Ga direct naar de content

Jrg. 17, editie 884

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 7 1932

7 DECEMBER 1935

AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEZ.

Economi*sch~’Statisti*sche

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

17E JAARGANG

WOENSDAG 7 DECEMBER
1932

No. 884
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. 0. Af. Verrijn Stuart.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hosselt; Jhr. Mr. L. H. van

Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.

Polak; Mr. •Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen

Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis

Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrjn Stuart.

Redacteur-Secretaris: Dr. H. M. E. A. van der Valk.

Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement

volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver

tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam.

Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekewing No

145192.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van he

Instituut ontvangen het weekblad grati8.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-

vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-

ver daaromtrent niet anders wordt beslist.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeploatweg.

6 DECEMBER 1932.

– Ook deze week kwam er in den toestand van de
geidmarkt geen verandering. De noteeringen bleven
voor prolongatie 1. pOt.; voor particulier disconto
34
4
pCt. en voor cailgeld
34
pOt., alles nominaal.

i3lijkens den weekstaat van De Nederlancische Bank
i.s de post binnenlandsehe wissels met
f
2,3 millioen

toegenomen. De beleeningen vermeerc1ecLen met
f
1,2

millioen. Het voorschot aan het Rijk, dat de vQrige
w’eek
j
12,5 millioen bedroeg, heeft plaats gemaakt
voor een tegoed in rekening-courant van f1,2 mil-
lioen. De posten papier op het buitenland en diverse
rekeningen onder cle activa geven geen wijzigingen
van beteekenis te zien.
i)e goudv6orraad blijkt met een zeer klein bedrag
te zijn gedaald; de voorraad zilver steeg daarentegen
met f 481.100.
Onder de passiva der Bank nam de biljettencircula-
tie met
f
14,5 millioen toe. De saldi in rekening-cou-rant van anderen ver toonen een teruggang van
f
23,3
mi.11ioen. Het beschikbaar metaalsaldo is met
f
3,8
millioen gestegen; het dekkingspercentage bedraagt
nagenoeg 83 pOt, evenals de vorige week.

* *
*

Op de wisselmarkt is de situatie de afgeloopen be

richtsweek onveranderd gebleven. De koersen bleven
flauw en cle onzekere telkens wisselende stemming was oorzaiik, dat het aantal zaken tot een minimum
beperkt bleef. Door deze kleine markt waren de koers-
schommelingen groot; een verschil van b.v. 1 pOt.
in den Ponden.koers in een tijdsverloop van een uur,
kwam meermalen voor. Uiteindelijk veranderde het
Pond niet veel: 7.9i.34.82-8.09-7.92; Dollars be-
wogen zich tusschen de 2.4815 en 2.4800, slot 2.488234.
$/f
noteerden 3.14363.2534-3.1′?34. Marken konden
zich iets veibeteren 59.10-59.14. Fransche Franes
liepen nog wat terug 9.73.-9.72. Belga’s handhaafclen
zich rond de 34.45, Zwitsersche Francs rond de 47.84.
Lres kwamen van 12.70 op 12.60. Peseta’s onveran-
dérd 20.30. Kopenhagen. 41.10, Oslo 40.60 en Stock-
holm. 43.45. Oanadeesche Dollars 2.11. Yen noteerden
5016, Rupees ca. 60.

Poncien op één en dri.c niaancien waren vaster, nl.
‘fio
en cent onder kassa, Dollars op deze termijnen
2234 en 50 punten •déport.

De omzetten in baren goud waren weliswaar niet
groot, maar toch werden kleine transacties afgesloten;
men betaalde f 1.649,25. In Londen werd Woensdag
I.I. de hoogste prijs tot nu. toe vqor goud genoteerd:
13018. Eagles doen 2.49, Sovereigns 12.00.

LONDEN, .5 DECESJ1BE:I{ 1932.

Yi.ettegenstaande de ongeëvenaarcle geldverschui-
ving op 1 December, welke betalingen van en aan de
Bank van Jngeland van ongeveer £ 700 millioen te-
weegbracht, verliep die dag, dank zij de zorgvuldig
geniaakte voorbereiding, gemakkelijk en uiterst kalm
en zonder eenig teeken van buitengewone drukte m
bedrijvigheid. Op den 2clen en 3clen had de markt
groote betalingen te doen voor toegewezen schatkist-
biljetten, t.och ook op clie data was van eenige
pressie geen sprake.

Disconto bleef tot Vrijdag vast op pim. 17
1o
_lh/
a2

in cle ver’achting, dat cle nieuwe inschrijving op dien
dag tegen ongeveer het vorige percentage van
11/16

pOt. zoucle plaats, hebben. Op Vrijdag bleek echter,
dat er goede koopers tot lagere prijzen optraden, ten-
gevolge waarvan de toewijzingen tot pl.m.
7/
konden
geschieden.

De noteering van prinla clri.e-maands bankaceepten
stelt zich nu op /s—/io pOt. en voor schatkistpapier
op
%_1311
pOt.

De dev iezen mark t waS
ii
erveus en aan bedui clende flu.ct!.iaties onderhevig tengevolgevan de onzekerheid
ten opzich te van de oorlogsschuldbetal in gën aan Ame-
rika. De omzetten zijn echter betrekkelijk klein, docl1
hebben een onevenredig g±ooten invloed op de prijzen.
Dollars en Guldens eindigen de week op 3.1834 en 7.91 16 en zijn heden na Vrij groote schommelingen:
3.1.734-18 en 7.90-91.

966

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December 1932

HET VERSLAG VAN DE VERZEKERINGS-

KAMER OVER 1931.

De verzamel-halans der gezamenlijke levensverzeke-

ring-maatschappijen per ult.imo 1931. is veel moeilijker
leesbaar dan andere jaren. Foroiéel sluit deze met
rond
f 184
millioen winst, een bedrag zelfs nog iets
hooger dan cie voorafgaande jaren, maar daarnaast
blijkt rond
f
64i’ millioen op effecten te zijn afge-
schreven. Deze
f
64V2 millioen loopt maar ten deele
over de winst- en verliesrekeningeri; de maatschap-
pijen hebben de bij de meeste hunner van oudsher
bestaande usance om beleggingswi.nsten buiten de
winst- en verliesrekening te houden consequent vol-
gehouden nu er eens een verliesjaar was.
De
f
64Y m.illioen koeriverliezen
zijn
gefinan-

cierd: voor ongeveer
.
1’46Y2 niiliioen uit cie extra-
reserven en voor ruim f12 millioen uit daartoe ge-
mobiliseerde, niet-zichtbare reserveii, een kleine rest
komt uit andere bronnen. De totale zichtbare extra-
reserven bedragen ultimo 1.031, na toevoegingen uit
de winst, rond
T
36 millioen tegen
f
73 millioen het

vorige jaar.
hiermede heeft het ‘bedrijf bereikt, dat in over-
wegende hoofdzaak de grondslagen, waarop ook te
voren activa en passiva in balans gebracht werden,

onaangetast bleven.
Verreweg cie meeste maatschappijen bleven cle effec-.
ten-portefeuille op heurskoers per uiti m o vaardeeren;
aan de grootste passief-post, cle wiskiindige reserve,
in totaal
f
763 millioen, is weliswaar cia bovenge-

noemde
,f
12 millioe.n onttrokken, doch niettemin
blijft dit een met flollandsche onizi.chtigheid be-
rekende reserve, al moet worden toegegeven, dat dc
altijd al bestaande verschillen iii de mate waarin om-zichtigheid geweuscht is, dit jaar eenigszins geaccen-

tueerd zijn.
De
f
643 millioen afschrijvingen betreffen een be-
legde portefeuille aan effecten, verdeeld als volgt:

buitenlaticische bi uiicnlandsehe
jaar

aandecleii

obligaties

obligaties

Totaal
millioen

millioen

miii iozn

millioen

1929

25.9

74,4

139,3

239,6 1930

31,—

86,7

1.49,3

267,0
1931

20,1

67,2

129,

216,5

in verhouding tot den omvang der effecten-porte-
feuilles blijkt dus zonneklaar, dat wij ultimo 1931
voor zéér abnormale toestanden stonden; het verlies
betrof bovendien alle Lestandcleeien. Een. herhaling
van dit verlies in eeuzelfden omvang per ultimo 1932, al zouden verreweg de meeste maatschappijen dit nog
gemakkelijk hebben kunnen financieren, is niet erg

waarschijnlijk.
Een boekverlies hebben de meeste maatschappijen
deze afschrijvingen genoemd en, inderdaad, voor ver-
schillende categorieën effecten is sedertdien een
zeer merkbaar herstel ingetreden. ik breng eenige
koersen i:n herinnering.

Fonds.

Koers ter beurze van Amsterdam op
ongeveer ultimo ongeveer ciude
Aandeelen

1.9-1931
Dec.
1931

Nov.
1932
Amsterciamsche Bank ..

130

93

102
Unilever ……………
139

90

112
Ned. Scheepvaart Unie ..

94

63

61

Binnenlandsche obligaties
4
%
Nederland
1931
102
88
1.00
4

%
Oost-Indië
1931

..
98
76
94
4
%
Ainsteiclain
1931
98
77
91
4
%
Nationale H. Bak
100
84
99
4
%
Ned.-Ind. Gas
1908

.101
97
102

Buitenlandsche obligaties
4
%
Fundingloa.n

…….
91
57
71
4
%
Am. Tel. Tel. Cy
1936
.

99
1.00
98
4
%

Atch. Topeka

and
Sailta

F6,

1995

…….
100 86
91

Uit dit korte maar leerzame lijstjh blijlct wel clui-
delijk, dat er vooralsnog geen spralce van is, dat cie

heele
ƒ
64Y2 millioen terugkeert. Echter wil dat •niet

INHOUD:

Blz.

lli’ VERSLAG VAN DE ‘ERZEEERINGSkAMKR ovER
1931
dooi

Prof. Dr. A. 0. Hotwercla ………………….
966

Het wetsontwerp bevattende tijdelijke maatregelen ter
bevordering
van eene
zooveel

mogelijk

evenredige
vrachtverdeeling in de binnenscheepvaart door
Jan
Schilthuis

…………………………………
968

Het initiatief-voorstel tot wijziging
van de
winkelslui-
tiugswet door
A. L. Jansen

………………….
970

Een

particulier experiment

niet

eene

internationale
valuta door
.I)r. Emjle

Vervjers ………………..
971

De nood der Twentsche text.ielindustrie door
H. (er Knile
973

De
politiek der Nederlaudsclie kolenmijnen met Na-
schrift door
Dr. A. de Graaff…………….
……
974

De vestiging van een aluminiumindustrie in Nederland
980
AAN’i’EEKENINGEN:

De
wereldproductie van granen

………………
980
Bescherming van
de metaalproductie in
de wereld ..
981

De beurs in
de
afgeloopen maanden ……………
982

MAANIXJIJFERS:

lndexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
982

Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zout-
wijnen ………………………………….
983

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
983-988

Gelakoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

zeggen, dat al wat niet direct terugkomt, verlies is.
Voor zoover obligaties rente en aflossing blijven be-

talen, zooals al onze Nederlandsche overheids-obliga-ties, is er van reëel verlies geen spralce. Alen vindt de
afschrijvingen terug in een vermeerderde rentabili-
teit van. cie aldus afgeschreven portefeuille. Dit geldt
niet voor ‘bv. cle Ponden-effecten; doch daarbij moet
men, bedenken, dat cie maatschappijen ook een niet
onbeteekenencte Ponden-verplichting hebben (polissen
iii Ponden) en deze verplichtingen, verscholen in de
wiskundige reserve, evenzeer cleprecieerden. Ook hier
is du.s het reëele verlies getemperd.
Wederom is de onafwijsbare noodzaak van valuta-
evenwicht gebleken. Persoonlijk ben ik wel eens ge-
rieigd geweest om geen critielc uit te oefenen op de
uitspraak, dat het toelaatbaar te achten is, dat een
klein deel der Guldens-verplichtingen in andere ster-Ice valuta belegd werd, mits in waarden van een der-
gelijke courantheid, dat deze als liet ware over nacht
lconclen worden afgestooten. Dit oordeel is, ook in
(lezen zeer gematigden vorm, te herzien en men mag de maatschappijen gelukkig prijzen – gelukkig verre-
weg cle meeste – die een strilct valuta-evenwicht als
basis van, hunne heleggings-politiek kozer. Immers
effecten, z66 courant, dat een beteekenend dluantum
ook in. moeilijke tijden hnel af te stooten is, bestaan
niet, hebben althans in de vlak achter ons liggende
maanden hérhaaldelijk niet bestaan. Realiseeren over
nacht helpt ook niet, nu het Pond ons dat een valuta over nacht 25 pOt. kan deprecieeren, zoodat dan elke realisatie, hoe snel ook, toch te laat
komt.
at
,
trouwens,
zijn
,,sterke” valuta in een tijd
als deze? Ik schaar mij daarom vopr de volle 100 pOt.
achter het oordeel der Verzekeringskamer in haar
verslag over 1930 geventileerd en nu in dat over 1931
wederom onderstreept: valuta – evenwicht!
Wat cle andere beleggingen betreft, moge nog een
oogeublik stil worden, gestaan, bij dcii anderen grooten
post: hypotheken. Ik citeer cle volgende cijfers.

Belegd

Executies
jaar

iii hypo-

Aantal

Totaal lie-

Totaat verlies
thekeim

executies clrag der schuld

bij executie
1929 . f325.100.000

34

f 711.700

f60.700
1930

.. 350.700.000

39

,. 764.100

,. 9.900
1931

. .. 369.300.000

32

.. 1.1.76.900

., 55.800

Beleggen zonder verlies is niet mogelijk, in welk
object clan ook. Doch uit deze cijfers blijkt toch wel
zonneklaar, dat mle verliezen op de hypotheken-porte-

7 December 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

967

feuille minimaal zijn, als men. deze met die op eff ee-
ten vergelijkt. Zelfs al zouden cle executies in omvang
en verlies aanzienlijk toenemen, en eenigszins zuilen zij
dat, voorshands zeker, blijven dit voor de financieele
draagkracht der Nederlan dsche levensverzekering-
maatschappijen mini male bedragen.
Nu kunnen verliezen op hypotheken gecam.oufleerd
worden, als men de executies ophoudt door zeer vrij-
gevig te zijn met liet verieenen van uitstel van aflos-
si ng en rentebetali ng. Uitstel van aflossing is niet na te gaan, maar dat uitstel van ren4ebetaling per ultimo
1931 niet bestond, blijkt wel hieruit, dat per ultimo
van de rond
f 18
m.illioen hypotheekrente nog geen
ton achterstallig was, en raadpleegt men cle jaarver-
slagen, clan was cle op
den
balansciatum. bestaande
achterstand hij het uitbrengen van de verslagen, 4 of
5 maanden later, als regel vrijwel altijd tot een onbe-
teckenenci minimum gereduceerd, zoo al niet verdwe-
.nen.
Verliezen op hypotheek kunnen ook gecamoci.fleercl
worden door het instituut der z.g. stroppen-maat-
sehappijen, of eigen inkoop. Voor zoover mij bekend
is geen. der Neclerlancische Levensverzekerin.gmaat-
schappijen in het gelukkige bezit van een st.roppen.-
maatschappij. Eigen inkoop komt voor, en terecht,
want (bit de levensverzeke.r.i.ngmaatschappijen, als
groot-beleggers, aldus tegen zeer lage prijzen in het
bezit komen van wkt meer vast goed, i.s op zich zelf
slechts toe te juichen. Misbruik bij eigen inkoop is
echter uitgesloten. Immers de levensverzekeraars moe-
ten van ille in hun bez.i.t zijnde vaste goederen zeer
uitvoerige gegevens publiceeren; te camoufleeren is

hier niets.
Gezonde financieele politiek kenmerkt in alle op-
zichten onze Nederlanclsclie levensverzeker.ingmaat-
schappijen.
inmiddels heeft de Verzekeringskamer ook eenige
ho,itenlandsche ondernemingen onder haar vleugelen,
d.w.z. de Nederlancl.sche portefeuille daarvan. Er is
geen enkele reden aa.n te nemen, dit deze buitenland-
she maatschappijen de belangen harër Nederlandsehe
verzekerden minder zouden behartigen dan onze na-
tionale maatschappijen zelf. Toch blijkt hier een
rnerlcwaardig ding, waarop ik niet kan nalaten cle aan-
dacht ‘te vestigen, omdat hier op
duidelijke
wijze naar
voren komt, hoe onze moderne wijze van wetten-maken
er dikwijls naast is, of beter gezegd, dat de hehancie-iin.g in cia Kamer een wet niet altijd verfraai.t.
Toen in
1921
cle wet op het Leven.sverzekeringbe-
drijf in openbare behandeling was, was er onder cle
levensverzekeraars verschil ‘vnn meening, of deponee-
ring van het vermogen, ten bedrage van de premie-
reserve, wenschelijk was of niet. De Commissie Nie-meyer, clie cie wet voorbereidde, stond op het stand-
punt, dat in deze wet, gebaseerd op het principe van
vrijheid doch openbaarheid, een depôt niet paste, een
standpunt, door cle Regeeri.n.g overgenomen. Op em-
stigen aandrang van. cle Kamer is echter te elfdemure
toch nog een depôt voor de buitenlandsche maat-
schap pijen. bi no en gesmokkeld.
Welke waarborg ligt nu, in. dat depôt? Ik citeer

thans eenige
cijfers
uit het jaarverslag der Verzeke-
in gska nier.

Prein je-reserve waar-
Waarde van het
‘lii a.tschapij
voor te deponeeren is depôt op ultiino
1931

1………
f
3.976.409
f
4.223.500
2………
.,

351.381

)
..

312.914
3………
.

1.107.804*)
.,

671.349
4.

……..
1.510.245

)
,,

696.869
5………
..

139.414
,.

139.411
6………
..

355.227
,.

282.458
7………
.. 6.303237
.. 4.774.443
8………
..

477.504
..

450.369

)
Deze maatschappijen
deponeereti
afzonderlijk voor de
verzekeringen,
gesloten vOôr
1-1-1924.

Een depôt is van waarde als er iets mis gaat. Wel-nu, op 31 December 1931 was het mis met de effec-

tenkoersen.. Gesteld, dat een dezer ‘maatschappijen op dat oogenblik in moe.ilijkheclen was geraaict, dan was
de kans, dat liet depôt nief
voldoende was, zeer groot
geweest. Gelukkig zijn er nergens moeilijkheden ge-
weest en konden, zooals liet verslag der Verzekerings-
kamer vermeldt, cle clepôts spoedig aangevuld worden.
,l)oor (te stijging der koerseü zullen deze nu zelfs wei
veel to groot zij.n. Alles is dus in de beste orde geko-
men. Maar dit neemt niet weg, dat het precies
01)
31

i)ecember 1931.
niet
in, orde was. Een depôt vao cl
premie-reserve
is
zeer zeker niet, zooals de voorstari-
clers der depôt-regelin.g dit in de Kamer voorstelde:n,
het summum van zekerheid. .De waarborg eener leven’s-
vcrzeke.ri:ngwaat’schappij tegenover haar verzelcerclen
ligt ciiet alléén in de premlereserve; zij dekt met haar
çjeheele
vermogen, haar verplichtingen.
Tot slot nog een ander punt. Hoe staat het met de
on twikkeli ig van de zaken van het leveosverzekeri ng-
bedrijf? Het antwoord is zee.r kort: best.
[let verslag van de Verzekeringskamer
wijdt
zeer
veel aandacht aan het verzekerde bedrag. Dit steeg
van 3% m.illiard in 1930 tot 4 milliard in 1931.
Deze maat om den omvang van het bedrijf te meten
is wel zeer usiotiëel, maar niet zonder gebreken. Men
telt dan toch allerlei heterogene zaken bij elkaar. Een
tijdelijke verzekering voor één jaar van een ton, bij-
voorbeeld, heeft voor het ‘bedrijf minder waarde dan
een van
f 1,0
mille gemengde verzekering van i.isan-
tiëelen duur.
i)e economische beteekenis van het bedrijf vorclt
tenslotte liet best gemeten aan het totaal van het in
haar bezit zijnde vermogen, of wel door de premie-
ontvangst. De z.g. spaamkassen e.n begrafenisfo.ndsen
bwterd beschouwing gelaten, zijn dle totalen . van cle
aet.iefz.ijcle der halansen (exclusief o.bligo op aan-
deden):

iii 199 ………….f775
millioen,
1930 …………….844
,854

en van (Ie premie-ontvangst, inclusief koopsommen
(na aftrek van herverzelcering)

iii 1929 ………….
f
106
mi.11ioen,
1930 ……………114
1931 ………….., 122

Ontwikkeling dus over do geheele linie. Zal dat
ioo doorgaan? Op den duur wellicht, ja; maar een’
directe onderbreking of althans een vertraging van cle
dpgaaiide
lijn
behoort niet tot de onwaarschijnlijk-
heden. Immers de groote koopkracht van het geld zal
liet moeilijker maken, de nieuw te sluiten posten op
hetzelfde niveau te houden. ‘Wie tien jaar geleden een
post van een ton sloot, bereikt nu een zelfde doel met
een polis van
f 60
mille. De algemeene verarming zal.
bovendien een neiging tot goedkoopere vormen van
‘erzetcering in de hand werken. Stelselmatige propa-.
gancla der maatschappijen kan echter een tegenwicht
vormen.

Toch is to voorzien, dat het debiet, zoo al niet klei-
‘oer, dan toch moeilijker zal, worden. Concentratie van
de nog altijd
204
Nederlandsche instellingen en in-
stellinkjes, clie de Verzekeringskarner onder haar ‘vlen-
gelen heeft, is, wat de toekomst ook brengen mag, een
reden tot verheugenis. In dat opzicht ishet jaar 1931
niet zonder -heteekenis. De Kosmos, per ultimo 1930
niet
f
33 millioen verzekerd bedrag, is overgenomen
door de Nederlanden van
1845;
de Nationale kwam
in 1931 in het bezit van het geheele aandeelen-kap.i-
taal der Vesta (ultimo 1931 met
f
46 millioen ver-
zekerd bedrag), een voor ons land nieuwe vorm van
concentratie.
De levensverzekering in haar huidigen vorm en
omvang is een betrekkelijk modern bedrijf. Een storm als deze is nog nooit over haar heen gegaan. Ongerept
houdt het schip nog zee en alles wijst erop, dat het
veilig in behouden haven zal komen.
Prof. Dr.-
A.-O. HOL WERDA.

988

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December 1932

HET WETSONTWERP BEVATTENDE TIJDELIJKE

MAATREGELEN TER BEVORDERING VAN EENE
ZOOVEEL MOGELIJK EVËNREDIGE VRACHTVER-
DEELING IN DE BINNENSCHEEPVAART.

Reeds geruimen tijd verkeert in Nederland de bin
nenscheepvaart in een cleplorabeleri toestand. Voort-
durend bestaat er voor een groot gedeelte der beschik-
bare scheepsruimte geen emplooi. Veel te lage tracht-
cijfers en het werkloos liggen van tallooze binnen-
schepen brengen een toenemend aantal van hen, die.
in de birinenscheepvaart hun bestaan plachten te vin-
den, steeds nader tot den financiëelen ondergang.
November heeft weliswaar voor sommige categorieën van dezen bedrijfstak verbetering gebracht, doch deze
kan slechts van tijdelijken aard lijn. Zij is veroorzaakt
door het telken jare gedurende een .aantal weken tot
vrachtverhooging leidende vervoer ‘van suikerbieten,
door vermeerderd vervoer. in het vooruitzicht van
den winter en van de kans op gesloten waterwegeTl,
van buitenlandsch graan en sommige andere goede-
rensoorten naar de Noordelijke provinciën en door
nog enkele andere seizoen verschijnselen, die zich alle
slechts korten tijd zullen, doen gelden.
De ellende in de binnenscheep’aart is niet alleen
ccii gevolg van de crisis. Zeer zeker heeft die wel door
cle vermindering van het goederenverkeer tot ver-
scherpi ng van cle moeilijkheden bijgedragen, doch ook
zonder de crisis zou de binne.nscheepvaart het zeer
waarschijnlijk moeilijk te verantwoorden hebben ge-
kregen. Zoo heeft bijvoorbeeld de uitbreiding; welke
het goederenverkeer per auto de laatste jaren heeft
ondergaan, verkeer aan de binnenscheepvaart ont-
trokken. Ook dat het niotorschip een steeds belang

rijker rol in de hinn.eascheepvaart is gaan vervullen
heeft tot het gebrek aan werkgelegenheid bijgedra-
gen, omdat deze schepen hun reizen sneller volhi’en

geIn, minder afhankelijk zijn van weersomstandighe-
den. Naarmate hun aantal toeneemt kan ook hij on-
verminderd vervoer het werk door een kleiner aantal
schepen worden verricht. Verder wordt cle eigenlijke
binnenvaart sterk benadeeld cl oor den ach itgang
van het Rijnverkeer cii ook deze is slechts ten dccle
een crisis-verschijnsel. ‘Weliswaar heeft namelijk de
crisis in aanzienlijke mate bijgedragen tot de vermin-dering der hoeveelhei.d goederen, die er op sten Rijn
te vervoeren vallen, doch tevens is die het gevolg van
de Du:itsche hevoordeeling der nationale zeehavens
hoven de Nederlandsche havens en Antwerpen. Reeds
sedert 1925 wordt die hevoorcleeli.ng in steeds sterker
mate toegepast. Vooral door middel van verlaagde

spoorwegtari even, de bekende Seehafen-Ausnahme-
Tarife, worden hij den Duitschen overzeeschen im- en
export en zelfs bij den (loorvoer steeds meer goederen,
die vroeger hun weg over den Rijn namen
., nu over
hamburg, Bremen en. Emdpn geleid. Veel verkeer is daardoor reeds adn den Rijn onttrokken en deze ver-
schuiving gaat nog altijd voort tea koste van de Neder-
lancische havens en Antwerpen en dus van de Rijn-
scheepvaart. Als een der gevolgen daarvan zoeken reeds
geru imen tijd vele Rijnschepen emplooi in de verdere
Nederlan clsche binnenvaart, hetgeen den slechten toe-
stand ‘daai’ nog heeft verergerd. Reeds lang is’ gezocht naar middelen om in dien toestand verbetering te bren-
gen, doch juist wegens het karakter der moeilijkheden
is het duidelijk, dat middelen daartoe zeer moeilijk te
vinden’zijn. De regeering heeft nu. op 22 November
bij cle Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend, dat
aan ‘de binnenscheepvaart een’igen steun zal moeten
verleenen, doch’ daar vermeerdering ‘van werkgelegen-
heid hier nauwelijks te ‘bereiken valt, zal die steun
slechts een geringe verlichting der
moeilijkheden
kun-
nen beteekenen. Er bestaat. nu eenmaal een ‘teveel
aan scheepsru’imte en zoo lang deze in, haar tegen-
voordigen -omvang in stand wordt gehouden,’ zou
slechts een directe financiëele steun uit de schatkist
de vele kline ondernemers kunnen helpen,.’ die in de
bunnenscheepvaart tot nog toe hun bestaan hebben

gevondlen. [‘let wetsontwerp voorziet niet in zulk een

steun en het zal daarom wei onvermijdelijk blijven,
çlat velen geholpen worden door de verschillende vor-
men van werkloozen-steun en armenzorg, zooals ‘oolc
nu het geval is.
WT
a
t liet wetsontwerp beoogt, is in de eerste plaats,
zooals art. 1 aangeeft, een ,,zooveel mogelijk even-
redige verdeeling van binnen het Rijk ten vervoer
per vaartuig, met bestemming naar binnen het Rijk
gelegen plaatsen, aangeboden goederen”.
Tercler streeft het wetsontwerp naar het ‘doen ver-
dwijnen van sommige misbruiken, clie mede als gevolg
van dle zwakke positie, welke cle schippers in den onder-
li ngen concurrentiestrijd innemen, in het bevrach-
tings-bedlrijf zijn ontstaan. Zoo zal bijvoorbeeld een
einde komen aan de voor de schippers dikwijls be-
staande en tot ongewenschte uitgaven en andere
nadeelen leidende nood zakelijkheid om d.e bevrachtin-
gen af te sluiten in café’s.
Meer evenredige verdeeling der te vervoeren goe-
dçren over de beschikbare scheepsru.imte zal voor de
gezamenlijke binnenvaart den toestand niet verbete-
ren. Wel kan,ee.n daarmee gepaard gaande verhooging
van het ellendige peil der vrachten zulk een veihete-
ring te weeg brengen, liet wetsontwerp heeft dan ook
tevens zulk een verhooging tea stoel. Bij het nastreven
van dit doel zal echter groote omzichtigheid dienen
te worden betracht, want een eenigsains belangrijke
verhooging zou gemakkelijk weder meer verkeer kun-
rica doen overgaan aan auto en spoorweg. Ook betee-
kent verhoog.ing der vrachten nieuwe henadeeling van
het toch reeds zoo onder de crisis lijdende bedrijfs-leven, en verdere bemoeili,jking van onze industrie
en onzen landbouw in den internationalen concurren-tiestrijd. Inderdaad kan ons bedrijfsleven een verhoo-
ging zijner productiekosten tegenwoordig wel zeer
slecht verdragen, maar verzet ui.t deen hoofde tegen
een kleine verhooging der vrachiten, zooals die waren
véér cle als tijdelijk te beschouwen verhooging van
November en die ‘een steeds grooter deel onzer bin-
nenscheepvaart met den ondergang bedreigden, is to’h
e.i gen lijk nauwelijks te rech tvaard i gen.

