Ga direct naar de content

Jrg. 14, editie 687

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 27 1929

27 FEBRUARi 1929

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch! ‘ Statistische

Bericten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, I4IJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER


ORGAAN VOORDE MEDEDEELINGEN
VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOÔR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

14E JAARGANG

WOENSDAG 27 FEBRUARI 1929

No. 687

.0

4

INHOUD.

Blz.
DE BEPERKING VAN DE POENALE SANCTIE BIJ DE LAN1)S-
MIJNEN
IN
INmB
door

G.
P.
J. Caspersz

……….
198
De In- en Uitvoer van Nederland gedurende
1928 II
dooi
W. G. 111. van
der Zweep
……………………..
200
Het Jaarverslag van de Verzekeringskamer over
1927
door
Prof. Dr. A. 0. Hotwerda
………………..
.
201
Het jongste Jaarverslag van de Banque de France door
Mr. M. L. van Goudoever

……………………
203
Beschouwingen over

Kolen

1

…………………..
205
Het Rapport der Commissie van Advies inzake de ver-
zekering.der Mijnarbeiders …………………….
207
Het Koeliecontract in buitenlandsche Koloniën

door
Mr.

H.

Cohen

de Boer

……………………..
209
AANTEEKENINOEN:.
De toestand der geidmarkt in de Vereenigde Staten
209
De Auto-productie van de Vereenigde Staten en Canada
210
BOEKAANKONDIGINGEN:
W. Middendorp:

Twee achterlijke arbeidssystemen
voor

inboorlingen

in

Nederlandsch

Oost-Indio,
bespr. door
Prof: Dr. E. Moresco
…………..
211
Die Wirtschaft des Auslandes
1900-1927
bearbeitet
im

Statistischen Beichsamt ………………..
211
MAANDCIJFERS:
Statistisch Overziëht van den economischen toestand van Nederlandsch-Indië

………………….
212
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN…………….
213-220
Geidkoersen.

Bankstaten.

1

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

1

Effectenbeurzen.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISC EE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMI&JFl-STATISTISC1IE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; T. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Iennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Prof. Dr. N. J. Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E.
van Welderen Baron Ren gers; Prof. Mr. H. R. Ribbins;
Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Assistent-Redactewr: H. M: II. it. van der Valk.
Seoretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor liet weekblad franco p. p. in
Nederland f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
Jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van liet
Instituut ontvangen het weekblad gratis. De verdere pnblicaties van het Instituut uit gadnde ont-
vangen de aboiiné’s, leden en donateurs kosteloos, voor voo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist. –
Aangeteekende stukkest: Bijkantoor Ruige p1 aat weg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-tenties ‘Nijgh
d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro
rekening No. 6729.

26
FEBRUARI
1929.

In den toestand van de geldmarkt kwam geen
verandering. Het aanbod van geld bleef gering, de
koersen toonden eerder nog eenige neiging tot stijgen.
Particulier disconto noteerde de geheele week vrijwel
gelijk aan het of ficieele tarief, de prolongatierente
schommelde tusschen 4% en 5Y4 pOt. en sloot op het
hoogste punt en caligeld steeg tot 4.( â 43 pOt.
Bij de inschrijving op het schatkistpapier werd
in totaal ingeschreven voor
f
43.817.000.—; toege-
wezen werden
f
11.120.000 3 maands-promessen â

f
988.51’/
10
of
4Y2
pOt.;
f
1.360.000 6 maands-pro-
messen â
f
978,02 of
4
pOt. en
f
7.467.000 biljetten

b f
1.002.50 of
4Y4
pOt.

* *
*

•Deweekstaat van De

Nederlandsche Bank geeft

Weinig veranderingen van beteekenis te zien. De post
binnenlandsche wissels blijkt
met
f
6,9 millioen te
zijn gestegen. De beleeningen vertoonen een daling
van
f
6,6 millioen. Het renteloos voorschot aan het
Rijk klom met
f
4,2 millioen.
-. –
.De goudvoorraad der Bank bleef- vrijwel onver-
anderd. De zilvervoorraad verminderde met
f
100.000.
De post papier op het buitenland geeft een stijging
van
f
600.000 te zien, terwijl de diverse rekeningen
op de actiefzijde der balans met
f
1 millioen blijken
te zijn afgenomen.

De biljettencirculatie bedraagt
f
900.000 meer
dan verleden week. De rekening-courant-saldi stegen
met
f
2,9 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo liep
met
f
1,6 millioen terug. Het dekkingspercentage
bedraagt 56.

»
De wisselmarkt was deze week weinig belangrijk.
De meeste koersen waren stabiel en fluctueerden alleen
zôoveel ah de schommeling bedroeg van den dollar-

koers in het betreffende land, daar de dollarkoers
hier zonder verandering op het goudpunt gehouden
werd door afgiften van De Nederlandsche Bank

hetzij van Dollars, hetzij van Ponden. Madrid kon in
den loop der week de daling van Maandag weder yoor
den goed deel inhalen, de stemming bleef echter
flauw.

LONDEN, 25 FEBRUARI
1929.

Geld bleef gedurende de vorige week vrij gemak-
kelijk en de bedragen, die bij de Bank vervielen,
werden zonder eenige moeite terugbetaald. Demarkt
werd hierin geholpen door het feit, dat de bedragen,
die in Schatkistpromessen moesten worden opge-

nomen, gedurende de paar laatste weken kleiner zijn
dan de bedragen, die door de regeering werden af-

betaald. Blijkbaar overtroffen de op deze wijze vrij-
komende sommen de belastingbetalingen. Toch neemt
men aan, dat deze eenigszins grootere geldruimte
niet lang kan aanhouden. Dezer dagen zal het einde

van de maand met zijn gebruikelijke grootere eischen
de geidmarkt krap houden.

Disconto bleef vast en liet zich niet door een

paar dagen tijdelijke geldruimte. en den aankoop vatt
een groot deel van het aangevoerde goud, van de

wijs brengen. Wel werden schatkistpromessen iets
lager toegewezen, maar de noteering werd toch op
534

116
pOt, gehandhaafd.
Dollars blijven duur op 4.8511.

198

ECONOMISCH-STAISTISCHE BERICHTEN

27
Februari 1929

DE BEPERKING’VAN DE POENALE

SANCTIE BIJ DE LANDSMIJNEN IN INDIË

Bij de behandeling van de Indische bgrooting voor
1929 in den Volksraad is door de Regeering nog eenffi

met nadruk verklaard, dat in 1930 de geleidelijke af

‘schaffing’ van de Poenale Sanctie (P. S.) begint, ei
dat cle ondernemers claarniede rekening zullen hebben

te houden. Arbeid onder de P. S. is volgens Haafl

een abnormale vorm, die hoe langer hoe iiiinder past
in de internationale verhoudingen en in onze be-

stuursvoering, en daarom •op den duur verdwijnen

moet.

De Regeering heeft volkomen terecht begrepn,
dat de Landshedrijven, waarbij onder cle P. S. .ge-

werkt wordt, d.z. alle mijnbedrij’en, hierbij het voor-

beeld moeten geven en daarom heef t Zij reeds mi. van

1 Januari 1920 bij wijze van proef hij die bedrijven
tot een aanmerkelijke, beperking van de toepassing
der P. S. doen overgaan. i)e P. S. is van dan af voor

hercontractanteri met meer dan vijf jaren dienst af-
geschaf t, terwijl voor hercontractanten met drie tot

vijf jaren di.enst de toepassing der P. S. beperkt wordt
tot de meer ernstige inbreuken op de arbeidsovereen-
komst. De Regeering is van oordeel, dat zulks ge-

schieden kan zonder dat de hedrijfszekerheid ge-

schaad wordt. –

Wie de ‘uiteenzettingen van de zijde van de Regee-.

ring over dezen maatregel in den Voiksraad gegeven,
heeft gelezen, zal niet anders denken dan dat liet

voor de eerste maal is, dat’ een proef tot beperking
van de P. S. hij cie lancismijnen genomen wordt. Er
wordt daarin althans van vroegere proeven niet

gerept.

• Toch heeft zulk een proef en nog wel
0
1) utge

breide schaal gedurende gernimen tijd bij de Omhilin-mijnen plaats gevonden.
Het is voor deze proef en de daarbij verkregen

merkwaardige resultaten, dat ik de aandacht van den

lezer vraag.

Toen ik in 1907 optrad als chef van den dienst cler
Ombilinmnijnen, waarbij een paar duizend onder de
P. S. werkende, contractarbeiders dienden, was een der
eerste aangelegenheden, clie ik ter behandeling Icreeg,

een opdracht van den Directeur van Onderwijs, Eere-dienst en Nijverheid, – onder wiens opperleidi.ng des
tijds liet mi,jnwezen ressorteerde, – betrekking heb-
bende op (Ie P. S. :De ervaring had mij geleerd, dat een
fatsoenlijke Javaansche arbeider zich evengoed als
elk ander behoorlijk .mensch aan een aangegane over-

eenkomst houdt; daarom meende ik, dat voor zulke
arheders de P. S. niet noodig zou zijn. Dit deed mij be-
sluiten om n die richting een proef te nemien door
aan goed oppassende arbeiders, wier contract afge-
loopen was en die een hercontract wenschten aan te
gaan, de keuze te laten tusschen een hercontract
O)

den gewonen voet onder de P. S. en een hercontract,
waarbij afgezien werd van de P. S. Deze laatste soo.rt
herconracten werden in het gebruik aangeduid als
B contracten ter onderscheiding van de hercontrac-
ten onder de P. S., die als A contracten bekend ston-

den. De B contracten waren zeer vrjgevig opgesteld’;
de voorwitarden kwamen, wat betreft loon, voeding en
huisvesting in hoofdzaak overeen met die der A con-
tracten. In stede van een voorschot, dat terugbetaald

moest worden, zooals bij een A contract, kreeg de
B contractant echter een ruim handgeld. Op onwet-
tig verzuim van het werk en andere werkovertredin-
gen was als straf een geringe boete gesteld; als stiaf-
oplegger trad op de ingenieur-directeur, die de
plaatselijke leider van het bedrijf was. Verzuimde
dagen moesten door een B contractant worden nage-
diend. Voorwaarde om tot liet sluiten van een B con-

tract te worden toegelaten was, dat de arbeider van

goed gedrag noest zijn. Feitelijk was het niet geoorloof cl B contracten aan
te gaan, daar volgens de toen vigeerende koelieordon-

nanties (K. 0.) met arbeiders, .icfkomstig van buiten,

– wat bij’ de
Ombilinmijnen
het geval was met alle

contractanten, daar dit Javanen waren -, alleen ar-

beidsovereenkomsten op den voet der K. 0., dus met
P. S., mochten worden gesloten, maar in clie dagen

kon een leider van een landsbedrijf zich zoo iets nog

vrijelijk veroorloven. Voor de B contracten
erd de,

wettelijke grondslag pas verkregen op 1 Januari 1912,
toen de ordonnantie van 3 October 1.011 (Stbl. No.

540) in werking trad, waarbij toegestaan werd om met

arbeiders van buiten afkomstig ook overeenkomsten

op anderen voet aan te gaan clan volgens de K. 0.,

dus ook niet u.i tsluiting van de P. S. Deze ordonnan-

tie heeft van de K. 0., voor wat betreft cle arbeiders,

terecht cle strafbepalingen overgenomen, clie betrek-

king hebben op verzet, beleediging of bedreiging tegen

den werkgever of zijn personeel, rustverstoring, vech-

terij, dronkenschap en dergelijke overtrecli ngen tegen

de goede orde. Zij werden derhalve ook toepasselijk

op de B contractanten, voor wie tot zoolang geen

enkele speciale strafbepaling bestaan had.

Voornoemde ordonnantie, die meer vrijheid bracht
in de’ regeling van de arbeidsovereenkomst met her-
contractanten, moet als een groote vooruitgang in de

arheidswetgeving worden oangemerkt; Feitelijk werd

daa±mede de eerste stap gezet op den weg naar de

beperking der P. S.
In Augustus 1010 werden cle Orribilinmijnen voor

de eerste maat door cle arbeidsinspectie bezocht; de

inspectie geschiedde door het Hoofd van den dienst

zelven, clie bij deze gelegenheid kennis maakte met
de B contracten. Naast veel wat hm minder aanstond

kon hij niet nalaten zijn voldoening over de B con-

tracten te kennen te geven. Op het vinden van-mis-

standen was
hij
voorbereid, maar dat hij dergelijke

vrije arbeidsovereenkomsten zou aantreffen, had hij
allerminst verwacht. :0e onderstelling is daarom
niet gewaagd,, dat de B contracten de totstandkoming
der ordonnantie Stbl. 1911 No. 540 hebben bevorderd,

zoo zij al niet de aanleiding daartoe waren.

Nu de resultaten van cle proef met cle B contracten;
zij zijn te vihden in de verslagen der Omh:i.1inrrijnen

van 191011.918.. –
Het volgende is,daaraan ontleend:

Jaar

emidde1d’e
sterkte

eontract-
arbeiders

Gesloten
hercontracten

Aantal’
B contrac-
tant.en
op
ultO.
Ir.
A
Ir.
B

1909
2017
415
100
100 1910
1847f
1911
1774
385
99
145
1912
1714
408,,
88
164
1913
1541..
409
66
161
1914
,

1534 378 .

109 169
1915
1723
257
.

110
215
1916
1904
202
165
275
1917 1815

403


8


155
1918
2029
37
.

5


5

1

let sluiten van B contracten door hercontractan-
ten werd zooveel mogelijk aangemoedigd. Toch blijkt uit boirenstaand overzicht, dat maar betrelckeljk wei-
nig van zulke contracten gesloten werden, en dat liet
aantal B contractanten i.n verhouding tot de totale
contractarheiders-sterkte, zelfs in liet beste jaar 191,5,
gering was. Behalve de toegdpaste selectie wordt op
hlz. 16 van het verslag over 1,012 als reden daarvoor

opgegeven,
dat de arbeiders in het algemeen de voor-
keur gaven aan een A contract met P. S., dat in
hunne waardeering een hoogere plaats innairc. Het

waren, volgens hen, alleen ,,de luien”, die een con-

tract zonder P. S. begeerden.
Deze opvatting was

zeker teekenenci, en niemand had kunnen voorzien,
dat zij onder de arbeiders zou’ post vatten, maar’ zij

leert hoe ijskoud de kwesti.e der P. S. toen nog de

betrokken arbeiders zelven liet. Vermoedelijk zal het

thans nog evenzoo het geval zijn.
Was aanvankélijk cl.e ervaring met – de B contrac-
taiten niet ongunstig, op den duur werd dit inders,

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

zooals ondervolgende
-a Lilhalirig uit het verslag over

.1916 (blz. 25)
moge doen vien:

,,De ondervioclingen, opgedaan met cle
z.g.
)3 contractan-

,.ten, dat zijn contractaijten, zooals bedoeld onder ,teii
tweede” iii Staatsbiaci
1911 No. 540,
zijn ]iiet OliVCr(lCC1(l

,gunstig te noemen.
,,])it is te opvaikuder, daar het slechts
nul
de beste

,,elementeu toegestaan wordt, een dergelijk contract te slui-
.,ten,. namelijk alleen acht beu, wier gedrag gedurende vo-
,,rige contracten goed geweest is. Onder de
275
thans aan-

..wezige :13 contractanten zijn slechts
19,
clie hij het ingaan

an hun tegenwoordig verband minder clan
5
jaren hier

,,werkzaam warehu, terwijl lieden niet
10, 11, 12
en meer

,.clienstjaren veelvuldig voorkomen.
,,Niettegenstaaiide deze selectie wordt door een aanzien-
,,lijk aantal dier contraetanten misbruik gemaakt vail dc
,,vrijheid, die het 13 contract hun biedt.
Vermeende of werkelijke grieven tegen toestanden in
,,de mijn tegen den opziener of (ten mandoer, onder wien
,,zij werken, ook huiselijke onaaugenaamheden cii derge-
.,ljkeu, geven den 13 contractazut, die gedurende langen tijd
goed gewerkt heeft, plotseling aanleiding zijne plichten
,inincler getrouw te vervullen of overplaatsing te vragen
naar een andere mijn, en wanneer dit usiet toegestaan
.,wordt, het werk te staken. ,,Wel heeft de werkgever het recht, voor verzuimdageut

boeten
01)
te leggen; wanneer de contractaut echter ge.
.,heel niet meer werkt, dus ook geen loon ontvangt, dan is ,,het beboeten een maatregel zonder practisch nut, daar de
,,koelie cle gevolgen zijner handelwijze niet voelt, te meer,
waar cle werkgever iii elk geval verplicht is, voor voe-
ding en huisvesting te zorgen, cle koelie dus nooit komt te
,,staan voor het alternatief : werken
of
gebrek lijden. Ont-
binding van het contract door den werkgever is natunrlijk
.,eene afdoende oplossing, die echter de kern der zaak
.,niet raakt. Waar het de bedoeling der Begeering is, in cle • toekomst nog slechts hercontracten zonder poenale sane-
.tie toe te staan, is liet van zeer groot belang, zich ctc
mogelijke gevolgen van ccii dergelijken stap goed duicle-
lijk te maken.
,,Zoiicler eenigen twijfel moeten klachten van 13 contrac-
,.tanten (en niet alleen van dezen) nauwkeurig onderzocht
,,en, wanneer zij gegrond blijken, uit den weg geruimd w’or-
den; daarentegen moeten echter ook den werkgever mid-
,,delen aan cle hand gegeven worden, om ceuc willekeurige
verbreking der aangegane verplichtingen door den koelie
,,tegen te kunuien gaan, hetgeen thans niet mogelijk is.
.,,Volgens de tot dusverre opgedane ervaring is cle Javaan-
• sehe coutractant van Sawah-Loento ,in het algemeen” nog
niet rijl) voor een Vrij arbeicisverband.”

Ook al neemt men aan, dat de rapporteur,

cle bedrijfsleider -, die aan het woord was, in het
vuur van zijn pleidooi voor het behoud der P. S. een
te schrille voorstelling van zaken heeft gegeven, dan nog ontkomt men. niet aan den indruk,, dat het insti-
tuut derB contracten op een mislukking is uitgeloo-

pen, en wordt liet begrijpelijk, dat deze bedrijfsleider
het heeft doen uitsterven. De overeenkomst met de
vijf op het einde van 1918 nog aanwezige B contrac-
tanten iverd ontbonden, waarna deze onder de z.g.

vrije arbeiders werden opgenomen.

Afgaande op deze resultaten is de proef, dic thans
hij de iandsmijnen met de beperking der P. S. wordt
genomen, althans voor cle Icolenmijnen met ]iaar out-

dergrondsch werk, niet zonder risico. Een diensttijd
van vijf jaar en langer waarborgt, zoonis daaruit is
gebleken, nog niet, dat de mijuwerker als vrije arbei-

der geregeld zal uitkomen, en daarop komt ‘t toch

voor de bedrijfszelcerheid aan.
Ik vero.nderstel echter, dat hij deze proef degenen
met meer clan vijf jaren dieflst, die als vrije arbeider
overgaan, ook ghecl als zoodanig behandeld zullen
worden en buiten voedi iig zullen blijven. Zij zullen
dus moeten werken om aan den kost te komen, wat
met de 13 contractanten niet het geval was. 1)e prikkel
om geregeld uit te komen zal daardoor hij hen grooter
zijn dan hij do 13 contracta:riten.. Dc proef kan daarom

best gelukken.
Bij slagen zal de beperking der P. S. voor cle con-
tractanten in hun eerste verband wel aan cle orde
komen, doch hierbij zal men voor veel grootere moci-
lijkheden komen te staan. Dc couut:ractanteru worden bij dc steenkolénmijnen hij het ondergrondsche eigen-

lijke mijnwerk gezet, omdat de lieden, behoorende tot
de inheemsche bevolking, waarvan er hij’. bij de Om

ij

hilinmnen een groot aantal als vrije arbeiders werk-

zaam zijn, niet bereid zijn dit werk te doen ; zij worden
daarom uitsluitend voor trausportdiensten en boven-

grondsch werk gebezigd. liet ondergrondsche w’erk

staat den nieuwgekomen Javaanschn cootractant nit
aan ; hij bad, toen hij zich op Java voor de mijnen

verbond, geen flauw begrip van den aard van liet

werk, dat hem te wachten stond, en na kenmsmalding

daarmede zou hij maar niets liever doen dan zich

daaraan onttrekken. Dien afkeer moet hij leeren

overwinnen en hij moet gewend worden aan den ge-

regelden arbeid, die zoowel hij dag als bij nacht in

een kolenmijn verlangd wordt. Zonder dwangmidde-

len, d.i. dus zonder P. S., gaat het nu eenmaal niet,
ook al zijn behandeling en verpleging zooals hij de

landsmijnen goed te noemen. ilet enorm groote aan-
tal opgelegde straf ten bewijst zulks. Zoo werden hijv.
bij de Ombilinmijnen van de contractanten gestraft:

in
1920 10 pOt.;
in
1.921. 76
pOt. en in
1922 59
pOt.

Over latere jaren zijn, geen gegevens gepubliceerd,

waaruit mag worden afgeleid, dat het daarin wel niet
veel beter zal zijn geweest. De nieuwelingen hebben daarin het grootste aandeel.
Daaruit volgt echter nog niet, dat de P. S. gedu-
rende den geheelen duur van het eerste contract

(thans evenals vroeger drie jaren) gehandhaafd zal

moeten blijven; het is niet ondenkbaar, dat de toe-
standen nog eens zoo zullen worden, dat de P. S.
alleen gedurende een gedeelte van den contraetsduur

toepassing zal
behoeven
te vinden. Maar dat neemt

niet weg, dat ee bij de kolenmijnen altijd een groep

arbeiders, d.z. de nieuwelingen, zal zijn, voo:r wie de

P. S. niet kan worden gemist.
Dit maakt de algeheele afschaffing der P. S., ook

al wordt die met nog zooveel nadruk in uitzicht ge-
steld, praetiseli onuitvoerbaar of men zou haar moe-
ten willen koopen met de sluiting der kolenmijnen,

en daaraan zal wel niemand in ernst willen denken.

De ondernemers l)eliOevefl zich daarom niet onge-
rust te maken, dat het in werkelijkheid tot die af-
schaffing komt, want men kan kwalijk de P. S. bij de
kolenmijnen behouden en haar bij de overige bedrij-

ven afschaffen.
Het ware zeker beter, indien het anders kon, want
toegegeven moet worden, dat arbeid onder de P. S.
een abnormale vorm van arbeid is. Dit komt ook uit
in de ongewone verhouding, die daaibij bestaat tus-
ehen werkgever en. arbeider. De werkgever heeft
feieljk niets over den arbeider te zeggen. Waar
niet onder P. S. wordt gewerkt worden gewoonlijk
kleine werkovertredingen door den arbeider begaan,

door den werkgever met liet opleggen van een ge-
ringe boete gestraft. Onder P. S. werkende is dit niet
geoorloofd, maar heeft de werkgever zich tot den
politierechter te wenden. In elke kivestie tussehen
werkgever en arbeider wordt of het bestuur c.q. de
arbeidsinspectie of de rechter betrokicen, en ligt de
beslissing hij die organen.
Het prestige van den werkgever lijdt daaronder.
Verder brengt de P. S. noodzakeljkerwijze een ver-
gaande bemoeienis mee van bestuur en arbeidsinspec-
tie met de onderneming, waarvari ondernemingen

zonder P. S. vrij loopen.
Dit is een kant van de P. S., waarover tot dusverre
gezwegen is, doch dien ik, toen ik bij de Omhilin-

mijnen daarrnedë te maken had, sterk heb gevoeld.
Om van de daaruit voortspruiteude bezwaren zoo wei-
nig mogelijk last te ondervinden, moeten onder de

P. S. niet meer arbeiders worden gehracht en gehou-
den dan h’u hel; belang der ondernemingen strikt nood-
zakelijk is. In die beperking ligt de sterkste waarborg

voor het behoud der P. S.
Uit dat oogpunt beschouwd is het te hopen, dat de
proef bij de landsmijnen slaagt.
G. P. J. CAsPlsicsz.

