9 JULI 1930
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
EconomischmdStatistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLÂD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
15 JAAiGANG
WOENSDAG 9 JULI 1930
No. 758
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn ,Stuart.
ECONOMI$CI1-STATISTISCIIE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. ilIr. D. van Blom; J. van Rasselt; Jhr. Mr. L.H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. ?’J. J.
Polaic; Mr. Dr. L. F. B. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. jhr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: B. M. B. A. van der Valk. Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnententsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Kôloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateur8 van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s tlitgevers.Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.
8 JULI 1930.
In den toestanil van de geldmarkt kwam ook deze
week bijna geen verandering. De geldvraag voor de
maandswisseling viel erg tegen. Particulier disconto
liep, na de kleine stijging van de vorige week, weder
snel terug en daalde tot 1/i6
pOt. De meeste geld-
gevers houden zich op dezen prijs terug. Het aanbod van wissels is echter buitengewoon klein, zoodat het
niet onmogelijk is, dat° nog een verdere inzinking
plaats vindt. Ook proÏongatie Was weder lager. De
noteering schommelde tusschen 1% en 2 pOt.; even-
eens met bijna geen zaken. Alleen cailgeld was bij de
maandswisseling iets meer gezocht, zoodat 2 pOt. te
maken was. Later kon men echter weder voor 1%
1
pOt.
slagen.
Op de balans van De Nederlandsche Bank toont de
post binnenlandsche wissels een vermindering van
f
600.000. De beleeningen blijken met
f
21,2 millioen
te
zijn
afgenomen.
De goudvoorraad der Bank bleef practisch onver-
anderd. Dc zilvervoorraad daalde met
f
700.000. De
post papier op het buitenland en de diverse rekeningen
op de actief zijde der balans klommen resp. met
f 100.000
en
f
1,5 millioen.
De biljettencirculatie geeft een daling van
f
9,2
millioen te zien. Het tegoed van het Rijk liep met
f
12,6 millioen terug, terwijl de rekening-courant-saldi
van anderen met
f 1,1
millioen toenamen. Het be-
schikbaar metaalsaldo bedraagt
f
7,8 millioen meer
dan verleden week. Het dekkingspercentage is 53%.
* *
*
Do wisselkoersen waren deze week hoogst onzeker.
Een voorname oorzaak daarvoor is te vinden in het
terugloopen van den Dollar in Londen, die van 4.8597
na eenige schommelingen op 4.8655 kwam. Het Pond,
dat hier aanvankelijk van
12.091/16
op 12.O8
7
/s terug-
liep, verbeterde weder geleidelijk aan en sloot op
12.09%. Zoowel de Dollar in Londen – resp. het
Pond in New-York – als het Pond Sterling hier te
lande werden beïnvloed door de hoogere geldkoersen
in Londen, welke het aanhouden van sald.i daar aan-trekkelijker maakt. De Dollar, die de week op 2.4876
begon, moest hier dus wel dalen en kwam tenslotte dan
ook op 2.4856. Marken waren eveneens onzeker en
liepen van 59.29 op 59.27 terug, doch reageerden
weder tot 59.28 (Ponden tegen Marken 20.40). Fran-
sche Franken waren heel gezocht en noteerden eenigen
tijd 9.78; slot 9.7714. Ponden waren in Parijs in het
eerst flink aangeboden en daalden tot ca. 123.60, doch
konden zich tot 123.71 herstellen. Belga’s vast:
34.73%. Evenzoo Zwitsersche Francs 48.26. Lires
•daarentegen lager op 13.02. Ook de Skandinavische
wissels lager: Kopenhagen 66.59, Oslo 66.58 – dus
veder onder Kopenhagen – Stockholm 66.79. Bij den
Peseta vielen weder ouderwetsche schommelingen
waar te nemen; hoe onbetrouwbaar de koers was, toont
het volgend koersverloop: 27.20-29.25-28.30-29.10
—2860-20.25. Zloty’s flauwer 27.86. Yen bleven ca.
1.23, Rupees 90. Rio heel flauw op geruchten over
minder rooskleurige vooruitzichten. Na tot op 26% te
zijn teruggeloopen, kwam het slot op 27/4. Ook de
Argentijnsche Peso liep nog verder naar beneden en
kwam op 87%; slot 88%. De marges tussehen de contante en de termijnkoer-
sen krompen in. Gisteren vervielen talrijke Ponden-
termijnposten, welke Ponden resul.teerden uit Ponden-
terrnijnverkoopen van een onzer groote Maatschap-
pijen, ten behoeve harer dividéndbetali.ng. Waar de
Pondenkoers voor degenen, die de posten moesten
overnemen geen of bijna geen winst bood, werden vele
dezer affaires nog voor 1 maand verlengd. Het gevolg
was, dat éénmaands Ponden van % c. disagio op Y4 c.
disagio kwamen. Driernaands Ponden veranderden
slechts weinig en noteerden tenslotte 3
1
s c. onder den
kassakoers. Maands-Dollars noteerden – ook tenge-
volge van den lagen Dollarkoers – een agio van 2%-
3/2 c., driemaands een agio van 3-5 c. Een- en drie-
maands Marke noteerden 214-1% resp.
6%-5
1
12
C.
onder den contanten koers.
LONDEN, 7 JULI 1930.
De laatste dag van Juni, die in de vorige week viel,
bracht een grootere geld vraag met zich dan verwacht
was, zoodat het gezamenlijke bedrag, dat van de Bank
van Engeland geleend werd voor het einde van ht
halfjaar toch nog zeer respectabele afmetingen heeft
aangenomen.. Sedert Dinsdag wordt de Bank nu weder geleidelijk afbetaald, hetgeen Woensdag a.s. beëindigd
zal zijn. Eerst dan zal men kunnen overzien, hoe de
positi.e van de geldmarkt zal zijn. Verwacht, wordt
echter, dat geld nog eenigen
tijd
gemakkelijk za]
blijven.
Op de discontomarkt ontwikkelde zich vooral tegen
het einde der week een zeer vaste tendens uit hoofde van den lagen koers van den Franc, die weder goud-
onttrekkingen mogelijk maakt. Wel’vloeiden alleen be-
trekkelijk kleine posten af, maar het werd bekend, dat
het totale bedrag vrij groot zoude worden (een paar
millioen pond). .
618
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Ju1i 1930
DE UITGIFTE DER ZUIDERZEEGRONDEN.
Bij besluit van den Minister vn Waterstaat van
24 Dec. 1926 werd ingesteld een Commissie in
zake
het bestudeeren van de vraag, hoe de uitgifte der
Zuiderzeegronden dient te geschieden. Deze Commis-
sie bracht dezer dagen haar verslag uit, waarover ik
het een en ‘ander wensch op te merken.
Het Verslag is ingedeeld in drie hoofdstukken, be-
handelende achtereenvolgens: lo. juridisch-sociale
vraagstukken, 2o. agrarische vraagstukken en 3o. ad-
ministratief-sociale vraagstukken. Voorts zijn aan het
verslag toegevoegd verschillende bijlagen, waaronder
zijn te noemen een door Prof. Mr. F. G. Scheltema te
Amsterdam samengesteld wetsontwerp met Memorie
van Toelichting in zake instelling van het orgaan
,,De Wieringermeer”, alsmede eenige nota’svan leden,
die op bepaalde punten een andere zienswijze hebben
dan de meerderheid.
Het derde hoofdstuk zal door mij stilzwijgend wor-
den voorbijgegaan. Mijn opmerkingen zullen alleen
betreffen de eerste twee hoofdstukken, waariii de
eigenlijke uitgifte wordt behandeld, alsmede de bij-
lagen voor zoover zij met die uitgifte in onmiddellijk
verband staan.
De Commissie begint haar verslag met er opte wij-
zen, dat zij bij hare overwegingen heeft onderschei-
den twee perioden: de eerste, onmiddellijk op de
drooglegging volgende, waarin alle maatregelen die-
nen te worden genomen, om den nieuwen bodem zoo
sjjoedig mogelijk cultuurrijp en bewoonbaar te maken;
de tweede, waarin het landbouwbedrijf zonder bijzon-
dere risièo’s zal kunnen worden uitgeoefend. De eerste periode kan men dus beschouwen als de voorbereiding
tot de tweede, die der eigenlijke exploitatie. –
Omtrent de eerste periode nu is de Commissie een-
stemmig van oordeel, dat de grond
in
het bezit van
den Staat moet blijven en deze zich met het cultuur-
rijp maken moet belasten door middel van daarvoor
in te stellen speciale publiekrechtelijke organén. Het
in de bijlagen opgenomen wetsontwerp heeft betrek-
king op het orgaan, dat voor de Wierinermeer dient
te worden ingesteld en den naam zal dragen van ,,De
Wieringermeer”.
Minder eenstemmig is de Commissie over de te
volgen gedragslijn in de tweede periode. in de eerste
plaats handelt het verslag over den verkoop der gron-
den. Een minderheid verklaarde zich daarvoor. De
groote meerderheid der Commissie acht echter ver-
koop uit een sociaal en economisch oogpunt te ontra-
den. In de tweede plaats komt ter sprake de over-
heidsexploitatie. Een minderheid der Commissie be-
veelt deze overheidsexploitatie sterk aan. De meer-
derheid meent echter, dat zij in het algemeen niet
kan worden aanbevolen. Bij slechts weinig leden was
deze meening evenwel het gevolg van principieele
overwegingen. Men achtte daarom een proefneming
wel gewenscht. Zoo wordt dan aanbevolen 25 pOt. der
Wieringermeergronden ook na het cultuurrijp maken
bij
wijze
van proef door den Staat te doen exploitee-
ren onder leiding van het orgaan ,,De Wieringer-
meer”. Met betrekking tot dit punt zijn twee nota’s
aan het verslag toegevoegd. De eene is van de heeren
L. H. Mansholt en Th. van der Waerden
;
die uitvoe-
rig. uiteen zetten, waarom zij overheidsexploitatie voor
het geheele droog te maken gebied wenscheljk achten.
De tweede nota, van de heeren Chr. v. d. Heuvel, B.
W. Okma en P. A. Diepenhorst, verdedigt het tegen-
overgestelde standpunt en wijst ook de proef, met
overheidsexploitatie te nemen, af.
•
Wat de overige gronden betreft, meent de Com-
missie, dat als definitieve regeling de tijdpacht niet
aanvaardbaar is, doch
dét
de uitgifte moet geschieden
in altijd durende erfpacht met ‘naar vaste maatstaven
om de 10 t 20 jren op niéü* vast te stellen canon.
Alleen als overgang tot On voor zoover noodig als
aanvulling van de erfpéht kan, naar het oordeel der
Commissie, met het stelsel van tijdpacht genoegen
INHÔUD.
Blz.
DE UITGIFTE DER ZUIDERZEEGRONDEN
door
J.
Smid.. 618
De Javasche Bankwet door
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn
Stuart
……………………………………
620
Derde Internationale Credietverzekeringsconferentie 1
door
Mr. E. L. G. den Dooren de Jong ……….622
Een belangrijk wetsontwerp (Wijziging van de Comp-
tabiliteitswet) door
Mr. L. A. Kesper …………623
De Engelsche bankiers en de vrijhandel door
Prof. Mr.
Dr. G. M. Verrjn Stuart ……………………624
AANTEEKENINGEN:
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
624
Het prijsverloop van groothandelsartikelen gedu-
rende het tweede kwartaal van
1930 II
(Slot) ..
626
De uitvoer van zilvergeld uit Suriname……….
630
Conj unctuurgegevens betreffende de Vereenigde Staten 631
Ontvangen boeken …………………………..
630
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
632-636
Geidkoersen.
Bank8taten.
Verkeerswezen. Wisselkoersen.
I
Goederenhandel.
worden genomen, gewijzigd in den door haar aange-
geven zin.
Ziehier dus in het kort de voorstellen der Com-
missie: overheidsexploitatie gedurende de periode van
het cultuurrijp maken; daarna als definitieve regeling
geen verkoop, maar overheidsexploitatie bij wijze vaij
proef van 25 pOt. der oppervlakte van de Wieringer-
meer en voori het overige altijd durede erfpacht met
wisselenden canon en tijdelijk, als overgang tot erf
–
pacht, een gewijzigde tijdpacht.
Wat valt nu van deze voorstellen te zeggen?
Bij de uitgifte zijn inzonderheid twee doeleinden
na te streven. Eenerzijds het terugontvangen of het
maken van een behoorlijke rente van de door den
Staat in le droogmaking gestoken kapitalen. En
anderzijds het verzekeren aan de toekomstige hevonefs
der drooggemaakte Zuiderzee van1een’ ruimer én
vaster bestaan dan de overgroote meerderheid onzer
landbouwers en landarbeiders genieten. Het wil mij
nu voorkomen, dat, het heel moeilijk is, aan beide doel-
einden recht te doen wedervaren, tenzij de finan-
cieele uitkomsten van het landbouwbedrijf in de toe-
komst belangrijk gunstiger worden, niet alleen dan
zij op het oogenblik
zijn,
maar ook dan zij in de laatste
acht h negen jaren zijn geweest.
Wil men den arbeid van landbouwer en arbeider
beloonert op een wijze, die in redelijke verhouding
staat tot de belooning van stëdelijken en industriëelen
arbeid, dan behoeft naen aan rente voor den Staat
niet te denken, ook naar alle waarschijnlijkheid niet,
indien de prijzen der landbouwproducten weer stijgen
tot het niveau, waarop zij voor de laatste groote in-
zinking stonden.
De moeilijkheden, waarvoor men in deze hoogst-
waarschijnlijk zal komen te staan, ,worden eigenlijk
reeds voorbereid in de periode van het cultuurrijp
– maken. Ik ben het geheel met de Commissie eens,
waar zij betoogt, dat, naar vroegere evaringen heb-
ben geleerd, het overlaten van dit eultuurrijp maken
aan de kolonisten zulke groote risico’s voor hen met
zich brengt, en voor velen hunner zulke groote schade
tengevolge kan hebben, dat het succes der droogma-
kerij daardoor ernstig in gevaar dreigt te worden ge-
bracht.
Ik kan dan ook begrijpen, dat de Commissie op
grond daarvan eenstemmig tot de conclusie is geko-
men, dit cultuurrijp maken te doen geschieden door
den Staat of althans door een Staatsorgaan. Er is
intusschen 66n bezwaar, waaraan de Comnissie blijk-
baar geen aandacht heeft geschonken. Men denkt in
deze periode noodig te hebben voor den Wieringer-
meerpolder een duizendtal vaste arbeiders; terwijl
men voor het overige gebruik wenscht te maken van
seizoenarbeiders. Deze vaste arbeiders zullen in dienst
zijn van het te stichten overheidoigaan. Het loon,
dat zij verdienen, zal dus moeten staan. op de hoogte
9 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
619
(Go, -tj
t
clei overige overheidslooneri. En als men
s
. eenmaal
(lezen loonstandaard heeft aanvaard, zal daarin moei-lijk weer verandering kunnen worden gebracht. Zeker
niet voor zoover betreft do later toe te passen defirn-
tieve overheidsexploitatie. En zeer waarschijnlijk ok
niet voor zoover cle eXploitatie door particulieren zal
geschieden. Daarmede is echter clan ook uitgemaakt,
da t van lTrite voor den Staat weinJg sprake kan zijn,
tenzij
een belangrijke stijging van de I)rijZen der land-
bouwproducten intreedt.
Ten aanzien van dé voor de tweede, definitieve
periode te volgen gedragslijn werd reeds opgemerkt,
dat een groote meerderheid der Commissie zich tegen
vericoop verklaarde. Door een minderheid werd deze
aanbevolen, eensdeels omdat zij meende, dat de Staa.t
niet meer grond moet bezitten dan voor de uitoefening van zijne staatsrechteljke functi.ën noodig is en ander-
deels, omdat zij van de exploitatie door den eigenaar
de grootste voordeelen ten bate van het algemeen be-
lang verwacht. In dit verband wrerd vooral gewezen
op de groote beteekenis, die de vestiging van een kapi-
taaikrachtigen, eigengeërfden boerenstancl voor het
geheele economisch leven der streek zal hebben. De
meerderheid stelde zieli echter
0])
een ander stand-
punt. Zij legde er inzonderheid den nadruk
0.1),
dat
bij verkoop de kans bestaat, dat, vooral op den duur,
(Let de verbruiker maar cle gelcibelegger het vate
gcbruiksrecht krijgt. Men zou. dan tevens den voor
het algemeen belang zeer ondienstigen belangenstrijd
krijgen tussehen eigenaar en pachter.
Tot zoover het rapport. 1-let wil mij voorkomen,
dat met betrekking tot dit punt nog wel meer valt
te zeggen clan door beide partijen blijkbaar is gedaan.
In de eerste plaats is het de vraag, of de bezwaren
tegen ons pachtstelsel niet veel meer een uitvinding
zijn van buiten den landbouw staande personen dan
(lat zij voortkomen uit den landbouwenden stand zelf.
l)it in het oog houdende, kan ik het niet alleen niet
als een kwaad beschouwen, dat cle grond een object
van geldbelegging is voor niet-landbouwers, maar zie
ik daarin :in menig opzicht zelfs iets, dat zeer wensche-
lijk is. En ik denk hier ook vooral aan cle belegging
(Ier spaarpenningen van den kleinen man. De erva-
ri ig in cle oorlogsjaren heeft geleerd, hoe onzeker
de belegging in ook de meest solide obligatiën is.
Zoolang men geen zekerheid heeft, dat de regeeringen
niet zullen overgaan tot het misbruiken der biljetten-
pers of men nog niet tot een regeling is gekomen,
waardoor schuldvorderingen los ‘orden gemaakt van
het onbetrouwbare papieren geld zal men goed doen,
voural uit soc.iaal oogpunt,
bcieggjng niet uit te schakelen. En zoo zou het wel-
1i Iïtaanibë1i ng verdinhet bezit der Zuiderzee-
gronden te doen overgaan in handen van een of moer
naamlooze vennootschappen, die haar aan.deelenka-
pi taal onder een zoo groot mogelijk deel der bevolkiig
plaatsen. Of de exploitatie dan door die vennoot-
schappen zelf of wel door pachters zou moeten ge-
schieclen, zou men aan haar kunnen overlaten. In
eik geval komt liet mij allerminst voor te zijn in. het
belang van de landbouwende bevolking, de gelegen-
heid, om. een bedrijf te kunnen pachten, geheel uit
te schakelen.
Over overheidsexploitatie is .op de vergaderingen
der Commissie blijkbaar uitvoerig van gedachten ge-
wisseld. i)it blijkt zoowel uit het rapport als uitde
uitvoerige nota van de heeren Mansholt en v. d.
Waerden. Men mag over overheidsexploitatie denken zooals men wil, het kan moeilijk worden ontkend, dat
iii deze nota zeer belangrijke opmerkingen worden
gemaakt. Het bestek van mijn opstel laat niet toe,
hierop al te diep in te gaan. Bij twee punten moet
ik echter even stil staan. In de eérste plaats bij dc
door de heeren Mansholt en v. d. Waerden uitgespro-
ken bewering, dat de vrees der tegenstanders van
staatsexploitatie voor politieke inmenging in de
arbeidsverhoudingen denkbeeldig moet worden geacht
en de sôciaal-democraten zich (laar•vbor • iii elk geval
wel zullen w’achten.
Naar liet mij voorlcomt, heeft de praictijk tot . dus-
verre maar al te duidelijk het tegenovergestelde ge-
leercl. En ilc betwijfel ook zeer, of liet personeel, dat
de staatsbedrijven zal exploiteeren, de sociaal-demo-
craten tegenover zichi’zal vinden, indien het een be-
looning eischt, die in overeenstemming is met den
algemeenen stedelijken en industnieelen loonstandaard.
ik vind – dit zij terloops opgemerkt – dezen e.isch
geenszins onbillijk. Maar dan moèt hij ook gelden
voor het andere cleelder landbouwende bevollcing en
moet men de prijzen der producten zoodanig beïnvloe-
den, dat een behoorlijic loon betaald hcan worden.
Alleen dat deel der landbouwende bevolhcing, hctwelk
de staatsgrondeii exploiteert, op kosten (Ier gemeen-
schap in betere conditie te brengen, lijlct mij weinig
aanbevelenswaardig.
Als een argument voor overheidsexploitatie wordt
in de genoemde nota aangevoerd het gunstig resul-
taat, verkregen hij de exploitatie der 0-ron i uger stads-
boerderijen. Mi. moet daarbij echter niet worden ver-geten, dat hier bonen w’orden betaald overeenkomen-
cle met ciie in het particuliere bedrijf. Of (leze toe-
standmu worden gehandhaafd, indien. de boki7
ah5iders kiezers waren voor den Oioiiinger gemeen-
td;taat m.i. zeer te bezien.
E61 ander punt, door de heereii Maasholt en v. d.
Waerden ter sprake gebracht, is liet huitengeivoon
groote risico, dat tegenwoordig de landhouwer op zich
moet nemen. lIc ben het geheel met hen eens, waar zij beweren, dat de constellatie voor niet zeer kapi-
taalkrachtige personen langzamerhand vrijwel on-
houdbaar wordt. De schrijvers der nota zien de oplos-
sing uit den aard der zaak in overheidsexploitatie.
Wie deze niet wil, staat bij cle verdediging van zijn
standpunt m.i. zwak, w’anneer hij er niet in slaagt,
dei weg aan te geven, langs welken.
hij
particuliere
exploitatie aan den landbouwer een redelijke bestaans-
zekerheid kan worden gewaarborgd.
In verband met dit groote risico wil ik nog een
opmerking malcen naar aanleiding van het uit het
rapport der Commiss:ie naar voren. Icomende streven,
om ook minder hemiddelde landbouwers liet verkrij-
gen van een bedrijf in de Zuiderzeepolders mogelijk
te maken. Men rekent er zelfs op, dat de kolonisten
in het algemeen weinig kapitaalkraehtig zullen zijn.
Vandaar de sympathie voor liet erfpachtstelsel. Van-
daar ook de bijzondere maatregelen, die cle Commissie
wenscht te nemen inzake het verkrijgen van bedrijfs-
crediet, aangezien in het gebied wel niet cladehijk
hoerenleenhailcen gevestigd zullen zijn. Ik geloof, dat
men zich hier op zeer gevaarlijk terrein begeeft. liet
is de bedoeling, dat de erfpachtseanon overeen, zal
komen met dle geheele pachtwaarde. Welnu, een land-
bouwer, die jaarlijks een dergelijke som heef t te beta-len en nog niet eens l)esehikt over zijn eigen heclrijfs-
kapitaal, lijkt mij toe, allerminst te voldoen aan de
eischen, die liet groote aan het bedrijf verbouden
risico aan de kaptaalkracht van den ondernemer
stelt.