Ook op andere wijze nog zou het streven naar meer
evenredige verdeeling van het verkeer over de be-
sch i khare scheepsrui.mte het bed rijfsleven Is u’nnen
hinderen en in
zijn
ontwikkeling schaden. Zoo zijn er vele gevallen aan te wijzen, waarin vervrachters voor
het vervoer hunner goederen geregeld gebrui.k malcen
van de diensten van een beperkt aantal schippers,
dlie dus geregeld voor hen varen en dlie zij daartoe
hebben uitgekozen op grond van betrouwbaarheid,
vakbekwa amheid, ijver e.n dergelijlce eigenschappen.
Het zou onjuist zijn, aan zulke vaste relaties een einde
te maken en de ‘vervoerders te dwingen om hun goe-
dieren te laten vervoeren door schippers, die door een
hij de vet geschapen organisatie d’aartoe worden aan-
gewezen.

Ook de beurtvaart dient haar vrijhei.d te behouden,
evenals ondernemingen, di.e haar goederen met eigen
schepen vervoeren en schippers, die tevens zelf handel drijven in de goederen, welke ‘zij vervoeren.

In dit alles wordt door het wetsontwerp voorzien,
indien tenminste de wet
01)
cle in de Memorie van
Toch ch ti.ng
aangegeven wijze word t toegepast. Het wetsontwerp is tot stand gekomen nadat gedurende
den zomer’ uitvoerig overleg over zijn inhoud is ge-
pleegd met enkele der grootste Kamers ‘van Koophan-
del en Fabrieken en eikencl mag worden, dat op vele
punten de raadgevingen dier Kamers gevolgd zijn.

De uitvoering der wet zal gelegd worden in de
handen van- bevrachtingscommissies, welker leden
benoemd worden door de daartoe bij Koninklijk
Be-
sluit aan te wijzen Kamers van Koophandel en Fa-brieken, die tevens reglementen voor de doon haar benoemde bevrachtings-commiss ie vaststllen. Het
wetsontwerp stelt niet uitdrukkelijk vast, dat, het ge-
heele land met al zijn vaarwegen door hevrachtings-

7 December 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

969

S

commissies moet worden bestreken. Teneinde het •doel
(lat met cle wet beoogd wordt, zoover mogelijk te be-naclerén, zal dat echter noodzakelijk zijn. Wie goede-
ren over een
eenigszins
langen afstand wenscht te
vervoeren, zou anders clie goederen kunnen bevrach-
ten naar een op den weg naar -de- eindbestemming
gelegen punt, dat zich buiten het bereik eener be-
vrachtings-commissie bevindt, en daar met den ver-
voerder een nieuwe bevrachtings-overeenkomst aan-
gaan, waarop de beperkende bepalingen der wet niet
toepasselijk zouden zijn.
In art. 4 wordt de taak der i)evrachtings-commis-
sies omschreven en in dit artikel ligt clan ook het
zwaartepunt van het wetsontwerp. De bedoelde taak
is tweeërlei. in cle eerste plaats (art. 4 eerste lid
sub a) bestaat zij in het verleenen van ,,tusschenkomst
,,bij het sluiten van overeenkomsten van gebruik of
,,bevrachting van vaartuigen terzake van het vervoer
,,naar binnen het Rijk gelegen plaatsen van goederen,
,,binnen haar district gelegen, met vervoerders, wier
,,v-aartuigen binnen dat district voor bevrachting ge-
,,reed liggen.”
[fier wordt cl us aan cle bevrachtings-commissies (le
taak van den scheepsbevracliter opgedragen. 1-let
tweede deel der taak, beschreven in art. 4 ie lid sul) c en cl bestaat iii het toestaan van uitzonderingen
op -den in art. 4 eerste lid sub a beschreven alge-
mee nen regel. De bcvrachti ngs-commi ssi es mogen
namelijk ook hun goedkeuring verleenen aan zonder
haar tusschenkonist gesloten of te sluiten bevrach-
t-iugs-overeenkomsten, hetzij voor een bepaald tijdvak,
hetzij ten aanzien van een bepaalde overeenkomst of
bepaalde overeenkomsten, en aan beurtvaartouder-
nemingen ontheffing verleenen van het verbod, ge-
noemd in art.
1,
ie lid. Daar wordt namelijk bepaald,
dat binnen het district een

er bevrachtings-commissie
liet inlaclen en het vervoer van goederen naar binnen
het Rijk gelegen plaatsen verboden is, tenzij dat ge-
schiedt krachtens een overeenkomst, ten aanzien waar-
van een bevrachtings-commiss e haar tusschenkomst of haar goedkeuring heeft verleend.

Uit hetgeen hier -omtrent goedkeuring -door de be-
viachti ogs-commissies van bevrachtings-overeenkom-
sten, afgesloten zonder haar tusschenkomst, bepaald
wordt, volgt, dat cle scheepsbevrachters hun bedrijf
kunnen voortzetten. Tevens ligt daarin de mogelijk-
Iieid, om bestaande vaste relaties tusscheu vervoerders
en vervrachters te lateu voortbestaan.
Too
r
ondernemingen, die met eigen schepen hun
goederen vervoeren, zorgt art. ‘T, 2e lid, hetwelk be-
paalt, dat bovengenoemd iniadings- en vervoerverbod
niet geldt voor vervoer, dat anders dan krachtens

overeenkomst geschiedt.

Gewezen client te worden op een onduidelijkheid in
– art. 4, clie opheldering ‘behoeft. De zonder haar tus-
schenkonist gesloten bevrachtings-overeenkomsten,
waaraan de bevrachtiugs-commissie goedkeuring mag
verleenen, staan daar (le lid sub -b) namelijk nader
aangeduid met ,,als bedoeld onder a.” Onder a nu
leest men over cle bevracht.i ugs-overeenkomsten, waar-
bij de commissie haar tusschenkomst zal verleenen,
dat hier overeenkomsten bedoeld zijn voor het ver-
voer van goederen binnen het district der bevrach-
tings-commissie gelegen met vaartuigen, die in dat-
zelfde district ter bevrachting gereed liggen. Zoowel
het verleenen van de tusschenkomst als -de goedkeu-
ring in gevallen, waarin die tusschenk-omst niet is
verleend, bepaalt zich düs tot bevrachtingen voor het
vervoer van goederen, die ‘binnen het district liggen
met. vaartuigen, die eveneens bim4ne.n het district lig-
gen. Dit sluit het bevrachten van schepen uit, die
niet of- nog niet aanwezig zijn in het district, waar
de-göederen liggen. Toch is dit een zeer dikwijls voor-
lornende figuur, omdat in de buur-t van de ligplaats
dergoderen niet

altijd
,
8chepen op’bvrachtiag liggen
te wichten die i ooi het ei oei dei goederen passen
Ter voorkoming van moeilijkheden voor zoowel bin-

nenvaart als vervrachters zal de dubbele eiscli, dat goederen en schip beide binnen het district der be-
vrachtings-côm missie moeten liggen, alsnog dienen te
vervallen

Ten aanzien van -den aard der bev:rachtings-overeen-
komsten, waaraan cle commissie niet heeft meege-
werkt, doch waaraan zij haar goedkeuring zal ver-
leenen, is -de wet vrij vaag. Nauwlceariger aanwijzi-
gingen daarover bevat de Memorie van Toelichting.
Daarenboven stelt art 5 uitdruklcelijk vast, dat de
commissie cle tusschenlcomst bij en de goedkeuring van
bevrachtings-overeenkomsten evenals ook cle ontheffing –
voor beartvaart-ondernemingen mag we-1geren indien
clie in strj-d mochten zijn met een zooveel mogelijk
even redi ge vrachtverdeeli ug, ,,w’aaroncter begrepen
een vaststelling van redelijke voorwaarden voor het
vervoer”. Onder deze redelijke voorwaarden valt de
hoogte van het vrachtcijfer te relcenen. Ook zou de
commissie op grond dezer bepaling en ter verkrijging
der evenredige verdeeling, aan de vervrachters dc
schippers kunnen aanwijzen, aan wie zij het vervoer
hunner goederen moeten opclragem Te dien aanzien
staat- echter uitdrukkelijk in de Memorie van Toelich-
ting, dat het invoeren eener beurtregeling niet
word t beoogd De bev rachtings-commissies worden
dus met een groote macht -bekleed en van de
wijze, -waarop zij die gebruiken, zal liet in hooge
mate afhangen, in hoeverre de- wet een belemme-
ring voor het bedrijfsleven zal vormen. Het is
te hopen, dat daarbij zoo nauwkeurig mogelijk de
Memorie van Toelichting wordt gevolgd. Zij vormt
een uitstekenden leiddraacl, en als de bevrachtings-
commissies zich -daaraan houden, zal de wet geen be-
langrijke bezw’a ren voor -de vervrachters behoeven
te beteekenen. Volgen-s- art. 6, 2e lid behoeven de
reglementen, welke cle Kamers van Koophandel en
Fabrieken voor de bevrachtings-commissies opstellen,
cle goedkeuring van den met de uitvoering der wet
belasten Minister. Deze kan er -dus -de hand aan hou-
den, diat het reglement de aanwijzigingen der Memo-
rie van Toelichting volgt, terwijl het tevens nuttig
zou zijn, indien er daarbij tegelijkertijd voor werd
gezorgd, dat •de reglementen der verschillende be-
vrachtings-commissies met elkaar overeenstemmen.

Gevaar voor een te scherpe toepassing •der wet zal
echter steeds bl’en bestaan. Zoo zal een te sterke
verhooging van het peil der vrachteil er gemakkelijk
toe kunnen leiden, dat de Nederlandsclie zeehavens
benadeeld worden ten voordeele van Antwerpen, om-
dat immers vervoer van die haven naar bestemmingen
in Nederland en omgekeerd vrij zal zijn van de inmen-
ging -der bevraclitings-commissies. Een verhooging der
Nederlandsche -binnenvaartvrach-ten behoeft niet eens
zeer sterk te zijn, om het voor vele plaatsen in Neder-
land voorcleeliger te maken, goederen te betrekken en
te verzenden over Antwerpen in plaats van over Rotter-
dam en Amsterdam Daarbij is ten aanzien van be-
vrachtings-oveieenkomsten voor een enkele reis geen beroep van de. beslissingen der commissies mogelijk, omdat het verkeer anders te zeer zou worden bemoei-
lijkt en vertraagd. Ten opzichte van den Raad van
Beroep, geregeld in de artikelen S en 9 van het wets-
ontwerp, valt op te merken, dat de wet slechts iii
één -zoo’ii Raad voorziet. Reeds wordt van verschil-
len-de zijden aangedrongen op vestiging van een Raad
van Beroep in meerdere plaatsen en zeker inRotter-
dam en Amsterdam. – –

Tenslotte valt nog te vermelden, dat de scheeps-
bevrachter niet ernstig behoeft te vreezen, dat zijn
l)edrjf door de bevrachtings-commissies zal w’orden
overgenomen. Art. 10 ‘bepaalt namelijk, dat- de be-
vrachings-commissies steeds i’oor liet verleenen van
tusschenkomst of-goedkeuring van den vervoerder–een
vergoeding hef f en van 2 pOt. van den vrachtprijs en tevens, als de overeen-komst door tussehenkomst der
comnhissie- is gesloten, nog een seheepsbevraclitings-
provisie van -hoogstens – pOt — –

970

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
7 December 1932

Door gebruik te maken vaii cle tusschenkomst der
commissie en dus den schèepsbevrachter te passeeren,
vermijdt• dus cie vervoerder niet de betaling der
scheepsbevrachtingsprovisie. Wel vermijdt hij daar-
door: (en dat is een der doeleinden van het wetsont-
werp) de misbruiken, die hier en daar de scheepsbe-
vrachting zijn gaan aankleven

Dit wetsontwerp verdient zeker waardeering, om-dat het tracht naar verbetering van de ellendige toe-
standen in een belangrijken Nederlandschen bedrijfs-
tak, doch eenerzijcls zal het wegens den aard der moei-
lijkheden niet in staat rijn om een werkelijk belang-
rijke verbetering teweeg te brengen, anderzijds zal

het van cle wijze van uitvoering afhangen, of niet aan
het bedrijfsleven moeilijkheden worden berokken cl,
welke in omgekeerde verhouding staan tot cle resul-
taten, die het voor cle hinnenscheepvaart weet te be-
reiken.
JAN
SoIIILTHuxs.

HET INITIATIEF-VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN
DE WINKELSLUÉTINGSWET.

Door de liberale fractie van de Tweede Kamer is
tot wijziging van de Winkelsluitingswet in een wets-

voorstel Vos c.s. liet initiatief genomen. Naar (len
schijn wordt hierin het accoord gegrepen, van cle
vele bezwaren en verlangens in den laatsten tijd ten
aanzien van clereallerrni nst in vrede geboren vet
geuit.
Eenige hoofdpu.n ten van wijziging, in, het ontwerp
belichaamd, verdienen. daarct’in meerdere aandacht.
liet wetsontwerp stelt zich voor, aan het bekende
irtiie1 1 van de ho i cl ige wet een geheel nieuwe reclac-
tie te geven. Tot dusverre was het in u itzoncieriug
0])
de Zonclagssluiti.ng aan banketbakkers toegestaan,
hun winkels gedurende vier achtereenvolgende uyen
geopend te houden. Daarnevens mochten melk-, f.iüi t-
en vischwinkels tot 12 diir des middags geopend blij-
ven. Deze laatste bepaling wordt door het ontwerp
alleen voor melkw’inkels overgenomen, terwijl dc
overige z.g. consumptie-winkels, waaronder dan ook
de slijterijen worden gevoegd, den geheelen Zondag
vrijheid van verkoop zuilen krijgen. Uit een oogpunt
van gelijke rechten wenscht het ontwerp dan tevens
het venten in dezelfde artikelen gedurende den ge-heIen Zondag toe te slaan.
Deze voorgestelde wijziging wordt in hoofdzaak ge-
moti:veerd door het feit., dat gebleken zou zijn, dat cle
wet voor de betrokken bedrijven erustige financiëele
nadeelen heeft gebracht. Nu is de groote moeilijkheid
bij het vaststellen, van de juistheid dezer stelling, dat cle invoering van. cle wet plaats vond in den tijd, dat
de detailhandel den terugsiag van den algerneenen
economischen jionci zeer ernstig ging ondervinden.
WT
elk
e
teruggang in bedrijfsresultaten is nu ie wijten
aan den cri.sisinvloec!, veike aan de toepassing van de
win kelslu i ti.ngswet? Als de Memori e van Toelichting
uit de vele gegevens, welke kunnen worden geprodu-
ceerd, aanvoert, dat te Arnhem volgens de boeken van
9 banketbakkers in Mei tot Augustus 1931 werd ont-
vangen f-62044, tegen een bedrag van
f 47.535i.n
cle-
zelfde periode van 1932„ dan zegt dit nog niets ten
aanzien van de gevolgen va ii de ‘winkelslu itingswet.
Al te veel worcln dergelijke cijfers als argumenten
door betrokkenen aangevoerd,- maar zij. hebben. daar-
door nog niets aan bewijskracht gewonnen.
Door het Economisch Instituut voor den Midden-
sland wordt momenteel èen officiëel onderzoek naar
de gevolgen van de winkeisluiting te Amsterdam en
‘s-Gravenhage ingesteld. De resultaten daarvan rol-
len de betrouwbare cijfers moeten brengen. Maar iii-
tusschn zijn van particuliere zijde reeds gegevens
verzaeld, die met meerdere juistheid dan cle door cle
v.- T; – genoemde tegenstelling, in, de richting -van een geduchten invloed van de wet wijzen.. Twee orga-

nisati es van cacao- en. chocoladef abri kanten publiceer-
den dezer dagen onder accountantscontrôle vastgestel-

de omzetcijfers iii de perioden Jan-April 1931 en
Mei—Augustus 1931, tegenover dezelfde maan den in
1.932. Bedroeg daarbij in de eers.te vier maandén van
1932 de omzet nog 92,6 pOt. van clie in cle overeen-
lco.mstige periode van 1931, in cle maanden Mei-
Augustus 1932 liep zij terug tot 77,2 pOt. van den om-zet in Mei—Augustus 1931. Bij het. slijtersbedrijf wij-
zen cijfers in dezelfde richting. Een, particuliere en-
ciuê’te naar (le omzetteu in dat bedrijf, gaf voor 25
willekeurige over het Testen
en Zuiden des lands
verspreide zaken de volgende.cijfers. In Jan.—Apr.il 1931 beliep de totale omzet
f
168.285 en in dezelfde
periode van 1932 f 161.380, derhalve een teruggang
van 4,1 pOt. In de maanden Mei—September 1931.
bedroeg de omzet f224.850 tegen
f
179.450 in dezelf-
cle maanden van 1932, derhalve een teruggang van
20,2 pOt. )

Wanneer men nu aanneemt – en inderdaad zijn
daartoe goede gronden – dat haast de algemeene
economische toestand ook cie winlcelsluitingswet em-
stige financiëele gevolgen heeft gebracht, een ver-
onderstelling, die wij voorloopig zouden willen ‘beper-
ken tot het ‘banketbakkers- en slijtersbedrijf, dan is
daarmede hoogstens cle wenschelijkheid van een uit-
zondering, resp. ruimere uitzondering op de Zondags.
sluiting aangetoond. Maar waaruit leidt men dan de
noodzaak van algeheele afschaffing dier Zondags-
sluiting af?

Bij de tot stand]coi:ning van cle win1celsluitingsvet
is er niet eenigen nadruk op gew’ezen., dat cle aan-pi;s-
sing van liet publiek een debietverschuivin.g naar den
Zaterdagavond zou. veroorzaken. Dat dit de n’adeelige
werking van de Zondagssluiting geheel zou compen-
seeren was ongetwijfeld te optimistisch gedacht. De
behoeften, verzorgd door banketbakkers en slijters, zijn voor liet giootste deel der consumenten plotse-
ii ng opkomende consu inpti e-behoefteu en in hooge
mate afhankelijk van toevalli e omstandigheden w’.o4
zeer een ‘oud ige als familiebezoek en veersgesteldhei cl.

1

Eet clbiet, dat daaruit voor den Zondag ontstaat, is
ten dccle verloren, omdat het zich nu eenmaal krach-
tens den aard der behoeften niet kn verplaatsen. De
wetgever heeft zich deze moeilijkheid i ngedacht, toen hij den banlcetbakkers een u itzonclering van vier uren
toestondi. Maa.r cle moeilijkheid is door hem toch on-
clerschat, toen voor de slijterijen in liet geheel geen
en voor de ‘banketbakkers een zoodlanig beperkte vrij-
hei cl. werd gegeven.

.[ntusschien beging cle wetgeve:n een grootere fuut,
dloor clie verwachte aaiipassing van het publiek over
bod ig te maken Door d.e vrijhei cl van den automatenii
verkoop en cle toestemming, onn op Zondag met ,,g’e-
ninge cetwaren” (een nogal rekbaar begrip) te ven-
ten, heeft hij het pubi iek in de gelegen heict gesteld
zijn behoeften toch te verzorgen, zij liet clan misschien
in ietwat gewijzigclen vorm. Dit heeft den laatsten
slag toegdbracht aan de pract.ijlc van de theorie der
dl ebietverschuiving.

Is nu ‘voor cle ophef f.ing van deze moeilijkheden (le
afschaffing van de Zondagssluiting voor de consump-
tie-inlcels de meest juiste weg? Allerminst. Zeer
zeker toont de practijk aan, dat de aangelegde banden
te knellen.cI zijn, maar daarom is het nog niet iioodig
ze geheel weg te nemen. Verruiming van vdrkoops-mogelijkheid op Zondag, zooclanig, dat het uit’ den
aard der behoeften onverplaatsbare debiet voor de be
1
trokkenei blijft bestaan, is daartoe ‘ôldoendd. Maar

‘) Deze cijfers zijn nog niet op hun volledige juistheid
gecontroleerd. Niettemin wijzen zij met zoo ‘groote stellig,
heici in een bepaalde richting, dat wij me als illistrii.tie mee-
nen te mogen gebruiken. J.n dht opzicht stemmen zij ovr-
een met een soortgelijke encjute in een dci’ grooté industrie.
plaatsen uit het Zuiden. In
26
slijterijen constateerde men aldaar voor,
‘de eerste
4
maanden vn
1932
een ‘ge,didcleld
teruggang van 3,2 pOt., voor cle maanden Mei—Sept. een
teruggang van
31,4
pCt. tegenover de omzetten’ in dezelfde
perioden van
1931.

7 December
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971

daarneveus is noodig zorg te dragen, dat voor daf
deel der behoeftenvoorziening, waarin het publiek zich kan aanpassen, ook aanleiding tot die aanpas-
sing wordt gegeven. Liet is moeilijk om deze in zeke-
ren zin abstracte grootheden, waarvan hier sprake
is, onder cijfers te brengen. De ondervonden prac-
tijk en het overleg met belanghebbenden kan hier
echter voldoende aanwijzing geven. En wij weten ons
niet ver van cle meening dezer belanghebbenden te
staan, wanneer wij het juister achten, dat de wetgever
het beginsel der .Zondagsrut ook in de cdnsumptie-
bedrijven als uitgangspunt blijft vooropstellen, maar
daarop een uitzondering toelaat overeenkomstig de
noodzakelijke eischen van de bedrijfsresultaten. Daar-
naast behoort dan.het publiek tot de verdere aanpas-
sing te worden gedwongen, door binnen sluitingstijd
den verkoop via openbare en sluikwegen zooveel moge-
lijk uit te sluiten. Dat dit zal inhouden een verbod
van automaten-verkoop en venten binnen die uren,
achten wij uit een oogpunt van gelijk recht allerminst
een bezwaar.

Voor een regeling van het automaten-wezen pleit
trouwens nog meer. Geheel consequent, omdat zij in
den voorgesteldén toestand overbodig schijnt, laat het
ontwerp-Vos deze verkoopmethode vrij. Het vestigt
daarop nog eens den nadruk, door den gemeenteraden
de afwijking van artikel 3 te ontzeggen, al is dit o.i.
geen szins voldoende om automaten-verordeningen
staatsrechtelijk onmogelijk te maken. Maar wij mee-
nen een regeling van het automaten-wezen in elk ge-
val noodig, odat deze mechanische verkoopers ook
op werkdagen na sluitingstijd hun taak vervullen. De
verkoop door middel van automaten beteekent thans
en zal ook bij verwezenlijking van het voorstel-Vos
blijven beteekenén een onrechtmatige bevoordeeling
voor de meer kapitaalkrachtige zakenlieden. De hooge
aanschaffingskosten maken het den kleirieren winke-
her onmogelijk, om zonder financiëele overbelasting
van zijn bedrijf tot den verkoop met eenigermate ge-
perfectioneerde apparaten over te gaan. Aan zijn
kapi talkrachti ger concurrent blijft dus het ,,voor-
recht”, om door het gebruik van automaten de wer-
king van de winkelsluitingswet te ontgaan.

Aan welke bedrijfsgroepcn zal nu de uitzondering
op de Zondagssluitirig moeten worden verleend? De
voorhanden ggevcns wijzen nog slechts in de rich-
ting van het banketbakkers- en slijtersbedrijf. Welke
de ‘bijzondere motieven zijn, om in de wijzigingsvoor-
stellen ook, cie visch- en froitwinkels den geheclen
dag vrijheid te schenken, is niet geheel duidelijk. In-
tegendeel zijn de mogelijkheden binnen de vet aan de
gemeentebesturen gelaten, ons inziens ruim voldoen-
de, om aan locale bijzondere omstandigheden tegemoet
te komen. Dit brengt ons op een ander puit in de
wijzigingsvoorstellen vervat .0e voorstellers achen
het departeinentale standpunt, tegenover de gemeen-
telijke wenschen ingenomen, te beicrompen. 1-let zou
ons te ver voeren hierop in te gaan, maar wij mogen
toch wel dit constateeren, dat minstens zooveel stem-
men klagen over de al te groote soepelheid ïrk de èr-
kenn.i ng van bijzondere plaatselijke omstandigheden.

Het zou in dit opzicht interessant zijn, de plaatselijke
verordeningen van véér en na de Winkelsluitingswet
eens naast elkaar te leggen en dan de mate van de
zoo gewenschte uniformiteit vast te stellen!

Onde de verdere wijzigingsvoorstellen komt ook
voor het toestaan van een later sluitingsuur aan slij-
terjen op Oudejaarsavond. Inderdaad schijnt ons deze .faciliteit noodzakelijk, vooral wanneer men bedenkt,
dat in vele gemeenten een tapverbod practisch slui-
ting van deze zaken op Nieuwjaarsdag voorschrijft.
Bij cle hÛiclige regeling zullen, als in het komend jaar
31 Dec’ op Zondag valt, de slijterijen.in
dergelijke ge-
meënten ti’ee belangrijke verkoopdagen moeten mis-
sen. Het lijkt ons onjuist de uitzondering op deren

vergaanden regel van de welwillendheid der gemeen-teraden te doen afhangen.
Tenslotte nog één opmerking t.a.v. de voorgestelde

ruimere compensatie aan Israëlitische zakenlieden. De
noodzaak daarvan kunnen. wij – en denken daarbij
weer aan de
bijzondere
regelingsbevoedheicI, clie de
wet aan de gemeentebesturen laat – niet zonder meer
inzien. De huidige regeling stemt overeen met het
inzicht van den MiddenstanUsraad, aldaar na uitvoe-

rige besprekingen en gehoord de Israëlitische geeste-lijkheid tot stand gekomen. Een afwijking van het in-
zicht van dit deskundig orgaan schijnt ons meer moti-veering te behoeven, dan bij het onderhavige voorstel
wordt gegeven.
Voldoende is uit ht bovenstaande gebleken, dat ook
wij den huidigen inhoud en uitvoering van de winkel-
sluitingswet niet geheel bewonderen. Over het geheel
bezien werkt de wet echter te gunstig, om niet met
eenige correcties te volstaan. Daarbij den weg te vol-
gen als in het liberale voorstel gewezen, schijnt ons on-
juist, omdat. het een stap is in de richting van de
afbraak van den Zondagsrust, waarom de Midden-
stand zoovele jaren heeft gevraagd.
H. L. JANSEN.

EEN PARTICULIER EXPERIMENT MET EENE INTER-

NATIONALE VALUTA.