‘s-G ravenhage, 1 Februari 1.929.

200

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Februari 1929

DE IN- EN UITVOER VAN NEDERLAND

GEDURENDE 1928.

II.

De handelsbeweging met de zes belangrijkste landen.

Om en nabij drie vierde van ons goederenverkeer.

met het, buitenland komt van, of gaat naar, een
zestal, landen, waarvan Duitschland, met- meer dan

één vierde van de waarde van onzen invoer, het be-

langrijkste land van herkomst is, in afnemende rang-

orde – door België, de Vereenigde Staten, Groot

Brittannië, Nederlandsch Indië en Frankrijk gevolgd.

Bij den uitvoer komt nagenoeg één vierde van de

waarde voor rekening van Duitschland en ruim één

vijfde voor die van Groot Brittannië, waarna met

minder dan 10 pOt. Nederlandsch Indië, België,

Frankrijk en -de Vereenigde Staten komen.

.De getallen van den in- en uitvoer geven evenwel

geenszins een volledig beeld van onzen goederenruil

met deze gebieden, want er wordt bijvoorbeeld van

jaar op jaar voor veel meer dan 100 millioen gulden

aan Nederlandsek Indische tabak, thee, koffie en
specerijen- in entrepôt aangevôerd en van daar naar

het – buitenland, vooral naar de Vereenigde Staten
en Duitschland verkocht, waarvan niets uit de stâtis-
tiek van den in- en uitvoer
blijkt,
terwijl in het
laatst verstreken jaar voor meer dan 56 millioen
gulden aan geslepen diamant van Amsterdam naar

de Vereenigde Staten werd verzonden, zonder dat de

statistische waarde van onzen uitvoer naar dat gebied-
met die som werd verhoogd.

‘De handelsbetrekkin gen met
Nederlandsch Indië

waren levendig.. Van den invoer vertoonen onder
meer een belangrijke stijging: –
– . .

1927

– 1928

millioen gulden

,Oopra ……………….23,6

27,3
– Koffie …. . …………..

12,6

19,2

– Onbewerkte tabak……..15,9

19,1

.

Mais ………………..

2,0

10,1

– Suiker ………………2,4

.

4,3

– Naast het reeds vermelde entrepôtverkeer van tal

van hoog geprijsde koloniale voorthrengselen, blijven
uiteraard ook de
aanzienlijke
leveringen, die voor.

Nederlandsche rekening rechtstreeks uit Indië naar
de verbruikslanden plaats hebben, buiten onze handels-

statistiek. .

Belangrijke stijgingen van den uitvoer naar Indië
blijken onder meer uit de volgende posten:

1927

1928

millioen gulden

Stoffen ………………. 50
3
7

59,8

Vaartuigen …………..8,2

19,2
Werktuigen

………….14,4

19,0

Bewerkte tabak ……….10,9

12,1

IJzer en staal ……….7,3

11,6

Vliegmachines ……….0,2

2,1

Stoomlocomotieven

0,4

1,8

Het’ verbeteren van den bedrijfstoestand heeft in
Nederlandsch Indië de behoefte aan tal van hulp-middelen aanzienlijk doen stijgen, terwijl door de
bevredigende oogsten in dat gebied de koopkracht
van den inlander over het algemeen gunstig voor

den afzet van de door hem benoodigde goederen is geweest, met uitzondering van Sumatra en Borneo,
waar het opnemingsvermogen van de inlandsche be-
volking door het dalen van den rubberprjs vermin
derde. Hierneven heeft dok de felle bestrijding van.
den Japanschen handel door de Ohineezen in Neder-

Iandsch Indië den afzet van -goederen van anderen
oorsprong, bij voorbeeld dien van Nederlandsche stof-

fen, verruimd. De toenemende ongeneigdheid van de
Ohineesche handelaren om het boycot der Japansche
goederen voort te zetten en het feit, dat deze be-
weging geen steun uit China meer ontvangt, doen

een spoedig einde van deze kunstmatige belemmering
der Japansche mededinging voorzien, zoodat een

daling van onzen Indischen afzet der
bij-het
boycot
betrokken geweest zijnde goederensoorten niet on-
mogelijk is. –

Groot Brittannië
bleef ook in het jaar onder ver-
slag voor tal van zijne gereede voortbrengselen van
goede hoedanigheid een ruime en onbelemmerde markt

in Nederland vinden, zijn invoer steeg, ondanks den
achteruitgang van dien van steenkool, met 6 millioen

gulden. Onze uitvoer daarheen daalde evenwel met
21 op 43

n
2 millioen gulden, niettegenstaande de dik-

werf aazienlijke toeneming van den -afzet van tal

van onze belangrijkste landbouwvoortbrengselen, als:

1927

1928
millioen gulden

Gezouten vleesch

……..
46,0 52,7
Melk en melkproducten .
30,7 35,0
Kweekerijproducten ……
18,7 20,0
Eieren

………………
17,9 19,9
Versche groente

.. ……
14,5
18,1
Kaas

………………
8,2
9,1

De ‘grootste oorzaak van die vermindering is het

dalen van den uitvoer van suiker van 36,4 tot 15,6,

dus met 20,8 millioen gulden, een rechtstreeksch
gevolg van den reeds genoemden beschermingsmaat-
regel.

Klaarblijkelijk ter bevordering van het Nederland-

sche bezoek aan – de British Industries Fair, onder

de zinspreuk ,,tusscheii U en. Uw eigenbelang ligt

slechts de Noordzee”, – werden onze handelsbetrekkin-

gen met Engeland tegen het eind van het jaar op-

nieuw verontrust door een verzoek van fabrikanten

van wollen stoffen in Bradford en omgeving, tot het

instellen van een beschermend recht op: alldyed or

undyed imported tissues or ‘fabrics manufactured

from warp and weft in a weaving bom (wether. in
the piece or in any. other form) and made wholly
or partly from wool or hair, of any weight from
2 ounces per square yard up to and ineluding 11

ounces per square yard, but excluding felts, rags
and tailors’ clipping.-

Het valt niet gemakkelijk, om de beteekenis van
de voorgestelde bescherming voor onzen uitvoer naar

Engeland te benaderen, want onze ‘eigen handels-
statistiek geeft, daartoe in het geheel geen en de

Engelsche niet-‘ voldoende houvast, maar wellicht

wijkt de volgende berekening niet ver van de werke-
lijkheid af.

Hand elsbeweging
Nederland-Engeland
Soorten van wollen stoffen waarvoor
1926,
uitgedrukt in £
een beschermend recht wordt gevraagd –

Invoer in luitvoer n.

.

Engeland INederland

ouncesto
the
sq.y.
All woollen tissues weighing ..
8-12

201.139 135.202
• -8

31.526 10.783
Woollens weighing ……….
8-12

113.497 142.825

-8

7d7fl

All ‘ool linin

gs, lastings& c.
weighing ………………
-12
Mixed linings, lasting ‘& c


weighing ………………
-12

Wollen stoffen, grootendeels onder het
voorgestelde recht vallend ……….
352.411 381.098 –
Furniture stuffa …………………

8.735


Pile fabrics
……………………….1382


Flannels and.delaines ……………

777


Small wares……………………

2
..486


Manufactures of
wool
or worsted not
elsewhere specified (tot welke te be- lasten goederen kunnen behooren)
.

39.570 36.186

Alle stoffen, vermoedelijk geheel of ten
deele onder het voorgestelde invoer-
recht vallend …………………
405.361 417.284
Wollen stoffen, tot de hiervoor genoem-
de omschrjingbehoorend, maar door
haar gewicht buiten het voorgestelde

niet
recht vallend …………………
84.778
berekend

9.542
8.263

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERÎCHTEN

201

Alle hiervoor gen. goederen tezamen.
.

490.139 417.284
Waarde daarvan hcrleid tot gulden
. . 5.881.668


Waarde van den uitvoer van wollen
rnanufactu ren, stoffen en weefsels van
Nederland naar Engeland, volgens
de Nederlandsche statistiek, (gulden)
5.691.379

Het jaar 1926 is het laatste, waaromtrent een ver-

gelijking in haar geheel kan worden doorgevoerd,
zoodat sommige gegevens betreffende latere jaren on-

benut moeten blijven. T)it de schatting blijkt, dat de

invoer uit Nederland van de wollen stoffen, waarvoor
thans een beschermend recht wordt gevraagd, in 1926

minstens £ 350.000 en hoogstens £ 400.000 heeft be-

dragen. Deze berekening wint aan waarschijnlijkheid,

doordat zij nauwkeurig met de uitkomsten van de

Nederlandsche handeisstatistiek overeenkomt en, daar

alle Nederlandsche ondernemingen tezamen in 1926
voor .een waarde van . bijna 36 millioen gulden aan
wollen stoffen van de hier bedoelde soort hebben

voortgebracht, mag worden aangenomen, dat ongeveer

één achtste deel dier voortbrenging thans rechtstreeks

wordt bedreigd.

Ten einde deze bemoeilijking te voorkomen, of zoo

zij ons mocht treffen, haar gevolgen te bestrijden,
heeft de Tilburgsche Kamer van Koophandél aan

onze Regeering verzocht, om Engeland met een zelfde
tariefsverhooging te dreigen, dan wel, indien het

gevreesde recht tot stand komt, op denzelfden dag
ook zulk een recht in Nederland in te stellen.
De berekëning doet echter duidelijk zien, van hoe

weinig beteekenis dit “Gott strafe England” voor
hen is, die men er door heet te willen treffen, daar
wij in’ 1926 voor hoogstens £ 400.000 aan de be-
treffende wollen stoffen van dat land kochten.
Inwilliging van dit verlangen zou daarentegen Duitsch-

land, dat zeer zeker aan deze moeilijkheden part
noch deel heeft, het zwaarst treffen en ons onge-
twijfeld in ernstige handelspolitieke verwikkelingen
met dit land storten; hoe denken onze fabrikanten
van kunstzijde en die van aardappelmeel, onze land-

bouwers, onze veeteelers en onze handelaren in Neder-
landsch Indische voortbrengselen daarover?

Het toenemen van den invoer uit
Duitschiand
vloeit in de eerste plaats uit het grooter worden van
den invoer van grondstoffen en hulpmiddelen, als
veevoeder, kunstmest, ijzer en koper, plantaardige
oliën, hout, garens en werktuigen voort. Daarneven
steeg de invoer van verfwaren, stoffen, kleederen en
papier,
terwijl
die van brandstoffen achteruit ging.

De uitvoer van boter naar dit land steeg van 64,5

tot 71,1 millioen gulden, die van versche groente van
29,9 tot. 42,6 millioen gulden, terwijl voorts ook de

waarde van onzen afzet van eieren, kweekerijvoort-
‘brengselen, steenkool, kunstzijde, stoffen en werktuigen

aanmerkelijk hooger was dan in 1927. De achter-
uitgang van den uitvoer van ijzer en staal van 11,3
tot. 7,2,. of met 4,1, millioen gulden is niet zoo be-
langrijk als zij er uit- ziet, daar van de hiertoe be-

hoorende posten het. oud ijzer afzonderlijk van 8,8 tot 3,8, of met 5, millioen gulden daalde, terwijl de

handelsbeweging van plantaardige oliën te zeer door
het bedrijfsbeleid van . de margarinetrust wordt be-
invloed, om aan het dalen van den uitvoer daarvan,

van 11,9 op 9,4 millioen gulden, veel aandacht te
schenken. De huidenhandel in Duitschland was in het
afgeloopen jaar onbevredigend en tal van onderdeelen

van de lederni.jverheid hadden er met moeilijkheden
te kampen, zoodat onze .uitvoer van huiden en vellen
van 12,3 tot 11,1 millioen gulden slonk.

Het verminderen van den afzet van aardappelen
van 17,2 tot 8,6 xnillioen gulden en van aardappel-
meel van 5,3 tot 1 millioen gulden, vormt met den
onbevredigenden gang van den afzet van versch
varkensvleesch, die van 7,7 tdt 3,2 millioen gulden
daalde, de belangrijkste oorzaak van de zeer matige
stijging van het bedrag van onzen gezamenlijken
uitvoer, ondanks de goede’ uitkomsten van tal van

andere deelen van den ‘afzet naar Duitschland.
De achteruitgang van aardappelen enaardappel-

meel is, als gevolg van den beperkten oogst hier te

lande in 1927, een natuurlijk veischijnsel, maar anders
staat het met dien van het versche varkensvleesch.

“Duitschland, dat zoo gaarne bereid is, om in woorden
L
aau
de Geneefsche aanbevelingen tot het opheffen
n
van
handelsbelemmeringen gevolg te geven, is mede
met behulp van
zijn
tariefpolitiek er in geslaagd om

– zijn gezamenljken invoer van verscli varkensvleesch

tot op één derde van dien in 1927 te verminderen

1
en slechts in de laatste maanden van het jaar is

onze afzet van deze vleeschsoort daarheen weder van
beteekenis geweest.

Uit
Frankrijk
ontvingen
wij
in het jaar onder.

verslag 14 millioen kg. en 3 millioen gulden minder

in hct vorige jaar,
terwijl
dit land 420 millioen kg.
meer, doch voor een waarde van 7 millioen gulden
minder van ons betrok.
1
Een vermindering van den invoer treft onder

1
andere ten aanzien van kunstmest, gegoten buizen
&
en
ongetwijnde katoenen garens; die van soda en
‘zemelen nam toe.

Het dalen van de waarde van onzen uitvoer naar

Frankrijk berust hoofdzakelijk op den eerder ge-
noemden achteruitgang van onzen afzet van versch
“varkensvleesch,
terwijl
voorts levende varkens, versch

scha penvleesch, reuzel, boter en verfwaren lagere cijfers
besomden. De afzet van kaas, groene erwten, huiden en vellen, radiotoestellen en gloeilampen steeg.
Het handelsverkeer met
België
heeft zich niet
onbelangrijk uitgebreid. De invoer vermeerderde onder
•andere van grondstoffen en huipstoffen als cement,
huiden en vellen, katoenen garens en tuindersglas

en van gereede voortbrengselen als tarwemeel, auto-
mobielen en werktuigen. Het toenemen van den uit-
voer betreft bij voorbeeld kaas, ruw ijzer, plantaardige
oliën en werktuigen, waar tegenover die van koeien
verminderde.

Het verminderen van den invoer van tarwe heeft
op onze handelsbeweing met de
Vereenigde Staten
zijn stempel gedrukt, maar ook talk, olet-margarine,
itarwemeel, petroleum en. benzine besomden, lagere
cijfers. De invoer steeg daarentegen van mals, gerst,
automobielen en zoover het de waarde betreft ook
-van ruwe katoen.
Over het geheel genomen
blijkt
de uitvoer van

– voortbrengselen van onzen bodem naar de Vereenigde
Staten zich van de inzinking in 1927 te hebben her-
steld en besomden nevens andere goederen, zuivel,
versche groente, bloembollen, zaden, glas en aarde-
werk hoogere bedragen dan in het vorige jaar, ter-

wijl de uitvoer vafi uien buitengewoon toenam.
(S.lot volgt).

, –

Zw.

HET JAARVERSLAG VAN DE VERZEKERINGS-

KAMER OVER 1927.

I-Iet jaarverslag van de Verzekeringskamer over

1027 was reeds in de laatste dagen van 1928 gedrukt en rondgezonden, zoodat de bekwame spoed, clie dit
lichaam bij haar publicaties betracht en die haar ver-
slag zooveel eerder, doet verschijnen dan vart de bui-
tenlandsche toezicht hou.clende lichamen, ook dit jaar
wederom gehandhaaf cl bleef.

Hot beeld, dat dit verslag van het Nederlandsche
levensverzekeringsbedrijf geeft, is, het ware niet an-ders te verwachten geweest, gunstig. Het totale ver-
ekerde bedrag vermeerderde van 2,75 mil.liard in
1926 tot 2,90 inilliard ultimo 1927. Zou ook het on-

der toezicht der Kamer staande spaarkassen-bedi-ijf medegeteld woi-deh dan haalt dit cijf er op een klei-
nigheidje na cle 3 milliard.
Tot clezen groe:i in 1.927 heeft het volksverzekerings-.
l)edrijf bijgedragen met rond 34 milliden èn bereikte,
daarmede een stand van 753 millioen, verdeeld over
niet minder dan 8 millioen polissen. Het gemiddeld
per polis verzekerd bedrag is der-halve
f
94,50; i.n

202

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Februari 1929

1926 was dit
f
92,-, zoodat dit gemiddelde iets vô6r
7
,
uit is gegaan.

In wat men noemt het groote bedrijf is verzekerd
1954 miljoen, verdeeld over nog geen 900.000 polis-

sén, met een gemiddeld verzekerd bedrag per polis,
van
f
2.206,-. Dit gemiddelde was in 1926
f
2.244,-,

zoodat, hoewel het totaal verzekerd bedrag belangrijk

is toegenomen, dit gemiddelde •eenigszins’ terug liep.
PIet is niet zoo heel gemakkelijk, om van dit er-,
schillende verloop van het gemiddelde een rerklarirg

te vinden. Het is toch het gemiddelde
per polis, en

niet het gemiddelde per verzekerde. Het aantal per
sonen met mér dan é.én polis is uiteraard zeer groot,

zoowel in de volks- als in de groote verzekering. In-:
siders in het bedrijf hebben de vaste overtuiging, da1

over de geheele linie de menschen. zich nog voortdu-

zend voor hoogere bedragen verzekeren dan voorheen.

Aan .den anderen kant zijn er ook méér menschen, bij
[

vroeger vergeleken, die een levensverzekering s1uiten.

Het terugloopen van het gemiddelde •bij le groote
posten, dat wijst op een relatieve vermeerdering vaû
de kleinere posten, doet derhalve het vermoeden rij-
zen, dat •de . aanwas van het aantal verzekerden voort

een niet gering deel bij de kleine luyden moet gezocht

worden. Als inderdaad de kleine spaarder méér dan
voorheen de solide en vrijwel risico-vrije bespariT.lg

zoekt, die de polis van levensverzekering hem biedt,

dan zou zulks, uit sociaal oogpunt, inderdaad niet,
anders dan toe te juichen zijn.

In dit verband is het ook belangwekkend te zien.’

dat in de groote verzekering (de volksverzekering;

kent practisch geen renteverzekeringen) de verzeker-
de renten in 1921 relatief evenveel toenamen als de

verzekerde kapitalen, namelijk beide met circa
7
pOt.
Wel is waar is de in totaal verzekerde rente (tot ka-
pitaal herleid) maar circa
1%
gedeelte van het ver-
zekerde kapitaal, maar door den gelijkmatigen groei
)

is toch duidelijk bewêzen, dat de wel gehoorde be-
wering: het particuliere bedrijf stoot de rentever-

zekeringen af, een fabeltje is.

anderszins blijkt de voorkeur van het publiek, vrij wriflige besparingen voor kapitaalverzekeringen aan

te wenden, liever dan voor rénteverzekeringen, ten

duidelijkste. Ook dit dunkt mij een gezond verschijn-
sel. Besparingen, belegd in renteverzekeringen, zijn
zonder uitzondering bestemd om in de toekomst als
inkomen verbruikt te worden; besparingen, in kapi-
taalverzekeringen belegd, woi’den natuurlijk ten dccle ook aldus verbruikt, maar slechts ten dccle. Een anderi
deel voert ongetwijfeld tot blijvende kapitaalvorrning.
1

Financieel vertoont het leve:nsverzekeringsbedrijf
in 1927 wederom hetzelfde beeld als in de onmiddel-
lijk voorafgaande jaren. De totale bedrjfswinsten
bleven met 16 millioen op ongeveer hetzelfde peil als
voorheen. Hiervan is wederom nog geen 3 millioen:
uitgekeerd aan dividenden en tantièmes; van de rest
kwam 2,6 millioen direct aan de verzekerden ten
goede in den vorm van winstaandeelen: d& overige

circa 10 millioen bleven in het bedrijf en dienden
tot versteviging daarvan, overwegend in den vorm
van toevoegingen aan diverse reserven.
Nog altijd is de rente-winst de relatief belangrijk-
ste vinstbron. Hierin is de dalende tendenz echter
ônrniskenbaar; de gemiddeld van alle beleggingen ge-
kweekte rente is alreeds gedaald van 5,42 pOt. in 1925
tot 5,28 pOt. in 1926 en 5,16 pOt. in 1927.
Op de vraag: welk is het gebied, waârop de levens-‘
verzekering in hoofdzaak beleggingen zoekt voor de
rond 650 millioen, die daarvoor ultimo 1927 aanwezig’
zijn, geeft het volgende staatje een antwoord:
Belegd in:

1913

1927
Hypotheken ………………
37,04
0
/0

42,01 o/
Leening op polis…………..
6,72 ,,

7,06
Effecten

… ……………..

42,17 ,,

30,-
Leening op schuidbekeptenis

0,53 ,,

11,81
Vaste goederen …………..
10,39 ,,

4,84
O
verige

………………..
3,15 ,,

4,28

100,-
0
10

100,-
0/

De
cijfer
van 1927 zijn gehaseeH op het materiaal,

dat het Verslag van de Verzekerings-Kamer ons le-
vert; die van 1913 zijn zoo goed mogelijk zelf bijeen

gezocht; zij zijn gebaseerd op de jaarverslagen der 10

grootste maatschappijen. Beiangrijke verschuivingen
tusschen nu en de vôdroorlogsche periode vindt men

slechts op twee punten. Er is naast het effectenbezit,
dat relatief terugliep, een, die terugviml compenseer-

de, belegging op schuldbekentenis rechtstreeks aan
Gemeenten, e.d. ontstaan. En vervolgens is relatief het

bezit aan vaste goederen tot minder dan de helft ge-

daald. Overigens zijn de verschuivingen gering, zoo-

dat men alles tezamen niet kan zeggen, dat de levens-
verzekering in haar geheel thans langs géheel andere
wegen of op geheel andere terreinen belegging zoekt dan voorheen. :Detailstudie zou ongetwijfeld talrijke
detail-verschillen laten zien; daar samenvattende cij-

fers van 1913 zoo moeilijk te construeeren zijn,
w
re
er

sta ik echter de verleiding, hierop dieper in tè gaan.
* *
*

Het is niet van beland ontbloot, deze Nederlandsche
beleggingspolitiek te vergelijken, zij het dan ook in

grove trekken, met wat in het buitenland geschiedt.
De literatuur elders levert hiervoor voldoende en be-
trouwbare gegevens.

Hier mogen in de allereerste plaats leenige cijfers
uit Engeland gegeven worden. •Het
bedrijf
is zich
daar, al was natuurlijk de oorlog van invloed, toch

vrij regelmatig blijven ontwikkelen. De totale beleg-
gingen stegen van £ 249 millioen in 1913 tot £ 541

millioen in 1926 (het laatste jaar, waarover cijfers beschikbaar zijn). In den aard van dé beleggingen
kwamen echter niet onbelangrijke verschuivingen
voor, zooals uit onderstaand staatje blijkt.

