9 69,25 29,9
111,25
47,1 ‘
145,75
31,5
2,40
13,9
1,47
32,3
5,39
40,7
70,-
75,3
43,
55,5

Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
5

38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,87
10,8

—-

1,49
32,8
8,69
65,6
70,-
75,3
40,-.-
51,6
Febr.


5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8

1,29
7,5
1,28








28,2
8,98 67,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
5,52
5

32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
1,78

—-

10,3
1,68

—-



—-

—-



—-

36,9
12,26
92,6
67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,22
5

47,6
‘ 88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2

—-














63, 67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6 5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2

67,7
26,-
33,5
Juni
5,22
5

30,4 4,15
31,7
80,75 34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
,
67,-
72,0
34, 43,9
Juli
4,90
28,5
4,-
3Q,6
78,75 34,0
100,25
42,5
129,75
28,1

68,8
35,50
45,8
Aug.,,
5,20
30,2
4,075
31,2
77,50 33,5 98,25
41,6
133,00
28,8







—-

62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
Oct.,,
5,475
5,25
31,8 30,5
4,20 3,92
5

32,1
30,0
78,50 74,50 33,9 32,2 88,50
79,50
37,5
33,7 150,75
138,25
29,9
55,-
51,-
59,1
54,8
42,50
44,-
54,8
56,8
Nov.
4,90
28,5
3,90
29,8
7),25
30,8 79,00
33,5
135,25
29,2
1,06

—-



—-

23,3 4,10
31,0
53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.
4,72
5

27,5
3,80
29,1
66,25 28,6 75,25
31,9
135,00
29,2 3,02
17,5′

————–

32,6
—-








0,84

—-






—-








18,5
3,99
30,1
53,–
, 57,0
46,-
59,3

Jan.

1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00
31,5 75,25 31,9
136,50
29,5
3,02
17,5
0,67

—-

—-



14,7
3,38
25,5
50,50
54,3
44,75
57,7
6 Febr.
4,75
27,6
3,70
28,3
72,00
31,1
75,00
31,8
131,00
28,3
50,-
53,8
44,50
57,4
13

,,

,,
4,80
27,9
3,65
27,9
69,00
29,8
74,00
31,4
130,00
28,1
2,73
15,8
0,60
13,2
——–






2,53
19,2
50,-
53,8
45,-
58,1
10

,,

,,
4,80
27,9
3,75
28,7
70,50
30,5
74,00
31,4
129,00
27,9
2,17
12,6
0,60
13,2 1,92 14,5
49,-
52,7
44,50
57,4
17
4,75
27,6
3,70
28,3
72,00
31,1
75,50
32,0
130,50
28,2
2,63
15,3
0,60
13,2 1,72
13,0
48,-
51,6
46,-
59,3
1)
Men zie voor de toelichting op. dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan.1931 to
vanaf 26Mei1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 193
het betreffende jaar en de gemiddelde prijzen van Nov. en Dec. van het daaraan voorafgaande jaar.
6)3
Febr.
7)
10 Febr.
0)
17 Febr.
0)
24 Febr.

Vervolg STATISTISCH OVERZICH

MINERALEN


.

TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM
BENZINE

KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
_____________ ___________
gekamde
Australische,
Australiache,
HUIDEN
SALPETER
,
Middling
loçoprijzen
t

F.0. F.
1

Sakella-


_________

1

o.
F. No. i
bunkerkolen,
on”ezeefd f.o.b.
33 tjm 33.9°
64/660
$cts. per
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
CrosabredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
GId. per
100 KG.
R’7damjA’dam
Bé a. g.
per barrel
U.S. gallon
New-York
ridea
Oonora
Liverpool
per lb.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
per 1000 K.G.
per Ib.
Liverpool
Bradford perlb.

f1.
0/
$
0
/6
$cts.
0
/s
$ cts.
0
10
pence
°/o
pence
°/s
pence
0j
pence
010
fl.
0
10
f1.
0/
1925 10,80
100,0 1.68 100,0 14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25 85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
751
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48 95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58 34,5
5,04
33,9
8,60

.
37,0
7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
6,45
27,7
5;21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3

Jan.

