18 MAART isi.
ÂUTEtJ1SRËC FIT VOOR1skffOti1iÎJ.
Economïsch~Statistische
Benchten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
16E
FAARQANG
WOENSDAG 18 MAART 1931
No. 794
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretari8: Prof. Mr. Dr. 0. M. Verrijn Stuart
ECONOMI$CïJ-STATISTISCJJE BERICIITEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. R. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. E. R. Ribbius; Jan Schiithuia;
Mr. Q. J. Terpstra; Piof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart.
Redacteur-Secretaris:
H. M. H.
A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Aboanementsprjs voor het weekblad franco p.
p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Kotoniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs
von
het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘8-Gravenhage. Postchè
qua- en giro-
rekening No. 145192.
17 MAART 1931.
liet geven van een overzicht over de geidmarkt
wordt steeds moeilijker en noodzakelijkerwijs buiten-
gewoon eentonig. Ook deze week kan alleen het oude
refrein herhaald worden: Geld blijft uitermate over-
vloedig. De prolongatierente noteerde de geheele week
1 pOt.; particulier disconto was voor 1,é pOt. te
plaatsen en callgeld werd voor
1/2
â %
pOt. ruim aan-
gebdden.
* *
*
De Minister van Financiën stelt de inschrijving
open op schatkistpapier op 23 dezer. Aangeboden wor-
den drie- en zes-maands promessen en 3 pOt. jaar’bil-
jetten tot een totaal bedrag van
f
45 millioen.
* *
*
De balans van De Nederlandsche Bank geeft weinig
verandering van beteekenis te zien. De post binnen-
landsche wissels daalde met
f
300.000, terwijl de be-
leeningen een teruggang van nagenoeg
f
250.000 te
aanschouwen geven.
De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel onveran-
derd. De zilvervoorraad klom met
f
1,2 millioen. De
post papier op het buitenland en de diverse rekenin-
gen op de actiefzijde der balans daalden respectieve-
lijk met
f
2,5 millioen en
f
300.000.
De biljettencirculatie verminderde met
f
6,9 mii-
lioen. ‘Het tegoed van het rijk blijkt met f4,7 mil-
lioen te zijn toegenomen. De rekening-courant-saldi
van anderen daalden met f150.000. Het beschikbaar
metaalsaldo bedraagt
f
2,1 millioen meer dan ver-
leden week. Het dekkingspercentage is i-uim 564.
* *
*
De stemming op de wisselmarkt is deze week vast
gebleven; er hadden flinke omzetten plaats. Londen
steeg van 12.11’1 tot 12.1211e, terwijl Dollars van
2.4940 tot 2.4954 verbeterden. Dollars in Londen lie-
pen aanvankelijk van 4.8580 op 4.8595 terug, doch
sloten weder op 4.8580. Marken kwamen van 59.36Y
op 59.41. (Dollars tegen Marken 4.20021/ na 4.1990).
Fi-ansche Francs schommelden rond de 9.1634 (Pon,
den tege:n Frs. 124.14). Ook Belga’s veranderden
slechts weinig; de noteering handhaafde zich op on-
geveer 34.71. Zwitsersche Francs iets beter: 48.01.
Lires: 13.01, zooals de vorige week. Vast was de Oos-
tenrjksche Shilling, ‘die 35.09 noteerde. De Spaan-
sche Peseta heeft zich niet kunnen handhaven en is
van 27.12Y op 26.80 teruggegaan. De Skandinavische
deviezen alle hooger: Kopenhagen: 66.14, Oslo 66.76
en Stockholm 66.83. Van de Zuid-Amerikaansche
wissels zijn de Argentijnsche en de Uruguay Peso
vast geweest, rep. 81 en 2.—. Rio is daarentegen
teruggeloopen en noteerde tenslotte 20. De stem-
ming voor de Oostersche deviezen bleef vast: Rupees
90%, Yen 1231/4, Hongkong $ 653, Shanghai Taels 86.
Met het stijgen der wisselkoersen zijn termijnen
weder teruggeloopen: Ponden noteerden voor één- en
drie-maands 1/s en 3/io disagio. Dollars en V[arken
noteerden op deze termijnen resp. 26 en 54 en 1134 en
25 punten déport.
LONDEN, 16
MAART
1931.
Zooals in de laatste weken van het begrootingsjaar
te verwachten was, was geld verleden week goed
bruikbaar en nu en dan zelfs gezocht. De hulp van de
Bank behoefde echter niet te worden ingeroepen.
Op de discontomarkt was de stemming iets zwak-
ker, waarschijnlijk op grond van de verbetering in de
waarden van het Pond tegenover het buitenland. De
inschrijving voor de nieuwe schatltistpromessen op
Vrijdag resulteerde dan ook in eene toewijzing op
ongeveer 2
19
112
pOt., terwijl de noteering op 2% sloot.
262
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Maart 1931
CRISISUITGAVEN EN LEENINGFONDS.
In het tiuniwer van 18 Februari wees ik er op,
(at cle Miiister van Financiën een beetje vergeten
scheen te zijn, hoe van 191.4-1.924 de cr.i.sisuitgaven
werden gefinancierd en dat hij cl ienteugevolge inzake
cle financiering der nieuwe crisisuitgaven voorstel-
len deed, welke niet al te best klopten met hetgeen
hij volgens cle Memor.ie va:n ‘joeiichtiiig zich verbeeld-
de te. doen. Hij zeide ni., den ouden crisisdienst
weder te willen heropenen ‘) en de crisisuitgaven
weder ten laste van het Leenïngfonds te willen bren-
gen, terwijl er in de genoemde jaren van het bren-
gen irali crisisuitgaven ten laste van het Leening-
fonds nimmer sprake is geweest (noch in de betrok-
ken •begrooti.ngwetjes noch in de Toelichti.ngen daar-
van). De Minister geeft een en ander in zijn ant-
woord
op
de schriftèlijké bedenkingen van de Kamer-
commissie voor de Belastinge:n (in vier handen de
bedoelde voorstellen zijn gesteld), zij het dan niet met
zooveel woorden – toe.
Daardoor voor de keuze te staan gekomen, èf zijn
voorstel alsnog te maken zooals hij het blijkbaar be-
doeld had, ni. zooveel mogelijk den toestand, die van
1.91.4-1924 bestond, te herstellen (hetgeen de genoem-
de Commissie hem op goede gronden aanried), ôf wat
hij werkelijk voorstelde te handhaven en dan nu ook
in den breecle toe te lichten, waarom hij een geheel
anderen koers insloeg, koos hij liet tweede. Wij staan
dus nu op zuiver terrein.
.Lntusschen wachtten ons nu weer nieuwe verras-
singen. De Oommissi.s had terecht opgemerkt, dat
,,niaalct men de begrooting van het Leeningfonds .tot ,,crisisbegrooting, het onafwendbare gevolg is, dat de
.,,Minister van Financiën wordt crisismi nister; dat
deze bew:indsman de voorgestelde cri.si.suitgaven heeft
,,te verdedigen, dat hij de gevoteerde gelden heeft
,,u.it te geven en voor de uitvoering van de desbetref-
,,fende maatregelen verantwoordelijk is.” En zij
laat hierop begrijpelijkerwijze volgen: ,,Dit nu kan
toch nimmer in de bedoeling cler Regeering hebben
gelegen.”
Om met het eerste bezwaar tegen het nieuwe sys-
teeni te beginnen, de Minister weet er wel raad op
De nieuwe crisis-uitgaven zullen niet rechtstreeks
0])
de begrooting van het Leeningfonds komen, maar
eerst worden voorgesteld in den vorm van suppie-
toire begrootingkjes van Hoofdstuk V (Landbouw)
voor de Landbouwcrisisui•tgaven en Hoofdstuk X
(Arbeid) voor de werkloosheidsuitgaven. Daar zul-
len de collega’s van Landbouw en Arbeid hun crisis-
ditgaven dan kunnen verdedigen. Die begrootingen
(lan verhoogd zijnde, zullen de daaraan toegevoegde
uitgaven bij een ander wetsontwerp weer aan clie
begrooti ogen worden ontt:rokkeo en ten laste van cle
heg.root.ing van het Leeningfonds worden overge-
bracht. Dat ze claarm ccle tot crisis uitgaven worden
gestempeld, nioet dan cle Minister van Fi na:nciën ver-
dedigen. Met dit wel wat omslachtige lcunstje is dan
bereikt dat de Minister wicn het aangaat (Landbouw,
Arbeid, straks wellich t ook anderen) zijn. voorstel tot
liet doen van uitgaven in verband roet de crisis
(crisis-uitgaven worden ze eerst later) verdedigen kan
in (le Volksvertegenwoordiging.
Blijft liet – waarschijnlijk ook in de oogen der
Commissie belangrijker – bezwaar, dat nu toch Fi-
nanciën cle hegrooti ngsposten voor Tarwewetje en
crisi.swerklooshei d cnz. moet hehee:reri en daardoor
.1)
Tk laat nu rusten, dat er inderdaad van
1914.—’24
ii liet
geheel geen crisisdict:ist was geweest en er dus
vnu
weiIeroiening geen sprake kon zijn en
wil
aan nemen, dat hij de officiëuise l:teschouwingen in dc Millioenennota’s om-
trent de erisisutitgaven art ontvangsten als een officijfelen
crisiscliënst heeft opgevat, dier ureer terug moest komen,
our met een wettelijke basis. Ik hel) op dit tevoren niet
off.iciëel bestaan van een crisisdienst in mijn vorig artikel slechts gewezep teneinde den werkelijken toestand te ver-
duidelijken.
V-mi practische beteckenis was het niet.
INHOUD.
BIz.
CRISISUITGAVEN EN LECNINC:FONIiS
door
Prof. Mr. Dr.
A
.
van
Gijn
………………………………
262
Over het verschil
tussehen de ,Amsterdamsche en de
Haagsche indexcijlers der kosten van het levenson-
derhoud door
Dr. R.
Clacys ………………….
264
De
stijging.
van
Rusland’s productie en
uitvoer, als
tegenhanger
van
de depressie, speciaal in West-Europa
II
(Slot)
door
Mr..11.
J.
Onnes
……………….
265
De
Rijksmiddelen
.
…………………………
269
BUITENLAN OSCHE MEDEWERKING:
Onderzoek naar het Amerikaansche bankwezen door
Prof.
E.
Pcsrker
Willis
………………….
270 De werelduj tvoer
van
electro-technische artikelen
in
1930
door
A.
Friecirich
………………..
272
AANTEEKENINGEN:
Indexcijfers van scheepsvrachten
…………….
274
INGEzONDEN ST(JKIdEN:
Onvoldoende geldcirculatie?
door
Prof.
G.
Oasset
met naschrift door
0. Schnabei ……………..
274
MAANDCIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen
………………..
276
Conjunctuurgegevens betreffende
de
Vereen. Staten
277
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam………..
278
Postchèque-
en
Girodienst
……….. .._ .. …
… ..
278
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
278—
284
Oeidkoersen.
1
Bankstaten.
Verkeerswezen. Wisselkoersen.
1
Goeclerenhandel.
1
voor de uitvoering daarvan verantwoordelijk wordt.
De Minister van Financiën vindt dit geen bezwaar.
Er zijn immers reeds verscheiden posten op de Rijks-
begrooting, die, schoon uitteraard slechts op één
hoofdstuk kun netide voorkomen, toch door twee of
meer ministers worden beheeH. En nu haalt de Mi-nister een viertal gevallen aan, waarvan een niet de zaak niets te malcen heeft, terwijl in de drie andere
gevalleu inderdaad de onjuiste gewoonte ir, de
Kamer ingeslopen is een anderen minister over het
gebruik van een begrootingspost aan te spreken dart
dengeen, die inderdaad door het betaalbaarstelleo
van gelden ten laste van d:ien post, dien post be
heert. ,,Men weet i:n die gevallen den feitelijic ver-
,,antwoordelijken minister, op wiens begrooting echter
,,de post niet staat,
wel
te vinden”,
zegt de Min:ister.
Mijn antwoord is: ,,Men vindt dien ten onrechte en
uitgevonden zijnde, behoorde hij (Ie critici naar den
beheerder van den post te verwijzen. Of wel, nl. in cle
gevallen (Woningwet en Landarbeiderswet), waarin
cie feitelijke omstandigheden: liet voorkomen van moei-lijk afzonderlijic to beschouwen posten op twee begroo-
tingen, soms totaansprelcen vah den verkeerden minis-
ter leiden, moet men cle begrooting veranderen en die
heide posten op hetzelfde hoofdstuk ov4rbrengon of
wei, nl. in het geval der oud-gepens.ionneerdeii, moet nieru het zoelcen naar en het vinden van den verkeer-
den minister stalcen; gedeeldb verantwoordelijkheid,
zegt terecht de N. Rott. Crt., leidt tot schuilevinkje
spelen.
1)
Nimmer kan in liet insluipen van een ver-
iceerde en vermijrlhare practijk een reden liggen om
hetzelfde – nog vee.l ennoodiger – tot systeeni te
ga Lui
verheffen.
Zwakker verdedigng van een belangrijk punt van
hegrooti ngsheheer (waarbij naar ik in het .El.arideis-
blad van 1.0 Maart uiteenzette, m….zelfs de Grond-
wet hetrokicen is) ican mcii zich mQeilijld denlcen.
En wat zijn dan nu dc groote voordeelen, die ia
oogd worden niet dat volharden bij iets, dat, b1ij-
1 :i
is geen . enkele rede,, (liet moest clan zijn, dat
VJT.B (Fin) eelt af.ctecling Voorschotten” heeft) om niet dc Voorschottetu-Woningwet en Lindarbeiderswet, die otuver-
breekbaar samenhangen niet de
Bijdragen
ter zake, naar
Hoofdstuk X en V over te brengen. De caritatieve onder-
steumuing van oud-gepensionneerden behoorde geheel onder
Financiën te staan (al zijn er oud-militairen hij) op wiens
hegrooting dle sibsidie staat aan het fonds, waaruit dle
steun wordt verleend; en het geval met Waterstaat is een
vergissing; dle werken staan op Hfst. IX en worden ook
door Waterstaat beheerd..
,'”:: .,’-.•
•
•…
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
263
keus de aanvankelijke toelichting bij vergissing geko-
zen werd en dat zoo apert op verkeerde wegen leidt,
afgezien van de vreeselijke ingewilckelclheicl? Tweaër-
lei. Eenerzijds: De Minister van Financiën wil
hof.
overschot in het Leeningsfonds, dat tegen het jaar
1944 wordt becijferd (en dat, het- zij nog eens gezegd,
behoorde te leiden tot vroegere verlaging van dc tij-
deng de vorige groote crisis ingevoerde hestemm’.-
belastingen van het Leeuingfonds) zoo noodig tot
dekking gebruiken van nieuwe crisisuitgaven. A la
bonne heure, het zij zoo! Maar hij kan dat ook be-
reiken door, als te zijner tijd bekend is, hoeveel er ‘oor
die dekking noodig is, dat bedrag van het Leenil!g-
fonds over te hevelen naar den nieuw ingestelden
Titel Crisis-ontvangsten van de Algemeene Middelen-
wet. De Minister ziet daartegen op. Hij, die aan
Kâmerleden, die. jaarlijks beziaar maakten tegen de
reu sa chti ge
rentelooze
voorschotten van het Leeni ng-
fonds aan de Algemeene Rijksbegrooting, tenslotte – niet veel gekuischter woorden natuurlijk – zoo onge-
veer antwoordde: Zeur niet meer, het
zijn
toch im-
niers dezelfde contrihuaiielen, die aan Leeningfonds
en Midde!enwet betalen”, is nu opeens ter zake uiterst
fijngevoelig geworden en wil niet bij apart wetsvoor-
stel (maar toch wel ,,werkeiijk”) aan de opbrengst van
hestemmingsbelastingen raken.
En anderzijds: Wij gaan nu een nieuwe heffing
invoeren om de nieuwe crisisnitgaven zooveel moge-
lijk daarmede te dekken en de opbrengst daarvan
kan aan het Leeningfonds direct worden toegevoerd,
als ook de crisis-uitgaven op het Leeningfonds komen.
Gesteld nu eens dat alles erg inedeliep en de
f
5 mil-
lioenen, eenige jaren van de sigaretten geheven, ach-
teraf voor de dekking der nieuwe erisisuitgaven
niet noodig waren, dan komen ze nu – aldus de Mi-
nister – automatisch aan de dekking van de van
oudsbekende uitgaven van het Leeningfonds (rente en
aflossing van crisisleeningen) ten goede. ,,Prachtig
plan”, zeg ik. Maar zoude het in dat onwaarsehijnlijke
geval zooveel moeite in hebben om wat de Titel Cri-
sisontvangsten der Middelenwet dan aan onnoodige
dekkirigsmiddelen zou hebben, bij een wetje over te
hevelen naar de Inkoni sten -Leeningfonds?
Immer.s neen! Ik kan dus niet zeggen, dat die beide
voordeelen van het plan om het Leeningfonds tot
Crisisfonds te maken mij overtuigd hebben van de
noodzakelijkheid om de groote door do Kamercommis-
sie (en ook in de Nieuwe Rotterdammer Courant van
Woensdag 11 Maart) daartegen ingebrachte staats-
rechtelijke bezwaren, nu maar op den koop toe te
ti emen.
I
–
Iet argument door de Redactie van het Handels-
blad aangevoerd voor aanwijzing van het Leening-
fonds als Orisisbegrooting, nI. dat dan de Minister
van Financiën op de tot het ressort van zijn collega’s
hehoorende er isisui tgaven niet slechts toezicht hou –
den kan, maar ze mede kan heheeren ‘(en dus voor die
ititgavengroep een soort superminister wordt (v. 0.)),
is lijnrecht in strijd niet het gevoelen van de betrök-
ken Kamercommissie en wordt ook door den Minis-
ter van Financiën niet of uiterst bedekt te ‘berde ge-
bracht.
De Kamercommissie heeft na kennisnemi.ng
van het
hierboven bestreden antwoord van den Minister het
zwijgen tot de zaak gedaan; ,,mondehing overleg” had
ter zake tusschen Minister en Commissie niet meer
plaats. Ging de zaak wellicht aan de Commissie ,,wie
ein Mi)hlrad im Kopf herurn”? Overtuigd, dat de
voordeelen van het voorgestelde de bezwaren over-
treffen, zal ze toch wei itiet zijn? Bij de openbare
behandeling moet het blijken. Krijgt de Minister zijn
zin dan moet – voor liet eerst in vijf jaren – ge-
zegd worden, dat hij aan de orde in ons financiewezen
een fli nken ondienst bewijst.
* *
*
Tenslotte nog een enkel woord over cle noodzakelijk-
heid nu dadelijk reeds weder tot belastingverhooging
over te gaan teneinde aan de crisisuitgaven. het hoofd
te bieden. In de Kamercommissie vond het in mijn
vorig artilcel geopperde denkbeeld steun om eerst
eens een jaartje de zaak aan te zien en inmiddels
eenige procenten vân de in de laatste jaren geheel
ongewild, gekweekte zeer groote reserves voor die
dekking te bestemmen.
De Minister bestrijdt dit met de opmerking, dat
tegenover vette jaren magere staan: Inderdaad, reeds
in den. bekenden droom is dat met vette en megere
kooien gedemonstreerd; maar in ons financiewezen
der laatste tien jaren hebben de drie magere koeiën
maar ccii zesde deel van haar zeven vette collega’s
kunnen opslikken; gaat men twintig jaar terug dan
vindt men, dat de zes magere koeien. slechts ruim een
vijfde van de veertien vette hebben opgeslokt en niet
anders is liet als men 30 jaar en. verder teruggaat;
dus wel een beetje anders dan in den Pharaoh’s
droom; de vette koeien overheerschen ook in de halve
eeuw na de Indische baten in sterke mate.
De Minister zegt dan verder, dat men nooit op
grond van, vette jaren in het verleden, met voorbe-
dachten rade, magere in de toekomst mag kweeken.
Op meevallers en tegenvallers in vorige jaren mag bij
liet ontwerpen van een budget niet worden gelet.
Heeft men ronder het to willen in vorige jaren groote
overschotten gekweekt (dus te veel belasting laten
betalen) of tekorten laten o
n
t
s
t
aan
(dus te weinig ge-
heven), nimmer zullen zij die teveel betaalden, of te
weinig, daarvan in volgende jaren respectievelijk
niogen profiteren of daarin moeten voorzien tekor-
ten en overschotten moeten dus opgaan in het finan-
ciewezen der eeuwen.
Alles anders wat tegen . die leer pleit nu daarge-
laten, vraagt de wellicht domme scholier zich af:
Waarom heeft dan toch de Minister in de Toelichting
(Paragraaf 8) der flieuwe Comptahiliteitswet met klem
op overbrenging der gunstige en ongunstige saldi van
vorige jaren naar den dienst van volgende jhren aan-
gedrongen
1)•
D’ie overbrenging heeft slechts zin, als ni.en het tegenovergestelde wil van wat de Minister
nu. de hoogste w’ijsheid acht, t.w.: Elk jaar absoluut
op zichzelf!
Of ‘s Ministers bewering, dat in vroeger tijden nooit
gecraegd is of vorige jaren een tekort of een over-
schot hadden gegeven, juist is, betwijfel ik zeer ern-
stig. Indien het echter zoo is, dan was het, omdat
die vroegere telcorten of overschotten betrekkelijk on-
belangrijk waren. Een periode van vier of vijf achter-
eenvolgende jaren, waarin van de hoofdbelasting
(thans de Inkomstenbelasting) de helft tot driekwart,
gelet op de uitkomst van den dienst, in de zakken
der contribuabelen had kunnen blijven, hebben zich
nooit voorgedaan. Beroep op een antecedent, altijd een zwak argument, is dus in casu onmogelijk. Als
men. met crisissen in liet financiewezen rekening
houdt, moet men dat ook doen inet negatieve crisis-
sen. Niets anders dus’ dan, dat de sigarettenopcenten
gemakkelijk betaald zullen worden, maakt de hef-
fing daarvan eenigszins aannemelijk. Maar zij het dan
maar weinig, ook die heffing heeft de tendenz het
leven iets duurder te nialcen. En dit is wat voor alles
nioet voorkomen worden, naast pijnlijke zorg, dat de
werkloozenzorg niet strekt om de iverkloosheid te
vergrooten en. te bestendigen, door een Regeering,
die geen chronische crisis wenscht.
VAN’
Guw. –
) Ik weet ve], dat de Minister het in cle niet de feiteij
strijdende toelichting van liet w’etsontwerp ‘tot wijziging
der Comptabiliteitswet (begin 1930) heeft voorgesteld, als
ware dat overbrengen van gunstige of ongunstige saldi een speciale liefhebberij ‘an de Tweede Kamer, waaraan hij nu
maar toegaf, maar wie de Toelichting (Par. 8) der Comp-
tabiliteitswet leest, ziet boven allen twijfel verheven, dat
liet plan van den Minister zelf is’ uitgegaan, en. dat ‘het
wijzigingsetje van 1930 slechts noodig was, omdat het plan
verkeerd was uitgewerkt in de Comptabiliteitswet. ‘Men ‘zie
mijn artikel in de Vrijheid van
6
Mei1930. . ,
264
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Maart 1931
OVER HET VERSCHIL TUSSCHEN DE AMSTER-
DAMSCHE EN DE HAAGSCHE INDEXCIJFERS
DER KOSTEN VAN HET LEVENSONDERHOUD.
Het is tegenwoordig voor hen, die bij de samenstel-
ling van indexeijfers der kosten van, het levensonder-
houd metterdaad betrokken zijn, wederom een goeden
tijd: een
tijd,
dat aandacht wordt geschonken aan de
resultaten van hun werk. In de jaren van de ,,Um-
wertung aller Werte”, toen het ruilmiddel een steeds
grooter gedeelte van zijn waarde verloor, toen de prij-
zen onafgebroken stegen en de behoefte om de bonen
hieraan aan te passen zich voortdurend deed gevoelen,
was zulks ook het geval, en nieuwsgierig werd toen
naar het verschijnen van elk nieuw cijfer uitgekeken.
Sedert omstreeks 1922 werd dit anders: het scheen
alsof een blijvende evenwichtstoestand was berai.kr, de prijsbeweging beperkte zich tot enkele lichte gol-
vingen, binnen enge grenzen blijvend, en de practi-
sche belangstelling voor de indexeijfers ging aan het
ta,nen.
Telk
nut kan een maatstaf hebben, indien er
niets te meten valt?
:Dh weinige jaren later kwam een kentering. In
1924-1925 begon de daling van de groothandeisprij-
zen, waarvan het einde wellicht thans nog niet bereikt
is. Weliswaar vertoonde de beweging van de prijzen in
den kleinhandel slechts een zwakke afspiegeling van dezen val, hetwelk te meer bevreemding wekte naar-
mate – hoofdzakelijk na 1929 – de groothandeisprij-
zen het peil van v66r den oorlog naderden. Maar Ja-
ling
was
er, ook in den kleinhandel, dus in de kosten van het levensonderhoud. Was hier gcen aanwijzing
omtrent een middel, dat in de felle crisis kon worden
toegepast om tot verlaging der productiekosten te ge-.
raken?
Aldus
zijn
de indexcijfers der kosten van het levens-
onderhoud weer in het volle licht van de belangstel-
ling geplaatst: zoowel van hen, die meer in het bij-
mnder geboeid worden door den theoretisch-weteï-
schappelijken kant der kwestie hoe het toch verklaar-
baar is, dat de bewegingen van de kleinhandelsprjzeu
en van de kosten van het levensonderhoud zoo geheel
anders dan die van de groothandeisprijzen in de in-
dexcijfers tot u,itdukking komen
1),
als van hen, die
met het oog op practische doeleinden Je bruikbaarhaid van den maatstaf in overweging nemen en verdedigen.
De stemmen van deze laataten doen zich niet steeds
meer aandrang hooren. Men spreekt van den vicieuzen
cirkel: verkoopprijzen, crisis, werkloosheid, bonen,
produetiekosten. En deze cirkel kan slechts doorbro-
ken worden, zooals Prof. Mr. 1)r. Ant. van Gijn zegt
in zijn artikel, in, het No. van 11 Februari van dit
blad gepubliceerd naar aanleiding van een vroeger
verschenen artikel van Mr. van G’enechte, ,,bij de
kosten van het levensonderhoud, waar het probleem
in dien cirkel wordt gevoerd”. Derhalve: verlaging
van de bonen, binnen de perken van de verlaging
der kosten van liet levensonderhoud, zooals deze ver-
laging door de indexcijfers aangegeven wordt.
Het is niet dc bedoeling om in d.e volgende uiteen-
zetting dit terrein te betreden. Wel wil ik mij ver-
oorboveri enkele beschouwingen te wijden aan een
punt, waarmee Prof. van
Gijn
zijn stuk besluit en dat
neerkomt op de vraag: hoe komt het, dat de kosten
van het levensonderhoud sedert den zomer van 1929
in Amsterdam voor de arbeiders met 7.3 pOt. en in
den Haag met slechts 3.5 pOt. (eigenlijk 3.6 pOt.) ge-
daald zijn? Een vraag, die inderdaad nauw verband
houdt met een eventueele overweging van practische maatregelen in de huidige omstandigheden.