Belegd in:

1913

1926
Hypotheken ………………
13,47
0
/o

7,15 o/
Leening op polis………….

3,79 ,, .

3,80
Effecten

………………..
55,90 ,,

73,64
Vaste goederen …………..
8,98

4,81
Andere ………………….
17,86 ,,

10,60

100,-
01

100,-
O/

Engelsche verhoudingen maken de hypotheek een

veel minder gezocht beleggingsobject dan hier te
lande. Merkwaardig is de groote
stijgi.ng
van de be-
legging in effecten. Dèze groei is vrijwel uitsluitend
het gevolg van de enorme toefleming van het bezit aan
British Government Securities, die in 1913 slechts
1,40 pOt. van het totaal aller beleggingen uitmaak-
ten, in 1926 niet minder dan 31,26 pOt. Ongetwijfeld
heeft men hier met een gevolg van den oorlog te doen
en is deze sterke vermeerdering niet in alle opzichten
een vrijwillige geweest.

Merkwaardig voor de Engelsche verhoudingen is
bovendien, dat de van eerste klas Engelsche beleg-

gingspapieren in doorsnee gekweekte rente van in
1913
bruto
4,16 püt. wel is waar gestegen is tot in
1927
bruto
5,10 pOt., maar
netto
(dat is na aftrek
van de Income-Tax) van slechts 3,92 pOt. op 4,08
pOt., dat is dus: vrijwel constant gebleven. Het netto-
rendement van British Government Securities is
echter in diezelfde jaren gestegen van 3,28 pOt. op
3,10 pOt., zoodat dit papier voor den levensverzeke-
raar ongetijijfeid in aantrekkelijkheid heeft gewonnen.
Niettemin is dit rendement aan den lagen kant, want
het totale netto-redement, in Engeland door 12 van
de grootste ondernemingen behaald, komt in 1926 op
£ 4113110 per-cent. Na is deze vergelijking, in verband
met de ingewikkelde regeling der Income-Tax in
Engeland, niet heelemaal zuiver, maar er blijkt toch
voldoende uit, dat het groote bezit aan Enge]sche
staatsfondsen niet heelemaal een met het oog op de
rentabiliteit vrijwillig verworven bezit is.
.* *
*

Een geheel ander beeld toont Duitschland. Hier is het
bedrijf door de inflatie na den oorlog als het ware
geheel verdwenen en eerst weder vanaf 1924, feitelijk
vanaf den. grond, opnieuw opgebouwd. Niettemin is

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

203

de som der activa van liet Duitsche bedrijf nog altijd

aanzienlijk lager dan voorheen. In 1913 bedroegen.

deze ruim 6 mil.liard mark, in 1927 ruim 1. milliard mark. De wijze van belegging blijkt uit onderstaand

overzicht, betrekking hebbende op de z.g. private Le

bensversi cherung.

Belegd in:

1913

1927

Hypotheken ………………
77,-
0
/0

40,9
0/

Leening op polis…………..
7,2 ,,

1,8

Effecten

………………..
2,8 ,,

12,7 ,,

Vaste goederen …………..
1,7 ,,

8,-

Overige …………………..

11,3 ,,

36,6

100,-
0
/0

100,-
0
/0

Het zoo groote percentage in 1927 aan overige be-
leggingen is voor een groot deel te danken aan het
bij de activa medetellen van het bedrag aan achter-

stallige renten, agenten-saldi, e.d., die in 1913 maar
3,6 pOt. tesamen uitmaken, in 1927 echter niet min-
der clan 17,6 pOt. Dit zeer hooge percentage zal ech-
ter in de eerstkomende jaren snel terugloopen. Het
absolute bedrag van dozen post is in 1927 zelfs iets kleiner, dan in 1913; in verhouding tot de ontvang-
sten staat dit weliswaar relatief ongunstiger, maar

toch niet zoo heel veel. In verhouding tot het sedert
1924 nog maar zéér kleine vermogen (naast een al-
reeds wederom belangrijk uitgebouwd, maar natuur-
lijk zéér jong bedrijf) schijnt deze post echter groot.

Op den duur zullen de :Duitsche cijfers zich dus nog
vrij sterk wijzigen en deze wijziging zal zich in het
algemeen z66 voltrekken, dat wederom een ongeveer
zelfde beeld als in 1913 ontstaat, al zullen dan ook in
de details van iedere beleggingsgroep grootere of klei-
nére verschillen blijven. Het uiterniate kleine bedrag
aan effecten staat in Duitschiand zonder twijfel sterk
onder invloed van cle a1geiieene wettelijke bepalingen,

waaraan de balans-waardeering van effecten daar on-

derworpen is.
* *
*

Er blijven, zooals uit dit iiiteraard zeer globale

overzicht volgt, van land tot land merkwaardige ver-schillen bestaan. Dit spreekt wel vanzelf. De levens-
verzekering zoekt beleggingen van groote zekerheid, en, met behoud van die zekerheid, grootst -mogelijke
rentabiliteit, maar anderszins toch ook beleggingen

van een zekere li.quiditeit. Dit laatste niet altijd in
den vorm van o’nmicldelljke liquiditeit, maar getem-
percic liquiditeit, zooals men bijvoorbeeld hij hypo-theken heeft: liet belegde geld vloeit binnen een be-
trekkelijk korten tijd weder terug, een
tijd
die véél

korter is clan de
termijnen,
op welke men verzekerin-
gen afsluit. Dit wijst op een streven naar, wat men te-
genwoordig noemt, een itetieve heleggingspolitiek.
Bovenstaande beleggingsstaatjes wijzen er op, dat
al moge er sedert 1913 wel in details van alles ver-
anderd zijn, toch het beleggingsvraagstuk in het we-

zen van de zaak hetzelfde is als vroeger, het beleg-
gingsgebied is in hoofdzaak eveneens hetzelfde geble-
ven. Alle voorgeschreven bepalingen of wettelijke
dwangmaatregelen op beleggingsgebied zijn echter

zelden voor liet
bedrijf,
en a fortiori voor de verze-
kerden, voordeel brengend geweest; het Engelsche
voorbeeld toont dit vel het duideljkste. Vrijheid op
heleggingsgebied is voor den levensverzekeraar het
meest gewenscht en dat is nog altijd de groote aan-
trekkelijkheid van onze wetgeving op dit gebied: vrij-
lieid, maar getemperd door openbaarheid, en met een
Verzekeringskamer, die, als het moet, met den vinger
wijst naar wat verkeerd gaat.
* *
*

Dat er in 1927 op veel verkeercis te wijzen was, daar-
van geeft het jongste verslag onzer Verzekeringska-
mer geen blijk. Men moet dan een uitzondering maken
voor het spaarkas-bedrijf, waarin enkele slachtoffers
zijn geweest. Ook hier echter schrijdt de consolidatie langzaam maar zeker voort. Eerst als deze geheel af-
geloopen is, kan men hierover een oordeel uitspreken.
Het eigenlijke levens verzekeringsbedrijf echter kan

op
het jaar 1927 alléén maar zéér tevreden terugzien

en de Verzekeringskamer kan zich gelukkig achten,

dat zij geboren werd midden in deze periode van

ruim vloeiende winsten en voortschrijdende consoli-

datie van het bedrijf.
Daarmede is geenszins gezegd, dat de Verzekerings-
kamer een overbodige taak vervult; eensdeels heef t

zij aan den zelfkant van het
bedrijf
alreeds een niet

otiaaiizienljke schoonmaak weten door te voeren, en

anderdeels laat zij ongetwijfeld – maar dat kan men
uit haar verslag niet lezen – invloed achter de scher-

men voelen.
Nog minder zij gezegd, dat de Verzekeringskamer

in de toekomst een overbodige taak te vervullen zal

hebben. Het tegendeel zal vooral blijken, als de nu
zoo uiterst gunstige conjunctuur eens keert. Men

moet toch niet uit het oog verliezen, dat de onderne-
mingen op tweeörlei wijze zelf deze gunstige conjunc-
.tuur remmen. Ten eerste vertoonen de onkosten een

zekere tendenz tot
stijgen;
de onderlinge concurrentie

is, nu men daarvoor méér middelen ter vrije beschik-
king heêft, thans grooter dan ooit. Daarnaast heef t
het premieniveau een neiging tot dalen. Voegt men
daarbij den dalenden rentevoet, dan is het duidelijk, dat
eerlang veer de wet van de ,,survival of the fittest”

haar bestaan zal demonstreeren. Kwaliteitsverschillen
tussehen de ondernemingen onderling zullen dan weer
veel sterker spreken dan nu het geval is. Voor de

Verzekeringskamer is dan de moeilijke taak wegge-
legd, het bedrijf in zulke banen te leiden, dat naar
buiten uit deze kwaliteitsverschillen geen rol spelen.
Voor zoover men tot op dit oogenblik beoordeelen
kan, is er alle reden aan te nemen, dat dit, dank zij de
ongedacht lang aanhoudende gunstige conjunctuur
en de daarmede gepaard gaande versterking van het
bedrijf over practisch de geheele linie zoo zal zijn,
en dat een Nederlandsche polis van levensverzekering

liet veiligste en meest risico-vrije waardepapier zal
blijken te zijn van alle papieren, die men in zijn of-
fectentrommel of spaarpot pleegt te bewaren.

Dr. A.
0. H0LWORDA.

HET JONGSTE JAARVERSLAG VAN DE

BANQUE DE FRANCE.

Den 31 Januari 1929 werd door den President der
Banque de Franco in de vergadering van aandeellioLi-

ders het verslag over 1.928 uitgebracht, waaraan wij
het volgende ontleenen: De alles overheerschende ge-
beurtenis van het afgeloopen jaar zegt het verslag, is
de geboorte van den nieuwen Franc. Weliswaar heeft
de wet de waardedaling van het Fransche geld moeten
bevestigen, maar daartegenover werd zijn inwissel-
baarheid tegen goud verzekerd. Na 14 jaren van ge-
dwongen koers is dc franc wederom een werkelijke
munt geworden, even solide gedekt als cle meest solide

munt ter wereld.
Zooals reeds in liet vorige jaarverslag werd ver-

meld
1),
was liet aanbod van buitenlandsclie deviezen,
die door de Bank werden opgenomen, voortdurend aan
het stijgen, wat zich in de eerste helft van 1928 voort-
zette. Het was duidelijk, dat niet alleen de terugkeer
van tijdelijk buiten Frankrijk uitgezette kapitalen

deze stijging veroorzaakte, maar dat hier ook buiten-
landsche speculatie aan het werk was. De Regeering probeerde den stroom te stuiten door het verbod van
uitvoer van Fransche kapitalen op te heffen, hopende
daardoor het aanbod van buitenlandsch kapitaal te
verminderen. Het mocht niet baten. De Fransche ka-
pitalen vertrouwende op den steun der Bank bleven
den franc als belegging zoeken en leidde uit het op-
heffen van het uitvoerverbod af, dat de financieele
toestand van Frankrijk zich had hersteld.
Een meer afdoend middel zag de Bank in de ruiling
van een deel der gekochte deviezen tegen goud. Zoo-lang zij dat niet deed, schiep zij een knnstmatige kas-
ruimte, die aankoop van francs bevorderde in plaats

1)
Zie Econ.-Stat. Berichten van
29
Febr.
1928 No. 635.

204

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27.
Februari 1929

van hm tegen te gaan. Op de Amerikaansche mart

heeft zij toen geleidelijk voor 168 rnillioen dollars de-

viezeit te gelde gemaakt, en het daarvoor ontvangefl

goud naar Frankrijk laten verschepen. Ook deze maat-

regel kon niet in het oneindige worden voortgezet.
Zij vreesde voor protesten, als zij voortging met zich

goud te laten zenden, terwijl zij zelve geen goud af,-
stond. Heel veel invloed op de speculatie had. dez

goudaanvoer niet. In Januari nam de deviezenporte-

feuille met 2 milliard franc toe, in Mei met 5
mil-

liard en in de 2e helft van Mei werd dagelijks voor
ongeveer 400 millioen francs aangekocht.

In liet vorige jaarverslag werd meegedeeld, dat he.t
grootste deel der biljetten, uitgegeven ter betaling van

goud en cleviezen weer in de kelders van de Bank te-

rugkeerde, doordat het tijdelijk bij den Staat werd
gestort, die het op zijn beurt weer aan de Bank af

droeg.. Deze kringloop hield in 1928 op. De Staat ver-

minderde zijn rente; en daarmede de aantrekkeljl-
heid
zijner
bons. Teneinde deze in omloop te houden
moest de
looptijd
worden verkort. Het mocht niet
baten. Er werden meer bons ter aflossing aangeboden

dan gekocht. Alles wees op de noodzakelijkheid van ee
leenin- op langeren termijn. De inschrijving op eeii
5 pOt. ‘s leening werd dan ook 7 Mei geopend en

bracht in den tijd van ééne week meer dan tien mil-

hard J.rancs op. Zes milhiard daaïwan werd gebruikt

om het dehetsaldo van den Staat bij de Bank te ver-
minderen. De uitgifte wèrkte ongetwijfeld mede aan

de .sainee]:ing van het geldwezen.
Zij kon echter niet verhinderen, dat de voortgezet-
te cleviezenaanl:oopen voortdurend de biljetten, die de

Staat voor zijn leening kreeg, en hij de Bank stortte,

weer in de circulatie brachten. Van 24 December 1927

tot 1.0 Mei 1.928 steeg het bedrag der biljetten in om-

loop van 56 tot meer dan 60 milhiard, en het totaal
der creditsaldi van particulieren van 4 tot 5 milli-
ard francs.

Andere maatregelen ter opheffing van den onzeke-

ren staat der Fransche munt waren noodig. Die on-
zekerheid gaf aanleiding tot een wereldspeculatie, diè
gevaarLijk dreigde te worden. Hier kon een feitelijk

stabilisatie niet helpen, maar moest de Regering in-
grijpen. Deze stond nu voor deze moeilijkheid: Moest

zij voortgaan met haar steun aan den franc ten koste
van den Staat te verleenen, waardoor zij steeds meer

de verwachting op een revalorisatie in de hand werk-
te? Of moest zij een eind maken aan de speculatie
door de stabilisatie van den franc tegen den koers,
waarop deze sedert 18 maanden had gestaan en den
biljetten hun gou,clwaarde hergeven? En Regeering Sri Parlement kozen den tweeden weg. De Bank verklaar-
de zich tot medewerking bereid. Zij had kunnen
eischen, dat cle Staat, alvorens den gedwongen koers
der biljetten
01)
te heffen, zijn lei bij haar had schoon-
gemaakt. Zij heeft dit echter niet gedaan en nam er
gnoegen mee, dat de .meerwaarde van den encaisse-or
ter beschikking varr den Staat werd gesteld tot afhe-
I;nli ng van zijn debetsa.ldo bij de Bank, daarmede too-nencie, hoe zeer ook zij doordrongen was van den ernst
van den toestand en de noodzakelijkheid om daarin
af cl oende verbeten iig te brengen.
Den 23 Juni werd de wettelijke regeling vastgesteld
en den 25 Juni. d.a.v. afgekondigd. De inhoud was de

volgende: lo aannemi ng van den gouden standaard;
stabilisatie van den franc
OP
een goudwaarde zooals
hij sedert 18 maanden ter heurze had gegolcien; 2o
opheffing van den gedwongen koers der biljetten zoo-
als die was vastgesteld hij de wet van 5 Augustps

Zij zouden voortaan inwisselbaar zijn tegen de waafde
in goudstaven of goudstukken, wanneer die geslagen
zouden zijn. 3o. Verleening der bevoegdheid aan den
Minister van Financiën en de Bank om het minimum
biljetten aan te wijzen – op het oogenblik 215.000
francs – dat men tegelijkertijd ter wisseling tegen
goud zou moeten aanbieden. 4o Vaststelling dex dek
;

king op 35 pOt. in goud van het bedrag der in omloop
zijnde biljetten en der rekening-courant saldi. Noch

deviezen noch zilver tellen dus voortaan voor de dek-
king mee. Hiermede is tegelijk het
wettelijk
maxinium

afgeschaft, waarboven tot nog toe de biljetten-omloop

niet mocht stijgen. Het is ongeveer de dekking, die
aan onze circulatiebank is ioorgeschreven. Deze heeft
echter sedert 4 Januari 1929 eene dekking van 40 pOt.
voor de geheele opeischbare schuld, terwijl bij ons ook
het zilver als dekkingsobj eet mede dienst doet. De

zaak is bij ons bij Koninklijk Besluit geregeld, welke

regeling mij wegens hare soepelheid beter voorkomt,
dan die bij de wet, zooaE in Frankrijk het geval is.

Op den zelf den 23 Juni werd de financieele verhou.
ding t.usschen het Rijk en de Bank vastgelegd in eene

bij. genoemde wet tevens goedgekeurde overeenkomst.
Ten tijde der afkondiging was de Staat aan de Bank

nog 15 milliard schuldig. Bij de 6vereenkomst wed

hem wegens meerwaarde van liet vô6roorlogsche goud
een bedrag van ongeveer 17 .milliard toegekend, voor

welk geheele bedrag de Staat in de boeken der Bank

werd gecrediteerd, zoodat hij ongeveer 2 milliardcre-

dit kwam te staan. Overeengekomen werd, dat de

Staat voortaan een crediet van ten hoogste 3,2 milli-ard zou mogen genieten, zonder rente, en niet eerder
opvorderbaar dan in 1945 bij het eind van het octooi.
De bons, die de Staat
indertijd
hij de Bank deponee-
de tot zekerheid van hetgeen hij aan vreemde mogend-
heden voorschoot, ten bedrage van een 6 milliard,n

waarvan voorloopig nog geen verrekening mogelijk
was, zouden ten slotte door de autonome Amortistie-

kas van de Bank worden overgenomen, die in de plaats
daarvan aan haar drie maandeljksche rentelooze boris,

minstens 100.000 francs per bon groot, zou geven,
waarmede de Bank mocht doen, wat zij wilde.
DSm
bons hielden daarmede op een bevroren crediet te zijn.
Een deel van de winst vooj den Staat werd bestemd

voor de intrekking van de boris. De Staat verbond
zich bovendien om jaarlijks 1. pOt. der shuld op de
begrooting te brengen en liet grootste deel der voOr-

deden, voortspruitende uit den riieuwen . zilyeren
munitslag, voor aflossing te gehnuiken Eindelijk heeft
de Bank zich verbonden haar zilvervoorraad, die niet

meer als dekking dienst mag doen, bestaande iiit
buiten omloop gestelde zilveren munten, aan den
Staat tegen den kostenden prijs over te dragen. V66r 31 December moet de Staat ze overnemen. Tot zoo-
lang zullen zij op de balans onder dennaam van pièces
démonétiées d’argent á réfondre” blijven voorkomen.

De overeenkomst van 23 Juni houdt nog een gansch nieuwe bepaling in. De Bank wordt gemachtigd onder
hare garantie voor verschillende huitenlandsche cir-
culatie-banken wissels en waarden op korten termijn
te koopen en te verkoopen.

De voornaamste buitenlandsche circulati ebanken
deden reeds sedert twee jarén hetzelfde voor
Frankrijk. De Bank zal voortaan op haar beuit die-
zelf de beleef dheid aan hane collega’s kunneii bewijzen.
Deze bevoegdheid zal mede werken tot het aanknoopën
en onderhouden van de hartelijke verstandhbuding
tusschen de verschillende circulatiebanken, die in de
laatste jaren zoo onmisbaar is gebleken. De Bank kiu,
zoo vervolgt het verslag, met dit kort papier op dd
vrije markt intervenieeren, en
Parijs
zal haai plaats
hernemen onder de groote financieele vereldmtrktèn.

Gedurende de tweede helft van het jaar is de
geldrnarkt zonder schokkende gebeurtenissen ver-
loopen. De wettelijke stabilisatie en de inwisselbaar-
heid van den franc in goud hebben den toevloed van
deviezen tegengegaan, en de koers van den franc heeft
op natuurlijke wijze de schommelingen van het goud
meegemaakt.

Ter vermindering van den afstand der goudpunteni
bracht de Bahk, als zij stavèn goud aankocht, den ver-
kopei ilechts dé helft van hdt iniïntloon, dat zij vol-

géhs de wet hereknen mocht, in rekning.

De’Bank is inmiddels voortgegaan haar goudschat
te vergrooten. In December bedroeg deze meer dan BI milliaid, meei dan eenige circulatiebank ter ive-

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

205

reld, met uitzondering van de Federale Banken in

Amerika.
De rente
01)
cle open markt kwam liet geheele jaar

door vrij nabij die der Bank. De Bank hield de ge-heele helft van liet jaar haar disconto op 3X5 pot.,
haar beleening- en rekening-courant-rente op 56′ pOt.

De invloed van de wettelijke stabilisatie op het

economische leven in
Frankrijk
was zeer gering. In

de 18

daaraan voorafgaande maanden had men zich
aan den feitelijken toestand aangepast. De vrijlating
van den export van la»clbouwproducten deed den alge-

meenen index der
prijzen
oploopen. De handelsbalans

was voortdurend ongunstig, de waarde van den uit-

voer was aanmerkelijk lager dan het vorige jaar.

Klaarblijkelijk hebben de exporteurs hun prijzen la-
ten vallen om hun buitenlandsche cliënteele, die zj

de laatste jaren zoo voordeelig hadden kunnen bedie-

nen, niet te verliezen.
Thans volgen de details:
Totaal geopereerd werd voor 84 milliard tegen 74

het vorige jaar. Het leeuwenaandeel hierin heeft de

Provincie, namelijk 49 milliard. De operaties, die.
geen winst opbrengen, zijn hieronder niet begrepen.
De goudschat bedroeg. eind 1928 31. milliard, waar-

tegen 62 milliard bankbiljetten in omloop waren en
19 milli ard creditsaidi stonden. Het dekkingspercen-
tage was ruim 38. Telt men de deviezen erbij, dan was
liet percentage eind December nieer dan 79 pOt. Het

goud, dat in Engeland lag, en liet vorige jaar als ,,or
libre k l’étranger” op de balans voorkwam, is daarop
verdwenen, en in deiiezen omgezet.
Op .de balans van December komen twee nieuwe post
ten voor. De eerste post komt voor onder liet hoofd

,,disponibilités â vue
a
l’Etranger”, dat zijn saldo’s
Rekening-courant, ongeveer gelijkstaande niet den
post debet divers op de balans onzer Oirculatiehank.
De tweede post is getiteld: ,,Effets négociables ache-
tés á l’Etranger”, en staat gelijk met ons ,,papier op
het buitenland”. Op de balans van December komen
zij respectievelijk voor op 13 en 19 niii]iard.
Het kapitaal
is
hetzelfde gebleven (182,5 millioen
frs.), cle reserve is iets verminderd (ongeveer 272
millioen).
Gedisconteerd werd voor 53 milliard tegen 45 mii-.

hard in het vorige jaar. Het gemiddelde bedrag be-
droeg 2,5 milliard tegen 2 in liet vorige jaar. Het
aantal wissels, alle van drie handteekeningen voorzien
bij cle Hoofdbank verclisconteerd, bedroeg 9 millioen, waarvan 1.8 pOt. lager dan 100 francs. De gemiddelde
looptijd was 21 dagen. Eind 1928 was er’voor 133 millioen aan geprotesteerde wissels in portefeuille

(effets en souffrance) tegen 170 millioen het vorige
jaar. De Bank hoopt een groot deel van de uitgestelde schuld nog binnen te krijgen, doch schreef haar voor-
loopig maar geheel af.