1931
10,30
95,4
0.85 50,6
6,08 40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
Febr.
10,30
95,4
0.85
50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55
38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50 64,8
10,21
85,1
Maart
10.30
95,4
0.66 0.53
39,3 6,07
40,9
38,1
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25 45,9
14,50
49,2
22,25 22,25
64,1 64,1
10,21 10,21
85,1 85,1
April
Mei
luni

10,15
10,00
94,0 92,6
0.536 0.34

31,5
31,5
5,66
5,375
36,2
10,25
9,40
44,1
40,4
8,68
8,18 29,7
27,9
3,31
3,01
35,4
32,2
24,50 23,50
44,5
42,7
14,50 13,00
49,2
.44,1
21,75
62,7
55,1
10,21 10,21
85,1
85,1
juli
10,00
10,00
92,6 92,6
0.245
0.43

20,5
14,3
4,24
3
1
40
5

28,5 22,9
9,10 9,25
39,1
39,8
7,54 7,73
25,8
26,4
3,01
3,35 32,2 35,8
22,00 22,25
40,0 40,5
12,50 12,50
42,4 42,4
19,13
20,25
58,4 54,0
8,26
68,8
58,3
Aug.,,
Sept.,,
10,00
10,00
92,6 92,6
0.56
25,9
33,2 3,94
5,50
26,5
37,0
7,20
6,55
31,0 28,2
5,94
5,77 20,3
19,7
2,59 2,59
27,7 27,7
22,25
20,00
40,5
36,4
12,00 11,00
40,7
37,3
18,75
18,-
51,9
7,-
,
6,50 54,2
Oct. ,
Nov.
9,90
91,7 0.56 0.68
33,2
4,19 28,2
6
1
30
27,1
5,82
5,72
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75 10,75
36,4
17,50 16,75
50,3
48,3
.

6,65 6,80 55,4
56,7
Dec.
9,90 9,90
91,7 91,7
0.71
40,4-,
42,3 4,62
5,31
31,1
35,7 6,40 6,30 27,5
27,1
4,98
19,5 17,0 3,11
2,99
33,3 32,0
19,00
16,25
34,5
29,5
.

9,00
36,4 30,5


6,95 57,9

lan.

1932
8,25 76,3
0.71
42,3
5,25
35,3 6,65
28,6
5,09
17,4
3,38 36,2
16,50
30,0
9,00
30,5.
11,63
33,5
7,10
59,2
l2ebr.
8,25
76,3
0.71
42,3
4,925
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
.29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5

31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5 7,40
61,7
April
8,65
80,1
0.86
51,2
4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0
9,00
30,5 9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9 0.86
0.86
51,2 4,25 28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6 8,25
28
1
0
8,88 25,6
25,9
7,40 7,40
61,7 61,7
Juni

Juli
8,25
8,10
76,3
75,0 0.86
51,2 51,2
4,25
4,25
28,6
28,6
5,25
5,80
22,6
24,9
4,44
4,97
15,2
17,0
2,55
2,77
27,3 29,6

15,25
16,00
27,7
29,1
7,75 8,50 26,3 28,8
9,-
9,75
281
– –
Aug.
7,80 72,2
0.86 0.86 51,2
4,30
4,375

28,9 7,35 31,6
5,71 19,5
3,33
35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6 39,6
5,70 5,90
47,5
49,2
Sept.
Oct.,,
Nov.

7,75
7,65 71,8
70,8
68.5
0.86
0.86

51,2 51,2 4,45
29,4
29,9
7,75
6,50 33,3 28,0
6,37 5,68
21,8
19,4
3,64
3,16 38,9 33,8
16,75 15,75
30,5 28,6
8,75
8,50
29,7
28,8
13,75
14,-
12,
40,3 34,6
6,-
6,10
50,0
50,8
Dec.
7,40
7,25
67,1
0.745
51,2
44,3
4,60
4,435

31,0 29,8
6,15
5,95 26,5
25,6 5,16
4,73
17,6
16,2
3,-
2,80.
32,1
30,0
15,25 15,25
27,7
27,7
8,25
.
8,00 28,0
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7

Jan.