De lezer moet nu niet verwachten in deze beschou-
vingen een volledig antwoord op die vraag te vinden.
Die vraag is voor een afdoende beantwoording niet
vatbaar. Zooveel factoren kunnen op het verschil van
1)
Ik moge hieromtrent verwijzen naar mijn artikel over
Dc daling der groothaudelsprijzen en haar invloed op de
kosten van het levensonderhoud”, verschenen in het Nr.
van E.-S. B. van 30 April 1930.
invloed zijn! Allereerst bedenke men, dat bij de
samenstelling van een indexeijfer allerlei bewerkin-
gen, berekeningen, beoordeebingen en beslissingen een
rol spelen, die ieder afzonderlijk voor de uitkomst
van belang zijn en waarvan een ieder, die niet recht-
streeks bij cle zaak betrokken is, geheel onkundig
blijft. Periodiek worden de indexcijfers bekend ge-
maakt in de hoop en de verwachting, dat zij alge-
meen met vertrouwen zullen worden opgenomen; en
gelukkig heeft het tot dusver aan dit vertrouwen niet
ontbroken. Dit brengt evenwel mede, dat zelfs hij,
die door practische hemoeiingen met de technische
bijzonderheden van een dergeljken index op de hoogte
is, voor dezelfde moeilijkheden staat ten opzichte van
andee cijfers, door andere instellingen geproduceerd.
Daardoor moet een onderzoek als dit dan ook be-
perlct blijven tot eenigd opmerkingefl naar aanleiding
van wat de publicaties der twee gemeenten zelf te
zien geven. En daartoe alleen. Andere beschouwingen,
zooals de vraag van Prof. van Gijn omtrent het aan-
tal winkels in den Haag en omtrent het wijduiteen-
bouwen van die stad, zijn voor de oplossing van het
vraagstuk veel te algemeen. Wij weten uit het in 1929
gehouden onderzoek naar de prijsvorming in het krui-
dcniersbedrij.f te ‘s-Gravenhage, dat de toestand in
dit
bedrijf
verre van schitterend is, en dat dit ver-
band houdt met het bestaan van een veel te groot
aantal verkoopgelegenheded. Maar ook te Amsterdam
is er waaracht.ig aan winkels van alles en nog wat
geen gebrek, en ook daar is het wijduiteenbouwcn
van den nieuwen stadsaanleg waar te nemen. Het dis-
trihutiestelsel zal in den Haag wel niet z66 radicaal
anders zijn dan te Amsterdam, dat de grootere lasten,
welke het daardoor op de verbruikers zou leggen, als
voldoende verklaring kunnen gelden voor het ver-
schil in de indexcijfers der kosten van het levens-
onderhoud. Dit stelsel en deze lasten zijn nu. eenmaal
eigen aan onzen tijd en aan onze samenleving. Plaat-
selijke verschillen kunnen ongetwijfeld voorkomen;
doch dit zal dan het geval zijn voor de bevrediging
van bepaalde behoeften, en ook hiervoor moeten de
gespccifieeerde gegevens uit de publicaties eventueel
een aanwijzing verschaffen.
:[ndien men nu de betreffende publicaties nagaat,
dan vindt men, dat voor verschillende onieideelen van
het budget het verloop der indexcijfers niets bijzon-
ders te zien geeft, geen noemenswaardig verschil tus-
schen den Haag en Amsterdam. Dit is o.a. het geval
met brood, kaas, eieren, waarvan de prjsbeweging in
cle laatste jaren in beide steden dus nogal parallel
loopt.
Voor andere rubrieken daarentegen is er verschil.
Zoo is er te Amsterdam een grootere daling waar te
nemen dan te ‘s-Gravenhage bij kleeding, brandstof,
huisraad, vetten, groenten, visch.
Het valt trouwens op, wat hijv. groenten en visch betreft, dat deze artikelen, waarvan de prijzen sterk
aan den invloed van de wisseling der jaargetijden
onderhevig zijn, in de Ainsterdamsche statistiek in
overeenstemming daarmee soms vrij sterke schomme-
lingen vertoonen, meer schommelingen en grootere
dan in de Haagsche. Wat de oorzaak daarvan kan zijn,
met name of de heoordeeling der soorten en kwali.-
teiten, die hij de samenstelling der statistiek worden
gebruikt, hierop invloed kan hebben gehad, is natuur-
lijk niet zonder meer te zeggen. De behandeling van
deze artikelen laat vanzelf meer ruimte open ‘voor de
speling van eigen opvattingen en subjectieve mee-
ningen dan met andere rubrieken gebeuren kan, hijv.
met vleesch of kruidenierswaren, waarvan de kwa-
liteiten (en de firma’s, die de prijsnoteeringen ver-
schaffen), wanneer zij eenmaal zijn vastgesteld, ge-
makkelijker kunnen worden aangehouden. Een voor-
beeld daarvan kan evenwel worden vermeld. Van
Maart op Juni. 1929 geeft de Amsterdamsche statis-
tiek voor aardappelen een stijging aan, onder den in-
vloed van de nieuwe aardappelen, welke in laatstge-
)
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
265
noemde maand naast de nog verkrijgbare oude aan
de markt komen en waarvan de prijzen, zooals men
w.eet, hooger zijn. De betreffende kwartaalpublicatie
van ‘s-Gravenhage zegt echter: ,,De prijs van de
aardappelen – de oude bleven ditmaal tengevolge van den overvloedigen oogst 1928 nog de geheele maand
verkrijgbaar – was bijzonder laag: de gemiddelde
prijs van klei-aarclapelen bedroeg in 3uni 1920 6 cent
per KO-. en in Juni 1928 16 cent”. Waaruit men mag
besluitec, dat den Haag op grond van de .genoemde
overvloedigheid, in Juni 1929 de nieuwe aardappelen,
zelfs de goedkoopere kwaliteiten daarvan, die toch
ook door cle arbeiders gekocht worden, buiten beschon-
%ring heeft gelaten. Het gevolg is d.an ook, dat, waar
te Amsterdam de eenheidsuitgave per week van 30 cents in Maart verhoogd wordt op 34 cents in Juni,
in den Haag in dezelfde periode een vermindering
plaats heeft van 32 4 op 22 cents, en dat verder deze
vermindering met bijna 10 centen ook de totale uit-
gaven voor het geheele budget naar beneden drukt,
waaruit voor deze maand het indexcijfer
18.1
(1921.
= 100) is af geleid. Ware het bedrag voor Maart ja
Juni bijv. niet verminderd, ware het alleen maar on-
gewijzigd gebleven, dan had het indexcijfer alleen
reeds uit dien hoof cie 19.5 bedragen en was de daling
voor het totaal van Juni 1929 op December 1930 niet
geweest het door cie Heeren Van Genechten en Van
Gijn aangehaalde 3.6 pOt., doch 4.5 pOt.
Nu wil daarmee niet gezegd zijn, dat het geheele
verschil tusschen den Haag en Amsterdam behalve
aan het verschil in de intensiteit van de dalingsbe-weging van eerstgenoemde rubrieken, aan deze en
andere soortgelijke hijzonder]:ieden van de interne
technische bewerking zouden kunnen toegeschreven
worden. Hierboven nam ik aan, dat plaatselijke om-
standigheden niet alleen gewicht in de schaal kun-
nen leggen bij de prijsvorming van sommige artike-
len, maar door de eigenaardigheden, die zij in som-
mige takken van handel brengen, de prijsvorming
zelfs in meer of minder sterke mate kunnen bepalen.
Dat melk te Amsterdam in het laatste kwartaal 1930
verlaagd is en in den Haag ongewijzigd bleef, heeft
men bij de beschouwing van het vraagstuk to aanvaar-
den; opmerkelijk is alleen, dat dit artikel te Amster-
dam den gebruiker toen goedkooper kwam dan bij
den aanvang van 1929, en dat daarentegen de Haag-
sche ingezetene hiervoor meer had uit te geven. Even-
zoo dat vleesch, hetwelk te Amsterdam een zelfde ver-
loop heeft als melk, in den Haag van September op
December 1930 minder in prijs gedaald is dan in eerst-
genoemde stad, en dat zelfs met deze daling de post
er op het einde van 1930 een grootere uitgave veroor-
zaakt dan twee jaar vroeger. Misschien kan do inrich-
ting van den melk- en van ‘den vleeschhandel hier-
voor verklaring geven. Omgekeerd vertoont de post
liuishuur volgens de Haagsche cijfers een grootere
‘stijging dan volgens de andere, mede als gevolg van
de omstandigheid, dat het statistisch bureau aldaar
elke drie maanden door een steekproef de wijzigin,gen
in het huurpeil nagaat, terwijl Amsterdam dit slechts
eenmaal per jar doet.
Bij dit alles komt de belasting,
waar
an
de druk
de laatste jaren is verminderd, en die in den Haag wél
en te Amsterdam niet wordt meegerekend, in eerstge-
noemde gemeente nog tot de algemeene verlaging bij-
dragen. Werd zij ook in ‘de Eaagsche statistiek buiten beschouwing gelaten, ‘dan zou deze van Juni 1929 op
December 1930 nog een geringere daling vetoonen
clan thans en wel 3.4 pOt, in plaats van 3.6 pOt.
Zoo zijn bij het vraagstuk alle onderdeelen afzon-
derlijk te ‘beschouwen; het is een complex van ‘detail-
punten en de bestudeering er van kan niet anders dan
detailwerk zijn. Het bovenstaande blijft beperkt tot
enkele grepen. Zij mogen evenwel volstaan om aan te
too.nen, dat ook deze materie tenslotte ingewikkelder dan zij op het eerste gezicht misschien wel lijkt.
Dr.
R.
CLAEYS.
DE STIJGING VAN RUSLAND’S PRODUCTIE EN
UITVOER, ALS TEGENHANGER VAN DE
DEPRESSIE, SPECIAAL IN WEST-EUROPA.
II (Slot).
Thans laat ik dan eenige officiëele Russische ge-
gevens volgen, die met meer dan gewoon voorbehoud moeten worden bezien. Allereei-st de begrooting voor
1931 en het ook door de:n Heer Bierens de Haan over-
genomen overzicht van de The Economist, aangevuld
met een resumé van het besluit van ‘het Oentraal Uit-
voerencle Oomité der U.S.S.R, in haai- derde zitting
genomen.
De roebel is, zooals hij cle Russische comptabiliteit
gebruikelijk, aangenomen op de prjsbasis van 1926/
’27, zijnde
f
1.25. Do bedrijfsboekh’oudingen berusten
op deze basis en aangezien dc levensbehoeften der ar-
beiders tegen onveranderde
prijzen
worden gedistri-
bueerd, heeft de vier- j ‘vijfvoudige prijsstijging op
de vrije markt (“oor sommige artikelen veel meer)
alleen invloed op de reëele waarde van dat deel der
bonen, dat buiten de distributie om moet worden be-
steed en op het inkomen van hen, die geheel of ten
deele van de distributie zijn uitgesloten (koelakken,
renten:i.ers, particuliere werkgevers en handelaren,
priesters, enz.).
Een behooi-lijice hedrjfscalculatie wordt er in elk
geval wel door bevorderd. Een algemeene resultaten-
re]cen.ing over vorige jaren tegenover de eveneens
opgenomen begrooting (voor 1931) heb ik niet kun-
nen vinden; evenmin balansen en winst- en verlies-
rekeningen van de bedrijven of afschrijvingspercen-
tages.
Hoezeer ‘dit een jn:iste heoordeeling onmogelijk
maakt, men moet wel in aanmerking nemen, dat de
productiebegrootingen van het vijfjarenplan in het
algemeen zijn overschreden al zijn de later vastgestel-
de ,,contrôlecijfers” (jaarbegrootingen) hier en daar
niet gehaald. Deze jaarbegrootingen zijn ,,planning
schemes” of a.h.s’. veldtochtsplannen voor het ,,eco-
nomische bedrijfsfront”, min of meer in details ter
uitvoering opgedragen aan voor hun onderdeel ver-
antwoordelijke leiders.
Enkele financiëele bladen namen m.i. ten oiirechte
systematisch speciaal de tekortkomingen op, voor een
groot deel door de Sovjetorganen zelf geconstateerd.
Wél kan een belangrijke factor zijn een eventueele
misoogst in het overigens zeer uitgebreide landbouw-
gebied.
Het ,,Finanzplan” voor 1931 ziet er als volgt uit:
Begrooting (financieringsplan) in rnilliocnen roebels.
Inkomsten.
Inkomsten collectieve en Staatsbedrijven ……….
13.393
Belastingen ………………………………
11.278
waarvan omzet belasting’ coöperaties ccl. ……..
9.250
Verzekeringsorganisaties ……………………
2.664
Inkomsten uit de bevolking ………………….
3.881
waarvan staatsleeu ingen …………………….
1.300
spaargelden.. ………………………
400
Inkomsten van arbeiclersorganisaties ………….
400
Diversen …………………………………
302
31.918
Uit gaven.
Bedrijven
(1928/’9 ca. 10.000) ………………..
21.099
waarvan Industrie …………………………
7.991
Electrifjcatie ………………………
865
Landbouw …………………………
4.785
Handel
.
………………………….
‘
2.708
Transport en verkeerswezeji …………
3.310
Commuuale bedrijven ……………….
815
Sociale en Cultureele bemoeiïngen ……………
5.785
Verdediging en marine ……………………..
1.310
Bestuursorganen …………………………..
696
Reservefonds ……………………………..
430
Aflossing op leeningeii ……………………..
382
Staatsverzekeringen ………………………..
286
Diversen …………………………………
430
Oiroorzieii resp. algemeene Reserve …………..
1.500
31.-J13
266
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Maart
1931
,,The Economist” gaf de volgende details (hier eenigszins aangevuld):
Ruasische productiecijfera. (The Economist).
Artikel Maatstaf
192811929 192911930
!
aar
2e jaar in
0
/0
van
het le.
1931
3e Jaar;
•aar
ie
2e
Jaarplan
1)
Resultaat
Jaarplan
1)
Steenkool
……………………..
1000
tons
38.400
45.700
133 119
83.600
Ijzererts
………………………
1000
,,
7.270
10.250
147
141
16.100
Gietijzer ……………………….
10(10
,,
4.026
4969
137 124
8.000
Staal
…………………………
1000
,,
4.720
5.554
134 118
8.800
Olie …………………………..
1000
,,
13.555
17.083
118
126
25.500
Landbouwmachines ……………….
Miii.
roebei8
2
)
202.4
312.9
184 155
760.-
Totaal
,,
………………
Miii.
,,
)
1.413
2.101
144 149
2.483
Katoenverwerking
……………….
1000
tons
347
299
112
86
410
Wol ………………………….
1000
,,
52 63
3)
121
5)
Katoenen goederen ………………
Miii.
meter
2.830 2.414
111
85
8)
Wollen
goederen
…………………
MIII.
,,
115 125 116 108
8)
Electriciteit
……………………
Mill.
kwts.
8)
2.9
3)
8)
4,5
Cement
……
……………………
1000
tons
2.181
2.989
151
136
35 miii. vaten Zuren
…………………………
1000
,,
360
485
152 135
3)
Superfosfaat ……………………
1000
,,
182 377
225
207
1.112
Huiden
…………………………
1000
stuks
15.920
20.072
114
125
8)
Baksteen
………………………
MIII.
11
4.824
Houten balken en planken
……….
Miii.
M
30.5
Papier………………………….
1000
tons
545
._.2
Schoenen
………………………
MilI.
paar
84.6
)
Overeenkomstig het ,,herziene” plan.
2)
Waarde over
alle jaren
berekend
volgens de
prijzen in .1926/1927.
8)
Cijfers, welke hier niet beschikbaar
zijn.
Deze details vindt men terug in de volgende ,,con-
trôlecijfers” voor
1931.
Na vastgesteld te hebben, dat het jaarplan
1930 op
enkele punten niet volledig is uitgevoerd, maar dat
de begrootingen van het vijfjarenplan voor de eerste
2
jaar, speciaal in de kolen-, ijzer- en staalindustrie,
zijn overschreden, dat de collectivisatie van den land-
bouw in deze 2 jaren het vijfjarenplan reeds heeft
overtroffen en dat de vervulling van het vijfjarènplan
in
4
jaren verzekerd is, besluit de Oentrale Uitvoeren-
de Raad voor
1931
(met wegiatingen uit het Duitsch
vertaald):
Industrie.
lo. De productie van de staatsindustrie in zijn
geheel zal die van
1930
met
45
pOt. moeten over-
tref f en, van welke verhooging
42
pOt. betreffen de
productiemiddelenindustrie (industrie A.), onder lei-
ding van den Oppersten Economischen Raad, en
57
pOt. de voornamelijk consumptie-artikelen producee-
rende industrie (industrie
B.)
onder leiding van het
Volkscommissariaat voor verzorging. De totale pro-
ductiestijging van. industrid A. moet
58
pOt., die van
industrie
B.
29 pOt. bedragen.
2o.
De volgende productieopdrachten worden ver-
strekt. (Zie hierboven: overzicht
II, laatste kolom).
3o.
Aan den Oppersten Economischen Raad wordt
opdracht gegeven om in
1931
de exploitatie van min-
stens
15
van de
27
in aanbouw zijnde kolenmijnen en verder minstens
20
van de
32
in herbouw zijnde ko-
lenmijnen te verzekeren. De nieuwe mijnen moeten
minstens
15.5
millioen ton steenkool leveren, waar-
van
7
millioen ton in het Don-bekken, alwaar min-
stens 80 pOt. mechanisch moet worden gedolven. Er volgen dan analoge bepalingen voer de hoogovenbe-
drijven.
4o.
De normen voor het verbruik van brandstoffen
cii metaal, geldig voor
1930,
moeten
15
pOt. verlaagd
worden.
5o.
Voor industrie A. wordt de toename van de daar
werkzame arbeiders op 10 pOt. gesteld; het totaal
aantal op
2.7
millioen. Voor industrie
B.
(consumptie-
artikelen) wordt de vermeerdering in aantal arbei-
ders op 16 pOt. vastgesteld. De Opperste Economische
Raad, het verzorgingscommissariaat en het arbeids-
commissariaat dienen voor het ontslaan van overbo-
digen en voor doelmatige verdeeling der arbeids-
krachten te zorgen.
6o. De bonen worden vergeleken met
1.930
met
6 pOt. verhoogd. Den bedrijfsorganisaties wordt ver-
boden meer aan loon uit te geven dan de daarvoor
bestemde bedragen.
Electrifica.tie.
De stroomopwekking moet per ulto.
1931
tot
12.7
milliard
K.W.U.
tegenover 8.8 milliard
K.W.U.
per
ulto.
1930
worden opgevoerd.
Landbouw (c.f.
invloed
weersomsa.ndiqheden).
Voor
1931
moet de totale bebouwde oppervlakte
voor alle cultures (winter- en zomerzaaitijd)
143 mii-
lioen H.A. bedragen, waarvan 111. millioen H.A. gra-
Voor wat den kleinen landbouw betreft ontieen ik aan andere Sovjetbronnen:
Bebouwde oppervlakte in 1000 H.A.
Collect.
Afzonderlijke
Totaal
Staatsbedrijven
bedrijven
boerenbedrijven
1928
1929
1930
1931
1930
1931
1930
1931
Suikerbieten ………..
796
783
281.6
280
438.4
817
388.2
320
Katoen …………….
93
1036
63.3
200 .
591.2
1430
870.5
615
Vlas ………………
1729
2001
20.7
78
462.1
940
1755.1
1632
Hennep ……………..965
872
1.9
20
127.2
300
620.8
600
Totaal
1930
1931
1108.2
1417
1525.0
2225
2237.9
2650
549.7
920
Suikerbieten ……….
Katoen ……………..
Viasvezef ……………
Hennepvezel ……….
Oliezaden …………..
daarvan Zonnebioemen..
Tabak …………….
Opbreng
Bruto productie
1929
1930
1931
6250
15830
22390
890
–
2050
350
.
530
470
– –
540
3090
–
6430
1760
2120
3330
30
60
120
sten in miliioenen 1
pCt. der stijging
1930
1931
15330
41.40
53.00
–
27.90
–
34.30
–
67.20
–
57.10
10000
93.30
LG.
Voor de markt besch
1929
1930
1931
5160
15730 . 21790
820
–
2090
240
–
420
140
–
250
–
5210
8050
-.
2920
30
60
120
Lkbaar
pCt. der stijging
1930
1931
16140
42.10
–
56.60
–
53.40
–
77.40
–
88.10
–
71.60
9930
95.80
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
267
nen; technische cultures 13.5 millioen H.A., waarvan
1.41 millioen H.A. bieten, 2.1 millioen H.A. vlas
(lange vezel).
Contrôle-
1928f 9 1929/’30
cijfers
’31
Bebouwde oppervi. iu miii.
H.A. 118
127.8
143
waarvan collectieve bedrjven
43.4
66
waarvan staatsbedrijven
4.8
9.5
Graauopbrengst in miii. ton . .
71.7
86.5
1
)
97
Ter beschikking van de collectieve- en staatsland-
bouwbedrijven (graan, katoen, suikerbieten, vlas) wor-
den gesteld in den vorm van de volgende productie-
middelen Rb. 4.185.000.000 (prijsbasis 1926/’27):
Tractors 1.199.000 P.K. (56.000 stuks).
Diverse landbouwmachines ter waarde van
Rh. 160.000.000.
Kunstmest: 1.53.000 Lou stikstofmest: 220.000 ton
kali; •oplosbare fosfaten 1.204.000 ton; Thomas slak-
kenmeel 1.50.000 ton en kalk voor 500.000 H.A.
Het aantal tractorstations, dat de tractors met ploe-
gen en zaai- en oogstmachines ter beschikking van de
collectieVe- en s,taatslandbouwbedrijven stelt op zeer
interessante (,,kapitalistische”) voorwaarden, wordt tot
1400 uitgebreid met een tractorcapaciteit van 980.000
P.K. Aan ‘het Volkscommissari.aat voor den landbouw wordt opdracht gegeven bijzondere aandacht te wijden
aan de rationeele organisatie van het wèrk i.n de col-
lectieve bedrijven eu’de maximale belasting van de
mechanische en menschelijke arbeidskracht om te ver-krijgen een intensieve bedrijfsleiding (enz.), zooclat de
collectieve bedrijven (Oolchozy) modelhoerderijen wor-
den. (Staatsbedrijven (Sovchozy) zijn eik 30.000 tot
160.000 H.A. groot; enkele nog grooter).
Verder volgen bepalingen voor het opvoeren
van
de veestapels der Veetrusts.
Eind Fehrnari wordt geklaagd over gbrek aan
ondercieelen. De groote tractorenfabriek in Stalingrad
heeft de productie na enkele dagen moeten staken.
Verkeer en Transport.
–
De korting op de transporttarieven wegens daling
vnn eigen kostprijs moet op minstens 9 pOt. van
(let!
kostprijs 1.930 worden vastgesteld.
Totaal aantal arbeiders 962.000 man.
Totaal goederen vervoer 330 millioen ton. 1929f1930
235 millioen ton.
Gezien het feit, dat een reconstructieplan voor het
spoorwegvervoer ontbreekt, moet worden voorgesteld,
binnen 2 maanden een project over de principes en
organisatie daarvan over te leggen; dit plan behoort
rekening te houden met het plan voor de nieuwe aan-
schaffingen en met de ontwikkeling van het vervoer
te water. (In Februari is een Amerikaansche deskun-
dige met 1.54 ingenieurs aangesteld).
Arbeid.
Hieromtrent is besloten: ,,Als gevolg van de voor
1931 opgezette ontwikkeling van het
bedrijfsleven
en
de ,,cultureele werkzaainheid” wordt het aantal arbei.-
ders en beambten voor 1931 gesteld op 16 milliocn
tegen 14 millioen in 1930.”
,,De enorm toegenomen behoefte aan geschoolde
arbeidskrachten maakt de systematische scholing en
verdeeling daarvan, de strijd tegen overbodige arbei-
ders en het vaak wisselen van hedijf tot een zeer
bijzonder belangrijke taak. Een speciaal enquête-rap-
port over de maatregelen, waardoor de behoefte aan
werkkrachten verzekerd wordt, dient binnen 1 maand
te worden ingediend.”
Een verordening van 15 December 1930 bepaalt
nader: Geschoolde (gequalificeerde) arbeiders mogen
naar andere bedrijven worden overgeplaatst voor het
geval zij in hun bestaande functie geen werkzaamhe-den hebben, die met hun capaciteiten overeenkomen.
Bijzondere gunsten worden toegekend aan arbeiders
en vaklui, die bij het werk uitblinken, een leidende
rol spelen bij de organisatie van socialen productie-
wedijver in en tusschen bedrijven en in de keurtroe-
1)
Voor een
zeer
‘belangrijk deel verbouwd op teeltcon-
tracten.
pen van arbeiders (,,stormtroepen”, die de productie-
normen in zekere branches opvoeren), en aan hen,
die meerdere jâren bij hetzelfde bedrijf werkzaam zijn
of uitvindingen en voorstellen betreffende rationali-
satie van den arbeid hebben gedaan (betere wonin-
gen, hooger onderwijs voor kinderen, studiereizen in
het buitenland).
Voor den landbouw zijn weer op een andere plaats
o.a. de volgende bepalingen gemaakt:
T-let werk wordt individueel, per groep of per bri-
gade gewaardeerd. Als basis gelden arbeidsnormen,
clie door het collectieve bedrijf moeten worden afge-
meten naar de quantitatief en qualitatief bereikte
‘beste resultaten in socialen
productie-wedijver,
vol-
gens de prestaties van keurtroep-brigades. De ter ver-
deeling bestemde 15 pOt. van den oogst wordt uit-
sluitend verdeeld volgens in arbeidstijd gemeten quali-
te.it en quantiteit aan arbeid. De leiders en de keur-
troepen krijgen geen vast loon, maar deelen in de op-brengst en inkomsten op basis van hun arbeidsdagen.
Het gewone werk is in 4 rubrieken verdeeld: lichte,
middel, en zware arbeid en gequalificeerd werk (trac-
torchauffeurs, monteurs, e.d.); vocil’ de omrekening
bestaan tabellen, die elken arbeider bekend moeten
zijn. Bovendien worden ook hier premies uitgeloofd
in geld, industrie-artikelen, bevordering, studiepre-
mie, e.d. Bezoekers aan Rusland verzekerden mij,
dat stukloon, waarvoor de keurtroepnormen blijkbaar
als basis dienen, veel wordt toegepast, dat er althans
in enkele fabrieken vlot gewerkt werd, dat de ge-
schoolde arbeid zeer schaarsch is en dat – dit is
een bekende algemeenheid – speciaal de jongeren
enthousiaster voor het volvoeren van het plan ijveren
dan de ouderen.
De volgende Russische cijfers betreffende petroleum zijn
interessant:
Jaar
Productie Boringen Binnenland Export
in 1000 tons resp. meter
1913
………
9.215,9
269,8
6.060,0
947,7
1922123
5.275,5
69,8
3.597,5
309,8
1.923/’24
…..