De beleeningen en voorschotten in rekening-conrant
bedroegen gemiddeld 2 milliard tegen 1,7 milliard het
vorige jaar. Voor reken inghouclers werd voor 25 mil-
hard aan wissels geïnd tegen 22 milliard het vorige
jaar. Het zijn voornamelijk chèques. De inning hier-
van geschiedt kosteloos.
In rekezing-courant werd gestort 1240 milliard en
beschikt over 1239 milhiarci, te zamen 2,479 milliard.
Het vorige jaar warén deze cijfers 1018,- 1013 en 2031
milliard. Het aantal rekeninghouders daalde van 327
duizend eind 1.927 tot 325 duizend eind 1.928.

Voor de betalingen en ontvaigsten werd voor 89
püt. van chèques en giro’s gebruik gemaakt (v. j. 80
pOt.). Alle bankkantoren hebben een postrekening op
de plaats hunner, vestiging. De beweging dier reke-
ningen bedroeg 84 milliard tegen 80 milliard in 1927.
Op-wederom zes kantoreh meer heeft de Bank ge-
legenheid tot clearing gegeven. Het aantal kantoren
met gelegenheid tot clearing (chambres de compensa-
tion) steeg daardoor van 200 tot 206. Door clearing
werd 89 milliard tegen 79 millird in 1927 verrekend.
De, Bank heeft hare pogingen voortgezet om het
chèque-verkeer te bevorderen. Beschermd door de wet

‘an 28 Augustus
19241)
nam zij bij het innen van
els chèquês aan in plaats van betaling. In de maand

December werden 37.000 chèques op die wijze door
‘haar in betaling genomen. –
Op het eind van 1928 waren er 78.364 bewaargevers

‘ij’cle Hoofdbank en 27.181 bij de Succursales. in be’

‘varing waren toen over de 10 milhioen stukken. Voor
de bewaargevers werden 353.083 stukken ge- en ver-
kocht, tegen 310.218 het vorige jaar.
Behalve dé Hoofdbank en hare bijkantoren te Parijs

n omgeving had de Bank op 159 plaatsen succursales
‘en op 84 phiatsen hureaux auxiliaires.

Het dividend, dat de Bank in twee termijnen moet
itkeeren bedroeg in 1928 350 francs (verleden jaar
1
330 francs). De door de Bank gemaakte winst was
hngeveer het dubbele van de winst van het vorige
jaar, waarin de buitenlandsche wisselportefeuille
het leeuwenaandeel bijdroeg. De onkosten bedroegen
cliter ook het dubbele
iran
die van het vorige jaar,
Wat zich bij de meerdere administratie ter zake der
‘itabilisatie gereedelijk laa t verklaren.

. Het personeel der Bank telde eind December 531.2
Lj
rsonen
, terwijl bovendien nog 7283 mannelijke en
‘irou,wehijke beambten tijdelijk aan de Hoofdbank en
de Succursales werkzaam waren.

M. L. VAN G0UD0EVEEI.

Utrecht, 16 Februari 1929.

BESCHOUWINGEN OVER KOLEN.


T.
Onze medewerker voor kolen schrijft ons: – Bijzondere voorvallen iran storende werking zijn er

in het jaar 1928 in de kolenindustrie niet geweest.
‘Wol is er geweest de opzegging van het arbeidscon-
.tract door de RijnschV,Testfaa1sche Mijnwerkersbon-
:den tegen 1 Mei 1928, doch de daardoor dreigende
.stillegging van de bedr’en is, feitelijk tegen do
bedoeling van de werkgevers, vermeden geworden
.doordat een door het scheidsgerecht opgelegde loons-
.verhooging van 8 pOt. moest worden aanvaard. De
– mijnbesturen hadden het dreigende conflict clezen
:e1 liever uitgevochten dan zich een verhooging
.van de zelfkosten te zien afgedwongen, die het bedrijf
onmogeljk dragen kon, doch het besluit was dwin-
gend en beroep was buitengesloten. Een gevolg van
deze verhooging van productiekosten is geweest hoo-
.gere prijzen en de onwil van het Kolensyndicaat in Essen om nog langer tot prijzen te exporteeren, die
nu eerst recht verliesbrengend zouden zijn. De ver-
koop van Westfaalsche kolen en cokes naar het bui.-
1
tenland nam ziencieroogen af. Men gaf er de voor-

keur aan dan niaar Feierschichten in te leggen, lie-
,ver dan niet400nende prijzen te aanvaarden. De Test

faalsche kool verloor aanzienlijk aan beteekenis als
mededingingsfactor
0])
cle wereldmarkt. Inderdaad zijn er geruimen tijd in ‘t geheel geen aanbiedingep
-voor exportkolen te
krijgen
geweest en misschien is
dit wel één der oorzaken geweest, die tot verbeterirmg
van den toestand geleid hebben.
Dat die zeer slecht was en dat cle rnijnbe.sturen ,dikwerf de wanhoop nabij zijn geweest is in onze
veertiendaagsche korte overzichten herhaaldelijk in het licht gesteld. Ook te anderer plaatse in dit blad )
heeft een bijzondere medewerker op overtuigende
wijze aangetoond, dat de Engelsche mijnbouwindiu-
strie, wanneer het geheele kolenprobleem niet spoe
dig energielc ter hand genomen wordt, aan -den rand
van den afgrond staat. Hij- heeft aan de hand van
Lubin’s doorwrochte publicatie betoogd, dat er geen


1)
Volgens de wet van
28 Augustus 1924
réglernentant le
paiement par cheque des effets cle commerce doet-het in be-
taling nemen van een cheque geen so.hutdvernieuw.ing out.
staan. De betrokkene is op straffe volgens cle wet verplicht
den wissel terug te geven, als de chèqLie niet binnen vijf
dagen betaald wordt. Vijf dagen na dien heeft de houder
nog het recht om te protesteeren met hehoud van zijn rech. ten op de andere vissehdebiteüren.
2)
Zie E.-S. B. van 7 Maart
1928:

206

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Februari 1929

grond is om te verwachten, dat scherpe invallen van de zijde, van Engeland op het natiurljke afzetgebied

der West-Euroieesche Oontinentale kolencentra het
einde zouden k’unnen beteekenen van de Engelsche
productie-overschotten.
Wanneer bewezen wordt, zooals in Wals geschied

is, dat het werkelijke handeisverlies van de mijnin-
dustrie over de verschillende kwartalen van 1/- tot

116 beloopt per ton, dan behoeft het wel geen nader

betoog, dat cle industrie op haar laatste beenen loopt.
De cijfers worden door buitenstaandes gecontroleerd
en zijn nooit door iemand aangevochten, zoodat ze als

authentiek mogen worden aangezien. Overproductie

werd als de hoofdoorzaak beschouwd en er werd en
wordt nèg van alle kanten aangedrongen op inter-

nationale bespreking en samenwerking om aldus te

geraken tot een rationeele beperking van de voort-
brenging. Zelfs de Economische Afdeeling van den

Volkenbond is in dit streven gekend. Zij heeft in

Januari jl. belanghebbenden uit alle landen te Ge-
nève bijeengeroepen en al is men voorloopig sine die

uiteengegaan, toch mag de hoop gevoed worden, dat

de besprekingen, die voorzoover naar buiten is bekend
geraakt, in een geest van welwillendheid zijn’gehou-

den, binnen bekwamen
tijd
zullen worden hervat en

dat iets positiefs zal worden voorgesteld. Ook Neder-

land was er vertegenwoordigd. Wat zou al niet be-
reikt zijn, indien alleen slechts Engeland en Duitsch-
land zich konden verstaan over een stelselmatige be-

perking naar. soorten en hoeveelheden en over een verdeeling van de markten. Over
prijzen
f.o.b. zee-

haven behoefde vooreerst nog niet eens gesproken
te worden. We prijzen ons gelukkig, dat Nederland,

althans voorzoover de Staatsmijnen betreft, niet van
plan schijnt afzijdig te blijven staan, te oordeelen
naar een zeer recente uiting van den betrokken mi-
nister, die desgevraagd verklaarde nauwkeurig de

ontwikkeling te volgen en zich bereid verklaarde om
bij het eerste teeken van internationale bereidwillig
7

heid tot verstandhouding bewijzen van principiëele

instemming te geven. Het is van belang te weten,
dat tussehen Engelsche groepen van producenten en

de leiders van het Kolensyndicaat al gedurende lan-

gen tijd niet verbindende, vriendschappelijke conf e-
renties zijn gehouden, die mogelijk de voorloopers
zullen zijn van openlijk overleg. Het mag kenmerkend
genoemd worden, dat de Engelschen, die in zaken

als deze altijd zoo uiterst individueel en schuw zijn,
zich ten slotte met eenige opgewektheid aan de be-
studeering van deze materie gezet hebben.

Nu is het ongeloofeljke geschied, dat, hangende al
deze deels in het verborgen en deels publiekelijk wer-
kende factoren, de beterschap gekomen is. De strenge
vorst, clie sinds begin Januari over geheel Europa ge-
komen is, houdt daarmede slechts een verwijderd ver-
band. De verbetering van den toestand is als onop-

gemerkt omstreeks Kerstmis ingetreden. Geleidelijk
trokken de prijzen aan. Telkens 3 d. of 6 d. erop en
velen hebben achter de markt aan geloopen. De bona
fide verbruikers zij.t1 meer of minder gedwongen ook
in de markt gekomen, uit vrees, dat de verbetering
wel eens blijvend zou kunnen zijn en dat heeft de
markt nog vaster gemaakt. Natuurlijk hebben vorst
en sneeuw het hare bijgedragen om de markt moei-lijker te maken. Bevroren hydraulische hijschwerk-
tuigen, gesloten vaart op de rivieren, sneeuw op de
spoorrails, verzuim van mijnwerkers door sneeuw heb-
ben belemmerend op productie en afscheep gewerkt,
maar, zooals gezegd, zijn dat slechts bijkomstigheden.

De grootere vraag is er en niemand verklaart waar
ze zoo plotseling vandaan komt, waarom ze z66 lang
op zich liet wachten, en hoe lang ze duren zal. Zoo
recentelijk als 19 December jl. rapporteerden we, dat
twee groote. docks, in de haven van Oardiff buiten gebruik gesteld waren, omdat er toch geen schepen

kwamen om te laden. Het. ‘aantal ongebruikte tips bedroeg trots alles dagelijks omstreeks 30. En nu?
Terwijl we dit schrijven liggen er alleen in de Bristol

Channel havens 00 schepen op een laadplaats te wach-

ten! In de Tyne, de Humber en Schotland is het niet

veel beter, wat dat betreft. Overal lange laadtijden
en aandrang van schepen om de kolen weg te halen.

Ongetwijfeld zouden Ruhrort en Rotterdam en Em-
den hetzelf cle beeld vertoonen, ware het niet, dat de

Rijn en het Dortmuncl-Eemskanaal dichtgevroren zijn

en elke mogelijkheid van verlading sinds 2 weken bui-
tengesloten is. Men kan, wat de
prijzen
betreft, zeg-
gen, dat het niveau voor al].e Engelsche markten van

1/- tot 116 hooger ligt dan liet, geval was bij de in-

trede van het jaar. De prijzen waartoe Westfaleri

exporteert behooren niet zöôzeer tot het publieke do-
mein, dat gemakkelijk vergelijkingen kunnen worden

gemaakt, doch het is ons bekend, dat de actueele
prijzen van de meest gangbare soorten eveneens 9 d.

tot 1/- boven het gemiddelde van het vori:g jaar lig-

gen. Toch mogen we ons door dezen even gewensch-
ten als onverwachten ruk omhoog niet van de wijs

laten brengen. De behoefte aan, ja dwingende nood-
zakelijkheid van een internationale entente wordt er
niet door teniet gedaan en wat voor Engeland geldt,
geldt feitelijk ook voor de andere centra: ,,de (Brit-

sche) kolenindustrie moet met een geringere produc-
tie naar rentabiliteit streven”.

Gaan we thans over tot een nadere beschouwing
van de gegevens voor de onderscheiden landen, dan

zien we dat E n g e 1 a n cl ijverig aan den gang is de

‘technische rationalisatie door te voeren. Het blijft
hiermede in de lijn, door Isador Lubin in zijn boek:

,,The British Ooal Dilemma”, aangegeven, van ,,more

efficiency” en ,,veredeling van liet product”. Dit
boek heeft zeer veel opgang gemaakt. De cijfers over

1928 zijn nog niet bekend, doch uit die van 1927
blijkt, dat reeds bijna % gedeelte van het totale kwan-
tum machinaal verwerkt werd. In 1925 bedroeg het
percentage slechts 20, terwijl het juist v66r den oor-
log 8 bedroeg. In hoofdzaak geschiedt de mechanische
winning van kolen door schrammachines, terwijl het

gebruik van z.g. ,,afbouw”-hamers, die in Duitschiand
bij den mijnbouw zoo’n grooten rol spelen, in Enge-
land eerst in het begin zijner ontwikkeling is. De
putten, die met geperste lucht aangedreven boor- en
afbouwhamers gebruiken, gebruiken die voorname-
lijk voor boordoeleinden. Voor de eigenlijke winning
der kolen is er slechts een luttele vooruitgang te con-
stateeren. Toch is de machinale voortbrenging sinds
den aanvang dezer eeuw sterk vooruitgegaan: In 1900
bedroeg het aantal putten met schrammachines 295,
die 3 millioen tons voortbrachten, in 1927 waren het
029 putten, die 58 millioen tons vo’ortbrachten, of te-
wel ca. 23 pOt. van de totale voortbrenging. Ook de

aandacht, die men er besteedt aan wat genoemd wordt
cie bereiding der kolen wordt groo’ter. In 1927 werden
51V2 millioen tons kolen aan de natte en droge be-
reiding onderworpen, waarvan 49 millioen tons aan
de natte. In Schotland is men het yerst gevorderd
met de bereiding, waar 42 pOt. der productie ervoor
gebruikt wordt. Voor Zuid-Wales bedraagt het slechts
13:. pOt. Nauwkeurige cijfers van vroegere jaren
zijn niet bekend. Intusschen wordt aangenomen, dat
deze percentages in 1914 niet meer bedragen hebben
dan de helft van de voor 1927 genoemde. In dezen

achterstand op technisch gebied ligt, hoe vreemd het
klinken moge, toch een zekere kracht van den En-
gelschen mijnbouw,, die daardoor nog ontwikkelings-
mogelijkheden in zich bergt, die bijv. de’ Roermijn-
bouw, door zijn hooger peil, reeds benut heeft. A
blessing in di sguise, misschien.
De totale productie heeft bedragen 237
3
/4
mii-

lioen tons, waarvan 50 millioen tons wrerden uitge-
voerd, d.i. 1 millioen ton minder dan vorig jaar.

Merkwaardige dingen heeft in Engeland de invoe-
ring van samenwerkingsmaatregelen te zien gegeven. Zoo werd op een oogenblik gaskool van Durham naar
Schotland uitgevoerd, kennelijk omdat men in
Schotlanci wat te ver gegaan was met kunstmatige
prjsverhooging. Het Five Oounties Scheme, dat

27 Februari I929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

207

do regeling van productie en distributie in de Mid-
lands ten doel heeft en den u:itvoer wil bevorderen

door een kleine belasting op elke ton geproduceerde
kolen, we meenen van slechts 3 d., heeft goed ge-

werkt, al zijn er ontevredenen, die weer naar vrij-

heid, blijheid streven. Ook het Marketing Scheme
ITI

Wales schijnt het goed te doen, al heeft men er zich

voor zeer groote contracten niet steeds aan gehouden.
Een groote moeilijkheid is nog deze, ni. om de werk-

boze en werkelijk bekwame mijnwerkers te animee-

ren weer aan den gang te gaan, nu er meer vraag

naar kolen gekomen is. Veelal weigeren de bekwamen.

Daardoor zal men vermoedelijk weer tot een groote
of kleine verhooging van het loon moeten komen, –

de gewone wisselwerking. Er zijn inderdaad verschil-
lende partieele stak:ingen geweest, o.a. enkele dagen

geleden nog in Durham.
In :1) u i t s c Ii 1 a n cl heeft cle kolenvoortbrenging
gedurende het verslagjaar nogal eens met moeilijk-

heden te kampen gehad. De in den zomer uitgebroken

Rijnschippersstaking heeft een sympathiestaking uit-

gelokt van het tippenpersoneel in Ruhrort en op
andere verladirigsplaatsen, welke beide eerst tot een

ei n:d kwamen door de verbindendverklaring van een
arbitrale uitspraak. De verlading en dientengevolge
ook de productie van kolen heeft onder beide sta-

kingen te lijden gehad. Toen deze goed en wel afge-boopen waren, kwam cle bek-out in de metaalindus-
trie, waardoor de vetkolen produceerende
mijnen
ge-
voelig getroffen werden, omdat er minder vraag naar
cokes kwam en daardoor naar de grondstof voor de
cokes – de vetfijnkool.

De totale productie bedroeg met 150.000.000 tons
ca. 3 mi.ilioen tons minder dan in 1927. De juiste cijfers van de productie van het geheele Duitsche
Rijk, zonder het Saargebied zijn als volgt:

1928

1927
Steenkolen …………
150.800.000 t. 153.600.000
t.
Bruinkolen ……….
166.000.000

150.800.000 ,,
Cokes …………….
34.000.000

32.000.000 ,,
Steenkooibriketten ….

4.900.000 ,,

4.970.000 ,,
Bruinkoolbrjketten

40.000.000

36.000.000 ,,

Opvallend is een meerdere productie van ca. 15
millioen tons bruinkolen tegenover 1927.
De export l)edroeg bijna 24 millioQn tons kolen, d.i.
ju:ist zooveel als in het jaar 1927, terwijl de import
bedroeg 7.405.000 tons of ruim 2 millioen tons meer
dan in 1927. Er zijn derhalve 134 millioen tons kolen
in het eigen land verbruikt. Van den geheelen export
gaat ruim een vierde gedeelte naar Holland.
Het Roergebied tracht
ei
met alle middelen naar,
weer een leidende rol te spelen in de productie van
cokes. Behalve enkele oude inrichtingen bezit dat ge-
bied op het oogenblik 30 Grosskokereien met rond
7200 oude en 2770 nieuwe ovens. Bij benutting van
slechts 00 pCt. van de genoemde Grosskokereien be-
droeg de cokesproductie in de maand October 2.773.000
tons. Wanneer men overweegt, dat een nieuwrerwet
sche, groote cokesfabriek omstreeks 130 ovens heeft,
die hij vol bedrijf ca. 2500 tons per 24 uur kunnen
maken, dan krijgt men een indruk van de productie,
waartoe het Roergebied in staat is. De rationalisee-
ring komt hoe langer hoe meer tot een toestand van
rust, in zoover, dat ze nauwelijks verder door te voe-
ren is, ook al niet wegens het daarmee verbonden

groote gevaar voor de mijnwekers. Het gemiddelde
productievermogen per hoofd per dag heeft over 1927
bedragen 1132 KG., tegen 1114 KG. in 1926. De För-
derung gesch.iedde voor 85 pOt. op machinale wijze,
tegen voor 65 pOt. in 1926. Verder kan welhaast nier gegaan worden, zoodat voor de samenstelling van de
zelfkosten uit dien hoofde geen verbetering meer te
wachten is. Parker Gilbert knoopt aan deze gunstige
cijfers de uitspraak vast, dat Duitschland ,,a going
concern” is, d.w.z. een goedboopend bedrijf. Hij zegt,
dat de productie van kolen aan de Roer per man per
dag in 1928 met 27Y2
r
pOt. gestegen is, in vergelij-
king met
1913.
(slot
volgt).
HET RAPPORT DER COMMISSIE VAN ADVIES

INZAKE DE VERZEKERING DER MIJNARBEIDERS.

Men schrijft ons:

Het dezer dagen verschenen Verslag dezer Com-

missie kan wegens de omstandigheid, dat het de
sociale verzekering behandelt van een groote groep

arbeiders, die voor het economische leven van Neder-

land van het grootste gewicht is, aanspraak maken

op een meer algemeene belangstelling dan alleen
van de
zijde
der rechtstreeks
erbij
betrokkenen. Een

bespreking los van verzekeringstechnische bijzonder-
heden mag dus in dit blad op zijn plaats lijken.

De Oommissie werkte onder voorzitterschap van

den Heer A. 0. £ van Vuuren, onder denzeifden

voorzitter alzoo als de Commissie, die in opdracht

heeft gehad een rationeele verdeeling voor te stellen
van de
gezamenlijke
lasten opgelegd door de ver-
schillende sociale wetten en den dienst der crisis-
leeningen, en die bovendien de wenschelijkheid van

het instellen van een Centralen Beleggingsdienst had

te onderzoeken. De opdracht der onderhavige Com-

missie is zelfs oorspronkelijk aan laatstgenoemde
Commissie als uitbreiding harer werkzaamheid voor-

gelegd geweest; wel was deze hiertoe aangevuld met

twee leden, die op het gebied der mijnwerkersver-
zekering deskundig waren, maar het bleek tenslotte

wenschelijk een nieuwe Commissie in te stellen, die
in hare samenstelling van meet af aan daarmede
rekening hield. Behalve ambtelijke leden waren dan
ook vertegenwoordigd het Algemeen Mijnwerkers.
fonds, de Staatsmijnen, de particuliere mijnen, en
mi.juwerkersbonden van drieërlei richting.

Voor een goed begrip van het Verslag worde vooraf

eraan herinnerd, dat de mijnwerkers behalve de ar-
beiders in dienst van publiekrechtelijke lichamen en
van de Spoorwegen, de eenige arbeiders in Nederland
zijn, die niet vallen onder de Invaliditeitswet. Ze zijn
nl. krachtens hun dienstverband bij de
mijnen
(zoo-
wel de particuliere mijnen als de Staatsmi.jnen, want
laatstgenoemde worden in dit verband niet als een
openbaar
bedrijf
beschouwd) lid van het Algemeen

Mijnwerkersfonds en dit Fonds is in het bezit van
een verklaring als bedoeld in art. 39 der Invalidi-
teitswet, waardoor het geldt als een publiekrechtelijke

regeling, die de daarbij aangesloten personen van
de wettelijke verzekeringsplicht vrijstelt.

Dit artikel 39 is reeds in de embryonale voor-
ontwerpen der Invaliditeitswet daarin opgenomen

geweest, omdat men van den beginne af aan gemeend
heeft voor de
mijnwerkers
een
afzonderlijke
regeling
te moeten maken, analoog aan wat in andere banden
geschied was. Door het uitbreken van den oorlog,
door herhaalde ministerwisselingen en door het

feit, dat de aandrang tot het scheppen eener
algemeene invaliditeits- en ouderdomsvoorziening

steeds krachtiger werd, zijn de belangen van de

mijnwerkers wat op den achtergrond geraakt, en zoo
is ten slotte de Invaliditeitswet in werking getreden
mèt de
mogelijkheid
de
mij
narbeiders er buiten te
laten, maar
zonder
de afzonderlijke (en daardoor
allicht vrijgeviger) voorziening, die men hun had
toegedacht.