1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
6 Febr.
3
7,15
66,2
0.38 22,6
4,06
27,3
6,-
25,8 4,99
17,0
2,80
30,0
15,75
6
)
28,6
,
8,50
6
)
28,8
10,75
0

31,0
6,40 6,40
53,3 53,3
,,
0

,,

,,
7,25
7,25
67,1
67,1
0.38
2
)
0.38
22,6 22,6
4,06
3

3,875
4

27,3
26,1
6,10
2
)
.6,15
26,2
26,5
5,01
4,98
17, 1
17,0
2,78
2,75
29,7 29,4

15,757)

28,6

8,25
7
)

28,0
6,40
53,3
7

,,
7,15
66,2 1
0.38

1

22,6
3,8705)
26,1
‘6,05

1
26,0 4,95 1
16,9 1
2,80
30,0 1
15,00
0
) 1
27,3 1
8,00
0
)
27,1

1
1
6,40 1 53,3
1)
Jaar- en maandgem. âfger. op
0/s
pence.
2)11
Febr.
3
)10 Febr.
4
)17 Febr. b)24 Febr.
6)2
Febr.
7
)16 Febr.
8
)23 Febr.
8)7
Febr.
10)
14 Febr.
11
)21 Febr.
12)9
Febr.

1 Maart 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

183

N GROOTHANDELSPR1JZEN)

ZUIVEL EN EIEREN

. .

.

METALEN

.

BOTER

1
KAAS
Edammer

EIEREN
KOPER
LOOD

.

TIN

1
IJZER

1
Cleveland

GIETERIJ-
IJZER
ZINK
GOUD
ZILVER
cash Londen
Alkmaar
Gem. not.
Standaard
per K 0

Locoprijzen

locoprijzen

Foundry No. 3 1
Locoprijzen
cash
Leeuwar-
der Comm.

Fabrieks-

Eiermijn
Roermond
Locoprijzen

Londen

Londen

Londen per
• f.o.b.
(LUX III)
p.
Eng, I. f.o.b.
Londen
per
Londen
per ounce
per Standard
Noteering
kaas
ki. mjmerk
P

100 St.
per Eng. ton

per Eng. ton
Eng ton
.

Middlesbrough
per Eng. ton
Antwerpen
Eng.ton
line
Ounce

f1.
OJ
o

f1.
OI
f1.
OJ
Ole

£
°lo
£
0!
o

Sh.
°Jo
sh.
°Io
£
0
/s
sh.
O/
pence
Oj

2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816 100,0
261.171-
100,0
73!-
IOOO
67/-
100,-
36.3/6
100,-
8516
100,-
32
1
18
100,0
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11- 93,5
31.1/6
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
68/8
102,5
34.2/6
94,3
85/-
99,5
28U6
89,3
2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
244f-
66,4 290.41-
110,8
73!-
100,0
64/6
96,3.
28.10/-
78,8
85/-
99,5 26
3
14
83,3
2,11
91,3
48,05 85,8
7,99 87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8 227.51-
86,8
661-
90,4
62/8
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
1
81,1
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.176
68,8
85f-

99,5 24
7
116
76,2
1,66
71,9
38,45
68,7 6,72
73,2
54.131- 88,0
18.116
49,6
142.5/-
54,3
67/-
91,8
59/6
88,8
16.17/-
46,6
85/-
99,5
1713/16
55,4
1,34
58,0
31,30 56,9
5,35
58,3
36.51- 58,4
12.1/-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
11.106
31,9
9216 108,2
13le
41,6
0,94
40,7
22,70
40,5
4,14
45,1
22.17/- 36,8
8.121- 23,6
9721-
37,1
421-
57,5
371-

55,2
9.16-
27,1
118f-

138,0
12
7
18
40,1

‘i,61 69,7
32,25 57,6
6,63
72,2
45.716
73,1
14.-16
38,5
11681-
44,4
6016


82,9
51/6
76,9
12.18/6
35,7
851- 99,5
13
7
(
43,2
1,66
71,9
33,80 60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.516
36,4
117.-6
44,7
5816
80,3
50/7
75,5
12.101-
34,6
851-
99,5
1211
2