Onder invloed van de sterke fluctuaties der wissel-
koersen en van de in een tijdsbestek van slechts twaalf
jaar herhaaldelijk opgetreden ontwrichting van na-
tionale valuta’s, is in den. jongsten tijd meermale, de
kwestie der z.g. ,,internati onale valuta” opgeworpen.
Wel zijn valuta-moeilijkheden in de geschiedenis
der financiën een vrij gewoon verschijnsel. Doch reeds
meer dan eene halve eeuw varen we in Europa ver-
trouwd geraakt met betrekkelijke stabiliteit op dit
gebied. En bovendien betreffen de vroegere in cle 19e eeuw opgetreden valuta-ontwrichtingen altijd
financiëel-zwakke staten (o.a. Portugal, Turkije, Rus-
land), zoodat de daaruit voortvloeiende economische
en financiëele moeilijkheden uiteraard eenigszins ge-localiseerd waren. De nieuwste debacles daarentegen
betroffen evengoed de sterke valuta’s (Mark, Franc, Pond) en gingen met ontreddering gepaard, die veel universeeler van aard was, zoodat het valuta-vraag-
stuk vanzelf een veel meer verontrustend karakter ge-
kregen heeft.
Geen wonder dat ook in Nederland, dat zoowel
economisch als financiëel sterk internationaal ge-
oriënteerd is, dit vraagstuk, de aandacht getrokken
heeft. Zoo maakte op den jongsten Accountantsdag
deze kwestie een pont van bespreking uit. En ook
heeft dit voorjaar dc Nationale Vereeniging tegen de
Werkloosheid een schrijven gericht tot de Intern.
Kamer van Koophandel te ‘s-Gravenhage, met de aan-
sponing internationaal overleg van
particuliere
des-
kundigen •bij de bestrijding der crisis uit te lokken
en met aanduiding van een Idort program, waarop ook
veer als eerste punt verschijnt de internationale rege-
ling van het valuta-v:raagstiik.
Nu dreigt uiteraard de studie dezer kwestie te wor-
den vertroebeld door geldtheoretische beschouwingen.

Een nieuwe internationale valuta lijict op het eerste
oog toch al een beetje utopisch en zij moet dus dade-
lijk in discrecliet komen, wanneer men. haar in ver-
band brengt met
principiëele
kritiek van geldtheore-
tischen aard op de bestaande valuta’s. Tusschen een
nieuw ,,internationaal geld” en de twistpunten van
den gouden standaard, managed currency of désnoocis
grondstoffen- valuta bestaat niet noodzakelijk eenig
veiband. De nieuwheid van dit geld behoeft niet nood-
zakelijk in iets anders te ‘bestaan dan in de pog.ing
om het minder afhankelijk te maken van de bijzondere
politieke en sociale situaties dan tegenwoordig de
valuta’s der afzonderlijke landen zijn. Dit nieuw geld behoeft geen nieuwe geidtheqrie en het wil ook geen

enkele oude geldtheorie omver werpen; het wil slechts beoordeeld zijn als een vraagstuk van.financiëele poli-

972

ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN

7 December .1932

tiek en van internationale economische samënwer]cing.
Wij meenen daarom goed te doen de op deze kwes-
tie gespannen. aandacht’, clie vooral actief geworden ii
door de daling van liet Pond, in eene andere richting
te leiden dooi te wijzen op een concreet historisch
experi inent.

Ons vraagstuk heeft tweeërlei aspect: Er is zeer
zeker door internationaal overleg en samenwerking
iets te bereiken in de richting van meerdere stabi-
liteit der diverse nationale valuta’s. Maar men Ican
ook een stap verder gaan door te denken aan eene
zuivere internationale valuta, welke onafhaukelijic is
van de economische en politieke invloeden waaraan
elke bijzondere nationale geldeenheid bloot staat.
Tot op zekere hoogte was het Engelsche Pond reeds
eeuigermate eene internationale valuta, in zoover een
groot deel van het internationale betalings- en c.rp-
dietverkeer over Londen liep; en in verband daar-
mede ook vele contracten, welke niet over Londen
werden afgewikkeld, wegens den langen termijn, den
grooten omvang, of gering vertrouwen in de natio-
nale vahrta’s, toch in Ponden werden uitgedrukt.
Doch voor eene werkelijke internationale valuta was
liet gebruik van liet £ nog niet, algemeen genoeg en
bleef dit onderhevig aan cene nationale economische
en politieke situatie.
De jongste daling van het Pond leverde de duur
gekochte ervaring, dat deze valuta nog te veel inter-
nationaal gebruikt was en •dat zij niet de vereischte
kwaliteiten eener internationale valuta bleek te b-
zitten. Vandaar, dat sedert in de ,Pers herhaaldelijk
de kwestie is opgeworpen eener zuivere internationale valuta, los van de economische en politieke avonturen
eener bepaalde natie.

Doch men heeft dit denkbeeld nog,te zeer opgevat
als een utopie, welke misschien op een ver verwijderd
tijdstip, .h.v. na het tot stand komen ‘der Vereenigde
Staten, van Europa, wel eens ooit verwezenlijkt zou
kunnen worden.
Wij willen nu uit de geschiedenis der financiën
aantoonen, dat deze utopie reeds tastbare werkelijk-
heici geweest is. En wel gedurende eene periode van
twee opeenvolgende menschenleeftijden. in een. tijd-
1)erk, waarin Europa wel
geestelijk
zekere eenheid
vormde, doch waarin de staatkundige versnippering
oneindig grooter was dan thans en de economische moeilijkheden zeker niet geringer vareu dan tegen-
woordig.

Wij bedoelen het experiment met eene zuivere in-
ternationale valuta der Genueesche bankiers, waar-
van. de bloeitijd tusschen de jaren 1550-1625 ligt.

* *
*

De eigenaardige beteekenis van Genuit als finan-
ciëel centrum ‘bij den aanvang der nieuv.’e geschie-
denis
)
lag hierin, dat het niet gebaseerd was op een
eigen goederen-handel,
zooals overal elders waar de
geldm.arkt zich ontwikkelde uit de goederenmarlct en
zich vanzelf vestigde ii cle steden met de drukste
har-missen, of juister kwartaal-markten, zooals Ant-
werpen, Lyon, e.d.
De Genueezen, echter, zoo schreef in die dagen, de
Florentijnsche koopman Davazati eenigszins spottend,
.,hebhen een nieuw soort visselzaken iii tgevonden.
welke zij ,,Missen van Besancon” noemen, wijl zo daar
oorsprong genomen hebben: tegenwoordig echter
vinden ze plaats in Savoye, P.iemont, Lombardije,
‘l’rente en voor de poorten van Gnua of waar men
maar wil, zoodat men ze beter ‘,,Utopia”, di. M;issen zonder stad, noemen kan. Weliswaar hebben ze den-
zeifden naam als de Missen van Lyon, maar er vindt
geen w’a.renhandel
plaats, doch er komen ‘slechts 50
of 60 bankiers ‘tezamen, ieder met een notitie-boekje
om de wisselzken ‘van bij na geheel Europa te regelen en ze door contra-wissels tegen onderelkaar overeen-
gekomen rente te vernfe•uwen, waarbij ze zich slechts
.dbo’r cde” ééne overweging laten leiden :.dit apel zoo
‘lang mogelijk te laten duuren” (aangehaald bij Ehren-
berg Das Zeitalter der Fugger, Dl. II blz. 229).
In deze kinderjaren onzer tegenwoordige kapita-listische periode had elke organisatie van het geld-
verkeer al bijzondere moeilijicheden te overwinnen.
Als daar zijn: de groote afstanden tusschen de han-
delscentra, ‘de lange duur en het gevaar van baargeld-
zendingen, algemeen telcort aan hardgeld en zeer on-

regelmatige productie en transport ‘van edelmetaal
met de daaruit voortvlo&ende sterke waardeschom-
melingen van het edelmetaal zelf; de oneindige ver-
schei denhei cl van regionale mu ii teenheid en muntslag,
mu n tbesnoeiing en valschmunterij, voortdurende oor-
logen en ‘herhaalde staatsbankroeten; om slechts deze
kleinigheden te noemen. Daarbij kwam voor de Genu-
eezen nog deze ‘moeilijkheid, dat zij niet steunen kon-
den op een eigen economischeu ondergrond en in
verband ‘daarmede ook geen eigen algemeen erkende
regionale valuta hadden om hunne transacties uit te
drulcken.

Dat zij er niettemin een tijd lang in geslaagd zijn,
meer dan eenige groote koopstad, bij het geldverkeer
van ‘het snelopkomend West-Europa te bemiddelen,
moet, behalve aan eene goede organisatie hunner wis-
e1-in i ssen (wij zouden tegenwoordig zeggen: hun goed beursreglement) vooral worden toegeschreven
aan, de juiste keuze eener n’tun.teenheid.
Inderdaad is het hun geluict een algemeen gang-
baar fiduciair internationaal ruilmiddel te scheppen,
in den reohtsvorm van wissel en promesse, en daar-
mccle tevens het crediet-verkeer zelfs dat
0])
langen
termijn te ‘bemiddelen ‘(‘door de zgn. ,,drooge wissels”,
welke in (ie oogen van het publiek uit die dagen geen
econon’iischen ondergrond hadden).

*

liet geheim hunner valuta ‘bestond nu hierin, dat
deze ii iet eene’ in de werkelijkheid aanwezige geld-
eenheicl was, doch een zuiver conventioneele, abstrac-
te’ gouden munts’ta’ndaard: de
Scudo de Marchi.
Reglementair was vastgesteld dat 100 Scudi zoo-
veel golden als 99 effectieve goudscudi van de vijf
beste muntslagen: Spanje, Napels, Venetië, Genua en.
Florence. Alle betalingen, op de missen, voor zoover
iii et afgewikkeld door compensatie, moesten geschie-
den in effectieve goudscudi dier vijf soorten, welke
om geldig te zijn hij den aanvang der Mis door be-eedigcle waagmeesters moesten zijn gekeurd en in
zakjes verzegeld, teneinde de valuta onafhankelijk te
maken van de inn.crlijlce gebreken der effectieve
in u ii ten.
i)

,1.11
de praktijk werden echter de betalingen ‘nage-
noeg uitsluitend geregeld door compensatie en kwam betaling in goud slechts, voor bij afwikkeling van on-beteekenende saldi der ‘betalingsbalans. Het ruilmici-
dcl ‘bestond dus feitelijk uit een bepaald soort inter-
nationaal bankpapier, dat op alle voorname markten
courant was en op goudba.sis berustte, zonder dat gdud
gebruikt werd of de emittenten van dat papiei’ over
noemenswaardige goudvoorraden beschikten. Een
gou,dwisselstandaard dus in optima forma.
Men had nog slechts één stap verder behoeven te
gaan, dooi’als denkbeeldige geldeenheid niet een
gemiddelde van concrete goudmunten te nemen, doch
de iets verdere abstractie van een bepaald gewicht
aan fijngoud, en men had het ideaal verwezenlijkt
dat velen munthervormers tegenwoordig nog’ min of
meer als een. utopie voor oogen zweeft: een gouden
standaard zonder goud!
Nog eene belangrijke vraag interesseert ons ‘hier.
hoe kon de goudwaarde dezer valuta verzekerd wor-
den hij volstrekte afwezigheid van gouddekking?’ ,De
Sc ucio-wissels gingen evenali ons tegenwoordig bank-
paier van hand tot hand. En daar het geen papier
aan toonder was, kon de overdracht niet’ anders plaats

i) Verdere dtai1s te vinden hij Eiremibem’g, Das Zeitalter
der
Fugger, 11. 3e list.

..’…. –

7
December 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

973

hebben dan krachtens geschreven endosseme.nt. .Vol-
gens reglement gold iedere hanciteekening voor aval
(giro-aval), zoodat het normaal in omloop zijnd papier
voorzien was van zeer vele, tot meerdere tientallen,
avalteekeoingen.Pr aktisch bestond de dekking van
het totaal in omloop zijnd papier dus in de solidaire
aansprakelijkheid en. in de totale solvabilitei.t van
alle bij het bankbedrijf betrokken personen en firma’s.

Men ziet dadelijk, welk een belangrijke rol deze
internationale valuta moet hebben gespeeld bij de opkomst van het moderne kapitalisme. In een tijd
toen betaling in bar voor het groot-verkeer en voor het verkeer op langen afstand praktisch uitgesloten
was, toen er geen geld eenheid van meer dan regionale
beteekenis bestond, toen de waarde van goud en zilver
aan hevige schommelingen bloot stond, toen papieren
geld met gouddekking nog onbekend was, toen het
bezwaarlijk ging eene transactie van langeren tijds-
duur in eene munteenheid uit te drukken wegens
het onvast gehalte der munten (.besnoeiing), hebben
de Genueezen het klaar gespeeld gedurende betrekke-
lijk langen tijd langs particulieren weg een inter-
nationaal gangbare en houdhare (goud)valuta in het

leven te roepen.
1)

De tijdgenoot Peri zegt clan ook met recht: ,,De

wijze wisselhandelaars hebben het oogenschijnlijk on-
mogelijke mogelijk gemaakt; zij hebben bereikt wat
tot heden geen vorst heeft kunnen bereiken.”
Bij de toen algemeen heerschende schaarschte aan
hard geld heeft deze valuta het betalingsverkeer voor
den snel opkomenden groothandel, alsmede de clearing
tusschen de groote internationale markten van dien
tijd mogelijk gemaakt. Het is hoofdzakelijk ook in
deze valuta, dat de snel stijgende behoefte aan staats-
crediet na 1550 (speciaal Spanje) gefinancierd werd
en waarvoor de middelen uit alle deelen van West-
Europa moesten worden aangetrokken.
Voor Nederland zit aan de herinnering dezer valu-
ta nog den ietwat zuuren bijsmaak, dat aan Spaan-
schen kant de tegen ons gerichte tmhtigjarige oor-
log tot aan het Bestand grootendeels door middel
van deze scudi -wissels gefinancierd werd.

*

Waaraan is het nu toe te schrijven, dat deze voor-
treffelijke valuta-regeling niet in uitgegroeiden en modernen vorm tot in onze dagen stand gehouden
heeft?
Het is niet bekend dat
zij
ooit aanleiding gegeven
heeft tot iets soortgelijks als de in onze dagen bekende
valuta-moeilijkheden. Zoodat niet aannemelijk is, dat ze wegens innerlijke gebreken in onbruik geraakte.
Neen, het Genueesche financie-wezen zelf is ten-
slotte ten gronde gegaan. Door welke oorzaken? Door
precies dezelfde fouten waaraan
alle
vroegere geld
machten zonder onderscheid ten gronde gegaan zijn;
zelfs eene zoo sterk gefundeerde monai’chaal bestuur-
de geldmacht als die van het Huis Fugger.
Precies
dezelfde fouten die misschien op den dag veer van-
daag al bezig zijn. on.s West-Buro peesch fin.ancie-wezen
ten gronde te richten.
Te weten: financiering van uitgaven op langen termijn met geld op korten ter-
mijn; financiering van :improductieve uitgaven

1)
Het is onverklaarbaar, dat cle praktijk met deze valuta
niets heeft bijgedragen tot het ontstaan van juiste inzich-
ten over het w’ezen van het geld. Aug. Oneketi, Geschichte
cl,.
Nationalocicono’nrie
Dl. II Leipz. 1920, die cle beste dog-
mengeschiedenis der economische denkbeelden geschreven
en nauwkeurig cle gcheele .merkantillistïschc literatuur
doorloopen heeft, noemt deze valuta met geen enkel . wo&rd
en uit Zijne analyses van de systemen der [taliaansche
merkantillisten, die allen over het geld schreven, blijkt niet dat deze praktiek ook slechts
édn
hunner op een idee heeft
kunnen brengen. Trouwens ook in de moderne .economi-
sche literatuur heb ik deze valuta nergens vermeld of
gewaardeerd gevonden, dan alleen hij Ehreirhcrg, die ze
als feit mededeelt.

(staatsieeningen voor oorlogsdoeleinden en begroo-
f.iiigstelcorten) met rentegevend credietpapier.
* *
*

loe nu in onze dagen weder een bruikbare en
houdbare internationale valuta zou kunnen worden
opgebouwd laten we thans buiten. beschouwing.
Doch enkele algemeene conclusies dringen zich u it
de aangehaalde feiten toch wel sterk op; evarings-
conclusies die overigens niets verrassends hebben voor
hen die economische verschijnselen grondig kunnen
cloorschouwen:
Eeiie zuiver-internationale valuta, onafharilcelijk
van de economische, financiëele en politieke situatie
van een bepaald land is zeer goe(i mogelijk.
Zoodanige valuta kan evengoed door particulieren
al door Staten worden opgebouwd; de geschiedenis
toont zelfs dat zij het beter kunnen.
Voor het lehoud der goudwaarde eeiier, hetzij
pni vent- of publiekrechtelijke internationale valuta,
is eene feitelijke gouddekkirig niet strikt noodzakelijk.
Dr.
EMIIiE
VEÏtVIERS.

DE NOOD DER TWENTSCHE TEXT!ELINDUSTRIE.

• :De Heer Harry ter Kuile schrijft ons:

in the Manchester G-uardian van 1.1. Zaterdag komt
een stuk. voor over de Japansche Icatoenindustrie,
overgenomen uit the Journal of the Japan Textile
Association van October, waarin staat: ,,Note is taken
of the difficulties raised ‘by the tariff of trade with
(British) India, and
apparently the Japanese aspect
the Dutch to take sinrilar actio’n. in respect of the
Netherlands East Indies.”
Die vrees hebben de Japanners reeds vroeger ge-
uit, want natuurlijk verwachten zij actie van een
regeering van een rijk, waar een geheel bedrijf wordt
lam gelegd, in een gedeelte van dat rijk, terw’ijl zij
daar de afweermiddelen ter hunner beschikking heb-
ben. Zulk een actie zou elke regeening in Engeland,
Frankrijk en Amerika toch zelcer nemen, daarbij ge-
h
o
Tip
en
door het nationaliteitsgevoel van hun. rasge-
n.00ten in die koloniën, doch helaas schijnt dat in de
Nederlandsche koloniën niet ontwikkeld te zijn, en
vraagt men daar
alleen,
wat is het Indische belang,
dat volgens hen dan zou zijn, dat Kromo zoo goedkoop
mogelijk koopt als er gedumpt wordt. Tegelijkertijd
ziet men wel een overleg onder de oogen van het Gou-
vernement, waar op de cement uit Japan een extra
cijns wordt geheven, en zijn ook voor andere indus-
trieën
dergelijke
onderhandelingen in gang. Maar
waarom nu niet voor de textielindustrie?
Misschien zal het antwoord zijn: die bestaat nog
niet in Nederlandsch-Indië. Doch dan vergist men
zich, want behalve de veel genoemde fabriek van de Internatio, die vat fancy goed maakt met 230 hand-
touwen, zijn er duizenden handwevers overal in cle
kampongs verspreid, die zooveel voor hun garen moe-
ten betalen, als de geïmporteerde Japansche sarongs
kant en klaar kosten; en dan de eenige mechanische
sarongw’evenij in Paclang, die ook reeds zoo onder de

Japansche dumping
lijdt,
dat ze haar product niet

meen vericoopen kan.
Onder deze omstandigheden en deze denkrichting
vani het Nederlandsch-Indische Gouvernement kan
men dan ook niets verwachten van een stichting van
een textielindustrie in Nederlanclsch-Indië, wat ook
de gunstige pronostics, die telkens in de couranten
opduiken, er van zeggen, b.v. van een Duitsch textiel-
expert, die alles gustig achtte, doch de concurrentie
van de zijde van Japan nog nader wilde onderzoeken.
,,Ja, mijn Duitsche ‘broeder en collega, daar zit hem
,,juist de lcneep; die verkoopen bij een steeds dalende
,,valuta tegen dezelfde prijzen, en. geen regeering steekt
,,een hand uit om een verdrinkende industrie te hel-
,,pen. Dat loopt op een mislukking uit.”
Waar moet het heen met de Twentsche industrie,
clie voor de helft van haar productie voor export

974

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December. 1932

werkte en voor – een. kwart harer prod uctie naar Ne-
derlanclseh-ln di ë?
WTij
hebben goede moderne installaties, goede lie-
kwame arbeiders, en de wil om te werken; moet dat
nu alles voor cle helft stilliggen, omdat cie regeering
niet tot een besluit kan komen om aan cle Japansche clumping een einde te maken en een politiek te voe-
ren, die het afzetgebied grooter maakt? Schijnbaar wil de regeering dat door haar overeen-
komsten van Oslo en. Ouchy, maar waarom daarvan
Indië uit te sluiten?
Er is misschien één hoop voor Twente. WTij hebben
in den Haag een stillen compagnon in den Minister
van Financiën, die voor de helft in onze winsten deelt,
en daarbij wordt verteld, dat Twente de beste melk-
koe in dcii fi.nanciëelen stal was. ik vrees dat Zijne Excellentie zal merken, dat die koe droog wordt en
integendeel schatten gaat verslinden aan werkloozeu-
steun. Vij hebben hoop, dat onze compagnon de
Twentsche belangen niet zal vergeten en zijn collega
zal aansporen met alle middelen, te proheeren liet ho-
cirijf weer op gang te brengen.

DE POLITIEK DER NEDERLANDSCHE KOLEriMIJNEN.

Men schrijft ons van cle zijde der Limburgsche
Mijnen:

In een tweetal artikelen onder de opschriften ,,Oon-
tingenteering van den invoer van buitenlandsche
steeenkool?” (E.-S. B. 2 November 1932) en ,,De Po-litiek der Nederlandsche Steenkolenmijnen” (E.-S. B.
9 November 1932) heeft Dr. A. de Graaff gemeend
critiek te moetén oefenen, zoowel op de hedrijfs- als
op cle commerciëele politiek onzer mijnen op eene
wijze, waartegen protest niet achterwege mag blijven. Het moet toch van het grootste belang geacht worden,
dat de publieke opinie omtrent de gestie van cle’zen
belangrijken tak van vaderlandsche bedrijvigheid niet
op een dwaalspoor gebracht wordt, nu deze niet door eigen tekortkomingen, doch door dé belemmeringen,
welke zijn export ondervindt, zich in zijn bestaan ern-
stig bedreigd ziet. Hoe weinig Dr. de Graaf f vertrouwd is met de ma-
terie, blijkt al dadelijk uit Zijne allerzonderlingste
voorstelling alsof de Regeering onder aandrang van

de
Staats-
en de Oranje-Nassau Mijnen
contingentee-
ring vail den -steenkoleninvoer zou overwegen. Het
zijn toch niet deze twee, doch de
gezctnserilijke
in Ne-

derland gevestigde mijnondernemingen geweest, welke,
gedwongen door het feit, dat de contingenteezing in
andere landen steeds verderen voortgang maakt en
daarmede haar eigen uitvoermogelijkheid aldoor meer
beperkt wordt tenslotte alle bij de Regeering op toe-passing van de crisis-invoe.rwet op den kolenimport
hebben aangedrongen.
Schrijver betoogt dan in de eerste plaats, dat van
o’ermatigen invoer van steenkolen geen sprake zou
zijn. Hij beroept zich daarvoor op cle cijfers van den
in- en uitvoer, waaruit hljlct, datde invoer in Neder-
land zich in dalende lijn beweegt, en dat daarmede ge-
paard ging een belangrijke vermindering van het ‘in-
voersaldo.
Al dadeljk moet worden opgemerkt, dat Dr. de
Graaff wel zeer simplistisch te werk gaat door zich
van deze cijfers te bedienen zonder daarbij aandacht
te schenken aan de oorzaken van de vermindering van
het invoersaldo, vaaroncler in de eeiste plaats moet
genoemd worden het sterk verminderde verbruik.
De Nederlandsche mijnen zijn, in tegenstelling met
Dr. cle Graaff van gevoelen, dat de overmatigheid van
den invoer niet is te ontkennen en zulks
01)
cle navol-
gende gronden. De Limburgsche mijnindustrie is, be-
houdens een enkele soort Icolen, waarvan de consump-
tie in ons land gering is, in staat in de geheele hin-nenlandsche behoefte aan industrie- en huisbrand-
kolen te voorzien. Van welk uitnemend belang deze
potentie is voor het geheele land zal door niemand

ontkend worden,. die in zijne herinnering kan en wil
oproepen cle bijna onoverkomelijke moeilijkheden,
welke zich bij de ‘hrandstoffenvoorzien.ing in de oor-
logsjaren voordeden. –

Desniettegenstaande werd in de afgeloopen jaren
aanzienlijk meer dan de helft van het Nederlandsche
verbruik uit den vreemde geïmporteerd. Dit verhou-
dingscijfer moge zich

dank zij mccle cle zeer ge-
waarcieercie bemoeiïngen van de Regeering – eenigs-
zins ten gunste van cle Limburgsche mijnen gewijzigd
hebben,

het valt niet tegen te spreken, dat in de brand-
stoffenbehoefte van ons land voor een belangrijk
grooter deel door het, Ned eiland sche product kan wor-
den voorzien.

Intussehen zouden de Limburgsche mijnen nooit de
tusschenkomst van de Regeering gevraagd hebben om
hierin verandering te brengen, ware het niet dat het
buitenland haren uitvoer op ernstige wijze belemmerd –
had. Duitschiancl laat niet meer dan 100.000 ton Ne-
derlandsche kolen per maand toe, België heeft den
invoer daarvan beperkt tot 50,5 pCt. van den gemid-
rielden invoer over het eerste halfjaar 1931, Frank-
rijk tot 70 pOt. van den gemiddelden invoer over
192811930. De Nederlandsche mijnindustrie vreest de
mdedinging van het buitenland niet, mits de concur-rentiestrijd met gelijice wapenen gevoerd wordt. Dit
is niet meer het geval sinds het buitenland den kolen-
invoer op drastische wijze beperkt, zooals uit even-
genoemde cijfers blijkt.

Ons land paste geenerlei beperkenden maatregel toe
en liet den invoer van vreemde kolen geheel vrij. Op
welke wijze van deze vrijheid gebruik werd gemaakt,
is bekend. Het buitenland, dat door zijn contingen-
teeringsmaatregelen en invoerbeperkingen in staat
was op zijn eigen markt de prijzen hoog te houden
zocht l. tout prix zijn overschot in Nederland te plaat-
sen en deed daardoor het gevaar ontstaan, dat ook op
de binnenlandsche – markt de Nederlindsche mijnen
zich niet meer zouden kunnen handhaven. Wanneer
onder dergelijke omsfancligheden nog niet van over-
matigen invoer gesproken kan worden, ware de ge-
heele crisis-in’oerwet wellicht beter achterwege ge-
bleven.