Tenslotte iets over de belangrijkste conclusie, waar-
toe cle Commissie is gekomen, nl. de uitgifte der
gronden in altijddurende erfpacht met wisselenden
canon. De lozing van het aeaddhiisch betoog, waar-
mede dit stelsel in liet rapport w’ordt aanbevolen,
geeft den indruk, dat men hiermede meent den steen
der wijzen te hebben gevonden. De bebouwen zal Icrij-
gen
vast gebruilcsiecht, waardoor men de voor-
be
ni,
verbonden aan de exploitatie door eigenaars,
oopt declachtig te worden. De lanclbouwer zal echter
niet het aanzienlijke Icapitaal behoeven, waarover de
eigengeëerfde moet beschikken. En tenslotte zal donr
de veranderlijkheicl van den canon de Staat profitee-
ren van de uit maatschappelijke oorzaken voortvloei-
ende waardestijging va den grond.
Ik heb, eerlijk gezegd, dit betoog met zekere ver-
bazing gelezen. En het verwondert mij dan ook niet,
1/,”,
620
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1930
dat verschillende met, de landbouwpraktijk in nauwe
relatie staande leden der Commissie, zich met dit
voorstel niet hebben kunnen vereenigen en van hunne
afwijkende meening in afzonderlijke nota’s doen
blijken.
De heeren Mansholt en v. d. Waerden verklaren in
hunne nota in zake overheidsexploitatie, dat, als voor
hen de keuze stond tusschen erfpacht en tijdpacht,
zij zonder voorbehoud de voorkeur zouden geven aan
de laatste. Zoowel door de heeren LoÜ,es en Okma
als door den heer Westerdijk wordt in hunne speciaal
tegen den voorgestelden vorm •van erfpacht gerichte
nota’s de voorkeur gegeven aan een ‘orm van uit-
gifte, die tot den vollen eigendom kan leiden of in
elk geval alle werkelijke kenmerken van den eigen-
dom in zich vereenigt en niet als erfpacht met wisse-
lenden canon do voornaamste kenmerken van den
eigendom mist. De heer Westerdijk meent, dat men
een vasten canon moet nemen van hij’. 75 pOt. der
pachtwaarde en dan het erfpachtsrecht publiek moét
‘rkoopen.
In beide genoemde nota’s wordt wel als het grootste
bezwaar tegen den wisselenden canon naar voren ge-
bracht de moeilijkheid van het opnieuw vaststellen
van den canon. De Commissie stelt zich voor, dat
alleen verhooging gemotiveerd is, voor zoover de
waarde is vooruitgegaan door de conjunctuur, terwijl
do vaardeverhooging door toedoen van den erfpachter
aai:i dezen ten goede moet komen.
In theorie lijkt dit heel aardig. De moeilijkheid is
editer, dat de twee oorzaken van waardevermeerde-
ring niet zijn te scheiden. :0e erfpachter zal daarpm
de vrees niet van zich kunnen zetten, dat door hem
aangebrachte verbeteringen’ zullen leiden ‘tot verhoo-ging van den canon. Waar deze vrees voorzit, zeggen
cle heeren Louwes en Okma m.i. terecht, zal de nei-
ging, om de productiviteit der bedrijven zoo hoog
mogelijk op te voeren, ontbreken. Men zal’ do boerderij
weliswaar niet verwaarloozen, maar men zal haar op
een zelfde peil houden. Kortom men zal krijgen een
conservatieve achterlijke gemeenschap van staatserf-
pachters.
Alles wei beschouwd, wil het mij voorkomen, dat iiet dit rapport
h
et laatste woord over de uitgifte der
Zuiderzeegronden nog niet is gezegd. Het
schijnt
mij
daarbij niet onwaarschijnlijk, dat de bestudeering van de huidige landbouwcrisis deze uitgifte in menig op-
‘.cieh.t nog i.n een ander licbt zal plaatsen.
J. SMID.
Voorburg.
DE JAVASCHE BANKWET.
De Regeering heeft op 10 Juni ji. een wetsvoor-
stel ingediend, hetwelk de strekking heeft om enkele
bepa]ingei:i in het Octrooi van de Javasche Bank
Le wijzigen. Dit Octrooi is laatstelijk vastgesteld hij
de Javasche Bankwet van 1922 en geldt tot 31. Maart
937. Wij staan hier dus voor een van de niet zeer
frequènte pogingen tot tusschentijdsche wijziging.
In de Memorie van Toelichting tot het ontwerp
wordt eraan herinnerd, dat het goudwissel- en goud-
kernstelsel den grondslag vormt van de politiek der
.Tavasche Bank. Niet alle bepalingen van de Javasclie
Bankwet 1922 zijn echter met dit beginsel in overeen-
stemming. ,,Het verdient aanbeveling deze wet te her-
zien, omdat i)e Javasche Bank bij het in toepassing
brengen van evenbedoeld stelsel, hetwelk uit de prak-
tijk is voortgekomen eu voor Indië algemeen als het juiste ‘wordt erkend, geen belemmering ondervincie
van de bepalingen van haar octrooi.”
Met dit uitgangspunt gaan wij accoord. Zoolang aan
het goud als basis van het ruilmiddel wordt vastge-
houdèn – en voorloopig is dat het geval – is een
goudkern- en goudwisselpolitiek, waarbij de goudvoor-
raad en de buitenlandsche wisselportefeuille van de
circulatiebank worden gebezigd voor het op peil hou-
dan van den wisselkoers, en waarbij het binnenland-
sche verkeer zich bedient van intrinsiek onvolwaardig
geld (bakpapier en teekenmunt), voor Indië de aa-
gewezen politiek. Hoofdzaak
,
voor ieder geidwezen is,
dat waardeschommelingen van het ruilmiddel zooveel
doenlijk worden uitgeschakeld. Met handhaving van
het goud als basis van het ruilmiddel komt dat voor
een land als Indië, dat op grooten afstand gelegen is
van ‘s werelds geldcentra als Londen, New-York en
Amsterdam, in de eerste plaats hierop neer, dat het
niet vermijding van heen en weer zenden van goud
over lange afstanden, dus met toepassing der goud-
wisselpolitiek, zijn valuta in een vaste verhouding
brengt tot die van andere landen, die den gouden of
den goudwisselstandaard in toepassing brengen. Waar
voorts gebleken is, dat er in het dagelijksch verkeer
in Indië geenerlei behoefte bestaat aan de circulatie
van intrinsiek volwaardige munt (tientjes en vijfjes),
daar zijn alle voorwaarden aanwezig voor een volledige
doorvoering Van het goudkeru- en goudwisselstelsel,
en komt het er dus
slechts
op aan om de zaak op een
praktische manier te regelen en geenerlei bepalingen
in het Octrooi op te nemen of te laten staan, die de
Javasche Bank kunnen belemmeren hij 1e toepassing
van de zooeven genoemde politiek.
Volgens het thans geldend Octrooi nu is de Bank niet in alle opzichten vrij in de samenstelling vn de
métaaldekking, die zij ter inwisseling van haar bank-
japier moet aanhouden en waarvan het percentage
thans weder – na de balveering in oorlogs- en na-oor-
logstijd – op 40 is gebracht. Inzonderheid zijn er
twee voorschriften in het Octrooi, die tot gevolg heb-
ben, dat dle Bank een andere samenstelling van hare
dekking zou kunnen krijgen, dan zij wellicht zelf zou
wenschen.
De eerste dezer bepalingen vindt men in het vierde
lid van art. 15 van het Octrooi, luidende als volgt:
,,De Bank isverplicht tegen overneming van munten, welke tot.±eder bedrag wettig betaalmiddel zijn, aan
ht Gouvernement bankbiljetten te leverên tot zoo-
danig bedrag als zal worden verlangd.”
Het bezwaar, dat in deze bepa1ig gelegen zou
kunnen zijn, komt hierop neer, dat het Gouverne-
ment,, als het zelf teveel zilveren teekengeld in ka
heeft of daarvan volgens de bepalingen der Indische
Muntwet teveel heeft laten vervaardigen, met dit geld
naar de Bank kan gaan en er bankpapier voor kan eischen. Daardoor neemt de metaddekking van dc
Tavasche Bank toe, maar op een wijze, die niet de
juiste is. Immers, het zilvergeld is slechts binnen-
]andsch betaalmiddel. Voor de toepassitig van het,
goudkern- en goudwisselstelsel-heeft het zilvergeld –
fgezien van mogelijke remises naar liet -moederland.
die, als het om groote bedragen gaat, niet gewenscht
zijn – niet de minste waarde. Vermeerdering van den
zilvervoorraad beteekent dus eigenlijk een verzwak-
king van de inetaaldekking. Het is daarom, dat de
Regeering in: bovengenoemd wetsontwerp heeft voor-
gesteld deze bepaling te schrappen.
1)
Wij zijn liet volkomen met de Regeering eens, dat
de Javasche Bank . beschermd moet worden tegen
kunstmatige vermeerdering van haar voorraad zilve-
ren munt. En wij gaan er ook mede accoord, dat er
geenerlei reden ‘tot klagen zal zijn, wanneer de Java-
sche Bank ,,sleehts zooveel zilveren tèekenmunten (zal)
aanhouden als noodig w’ordt geacht om voor de naiste
toekomst in de behoeften van het verkeer aan die mun-
te voorzien”. Biedt echter de schrapping van het
tegenwoordige art. 15, lid 4 van het Octrooi daartoe
de noodige waarborgen? Het tegendeel is waar. De zilveren teekenmunt toch is wettig betaalmiddel tot
ieder bedrag. Wanneer nu het Gouvernement, teveel
teekenmunt hebbende en na aanneming van dit ont-
werp den weg naar de J. B. gesloten vindende, dit
geld bij zijn vele betalingen rechtstreeks in het ver-
keer brengt, en wannber zich dan vervolgens in het
1)
Ook in het ‘Octrooi der
N. .13. komt
een dergelijke be-
paling niet voor, zooals in de
Mcm. v.
Toelichting
in
her-
innering wordt gebracht.
9 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
621,
verkeer een zeker teveel aan zilvergeld openbaart, zoo
zal het publiek met het ‘teekengeld naar de
J.
B. gaan
en er bankpapier voor vragen. Dan krijgt de J. B.
het zilvergeld toch. Nu zou men wellicht op de moge-
lijkheid kunnen wijzen, dat de J. B. alsdan zou kun-
nen weigeren om het zilvergeld te ontvangen,, maar
wij achten dit uitgesloten. Immers, het zou de grootst
mogelijke verwarring in het Indische geldwezen ver-
oorzaken, wanneer de T. B. zoo iets zou doen. Tegen-
over degenen, die met de J. B. een rekening-courant-
overeenkomst gesloten hebben, ware het bovendien,
niet eens geoorloofd. Langs een omweg zou een teveel
aan zilver, door het Gouvernement in omloop ge-
bracht, de J. B. dus wel degelijk kunnen bereiken
en, als er werkelijk een teveel aan zilvergeld in ver-
houding tot de andere geidsoorten zou ontstaan, zoo
zou het slechts een verschil in t
empo
beteekenen,
maar
uieindelijk zou
een teveel aan zilvergeld toch
hij de circulatiehank belanden, die het dan wellicht
naar het moederland zou zenden.
Wil men deze zaak afdoende regelen, dan moet men
haar anders aanpakken. Zoolang het zilvergeld kracht
van wettig betaalmiddel tot ieder bedrag behoudt en
er geen afdoenden waarborg in de Muntwet wordt op-
genomen, dat een teveel aan zilvergeld door de Re-
geering zal worden teruggenomen, zoolang zal het ge-
vaar, waarvoor men vreest, blijven bestaan. Nu zal
het in de praktijk wel zoo’n vaart niet loopen. Maar
als men eenmaal deze zaak gaat rgelen, dan moet
dat, toch gebeuren op den grondslag van juiste be-ginselen, en niet op de halfslachtige manier, die in
dit wetsontwerp is gevolgd. Wil de Regeeririg dus het
in bovenstaande uiteenzetting vervatte
verwijt
ont-
gaan, zoo zal zij eerlang met een wetsontwerp tot wij-
ziging van de Muntwetten voor den dag moeten
komen. De aanleiding daartoe zal wellicht het ver-
slag van de verleden jaar ingestelde Nikkelmuntcorn-
missie kunnen geven.
Dit wat betreft het eerste punt, dat in het ont-
werp wordt geregeld. Bezwaar tegen aanneming is er
natuurlijk niet, want het ontwerp doet geen kwaad.
Onze bedenking bestond slechts hierin, dat het voorstel
oneffectief zal blijken in de praktijk en daarom aan-
vulling behoeft.
In ‘de tweede plaats beoogt het ontwerp de Bank
te bevrijden van de hinderlijke verplichting om een
deel van de minimum metaaldekking aan te houden
in den vorm van munten, die tot elk bedrag wettig
betaalmiddel zijn. Dit deel is door den G. G. bepaald
op een vierde. Nu heeft het weinig zin om ter vol-
doening aan deze bepaling tientjes aan te houden,
aangezien deze minten in Indië niet circuleeren. Ter
voldoening aan de bepaling moet dus de J. B. wel
teekengeld aanhouden, maar dat beteekent, dat zij
gedrongen wordt in een richting, die niet in overeen-
stemming is met het beginsel der goudwisselpolitiek.
Een zoo groot bedrag, als volgens deze bepaling van
de J. B. wordt vereischt, is voor de dagelijksche in-
wisseling volstrekt niet noodig en men kan het slechts
toejuichen, dat de bepaling zal worden geschrapt en dat aan de
J.
B. de vrijé hand zal worden gelaten hij
de saaenstelling van haar metaaldekking.
Een verdere verruiming van de bevoegdheden der
Bank; hierin ‘bestaande, dat de J. B. de vrijheid zou
hebben om haar ‘metaalvoorraad daar te bewaren, waar
haar dat ter uitoefening van haar politiek het beste
zou voorkomen, heeft de Regeering niet willen op-
nemen. Gehandhaafd toch wordt de bepaling, dat een
deel der minimum dekking (thans gesteld op %) in
indië aanwezig moet zijn.
i)e beide zooeven genoemde onderdeelen van het
wetsontwerp beoogen dus De Bank de gelegenheid te
geven om haar metaaldekking zoo samen te stellen,
1)
Slechts het beginsel ligt vast in art.
4
der Nederland-
sche Muntwet (de vroegere Onismeltingswet v.ati
1.884),
maar
aan
de uitwerking van dit beginsel ontbreekt vel een
en ander.
als zij dat zelf zal ‘wenschen. In verband hiermede
wordt nu ook een voorstel gedaan om de
wijze
van
inwisseling van bankpapier te veranderen. Thans is
de J. B. verplicht haar biljetten te ,,betalen”, d.w.z. zij
moet munten afgeven, die tot elk bedrag wettig be-
taalmiddel zijn. Goud ‘behoeft zij niet af te staan; zij
kan zich achter haar ,,ilveren bolwerk” verschuilen,
tenzij de stand van de wisselkoersen aanleiding geeft
tot goudafvloeiing, als wanneer de J. B. gbouden is
aan haar bekende goudverklafing van 1922.
Om nu de J. B. niet te noodzakeri tot het ‘aanhou-
den van groote hoeveelheden teekengeld voor de dage-
lijksche inwisseling, wordt een nieuwe bepaling be-
treffende de inwisselingsverplichting der Bank voor-
gesteld, luidende als volgt:
,,De Bank is bevoegd om aan dengene, di.e bank-biljetten tot een hooger bedrag dan
f
1650 ter beta-
ling aanbiedt, in de plaats daarvan goud in baren of
buitenlandsche gouden muntspeciën op den voet van.
f
1653,44 per KG.
fijn
voor baren en tot hiermede
overeenkomende
prijzen
voor gouden muntspeciën ter
beschikking te stellen.”
Deze bepaling zal het de Javasche Bank mogelijk
maken om, als het teekengeld haar niet uit het ver-
keer toevloeit op de hierboven bedoelde
wijze,
haar
voorraad zilveren munt tot een minimum te beperken.
In dit opzicht kan met de strekking worden inge-
stemd. Toch
rijzen
ook hier enkele bezwaren. Iii de
eerste plaats moet ei., zooals onlangs ook in een
onzer groote dagbldén werd betoogd
1),
voor gezorgd
worden, dat het publiek, wanneer het zich voor zijn
dagelijksche behoeften aan teekengeld niet meer tot
do J. B. kan wenden tot hoogere bedragen clan
f
1650, zich elders van de noodige munt zal kunnen voorzien. Voor den kleinen man zal zich deze vraag
niet stellen. Die zal als regel met bovenstaamad maxi-
mum meer dan bevredigend kunnen worden. Doch
voor ondernemingen, die op bepaalde tijdstippen groo-
te bedragen aan loon te betalen zullen hebben, en
die zich te dien einde thans tot de circulatiebank
wenden, zal een andere geldhron moeten worden aan-
gewezen. Het ontwerp geeft daaromtrent geen nadere
aanduiding, hetgeen een leemte ‘moet worden geacht.
De Regeering zal hij de verdediging van het ontwerp
nog moeten uiteenzetten, op welke
wijze
zij zich voor-
stelt de moeilijkheden, die hir mogelijkerwijze kun-
nen rijzen, op te lossen. Een oplossibg ware wellicht
te vinden in dezen zin, dat het Gouvernement ver-
schillende
zijner
kantoren tot depots van teekengeld
inricht, of wel, dat het daartoe de J. B. aanwijst,
zonder dat deze genoopt wordt om. tegen een depôt,
van teekengeld bankpapier af te geven, zooals dat tot
dusverre volgens art. 1.5, 4e lid van het Octrooi moest
geschieden. In elk geval zal hier voor dc praktijk een
bevredigende uitweg gevonden moeten worden. Het
ontwerp vertoont hier een lacune.
• In de tweede plaats vraagt men zich af, wat voor
zin de inwisseling in baren goud of vreemde munt
eigenlijk heeft. inwisseling in gouden haren heeft
alleen eenige beteekenis, wanneer mdn het goud voor
uitvoer bestemt, want het kan in Indië immers toch
niet worden aangmunt (van de kleine industriëele
goudvraag zien wij af). Afgifte van baren goud tegeu
hankpapier is dus de praktische belichaming van het
goud kern stelsel. .Waar men nu echter te maken heeft
met afgifte op een plaats, die ver van de groote geld-
centra afligt, daar is het wel zoo rationeel om aan
de inwisselingsmogeljkheid in baren ook de afgifte van cheques e.d. op het buitenland tot koersen, niet
honger dan het gouduitvoerpunt, toe te voegen. Dat
zou liggen in de lijn van de goudwisselpolitiek, door
de Memorie van Toelichting terecht een der grond-
slagen van de politiek der J. B. genöemd. Waarom
men ook deze consequentie niet aanvaard heeft, blijkt
al weder niet uit de toelichting tot het ontwerp.
Ware de afgifte van cheques e.d. op het buitenland
1)
Zie N. Rott. Courant,
20
Juni ji., Av. Bi. B.
622
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1930
w’èl in cle wet opgenomen, dan had het voor de hand
gelegen om daarmede gepaard te doen gaan een be-
paling, krachtens welke de buitenlandsche portefeuille
en cle tegoeden in het buitenland als onderdeel der verplichte dekking zou.den zijn erkend, buy, op de
wijze, waarop dat in de Duitsche Rijksbankwet is ge-
clean ‘). Zulk een bepaling ligt in de lijn der Indische
bankpolitiek en zou een logischen uitbouw vormen van
cle daar te lande met zooveel succes toegepaste goud-
wisselpolitiek.
Ook al worden bovengenoemde bescheiden deside-
rata in het wetsontwerp verwekt, dan nog blijven er
een aantal bepalingen in onze wetgeving over, die
voor wijziging in aanmerking komen en waaronder in
cle eerste plaats de veel te hooge dekkingspercentages
moeten worden vermeld. Maar dat raakt tenslotte een
quaestie van later zorg. Van het thans ingediende
wetsontwerp kan men zeggen, dat het wel geen prin-
cipiëel bezwaar ontmoet, maar dat het blijk geeft
van halfslachtigheid, dat het gebrek toont aan come-
ctuente toepassing van reeds lang als juist erkende be-
ginselen en dat het in elk geval met betrekking tot
de inwisseling van het bankpapier eenige aanvulling
behoeft, wil het in de praktijk tot een bevredigende
toepassing leiden. Laat ons hopen, dat deze aanvul-
ling bij de behandeling in de Staten-Generaal worde
tot stand gebracht. G. M. V. S.
DERDE INTERNATIONALE
CREDIETVERZEKERINGSCONFERENTIE.
(Berlijn 3 en J, Juni 1930).
I.
In mijn bespreking van de Tweede Internat:ionale
Creclietverzekeringsconferentie, welke twee jaar ge-
leden te Parijs werd gehouden ?) heb ik er de aan-
dacht op gevestigd, dat de stichting van cle Inteim.
Credit Insurance Association uitgegaan is van de
Trade Ïndemni,ty-Hermes groei).
Het is deze groep, waarvan destijds (na een aan-
tal gevaarlijke, kostbare en ruïneuse proeven door
anderen) eindelijk de propaganda uitging voor een
gezonde en weloverwogen credietverzekeringspolitiek,
acn cle uitvoering waarvan, onbewogen door soms
minder vriendelijke opmerkingeii van een weinig
doorciachte cr.itiek, door deze grondleggers der mo-
derne credietverzekering met vaste hand is voort-
gewerkt. ik achl het hier de plaats om er op te wij-
zen in welke mate de handelswereld aan de ver-
zekeringsmaatschappijen, die in deze groep samen-
werken (in Nederland de Neclerlandsche Credietver-
zekering Maatschappij te Amsterdam) erkentelijk-
heici verschuldigd is voor het vaste régime, dat voor
de werlczaamheid van deze maatschappijen zoo kenmer-
kend is. Dank zij dit vast bestuur heeft de crediet-
verzekering na 1900 niet alleen relatief zoo’n grooten
vooruitgang gemaakt, maar ook haar vaste plaats
kunnen handhaven, in malaise-jaren zooals 1929 alge-
ineen voor Europa en allermeest voor Duitschiand
zeker is geweest, en aldus in dit moeilijke jaar de
voordeelen bewezen van een betrouwbaren crediet-
verzekeraar. Want tegenover deze verdedigers van
een vaste, principieele theorie zijn in den ioop der
tijden eenige andere exponentea van credietverzeke-
ring opgestaan, die op zichzelf weinig gemeenschap-
pelijks hadden, maar die in het algemeen het type
vertooneu van een minder strenge theorie, een niet
prec:ies weten waar cie grenzen voor de practijk der
(redietverzekering te trekken zijn. Terwijl in Enge-
land naast de Trade Indemnity de werkzaamheden
op het gebied van credietverzekering door andere
maatschappijen beperkt blevén tot min of meer losse
operaties, nam in Dui,tschland de Vaterlimdische
Kredit Versicherungs A.G., later ook de Frankfur-
ter, openlijk de houding aan, credietverzekering nu
J)
Voor bankpapier minimum dekking
40
pCt., waarvan
ten hoogste een vierde deel uit deviezen
mag
bestaan.