38$
1,47
63,6
35,00 62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.3j6
36,2
122.11-
46,6
5816
80,3
48/10
72,9
12.8/6
34,3
85/-
99,5
13
7
116
41,8
1,35
58,4
31,60 56,4
4,20
45,8
42:1516
68,9
12.101-
34,3
113.4j-
43,2
58/6
80,3
49/6
73,9
11.121-
32,1
85/-
99,5
13
1
1
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,(Y75
44
1
4
39.616
63,4
11.10/6
31,6
104.171-
40,0
5816
80,3
48/-
71,6
10.13/6
29,5
851- 99,5
12
1
!16
40,3
1,29
55,8
33,50
59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
47/1
70,3
11.10/-
31,8
85/-
99,5
128
40,1
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
34.141-
55,9
12.1516
35,1
112.516
42,9
5816
80,3
48/9
72,8
12.11/-
34,7
85/-
99,5
13
1
1,
41,2
1,30
56,3
36,00
64,3
4,98 54,2
32.151- .
52,8
11.19,6
32,9
114.1916
43,9
5816
80,3
47(9
71,3
11.1416
32,4
85/-
99,5
12
13
1
39,9
1,27
55,0
32,25
57,6
5,775

62,9
30.316
48
1
6
11.41-
31,1
111.161- 42,7
5516
76,0
46/7
69,5
10.191-
30,3
9113
106,8
13l1
41,4
1,24
53,7
26,25
46
1
9
6,275 68,4
28.216
45,3
10.96
28,8
101.116
38,6
46!-
63,0
4418
66,7
10.716
28,7
10613
124,3
13
13
11
43,0
1,17
50,6
24,75
44,2
7,07
77,0
27.1916
45,1
11.51-
30,9
102.-!-
39,0
. 44/6
61,0
43/6
64,9
10.15/6
29,6
11019
129,5
14
1
19
45,1
1,18
51,1
21,40
38,2
5,325 58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.17/6
37,8
416
56,8
43/3
64,6
10.216
28,0
122f6
143,3
14
5
116
44,6

1,16
50,2
25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
. 44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
4116
56,8
42/-
62,7
10.616
28,5
120/3
140,7
13
1
18
43,2
1,34
58,0
27,75
49,6
3,79
41,3
26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
416
56,8
401-
59,7
10-1-
27,6
119/6
139,9
14
43,6 0,98
42,4
23,65
42,2
3,425 37,3
24.181-
40,1
9.91- 25,9
96.61- 36,8
441-
60,3
40/-
59,7
9.1 1f-
26,4
1 14/-
133,5
13
3
(
4

42,8
0,99
42,9
19,60
35,0
2,775 30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
37/6 56,0
9.2-
25,2
1 10/3
129.0
I3ij
40,9
0,82 35,5
19,65
35,1
2,88
31,4
21.61-
34,3
8.-1-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0 9.91-
26,1
112/9
132,0
12
5
18
39,3
1,11
48,1
24,25
43,3
3,08
33,5
20.12/6
33,2
7.5/-
19,9
84.91-
• 32,3
441- 60,3
37/6
56,0
8.13/-
23,9
13f6
132,7
125I
39,3
0,96
41,6
19,55
34,9
3,125 34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42j6
58,2
371-

55,2
8.616
.23,0
116/-
135,7
l2
3
I
38,5
0,76
32,9
17,90
32,0 3,72
40.6
22.416
35,8
7.1716
21,6
101-1-
38,6
421-
575
36/6
54,5
9.13/6
26,7
118/6
138,6
12
1
l1e
39,9
0,84
36,4
19,70
35,2
4,64 50,5 25.81-
40,9
9.1016
26,1 109.916
41,8
421-

.
57,5
351-
52,2
11.2/-
30,7
118/9
138,8
13
40,5
0,82
35,5 25,50
45,5
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5 10.8/6
28,8
12116
142,1 12
1
1
38,9
0,81
35,1
26,50 47,3
6,65 72,4 21.191-
354
8.416
22,6
104.716
39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
12519
147,2
12116
38,3
0,73
31,6
22,55 40,3
5,125 55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6
125/9
147,2
11
1
12
35,8