6.040,7
123,7
3.456,0
723,8
1924/
1
25
7.059,7
184,0
4.569,7
1.302,3
1925f 26
8.318,5
290,3
5.402,2
1.473,1
1926/’27
…..
10.360,0
374,8
5.905,0
2.038,3
1927128
…..
11.590,0
350,1
6.770,0
2.739,6
1928/
1
29
…..
13.593,5
445,7
7.774,6
3.562,3
1929
f
30
…..
17.205,6
581,0
10.105,8
4.516,3
Jaarplan
1931
stelt den export op
31
pCt. van de pro-
ductie.
Productie in 1000 vat.
1930
1929
1928
Ver. Staten …….
902.000 1.007.323 901.474
Venezuela, ………
137.500
137.472 105.749
Rusland ………..
136.000
99.507
84.704
(volgens den bekenden deskundige Dr. Mautner).
Ha.ndel met het buitenland.
i)
Bij de beschouwing dezer cijfers moet worden in
aanmerking genomen, dat de waardeering der goe-
deren door de Sovjetdouane (op c.i.f. of f.o.b. waar-de) onbekend is, waardoor overeenstemming met de
correspondeerende invoerlanden niet is te consta-
teeren. Dergelijke afwijkingen doen zich ook tusschen
de cijfers van andere landen, buy. Duitschland en
Engeland, voor.
Volgens de Fransche douanestatistiek is de
Fransch-Russische handelsbalans veel
ongunstiger
voor Frankrijk
dan de
Sovjet-cijfers
aangeven.
Dit is
ook met Engeland en Duitschiand het geval.
De Sov-
jets hebben de aankoopen in Frankrijk, vergeleken
met andere landen, beperkt; zij laten nooit na bij officiëel en officjeus contact met buitenlandsche
staats- en harudelsorganisaties op onderlingen wedijver
te speculeeren. Zoo is begin van dit jaar vanuit
Moskou instructie gegeven om tegenover de groote
graaninvoeren in Nederland te trachten daar ook
industrie-orders te plaatsen, ,,in het belang van de
Nederlandsche industrie”. De regeling der credieten
blijft daarbij het groote bezwaar (scheepsbouw).
1)
Grootendeels volgens Sovjet-statistieken.
268
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Maart 1931
Geregeld worden cle bestellingen in de
V. S.,
Du.itsch-
land en Engeland in vergelij]cende totaalcijfers ge-
publiceerci; voor :Duitschlancl worden ‘de geplaatste
orders maa.ncleli:jks specifiek opgegeven; om een voor-
beeld uit de zeer vele te noemen tusschen 15 en
31
Januari zijn o.a. bij een fabriek in het Rijnland be-
steld ,,Steil.röhrkessel mit je
1.500 11
0
.
lleizfliicho und
31
atm.
Betriebsdru,ck für das :Iraftverk Sujowka im Werte von mehr als
2
Milli.onen Mark”.
Deze cijfers worden. van Duitsche zijde tot nu toe
niet tegengesproken; wei wordt door betrokkenen be-
weerd, ‘dat de winst zeer gering is (disconto á forfait
22-25
pOt.) en door de Russen, dat de prijzen te hoog
zijn o.a. omdat de grondstoffen en de bonen op de
wereldmarkt meer clan in Dui.tsehland zijn gedaald.
In zclôvejre hebben dus de statistieken van clan uit-en invoer zeer waarschijnlijk wdi waarde, dat de oor-
zaak der verschillen niet in de hoeveelheden, maar in
de waardeering is gelegen. Een tegenbewijs zou ook
in het oog der Russisc.he ,,Haiadelsvertretungen.” tegen-
over het buitenland een al .te eigenaardig effect maken.
De volgende cijfers, opgemaakt uit de douane-sta-
tistieken van Sôvjet-Rusland, geven een beeld van
dcii buitenlandschen handel (:in Rh.
1000 á f 1.25).
Gemiddeld
1929130
1909/13 mci.
in
Ol
o
van
Totaalcijfers
Polen en
1929129
1929130
1925129
Randstaten
van 1909/13
Invoer naar Rusland
(160 millioen
mw.)
1.139000 836.303 1.068.742
127,8
Uitvoer uitRusland 1.501.000 877.596 1.002.270
114,0
Omzet …………2.640.000 1.713.899 2.071.012
121,1
Saldo ……….+ 382.000 + 41.293 -86.472
Ter vergelijking:
Duitsehland163 millioen
mw.)
Invoer (in Mk. 2000) …….5.196.000 6717.000
Uitvoer
(mcl.
reparatiele-
veringen) …………..6.018.000 6.741.000
Naar artikelen.
Invoer.
Levensmiddelen…………72.091
92.873
Grondstoffen en halifabrik
455.867 412.827
Levende dieren …………11.012
13.817
Gereed fabrikaat ……….297.333
549.425
Totaal …………..836.303 1.068.742
Uitvoer.
Levensmiddelen…………215.689
274.284
Grondstoffen en haiffabrik
559.267 625.431
Levende dieren …………3.291
1.004
Gereed fabrikaat ……….99.349
101.551
Totaal …………..877.590 1.002.270
Wat de hoeveelheden hetref t steeg de uitvoer in
1929/1030
met circa
50
pOt., naar waarde niet slechts
14 pOt.
111.
In- en uitvoer van eis naar enkele landen (in 1000 Rbl.)
1928f’29
1929/’30
Uitvoer Invoer
Uitvoer Invoer
Duitsclltnd …….208.537 188.465
214.254 234.389
Engeland ……….192.503
44.338
238.158
78.95
Prankrijk ……….43.139
30.425 .
44.716
32.255
Italië …………..30.1.56
8.225
47.266
10.305
Letland …………69.994
15.312
70.083
14.907
Ver. Staten. …….
.38.469 152.925
44.580 280.360
Nederland
.
. ………
26.200
:1.800
. 34.300
3.800
De voige.ode hestellingcijfers zijn nog van belang:
Rnssisohe bestellingen
Oct.fSept. Oct./Sept. Oct./Sept.
(door handeisvertegeuwoor-
1927f8
1928/’9
19291’30
digingen in 🙂
inill.
11h. miii. Rb. mill. :ab.
Duitschlancl ……………..:199
195
229
Ver. Staten ………………-
208
281.
:Iougelancl ……………….98
99
153
:Ii’i’ankrijk ………………..49
47
56
Italië …………………..-
8
:1.3
557
732
Oostenrijk ………………ontbreekt
9.6
Besteld zijn ‘oor een groot deel machines tractors,
eombines, complete installaties. Voor werktuigmachi-
ties wordt in :Duitsohland
12-18
maanden, voor an-
dere mach:i.nes en installaties tot
24
maanden, voor
schepen
3-4
jaar crediet verkregen; in andere landen
naar dezelfdé basis.
Schepiiuitvoer volgens 1)uitsehe u itvoerstatistiek.
(in inill. Rmk.)
1927
1928
1929
1930. (niet volledig)
0.74
6.65
10.03
8.5
Het belang der muehine-importen uit Do itschiand
blijkt uit het volgend Russische overzicht:
Rusland is niet Frankrijk Dui.tschland’s belangrijk-
ste afnemer voor machines; absoluut exporteijfer van
machines is volgens Dui,tsche gegevens niet gedaald.
Jan./Oct. 1929
Jan.fOct. 1930
Rusland ……….8 pOt.
12 pot.) van den totaleo
Frankrijk ……..10 ,,
13 ,, )
uitvoer
De Duitsehe export van andere artikelen naar Rus-
land daalde iii procenten.
Sovjetpuhlieaties wijzen op de toename van den
export van de groep levensmiddelen (granen) en
grondstoffen-halffahrikaten tegenover den uitvoer
van gereed fabrikaat, om te bewijzen, dat de verwijten
van een groeiende concurrentie op i nclustrieel gebied
van den kant der U.S.S.R. ongemoti.veercl zijn.
Bij den
invoer
i.s cie
stijging
van den post gereed fabrikaat van groot belang, aangezien dit grooten-
deels industrie-installaties zijn. De rubriek grondstof-
fen-halffabr,ilcaat vertegenwoordigt voor een belang-rijk deel metalen en ‘hoogovenfabrikaten.
Uitvoer van enkele voor ons land belangrijke artikelen van 1 September-1 October.
i%alenuer-
1929/30
1928129
1927128
jaar 1913
Artikel
-1
–
–
–
1000 ton
tons
1000 Rb.
tons
1000 Rb.
tons
1000 Rb.
resp.
mlllioen Rb.
922.962
61.099
1
0.1
111.339
11.480
3.329
323.145
12.924 370
27
114.934
10.119
646.5
795.658 32.589
–
–
4.937
395
3.926
Tarwe
1913
in
1000
tons
1)
……………….
Rogge
i
……………….
Haver
»
1)
133.789
5.506 458
38
36.704′
2.746
599.5
53.446
.
6.684
96.104
15.290
54.879
6.497
71.583 34.436
40.110 28.989 27.380 21.278
Gerst
.,
……………………
10.246
3.121
8.493
2.813
8.165
2.823
Erwten,
boonen,
linzen
………………………
Bacon
(
….
8.108
4.394
16.027 10.945
15.471
9.635
Eieren (kisten)
1913
zeer
belangrijk hooger
198.000
10.996
477.367 27.763
863.381
40.464
Vlas
………………………………………
Boter
J
9.981
10.809
27.764
33.713
32.854 39.158
3.484
83.069
3.527 109 116
.
3.422 119.323
Bont
en
vellen
………………………………
Gezaagd
hout ……………………………
2.767.665
91.839
2.090.669
77.472 1.328.519
53.526,
59.605 8.914 47.059
7.558
30.328
4.646
Hennep
…………………………………….
Fineerhout,
w.o.
triplex ………………………
Ander
hout…………………………….
4.529.372
78.003
2.628.215
52.124
1.627.945
35.735
165
108.260
27.345
124.481
35.183
133.098
34.167
27
7.027 1.978
25.739
7.194
10.838
3.685
336.029
21.585
229.387 20.300
191.252
16.780.
Suiker
………………………………….
Zonnebloemolie
……………………………..
21.710
1.866
10.513
1.135
10.937
2.117
Lijn- en andere oliezaadkoeken
………………
Stijfselproducten
…………………………….
874.518
15.199
899.969
19.059
498.882
13.752
,
14.5
Mangaanerts
……………………………..
Naphtaproducten
………………………..
4.554.863
157.323
3.642.114
132.614
2.782.749
107.021
50
1)
Bij
1913 vergeleken
wordt meer binnenlands
verbruikt;
de inlcoopprijzen
(staatsmonopolie)
zijn
thans
namelijk
relatief laag.
18. Maart
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
269
:De achteruitgang bij den
uitvoer
van vee, zuivel-
producten en andere voedingsmiddelen vindt zijn ver-
klaring in de gevolgen van de al te voortvarende uit-
voering van de collectivisatie begin 1930. De plaatse-
lijke Sovjets hebben toen vele middeigroote en groo-
tere boeren willen dwingen hun levend en dood beslag in de ,,Kolchozen” in te brengen, met gevolg, dat deze
hun vee slachtten. Stalin heeft daaraan door de be-
kende oekase een eind gemaakt. Sindsdien moet de
toevioed naar •dè ,,Kolchozen” sterk aangegroeid zijn
door de beschikhaarstelling van machines voor de
iolchozen en de lage inkoopprijzen van het graan,
dat voor een deel door de staatsfarms zeer goedkoop aan de Graantrusts en de Staatscoöperaties moet zijn
geleverd. Grootsche plannen zijn opgezet om runderen
cii
varkens in het groot te fokken en om het daarvoor
benoodigde veevoer te verbouwen. De moeilijkheden
zijn daar ongetwijfeld veel grooter.
Door het voorgaande hoop ik in elk geval bijge-
dragen te hebben tot het doel, dat ik mij had gesteld.
In verband met het bezoek aan Rusland van diverse
vooraanstaande Duitsche .i.ndustrieeien, die zich zake-
lijk blijkbaar voldoende voor het ,,experiment” inte-resseeren om hun tijd er voor beschikbaar te stellen,
zou het zeer interessant zijn een parallel te trekken
tusschen de Russische ,,Staatswirtschaft” en de Duit-
.sche ,,Zwa.ngswirtschaft”. Want met alle verschil
gelden voor Duitschland zeer vele van. de tegen het
Ru.ssische stelsel ingebrachte economische, bureau-cratische en politieke bezwaren niet minder; en toch
neemt Duitschland als exportland een eerste plaats
in. Als industrie- resp. grondstoffenland vullen zij
elkaar aan. 0.
DE RIJKSMIDDELEN.
In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der
Rijksmiddelen
over
de maand Februari 1931, afzonderlijk en vereenigd
met die der eerste maand van 1931, in vergelijking
gebracht met de raming van dat jaar en de opbrengst
over dezelfde •tijdvakken van 1930.
De gewone middelen brachten in cie afgeloopen
maand
f
34.518.900 op tegen
f
39.851.100 in Februari
1.930 en vertoonen mitsdien een achteruitgang van
f
5.272.200. De totale opbrengst bleef voorts bij de
r.ami.ng
een bedrag van f4.579.100 ten achter.
De totaal-opbrengst over cle eerste twee maanden
van dit jaar bedroeg f11.834.700, d.i. f6.413.000
mirfder dan in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar.
Ook de raming werd in genoemde periode niet be-
reikt; de opbrengst was nl. f481.400 lager.
in vergelijking met de overeenkomstige maand van
het vorig jaar vertoonen alleen de dividend- en tan-
timebelasting, de wijn-, de gedistilleerd- en de tabak-
accijns en de domeinen, wegen en vaarten een hooger
obreu.gstcijfer. Daarentegen brachten minder op de
grondbelasting, de personeele belasting, de inkomsten-
belasting, de vermogensbelasting, de rechten op den
invoer, het statistiekrecht, de zout-, de geslacht-, de bier- en de
su’ikeraccijns,
de belasting op gouden en
zilveren werken, de rechten en boeten van zegel, de
rechten en boeten van registratie, de rechten en boe-
ten van successie, van overgang bij overlijden en van
schenking en de loodagelden. Uit een en ander blijkt,
dat de economische crisis gevoelig voor de schatkist liegi.nt door te werken. Vrijwel over de geheele linie
valt een vermindering in opbrengstcijfer te consta-
teeren. Ook op zichzelf beschouwd was de opbrengst
der afgeloopen maand ongunstig. Een ontvangst van
ruim
f
34.5 millioen is zelfs voor de kortste maand
van het jaar gering. Men moet .tot Februari 1925
teiuggaan, om een dergelijke lage ontvangst te vin-
den. En dit ongunstig resultaat was waarlijk niet te
wijten aan de gron’dbelasting en de personeele belas-ting, welke, zooals bekend, voortaan grootendeels aan
de gemeenten ten goede zullen komen; immers, indien
men deze beide belastingen buiten ‘beschouwing laat,
blijkt, dat de overige middelen
f
5.390.800 minder dan
1112 der raming hebben opgebracht.
De grondbelasting .leverde nog f 661.900 voor de
schatkist op, of f 132.300 minder dan in Februari
1930. Weliswaar komt, te beginnen met het belasting-
jaar 1931 nog slechts een vierde van de opbrengst ten
bate van de Rijksmiddelen, doch het nieuwe belasting-
jaar heeft nog slechts weinig opgebracht. Gerekend
over twee maanden werd in het loopende jaar
f
142.200 minder ontvangen dan in het voorafgaan-
de. Van de voor 1931 geraamde f 5.800.000 kwam
reeds
f
3.884.500 binnen. Hieraan is het dan ook toe
te schrijven, dat de raming in de eerste 2 maanden
met f 2.911.800 werd overschreden, hetgeen echter een geheel verkeerde voorstelling omtrent den loop
van dit middel wekt.
Wat de personeele belasting betreft valt een over-
eenkomstig verschijnsel op te merken. Met ingang van
het ‘helastin’gjaar 1931 wordt deze belasting geheven
ten bate van de gemeenten. De vroegere belasting-jaren hebben evenwel in de afgeloopen maand nog
f 083.100 opgeleverd, welke dus aan het Rijk ten
goede komen. Gerekend over 2 maanden werd voor
het Rijk nog
f
4.284.500 ontvangen, d.i.
f
54.200 meer
dan in de maanden Januari en Februari van het
vorige jaar en f 84.500 méér dan het geheele voor
1931 geraamde bedrag. In de volgende maanden is
echter nog maar weinig uit de oude belastingjaren te
verwachten. De raming werd, gerekend over twee
maanden, met f 3.584.500 overtroffen, doch het zal nu wel duidelijk zijn, dat aan dit
cijfer
geen beteeke-
nis mag worden gehech t.
De inkomstenbelasting vertoonde, vergeleken met
dezelfde maand van het vorige jaar, een teruggang
van
f
309.700. Daarentegen werd de raming over-troffen (met
f
07.000), doch de eerste maanden van
het jaar zijn voor deze belasting gunstig. Wèl moet
hierbij worden bedacht, dat de voor 1931 geraamde
opbreugst
f
5.000.000 hooger is gesteld dan voor 1930.
Gerekend over twee maanden viel een daling van
f 801.200 ten opzichte van ‘dezelfde maanden van liet
vorige jaar waar te nemen, terwijl ‘boven 2112 der
raming een ‘surplus van
f
022.400 kon worden ge-
boekt. Bij
vergelijking
van de ontvangsten over de
eerste twee maanden van 1930 en 1931 blijkt voorts,
dat de geïnde bedragen als volgt over de verschillende
dienst.j aren kunnen worden verdeeld:
Jai. en Febr. 1930 Jan. en Febr. 1931
1927/1928
…………f
97.700
–
192811929
………..
.,
580.500
f
111.600
192911930
………….
15.212.000
,.
533.500
193011931
..,…..,.
–
..
14.443.900
f
15.890.200
f
15.089.000
De malaise doet zich blijkbaar ook reeds bij ‘de in-
komstenbelasting ‘gevoelen, zij het nog in beperkte
mate. Daar de aanslagen op in het verleden genoten
inkomsten berusten, is de terugsiag der huidige con-
junctuurw.isseling voornamelijk in de toekomst te
verwachten.
Ook de vermogensbelasting deelde in dan algemee-
nen teruggang. In de afgeloopen maand kwam
f42.200 minder binnen dan in cle overeenkomstige
maand van 1030. Voorts dekten de ontvangst en de
gemiddelde maandraming elkander vrijwel (op-
brengst
f 100
honger). Gerekend over twee maanden
wees de vermogensbelasting een teruggang aan van
f
1.34.800; daarentegen werd het evenredig deel der
rami.ng
met
f
43.00 overschreden. Ook hier dus een
iniinking, waarvan nog niet geen mogelijkheid. kan
worden voorspeld, in hoeverre zij verder zal door-
werken.
De dividend.-
cii
tantiènie’belasting vertoonde een
accres, zij het tot het luttel bedrag van f 200. Deze
stijging weegt niet op tegen de daling, die in de
maand Januari was waar te nemen. Gerekend over
twee maanden is in 1931 dan ook reeds een achter-
270
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Maart 1931
stand ontstaan van
f 11.800.
Een vergelijking met de
raming biedt een nog veel ongunstiger beeld; het
nadeelig verschil over twee maanden bedraagt ni. niet
minder dan
f1.646.300.
Hierbij-moet echter niet uit
het oog worden verloren, dat de groote bedragen
eerst in het bidden van het jaar binnenkomen. Voors-
hands valt op den loop van dit middel nog geen
peil te trekken.
Nog slechter staat het ervoo:t met cle invoerrechten,
die vergeleken met Februari
1930
met
f 855.400
terugliepen. Ook op zichzelf ‘beschouwd waren de in-
komsten niet hoog, ul.
f 899.400
minder dan de ge-
middelde maandraming. Gerekend over twee maan-den bedroeg de teruggangf
1.282.600
ten aanzien van de opbrengst der beide gelijknamige maanden van het vorige jaar en
f 1.507.700
ten opzichte van de raming.
De malaise en de daarmede samenhangende waarde-
vermindering van onzen buitenlandschen export
komen bij dezen mi.ddelenpost sterk tot uitdrukking.
Hetzelfde geldt voor het statistiekrecht, dat in de
afgeloopen maand
f89.200
minder opbracht, terwijl
de ontvangsten
f 110.600
beneden de raming bleven.
Gerekend over twee maanden beliep dê teruggang
respectievelijk
f 169.800
en
f 186.700.
De
accijnzen
vertoonden een onderling verschillend
beeld. De zoutaccijus gaf opnieuw een daling in op-
brengst, thans van
j
39.200.
Ook de gemiddelde
maandraming werd niet gehaald (nadeelig verschil
f 17.400).
Aan den anderen kant moet niet worden
vergeten, dat de ontvangsten in de eerste maanden
van
1930
buitengewoon hoog waren en dat met het
oog hierop de voor
1931
geraamde opbrengst
f 500.000
hdoger is gesteld.
Bijzonder
sterk was de
daling,’ die de geslachtaccijns te zien gaf (van
f 280.300).
In de laatste tien jaren werd alleen in
Februari
1922
een dergelijk laag ophrengstcijfer ver-
kregen. De vermeerderde in voer van buitenlandsch
gekoeld vleesch, waarvan wel invoerrecht, doch geen
accijns wordt betaald, is hier de aanwijsbare oorzaak;
daarnaast vormen de lagere prijzen van binnenlaudsch
slachtvee een factor van beteekenis. De wijnaccijns
leverde een surplus van f8.300,
waardoor de terug-
gang in de vorige maand weer voor ongeveer ‘de helft
werd goedgemaakt; overigens zijn de ‘beide eerste
maanden van elk kwartaal voor dit middel van weinig belang. De gedistilleerdaccijns vertoonde een stijging
in opbrengst van
f 287.900,
welke meevaller te dan-
ken is aan de met 1 Februari jl. in werking getreden
verhooging van den accijns van
f 180
tot
f 200
per
H.L.; bovendien wordt de verhooging nagevorderd
voor het gedistilleerd, dat op gemeld tijdstip in op-
slagplaatsen aanwezig was. De hieraccijns bracht
f112.400
minder op; nog grooter was het na’deelig
verschil ten opzichte van de raming
(f413.400).
Toch
werd het laagtepunt van Januari jI. weer met onge-
veer f 10.000 overschreden. Ook de suikeraccijns
bracht minder op; het decres ‘beliep
f 547.500,
terwijl
in’ vergelijking met de gemiddelde maandraming een
nadeelig verschil van niet minder dan
f 721.700
was
te constateeren. De voordeelige maanden zijn voor
dezen
accijns
blijkbaar afgeloopen; ‘of het voor
1931
geraamde opbrengstcijfer van
f
53.400.000
(f 5.600.000
hooger dan voor
1930
werd aangenomen) zal worden bereikt, mag vooralsnog worden betwijfeld. Tenslotte
de
tabakaccijns,
die ook’ ditmaal niet teleurstelde,
doch een surplus (van
f 40.600)
voor de schatkist op-
leverde. De reeds gedurende eenige jaren waar te
nemen stijging, gevolg van een toenemend gebruik
van rookart.ikelen, in het
bijzonder
van sigaretten,
houdt nog steeds aan. Toch weid de gemiddelde
maandraming ditmaal niet geheel bereikt (opbrengst
.f
111.600
minder). Eene vergelijking van de opbreng-
sten der
accijnzen
over de eerste twee maanden van
1031
met die van
1930
en met de raming leidt tot het
volgende resultaat:
Opbr. 2 m. 1930 Opbr. 2 m. 1931 Raming 2 m. 1931
Zout …….
f 437.800
f
368.900
f 383.300
Geslacht …. ,,
2.034.000
•,, 1.445.900
2.050.000
Wijn …….,,
76.900
,,
69.100
433.300
Gedistilleerd
.
5.980.300
6.525.500
.. 6.166.700
Bier ……….
2.199.700
1.896.500
., 2.733.300
Suiker
.,
8.541.000
,. 8.187.700
,,8.900.000
Tabak ……
4.897.800
,, 5.113.300
,, 4.833.300
De belasting op gouden cii zilveren werken lèverde
j’
18.100
minder op; over
2
muanden ‘bedroeg de terug-gang
f 35.000.
De middelen, die meer in direct verband staan met
het zakenleven, vermindercien sterk in opbrengst. De
zegelrechteii liep&n terug met
f 400.700,
waarvan het
grootste deel
(f 281.500)
aan ccii trager vloeien .der
heurbelasting was toe te schrijven. Maar vooral de
registratie-rechten vertoonen een treurig beeld. Van
f
3.720.700
(een overigens ahnormaal hoog opbrengst-
cijfer) in Februari
1930
daalden zij thans tot
f 1.258.600.
Ook de raming werd bij lange na niet
bereikt (opbrengst
f 958.100
minder). Nog duidelijker
blijkt de economische depressie uit het volgende
staatje:
Opbr. 2 m. 1930 Opbr. 2 m, 1931 Raming 2 rn. 1931
Zegelrechteii
. f 4.649.100
f 4.1.46.300
f 4.500.000
Registratie-
rechteu …
5.994.800
2.602.300
4.433.300
De successierechten daalden met
f 255.800
en b1-
ven ook beneden
1112
der raming (met
f 667.000).
Gerekend over twee maanden werd in het loopende
jaar, dank zij de ruime baten in Januari ji.
f 632.400
meer geïnd dan in
1.930;
daarentegen kwam
f 564.400
minder binnen dan
211.2
der raming. Met een. verdere
daling moet ook bij dit middel rekening worden ge-
houden.
De domeinen verschaften
f 34.300
meer door bij-
zondere omstandigheden, terwijl de ioodsgelden
f
96.600
minder opleverden. De loop vaïi laatstge-
noemd middel blijft teleurstellen; gerekend over
2
maanden werd reeds
f107.200
minder ontvangen
clan in
1930
en
f
99.1.00
beneden het evenredig deel
der raming.
De inkomsten van het ,,Leeningfoncls
1914″
kwa-
men van
f
5.851.900 op
f
4.626.900.
Van iaatstgemeld
bedrag was
f
1.473.300
aan de Verdedigingsbelasting
te danken. Gerekend over twee maanden viel een
vermindering te bespeuren van
f 13.977.800
tot
f 10.514.500.
Aan zegelrechten van buitenlandsche
effecten werd in ‘dien tijd
f 29.500
meer ontvangen,
hetgeen op een meerderen invoer van buitenlandsche
fondsen wijst.
Voor het ,,Wegenfon’ds” kwam in de afgeloopen
maand
f 543.200
binnen tegen f497.400
in Februari
1930.
Van eerstgenoemd bedrag komt
f 531.700 op
rekening van de wegenbelasting, terwijl de rest of
f 11.500
wordt ‘bijgedragen door de rijwielbelasting.
In de eerste twee maanden kwam aan het Wegenfonds
ten ‘goede
f 1.115.900,
waarvan f
1.094.600
wegenbe-
lasting en
f
21.400
rijwieIbelasting. In het vorige
jaar bedroege:n cie beide laatstgenoemde opbrengsten
onderscheidenlijk
f 481.200
en
f
1,6.300.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
ONDERZOEK NAAR HET AMERIKAANSCHE
BANKWEZEN.