2)
Zie E.-S. B. van 9 en 16 Mei 1928.
juist eens anders aan te willen pakken dan de Her-
mes dat deed. Het verst ging hiermede de Vaterliindi-
sche zo:nder dat echter de Hermes zich verleiden liet
hierin een concurrentie te zien, die noopte minder
streng aan haar eigen principes vast te houden. De
Hermes beperkte zich tot de verklaring, dat dit min-
der oordeelkundige praktijken moesten worden ge-
acht, welke aan hun eigen kwaal ten gronde zou-
den gaan. Crisisjaren zouden moeten bewijzen, aldus
de oude school, of de iiieuwlichters gelijk hadden.
En ‘ziet: het crisisjaar 1929 heeft gewaaid en de
Franlcfurter en de Vaterliindische
i)
(ook het geheele
concern Vaterlënclische en Rhenania dat haar rug-
gesteun was) zijn verdwenen. Ook de overige maat-
schappijen in Duitschland, die credietverzekering uit-
oefenden, hebben deze branche gestaakt; de Hermes
heeft dicar aldus, indirect door eigen verdienste en
direct door cle fouten van anderen, een monopolie
verworven, dat nog bijzondere heteekenis krijgt als
men in aanmerking neemt, dat de Duitsche Regee-ring in haar handen de uitvoering heeft gesteld der
Rijks Exportcredi etverzekeri ng Bovendien wordt
deze plaats onwillelceurig verdedigd door de bepaling
van het Reichsaufsi.chtsamt für Privatversicherung,
volgens welke nieuwe cred ietverzekeringsmaatschap-pijen slechts met een minimum kapitaal van 5.000.000
Mark mogen worden opgericht, een maatregel, die
natuurlijk remmend werkt op den lust tot het lan-
ceeren van ‘dergelijke ondernemingen. Ook in Enge-
land zijn de experimenten met credietverzekering
door outsiders gestaakt en heeft de Trade Indemnity
een soortgelijke positie verworven als de Hermes,
met dit belangrijke verschil, dat de Engelsche Staat
zich door zijn zelfstandig Export Credit Department
tegen
haar richt. Voor Nederland heeft 1929 een
gelijke uitwerlcing gehad, d.w.z. dat de Nederland-
sche Credietverzekering Maatschappij, een zelfstan-
dige maatschappij, doch medewerkster in de groep
Trede Indeninity-I-Iermes, ook hier het monopolie
voor credietverzekering heeft. De Nederlandsche Re-
geering, na eenige schroomvallige pogingen, is
apathisch geworden ten opzichte van exportcrediet-
verzekering en hindert, noch steunt haar.
Ik heb mij deze uitweicling veroorloofd om twee
redenen. In de eerste plaats om er op te wijzen ouder
welke omstandigheden deze monopolies tot stand ge-
komen zijn en daarbij de vraag te stellen of men
tegenover de bezwaren aan elk monopolie verbon-
den, hier juist niet belangrijker moet achten den
voorujtgang, bereikt door elimineering van die du-
bieuze elementen onder de credietverzekeraars, die
door hun in gebrelce blijven in tijden van gevaar
onnoodig dezen tak van verzekering in opspraak
brengen. In de tweede plaats omdat deze ontwikke-
ling der’credietverzekering niet op cle conferentie te
Berlijn ter sprake kwam en de lezer van een verslag
der vergadering, meenende daarin een overzicht te vinden van alle belangrijke feiten van den laatsten
tijd op het gebied van credietverzelcering, van deze
gebeurtenissen anders onkundig zou zijn gebleven.
* *
*
Gaan wij thans over tot de besprekingen der con-
ferentie zelve. Het huishoudelijke gedeelte terzijde
gelaten, liepen deze hoofdzake]ij.l over drie ‘onder-werpen: Staatsexportcredietverzekering, de verhou-
ding tusschen Bankbedrijf en Credietverzekeri.ng, en Oredietverzekering voor Huurkoop.
1-let eerste onderwerp was voornamelijk liet -Leit-
motiv van de redevoering van den heer Spain, Direc-
tor en Underwriter van de Trade Indemuity. Al had
hij zijn beschouwing den algemeenen naam ,,Export
Credit Insurance” gegeven, Staatsexportcredietver-
zekering, of liever gezegd de bemoeiingen van den
Engelschen Staat op dit gebied, waren de roode draad
1)
ik
1at hierbij uitdrukkelijk in het midden, welke de
oorzaken waren, waardoor deze twee machtige instellingen
en dCconfiture raakten.
9 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
623
welke door al zijn bespiegelingen liep. Zijn woorden
kwamen uit een overkropt gemoed en ademden den-
zelf den critischen geest waarmee Ueath kortgeleden
(21 Mei 1.930, The Times Insurance Number) de
houding van de Engelsche Regeering openlijk ge-
laakt heeft. Meer en meer teekent immers de gestie
van het Export Credit Department zich af als een on-
vriendelijke houding tegenover liet werk der Trade
lndemnit.y. De groote voorsprong van de Staatsver-
zekering bestaat daarin, dat de Staat de wissels van
de bu itenlancische afnemers zonder meer garandeert,
terwijl een gezonde credietverzekering alleen een
claim zal willen honoreeren, wanneer blijkt dat een
afnemer faill:iet is (of v’at daarmede is gelijk te
stellen) en dus het risico dat de afnemer wel kn
maar niet wil betalen, blijft uitgesloten. De fouten
van het garantiesysteem zijn in hoofdzaak deze, dat
bij te viugge betaling een groot gedeelte van de reser-
ven illiciuide worden en dat de credietverzekeraar
opkomt voor elementen, welke met een credietrisico
niets te maken hebben, zooals niet deugdelijke leve-
ring, niet voldoende qualiteit der waren, etc.
De heer Spai.n wees er nog eens op hoe de Staat,
wil hij den cred:ietverzokeraar te hulp komen, zulks
met succes kan doen door die onberekenbare risico’s op zich te nemen, welke men technisch catastrophe-
risico’s noemt. Een dergelijke aanvulling zou door de
Verzekeringsmaatschappijen dankbaar aanvaard wor-
den en de Duitsche en Fransche Regeeringen heb-
ben, den werkkring der particuliere Verzekerings-
maatschappijen intact latend, hun hulp ook alleen
tot een
aanvulling
beperkt. Niet aldus de Engelsche
Regeering, die voortgaat
zelfstandig
exportcredieten
te verzekeren op garantiehasis, en dat niettegenstaan-
de haar werkwijze tot nog toe jaarlijks een belangrijk
cleficit opleverde, in totaal thans een bedrag van
1.3 mill.ioen gulden heloopend. Ook wees hij er op,
dat liet ,,opvoedend element”, dat in deze proefne-
mingen voor de particuliere verzekeringsmaatschap-
pijen zou schuilen (een argument waarmede indertijd
door de Ertgelschè Regeering druk is geschermd),
ten eenenmale zoek is, omdat de Regeering op geen
enkele wijze; noch door participat:ie, noch dôor her-
ve’zekeri.ng iemand in de gelegenheid stelde van •de
gevolgde methodes kennis te nemen. In het kort zijn
bezwaren samenvattende noemde hij het Engelsche
systeem het juiste voorbeeld hoe Staatshulp niet ge-
geven moet worden.
De heer Nixon, leider van het Export Credit De-
partment, ter vergadering aanwezig, achtte het blijk-
baar .niet in overeenstemming met zijn ambtelijke
positie eenig verweer te voeren. Althans liet hij zich
deze vrij scherpe aanvallen zonder eenige repliek wel-
gevallen.
De toespraak van den heer Spain beprkte zich niet tot dit onderwerp, ook over verschillende andere be-
langrijke punten gaf hij een helder en met redenen
omkleed advies. Voor de overzichtelijkheid van dit
verslag .dunkt het mij beter daarop later in een ander
verband terug te komen.
Bij de hierop volgende discussie onderstreepte de
heer André Weil (General Manager voor Frankrijk
van de National Surety Company, New-York) nog
eens de juistheid van de beweringen van Spain, welke
ook door de Fransche Regeering worden aanvaard.
De Fransche Regeering heêft daarbij een origineele
regeling ontworpen, hierin bestaande dat de verze-
keringen die zij geeft, los, naast de polissen der ere-
dietverzekeringsmaatschappijen komen te staan en alléén de ,,nisques politiques” vermkeren. Tenslot-
te sprak Dr. von Soltau van het Reichswirt-
schaftsministenium nog over de gunstige resultaten,
welke de Duitsche Staatsexportcredietverzekering
heeft en bracht Spain openlijk hulde voor zijn
pioniersarbeid en het afbakenen van het geschetste
princi.e dat indertijd, toen Spain hieromtrent een
memorandum tot de Engelsche Regeering had gericht,
dadelijk door de Duitsche Regeering was aangeno-
men, al wilde Spain zelf bescheidenlijk hierin niets
anders zien dan ,,an instance of similarity of com-
mercial minds coming to similar conclusions”.
(Slot
volgt.)
D.
D.
D. J.
EEN BELANGRIJK WETSONTWERP
(WIJZIGING VAN DE COMPTABILITEITSWET).
Wanneer dle Eerste Kamer weder bijeenkomt, zal
zij waarschijnlijk o.a. ,,genoegzam voorbereid” en dus
vôor openbare behandeling gereed vinden het wets-
ontwerp tot wijziging en aanvulling van de Compta-
biliteitswet, dat
01)
1. Maart ji. hij cie Tweede Kamer
werd ingezonden.
De Instructie van de Rekenkamer, welke tot 1921
na de desbetreffende bepalingen van de Grondw’et de
voornaamste grondslag i.s geweest voor het financieele
Rijksbeheer, bevatte gee.nenlei bepaling omtrent liet
saldo, voor- of nadeelig, dat de begrootingsdienst op-
levert. In de practijk bleven deze saldi jarenlang in
de lucht hangen totdat – op ongeregelde tijden –
een ,,afboekingswet” aan hun bestaan een einde
maakte. Voordeelige saldi werden daarbij tegen na-
deelige, resteerende nadeelige tegen opbrengsten van
leeningen weggeboekt; saldi, welke tenslotte overble-
ven, bleven weder hangen totdat een volgendle afboe-
kingswet die kwam verlossen.
De Comptabiliteitswet, in het genoemde jaar tot
stand gekomen, heeft niet dit stelsel willen breken. In
de Memorie van Toelichting schreef de Regeering
daaromtrent
,,In het tegenwoordige begrootingssysteern wordt met de
saldi van
vi:oegere
dienstjaren geen rekening gehouden. Elke
dienst w’ordt als een op zichzelf staand geheel beschouwd,
terwijl eerst na verloop van, jaren bij een z.g. afboekiugs-
wet aan voordeelige saldi een bestemming wordt gegeven
en de nadeelige saldi worden gedekt. Dit stelsel, dat trou-
wens geen toepassing vindt bij eenig publiekrechtelijk
lichaam hier te lande, kan niet juist worden geacht. Als
een dienstjaar sluit met een nadeelig saldo, moet dit tekort
zoo spoedig mogelijk worden ingehaald, terwijl omgekeerd aan een batig saldo ten spoedigste een bestemming behoort
te worden gegeven.
‘J)aarom
moeten deze saldi naar de eerst-
volgende dienstjaren o’ergaan. In art. 9 is te dien einde
bepaald, (lat het saldo van de algemeene rdkening van ont-
vangsten en uitgaven, welke vdÔr t Juni van het jaar,
waarin zij wordt opgemaakt, bij cle Algemeene Rekenkamer
moet worden ingezonden, wordt opgenomen in den alge-
meenen verzarnelstaat, behoorende hij cle begrooting, welke
voor het volgend jaar zal gelden.”
Uit deze toelichting reeds is liet duidelijk, dat hier
een vergissing werd begaan. Immers, men wilde een
spdedige beslissing over de saldi en nam ze daarom
op in den eerstvolgenden Verzamlstaat, welke nooit
iets anders geweest was en ook nu niets anders werd
dan een toelichtend stuk, een recapitulatie van be-
grootingscijfers. Formeel lcon die opneming geen be-
slissing in zich bergen en daar zelfs itiet toe leiden.
De afboekingswet blèef even noodzakelijk als voor-
heen. In de wijze van beslissing veranderde niets. Bij
het wetsontwerp, hierboven genoemd, wordt dit gewij-
zigd. Als vergissing is echter wat gebeurd is nooit er-
kend. De min of meer vreedzame strijd, welke er over
is gevoerd, heeft geloopen over de vraag: Zal de Regee-
ring de bestemming der batige saldi van den gewonen
diénst bepalen? Of zal de wetgever dat doen? Zal de
Regeering het in haar macht hebben te bepalen, dat
die saldi worden gebezigd voor extra aflossing van de
Staatsschuld of wel bijv. voor het bestrijden van –
gelijk men het tegenwoordig gaarne noemt – ,,cul-
t,ureele” uitgaven? Of zal ook de medewerking van de Staten-Generaal voor zulk een beslissing noodig zijn?
Een vraag, actueel door de rij van hatige saldi, welke de laatste jaren te zien hebben gegeven.
Gelijk de wet thans luidt, berust de hierbedoelcle
beslissing – en moge in 1927 in formeel opzicht niets
zijn gewijzigd onmiskenbaar bij cle Regeering. Het
ligt voor de hand, dat de afboekingswet, die eerst vele
jaren later komt, het karakter zal dragen van een
regularisatie, een in de nu eenmaal noodig geoordeel-
624
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 19O
de wet vastieggen van hetgeen aanvankelijk in den
Verzamelstaat is neergelegd. Practisch zal de Verza-
melstaat het stuk worden, waarbij de beslissing wordf
genomen. En juist dat stuk wordt – wij zagen het
reeds – door de Regeering zonder medewerking van
de Staten-Generaal samengesteld.
Nadat daarop eenige malen was aangedrongen, ver-
klaarde de Regeering zich tenslotte bereid een wets-ontwerp in te dienen, waarbij aan de Volksvertegen-
woordiging een aandeel in de vaststelling van de be-
stemming der saldi zou worden gegeven. Dit ontwerp
– het hier besprokene bracht een even eenvoudige
als onelegante oplossing. Het maakte den Verzamel-
staat van toelichtend stuk tot wetsontwerp. Wordt
deze wijziging aangenomen – waaraan welhaast niet
valt te twijfelen – dan zal in den vervolge de wet
–
gever elk jaar de recapitulatie van de begrootings-
cijfers, welke toch een zuiver toelichtend karakter
draagt, plechtig hebben goed te keuren, alleen omdat
daarop ook een saldo van een vorigen dienst parais-
seert, dat een andere bestemming verkrijgt al naar-mate het onder den kapitaaldieust of onder den ge-
wonen dienst wordt gebracht.
Intusschen, al bevordert het ontwerp de elegantie
van onze Oomptabiliteitswet niet, het is er niet min-
der belangrijk om. Wel heeft naar de ongeschreven
regelen van ons staatsbestel de Volksvertegenwoordi-
ging ook een woord mede te spreken over de Regee-
ringsdaad, welke thans het aanwijzen van de bestem-
ming der begrootingssaldi in ,feite is; doch het is te
beschouwen als een aanzienlijke versteviging van haar
zoo belangrijke budgetrecht, dat zij daarop in den ver-
volge directen invloed zal kunnen oefenen.
Of het Parlement van deze nieuwe bevoegdheid
aanstonds of later al dan niet gebruik zal kunnen of
willen maken, zal van velerlei factoren afhankelijk
zijn, zeker niet het minst- van de politieke constellatie.
Aan de waarde van het verkregen recht doet dat
niet af.
L. .A. KESPER.
DE ENGELSCHE BANKIERS EN DE VRIJHANDEL.
Er is deze week heel wat stof opgewaaid over een
resolutie, die een uitvloeisel was van een op 4 Juli
gehouden bijeenkomst van een aantal kopstukken van
het Engelsche bankwezen. Het ging in de gehouden
bijeenkomst over de vraag, of, Engeland zijn tegen-
woordige handelspolitiek ook in de toekomst zou kun-
nen voortzetten. De bijeenkomst werd bijgewoond door
de vertegenwoordigers van de Bank of England, van
de ,,Big Five” (onder welke de bekende financier
McKenna van de Midiand Bank) en van enkele andere
groote financiëele instellingen te Londen. Naar het
schijnt is de resolutie eeuigszins ontijdig gepubliceerd,
als gevolg van een onbescheidenheid. Wij zagen in-
tusschen geen berichten in de dagbladen, dat zij werd
tegengesproken. De tekst van de resolutie, dien wij
ontleenen aan ,,The Times” van 5 dezer, luidt als
v6lgt:
,,It is resolved that urgent measures for the promotion
of inter-Imperial trade are needed to secure and extend
the market for British products both at home and through
the export trade.
Bitter experience that taught Great Britain that the
hopes expressed four years ago in a plea for the removal of the restrictions upon European trade have failed to be
realized. The restrictions have been materially increased,
and the sale of surplus foreign products in the British
market- bas steadily growu.
While we retain the hope of an ultimate extension of
the area of free trade throughout – the world, we believe
that the immediate step for securing and extending thé
market for British goods lies in reciprocal trade agreemsnts
hetween the nations constituting the British Empire.
As
a condition of securing these agreements Great Britain
must retain her open market for all Empire products, while
being prepared to impose duties on all imports from all
other countries.” –
Sommigen begroeten deze uiting met instemming,
zooals o.a. het zooeven genoemde blad, dat in een
hoofdartikel constateert, dat- deze resolutie getuigt
van werkeljkheidszin bij een aantal mannen, die tot
dusverre in zaken van handelspolitiek hardleersche
scholieren waren. Wij zijn eerder geneigd ons te scha-
ren aan cie zijde -van diegenen, die in deze resolutie een soort van wanhoopsdaad zien. Zelden zagen wij
een stuk, dat zoo ondoordacht is opgesteld als deze
bankiersresôlutie.
Enkele jaren geleden pleitten vele Engelsche ban-
kiers, waaronder ook enkele, die aan deze resolutie
hebben medegewerkt, voor opheffing van de handels-
belemmeringen. Thans komen dezelfde mannen met
een voorstel, bij doorvoering waarvan de Engelsche
markt kan worden afgesloten voor ,,all imports from
all other countries”,
terwijl
compensatie gevonden
moet worden in ,,Empire Free Trade”.
Het is niet twijfelachtig, dat met een dergelijk
stelsel van haridelspolitiek hoogstens enkele takken
van nijverheid geholpen zouden kunnen worden op
kosten van de -rest van het Engelsche bedrijfsleven, dat in zeer sterke mate afhankelijk is van den invoer
van uitheemsche voedingsmiddelen en grondstoffen en
dat buiten het Imperium verschillende zijner besté
klanten vindt. Bovendien moet worden afgewacht, of
sterk protectionistische deden van het Britsche Im-
perium, zooals Australië en Indië, zich anders dan
in schijn in de richting van ,,imperial free trade” zul-
len bewegen.
Voorts rijst de belangrijke vraag, of nen de ver-
klaring der bankiers naar de letter moet opvatten,
of niet. Als men de resolutie letterlijk interpreteert,
dan vallen er zonder twijfel invoerrechten op niet-
imperiale voedingsmiddelen en grondstoffen onder.
Wat dit voor een graan- en katoenimporteerend land
te beteekenen heeft, is moeilijk te overzien, maar zeker
is het, dat uitvoering van de resolutie volgens de
letter daarvan tot ontzaggelike verergering van de
toch al uiterst onbehagelijke positie van de Britsche industrie zal’ kunnen leiden. Het is nauwlijks aan te
nemen, dat de financiers deze consequentie aan zou-
den durven.
En wanneer het niet de bedoeling, is dat wij het
met de letter der resolutie al te nauw nemen, dan
kan men toch moeilijk anders zeggen, dan dat het
uiten van dergelijke woorden buitengewoon ergerlijk,
om niet te zeggen: oneerlijk is. Van financiers mag
worden verwacht, dat zij in moeilijke
tijden
het hoofd
koel weten te houden en ook dan duidelijke taal weten
te spreken. Het komt ons voor, dat op den duur ver-
schillende auteurs der resolutie wel tot betere in-
zichten zullen komen en deze wilde en slecht genoti-veerde uiting nog wel eens zullen betreuren.
Met dat al ziet het er voor de Engelsche handels-
politiek niet gunstig uit. Na verschillende recente
uitlatingen in proteetionistischen zin is er veel kans,
dat de huidige regeering en degenen, die met haar
protectie een slecht. geneesmiddel tegen malaise ach-
ten, het bij de volgende verkiezing niet zullen kun-nen houden. Men vraagt zich met angst af, hoe ver
ons werelddeel nog op den weg van nationale bescher-
ming en onderlinge economische bestrijding zal moe-
ten afglijden, voordat er eindelijk betere tijden aan-
breken. G. M. V. S.
AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groothandelsprijzen.
,,The- Economist” schrijft: De maand Juni bracht
geen stilstand in de dalende beweging van de groot-
handelspri.jzen. De volgende tabel geeft beknopt den
loop weer van het indexcijfer van groothandelsprijzen
gedurende de laatste drie maanden,- in vergelijking
met den toestand van zes maanden en een jaar ge-
leden. – –
Het gemiddeld prijsniveau daalde in de afgeloopen
maand met 2.2 pOt., hetgeen in hoofdzaak is toe te
schrijven aan een verdere inzinking van de prijzen
voor weefstoff en en een nieuwe daling, hoewel minder
9 iuli 1930
ÉCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
625V
Gemiddelde 1927
100
—-
ker, huiden en creosoot
varen
eveneens iets duurder,
terwijl Oanadeesche tarwe en kaas, kokosolie en lijn-
-;-;-
Dec.
April
–
j
—
–
:i:;;;;
–
1929
1930
190
1930
1930
olie, katoen, zijde, hennep en )ute, rubber en alle niet-
ijzerhoudende metalen, met uitzondering van
lood,
in
–
Granen en Vleesch.
. .
95.1
92.3
84.9
82.0 82.2
meerdere of mindere mate daalden. In vergeljkiitg
Andeevoedings en ge-
notmiddelen
……..
84.!
83.6 80.8 79.0
77.8
met
een
jaar
geleden
zijn
bijna alle prijzen lager;
Weefstoffen ……….92.7
82.6
72.9
71.1
66.5
slechts vier van de
58
artikelen toonen een stijging.
Delfstoffen ………..98.3
.
92.4
85.6
84.3
82.8
De omvang van de daling, gemiddeld
28.3
pOt. bij de
Diversen
………….