0,73 31,6
21,75
38,8
4,27 46,7
• 19.17/-
32,0
7.8/-
20,3
100.116 38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.19/-
27,5
12218
143,5
11
11
116
36,4
0,76
6
)
32,9
– –
3,90 42,5
20.216
32,4
7.91-
20,5
106.616
40,6 41/6
56,8
3416
51,5
9.15/-
27,0
11919
140,1
11
1
/1e
37,2
0,677)
. 28,7
21,25
7

38,0
4,50
49.0
20.11/6
33,1
7.516
20,0
105.-16
40,2
4116
56,8
33/6 50,0
9.1516
27,0
I19I0
140,2
11
3
/4
36,7
0,58
8
)
25,1
21,OOSi
37,5
4,90 53,4
20.2/6
32,4
7.7/-
20,2
103.1516
39,6
41/-
56,2
33/6
50,0
9.161-
27,1
12016
141,0
1171
37,0
0,60
9
)
26,0
20,5001
36.6
4,10
44,7
19.1516
31,9 1
7.516
20,0
102.716
39,1

1
41/-
56,2 1
351
52,2
9.1216 1
26,6
12115
1142,0
11
1
5/j
37,2

5 Sept.
1932
79 K.G.
La Plata.
)
Tot Jan.
1928 Western;
vanaf
Jan.
1928 tot
16 Dec. 1929 American
No.
2. van
16
Dec. 1929
tot 26
Mei
1930
7415 K.G.
Hongaarsche
115 K.G.
Zuid-Russische.
Van 23
Mei-19
Sept. 1932
No.
3 Canada.
5)
De
jaargemiddelden
zijn berekend
uit
de
gemiddelde
prijzen
van Jan.,
Feb.
en Maart
van

btxN
GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTE

VURENHOUT
S T E E N E N
CACAO


KOFFIE
RUBBER’)
SUIKER
THEE basis 7″
f.o.b.
Zwedenj
binnenmutir

buitenmuur
G.F. Accra
COPRA
Ned.-Ind. f.m.s.
Robusta
Locoprijzen
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
suiker loco
AfI. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Finland
per standaard
per

per
per
50 K.G. ci.!.
Nederland

per 100 K.G.
Amsterdam
Rotterdam
per
1
12 K.G.
Sheets loco Londen
R’damlA’dam
per 100 K.G.
Java- en Suma-
trathee p.
1
/
2
KG.
van 4.672 M
3
.
per 1000 stuks

per 1000 stuks
per Ib.

t
1
/o
t
0/
f

0
/o
8h.
0/
f
III
ets.
0/
Sh.
0/
f1.
015

cts.
0/

159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
0

100,0
61,375
100,0
211 1,623
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375 90,2
21-
.67,4
17,50
93.3
94,25
111,5
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,625
90,9
46,875 76,4
116,375
51,6
19,12
1

102,0
82,75
97,9
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
57/3
134,9
31,875
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
21,379
76,3
50,75
82,7
-110,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
2262
5

63,1
32
52,1
-15.8
7
5
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,370
42,9
25
40,7
-/3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
69,00
43,2




1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1 -11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25
33,4

125.00
78,2
•10-
64,5
21,-
110,5
26/4
62,0
18,25
50,9 28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
22/2
52,2
18,12
5

50,7
26,25 42,8
-/3,875
10.9
8,20
43,7
53
62,7
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
22/6
52,9
18,62
6

51,9 25,50 41,5 -13,75
10,5
8.30 44,3
45
53,3
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
22/7′
53,1
17,50
48,8
24,75 40,3 -13,125
8,8
8,57
5

45,7
43
50,9
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2110
49,4
15,37
5

42,9
25
40,7
-13,125
8
1
8
8,50
45,3 40,25 47,6
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,125
39,4 25,75 42,0
-13,125
8,8
8,576
45,7
39,50
46.7
110,00
68,9
10,50 67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-13
8,4
8,77
6