Schrijver wijst vervolgens op de moeilijkheden, die
bij mogelijke contingenteering zouden kunnen ont-
staan in verband met de verschillende kwaliteiten e.n
soorten van steenkool en de voorwaarden, waarop deze
geleverd worden. Als gevolg daarvan voorziet
hij
een
buitengewoon onzekeren toestand, die yeroorzaakt zou
worden door de ongelijke winsten op de verscheidene
kwaliteiten behaald. Schrijver stelt het geval dat er
een tekort dreigt aan dle dure soorten kolen en ver-
meent, dat de invoer daarvan onmiddellijk op peil zou
kunnen gebracht worden door den invoer van de goed-
koope fabrielcssoort achterwege te laten. Hij geeft
hiermede te Icennen van de practijk van den steenko-
lenhandel volkomen onkundig te zijn. Blijkbaar gaat
hij uit van de veronderstelling, dat de afnemers van
deze goedkoope soorten er in zouden berusten, dat de
voor hen bestemde leveringen plotseling zouden ge-
staaict worden. Hij schijnt niet te weten, dat deze leve-
ringen op grond van vaste contracten plegen te ge-
schieden en dat de handelaar, die in cle uitvoering
daarvan tekort schiet – afgezien ervan dat hij daar-
mede zijne handelsrelatie in gevaar ‘brengt, op welker
behoud hij met

het oog op de toekomst toch wel zeke-
ren
prijs
zal stellen – door den betrokken afnemer
onmiddellijk in gebreke gesteld zal worden en dat
hij voor de door dezen ‘geleden schade zal hebben op
te komen, hetgeen hem uiteraard zal w’eerhouden van
de minder fraaie practijken, waartoe de heer De
Graaff den hem overigens- zoo- na aan het hart lig-
genden handel bljkbaai al zeer gemakkelijk ziet ovei-
gaan. En ter geruststelling van den heer De Graaf,
f,
waar
hij
-beweer,t dat de
Nederlandsche
mijnen in het
door hem bedachte’ geval slechts eenige verruiming
voor de levering van de goedlcoopste soorten zouden

7 December
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

975

krijgen, willen wij terloops er nog
0.1)
i’
ijzen, dat de
mijnen, die verruiming op bijzonderen prijs zouden
stellen, immers het zijn juist clie soorten. welk-er afzet
de grodtste moeilijkheden veroorzaakt.
Gesteld, dat hij contiugenteering ccii tekort aan een
bepaalde soort zou ontstaan, clan behoeft geen oogen-
blik gevreesd te worden, dat niet op zeer korten ter-
mijn maatregelen ter voorziening daarin zouden kun-
nen getroffen worden door de toelating van clie soort
op ruimer voet mogelijk te maken. Van dan kant der Limhurgsche mijnen zal daartegen zeker geen enkel
bezwaar gemaaict worden, i ntegehdeel het zou haar
belang zijn daartoe elke medewerking, voor zoover deze
uoodig mocht zijn, te vei’leenen.
-Dat schrijver
01)
grond van de door hem gevreesde
en blijicens het voorafgaande slechts in zijn veibeel-
ding bestaande moeilijkheden zich sceptisch betoont
tegenover de namens cle gezamenlijke mijnen door Mr.
W. F. J. Frowein gegeven prijsgarantie, bewijst
slechts dat hij cle strekking van die garantie niet
heeft begrepen. Immers deze betrof alleen de prijzen
der Limnburgsehe mijnen. en niet die van den handel,
althans niet die op welker vaststelling de Limburg-
sche mijnen geen invloed hebben. Voor het overige
mag aangenomen worden, dat, gegeven de door de
Limnburgsche mijnen te volgen prijspolitiek en de ton-
nages, welke zij op de markt kunnen brengen, van
eenig gevaar voor verbruikersbelangerm bij contingen-
teeriog geen sprake kan zijn.
Tot zoover dr. De G-raaff’s eerste artilcel.
In zijn tweede artikel onderzoekt dr. De Graaff de
vraag of aan de steeulcolenindustrie – zij het langs
andere wegen dan dien van toepassing der crisisin-
voerwet van 1931 – steun behoort te worden ver-
leend.
Teneinde hierin een inzicht te krijgen gaat dr. De Graaff na hoe de toestand van liet bedrijf is, ,,zulks
mede in verhouding tot den toestand van andere be-
drijven, of inderdaad arbeidsbelangen in gevaar zijn
of komen, en tenslotte of de moeilijkheden het gevolg
zijn van de bedrijfspolitiek der mijnen”. Ten aanzien
van dit laatste punt staat dr. De Graaff onmiddellijk
gereed met de conclusie .dat ,,in dat geval geen aan-
leiding tot overheidsingrijpen bestaat”
:

Den toestand van liet, bedrijf acht schrijver gun-
stig. . De productie is immers niet noemenswaarci ge-
dtald en het aantal arbeiders is met slechts 5 pOt.
afgepmen. Men kan hiervan alleen zeggen, dat schrij-
ver door deze beschouwing andermaal blijk geeft, dat
hij op het gebied van-den mijnbouw een ‘volslagen, leek
is. Wie ook slechts de meest elementaire kennis van
de mijnindustrie bezit, weet dat gelijk-blijvende pro-
ductie en personeelsterkte allerminst voldoende zijn
ter beoordeeling van de bedrijfsuitkomsten en dat
handhaving van de productie en de personeelsterkte
op een bepaald peil oolc bij ongunstige bedrijfsuit-
konasten ee.n eisch van alleszins rati.oneele ‘bedrijfs-
politiek kan zijn.

Schrijver sluit 2ch aan, waar hij de betrekkelijk
geringe vermindering van het arbeiderspersoneel in
het geding brengt, hij een toelichting van den Ir. J.
Koster. Deze toelichting is al even onjuist als het be-
toog van dr. De Graaff. Zij gaat nl. uit van de ver-
onderstelling, dat de ruim 2.000 arbeiders, die nu
wegens cle crisis moesten worden ontslagen, oolc hij
gelijk gebleven steenkolenprjzen zouden zijn afge-
dankt, aangezien technische verbeteringen het. moge-
lijk gemaakt hebben cle delving ook met een vermin-
derde bezetting constant te houden. Over een derge-
lijke volslagen willekeurige en ongegronde hypothese

valt niet te praten; niemand weet welke gedragslijn
de mijnen zouden gevolgd hebben ten aanzien van cle
ruim 2.000 arbeiders, die zij thans hebben moeten af-
danken, indien de verlcoopsprjzen gelijk gebleven wa-
ren en liet anderzijds mogelijk was geweest de produc-
tie per arbeider te verhoogen. Zou het ondenkbaar zijn,
dat men getracht had voor de meerdere productie. af

zet te vinden in plaats van ccii’ groot aantal arbeiders
gedaan te geven? Misschien zullen de stuurlui aan
den wal willen betoogen, dat ook dit een slechte he-
d i’ijfspolitiek was geweest.

Op buitengewoon onheusche wijze trekt dr. De
G.raaff te velde tegen de Kamer van Koophandel van
Heerlen. 1]aar ,,gejarhnmer over dc arheidersbelangen”
schrijft hij toe aan een ,,wat onmatigen ijver ter ver-
zorging van eigen ‘belang”. Het lust ons niet schrijver
in dezen hetoogtrant te volgen. Hij zou zich daarvan
vermoedelijk niet bediend hebben, indien hem helcend
was, welke inderdaad jammerlijice gevolgen de slechte
gang van zaken in het bedrijf, m.n. door liet noodge-
dwongen toepassen van veriuimdiensten, voor d6 mijn-
werlcers heeft gehad. Wanneer
schrijver
de Kamer
verwijt uit het oog te verliezen dat conti’ngenteering
tengevolge zal hebben, dat de gelederen der werk-boze haven arbeiders wederom zullen vermeerderd
worden, verliest
hij
uit het oog het veel hoogere loon-
bedrag dat niet de delving van ccii ton kolen dan met
cle manipuleering daarvan in de havens gem’noeid is cii
de veel grootere werkloosheid, die in de rnjnindustrie
het gevolg is van productievermindering dan in het
havenbedrijf tengevolge van een gelijken minderen
aanvoer.
S
c
h
r
ij
ver
kant zich alniecle tegen het weder te werk
stellen der ontslagen arbeiders, omdat dit tot produc-
tie-uitbreiding zou leiden, waartoe, zooals schrijver
apodictisch verklaart, ,,toch onder de huidige omstan-
cligheden allerminst aanleiding bestaat”. Meent dr. Dc
Graaff den Limburgschen mijnen aldus directieven
voor cle toekomst te mogen geven, hij acht zich even-
zeer geroepen haar ter verantwoording te roepen over
hare gestie in het verleden. Gij Lirnhurgsche mijnen
hebt, aldus dr. De Graaff, geen oog gehad voom: de
teelcenen des tijds, een’ ongewettigcle expansie gegeven
aan uwe productie, uwe productiecapaciteit te ver uit-
gebreid tengevolge waarvan gij geen kans ziet om de
vergroote kapitaalsinstallaties loonend in exploitatie
te houden en voor alle deze fouten moet gij nu zelf
iiiaar boeten. De Limburgsche mijnen icunnen derge-
lijlce, tot dusver nooit vernomen, kennelijk door voor-
ingenomenheid ingegeven gratuite beweringen, af-
komsti g van on desicun di ge zijde, slechts stilzwijgend
voorbijgaan. Dit alles blijft beneden bare maat.

Zonder dan ook met schrijver in discussie te treden,
meenen cle Limburgsche mijnen toch op ènlcele fla-grant onware l)eweringen van di’. De G-raaff te moe-
ten ingaan.

Dat de Necierlandsche mijnen. van de productiebe-
perking elders zouden hebben gebruik gemaakt om de
eigen productie te verhoogen is in het algemeen on-
waar en in het bijzonder is onwaar dat haar uitvoer
naar Frankrijk zou zijn toegenomen op een tijdstip
dat dit land reeds zijn eigen productie beperkte. De
groote stijging van den Nederlandschen uitvoer naar
Frankrijk valt in een tijd, toen van beprking der
Fransche productie nog geen sprake wras en dat land
nijpende behoefte had aan vreemde lcole’n.

De contingenteering, zegt dr. De Graaff, zou slechts mfloete.n dienen om de productie verder op te voeren. Deze voorstelling ‘is volicomen onjuist. Contiugentee-
ring wordt alleen gevraagd om het gevaar te voor-
komen, dat de Nederlandsche mijnindustrie, nadat het
buitenland hare producten is gaan weren, tenslotte
ook nog de hinneniandsche markt zou zien verloren
gaan.

De uitbreiding van dcii afzet in het binnenland zou liet gevolg zijn van een uiterst scherpe verkooppoli-
tiek en van de pressie van de Regeering op alle ‘ver-
bruikers. die niet openbare middelen worden gefinan-
cierd. Het een en het ander verdient in dr. De
Graaff’s ooen blijkbaar afkeuring. Denlct dr. De
G’raaff inderdaad, dat de Nederlandsche mijnen voor
haar genoegen tot die ,,uiterst scherpe verkooppoli-
tiek” zijn overgegaan en de Regeering verzocht heb-
ben de overheidsbedrijven e.d.’ tot ‘het gbruik van

976

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December 1932

Limburgsche kolen te bewegen? Had hij liever gezien,
dat cle Limburgsche mijnen eenige zetels hadden stop-
gezet, vele duizenden arhei riem hadden ontslagen. en.
de bi nnenlanclsche markt aan de iachei.ide vreemde
concurrentie hadden prijsgegeven?
Wat in het betoog van dr. De Graaff vooral treft
is, dat hij deze zaak zoo weinig beziet van het Neder-
landsche standpunt: Wie ’55r alles het rationale be-
lang in het oog houdt, zal er geen aanstoot aan nemen
wanneer een Yederlandsdlie industrie, die een prod act
voortbrengt, dat in groote hoeveelheden uit het bui-
tenlanci wordt iigevoerd, erin slaagt haar producti.e
op peil te houden. Integendeeel, hij zal het toejuichen
dat eeas bedrijf, dat jaarlijks alleen aan Zijne arheide.rs
circa 50 inillioen gulden aan loon uitkeert, zijn per-
soneel aan het werk houdt.
in het bui tenlancl hebben cle Limburgsche mijnen
volgens dr. De Graaff hun meerderen afzet te danken
aan een: ,rigottreuze dumpingpolitiek”, waarvan ver-
schillende voorbeelden worden gegeven.

Van de mijnen ken niet verwacht worden, •dat zij
zich in een openbare bespreking van hare commer-
ciëele gestie zouden begeven. Volstaan ]can worden
met deze opmerking dat, indien cle Nederlandsche
niijnen een bepaald deel van hare productie geregeld
konden verkoopen tegen de prijzen, waarmede zij
zekere vreemde markten veroverden, hare situatie wel
zeer zou verschillen. van clie, waarin zij zich thans
bevin den.

Min of meer insinueerend stelt dr. De- G-raaff cle
vraag of de Nederlanclsche mijnen door middel van
de binnenlandsche prijspolitiek in verband met den
steun, dien de regeerillg haar bij den afzet geeft, haar exportveri ieren willen compenseeren. Dr. De Graaff
moest begrijpen dat de steun, die de mijnen van cle
Regeering ontvangen, automatisch in dat geval zou
komen te vervallen; het ligt toch voor de hand, dat
clie steun niet gegeven, noch gehandhaafd zou kunnen
worden, indien hij moest dienen om dergelijke mani-
pulaties mogelijk te maken. Zulke practijken laten
wij, over aan de huitenlandsche concurrentie, welker
gestio dr. IDe Graaff zooveel juister en beleidvoller
acht dan die van de Limburgsclie mijnen en waarvan
algemeen helcend is, dat zij op het binnen-land verhaalt
wat zij in den vreemde verliest.

Wel zeer verwerpelijk is verder dr. De G-raaff’s
beschouwing, dat van de andere, door cle voorstanders
van steunmaatregelen naar voren gebrachte argu men-
ten, slechts een matige bekering kn uitgaan. Tot clie
argumenten heeft vermoeclelijic dit behoord, dat een
goede gang van raken bij cie Neclerlandsche mijnen een
Nederlandsch belan.g is. 1-let mocht wat, zegt dr. De
G’raaff; weet men dan niet, dat het kapitaal van ver-
schillende ondernemingen buitenlandsch is en dat ook
veel nijnarbeiders buitenlanders zijn. Bekrompener
argumentatie is wel haast niet denkbaar. Zijn die niet
eens uitsluitend met bui tenlan dsch kapitaal wericende
ondernemingen, welke ruim 4 millioen ton per jaar
produceeren en aan ruim 12.000 arbeiders werk geven,
soms niet betalers van belasting, grootvervoerders,
verbruikers van tal van Neclerlandsche voortbrengse-
len? Dr. De Graaff had moeten bedenken, dat het
juist het huitenlandsch kapitaal is geweest, dat de
mijnontginning hier te lande heeft aangevangen in een tijd, toen het Neclerlandsch kapitaal voor dien
tak van nijverheid niet cle minste belangstelling had.
Wat de buitenlanclsche arbeiders betreft, opgemerkt
zij slechts, dat de Nederlandsche
mijnen
niets liever
wenschten dan uitsluitend met Nederlandsch perso-
neel te werken en zich steeds daarvoor groote moeite hebben gegeven. Dat rij daarin, slechts ten deele ge-slaagd zijn, is waarlijk niet aan haar te wijten.

Ernstiger nog is volgens dr. De Graaf f dat de be-
drijfsgestie van de Nederlandsche mijnen in het bij-
zonder die van de Staatsmijnen van een zoo weinig
nationalen–geest getuigt, als bewijs waarvan moet die-
nen het feit, dat sommige Nederlandsche mijnen voor

hare detailzaken kleine hoeveelheden bui tenianclsche
kolen invoeren, of geïnteresseerd zijn bij maatschap-
pijen, clie vreemde kolen .importeereri. Niet meer if
minder clan ,,alle recht op aanspraken uit hoofde van
haar uitsluitend Nederlancisch karakter”, hebben cle
mijnen hiermede verwerlct.
T1j
volstaan met di. IDe
Graaff’s u itspraa]c hier weer te geven ; het ware te
veel eer daaraan, ook slechts een ‘woord te
,,wijrlcn”.
Slechts deze opmerking: de gehorneerciheid en cie on-
nationale geest van cle Limhurgsche mijnén hebben
nog niet een zooclanig peil bereikt dat zij, gelijk hij
vero ‘iderstel t, vreende kool invoeren, wanneer zij
daarmede aan cle plaatsing van haar eigen proclncf
afbreuk zou den doen.

Om te l:eslu i ten oefen t cl r. De Graaff scherpe en –
tiek op een onderdeel van het beleid van cle Directies
van de Staa ta- en Oranje-Nassa cc Mijnen. dat
hij
om-
schrijft als ,,cle verbood ing tot den detailhandel”.

Deze verhouding is volgens dr. 1)e Graaff zeer onaan-
genaam, hetgeen schrijver tracht te verklaren uit ver-
schillende gestcs van cle mijnen ; hij betwijfelt voorts
of de mijnd i recties hi.j hun groeten ijver om het Ne-
derlandsch product te plaâtsen de belangen van den
handel niet uit het oog verliezen en. geeft haar ten-
slotte een lesje’ in ,,koopmanschap”.
De naïeve vrijmoedigheid, waarmede dr. De Graaff, –
clie geenerlei relatie heeft met de Li.mbu.rgsche
mijnen, het beleid van dit groote bedrijf c.ritiseert,
moet verbazingwekkend genoemd worden. Uit eigen
wetenschap zullen hem wel geen feiten. daaromtrent
bekend zijn. Uit welke bron hij put, deelt hij ii iet mede
en doet trouwens weinig ter zake; in ieder geval heeft
Dr. De Graaff zelfs niet gepoogd de juistheid der be-
veercle feiten te controleeren door navraag bij de
Limhurgsche mijnen; over clie feiten, spreekt dr. De
G’raaff een oordeel uit, zonder dat hij kennis draagt
van cle beweegredenen, welke tot de door hein _ge-waalcte gedragslijn van cle mijnen, ter kenschetsing
waarvan clie feiten moeten dienen, hebben geleid. De
voorstelling van dr. De Graaff moet clan ook met den
meesten nadruk als berustend op ten eenenrnale on-
voldoende informatie en als kenn eli;jlc ten cl entieus,
immers alleen ten doel hebbend, semmi.ng
te mal.cen
tegen en te berde gebracht in verband met de door de
mijn en gewenschte conti ngenteer in g, worden terugge-
wezen: Int eene gedachtenwisseling met dr. Do Graaff
over den vorm, ‘welken cl.e ILimburgsche mijnen heb-
ben te geven aan hare relaties met den handel, Ican
uiteraard niet getreden worden; indien. de handel
meent daarover reden tot klagen te hebben, hetgeen
tot dusver niet is gebleken, zal deze ongetwijfeld zelf
middel en weg vinden om de mijnen terzalce te be-
naderen.

Het zal den Limburgschen mijnen, clie er op kunnen
wijzen in een kwart eeuw te hebben opgebouwd eene
industrie, welke in het economische bestel van ons
land een factor van grooto heteekenis is geworden,
niet moeilijk vallen zich heen te zetten over den: onbe-
houwen aanval op het beleid harer leiders, dien dr. De Graaff gemeend heeft zich te mogen veroorloven,- tot hare voldoening hebben zij dezer dagen. uit het Voor-
loopig Verslag van cle Tweede Kamer over de Water-staats’begrooting mogen .ontwaren dat hare gestie ook
anders gezien kan worden, clan dr. IDe Graaff deed.

N mi. s ‘li r i f t.

De redactie van dit ‘blad biedt
mij de gelegenheid voor een naschrift bij cle boven-
staande
bestrijding
mijner artikelen. 1

let heeft mij
getroffen, dat deze bestrijding zoozeer het karalcter’
van een persoonlijken aanval draagt. Moet deze soms
een gemis aan zakelijke argcimenten vergoeden? In
ieder geval’ wen’sch ilc cle steenlcolenmijnen in geenen
dccle in deze behandelingswijze te volgen, noh daarop
in te gaan. Hieronder zijn de zakelijke argumenten
uit liet betoog der
steenkolenmijnen
stuk voor stuk
aan een – nadere beschouwing onderworpn en weer-legd. Naar milijne nening zijn de mijnen- er dan ook

7
December 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 ‘7

niet in geslaagd, mijn betoog op eenigerlei afdoende

wijze te ontzenu wei.

lIet eerste verwijt, dat mij daarin treft, is dat de
gezamenlijke mijnoudernerningen
01)
coiitingenteering

zouden hebben aangedrongen en de aandrang daartoe
niet, zooals deze.rzijds was voorgesteld meer speciaal
van bepaalde zijde zciu zijn gekomen. Het was ook mij
natuurlijk bekend, dat de directies der Limburgsche
in ijno o dernemi ngon geregeld bijeenkomen, ten einde
de g.rooie lijnen der beclrijfspolitiek gezamenlijk uit te stippelen. Dat op deze bijeenkomsten ook de con-
tingenteering naar voren is gekomen, spreekt natuur-
lijk vanzelf, evenals het feit, dat van deze samen-

komsten dan de
z.g.
gezamenlijke aandrang zou zijn

uitgegaan.
De belangstelling, die de v•erschillend.e mijnonder-
nemingen voor contingenteering hebben, is echter
geenszins gelijk, zooais men hier wil doen voorkomen.
Om dit in te zien behoeft men slechts te bedenken,
dat verschillende Nederlancische mijnori clernemingen
deel uitmaken van buitenlandsche concerns. Of con-
ti ngenteeri ng voor zoo’ n concern aantrekkelijk is, hangt er uit, maar van af, of men meer belang heeft bij de productie of bij den invoer. (Wij laten hierbij
terzijde of niet contingenteering altijd en voor ieder-
een op den langen clu ur veel schadelijker is als gevolg
van den ongezoncien toestand, (ie daarbij ontstaat en
dien de mijnen niet willen zien.) Dat een zuiver Ne-
derlancische mijn als de Staatsmijnen in deze omstan-

digheden voor contingenteering is, spreekt vanzelf.
De Oranje-Nassau mijnen, die tot een concern be-
hooren, dat groote ‘belangen heeft in het Saargebied
en kleinere belangeu in België en Duitschland, nemen
eeu zelfde positie in, omdat de invoe:r vanuit het Saar-
gebied naar Nederland nihil i. Een Duitsch en een
Eugelsch georiënteerd concern hdbhen daarentegen grootere belangen bij den vrijen invoer dan bij con-
tingenteering. Een dergelijk concern zal dus in. wezen
tegen contingenteering zijn en de tot dat concern he-hoorende mijnondernemiugen hebben zich daar in te
voegen. Oveeduidelijk is zulks gebleken op de verga-
dering van de commissie van advies inzake de steen-
kolencontingenteeriug, waar cle heer Van der Vorm,
directeur va.n de Scheepvaart- en Steenkolenmaat-
schappij, maar tevens vertegenwoordiger van de meer-
derheid cle,r aandeelen van (le Doininiale Mijn, zich
tegen conti.ngenteeri ng heeft uitgesproken. Van de
hier nog niet genoemde mijnen heeft Willem-Sophia
evenmin belang bij contingenteering (afgezien van
een, mogelijk prijsvoorcieel) omdat haar kleine pro-
d ucti e van uits tekende qualiteit steeds gemakkelijk
afzet vindt tegen hooge prijzen. Zoo zal men derhalve

le mededeeling, .dat het hier eene actie van de geza-
men ljke Nederlandsche mijn ondernemingen betreft,
hiet de nood ige voorzichtigheid möeten aanvaarden.
1-let is zonder meer duidelijk, dat de beide door mij
genoemde mijnen vrijwel het grootste belang bij de
contingenteering hebben. Mede door dat zij de groot-

ste zijn,
1)
.is het vanzelfsprekend, dat zij deze actie

geleid hebben.
Het volgend punt, waartegen de aanval zich richt,
betreft den z.g. overmatigen invoer en in hetgeen
hier te berde wordt gebracht, kan ik niet anders dan
een welkomen steun voor de door mij ‘verdedigde stel-
ling zien. Immers nu de Linrhurgsche mijnen uit den
hoek komen en het begrip overmatigheid willen gaan

verklaren,
blijidt dat cle i’n.voer overmatig is, niet
omdat er teveel wordt ingevoerd, maar omdat de Ne-
derlandsch,e mijnindvstulie ,,meent” in de behoeften van

1)
Proc1iicti der Neci. mijnen in
1930
en
1931
(in 1000 ton).

1930

1931

Staatsmijneii …………..
6.98S

7.247

Oranje.Nassau ………….
2.273

2.630

Laura. en Vereeniging ……..
1.472

1.514

1)omaniale ……………
944

1.029

Willem-Sophia …………
483

480

12.211

12.901

het eigen land te’ ic’annen vciorzien.
Een nieuw ‘begrip
ûver.matige invoer dIUS, als voiidst niet onaardig, maar
‘LiarVaii. ik betwijfel ‘of het algemeen. waardleerng zal
kunnen vi uiclen .. Fl.et is wel jammer, dat de geachte
cri t.i ons, ilie hier aan het woord is, nala.at te vertel-
leni
2
hoe hij dit in overeenstemming zon willen bren-
gen met cle Orisis-i.nvoc.rwet en de verschillende Mi-
nisterieele verklaringen, dlie zich daaromheen hebbe.n
gesponnen. Tot op heden zullen belanghebbenden nog
wel iii mmer op zoo’n cliii dlelijke wijze zelf gedemon
streerd hebben, dat :het onmogelijk is de’ Crisis-in-
voerwet
0])
hun bedrijf va.n toepassing te doen zijn en
huu desbetreffende aanvrage in te willigen.
Bovendien moet cle mededeeling der. mijnen: ,,de
i in burgsche Mijnin dustr ie is, ‘behoudiens een enkele
soort kolen, waarvan cle consumptie in, ons land ge-
ring is,in staa.t in cle geheele binnenlandsche behoef-
te aan irclustrie- en huisbrandkoleni te vooizien,”,’ met
çle uiterste voorzichtigheid gehanteerd worden. Het is
niet juist
0111
te meen en.. dlitt nu die totaalprodu.ctie
‘an. Nedierland grooter is dan het binnenlancisch ver-
bruik, Nederland van dien invoer onafhankelijk zou

zijn geworden.

Ook w’an neer men dlezelf cle groepen kolen (mager-
en vetkoleu) neemt, dItli). bestaan in iedere groep nog zoovele versciullende soorten en matgn, dlie alle weer
hen min of meer speciale bestemming ‘hebben en daar-
ons tot internationaal verkeer aanle.idiog geven, dat
het sluiten van de grenzen in vele gevallen zou betee-.
Icenen.. dat het bedrijfsleven zich eeji kolen.sooit krijgt
toegewezen, clie wel bru kbaa.r is voor liet ‘beoogde

doel, maar daartoe niet cle meest geschikte is. Zooclat
van een eeoitoniische bevrecligi.ng van cle totale Neder-
lanclsche behoefte door de Ned. Mijnen geen sprake
lcan zijn dan met henadeeli.ng van belangen der af-
nemers, clie zulks in vele gevallen eerst in dle practijk
zullen ervaren. Opofferingen, nooclzalcel.ijk in oorlogs-
tijd, maar zeer ongewenscht in ‘vredestijd, in het bij-zonder, waar de toestand ‘aui het ‘bedrijfsleven toch
reeds zoo slecht is. •

Ik wijs ook op de zeer uerkwaardigé tegenstelling
in het betoog der mijnen, dat’ zij hier stellen, bijna
geheel Nederland te kunnen voorzien, terwijl zij ver-
lerop in ‘hun betoog, naar aanleiding van mijn ver-
wijt, dat dle Ned. Mijnen geïnteresseerd zijn ‘hij import-
isaatschappijen, van zeer verschillende soorten kolen
‘daartegen aanvoeren, dlat zij geen vreemde kolen invoe-
ren, wanneer zij dlaar.medle aan cle plaatsing van haar eigen product afbreuk zouden doen. Het wil mij voor-
komen, dat beide uitlatingen geheel met elkaar in
strijd zijn en dat daarvan slechts een van ‘beiden in
haar algemeenheid juist Ican zijn. Of de Ned. Mijnen
kunnen de kolen leveren, maar dan doen zij onna-
tionaal door deze te importeeren, of cle Neci. Mijnen
kunnen deze soorten niet leveren en clai kunnen zij
aan cle gelijkheid der verbruiks- en productiecijfers

geen rechten ontleenen. ,l:let w’il mij voorkomen, dat
de logica in het betoog van mijo geachten tegenstan-
der, clie op zeer principiëele punten met zichzelf in
strijd is, wel eenigszins ontbreelct.

De volgende alinea is wat overdreven. Aan cle hand
van de onderstaande tabel kan men berekenen,’ welk
percentage van het Neci. verbruik uit ingevoerde
‘kolen ‘bestaat. Het blijkt,, dat hët in het ‘hier gekozen
tijclvalc nimmer veel meer dan de helft is geweest, ter-
ijl het dit jaar tot ongeveer 45 pOt. is gedaald. ‘Dit
‘cijfer mag zeer gunstig genoenici worden en stemt ‘on-
geveer overeen niet liet Belgische.
Deze tabel doet duidelijk zien, hoe sterk het import-belang van Nederland achterui tgaat. EI ieru it spreekt
duidelijk, dat er van een verdringing van de Ned. mij-
nen van de Ned. markt, een argument, dat meermalen
a.ang’evoerdl wordt,, absoluut geen sprake is, ,zoodat liet
geheel. onbillijk zou zijn’het Ned. publiek in een der-
gelijken waan le ‘b’tengen. Dat het economisch ‘niet mogelijk is, dat in cle brandstoffenbehoefte van on
land voor een belangrijk grooter deel dodr het’Ned.