8 9. :1
89.2
83.2
84.4
–
84.1
,,weefstoffen
,
14 pOt. bij
de ,,delfstoffen
,
en
13.6
pOt. bij ,,granen en vleesch”
zijn katastrophaal ge-
Totaal …………….91.7
883
8L6
SOM
78 8
noeg om de uitspraak van Sir Tosiah Stamp in het
groot, van de metalen Het indexeij f er voor Juni,
78.8,
jongste maandbericht van de Lloyds Bank te recht-
is bijna 14 pOt. lager dan dat van verleden jaar
;
het
vaardigen, dt ,,de grillige schommelingen van haar
grootste gedeelte van deze daling v?nd plaats gedu-
gewonen waarcieineter een grooter gevaar voor de
he-
reiicle het laatste halfjaar, waarin Zij volgens ons in- seliaving opleveren dan eenige andere oorzaak”. dexcijfer bijna 11 pCt bedroeg.
De
derde
tabel illustreert het
resultaat van
de
De verwarring in den haiidel en industrie, veroor-
l)ewegirlg van verschillende typische artikelen gedu-
raakt door de aanzienlijke verandering in de geld-
rende de laatste zes maanden, de contante noteeringen
waarde van de artikelen is overal duidelijk op te mer-
worden vergeleken met die van
30
Juni en 31 ‘Decem-
ken. Een hestudeering van de volgende tabel, ‘die de
her
1928
en 1929.
prijzeti
van
cle
verschillende
artikelen,
waarop
ons
Sedert het begin van het jaar hebben cle prijzen van
indexc•fer
is
gebaseerd
weergeef t,
in
vergelijking
verscheidene artikelen, zooals tarwe, katoen, wol, ruw-
met de
voorafgaande
maand
en
met
einde
Juni
ijzer, tin, koper en rubber frappeerende verlagingen
1929, levert helaas weinig reden op om te conciudee-
ondergaan. Het is inderdaad
van
belang te erken- ren, dat het tempo van de dalende beweging is ver-
nen, dat de daling van het prijsniveau, die geleidelijk
minderd.
heeft plaats gehad gedurende de laatste vijf jaren en
Men zal opmerken dat alleen de prijzeh voor rund-
die thans haar hoogtepunt heeft bereikt, een algemee-
vleesch en boter gedurende de maand Juni een stij-
ne daling is in tegenstelling met een daling van be-
ging van he’teekenis te zien gaven. Varkensvieesch, sui-
(Zie vervolg op pap. 69.)
lndexcijfer
Toe- (+) of afneming(—)
in perc.
vergeleken_met
lndexcijfer
1
Toe- (+) of afneming(—) In perc.
1
md excij ter
Toe-(+)ofatnemjng(_)
in perc.
vergeleken met]
vergeleken met’
vor. maand I vorig jaar
vor. maand I vorig jaar 1
vor. maandl vorig jaar
Tarwe (buiten!.)
—10
1
9
–
19,2
Katoen (Am.) …..
–
11,7
–
26,4
aout (Eng.) …….
–
0,9
–
12,1
,,
(Egypt.)…
–
8,1
.
–
22,9
,,
(Zweedsch)
. .
.
–
5,3
–
5,7
–
1,5
Garen…………..
–
6,1,
—23,3
Cement ……….
11
(Eng.)
……..
Gerst ………….
+
2,3
—
25,2
Laken …………
–
4,2
—14,0
Huiden ………..
+
4,2
–
5,6
Meel
……………
,
..
—29,7
Wol (Eng.)
…….
–
3,!
—29, 5
+ 10,3
–
3,6
–
30,8
(Austr.)
..
—34,1
Benzine No. 1…..
–
2,1
—13,0
–
5,2
—31,2
Petroleum ……..
Aardappelen
.
.
..
(tops)……….
Zijde
…………
-20,0
–
366
Stookolie ………
Rundvleesch (Eng.).
+
6,4
–
,5
‘5
Vlas ……………
..
..
—24,7
Lijnolie
…………
–
3,5
+
3,4
11
(Arg.).
+16,5
–
4,8
Hennep ……….
–
4,6
–
38,1
–
1,4
–
6,6
Schapenvl. (Eng.)
..
+
2,1
+
44
Jute ………….
–
5,8
..
–
26,4
Rubber
………..
–
7,4
_41,1
Rijst
……………
(N. Z.) ..
Varkensvl.(Deensch)
–
2,3
-j-.
5,2
..
–
18,0
–
12,2
Talk
……………
Soda ………….
Amm. Sulphaat
…
–
6,5
..
—.28 3
+
0,2
–
13.6
–
1,5
–
8,0
Haver ………….
Mats ……………
(ranenenVleesch..
Ruw-IJzer ……..
Leder ……………
Creosoot
………
+
3,9
..
—22,2
Weefstoffen………
Stalen rails
–
3,6
–
10,0
-. 0,4
IJzeren staven.:::
.
..
:.:
Diversen
……..
–
5,8
Thee
…………..
–
3,6
Blik
………….
–
0,7
..
–
1,4
.
–
8,1
Kolen (Wels’h)….
..
Rietsuiker ……..
+
3,5
–
1,1
(Dur. Gas.)..
–
1,6
–
4,5
Koffie …………….
Cacao
…………..
Bietsuiker
..
—..4,9
–
7,2
(huisbrand)
..
..
Kaas (Can.)
…….
–
16,2
..
–
21,2
.
Boter (Deensche)
+
10,6
..
—17,0
Tin
…………..
–
2,9
—32,2
Kokosolie
………
..
–
7,5
+
1,6
Koper
…………
–
8,8
–
33,4
Tabak
…………..
..
..
..
Lood
……………
–
3,9
..
..
–
38,4
Andere voedings. en
Ongez. Zink
……..
Genotmiddelen..
.
–
1,5
–
7,5
Delfstoffen
……..
–
1,8
–
14,0
Einde Juni
Einde Dec.
1929
Einde
Einde
Einde
1928 1928
Jtjtti
Juni
December
1930
Tarwe, Canadeesche per qr ……………….
49/3 48/3
556
39_
Aardappelen
per
ton
……………………
£
6,0/0
£
3,0/0
£
3/15/-
g
3(0/0
Rundvleesch, Eng. in helften, per 8 lbs
..55/-
6/6
5/4
6/
5i8
5/8
Schapenvlech, Nieuw-Zeeland, per 8 lbs
..£ 9.0/0
5/1
5/-
418
4/10 3/10
Thee, Indisch veilinggem. ‘per lb.
…………
1/3
1/5(,,5
1/3
1111/
8
Suiker,
gekristail.
per
cwt.
………………
27/5
23/5k
229
21/9
Katoen, American Middling per lb.
……….
12 49 d.
10.59 d.
.
10.30 d.
9.42 d. 7.58 d.
Garens,
32er
twist per
Ib.
………………
17.25 d.
.
15.50 d.
15.(i0d.
13.87 d.
11.50
cl.
Wol,
Australische per lb …………………
48 d.
44 d.
41
d.
33 d.
27 d.
Jute,
per
ton
…………………………
£
34/5/_
..
£
32 5/0
£
30/5/
£
27/15/-
£
22/5/-
Ruw ijzer, Cleveland
No.
3, per ton ……….
66/-
..
66/-. 72/6
72/8 66/6
Kolen, beste Welsh, per ton ………………
19/3
.. ..
19/4k
20/-.
,
201
20/-
Tin,
Standaard, per ton
…. ……………..
£
211/15/-.
..
..
£
225/15/0
£
201/l0/
£
178 2/6
£
136/12/6
Koper,
per
ton
………………………….
..
£
63/31_
..
£
74
£
73/19/3
£
68
£
49
5/-.
Lijnolie,
per
ton
……………………….
…
£
29
lO_
£
29
£
30(10/…
£
45
£
41
Rubber,
plant. sheet per Ib ……………….
.
9.t1 d.
8.69 d.
10.62 d.
8.06 d.
6.25 d.
‘……………..
.
Cement, Portland, per ton
…
.
47/
47/
47/
47/
1
626
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9. Ju1i 1930
Het Prijsverloop van Groöthandelsartikelen
gedurende het tweede kwartaal van 1930.
II
(Slot).
TIN.
Tegen het einde van het eerste kwartaal liepen de
tinprijzeu in verband met een verwachte lagere vi-
sible supply iets naar boven en wrerci per ultimo
Maart de hoogste prijs over die maand ni. £ 17014be-
reikt. De berichten over de coiisuinptie voorai in cle
auto-industrie waren ongunstig, zooclat niettegen-
staande liet vooruitzicht van proclucti.ebeper]c.Lng,
waaraan tal van producenten zouden meewerken, de
ti.nprijzen zi.ch
niet konden handhaven. De April tin-
markt opende met een prijs van £ 166% voor prompt;
tot 24 April bewogen •de prijzen zich tusschen £ 160
en £ 165, om daarna in verband met een irerwachte
sterke toeneming van cle vsble supply te dalen tot
£ i.52 per ultinio April.
Over Maart waren de Straits-shi.pments 151.8 ton,
over April 9121 terwijl de carry-over 5664 ton beliep.
PnIOrNC
mw
TIN
om 3800 ton omhoog en bereikte het cijfer van 39.833
ton. De Straits-shiprnents in Mei waren 10.074 ton,
de carry-over 4532 ton.
De weinig bemoedigende, vooruitzichten deden de
prijzen in Juni wederom achteruit loopen. Op 17
Juni werd een prijs genoteerd van £ 132
5
h, een sede:rt
1914, toen een prijs van £ 132.- voorkwam, niet ge-
kend niveau. Aan het eind van het 2e kwartaal sloot
de markt op £ 1.36%.
De productiebeperkng in de F.M.S.. is nog van
geen.beteekenis; over de eerste 5 maanden van 1930 werd slechts pl.m. 800 ton minder geproduceerd dan
over dé laatste 5 maanden van 1929, doch pl.m. 1200
tbni meer dan over cle eerste 5 maanden van 1929.
Verwacht wordt, dat cle zichtbare voorraden. I:Ier
ultirno Juni pl.mn. 2000 ton hooger zullen zijn dad de
vorige maand.
De stocks te Londen en Liverpool zijn belangrijk
toegenomen. Per 29 Maart waren zij 16.006 tons, per
ultimo tweede kwartaal 22.1.99 ton, een vermeerderi iig
van 61.93 ton.
KATOEN.
Katoenprijzen hebben in cle maanden April en Mei
heel weinig gefiu.ctueerd, hoewel de vraag uit de in-
180
160
JAN FEBR
NST APQ. MLI JUNI JULI AUIJ.
CmI. uk-1
14
vv. m…
De visihie supply, die in Maart met pl.m. 500 ton was
gedaald, toonde o’er April ecu stijging van 3854 ton
om van 32170 ton op 36024 ton te komen.
Per 1. Mei vas
h
i]d prijs voor prompt tin £ 151% om
gedurende de maand vrij geleidelijk, te zakken tot
140%. De visible suppiy per uitimo Mei ging weder-
dustni genig bleef en ‘ook de aanvankelijk geraamde
reductie van den aanplant in de Vereenigde Staten
tenslotte heel wat geringer bleek te zijn dan men wel
STATISTISCH OVERZICH
.
.
•1′
.
ar
In er
0.
2 loco
Rotterdaml
Amsterdam
‘
A
. ROGGE
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.
MAIS
.
La Plata
loco
R’damlA’dam
per 2000 K.G.
E ST
met.
O•
,
loco
Rotterdam
2000Q
LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damlA’dam’
per 1960 K.G.
STEENKOLEN
Westfaalschej Hollandsche
bunkerkolen
ongezeetdt.o.iI.
R’damlA’darn
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
tlm 33.9e
pébr•l
IJZER
leve and
Foundry No, 3
M
f.o.b.
tddlsbrugh
KOPER,
Standaard
Loco rijzen
Londen
,
per Eng. ton
f1
O/
II.
01
f1.
‘
01
f1.
0/
f1.
0
/s
f1.
0/
$
.
0/
Sh.
°/o
£
0
/s
Jaargcmidd.
925
17.20
100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
‘462,50
100,0
10,80 100,0 1.68 1.89
100,0
‘112,5
731-
8616
100,0
118,5
62.116
58.11-
100,0
93,5
1926
1927
15,95
14,75
92,4 65,8
11,75
12,47
5
89,9
95,4
174,25
176,00
75,3 76,0
196,75
237,00
83,4
100,4
360,50
362,5
1
)
77,9 78,4
17,90 11,25
165,7
104,2
1.30
77,4
731-
100,0
55.141-
89,7
Juni
1927
15,60 90,7
13,20
101,0
92,2
175,25 171,50
75,8
14,1
245,00
235.75
104,2
99,9
372,75 –
367,75 80,6
79,5
–
11,00
11,10
101,9 102,8 1.22
1.22
72,6 72,6 701-
70/,-
95,9
95,9
54.216
53.19j-
87,2 86,9
Juli
,,
Augustus
,,
15,10
14,87
5
87,8
86,5
12,05 11,45
87,6
178,50
77.1
252,50
107,0
368,25 79,6 79,9
11,05
.10,90
102,3
100,9 1.22 1.22
72,6
.72,6
69/-
651-
94,5 89,0
55.516
54.13/-
89,0
88,0
September ,,
October
14,70 13,72
5
85,5
79,8
12,15 11,45
92,9
87,6
179,50 178,75
77,5 77,2 233,25
230,50
98,8
97,7
369,50
359,00
77,6
10,90 100,9 1.22
.
72,6 651-
89,0
55.51-
89,0
,,
November
,,
13,45
78,2
12
1
12
5
/
92,7
184,75
79,8
233,25 98,8
349,75 75,6
10,65
98,6
98,1
1.22 1.22
72,6 72,6
651- 651-
89,0
89,0
59.1/-
60.21-
–
95,1
96,8
December
,,
1928
13,40
13,50
77,9
78,5
12,57
5
12,70
96,2
97,1
201,00 207,50 86,8
89,6
246,25 247,75 104,3
105,0
348,25- 361,00 75.3
‘78,0
10,60 10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-t-
99,9
Januari
“Februari
,,
13,80
80,2
12,87
5
98,5 226,50 97,8 243,75
‘103,3
361,00 .
78,0
10,00
92,6
92,1
1.21
1.19
72,0 70,8
651-
65/6
89,0 89,7 61.121-
61.316 99,2 98,6
Maart
,,
April
,,
14,60 15,30
84,9
88,9
14,00
14,97
5
107,1
114,5
240,75 239,50
104,0
103,5
255,75 261,00
108,4
110,6
350,75′
358,25
75.8 77,5
9,95
10,05
93,1
1.19
.
70,8
661-
90,4
61.14/6
•
99,4
Mei
,,
15,30
88,9
15,47
5
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60 98,1 1.19 1.19
70,8 70,8
66/-
661-
90,4
90,4
62.15,-
63.171-
101,1
102,9
Juni
14,37
5
14,25
83,6 82,8
14,27
5
13,07
5
109,2
100,0
234,00 246,75
101,0
106,6 252,50
241,Ö0
107,0
102,1
365,25
359,75
79,0 77,8
. 10,10
10,10
93,5 93,5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
101,3
Juli
,,
Augustus
,,
12,00
69,8
12,62
5
96,6 214,75
92,8 226,75
96,1
350,75
75,8
10,05
10,00′
93
1
1
92,6
1.21
1.21
72,0
72,0
661-
66/-
90,4 90,4
62.1016
63.81-
100,7
102,1
September
,,
-October
11,65
12,27
5
67,7
71,4
11,57
5
12,27
88,5 93,8
198,75
218,50
85,9
94,4
198,25 189,50
84,0
80,3-
350,75
366,00
75,8
79,1
9,95
92
1
1
1.19
70,8
661-
90
1
4
65.121-
105,7
.’,,
November ,,
12,32
5
71,7
12,07
5
92,4 227,25
98,2
185,50 180,50
78,6 76,5 386,25
373,75
83,5
80,8
10,20 10,10
94,4
93,5
1.18
1.18
70,2 70,2
.
661-
66/-
90
1
4
90,4
67.181-
70.3/-
109,4 113,0
December –
Januari
1929
12,30 12,35
71,5
71,8
11,90 12,20
91,0 93,3
220,25 231,50
95,1
100,0 194,25
8,3
365,00
78,
10,10
93,5
1.16
69,0
66/-
90,4
75.10(6
121,7
ltmebruari
,,
12,72
5
.74,0
12,65
96,7
236,00
101,9 194,75
82,5
357,25
77,2
12,90
119,4
111,1′
1.11 1.11
66,1
66,1
66/6
67/-
91,1
91,8
.78.-/6
89.8/-
125,7
.144,0
Maart
,,
12,65 12;12
5
73,5
70,5
12,625
11,62
5
–
96,6 88,9
233,00
218,00
100,6
94,1
191,75
185,25
81,3
78,5
359,00′
.
373,25 77,6
80,7
12,00′
11,05
102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,
April
,,
Mei
–
11,125
64
11
10,57
5
80,9
78,0
198,25
193,50
85,6
83,6
177:50
171,25
75,2
72,6
363,50
355,25 78,6 76,8
11,15 11,25
103,3
‘ 104,2
.
1.16.
1.30
69,0
77,4
6916
711-
95,2
97,3
75.416
74.111-
121,2
120,1
Juni
,,
Juli
.10,87
5
12,80
63,2
74,3
10,20 11,20
85,6
‘ 218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2 1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,0
119,0
,,
Augustus
,S
13,12
5
76,3
10,75
82;2
78,0
.
202,50
191,00
87,5 82,5
182,75 172,00
77,4 72,9 452,50
506,75
97,8
109,6
11,25 11,40
104,2
105,6
.
1.30 1.30
77,4 77,4
7216 7216
99,3
99,3
73.171-
74.191-
120,7
Septensber ,,
October
12,62
5
12,10
73,4
70,4 10,20
9,87
5
‘75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7 11,25
104,2
1.30 77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November
11,775
68,5
9,20
70,4 71,5
174,00 166,00
75,2 71,7
164,75
163,75
69,8
69,4
483,25
482,00
104,5 104,4
11,35
11,75.
105,1
108,8
1.30
1.30
77
1
4
77,4
7216 7216
99,3 99,3
70.51-
68.616
113,2 110,1
December
,,
Januari
1930
12,625
12,67
5
73,4 73,7
9,35 9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
’93$
11,75 108,8
1.21
72,0
72/6
99,3
71.916
115,1
115,4
Februari
,,
11,72
5
68,2
8,17
5
62,5
54,7 139,00 143,50
60,0
62,0
135,75 125,00
57,5 53,0
398,50
390,00.
86,2 84,3
11,75
‘
11,55′
108,8 106,9
1.11 1.11
66,1
.
66,1 7216
701-
99,3 95,9
71.1216 68.1916
111,1
Maart
April
»
10,90
11,17
5
63,4 65,0 7,15 7,62
5
5F,3
.
180,25
77,8
129,75
55,0
‘
431,00
.
93,2
11,35
105,1
–
1.165′
69,3
6716
92,5
‘61.31-
98,
Mei
,,
10,45
10,05.
60,8 58,4
6,55
5,17
5
50,1
39,6
148,50 145,50
64,1
62,9
.114,50
103,75
48,5.
44,0
.405,01′
385,50′
87,6 83,4
11,35
11,35
105,1
105,1
1,18
5
1.18
5
70,5
70.5
6716 6716
02,5 92,5 53.91-
50.116
86,1 80.1
Juni
.
»,
7
luli
9,55
55,5
5,20
39,8
158,00
68,3
1106,00
44,9
350,00′
75,7
11,35
105,1
1.18
70,5
6716
92,5
48.151-
1
78,
1)’Men zie voor de toelichting
op
dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659)pag.
bS(U
en
1W.
A)=
wesseru vuur uc .uvue.o5 v.
9 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
627
had mogen verwachten. De toestand in de industrie,
speciaal iiicle Vereenigde Staten, bleef zeer slecht en
toen dan ook begin Juni bekend werd, dat het ver-
bruik van ruwe katoen in Noord-Amerika steeds klei-
ner werd, daalden prijzen plotseling Vrij scherp,
zOO
–
dat cle momenteele noteerng lager is dan wij zulks
sedert beg:in 1927 gekend hebben. De zichtbare voor-
raad blijft nog steeds zeer groot en de steunaankoopen
van cle Federated Farmhoard schijnen op te houden,
zoodat de markt thans meer haar vrijen loop kan vol-
gen en het gebrek aan vraag een zeer flauwe stem-
mi ng heeft teweeggebracht.
VOL.
De betere stemming, we1le reeds in Maart ji. merk-
baar was, heeft zich i.n April en Mei niet alleen kun-
nen handhaven, doch heeft zich nog verder gunstig
ontwikkeld.
PENCE PER
1h.
WOL 64’5. AV.
6C
5o)
20
JNI FEEP –
M AP
PT
-P
MEI JUNI JULI AUG 5EP OCT NOV DEC.
3
PEIlCE PEd
ib
COLONII
.-1928
30–
2
…..
..
.,….. 1930
IAIJ
FERP MPT
APP
11Fl
111111
liii
AUc SEPT OCT
NOV DEC
RUBBER
Het feit, dat ‘de rubberprijs in de versiagperiode
niet onbelangrijk onder 6 cl. per ib. is gedaald en
met 5% cl. het laagste’ ooit bereikte niveau heeft ge-
regi streerd, en zulks n iettegenstaande de stopzetting
van den tap in Mei, lcarakteriseert ntet slechts cle
marktsituatie, maar vereischt toch ook een verkla-
ring en, zon mogelijk, een uiteenzetting der gevolgen.
De oorzaak van genoemd verschijnsel ligt niet zoo-
zeer in de toeneming der productie van rubber dan
wel in een afneming der consumptie, die ten nauw-
ste samenhangt met cle algemeene depressie, die ook
0
1)
de hoofdconsumenten van rubber terugwerict. De
Mei-consumptie in de V. St., die geregeld pl.m. dr.ie
vijfden van het wereidverbruik voor hun rekening
nemen, beliep in Mei 39.902 tons tegen 49.233 tons
een jaar geleden (dit cijfer is echter ook het hoogste
ooit bereikte); en viel van 226.089 tons gedurende
de eerste 5 maanden van 1029 op 185.418 tons in het-
zelfde tijdperk van 1.930. Ook in de andere verbruiks-
landen – uitgezonderd Engeland – is een belang-
rijke ermin’dering ingetreden.
1-let ligt voor de hand, dat onder deze pmstandig-
heden de productie-beperking in Mei met pl.m. 35.000
tons niet veel te beteekenen had. De toeneming der
weréldvoorraden, die door Wijnand & Kepler ulto.