Enquete van de ,,Glass” commissie; bank- en
effectenspeculatie.
Prof. lii. Parker Willis te New-York schrijft ons:
Het meest opvallende feit, dat tot dusverre door de senaats-commissie voor het onderzoek van het bank-
wezen aan het licht is gebracht, betreft de tegenwoor-
dige positie van het Federal Reserve Systeem. De
vraag of het, zooals de ervaring van de laatste jaren
heeft geleerd, niet goed zou zijn om restricties
toe te passen op de leeningen, verstrekt door de Fe- deral Reserve Banken op onderpand van staatsobli-
gaties, is ernstig naar voren gebracht. Terwijl som-
mige personen, welke door de senaats-commissie zijn
gehoord, zich hebben uitgesproken iegen het opleggen
van een dergelijke restrictie, heeft toch de meerder-
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
271
heid maatregelen in dien ziti aanbevolen en hebben
sommigen het absolute verbod van leeningen van deze soort voorgesteld. Er is een bepaalde strooming, welke
zich heeft uitgesproken vobr het opnemen van leenin-
gen door ,,member banks” tegefi onderpad van ,,eli-
gible paper” (ander dan schatkistpapier) evenals
dat thans geschiedt, maar op voorwaarde dat de
rente 1 pOt. hooger zal zijn dan het gewone dis-
conto van de Federal Reserve Bauks voor dergelijke
leeningen. Nog een ander voorstel, dat is ingediend, behelst het verbod voor het opnemen van dergelijke
leeningen, maar met het toekennen van de macht aan
de Federal Reserve Board om, hetzij eenstemmig of
bij goedkeuring van niet minder dan 5 leden, het ver-
bod te schorsen, telkens wanneer zij dit noodzakelijk
achten.
Van het standpunt van algemeene bankpolitiek is
tot dusverre het meest belangwekkende punt van het
onderzoek de positie van de z.g. ,,security affiliates” of
emissiehuizen. Het onderzoek heeft aan het licht ge-
bracht, dat practisch elk van de groote banken van
het land een of meer van dergelijke ,,security. af f i-
liates” ‘bezit. Tot de transacties, welke door deze in-
stellingen veelvuldig worden gedaan, behooren:
transacties in de aandeelen van de bank zelf, met het doel om de koersen op peil te houden en het koo-pen door beleggers op hooge koersen te vergemakke-
lijken;
het koopen en verhandelen van aandeelen, die in de open markt worden gekocht en daarna aan de
cliënten van de bank worden verkocht op prolongatie,
die de bank zelf verleent;
het koopen en inschrijven (underwriting) op
groote emissies, waarvan sommige door de bank zelf
worden overgenomen door haar ,,trust department”,
hetzij voor speciale trustfondsen of voor algemeene
beleggings- (holding-) doeleinden;
het leenen van groote bedragen van de hoofd-
bank met het doel om ,,pooi” transacties in effecten
te verrichten (vooral ten
tijde
van de paniek in 1929).
Als geneesmiddelen heeft men in de eerste plaats
aanbevolen, dat de ,,security affiliates” geheel zul-
len worden afgeschaft, verder, dat zij onder officiëel
toezicht moeten komen en dat hun portefeuilles ge-
publiceerd moeten worden, en tenslotte dat haar het
doen van bepaalde transacties geheel zou worden ver-
boden, zooals bijv. speculatie in de aandeelen van de
moederbank, en dat zij slechts tot een beperkt bedrag
van de moederhauk zouden mogen leenen.
* *
*
Bijna even belangrijk ‘zijn de onthullingen geweest
met betrekking tot het onderzoek •van het huidige
credietsysteem. De Federal Reserve Bank of New-
York had geen idee van den gevaarlijken toestand
van de Bank of the United States tot ongeveer een
maand voor de débacle plaats vond; en de voorzitter
van de Federal Reserve Bank verklaart, dat de bank’
zelden meer dan één employé aan de nationale of
staatsinspecteurs meegeef t bij hun onderzoek, dat van
tijd tot tijd bij de banken plaatsvindt.
Zoowel de Oomptroller of the Ourrency als de Su-perintendent of Bauks of the State of New-York ver-
klaarden, dat het eenige effectieve middel, dat zij in
de hand hebben om slechte bankpractijken tegen te
gaan – het sluiten van slecht geleide instellingen –
een te strenge straf is om te gebruiken tegen’ het
groote aantal practijken, die verbetering eischeii. In
plaats hiervan bevelen beiden het toekennen van vol-
machten, aan de inspecteerende autoriteiten aan om
bankdircteuren te ontslaan, die zich schuldig hebben
gemaakt aan ongewenschte.practijken of die de maat-regelen, door deze autoriteiten aanbevolen, negeeren.
Een ander middel, .dat ‘door den superintendent of
Banks of the State of New-York is voorgesteld, is
om de fusie van banken, waarvan er een op het punt van
faillissement staat of zich in een gevaarlijke positie
bevindt, onder dwang door te voeren, zonder te wach-
ten op het bekendmaken van het besluit aan aandeel-
houders en op het verkrijgen van hun toestemming.
Van groot belang zijn de feiten, die gedurende d
,,hearings” zijn onthuld betreffende het beheeren van
trustfondsen, waarop zeer zeker critiek kan worden
uitgeoefend. De overtuiging wint meer en meer veld,
dat dergelijke belangen, die het beheeren van per-
soon’lijke trustfondsen betreffen, in het geheel niet in
handen van handelsbanken behooren te zijn. Dat het
een fout was van de Federal Reserve wet om haar
deze macht te verleenen, wordt thans algemeen toe-
gegeven en de vraag is, hoe men uit den tegenwoordi-
gen toestand kan geraken. De Heer Owen D. Young
heeft het voorstel gedaan, dat slechts de nationale
banken de ‘bevoegdheid zullen hebben om de functie
van depositoban.k uit te oefenen en dat alleen aan de
staatsbanken de bevoegdheid zal worden toegekend
voor het beheeren van trustfondsen, terwijl de functie van het uitgeven van effecten en de promotorsfunctie
aan geen van beiden zal toekomen, maar zal worden
verleend aan speciaal georganiseerde onafhankelijke
financieringsm aatschappijen. Dit voorstel, hoe logisch
het ook is, wordt door velen als te idealistisch be-
schouwd of als niet politiek uitvoerbaar in den tegen-
woordigen tijd.
* *
*
Gedurende de geheele ‘discussie heeft op den voor-
grond gestaan het vraagstuk van het verstrekken
van leeningen, op onderpand van effecten, door alle
soorten van banken voor kennelijk speculatieve doel-
einden. Dat deze leeningen abnormaal zijn toegeno-
men en dat zij bezig zijn het oudere type van handels-
papier te vervangen, wordt algemeen toegegeven. Zij
zijn in strijd met het liquido karakter van de activa
van alle banken, en ‘ook met dat van de Federal Reser-
ve Banken wegens het feit, dat de laatsten gewoon-
lijk leeningen verstrekken aan de ,,member banks”,
die zich op groote schaal met effectentransacties
OC-
cupeeren. Dit vraagstuk is speciaal acuut in verband
met den huidigen toestand van de spaardeposito’s.
Volgens de Federal Reserve wet was voor dergelijke
deposito’s een lagere dekkings’basis van slechts 3 pOt.
vereischt, terwijl de banken het recht hadden om de
betaling aan de spaardepositohouders uit te stellen,
ingeval deze te dringend om terugbetaling vroegen.
In het algemeen hebben de banken bijna nooit gebruik
gemaakt van dit uitstel, omdat, indien zij dit deden,
deze maatregel beschouwd zou worden als een aanwij-
zing, dat er iets niet in orde was, hetgeen dan waar-
schijnlijk een run op de bank zou veroorzaken. De
spaardepositohouders zijn echter niet op een speciale
wijze beschermd en staan op één lijn met de deposito-
houders, die direct hun geld kunnen terugvragen, met
het gevolg, dat zij steeds aan het kortste eind trek-
ken. Bij haar faillissement had de Bank of the United
States een grooter bedrag aan spaar- dan aan dadelijk
opvraagbare deposito’s, aangezien deze laatsten in de
dagen, voorafgaande aan het uitspreken van haar
faillissement, tengevolge van het trekken van cheque’s
door middel van de clearinghuizen, waren vermin-
derd. Dit is dus een andere kant van het vraagstuk
van de liquidiit van de bankactiva en de recente
gebeurtenissen doen de wenschelijkheid naar voren
komen van het nemen van maatregelen om te ver-
hinderen, dat de bankportefeuilles steeds meer aan
liquiditeit inboeten, of met andere woorden om weer-
stand te bieden aan de sterke tendens, die zij den laat-
sten tijd hebben getoond om te ,,bevriezen”. Hoe een
dergelijk resultaat effectief kan worden verkregen,
zonder de banken in haar werkzaamheden te belem-
meren, en hoe de spaardepositohouders beschermd
kunnen worden (anders dan de handelsbanken te ver-
bieden dergelijke deposito’s te houden) is, zooals al-gemeen wordt erkend, één van de moeilijkste vraag-
stukken van de hervorming van het bankwezen van
den tegenwoordigen tijd.
272
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Maart 1931
DE WERELDUITVOER VAN ELECTRO-TECHNISCHE
ARTIKELEN IN 1930.
De 1-leer A. Friedrieh te Berlijn schrijft ons:
Onder de exportlanden van electro-technische arti-
kelen neemt ook heden nog Duitsehianci de eerste
plaats in, zij het weliswaar niet zoo onbestreden als v6r den oorlog, toen 46 pCt. van den werelduitvoer
alleen van
Duitschla:nd
afkomstig was. Uit de volgen-
de, door het ,,Zeiitraiverbanci der deutsehen elektro-
techiï.i schen industrie” bereken cie cijfers blijkt cluide-
lijk cle concurrentie, clie zich J.n. de internat:ionale
electriciteitsindustrie in de laatste jaren tussehen de
vièr voornaamste landen heeft afgespeeld:
Uitvoer iii Mill. R.M.
:Duitschlai:id Ver. Staten Gr.-i3rittannië Nederland
1913
….
330.6
112.4
157.4
12.0
1925 . . .
366.5
354.6
356.5
53.7
1926
406.2
399.1.
395.3
49.7
1927 . . . .
441.2
417.5
383.8
70.2
1928 . . . .
536.1
448.2
377.3
105.8
1929 . – . .
638.6
607.4
402.3
211.4
In tegenstelling tot de vôöroorlogsche periode was
het aandeel van de drie belangrijkste landen in den
werelduitvoer iii 1925 ongeveer even groot; dat van
Duitschland bedroeg 25.3 pOt., dat van 1e Vereenigde
Staten 24.0 pOt. en dat van Groot-Brittannië 251
pOt. Tot het jaar 1920 kon het Duitsche en Amen-
kaansche aandeel nog iets toenemen (Duitschland 27.8 pOt., Veneenigde Staten 26.5 pOt.), terwijl tengevolge
van cie stagnatie van den uitvoer van Grot-Bnittan-
niö het aandeel van dit land tot 11.6 daalde. Het aan-
deel van Nederland in den wereldhandel steeg in de-
zelfde periode van 3.8 tot 9.2 pOt.
Tengevolge van de omvangrijke icapitaaldeelname
van Arnenikaansche eleetriciteits- en. financienings-
groepen in cie Latijn9ch-Amenilcaarische en Oost-Az.ia-
tische electriciteitsondeniemi.ngeri en in verband met
de vèrstrelckende overeenkomsten met de groote Euro-
peesche eleetnieiteitsco.ncerns tot verdeeling van de
markten, heeft cle Amen kaansche cicctni citeitsindas-
.tnie er op gerekend, dat zij haan belangrijke stij-
ging van den uitvoer in liet jaar 1929 oolc in 1930
zou icannen voortzéf.ten en daardoor de eerste plaats
onder de uitvoerlanden zou. innemen. De gang van
zaken was echter, hoofdzakelijk in verband met de
wereldcnisis, geheel anders. Alle ‘.ier genoemde lan-den geven voor het jaar 1.930 een teruggang van den
uitvoer van electro-technische artikelen te zien;
Duitschland naar (ie absolute waarde gerekend de
lcieinste, de Vereenigde Staten de grootste daling.
De
.Duitsche
uitvoer van electro-technische artilce-
len nam van R.M. 638.6 millioen in 1.920 af . tot
R.M. 629.5 millioen in 1930. Voor den
Amerikaan-
,schen
uitvoer zijn thans nog geen definitieve cijfers
beschikbaar, maar de gegevens over de eerste elf
maanden van 1.030 geven den ingetreden achteruit-
gang reeds zeer duidelijk aan. In deze periode be-
droeg de Amenikaansche uitvoer nog slechts $ 121.07
millioen tegenover $ 1.36.92 millioen in de eerste elf
maanden van 1920. Dat beteekent een daling van
R.M. 66.6 millioen, zoodat voor het geheele jaar met
een vermindering van ongeveer R.M. 70 millioen of
12 pOt. kan worden gerekend
1).
De
Britsche
uitvoer daalde in 1030 og iets beneden
die van 1.928 nI. tot £ 18.26 millioen in 1030 tegenover
£ 18.32 niillioen in 1.928 en £ 19.51 miUioen. in 1.929
2)
Ook de
Nederla,rudsche
u:itvoer heeft een zeer aanzien-
iijlcen achteruitgang geboekt. De uitvoer van dec-
triselie gloeilampen daalde van
f
27.82 millioen tot
.f
22.92 millioen, die van radio-artikelen van
f
81.46
millioen tot
f
66.33 millioen. Deze daling is gedeel-
telijk toe te schrijven aan de verplaatsing van de
productie van de Nedenlandsche bedrijven van Philips
naar bui tenlanidsehe dochtermaatschappijen.
Ondanks de crisis is het echter twee landen gelukt
1)
Commerce Reports
1931 blz. 237.
l Electnical Review 13d.
1.08, blz. 163.
ook in 1930 hun uitvoer van electro-technische arti-
kelen te vergrooten. :De
Fransche
uitvoer steeg in het eerste halfjaar van 1.930 tot R.M. 43.7 millioen ver-
geleken met R.M. 34.3 millioen in dezelfde periode
van 1029. Franlcnijk heeft in 1.929 met een totaalcijfer
van R.M. 76.7 millioen in den wenelduitvoer cle vijfde
laats ingenomen. Op de zesde plaats stond met
R.M. 71.3 millioen
Zweden.
dat volgens de nog niet geheel volledige berichten in 1930 zijn uitvoer met
10 pOt. heeft Icunnen doen toenemen.
De oorzaken voon de zoo verschillende uitwerk:ing
van. cle crisis op den omvang van den uitvoer van
electro-technische artikelen zijn niet slechts in :finan-
ciëeie en technische kwaliteiten van de
bij
den
Uit
voer geïnteresseerde mi derneni i ngen te zoeken, maar
veel meen is in hooge mate de vraag beslissend, bij
ie
elke electro-technische artikelen
thans het zwaarte-
punt vati den uitvoer ligt en hoe de uitvoer
geogrcc-
fisch is
verdeeld. Wij zullen trachten op .deze vragen
een antwoord te geven, waarbij wij erop wijzen, dat in
verband, met de nog niet geheel beschikbare cijfers
over 1.930 eukele gegevens op het jaar 1929 betrek-
Icing hebben.
Duitsckland.
in 1029 gingen van den. Dui tschen uitvoer van
electro-technische artikelen n.iet minder dan 77.2 pOt..
naar
Europeesche landen.
In 1930 :is dit aandeel ver-
der •tot 79.7 pOt, gestegen. Voor deze markten is zelfs
een absolute vermeenciening van den uitvoer vast te
stellen, ni. van R.M. 492.3 millioen in 1929 tot
R.M. 501.9 millioen in 1.930. Natuurlijk heeft ooic
naar cle Europeesche markteir in geen geval over de geheel e linie een stijging piaatsgeonden. Tegenover de toeneming van den uitvoer naar West-Eïiropa (in
het bijzo:ncler België, Luxemburg en Frankrijk), naar
Deuemarkei, Zwitserland, eeruige Rancistaten en
Sowjet-Ruslaiicl, staat een daling naar andere landen.
Tat
den
overzeese hen
uitvoer van :Dui.tschla:ncl betreft,
zoo is de export naar Afrika van 10.8 tot 13.4 pOt.
gestegen, terwijl hi,j naar alle overige wereiddeelen met meer dan 10 pOt. is gedaald. Naar cle artikelen
toont cle Duitsche uitvoer in 1.930 een stijging hij
electrische machines, tnaiisfonmatonen enz. (van
R….90.8 tot R.ii:. 102 ni.illioen), hij radio-artikelen
(van R.M. 68.9 tot R.M. 78.2 millioen), bij icook- en verwarmi ngsapparaten (van R.M. 12.4 tot R.M. 12.9
m.i]lioen) en bij electrische kooi (van R.M. 15.2 tot
R.M. 15.0 millioen). Alle overige artikelen toonen
daarentegen een achteruitgang, die het geringste is
bij geïsoleerd draad en telegraaf- en telefoonappa-
raten.
Dititsclie uitvoer van electro.technische artikelen
in
MilI. R
….
1928
1929
1930 Electr.
machines en
transformatoren
83.7
90.8
1.02.0
Liehtmachines en aansteekapparaten
27.0
33.5
28.6
Acc:urnulatoren
………………….
I0.X
9.4
8.5 Kabels
………………………..
47.1.
59.6
55.4
Geïsoleerd
draad
voor
electro.techni-
sclie
doeleinden
……………….
27.6
34.6
32.5
GloeilampeiL
…………………..
34.7
38.2 35.2
Telegrafie
en
telefonie
…………..
28.1,
38.9 37.1
:Draadlooze telegra.fie cii
telefonie
. . .
49.3
68.9
78.2
Meet.
en
telapparaten
…………..
37.6
43.9
39.7
Geneeskunclige
instruiiienten
……..
21.7
25.2
23.6
Kook- en verwarmingsapparaten
9.8
1.2.4
.
12.9
Veiligheids. en signaaltoestellen
7.6
10.2 10.0
Apparaten voor verlichting en het over-
brengen
van
kracht
…………..
111.9
1.25.0
1.22.2
Elementen
en
batterijen
…………
1.2.3
14.8
13.5 Geïsoleerde
buizen
………………
2.4
3.2
2.8
Electrische
kool
………………….
13.5
15.2 15.9
Isolatoren
…………………….
6.3
8.4
6.7
Diversen
………………………
4.9
6.4
4.5
Groot-Brittannië.
• De reeds genoemde verniiudening van den Brit-
scheti uitvoer in 1.030 heeft niet hetreklcing’ op elec-trische machines, sehalcelaans en cliepzeekabels. De
grootste achteruitgang toonee anderzijds geïsoleerd
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
273
draad en kabels, zwakstroomdraad en -kabels, evenals
telegraaf- en telefoontoestellen.Wat de geografische
verdeeling van den Britschen uitvoer hetref t, zoo gin-
gen in de laatste jaren ongeveer 12-15 pOt. naar Europa, 60-65 pOt. naar Britsche
Dominions en
koloniën
en 20-25 pOt, naar overzeesche
niet-Bri-
.sche
gebieden. Meer clan 85 pOt. van den Br.itschen
uitvoer ging zoodoende naar landen buiten Europa,
d.w.z. naar die markten, wier koopkracht tengevolge van cle crisis sterker is gedaald dan die van de Euro-
peesche landen, in 1930 is echter het belang van de
Britsche electro-technische industrie bij de Europee-
sche markten reeds aanzienlijk toegenomen. Zoo toont
bijv. de uitvoer van Britsche electrische machines
naar Europeesche landen van 1928 tot 1.929 een stij-
ging van £ 1.09 tot 1.27 millioen, terwijl hij in 1930
£ 1.43 ntli.11.ioe.n bere:i.kte. Daarentegen is de uitvoer
van Britsche electrische machines naar Indië van
£ 1.51 in 1928 tot £ 1.07 millioen in 1.930 gedaald:
]3ritsche uitvoer van electro-technische artikelen in £•
Productiegroepen
1.928
.1929
1930
Electr. gereedschap en toe-
stellen (niet nader aan-
geduici)
…………..
2.542.210 3.224.345
3.015.851
Geïsoleerd draad en -]cabels
voor sterkstroom …..2.868.014 3.394.039 2.915.586
Gloeilanipen ………….
532.582
662.530
589.356
:Booglampen …………
21.041
25.398
20.918
Batterijen en accumtila-
toren ……………..
1.091.015
1.004.627
890.785
Meet- en telapparaten
378.351.
386.596
362.774
Electrische kool ………
.13.726
13.090
12.928
Schakelaars (geci zwak-
stroom)
…………..
72.S57
64.1.00
88.787
Electr. niachities (niet na-
der aangeduid) …….
3.784.417 3.763.1.70 3.871.849
Motoren
v.
trein en tram
475.191 293.801 182.473
Aiicïere motoren cii genera-
toren ……………..
2.43-2.652
2.290.570
2.280.154
Telegraaf- cii telefooncira-
den en -kabels ……..
355.418 1.118.179
827.616
Diepzeekabels (zwakstroom)
630.301
424.137
802.923 Telefoon- en te]egraaftoe- stellen en installaties
.
2.623.620 2.842.424 2.401.705
Totaal ….
18.321.395 19.507.006 18.263.705
Tiereenigde Staen
In 1929 ging van den Amenikaanschen uitvoer van
electro-technische artikelen ongeveer 20 pOt. naar
Europa, eveneens 20 pOt. naar de overige wereiddee-
len en bijna 60 pOt.. naar Noord-, Midden- en Zuid-
Amerika. Alleen Canada nam 30 pOt. van den ge-
heden Amerikaanschen export af. Men zal hij de
geografische vercieeling van den Amerikaanschen uit-
voer ongeveer de gelijke conclusies icunnen maken als
hij den Britschen uitvoer De door deze heide landen
met electro-technische producten verzorgde landen
zijn gebieden, die grondstoffen en landbouwproduc-ten leveren en clie dientengevolge het meest door cle
crisis zijn getroffen. Opmerkelijk :is, dat, voor zoover
ui.t de beschikbare gegevens de ontwilckeling is na
te gaan, ook cle uitvoer van electrische machines, die
wat Duitschlaud en Groot-Brittannië betreft, nog
een zeer gunstig beeld gaven, vrij ongunstig is ge-
weest.
* *
*
Een bijzonder interessant onderdeel van den we-
reidhandel is de uitvoer van radio-arjikclen.
Volgens
cle berekeningen van het ,,Zentralverhand der deut-
schen elektrotechnischen Industrie” bedroeg in 1929
de uitvoer van radio-artikelen van de zeven , oor-naamst6 landen in totaal R.M. 342.2 millioen. Het
aandeel in dit bedrag was voor
Nederland
137:4, voor
Duitschiand 68.9,
voor de
Vereenigde Staten
97.1,
voor
Groot-Brittannië
19.4, voor
Oostenrijk
8.0, voor
Frankrijk
7.9 en voor
Zweden
3.5 millioen R.M.
Reeds uit de bovengenoemde
cijfers
blijkt een aan-
zienlijke verandering van den export in den ioop van
1930, zonder dat echter in de voor 1929 geldende volg-
orde van de landen een verandering schijnt te zijn
gekomen.
Duitschland wist zijn uitvoer van radio-artikelen
oolc in 1930 te doen toenemen,
zij
het weliswaar
slechts niet 13.5 pOt., terwijl in de voorafgaande jaren
de procentueele stijging grooter is geweest. Oolc hier
moet erop worden gewezen, .dat bijna 90 pOt. van den
Duitschen uitvoer van rad:i.o-artikelen naar Euro-
peesche landen gaat. Overigens is parallel met den
gestegen uitvoer, de invoer van radio-artikelen van
Duitschland R.M. 11.7 tot R.M. 10.8 millioen gedaald.
Een aanzienlijke toeneming toont in het bijzonder de
uitvoer naar Groot-Brittannië, Zweden, . Zwitserland,
Frankrijk en België en Luxemburg, terwijl de uit-
voer naar Nederland van R.M. 10.5 tot R.M. 9.1
millioen is gedaald.
De Amerikaansche uitvoer van radio-artikelen
toont voor 1930 een geringeren teruggang dan het ge-
middelde van de overige electro-technische artikelen.
De uitvoerwaarde van deze groep bedroeg in de eerste
elf maanden van het jaar $ 20.58 millioen. Men kan
den uitvoer over het geheele afgeloopen jaar daarom
wel op R.M. 94-95 millioen schatten. Voor verge-
lijking zij vermeld, dat in de eerste elf maanden van
1929 de uitvoer van radio-artikelen van de Vereenigde
Staten $ 21.29 millioen heeft bedragen. Een daling
toont de uitvoer van zendtoestellen, luidsprekers en
onderdeelen, terwijl de uitvoer van ontvangtoestellen
iets is gestegen. In overeenstemming met de overige
verdeeling van den Amerikaanschen uitvoer van elec-
tro-technische artikelen werd ongeveer 213 van den
uitvoer van radio-artikelen ((oor Canada, Mexico en
cle Midden- en Zuid-Arnerikaansche staten opgenomen.
De Bnitsche uitvoer van radio-artikelen heeft in
1930 slechts een geringe vermindering van £ 1.177
tot 1.141 millioen ondergaan. De export naar Austra-
lië is gedaald van £ 139.000 tot £ 121.000, naar Neder-
land van £ 146.000 tot £ 114.000 en naar den lerschen
Vrijstaat van £ 64.000 tot £ 59.000, terwijl de uitvoer
naar Zuid-Afrika van 50.000 tot 91.000, naar Frank-
rijk van 45.000 tot 76.000 en naar Italië van 53.000
tot 87.000 £ is gestegen. Een interessant feit is, dat
de Britsche wecleruitvoer van radio-artikelen in 1930
buitengewoon is gestegen, ii]. van nauwelijks £ 58.000
tot £ 243.000, in de eerste plaats als een gevolg van
den grooteren handel in Nederlandsche artikelen.