978

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December 1932

Procl uct kan worden voorzien, blijkt wel hieruit, dat
men, om zooiets tot stand te brengen een soort regee-ringsciwang voor de afnemers nooclig heeft.
Een tegenspraak is ook ongetwijfeld in deze en de
volgende alinea.
WTorclen
in cle eerste alinea cie regee-
ri ngsbemoeien i ssen dankbaar vermeld, de volgende
begint met de opmerking, dat, men nimmer regee-
ringstusscitenkomst gevraagd zou hebben. indien cle
uitvoer niet belemmerd was geworden. De bedoelde
regeeringsbenioeienis dateert reeds van geruimen tijd
her (zeker van vé6r den tijd der buitenlandsche con-
tingeuteeringsroaat.regelen), terwijl tot en met het
jaar 1931 de uitvoer is gestegen. Klaarblijkelijk heeft
men dus reeds veel eerder de tusscheukomst van de
regeering ingeroepen dan uien hier wil doen voor-
komen.

Leest men het betoog van mijn geachten tegenstan-
der zonder kennis van de cijfers; dan zou men licht in den waan komen, dat Nederland met buitenland-
sehe kolen wordt overstroomd, terwijl de Nederland-
sche uitvoer door huitenlan dsche maatregelen groo-
tendeels zou zijn vernietigd. De cijfers kunnen dan
geachten lezer in deze weer op het rechte pad helpen,
waarbij wij ons zullen beperken tot de verloopen maan-
den van het jaar 1932. In de maanden Jan.fOct. 1932

bedroeg de invoer van steenkolen in Nederland
5.232.752 ton, terwijl
hij
in de overeenkomstige
periode van het jaar 1931 ‘bedroeg 7.217.676 ten, zijn-
de dus een vermindering van 28 pOt. (Neemt men
de waarde, dan
krijgt
men achtereenvolgens in 1000
gulden: 81.755 en 44.865, aldus gevende een vermin-
dering van 43 pOt.). :oezelfde
cijfers
voor den uitvoer
nemende vindt men een uitvoer van 2.820.455 ton in
1932 tegen 3.479.832 ton in 1931, derhalve een ver-
mindering van 19 pOt. (Voor cle waarde resp. 36.659 en 27.881, gevende een vermindering van 24 pOt.).

Deze cijfers stellen de beweringen van de Limburg-
she mijnen wel in een zeer eigenaardig daglicht. Het
blijkt nu, dat de Ned. uitvoer, die naar men het voor-
stelt aan alle kantqn belaagd en verdrukt wordt is
achteruitgegaan met 19 pOt. (waarde 24 pOt.), ter-
wijl de invoer in Nederland, waar de invoer van
vreemde kolen geheel vrij is en welk land, als men
het maar wil gelooven, het terrein is, waar iedereen
zijn overschot á tout prix gaat plaatsen, met 28 pOt.
is teruggeloopen (waarde 43 pOt.). Terwijl dus de uit-
voer naar het zoo beveiligde buitenland met 19 pOt. af-
neemt, daalt de invoer in het zoo algeheel
vrije
en
hulpelooze Nederland met 28 pOt. liet is iedereen
duidelijk, dat dit in geen enkel opzicht valt te rijmen
met het betoog van de mijnen. Van tweeën één: ôf van
de buitenlandsche contingenteering gaat niet die be-
veiligende kracht uit, ten opzichte van Nederland al-
thans, waarvan men ons wil doen gelooven, ôf wel de

Neclerlandsche regeeringstussehenkomst is reeds veel cfficienter.
Natuurlijk hebben ook cle bi mburgsche mijnen hun
verklaring voor den zon sterk gedaalden. invoer. ilij
is het gevolg, zoo schrijft men, om. vtul het sterk ver-
tuin derde verbruik. Nu rijzen bij mij twee vragen : ni.
lo. hoe komt het dan, (lat (le Ncd. uitvoer naai het
buitenland, waar men toch evenzeer met een sterk
afgenomen verbruik te kampen heeft, in zooveel min-
der sterke mate is gedaald 2o. als het verbruik ‘er-
kelijk zoo sterk gedaald is, als men het wil doen voor-
komen, waarom verminderde clan cle prod uctie met

slechts 2 pOt.? liet is mij onbegrijpelijk, hoe iemand, als de omstandigheden werkelijk zoo slecht varen als
cle mijnen willen doen gelooven, de verantwoordelijk-
heid zou durven dragen van een zoo groote Produc-
tie hij een zoo zeer verminderd verbruik. De sterke
vermindering van den Ned .inv oer moet dan ook wel

voor een ‘belangrijk deel worden geschreven op
rekening van een verdere verovering van de Ned.
markt door de Ned. mijn industrie. De hieronderstaan-
cle tabel geeft daaromtrent reeds een overzicht en
toont ook de volkomen onjuistheid van de passage uit
het betoog van mijn tegenstander: ,,Het luitenland..
deed daardoor het gevaar ontstaan, dat ook op de bin-nenlandsche markt de Nederlandsche mijnen zich niet
meer zouden kunnen handhaven.’
1
De feiten toonen
aan, dat de verdringing van de huitehlandsche mijnen
steeds verderen voortgang maakt.

Een volgend punt, dat van critiek niet verschoond
blijft, is de passage, waar ik de gevolgen van, een mö-

gelijke contingenteering aanroerde. Hetgeen hier, ge-
steld wordt, blijkt in de
practijk
volkomen illusoir te
zijn, o.a: door den betreickelijk korten duur van de
contracten. De Belgische contingenteering heeft hier-
van een sprekend voorbeeld gegeven. Daar hebben zich cle door mij aangegeven moeilijicheden
01)
een markt,
die onde.r precies dezelfde verhoudingen wat betreft
contracten enz. vericeerde als de Nederindsche,
0
uitgebreide schaal voorgedaan. Dat en waarom de
Ned: mijnen juist zoo goed in hun goedkoope soorten
zitten, hoop ik t.z.t. nog eens te mogen uiteenzetten.

De prijsgarantie herwint bij mij haar aantrek1ce1jk
heid niet door de toelichting, dat zij niet de prijzen
van den handel betreft. Waar de veibruiker, voorzoo-
ver hij niet direct van de
mijn
koopt (of beschouwt men soms de vertegenwoordiger of het verkoopkan-
toor van de mijn ook als handelaar) juist daar mee te
maken
krijgt,
Icom ik tot de conclusie, dat de prijs-
garantie ‘voor den afnemer geen zekerheid biedt. Het-
geen ook trouwens ‘vanzelf spreekt, want de mijnen
hebben op eenigszins langen duur niet het minste be-
lang bij contingenteering me ‘handhaving van het
huidige prijsniveau.

Jaar
Productie
van
Nederland

Handelsoverzicht
(iii 1000
ton)
.
0

.
,
.
0

.
x,-.c._
Steenkolen
Cokes
1
Steenkoolbrjketten
Bunker-
llmport(+)
of
1000
ton•
import

export
import

export
1

import

export
kolen exp.
(-)

0
overschot
l-o

5

1926
8.843
10.06E
3.376

282 960
394
152
4.749
+1.500
10.350
85
104
1927
9.488 8.822
2.958
278
1.145
370
84
3.49
+1.834
11.322
84


84
1928
10.920
8.760
3.924
301
1.133
334
77
3.333
+
928 11.848
92
79
1929 11.581
9618
3.621
371
1.940 327
105
3.066
+1.584
13.166
88
78
1930 12.211
9.113
3900
289
2.080
331
194
2.824
+

735
12.947
94
75
1931 12.901
8.501
4.093
316
2.217
399
464
2.500

58
12.842
100
72
Jan./Sept.’32
9.378
‘4.679
2.514
221
1.464
262
241
1.008

65
9.313
101
55

9 Met nadruk wordt er op gewezen, dat de cijfers in
deze kolom opgenomen
niet
weergeven het pCI. buitenland-
sche kolen in het Ned. verbruik, welk pCI. veel kleiner is. omdat een belangrijk gedeelte van den buit, invoer niet in
Nederland verbruikt wordt en dus feitelijk doorvoer is.
(Dit spreekt bijzonder bij het cijfer voor het jaar 1926).
De Jaarstatistiek van In-. Uit- en Doorvoer 1931 merkt
t.d.a. op: ,,O’m practische redenen is tav. bunkerkolen ge-
broken met den overigens voor de Ned. handelsstatistiek
algemëen geldenden regel, dat de doorgevoerde partijen zoo-
veel mogelijk worden geweerd uit cle cijferkolommen be-
treffende’ in- en uitvoer. Bij doorvoer van bunkerkolen bijt’.

ten behoeve van een vreemd schip, wordt deze behandeling
voor cle statistiek opzettelijk gesplitst in. een invoerhande-
ling (ie. van steenkolen) en een uïtvoer.bandeling (ie. valt
hunkerkolen). Eigenlijk zijn cle cijfers van den invoer in
het ‘bovenstaande ‘overzicht dus iéts geflatteerd aangegeven
en is dan oo’k het invoersaiclo inderdaad iets kleiner. Vol-gens ambtelijke berichten en inlichtingen van andere zijde
zijn cle in Ned. gebsinkerde kolen grootendeels buit, kolen.
Dit is ook bevestigd door een onderzoek vanw’ege mijn
bureau. lngevolge de gegevens van de bovenstaande tabel
(di. cle kolom bunkerkolen) moet dus’ van het i.nvoersaldo
1931 rond 2 millioeu ton worden afgetrokken.”

7 December 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

979
,

Gekomen aan de bestrijding van mijn tweede arti-
kel, zal het iedereen direct duidelijk zijn, dat hetgeen
in den aanhef van deze bestrijding wordt gezegd een
gevolg van een misverstand moet zijn, waar uit de
gewraakte passage dadelijk blijkt, dat hier niet zijn
bedoeld de financiëele uitkomsten van het bedrijf,
maar de toestand van de bedrijvigheid, zoodat het ge-
maakte ‘verwijt geheel ten onrechte is.

De arbeidersbelangen
schijnen
zeer door de mijnen
gekoesterd te worden. Het daarover gegeven betoog is
echter niet steekhoudend en ik vestig meer speciaal
de aandacht op de passage, waarin men het wil doen
voorkomen, alsof men in Limburg niet de productie
uitbreidt naar gelang van de behoefte en dienover-
eenkomstig arbeiders aanstelt, maar dat men daar
de productie uitbreidt ter wille van de arbeiders en
dan daarvoor afzet gaat zoeken, hetgeen zeker geen
algemeen gebruikelijke methode is.

Overigens maken ook hier de feiten de mededeelin-gen van de mijnen weinig aannemelijk. Hoewel sedert
de maand Juli (basismaand van de hieronder gerepro-
duceerde statistiek, terwijl 1 Aug. het tijdstip is, waar-
op de mededeelingen van Ir. J. Koster, vermeld in
mijn artikel van 0 Nov., betrekking hebben) de pro-ductie weer met eenige procenten is toegenomen, is
het aantal arbeiders sindsdien verder gedaald.

Gaarne wil ik toegeven, dat de delving van kolen
een grooter loonhedrag geeft dan de behandeling
daarvan in de haven, hetgeen door mij trouwens nim-
mer gesteld is. Maar ik protesteer, wanneer de schrij-
ver het wil doen voorkomen alsof de toeitand van de
mijnwerkers jammerlijk is en zeer in het bijzonder,
wanneer hij hieraan argumenten wil on.tleenen voor
steunmaatregelen. De toestand in de mijnindustrie is,
vergeleken bij andere bedr••en zeer gunstig (zie on-
derstaand overzicht), zoodat hierop geen beroep voor
steun kan worden gegrond, dan nadat men eerst de
wenschen van alle andere branches heeft ingewilligd.

Overzicht van de werkloosheid in de maand
Juli
1932.
aantal da- aantal dagen index-

aantal

aantal

gen werk- werkl. werkl. p. cijfer

leden

werkJ.

loosheid

in
0
10
werklooze

Diamantindustrie . 5.565

4.976

29.516

89,4

5,9

88,4

Drukkersbedrijf… 21.429

3.097

18.712

14,5

5,9

14,1

Bouwbedrijven…. 92.863

32.954

181.258

35,5

5,5

325

Houtbewerking … 18246

6.502

36.916

35,6

5,7

337
Kleedingindustrie

9.083

1.690

7.889

18,6

4,7

14,5

Lederindustrie…. 5.171

1211

5.020

23,4

4,1

16,2

Steenkolenmijnen. 18626

5.399

7.491

29,-

1,4

6,7

Metaalind. scheep. 84.611

33.096

178.391

39,1

5,4

35,1

Textielnijverheid . 42.605

17.796

81.049

41.7

4,6

31.7

Voeding- en gen.mb.32.429

6.200

28.796

19,1

4,6

14,8
Visscheril

3620

894

5.196

24,7

5,8

23,9

Handelsrezigers.. 5.221

59

342

1,1

5,8

1,1

Verkeerswezen … 74.524

19.622

101.490

26,3

5,2

22,7

Hand, en kantoorb. 41.633

3.821

22.646

9,2

5,9

9,1

Toonkunstenaars. 1.254

275

1.595

21,9

5,8

21,2

Overige bedrijfgr. . 61.116

15.980

81.979

26,1

5,1

22,4

Totaal .. . 517.996

153.561

787.747

29,6

5,1

25,3

Terwijl het indexcijfer voor – de werkloosheid voor
het algemeen 25 pCt. is, bedraagt het voor cle mijnen nog geen 7 en is het laagste (de hauclelsreizigers bui-ten beschouwing gelaten) van alle bedrijven. Ik meen
niets te veel gezegd te hebben, toen .1k opmerkte, dat
de toestand in het mijn’bedrijf relatief nog zeer gun-
stig was. Of moet ik soms aannemen, dat een werk-
boze of door verzuimdiensten getroffen mijnwerker er
veel slechter aan toe is, dan een in dezelfde omstan-
cligheden verkeerende arbeider in een der andere be-
clrijfsgroepen, waar cle werkloosheid nog veel grooter
is. Dat is toch waarlijk wat te veel gevergd, liet lijkt
mij alsof het arbeiclersbelang hier geëxploiteerd wordt
om de meening .van dc massa te beïnvloeden. Maar reeds richt cie aanval zich op een nieuw punt.
De Ned. mijnindustrie heeft geen gebruik gemaakt
van de productiebeperking elders, zoo wordt mij
tegengeworpen ,,en in het bijzonder is onwaa.r dat
haar uitvoer naar Frankrijk zou zijn toegenomen op

een tijdstip dat dit land reeds zijn, eigen productie
beperkte.”
Ook hier kunnen cie cijfers weer nuttige diensten
bewijzen. De productie van Frankrij]c was, blijkens de

door mij in mijn artikel van 0 Nov. verwerkte statis
tieken ‘van 1926 tot 1030 ongeveer constant (de groot-
ste schommeling was pim. 5 pOt.), om
in
1031 scherp
te dalen. De Ned. uitvoer naar Frankrijk wordt hier-
onder gereproduceerd en ik geloof, dat deze cijfers

voor zichzelf spreken. Van iedere soort is de uitvoer
in deze jaren meer dan verdubbeld.

Nederlanclsche uitvoer naar Frankrijk (x 1000 KG.).
steenkolen

cokes

steenkooibriketten

1926

613.441

387.051

39.462

1927 ,

633.912

527.665

41.381

1928

834.437

612.361

33.196

1929

784.500

1.147.074

48.645

1930

1.281.475

1.120.489

96.692

1931

1.341.107

858.810

143882

Jan./Oet.
1932

973.972

343.135

65.788

De onjuistheid van de mededeeling der mijnen
wordt ook hier weer duidelijk bewezen. In het jaar
1031, toen de Fransche productie scherp daalde, steeg
de uitvoer van Nederland naar Frankrijk wat betreft
steenkolen met 5 pOt., voor steenkooibriketten met
ongeveer 50 pOt. En men dient daarbij te bedenken,
dat deze cijfers in werkelijkheid zwaarder wegen, om-
dat tezelf der tijd het verbruik scherp daalde.

De volgende aanval richt zich op het doel der con-
tingenteering. Ook hier kan de geachte criticus er niet
in slagen zijn beschuldiging aannemelijk te maken.
Het ‘bedoelde adres der K. v. K. & F. te Heerlen, die
haar informaties uit do eerste hand heeft,laat geen twijfel open of de cont.ingenteering moet de baan
openen voor productie-uitbreiding, hetgeen ook vol-komen begrijpelijk is, terwijl de door de mijnen aan-
gevoerde reden, ni. ‘het gevaar van de binnenlandsche
markt, zooals ik reeds eerder aantoonde, een fictie is. De ‘volgende alinea draagt een zuiver protectionis-
tisch karakter, waaraan de alom bekende maatstaf kan
worden aangelegd. Het verheugt mij, dat ten minste wat betreft de buitenlandsche politiek het gelijk aan
mijn zijde is. Het kon ook’ moeilijk anders. Dit rustige
intermezzo w’ordt echter slechts gebruikt om den aan,-
val te heropenen op mijn beschouwingen over de bin nenlandsche prijspolitiek. Het hier betoo,gde.kan.
1
den
toets der juistheid niet doorstaan. Hetis algemen
bekend, dat aan de lichamen, ‘die gedwongen Ned.
kolen koopen, beduidend hoogere prijzen worden be-
relcend dan aan de vrije afnemers,’waar men de order
slechts door onderbieding van buitenlandsehe prjg.n
kan krijgen. Ware het niet, dat ik vreesde te lang
worden, zou ik dit gaarne met voorbeelden toelichten;
De rest van het betoog van mijn opponent heeft
geen zakelijke: waarde. Slechts twee opmeï’kingen.
10.
Men schrijft, dat de handel geen redea tot kla-
gen heeft over de relaties met de Limburgsche’ mijuep,
Klaarblijkelijk is de schrijver dan wel -zeei slecht in-
gelicht; indien hij ‘zich eens ‘de moeite ‘wil getroosten,
de verslagen van het, 25ste bondsjcar vtn, ‘den Bpnd
van Ned. Handelaren in BTandstoffen ddor. te 1eze,
indien hij niet langs anderen, weg de ledoe1de inlicJi
tingen kan krijgen, hetgeen waarlijk niet moeilijk i
j

clan kan hij daaruit vernemen, hoezeer de .bn,nde)ri,
sympatiseeren . met de houding der fttaats-
.ÇO.
mijnen (blz. 22-31). Op de algemeen,e vergadering
van bovengenoemden bond op 22.Mart 1932 werd een
motie aangenomen, waarin .o.a. voorkomt:, ,,gehoord
de mededeelingen van het Bestuur inzitke bespekin-
gen door een commissie uit zijn midden met de D’rëc
tie van het Verkoojkantoor. dei Staatsmij.en gevoe’d;
spreekt hare diepe verontwaard’iginui’t. over, d be-
handeling in verbahd met die’ besprekingen. zijn ‘,Be-
stuur aangedaan;”. Het ontkenndn .can het bestaan
der moeilijkheden (over cle sculdkwestie’ heb ik ‘mij
niet uitgelaten en dat wensch ik ook nu niet tedoen)
lijkt mij. dan.00k.moeilijk ‘vol te houden.
2o. T.a.v. de verwijten mij ‘gemaakt over mijn wein,ig
nationale houdi’ng, stel ik er prijs op te verklar,en, dat
ik zeer nationaal voel. Maar ik wijs de nationale..ge-
dachte (of een beroep daarop) af, wanneer, zij door,

980

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.
7 Decémber 1932

iemand geëxploiteerd wordt, die slechts nationaal
handelt als het in zijn kraam te pas komt. Want het
is volkomen juist, wat in het jongste nummer van de
Rijkseeuheid werd geschreven: ,,Het nationale is
söhoon en verheffend, wanneer het den spoorslag
vormt voor daden van offer en toewijding. Het na-
tionale verlaagt, wanneer het de dekking is voor

eigen- en partijbelang.”
Dr.
A. DE GRAAFF.

DE VESTIGING VAN EEN ALUMINIUMINDUSTRIE
IN NEDERLAND.

Eenige weken’ geleden heeft Dr. A. Marcus in ons
blad eenige beschouwingen aan dit onderwerp gewijd en er bij deze gelegenheid op gewezen, dat de Mellon
Trust in 1924 een toezegging had gedaan om binnen
uiterlijk tien jaren in Nederland een aluminiumfa-
briek met een capaciteit van 10.000 ton per jaar op
te richten en den ‘bouw te financieren. Naar aanlei-
ding van deze passage vestigde de heer J. C. Moilema,
commissaris der Surinaamsche Bauxite Maatschappij,
onze aandacht er op, dat een dergelijke overeenkomst
nimmer is gesloten.
De bauxietwinning in Suriname aldus de heer Mol-
lema, berust uiteindelijk op de overeenkomst van 28
October 1929 (resolutie No. 3910) tusschen het gou-
vernement van Suriname en de Surinaamsche Bauxite Maatschappij (dochterli chaam der Aluminium Oom –
pany of America) gesloten en krachtens deze over-
eenkomst wordt sinds jaar en dag geregeld bauxiet
gedolven en naar U.S.A. verscheept.
In vroeger jaren is wel onderzocht, of een water-
kracht op de grens van Fransch Guyana benut kon
worden om eerlang in Suriname een aluminiuniin-
dustrie te vestigen, doch dit plan is afgestuit op on-
overkomelijke moeilijkheden.
De bewering van Dr. Marcus heeft ons reeds bij
ontvagst van zijn artikel aanleiding gegeven tot het
vragek van een nadere verklaring. Dr. Marcos deelde
ons toen mede, dat zijn bewering op zeer betrouwbare

informaties ‘herustte. Op ons verzoek om een ant-
woord op de beschouw’ingen van den heer Mollema,
bericht Dr. M. ons thans, dat het mogelijk is, dat de
plannen, welke destijds over de oprichting van een
aluminiumfabriek op de grens van Nederlandsch en
Fransch Guyana zijn gemaakt, verwisseld zijn gewor-
den met de nieuwe plannen inzake een aluminiumin-
dustrie in ons land. Na de mededeelingen van den
heer Mollema achten wij dit niet alleen mogelijk maar

ook zeker. Dr.
M.
heeft echter niet flagelaten zijn
spijt te betuigen over de verkeerde inlichtingen.
• Het ‘onderzoek naar de oprichting van een alumi-
niumindustrie hier te lande berust volgens door ons
van andere zijde ontvangen inlichtingen inderdaad

OP
een

teëele basis. Bij de oprichting van een derge-
lijke industrie, spelen de kosten van bereiding, waar-
bij dan weer de electrische energie een der belang-
rijkste factoren vormt, verreweg de voornaamste rol.
Dit moge hieruit blijken, dat uit 4 ton bauxiet, (waar-

de ongeveer
f
60) één ton aluminium wordt ‘ervaar-

cligd, waarvan de ‘waarde ongeveer
f
1.000 bedraagt.

ZDaa-rorn zijn de alurniniumfabrieken ook daar geves-
tigd, waar een goedkoope energie te verkrijgen is, o.a.
in Noorwegen, Zwitserland en in de Ver. Staten bij de
groote – meren. De ‘belangrijke vraag, waarover het
ônderzoek ‘thans gaande is, is deze, of men in Lim-
burg eerlang zulke goedkoope energie kan leveren, dat
éen aluminiumindustrie in ons land op de wereld-

nark

t zou kunnen mededingen.
De plannen, welke voor de ontginning van bauxiet
in Ned.-Indië in voorbereiding zijn, staan met ,de op-
richting van een aluminiumindustrie hi’er te lande
niet in direct verband. 1-let natuurlijke afzetgebied
vopr ‘bauxiet uit Ned.-Indië vormt het Oosten. Het is
begrijpelijk dat, cle J”aI)annerS zich hiervoor interes-
seeren; daar dit de oprichting van een aluminium-
ndustrie in Japan mogelijk kan maken.

AANTEEKENINGEN.

De wereldproductie van granen.

Het Internationaal Landbouw-Instituut te Rome

heeft nieuwe gegevens gepu’bliceerd betreffende den
wereldoogst van enkele soorten graan in 1932. iDbor

verbetering van sommige schattingen wordt de wereld-
tarwe-oogst (met uitzondering van Rusland, Ohina,
Turkije enz.) 11 millioen quintalen lager berekend
dan de vorige opgave. Zij bedraagt thans:

Wereldproductie van tarwe
1)
(in millioenen quintalen)
1932 1931 ‘1930 1929’ 1928 1927 1026
Europa ………
412 390 371 395 384 347 331
Noord-Amerika – –
3132) 336 351 307 406 373 340
Zuid-Amerika .. –
75

73

74

60 109

92

’74
Azië
1
)108

111

124

104

93 1.07

104
Afrik’a ………
35

36

32

37

32

32

30
Australjë …….
56

53

60

37

46

35

46

Totaal ….
999

999 1.012

940 1.070 986

925
Sovjet-Unie

– 269 189 220 217 249
l)
]3ehalve China, Perzië, Turkije en T
..rak.
2)
Totaal verkregen door rekening te houden met de ver-
laagcle schatting van ongeveer
5
millioen quinta.Ien ‘van dc
Canadeesehc -productie.

Volgens een Engelsche statistiek zal het export-
overschot van tarwe in de loopende campagne 35 mil-
lioen ton bedragen, ‘hetgeen 2 milhioen. ton minder is
dan in 1931f’32. Daarbij moet men niet uit het oog
verliezen, dat de invoer door allerlei protectionistische
maatregelen nog verder
all
afnemen. Men heeft ‘be-
rekend, dat de importlandeû in het gunstigste geval
17.5 millioen ton zullen opnemen tegen 20 millioen
ton verleden jaar.

I

lot ‘behoeft geen betoog, dat met het oog op de
groote hoeveelheden tarw’e, de prijsontwikkeling in de
laatste weke:n zeer ongunstig is geweest. Men kan zich
hiervan gemakkelijk overtuigen d.00r een blik te slaain
in dle prijsstatistiek in dit weekblad.
Mede in verband met de lage noteeringen op de
vrachteumarkt, wordt do concurrentie van overzeesch
graan in de Europeesche landen steeds .grooter. Vol-
gens de Berliner-Handels Gesellschaf t kost het trans-
port van een ton tarwe uit Vancouver ‘door het Pana-
makanaal, het Armelkanaal, de Rijn op tot Mannheim
slechts R.M. 22.—, de spoorvracht voor dezelfde ton

tarwe van Budapest naar Berlijn bedraagt echter
R.M. 55.
Voor rogge omvatten de beschikbare statistieken
bijna alle landen van het Noordelijk halfrond met uit-
zonder.ing van Rusland. De oogst van het Zuidelijk halfrond is te verwaarloozen, daar ‘deze slechts 2 ii
3 niillioen qui ntahen bedraagt:

Wereldproductie van rogge (in niillioenen quintalen).
Landen:
1932 1931 1930 1929 1927 1925
Europa (23
landen)
——238 195 232 236 204 240
Noord-Amerika
(2 landen)
– 13 10 17 12 17 13
riOtaal ,,.
251 205 249 248 221. 253

Wat gerst betreft, beschikt men thans over oogst-
schattingen’ an de belangrijkste landen van het Noor-delijk halfrond, met uitzondering van Rusland, Indië,
Turkije en Denemarken.

Wereldproductie van ‘gerst (iii millioenen ‘quint’aleu).
Landen:
1932 1931 1930 1929 1927 1925
Europa
(25
landen) …..
162 138 153 167 133 136
Noord-Amerika
(2 landen)
86

58

96

83

74

61
Azië
(3
landen) ………
29

29

29

31

29

30
Afrika
(5
landen) …….
-21

23

20

24

20

24

‘Totaal ….
298 248 298 305 256 251

De onderstaande tabel bevat de gegevens van alle
landen van het Noordiehijk halfrond met uitzondering
van Rusland.