40 070 t.c,ns worclrm msehat (tegen 275.344
De bedrijvigheid iii de wolindustrie van alle landen,
waarbij wij Amerika momenteel nog buiten beschou-
ving laten, was, vooral wat betreft de kamgaren- en
sajet-fahr.icatie, hoewel wer minder wat betreft de lakenfabricatie, in dien tijd steeds uitstekend en de
vraag naar ruwe en gekamde wol zon sterk, dat cle
prijzen hiervoor 10 tot 20 percent omhoog liepen. In
Juni was een en ander echter een weinig rustiger en
prijzen zakten iets onder het thans bereikte allerhoog-
11
niveau.
.
1
ÂN GROOTHANDELSPRIJZEN’)
TIN
locoprijzen
Londen per
1
Eng. ton
KATOEN
1
for Middling locoprijzen
1
New York
1
per Ib.
WOL
gekamde
Australische,
1
Merino, 648 Av.
1
loco
Bradford
1
per Ib.
WOL
gekamde
Australische, CrossbredColo-
nial Carded,
Av. loco
Bradford per Ib.
1
RUBBER4)
1
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.
SUIKER
1
Witte kristal- suiker loco
R’damlA’dam.
per 100 K.G.
KOFFIE
Robusta
Locoprjzen
Rotterdam
per
‘Is
K.O.
THEE
Afi.
N.1.
theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
trathee
p.
‘IsKG.
Indexcijfer
vIh. Centr. B.
v. <1. Stat.,
herleid
van 1913= 100
tot 1925= 100
Indexcljfer
van The
Economist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100
£
1
261.17!-
01.
1
ioo,o
$
ets.
23,25
010
100,0
1
pence
55,00
0/
100,0
pence
29,50
0
10
100,0
Sh.
2111,625
0/
100,0
ti.
18,75
0j
100,0
ets.
61,375
0
(0
100,0
ets.
84,5 0
/0
100,0 100,0
100,0
92,9
290.17(6
111,1
17,55
1
17,50
1
755
75,3
.
47,25
48,50
85,9
88,2
24,75
26,50
83,9 89,8
21- 116,375
67,4
51,6
17,50
19,125
93,3
102,0
55.375 46,875
90.2 76,4
94,25
‘82.75
111,5
97,9
93,2
95,4
‘
89,5 290.41-
296.916
110,8
113,2
16,85
1
72,7
47,25 85,9
26,00
88,1
1(6
50.5
18,37
5
98,0
47
47
76,6 76,6
81,25 84 96,2 99,4
96,1
97,4
896
9
2
:
2
289.1516
292.-16
110,7
111,5 17,90 19,70
1
77,0
84,7
48,50
48,50
88,2 88,2
26,50
26,50
‘
89,8
89
1
8
114,75
115,25
47,0 40,8
18,62
18,50
99,3
98,7
45,375
73,9
–
–
96,1
90,2
287.12/6
109,8
22,05
1
94,4
50,00 50,25
90,9
91,4 26,50
26,75
89,8
90,7
114,25
114,375
45,6
46,0 17,87′
16,87′
95,3 90,0
44,25
45,25
72,1
73,7
94,5
93
111,8
110,1
96,8
96,8
89,1
88,6
264.216 264.416
100
0
9
100,9
20,65
1
20,25
88,8
87,1
52,25
95,0′
28,50
96,6
116,5
1
51,9
17,25
17,87′
92,0 95,3
46
46
74,9
74,9
96
89,25
113,6
105,6
97,4
‘
97,4
88,9 88,2
266.1316
255.1!-
101,8
97,4
19.70
19,25
84,7
82,8
51,50 53,00
93,6
96,4
28,75 29,75
97,3
100,8
117,75 117,25
55,4 54,0
17,37′ 92
1
7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
233.1016
89,2
18,35
78
1
9
54,75
99,5
100,0
31,75 33,25
107,6 112,5
113,75
1(0,75
44,2
35,8
16,75
16,87
0
89,3
90,0
46
4’r
74,9
766
79,5
79
94,1
93,5
96,8
98,1
87,9
89,2
233.1716
234.61-
89,3
89,5
19,35′
20,65
83,2 88,8
55,00 54,50
99,1
33,00
111,9
-/9,375
26,3
16,87
0
90,0
47
76:6
78,6
74,25
78,25
87,9
92,6
98,7
98,1
90,5 91,2
230.131-
218.8/6
88,1
83,4
21,55
21,35
92,7
91,8
54,25
55,50
98,6
100,9
32.25 31,75
109,3
107,6 -19
-(9,25
25,3
26,0
16,62′
I,75
88,7
84,0
48,25
49
79,8
73,25
867
84′,3
98,7
‘89,8
211.19!-
80,9 21,75
93,5
53,00 51,75
96,4
94,1
31,25
30,00
105,9
101,7
-/9,25
-(9,25
26,0 26,0
15,50 16,00
82,7
85,3
49,875 51,875
81,3
84,5 71,25 67,75
80,1
95,5
.
92,9
88,2 86.6
211.181-
214.716
80
1
9
81,9
19,30
18,55
83,0
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-(8,5
23,9
15,87
5
84,7
52,75
53
‘.
86,0
86,4 70,25
73
83,1
86,4 93,5
‘
94,2 85,4
&,,1
221.191-
232.1016
84,8
88,8
19,45
19,90
83,7
85,6
46,25 47,25
84,1
85,9
27,25
27,50
92,4 93,2 -18,8
-/8,625
24,7
24,2
14,62
5
14,00
78,0
74,7
53 86,4
75,75
89,6
95.5
85,1
228.81-
87,2
20,45
88,0
46,25 46,75
84,1
85,0
28,00
28,75
94,9 97,3
-/8,5
-19,875
23
1
9
27,9
13,92′ 13,77′
74,3 73,5
51,75
53,125 84.3 86,6 76,5
77,25
90,5 91,4
95,5
94,.
84,8 84,6
222.716
222.111- 84,9
85,0
20,20
20,10
86,9 86,5
44,25 80,5
27,75
94,1
1!-
33,7
13,37
5
71,3 54 54
88,0 88,0
74,25
72,75
87,9
86,1
94,2 94,8
85,4
85,8
221.0(6
207.516 84,4
79,2
21.25 20,45
91,4
88,0 44,00 43,25 80,0
78,6
27,50 27,25
93,2
92,4′
110,125
-110,5
34,0 29,5
13,50
13,375
72,0
71,3
54
88,0 74,25 87,9
92,9
83,9
197.516
‘
75,3
19,40
83,4
41,50 40,00
75,5
72,7
26,25
25,75
89,0
87,3 -110,875
-110,625
30,5 29,8
12,25 12,00
65,3 64,0
54
54
,
88,0
88,0
73,50
69,50 87,0 82,2
91,6 91,0
111,7
81,9
200.51-
209.516 76
1
5
79,9
18,75
18,65
80,6
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9
-III
30,9
13,425
71,6 69,3
54
53,50
88,0 87,2
68,50
64
81,1
75,6 91,0 91,6
83,7
83,6 210.111-
205.516
80,4
78,4
18,60
‘
18,90
80,0 81,3 37,00 34,25
67,3 62,3
24,00 23,75
81,4 80,5
-(10,5
-110.125
.29,5
28,4
13,00
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6
.
91,0
82,0
188.9(6
72,0
18,45
79,4
32,50 31,25
59,1
62,3
22,50
23,00 76,3
78,0
-/9,625
-18,125
27,0 22,8
13,30
12.50
70,9
66,7
48,50
41,75
79,0
68,0
66
66,50
78,1
78,7
90,3
88,4
80,5 78,8 182.-16
178.1816
69,5 68,3
17,50
17,25
75,3
74,2
31,25
56,8
21,25
72.0
-18
22,5
12,07
5
11,67
6
64,4 62,3
36,75
35
59,9 57,0
60,75 60,50
71,8 71,6
87,1
84,5
76,8
76,9
174.131-
174.41-
66,7
66,5
17,15
15,45
73,8
66,4 29,50
28,50
53,6
51,8
19,25
17,75
65,3 60,2
-17,375
-(8
20,7
22,5
11,40
60,8
35 57,0
58,25
68,9
81,3
75,2
165.18/-
63,4
15,20
65,4
26,25
27,25
47,7
49,5
16,50
17,25
55,9
58,5
-(7,625
-/7,375
21,4 20,7
10,70
10,55
57,1
56,3
35
35
57,0 57,0
62,25
59,50
73,7
70,4
78,7
‘
78,7
74,2
72,8 161.17(6
145.-!-
61,8
55,4
16,45 16,50
70,8 71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-16,875
19,3
9,80
9,775
52,3 34,75
33
56,6 53,8
56 58
68,6
68,6 74,8 72,0 70,4
136.416
52,0
14,50
62,4
27,75 50,5
17,50
17,00
5
59,3
57,35
-/6,125 -(6,1875
17,2
17,4
i
9,75
52,1
52.0
32
52,1
1
56,75 67,2
135.216
51,6
–
–
27,00
5
49,1
5
– –
_____
– R&_t*
•AA
A
Ab h,,Miaa
huIdige officioele noteeringswijze Uan. 1928); vanaFlô Uec.1Y29 74(D K.U. liongaarscne; vana! AO iviei I.)’
-,
ie. not.wijze (Jan. 1928). 4)J
a
ar_enmaandgem.afger.OP.
1
lB pence.
5)
3 Juli.
628
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1930
tons een jaar geleden) is in Mei althans beperkt ge-
bleven, maar de algemeene vooruitzichten zijn, wat
het verbruik betreft, weinig opbeurend, en aangezien
niet te verwachten valt, dat door eenigen maatregel
het verbruik belangrijk zal kunnen worden opgevoerd,
blijft, indien men althans liet zeer radicale, maar
even primitieve middel van ,,uitzieken” niet wenscht
toe te passen, geen anderd
mogelijkheid
dan door rege-
ling of liever algeheele vermindering der productie,
het verstoorde evenwicht te herstellen op een lager
niveau.
5HPEQJb.
RUBBEP
.
8
—
1929
——
1930
ej
Deze noodzakelijkheid werd en wordt in de krin-
gen van de Nederlandsche en Britsche (en andere)
rubberproducenten, hoe afkeerig zij in vroegere jaren
ook van samenwerking mochten blijken te zijn, ter-
dege gevoeld, en de met gesloten deuren eind Juni
te Londen gehouden vergadering van de Britisch-Ne-
derlandsche commissie is wel een
duidelijk
teeken
daarvoor. De bijzonderheden der besprekingen bleven
onbekend, toch werd in een officieel communiqué
medegedeeld, dat overeenstemming nopens bepaalde
voorstellen werd bereikt, die aan de producenten-
vereenigingen ter . goedkeuring zullen worden voor-
gelegd. Waar reeds voor deze vergadering bekend
werd, dat .men in rubberkringen een drastische pro
–
ductiebeperking voorstond, mag men veronderstellen.
dat die voorstellen in deze richting zullen gaan. Voor
een door sommigen gewenschte, en, zooals het heet,
ook in het rapport Marinus aanbevolen gemeenschap-
pelijke verkoopsorganisatie schijnt echter de tijd nog
niet rijp te zijn.
Gedurende de eerste vijf maanden van het jaar
hebben de netto-rubbervërschepingen uit Malakka
188235 tons tegen 189.195 ‘tons in 1929 beloopen. Ook
de verschepingen uit Nederl.-Indië (Jan.-April) zijn
nagenoeg gelijk aan die van 1929, ni. 85.789 tegen
85.104 tons (droog). Dit
cijfer
is de resultante van
een vermeerderden uitvoer van ondernernirigsrubber
en een verminderden van inlandsche rubber.
Tot de voorgestelde maatregelen ter vermindering
der productie behoort -ook die, om de Zondagsrust voor
alle werklieden in Malakka in te voeren, en een ver-
bod van uitvoer van tweede kwaliteitsrubber, terwijl
naar het heet, in Nederlandsche kringen, ook pp een
vermindering der productie met 25 pOt. moet zijn
aangedrongen.
SUIKER.
De verdere prijsdaling van suiker, welke – zooals
in ons vorig kwrtaaloverzicht aangeduid – door
sommigen werd verwacht, heeft inderdaad plaats ge-
had en werden daardoor nieuwe laagte-records be-
reikt. De eerste stoot daartoe werd gegeven door het
opheffen van de verkooporganisatie op Ouba, den
z.g. ,,Single Seller”. Spoedig daarop werd bekend,
dat de Bietuitzaai i.d.d. grooter zal wofden dan ver-
leden jaar en bedraagt deze toeneming volgens de laat-
ste gegevens van F. 0. Licht voor:
Europa zonder. Rusland ……3.6 pOt.
Rusland …………………2
–
7.6
Europa inclusief Rusland .. . . 10.8
De Suikerindustrie in Ouba is er het slechtst aan
toe door den hoogen
kostprijs
en door de onmogelijk-
heid van bescherming. Dientengevolge verkeeren op
dat eiland reeds zeer vele en zelfs groote fabrieken in
financieele moeilijkheden, terwijl sommige in handen
der geldschieters zijn overgegaan.
Pl DPD IrvI
• ————
-———
010
•
———–
Tenslotte bracht de oplossing van de Amerikaan-
sche Tarievenkwestie, welke voor suiker het invoer-
recht verhoogt op 2 d.c. voor Oubasuiker en 2.5 d.c.
voor onbeschermde suiker (oud invoerrecht resp.
1.76 d.c. en 2.20 d.c.) de daling tot stilstand.
Op Java heeft de V.I.S.P. het restant uit den ouden’
oogst van de hand gedaan tot dalende
prijzen
van
f
11.— tot
f
9.— voor Superieur en
f
1OV2. tot
f
8.-
voor No. 16 &fhooger. Nadat de V.I.S.P. de verkoop-
limite voor den nieuwen oogst eveneens tot
f
9.-
voor Superieur en
f
8.— voor No. 16 &/hooger ver-
laagd had, werden successievelijk ca. 135.000 tons aan
exporteurs verkocht. De totale verköopen van den
nieuwen Java-oogst bedroegen op 30 Juni ca. 260.000
tons.
In ons land heeft de Regeering het noodzakelijk
geacht de nationale producenten te hulp te komen met
een z.g. compenseerend invoerrecht’ op witte suiker
van 5 goudfranken per 100 KG., waaruit echter de
raffinadeurs wel in de eerste plaats de voordeelen
zullen trekken. –
Af te wachten blijft thans wat de Eerste Kamer zal
besluiten.
S
KOFFIE.
In den loop van het tweede kwartaal daalde de prijs
varr loco Robusta Koffie van 35 ct. tot 32 ct. en die
van loco Superior Santos van 41 ct. tot 38 ct. De oor-
zaak van deze daling is hoofdzakelijk het gevolg van
voortdurend lagere aanbiedingen uit de productielan-den en van weinig vraag voor disponibel. In den laat-sten tijd wordt alleen het hoog noodige voor behoefte
gekocht, daar voorraden van beteekenis niet worden
gehouden, zoodat de handel zeer gering is.
CtS PFD
V,vr
–
IL-
–
tT
1
1
lI
1
on
JL2rI
JULI
kLI(
)tV
1
ULI
NUV
L)tl.
De noteeringen aan de
termijnmarkten
liepen in
April met enkele schommelingen ongeveer 1
V
ct. om-
hoog. Daarna echter trad eend daling in en zakten de
prijzen geleidelijk 134 334 ct., welke daling veroor-
zaakt werd door de lagere offerten van Santos, van
Rio en van Nederlandsch-Indië.
THEE.
T-Jet tweede kwartaal van 1930 bracht nog niet de
verbetering, welke velen als gevolg van de oogst-be-perking hadden gehoopt. Deze verwachting was ech-
ter goed bezien praematuur, omdat de Londensche
voorraden begin Juni nog 18 millioen lbs. hooger
waren dan verleden jaar en de uitwerkiig •der oogst-beperking eerst drie maanden later
begint
tot uiting
te komen in de aanvoeren op de Europeesche markten.
Het feit, dat de uitvoer van Noordelijk Britsch-
MMMMMMMMMMMM
MMMMMMEMMMMM
_–_
MMMMMMMMMMMM
MMMMWMMWWWnM
09
,CTS PEE
Y1
KG.
THEE
0,8E
0,8c
0,7E
0,7C
016′
0,&
O,5
05 JAN FEEP, dr API MEI JUNI JULI AUG SEPT OCT NOV DEC.
9 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
629
I:ndië gedurende April 2 iiil1ioen lbs. hooger was dan
verleden jiar, wordt gecompenseerd door een terug-
gang in Mei ten bedrage van 2.7 milli’oen lbs. De
groote uitvoeren van April kunnen slechts afkomstig
zijn van den ouden oogst en waarvan men vele par-
tijen tijdelijk heeft achtergehouden, klaarblijkelijk om deze te realiseerec tegen betere prijzen.
lUU•IUU*•IUUI••I••I••UI•i•
•l•PUl•UI•UUUI•uR••uU
•
u.mI..uI.UIU.I..U….UIli.0
UUIIlRUIUl..UUIllLU•uI
IUUuIIIUmlIIU.R.auuII..uajki.
UUIl•uuIUIU•UUIUUlUuuuu.g
UuIUIIU•1•l•mUI..u..U.uIl.
8
Deze ‘factoren hebben echter de markt dusdanig ge-
drukt, dat vaneen opleving nog niet veel kan worden
gesproken. Men heeft hier blijkbaar meer gekeken
naar de groote te verwachten aanvoeren dan naar het
feit, dat de Noordelijk Britsch-In.lische oogst tot ulti-
mo ‘Mei 32.3 inillioen lbs. bedroeg tegen 37.6 million
lbs. in 1929.
Java’s uitvoer neemt voortdurend af in vergelijking
met verleden jaar, met het resultaat dat de jaaruit-
voer (Januari-Mei) thans evenveel bedraagt als een
jaar geleden.
(Vervolg van pag. 65.)
paalde artikelen. Dat wil zeggen, dat er een veran-
dering heeft plaats gehad van de relatieve waarden,
niet zoozeer van de individueele artikelen, ten op-
zichte van elkaar, •dan wel van
alle
artikelen met be-
trekking tot het goud. Deze factor blijkt uit de vol-
gencie tabel van ons :indexcijfer:
Data
LO
–
to
0
1924
100
100
100 100
100
100
Gemiddelde
1926..
90.0
90.6
71.1
100.3
98.4
89.9
,,
1927..
87.5 93.8
73.1
83.7 94.7 86.4
,,
1928..
90.7
87.9
76.8
77.1
90 7
84.8
1929..
84.8
80.5
67.4
80.0
85.7
79.9
Einde Juni
1929..
83.3 78.8 67.8 80.6 84.6
79.2
Sept.
..
83.9
81.2
64.1
80.6 86.7 79.3
Dec.
,,
. .
80.8 78.4 60.4
77.3
84.5
76.3
Juni
1930..
72.0
72.0
48.6 69.3
79.8
68.1
Met uitzondering van een dnevénredig groote waar-
de
–
vern
–
lindering van de weefstoffen, is’de gdmiddelde
onderinge ruilwaarde van cle verschillende groepen
van artikelen sinds 1924, niet zeer veranderd, terwijl
de gemiddelde goederenwaarde ten opzichte van het
gou.cI met bijna 32 pOt. is gedaald.
‘Uit , de . ‘vijfde tabel blijkt, dat de groothandels-
p.ijzen gedurende de laatste zes maanden het gemid-
delde niveau ‘van 1913 zeer dicht zijn ‘gehaderd.
Het prijserlöop sedert 1924 was niet slechts na-
deelig voor de industricele expansie; het heeft em-
stige ,complicaties teweeggebracht ten aanzien . van
den schuldenlast, en heeft ons gesteld tegenover het
moeilijke vraagstuk, hoe ernstige schade aan ons
economisch leven kan worden voorkomen, daar op
het oogen’blik ons indexeijfer iets meer dan’ 10 pOt.
hooger is dan v66r den oorlog terwij..de bonen, in-
terest en belastingen aanzienlijk zijn gestegen.
Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs-, verloop in een aantal belangrijke landen (tabel 6).
Devolgend,e oprherkingen zijn ontleend ‘aan de des-”
betref-fende maandpublicatie van het Centraal Bureau
voor ‘de. Statistiek en hebben betrekking op de Ne-
derlandsché indexcijfers 1913
=
100.
132
330
120
192E
‘929
1920
‘0,009(90K IOOEXC,)FEQ 0203 0203ToA000L500I,ZEN 1901- ‘10.100 0(91010 201 1913.100
•I•uu•uaiuuurusguuu
.I..uuu.aa..uuIuu….Igi
Morino ONE
•
4UUNUU•UU•MUURLIU•UUMU$
=IN
Ilu..Ia.muIRuI.u…IaI•k1I.i
•I•RIIR•IIIuRIsIIImuaui]
.•
•iuu
umu•u •
su
•
•••
uu
MUSEUM
i.i….i.i.u.iuuuuu
•••.
EMMEEMN
WE
8
8
8
8
8
929
19)0
000.50,0199 INDEACUFE12 1,004 C0000
1
4A90015091)ZEN’ 00,9(02) OFL000IJQ1990.100
aol
1
1r”r”rlr]’ri’rl
–
‘rl
I i»’
r
1
’00
91,
012
‘939
1
920
Bij beschouwing der
indexcijfers
over Mei 1930 in
vergelijking met die der voorgaande maand, blijkt,
dat het algemeen indexcijfer met 4, dat der voedings-
middelen met 5 puntèn is gedaald. Tegenover een prijsstijging van slechts 3 artikelen
– (ni. rundvleesch met 1, eieren met 2 en lijnolie met
1 punt), staat een
prijsdaling
van 30 artikelen (20
• voedingsmiddelen) met in totaal 188 punten (wo.
maïs met 25, peper met 20, rogge met 15, haver en
lcal’fsvlêesch elk met 11 en hooi met 10 punten).
In vereljking met de’ prijzen van April-1930 is in
Mei de
stijging
in procenten’ als volgt: eieren 2.1,
630
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9
Juli
1930
Data
40
1913
100
100 100 100
100
100
Gemiddelde
1925..
168.4
204.2
194.6
139.8 126.2
160.9
1926..
151.7
195.3
152.6
149.8
120.7 149,4
1927..
147.6
202.2
157.0
125.1 116.1
143.7
1928..
152.9
189.7
165.0 115.2
111.2 140.9
1929..
143.0 173.5
144.7
119.6
105.0 132.8
Juni
1929..
140.3
170.1
145.5
120.4
103.6 131.7
Juli
..
152.7
171.3
143.8
120.2
106.6 134.6
Aug.
..
149.5
174.3
143.9 120.4 105.6 134.5
Sept.
..
141.4
175.1
137.7
120.3
106.2
131.9
Oct.
..
139.3 171.9 133.7
118.3 105.3 129.6
Nov.
..
133.7
169.9
131.2
115.6
104.2 126.9
Dec.
,,
..
136.2
169.1
129.6
115.6
103.5
126.9
Jan.