* *
*
Voorzooverre men uit deze verschillende feiten con-
clusies kan trekken, kan er in de eerste plaats op
worden gewezen, dat de West-, Noord- en gedeeltelijk
ook Midden-Europeesche markten in 1930 nog tame-
lijk stabiel zijn gebleven. Aan het feit, dat Duitsch-
land juist deze markten op betrekkelijk groote schaal
van electro-technische artikelen voorziet, heeft onge-
twijfeld de Dui.tsche uitvoer in de eerste plaats zijn
gunstig verloop in het afgeloopen jaar te danken. De
betrekkelijk groote omvang van den export van elec-
trische machines kan men voor een groot deel
oeschrjven aan de uitvoering van orders, die nog
uit het jaar 1929 stammen. De sterker wordende na-
deelige invloed van de crisis, ook in de West-Euro-
peesche landen, met name in Frankrijk, zal daarom
voor de verdere ontwikkeling van den Duitschen uit-. voer van groot belang zijn. Bijzondere aandacht ver-
dient de hooge graad van concentratie van de electro-
technische productie, hij de beide groote Duitsche
concerns, Siemens en A.E.G. Bij heide is in 1930
(juister gesproken in het boekjaar 1929-1.930, dat
met 30 September afsluit) de waarde van den bui-
tenlandschen omzet in vergelijking met het vorige
hedrijfsjaar toegenomen. Daar de totale omzetcijfers
van beide concerns bekeild zijn, en de directie in haar
jaarverslag ongeveer het percentage van het buiten-
landsche aandeel heeft medegedeeld, is de waarde van
den buiteniandschen omzet eenigszins te schatten. Zij
steeg van 1928/29 tot 1929/’30 bij
Siemens Schuckert
van R.M. 215 tot R.M. 235 millioen, bij
Siemens en
274
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Maart 1931
Haiske
van R.M. 87 tot 98 millioen en bij de
A.E.G.
van R.M. 165-170 tot 175-180 millioen. Parallel
hiermede is de waarde van den binncnlandschen afzet
van deze maatschappijen gedaald. Tegenover een ver-
meerdering van het buitenlandsche aandeel van deze
drie concerns van R.M. 470 tot R.M. 510 milliocn
staat een achteruitgang van den binnenlandschen om-
zet van R.M. 960 tot R.M. 810 millioen. Het belang
van deze concerns bij de exportzaken is daarmede zeer
belangrijk toegenomen en haar aandeel in de totale waarde van den Duitschen export van electro-tech-
nische artikelen is natuurlijk in het afgeloopen jaar
zeer aanzienlijk gestegen.
Men kan aannemen, dat in de meeste overige lan-
den een gelijke stijging van het belang bij de export-
zaken is op te merken en dat het ook hier in de eerste
plaats de groote concerns zijn, die de hoofdrol bij
deze vermeerderde activiteit in het buitenland spelen. indien men daarom uit deze cijfers de conclusie trekt,
dat over het algemeen voor dit jaar een verscherping
van de internationale concurrentie op de wereidmark-
ten is te verwachten, dan mag men de verschillende
belangengemeenschappen, die tusschen een aantal van
de grootste electriciteitsconcerns bestaan, niet buiten
beschouwing laten. Reeds in den laatsten tijd vond
op het gebied van de zwakstroomtechniek meer-
malen een samenwerking tusschen tot dusver concur-
reerende groepen plaats, zooals bijv. tusschen Sie-
mens & Halske
A.-G.
en het Zweedsche concern
A. B. L. M. Ericsson. Indien de terugslag van de
crisis op den werelduitvoer van electro-technische artikelen mocht aanhouden, zal waarschijnlijk met
een verdere uitbreiding van de in de laatste jaren
aangeknoopte betrekkingen tusschen de groote sterk-
en zwakstroomconcerns gerekend moeten worden.
AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van scheepsvrachten.
,,The Economist” schrijft:
Als
een gevolg van de
ietwat grootere activiteit in •dc graanbevrachting,
welke te danken was aan een tijdelijk vastere tendens
van de tarwe- en maïsprijzen, steeg ons indexcijfer
voor scheepsvrachten gedurende Februari met bijna
1 pOt. De volgende tabel toont de jongste bewegingen
van de verschillende groep-indices:
Datum
cl,
‘
.
N
–
tm
o=,
>
•
i
Basis
(Gerniddeldev.
100
100
100 100 100 100 100
(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9 116,3
Febr.
1920
814,3 529,9
757,5 744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.
,,
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7
347,2 280,1
Dec.
1921
160,1 164,1
163,7
144,4
141,3 166,5
156,7
Dec.
1922
137,1
135,2 129,2 122,6
136,1
159,3
136,6 Dec.
1923
134,0
132,7 120,1
124,4 125,1
144,2
130,1
Dec.
1924 117,4
129,2 119,5 119,8 129,3
161,1
129,4
Dec.
1925
117,0
121,6
117,0
110,1
110,1
154,9 121,8
Dec.
1926
139,7
156,1
145,9
132,9
129,2
179,8
147,3
Dec.
1927 105,6 116,2
113,6
114,2
124,9
139,8
119,0
Dec.
1928
122,1
131,3
125,6 126.8 127,4
156,7 131,7
Dec.
1929
117,3
95,5
94,8
109,0
93,4
91,7
100,3
Febr.
1930
98,1
92,6
95,5 93,4
78,9 75,7
89,0
Maart
,,
96,3
87,7 91,9
94,2
77,8
79,2
87,9
April
,,
94,4
91,2
95,9
94,8
76,3
85,5
89,7
Mei
95,1
88,5 91,6 94,2 74,6
87,2 88,5
Juni
,,
91,3
85,2 90,7 95,7
74,6 90,8
88,1
Juli
86,3
89,6
94,6 102,8
78,3
93,5 90,8
Aug.
,,
86,7
9i,2
99,7
104,5
84,7
106,8 96,1
Sept.
,,
87,3
91,2
95,7 103,0
89,2
117,5
97,3
Oct.
,,
91,1
85,6
93,3
101,3
85,2
113,9
95,1
Nov.
,,
89,5 85,0 90,4 99,8 81,0
107,7
92,2
Dec.
,,
89,7 86,9
93,8
103,8
85,2
109,5
94,8
Januari1931
88,0
90,1 90,1
101,3
88,8
108,6
94,5
Februari ,,
87,1
93,4
94,8
96,9
90,9 108,6
95,2
De uitgaande kolenvrachten waren vast, met uit-
zondering van die met bestemming naar Zuid-Ameri-
ka; de verschepei-s naar Rio de Janeiro en Argen-
tinië konden van de reederijen kleine concessies be-
dingen. Van dc thuisvrachten was La Plata het meest
actief, doch er werden ook eenige schepen gecharterd
voor Australische tarwe, met name naar Shanghai.
De Europeesche ertsverschepingen waren kalm; de
Noord-Arnerikaansche markt had weinig aanbod, hoe-
wel de vrachten iets vaster waren; de Indische vraag
viel geheel weg. Er werden evenwel eenige ladingen
van de rijsthavens aangeboden. De veranderingen van
het indexcijfer van elke groep en sub-groep gedu-
rende de maand blijken uit de volgefide tabel, waarbij het cijfer 100 telkens de gemiddelde vracht gedurende
de periode 1898-1913 voorstelt:
+ of –
Golf van Biscaye; uitgaande vracht…
100,9 – 3,7
thuisvracht ……..
91,9
Middel!. Zee; uitgaande vracht …….
85,0 + 1,6
thuisvracht ………
87,8
– 3,8
9
Zuid-Amerika; uitgaande vracht ..
.
1
74,9
1
thuisvracht…….-
114,3
+ 9,0
Indië; uitgaande vracht .. …..
.
..
–
101,0
+
4,8
11
thuisvracht
…….-. …
.
… .-. .-
93,0
–
13,5
Het verre Oosten, enz. .. .. …….
+
2,1
Australi
…..
108,6
De volgende tabel toont ons
indexcijfer,
herleid tot
een gemiddelde voor 1913:
(1913
=
100)
– –
Maand
1928 1929
1930
1931
Januari
……
98,47
109,6
81,2 81,2
Februari ……..
.94,33
106,7
76,5
81,9
Maart … .. .-. …
93,17
102,6
75,5
April…..
.
… …
94,59
99,1 77,1
Mei
…….
. _
93,79
97,3
76,1
Juni
.
.-………..-
91,29
92,1
75,7
Juli
……
93,73
94,8
78,1
Augustus ..
.
..
98,17
96,1
82,6
September .-.
.
99,54
95,3
83,6 103,93
93,3
81,7
November
……..110,94
88,3 79,3
October……….
December ……..113,17
86,2
81,5
Jaar!, gemiddelde
98,8
96,8 79,1
INGEZONDEN STUKKEN.
ONVOLDOENDE GELDCIRCULATIE?
Prof. Gustav Oassel te Djursholm schrijft ons:
Naar aanleiding van het artikel vaii den Heer
0.
Schnabel, opgenomen in het nummer van 25 Fe-
bruari jl., veroonloof ik mij het volgende op te merken.
In de eerste plaats kan men uit dit artikel niet
opmaken, wat de Heer Schnabel onder ,,wereldprijs-
niveau” verstaat. Dat kan nauwelijks exact gedefi-
nieerd en in elk geval voor de betreffende periode
niet berekend worden. De geciteerde indexcijfers zijn
uit ,,The Statist” overgenomen en hebben dus op
Engelsche prijzen betrekking, dus op prijzen van één
land en wel van een land, dat in het begin van 1925
nog een papieren valuta had.
Verder wijst de Heer Schnabel op de gemiddelde
jaarcijfers, terwijl mijn berekeningen op het einde van
het jaar betrekking hebben. Indien men dit in aan-
merking neemt, zal men vinden, dat het indexcijfer
van ,,The Statist” voor December 1925 153 bedroeg,
terwijl het door den Heer S. aangegeven cijfer het
jaargemiddelde betrof. Daarmede komt men reeds van
160 op 153. Dat is ongeveer 5 pOt. meer dan het
theoretisch berekende cijfer. Een dergelijke afwijking
i.s wel zeer onbelangrijk.
De feiten wijzen er echter op, dat het prijsniveau
in 1925 door toevallige omstandigheden bijzonder hoog
was. Dit blijkt duidelijk in Engeland, waar het index-
cijfer van ,,The Statist” reeds een half jaar later tot
147 was gedaald en dus ongeveer op het niveau stond,
dat met mijn berekeningen zou overeenkomen.
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
275
De Heer Schnabel zegt, dat, indien mijn theorie
voor het jaar 1928 juist is, zij ‘dan ook voor 1925 moet
opgaan. Deze stelling kan ik niet onderschrijven. Ik
heb de berekeningen voor 1928 gemaakt, omdat des-
tijds een zekere stabiliteit in het economisch leven tot
stand was gekomen. Voor een jaar als 1925, waarin de
overgang tot den gouden standaard nog lang niet
overal had plaats gevonden, kan men liherhaupt geen
juiste overeenstemming tusschen •de theoretisch bere-
kende en de werkelijke cijfers verwachten. De practi-
sche conclusie, die ik uit mijn berekeningen heb ge-
troffen, blijft dus door de critiek van den Heer S.
volkomen onaangetast.
* *
*
N a s c h r i f t. ik heb de uitdrukking ,,Wereldprijs-
niveau” afwisselend gebruikt met ,,algemeen prijsni-veau”, welk woord ook door Professor Cassel in zijn
artikel wordt genoemd. Ik beschouw beide uitdruk-
kingen als synoniem. Wanneer derhalve het begrip
,,Wereldinclex” niet nauwkeurig kan worden gedef i-
nieerd, dan geldt hetzelfde voor de uitdrukking ,,al-
gemeen prijsniveau” en desondanks speelt deze laat-
ste uitdrukking niet alleen in Professor Cassel’s arti-
kel ,,Mangelhaf te Zahlu ugsmi ttelversorgung” een
groote rol, doch zij vormt het voornaamste object va
onderzoek van de gouddelegatie van den Volkenbond, tezamen met gouclvoorraad en geldcirculatie. De door
mij geciteerde indexcijfers zijn weliswaar die van de
,,Statist”, doch zij werden door
mij
ontleend aan tabel B van annex II van het voorloopig rapport der goud-
delegatie (L’of..e d’or comparée avec les prix des
denrées par M. Joseph Kitchin).
Bij
de samenstelling van mijn artikel heb ik mij tot taak gesteld het ‘hewij
te weerleggen, dat Professor Cassel getracht heeft te
leveren omtrent de overeenstemming tusschen den
krachtens zijn theorie berekenden prijsindex met het
werkelijke prijsniveau, en dit uitsluitend op grond
van zijn eigen methode van onderzoek en onder s-tren-
ge beperking tot het materiaal, dat aan
zijn
eigen onder-
zoek ten grondslag ligt (voorloopig bericht van de
Gouddelegatie van dein Volkenbond). Het spreekt
vanzelf, dat ik mij hierbij, teneinde het begrip ,,alge-
meen prijsniveau” in cijfers uit te drukken, van den-
zelf den index heb bediend, welke den grondslag vorm-
de van de drie artikelen, welke in het rapport der
Goucldelegatie zijn opgenomen. L’offre d’or comparée
avec les prix des clenrées par
M.
Joseph Kitchin;
L’offre d’or. Comparaison des calculs du professeur
Cassel et de M. Kitchin sur l’offre cl’or et les prix
des denrées par Sir Reginald Mant). Op blz. 82 van de Fransche uitgave van het goudrapport wordt na-drukkelijk vermeld, dat Professor Cassel van dezen
index hij zijn werk (l’offre d’or) gebruik heeft ge-
maakt.
Ten opzichte van de kritiek, dat ik jaargemiddel-
den zou hebben. gebruikt,
terwijl
Professor Cassel’s
berekeningen op cijfers van het einde van het jaar
betrekking hebben, zou ik willen opmerken, dat hier-
door geen verandering van principiëele beteekenis is
ontstaan. De cijfers veranderen dan slechts in zoo-
verre als voor .de periode 1925-1928 niet van een
daling van den prijsindex van 160 tot 141,8, doch van
153,4 tot 138,1 moet worden gesproken, terwijl op
grond van de theorie van Professor Cassel een stabiel
prijsniveau althans een lichte
stijging
van de prijzen
moest worden verwacht. De ‘tegenwerping van Pro-fessor Oassel, dat het prijsniveau van 1925, toevallig
bijzonder hoog was, accepteer ik zonder verdere dis-
cussie, temeer omdat mij het woord ,,toevallig’ reeds
een argument schijnt tegen de absolute juistheid -van
zijn ‘bewijsvoering. In ieder geval moet ik uit P6fds-
sor Oassel’s opmerking, dat het indexcijfer van de
,,Stat.ist” in Juni 1926 tot 147 was gedaald en der-
halve ongeveer zoo hoog was als met zijn berekeningen
overeenstemt, afleiden, dat hij voor dat tijdstip ook voor Engeland reeds normale monetaire toestanden
aanneemt, dat
hij
derhalve een invloed van de Engel-
sche ,,Papierwiihrungszeit” dan tot het verleden
rekent. Van 1926 af moest dus ook het Engelsche
prijsverloop overeenstemmen met
zijn
theoretische
berekeningen. Het Engelsche
prijsniveau
zou dan van
midden 1926 tot ongeveer midden 1929 tamelijk sta-biel moeten zijn gebleven. Nu geeft de ,,Statist” voor
midden 1929 de volgende indexcijfers: Mei 132,9; Juni 133; Juli 135,4; Augustus 134.
Van Juni 1926 af (voor welken. datum Oassel’s
theoretische index met de feiten overeenstemt) tot Juni 1929 kan dus in plaats van de door Cssel be-
rekende theoretische prijsstabiliteit een daling van
den Engelschen index van 146,9 tot 133 worden vast-
gesteld.
Professor Cassel heeft nu het jaar 1928 voor zijn
berekeningen gekozen, omdat toen een zekere stabili-
teit’tot stand was gekomen. In .dat jaar moest dus
het verband tusschen monetairen toestand en prijs-
vorming wel bijzonder duidelijk aan den dag treden.
Het komt mij daarentegen voor, dat juist het prijs-
verloop van 1928 zeer
belangrijke
afwijkingen tegen-
over cle op grond van den monetairen toestand te ver-
wachten prijzen aantoont. In dit verband laat ik een
tabel volgen, welke Sir Henry Strakosch heeft opge-
nomen in zijn als supplement bij de ,,Economist” van
5 Juni 1930 gepubliceerd memorandum ,,Gold and
the Price Level”:
1928
–
–
.2i2
0.
Q.
.
E.
o.z3
.E
.
Of.)
Z.
‘nn
OQ
E-Z.
–
0
F-
Last Wednesday of month
£
millions
141.5
1.261
98.7
78.4
288.0
465.1
141.5
1.228 98.5 79.1
287.5
465.1
143.5
1.128
98.2
79.2
289.5
466.9
Januari
…….
145.7
1.128
94.8 78.5
292.0
465.3
Februari
…….
146.7
1.168
89.6 79.8 293.7 463.1
Maart
………
April
……….
144.5
1.273 105.6 80.1
296.0
481.7
Mei
………..
141.9
1.377
106.8 79.8
295.1
481.7 139.4
1.375 95.3
79.2 296.9
471.4
Juni
………..
September
137.5 1.355
103.7
78.3
293.9
475.9
Juli
………..
Augustus …….
136.9
1.404
103.5
78.3 291.6
473.4
October ……….
136.9 1.453
99.6
367.0
466.6
November ……..
December …….
136.5
1.334
107.0 388.2
495.2
Uit deze tabel blijkt, dat, afgezien van de ge-
wone uitbreiding der geldmiddelencirculatie, tegen
het midden en het einde van het jaar de omvang van
de circulatie ongeveer stabiel gebleven is en deson-
danks zien wij in den tijd van Januari tot Mei een
stijging van den prijsindex van de ,,Economist” van
141.4 tot 146.7 en vn dien van de ,,Statist” van
142.2 tot 148.5. Het is een merkwaardig toeval, dat
juist op het tijdstip van de uitbreiding der geldmicl-
deloricirculatie een tamelijk krachtige val van de prij-zen begint, w’aardoor binnen enkele maanden de prijs-
index van de ,,Economist” van 146.7 tot 136.9 en die
van de ,,Statist” van 148.5 tot 137.4 daalt. Bov.endien
is het buiten kijf, dat de Engelsche productie in den
loop van 1928 in het gunstigste geval gelijk gebleven
is. Wanneer men het aantal werkloozen als maatstaf
neemt, is zij zelfs niet onbelangrijk achteruitgeloopen.
Daar echter Professor Oassel de juistheid van zijn
theorie in het bijzonder .afmeet. naar de koopkracht
van den dollar en van deze koopkracht voor het jaar
1928 opmerkt, dat zij practisch geheel beheerscht is
door de door hem besproken monetaire factoren, zou
ik niet willen nalaten erop te wijzen, dat ook de
Amerikaansche gegevens niet geschikt schijnen om de
bézwaren tegen Professor Cassel’s bewijsvoering uit
den weg te ruimen. Ik laat hier volgen een uittrek-
sel van een tabel voorkomende in het ,,Federal Re-
serve Bulletin” van Juli 1929 (zie blz. 276).
Hoewel ik niet kan inzien, waarom de daling van
het Amerikaansche prijsniveau resp. de krachtige
stijging van de koopkracht van den dollar in 1926 –
welke uit den monetairen toest4nd in Amerika niet kan worden verklaard – in verband kan worden ge-
278
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Maart 1931
Reserve Bank Credit and Factors in Cha.nges, by Months,
1918-1929-Coutinued. (Average of daily îigures.)
Month
)•0
Factors
of
decrease
Factors of lncrease
—
-.–.
s
‘.E
.E0
«o-
0
0
25
b5
Dec. 1925
1.507
4.397 1.740
5.119
2.219
32
274
Jan. 1926
1.279
4.407
1.744
4.891
2.236
30
273
Dec.,,
1.445
4.481
1.749
5.131
2.218
32
294
Jan. 1927
1.186
4.527 1.760
4.903
2.243
33
2.94
Juni
,,
1.081
4.606
1.777
4.831
2.301
34
298
Dec.
,,
1.568
4.416
1.796
5.048
2.399
27
306
Jan. 19281
1.388
4.377
1.778
4.785
2.426
27
305
Juni
,,
1.531
4.119
1.791
4.736
2.355
28
322
Dec.
1.824
4.142
1.790 5.008 2.367
29
352
Professor 1.ving Fisher geeft de volgende index-
cijfers:
(In millions of Dollars.)
])ecember 1925 …………159
Januari
1926 …………159.2
December 1926 …………147.2
Januari
1927 …………145.5
Juui
1927 …………139.8
December 1927 …………146.1 (nieuwe index) 95.8
Januari
1928 …………………………..95.6
Juni
1928 …. ….. … …… ………….. 98 December 1928 …………………………..97
bracht met de moeilijkheden, in het Europeesche geld-
wezen, zou ik toch Professor Cassel in. zijn redeneering
willen volgen en uitsluitend het jaar
1928
als grond-
slag van mijn kritiek willen
kiezen.
Het komt mij
echter noodzakelijk voor als vergelijkingsobiect ook
nog een tweede jaar te nemen. Daar het crisisjaar
1929
volgens de opvatting van Professor Cassel als cthnor-
maal kan worden aangemerkt en geheel beheerscht
zou zijn door de ernstige fouten bij de verzorging
niet betaaimiddelen gemaakt, neem ik het jaar
1927,
waartegen door Professor Cassel in monetair opzicht
geen objectie wordt opgeworpen.
In
beide jaren is
de monetaire goudvoorraad van Amerika kleiner ge-
worden, in
1928
veel sterker clan,
mi
927.
De vermin-
dering van den goudvoorraad werd echter in beide
jaren door een toeneming van het Reserve Bank
Credit gecompenseerd, zoodat geldci reulatie en dado-
lijk opvraagbaar tegoed vrijwel onveranderd zijn ge-
bleven. Het prijsniveau is volgens de indexcijfers van
Irving Fisher in het algemeen stabiel gebleven en
toont in
1928
een lichte tendens tot stijgen. Wanneer
derhalve in
1927
en
1028
de productie onveranderd
was gebleven, zou de verhouing van het algemeen
prijsniveau tot de geldmiddelcncirculatie in hoof d-
zaak overeen zijn gekomen met de theorie van Cassel.
1
–
let nummer van Maart
1.029
van het ,,Federal Re-
serve Bulletin” geeft echter de volgende productie-
cijfers:
1927
1928
Januari
………………
107 105
Februari
……………..
109
109
Maart
……………….
112
109
April
…………………
109 109
Mei
……………………
111
109
Juni
…………………
109
109
Juli
…………………..
106 110
Augustus
……………..
107
112
September
…………….
105
114
October
……………….
103
114
November
……………..
99
11.2
December
……………..
100
1.13
Deze indexcijfers toonen, dat in het tweede halve
jaar
1927
een aanmerkelijke achteruitgang van de
productie is. ingetreden, terwijl deze in
1928,
speciaal
in het tweede halve jaar, plaats heeft moeten maken
voor een krachtige stijging van de productie. Wij zienS
dus, dat van einde
1027
tot einde
1928
bij een sterke
vermindering van den monetairen goudvoorraad (on-
geveer
5V2.
pOt.), bij een Jrleine daling van het totaal
der betaalmiddelen »en bij een stijging van het prijs-
niveau van ca. 1 pOt.
ccii
productietoenehiing van
13 pOt., of, wanneer wij het gemiddelde van de laatste
»drie maanden van ieder jaar nemen, van
12
pOt. mo-
gelijk was.
lIet jaar
1028,
dat door Professor Cassel wegens
(Ic stabiliteit der verhoudingen als bijzonder geschikt
voor zijn onderzoek wordt aangemerkt, toont dus in
de twee landen, welke in monetair opzicht als de be-
lagrjlcste moeten worden beschouwd, het volgende
beeld:
In
Engeland: Kleine toeneming van de geidmid-
delcirculatie, belangrijke achteruitgang van de pro-
ciuctie,
belangrijke
daling van het prijsniveau.
In Amerika: Kleine vermindering van de geld-
middelcirculatie, zeer sterke toeneming van de pro-
ductie, kleine stijging van het prijsniveau.
In beide landen schijnt derhalve de ontwikkeling »
van het prijsniveau tegen Professor Oassel’s theori.e
in te gaan. Met bovenstaande beschouwingen geloof ik Pro-
fessor Oassel’s opmerkingen tegen mijn artikel van
25
Februari te hebben weerlegd. Ik moet dan ook
mijn conclusies volkomen handhaven.
0. SOHNABEL.
MAANDCIJFERS.
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens)
–
e19ru1ar
Sedert
1Januari
1931
Overeen-
komstige
periode
1930
Directe
belastingen.
Grondbelasting … ..
*
661.898
3.884.473
4.026.679
Personeele belasting
*
983.111
4.284.538
4.230.291
Inkomstenbelasting
*
7.180.383
15.089.026
15.890.252
Vermogensbelasting
*
1.209.008
2.460.365 2.595.148
belasting .. ..
.
.. ..
777.433
1.603.656
1.615.444
Invoerrechten.
. . –
-.
. –
4.933.976
10.158.960 11.441.583
Stati8tiekrecht
……
.».
247.715
529.965
699.812
Dividend- en tantième-
Accijnzen. 174.244
368.880
437.781
Geslacht
………..
689.599 1.445.946
2.033.997
Wijn …
.
._
–
……
33.985
69.088
76.870
Gedistilleerd. _. .. …
.
3.073.312 6.525.515 5.980.279
Bier …………..,
953.263 1.896.534 2.199.691 3.728.258 8.187.734 8.541.006
Zout
.
. –
…
.. ——
—
Tabak. ..
.
.-.
.
.-.
.
2.305.017 5.113.275
4.897.808
Belasting op gouden en
zilveren werken ……
67.628
137.175
172.148
Suiker
. .
…………
Indirecte
belastingen.
Zegelrechten.
.»..
‘1.794.950’
4.146.273e
4.649.097
Registratierechten
..
1.258.608
..
2.602.348 5.994.765
Successierechten
–
..
3.332.964 7.435.573 6.803.128
Domeinen, wegen
en
vaarten
.
.
.
…
.
…..
694.039
943.044 963.462
167.756
184.731
183.665
Staatsloterij
………….
Lood8gelden
. .
…
311.776 767.583
874.798
34.578.923
77.834.682 84.307.704
Totaal-Generaal..
* a) Ten aanzien van de middelen grond-, personeele,
inkomsten- en vermogensbelasting wordt opgemerkt, dat
tot 1930 de kwade posten van de hoofdsom en
alle
opcen-
ten, geheven ten bate van de provinciën, de gemeenten en
het Leeningfonds 1914, in mindering werden gebracht van
de in de middelenstaten verantwoorde opbrengst. Vanaf
het boekingstijdva.k 193111932 (belastingjaar 1931 c.q. 1931/
1932) heeft de aftrek wegens kwade posten alleen ‘betrek.
king op de hoofdsom dezer belastingen.
De in dezen staat vermelde opbrengst (belastingjaar
1931) betreft een vierde van de hoofdsorn dezer belasting,
de overige drie vierden worden uitgekeerd aan cle gemeen-
ten. Bovendien worden in (Ie eerste en tweede kolom nog
vermeld dc opbrengst van cle volle hoofdsom der grondbe-
lasting, voorzoover deze betrekking heeft op vroegere be.
lastingjaren.
Met ingang van het belastingjaar 1931 wordt de per-
soneele ‘belasting geheven ten bate van de gemeenten, zoo-
dat de in dezen staat vermelde ‘bedragen uitsluitend vroe-
gere ‘belastingjaren ‘betreffen.
1)
Hieronder begrepen
f
400.971 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beurabel.).
2)
Id.
f
846.203.
8)
Id.
f
851.683.
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DE VEREENIGDE STATEN.
277
Productie
1),
Handel en Verkeer
–;
Productie-index van
Buiten1andschehandeI)
‘
•
•
v
2′
Datum
•n
g
•
°
°
Invoer
.