48,6
38,25
45,3
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,125
39,4
25,50
41,5 -12,5 7,0
7,90
42,1
38,50
45,6
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
22/7
53,1
13,375
37,3
23,75
38,7 -12,375
6,7
7,52
5

40,1
37,50 44,4
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2110
49,4
13,25
36,9
23
37,5
-12,375
6,7
7,55
. 40,3
37,75
44,7 100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/2
49,8
13,75
38,3
23
37,5
-12,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
1813
42,9
12,75
35,5
23
37,5
-/2,25
6,3
6,75
36,0
35
41,4

82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5

36,6
23
37,5
-12,125
6,0
7,35
39,2
32
37,9
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
-12
5,6
7,05 37,6 30 35,5
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
2119
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-11,625
4,6
6,25 33,3
31
36,7
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-11,5
4,2
5,90
31,5
29,25
34,6
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
5,62
5

30,0
30,25
35,7 70,00
43,8
8,50
54,8
15,.-
78,9
2016
48,2
12,37
5

34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33,7
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,37
6

34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
63,00
39,4
8,50
54,8
1b,-
78,9
20/7

48,4
12,37
5

34,5
24
39,1
-11,75
4,9
6
1
57
35,1
22,75
26,9
60,00
37,6 8,75
56,5
15,-
78,9
21(2 49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-/2,125
6,0
6,52
5

34,8
23,75
28,1
63,50
39,7

581
14,50
76,3 18/8
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2

1
1,75
4,9 6,32
5

33,7
28,50
33,7
63,50
39,7
9,50
613
14,25
75,0 17/6 41,2
.

12,12
33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9
5,870
31,3
30,75
36,4
65,00
40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9 5,50 29,3
28,25
33,4

70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
16/6
38,8
11,45
31,9
24
39,1
-/1,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
70,00
43,8
15/11
37,5
10,62
5

29,6
24
39,1
-(1,5
4,2
5,25
28,0 26,50
52

31,4
70,00
43,8
.

161-
37,6
11,12
6

31,0
24
39,1
-11,5
4,2 5,75
30,7
27
8
)
32,0
70,00
43,8
15(7
10

37,0
10,75
30,0
24
39,1
-11,5
4,2
5,75
30,7
70,00
43,8

151911

37,1
10,-
27,9
23,50 38,3

1
1,4375
4,0
5,62
5
30,0
1
N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudbasis omgerekend

184

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
Maart 1933

het l’ond .00rzak was van de terughoudendheid der koo-
pers. De noteeringen op cle L o
ii
cl e u s c h e termijnmarkt
volgden de fluctuaties te New-York en gaveu aan liet slot
liet volgende beeld te zien : Mrt. Sli.
5/4%,
Mei Shi. 5/8
1

Aug. 3h. 5111% en Dec. 3h. 6/1%, ruwsuiker basis 96 pqt
c.i.f.
Op Ja v a verkocht cle N.I.V.A.S. nog ca. 33.006 torts
Superieur en es. 2000 tons bruine suiker.
II
i e r te 1 a n cl e bleven de fluctuaties zeer gering. De
A m s te r d a ni s cli e termijnnoteeringen luidden, na cccii.
ge
kleine schommelingen, aan het slot: Mrt.
f
5
)’8.
Mi

f
5%, Aug. f6.- en Dec.
f
63/4. De omzet bedroeg 2850
tons.

KOFFIE.