Zelfs kwamen zij er veel slechter voor te staan
dan hun collega’s in andere beroepen, want terwijl

de Invaliditeitswet in artikel 20 spreekt van een
Rijksuitkeering tot een bedrag variëerend van
f 21.500.000 tot f 17.623.000 ‘s jaars gedurende 75
jaar te voldoen om het geheele tekort te dekken,
dat ontstaan is doordat oudere personen met te ge-
ringe premiebetaling (of zelfs
bijna
zonder eenige
premiebetaling) reeds dadelijk onder de wet werden
gebracht, – was het Algemeen Mijnwerkersfonds

van een dergelijke bijdrage geheel verstoken.
• Dit Fonds stond dus in een eigenaardige positie:
aan den eenen kant de meening van het Bestuur,
dat de wettelijke bepalingen betreffende loongrens,
wachttijd en uitkeeringsvoorwaarden de mijnwerkers

208

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Februari 1929

niet zouden hebben geholpen en dat het Fonds daar-

om gebruik moest maken van de gelegenheid om

uitsluiting van de wettelijke verze’keringsplicht voor
zijn ledén aan te vragen, aan den anderen kant

derving van wat arbeiders in adere (en minder’

zware) beroepen hadden verkregen.
1)

Het mag verbazing wekken, dat het zeven jaren

heeft moeten duren v5idat men zich op de Departe-

menten de onhoudbaarheid van dezen toestand is

gaan realiseeren en voordat de in hoofde genoemde’

Staatscommissie is ingesteld.

Nu men dit evenwel eenmaal als een voldongen

feit heeft te aanvaarden, kan het niet anders dan’

voldoening wekken, dat thans die Commissie na ruim

2-jarigen arbeid in grootst mogelijké méerderheid tot

de conclusie komt, ,,dat de bestaande regeling der

invaliditeitsverzekering voor de mijnwerkers niet

zonder meer behoort te worden bestendigd”, en, meer

nog, dat uit de voorafgaande overwegingen blijkt,’

dat de billijkheid in deze de beslissende factor ge:

weest is.
,,Al
moge er geen bepaalde noodzaak zijn voor een ver-
andering van stelsel; de billijkheid vordert, dat voor de”
verzekering der mij narbeiders
iets bijzonders
wordt tot
stand gebracht.”

Deze woorden van Hoofdstuk 1 van het Verslag

(waarbij de cursiveering door
schrijver
dezes werd’

aangebracht) klinken zeer hoopgevend. Iets bijzonders

voor de verzekering der mijuarbeiders tot stand te

brengen! en dat uitsluitend op grond van billijkheid!

Krachtiger argument laat zich niet denken.

Laten wij zien, in hoeverre de Commissie de aldus

hooggespannen verwachtingen bevredigt.

In den aanvang van Hoofdstuk II van het Verslag,

waar nogeens opnieuw de woorden
iets bijzonders

worden gebruikt, wordt gesproken van een ‘tweetal
oplossingen, die de Commissie heeft onderzocht en
die tot het beoogde doel zouden kunnen leiden.

Die beide oplossingen worden, ‘alvorens in de

Hoofdstukken II en III nauwkeurig tegen elkaar te,

worden afgewogen, in enkele woorden aangeduid en

al dadelijk kan men een gevoel van teleurstelling
moeilijk onderdrukken.

Immers oplossing 1 wordt aangeduid als ,,het
denkbeeld om het Algemeen Mijnwerkersfonds in zijn

• tegenwoordigen vorm te laten voortbestaan met als

• eeni’ge uitzondering de uitbetaling door den Staat
van een naar evenredigheid gelijke uitkeering als de
Rijksverzekeringsbank ontvangt krachtens art. 20 der Invaliditeitswet”.
Dit doelt dus op de bovengenoemde 75-jarige uit-
keering, die voor de overige arbeiders in Nederland

reeds vanaf 1919 gegolden heeft, en waarvan dus nu de mijnwerkers een
evenredig
deel zouden krijgen.

• Maar als gesproken wordt van evenredig deel, dan
is er sprake van gelijk-op deelen, van het (natuurlijk
met terugwerkende kracht) ontvangèn van een gelijk,,
deel als alle anderen reeds hebben, maar
niet
van

iets
bijzonders
voor de
mijnwerkers
uit hoofde van
hun onder
moeilijkheden
verricht zwaar werk.
Oplossing II wordt weergegeven als ,,het voorstel
om de
mijnwerkers
naar het Invaliditeitsfonds over

te brengen, met handhaving van het Algemeen Mijn-

werkersfonds als fonds tot dekking van de aan-
spraken der mijnwerkers, welke uitgaan boven de
aanspraken der bij het Invaliditeitsfonds verzekerde
arbeiders”.
Hier worden de mijnwerkers dus zonder eenigen
omweg
gelijk
gesteld met de overige arbeiders in/,
Nederland en er is in het geheel geen redeneering

noodig. om
te doen zien, dat van het tot stand
brengen van iets bijzonders geen sprake is.

Bij het overwegen van deze’ beide oplossingen is het
echter niet gebleven, want in Hoofdstuk IV van het
Verslag ‘wordt in studie genomen ,,het maken van
een geheel nieuwe zelfstandige regeling voor de
mijnarbeiders”. ‘

Ook hier komt men al spoedig de woorden
iets

bi2zonders
tegen. De Commissie is nl. bevreesd, dat

de in de vorige hoofdstukken besproken oplossingen
consequenties medebrengen ten aanzien van andere

groepen arbeiders
1).
‘,,Wordt’ evenwel voor de mijn-

arbeiders een afzonderlijke wettelijke regeling ge-

troffen, dan wordt daarmede te kennen gegeven, dat
de Regeering voor hen iets
bijzonders
wil tot stand
brengen, zonder dat de arbeiders van bedrijven, die

onder art. 39 en 40 der wet vallen, daaraan een recht

op eenzelfde behandeling kunnen ontleenen.”
Er worden dan twee stelsels voor een afzonderlijke

wettelijke regeling der
mijnwerkers
behandeld. Beide

verdiepen zich ook in de technische uitvoering der

verzekering en het ligt niet in mijn bedoeling de

belangstelling hiervoor van den lezer te vergen. Het

is voor de strekking van dit artikel ‘ook niet noodig

en ik bepaal
mij
dus tot de algemeene lijn.

Plan A, dat door de minderheid der Commissie

blijkt te worden gesteund, gaat uit van de hiervoor
genoemde oplossing II. Dit beteekent dus, dat de

vrijstelling der wettelijke verzekering zou vervallen»

en dat het Algemeen Mijnwerkersfonds dit deel der

verzekering niet meer zelfstandig en als onafscheid-

baar deel van een meeromvattende verzekering zou
uitvoeren. In ruil daarvoor zou plan A nu het Fonds
tot een mede-uitvoerend orgaan van de wettelijke
invaliditeitsverzekering maken, waarmede bedoeld

wordt dat de bevoegdheden van den Raad van Arbeid

en die van het Bestuur en van den Voorzitter van

dien Raad, ten aanzien van de mijnarbeiders zouden

overgaan op, het Bestuur van het Algemeen Mijn-
werkersfonds. Hiertoe zou dit Fonds
bij
de wet (op-
nieuw) worden ingesteld, op dezelfde
wijze
als het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds is ingesteld bij
de Pen sioenwet 1922.
Men, ziet, dat het
afzonderlijke
van deze regeling
beperkt
blijft
tot maatregelen van uitvoering, maar

dat van een
bijzonder
financieel voordeel voor de
mijnwerkers geen sprake is.
Plan B, dat door de meerderheid der Commissie

wordt voorgestaan, sluit zich meer aan bij de hier-

vôôr genoemde oplossing 1, maar neemt daarvan
toch maâr alleen over, dat het Algemeen Mijnwer-

kersfonds zoowel uitvoerder als drager van het wette-
lijk deel der verzekering zou
blijven,
zoodat geen

premiën uit de kas van het Fonds naar de Rijks-
verzekeringsbank zouden afvloeien. Het afzonderlijke
bestaat hierin, dat voor personen die slechts een deel
van hun leven mijuwerker
zijn
geweest en voor welke
dus zoowèl
bij
het Mijnwerkersfonds als
bij
de
Rijks-
verzekeringsbauk premiën betaald zijn, de wettelijke

rente door de beide instellingen
gezamenlijk zou
worden gedragen. De verdeeling van het bedrag ge-
schiedt volgens zôôdanige wiskundig vast te stellen
regels, dat de Rijksuitkeering, die in oplossing 1 als
vaste jaarljksche storting gedacht was, in plan B
aan het Mijnverkersfonds indirect ten goede komt

doordat die is opgenomen in die gedeelten der renten,
die voor rekening der Rijksverzekeringsbank komen.
Ook hier is dus van een
bijzonder
financiëel voor-

deel voor de
mijnwerkers
geen sprake en
blijft
het
afzonderlijke der regeling bepaald tot de
wijze
van

uitvoering.

Na de groote verw.achtingen door de Commissie
in den aanvang van haar Verslag zelf opgewekt,,
stemt dit tot teleurstelling. Er is ook iets onlogisch

in den gedachtengang, iets dat den arbeid der Com-
missie on-af doet lijken, want aan den eenen kant

geeft zij stelsels van maatregelen, die consequenties
moeten voorkomen, wanneer men den mijnwerkers
méér geeft dan anderen arbeiders, aan den anderen
kant niets extra’s dat hun wordt aangeboden, maar

1)
Dit is’ dunkt mij moeilijk
vol
te houden. Ik kon
ge-
makkelijk aantoonen, dat die oplossingen slechts finan’ieele
gelijkstelling,
met de anderen zouden bewerken. Bevoorrech-
ting kan consequenties meebrengen, gelijkstelling niet.

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

209

slechts volkomen hetzelfde als die anderen allang

Ei adden.
Het zou natuurlijk voor de zaak der mijnwerkers

zeer
zijn toe te juichen, wanneer na den stap, die

de Commissie aldus slechts heeft
voorbereid, de

Regeering ertoe kon beiuiten dien stap ook te
zet-

ten
en na de lange jaren van wachten voor de mijn-

werkers iets bijzonders tot stand te brengen, bij-
zonder niet alleen in vernuftige bepalingen, maar

bovenal in beschikbaar te stellen geldmiddelen. Ver-
traging in de afdoening bdhoeft dit niet te geven,

daar de Regeering de in de Commissie onderzochte
plannen kan overnemen behoudens slechts wijziging

in de geidbedragen.
• Mocht men in het moeitevolle en onder excepti-
oneel ongunstige omstandigheden verrichte werk der

mijnarheiders geen voldoende aanleiding vinden, om-
dat men dit te veel als een gevoelsargument be-
schouwt; dan zij gewezen op een argument van zuiver

economischen aard, al. het groote belang, dat ons

land heeft bij een voldoenden trek van arbeiders

naar onze
mijnen.
De mijnwerker zwerft door vele

landen en in vele treft
hij
bijzondere sociale voor-

zieningen voor
zijn
beroepsgenooten aan. Nederland

moet dus in dit opzicht kunnen concurreeren.
En mocht ook dit argument voor het tot stand

brengen van iets waarlijk bijzonders niet• worden
aanvaard, dan zoeke de Regeering althans eenige

compensatie in een
snelle afdoening
der door haar

voor te stellen nieuwe regeling.

HET KOELIECONTRACT IN

BUITENLANDSCHE KOLONIËN.

Mr. EI. Cohen de Boer te Den Haag schrijft ons:
Tijdens het schrijven van mijn in de Nos. 685 en
686 van dit tijdschrift onder bovenstaanden titel ver-
schenen artikel, was een nieuwe arbeidsregeling voor

alle
Portugeesche Koloniën
in Afrika in voorbe-
reiding, waarvan hier uiteraard nog niet bekucl
was in hoever bestaande bepalingen er in bestendigd
clan wel gewijzigd zouden worden. Het had daarom
ook geen zin, om in het artikel de oude regeling te

vermelden.
in het bijbiaci van het Boletim Oficial de Moçam-
bic1ue van 16 Januari 1929 is thans echter het Besluit
No. 16 : 199 afgekondigd, dat de nieuwe arbeidswet
voor inlauclers in cle Portugeesche koloniën in Afrika
be
at. Voor diegenen, die in de door mij behandelde
materie belangstellen, kan een korte aanvullénde me-
dedeeling hieromtrent, nut hebben..

i:iet uit 428 artikelen bestaande Wetboek bevat
uitvoerige regelingen betreffende de arbeidsinspec
ti e, de werving, den inhoud dor contracten, het loon,

gratis huisvesting, voed tig, kleedi.ng
, geneeskundige

behandeling, ongevallen verzekering, hospitalen, scho-
len, enz. Een arbeidswet, die in alle opzichten aan de
modernste opvattingen daaromtrent voldoet.

Dit neemt intusschen niet weg, dat ook hierbij cle

poenale sanctie
nog niet gemist ken worden en dan
ook door een aantal stringente bepalingen in deze
regeling bestendigd wordt. De contractant, die wei-
gert, zich op de onderneming, waarbij hij zich ver-
bonden heeft, te melden, i.s verplicht alle voor de wer-
ving of anderszins te zijnen behoeve gemaakte onkos-
ten te vergoeden, bij gebreke waarvan hij veroordeeld kan worden tot een maximum van 6 maanden ,,travail

correcti.onnei”. Met dezelfde straf tot een maximum
van 1 jar.wordt bedreigd de koelie, die zich zonder
toestemming van den werkgever van cie onderneming
of werkplaats verwijclert (desertie), die cl ieiist wei-
gert, ongehoorzaam of lui is, die door hem aangêri.ch-
te schade niet vergoedt, die inbreuken maakt op de discipline van -de onderneming, zich aan dronken-
schap te buiten gaat, ena., enz. Deserteurs kunnen ter
beëindiging van hun contract met den sterken arm
naar de onderneming .teruggevoerd worden.
Vermeldnswaardis nog een artikel (365), hetwelk
bepaalt, dat hij de toepassing van straf fep die in dit

wetboek of in het wetboek van strafrecht, uit boete
of
ui tgevaugennisstraf bestaan, aan eerstgenoemden

vorm de voorkeur moet worden gegeven, wanneer de
overtreders zijn Europeanen of daarmede gelijkgestel-

den, m.a.w. wanneer liet werkgevers geldt.
Het vorenstaande, te zamen met het in bovenbe-

doeld artikel gegeven overzicht, behandelt een ge-
bied van ruim 17.000.000 K….
2
met een inwonertal
van 83.000.009 zielen – Suriname en de Ned.-Ind.
Buitengewesten daarbij inbegrepen – waar thans
arheidsregeli ngen met poen cle sanctie-bepalingen van
kracht zijn. –

AANTEEKENINGEN.

De Toestand der geidmarkt in de
Vereenigde Staten.

De aanhoudende speculatie op de effectenbeurs te
New York heeft de Federal Reserve Boord aanlei-
ding gegeven om op 7 Februari ji. een communiqué

te publiceeren, waarin cle Board ivaarschust tegen

het verleenen van creclieten voor speculatieye doel-
einden. Om deze waarschuwing kracht bij te zetten,

wees de Boardi er nadrukkelijk op, dat de bij het
Federal Reserve stelsel aangesloten banken bij de
herdi sco ii toen ngszaken moeilijkheden in den weg
gelegd zouden worden, indien, deze banken leende.n.,

hetzij voor liet verstreklcen, hetzij van liet in stand
houden vap specu latieve crecl i eten..
De . Fecleral Reserve Board rechtvaardigde haar
houding met cle opmerking, dat, hoewel zij zich niet
het recht aaumatigde om zich als arbiter van de
effectenspeculatie op te werpen, hierbij evenwel in
zooverre belang had, dat de vraag naar beurecredie-
ten cle rente voor het bedrijfsleven verhoogde.
•Hoewel de Federal Reserve Banken hi het afge-
loopen jaar tweemaal tot een discontoverhoogiug zijn
overgegaan, heeft deze politiek de speculatie op de
• effectenbeurs niet kunnen beteugelen. De open markt

politiek, clie in liet begin van- 1.928 op groote schaal
werd toegepast had in dit opzicht evenmin succes.

Deze maatregelen, te zamen met de enôrme goudont-
trekkingen, deden den rentestand in de Vereeuigcle
Staten sterk stijgen, doch hebben niet dat resultaat
opgeleverd, dat men er algemeen van verwachtte.
Het is dan oolc niet te verwonderen dat bij irelen cle
meening heeft post gevat, dat de Federal Reserve

Banken de contrôle over de geldmarkt- hebben ver-
loren.

De heer B.
M.
Anclerson Jr., de bekende economist
van cle Chase National Baiik, is een andere opvatting

toegedaan en meent, dat de Fecieral Reserve autori-
teiten ‘a)i hun maèht een vdôrzich.tig en bescheidèn
gebruik hebben gemaakt, eenerzijds door een afkeer
den rentestand nog verder te verhoogen, anderzijds
door cle vrees te veel goud uit Engeland aan te trek-
ken. Zij werden echter in ddn afgelooeu herfst in
hun bewegingsvrijheid beperkt door bijzondere om-
tandighedeu, die zich op de acceptniarlct voordeclen,
vaarover aanstoncis meer. De verhooging van het En-
gelsche disconto heeft hen voorloopig van cle eene
inoeilijkheid bevrijd, terwijl de Board reeds stappen
heeft gedaan om de afhankelijkheid van de accept-
markt van de Federal Reserve Banken te verminde-
ren, zooclat zij op liet oogenbi.ilc niet meer gehinderd
worden door buitengewone factoren, zooals in 1.928
liet geval was.

Bij het schatten van cie vraag naar en het aanbod
van credieten moeten wij niet, aldus vervolgt de ]iecr
Aiiderson in zijn lezing voor The Pennsylvania Ban-
kers Association, te veel naar het geweldige cijfer

fr
an cle deposito’s der handelsbanken in de Vereenig-
de Staten zien, die meer dan 43 milliard dollar. he-
dragen. Van belangs een veel icleiner cijfer, nl. de
‘reserves van cle hi,j liet Federal Reserve stelsel aan-
‘gesloten banken, die op 9 Februari $ 2388 millioeu
bedroegen. in deze reserves klopt het .harta’n de

‘geldmarkt.

210

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEIT

27 Februari 1929

Evenwel kunnen wij hier nog een verdere bepe-

king maken. De credietverleening van de aangeslo-
ten banken is afhankelijk van den stand hunner reser-

vs. Op de geidmarkt speelt dus een bedrag van $ 50

millioen rondom de vereischte reserves een wezen-
lijke rol en de Federal Reserve autoriteiten hehb&n

het geheel in hun macht om door bepaalde maatregé-
len, zooaIs b.v. de open markt politiek, de reserves der

aangesloten banken met 50 tot 100 millioen dollar te

vermeerderen of te verminderen. De 500 millioen
dollar goud, die het buitenland heeft weggetrokken,

en de verkoop van staatsobligaties gedurende de ee-

ste helft van het vorige jaar, hebben de reserves van
de aangesloten banken aanzienlijk aangetast. Dit

groote verlies kon slechts worden aangevuld door
herdiscouteeringen;. dat dit in
belangrijke
mate heeft
plaatsgevonden blijkt uit de cijfers. De herdiscon-

teeringen der aangesloten banken bedroegen op 6

Febr $ 852. millioen tegen $ 459 mil’lioen op 8 Febf.
1928.

Verschillende omstandigheden hebben er evenwel

toe medegewerkt, dat het voor de banken onnoodig
was op zoo’n groote schaal haar toevlucht te nemëi
tot herdisconteering, als men had mogen verwachteii.

De heer Anderson noemt hier drie factoren, welke
hebben geleid, hetzij tot een vermindering van je

behoefte aan reserves, hetzij tot een vergrootirig der
reserves of tot beiden.

Eeh vermindering van de hoeveelheid geld in
omloop.

De eerste factor was een onverwachte verminde-
ring van de hoeveelheid geld in omloop, d.w.z. van

het geld, dat buiten dat van de schatkist en van de
Federal Reserve Banken circuleert. Dit
cijfer
be-
droeg in 1928 gemiddeld $ 110 millioen minder dan
in 1927, zooals uit de volgende tabel blijkt:

(in millioenen dollars)
Dagelijksch gemiddelde

1927

1928

Januari

…………….
4,903

4,785
Februari ……………..
4,843

4,709
Maart ………………
4,856

4,710

e

April………………..
4,880

4,730

Mei

…………………
4,860

4,722
Juni ………………..
4,831

4,736
Juli ………………..
4,851

4,740
Augustus …………….
4,849

4,743
September …………..
4,917

4,804
October ………………
4,934

4,837
November …………….

4,936,

4,860
December …………….
5,049

5.008


Jaargemiddelde ……….
4,892

4,782

Accepten als vervanging voor herdisconteerin gen.

Een andere factor, die de
noodzakelijkheid
tot de’
toevlucht voor herdisconteeringen verminderde, was’
de toestand op de acceptmarkt. De verplichtingen
van de Amerikaansèhe acceptbanken bedroegen 31

December 1927 1080 millioen en 31 December 1928 1284 millioen dollar, wat dus een vermeerdering van
$ 204 millioen voor het afgeloopen jaar beteekent!
Deze vermeerdering was in
werkelijkheid
een ver
vanging voor hetzelfde bedrag aan herdisconteerin
t gen, wat er dus op wijst, dat de bai!iken in staat zijn geweest een uitbreiding aan hun handelscredieten te’
geven van $ 204 miljoen die door de discoritoinarkt
worden verstrekt.
De voornaamste vertegenwoordigers van de Ame-,
rikaansche discontomarkt zijn de Federal
1
Reserve
Banken en de buitenlandsche banken. Van de 1284
millioen dollaracceptén, die op 31 December 1928 uit’
stonden, hadden de Federal Reserve Banken onge
veer voor $484 millioen en de buiteiilandsëhe banken
ongeveer voor $ 325 millioen in handen. Bovedien
verondèrstelt men, dat het buitenland verder nog over
200 millioen dollar accepten door middel van Ame-
rikaansche’ bankcorrespondenten beschikt, zoodat ‘in
totaal een milliard dollar aan accepten in het bezit’
van de Federal’ Reserve Banken en de buitenlandsche
banken waren.

Llet bovengenoemde cijfer van $ 852 millioen aan

herdisconteeringen van de aangesloten banken geeft
daarom slechts voor een gedeelte de mate w
4
eer, waar

in de reserves van de banken afhakelijk zijn van cle
Federal Reserve Banken.

Indien de Amerikaansche banken elkaars accepten
in portefeuille hadden, zou het groote bedrag aan

uitstaande accepten geen speciale beteekenis hebben
voor de toekomst van de geldmarkt. Indien bank A.
zijn aankoop van accepten van bank B. verminderde
en bank ‘B. verminderde eveneens zijn aankoop van

accepten van bank A., zouden de handelscredjeten,

die nu dbor middel van accepten verstrekt worden,

verwisseld worden door leeningen, zonder het totaal

bedrag der leeningen en disconteeringen te verhoo-

gen of de deposita’s cii reserves van één der banken
te beïnvloeden.

Wanneer evenwel alle acceptén zich in handen van
Amerikaansche spaarbanken of particulieren bevon-

den, zou de toestand geheel anders zijn, aangezien de
omwisseling van acceptcredieten in l’eeningen een

uitbreiding zoowel van de leeningen als van de depo-
sito’s van de handelsbanken met zich mee zou bren-

gen, vergezeld gaande met een noodzakelijke aanvul-ling der reserves.

Evenwel doet zich een nieuwe factor voor, indien
cle Federal Reserve Banken hun bezit aan accepten
verminderen. In geval van omwisseling van accept-
credieten’ in leeningen dalen de reserves der aange-

sloten banken met het volle bedrag der accepten, clie
de Federal Reserve Banken afstooten. Zij innen ha-

melijk de vervallende accepten niet door middel van

cheques, afgegeven op handelsbanken, • maar door
cheques op banken aangesloten bij liet F. R. stelsel.