Uitvoer
0
ne
0
‘
NCl)
–
.lP
•b
2
uO
1
TotaaI?tTotaaII’
Gemiddelde van 1923-1925
100 19231925
100
,
MIII.
$
1925 ….
104
105 99 100 103
106
106
104
107
122 103
–
99.7
100.9
352
146
402
154
50
1926 .
. . .
108 108 108
110 104
110 113
104
109
129 107
1092
101.4
104.3
369
149
393
163
24
1927 .
. . .
106 106
107
99
121
105
104 113
80 128
103
122
98.8
102.0
349
133
397
165 48
1928 .
. . .
111
112 106 94
122
115 119
107
113
134
103
107
97.2
101.8
341 122
419 188 78
1929 ….
119
119
115
102
137 127
130
115
.135
117 106
115
101.1
107.7
367
130
430
211
63
1930 ….
97v 96v 99v
88
122 87
95
91
85
92
92
87
87.8
87.5
255 84
315
158
65
Jan. ’29
117
117 118
104 137
129
117
lIG
150
99
108
118
97.5
100.8
369
142
488
215
119
Februari
117 116 120
110
137 136 126 113
148 88 107 115
99.8
108.1
369
138
-442
218
73
Maart
118 120
107
90
133 135 133
116
159 118
105
116
101.4
110.8
384
139
490
264
106
April
122
123
115 102 132 142
336
120 153
156
108 119 102.1 111.4
411 147
425 228
14
Mei
124
125 116
104
134 139 145
121
148
143
107 125
101.9111.4
400
142
3’5
203
-15
Juni
127 129 113 102 135 124 155
121
162 129 108
122
102.0 109.7
353
121
393
220
40
Juli
124
126
114 102
143 122 152
118
142
159
107
119
102.1
105.7
353
119
403 227
50
Augustus
123 125 115 99
145
119
143
120 143
119 107
119
104.0
110.6
369
126 381
201
12
Septemb.
122
122
118 103 140
125
140
116 133 108 106 115
105.4111.9
351
122
437
191
86
October
117 117 118 103 140 123
124
118 113
108
104
116
103.3 110.9
391
127
529
212
138
Novemb.
106 105
110
98
132
118 100 108
81
95
102 104
98.9
102.5 338
121
442 173 104
December
99
96
116
104
133
115
90
96
65
77
102
89
95.2
99.1
310
116 421
181 111
Jan. ’30
104 103 112 100
132
101
99 103 97
79
100
102
93.2 94.4
311
109
411
192 100
Februari
107 107
109
92 135 95 119 99
102
77 99
94
93.3
97.7
282
99
349
183
67
Maart
104
106 96
81
125
88
113
98
98
111
96
94
93.1
98.2
300
102
370
200
70
April
107 107
104
97 128
90
114
96 102 118 97
100
92.6
97.]
308
106
332
189
24
‘Mei
104
305
103
92
127 90
111
90
101 111
96
91
90.9
94.5
285
87
320
178
35
Juni
100 100
100
89
124
86 110
84 90
146
93
85
88.8
90.7 250
77
295
165
65
Juli
95
94
97
86
120
83 93
84
75 89 92 82
85.5
82.6
221
70
267
145 46
Augustus
91′
91
96 82
117
84
93
81
62
84
89
78
85.1
81.7
218
73
298
147
80
Septemb.
91
90
94
85
114 89
86
88
62
81
87
79
86.4
83,0
226
75
312
131
86
October
87
85
98 87 115
83
75
91
49
82
86
81
84.3
80.8 247
77
327
133
80
Novemb.
85
84
92 86
114
83 65 93
74
62
84
83
81.0
75.1
204
59
289
116
85
December
82v 81v 93v
85
lii
75
59 87
85
61
84
77
78.8
73.7
209
69
275
120
62
Jan. ’31
1
183
250
67
De indexcijfers
betreffende
de productie,
de
wagonverladingen,
het katoenverbruik,
het aantal
tewerkgestelden
en de
betaalde
bonen
zijn
ontleend aan
het Federal
Resetve
Bulletin.
Wat
de index
van
de industrieele
productie betreft,
deze
is samengesteld
uit
de gegevens
van 58
industrieën
nl. 50 van fabrikaten
en 8 van mineralen.
Gemiddelde
van
Maart-Dec.
De
cijfers
der jaren
1925-1929
zijn maandgemiddelden.
v)
=voorloopig.
Kapitaalmarkt
Effectenbeurs Emissies
8)
Geldmarkt
Prijzen
Indexcijfer_van
1
)
Binnen- en buitenl.
Binnenlandsche
qjquH
II
II
1
!iIijfl
ifi
Cd
U3′
0
co
Ct
0
1926
=
100
milI.
$
in millioenen dollars
1926= 100
I2dll
=liX
1925
2.336
518
76
101
417
391
300
911
127
4,20e
3
‘/82
104 110 169
1926
3.123
528
91
98
430
433 313
120 95
4.50e
31
q
100 100
166
1927
0
174
0
181
0
151
97.6
6
3.646
649
179
524
126
519 388
131
130
4.05
*
4
95 99 162
1928
150 154 129
149
97.6
6
5.215
676
156
256 420
566
446
121
110
6.05
4
‘fIe
*
98
106
161
1929
182
190
147
235
95.7
6.563
850
117
508
341 731
668
63
119
7.74
5’1
5
97
105 162
1930
149
14L
125
215
98.3
,
3.644
587
53 129
458
503
374
129 84
2.87
2*
31
1
/i
86 88
152
Jan.’29
185 193
142
193
97.0 6.735
918
148
552 366
878
804
74
40
6.94
4-5
5-
97
106
161
Febr.
187 192 142
202
96.3
6.679 934
124
631
303
869
800
69
65
7.47
5
–
5
97
105
161
Mrt.
189
196
140
204
95.8
6.804
997
60 561
436
772
668
104 225
9.80
**
5.-6
98
107
160
April
1t17
193
—
–
—
–
–
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
138 201
95.8
6.775
677
139
387
290
661
576
85
16
9.46
*
6
97
105
159
Mei
188
193
139
212
95.7
6.665
1.121
392
583
538
1.074
899
175 47
8.79
51
6
96
102
159
Juni
191
191 145
233
95.3
7.071
773
17
353
420
601
452
149 172
7.83
51
6
98
103
160
Juli
207 203
160
273
95.2
7.474
880
60
626
254 844
766
78
36
9.41
51
6
98
108 162
Aug.
218
210
165
304
95.0 7.882
843
25
662
1147
838
757
77
21
8.15
6
–
*.
98
107 163
Sept.
225 216
168 321
94.8
8.549
1.309
308
1.029
280
1.301
1.201 100
8
8.62
1
‘
51 6*
98
107
163
Oct.
202
194 157
277
95.1
6.109
847 34 443
404
194
676
118 53
6.10
51 6*
96
104
163
Nov.
151
145
135
195
95.7
4.017 281
17
122
159
248
163
85
33
5.40 3-4*51-6*
94
101
163
Dec.
154
147 136 201
96.5
3.990
566
85
127
4391
522
2321
290
44
4.88
3-4
5
94
102
162
Jan.’30
156
149 137
209
96.5
3.985
749
77
127
622,
720
611
109
29
4.31
3-4 4-5
93
101
160
Febr.
166
156
143 231
96.4
4.168
592
30 155
437
466 388
78
126
4.28
3-
4-5
92 98
159
Mrt.
172
163
143
242
97.7
4.656
799
22
123
676 658 516
142
141
3.56
2-3
3-4
1
91
95 157
April
181 171
142
264
97.8
5.063
903
55
261 642 730 582
148 173
3.79
2*-.3
3-4
91
96 158
Mei
171
180
136
250
98.0
4.748
1.109
70
424
685
991
847
144 118
3.05
2
14
*’-
89
93
156
Juni
153 143
125
224
98.2
3.728
704
69
152
552 533 378
155
171
2.60
1 J-21
31-j
87
89
155
Juli
149 140
124
215
98.7
3.689
554 29
71
483
474
367
107
80
2.18
1*
3 -1
84
83
152
Aug.
148
139 121
213
99.6
3.59
204
86
511
148 166
84
82
38
2.22
li
3
84 85
152
Sept.
149
139 123
216
100.0
3.481
379
116
62
317
376
284
92
3
2.17
1*
3
84 85
153
Oct.
128
118
111
187
99.9
2.556
394
65
21
373
295
127 168 99
2.00
1*
3
83
83
152
Nov.
117 109
1
102
167
99.1
2.162
258
10
19
239
248
136 112
10
2.00
1
*
2*-3
80
79.
150
Dec.
109
1021
94
158
97.8
1.893
1
3851
9
74
311
365
164
201
20
2.27
li
2-3
78 75
Jan.’31
112
1031
100 163
99.6
1.720
1
4661
182 45,
421
334
54
2801
132
1.50
1-
2*-3
278
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18
Maart
1931
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
e19r3u1ar
Sedert
1931
Overeen
komstige
periode
1930
Verdedigingsbelasting
1.473.315
3.127.652
1
8.617.101
Opcenten:
Grondbelasting
…
. –
*
170.053 816.897 810.507
Personeele belasting
.
211.893
830.227
823.140
Inkomstenbelasting
1.408.159
2.949.085
1.369
Vermogensbelasting
679.108
1.379,426 1.456.257
belasting
..
.. ..
256.553 529.206
533.097
Dividend- en tantième-
•
Accijns op Suiker
.
–
–
936.783
Wijn
…
.. .
6.797 13.818
15.374
307.331 652.552
598.028
Gedistilleerd
.
……..
Zegelrechtvan buitl. eif
113.678
215.614
186.097
Totaal
4.626.887
10.514.477
13.977.753
£) veraealgingsoelast.
1
+
ii.
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.
Wegenbelasting
531.734
1.094.551
1.007.130
Rijwielbelasting
1 1.5051
21.3701
30.420
Totaal
. ………
543.239
1.115.921
1.037.550
SPLITSING V
A
N DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO.
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING SEDERT 1 JANUARI 1930.
Dienstjaren Grond.
belasting
Personeele
belasting
Inkomsten-
belasting
Vermogens.
belast Ing
1928129
–
–
111.585
18.502
1929130
8.499
37.005
533.507
87.776
1930131
3.816.505
4.247.532
14.443.934
2.354.084 1931/32
59.469
–
–
–
Totalen..
3.884.473 4.284.537 15.089.026
2.460.361
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
Januari 1931
11
Januari 1930
Giro’8 (eenzijdige ver-
In
1 Aantal
1fl n1 Aantal
mlllioenen
mlli
Iioeeni
melding)
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
20.1
31.665
f
14.4
27.711
Girobetalingen aan particulieren
.. .
26.5
152.758
,,
22.4
129.439
Geldomzet.
Ontvangsten
. … .-. .
5.8
8.266
,,
5.-
7.936
Betalingen ………
9.1
34.253
8.2
35.283
Part.rekeninghouders
,,
31.5′
42.8811
,,
21.1′
38.529′
Waarvan
rekeningh.
welke gelden voor 1
jaar
vast
hebben
gedeponeerd ………,,
9.9
4.3381
,,
9.7
1
4.0001
Giro-depos.kasGerzon
opgeheven
0.14
457
oa.uu
Ic gucu.
.,
L.IIIUc Uci IJISSIIU.
POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
(In duizenden guldens).
Februari
1931
11
Februari 1930
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Nieuwe rekeningen.
1.833
–
–
–
Rekeningen op ultO.
170.735
–
154.230
–
Bijschrijvingen
….
2.313.744
461.222
2.033.719
462.422
b. Overschrijvingen. ..
van and, rek.
2
)
381.513
329.958
1.209.472
323.046
van Ned. Bank.
102
28.009
109
27.767
c.
And. onderwerpen
–
54
–
62
Afschrijvingen
•…
1.538.001
468.532
1.334.550
465.807
a. Stortingen …….932.129
103.201
824.138
111.547
5. Overschrijvingen
..
op andere rek.’) 1.207.251
329.958
1.064.992
323.046
a. Chèques ……….314.375
75.735
256.441
76.504
naar Ned. Bank
150
62.782
1.089
66.199
o. And. onderwerpen
15.435
57
12.048
58
Tegoed op ulto
109.992
100.749
Beleggingen
87.913
82.717
1)
Hierin begrepen overschrijvingen uit het buitenland
4.345 met
f
662.
1)
Idem naar het buitenland 26.007 met
f
2.676.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
“‘
heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANK DISCONTO’S.
4ed ~
D
B
isc.Wissels.
2424 Jan.’31
Lissabon
….
74
EJnni’30
Bkal.in»
3
24Jan.’31
Londen ……3
1Mei ’30
Vrsch. inR.C. 3
24 Jan.’31
Madrid ……6
19J’uh ’30
Athene ……….9
2Dec.’28
N.’YorkF.R.B.2
23Dec.’30
Batavia ……..
…
4410 Mrt.’30
Oslo
……..4
8Nov.’30
Belgrado ……..
5428 Mei ’30
Parijs
…….2
2Jan.’31
Berlijn ……….5
9Oct. ’30
Praag
……4
24Jeini ’30
Boekarest……..9
23 Nov.’29
Pretoria
….
5
12Mrt.’31
Brussel ……….
2431 Jvli’30
Rome……..
5419 Mei ’30
Budapest ……..5428
Mei ’30
Stockholm
..
3
6
Feb.’31 Calcutta
……..7
15Jan.’31
Tokio
……5.1 6Oct.’30
Dantzig
……..5 10 Oct.
1
30
Weenen……5
98ept.’30
Helsinglors ……6
26..Ang.’30
Warschau ..
.. 74
3 Oct. ’30
Kopenhagen
….
3412 Nov.’30
Zwits.Nat.Bk.2
23 Jan.’31
OPEN MARKT.
1931
1930
1929
1914
14M
9114
2/7
23
1
28
10
1
15
1
1
/
1
6
20
1
24
Maart
Maart
1
Febr.
11
Maart
Maart
11
Juli
Partic.dlsc.
11116
11116
12
/_l/
1.
1
116
‘27116.11116
4
3
18.
1
12
3
1
18.
3
116
Prolong.
1
1
1.114
3
14-114
2
1
/-3
451
4
.5
21/
4
.31
4
Londen
Dageld…
1
3
1
4
-2
1 ‘/33
111
3
.211
4
1
1
13.3
1
14
21(
3
.41(
3
4.511
4
1
3
14-2
Partic.dlsc.
2
9
39.
5
19
2
19
/32_
2519.
11
116 2
5
/8.
11
/16
27/s-3119
531
9
2
1
14_
1
14
Berlijn
51116
Daggeld…
4112_6
3.6
4.71/
3
361
2
.811
2
3.6
1
13
611
4
.811
2
–
Partic.dlsc.
30.55 d…
431
4
43/4
431e718
471
9
51131q
6
1
1e
3
18
–
56.90 d…
431
4
4314
431e7284718
513/
4
6
1
14.
3
18
2
1
16_
1
11
Waren.
wechsel.
511
4
511
4
511
4
_11
3
5l/
4
_1/
3
51/4.5/9
6
3
1
8-
7
1
4
–
New York
Daggeld ‘)
1
.1/,
15
1
4-
1
4
1
1
/_2
1
/
1/2’/4
3_4
1
/4
6-7’/
12I
4
“2
1
1
Partic.disc.
1
1
13_3
1
14
111
2
.211
4
1
151
1
5
/8
35/4.
1
12
5
1
12.
5
18
–
t)
Koers van 13 Maart en daaraan voorafgaande weken t/nl Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
BerlijnParijs B
York’)
‘)
S
)
S
)
S)
1)
10Maart1931 2.49al
s
12.11
9
/
59.38
9.764 34.76
100
11
,,
1931 2.4981
16
12.11i,
59.404
9.764 34.76
100
12
,,
1931 2.49
71
12.12
59.38
9.764 34.784 100
13
,,
1031 2.4931
12.1211,
59.394
9.764 34.78
100
14
,,
1931 2.4991
12.128/,,
59.40
9.764 34.78
100
16
,,
1931 2.499
12.128/,
59.414
9.764 34.774 100
Laagsted.w.1) 2.491,
12.1181
8
59.36
9.7541 34.74 1 9971
9
floogste d.wl) 2.49
9
1
12.127/
16
59.42
9.774 34.80
100
9Maart1931 2.49%
12.113%
59.3549.764 34.774 100
2
,,
1931 2.49′,
12.111
8
59.27
9.77
1
34.77
1100
Muntpariteit 2.48%
12.10%
59.26
9.75
34.69 1100
Data
Jr’nd
Weenen
Praat Boeka- Milaan Madrid
rest
10Maart1931
48.-
35.10
7.39
•
1.484 13.064 27.274
11
,,
1931
48.-
35.07%
7.39
1.485 13.07
27.324
12
,,
1931
48.-
35.07%
7.39
1.484 13.074 27.16
13
,,
.1931
48-
35.07%
7.39
1.484 13.074 27.024
14
,,
1931
4802
35.07%
7.39
1.484
–
–
16
,,
1931
48.02
35.10
7.394
1.484 13.074 26.774
Laagsted.w.’)
47.97%
35.-
7.384
1.474 1304
26.75
Roogsted.w’)
48.0231
35.12%
7.401.491 13.084 27.50
9Maart1931
48.01
35.10
7.39
1.484 13.07
27.10
2
,,
1931
48.01
3505
7.384
1.485 13.065 2(3.05
Muntpariteit
48.-
35.10
7.371
1.488 13.09
48.524
Data
Stock-
Kopen- Oslo
Hel-
Buenos-
Mon-
holm ‘) hagen’)
Of
Aires
1)
treal
1)
10Maart1931 66.80
66.70
66.724
6.28
85%
2.4934
11
,,
1931 66.80
66.70
66.75
6.28
87%
2.49%
12
,,
1931 66.80
66.724 66.774
6.28
87
2.4971
13
,,
1931 86.85
66.724 66.774
6.28
87
2.4971
16
14
,,
1931 66.825 86.724 66.775
6.274
87
2.49%
16
,,
1931 66.85
66.75
66.775
6.274
87
2.49%
Laagsted.w.’) 66.725 86.65
66.65
6.26
84%
2.49%
Hoogste d.w’) 66.85
66.75
86 774
6.29
87%
2.49%
9Maart1931 66.824 66.721 66.75
6.28
83
2.49%
2
,,
1931 66.825 66.725 66.724
6.274
82%
2.4981,
6
Muntpariteit 66.67 166.55
66.87
6.264
95%
2.48%
•) Noteering te 4msterdam. ‘) Not, te Rotterdam.
1)
Part,
opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen
KOERSEN
TE
NEW YORK.
(Cable).
a
D ta
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($
per
)
($ p. IOOfr.)
($ p. 100 Mk.)
($
p. 100 gld
10 Maart
1931
4,85
18
1,
3,91
23,81
40,108/
s
11
,,
1931
4,857/
8
3,915/
5
23,81%
40,09%
12
,,
1931
4,85
27
1
42
3,9171
80
23,80
7
18
40,089
13
,,
1931
4,85
16
1
32
3,915,
23,8034
40,08%
14
,,
1931
4,85’7
3,91’1
23,80%
40,08
16
,,
1931
4,85171 3,9181
16
23,809/,
40,07%
17 Maart
1930 4,86
5
132
3,91
,
1
8
23,85
40,088/
6
l4untpariteit..
4,8667
3,9011
8
1
23,81(
40s
KOERSEN TE LONDEN.
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN
279
Plaatsen en Landen
Noteerings-
eenheden
28
Febr.1
1931
7
Mrt.
1
1931
1
9114
Maart’31
1
Laagste
[
Hoogstel
1
14
Mrf.
1931
Alexandrjë..
Piast. p.
97
9734
9771
979
973
p.
375 375
3749,
4
375k
375
Bangkok….
Sh. p.tical
11991
11991
l/9si
11
919133
11*9191
Budapest …
Pen.
p £
27.861
27.86k
27.85 27.89
27.87
Buenos Aires
d. p.$
37%
37′
3711
8
3971
39ii
Calcutta
.. ..
Sh. p. rup.
115
15
1
32
11’563/
1I51816
11571
8
115
27
1
82
Constantin..
Piast.p.c
1.025
1.025 1.025
1.025
1.025
Athene……Dr.
Hongkong ..
Sh. p.
$
10151
53
1131 d.
11% d.
110151,
110I
Sh. p. yen
2/0
27
/
64
2/0
27
1
64
210
7
18
21071
1
210181
35
Lissabon ….
Escu. p.
£
108y
4
108%
108’1
10851
8
108%
$per
10.35
10.30 10.10
10.40
10.20
Kobe
…….
Montevideo
dper
35% 35%
35%
38%
373.(
Montreal
…
$
per
£
4
.
85
f)
4
.85+*
4.855/
8
4.85
4.85v
Mexico……..
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
45153
4
8
/3
2
381132
4i1
48/
04
Shanghai
..
.
Sb. p. tael
112
17
33
1/3i1
112%
1/46/
5
1/3isi
Singapore ..
id. p.
$
2/3%
21334
2/3
11
1
213’s/
213%
Valparaiso
1).
$
per
£
39.92 39.93
39.89
39.93 39.89
Warschau ..
Zi. p.
£
4371
s
43s1
43’11
437/
43
,
1
8
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)
Londeni) N.York’).
Londen
9Maart1931.. 1351
1
29
9 Maart1931. . ..
84110%
10
,,
1931..
13%
29%
10
,,
1931…..
84111%
11
,,
1931..
13
15
/
16
3011
8
11
,,
1931….
84111%
12
,,
1931..
13
55
116
2971
5
12
,,
1931….
84111%
13
,,
1931..
13%
29%
13
,,
1931….
84111% 14
,,
1931..
1411
30.’.
14
,,
1931….
84111%
15Maart1930.. 19%
4171
15 Maart1930….
84111%
27 Juli
1914.. 24ts1
4
59
27 Juli
1914…
.
84111
1)
In pence
p.
oz.stand.
t)
Forelgn silver In
c. p.oz. fine.
8)
in sh.
p.oz.
fine
STAND VAN
‘.
RIJKS KAS.
Vorderingen.
t
28Febr. 1931
7 Maart 1931
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
deriandsche
Bank ………..
. ……
–
f
1.544623,76
Saldo
b.
d. Bank voor Ned. Gemeenten
/
47.036,80
,,
165.693,43
Voorschot
op
uit. Januari 1931 aan de
gemeenten verstrekt
op
voor haar
…….
door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke
ink.bel. en
opc.
op
de
Rllksink.bel………………….
3i.l33.443,17
»
31.133.443,17
Voorschotten
op
uit. Jan. 1931 aan de
gemeenten verstrekt
op
aan haar
uit te keeren hoofdsom der perso-
neele Ieiasting, aandeel in de hoofd-
som der grondbelasting, alsmede van
opcenten
op
die belastingen …….
.
3.904.7F9,-
3.904,769,-
Voorschotten aan Ned.-lndif ………
108.206.789,58
109.t43.777,22
Id. aan
Suriname …………………
……Mi.864,48
..
13.590.30,03
Id. aan
Curaçao ………………….
..5.362.291,-
5.371.291,-
Kasvord. weg. credietverst. alh. huiteni.
.
108.907.t’30,74
108.856 565,64
Daggeldleeningen tegen onderpand..
6.500.000,-
8.400.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks.
…………….
comptaheien
. …….
16.676.100,85
,.
21.711.962:16
Vordering
op
andere Staatsbedrijven
1
)
1
14.225.32,50
,..
13.698.888,62
Verplichtingen.
Voorsch. door de Ned. Bank ingevolge
art. 16 van haar octrooi verstrekt
1
7.093.221,09
–
Zilverhons in omloop ……………
3.l94.94,50
Schatkistbiljetten in Omloop
………..»
169.457.000,-
/
173.933.000,-
Schatkistpromessen in omlöop
……..
59.V0.000,-
65(30.00,-
Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.1)
29.(77.fl74.4′
28.037.526,01
..3.220.602,-
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.’)
»
30.987.910.20
,,
27.1°6.339,88
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……….857.597,93
.
882.597;93
Id. aan diverse instellingen’) ……..
.
24.979.946,93
,
26.646.063,34
1)
In rekg..crt. met
‘s
Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD..
7 Maart 1931
114
Maart 1931
Vorderingen:
–
–
Saldo bij de Javasche Bank
–
–
Saldo
bi)
‘s
Rijks
kas
………………
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
–
–
–
–
Waarvan Muritbiljetten
…………….
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas
……………
f109.644.000,-.
t
113.451.000,-
Schatkistbiijetten
……………….
40.000,-
725.000,
–
Muntbiljetten in Omloop
………….
..
11.042.000,-
Schuld aan het Ned..lnd. Muntfonds.
..10.833.000,-
..
»
3.968.000,-
.
3.988.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
.
808.000,-
,
1.042.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
21.321.000,-
25.505.000
1
–
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 16 Maart 1931.
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
37.702.689,13
sels, Prom.,
.Bijbnk.
190.225,42
enz.indisc.Ag.sch.
9.314.090,30
f
47.207.004,85
Papier
o.
h. Buiten!. indisconto
……
Idem eigen portef..
f
221.348.512,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.
221.348.512,_
Beleeningen
mcl.
vrsch…
Hfdbk.
26.578.829,92
in rek.-crt.
–
B,jbnk.
4.4o9.477,88
op
onderp.
Ag.sch.
50.985.650,68
–
f
82.023.958,48
Op
Effecten
……
f
81.167.133,94
Op
Goederen en Spec.
856.824,54 82.023.958,48
Voorschotten a. h. Rijk
……………..
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
84.515.870,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.494.561,67
f
446.010.431,67
Munt, Zilver, enz..
,,
32.871.891,62
Muntmat. Zilver;.
–
,,
478.882.323,29
1)
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
..
25.950.893,78
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,
Diverse rekeningen
………………,,
38.978.308,45
Pasaiva.
f
899.391.UU0,85
Kapitaal
……………………….
f
.20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve
………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
…………..
……..
6.799.224,53
Bankbiljetten in omloop ……
……..
817.401.155,-
Bankassignatiën in omloop
……….,,
257.303,66
Rek.-Cour.Ç Het Rijk
f
9.890.385,66
saldo’s:
‘,
Anderen
18.677.608,22
28.567.993,68
Diverse rekeningen
………………,,
11.165.377,54
f
899.391.000,85
Beschikbaar metaalsaldo
…… . ……
f
140.004.586,60
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is.
350.011.465,-
8)
Waarvan in het buitenland
/
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Ooud
Ctrulatte
Andere
opetschb.
schulden
Beschikt,.
Metaal-
saldo
1)
Dek-
kin
ga
verc.
Munt
1
Muntmatl
16 Mrt. ’31
84.516
361.495
817.401
28.825
140.005
564
9
’31
84.529 361.495 824.345 24.166
137.9(9
56
2
’31 84.543
361.495
847.684 26.733
127.165
544
23 Febr.’31
84.560
361.494
802.485 53.754
133.983
554
16
’31
84.572
361.494
806.445
52.117
131.340.