De stemming is en blijft kalm, bij zeer matigen af zet,
De kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië liepen in de afgeloopen week voor Santos 5 A 10 dollarcetits on voor
Rio 10 ï 15 ‘clollarcents per cwt. terug. Het cijfer clar
verschepingen gedurende de vorige week uit de twee voor-
naamste havens van Brazilië was evenwel niet slecht. Van
Santos gingen naar Europa 60.000 balen tegen 92.000 balen in de week claarvdôr en naar Noord-Amerika 123.000 baleii
tegen 104.000 balen. Van Rio gingen naar Europt 47.000 balen tegen 17.000 balen en naar Noord-Amerika 29.000
balen tegen 15.000 balen, Ook cle hoeveelheid, welke door
San’tos als in de afgeloopen week verkocht, wordt opge-
geven, is niet
onbevredigend.
Naar Europa werden namelijk verkocht 60.000 balen tegen 97.000 balen in de week daar.
v&r en naar Noord-Amerika 124.000 balen tegen 102.000
balen, dus tezamen 184.000 balen tegen 199.000 halen.
Nu acht maanden (ofwel 2/3 gedeelte) van ht loopende oogstjaar achter den rug zijn, is een vergelijking van den
uitvoer van Brazilië in 1932/33 met dien van vorige jaren
in zeker op-zicht wel intressant. Rekening dient er mede
gehouden
te
worden, dat door den opstand in Sao Paulo
,
de
uitvoer uit Santos gedurende cle eerste drie maanden van
het oogstjaar heeft stilgestaan en dat dus de cijfers van den
uitvoer uit deze haven moeten worden beschouwd als te loopen over vijf maanden inplaats van over acht. De ge-
heele uitvoer uit Santos bedroeg tot einde Februari
3.285.000 balen. Wanneer deze hoeveelheid dus wordt aaji-
genomen als geldend voor vijf maanden, zou, indien de
verschepingen gedurende Maart/Juni in dezelfde verho,&-
ding blijven, voor die vier maanden moeten worden g.
rekend op ongeveer 2.650.000 balen, wat dan zou leiden tot
een eindeijfer van ca. 5.935.000 balen tegen 9.737.000 balen
in 1931/32, 10.038.000 balen in 1930/31 en 9.517.000 balen
in 1929/30. De uitvoer uit de haven vau Rio bedroeg in de
eerste acht maanden ‘2.612.000 balen en zal, wanneer cle verschepingen in Maart/Juni in dezelfde verhouding blij.
van; in de volgende vier maanden bedragen ca. 1.300.000
balen, wat een totaal oplevert van en. 3.912.000 balen tegen
3.593.000 balen in 1931/32, 4.566.000 balen in 1930/31 en
2.679.000 balen ‘in 1929/30. Voor de beide havens tezamen
worden de eindeijfers clan: es. 9.850.000 balen in 1932/33
tegen 13.330.000 balen in 1931132, 14.604.000 balen in
1930/31 en 12.196.000 balen in 1929/30. Welk groot nadeel
de Sao Paulo-opstand van verleden jaar aan den koffie-
export van Bra.ailië heeft toegebracht, spreekt ‘uit boven-
staande cijfers wel op zeer duidelijke wijze.
Officieel is bekend gemaakt, dat in cle vorige week ver-nietigd zijn 13.000 balen te Rio, 26.000 balen te Santos en
7000 balen te Victoria. De hoeveelheid, op de andere plaat-
sen vernietigd, wordt niet genoemd.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos zijn op het
•oogenblik voor gewoon goed beschreven Superior Sautos
op prompte verscheing ongeveer $ 9.80
a
9.95 per ewt. en
voor dito Prime ongeveer $ 9.95 Ii 10.15, terwijl zij voor
Rio type New-York 7 niet beschrijving, prompte versche-
ping, zijn $ 8.55 k 8.70.
Van Haïti wordt ‘bericht, dat verscheept zijn in Januari
74.000 balen en van het begin van den oogst (October) tot
31 Januari 230.000 balen. De ramidg van de’ nog voor ver-
scheping in het loopende oogstjaar ‘beschikbare hoeveelheid
bedraagt es. 200.000 balen, zoodat de geheele oogst ge-
raamcl wordt op es. 504.000 balen. De ramning van San
Domriingo voor het loopende oogstjaar bedraagt 175.0pO
balen. Voor het geheele eiland is de.raming cluscg. 679.000
balen tegen een opbrengst van 560.000 ‘balen i. 931/3,
488.000 balen in 1930/31 en 650.000 balen ‘in 1929/30.
Van Nederlandsch-Indië is bericht ontvangen, dat de uit-
klaringen van Java, Sumatra en Celebes in Januari be-
dragen hebben 50.253 balen tegen 76.555 balen in Januari