De buitenlandsche banken vergrooten bij verkoop

eveneens de eischen van de reserves der aangeslotdu
banken en indien zij het provenu in goud omzetten,
dalen de reserves met het volle bedrag van de ver-
kochte accepten.
in
1
*
928 vond juist het omgekeerde van den hier
beschreven toestand plaats De acceptverpl ichtingen

der Amerikaansche banken stegen, terwijl het bezit
aan accepten van de huitenlandsche banken en van
de Federal Reserve Banken vermeerde, wat een ge-

makkelijker situatie op de geldmarkt ten gevolge had.
Hoewel met tegenzin hebben de Federal Reseive autoriteiten in den herfst de acceptmarkt door aan-
knopen gesteund. Tegen het einde van den herfst heb-
ben zij evenwel bezwaar gemaakt tegen zoo’n groo-

ten invloed en daarom gedurende de laatste weken
een groot deel van hun bezit aan accepten afgestoo-
ten. Eveneens is de acceptenportefeuille van de bui-
tenlandsche banken’ afgenomen.

Malcelaarsleeningen van rekening van derden”.

De derde factor, die de moeilijke situatie op de geidmarkt eenigen tijd heeft uitgesteld, is de stij-
ging van de makelaarsleeningen geweest voor reke-
ning van ,,derden” in tegenstelling met de makelaars-
leeningen van banken.

De credietverleening van ondernemingen aan ma-
kelaars vermindert haar bankdeposito’s, wat weer
een daling ‘an de reserves ten gevolge heeft. Indien
dit soort credieten opgezegd wordt, zooals tegen het
einde van het jaar het geval was in verband met de
dividendbetalingen der ondernemingen, kan de reute
zeer snel stijgen. In December is het dan ook duide-
lijk gebleken, dat de vervanging van de credietver-

leening der banken aan de makelaars door’ ,,derden”
aanzienlijke eischen aan de bankreserves heeft ge-
steld en tot een geldschaarschte heeft bijgedragen.

Het totale bediag der makelaarsleeningen’ van
,,derden” beliep volgens het verslag der Federal Re-
serve Banken $2.621 millioen, terwijl het verslag
van de effectenbeurs een bedrag van $ 939 millioen
vermeldde, wat in totaal op ongeveer $ 3.600 mil-
lioen neerkomt. Dit is het ,,outside money”, dat
naar men meent de Federal Reserve autoriteiten niet

S

– —–
i-:–,.-y

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

211

kunnen controleeren. De werkelijke steun, die deze
$ 3600 millioen aan de reserves van de aangesloten

banken heeft verleend, is zeer gering, namelijk 10 pOt.
of $ 360 millioen. Indien de Federal Reserve auto-
riteiten hun credietverleening met cle helft van dit

bedrag of $ 180 millioen zouden inkrimpen, zouden

de gevolgen geen twijfel laten over de vraag, wie
clan toestand der gelcimarkt beheerscht.

De Auto-productie van de Vereenigde Staten

en Canada.

o
l
gens
de opgave van het Department of Corn-

merce bedroeg de auto-productie over de maand

December 233.135 wagens vergeleken met 256.935

wagens in November 1928 en 133.571 in December
1927. De productie in 1928 van personenwagens was

3.826.613 of 29,9 pOt. grooter dan in 1927, terwijl
die van vrachtauto’s 530.771 of 16,7 pOt. grooter
was dan een jaar tevoren.

Onderstaande tabel, ontleend aan de Financial

Ohronicle, geeft de jaarlijksche productie van per-

sonen- en vrachtwagens in de Vereenigde Staten en

in Canada sedert 1922 en voor de laatste twee jaren
de maandelijksche productie weer.

Automobielproductie (aantal wagens).

Vereenigde Staten
Canada

Totail
Personen-
Vracht-
Totaal

Personen-
Vracht
wagens wagens
wagens
wagens

1922
2,544,176 2,302,923
241,253
102,053 94,904
7,149
1923
4,034,012
3,651,130
1
382,882
146,438
129,228
17,210
1924
3,602,540
3,210,005
392,515 135,246 117,765
17,481
1925
4,265,830
3,768,993
496,837 161,389
139,311
22,078
1926
4,301,134
3,819,362
481,772
204,727
164,85
39,871

1927
Jan.
238,908
199,650
39,258
15,376
11,745
3,631
Febr.
304,735 264,171 40,564
18,655 14,826 3,829
Maart
394,513
346,031
48,4821

22,623
19,089
3,534 April
406,382
358,642 47,700
24,611
20,890
3,721
Mei
405,648
358,725
46,923
25,708
21,991 3,717
Juni
323,817
280,620
43,197 19,208 16,470
2,738
Juli
269,:96
237,81
31,585 10.987
8,719
2,268
Aug.
309,994 275,585
34,4014
12,526
10,139
2,387
Sept.
260,310
226,443
33,86;
11,262 8,681
2.581
Oct.
219,682
183,042
36,640
7,748
6,225
1,523
Nov.
134,370
109,758 24,612
8,617
5,173
1,444
Dec.
133,571
106,083
27,488
3,106
2,234 872
Totaal
13,401,326
2,946,601
454,723
178,427
146,182 2,245

1928
Jan.
231,728 205,846
26,082
8,463
6,705
1,758
Febr.
323,796
291,151
32,645 12,504
10,315
2,189
Maart
413,327 371,821
41,50b 17,469 15,223
2,240
April
410,104
364,877 45,227
24,211
20,517
3,694
Mei
425,783 375,863
49,920 33,942
29,764
4,178
Juni
396,796
356,622
40,174
28,399
25,341
3,058
Juli
392,076
338,792 53,284 25,226
20,122
5,104
Aug.
461,298 400,593
60,705
31,245 24,274
6,971
Sept.
415,294
358,872
56,422 21,193
16,52
4,621
Oct.
397,112
339,976 57,136
18,538
13,016
5,520
Nov.
256,935
217,256
39,6791
11,789
8 154
3,615
Dec.
233,135
205,144
27,991
9,425
6,734
2,691
Totaal
4,357,38.4
3,826,613
530,771
242,382
196,737
45,645

BOEKAANKONDIGING.

W. Middendorp. Twee achterl’ijlce ar-beidssystemen voor inboorlin gen in Ne-

derlandsch Oost-Indië (Heerendienst
en r’oenale sanctie).
Haarlem, Tjeenk
T1

ilink.

Een brochure van ruim 00 bladzijden, waarin de be-
kende bezwaren tegen heerendiensten en poenale
sanctie op in het algemeen bondige en zakelijke wijze
worden uiteengezet, al laat de schrijver (het sociaal-
democratische Volksraadslid, dat zich berucht maakte
door zijn aanval op het Nederlandsch beleid in Indië)
zich nu en dan verleiden tot gevoelsuitingen tegen
,,het imperialisme en het kolonialisme van het heden-

daagsche kapitalisme” en zoo voort. Dat
zijn
slotsom
strekt tot onverwijlde of althans op zeer korten ter-

mijn ingaande afschaffing van beide arbeidsstelsels,

spreekt van zelf. Om daartoe te geralcen doet
hij
een
beroep op de arbeidersbeweging in Nederland en el-

ders (de Westersche arbeiders zullen erbij gebaat zijn
als – de Oostersche tot goede arbeidsvoorwaarden en

meer welvaart komen), op de Indische nationalisti-
sehe vëreenigingen, en ten slotte op den Volkenhond
en de Jnternationale Arbeidsorganisatie, waarvan de

meeste leden immem zelf geen koloniën hebben en
dus ,,vrijer staan ten opzichte van de ovenheerschten
dan een koloniseerend moederland, waarvan vooral de
regeerende klasse (maar niet alleen zij) door duizen-
clan draden met cle werkwijze in haar koloniën ver-
even is.”

liet is jammer, dat de
schrijver
zich niet
geheel op
zakelijk terrein heeft gehouden. De onbekookte wijze,
waarop van sociaal-democratische en daaraan ver-
wante zijde tegen de poenale sanctie te velde getrok-

ken is, heeft anderen in een afwerende houding ge-
drongen en minder toegankelijk gemaakt voor de

reeds lang te voren aangevoerde argumenten tegen
dat stelsel. In mindere mate geldt dit ook voor de
heerendicnsten. Het is te hopen, dat de door politieke
partijdigheid ingegeven uitingen van den heer Mid-
dendorp andersdenkenden niet zullen weerhouden
van kennisneming van zijn geschrift, dat in hoof d-
zaaic met gegevens uit de praktijk geargumenteerd
is, clie ernstige aandacht verdienen.
E. M.

Die Wirtschaft des Auslandes 1900-
1927 bearbeitet
un
Statistischen Reichs-
amt.
(Verlag Reimar Hobbing, Berlijn.
Prijs R. M. 28).

In een meer dan 900 pagina’s tellend boekwerk
heeft het Statistische Reichsamt te Berlijn de resul-
taten neergelegd van een onderzoek, dat het met
medewerking van het Institut für Konjunkturfor-
schung heeft ingesteld naar de economische structuur
en ontwikkeling van 44
belangrijke
landen gedurende
de periode van 1900-1927.
Bij dit onderzoek stond de beteekenis van het
buitenland voor het Duitsche economische leven op
den voorgrond, vooral om het verband tusschen de
conjunctuurontwikkeling in Duitschland en in het
overige gedeelte van de wereld na te gaan. In dit
opzicht echter is deze publicatie als een basis voor
verdere studie te beschouwen. Om een juist inzicht in de ontwikkelingstendenzen
der verschillende landen te
verkrijgen,
was het nood-
zakelijk een zoo groot mogbljke periode te omvatten.
Slechts bij de ten gevolge van het vredesverdrag van
Versailles nieuw ontstane staten, werd het onderzoek
tot de na-oorlogsche periode beperkt.
Het spreekt vanzelf, dat men
bij
een
dergelijk
omvangrijk materiaal niet aan elk onderdeel van het
economisch leven van een land dezelfde aandacht
kon schenken. In het middelpunt van het onderzoek
stond dan ook de vraag welke beteekenis ieder land
in het internationale verkeer inneemt.
Uit den aard der zaak is het niet doenlijk hier

zelfs de voornaamste
bijzonderheden
te vermelden.
Wij volstaan met er op te wijzen, dat in dit werk
zoowel Nederland als Nederlandsch Oost-Indië uit-
voerig worden behandeld. Bij de bewerking van het
materiaal heeft men voor zooverre de verschillende
statistieken dit toelieten, met het oog op internationale

vergelijking een
gelijke
methode gevolgd. Naar ons
weten is dit de eerste publicatie, die een dergelijk
omvangrijk economisch-statistisch materiaal op inter-

nationaal gebied bevat.
M t bewondering neemt men dan ook kennis van dit werk, dat volgens een mededeeling van het Sta-
tistische Reichsamt
jaarlijks
door aanvullende deelen

zal worden gevolgd. V.

212

ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN’

27 ‘Februari 1929

STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISCHEN TOESTAND VAN NEDERLANDSCH-INDIE,
(Ohtleend aan de Maandstatistieken van het Çentraal Kantoor voor de Statistiek te Weltevrèden).’

.

1928
Januarilûctober

Mei
Juni
1

Juli
1

Aug.
1

Sept.
1
October
1927
1928

Prijsbeweging
Oroothandelsprijzen van invoerartikelen
56
155
:56
155

155 156
uitvoerartikelen
132
129 126
121
123
124
n

,,

alle artikelen te zarnen.
151
,

150 150
148
149
.

149

S”.2

Kleinhandelsprijzen

inheemsche artikclen ….
160
155 160 160
160
161

uitheemsche

1
.
. .
150
148
147
146

147
147

cd’)

.

alle artikelen te zamen
155
152 154
153
153

154
16,7
164 168 168 167
168
,,

,
zeep en licht voor een Europeesch gezin
161
159
161
161
161
162
Voeding voor een Europeesch gezin …………

fl

voor de Inlandsche bevolking …………
145
145 146
147
148
149
petroleum en lucifers vjd. InI. bevolking
145
‘144
145 147 150
151

Effectenkoersen

150
143
136
141
133
141
.

><

II

Suik,erondernemingen ……………………
143
128 123 128 122 115
166
160
159
156 158
156

IV

Tabakondernemingen …………………….
169
163 165 169
167
163
140

.

132 125 129 126 120
132 125
121
122
120
118

1

Rubberondernemingen ……………………

165

.

163
159
157
161
156
161
160 158
157
155 157
151
147
146 146 147 147

III

Theeondernemingen ……………………….

É

ï

Cultuurbanken ……………………………..

153

147
144
145
143
,

141

II

VI

Banken

…………………………………..
VII

Handelsondernemingen …………………….

113
112 113
113
114
113

VIII

Spoorwegmaatschappijen …………………..

=
.

IX

Scheepvaartmaatschappijen

………………..
.

Groep

1

tjm.

IX

…………………………..

.

Voortbrenging.


.!’

X

Obligaties

Indische

leeningen

………………

Geoogste uitgestrektheid padi ……… X 1000 H.A.
1.169
692
228
123
96 75
3.397 3.483
n

«

maïs ………….
33
75
104 130 134 153
1.658
1.575
a

«

0

cassave ……..
71
94
106
85
709
639 2

,,

,
,

knolgewassen
27
23
21
19
23
28
264 218
,,

,,

peulvruchten
3,1
51

70
80
70
86
489
525
ov. gewassen

,
39 39 39 50
73
100
508 496
in

totaal ……,,
1.355
935
533 496 502 527 7.025
6.936
tOl
89
85
69 72
141
2.845 2.625
113

123 155 162
88

230
1.187
1.172
n

,

38
30
29
15
49
498 410
knolgewassen

,,
’16
24 26 27
16 19
312
190

Bijgeplante

padi ………

…….

peulvruchten

. 10

go
92
69

31
22
550,
552

cj

n

n

maïs ……………

ov.gewassen
57
85
103
72
35
38
533
548
«

,,

in

totaal
. . . .
449
491
428
251
499
‘5.925
5.497
c

Prquuctie van Rubber………………
X
1000 K.G.
.
.
u
,
8.068 8.175 7.988
7.198
7.641
8.264
71.946 75.906
Koffie

) ……………..

..pikols
(20:)
(232)
(231)
(240) (227) (197)

0

n

cassave ………..3

48
113
212
221
92 38
876
762
Thee ………………..

..KG.

5.133
5.076
4.081
3.556
4.873
5.709
47.154
48.885
(109)

.
(175) (179)


(179) (172) (102)


250.765
570229
693.765
673.991
554.117 243.679 2.364.054
2.992.191
(78)
(74)
(75)
(18)
(75) (73)

879 887 883 935 800 642 7.136
7.947

Suiker’) ……………..

….

(18)
(18)
(18)
(18)
(20)
(21)

Kina
1)

……………….

1.154

1.172
1.536
1.869
2.129
1.862
8.744
14.475
Palmolie
1)
……………….

Palmpitten
1)
(14)


(14)
(14) (15)
(16)
(17)
282
.
271
327 353
457
404
1.713
3.131
Steenkolen ………………………..
.121.766
119.708
‘136.546
133.635 130.326
,

134.919
1.145.404
1.215.886

Handel en verkeer.


Eetwaren en genotmiddelen …..waarde
X
fl000
10.881
11.849
11.095 10.969 12.158
12.289
96.207
109.613
Mineralen, hoofdzakelijk aard-
olieprod., cement en steenkolen
1.135
991
965
762 774
944
10.653
10.901
o

Chemicaliën, geneesmiddelen,

‘ó
meststoffen, reukw. en verfw.

4.184
4.066
3.817
3.526
4.201
3.675
43.168
47.171
Garens, manufacturen ‘.a.s. touw
en touwwerk, kleed. en niodew.,,

,,

,,
19.472
18.732 16.423 15.466
15.351
14.687
153.563
170.500

Metalen,

edele en

onedele en

werken

daarvan ……………
4.997
5.235
5.767
5.002
5.441
7.359
43742
58.428
Machinerieën, werktuigen, toe-

,

stellen,

instrumenten

enz ……

..,,
4.843
4.476
4.306
3.861

4.774
4.767
39.146 47.952
Geheele

invoer ………………..,,
54.235
54.190
51.314
47.210 52.482 52.743
453.797
528619
Buiteiigewesten

.,
27.990
27.564
27.274
26.192
28.354
31:309
276.275

k
vaenMadoera.br.gew >(l000K.G
uitengewesten.,,,,
,, ,,
137.291
104.084
125.662
90.265
121.203
89.099
109.806
90.698
128.535
114.934
144.766
127.183
1.151.780
1.350.628
986.614
Rubber, gecult. en licnsriibber –

waaide
Xf
1000
9.182
10.075
7.386
7.478 6.524
.

4.732
93.204 74.810 ‘n

Suiker,
v.
a. S ………………….

14.174
43.902
38.429
38.816
33.721
44.293
305.453
286.893
Tabak,

v. a. s: ………………….,,
3.908
1.185
866 496 260
287
21.672
27.261
Thee

………………………….,,

,,

,,
8.456
7.783
6.521
5.334 5.554 6.446
64.977 70.590
‘n

Kolfje,

v.

a.

s…………………,,

,,

,,
1.823 2.231
3.884
6.601
5.304 3.619
24.103
31.734
Cement,

ertsen

enz …………..

5.147
1.977
3508
3.007
5.173
3.532
41.722
36.813

58.252
80.657 77.008
1
79.701
76.028 84.960
664.555
685.255
Buitengewesten

,,

,,
52.330
57.8,90
60.215
59.871 59.481
57.131
611.166
Geheele

uitvoer
……………..

….

Rubb.,gecult. en licusr.
2
) bruto gewicht
X
1000
K.G.
5.408 5.942
6.121
6.192 5.419
5.788
49.529 53.359
:Suiker,.v. a.
s.

………

,,

,,

,,
139.923
368.587
294.249
335.993 298.447
334.474
1.936.220
2.346.215
Tabak,

v.
a.
S.

………

..,,

,,
8.492
2.800 2.969
2.271
1.139 1.704
52.730
50.771
Thee’)…………………,,
6.300
5.824 5.552
4.589
4.724
5.956
53.331
55.896
,n.”

Koffie, v. a. s……… …

..,,

,.
2.526
2.999
5.455
8.388

7.377
4.720
27.521
44.070
Cement, ertsen enz……,,
5.626
2.947
4.608 5.498 5.720 6.835
39.914
47.935
Geheele uitvoer
…….
259.911
472.131
422.275
471.806 443.258 489.699
2.681.563
3.667.952
,,

Buiteng.

.

,,

,,
403.537
395.428 437.678 448.878
414.531
459.942 4.087.756
n

(
Kat.stotf.,gebl.enongbl.
1.770
2.205
1.918
1.929
2.205
2.033
19.401
19.926
v

‘Grof en fijn aardewerk.
1.648
2.112
1.800
1.219
1.381
1.380
8.495
14.086
Kedelee……………….,,

,,

,,
12.601
.11.631
6.677
8.195 5.393 2.582
73.513
79.495
1

Rijst,

gepelde
……….
6.626
9.655
11.229 17.199
25.114
30.306
75.141
138.347

Gedroogdb

visch

……..,,

,,

,,
3.916

3.084 3.790
2.341
2.795
3.390
34.577
34.124
•(Bevolk rubb.uitN.-lnclië

10.944

14.410

12.546
12.976 10.520
11.010
110.261
Copra’)
,,,,,

,,

41.385
37.921
40.357
35.390
49.836
37.931
249.604 362.573
>

t,
Peper’)

,,

,

,,

,,

,,

,,
810

1.573
3.278
3.891
4.968
4.441
17.992
22.369


1

r
v

,JOntvangsten
S. S.
Java en Madoera
>(f
1000
eiz ge
s
er
oe
1.745 1.987
1.829 1.714
1.691
1.620
18.351
17.329


-f

,,

S.
S.Java en Madoera

,,
279
3.565

295
5.095
290
5.512 308 5.129
278 4.565 4.920 3.086
3
)
36.895
2.648
4
)
40.065
.1.069
1.810
2.276
1.596
1.657
12.288
5
)
12.2064)

.

f

,,

S. S. Buitengewesten
eizigersvervoer
188
212
226
219
213 203
1.824
2.080

N

1

S…………………….

Dell Spoorweg Mij..
209
194
191

198 175 188
2.051
1.977
f
•.

,,

S. S. Buitengewesten
491
576 664 620 628 610
4.761
5284

oe

,erenvervoer-

,,

N.

S………………….

soe erenvervoer(

Dell Spoorweg Mij..

,,

,
569
507 544
553
574
(93
5.597
5.750

‘ostten

,,

Java-en Madoera
‘1

uitengewesten
705
232
685 229 778
243.
693 230
732 236
822
255
6.285
1.844
7.284

2.359

‘ –

,,

Java en Madoera -…
e egra ie
372

432
470 466
447
421
3.809
4.366
Buitengewesten

145

181
193 173 192 186
1.592 1.824
1) De getallen tusschen haakjes betreffen het aantal ondernem. dat opg. verstrekte.
2)
Uitv. in 1927 in netto gew.
5)
Jan.(Sept.’27.
4
Jan.ISept. ’28.

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

213

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
*4
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

iJedisc. Wissels.
4413 Oct.’27
Zwits. Nat. Bk. 3422
Oct.’25

e1.Binn.Eff. 5
13
Oct.’27 N.Bk.v.Denem. 5
23Juni’27

5rsch. inR.C. 6
13
Oct.’27 ZweedscheRbk
4424 Aug.’28

Javasche Bank….
ij25Febr’29
Bankv.Noorw. 5426 Mrt.’28

Bank van Engeland 54
7Febr.’29
Bk. v. Tsjecho-

Duitsche Rijksbank
6512 Jan.’29
slowakije .. 5
8Mrt.
’27

Bank v. Frankrijk. 3419
Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk. 6416
Jszli ’28

Belgische Nat. Bnk. 4 30Jizni’28 N.Bk.v.Hong. 7 1 Oct.

f
28

Fed. Res.BankN.Y. 5 12Juli’28 Bank v. Italië. 6 5Jan.
1
29

Bank van Spanje. 5419
Dec.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54 9Jan.’28

OPEN MARKT.

1929

1928

1927

1914

23F b
1
18123

11116

4/9

20!25

21126

20124

e r. Febr.

Febr.

Febr.

Febr.

Febr.

juli

Amsterdam
Partic.dIsC.

4
1
12

4
7
116-
1
12
4
5
116-
1
I2 41118
1
I2
3I4-18
3I16-1

3
1
1..
3
11
Prolong.

5
1
/4

491-5
1
14
4
1
12-5

4-5

3112314

3
1
12-
4

2
1
1-9/

Londen
Daggeld .. 3-4
1
I2

35

4-6
1
I2 2
1
13-41 3
1
144
1
/2 3
1
124
1
12 1
3
1
4
2
Partic.disc.

5
1
14

5
1
I-
5
Ii6 5I165I26 411
4
5114 4
1
j8
8
j16
0
I4’I8 2
1
1-
1
1

Berlijn
Daggeld ..

5-7

5-8

3
1
12-7
1
12

4-8

4-7
1
12

4-8


Partic.dlsc.
30.55 d.. .

6

5
7
/-6

5’J8-/4

5
5
/s

6
1
18_Ijs 43/_5j

56-90 d.. .

6

5
7
18-6

518I4

5
1
I8

6
1
18-16 4
1
I4-I8 2
1
1-
1
11
Waren-
wechsel.