55
9
,,
’31
84.582
361.494
813.101
45.271
130.838
55
17 Mrt.
1
30
84.950
367.023
790.967 17.953
134.769 564
25 Juli
’14
85.703 96.410
310.437
6.198 43.521
54
Totaal
Schatkist-
B
ee-
Papier
Diverse Data
bedrag
promessen
nte
ag
1
op
het
reke-
discon to’s
rechtstreeks
builenl.
n1nen
2)
16 Mrt. 1931
47.207
–
82.024
221.349
38.97.8
9
,,
1931
47.515
– .
82.266
223.835
39.290
2
,,
1931
46.773
–
101.590
227.212 43.490
23 Febr. 1931
46.968
–
82.582
227.171 44.493
16
,,
1931
48.004
–
84.263
229.473
43.369
9
,,
1931
48.406
– .
81.226
244.838
30.939
17 Mrt. 1930
51.794
–
88.926
204.006
28.179
25 Juli
1914
67.947
–
61.886
20.188
509
8)
Sedert den
bankstaat
van 14 Jan.
’29 weder
op
de basIs
van
2
18
metaaidekking.
2)
Sluitpost
activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
i
Andere
1
Data
Metaal
Circu-
opeischb. 1
Dtscont. IDiv. reke-
latte
.
»,.h,,he…,
i
1
ningenl)
14 Febr.
1931….
838
1.257 616 859
498
7.
,,
1931-
851
1.337 550 867
484
31 Jan.
1931-
86r
1.412 488 876
‘476
24
,,
1931..
856
.
1.198
546 879
450
15 Febr.
1930-
7912
1.310
689 1.063
372
5 Juli
1914-
645
1
1.100 560
735′
396′
‘)Sluitp.
der activa.
2) f100.000
‘bij de Ned. Bank gedeponeerd.
280
EëONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Maart’ 1931
JAVASCHE BANK’.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be samengetrok’
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere
IBeschjkb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
14Mrt. 1931
161.800
246.100
46.400
44.800
7
,,
1931
163.600
248.600
42.200 47.280
28 Feb. 1931 162.700
246.400
38.500 48.740
14 Feb. 1931
118.586
42.562
247.264
37.331 47.310
7
,,
1931
118.583
43.886
246.392
38.592 48.476
31 Jan.1931
128.582
43.050
243.482
43.648 56.780
24
,,
1931
128.586
42.020
246.095
45.501
53.967
l5Mrt. 1930
1
138.937
27.489
281.597 30.057
41.764
16Mrt. 1929
167.790
18.995
310.652
42.422
45.555
25 Juli1914
22.057
1
31.907 110.172
1
12.634 4.842
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
verse
Dek-
kings-.
(UU
conto’s
N.-Ind.
ningen
nfne :-
g n
percen-
betaalb. lage
14Mrt. 1931
1220
55
7
,,
1931
117.900
56
28Feb.1931
112.300
.
57
14Feb. 1931
36
33.499
44.331
33.710
57
7
,,
1931
8.811
33.083
45.606
34.923
57
31 Jan. 1931
8.711
33.183
42.221
35.011
60
24
,,
1931
8.688
33.047
37.384
41.791
59
15Mrt.1930
9.106
31.936
61.055
34.073
53
16Mrt.1929
8.486
34.430
80.221
49.647
53
25Juli 1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Bankbilf.
Bankbilf.
Other Securit les
Data
Metaal
in
in Banking
Disc, and
ecur 1 e
circulatle
Departm.Advances
11 Mrt.
1931
141.729
350.327
50.601
9.239
28.709
4
,,
1931
141.762
350.722
50.204
10.639
30.039
25 Febr. 1931
141.593 347.665
53.151
8.518
27.650
18
1931
141.207
344.131
56.312
9.889
24.715
11
1931
141.247
347.245
53.283
9.597
23.233
4
1931
141.040
349.486 50.864 6.325
23.204
12 Mrt.
1930
152.623
350.458
61.426
7.960
15.570
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
Data
Gov.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
Other
Bankers Accounisl
1
1
1
Reservel
Dek-
kings-t perc.’)
11 Mrt. ’31
30.435 8.757 59.275 33.489
51.402
50191
32
4
,,
’31
34.395
7.827
66.613
34.412
51.040
47
1
25Febr.’31
36.735
16.221
59.072
33.312 53.927
4919/
18
’31 36.135
15.187
61.146 33.144 57.076
5231
33
11
’31 36.420
13.503
57.655 33.960 54.002
5111
4
’31
43.030
9.861
62.576
33.568 51.554
48
19
183
12 Mrt. ’30
37.332 8.987
59.001
38.743
62.175
591
22Juli ’14
11.005 13.736
42.185.
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Oeposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in inillioenen franes.
Te goedl
Wis-
1
Waarv.
Befee-
Renteloos
Data
Goud
Zilver
in het
1
sels
1
op het
n ngen
1
voorschot
buifenl.1
buitenl.I
a.d. Staat
6Mrt.’31
56.083
700
6.955
25.665
19.361
2.952 5.199
27Feb.’31
55.924
685
7.005
27.561
19.311
2.801
3.200
20
’31 55.858
874
7.013
26.808
19.307
2.861
3.200
13
’31 55.738
660
7.005
28.608
19.305
2.911
3.200
7 Mrt.’30
42.753
254
6.960
26.419
18.472
2.635 3.200
23 Juli’141
4.104
1
640
–
1.541
81
769
–
Bonsv.d
1
‘
Diver-
1
Rekg.Courant
Data
zelfst.
sen
1)
Circulatie
1
1 Zelfst.
l
Part!
Slaat
amort. k.
Iamort.k.Iculieren
6 Mrt.’31
5.199
2.323
1
78.328
3.483 9.507 10.348
27Feb.’31
5.199
2.295
1
78.947
3.978 9.362 10.963
20
’31
5.199
2.242
1
76.852′
4.569
9.368
11.540
13
’31 5.199 2.1481
77.220
4.827
9.375
10.702
7 Mrt.’30
5.396
1.636
1
70.373
4.945 3.564
7.067
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
1)
Sluitpost activa.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
17 Maart 1931
De toestand op de t a r w e-markt is ja de afgeloopeii
week weinig veranderd. :Ioopers blijven terughoudend en
sçhijuen er niet toe over te willen gaan belangrijke coit-
tractert op latt.
”t
.
e levering af te sluiten. Zij bepaaldenr
zich
01)
cle meeste ctagcii toe lieii 1)asse1cle partijen &too-
inende en aaiigekomen partijen uit de iiiarkt te neiuelt.
‘oor tieze worden geregeld in. Engeland en op het conti.
nent koopers gevondeii, doch liet aanbod blijft voortclui’end
grooter dart cle vraag, zoodat de stemming niet verbetert.
Over het algemeen genomen is de vraag voor tarwe in
Europa toch niet slecht, daar dc verschepiugen naar Europa
sedert 1 Augustus 10 millioeii quarters grooter zijn daii
iii dezelfde periode viui liet vorige jaar en naar niet-
Europeesche destiiiatics 3 millioen quarters. l)it vermeer-
derd verbruik is echter iii verhouding tot (Ie groote voor
uitvoer beschikbare hoeveelheden niet bij niaclite om dc
prijzen te doen stijgen. Er ontbreekt ook volkomen gebrek
aan vertrouw’en iii een prijsverbeteriug en telkens, wan-
iteer in cle exportlancleii de 1)rijzen stijgen, trekken koopers
zich terug in (Ie veroiiclerstellittg, dat p elke stijging weder
te1t daling zal volgen. Aan cle termijnmarkt te ‘Viuuipeg
heeft in de eerste helft der afgeloopcii week een prjsver-
hooging plaats gevoiideui, doch deze is iii cle tw’eede helft
der week weder meer dan verloren gegaiu), zooda.t het slot i% dollarcenta per 60 lbs. lager was dcii een week geleden.
Canada moet voortgaan met een zoo groot mogelijk ge-
deelte van haar beschikbare voorraden uit te voeren in de
resteereude maanden van dit loopeude seizoen cii blijft
afgeven tot tegen andere tartvesoorten steeds coileurree-
rende prijzen. In de Vereenigde Staten is verandering ge-
komen in de leiding valt den :Iarm l3oarcl, daar de presi-
dent dier instelling is afgetreden cii door ccci ander is
ver-
vangen. i)e nieuwe president heeft verklaard, dat liet
programma valt dcii Farni i3oard onveranderd zal worden
voortgezet, dat echter de inkoopprijzen ve ii tarwe iets ver-
den verhoogd in het Noord-Westen cii dat cie verkoop-prijzeli voor export in het Zuid-Westen zouden worden
verlaagd. In iFnrdwinter.tarwe worden zaken van idei tieren
omvang gedaan naar het continent, terwijl ook eenige ver-
knopen plaats vonden naar het Verre Oosten. De voor
uitvoer verkochte hoeveelheden zijn echter gering in ver-
houding tot de zichtbare voorraden en, indien met in
ruimere mate w-ordt overgegaan tot exporteereic, blijven
de moeilijkheden nagenoeg onveranderd, waarover men zich
ongerust maakt voor den tijd, (lat cle nieuwe oogst gereed
en opslagruimte noodig zal zijn. De hoeveelheid tarwe,
welke in Amerika voor voederdoeleinden wordt gebruikt, is niet zoo groot als oorspronkelijk werd verwacht en ook
de door verder verbruik voor veevoeder te verwachten ver-
mindering van de voorraden valt niet nice. De vooruitzich-
ten van den nieuwen oogst van wintertarwe in de Vereenig-
cle Staten blijven zeer gunstig. Verdere regen is gevallen,
welke van gunstigen invloed was en de klachten over
droogte zijn bijna geheel verstomd. Tengevolge van (leze
goede vooruitzichten zijn de prijzen aan de termijnmarkt te Chicago voor den Juli.ternnjn weder gedaald. Het slot
daarvoor w’as 1 dollarcent per 60 lbs. lager dan een week
geleden. In Canada heef t liet gesneeuwd cii geregend, wat
van guustigen invloed op den toestand van den bodem moet zijn geweest, daar cle winter geen groote hoeveelheid vocht
in den bodem bracht. De verschepingen van tarwe in de
afgeloopen week waren van fliuken omvang en uit bijna
alle exporherende landen .grooter dan iii de vorige week,
behalve uit Argentinië. De reden voor de kleinere Argen-
tiji.ische versehepingen is het ongunstig weder cii den slech-
ten toestand van de wegen, waardoor aanvoeren naar de
havenplaatsen worden. vertraagd. Men is, niet algemeen te-
vreden over de kwaliteit van Argentijnsehe tarwe. Uit
ilahia, i3lanca afgelaclen partijen schijnen de koopers te vol-
doen, doch voor andere soorten is het niet altijd gemakke.
lijk koopers te vinden bij dc groote keuze, ii’elke van ver-
schillende herkomst hetaat. De prijzen aan cle termijnmark-
ten in Argentinië zijn in de afgeloopen week weder regel-
matig gedaald. liet slot te Buenos Aires was 45 cents en te
Rosario 35 cents per 100 KG. lager dan een week geleden. Deze verlagingen zijn niet geheel tot uiting gekomen in de
Europeesche prijzen, omdat zij op sommige dagen weder
gedeeltelijk werden goedgemaakt door stijging van den
pesokoers. Russiselie tarwe wordt nog geregeld aangeboden,
ook disponibel iii West-Europeesche havens. Australië gaat
voort geregeld tarwe uit te voeren naar Europa, veelal ter
vermenging niet de goede soorten Russische tarw’e, alsook
naar China en Britsch-Indië. i)e berichten over de weers
omstandigheden in Frankrijk werden tegen het einde der
18 Maart 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
281
AANVOEREN in tons van 1000 KO.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
8l14
Maart
Sedert
Overeenk.
8114
Maart
Sedert
Overeepik..,
h1931
1930
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1130
23.139
171.426
281.774
–
9.415 10.630
180.841
292.404
Tarwe
………………
Rogge
……………..
6.993
56.050
54.783
–
105
17.112
56.155
71.895
Boekweit …………….335
4.695 2.256
–
145
787
4.840
3.043
Mais ………………
.8.
.
8.428
235.567
225.337
3.581
57.261
49.690 292.828
275.027
Gerst
……………..
140.772
132.358
440
7.517
12.921
148.289
145.279
2.377
63.786
41.752
–
203 1.494
63.989 43.246
.773
2.045
27.971
16.220 9.377 114.837 75.562 142.808
91.782
Haver
……………..
1.295
.
11.311
37.797
–
107
–
11.418
37.797
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
1.053
20.113
16.177 245
9.488
6.064
29601
22.241
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
1.546
-__12.430 4.408 409 3.373
–
15.803
4.408
week iets gunstiger. Een periode van koud weer deed de
hoop verlevendigen, dat de groei van onkruid zou worden
tegengehouden, hoewel daardoor cle uitzaai van zomertarwe
werd vertraagd. Men heeft daarmede echter nog den tijd
en onder gunstige weersomstandigheden kan de uitzaai van
zomcrtarwe nog op tijd geschieden. Van verschillende zijden
wordt in Frankrijk de wenschelijkheid geuit het percentage
huitenlandsche tarwe, dat vermalen mag worden,
–
te ver-
hoogen, doch daartegen verzetten zich voorloopig cle land-
honwkringen nog. In de Noordelijke landen en in het
Oosten blijven de vooruitzidhten van winter.tarwe over het
algemeen gunstig. Van bijna overal werd koud weder met
meer of minder hevigen sneeuwval gemeld, waarbij cle tarwc-
plant voor dc strenge koude door sneeuw werd beschermd.
Ook in de Balkanlanden, waar hct weder een tijd lang zacht
was, is weer een korte periode van vorst met sneeuw inge-
treden. Deze is echter niet van langen duur geweest en sinds
de laatste dagen is het zachter geworden. In Roemenië
wordt met de mogelijkheid rekening gehouden, dat in solli-
mige streken eenige schade werd veroorzaakt, tengevolge
van de vorst bij onvoldoende sneeuw’bedekking. In Rusland
is men in verschillende gedeelten van het land begonnen
met den uitzaai van zomergraan onder gunstige condities.
De prijzen voor r o g ge zijnn, in den loop der week eenigs-
zins gestegen als gevolg van cle verbeterde stemming voor
voedergranen. De Russen zijn niet, aan dc markt met
rogge naar Nederland, in overeenstemming met cle con-
dities van verkoop hutiner disponibele voorraden. Deze be-
vinden zich nu in vaste handen en de verkoopers hebben
van de verbeterde stemming voor maIs en gerst gebruik
kunnen maken min prijzen te verhoogen, en er kwamen ge.
regeld flinke zaken voor de consumptie tot stand.
De stemming voor ni af s, welke aan het einde der voor-
afgaande en het begin dezer berichtsweek verbeterde, is ook
in de daarop volgende dagen nog vaster geworden en de
prijzen zijn vooral in de eerste helft der week belangrijk
verhoogd. Voor aangekomen cii spoedig verwachte Plata-
maïs bestond levendige vraag, terwijl die posities in de
eerste hand slechts zeer schaarsch werden aangeboden. De prijzen daarvoor zijn sprongsgewijze verhoogd, welke ver-
hoogingen door de consumptie steeds werden betaald. Ook voor pas gestoomae cii spoedig te verladen mais uit Argen-
tinië verbeterden cle prijzen, doch voor de eerste posities
bleef een belangrijke prnhie bestaan. De kleine verschepin-
gen van Platamais in de vorige week droegen het hare tot
de vastere stemming bij. Platamais van den nieuwen oogst -ter verscheping in het begin van April, vooral met opgave
van bootsnamen, vond gemakkelijk koopers tot snel stij-
gende prijzen. Ook voor niaïs ter verscheping in de zomer-
maanden verhoogden afladers hun prijzen, doch daarvoor
was de belangstelling bij cle koopers niet zoo groot in ver-
hand met de goede vooruitzichten van den nieuwen oogst
in Argentinië. De weersomstandigheden zijn voor den nieu-
ven oogst buitengewoon gunstig geweest en regen en -warm-
te doen in Argentinië een recordoogst van mais verwach-
ten. In de laatste dagen van de vorige week is weder een
reactie .ingetreden, en waren tweede hands houders ge-
neigd van vroeger door hen gedane unkoopen lager af te
geven. De vraag verminderde, de koersen aan de termijn.
markten in Argentunië.daalden op sommige dagen vrij be-
langrijk en ook de eerste hand volgde met lagere aanbie-
dingen, doch de prijzen zijn nog aanmerkelijk hooger dan
een week geleden. Het slot aan de termijnmarkt te Buenos
Aires was voor mais 20 cents en te Rosario 10 cents per
100 KG. hooger dan de vorige week. De fluctuaties voor
mais van den nieuven oogst ter verlading in de maand
Mei en later waren lang niet zoo groot als voor stoomende
en spoedig te verladen oude en .nieuwe mais. De koersen
aan de termijnmarkt te Buenos Aires waren voor -den Mei-
termijn 7 cents en te Rosario 5 cents per 100 KG. lager
da.0 een week geleden. Van verhooging is voor dezen termijn
bijna geen sprake geweest. Op de dagen, dat afladers daar-
voor hoogere prijzen vroegen, geschiedde dit meestal in
sympathie met andere termijnen of omdat de pesokoers
hooger was. In. Dbnaumaïs zijn tengevolge van de prijsver.
hooging voor Platama.ïs ook w’ecler oijertes gekomen, hoe-
wel de aanvoeren in Roemeensche aflaadhavens door den
slechten toestand der wegen nog klein zijn. ‘De prijzen,
welke daarvoor worden gevraagd, zijn op het oogenblik
iets hooger clan voor Platamaïs en de belangstelling van
cle zijde der koopers is slechts matig. –
Ook voor g e r s t is cle stemming in cle afgeloopen week
vaster geworden. Vooral spoedige partijen waren gevraagd
en werden tot hooge prijzen verkocht. In de eerstvolgende
weken zal het aanbod van gerst slechts matig zijn, daar
weinig is afgeladen. Ook in de vorige week was dat het
geval en varen de verschepingen zelfs kleiner dan gewoon-
lijk. De aanbiedingen van stoomende gerst komen, zoowel
wat de Russische als wat Donaugerst betreft, alleen uit de
tweede hand. De Russen zijn op het oogenblik niet met
gerst aan de markt; de Donau is weder begonnen met het doen van aanbiedingen op eenigszins ruimere schaal van
ladend/geladen partijen en Maart aflading. Dientengevolge
zijn cle prijzen voor Maart-aflading weder eenige guldens onder het hoogste punt gedaald, zonder dat tot de verlaag-
de prijzen voorloopig grootere kooplust ontstond. Toen in het midden van de vorige week de grstprjzen hun hoogste
punt hadden bereikt en slechts weinig Russische en Donau-
gerst te krijgen was, zijn flinke hoeveelheden Platagerst
verkocht. Ook daarvoor is sedert weder een prijsverlaging ingetreden. Dan zijn nog flinke zaken gedaan in Canadee-
sche gerst, waarvoor de prijzen sedert niet zijn verlaagd en
veer eenige guldens hooger zijn dan voor andere soorten,
zoodat ook daarvoor de kooplust verminderde.
Russische h a v e r bleef goed gevraagd en houders der
loco-partijen konden hun prijzen verhoogen. Geregeld voor-
zien verbruikers zich uit deze- loco-partijen, welke in den laatsten tijd niet door de Russen zijn aangevuld, omdat ze
met haver niet aan de markt waren. In andere haiersoor-
ten gaat weinig om; in Platahaver komen kleinere zaken
tot stand en ook daarvoor zijn de prijzen in de afgeloopen
week eenigszuns gestegen.
CD
–
•1
.
8-22 APRIL 1931
Gratis kaart voor koopers.
Gratis inlichtingen omtrent
verblijf. Reducties op de spoor-
wegtarieven en luchtlijnen.
Inlichtingen. Legitie en Belçjische Consolaten en Mr. L. DELHEZ
PARK WEG 328 – DEN
HAAG (Voorburg).
BRUSSEL
1935;
WERELDTENTOONSTELLING
282
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Maart 1931
SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren in cle afgeloopen
week prijsltouclencl gestemd, in afwachting van de verdere
ontiwikkeling van liet Cha4bo’urne-p]an. De heer Chadltotirite
vertoeft thans iveer in Parijs.
In ; me r i k a was de omzet iii geraffineerd teleurstel-
lend ; de handel volgt een uiterst voorzichtige en tertighon-
tiende politiek. Daardoor werd ook niet al te veel interesse
aalt den dag gelegd voor rnwsniker. Er werd het een en
ander gedaan op basis van 1.25 tic. It 1.30 dc:. c-.&fr.
De New-York tcrniijttni:trkt v;ts dc eerste helft der
week vast, om daarita een enkel puntje af te brokkelen.
liet slot kwam met de volgende noteeringen : Maart 1.23;
MeI 1.24; Juli 1.33; Sept. 1.40 en Dec. 1.47, tel-wijl cie
laatste noteerittg voor Spot Centr. 3.25 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 43.000 tons, de versmeltingeit 50.000
toits tegen 52.990 totis verleden jaar en de voorraden
251.000 tons tegen 492.600 toets.
De laatste C uh a-statistiek luidt als volgt:
1931
.1930
1929
tons
toets
tons
Productie …………….1.722.000
2.000.000
2.900.000
Voorraad overgehr. per 111 1.418.000.
321.000
193.000
Consumptie …………..17.186
14.764
10.041.
Weekontvangst. afsciheephav
194.368
179.707
245.254
Totaal sedert 111 N. Oogst.
651.928 1.032.561 1.904.427
Weekexport ……………16.471
37.595
158.696
Totale export sedert 1/1 .
321.126
381.216 1.011.450
Voorraad afscheephavens . 1.351.172
983.535 1.035.155
11
binnenland ……1.450.516
952.675
979.532
Aautal ivei-kende fabrieken
135
156
163
To]o.eiis C. Czarnikw werd op lil nu r 1 Ii u s ea.35 pCt.
van den suikeroogst door den oi-kaan verwoest, terwijl 01)
cle Fiji-eilanden een cycloon een hoeveelheid riet ‘heeft ver-
nield, waardoor de oogst ca. 15.000 torts minder zal be-
dragen.
In E -ii g e 1 a ei cl was wei ii ig ondernenii ugsl ust te be-
speuren, zoovel vat:t koopers- alsook van verkooperszijde.
De omzet van ruwe suiker was clan ook zeer geril:tg, enkele
posten werden verhandeld tot en. Sh.
61-
basis 96 pCt.
De Lonclensehe termijnmarkt vo’gde cle geringe fluctuaties
van New-York en liet.aati het slot het volgende beeld zien:
Maart …………5h 5110% basis 96°
–
Mei
…………..
..6/-
Aug. …………..
..6/3
Dec.
…………..
..
op
De Boarci of Trade Statistiek over Februari w
–
orcit met
de volgende cijfers bekend bentttakt
Iettport Rnwsuiker
$8.995
95.339 223.693 255.573
(inra.ff’iiteei-cl ..
2.898
2.447
6.528
5.460
Totaal ……..$93
97.786 230.221 201.033
Voorr. ‘lyinnejil. suiker 104.000
71.450
–
–
11
iii
entrepôt ….266.050 358.800
–
–
Totaal ,,l)uty P:ud” . 111.964 1.27.803 220.555 256.562
Totae export ……..6.2
–
29
6.451
24.851.
23.971.
Coitsntpti. ………. .105.735
121352 201.704 232.591
Op J a
v 2
t bas de sitarkt uiterst rustig. De V.T.S.P. kon
slechts 2500 toits tot de oude Itmites
van
de h:t.ttci doeit.
De afschepitigen bedroegen volgens oîfic.ieele gegevens ge-
chireitde cle maand Februari 131.000 toits, w;taronder 65.000
tot ts naar :13 ritseli- it diii en 21.000 ton s naox Jnpan.
C
It
i
11
t heeft iii et i uga ng va.tt 1.
3
t t it a ei eet t ve rhoogcl
iitvoerrnc-bt voor suiker ingesteld en 13 i i t s c h-I ii cli ë niet i tigatig van t
Man
it.. angezien (le hit pol
–
te ii in deze
lan:leit vôlir het vatu kracht worden tler verhoogingen zeer
zwa t t
–
we
re t, ztil It n de verschepit geit va t Java ged t t re ittIe
Maat-t wttarsr-hijtilijk kleiti zijtt.
IE i ei’ tti 1 at cle iv;ts cle .stelmtrittg prjshoticleitc. De to-
teeritigeit 01) de Antterdamschô terittijttina.rkt trokken eer-
der iets aan : het slot kwam met tle volgende piijzeit
:
Maart
[$14
; Mei f814: tg.
f
8 en Dec-.
f
9,-. De omzet
te-
droeg 3350 tons.
KATOEN.
lhtrktbericht vnu cle ileercu Sir Jacob Behretts & Sons.
Manchester, dd. 11 Maart 1931.
De prijzen voor Amerikaansche katoen zijn sedert oits
laatste niarktberieht teruggeloopeti ; bij twee gelegeitbedett
ttoteerde loco Micl. Ameriean te Liverpool 5.94 d. Gistereni
sloot Liverpool 9 tot I.I. punten en New-York 6 tot 11 pn]i-
teti lager; vanmorgen opende Liverpool 1 tot 4 ptinte lager. F.G.F. Sakel noteerde gisteren 9.60 d. lIet totaal
der ]oco-verkoopen bedroeg de vorige week 34.110 balen,
tegett 39.680 halen de week dani-voor, met iets lïtcer dan
cle helft Amerikaansehe. :De otttvattgsten in cle ltaveits
beliepeti 8.023.000 baleit tegen 7.880.000 baleti een jaar
geleden, terwijl uitvoeren 5.150.000 balen bedroegen, tegen
5.557.000 balen het vorig seizoett. GrootBrittnnniii heeft
199.000 halen minder iitgevocrcl dati het vorig seizoeit,
i)uitschlaitcl 142.000 balen eit Italië 177.000 balen minder,
terwijl Frttnkrijk in dit seizoen 99.000 bttiett (nt China
110.000 balen meer hebben afgenonten.
De markt voor merikaanseh gas
–
en was geclurettde (Ie
STATISTISCH OVERZICHI
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
TARWE HardWinter
R000E
MAIS
OERST Amer.No.24)
LIJNZAAD
BOTER
KAAS Edammer EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
No. 2 loco
American No.2
3
)
loco
La Plata
loco
loco
La Plata
per K.G.
Alkmaar
Gem. not. Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Rotterdam(
Amsterdam
Rotterdam
R’damlA’dam
Rotterdam
loco R’damlA’dam
Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-
Eiermijn
Roermond
bunkerkolen,
ongezeefdf.o.b.
33 tlm 33,90
per 100 K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.G.
2®8e0
per 1960 K.G.
Noteering
kaas
Id. m/merk
P.
100 st.
R’damlA’dam
B
s. g.
2)
–
–
–
–
—
–
–
–
per 1000 K.G.
per barrel
f1.
01
fI.
%
f1.
Olo
f1.
0
10
11.
°lo
f1.
0
10
f1.
01
f1.
010
11.