1930..
131.6 188.0
120.4
115.8
102.1 123.7
Feb.
..
126.0
167.8
117.2
113.9 101.0 121.0
Maart
..
125.0 167.2 114.6
112.3 99.2 119.4
April
,,
..
125.3
163.4 114.4
107.1
96.6
117.2
Mei
..
121.0
159.7
111.6
105.4
98.0
115.8
Juni
..
121.3
157.3
104.4 103.5 97.6
113.2
rundvieesch 0.9 en lijnolie
0.3;
de
daling is voor:
hooi 7.7, tarwe
4.4,
rogge
19.5,
gerst
4.3,
haver
14.8,
mais
19.0,
macaroni
2.6,
zemelen
4.8,
groene erwten
6.1,
aardappelen
5.6,
suikef
1.5,
thee
0.6,
peper
7.6
1
alcohol
0.4,
boter
4.7,
kaas
3.8,
melk
1.3,
kalfsvleesch
11.1, schapenvieesch
4.0,
varkensvieesch
1.2,
zwavel-
zure ammoniak
5.6,
ruwe katoen
1.6,
hennep
7.5,
vlas
6.5,
zilver
3.3,
tin
9.7,
vurenhout
1.2,
runderhuiden
3.0, terpentijn
4.3
en hars
4.5.
(I
N
Z
1913..
70
4
100
6
100
100
100
7
lOO
100
lOO
November
1918..
:.
358
438
367
392
214
oogs e
..
Ç
..
591
679
..
325 366
297
322
..
(Apr.) (Apr.)
(Jan.)
(Juni)
(juli)
(Mrt.)
Gemiddelde 1925..
103
5
555 646
1425
–
161
155
202
1926..
1005
703
654
134 145
149
145 179
1927..
95
618
527
138
142
146
148
170
1928..
98
121
491
140
145 148
149
171
1929..
96
611
481
137
141
140
142 166
Mei
1929..
96
623 485
136
139 140
142 169
luni
..
96
611
480
135
139
139
141
168
Juli
..
98
613
477
138 143 140
141
166
Augustus
,,
..
98
597
474
138
143
141
142
165
September
.
..
98
597
472
138 142 140
141
164
October
,,
..
96
590
470
137 142
138
140
163
November
..
94
584 464
136 140
135
137 160
December
,.
..
94
576
459
134
139 134
135
155
Januari
1930..
93
565 453
132 136
131 131
152
Februari
..
92
565
445
129 133 128
126
151
Maart
..
91
554
436
126
131
125
122
148
April
,,
..
91
549
429
127 129
124
122
146
Mei
,,….
542
420
126
1
128 123
118
,
oureau oi
Laoour.
9
stat. l’ceicnsamt.
)
seaert 02 gebaseera
Op
48 artikelen.
4
)
1926 = 100. 5) Jaargemiddelde.
6)
Sedert October 1923:
Juli 1914=100.
7)
Midden 1914
=
100.
De uitvoer van zilvergeld uit Suriname.
In ons nummer van-
25
Juni ji. hebben wij het een
en ander overgenomen uit het jaarverslag van De
Surinaamsche Bank en o.a. melding gemaakt van een
moeilijkheid, die,voor deze instelling ontstaan was uit
liet feit, dat de postpakettendienst een zoo goedkoop
tarief voor met zilver gevulde paketten berekende, dat
daardoor het zilveruitvoerpunt op een zeer laag peil
kwam te liggen.
Naar wij uit een bericht in ,,De West” van
20
Mei
ji. opmaken, is deze moeilijkheid inmiddels opgelost.
Het bedoelde bericht luidt als volgt:
Bij Besluit van den Gouverneur cl.d. 17 Mei ji., is het
Buitenlandsch Pakketpostbesluit aangevuld met cle vol-
gende, bepaling:
,,Behouclens bijzondere vergunuing van den Administra.
teur van Financiën sijn eveneens iiiet tot verzending toe.
gelaten pakketten, inhoudende zilver in baren, tot eene
totale waarde van meer dan honderd gulden of zilveren – munten, evenzeer tot eene totalé waarde van meer clan
honderd gulden. tenzij deze munten tot sieraden – zijn ver:
w&kt.”
in verband daarmede kunnen wij mededeelesi, dat de Su-rinaamsche Bank vanaf hedeit weder onbeperkt wissels af-
geeft naar het buitenland.”
ONTVANGEN BOEKEN.
The Jnlernational Financial Position of the United
States.
Uitgave van de National Industrial Oon-
ference Board inc. (New-York,
1929.
Prijs
$5.-).
Deze studie analyseert cle veranderingen, die in de in-
ternationale financieele positie van de Vereenigcle Staten
hebben plaats gevonden vanaf cle stichting van de repu-
bliek tot heden. liet bespreekt cle oorzaken van de ver-
andering van de Ver. Staten van een clebiteur- in een
crediteurnatie en cle economische financieele vraagstukken,
waartegenover dit land zich geplaatst ziet met het oog op
zijn tegenwoordige positie.
Het Nederlandsche wisselrecht
door Dr. H. R. Rib-
bius, Hoogleeraar aan de Nederlandsche 1Jan-
dels-Hoogeschool te Rotterdam. Tweede herziene
druk. Leiden
1930; S. 0.
van Doesburgh.
De opzet en indeeling van dit werk is niet veranderd,
maar dc laatste w’etswijziging van 1928 is thans verwerkt,
terwijl rekening is gehouden met de sedert den eersten druk
verschenen uieuw’e werken over wisselrccht en met de nieu-
we jurisprudentie. –
Verbindend-ver/claring van collectieve arbeidsover-
eenicomsten
door Dr. Ir. Th. van der Waerden,
Lid van de Tweede Kamer. (Amsterdam
1930;
N.V. de Arheiderspers. Prijs
fl.90).
Deze studie bevat in hoofdzaak de beschouwingen van het
piaeadvies van i)r. van der Waerden, behandeld in de Ver.
voor. Staathuishoudku ode en Statistiek in 1927. Echter zijn
de statistische gegevens bijgew’erkt tot den stand van heden.
Bovendien zijn beschouwingen gewijd aan de standpunten
van Prof. Ir. Is. P. cle Voo3’s en Prof. Mr. F. cle Vries.
Tenslotte zijn wijzigingen aangebracht in verband met do
nieuwe vet op cle collectieve arbeidsovereenkomst.
De administratie van een gasbedrijf
door
U
de Vries,
Oommies ter provinciale griffie van Utrecht en
A. J. Muis, Administrateur van- het gemeente-
lijk gasbedrijf te Baarn. Alphen aan den Rijn
1930;
N. Samsom. (Prijs
f 3.60).
])e schrijvers geven op duidelijke en overzichtelijke wijze
inzicht in de volledige administratie van een gasbedrijf.
Na een overzicht van het technisch proces worden de
onderdeelen der adn’i inistratie behandeld, zooveel mogelijk
in de volgorde van den gang van zaken in het bedrijf, en
wel: administratie vah de technische aangelegenheden;
i nkoopadministratie; magazijnadministratie; loonadminis.
tratie; administratie van het gasverbruik, van de inning
der gasgelden en van de straatverlichting; verkoopadmi-
nistratie; aclmninistsatje van de werkzaamheden voor der.
den. Daarna volgt een bespreking van de te gebruiken boe-
ken en van bijzondere boekingsposten. –
A all cle verschillende systemen va ii i nu Ing van gasgelden,
de geldelijke verhouding van het bedrijf tot de gemeente,
de kostprijsberekening en aan de tariefsystemen is de noo-
dige aandacht geschonken.
De plaats van den ondernern,ings-leider in de sociale
gemeenschap
door Prof. Ir. Is. P. de Vooys.
(Santpoort
1930;
Uitgeverij C. A. Mees. Prijs
0.75).
Voordracht, gehouden voor Leidsche en voor Dell tsche
studenten.
–
Die monopolistischen Bestrebun, gen und -ihre Bedeu-
tung f’ur das deutsche Wirtschaftsleben vor und
nach dem Kriege,
door Prof. Dr. H. Mannsteadt.
Rostock z. j.; Oarl Hinstorffs Verlag.
Rede gehouden op 18 Jan. 1928 in de Uiversiteit van
Rostock.
Eenige beschouwinen over Handelsorganisatie – en
Bedrijfsorganisatie,
door Mr. Dr. L. Triebels.
Groningen, Den Haag
1930;
J. B. Wolters’
Uit-
geversmaatschappij
N.V.
(Prijs
f 0.75).
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van
hoogleeraar in de bedrijfsieer en in de sociale wetgeving nai de R.K. Handels-Hoogeschool te Tilburg op Donder-
dag S Mei 1930.
Bibliografia general de Reva.sco
por Francisco J. San-
tamaria, Tome 1. Monografias, bibliogrdficas
Mexicanas Num.
16.
Mexico
1930;
Imprenta- de
la secretaria de Relaciones Exteriores.
9 Juli 1930
ECONOMISCHLSTATISTISCHE BERICHTEN
631
.
CONJUNCTUURGEGEVENS
BETREFFENDE
DE VEREENIGDE
STATEN.
.
Productie
1), Handel
enVerkeer
•
n
•
__ __
Productie-index
van
a?
.
:
Buitenlandsche handel
3)
)•__
‘.-
Q
=
–
•B
.
E
?
_
n
=
_.
j
–
–
—-
G)V
–
Datum
=be
O
be °
Invoer
1
Uitvoer
::
o
:
E
–
–
.-)
‘
1
__j
Grond
____
Fabrl-1
–
•
c.
– )
1-
e
TotalTotaal1
stoff.
katen
J
Gemiddelde
van 1923-1925
100
I
MIII.
$
_
.
1925
. .
.
.
104
105
99
100 103
106
106
104
107
122
103
–
99.7
100.9
_
352
146
402
154 50
1926
.
.
. .
lOS
lOS 108
110
104
110
113
104
109
130
107
109
2
101.4
104.3
3139
149
393
162
24
1927
. . ..
106
106
107 99
121
105
104
113
86
128
103
122
98.8
102.0
349
133 397
165
48
1928
. . . .
111
111
1013
94
122
115
119
107
113
135
103
107
972
101.8
341
122
419
188
78
1929
.
. . .
118
119
115 100
137
127 130 115
132
117
106
115
100.4
107.2
367
13)
430
211
63
Januari
117
117
118 104
137
129 117 116
1.50
100
104
118
97.4
100.7
369
142
488
215
119
Februari
117
116 120 110
137
136 126 113
148
88
107
115
99.7
108.0
369
138
442
218
73
Maart
118
120
107
90
133
135
132
1113
159
118
103
116
101.3 110.8
384
139
490
264
106
April
122 123
115
102 132
142
135
120
153
156
111
119
101.8 111.3
411
147
425
229
14
Mei
124
125
116
104
134
139
145
121
148
143
111
125
101.6 111.2
400
142
385 203
–
15
Juni
127 129
113
102.
135
124
155
121
162
133
108
122
101.2
109.2
353
121
393
220
40
Juli
124
126
114
102 143
122
151
118
142
59
108
119
100.7
104.8
353 120
403
227
50
Augustus
123
125
115 99
145
119
143 120 143
119
109
119
102.0
109.4
369
126
381
202
12
Septemb.
121
122
118
103
140
125
139
116
133
108 108
115
103.4110.5
351
122
437
191
86
October
117
117
118 103
140
123
124
118
113 109
104
117
102.1
110.0
391
127
529
212
138
Novemb.
106
105
110
98
131 118
100
108
81
95
99
104
98.2
102.0 338
121
442
173
104
December
99
96
117
104
132
115
90
96
49
77
97
90
94.8
98.7
311 116
427
181
116
1930
Januari
104
102
111
100
132
101
99
103
103
79 97
102
92.9
94.2
311 109
404
192
93
Februari
107
107
109 92
135
95
118
99
110
77
99
94
92.9
97.4
282
99
343 183
61
Maart
104
105
96
81
125
88
112
98
109
111
95
94
92.7
98.0
300
102 363
200
63
April
106v
107v
104v
97
128
90
114
96
109
118
101
100
92.1 96.7
308
–
327
–
19
1)
De indexeijfers
betreffende de productie,
de wagonverladingen, het katoenverbruik,
het
aantal tewerkgestelden en
de betaalde
bonen zijn ontleend aan het Federal Reserve Bulletin. Wat de index van de industrieele
productie
betreft, deze is samengesteld
uit de gegevens
van
58
industrieën
nl. 50 van
fabrikaten
en 8 van mineralen.
2)
gemiddelde
van Maart-Dec.
3)
De
cijfers der
jaren
1925-1929
zijn maandgemiddelden.
v)
voorloopig.
Kapitaalmarkt
Effectenbeurs Ernissies
3)
Geldmarkt
Prijzen
Indexcijfer van’)
Binnen-en buitenl.
Binnenlandsche
8
0
0
71)
0
)
,_
)
0
b
0
c
>*
.0.-.
–
,,
.E
=
,,
CC
-=
n
OCC-
Q.=c,,=n
–
.0
,C)
1-NO
=
L)
0
.
,.0
–
–
….0
0
.j
C
0
<
–
()
–
.
_
1926
=
100
mOl. $
in millioenen dollars
–
li
1926
=
100
1~
w14
1925
– –
–
– –
2.336
518
76
101
417
391
300
91
127
4.20
5
3
4
1/
104
110
169
3.123
528
91
9
8
430 433
313
120
95
4.50°
3
q
100
100
166
1927
°174 0181
0151
–
97.6
6
3.646
649
179
524
126
519
388
131
130
4.05
3
4
95
99
162
1928
150 154
129 149
97.6
6
5.215
676
156
256
420
566 446
121
110
6.05
4
1
I
4
98
106
161
1929
182
190
147
235
95.7 6.563
850
117
508
341
731
668
63
119
7.74
5
1
,,
5.
9.7
105
162
Jan.
185
193 142
193
97.0 6.7a5
915
148 552
363
875
803
72
40
6.94
-5
5-
97
106
161
Febr.
187
192
142
202
96.3
6.679
934
124
631
303
869 800
69
65
7.47
5
.
5
97
105
161
Mrt.
189
196
1926 –
–
–
–
–
—
–
–
—-
–
—
–
–
–
140
204
95.8
6.804
997
60
561
436
772
668
104
225
9.80
5-
5-6
98
107
160
April
187 193 138
201
95.8
6.775
677
f39
387
290
661
576
85
16
9.46
5j
6
97
105
159
Mei
188
193
139
212
95.7
6.665
1.121
392
583 538
1.074
899
175
47
8.79
5j
6
96
102
159
juni
191
191
145
233 95.3
7.071
773
17
353
420
601
452
149
172 7.83
5j
6
96
103
180
Juli
207
203
160 273 95.2
7.474
880
60
626
254
844
766
78
36
9.41
*
6
98
108
182
Aug.
218
210
165
304 95.0
7.882
843
25
650
193
822
745
77
21
8.15
*
67
98107
163
Sept.
225
216
168
321
94.8
8.549
1.307
308
1.029
278
1.299
1.201
98
8
8.62
*
Of
98
107
163
Oct.
202
194
157 277
95.1
8.109
843
34
443
400
791
676
115
52
6.10
5
Of
96
104 163
Nov.
151
145
135
195
95.7 4.017 281
17
122
159
248
163
85
33
5.40
3-45*-61
94
101
163 Dec.
154
147 136 201
96.5
3.990
574
84
127
447
530
232
298
44 4.88
3-4
5
94
102
162
1930
Jan.
156 149
137
209
96.5
3.985
747 77
127
620
7)8
611 107
29
4.31
3-4 4-5
93
101
160
Febr.
166
156
143
231
96.4
4.168
592
30
155
437 466
388
78
126
4.28
3-
4.-5
92
98
159
Mrt.
172
163
143
242
97.8
4.656
799
22
123
676
6
.
59
516
142
141
3:56
2
j
-3
j
3
j
-4j
91
95
157
April
181
171
142
264
97.9
5.063
903
55
261
642
730 582
148
173
3.79
2-3
3-4
91
96
Mei
171
160
136
250
97.9
4.748
1.109
70
424 685
991
847
144
118
3.05
3-4
1)
Indexcijfers
van
Standard
Statistics
C
o.
2)
Einde v.
h. jaar
(resp. maand).
8)
Ontleend
aan
The CommercÎal
and
Financial
Chronicle. De cijfers der jaren 1925-1929 zijn maandgemiddelden.
4)
Stock exchange
call
loans.
5)
Renewal
rate.
8)
40
obl.
0)
resp. aand. tot. 229, md. 197,
spoorw.
31.
632
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1930
1
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANK DISCONTO’S
NedDisc. Wissels. 3
25Mrt.’30
Lissabon
..8
28Juli’28
BeI.Binn.Eff.
1Vrsch.inR.C.4
4
7Mrt.’
80
Londen ……
’30
3
1 Mei
7Mrt.’30
Madrid ……
5419 Dec.’28
Athene
……. …
9
2Dec.’28
N.-YorkF.R.B.24l9Juni’30
Batavia ……….
4410 Mrt.’30
Oslo
……..
4420Mrt.’30
Belgrado
……..
5428 Mei ’30
Parijs
……24
1 Mei ’30
Berlijn
……….
4
21Juni’30
Praag
……4
24Juni’30
Boekarest……..
9
23 l’,’ov.’29
Pretoria
.. 6 17
A.vq.’29
Brussel ………..
1
1 Mei ’30
Rome ……..
5419 Mci ’30
Budapest ……..
5428 Mei ’30
Stockholm
.. 34
2 Apr.’30
Calcutta
……..
6
3Apr.’30
Tokio
……..4
1800.17
Danzig ……….
4424 Juni’30
Weenen …… .
5423 Mei’ 30
Helsingfors ……
6428Apr.’30
Warschau…. 6412
Juni’30
Kopenhagen
….
4
3 Mei ’30
Zwits. Nat Bk. 3
3Apr.’30
OPEN MARKT.
1930 1929 1928
11
1914
5 Ju
30 Juni!
23.28
16(21
116
2j7
20124
5Juli
Juni Juni Juli
Juli
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
1
11
156
1j4jn
I31
4
_2
1
1
16
1
3
14-2
5
1
14/8
4-116
31(,_3156
Prolong.
–
I
1
122
1
3
(42
1
(4
1314-2
5.3(
4
3
1
12-4
1
/,
2
1
14-
3
4
Londen
Dageld .
. .
1
1
1
3
‘2
1114.4
111
4
.2
1
1
1
2
.2
1
1
2
3
1
12.4
1
12
2-312
13(
4
-2
Partic.disc.
211
4
.51
16
2
3
116-‘/16
2
3
116-
7
116
2
7
116-
5
18
5Is-Iii
3
11
116.
7
18
2
1
14_S14
Berlijn
–
Daggeld. .
.
4
1
1_5
11
4-6
1
1
I
1
136
11134113
7-11
7-10
Partic.disc.
30-55 d…
31/
3
31/3
3
1
12
3112
7314
.11
2
6
3
14
–
56-90 d.. .
311
3
3
1
12
312
31/
3
731
5_113
6518.51
4
21
18-
1
I1
Waren-
wechsel.
331
4
_71
5
331
4
_71
331
4
_7/
5
3314.4
7
3
14-8
1
14
6
7
1,-7
–
New York
Daggeld
1)
–
2-3
1
j4
1
1
/2.2
5
/4
2113.3114
6.15
1
14
5.10
1
14
I
8
142
1
1,
Partic.disc.
2
2
1
2.11
5
21151/4
5/8-112
4114
1)
Koers van
4
Juli en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
EWERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
1
Parijs
Brussel
Balavia
York’)
)
8)
11
)
,)
1)
1
Juli
1930 2.48%
12.08+ if
59.294 9.774
34.73
1001/
8
2
1930
2.48
81
/
1
,
12.09
59.30
9.774
34.724
1001/
9
3
1930
2.4811,
12.09
7
/
59.294
9.774
34.74
1001,
4
,,
1030
2.4811/
12.09
7
/
8
59.28
9.78
34.74
100
5
/
8
5
,,
1930
2.48%
22.097/,
59.29
9.78
34.744
1001/
t
7
,,
1930
2.488/
8
12.093/,
59.274 9.774
34.73
100′,’,
Laagsted.w.’)
2.48%
12.083%
592164
9.764
34.71
100
Hoogste
2.4818/
t
,
12.094
59.31
9.784
34.75
1005/
8
30
Juni 1930
2.48l3/,
12.09%
59.304
9.774
34.73
100I/
23
,,
1930
2.481.,’,,
12.093,’,
59.361
9.774′ 34.734
100′,
Muntpariteit.
2.4884
12.10%
59.26
9.75
1
34.59
i100
Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
•
1)
rest’)
)
‘)
1
Juli
1930
43.2134
35.15
7.374
1.48
13.03
27.624
2
1930
48.22%
35.15
7.374
1.48 13.03
29.10
3
1930
48.26 35.15 7.374
1.48
13.04
28.20
4
1930
48.25% 35.15 7.374
1.48 13.03
28.80
5
1930
48.25%
35.12% 7.374
1.48
–
–
7
1930
48.26%
35.15 7.371
1.48
13.02
29.35
Laagsted.w.1)
48.19
35.07%
7.37 1.47
3.01
27:30
Hoogsted.wl)
48.27
35.15
7.38
1.49
13.05
29.50
30 Juni 1930
48.22
35.15 7.38.
1.48
13.034
27.174
23
,,
1930
48.22%
35.15
7.384
1.48
13.034
28.974
Muntpariteit
48.-
35.-
7371
l
1.488 13.09 48.524
Data
Slock-
Kopen.
Oslo”
!-
Buenos-
Mon-
‘)
holm
hagen’S)
/
for
f1)
Aires’)
treal’)
1
Juli
1930
66.824
66.574
66.624
6.264
83%
2.48
1
l,
2
,,
1930
66.80 66.60 66.62
k
6.264
883f
2.485/,
3
1930
66.80
66:60
66.624
6.264
90%
2.48%
4
1930
66.824
66.60
66.624 6.264
89
2.48%
5
,,
1930
66.824
66.60
66.624 6.264
88%
2.48%
7
1930
66.824
66.60
66.624
6.26
88%
2.485/
8
Laagste d.w.
1
)
66.75 66.55
66.57
6.25
87% 2.48%
Hoogste
)
66.85
86.624
66.621
6.264
91
2.48
7/,
30 Juni 1930
66.85 66.60
66.624
6.26
882/
6
2.483/,
23
,,
1930
66.85
66.62k
66.65
6.284
923%
249
l4untpariteit 166.67
66.55 66.67
6.264
95%
2.48%
‘)
Noteering te Amsterdam.
‘9
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW
YORK.
ICable;.
Data
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($
per
2)
($
P.
IOOfr.)
($
p. 100
Mk.)
(Sp. 100
gid.)