Wereldproduetie
rai
haver (in niillioeneii quintalen) –
Landen:
1932 1931 1930 1929 1927 1925
Europa
(24
la.iiden) …..
244 ‘

22.3 222 271 229 222
Noorcl.Arnerika
(2
landeii)
245 212 251 206 226 267
Azië en Afrika
(4
landen)
‘2
2 3 . 3 2 3

Totaal.,..
491 437 476 ‘480 457 492

7 December 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

981

Bescherming van demetaalproductie in dewereld.

De herhaalde mislukking van de pogingen, om in
(Ie koperindustrie tot een gemeenschappelijk samen-
gaan van producenten te geraken, is zeker niet in liet
minst toe te schrijven aan de bijzondere bescherming,
welke de belangrijkste producenten genieten. Met
clezen factor moet niet alleen bij de koperindustrie,
maar ook bij enkele andere rnetaal.industrieën reke-

hing worden gehouden.

Op grond van een uitgebreid onderzoek, dat de
Metaligeseilschaft A. 0. naar het verband tusschen
bescherming en metaalprocluctie in de wereld heeft
ingesteld
i),
kon worden geconstateerd, dat de poli-
tiek tot bescherming van de hij de produutie van
ruwe metalen betrokken landen, inzonderheid voor
de metalen zink, lood en aluminium in het verleden
van groote beteekenis was. Doch ook voor koper zul-
len de beschermende rechten in de toekomst een
groote rol spelen, ncclat de Ver. Staten in Juni van
dit jaar een invoerrecht op koper hebben gelegd, het-
welk otigetwijfel cl ook handelspolitieke maatregelen
va:n andere staten tengevolge zal hebben. Wij kunnen
in dit verband wijzen
01)
de preferentie, welke het
koper uit den Congo bij invoer in Frankrijk geniet.

In liet kort is het resultaat van het onderzoek, dat
op basis van de productie van 1931 en van den stand
van cle invoerrechten op metalen per Juli jl. is inge-
teld, dat 77 pOt. van de aluminiumproductie, rond
76 pOt. van de loodproduct.ie, rond 75 pOt, van de
zinkproduct.ie en rond 61 pCt. van de koperproduc-
tie der wereld door invoerrechten worden beschermd.
Van deze door invoerrechten beschermde productie
komt voor rekening van den afzet in het eigen door
nvoerrcchten ‘beschermde land: hij aluminium rond
76 pCt., bij koper rond 71 pOt., bij zink rond 63 pCt.
en hij lood rond 49 pCt. Indien men aluminium, dat
op vrij groote schaal bescherming geniet, uitsluit, dan
neemt Duitschland onder cle weinige, niet door in-
voerrechten ieschermde, productielandeni van ruwe
metalen een voorname plaats in.

in cle volgende tabel hebbcn wij de door rechten be-
schernncie en de onbeschernicie productie van ruwe
n
)
etaien volgens de volgende gezichtspunten inge-
deeld : haar de autarkische landen, d.w.z. die landen,
ivaarhij het verbruik en de productie -van ruw metaal
ongeveer in evenwicht rJjn, naar landen, die een deel
van liet ruwe metaal moeten invoeren en voorts naar
landen mot een overschot aan. ruwe metalen.

Besehernniig van de ruwe metaalprocluctie in (ie wereld.
Aluini-
Zink Lood Koper nium
iii % van de totale productie
v.
d. ,,iHütten” op basis
v.
h.
jaar
1931.

Besclierriide autarkische landen ..
28,0

6.0

20,0
1
nvoerlanden

Door rechten beschermd ……
14,5

6,5

2,0

6,5

Onbeschernid ……………..
4,0

7,0

7,0


Laiidcii niet procictctie-oi’erlot

Door rechten beschermd …….
32,5

69,5 53,0

50
1
5

Onbeschermd. ……………..
21,0

17,0

32,0

23,0
Totaal

Door rcehtvn beschermd …….
75,0

76,0 61,0

77,0

Oiïbt’sclicrtncl ……………..
25,0

24,0

39.0

23,0

Deze tale1 toont, dat, naar de gebieden beschouwd,
de landen met eeu productie-overschot meer bescher-
ining genieten dan de overige productiegebieden. Dit
is inc zooverrc van groote beteekenis, dat de weinige,
niet door invoerrechten beschermde, productiegebie-
den ook hij hun afzet op de ‘binnenlandsche markt
ilcet den uitvoer uit door rechten beschermde landen
met ccii surplus-productie moeten concurreeren. Al
moeten: deze door rechten ‘beschermde landen met een
productie-overschot ook een deel van hun productie
tot wereldmarktprijzen uitvoeren, toch hebben zij voor
een gedeelte van hun productie, dat vaak zeer aan-

‘) Zie tatistisehe Znsanuuenstellitugeu
1932, blz. IX.

zienlijk is, een door middel van invoerrechten gewaar-
borgden afzet in het eigen tolgebied.
Het geheel is echter niet uitsluitend een k.’estie
van afzet, doch ook van opbrengsten. De producenten in
door rechten beschermde landen zijn niet alleen zeker
van een afzet op de binnenlandsche markt, doch de
bescherming verzekert dezen producenten bij den afzet
in liet binnenland tevens hoogere prijzen dan
01)
de

wereldmarkt, die vaak zeer belangrijk zijn. Voor zon-
verre over deze binnenlandsche prijzen gegevens be-schikbaar zijn, hebben wij dit in de volgende tabel in
verband gebracht met •de Londensche metaalnoteerin-
gen (op basis van goudponden).
Elooger dan ‘de Londensche wereldmarktprijs waren midden Juni 1932 de binnenlandsche prijzen voor lood
en zink in de navolgende landen, waarbij als basis
(= 100) voor lood goud-Pond 7 per long ton en voor
zink goud-Pond 8,5 per long ton werd aangenomen.

Ilinneuhmdsche prijzen in
% v. (l.
tioteeringen te Londeu.
Lood
%
Zink
%
Ver.

Stateu

……………………..
172
125
Canacl’n

………………………..
159
1)
158
1)

italili

………………………….
150
175
?oleu

………………………….
140
182
Tsjecho-Slowakijc

……………….
115
118
Japan

…………………………
110-115
160
Frankrijk

………………………
112 113
Eugehnncl

………………………
108-109
108-109
Spanje

………………………..

140
l)

Jaargeiaidclelde
1931.

Uit deze tabel blijkt, in welke aanzienlijke mate de
door rechten beschermde productiegebieden bij lood
en zink met hoogere prijzen bij afzet in het ‘binnen-
land kunnen rekenen. :Dat zoodoende hij cle door rech-
ten beschermde gebieden met een productie-overschot ook de gemiddelde
prijzen
ten deele aanzienlijk hóo-
ge.r zijn dan de wereldmarktprijzen, spreekt vanzelf.
l)ze prodnctiegebieden genieten een niet te onder-
chiatten bescherming vergeleken met de prijsontwik-
keling op de wereldmarkt, die •door de bescherinings-
politiek steeds kleiner wordt, terwijl 4e weinige, niet
door rechten ‘beschermde, productiegebieden met een
aanzienlijk ‘erbru lc van ruwe metalen – ivaaronder
Du.itschland mede een eerste plaats inneemt – de nog
vrije wereidmarkt vormen en zoodoende aan de gevol-
gen vau •de huidige depressie in volleh omvang zijn
overgeleverd.
Het onderzoek vaïi de Metallgesellschaft toont in
elk geval, in welke verschillende mate de individueele
productiegebieden van ruwe metaal door handeispoli-
tieke maatregelen aan de gevolgen van de prijsafbrok-
keling op de metaalmaridten zijn blootgesteld; zulks
verklaart ook – ten minste ten deele – weshalve de
producenten iii bepaalde landen nog steeds kunnen
c’oncurreeren, terwijl in andere landen, zooals b.v.
in Duitschland, bij koper, lood en zink de noodtoe-
stand van de ruwe nietaalproductie reeds een niveau
heeft bereikt, waarop een voortbestaan der bedrijven
nog slechts door onmiddellijk ingrijpen van de Over-

heid mogelijk is.
Een andere factor van beteekenis in dit verband is
de clepreciatie van verschillende valuta’s in landen,
die inzonderheid van groote beteekenis voor de lood-
en zinkproductie zijn, zooals b.v. Australië, Indië, Eji-
geland en de Scandinavische landen. Ook hier leidde
het bekende verband tusschen de depreciatie van de
valuta, verkoopsprijzen en productiekosten tot een
eenzijdige verbetering van de rentabiliteit en een
versterking van de concurrentiemogelijkheden, in de
eerste plaats bij den uitvoer.
Als uitvloeisel van deze beide omstandigheden
invoerrechten op metaal en valutadepreciatie.,— zijn
cle toestandlen .iu de metaalindustrie in de bescherfiide
landen, relatief gesproken, nog bevredigend, hoewel
ook hier van een rentabiliteit van de industrie over
het algemeen geen sprake is.

982

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December 1932

D.e beurs in de afgeloopen maanden.

Ineen ,,Aanteekening” in het nummer van 7 Sept.
ji. wezen wij erop, dat de beurs in het begin van Sep-
tember wel wat al te gunstige perspectieven verdis-
conteërde. Achteraf blijkt, dat in die week inderdaad
de hoogste beurskoersen werden bereikt en dat het
iedertdien, met een enkele kleine onderbreking, weer
bergafwaarts is gegaan. Het is echter een verheugend
verschijne1, dat het indeicijfer van aandeelen nog
aanmerkelijk ho”en datvan de periode April tot Aug.
staat (zie onderstaanclé tabél). Ondanks het feit,
dat de prijzeh van grodstoff en en granen in de laatste
maanden voortdurend zijn gedaald, heeft de beurs
blijk gegeven, van ‘een tamelijk groote weerstands-
kracht. Koersafbraken, zooals aan het einde van het
vorige jaar op groote schaal plaats vonden, zijn thans
achterwege gebleven.

Het is mogelijk, dat in .de’i loop van deze maand de beurs nog iets verder zal doorzakken, hetgeen in
de laatste jaren een normaal verschijnsel is geweest.
Men zou hier kunnen spreken van een soort seizoens-
verschijnsel op de aandeelenmarkt, welke zonder twij-

fel in verband staat met gedwongen liciuidaties voor
balansdoeleinden aan het einde van het jaar. Hierbij
komt thans nog de onzekerheid over de betalingen van
oorlogsschulden aan de Ver. Staten, waardoor het
Pond Sterling aan heftige fluctuaties is blootgesteld,
hetgeen via de goederenmarkten weer een origunsti-
gen invloed op de effectenmarkten uitoefent.
De betrekkelijk rustige daling van de aancieelen-
koersen mde laatste maanden is voor een aanzienlijk

deel een gevolg van de langzame verbetering in de
industrie, welke in verschillende landen is waar te
nemen. Volgens de jongste prognose van het Institut
für Konjunkturforschung beteekent de opleving in de
industriëele productie weliswaar nog niet het begin
van een nieuwen ,,Konj unktura ufschwung”, maar wel
kan ‘de ,,Abschwung” als beëindigd beschouwd worden.
Een nieuwe conjunctureele opwaartsbeweging heeft
zich echter nog in geen enkel land dQorgezet.

Intusschen is het zeker een bevredigend verschijn-sel, dat de index van de industriëele wereldproductie
(1928 = 100; normale seizoensschommelingeu uitge-
schakelci) van 66.6 in J’uni, tot dusverre de laagste
stand sedert 1919, tot 70.7 in September is gestegen.
In cle Vereenigde Staten is volgens Ool. Ayres van
de Cleveland Trust Co. de stijging van de productie
van Augustus op September grooter geweest clan in
eenige voorafgaande maand gedurende de laatste 143
jaar. Dit vormt tevens een bewijs voor het feit, dat
de prijsstijging van grondstoffen in Augustus inder-
daad een reëelen achtergrond had en niet, alleen aan
speculatieve invloeden was toe te schrijven.

1-let behoeft geen nader betoog, dat deze ontwikke-
ling aan de beurs een krachtigen steun heeft gegeven.
Dit blijkt ookuit het feit, dat ondanks de prijsdaling,
het aantal baisse-transacties aan (te New-Yorksche

beurs in November niet noemenswaard is toegenomen,
hetgeen er toch zonder twijfel op wijst, dat de alge-
ineene vooruitzichten in het bedrijfsleven niet ongun-
stig worden beoordeeld.

Iiidexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De
Bank voor ‘Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:

Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

Banken

Electri.
I
1
ustr
1
e
jd

IN

inidde1de
199

158.3
3374
168.0
4’7
243.0


1930
149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
1931
118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
Januari

1931
137.2
220.4
110.9
199._

57.4
Fébruari
140.7
219.9
117.5
217.5
69.7
Maart
143._ 248.6
124.3
223.2
78.9
April
139.4
238.4
113.5
207.3
84.4
Mei

.

132.7

222.5
95.1
178.8
76.2
Juni
127.5
217.5
89._
165.1
68.7
Juli

16.4
228.8
100.2 168.8
70.6
Augustus

.
113.2
210.9
88.2′
151.2
65._
September

,,.
95.3
190.1
73.6
126.1
60.9
October
89.1
181.3
71.7
125.3
49.2
November
93.2
184.2
75.4
135.4 48.9
December.
79.-
158.4 61.5 114.2
44.2
Januari

1932
80.5
174.4
63.5
124-
43.5
Februari
82.8
173.-
65.8
123.2
42.4
Maart

.
81.3
184.7
69._
122.9
41.7
April


69.8
166.7
58.8
102.1
34.3
Mei
65.-
163.9
52.5
93.5
33.5
Juni

.
59.4
156.1
51.2
88.5 32.3
Juli
68.3
167.1
63.7
106.1 34.1
Augustus
79.8
183.5
71.5
126.2
33.2
September
86._
194.5

.
78.1
133.4
43.6
October


.

83.7
‘189.3
77.5
127.1
39.4
November
811
193.1
77.2
1

124.1
38.2

ijnbouwl
Olie
Rubber
[
Schee
p_Suiker
Tabak
Thee

268.7
402.0
233.5
125.0
398.4 487.3
443.2
177.2 371.1
110.7
82.6
292.9
31.3
357.2
144.5
209.8
51.8
49.6
181.9
241.6
251.4
149.1
290.7
75.8
63.5
223.8
274….
280.5
167.5
307.3
80.2 65.6
238.4
307.8
292.1 176.7
288.3
81 4 63.9
243.3
306.2
290.7
172.4
253.9
58.5
57.5
219.5
299.8
283.4
159.6
220._
50.5
543
190.9
2759
251._
150.8
208.6 48.4
53.1
191.3
262.4
249.7
163.6
218.2
58.5
55.8
208.9
254.2
262.9
147.6 194.7
44.4
48….
178.4
218.4
247._
118.9 147.9 31.7 37.3
134.-
168.7 220.1 107.8
140.7
32.6 34.7
122.1
174.7
222.2
120.1
133.6
32.9
34.9
125.9 196.3
237.2
99.5
113.1
26.3
26.7 106.5 161.3
179.7
107.4
118.9
28.2
27.4
108.-
173.7
181.4
110.1
139.2
28.2
27.7
108.7
179.6
178.1
110.9 149.3 24.2
27….
112,7 176.3 182.2
92.4
118.3
13.7
20.1
96.6
111.-
154._ 86.8
117.8
14,2
19.1
84.5 101.9
157.3
83.9
118.1 14.1
17.3
87.6
94.7
154.3
92.2
129.1
22.5
21._
1056
120.1
17.6
104.9 153.5
35.1
26.4
118._ 138.4
200.5
123.7
166.4
42.4
31.1
128.8 151.3
201.6
120.4
147._.
34..
28.5
118.7
135.8
187.6
121.4
145.1
34.7
27…
111.7
136.8
180.3

Sohommelingen in het aandeelen-indexeijfer
4
Januari 1932 f 1.942.518.500 = 100.

4
Januari
100.-
2
Maart
113.7
4
Mei
92.9
6
Juli
97.-
1

Sept.
120.6
13

:.’

106.9
9


‘118.6
11


93.4
13
97.-
7
127.4 20 107.4
16

‘ 113.5
18
92.4
20
98.1
14
120.5
27

,,
105.9
23
,

,,
105.8

25
90.1
27
102.6
21
120.7
3
Febr.,
109.7
30′
103.9
1
Juni
86.4
3
Augustus
107.4
28
121.6
10

–,,.
‘”
105.7
6
April
98.3
8
83.9
10
110.9
5
October
120.2
:17
110.9
13

,,
95.9
15
88.1
17
113.6
12
118.9
:24

,,

,
.

111._
20

,,
95.1
22
90.5
24
115.7
19
115.9
27

,,
90. 29

.
89.6
26

..
112.6

2
Novemb.
113.2
9

116.6
16

115.5
23

114.5
30

111.3

‘)Men zie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S. B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.

Nadrvk verboden.

7 Decembér
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

983

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-

KOLEN- EN
ZOU
[‘MIJNEN
(Gegevens verstrekt door den Rot fdingenieur der mijnen.)
1. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.

Oct.
Jan./Oct.
Jan.jOct.
1932
1

1932
1

1931

Prod. Steenkolen in tonnen
.
1108.322
1
)
10.487.582 10.748.065

Aantal,normalewerkdagen
.
262)
.

245
.

255

H. Bruinkoleumijn ,,Carisborg”.

Netto-productie in tonnen. i

17.7128) 116,977

130.297
Aantal normale werkdagen

26

253

254

III. Zoutmijnen. (Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Afgeleverd:
Geraff.

zout ……..(ton)
1.

.
)
.
Industr’iezout

…..(
,,
)
,
4.550
,
50.524
,
46.564
Afvalzout ………..
Aantal normale werkdagen
26
257
258

Gezameni.
Bruin-
Aantal arbeiders.
Steenkolen-
kolenmijn
Zoutmijnen
mijnen
Carisborg”

1

Nov,

1932 …………
….
88
203′
43

T Nov. 193
1

{Ç)
79
239
……………

‘)
160.988 ton cokes en 97.980 ton steenkooibriketten. 2) Staatsmijn
Wilhelmina en Domaniale Mijn, 25 Statsmijnen Emma, Hendrik en
Maurits, mijn julia Oranje-Nassaumijn 1 en II en mijn Willem Sophia,
23 mijn Laura, 21 ôranje-Nassaunhijn III en 20 Oranje-Nassaumijn IV.
3
)12.936 ton ruwe bruinkool, 4.776 ton bruinkooibriketten.
4
/bovengronds.
5) mci. 2.069 arbeiders der nevenbedrijven.
6)
ondergronds.
7)
in. 1.963
arbeiders der. nevenbdrijven.

STATISTIEKEN. EN OVERZICHTEN.

GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1932

3Dec

28 Nov.!

21/26

1419
3Dec.

Nov.

Nov.

1931

30 Nov.!
5Dec.

1930

1)6
Dec.

1914

20)24
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
’14»12
114.115
114-112
1141/7
VIs-
1
‘J
1’/j6’I,
318-
3
116
Proio.ng.
1
1
.1.
.

1
1
-‘/2
111
4
.31
4

21/
4
.31
4

Londen
Dageld..
.
‘I,..I
t!sI
1I2I
1
14-1
3_5
1
1
1-2
13142
Part,c.disc.
“/ir,
15/16

11/4

I8-
11/4

‘/26-“!I6
5
11
116
21/80132
4114_314

Berljjn
Daggeld…
4.5)531
4
1
8.5
5
/8
4218.5
1
14
4
1
18.5
1
14
8
1
/211
51147
1
12

MaandeId
4
1
2

5
1
12
4
1
2-5
1
12
4
1
12-5
1
/2
4
I2

5512
8-11


Part, disc.
37I
3
7
18
318
31
8
41
2’js-‘/,
Waren-
wechsel.
414
4.114
4
1
14
4
-1
14
8

.
5
,
14-
3
18
New York
Dagijeld
1)
1-
1
/4
1
-1
-4
1
-‘!
111
4

1
‘1s-2
1
14
1
2-’14
1
3
/4.2
1
/2
Partuc.disc.
5
19
/s
‘Is
1
/8
1
1
12
2

1) Koers. vair 2 Dec. en daaraan voorafgaande weken t/un. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.

Data
New
Londezi
Berlijn
Parijs
Brussel
Batat’ia York
,)

29
Nov.
132
2.4871
8

7.84%
59.07
9.72/

34.454
99%
30

,,

1932
2.48
7
/
7:97
59.13
9.724 34.413
99%
1
Dec.

1932
2.4871
s

8.02%’
59.14
973

34.46
99%
2

1932
2.4871
8

8.02% 59.16
9.724 34.45
9
1
s
3

1932
2.4871
8

7.92%
59.16
9.72. 34.46
99%
5

1932
2.48
7
18
7.91%
59.14
9.724
34.45
999/
,
Laagste d.w’)
2.4870
7.81
59.05
9.714 34.40
99%
Hoogste d.wl)
2.48924
8.09
59.174
9.74
1
34.50
993
%

28 Nov. 1932
2.487/8
.
7.9334
59.124
9.734 34.454
99
21 Nov. 1932
2.411,,
t
8.16
59.171 9.754 .34.51
99%
Mun.tpariteit
.2.4878

.12.1071
59.263
9.747 34.592
100

Data
zivit-
s,zd
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan
Madrio

29
Nov.
1932
47.83

7.37
1.48
12.67

20.32
30

,,

1932
47.85

7.38
1.48
12.63

20.27
1
Dec.

1932
47.85

7.37
1.48
12.65

20.32
2

1932
47.85

7.37
1.48
12.61

20.29
3

,;

1932
47.84%

7.37
1.48


5

1932
47.84%

7.37
1.48
12.604 20.27
Laagste
d.w1) 47.80

7.34 1.424
12.55

20.20
floogte d.w’)
47:90
35.25
7.40
1.524
12.75

20.50
28′ Nov. 1932
47.85

.7.38
1.48
12.70

20.30
21
Nov. 1932
47.90

7.38
1.474
12.75

20.36
Muntpariteit 48.1%
35.007
7.37
1
1

1.488
13.094 48.52

Data
____________

1 St ock

1
holm*)I/iagen
8
)I
Kopen-I
Oslo
8
)
sing-
Buenos-
Aires’)
Mon-
treal’)

29 Nov. 19321
43.20
41.20
40.80
3.474
65
2.10
30

,,

19321
43.40 41.60
41.10
3.474
65
2.10
1 Dec.

19321
43.70
41.80
41.10
3.474
65
2.11%
2

1932
44.-
42.-
41.10
3.474
65
2.13
3

1932
43.70 41.60
41.10
3.48
65
2.11
5

1932
43.50 41.35
40.90
3.474

2.11
Laagste d.w’)
42.80
40.70 40.40
3.40

2.08
Hoogste d.w’)
44.10
42.10
41.40
3.65
65
2.15
28 Nov. 1932
43.25
41.80 40.90
3.474
65
2.10
21 Nov. 1932
43.40
42.50 41.60
3.574
65
2.16%
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.4878
8)
Noteering te Amsterdam.
8*)
Not, te Rotterdam. 1) Part, opgave.

Laatstbekeude noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 Dec. 1932 voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pan
Koers
Bank-
disconto

Enropa.
8/5

Londen
8
)
£
12.108
8.024
2

Berlijn
*)
100
Mark’
59.26
59.4
4
100
Franc
9.747
9.73
24
100
Belga
34.59.
34.46
34
100
Franc

6.89
100

,,
48.-
47.85
2
100
Kronen

7.374
44
Weenen
8)

100
Schilling
35.-
35.10
6
100
Pengö
43.51
4350
44
lOO
Lei
1.4880
1.474
7
100
Leva
1.79
7

1.85
84
100
Dinar
4.379 3.60
74
istanbul ……….
Turksch
£
10.93
1.174
100
Drachme
3.23 1.45
10

100
Lira
13.09
12.65
5
100
Peseta
48.-
20.323
64

Escudo
2.684
0.074.
64
Kopenhagen
8
)
100
Kronen
66.67
41.80
34
100
66.67
4110
4
Stockholm
8)

100

,,
66.67
43.70
34
100
IJsl,Kr.
66.67
36.15
100
Zloty
27.91
27.95
6
Kovno (Litauen)
100
Lita
24.88
24.90
7
Riga (Letland)

100
Lat
48.-
48.-
8-7
Reval (Estland).
..
100
Esti. Kr.
66.67
66.75
54
100
Finnmrk.
6.264
3.47
64

Moskou

……….
Tjerwonets
12.80
12.80

.

Parijs
8) …………..

(10
]loebel)

Btussel

)

……….
Luxemburg
………

100
Gulden
48.42
48.45
4

Zürich
8) …………

Praag

…………..

A nierika.

Blledapest

……….

New-York
)
$
2.4878
2.484
24

Boekarest

…………
Sofia

…………..

Canad.
$
2.4878
2.114

Beijtrado
…………

Mexico

……….

..

Mex. Dollar
1.24
0.794

Athene

…………
Milaan

…………

Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.0568′
0.644

Madrid

………….
Lissabon

………

La Paz (Bolivia)
3)

Boliviano
0.9080

O310 8) ……………

Rio
de Janeiro..
.
Milreis (pap.)
0.80752
0.194

Reickjavick
……….

Valparaiso ……..
Peso (papier)
0.’30
0,15
8-7

Warschau

………..

Bogota 1Coluinbia)
3)

Peso

2.42 2.35
Quito (Ecuador)

.
Sucre
0,49
8

Helsingfors

………

Lima (Peru)

……
Sol
0.69′
0.42

Danzig

………….

Montevideo (1.Jrug.)
Peso
2.5725
1._
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795 0.39

Montreal

………..

Paramaribo

……

Gulden
1.-
0.994
San

José
(C.
Rico)


Quetzal
2.484
2.49
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.01
Managua (Nicar.)
8)

Cordoba
2.484

San Salvador 8)
Colon
1.2440
1.-

Guatemala
……….

Azië.

..

..

..
..
..

..Colon

Rupee
0.91
0.64
4
Balavia

……….
Gulden I.G.
1.-
0.994
45
Calcutta

…………

Kobe.

…………
Yen
1.24
0.51
4.38
Hongkong
……..
Dollar

..

0.564
Shanghi

……..
Taël
0.734
Straits Doil.

..

1.4125
0.95
Manilla

……

Phil. Peso

..

1.24
1.25
Singapore

……..

Teheran
4)
(Perzië).
Pahiavi

..

.

8.03

Baht

0.73
Bangkok
………….
Afrika.
Kaapstad
£
12.104
12.-
5
Egypt.
£
12:42
8.29
Austriië.
Alexandrië
………

Melbourne, Sidney
en Brisbane
£
12.104
6.42
Nieuw Zeeland
.
£
12.104
7.32
1) Goudpeso.
2)
Milreis Goud.

8) Not, te A/dam. 0v. not, part. opg.
3) Zichtkoers.
4)
Munteenheid = Ria) ( een Kran.)

984

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December 1932

KOERSEN TE NEV YORK. (Cable).

D t
a a
Londen
($perg)
Parijs
($p.lOOfr.)j’$p.JOOMk.)($p.lOOgld.)
Berlijn

1
Amsterdam

29 Nov.

1932
3,1571
55

3,907/
9

23,77
40,19%
30

1932
3,19%
3,90ii,
23,77 40,18%
1

Dec.

1932
3231:,
3,907/
8

23,77%
40,19
2

,,

1932
3,20
5
18
3,90
7
18
23,76%
40,18%
3

,,

1932
3,1 ‘/8
3,90%
23,774
40,18
5

,,

1932
3,20%
3,90i.
23,77%
40,18

7

Dec.

1931 3,2534
3,911i/
23,05
40,33
Muntpariteit ..
4,86 3,90
5
1
23 81%
4081
56

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en Noteerings-
19
Nov.’ 26Nov. 128Nov.13
Dec.’32
3
Dec
Landen

eenheden

1932
1
1932
1LaagstelHoogstel
1932

Alexandrië Plast, p.
£
97
97%
978/
9

975I
97%
p.
£
580
582%
565
605
590
Bangkok
Sh.p.tical
I110
1110
1110
l/l0.
1110
Budapest
Pen.p..0
19
18%
17
20
18%

Athene…….Dr.