1932. De uitklaringen in liet geliecle jaar 1932 hebben be-
dragen 1.498.600 balen tegen 936.800 ‘balen iii 1931.
Met cle elf-prijzen voor cle ongewasschen Sumatra Ho-
busta-soorten is Indië eer iets. hooger (ongeveer
%,
et.)
dan verleden week, doch van gewasscheu Robusta is cle
prijs nog onveranderd. Be elf-prijzen in de eerste
b
.
and zijn
01) het oogenblik aan te nemen op:
Palenibang Robusta, Maart.vcrscheping,
1.7%;
et.; ‘Ban-
koelen Robusta, Macurt-verseheping. 18% ct.; Mandheli ig
,Robusta, Maart-verscheping, 19 % cl.; W.T.B. faq. Rohus-
ta, Maart-verscheping, 22% ct., alles per % .K.G. cif, uit-
geleverd gewicht, netto contant.
IDe noteeringen aan dle Rotterdamsche termijnmarkt lie.
pen IA 1. 3/ et. terug. Maart noteert thans
19%,
Mei 18
3
/8,
Septeiriber 17% en December 17% ct. per % K.G.
De officieele loco-noteering van Superior. Santos werd
verlaagd! van ’28 op 27 cl. per % N.G. en clie van Robusta
van 24
oh)
23% ct.

i)e slotuotceringen te ‘New-York varen

Gemengd contract

Sa ntos-eontract
(basis Rio No. 7)

(basis Santos No. 4)
Mrt. Mci Sept. Dec. Mrt. Mei Sept. Dec.
27 Februari $ 5.43 5.43 5.11 5:03

8.15 7.89 7.32 7.19
20 Februari

5.66 5.46′ 5.03 4.92

8.22 7.90 7.23 7.07
11 Februari

., 5.63 5.42 4.94 4.82

8.18 7.78 7.16 6.99
6 Februari .,5.72 5.46 4.95 4.85

8.20 7.74 7.17 7.02

Rotterdam, 28 Februari 1933.

(Vervolg van (lfJ. 178.)

Bank.boei 1932.
(Uitgave van het I)agblad ,,De ‘l’ele-
graaf

).
Dit is dc negende jaarlijksche uitgave ‘van de serie be-
schouwingen over liet Nederlandsche bankwezen, die ge-
regeld in ,,De Telegraaf” worden gepubliceerd. Achtereen.
volgens w’orden behandeld: de circulatiehanken, de alge. meene banken, de Neci -Indische banken, de Banken met
meer geografisch beperkt belang, banken met speciaal ka.
rakter, een instelling voor dc financiering van afbe’talings-cred.iet, banken met speciaal belang hij de bouwnijverheid
en banken, die meer speciaal in het buitenland werkzaam
zijn.
De heer Paardekooper hee’f t, evenals vorige jaren, w’ecler
zijn medewerking aan de samenstelling van dl it boek ver-
leeiicl.

Pro en contra bela.stingverhoo ging
door J. J. Bekaar
en Prof. Dr. H.
W. 0.
Bordewijk. (Baarn 1932;
N.V.
Hollandia-Drukkerij. Prijs ingen. f1.-).

Dc heer Bekaar acht een verhooging van cle inkomsten-
en verniogen’s’belastiug gewenscht evenals een verh’ooging
van cle dividend- en successiebelastiug. Verder verhooging
van de tabaksbelasting en den w’ijnaecijns en van de be-
lasting op automobielen.
Tegenstander van cle verhooging van de iiiko’nisten- en
‘.ermogen.shelasti ng bctoont zich Prof. Bordewijk. Juist
verlaging is volgens heni gewcnscht, teneindle den kostprijs
van cle productie te verlagen en de kapitaalvorming te
dloeri toenemen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs ingenaaid
f
3,-.

Gebonden
f 4,75.

Voor leden der’Vereeniging en geabon-

neerden op het Weekblad wordt dit werk

beschikbaar gesteld tegen den prijs van

f
2,50 ingenaaid en
f
4,- gebonden.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het

Instituut, Pieter de Hoochweg 122, onder ‘gelijk-

tijdige remise per postwissel of op postchèque. en

girorekening No.
8408, Rotterdam.

Auteur