6
3
18

6
1
14-15

6-
1
/

611
4

6
5
1-
7
1s

4
1
1,-5

New York
Daggeld
1)
6
1
12_
314

6-714

6-10
1
14

6-9
1
14

4.112

331
4
_511
4
1
2
14_2
1
1
1

Partic.dlsc.,

5
1
12

512-14 531_51

5
1
18-’14

3
1
18

371
9

2)
Koers van 21 Febr, en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND

Data

1 New I

1
Londen I Berlijn I Parijs BrussellBatavia

1
York’)
1

‘)

)
1

1)

19 Febr. 1929
2.49′
1
/
1211191
59.284
9.75
34.68
99%

20

,,

1929
2.49
11
/18
12.11k
59.28
9.754 34.664
99%

21

,,

1929
2.491
,
1
1
,
12.11%
59.264
9.754
34.67
99%

22

,,

1929
2.4911/,
12.11%
59.25
9.754
.34.67 99%

23

1929
2.49″1
12.119/
4

59.264
9.754
34.681
9 9 %

25

1929
2.49i1/
12.11,
11

59.27 9.754
34.685
99
Laagsted.w.’)
2.4.9
5
1
12.11%
59.24
9.74
34.65
99%

Hoogste d.wS)
2.49%
12.12
59.30
9.76
34.70
100

18 Febr. 1929
2.49
11
1
12.11%
59.261
9.754
341.6911
99%

11

,,

1929
2.49i1/
12.11%’
59.235
9.75
34.71l

99%
Muutpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
34.59
1

100

Data

1
serland

LWU’

Weenen Praat I Boeka- I Milaan Madrid

1

1
rest’)
1

‘)

19
Febr.1929
48.0134
35.10
7.41
1.50
13.0%
38.10

20

1929
48.01
35.10
7.41
1.50
13.07i
38.36

21

1929
48.02%
35.10
7.41
1.50
13.0%
38.724

22

1929
48.02
35.10
7.42
1.50
13.081
39.624

23

,,

1929
48.02 35.10
7.404
1.50

25

,,

1929
48.021,
35.10
7.42
1.50
13.074
38.50

Laagsted.w.’)
48.-
35.-
7.38
1.45
13.05
37.80
Hoogated.w’)
48.05
35.10 7.44
1.55
13.12
38.90

18 Febr. 1929
48.02
35.10
7.39 1.50
13.064
38.625

11

,,

1929
48.01%
35.0714
7.38
1.50
13.065
39.114

Muutpariteit
48.-
35.-
‘)
48.-
13.09
48.-

Data

I Stock- 1 Kopen-I Oslo

Buenos-
I
Mon-
T Aires’)
1
treal’)
1
holm ‘)Ihaiien’)l

19 Febr. 1929
66.75 66.60
66.60
6.29
105%
2.49

20

,,

1929
66.75 66.60 66.60
6.28
105%
2.48%

21

,,

129
66.75
86.60
66.60
6.28
105′
2.48%

22

,,

1929
66.75
66.60
66.60
6.28
1051/,
2.48%
23

,,

1929
66.75 66.60
66.60
6.274
10521,
2.48’1

25

,,

1929
66.75 66.57
66.60
6.29
105%
2.48%

Laagsted.w.’)
66.70
66.54
60.55 6.25
1047/
t

2.48%

Hoogste
d.w’)
66.80
66.624
66.65
6.30
105
1
4
2 49%
18 Febr. 1929
66.75
66.60
66.60
6.29
105%
2.49
Ii

,,

1929
66.774 66.60
66.60
8.274
105
3
/,
2.49i1

Miintpariteit
66.67 66.67
66.67 6.264
105’j,
2.48
‘)
Noteerlug te Amsterdam.

“)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
1)
Wettelijk geatabiliceerd tusschen 7.534j
5
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een
overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen
wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW
YORK.
(Cable).

D 0
a
Londen
($
per
£,)
Parijs
($ p.
lOOfr.)
Berlijn

Amsterdam
($
p.
100
Mk.)
($
P.
100 ,gld.)

19 Febr.

1929
4,85
7
1
32

3,90%
23,74%
1
40,05

20

,,

1929
4,8511
3,9021,
23,74% 40,05

21

,,

1929
4,855/
3,90% 23,73%
40,05

22

1929
– –


23

1929
4.851
3,90% 23,7334
40,05

25

,,

1929
4,85
9
1
s
,
3,90%
23,73%
40,05%

27 Febr.

19281
4,87i51,
3,9334
23,89% 40,24%

Muntpariteit
. –
4,8667
13,92
1

23,81%
4031

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
9
Febr.
1929
16
Febr-1
1019
1823
Febr.
’29

123
1Laagste
i
lloogstel
Febr.
199

Âlexandrië.
.
Piast.
p.

97%
974

9771

9751
,

Athene

..

.

Dr.
p. £
375 375

374%

375% 375

Bangkok


Sh.p.tical
1110%
110

!/10

1110%
1

1(2%

Budapest
. ..
Pen.
p. £
27.854
27.844 27.82

27.87
27.844

B. Aires

. ..

d. p. $
47181
4711/,,

47
9
1
32

47
11I3

4751

Calcutta
. . ._
Sh.
p.
rup.
1j6
16
1
/

1
1
6

116
1
:
32

1j6
1
!
81

Constantin.. Piast.p.1
980 985

975

990
98.

Hongkong
..

Sh.
p. $
2J0I1
1/”+ft 1
“/b
2,0%
3/11

Kobe……..Sh.p.yen
1/l°H
1,10

1/10P,

1110
3
1
8

1
1
10
Te
Lissabon

. .

scu.p.
E
109%
109%

109%

110
109%

Mexico’)

$
per
£
10
9.97%

9.75

10.25
10

Montevideo

d. per
£
50%
50%

50%

51
5031

Montreal

..

$
per
£
4.868/,
4.87’1

4.87

4.882/
8

4.87’j,

R.d.Janeiro

d. per
Mil.
5281,
5571

571
8

5291
32
f
5571
e4

Shanghai

Sh.
p.
tael
2,627132
2/691

216%

2
1
7i1
216
21
1
32

Singapore.
..

id.
p. $
2/3
51
1
2/3U

2/3%

2/329j32
21355154
Valparaiso
2;.

$ P.
39.60 39.80

39.57

39.60
39.57
Warschau
.

ZI. p. £
1
4351,
0

4
35
In6

4331

437j,,
4381
1)
In het vervolg worden de Mex.
$
niet meer in penc. doch
in £
genoteerd.

2) 90
dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRLJS 8)
Londen’)
N.York’)
Londen
18 Febr.1929.
.

25s1
55%
18 Febr. 1929. . ..
84111%

19

.
1929.. 25%
56
19

,,

1929…
84/10%

20

,,

1929..

25181
557/
9

20

,,

1929…
.
84111%

21

,,

1929..

25Is1

21

,,

1929….
84111%

22

,,

1929.. 2 5 %

22

,,

1929….
84111%

23

,,

1929..

25to
557,,
23

,,

1929….
8411134

25 Febr. 1928.. 2681
57
1
15
25 Febr. 1928…
.
84111%

20 Juli

1914..

24l51
59
20
Juli

1914….
84111

5)
in pence
p.
oz.stand.
8)
Foreign silver in
$c. p.oz.
line.
3)
In 5h.
p.oz.
fine

STAND VAN

RIJKS KAS.

Vorderingen.

1 I5Febr. 1929 1 23 Febr. 1929


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

442.786,80
f

127.680,05
Voorschot
op
uIt. 3.29 (resp.D.’28) aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-

Saldo bij de Nederlandsche Bank……..

adminIstratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belasting ……..
,,

37.372.666,14
,,
37.372.666,14
Voorschotten aan Suriname ……….
11.503370,62
,,

11.634229,62
Id. aan Curaçao
……………………..
38.169,54

Kasvord. weg. credletverst.a/h. buitenl.
Daggeldleeningen tegen onderpand
,,
130.457.692,48

..

131.713 302,80

van Staatsschuldbrieven

……….

….

,,

19.000.000,-
Saldo der postrekenlngen van Rijks-
comptabelen

………………….
22.530.569,81

..13.500.000,-

,,

21.493.093,69
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.
..

T.’)
T.

en

………………………….
Id.
op
andere Staatsbedrijven
‘)

7.102.578,42

,,

6.532.578,42

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank
….
f

2.165.618,40 1
1025297,72
Schatkistbiljetten In omloop’)……….
67.261.000,-
,,
67.26L000,-

Waarvan direct bij de Ned. Bank..
16.320.000,-
16.320.000,-
,.

11.118.061.-
11.054.271,-
32.909.630,53
,,

31.381.999,73

Schatkistpromessen in omloop
………


,,

18.245I7

Zilverbons in

omloop……………….
Schuld aan Ned.-Indit’)…………….

Id. aan het Alg. Burg. Penaioenfonda’)
,,

21.288.177,-
62.781.869,66
23.564 928.44
56.672.019,44

Id. aan Curaçao
2)
………………
……..

T.
1)..,,

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
Id. aan andere Staatsbedrijven’)… …
Id. aan diverse instellingen
‘) ………..
….l.640.000,-
6.297.643,76

,,
,,

1.640.0(0,-
5.835.878,84
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1 Juli
1929. ‘)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1 16 Febr. 1928 1 23 Febr. 1929
Vorderingen:
(32
909.000,-
f31.382.000,-
7.023.000,-
,,

8.798.000,-
Verplichtingen:
31.383.000,-

Saldo

b1

‘s

Rijks

kas

……………..
Saldo bil

Je Javasctie Bank

…………

,,

2.696.000,-

Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas……

47.825.000,
,,46.529.000,-
Waarvan Muntbilietten
……………
Muntbiljetten in
omloop …………..
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
,

258.000,-
,,

258.000,–
Ldern aan de Ned.-Ind. Poatspaarbank
755.000,-
.

741.000,-

214

ECONOMISCHSTÂTISTISCHE BERICHTEN

27 Februari

1929

NEDERLANDSCHE BANK.
JAVASCHE BANK.
Verkorte Balans op 25 Februari 1929
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
Activa.
ken

cijfers

der

laat8te weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
1

schulden
i

Andere
opeischb.
Bell
metaal-

BinnenI.Wjs{Hfdbk.

f

56.6
0
.127,94
sels,Prom.,

Bijbnk.
,,

2.747.056,71
enz.in
disc.

Ag.sch.
,,

14.362.837,88

73.713.0,5
saldo

23Feb. 1929
.
j

2u0
299 900 52.400
49.280
Papier
0.
h. Buiten!. in disconto.
. . .

4
,,


Idem eigen portef.
.
f
166.993.912,-
16

,,
1929
189.100
302.100
69.300
44.540
Af:Verkochtmaaj yoor
190.000

«
303.500
57.100
45.760
debk.nognietafgel.

166.993.912,…
Beleeningen
26Jan. 1929
169.228

22.0
300.153 61.436
47.443
Hfdbk.
f

40.299.645,88
mci.
vrsch.
19

,,

1929
169 662

23.101

304.504
63.882
45.409
in rek.-crt

Bijbnk.
,,

5.857.581,94

.

{

12

,,

1928
169.559

22.415
311.319
65,803 41.125
op

onderp.

Ag.sch.
,,

52.441.496,08

.

.
5

,,

1928
169.669

21.977 311.405 69.312
39.359

t

98.598.723,90
.
25Feb.1928
173.594

18.015
309402
40.270
122.056

op
Effecten.
. .
_ .-.
f

97.044.923,90
26Feb. 1927
195.402

30.447
305.205
58.457
154.038

OpGoederenenS pec.

1.553.800,-

.
25 Juli 1914
22.057

31.907
110.172
12.634 4.842
3
)
98.598.723,90
Voorschotten a. h. Rijk

,,

12.146.371,62
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
. Diverse
Dek-

MuntenMuntmaterjaaj

.
.
Dat a
conto’s N.-Ind.

1
ningen
reke-
kings- percen-
Munt, Goud .
.. . ..
f

67.053.245,-

____________
______
betaaib.

t
ningen’)
tage

23 Feb. 1929

11700

***
.

54
Muntmat., Goud

.

367.494.872,26

)

t
434.5.117,26

.


16

,,

1929

142.800

S..

52
Munt, Zilver, enz..

22.142.871,23
9

1929

145.400

53
Muntmat., Zilver
. .


26 Jan. 1929

7.641

39.296
1

830

44.792

53

456.690.988,491

Belegging
11 ,
kapitaal, reservesen pen-

.
19

,,

1929

7.928

40.320

86.925

46.176

52
sioenfonds

…………………..
,,

24.520.394,98
12

,,

1928

7.937

41.251
1

92.504

49.085

51
Gebouwen en Meub. der Bank
.. . . ..

,,

5.000.000,-
.
5

,,

1928

7.613

41.491
1

95.730

49.373

50
Diverse rekeningen
.. .. . ………..

25.896.758,21 L
25 Feb. 1928

12.784

28.948
1

85.576

36.789

55

Pa,,jva

763 560.171,73
26Feb. 1927

13.296

19.442
J

72.086

39.587

62

Kapitaal …………………..
f

20.000.000,-,
25 Juli 1914

7.259

8.395

47.934

2.228

44
ReservefondB ……
.. …….. .. . . .-.

7.157.903,12.

Sluitpoet activa.

) Basis ‘/

metaaldeaking.
Bijzondere reserve ………
.. . . .. . . .

8.000.000,-.
Pensioenfonds

………………
..

5.543.725,90
BANK VAN ENGELAND.

Bankbiljetten in omloop……..
.. .. .

775.761.030,-,
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.5)

Bankbilf.
Other
Securities
Bankassignatin in omloop………..
,,

107.355,72
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
,


Data
Metaal
in
1
,
n
an
kbli
n
i~
1
anklÖi.
and l
Securitles
saldo’s:

k
Anderen

31.488.794,13

31.488.794,13

_______________ _________
circulatie
Departm.
Advances
1

Diverse rekeningen
. … .. .. ..

……
15.501.362,86
20 Febr.1929
150.851
351.819

58.685
12.056

18.692

f

863.560.171,73
13

1929
150.154
352.698

51.140
10.447

16.687
6

1929
149.917
357.519

52.107
8.714

15.528
Beschikbaar metaalsaldo ………
… .
f

133.256.917,24,
30 Jan. 1929
152.978
355.644

57.070
9.657

15.946
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-

03

1929
153.343
355.366

57.737
10.764

15.061
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,

334.370.290,
16

,,

1929
154.406
360 683

53.489
13.058

15.540
1)
Waarvan in het buitenland.


2
22 Febr. 1928′
157.918
1

134 068
52.276
Voornaamste posten in duizenden guldens.
22 Juli

1914
40.164 29.317

33.633
Goud
ndere
1
Beschikb.
Dek:

Munt
1
Muntmat.I
IClrculatlepelschb.I
1
.
~
A

Metaal-
kings
_
Data

Other Deposits
Gov.
1
t
Dek-
Bankers
Other
Accountsl

1
schulden1
saldo
perC.
Data
____________
Sec.
_______

1
Public
Depos.
1
Reservel
kings-
1
perc.
2)

’29
25 Febr.
87.053
367.495

775.761
31.596
133.275
56k

20Febr.’29

46.332

15.076

65.695

37.133

59.032 50
18

,,

’29
67.055 367.495

774.854
28.834
134 835
57
11

,,

’29
67.056
367.495

784
541
42.742
125.630
55
13

,,

’29

47.877
.
19636

58.200

36.438.

57.456 50
4

,,

’29 67.040
367.495

807.905
38.745
117.897.
54
6

,,

’29

55.387

8.351

‘68.501

37.004

52.398 46
28 Jan. ’29
67.045
367.495

782.471
44.679
126.101
55
30 Jan. ’29

50.502

19.230

58.211

37.863

57.334
49231
21

,,

’29
67.050
367.495

788.718 47.986
121 652
54
23.
,,

’29

44.487

16.850

60.842

37.482

57.977 505
27 Febr.’28
67.730
367.464

776.516
48 286
297.140
56
16

,,

’29

55.122

15.148

67.550

36.666

53.724 45

25 Juli ’14
65.703
96.410

310.437
6.198 43.521
1
)
54
22Febr.’28

31.903

15.033

536

43.600 393(
22Juli ’14

11.005

13.736

42.185

29.297 52
Data
Totaal
bedrag
Schateist-
promessen
1

Bele
“7’a7T lviT”
het
o
disconto s
rechtstreeksi
n Ingen
buiteni.

1
reke-


ningen
2),
1)
Zie voor wijzigingen in de bankstaat de toelichting op blz. 1080
en 1081..
2)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN
FRANKRIJK.
25 Febr. 1929

73.713

98.599

166.994

25.897-
18

1929

66.816


105 212

166.385

26.928″-
11

,,

1929

66.828

93.361

198.269

15.042

Voornaamste posten in millioenen franos.

Zilver
1

Tegoedl
Wis-
Belee-
Renteloos
4

,,

1929

59426

108.348

205 657

33.737

28 Jan. 1929

62 376

,

97.666

203.229

32.044′
Data

Goud’)
in het
se
S

1
op het
Ibultenl.I
ningen
voorschot
21

,,

1929

69.511

99.153

205.484

30.955
1
buitenl.j
a.d.Staat

8Feb.’29 34.018
732
12.303
23.163
18251
2.314
3.200
27 Febr. 1928

64.633

115.554

181 603

27.515
25

1
Juli

1914

67.947

14.300

61.686

20.188

509
1

,,

’29 34004
732 12.436
22.349
18.177
2339
3.200
1)
Op de basis van
2
1

metaaldekking.

1)
Sluitpost activa.
25Jan.’29 33.995
732
11.78923.791
18.738
2.199 3.200

’29
18

,,

33.983
732
11.937
22.612
18.722

2.244
3.200
CURAÇAOSCHE BANK.
9Feb.’28

5.544
343
54
1.466
,10
1.768

Voornaamste posten in duizenden guldens.
23 Juli’14

4.1041

640

1.541
8
1
769

Voor-
verse
Diversen
1
Data
Metaal Circu-
latte
Dis- conto’s
s
m
o
tt
en1

aan de
reke-
reke-
..,
Data
Bons
v. d
zelfst
Dtver-

sen
Circulatle
Rekg.Courant

1
Part!-
1

1
zelfst.
________________
nlnge,i21
amort.
k.

5.930

1
Staat Jamort.k.Iculteren
6.721
1 Januari

1929
2.718
5.298
155
.

21

.
3.073
189,
8Feb.’29
1.755
63.101 6.412

6.234
1 December 1928
2.680
5.111
80
57
2.970
181
1

,,

’29
5.930
2.162 63 867
6.161

6.238 6.016
1 November1928
2.462
4.564
156
7
2.579
164
25 Jan.’29
5.930
1.490
62.153
6.612

6.100
7.495
1 0tober

11128
2.449
4.462,
157
77
2.414
158
18

,,

’29
5.930
1.609
62.443
6.442

5.957
6.671
1 September1928
2.471
4.510
157
136
2.414
195

,
9Feb.’28

27.349
58.269
126


8.831
1 Augustus 1928
2.372
4.275
158
93
2.382 253
1 Januari

1928
2.320
3.312
1

163
360
j
2.215
570.
t
23 Juli’14
1)
Bij
de


stabilisatie

1

is de
5.912
goudvoorraad
1

401


943
de
1)

Iuitp. der
activa.
2)
Sluitp.
der passiva.
nieuwe waarde
van den
franc.
2)
Sluitpost
activa.
gewaarueerd
volgens

27
Februari
1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

215

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

a a
OU
bij bui- als goud-
wissels
Belee-
teni. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

15 Feb. 1929
2.728,9
85,6
100,4 1.446,6
78,3

7

,,

1929
2.729,1
85,6
140,3
1.707,2
44,4

31 Jan. 1929
2.729,2
85,6
152,2 1.774,1 101,9

23

1929
2.729,2
85,6
163,5
1.548,4
40,7

15

,,

1929
2.729,3
85,6 156,2
1.657,2
55,7

15 Feb.

1928
1.866,4
83,5
292,8
2.963,9
58,4

30 Juli

1914 1.356,9


750,9
50,2

D
a a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa2)
latie
Cr1.
Passiva

15 Feb. 1929
93,2
544,6
4.077,3
467,2
153,9

7

,,

1929
93,2
469,4
4.236,1 501,3
140,4

31 Jan. 1929
93,3
480,8
4.453,9
421,9
186,4

23

1929
93,3
440,8 3.809,3
783,1
184,2

15

1929
92,3
561,7
4.080,4
609,8
297,6

15 Feb. 1928
94,3
677,2 3.784,4
532,6
291,6

30 Juli

1914
330,8
200,4
1

1.890,9
944,-
40,0

‘)Onbeiast.
2)
W.o. Rentenbankscheine
15, 7
i’ebr.,
31,23, 13
Jan.
‘ii,
15 Feb. ’28, resp. 38; 41; 69; 59; 43; 45 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data
,

Goud

Rekg.
Crt.

0

1929

cj

tJ
0
_-

21 Febr.
906
474 44
708
40
344 2.369
26
92

14
906
494
44
698
39
345
2.382
14 99

7

,,
905
532 44
678
38
345
2.391
23
99

31 Jan.
905
537
44
673
47
350
2.419
42
65

24

,,
905
525
44
654
34
350
2.352
34
96

23 Fbr.
1

743
454
44
537
39
.386
2.066
23
88
1)
1928.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Ooudvoorraad
ettig
Z
Wissels

Data
aal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
.

.
d.
disc v
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
eic.
member
markt
banks
gekocht

6 Fbr. ’29
2.663,9 1.257,0
166,7
851,6
410,7

30Jan.’29
2.667,2
1.274,5
168,0
820,6
435,6

23

,,

’29
2.648,1
1.294,0
165,4 782,1
454,2

18

,,

’29
2.630,6
1.265,4
162,1
821,8
481,2

9

’29
2.631,7
1.292,6
151,4
876,5
477,1

2

’29 2.587,6
1.307,0
130,9
1.151,5
484,4

8Fbr.’28
2.817,6
1

1.473,1
1

167,5
458,8
369,3

Belegd
1
°t

Gestort Coud-
Dek-

Algem.
Dek-
Data
In U. S.
Gov.Sec.
in
circu-
51
Kapitaal
kings-
kings-
1
latie

perc.’)
perc.
2
)

6Fbr.’29
200,1
1.646,3
2.438,1
149,6 85,2 69,3

30Jan.’29
201,8 1.645,5 2.437,1
148,8
65,3 69,4

23

,,

’29
202,0
1.661,0 2.397,1
148,4 65,3
89,3

16

’29
238,3
1.697,3
2.472,6
147,9 63,1
67,0

9

’29
239,2 1.745,3
2.45,2
146,8
62,7 66,3

2

,,

’29
244,0
1.829,4
2.563,7
147,0
58,9 61,9

8Fbr.
1
28
401,3

1
1.584,2
2.445,21
134,6 69,9

74,1
1)
Verhouding totalen gou(lvoorraaa tegenover opeiscnoare
scnu,uen:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

Beleg-
gingen

rve
1
bijde
F.R.
banks

1.759

l

sito’s

Waarvan
time

deposits

30Jan.’29
580
16.131
6.053
20.372
6.893

23

,,

’29
554 16.062
6.071
1.730
20.334 6.885

18

1
29
598 16.158
6.076
1.771
20.592
6.891

9

’29
665
16.366
5.926
1.765
20.615
6.896

2

,,

’29
824
16.963
6.374
1.859
21.201 6.993

1 Fbr.’28
650 15.265
6.575
1.783
20.834
6.670

Aan het eind van ieder kvart;ja1 wordt een overzicui
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 25 Februari 1929.