Buenos Aires
d. p.
$
42%
4315!
10

43i5,
5

4471
44818
Calcutta ……
h. p. rup.
116
18
1
1/6
13
64

116
8
1
116
7
18
2

16
18
1
94

Constantin..
Piast. p.
£
680 670 660
665
680
Hongkong ..
Sh. p.
$
1/4%
114
7
1
1/3%
1/4
8
,4′
11371
8

Kobe

.. .-…
Sh. p. yen
11234
1/3%
113
11381
8

11331
Lissabon. …
Escu. p.
£
109
106%
104
107%
1059/
4

Mexico

….
$
per
£
10.25
9.75 9.50
10.-
9.75
Montevideo
.
d.per
30
30
28
32
30
Montreal
.
..
$
per
£
3.78
3.78%
3.75 3.80
3.76%
Riod. Janeiro
d. per Mii.
551
9

5%
5%
5% 5%
Shanghai …
Sh. p. tael
11951
8 1
11
9%
11881
8

119%
1/8181
55

Singapore

..
id. p.
$
213291
33

2/3
29
/
82

2131s/
4
213291 32
Valparaiso
1).
$
per
£

– –


Warschau ..
ZI. p.
£
29%
.28%
27%
29
28%
1
)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York2)
Londen
29 Nov.

1932..

1771
9

2581
8

29 Nov. 1932
.

129131
30

,,

.

1932..

1771
9

25%
30

,,

1932….
13018
1

Dec.

1932..

1781,
25%
1 Dec.

1932….
127181
2

,,

1932..

17%
25
2

,,

1932….
12713
3
.

1932..

17%
24
1, 3

,,

1932..
. .

12914k
5

,,

1932..

1751
55

251
5

,,

1932….
1301_1
7 Dec.

1931..

2014
30
7

Dec.

1931….
12612
27

Juli

1914..

24t5I
59
27

Juli’

1914….
84/108%
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p.oz. line.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN
‘8
RIJKS KAS

Vorderingen.
1

23 Nov. 1932

1
“0 Nov. 1932

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne derlandsche

Bank …………….
. .

f

11.792.264,77
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,

110.287,55
f

87.873,16
Voorschotten op ultimo Oct. 1932 aan
de gem. verst, op v. haar d. de Rijks-
adm. te heffen gem. 111k. bel, en opc.
op de Rijksink. bel ………………
,,

3.290.708,71
Voorschotten op ultimo Oct. 1932 aan
de gem. verstr. op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in

…..3.290.708,71

de hoofds. der grondbel. en der gein.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting

. –
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
207.701.301,86
,,217.000.853.63 Id.

aan

Suriname…… ……………

…13.255.894,23
,,

13.259.214,23
Id.

aan

Curaçao

……………………..
7.523.689.99
,,

7.528.999,94
Kasvord. weg. credietverst. ah. buitenl.
,, 105.550.675,59 ,, 104.775.217,38
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabclen
,.

21.455.014.34
,,

23.060.559.61
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenfonds’)
2.155.250,10 2.031.144,55
Id.

Staatsbedrijven
1)
op andere

…..
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
14.744.317,31
14.117.521,lO

leeningen aan gemeenten (aaldo) …
…37.844.327,35
37.352.827,35 V e r p1 ic h t
i
n ge n.

Voorschot door de Ned. Bank ing. art.
16 van haar octrooi verstrekt

/

14.295.905,51
Schuld a/d Bank v. Ned. Gemeenten


Schatkistbiljetten

in omloop… ……
f325.795.000,-
,,325.645.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
l20.170.000,-
120.1 10.000,-
1.669.297,-
,,

1.663.195,-
Schuld op ultimo Oct. 1932 a a n de ge-
ineenten

enz …………………..
4.248.375,57

.

,,

4.248.375,57

Zilverbons

in

Omloop …………………

Sch,,ld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)

…-


Id. aan het Staatsbedrijfd.P.,T.enT.’)

….

,,

77.839.465,30
,,

80.219.434,40
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …..
313.850,21
……
323.850,21
Id. aan diverse instellingen’) ………681.572,25
..

10.
,,

14.757.417,36
7)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-1NDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
26Nov. 1932

1
‘3 Dec. 1932
Vorderingen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas


waaronder Muntbiljetten ………..


Saldo Javasche Bank ……………..


Verplichtingen:

…….

Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinsteli

…….

f217.177.000,-
1
211′,428.000,-
Schatkistpromesse n ………………
…3.050.000,-
3.050.000,-
Schatkistbiljetten

……

………….
…7.265.000,-
7.265.000,-
,,

2.062.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
488.000,
488.000,-
Muntbiljetten in Omloop …………….2.062.000,-

Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.,,
866.000,- 805.000,-
Voôrschot van de Javasche Bank…….
2.375.000,-
3.203.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 5 December 1932.
Activa.
Binnenl.Wis.ffffdbk.
f

33.1497.362,59
sels, Prom., Bijbnk.

190 895,53
enz.in disc.Ag.sch.

6.325.208,30

f
40.413.466,42
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……,,

Itiem eigen portef..
f

71.320.621,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.
,,

.-
71320 621,-‘
Beleeningen
mcl. vrsch…
Ufdbk.
f

24.703.198,02

in rek..crt.
Bijbnk.

5.518.,38,62

op onderr.
Ag.sch.

44.648.729 48

74.870.266,12

Op Effecten ……
f

73.643.919,60
OpGoederenenSpec.

1.226.346,52 74.870.266,12
Voorschotten a. h. Rijk
……………….

Munten Muntinateriaal
Munt, Goud
……
f

98.197.995,-
Munt,nat., Goud
..

,,
934.384.201,25

f
1
.
032
.
582
.
196,25

Munt, Zilver, euz..

,,

21.100.585,67
Muntmat., Zilver..
,,


11
1.053 .682.78 1,92′
Belegging
1
1

kapitaal’, reserves en pen-
sioenfonds

……………………

..
20.161.854,29
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,_
Diverse

rekeningen
……………….,
14.964.273,17
Staatd. Nederl. (Wetv.27/5/ 32,
S.No.
221)
,,
19 331.195,17

Paasiva


f
1.299.744.458,09

Kapitaal
……………… . ………

f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
3.000.000,-
Bijzondere

reserve

………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds

….

..
…………….,,
8.224.566,01
Bankbiljetten in
omloop …………..,,
981.448.225,-
Bankassignatiën in omloop

……….,,
28.992,29
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f

1.292.399,18
saldo’s:

Anderen

277.636.194,62
278.928.593,80

Diverse rekeningen
………………’
3.114.080,99

f
1.299.744.458,09

Beschikbaar nietaaisaldo
………….f
549.001.987,23
Minder bedrag aan bankbiijgtten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
1.372.504.965,-
1)
Waarvan In hel buitenland
/

3.020.30258.
Voornaanistc posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb. Dek-
Data
Circa Zatte
opeischb.
Metaal-
kin
ga
Munt
Imuntmat.
schulden
saldo’)
perc.

6 Dec.
’32
98198
934.384
981.448
278.959 549.002
83
28 Nov.
’32
98198
934.384 966.853
301.857
545.199
83
21
’32
98196
934.384
962.9(19
293.524 549.324
84
14
’32
98196
934.384
971.027
286.312
547.925
83
7
’32
100696
934.313 984.285
272.791
550.216
84
31 Oct,
’32
100696
934.181 1002.603
264.875
548.353
83

7 Dec.
’31
94.691
806.463
1050.772
199.249
428.353
74

25 Juli
’14
65.703
96.410
1

310.437 6.198
43.521
1

54

Totaal
Schatkist-
B ee-
•e
Papier
Diverse
Data bedrag
Id

promessen
ningen

op
het
rechtstreeks
buitent.
ningen
2)

6 Dec.
1932
40.413

74.870
71.321
14.964
28 Nov.
1932
38.047

73.581 71.321
14.828
21
1932
38.175

74.116
71.336
15.044
14
1932
39.362

74.933
71.336
14.931
7

,,
1932
37.852

74.088
71.336
14.721
31 Oct.
1932
39.744

82.114
71.336
14.744

7 Dec.
1931
105.984

113.430
66.413 52.274

25 Juli
1914
67.947

61.686
20.188
509
‘5 OCUCES Ueii uansisa, vai, 4Jan. ina up ue vas,s van
‘Is
meiaaI-. dekking.
2)
Onder de activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
satze

1
Andere
1
opeischb.
schulden

1
t
Discont.
1


Div. reke-
ningen’)

29

Oct.

1932..
867
1.313
581

801
2.311
22

,,

1932..
887 1.062
482

811
2.439
15

1939..
867
1.112
442

810
1.309
8

1932..
869
1.181
523

808
2.356
31 Oct.

1931-
873
1.418
620

1.019
407

5 Juli

1914…
645
1.100
560

735
396
‘)Sluitp. der activa.

7 December 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

985

JAVASCHE BANK.

Ç
GOEDERENHANDEL.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De Bamengetrok-
GRANEN.

6
December 1932.
ken cijfers der laatste weken zijn_t1egrafisch ontvangen. i)e graaliniarkt hecft in de a1geloopeu week in niet ge-ruige mate den invloed

onclervoiicleu

van de dramatische
Data

Goud

Zilver
Circulatie

opeischb.
Andere
Beschikt,.
metaal-
saldo
ontwikkeling
van
het vraagstuk der oorlogsschulclea en de
daardoor veroorzaakte hevi
g
e schommelingen vail den ster-
3 Dec. 1932

1.940
209.060
32.400
53.356
.1iigkoers. De daardoor geschapen onzekerheid beperkte den
26
Nov.1932

150.250
207.530
32.540
54.222
onderiieiiiingslust en de veel gehoorde voorspelling, dat het
19

,,

1932

150.270
211.030
30.030
53.846
haiidhaven der Amerikaansche betalingseischen

de goede-
5 Nov.1932

101.939

46.503 216.251
28.695
50.463
renprjzen

opnieuw

zal

doen dalen,

hield

prijsverbetering

29
Oct. 1932

104.660

46.338
213.73
33.394
52.151
tegen of deed

deze,

wanneer zij

zich

in

bescheiden mate
22

1932

104634

45.615
1
214.785
31.832
51.602
begon

te

vcrtoiien,

geheel

of

gedeeltelijk

wedcr te

niet
15

1
93
2
1
104.626

45.127
219.260 29.809 50.125
gaati. Ei deden zich overigen§

vel factoren voor, die voor

5 Dec. 1931j

132.121

45.577
238.229 32.5lO
69.399 a r
W
•e

anders misschien

tot

eenige

verbetering hadden

6

1930!

138.763

38.000
260.392
37.351
57.665
lctintien heiden.

Daartoe behoordan de berichten

uit Rus-
,,
landS

vehke niet slechts (loert vermoeden, dat de Russische
25 Juli
l9l4

22.057

31.907 110.172
_________

_______

_______

_____
12.634
4.842
graanverschepingen dit seizoen

klein zullen blijven, doch
ook weinig giinstig luiden over het nieuw uitgezaaide win-
wii:ïs.

1

1

l

Dek-
Diverse

1
Data

buiten

t

Dis-

1

Belee- 1

reke-

kings-
1

1
tergraan. Verder schijnt cle wintertarwe zich in sommige
N.-Ind.

conto’s

ningen

ningen’)

percen-
betaaib.

1

1

i

tage
streken der Vcreenigde Staten nog steeds wegens droogte
onbevredigend te ontwikkelen, terwijl in Argentinië de be-
.
3 Dec. 1932

18.810

60790

25.490

2
richten over den tarwe-oogst wat minder rooskleurig zijn
26Nov1932

18.610

60.470

24.270

63
clan eenigen tijd geleden. Tevens blijft in China cle vraag
19

,,

1932

18.320

62.050

23.960

62
naar tarwe voortduren. Voornameljk blijft men er Austra-

5Nov.1932

18.502


8.843
1

39531

32.928

61
liscile tarve koopen, doch ook uit Noord-Amerika kwamen

29 Oct. 1932

18.747

8.908

40.048

31.631

61
zaken naar China tot stand. Qok in Engeland bestond in

2

,

1932

19.025

9.126 1

40.445

30.991

61
het begin der week goede vi:aag me1 een Hinken omzet in

15

1932

19.311

9.276
1

41.424

28.349

60
,,
AUstralische en Cauadeésche tarwe. Plata-tarwe werd daar
nauwelijks

gekocht wegens

het

voor

iliet-ilritsche

tarw
5Dec. 1931

5.552

8.805

43.244

31.578

66
1
gelc]eTde

iuvôerrecht’ van

2/-

per

quarter.

Op het Euro-
6

,,

1930

31.784

8.988

43.429

43.437

59
Icesche vasteland

worden n:eL zaken iii nieuwe Plata-tarwi
25 Juli 1914

6.395

7.259

75.541

2.228

44
op aflacLing in de eprste maanden van 1933 gedaan, doch de
1)
Sluitpost activa.
omzet is bij voortduring teleurstellend evenals dat op het :asteland ook hot geval is met andere tarwesoorten. Ook
BANK VAN ENGELAND.
daarom heeft het uitblijven
vaii
verschepingzn van beteeke-
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
nis uit Rusland en de Vereenigde Staten iiiet kunnen voor-
komen, dat de markt zeer stil blijft en nu en dan een his-
Bankbilf.
Bankbilj.
1
Other Securities Disc.and
1
Secu ritjes
Data
Metaal
in
un Bankingl
teloos

karakter

draagt.

1.11

de

Vereenigcle

Staten

draagt
circalatie
Departm.
1
Advancesl
(laI rtoe de zeer geringe omvang van dcii export bij. Ook

Ie
1)uitsche tarwe.uitvoer is tegenwoordig van

eiog beter.
30
Nov.
1932
140.418
358.843
55.579
11.867
18.274
23

1932
,,
140.426
357.847 56.575 11.958
18021
kci.ii

en de pijs
:aI1
])uitsche tarwe is dientengevolge ver-

16

1932
140.452 359.397
55.025
11.795
.17.478
der afgebrokkeld. Voorilamelijk wegens de droogte in het

9

1932
,,
140.443
361.210
53.212
11.799
17.787
Zuid-Westen is tenslotte de tarweprijs te Chicago deze week

2

1932
,,
140 460
361.472
52950
11.954
17.536
1i4 t 2y
2
dollarcent per 60 lbs. gestegen.
Te
Winnipeg kon

26 Oct.

1932
140:441
358.431
55.992
11.597
18.434
die zich echter niet handhaven en daar trad jelfs een ver-
laging van
Ya
tot 1

cent in, omdat ondanks de geregelde
2 Dec.
1931
121.599 358.458
37.253
12.344 j
31.404
zaken naar Engeland de uitvoer niet voldoende is. Aan de
22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633
Argentijn.sche termijnmarkten is de Februari-termijn (nieu-
__________________________
we
tarwe) -vrijwel onveranderd gebleven tot iets hooger.
In r o g’g o blijft de omzet gering, ofschoon oôk van deze

00v.
Public
Other Deposits
1
1
1

Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers

Other
1Accoun
Reserve1
kings-
graansoort dit Rusland zeer weinig wordt verscheept. Het
t
1
oerc.’.)
goecikoope

aat.ibod

uit Polen

ontmoet

in

Nederland

zeer
30 Nov.
’32

68.872

10
147

90.532

37.064

56.575 41
weinig belangstelling en zaken in rogge uit Canada en de
23

,,

’32

68.582

26.531

78.082

33.742

57.578
41
19
1
32

Vereenigde Staten komen zoo goed als niet voor.
16

,,

’32

68.563

20.447

82.500

33.198

56.055 41
8
1
51 al s is eigenlijk de eenige graansoort, waarin op het
9

,,

’32

68.053

20.4?8

79.858

33.857

54.233 40
13
1
32

vasteland (tc zaken deze week nu en dan levendig konden
2

,,

’32

78.813

7.019

102.672

34.898

53.988 37
worden genoemd. 11et maïsverbruik in Nedei-land is nog
steeds zeer groot en de omvangrijke aanvoeren van den
26 Oct. ’32

66.998

25.426

77.336

33.588

57.0101 41’3j
laatsten tijd zijn hier opgenomen. zon:ier dat in de havens
2Dec.
’31

70.016

8.594

86.176

39.296

38.142 28181
33
voorraden van beteekenis werden gevormd. In de afgeloo.
22Juli
’14

11.005J

14.736

42.185

29.2971 52
pen

week,

toeti

nieuwe

aanvoeren

kleiner waren

clan te-
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
voren, was beschikbare mais zelf schaa.rsch. De stemming
aan de internationale malsmarkt is in de eerste helft der

BANK VAN FRANKRIJK.
week

geleidelijk

verbeter4

met

eenige

prijsstijging

voor
alle soorten..
Zij
was voornamelijk het gevolg van aanmer-
Voornaamste posten

millioenen franca.
kelijke

vermindering van den

verkoopdrang der Donau-
landen,

terwijl

uit Argentinië

en

Noord-Amerika

weinig
1
Te goed) Wis-
Waarv.I

Belee-

Renteloos
Data Goud Izilver
in het ningen
lv.
voorschot
werd afgeleden. Groote verschepingen uit de Donauhavens,
bultenl.1
d. Staat
teleurstellende cletailvraag in Engeland en de onzekerheid
in verband met den wisseleuden sterlingkoers, die daar ook
25Nov.’32
83.342
1.316
2.968
5.150
1.885
2.500
3.200
18

,,

’32
83.308
1.306
2.968
4.662
1.918
2.510
3.200
aan de importmarkt de zaken tegenhield, decleim eohter ten-
10

’32
82.233
1.297
2.988 4.512
1.961
2.546
3.200
slotte le betere mai-ktstemming weder verloren gaan. Toen

4

’32
82.036
1.285
2.986
4.773
1.996
2.678
3.200
op 3 en 4 December weder flinke hoeveelheden maIs te

27 Nov.’31
67.844
935
15.941
16.099
8.333
2.731
3.200
Rotterdam

waren

gearriveerd,

waren

deze

moeilijker

te

plaatsen dan tevoren en (Ie prijzen voor alle soorten ouder-
23 Juli’141
4.104
1
640

1.541
81
769
gingen eenige verlaging. Deze week worden in Nederland
nog ruime aanvoeren van maïs verwacht, hetgeen tot de

Bons v. d.l Dive

Rekg. Courant
Data
.
zei st

sea

Circulatie
amot.

.
Zilfst.

Parti-
gedrukte stemming medewerkte. Reeds gedurende de ge-
Staat lamort.k.I culieren
koele tweede helft der week slaagden Argentijnsche ver-
schepers,

die mede

wegens de

vaste vrachtenmarkt hun
25Nov.’32

6.621

2.152
.

81.536

773

2.158

22.969
18

,,

’32

6.621

2.170

81 605

1.029

2.231

22.159
maïsprjzen vrij wat hadden verhoogd, ei

diet in, veel maIs

10

,,

’32

6.621

2.484

82.313

1.691

2.259

20.778
naar Europa te verkoopen en aan de Argentijnsche termijn-

4

,,

’32

6.621

2.572

83.022

1.752

2.274

20.266
marktzn

ging dientengevolge

een

aanvankelijke

prijsstij.

27Nov.’31

5.065

2.461

82.543

863

6.307

24.171
ging weer verloren. Men hoort uit Argentinië steeds spre-
ken van de vrees, dat de nieuw gezaaide maIs te hijded zal
23Juli’14

5.912

1

401

-.

943
krijgen van sprinkhanen, doch uit den prijsloop blijkt wel,
i) Sluitpost activa.

.
dat het ‘voorloopig zoo ver nog niet is. Ook van den Donau

986

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7′ December 1932

AANVOEREN in tons van 1000
KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
27
Nov.13
Dec.
Sedert
Overeenk.
27 Nov.13
Dec.
Sedert
Overeenk.
1932

1931
1932
1
Jan.
1932
tijdvak
1931
1932
l
Jan.
1932
tijdvak
i931

28.300
1.375.861
1526.998

7.800
36.682
1.383.661
1.563 680

12.986
458.677
429.931

3.003
1.57
461.680
431.088
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
526
25.299
29.398

244
338
25.543
29.736
Boekweit ………………
Maïs ……………….
39. 236
1.284.137
1.296.370
2.130
305.754 274.286
1.589.891
1.570.656

3.546
452.247 615.483
100
33.989 58.457
486.236
673.940

Haver ……………..
2.670
180.902
247.347
343
4.235
3.675
185.17
251.022

6.522
267.005
187.822
7.252
354.334
410.242 621.339
598.064

Gerst

………………

1.404

.

85.005
110.326

50
204
85.055
110.530
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………
557
22.940
75.412
287 12.919
23.252
35.859 98.664
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten 545
41.879
41.287
287
12.5)6
12.336
54.395
53.623

is tenslotte het aanbod weder wat toegenomen met gedeel-
telijk verlies der in het begin der week bereikte prijsstij-
ging. De Argentijusche termijiimarkten sloten op
5
Decem.
her
5 t 15
centavos per 100 KG. lager clan een week te-
voren en. te Chicago daalde de maïsprijs %
t
1 dollarcent
per
56
lbs.
Ge r s t was deze week stil ondanks de geringe ver-
schepiogen uit Rusland en de Donaulauclen.. De lage niaïs-
prijzen houden ontwikkeling (Ier gerstzaken tegen, ofschoon toch in Noord-Amerika de .gerst-prijzen reeds geruimen tijd
te hoog zijn voor export naar Europa wegens de kans op
spoedige opheffing van .het Amerikaansche alcoholverbod
en hervatting van de brouwerij-industrie. De voorraden vais
Rit.ssiscbe en Donau-gerst te Rotterdam nemen wel af, doch
cle vermindering gaat slechtk langzaam in haar werk tot
prijzen, die i.n ongunstige verhouding staan tot de vraag-
prijzen der uitvoerla.nclen.

SUIKER.

IDe onzekere stemming der voorafgaande week werd ge-
volgd door een uitgesproken flauwe periode gedurende de
afgeloopen week.
In A m e r i k a legden de raffinadeurs (Ie grootste terug-

houdendheid aan den dag. De voor Ruwsniker behaalde prij-
zen liepen dan ook terug tot beneden 0.90 cle. basis Cuba-
suiker c. & fr.
Op de N e w-Yo r ks c h e termijnmarkt vonden verder
likwidaties plaats. De noteeringen liepen verder terug. Het
slot gaf een herstel te tien en luidde als volgt: Dec.
0.72;
Jan.
0.73,
Mrt.
0.76,
Mei
0.81
en Juli
0.86,
terwijl de laat-ste noteering voor Spot Cantr.
2.85
bedroeg.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1932

1931

1930
tons

tons

tons

Productie ……(Raming)
2.602.864
3.122.186
4.671.260
Ontvangsten . …………

11.979

15.674

57.561
Totaal sedert 111
……..1.592.430 2.014.616 3.674.140
Verschepingen
………..36.295

59.245

130.721
Voorraad in afscheephavens
680.452

814.436

764.387

IDe ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen (leze week
28.000
tons, de versnieltingen
33.000
tons tegen
25.500
tons verleden jaar en de voor-
raden
135.000
tous tegen
112.000
tons.
De Zichtbare Wereldvoorraden bedragen volgens C. Czar

nikow:

STATISTISCH OVERZICH1

GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

.
TARWE
anito a
R000E
MAIS
OERST

.
LIJNZAAD
BOTER
A
E(aA
5er

EIEREN
.
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
Mid. Contin.
0.

OCO
No. 2 Canada
loco
La Plata
loco

G.
Z.

USSI5C
e
La Plata
loco
per K.G.
Leeuwar-
5
lkrn

r
aa
Gem. not. Eiermijn Hollandsche
bunkerkolen
Crude
Rotterdaml
erdam
R’dam’A’dam
R’dam/A’dam
1d0c0 A’d
R’damlA’dam
der Comm.
Fabrieks-

kaas
Roermond
onezeefd f.o.b.
33
titu
33.90

per 100K.O.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
pe.0OO
per 1960 K.G.
Noteering
kl. moierk
p. 100 St.
Rdam(A’darn
pr
pbarel
2)
3)
4)

11.
O/
f1.
0′
f1.
%
f1.

O)o
f1.
0
o
f1.
0
10
11.
01
0

f1.
01
f1.
%
$
01
1925
17,20 100,0 13,07
5

100,0
231,50
100.0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56.
.
100,0
9,18
100,0
10,80 100,0 1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50 77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15 88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14.75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50 78,4
2,03
87,9 43,30
77,3 7,96
86,7
11,25 104,2
1.30
77,4
1928
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00 78,5
2,11
91,3
48.05
85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11.40 105,6 1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
1,66
71,9
38,45
68,7 6,72
73,2
11,33
105,1
1.12
66,7
1931
5,55
32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107.25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0
31,30 56.9
5,35
58,3
10,05
93,1
0.58 34,5

P
n.

1930
12,67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95 78,5
7,55 82.2
11,75 108,8
1.21
72,0
br.

,
11,72e
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135
57,5
398,50
862
2,03
87,9
41.15 73,5
6,90
75,2
11,75 108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4 7,15
54,7
143,50
62,0
1
53,0
390,00 84,3
1,7
1

74,0
41,25
73,7
5,18 56,4
11,55 106,9
1.11
661
April
11,17
65,0 7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
Mei

,
10,45
60,8
6,55

.
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00 87,6
1,44
62,3
37,20 66,4
5,30
57.7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Juni

.
10,05
58.4
5,17
5

39,6
145,50
62,9′
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09 55,4
11,35
105,1
1.185
705
Juli


9,55
55,5 5,82
5

44.6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74.5
39,90 71,3
5,99 65,3
Ii 35
105,1
1.185
70,5
Aug.
9,45
54,9

6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3 365,00 78,9
1,58
68,4
40,20 71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.

,,
840
48,8 5,25
40,2
127,50
55,1
99,00 41,9 318,75 68,9
1,64
71.0
37,55
67,1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40
43,0 4,62
5

35,4
112,25
‘48,5
86,00 36,4 281,25
60,8
1,63
70,6
36,90 65,9
8,60 93,7
11,35
105,1
1.185
705
Nov.

,,
7,25
42,2 4,25
32,5
94,50
40,8
82,25
34,9 270,75
58,5
1,58
68,4
36.50 65,2
9,63
104,9
10,90 100,9
0.85 50,6
Dec.

,,
7075
41,1
4,30
32.9
96,00
41,5 91,00 38,6 247,75
53,6
1,55
67.1
33,50 59,8
7,97
86,8
10,85 100,5
0.85
506 Jan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25 36,5
.

207,50
44,9
1,61
69.7
32,25 57,6
6,63
72,2
10,30
95,4 0.85
50.6
Febr.
5,775
33,6 3,90 29,8
87,50
37,8
85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33.80
60.4
6,21
67.6
10,30
95,4
0.85 50.6
Maart

,,
5,625
32,7

4,20
32,1
103.00
44.5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63.6
35,00
62,5
4.94
53,8
10.30
95,4 0.66
393
April
5,90
34.3 4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4 4,20
45,8
10,15
94,0 0.53 31,5
Mei

‘,,
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5

44,4
10.00
92,6
0.53
31,5
5,75
33,4 5,05 38,6 86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
1,29
55,8
33,50
59,8 ‘4,30
46,8
10,00
92.6
0.34
5

20,5
j
uni
uli
5425
31,5
470
35,9 84,25 36,4
115,75
49,0
211.00
45,6
1,32
57,1
37,75
67,4
4.40
47,9
10,00
.

92,6
0.24
143 Aug.
4,975
28,9
4025
30.8 74,50 32,2
119,50
50,6
185,50
40,1 1,30
56,3
36,00
64,3
4,98
54,2
10.00
92,6
0.43
5

25,9
Sept.

,,
4,775
27,8
4276
32,7
68,00 29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
1.27
55,0
32,25
57,6
5,77
5

62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2 68,50 29,6
94,75
40,1
160,25
34,6
1,24
53.7
26,25
46,9
6,275 68,4
9,90
91,7
0.56
33,2
Nov. 5825
33,9
5475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75 36,7
1,17
50,6
24,75
44,2
7,07
77,0 9.90
.91,7
0.68
404
Dec.
4925
286
4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,18
51,1
2140
38,2
5,325 58,0 9,90
91,7
0.71
423
Jân.