°!o
$
°!o
1925 17,20
100,0
13,076
1
10
0,0
231,50
100,0
235,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
1C0,0
9,18
100,0 10,80
100,0
1.68
100,0 1926 15,90
92,4
11,75
1
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
4315
77,1
8,15 88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,471
1
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
352,50
78,4
2,03 87,9
43,30
77,3 7,06 86,7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,471
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7 228,50
96,8
363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6 2.05
88,7
45,40
81.1
8,11
810,3
11,40 105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
355,00
77,0
1,66
71,9
34,45
E8,7
6,72
73,2
11,35
105,1 1.12
66,7
k
n.
1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
2,25 97,4
45,145
82,1
9,03
910,4
10,10
93,5
1.16
69,0
br.
,
12,725
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9 194,75
82,5
357,25
77,2 2,29
99,1
45,40
81,1
9,19 lOO,l
12,90 119,4
1.11
66,1
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6
220,00
100,6 191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
84,4
44,63
79,10
8,6
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
April
•
12,12
5
70,5
11,62
5
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
1,81
78,4
40,25
71,9
5,90 64,3
11,05
102,3
1.11
66,1
Mei
•
11,125 64,1
10,57
5
80,9
198,25
85,6
77,50
75,2
363,50
78,6 1,86
80.5
39.90
71,3
6,16
67,1
11,15
103,3
1.16
69,0
lunI
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
I7I,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0
78,6
6,41
69,8
11,25 104,2
I.30
77,4
Juli
,
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50
89,8
1,88
81,4
80,4
6,88 74,9
1,25
104,2
1.30
77,4
Aug.
13,12
5
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4
452,50
97,8
1,93
83,5
46,15
82,4
7,13
77,7
11,25 104,2
1.30
77,4
Sept.
12,62
5
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
2,22
96,1
45,25
80,8
8,01
87,3
11.40
105,6
1.30
77,4
Oct.
12,10
70,4
9,87
5
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
536,50
111,7
2,28
98,7
50,25
89,7
9.53
103,8 11,25 104,2
1,30
77,4
Nov.
11,775
68.5 9,20
70,4
17400
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20
95,2
50,70
90,5
10,60 1 l5,5
11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.
»
12,625
73,4
9,35
71,5
16600
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,05 89.2
47.50
84,8
9.147
108,6 11,75 108,8
1.30
77,4
02
1930
12,675
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8 2,00
86,6
43.95
716.5
7,55
82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
r.
ll,725
68,2
8,170
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2 2.03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75
.108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4 7,15
54,7
143,50
62,0
125.00
53,0 390,00
84,3
1,71
74,0 41,25 73,7
5,18
56,4
11,55 106,9
1.11
65,1
April
,,
11,175
65,0
7,62
5
514,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64.9
36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1,155
69,3
Mei
,,
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405.00 87,6
1,44
62,3
37,20
65,4 5,70
57,7
11,35
105,1
1,18
5
70,5
juni
»
10,05
58,4
5,176
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,517
83,4
1,54
66,7
37-
66,1
5,09 55,4
11,35
105,1
1.18
6
70,5
juli
9,55
55,5 5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
745
39:90
71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.18
6
70,5
Aug.
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00 78,9
1,58
68:4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.186
70,5
Sept.
8,40 48,8
5,25
40.2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
1,64
71,0
3,55
67.1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.,.
7,40 43,0
4,62
5
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25 60,8
1,63
70,6
36,90
55,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5 1
Nov.
,
7,25 42,2
4,25 32,5 94,50
40,8
82,25
34,9 270,75 58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10.90
100,9 0.85 50,6
Dec.
7,07
5
41,1
4,30 32,9
96,00
41,5
91,00
38,6 247,75 53,6
1,55
67,1
33.50
59,8
7,97
£6,8
10,85
100,5
0.85 50.6
Jan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36.5
207,50 44,9
l,61
69.7
32,25
57,6
6,103
72,2 1
10,30
95,4
0.85
50,6 1
ebr.
1
5,776
33,6 3,90 29,8
87,50
37.8
85,75
36,3
206,25
44,6
1,65
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
1
10,30
95,4
0.85
50,6
2 Maart
5,75
33,4 4,05 31,0
94,00
40,6
96,00
40,7
228,00 48.9
1,52
8
65,8
3′,517i0
63,4 5,55
60,5
1
10,30 95,4
0,85
50,6
5,15
33,4
4,10
31,4
100,-
43,2
104,-
44,7
219,-
47,4
1,52
9
65,8
1
35,5911
63,4
5,50
59,9
1
10,30 95,4
1
0.85
50,6
1
16
.
1
5,70
33,1
4,35 33,2
108,00 46,7
110,00
46,6
218,00 47,2
4,95 53,9
1
10,30 95,4
0.53
31.5 1
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Aiiugtus 1928 (No. 658 en 659) pag.
689190
en 709. °) 79Kg. La Plata.
8)
= Western viSôr
ring van de huidige of fic. not.wlize (Jan. 1928); Barley vanaf 212131; vanaf 912 6415 Z.-Russ.
18
Maart
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
283
sluitingsdagen van (le vorige week tamelijk levendig; in
grove en medio-nummers tw
–
ist zoowel als weït werden
flinke orders geboekt. Di ringgarens is op bescheiden schaal
iets verkocht, doch hoewel er gisteren veer behoorlijk
vraag
was, waren de geboden prijzen over het algemeen aan
den lagen kant, zoodat het resultaat tenslotte ii jet meeviel.
Niettemin werd in twist en weft voor dhooties iii vele
gevallen nogal wat afgesloten. Voor tweevoudig getwijnd
garen is de belangstelling .00wel voor het binnenland als
voor export geringer. Gedurende de sluitingsclagen van de
vorige week was er voor td’ist en weft van Egyptisch garen
flink vraag, en het aantal afsluitingen was daarmede in
overeenstemming. Gisteren echter was (leze vraag weer
‘eel n.nnder. hoewel enkele spinners nog wel vat verkocht
schijnen te hebben, ook fijne. medio bundelgarens voor
Eng-Indië. in tw’éevoudig getwijnd garen voor poplins en
crêpe-garens, clie met kunstzijcle verwerkt w’orden, komen
behoorlijke orders tot stand. Over het algemeen genomen
is cle markt vast, doch de gemaakte prijzen, zoowel voor
garens van Amerikaansche als van Egyptische katoen.
laten wel wat te wenschen over.
Wat de doekmarkt betreft, heeft cle gi-ootere vraag niet dat resultaat opgeleverd. (lat men verwacht had. De gebo-den prijzen zijn over liet algemeen te laag om tot zaken te
leiden, tenzij men wat dichter tot elkander komt. Wat Eng.-
Tndië betreft, moeten wij het resultaat van den uieuwen
geest van samenwerking afwachten. Het duurt geruimen
tijd, voordat afzetgebieden. die aoo langen tijd door politie-
ke strubbelingen geclesorganiseerd zijn, w
–
ee.r belangstelling
gaan toonen. Van den kant van China en de andere Oos-
tersche markteii komen nog wel aanvragen binnen, die
echter vanwege het prijsverschil in vele gevallen terzijde
gelegd moeten worden.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen – 3Mrt. 10Mrt.
4Mrt. II Mrt.. T.T.opBr.-indië 1158,
115f
F.G.F. Sakellaridis 10,10
9,55
T.T. op Hongkong
1071 1151.
G.F. No. 1 Oomra. 3,77 3,50 T.T.opShanghai
112.(
1133
KOFFIE.
De markt bleef sedert het vorig overzicht bijna geheel
onveranderd De wisselkoers in Brazilië onderging zoo goed als geen wijziging en ook in de aanbiedingen van het groote
prodneticlancl kwani in vele gevallen geen verandering,
w’aartegenover echter cle prijzan van andere afladers iets
opliepen.
Aan de termijnmarkt te New-Vork was de stemming,
vooral vooi- het Santos contract, niet onbelangrijk beter en
iie
noteeringeu hiervoor liepen ongeveer
20 k
30 punten
hooger. Deze stijging werd hoofdzakelijk toegeschreven aan
steunaankoopen van Brazilië, doch het viel niet met zeker-
heid te beoordeelen of deze orders afkomstig waren van be-
langhebbenden uit de handc]skringen dan wel of de Regee.
ring of het Verdedigings-Instituut zich wederom met de
zaak bemoeide. Ook cle berichten, uit Brazilië rechtstreeks afkomstig. waren verward en in vele opzichten zelfs tegen.
strijdig, al sehijnt het wel als zeker te klinnen worden aan genomen. dat Brazilië binnen enkele maanden een bespre-
king wil honden niet vertegenwoordigers der andere koff ie-
produceerande landen om maatregelen te beramen ter be-
strijcliiig van de moeilijkheden, waarin het artikel door de
geweldige overproductie is geraakt. Het heet, dat, indien
de andere landen niet willen medewerken tot beperking
van cle productie, Brazilië niet zal overgaan tot het heffen
van cle voorgenomen exportbelasting van
20
pCt. in natura,
doch hoe men zich aldaar de uitvoerbaarheid van beper-
king in de verschillende productielanden denlct, is voorals-
nog onbekend. Bovendien zijn de prijzen, iii het bijzonder
van -de gewasschen Centraal-Amerikaan sche-soorten, nog
volstrekt niet zdddanig gevallen, dat daar vermindering
van productie wenschelijk zou kunnen worden geacht. Ten
slotte is het zeer waarschijnlijk, dat op Brazihiaansche voor-
stellen tot algemeene vermindering der productie geant.
woord zal worden, dat de thans bestaande geweldige over-
productie uitsluitend het gevolg is van de sedert jaren in
Brazilië gevolgde politiek, waardoor het verbruik zich in
den laatsten tijd in de eerste plaats heeft ingesteld op de
zoogenaamcle ,,Milds”, waarvan dan ook geen overschotten
van eanige heteekenis aan wezig zijn, en dat dus voor be-
perking der productie van
deze
soorten op het oogenblik
feitelijk geen enkele aanleiding is.
Volgens dezer dagen ontvangen telegram bedroeg de voor-
raad, in cle hillnenlandsche pakhuizen en cle spoorwegsta-
tions van de Staten Sao Paulo en Minas Geraes terugge-
honden, op
28
Februari
21.067.000
balen tegen
21.739.000
halen op 31 Januari, hetgeen („en vermindering beteekent
van
672.000
halen in de maand Februari. De voorraad in de
regnleerencie pakhuizen van Rio ternggehouden, bedroeg
Op
28
Februari
21.51.2.000
balen tegen
21.569.000
balen op
15 Februari, hetgeen een vermindering beteekent in cle
tweede helft van Februari van
57.000
balen.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de noteerin-
gen vor cle verschillende maanden sedert een week tevoren
ct. op.
De afzet in loco is nog steeds onbevredigend. In de offi.
‘AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)
METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
1
TIN
1
,
l
LOOD
KATOEN WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen Foundry No.3
Standaard
1
locoprijzen
1
Locoprijzen
Middling
Australische, Australische,
HUIDEN
SALPETER
per
Standard
f.
b
Locoprijzen
Londen
1
Londen per
1
Londen
locoprijzen
New York
Merino, 64’s Av.
CrossbredColo-
nial Carded,
Oaaf,open
kop
Old. per
100 KO.
Ounce
Middlesbl:ough
per Eng. ton
Eng. ton
1
per Eng. ton
per Ib.
loco Bradiord
per ib.
SO’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
perEng.ton
Bradford per Ib.
pence
0/
Sh.
01
°jo
£
01
£
0
10
$
cts.
0
10
pence
Olo
pence
01
f1.
%
f1.
0/
o
32
11
8
100,0
731-
100,0 62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
101,0
12,-
100,0
89,3
8616
118,5
58.1(-
93,5
290.17(6
111,1
31.116
85,3
17.55
75,5 47,25
85,9
24,75
83,9
2846
82,0
11,61
96,8
26
3
:4
83,3
731- 100,0
55141-
89,7
290.41-
110,8
21.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89.8
40,43
116,5
11,48
95,7
2611
1
6
81,1
661-
90,4
63.16j-
102,8
227.51-
86.8
21.11-
a7,8
20,00
86,0 51,50
93.6
30,50
103.4
47,58
137,1
11,48
95,7
247
16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15
1
6
77,8
23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70,9
25,25
85.6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
13
14
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
14.116
4(4,6
13,55
58,3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,54
82.0
26
1
4
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.21-
60,7
20,20 86,9 46,75
85,0
28,75
97,3
37,50
108,1
11,70
97,5
25
7
/g
80,7
66j6
91,1
78-/6
125,7
222.111- 85,0
23.26
63,5
20,10
86,5
44,25
80,5 27.75
94,1
34.50 99,4
11,70
97.5
26
81,0
67!-
91,8
89.81-
144,0
221.016
84,4
25.816
69,7
21.25
91,4
44,00
80,0 27,50
93,2 36,
103,7
11,70
97,5
25:
4
/4
80,2
681-
93,2
82.1716
133,5
207.516
79,2
24.161- 68,0
20,45 88,0 43,25
78,6 27,25
92,4
31,50
96,5
11,70
97,5
25
1
/16
2411
4
78,1
75,6
6916
711-
95,2 97,3
75.416
74.111-
121,2
120,1
197.516
200.51-
75,3
76,5
23.191- 23.141-
65,8
65,1
19,40
18,75
83,4
80,6
41,50-
40,00
75,5
72,7
26,25
25,75
89,0
87,3
30.50
31,50
87,9 99,4
11,70
11,70
97,5
97,5
24
5
/,
75,7
7216
99,3
72.1216
117,0
209.516
79,9
22.161- 62,6
18,65
80,2 38,75
70,5
24,75 83,9
32,25 92,9
9,18 76,5 21
1
4
75,7
7216
99,3
73171-
119,0
210.11!-
80,4 23,3
1
–
63,6
‘18,60
80,0 37,00 67,3
24,00 81,4
29,75
85,7
9,28
77,3
23
11
/
73,9
7216
99,3
74.191-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3
34,25 62,3
23,75
80,5
31,25
90,1
9,39 78,3
23
1
16
71,8
7216
99,3
72.161-
117,3
188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50
76,3
– –
9,49
79,1
22(
1
,,
70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182-16
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25 62,3
23,00
78,0 27,25 78,5
9,70
80,8
22
1
14
69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.1816
68,3
21.9/6
59,0
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25 72,0 2
7
,75
80,0
‘
9,90 82,6
20
11
/,
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131-
56,7
21.111-
59,4
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20118
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41- 66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50 51,8
17,75
60,2
2450
70,6
10,21
85,1
19
1
18
59,5
701-
95,9
68.1916
III
1
165.181-
63,4 19.161-
51,6
15,20
65,4
25,25
47,7
16,50
55,9
60,2
10,21
85,1
199/
61,0
6716
92,5
61.31-
985
161.1716
61,8
18.615
50.3
16,45
70,8 27,25
49,5
17,25
58,5
24,13 69,5
10,21
85,1
18
)5
16
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-/-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75 52,3
18,00
61,0 26,25
75,6
10,21
85,1
161116
50,0
6715
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.19/-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
IS
49,9
6716
92,5
48,21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8 24.25
69,9
9,18 76,5
163/
51,0
651-
89,0
47.15/-
76,9
135.516
51.7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25 49,5
16,50
55.9
24,88
71,7
9,28
77,3
I6″Ji
52,0
63/6
87,1
46.6!-
74,6
132.6!-
50,5
17.18/-
49.1
II,-
–
47,3
27,00
49,1
15,75
53.4
2,50
76,4
9,39
78,3
1611,
51,5
5316
6
87,1
43.-/-
69,3
–
117.13/-
44.9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44.5
14,50
49,2 26,25
75,6
949
79,1′
16
5
18
51,9
6316
7
87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.18/6
43,7
10,85
46,7
24,00 43,6
13,00 44,1
25,25
72,8
9,70 80,8
16’/8
51,9
6316
7
87,1
47.6(6 76,2
115 3/-
44,0
15.516
41,9
9,95 42,8 22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90 82,6
13/8
43,2
60/6
82,9 I
45.7/6
73,1
116.8/-
44,4
14.-/6
38,5
10,30
44,3
21.25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
12
1
/,
38,9
58/6
80,3
1
45.1/6 72,6
I17.-/6
44,7
13.5/6
36,4
10,95
47.1
21,75 39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
12’/8
39,3
58)6
80,3
/
47.51-
76,1
123.216
47,0
14.-/-
38,4
11,05
8
47,5
–
–
–
–
21,50″
62,0
10,21
85,1
I33/
–
41,6
58/6
80,3
45.101-
73,3
123.51-
47,1
13.1716
39,1
25,25
11
‘45,9
14,50″
49,2
10,21
85,1
1411,
45,1 5515
80,3
44.1716
72,3
121.10/- 46,4
13.216
36,0
24,00
14
43,6
13,50
14
45,8
10,21
85,1
e invoering van de huidige officieele noteeringswiize (Jan. 19280;vanaf 16 Dec.1929 7415 K.O. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russ,sche.
4
)=
Malting vôôr de invoe-
5)
Jaar- en maandgem. afger. op
1
18
pence.
6)
Noteering Schotland 5916.
7)
581-.
8)
6 Mrt.
9
)13 Mrt.
Is)
7 Mrt.
11)
13 Mrt.
12)
10 Mrt.
13)
5 Mrt.
14)
5 Mrt.
284
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
18 Maart 1931
cieele noteeringen van 28 ct. per 34. K.G. voor Superior
Santos en 26 ct. voor Robusta kwam geen verandering.
De prijzen van gewoon goed besehrcve.n Superior Sautos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 401- á 4116 per
ewt. en van dito Prime ongeveer 421- 5. 43/-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 2613 5. 271-.
Nederlandsch-Indië was voor Palembaug Robusta iets
hooger, doch de andere ongewasschen soorten en ook Ro-
busta W.I.B. waren iets lager. De noteeringcu in de eerste
hand zijn op het oogenblik:
Palembang Robusta, Maart-verscheping, 16% ct.; Ben-
koelen Robusta, Maart-verscheping,
l67/
et.; Mandheling
Robusta, Maart-verscheping, 18% ct.; W.I.B. faq. Robus-
ta, Maart-verscheping, 239/
4
ct., alles per
1
/
2
K….if, uit-
geleverd gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gcldellde
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Mrt
Mei
Sept.
Dec.
16
Maart
………….
$5.19
$ 5.33
$
5.48
$
5.56
9
Maart
…………..,5.13
,,5.15
,,5.31
,,5.40
2
Maart
…………………
5,14
,, 5.33
,, 5.38
21
Februari
………….5,35
115.43
,, 5.45
,, 5.46
Rotterdam, 17 Maart 1931.
THEE.
De onafgebroken prijsdaling, die de theemarkt gedurende
cle laatste weken te zien lieef t gegeven, is eindelijk tot staan
gekomen en toonde de afgeloopen week een beter aspect.
])e Londensche veilingen hadden over het algemeen een
vlot verloop en cle prijzen waren bij goede vraag ongeveer prijshoudend. Midden-kwaliteiten •gruisthee en theeën met
veel geel trokken flinke belangstelling cii de laatsten
waren dikwijls duurder.
Voor bladthee was iets minder vraag.
Volgens mededeelingen van de Vereeniging voor de Thee-
cultuur in Nederlandsch-Indië bedroeg de thee-uitvoer van
Java gedurende de maand Februari 5.017.000 KG. tegenover
5.534.000 KG. in Februari 1930. Voor de maanden Januari-
Februari beliep cle uitvoer 11.515.000 KG. tegenover
11.494.000 KG. in 1930.
Amsterdam, 16 Maart 1931.
VRACHTENMARKT.
Graan oan Noord-Amerika..
De graanmarkt toonde geener-
lei opleving, definitieve orders zijn schaarsch. Van de
Northern Range is de hoogste noteering voor prompt laden
$ 0.08 naar Antwerpen of Rotterdam en $ 0.09 naar Bre-
uren of Hamburg, tegen welke cijfers evenwel geen tonnage
ken worden verkregen.
Noord-Pacific.
Deze markt was iets levendiger, alhoewel de vrachten laag blijven. Een boot van 6800 ton per Maart,
werd afgesloten van Vancouver tegen 22/6, optie Portland
2219, naar U.1L/Coutinent, terwijl een boot van 8200 ton
10 pCt., per 10/30 April werd bevracht van Vaucouver of
Victoria tegen 2216, optie Prince Rupert laden tegen 9 J. extra, naar U.E./Continent, 6 d. reductie naar Antwerpen
of Rotterdam en de opties Middella.ndsche Zee cii Adriati-
sche Zee of Griekenland tegen rcsp. 216 en 5/- extra.
La Plata Rivier.
Terwijl voor Maart booten de vraag vrij
beperkt is, is er een goede vraag voor booten van iedere
grootte per April. Een prompte boot van 5300 ton, 10 pCt., werd van de J3ovenrivier afgesloten tegen
2016
naar Ant-
werpen, Rotterdam of Amsterdam. Voor April ruimte werd
tot 19/- betaald van niet boven San Lorenzo naar U.K.fCon-
tinent, terwijl 1813 naar Antwerpen, optie Rotterdam 1816,
werd betaald voor een boot van 6500 ton 10 pCt.
MiddeUandsche Zee.
Nog altijd kan van deze markt geen
verbetering worden gerapporteerd en het is ook niet waar-
schijnlijk, dat dit binnenkort het geval zal zijn.
De volgende ertsladingen werden afgesloten: Sicilië/Hull
716, Larmes/Rotterdam 519, La Goulette/Barrow 516, Huel-
va/Rotterdam 413, Antwerpen of Gent 516, Danzig 6110%, Runcorn 719, Immingham 6/3 en Garston 71-, optie een ge-
deelte der lading naar Port-Talbot tegen 9/9. Er is een iets
betere vraag naar scheepsruimte per April voor fosfant.
Kolen van Groot-Brittannië.
De vraag naar kolen ver-
betert niet en de zaken, die gedaan worden, zijn onvol-
doende om de mijnen op volle kracht tte laten werken, ter-
wijl sommige mijnen geheel stopgezet zijn, tengevolge van
een staking tegen de loonsverlaging van eenigen tijd ge-
leden. Deze moeilijkheden kuflnen echter slechts van korten duur
zijn,
daar de staking niet door alle mijnwerkers wordt
gesteund, nog door hun organisaties.
Van Zuicl-Wales werd afgesloten naar Rouaan tegen 3/6,
Lissabon 616, Cndiz 6f7% Gibraltar 5/9, Algiers 71-, Mar-
seille 619, Oenua 6/6, [‘riëst 813, Piraeus 6/9, Beyrout/Alex-
andrette 819 één, 9/3 beide havens, Alexairclrië 7/1%, Port-
Said 7/., Casablanca 6/-, Las Palnied 619, Buenos Aires
101-,
en een haven Northern States 71-, terwijl van de Oost-
kust werd afgesloten : Wyborg 4/9, Horsena 419, Odense
4/434, Aalborg 4f1.0%, Elbe 3/9, Rouaan 3/6, i3ordeaux 5/6,
Bilbao 519, Algiers 71-, Marseille 7/9, Genua 616, Triëst 719,
Port-Said 713 en Las Palmas 71-.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS
RUBBER5)
Standaard
SUIKER KOFFIE
THEE
COPRA
Indexcijter
v/h. Centr. B.
IndexciJfer
van The
Ribbed Smoked
Witte kristal-
suiker loco
Robusta
Locoprijzen
All. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Ned.-Iud. f.m.s
v. d. Stat.,
Economlst,
Sheets
loco Londen
R’dam/A’dam.
Rotterdam
Java- en Suma-
per
lol,
K.G.
Amsterdam
lierleld
van 1913= 100
herleid
1927
=
100
per Ib.
per 100 K.O.
per
1/,
K.G.
tratlieep.1/,KQ.
tot 1925= 100
tot 1925= 100
Sh.
0
10
5.
Of
g
cts.
01
cts.
01
f
01
Jaargemidd. 1925
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0 35,815 100,0
100,0
100,0
1926
21-
67,4
17,50
93,3 55,375 90,2 94,25
111,5
34,-
94,8
93,2
92,9
1927
116,375
51,6
19,12
5
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,625
90,9
95,4
89,5
1928
-110,75
30,2
15,85
84,5
.49,625
80,9 75,25
89.1
31,876
88,9
96,4
87,6
1929
-110,25 28.8
13,-
69,3
50,75
82,7
69.25
82,0
27,3:
5
76.3 91,6
82,6
19130
-/5,875
16,5
9,60 51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,52
5
63,1
75,5
69,4
Januari
1929
-19,875 27,9
13,77
5
73,5
53,125 86,6 77,25
91,4
29,-
80,8 94,2
84,6
Februari
•
1/-
33,7
13,37
6
71,3
54
88,0
74,25
87,9
28.62
5
7i,8
94,2 85,4
Maart
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
27,62
5
77,0
94,8
85,8
April
,,
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0 74,25
87,9
26,75
74,6 92,9
83,9
Mei
,,
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0 73,50
87,0
25,87
5
72,1
91,6 81,7
luni
,,
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
24,87
5
69,3
91,0
81,9
Juli
,,
-111
30,9
13,42
5
71,6
54
88,0 68,50
81,1
27,50
76,7
91,0
83,7
Augustus
-110,5
29,5
13,00
69,3 53,50
87,2.
64
75,6
27,25
76,0 91,6
83,6
September
-/10125
28,4
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6
28,25
78,7
91,0
82,0
October
,,
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
27,0
76,7
90,3
80,5
November
,,
December
,,
-18,125
-/8
22,8 22,5
12.50
12,07
5
66,7 64,4
41,75 36,75
68,0 59,9
66,50
60,75
78,7
71,8
27,25
27,125
76,0 75.6
88,4
87,1
78,8 78,8
Januari
1930
-/7,375
20,7
11,67
5
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26.875
74,9
84,5
76,9
Februari
»
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
2615
73,5
81,3
75,2
Maart
,,
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70.4
78,7
74,2
April
,,
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
.
57,0
59,50
70,4
26,12
5
72,8 78,7
72,8
Mei
,,
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
55,6 58 68,6
25,
1
0
71,1
76,1
72,0
u
Jni
,,
-16,125
•17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
22875
63,8
76,1
70,4
Juli
-15,
1
325
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
74,2
69,3
Augustus
-14,875
13,8
8.50 45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55.7
73,5
67,9
September ,,
-14,125
11,6
7,976
42,5
28,25
46,0
59.50
70,4
19,25
53.7
72,3
65,4
October
-/4
11,2
8,62
5
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18.75
52,3
.
71,6
64,6
November
,,
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
68.25
80,8
19,37
5
54,0
71,0
63,3
December
,,
-1
4
,3
7
5
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79.0
19,-
53,0 69,0 61,3
Januari
1
931
-1
4
.
2
5
11,9
8,20
43,7
28
456
66,25
78,4
18,25
50,9
67,7 59,2
Februari
-13,875
10,9
8.20
43.7 26,25
42,8
53 62,7
18,125
50,7
67,1
59,4
2 Maart
,,
-/3.8125
10,7
8,25
44.0
26
42.4
4412
52,1
18,15
52.3
9
,,
,,
-13,875
10,9
8,25
44,0
26
42,4
19,-
53,0
”
16
,,
,,
-/3,8125
10,7
8,25
44,0
26
42,4
18,50
51,6