1
Juli
1930
4,863132
3,931,
23,83%
40,203(
2
.,
1930
4,86
21
/
82
3,938/
4
23,843/
8
40,22%
3
1930
4,86
27
/,
–
3,93%
. –
23,82%
40,22%
4
1930
5
,,
1930
4,86
7
/
3,93%
23,84% 40,21%
7
1930
4,8621/
33
3,933/,
23,85
40,23%
8 Juli
19291
4,858/, 3,91sf,
23,81%
40,15%
untpariteit
4,8667
3,905,’,
23,81%
40*
1
,
KOERSEN TE LONDEN,
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
21
Juni
1930
28Juni
1930
30Juni/5Juli’30
I
LaagstelHoogstcl
5Juli
1930
Alexandrië.. Piaat.
p.g
97
1
4
97%
977/
16
979,
Athene
…..
.
p.
375 375
374%
375%
375
Bangkok…. Sh.p.tical
‘/’0
1/1011.
1/101/,
1/105/,
1/101/
6
Budapest
…
Pen.
p £
27.784 27.79
27.76
27.84 27.80
Buenos Aires
d.
p.$
415/
8
405/,,
39%
40%
40
1
/6
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup. 1/5
53
1
6
1j5
66
/
6
,
1
1
1
513,
16
1;57/
1/5
27
/
32
Constantin.. Piaat.p.0 1.025
1.025
1.025
1.025
1.025
.Dr.
Hongkong
..
Sh.
p. $
1123/,
1/3%
1/3
1138% 11,39152
2/027/6
.2/03/,
2/07/,
2/0
13
/
82
Lissabon….. Escu
p. £
108%
108%
1085/
8
1081/,
108%
Kobe
…….8h.
p.
yen 210
13
/
32
Mexico
1)….
$
per
£
10.25
10.25 10.15
10.35
10.25
Montevideo
.
d.per
L
43% 42%
41%
42%
421/
Montreal
…
$
per
£
4.85%
4.861/,
4.86
4.87 4.86%
Rio d.Janeiro d. per Mil.
5551,,
59/
1
5′,
519/33
513/32
Shanghai
…
Sh.
p. tael 1/529/33
1/6
11
/
82
1,5%
116%
1/6
1
/
82
Singapore
..
id.
p. $
213
8
4
2/3%
2/321
2/387/
39
2/33%
Valparaiso 9).
$
per
£
39.94 39.95 39.94
39.96
39.94
Warschau
..
Z1. p. £
143.341
43.364
43.34
43.43
43.394
1)
In het vervolg worden de Mex.
$
niet
meer In penc. doch in
£
genoteerd.
2) 90 dg.
ZILVERPRIJS
GO(JDPRIJS 3)
Londen’) N.Yorkl)
30 Juni 1930..
153%
Londen
30 Juni 1930….
85/0
1
Juli
1930..
15
11
/
33%
1
Juli
1930….
85103/,
2
,,
1930..
159,
333%
2
1930….
3
,,
1930..
15sf,
33%
3
1930….
85/07/,
4
,,
1930..
155/
5
–
4
1930….
85,034
5
,,
1930…
159
–
5
,,
1930….
85/05/
6 Juli
1929.. 23/,
52%
6
Juli
1929….
84/11%
27 Juli
1914..
241.j
14
59
27
Juli
1914…
84/11
1)
In pence p.Oz.stand.
1)
Foreign sliver
In
tc. p.oz.
line.
5)
In sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘.RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
23Juni1930
1
30Juni1930
Saldo bij de Ned. Bank
…………. /
16.926.831,86
/
13.125.854,08
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
344.522,83
,,
52.262,62
Voorschot
op
uIt. Mei ’30 aan de ge-
meente op voor haar door de Rijks-
administratlete heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en
opc. op
de
Rliksinkomstenbelasting …………
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
.
4.123.461,05
61.414.605,85
4.123.461,05
,,
62.530.601,03
Id. aan
Suriname …………………
Id. aan
Curaçao ………………….
11.382.223,95
3.026.083,54
..
.
,,
11.411.401,95
,,
3.028.164,15
Kasvord. weg. credletverst, a/h. bultenl
4.000.000,-
,
109.949.191,19
Daggeldleeningen tepn onderp
–
5.000.000,-
Saldo der postrckeningen van Rijks-
.
comptabelen …………………..
Vordering op het Algemeen Burgerlijk
22.004.939,33
.
–
,,
15.101.132,61
..
–
Pensioenfonds 1)
……..
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
,,
12.237.942,02
,,
12.284.578,57
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederl: Bank ingev.
– –
art. 16 van haar octrooi verstrekt
Voorschot door de Ned. Bank Inrek.
–
co
urant verstrekt ……………….
–
Schatkistbiljetten in omloop ………
…….
./132.541.000,-
fl32.541.000,-
Schatkistpromessen in Omloop ……
.
26.190.000,-
–
26.190.000,-
–
Waarvan direct bij de Ned. Bank..
–
–
Daggeldleeningen
……………………
Zilverbons in omloop ………………
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T.
T.’)..
8
en
5.777.706,-
1.164.530,97
,,
5.640.752,50
2.506.995,98
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
31.045.000,79
–
,,
13.893.818,40
58.019,08
Id. aan diverse instellingen’) ……….
8.400.482,59
,,
8.411.407,09
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
28 Juni 1930
1
5 Juli 100
Vorderingen:
–
–
Saldo bij
‘s
Rijks kas
…………….
–
Saldo bij de Javasche Bank ……….
–
Verplichtingen:
1
62.497.000,-
…
/
70.486.000,-
700.000,-
…
–
700.000,-
Voorschot
‘s
Rijks kas
……………..
Betaalmiddelen in
‘s
Lands
Kss
–
Schatkistpromessen
………………..
–
–
Muntbiljetten In Omloop ………….
25.154.000,-
•
24.890.000,-
Waarvan Muntbiljetten
………………
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds,
3.394.000,–
..
3.482.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
744.000,-
1.060.000,
Voorschot van de Javasche Bank….
.
33.616.000,- 35.663.000,-
9
Juli
1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
833
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 Juli
1930
Aotiva.
Binnenl.Wis.Ffffdbk.
r
38.092.295,27
sels, Prom.,
Bijbnk. ,,
403.598,06
enz.indisc.(Ag.sch.
,,
11.022.083,26
‘
4951797659
Papier o. h. Buiteni. ï’disconto
……
Idem eigen portef.
.
f
237.805.063,-
Al :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
–
237.805.063,_
Beleeningen
11f dbk.
f
29.72 3.766,56
mcl. vrsch. Bijbnk.
7.922.868,53
in rek.-crt.
Ag.sch.
,
49.642.054,54
op onderp.
f
87.288.689,63
Op Effecten
……f
82.394.225,68
OpGoederen en Spec. ,,
4.894.463,95
,,
87.288.689,63
Voorschotten a. h. Rijk …………
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
84.853.295,-
Muntmat., Goud
.. ,,
367.053.747,69
f
431.907.042,69
Munt, Zilver, enz.
•
,,
25.793.460,20
Muntmat., Zilver..
,,
–
,,
457.700.502,891)
Belegging ‘, kapitaal,
reserves en
pen- sioenfonds
……………………,,
25.802.508,76
Gebouwen
en
Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
35.776.832,15
Paseive.
f
895.n91.373,02
Kapitaal
………………. . ……..
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………. ..,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve
………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
6.693.940,41
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
833.930.630,._.
Bankassignatiën in omloop ……….,,
425.509,57
Rek.-Cour.
fi
Het Rijk
f
485.018,67
saldo’s:
‘1,, Anderen,,
19.243.333,27
19.728 351,94
Diverse rekeningen ………………,,
2.912.994,66
f
898.891.373,02
Beschikbaar metaalsaldo
………….f
115.623.619,34
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe
de
Bank gerechtigd is ,,
289.059.045,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaa.mste posten in duizenden
guldena.
Goud
Andere
Beschlkb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat.
Circulatie
opeischb.
I
schulden
Metaal-
saldo
1)
kings
perc.
7
Juli ’30
64.853
267.054
833.931
20.154
115.624
53J
30 Juni
30
64.861
367.054
843.171
32.117 107.805
52
23
,,
’30
64.870 367.054
790.921
61.570
117.320
54
16
,,
’30
64873
367.054
806.139
54.024
113.829
53
10
’30
64.87.8
367.054 816.879
45.043
112.312
53
2
,,
’30
64.883
367.054
846.537 25,326
108.774
52
8 Juli
.’29
65.858 378 669
819.017
21.223
128.497
55
25 Juli
‘14165.7031
96.410
1310.4371
6.198
1
43.521
1 54
Totaal
Schatkist-
ee
1
–
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
nigen
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buiten!.
fin
gen
2)
7 Juli
1930
49.518
–
87.289
237.805
35.777
30 Juni
1930
50.100
–
108.527
237.682
34.241
23
,,
1930
51.092
–
86.756
237.570
31.753
16
1930
51.898
–
89.084
237.518
36.842
10
1930
52.386
–
91.857′
237.432
36.231
2
1930
52.422
–
.
95.797
237.394
39.188
8 Juli
1929
70.368
–
101.619
175.860
33.369
25 Juli
1914
67.947
–
61.686
20.188
509 1)
Sedert
den bankstaat van
14
jan. zq weaer op ae oaais van 9,
metaaldekklng.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data Metaal
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
I
Div. reke-
ningen
1)
31 Mei
1930..
926
1.468
508
1.034
506
24
1930-
915
1.297
532
1.033
498
17
,,
1930-
925
1.377
533
1.029 502
10
1930 947
1.399
631
1.021
491
1 Juni
1929-
840
1.685 680
973
315
5 Juli
1914-
645
1.100
560
735
395 1)
Slultp. der activa
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok.
ken cijferB der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatitopeischb. metaal- schulden saldo
5Juli1930
1.200
276.900
52.000 30.640
28Juni1930
163.400
273.800
53.000 32.680
21 » 1930
163.800
276.200
50.600 33.080
7Juni1930 “13824
27.761 276.413
49.623 36.271
31 Mei 1930 138.933
27.350 272.725
49.399 37.433
24
1930 138.961
27.409 272.153
50.003 37.508
17 ,, 1930 138.667
27.683 275.705
45.032 38.055
6 Juli1929 153.453
21.499 308.098
44.013 34.108
7 Juli1928 173.784
14.882 316.889
38.875 46.361
2
23 Juli
19141
22.067
31.907 110.172
12.634
4.842
Wissels,
Dek-
Data
Dis-
bulten
Belee-
Diverse 1
reke-
1
kings-
1
conto’s
N.-ind.
nlngen
..,..
,.,,..
1 percen-
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
1
Other Deposits
t
Other
Bankers
tl
IAcc
i
1
Reserve
klngs-
I
Dek-
perc.’)
2 Juli ’30
49.076
11.671
84.305
38.063
53.645
40
25Juni’30
48.856
21.505
63.776
36.114
59.241
4b
28
/
32
18
,,
’30
46.476
16.578
58.332
35.687
58.243
52
29
j 11
’30
46.311
8.239 58.822
35.383
53.78
5129′
’22
4
,,
’30
58.181
8.878
.
71.082 36.909
57.080
48’i
28 Mei ’30
45.578
13.241
58.964
35.907
61.985
575/
3 Juli ’29
37.282
28.296
75.558
37.298 46.605
33
22 Juli
’14
11.005 13.736
42.185
29.297
62
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen trance.
IZilver
goed’
1
Ws-
1
Waarv.
Renteloos
Data
Goud)
1
7:e
in het
sels
op
het
I
1
ningen
voorschot
buifenl.
buifeni.
Ia.d.Staat
27Juni’30
44052
331
6.905 20.020
18.728
2.693 3.200
20
’30
44005
319
6.820
23.6261
18.683
2.721
3.200
13
,,
’30
43.900 314
6.864
23.5791
18.878
2.734
3.200
6
’30
43.818
309
6.878
23.6411
18.678
2.720
3.200
28Juni’29
36.625
633
7.300
26.6261
18.431
2.322
3.200
23 Juli’14
4.104
640
–
1.5411
8
769
–
Bonsv.d
Diver-
Rekg.Courani
Data
zeijst.
amorf. k.
sen2)
I
Circalatie
Staat
I_
zelfst.
amort.kjculieren
Part!-
27Juni’30
5.395
1.766
72.594
1
3.042
1.895
10.420
20
,,
’30
5.395
1.879
71.846 3.199
1.820
9.340
13
.,
’30
6.395
1.591
71.936
i
3.518
1.935
8.805
6
,,
’30
5.395 1.730
72.559
1
3.180 1.772 8 535
28Juni’29
5.769
1.402
64.921
1
5.080
5.961
7.075
23 Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
1), Bij
de stabilisatie
is
de goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den
franc.
2)
Sluitpost activa.
-______________
betaalb.
–
1
–
lage
5 Juli1930
156:600
••
49
28Juni1930
151.700
•SS
50
21
,,
1930
150.200
,
•’
50
7Juni1930
9.862
36.522
47.624
43.978
.
51
31 Mei 1930
9.583
37.520
53.640
34.127
52
24
,,
1930
9.590
39.056
50.057
34.423
52
17
,,
1930
9.468
37.546
50.428
33.947
52
6 Juli1929
10.859
28.802
109.305
30047
50
7 Juli1928
15.330
20.929
85.332
53.093
53
25Juli1914
7.259 1
6.395
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Basis
1/
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Bankbilf.
Bankbilf.
I
Other Securities Data.
Metaal in
In Bankihgl
Disc.and
s
iii
circulafle
Departm.
Advances
ecur
ei
2 Juli
1930
157.228
363.583. 52.738
29.917
19.408
25 Juni 1930
157.773
358.532 58.350
15.899 15.340
18
;,
1930
157.490
359.247 .57.363
7.099
16.641
11
1930
157.180
364.002 52.259
6.804
13.943
4
,,
1930
156.879
359.799 56.190
6.476
12.717
28 Mei
1930
158.117
356.132
61.054
6.805
11.516
3 Juli
1929
155.706
369.101
45.424
52.321
‘22.958
22 Juli
1914
40.164 29.317 33.633
34
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1930
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
8 Juli 1930.
Op het Noordelijk halfrond beginnen de berichten over
de to velde staande t a r w c een meer duidelijk beeld te
vormen van cle vooruitzichten. in het Zuiden der Ver-
eenigde Staten is men druk bezig met het binnenhalen van
cle wintertarwe en de resultaten geven reden tot tevreden-
heid. Zoowel kwantitatief als kwalitatief zijn de uitkoni-
sten beter dan men verwachtte en men maakt haast de
tarwe ter markt te brengen iiiettegenstaancle de prijzen op
het oogenblik laag zijn. Het gemiddelde waarop de op-
brengst van wintertarwe door particuijere oogstexperts op
1 Juli wordt geschat, bedraagt 552.000.000 bushels. Op
I. Juni werd door dezelfde experts de opbrengst geschat
01) 544 millioen, terwijl de officieele raming door de regee-ring toen 532 millioen bushels bedroeg. De opbrengst in het vorige jaar bedroeg 578.336.000 bushels. in het zomertarwe
verbonwende gebied der Vereenigde Staten is over droogte
geklaagd, doch sedert is daarin veel verbetering gekomen.
liet gemiddelde der particuliere ramingen van cle opbrengst
van zomertarwe op 1 Juli bedraagt 259.000.000 bushels. 01)
1 Juni was dat gemiddelde 257 millioen bushels. De op-
brangst in 1929 bedroeg 228.171000 bushels. Volgens deze
gegevens zou cle totale opbrengst .van winter- en zomer-
tarwe samen 811 millioen hushels bedragen tegen een op-
hrengst in het vorige jaar van 806.500.000 bushels. Hierbij
dienen nog cle groote voorraden gevoegd, welke nog vail
den ouden oogst over zijn. Voor het nieuwe seizoen zal van
belang zijn of cii hoe de Parm Board zal ingrijpen. De
hoeren dringen er
01)
aan, dat cle Board weder
,
zal ingrij-
pen door het doen van groote inkoopeu, waarvan clan prijs
verhooging verwacht wordt. De Parni Board heeft ver-
klaar d, dat zij geen reden ziet om
01)
het oogeublik in te grijpen, wat wel vreemd klinkt, omdat cle prijs nu aan-
riterkelijk lager is dan toen zij in het vorige jaar haar
werkzaamheden begon met het doel de prijzen
01)
te’voereu. in een onlangs gehouden spreekbeurt verklaarde de voor-
zitter, dat de Farm Board hulp wilde bieden aan het be-
staande systeem van zaken doei.i, en geen nieuwe metho-
den wenschte in te voeren. Dit zou wel ongeveer kloppeil
met cle geruchten, dat iii het komende seizoen de Farm
Board door bemiddeling van niet haar samenwerkende
lichamen als exporteur van tarwe zal optreden en bij die
exportzaken evantueel te lijden verliezen te betalen uit de
indertijd door het congres beschikbaac- gestelde bedragen.
in Ca.qada werd iii verschillende streken over droogte ge-
klaagd, doch sedert is vrij algemeen overvloedig regen ge-
vallen, waardoor de vooruitzichten zijil verbeterd, in som-
mige streken echter kwam de regen te laat om de door
droogte geleden schade geheel op te heffen. :Door particu-
liere experts wordt de tarVe-Oj)brengSt in Canada geschat 01)
363.000.000 bushels tegen een opbrengst van 299.520.000
hushels in het vorige jaar. Ook in Canada zijn nog groote
voorraden oude tarwe aan wezig, zoodat
01)
ruime voor uit-
voer beschikbare hoeveelheden kan worden gerekend, waii-
neer de geschatte opbrengst van den un te velde staancien
oogst juist zal blijken te zijn. In Europa worden in den laatsten tijd meer klachten ge-
l’oorcl. Die in :Duitschland van eenigen tijd geleden over
droogte zijn weder verstomd sedert voldoende regen is ge-
vallen. Volgens het laatste door de Pruisisehe regeering ge-
publiceerde rapport over den stand van tarwe, wordt deze
aangegeven op 1 Juli met het cijfer 2.5 tegen 2.3
01)
t Juni
en 2.8
01)
t Juli van het vorige jaar. Het cijfer 2 beduicit
goeclen 3 gemiddeld. Hieruit rulag men afleiden, dat cle voor-
uitzichten gunstig zijn. Iii Polen is dat niet het geval, en
de berichten zijn den laatsteui tijd pessimistisch geworden.
Er werd geklaagd over droogte en groote hitte en men be-
schouwt de vooruitzichten als ongunstig, uiettegenstaancle
in verschillende streken sedert regen viel. Ook in Hongarije
heeft droog, waruuu veer een uuadccligen i uivloed
g
ehad
p
het te velde staaiide graan. :0e laatste oficieelc schatting
‘aiu de opbrengst van tarwe iii Hongarije bedraagt 10.142.000
quarters tegen 9.388.000 in het vorige jaar. Men ‘eronder-
stelt nu echter, dat de .r amiuug voor dit jaar te hoog is en
spreekt van schade tengevolge der dlLoogte van 15 pCt. iii Oostenrijk is men bezig met het snijden van gerst en rogge
en de vooruitzichten zijn daar goed, ook voor tarwe. In de
Balkanlanden zijn de vooruitzichten eveneens gunstig te
noemen, vooral in Roemenië en Bulgarije. En Frankrijk b’e-
loven de uitkomsten lang iuiet als die van het vorige jaar
te worden. De weersomstandigheden zijn niet gunstig ge-
weest en door sonumige dleskuuldigen wordt de opbrengst niet
hooger geschat dan 32.000.000 quarters tegen een opbrengst
in het vorige jaar vaui 46 millioen quarters. Ook in Italië
wordt een kleinere opbrengst verwacht. In het vorige jaar
was deze 32.584.000 quarters en dit jaar wordt zij officieel
geschat op 2734, millioen quarters. Volgens velen zal zij
echter niet grooter worden dai 24 millioen quarters van
mindere kwaliteit dan het vorige jaar werd geoogst. Italië
treedt reeds als koopea- van buitenlandsche tarwe
01)
en zal
in het volgende seizoen belangrijke hoeveelhecleui moeten in-
voeren. In Engeland bestond de afgeloopeui week vrij
goede vraag naar buitenlanclsche tarwe in stooniencic booten
en
01)
spoectige aflading. Behalve iii de gewone soorten,
werden ook zaken gedaan in luudische en Russische tarwe.
Op het continent bestond slechts matige lielauigstelling, koo-
iers wachten verdere berichten af over de nieuwe oogsten
in Noord-Amerika. De schommelingen aan de terniijnmark-teuu in Noord- en Zuid-Amerika wareu.i niet groot. in Wit,-
ulipeg sloot de Juli-termijn 34 cle. per 60 lbs. lager. Chica-
go was Vrijdag en Zaterdag gesloten. Op Douuderclag was het
slot voor Juli
11%
d.c. hooger, gisteren volgde daarop ccii
verlaging van 234 d.c. In Buenos Aires t’as Juli-tarwe
6 cents lager, in Rosario 3 cents hooger. De w’eersomstan-
cligheclen zijn iii Argentinië guuustig voor het uitzaaicn van
tarwe, terwijl het reeds gezaaide goed opkomt. In Aiistralië
was het geruimen tijd droog, doch iii cle voiige week viel
overvloedig regen in de meeste tarwe verbouwende ge-
bieden.
De stemming voor r o gg e is in de afgeloopen week iets
vaster geworden, doch de zaken blijven val, kleineuc om-
vang. De vooruitzichten van den nieuweul oogst in Duitsch-
land zijn gunstig; de stand van cle rogge wordt in Pruisen
aangegeven op 1 Juli door het cijfer 2.7 tegen 2.4
01)
1 Juni
en 2.8 op 1 Juli van het vorige jaar. Men verw’acht op het
oogenblik een grootere opbrengst dan in het vorige jaar
In :Poleuu is het droge weer ook voor rogge van slechten
iuivloed geweest, evenals in Hongarije. De opbrengst wordt
in liet laatste land geschat op 3.491.000 quarters tegen
3.670.000 quarters opbrengst in het vorige jaar.
:Dc vraag voor m af s is in de afgeloopen week nannieu–
kelijk verbeterd. In de eerste helft der week was het hoofd-zakelijk vraag voor dekking, welke de prijzen deed stijgeo,
later is ook de consumptievraag verbeterd. Bijna dagelijks
zijn belangrijke zaken in
ialatamaïs
tot stand gekomen,
vooral in spoedige aflading met genoemde booten, tot ge-
regeld stijgende prijzen. Ook op latcre aflading vermeer-
derden in de tw’eede helft der week de omzetten. Dc koer-
sen aan dc Zuid-Amerikaansche termijnmarkten liepen ge-
regeld op en de Juli-termijn sloot te Buenos Aires 25 cents,
te Bosario 22 cents hooger dan een week geleden. De ver-
schcpingen van Argentjuuië bleven cle laatste weken van
ongeveer dezelfde grootte en zijn voor den tijd van liet jaar
klein. ])e stoomencle voorraad is dan ook aanmerkelijk klei-
her dan een jaar geleden, en toen de consumptievraag ver-
beterde en naar spoedig verwachte maïs begon te vragen,
bleek het aanbod niet groot, waardoor voor clie posities een aanmerkelijke premie boven latere verschepirig is ontstaan.