1932
5’05
29,4
5,Q75
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,16
50,2
25,75
46.0
4,71
51,3 8,25 76,3
0.71
42,3
Febr.
530
.30,8 5,07
5
.
38,8
1
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0 27,75
49,6
3,79
413
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
0,98
42,4 23,65
42,2
3,425
37,3
8,35
77,3
0.71
423 April
5,65
32,7
6,225
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8,
135,25
29,2
0,99
42,9
19,60
35,0
2,77
5

30,2
8,65
80,1
0.86
51,2
Mei
560
32,6 5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88
31,4
8,30
76,9
0.86
51,2
luni
5
’22
5

304 415
31,7
80,75

34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
1,11
48,1
24,25
43,3
3,08
33,5
8,25
76,3
0.86
51,2
.uli
490 285
4-
306
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
0,16
41,6
19,55
34,9
3,125
34,0
8,10
75,0
0.86
51,2
Aug.
520
30,2
4,07
5

312
77,50
33,5 98,25
41,6
133,00
28,8 0,76
32,9
17,90
32,0
3,72
40.6 7,80
72,2
0.86
51,2
Sept.
5

475
318
420
32,1

.78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
0,84
36.4
19,70
35,2 4,64 50,5 7,75
71,8
0.86
51,2
Oct,

,’
525
305
3,925
30,0
74,50 32,2 79,50
33,7
138,25
29,9 0,82
35,5
25,50
45,5 5,73 62,4
7,65
70,8
0.86
51,2
Nov.
.
.490
28.5
3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
0,81 35,1
26,50
47,3
6,65 72,4 7,40

68,5
0.86
51,2
28
485
28,2
385
29,4
69,50


30,0
78,001
33,1
133,00
28,8
0,787
33,8
25,50
7

45,5
6,30
68,6 7,20
66,7
086
51,2
S Dec.,,


4,85′.
28,2
3,80
29,1
‘68,50
29,6
78,001
33,1
134,00
29,0 0,75
8

32,5
2
43,8
5,45
59,4

7,20
66,7
0.86 51,2
• 1)
Men zie voor de toel: op dezen staat de nos. van 8 en 15Aug. 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2. van Jan. 1931 tol
vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1931

7 December 1932 .

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

987

1932

1931

1930

.toiis

toils

tons

SDuitschlitid 1/11 ……..867.000

1.026.000

709.000

Tsjecho-Slowakije 1/11 ….392.000

485.000

356.000
Frankrijk 1/11………..316.000

416.000

275.000

Nederland 1/11 ……….162.000

195.000

165.000

België 1/11. …………..

70.000

.113.000

58.000
Hongarijë 1111 ……….74.000

68.000

76.000

Polen 1111 …………..
243.000

295.000

233.000

U.K. Geïmp. Siiiker 1/11

.

195.000

88.000

185.000

Binnenl. ..

1/11 .

39.000

18.000

27.000

Europa ……2.358.000 2.704.000 2.084.000
Ver. St. alle havens 29110.

374.000

352.000

316.000

Cubaansche havens 29f10 .

756.000 1.002.000

958.000
Cuba binnenland 29110 . . 1.183.000 1.145.000 1.190.000
Java 1/10 ……………3.103.000

2.287.000

1.882.000

Totaal ….7.774.0007.490T000 6.430=000
waarvan geblokkeerd …..3.757.000 2.331.000 896.000

beschikbaar …………..4.017.000 5.159.000 5.534.000

F. 0. L i cli t publiceerde ultimo November zijn tweede
ranhiug van de bietsuikerproduetie der voornaamste landen
iii E u r op a, waarin de volgende wijzigingen ten opzichte
der eerste ranhing zijn aangebracht. Vermindering: Duitseb-
land 50.000, Tsjeclio-Slowakije 25.000, ilongarije 15.000, Po-
len 14.000 tons; vermeerdering: Nederland 15.000, Italië
45.000 töns. Efet totaal der raminng is niet jioemeuswaaril
lager clan de eerste raming. Iii E ii ge 1 a n d was dc stemming onder den invloed van
cle onzekerheid tea opzichte (ier scliuldenregeling nogal
zenuwachtig. Er ging dan ook aoo goed als niets oni in
rnwsui.ker. Op de L o n d e ii s c h e termijnmarkt oefenden
eveneens likwidaties een deprimeerenden invloed uit en was
het slot ca. 6 d. lager dan het vorige elot.,
0 j

av a verkocht de V. T. S. P. ca. 2.000 tons Superieur
en 5.000 tons bruine suiker.
1] i e r te 1 a ii d e was de markt flauw gestemd .Aaitge-
zien er echter geen overwegend aanbod bestond, konden de
noteeriiigen der
A
m st er d a m sc lie termijnmarkt. zich
nogal handhaven. Het einde der week gaf hct volgende

beeld te zien: Dec.
f 5,
4t
f
5%, Mei
f
5% eii Aug.

f
571
8
.
De omzet bedroeg 5150 tons.

KOFFIE.
in cle stille, lustelooze steunining, welke reeds sedert
weken bestaat, kwam ook ctitniaal geen verandering. Naar
Amerika waren do verscliepingen in cle afgeloopen week
beduidend grooter clan in de vorige week, namelijk van Rio
29.000 balen tegen 14.000 balen en van Santos 164.000 balen
tegen 44.000 balen. Naar Europa kwamen tot verscheping
van Rio 35.000 balen tegen 17.000 balen’ en van Santos
65.000 balen tegen 63.000 balen. Ook cle we.kclijksche ver-
koopen van Santos naar Amerika waren ditmaal groot,
namelijk 159.000 balen tegen 50.000 balen, doch naar Euro-
pa bleven zij bijna onveranderd, namelijk 69.000 balen tegen
65.000 balen. Uit het een en ander blijkt, dat Amerika,
alwaar de voorraden van .Braziel-koffie tot het uiterste ge-
slonken waren, zich clitniaal wat nieer dan anders heeft
ntoeten voorzien, doch .dat Europa nog steeds slechts voor
het hoognoodige in de markt is. Dit is hoofdzakelijk liet
gevolg van het feit, dat de berichten over Braziliaansche
plannen tot afschaffing of verlaging van de uitvoer.raclite»
op koffie blijven aanhouden en dat koopers bij eventueele
verwezenlijking dier plan nen lagere prijzen verwachtati.
Woensdag 30 November werd telegrafisch bericht ontvan-
gen, dat door dcii Koffie-Raad tegen 2 December een ver-
gadlering was belegd ter bespreking van een mogelijke ver-
lagiiig der uitvoerrechten van. den Staat Sao Paulo. Het
resultaat dier vergadering is tot op heden niet bekend ge-
worden, doch w’el wordt door den geringen omvang der
zaken met Europa opnieuw bewezen, dat, al mocht Brazilië
zijn pogingen om de prijzen op te houden tot nu toe ook
niet succes bekroond hebben gezien, dit geschied is ten koste
vahl den afzet van zijn eigen product en ten bate van de
overige roductieland’en, in de eerste plaats van Centraal
Amerika en van Java.
De Koffie-Raad heeft bekend gemaakt, dat in (te afgeloo-peii week veriiietigcl zijn 17.000 balen te Rio, 13.000 balaii
te Santos In 3000 balen in Victoria..De cijfers dir andere
jilitseii zijn niet :eken’d gemaakt.

VAN CROOTHANDEISPRIJZEN’)
t
METALEN
,
.

.’

.TEXTIELGOEDEREN

DIVERSEN’

ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER TIN
LOOD
KATOEN
Middling

woi
gekamde

WOL
gekamde
Australische,
KOE- HUIDEN
KALK-
SALPETER
cash Londen
per
Foundry No.
3
Standaard
Locoprijzen
locoprijzen
Locoprijzen
locoprijzen
Australisclie,
Merino,
64’s
Av.
CrossbredColo-
Gaaf, open
Old. per

Standard
f.o.b.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Ib.
per
loco Bradford
nial Carded,
50’s
Av. loco
kop
57-61
pnd.
100
KO.
netto
Ounce
per Eng. ton
per Eng. ton per Ib.
Bradford per II,.

oence
2i1
s

Ojo
100,0
Sti.
731- 0
10
100,0
£
62.116
/o
100,0
£
261.171-
0
10
100,0
£
36.816
0
10
100,0
$
cts.
23,25
110
100,0
pence
55,00

°!s
100,0
pence
29,50
01
0

100,0
11.
34,70
°!o
100,0
11.
12,-
01
100,0

28
,1
116
89,3
8616
118,5
58.11-
55.141-
93,5
89,7
290.1716
290.41-
111,1
110,8
31.116
24.41-
85,3 66,4
17,55 17,50
75,5
75,3
47,25 48,50 85,9 88,2
24,75 26,50
83,9 89,8
28,46 40,43 82,0
116,5
11,61
11,48
96,8
95,7
26
3
1’4
26
1
116
83,3
81,1
731- 661-
100,0
90,4
63.161-
102,8
227.51-
86,8
21.11- 57,8
20,00
86,0
51,50 93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7

24
7
116
76,2.
7016
96,6
75.141-
121,9
203.1516
77,8
54,3
23.51-
18.116
63,8 49,6
19,15 13,55
82,4 58,3
39,-
26,75 70,9
48,6 25,25
16,25
85,6
55,1
32,25
25,36 92,9
73,1
10,60
9,84 88,3 82,0
17
13
/1
13
3
/
55,4
41,6
671- 551-
91,8 75,3
54.131-
36.51-
88,0 58,4
142.51-
110.1/-
42,0
1211-
33,1
8,60
37,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8

2015116
65,3
7216
99,3
71.916
155,1
174.131-
174.41- 66,7
66,5
21.11/-
21.41-


59,4 58,2
17,15
15,45
73,8
66,4
29,50 28,50 53,6 51,8
19,25 17,75
65,3 60,2
26,63 24,50
76,7
70,6
10,11 10,21
84,3
85,1
20
1
/8
191/
3

62,6
59,5
7216
701
99,3
95,9
71.1216 68.1916
115,4
111,1
165.18/ 63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
85,1
19
9
115
61,0
6716
92,5 61.31-
98,5
161.1716
61,8 55,4
18.616
17.161-
50,3 48,9
16,45 16,50
70,8 71,0 27,25 28,75 49,5 52,3
17,25
18,00
58,5 61,0
24,13 26,25 69,5 75,6
10,21
10,21
85,1 85,1
18111
1
6
16
1
/16
59,0 50,0
67i6
6716
92,5 92,5 53.91-
50.1.6
86,1
80,7
145.-/-
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75 50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1

16
49,9
6716
92,5 48.21-
77,5
134.1716
135.5,6
51,5
51,7
18.31-
18.61-
49,8 50,2
13,10 11,95
56,3 51,4 27,00
27,25
49,1
49,5
16,75 16,50
56,8 55,9 24,25
24,88 69,9
71,7
9,18
9,28 76,5
77,3
16
3
1
16u/
15

51,0 52,0
651-
6316
89,0
87,1
47.151-
46.61- 76,9 74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
11,-
47,3 27,00
49,1
15,75
53,4
26,50 76,4
9,39
78,3

16
1
12
51,5
63161
87,1
43-/-
69,3
117.131- 113.161-
44,9 43,5
15.151-
15.1816
43,2 43,7
10,55
10,85
45,4
46,7
24,50 24,00
44,5
43,6
14,50 13,00
49,2
44,1
26,25 25,25
,
75,6 72,8
9,49 9,70
79,1
80,8
16
5
/s
16
5
/9
51,9
51,9
6316
6

63166
87,1 87,1
46.816
47.616
74,8
76,2 115.31- 44,0
15.516
41,9 9,95
42,8 22,50 40,9
12,50

42,4

72,0
9,90
82,6

13
7
1e
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.8/-
44,4
44,7
14.-16
1356
38,5 36,4
10,30
10,95
44,3
47,1
21,25
21,75
38,6 39,5
12,00 12,00
40,7 40,7
24,63 22,50 71,0 64,8
10,11
10,21
84,3
85,1
12
1
h
I3
7
/n
38,9
41,8
586
586
80,3 80,3
45.116 45.116
72,6 72,6
117.;-16
122.11-
46,6
13.316
36,2
10,90
.46,9
25,25 45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1

13
1
/
40,9
586
80,3
42.1516
39.66
68,9 63,4
113.41-
104.171-
43,2 40,0
12.101-
11.1016
34,3
31,6
10,25
9,40
44,1
40,4 24,50 23,50
44,5,
42,7
14,50
13,00
49,2
44,1
22,25 21,75
64,1
62,7
10,21
10,21
85,1
85,1 121/16

.
12
7
h
40,3
40,1 5816
58/6
80,3 80,3
36.616
58,5
106.2(6
40,5
11.11/6
31,8 9,10
39,1
22,00 40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1

13
1
1.
41,2
5816
80,3
34.141- 32.151- 55,9 52,8
112.516
114.196
42,9 43,9
12.1516
11.19,6
35,1
32,9 9,25
7,20
39,8 31,0
22,25 22,25 40,5 40,5
12,50 12,00
42,4 40,7
20,25
18,75
58,4 54,0
8,26
7,-
68,8
58,3
12
1
3116
1351
39,9 41,4
5816 5516
80,3
76,0
30.316
48,6
111.16/-
42,7
11.41-
31,1
6,55 28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50 54,2

l3″/i
43,0
46!-
63,0
28.2(6
27.1916
45,3
45,1
101.1/6
102.-!-
38,6 39,0
10.9 6
11.51-
28,8
30,9 6,30 6,40
27,1
27,5
19,50 19,00
35,5 34,5
10,75
10,75
36,4
36,4
17,50 16,75
50,3 48,3
6,65 6,80 55,4
56,7
14
1
19
14a/,
45,1
44,6
4416
41/6
61,0 56,8
27.616
44,2
98.1716
37,8
10.161-
29,6 6,30
27,1
16,25
29,5
9,00
30,5
– –
6,95 57,9

13
7
/8
43,2
4116
56,8
27.14/6
44,7
98.181- 37,8
10.141-
29,4
6,65 28,6
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2

14
43,6
4116
56,8 26.41-
42,2
99.216
37,9
10.51-
28,1
6,90
29,7
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25 60,4

13
3
(4
42,8
441-
60,3
24.181-
23.81-
40,1
37,7
96.61-
84.1516
36,8
32,4
9.91-
8.16/6
25,9 24,2 6,90 6,25 29,7 26,9
16,50
16,50
30,0
30,0
8,75 9,00
29,7
30,5
10,25
9,25 29,5
26,7
7,40 7,40
61,7
61,7
131/
125/
40,9
39,3
45/-
.44/-
61,6
60,3
2L61-
34,3
89.1316
34,2
.

8.-!-
22,0
5,80 24,9
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7

I25/

.
39,3
44!-
60,3
20.12/6
33,2
84.9/-
32,3
75/-
19,9
5,25
22,6
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7

12
3
!
38,5
42/6
58,2 57,5
19.216
.22.416
30,8 35,8
90.1716
101./
34,7 38,6
7.316
7.17/6
19,7
21,6
5,80
7,35
24,9 31,6
16,00 15,75
29,1
28,6
8,50 8,25
28,8 28,0
9,75
12,-
28,1
34,6

5,70

47,5
I2°!j
13
39,9
40,5
42/-
42/-
57,5
25.8!-
40,9
109.916
41,8
9.1016
26,1
7,75
33,3
16,75
30,5 8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2

12’h
38,9
41!-
56,2
54,8
22.5/6
21.19/-
35,9 35,4
105.1316
104.7/6
40,4 39,9
8.71-
8.4/6
22,9 22,6 6,50
6,15
28,0 26,5
15,75
15,25
28,6 27,7 8,50
8,25 28,8
28,0
14,- 12,-
40,3 34,6
6,-
6,10 50,0 50,8
12
5
/ji
11
3
14
38,3
36,6
40/-
3816
52,7
21.516
34,3
99.181-
38,2
7.1316 21,1
5,80
24,9
I5,Q0)
27,3
7,759)
26,3
12,-”
34,6
6,10 50,8

1I
3
l
35,4
38/-
52,1
20.15!-
33,4
98.1/

37,4
7.9/6
20,5
5,70
24,5
14,75
10
)
26,8
8,0010)
27,1
6,20
51,7

26 Sept. 193279 K.G.La Plata.
0)
Tot
Jtin.
1928
Western; vanaf Jan.
1928
tot 16 Dec.
1929
American
NO.
2.
van
In
uec.
Wz7 606 zo tviei 1mb sea
r.u.
rul,gssls.sl,v,

6415
K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3 Canada.
5)
Noteering Sci,otland 5916.
6
)581-. 7)25 Nov. 8)2 Dec.
9
)24 Nov.
0)
1 Dec.
11)
15Nov.

988

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 December 1932

De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos zijn bij som-
mige aflaclers iets verlaagd, terwijl andere onveranderd
bleven. Het gevolg hiervan is, dat zij voor dezelfde soort
op liet oogeablik wat meer uiteenloopen dan in den laatsten
tijd het geval was. Voor gewoon goed beschreven Superior Santos zijn zij thans ongeveer $ 11.25
6.
11.65 per cwt. en
aic dito Prime ongeveer $1 1.40 1. 11.85, terwijl zij van
Rio type New-York 7 niet beschrijving, pronipte versche-
ping, zijn $ 9.25
6.
9.40. Voor laatstbedoelde soort zijn zij
10
6.
15 dollarcent lager dan een week geleden.
In Nederlandsch-Tndië blijft de stemming vast.] ie October
van dit jaar zijn ‘van daar uitgeklaard 131.111 pic. togen
95.638 pic. in October 1931 eic sedert 1 Januari 1.310.282
pic. tegen 792.581 pic. in hetzelfde tijdvak van 1931. De cii-
prijzen van cle betere ongeivasschen Robusta-soorten zijn
een fractie geniakkelijker, doch van Palembacig Robusta, en
van W.I.B. onveranderd. Zij zijn op het oogcnblik
Palembaug Robusta, IDecember-verschepiug. 1834 ct.; Ben-
koelen Robusta, Deceniber-versclieping,
191%
ct. Ilandhelicig
Robusta, :Decernber-verscbeping, 21 et.; W.Ï.B. f.a.q. Ro-buste, IDeceinber-verscheping, 23% ct., alles per 34 K.G.,
eil, uitgeleverd gewicht, netto conto ut.
De noteeringen aan de Rottercl n.nisehe termijnmarkt
schommelden met zeer kleine verschillen heen en weder.
Bij het opmaken van dit Overzicht noteert December 22%,
Maart
20%,
Mei 19% en. September 19 ct. per 34 K.G.
De slot-noteeringen te New-York waren

Gemengd contract

Santos contract
(basis Rio No. 7)

(basis ,Santos No. 4)
i)ec. Illrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei Sept.
5 December $ 5.85 5.67 5.49 5.22 9.19 8.29 7.99 7.68
28 November .. 5.94 5.80 5.60 5.40 9.39 8.52 8.16 7.90 21 November ,. 6.04 5.92 5.78 5.59 9.60 8.75 8.38 8.13
14 November ,, 6.- 5.70 5.57 5.40 9.13 8.43 8.13 7.90

De officieele loco-noteeringea te Rotterd om bleven onver

anclercl 32 ct. per
34
1KG. voor Superior Santos en 24 et.
voor Robusta.
De dezer dagen verschenen Statistiek van cle Firma G.
1)uuring &’ Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in’ November
cle aanvoer geweest is als volgt:

1932

1931

1930
bn.

bn.

bu.
in Europa ……………851,000

894.000

$37.000

Ver. Staten van Amerika

868.000

893.000

966.000

Totaal
..TT:’Yio.000
1.787.000 1.803.000

1)e Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedcr-
ronde de eerste elf maanden van het jaar bedroegen
19.347.000 balen tegen 23.080.000 balen in 1931 en 20.794.000
balefl iii 1930.
De Afleveringen iii November evaren
1932

1931

1930
bn.

bn.

bn.
in Europa

………….

890.000

963.000

881.00.0

Ver. Staten van Amerika

978.000

891.000

977.000

Totaal ….1.868.0 1.854.000 1.858.000
IDe Afleveringen in Europa en iii Amerika tezamen ge.
durende de eerste elf maanden van het jaar waren 20.434.000
balen tegen 21.759.000 balen in 1931 en 20.689.000 balen in
19 30.
Vanaf t Juli tot 30 ovmber varen (le Aanvoeren ‘in
Europa en in Amerika tezanien 7.118.000 balen tegen
8.920.000 balen iii 1931 en 8.415.000 balen in 1930 terwijl
cle Afleveringen bedroegen 8.696.000 balen tegen 8.891.000 balen in 1931 en 8.978.000 balen in 1930.
De zichtbare voorraad was op 1 December in Enropa
1.583.000 balen tegen 1.622.000 balen op 1 November. In
Amerika bedroeg hij 1.384.000 balen tegen 1.494.000 balen
op 1 overnber. In Ernopa en in Amerika tezamen was de
zichtbare voorraad dus op 1 December 2.967.000 balen tegen 3.116.000 balen op 1 November. Hij bedroeg op 1 December
1931 – 3.840.000 balen en op 1 December 1930 – 2.400.000
bal en.
ie zichtbare werelclvoorraad
WOS
01) 1 December
6.032.000 balen tegen 6.302.000 balen op 1 November en
6.767.000 balen verleden jaar. 1.n deze cijfers zijn niet be-grepen (Ie voorraden iii het binnenland van Brazilië, waar-
vati het cijfer van 1 Dec’ernher en van 1 November nog niet
bekend is, doch die op 1 December 1931 bedroegen
26.492.000 balen.
Rotterdam, 6 December 1932.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
.

KOLONIALE PRODUCTEN
.
INDEXCIJFERS

VURENHOUT
basis 7″ f.o.b.
RUBBER’)
Standaard
SUIKER KOFFIE
THEE
COPRA

Bruto-
gewichtv.d.
n

Zweden!
Finland


Ribbed Smoked
Sheets
Witte kristal-
suiker loco
Robusta
Locoprijzen Afi. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Ned.-lnd. f.m.s.
per 100 K.G.

buit, handel
Nederland o
5
-.11

per standaard loco Londen
R’dam/A’dam
Rotterdam
Java- en Suma-
.
Amsterdam
1925= 100
..5C’a
01

van 4.672 M
8
.
per Ib.
per 100 K.O.
ho
per

K.G.
tratheep.’/oKG.
1n

Uit- voer

voer
m
r
t
°

f
0
10
Sh.
0
10
t!.
o/s
cts.
0
10
cts.
0
/s
f
0
10
1925
159,75
100
2/11,625
100,0
18,75 100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
0

100,0
100
100
100,0 100,0
1926
153,50
96;I
21-
67,4
17,50
93,3 55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112 128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875 76,4 82,75
97,9
32,62
5

90,9
113 116
95,4 89,5
1928
151,50
94,8 -110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9 75,25
89,1
31,875
88,9
118 128
96,4 87,6
1929
146,00
91,4
-/10,25
28,8
13,-
69,3 50,75

1

82,7
69,25 82,0
27,375
76,3
122
132
91,6
82,6
1930
141,50
88,6 -15.875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75 71,8
22,625 63,1
124 135
75,5 69,4
1931
110,75
69,3
-13
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42,50 50,3
15,37
5

42,9
117
136
62,6 57,9
lan.

1930
147,50
93,9
-17,375
20,7
11,670
1 1, 40
62,3 35
57,0,
60,50 71,6
26,87
5

74,9
128 136
84,5
76,9
Ëebr.

,,
147,50
92,3
-18
22,5 60.8 35
57,0 58,25 68,9
26,37
5

73,5
112 126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3
-17,625
.
21,4
10,70
57,1
35
57,0 62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April

,,
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3 35
57,0
59,50
70,4
26,12
5

72,8
115
127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75

,
56,6
58
68,6 25,50
71,1 132 132
76,1
72,0
Juni
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58 68,6 22,87
0

63,8
131
133
76,1
70,4
uli
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75 60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-/4,875
13,8
8,50 45,3
29,50
48,1
55,25 65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.

,,
140,00
87,6
-14,125
11,6.
7,975
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122 126
72,3
65,4
Oct.

,,
132,50
82,9
-14 11,2
8,620
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128 152
71,6
64,6
Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,37
0

54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.

,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0
61,3
lan.

1931
125.00
78,2
-14,25
11,9
8,20
437
28
45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
l
e
b
r
.,,
125,00
78,2
-/3,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8
53
62,7
18,12
5

50,7
.96
121
67,1
59,4
Maart
,,
‘125,00
78,2
-13,75
10,5
8,30 44,3
25,50
41,5 45 53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
59,1
April
125,00
78,2
-3,125
8,8
8,57
5

45,7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
110
138
65,8 58,4
Mei

125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50 45,3 25
40,7
40,25
47,6
15,375
42,9
114
141
65,8 56,8
luni

,,
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
5

45,7
25,75
42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5
56,8
110,00
68,9
-/3

8,4
8,776
48,6
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138 153
62,6
55,8
Aug.
100,00
62,6
-/2,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5
38,50
45,6
14,125
39,4
122 142
60,6
55,6
Sept.,,
100,00
62,6
-/2,375
6,7
7,525
40,1
23,75
38,7
37,50
44,4
13,375
37,3
125
146
58,7
58,1
Oct.,,
100,00
62,6
-/2,375
6,7
7,55
40,3
23
37,5 37,75
44,7
13,25
36,9
119
146
58,7
58,5
Nov.
100,00
62,6
-12,25
6,3 7,15
38,1
23
37,5
37
43,8
13,75
38,3
113 132
58,7
58,8
Dec.,,
82,50
51,6
-12,25
6,3 6,75
36,0
23
37,5:
.

35
41,4
12,75
35,5
115 114
54,8 58,8
Jan.

1932
82,50
51,6
-/2,125
6,0
7,35 39,2
23
37,5
32
37,9
13,125
36,6
103
107
54,2
58,4
Febr.
82,50
51,6
-12
5,6
7,05 37,6
23
37,5
30 35,5
14,50
40,4
86
III
53,5
59,8
Maart
70,00
43,8
-11,625
4,6
6,25 33,3
23 37,5
31
36,7
14,75
41,1
87
116
52,9
58,3
April
70,00
43,8
-11,5
4,2
5,90 31,5
23 37,5
29,25
34,6
14,-
39,0 89
110
51,6
56,0
Mei
70,00
43,8
-11,5
4,2
5,620
30,0
23,50 38,3 30,25
35;7
13,25
36,9
89
107
51,0
54,0
lu
ni
70,00
43,8
-11,375
3,9
6,30
33,6
24
39,1
28,50
33,7.
12,370
34,5
101
116
50,3
52,5′
ju li
67,50
42,3
-11,375
3,9
6,70
35,7
24
39,1
23,75
28,1
.
12,375
34,5
100
112
49,0
53,7
Aug.
63,00 39,4
-/1,75
4,9
6,57
5

35,1
24
391
22,75
26,9
12,375
34,5 95
105
48,4


55,3
Sept.,,
60,00
37,6
-/2,125
6,0
6,525 34,8 25,25
41,
,
1
23,75
28,1
12,75
35,5 96
112
49,0
57,1
Oct.,,
63,50
39,7
-11,75
4,9
6,32
5

33,7
26,50
•43,2
28,50
.

33,7
12,75
34,5
104
127
49,7
55,4
Nov.
63,50
39,7
-11,75
4,9
‘5,87
5

31,3
24,50
39,9 30,75 36,4
12,12
33,8
55,6
28
,,

,,
63,50
39,7
-11,75
4,9
5.50
29,3
24
39,1
30,75
2
)
36,4
11,75
32,8
5 Dec.,,
63,50
39,7
-11,75
4,9
5,50
29,3
24
39,1
28,75
0
)
34,0
11,625
32,4
1)
‘Jaar- en maandgem.
afger.
op
tJ

pence.
2)
10
Nov.
3)
1
Dec.
N.B.
Alle
Pondennoteoringen
vanaf 21 Sept.
1
31
zijn op
goudbasis omgerekend

Auteur