Ook een verbetering 01) de vrachtenniarkt heeft tot ‘er-
hooging der prijzen bijgedragen .1 n den 1oop der week zijn
AANVOEREN in tong van 1000
KO.
Rotterdam
Amsterdam
lo taal
Artikelen
29 Juni15 Juli
Secert
Overeenk. 29Juni15
Juli
Sedert
Overeenk.
1930 1929
1930_
–
1 Jan. 1930
tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930
tijdvak 1929
16.503
665.582
886.254
–
25.764
68.959
691.346
955.213
10.749
231.550
111.963
210
24.650
–
256.200
111.963
469
8.259 12.358
–
1.467
40
9.726
12.398
Male
………………
18. 448
498.272 359.993 2.632
87.438 103.590
585.710 463.583
5.065
243.639 211.727
105
20.255
1.731
263.894
213.458
Tarwe
……………….
Rogge
……………….
1.380
107.282
111.388
–
2.812 2.746
110.094
114.134
Boekweit
………………..
Gerst
………………
Lijnzaad
…………..
3 .034
…
43.176
92.019
1.473
148.493
199.801
191.669
291.820
Haver
……………….
2.803 88.296 124.587
–
–
250 88.296
124.837
Lijnkoek
…………….
896
..
64.977
47.086
1.208
19.616
16.178
84.593
63.264
Tarwemeel
…………..
Andere
meelsoorten
477
10.706 9.176
– –
–
10.706
1
.
9.176
9 Juli 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
635
verscheiden booten van Argentinië naar Europa bevracht
tot betere vrachten clan gedurende den laatsten tijd werden
besteed. Ook Donau-niaïs is iu prijs gestegen met beperkt
aanbod van stoomeude partijen, waarvoor, evenals voor stoo-
meude Plata-maïs, een premie betaald wordt boven latere
aflading. De aanvoeren in uitvoerhavens aan den Donau zijn
beperkt in verband met het binnenhalen van den gerst-oogst
en afladers zijn slechts met weinig materiaal aan dc markt.
l.n verband met de tegenwoordige lage prijzen heeft de Roe-
meensche regeering besloten het uitvoerrecht voor maïs te
halveeren en voor gerst af te schaffen. Bovendien over-
weegt de Roemeensche regeering een monopolie voor den
export van graan in te stellen evenals de Bulgaarsehe regee-
ring. Hiertegen wordt door den handel sterk geprotesteerd.
De met maïs bebouwde oppervlakte wordt in Roemenië
op 10.300.000 acres geschat tegen 11.800.000 acres in het vorige jaar. De berichten luidden over het algemeen gun-
stig, doch verlangen naar regen werd hoe langer hoe ster. ker. Sedert heeft het in vele gedeelten vau Roemenië ge-
regend, doch meer regen zal noodig zijn. in Zuid.Afrikaau-
sche mafs komen kleine omzetten tot stand, doch van ge-
regelde flinke zaken kan nog niet worden gesproken.
Ook voor ge r st werd de stemming in dan loop dezer
week aanmerkelijk vaster en de prijzen ondergingen ver-
hoogingen van verscheiden guldens per last. Ter dekking
van v,roeger afgegeven contracten bestond levendige vraag
voor gerst
01)
afladiug en de consumptie zocht stoomende en spoedig verwachte partijen. Daar de prijzen voor gerst
veel lager zijn dan voor maIs, is het verbruik van gerst
toegenomen. Russische-, Donau- en Plata-gerst werden tot
de stijgende prijzen slechts matig aangeboden. Tot de vastere
stemming heeft ook bijgedragen het gerucht, dat men er in
:Duitsehland over zou denken het invoerrecht op gerst mèt
ktk. 70— per ton te verlagen en dan verliehtend te stel-
len 50 pCt. rogge en 50 pCt. gerst voor veevoeder te ge-,
bruiken. Of deze niaatregel ingevoerd zal worden, dient
te worden afgewacht. In Noord-Duitsehland heeft men, toen
dit gerucht bekend werd, weder buitenlandsche gerst ge-kocht. De Rocmeensche regeering heeft besloten het uit-
voerrecht op gerst tot op de helft te reduceeren. Men is in
Roemenië begonnen met het binnenhalen van den nieuwen
oogst en het laat zich aanzien, dat deze een overvloedige
opbrengst zal geven. Uit het Zuiden van Rusland komen
gunstige berichten over de te velde staande gerst. De prij-
zen voor gerst in Noord-Amerika zijn in de afgeloopen week
iets gestegen. Geregeld werd Amerikaansche gerst aange-
boden, doch de prijzen waren te hoog in vergelijking met
andere soorten. Nu die andere soorten zijn gestegen en
Noord-Amerikaansche onveranderd bleef, zijn weder eenige
zaken in de laatstgenoemde gerstsoort afgesloten.
In h a v e r komen kleine zaken tot stand, doch de be.
langstelling voor dit artikel is niet levendig. Duitsehe haver is, sedert AusfuhIscheine niet meer worden afgegeven, niet
meer vau groot belang. Dc oogstvooruitzichten in Duitsch.
land zijn voor haver niet gunstig, daar het gewas van
droogte heeft geleden. Men verwacht dat de opbrengst 20
h 40 pCt. kleiner zal zijn dan in een der beide voorafgaande
jaren.
SUIKER.
De stemming op de verschillende suikeriarkten was ge.
durende de afgeloopen week weer flauw.
Tei:igevolge van het warme weder in A m e r ik u was de afzet van geraffincerd zeer bevredigend en verhoogden raf-
finadeurs hun prijs met 10 punten op 4.70 d.c. Nadat nog
een en ander omging in Ruwsuiker tot 1% en 1% d.c.,
toonden koopers echters meer terughoudendheid, waardoor de stemming nog meer gedrukt werd. Dit had zijn terugsiag op de New-Yorksehe termijnmarkt, welke zwak sloot op de volgende noteeringen: Juli 1.25; Sept. 1.33; Dec. 1.42; Jan.
1.44 en Mrt. 1.51, terwijl de laatste noteering voor Spot
Centr. 3.30 bedroeg.
De ontvangste.n in de Atlantische havens der
.
V. S. be-
droegen deze week 32.000 tons, de versmeltingen 68.000 tons
tegen 62.300 tons verleden jaar en de voorraden 429.000
tons tegen 673.000 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:
1930
1929
1928
Tons
.Tons
Tons
Cubaproductie ………….. 4.671.260 5.156.315 4.037.833
Consumptie …………….
49.697
75.315
99.000
Weekontv. afscheephavens…
23.519
29.370
30.093
Totaal sedert 1/1 ………. 2.988.249 4.083.110 3.004.057
Weekexport…………….
40.727
98.801
51.670
Totale export sedert 1/1 1.513.629 2.784.723 1.846.629
Voorraad afscheephavens….. 1.631.332. 1.298.387 1.157.428
Voorraad binnenland…….. 1.476.602 998.619 946.051
Aantal werkende fabrieken
Cuba kon verdere 50.000 tons ve.rkoopen naar Rusland.
F. 0. L i c h t publiceert zijn vierde ranung van het in
Europa met bieten beplante areaal, waarvan wij de volgende
cijfers weergeven:
1930/31
1929130
4e Raming 3e Ramiug
30.6.30
30.5.30
Opbrengst
Europa z/Rusland…. 1.907.000 1.928.000 1.840.794 H.A.
Rusland …….. .._.. 1.000.000
800.000
784.000__,,
Europa
mcl.
Rusland 2.907.000 2.728.000 2.624.794
Europa zonder Rusland een toename van 3.6 pCt.; Europa
mcl.
Rusland een toename van 10.8 pCt.
De vermindering voor Europa is te vinden in de ramin-
gen voor Frankrijk en Polen, welke beide 10.000 H.A. min-
der bedragen.
In E age 1 a n d ging zoo goed als niets om in ruwe
suiker, terwijl de stemming op de termijnmarkt eveneens
bom was. De noteeringen waren aan het einde der week
voor:
Juni ……….Bietsuiker 88
0
fob. Sh. 6/_
Augustus
,,
,,
,,
,,
December
,,
,,
,,
,, 612*
Januari ……..Rietsuiker 96
0
cii. ,, 7/4
Maart ………..
7/3
Mei …………
7/6
De J a v a-markt was flauw en cle V.T.S.P. kon geen ver-koopen tot stand brengen wegens te hooge vraagprijzen.
In overeenstemming met het buitenland, was de markt
h i e r t e 1 a ii d e flauw en de noteeringen brokkelcien op
de Amsterdamsche termijnmarkt langzaam af tot de vol-
gende cijfers: Aug.
f
9%; Dec.
f
9%; Mrt
f 10
en Mei
f 10.
De omzet bedroeg 3150 tons.
KATOEN.
Marktberieht van de Heeren Sir Jacob Behrene & Sons.
Manchester, d.d. 2 Juli 1930. ]n de Amerikaansche katoenmarkt valt weinig nieuws te
melden. Prijzen stegen verleden Vrijdag en Donderdag ruim
i% d. per lb., doch sedert dien tijd is ongeveer de helft van
de stijging weer verloren gegaan. Zooivel Liverpool als
New-York waren gisteren vrij vast en sloten vrijwel onver-
anderd. Egyptische katoen was eveneens flauwer in prijs;
gisteren noteerde F.G.F. Sakellaridis in Liverpool 12.20 cl.
tegen 1.15 cl. op 23 Juni, het laagste cijfer gedurende dit
seizoen, hoew’el zooals reeds veertien dagen geleden vér-meld, de officieele prijzen voor Egyptische katoen niet de
werkelijke prijzen, die betaald moeten worden, vertegen-woordigen. Locoverkoopen bedroegen de vorige week in
Liverpool 23.440 balen. Van deze waren minder dan de
helft, nl. 11.060 balen, Amerikaansche. Het totaal van
Braziel en Perukatoen bedroeg 5960, Egyptisehe en Soeda-
neesche katoen 3310, Af rikaansche 1090, Oost-Indische
1420 balen.
In de Amerikaansche garenmarkt gaat nog weinig om. Er waren gisteren slechts w’einig spinners, die iets goeds
te melden hadden, hobivel bescheiden postjes van fijnere
inslaggarens voor lichte doeksoorten werden afgesloten. In
andere richting ging er slechts op bescheiden schaal, zoo-
wel voor de binuenlandsche markt als voor export, wat om,
terwijl de meeste biedingen voor groote hoeveelheden te
slecht waren. Het aantal geboekte orders wordt steeds
minder en er zijn momenteel nog geen teekenen, die op
een vernieuwing dezer contracten wijzen, zoodat voorraden
geneigd zijn toe te nemen, tenzij de productie verder wordt
ingekrompen. De vraag naar Egyptische garens is even-
eens zeer beperkt; fabrikanten zijn met kleine hoeveel.
heden tevreden, teneinde hun booms aan het werk te hou.
den en wanneer orders gecompleteerd zijn is het moeilijk
om nieuwe orders te krijgen. In getwijude garens gaat ook
slechts op bescheiden schaal wat om, met uitzondering van
speciale garens geschikt om te weven met kun stzijden in-
slag voor poplins, waarin flinke hoeveelheden gedaan
worden.
Over de doekmarkt valt weinig nieuws te zeggen. Er gaat
weinig om en in den regel slechts kleine hoeveelheden. Prij-
zen zijn vast. Wat Indië betreft, is de ,,monsoon” doorge-
broken en wij hopen, dat ze bevredigende resultaten zal
geven. De politieke situatie is vrijwel onveranderd, zoodat
er dan ook slechts weinig omgaat. Er bestaat geen aanleiding
voor koopers of producenten zich over de toekomst een
beeld te vormen, daar zoovele factoren een deprimeerenden
invloed uitoefenen en een normalen gang van zaken tegen-
houden.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 24 Juni 1Juli
25Juni 2Juli T.T.opBr..Indië 1/5
1/5
Twa
F.G.F.Sakellaridisl2,35 12,10 T.T.opflongkong 113
G.F.
No. 1 Oomra 3,55 3,80 T.T. op Shanghai 115s,
636
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
9 Juli 1930
KOFFIE.
Omtrent de afgeloopen week moet van eene flauwe markt-
stemming worden melding gemaakt. Uit New-York werd
bericht, dat de markt aldaar gedeinoraliseerd was tengevolge
van den lagen Braziliaanschen wisselisoers en door geruch-
ten, dat de laatste groote leeniug voor Brazilië een mis-
ltikking zou zijn. De wisselkoers in Brazilië, welke ver-
leden Woensdag niet genoteerd werd, zakte Donderdag en
Vrijdag plotseling d. in, waardoor’ zij op 5% d. kwa.m
te staan. Al deze berichten brachten aan de termijumarkten
een flauwe stemming teweeg en in het bijzonder te New-
York. Aan onze markt liepen de noteeringen 1 k
134
ct.
terug. De kost. en vracht-aanbiediugen van Santos en Rio
waren
2f.
1. 3/- per cwt. lager, terwijl ook Nederlandsch.
Indië wederom lager
wed.
Voor de gewone ongewasschen
Robusta-soorten bedroeg deze verlaging ca. 1
A
134
ct. en
voor de gewasschen soort zelfs 2 ct. per
1%
K.G.
Nu het oogstjaar 1929130 ten einde is, blijkt dat de. aan-
voeren van 1 Juli-30 Juni te Santos hebben bedragen
9.645.000 balen en te Rio 3.013.000 balen.
Volgens ontvangen telegram zijn de d’agelijksche aan-voeren te Rio voor de eerste helft van Juli vastgesteld op
6.7 39 balen. Voor Santos is op 1 Juli de regeling in werking
getreden, volgens welke de uitvoer voor dit jaar op 833.000
balen per maand is vastgesteld.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 38 ct.
per
34
K.G. voor Superior Santos en 32 ct. voor Robusta.
In den afzet is nog steeds geen verbetering te bespeuren.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren de noteeringen
Dinsdag S dezer des voormiddags a]z volgt: Juli 24/, Sep-
tember 22/4, December 20, Maart 1931 – 19
5
/s, Mei 1931
– 193% ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verseheping zijn thans ongeveer 53f- It 54/6 per
ewt. en van dito Prime ongeveer 55/3 It
581-,
terwijl zij van
Rio type New.York 7 met beschrijving, prompte versehe-
ping, bedragen 3319 It 34/9.
Van Robusta op aflading van Nederlandseh-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Juli-verscheping, 15
3
% et.; Benkoe.
len Robusta, Juli-verscheping, 15% ct.; Mandheling Ro-
busta, Juli.verseheping, 1734 ct.; W.I.B. faq. Robusta, Juli.
verseheping, 25 ct., alles per
34
K.G., cif, uitgeleverd ge.
vicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren
Sept.
I
Dec.
I
Maart
1
Mei
7
Juli
$
6,21
$
5,94
$
5,83
$
5,76
30 Juni
,,
7,06
,,
6,88
6,73
,,
6,59
23
,.
……
,,
7,23
7,05
6,86
,,
6,80
16
,.
……
.,,
7,45
.
,,
7,22
7,02
,,
6,92
De dezer daged verschenen Statistiek van de Firma G.
Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Juni de
aanvoer geweest is als volgt:
1930
1929
1928
balen
balen
balen
in Europa …………909.000
843.000 1.082.000
Ver. Staten v. Amerika
902.000
779.000
896.000
Totaal…. 1.811.000
1.622.000 1.978.000
De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende de eerste zes maanden van het jaar bedroegen
12.379.000 balen tegen 11.286.000 balen in 1929 en
12.211.000 balen in 1928.
De Afleveringen in Juni waren:
1930
1929
1928
balen
balen
balen
in Europa …………..887.000
811.000
968.000
Ver. Staten v. Amerika
825.000
762.000
810.000
Totaal….
1.712.000
1.573.000 1.778.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste zes maanden van het jaar waren
11.711.000 halen tegen 11.052.000 balen in 1929 en
11.578.000 balen in 1928.
Vanaf 1 Juli tot 30 Juni varen de Aanvoeren in Europa
en in Amerika tezamen 22.418.000 balen tegen 21.089.000
balen in 1928(29 en 23.078.000 balen in 1927/28, terwijl de Afleveringen bedroegen 22.340.000 balen tegen 21.253.000
balen in 1928/29 en 22.579.000 balen in 1927/28.
De zichtbar& voorraad was op 1 Juli in Europa 2.095.000
balen teèn 2.073.000 balen op 1 Juni, In Amerika bedroeg
hij 868.000 balen tegen 791.000 balen op 1 Juni. In Europa
en in Amerika tezamen was de zichtbare voorraad dus op
1 dezer 2.963.000 balen tegen 2.864.000 balen op 1 Juni. Rij
bedroeg op 1 Juli 1929 – 2.885.000 balen en op 1 Juli 1928
3.049:000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 (lezer 5.593.000 balen tegen 5.483.000 balen op 1 Juni en 5.338.000 balen
verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor
–
raden in het binnenland van Brazilië, waarvan het cijfer
van 1 Juli nog niet bekend is, doch die op 1 Juui bedroegen 24.331.000 balen en op 1 Juli 1929 – 8.921.000 balen).
Rotterdam, 8 Juli 1930.
THEE.
0e Amsterdamsche thee-veiling op 3 dezer had een kalm
verloop met eenigszins onregelmatige prijzen, die een nei-
ging tot afbrokkelen vertoonden, in het bijzonder voor O.P.
G.O.P. en superieure soorten.
Van het totale aanbod ad 15.500 kisten bleven ca. 1900
kn. onverkocht.’ De totale middenprijs (l’a.khuismeestereu
van de Thee) bedroeg 56% cts., tegenover 59 ets. in de
vorige veiling.
Gezien den prijsteruggaug, die de laatste weken te Lon-
den viel waar te nemen, viel dc stemming te Amsterdam
zelfs nog mede.
Do aanvoeren te Londen bedroegen over Juni 28 millioeu
lbs., tegen 26 millioen in Juni 1929. Hiertoe hebben Java
en Sumatra niet bijgedragen, doch uitsluitend Bi-itsch-Indië
en Ceylon.
1)c afleveriugen bedroegen 34 ntillioen lbs. tegenover 38.7
millioen lbs. verleden jaar en de voorraden liepen van 215
millioen lbs. per ulto Mei terug tot 209 millioen lbs., welke
voorraad echter nog hooger is dan een jaar geleden
De uitvoercijfers uit cle productie-landen geven een gun-stiger beeld. Gedurende Mei bedroeg de uitvoer van Zuide-
lijk Britsch-Indië dus minder dan verleden jaar, doch het
totaal gedurende Januari—Mei met 17.3 millioen lbs. is
3.3 millioen lbs. meer clan verleden jaar. Ceylon voerde in
Mei 24.8 millioen lbs. uit, tegen 26.4 millioen een jaar ge-
leden. Het totaal gedurende Januari—Mei is ongeveer ge-
lijk aan verleden jaar: pl.m. 107 millioen lbs. (volgens tele-
grafisch bericht aan de Vereenigiug voor de Theh-cultuui-
in Ned.-Indië).
De uitvoer uit Nederlandseli entrepôt bedroeg in Mei
781.000 KG. netto.
Amsterdam, 7 Juli 1930.
VRACHTENMARKT.
Graan aan Noord-Amerika.
De in het laatste bericht ver-
mdcie verbetering heeft niet aaugehouden, ofschoon van cle
Gulf tamelijk veel omging.
De Montrealmarkt was zeer flauw. Completeeringspar-
tijen betaalden $ 0.10% naar Genua en $0,11 naar Mar-
seille voor spotprompte verscheping. Naar de Adriatische
Zee werd een volle lading vati 28.000 qtrs. per eind Juli
tegen $ 0.12 naar ddn en $ 0.12% naar twee havens geslo-
ten, terwijl een boot van 40.000 qtrs. naar Antwerpen of
Rotterdam $ 0.07 en een boot van 28.000 qtrs. naar het
Bristolkanaal 1/4% naar dôn en 1/6 naar tved havens ge-
accepteerd heeft. La Plata..
De gemelde verbetering heeft zich volkomen
kunnen handhaven. Er ging in lang niet zooveel om als in de afgeloopen veek Meer dan twintig booten werden
afgesloten tegen betere vrachten. De vraag betrof ‘alleen
Juli tonnage en beperkte zich in hoofdzaak tot verscheping
van de Bovenrivier- Tot 12/6 werd betaald voÖr handige
booten van de Bovenrivier naar U,K,/Continent, terwijl boo-
ten van 7000 tons en grooter 11/6 verkregen, met in som-
mige gevallen 6 d. minder naar kntwerpen of Rotterdam.
Naar de Middellandsche Zee werden groote schepen naar
Marseille, Genua, Napels tegen 12f. dén, 1319 twee havens,
optie Adriatische Zee tegen 14/- dôn, 14/6 twee havens, op-
genomen. Van Buenos Aires en Bahia Blanca werd slechts
weinig gedaan en de behaalde cijfers zijn niet te vergelijken
met cle van de Bovenrivier bedongen vrachten. Zoo werd
van Buenos Aires naar TJ.K./Continent slechts 9/6 betaald
met de optie Antwerpen of Rotterdam tegen 6 d. minder.
Aan het eind der week was de markt zeer vast en was
13/6 .verkrijgbaar voor handige booten van de Bovenrivier.
Noord-Spanje.
In deze afdeeling is de toestand hopeloos.
Voor Juli-verscheping was er geen enkele order aan de
markt; per Augustus kudnen kleine booten van Bilbao naar Cardiff tegen 513 en naar Grangemouth tegen 5/- geplaatst
worden. –
Kolen van U.K.
De toestand bleef teleurstellend. Door de
geringe vraag en het ruime aanbod van booten zijn de.
vrachten in alle richtingen iets gemakkelijker. Van Zuid-
Wales werden de volgende cijfers betaald: Ghent 3/-, Havre
31-, Oporto 7/., Algiers 7/3, Napels 71134, Salonica 7/.,
Alexandrië 716, Las Palmas 8/., Dakar 8/6, Rio 13(6,
Buenos Aires 15/-, Fray Bentos 181- en Villa Constitucion
l7f-, optie Rosario.17f6, en van de Oostkust: Landskrona
4/6, Kolding 4/9, Esbjerg 411%, Rotterdam 3(3, West-Italië
619, Alexandrië 717 %.en Buenos Aires 16/134.