De gang van zaken op de internationale fondsenmarkten is gedurende de berichtsperiode tamelijk kalm geweest, hoewel
hier en daar toch wel vrij groote koersverschillen zijn voor-
gkomen. De invloed van N e w Y o r k is eenigszins ver-
zwakt, in de eerste plaats doorda1 de ontwikkeling daar ter plaatse zonder groote schokken plaats heeft gevonden, ver-
volgens door het feit, dat twee vacantiedgen de beursweek
hebben onderbroken. Over het algemeen is de stemming in
Wall street opgewekt geweest. Het totaal aan makelaars-
leeningen is vrij aanzienlijk verminderd, zoodat de vrees voor
discontoverhooging door de Federal Reserve Bank kleiner is
geworden. Ook de tegenstand in sommige invloedrijke kringen ten aanzien van een discontoverhooging heeft de markt gerust.
gesteld. Toch is men er wel van overtuigd, dat de financieele
autoriteiten niet zonder meer zullen toezien, dat een herhaling
van de ongebreidelde speculatie, gepaard gaande met een stij-
ging van de geldkoersen, zal intreden. Dientengevolge is men,
ondanks alle optimisme, voorzichtig geworden.
Te L o n d e n schijnt men in de achter ons liggende be-
richtsweek de gevolgen van de dliscontoverhooging niet meer te
hebben gevoeld. Voor ,,giltedged”fondsen toch bestond eenige
animo, waartegenover slechts schaarsch materiaal kon worden
gesteld. Het gevolg is een lichte koersverbetering geweest. Ook
de overige afdeelingen echter hebben een betere tendenz ge.
toond. In het bijzonder was dit het geval met rubberaandeelen
en met aandeelen in petroleumondernemingen. De stijgipg van
den rubberprijs tot boven 1 sh. per pond heeft vooral invloed
uitgeoefend, hetgeen ook in de andere, afdeelingen merkbaar
is geworden.
Te P a r ij s is de fondsenmarkt tamelijk onregelmatig ge.
weest. De onzekerheid ten opzichte van het aanblijven van de tegenwoordige regeering heeft de transacties doen inkrimpen.
Daartegenover stond het feit, dat de geldmarkt ruim is ge-
bleven en dat de conversieleening van de Caisse d’Amortisse-
ment een goed onthaal heeft gevonden. Ten slotte is dan ook
een vaste stemming overheerschend geworden, voornamelijk
in fondsen zooals Suezkanaal, enkele electriciteitsondernemin-
gen en sommige bankaandeelen.
De markt te B e r 1 ij n is aanvankelijk vast geweest, totdat een nieuwe verhooging van de noteering voor particulier dis-conto een lustelooze stemming in de hand heeft gewerkt. Een
uitzondering werd gevormd door aandeeleii in kunstzijde-fabrieken. In verband met geruchten, dat de conferentie te
Parijs zou zijn overgegaan tot het vaststellen van minimum-
prijzen werden deze fondsen uit de markt genomen. Toen be-
vestiging niet werd vernomen, daalde het peil echter, hoewel
de grondtoon toch opgewekt is gebleven.
De markt t e n o n z e n t kon over het algemeen niet
gedrukt worden genoemd. Er vielen integendeel verschillende
afdeelingen aan te wijzen, waar het koerspeil een verbetering
heeft ondergaan. Zelfs de
beleggingtrnarkt
was weinig veranderd,
ondanks het feit, dat de geidmarkt in den loop van de berichts-
week.stij ver is geworden. 6 % Ned. Werk. Schuld 1922: 104/
8
,

104/
16
;
41
/ % Ned. Werk. Schuld 1917: 100
1
1,
100
1
/
16
;
4
1
12
%
Ned. Indië 1926:
99/16,
99
1
/; 5 % Brazilië 1903 £ 100: 85
1
/,

84
6
/
e
; 5 %Brazilië 1913£ 20-100: 76/,
75
1
/; 8% Sao Paulo

1921: 105
1
/
16
1
105/.
Onregelmatig was de houding van de afdeeling voor
indu-

etrieele
aandeelen. Certificaten Margarine Unie verbeterden
eenigszins, doch tegen het einde der beriohtsperiode viel toch weer een lichte reactie waar te nemen. Aandeelen Calvé.Delft
hebben een inzinking goed kunnen overwinnen. Daarentegen
hebben aandeelen Batava Margarine bij kleinen handel een
voortdurende verbetering te zien gegeven, in verband met ge.
ruchten, dat deze fabriek door de Margarine Unie zou zijn over-
genomen. De verschillende kunstzijdesoorten waren verlaten en onregelmatig van stemming. Terwijl aandeelen Maekubee
een neiging tot lichte verbetering toonden, liepen aandeelen
Enka eenigszins achteruit. Ook voor Philips was een lustelooze
stemming overheerschend. Batava Margarine: 74
1
/2,
81
1
/
4
;

Calvé Delft: 171, 166
1
/; Centrale Suiker Mij.: 78/,
79
1
/;
bil.

Kunstzijde md.: 179’/, 176’/
2
; Holl. Mij. t/h. maken van wer-

ken in gew. Beton: 286, 288
1
/; Int. Viscose: 88, 87/; Maeku-

bee: 152
1
/
A
, 152/,; Margarine Unie: 350
1
1, 35
9
‘./; Ned. Kunst-
zijdefabr.: 388, 380; Philips Gloeilampenfabr. Gem. bez. v.
Aand.: 874
1
/
2
1 860; Ougrée Marihaye: 405, 409; Separator:

169’/
2
1 172
1
/
2
; Zweedache Lucifer Mij.: 414, 428.

F

andbrieven der Insulaire Hypotheekbank
ierikzee behooren tot de beleggingsfondsen
verzekeringsbank en van het Kroondome.in

baar:4
1
/2
pCts. PANDBRIEVEN á 99°10

26

ECONOMISCH-STKTISTISCHE BERICHTEN

27 Februari 1929

De
petroleurna/deeling
heeft nogal veel belangstelling ge
trokken door de krachtige verbetering van aandeelen Konink-
lijke Petroleum Mij. Vooral de productiecijfers van de Konink-
ljjke hebben er toe bijgedragen de vraag naar dit aandeel te
stimuleeren. Daarnaast hebben de overige soorten uit deze rubriek eenigszins op den achtergrond gestaan. Aandeelen
Perlak stegen na een kortstondige interruptie, terwijl aan-deden Peudawa slechts weinig aandacht hebben ontmoet.
Dordtsche Petr. md. Mij.: 358
1
/, 385; Gec: Hol!. Petr. Mij.:
226, 250; Kon. Ned. Petr. Mij.: 378
1
/, 398; Perlak Petr. 202,
199
1
/; Peudawa: 38/
8
, 421/
4;
Marland 011: 37
1
/.
in
mijnbouwaandeelen is
de handel ruim geweest, gepaard
gaand,e met een koersstijging van eenige beteekenis voor aan-
deden Algemeene Exploratie Mij., Boeton, Redja.ng Lebong,
Oost Borneo, enz. Daarentegen hebben aandeelen Singkep Tin
een deel van hun koerspeil moeten prijsgeven, in verband met
geruchten omtrent stagnatie in het bedrijf ondervonden, door
schade aan één der machinale installaties. Alg. Exploratie Mij.:
197
3
/
4
,
219
1
1
2
; Biliiton le Rubriek: 630, 629; Boeton Mijnbouw
Mij.: 2911/
4
, 309; Mijiler & Co’s Mijnbouw Mij.:
1001/41
102;
Oost Borneo: 106, 113; Redjang Lebong: 146, 165; Singkep
Tin Mij.: 348, 338
1
/
4
.
De afdeeling voor
rubberaandeelen
is vast geweest, in ir-
band met de reeds vernielde verbetering van de rubbernotee-
ring. Er is in de Amsterda.msche markt echter niet veel omge-
gaan. De omzetten zijn zeer bescheiden gebleven. Het hoofd-
fonds, Anisterdani Rubber, is zelfs vaak op den achtergrond
getredsn in vergelijking met den toch gering van -omvang
gebleven handel in sommige andere soorten. Amsterdam
Rubber: 287
1
/
2
, 2951/
4;
Deli Batavia: 200, 208; Hessa Rubber: 386, 392
1
/
21
IndischeiRubber: 330, 325; Java Caoutchouc:
172/, 176/; KaliTelepak: 286/, 311; Kendeng Lembde:
368/2,
3747/s;
Majanglanden: 298, 313/
4
; Ned. md. Rubber &
Koffie: 283, 285; R’dam Tapanoeli: 126
1
/
2
, 229/
8
,; Serbadjadi:
243, 250; Sumatra Caoutchouc: 198, 205; Sumatra Rubber:
231, 238; Ver. md. Cultuur Ond.: 174
3
/, 182/
4
; Intercontinen-
tal Rubber: 12
7
/
s
, 13
1
/
16
.
Aandeelen in
tabaksondernemin gen
hebben zich niet geheel
hij den gang van zaken op de rubbermarkt aangesloten. Voor
certificaten ,,De Oostkust” gold dit nog wel eenigermate,
doch de overige aandeelen hebben ten slotte slechts geringe
fluctuaties in het licht gesteld. Na een inzinking van enkele
procenten is in de meeste gevallen weer een herstel tot stand gekomen. Arendsburg: 659
1
/
4
, 655; Besoeki Tabak: 567, 560;
Deli Batavia: 554’/
41
554; Deli Mij. 456, 448; Ngoepit: 377,
365; Senembnk: 515, 516
1
/.
De
suilcera/deeling
heeft bijna volkomen op den achtergrond
gestaan. Berichten van de V.J.S.P. werden niet ontvangen en
de Cubanoteeringen te New York hebben geen aanleiding tot
ingrijpen gegeven. Waar dit nog het geval is geweest, heeft de
irerkoopdrang de overhand gehad, hoewel slechts in bescheiden
mate aanbod is ontstaan. Cultuur Mij. der Vorstenlanddn:
159/, 157; H.V.A.: 663/
4
, 654/
4
; Javasche Cultuur Mij.:
392, 387’/
4
; Kalibagor: 341, 338; Krian: 210, 206
1
/
2
; Maron:
236, 235
3
/
4
; Ned. md. Suiker Unie: 251, 2471/
4;
Poerworedjo:
92, 89/; Sindanglaoet: 412, 405; Suiker Cultuur Mij.: 2.45,
244; Watoetoelis Poppoh: 743, 744.
&heepvaarlaandeelen
bleven opgewekt, met kleine koérs-
verschillen. Een uitzondering moet worden gemaakt voor
aandeelen Nederlandsche Scheepvaart Unie, waarin vrij
groote omzetten tot snel stijgende koersen tot stand zijn
gekomen, benevens vooi aandeelen Koninklijke Paketvaart.
Holland.Amerika Lijn: 82
1
/
4
, 80
1
/
4
; Java China Japan Lijn;
152/, 153; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 93
1
/
4
,
94/;
Nea.
Scheepvaart Unie: 217,
2221/4;
Nievelt Goudriaan: 1181/
4
, 117;
Stoomv. Mij. Nederland:
2041/4,
207.

De afdeeling voor
bankaancieelen
was vast, doch weinig
bewogen. Een iets grootere verbétering hebben aandeelen
Nederlandsche Handel Maatschappij kunnen behalen. Am-
sterdamsche Bank: 197, 1971/
4;
Hou. Bank voor Zuid.Amerika:
82, 81/
8
; Incasso Bank: 125, 124
7
/; Javasche Bank: 315/
4
,
320; Koloniale Bank: 252, 243; Ned. md. Handelsbank:
172
1
/
d
, 185
7
/
8
; Ned. Handel Mij.: 183/, 185/
8
; R’danische
Bankvereeniging: 1 17/
4
, 1 17’/
4
; Twentsche Bank: 141, 140
1
/
4
.
De Arneri/caansche markt is op
een hooger peil gekomen,
hoewel de omzetten van weinig beteekenis zijn geworden.
American Water Works: 86, 85 (ex div., ex claimad f1. 46); Anaconda Copper: 268/
4
, 269 (ex div.); Cities Service: 538,
580; Studebaker: 88/, 91/
8
; U. S. Leather: 27
1
/
8
, 28; U. S.
Steel Corp.: 173V
4
, 183/
4
; Atchison. Topeca: 200/
i
, 201;
Baltiniore & Ohio: 125/
4
, 128; Ene: 69
1
/
4
, 71
1
/
2
; IfSsouri
Kansas & Texas: 48’/
2
, 50e/
s
; St. Louis & San Pransisco:
119/
41
120
1
/; Union Pacific: 218, 221
3
/
4
; Wabash Railway: –
71/4, 743/8.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

6 Februnri
192).
Op de zeer groote zaken in t a r w e, welke den laatsten tij
11
zoowel naar Europa als naar buiten dit wereiddeel liggende
landen werden gedaan, was reeds aan het einde der vorige week
weder een reactie gevolgd. Ook later is in deze week de omzet
aan de tarwemarkt kleiner geweest dan tevoren. De reactie
echter, welke in Noord-Amerika ingetreden wasin de prijzen,
toen het bleek, dat Argentinië niet ineedeed aan de Noord-
Amerikaansche prijsstijging en zich daardoor het leeuwendeel
der zaken verzekerde, heeft slechts weinigvoortgang gemaakt
en maakte spoedig weder voor een vastere stemming plaats.
Na eenige fluctuaties van weinig beteekenis is die stemming de
geheele week blijven bestaan, ofschoon toch in Europa de
kooplust zich slechts weinig herstelde. Wel bleven verschillende
invoerlanden, van het Europeesche continent steeds Plata-
tarwe koopen, doch in Manitoba’s werd slechts weinig gedaan
en speciaal in Engeland was de vraag niet groot. Enkele ladin-
gen Australische tarwe, waarbij zich een lading op Juni-aflading
bevond, werden weder naar Britsch-hidië verkocht, terwijl
Griekenland een lading Platatarwe kocht. Voor de in Britsch-Indië met tarwe bezaaide oppervlakte is deze week een eerste
raming van 31 Januari gepubliceerd van 30.4 millioen acres, terwijl omstreeks derizel.fden tijd van het vorige jaar die uit-
zaai geschat werd op 30.6 millioen. Hierin ligt dus geen groot
verschil, doch de definitieve raming heeft in 192832.2 niiffioen
acres bedragen. Na 31 Januari zijn uit Britsch-Indië herhaalde-
lijk klachten binnengekomen omtrent droogte en zelfs vorst,
waarvan de te velde staande tarwe schade ondervond. Men
meent dan ook te mogen aannemen, dat de zaken naar Britsch-
Indië zullen voortgaan, terwijl het er tevens naar uitziet, dat
Japan en China eveneens in dit seizoen nog heel wat tarwe
zullen koopen. De aanzienlijke hoeveelheden, welke naar niet-
Europeesche destinaties worden verscheept, vormen dan ook
nog steeds den belangrijksten steun voor den tarweprijs, ge-
holpen door de gedurende het grootste gedeelte der week nog in Europa geheerscht hebbende gloote koude. Ook werd deze week van tijd tot tijd weder geklaagd over ongunstige weers-
omstandigheden voor de wintertarwe der Vereenigde Staten,
maar het staat allerminst vast, dat in Europa en Amerika het
ontbreken van sneeuwbedekking en koud weder werkelijk veel
schade hebben veroorzaakt. Eerst na den winter zal men zich
daarover een oordeel kunnen vormen en tot nog. toe zijn de
betrouwbare berichten, waarin schade aan den oogst ontkend
wordt, Vrij talrijk. De verschepingen naar niet.Europeesche
destinaties zijn deze week weder groot geweest en sedert 1

INDUSTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ

AMSTERDAM

LONI)EN

BERLI.J1N

PARIJS

KOPEN HAGEN

MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL / 25.000.000.-

VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES 1
12
.
9
00.000…

-.

Financiering van den afzt van industrieele producten.

27 Februari 1929

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

217

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

II
1

Amsterdam

Totaal

Artikelen
1
17123 Febr.

Sedert

Overeenk.
1

1929

1
1 Jan. 1929
1
tijdvak 1928

Tarwe ………………43.843

231.021

246.479

Rogge ……………..3.669

19.697

14801

Boekweit …………..
…..96

4.034

5.694
28.5
Maïs ……………….11

137.986

160.734

Gerst ……………..10.131

82.135

55.751

Haver ……………..3.974

29.113

35.027

Lijnzaad ……………11.660

40.540

22.700

Lijnkoek ……………10.143

30.796

37.939

Tarwemeel ………….L557

13.705

24.061

Andere meelsoorten .

1.607

2.108

Augustus bedragen zij nu 13.3 millioen qukrters tegen 6.9
millioen in dezelfde periode van het vorige seizoen. De Canadee-
sche tarwepool is niet dringend met tarwe aan de markt en
draagt daardoor bij tot de handhaving der in Noord-Amerika
sedert het begin der vorige maand ingetreden prijsverhooging,
die te Chicago ca. 10 á 15 %, te Winnipeg ongeveer 10 % be-
draagt. Argentinië makkt voortdurend gebruik van deze
schoone gelegenheid om flinke hoeveelheden zijner tarwe tot
bevredigende prijzen af te zetten. Ook deze veek zijn aan de Argentijnsche termijnmarkten de tarwoprjzen niet verhoogd
en zelfs heeft tenslotte een verlaging plaats gevonden, welke
10 á 15 centavos per 100 KG. heeft bedragen. Deze Argentijn-
sche prijsdaling, alsmede beter weder in Noord-Amerika en ge-
brek aan Europeesche vraag naar Manitoba’s bracht op 25
Februari in Noord-Amerika een zeer flauwe stemming te weeg
met aanzienlijke prijsdaling. Chicago sloot 2 á 2-, Winnipeg
1 dollarcent per 60 lbs. lager dan op den 18den.
In overeenstemming met het weinig dringende Canadeesche
aanbod en de daardoor veroorzaakte beperking der zaken in
Canadeesche tarwe naar Europa, terwijl bovendien in de Ver-
eenigde Staten de tarweprijzen nog altijd te hoog worden ge-houden om export van beteekenis mogelijk te maken, zijn de
verschepingen uit Noord-Amerika deze week weder niet groot
geweest. Uit Argentinië echter is veel afgeladen, maar dit heeft
niet voorkomen, dat de naar Europa onderweg zijnde hoeveel-
heden een kleine vermindering ondergaan hebben. Zij zijn
echter nog van grooten omvang en een toename der Europee-
sche vraag heeft de kleine afname dan ook niet veroorzaakt.
Ook bij de verminderde vraag van deze week blijft het nog
opmerkelijk, dat er tegenwoordig zoo vele landen zijn, die
geregeld buitenlandsche tarwe betrekken en dat de versche-
pingen naar Europeesche invoerlanden dit jaar sedert het
begin van het seizoen even groot zijn als in het vorige, terwijl
toch de Europeesche tarweopbrengst buiten Rusland 14
millioen quarters grooter is geweest dan in het jaar 1927.
In r o g g e zijn de zaken naar Noordwcsteljk Europa weder
sleepend geweest, doch uit Noord-Amerika hebben iets groo-
tere verschepingen plaats gevonden. Hier tegenover staat
echter, dat uit Argentinië in het geheel geen verschepingen van
rogge hebben plaats gevonden. Nog altijd is het de groote
hoeveelheid rogge, die in 1928 door de belangrijkste rogge
verbruikende landen van Europa is binnengehaald, welke de
zaken belemmert. In Duitschiand heeft in het jaar 1928,
terwijl toch in de eerste helft van dat jaar nog een vrij belang-
rijke invoer van rogge plaats vond, de import slechts 1.5 mii-lioen quarters bedragen tegen 3.6 miljoen in 1927. Onder den
indruk der flaune tarwemarkt was ook rogge op 25 Februari te
Chicago zeer flauw, nadat aanvankelijk eenige prijsstijging
had plaats gevonden. In vergelijking met 18 Februari was het slot op den 25sten voor Maart 2/
4
, voor Mei
11/
dollarcent per
56 lbs. lager.
In m a ï s is de markt ook weder gedurende het grootste
gedeelte dezer week weder niet levendig geweest. Noord-
Amerika was niet vast wegens groote aanyoeren aan de
Amerikaansche markten en kleinen export. Wel zijn die aan-
voeren in het laatst der week wat verminderd, doch de ge-
heele uitvoer van de Vereenigde Staten naar Europa bedroeg
slechts 75.000 quarters, waarvan zelfs niets bestemd was naar
Nederland. De vermindering der aanvoeren veroorzaakte
eenig herstel aan de termijnmarkt te Chicago, doch op 23 en
25 Februari was de markt daar weder flauwer. Op het lage
prijsniveau dezer week zijn naar Engeland en Nederland weder
meer zaken in Noord-Amerikaansche maïs gedaan, doch voor
te Rotterdam en Antwerpen arriveerende partijen was dc
markt zeer gedrukt, wegens de gesloten waterwegen. Tege-
lijkertijd waren echter voor mais in het Nederlandsche bin-
nenland en voor werkelijk in de Nederlandsche havens ver-
laden wagons zeer veel hoogere prijzen te bedingen, omdat de
voorraden bij verbruikers sterk geslonken zijn. Met de verla-
ding per spoor is het in de Nederlandsche havens zeer slecht
gesteld, doch beter gaat dat te Antwerpen, zoodat in deze

17123 Febr.
1929
1

Sedert
1 Jan. 1929
1

Overeenk.

11
tijdvak 1928.
1929 1928

1.750
27.481
8.442
258.502
254.921
19.697 14.801

3.10l
36.892
42.677
4.034
174.878
5.694 203.411

98
2.374 82.233 58.125

91-1

30.014 35.027
8.342
66.601
45.978
107.141

.
68.678

r


100
30.796 38.039
5.010
7.422
18.715
31.483
1.607
2.108

ek veel mais per spoor uit Antwes-pen naar Nederland is
verkocht. Vooral geldt dit voor, Platamaïs. In tegenstelling
met Noord-Amerikaansche maïs zijn van deze maïssoort de
aanvoeren in de Nederlandsche havens slechts klein en daar
ook slechts weinig daarheen onderweg is, staan te Rotterdam
en Amsterdam de prijzen voor spoedig verwachte Platamais,
in betere verhouding tot die van het uitvoerland dan voor
Noord-Amerikaansche maïs het geval is. Verschepingen van
nîaïs uit Argentinië waren ook deze week weder niet groot,
ofschoon zij tegenover die van de vorige week vel eenige vër-
•meerdering vertoonen. Stooniende Platamaïs ontmoet in
Engeland vrij goede belangsteffing en men was daar bereid
gede prijzen te betalen, nu de van den laatsten oogst in
Agentinië overgebleven voorraden slechts klein zijn en uit
andere expoi-tlanden, zooals ‘Zuid-Afrika, Nederlandsch-
Indië en Egypte geen verschepingen van beteekenis te ver-
v’acbten zijn. Waarschijnlijk echter zal in dit jaar de geringe
omvang van den in Argentinië overgebleven ouden voorraad
kbrter dan anders zijn invloed blijven oefenen, omdat mais
van den nieuwen Argentijnschen oogst ditmaal zeer vroeg ter
verscheping zal komen. Niet slechts op April, doch zelfs ook op
1’1aart.aflading wordt nieuwe Argentijnsche mais geregeld
aangeboden. Do premie, welke daarvoor boven latere vesche-
ping wordt gevraagd, toont eenige neiging tot vermindering. Als zeer groote bijzonderheid moet nog worden vermeld, dat
rëeds nieuwe Platamaïs naar Liverpool en ook naar Rotterdam
i afgeladen. Voor de eerste verschepingen van den nieuwen
Argentijnschen oogst bestond deze week aanvankelijk vrij
algemeene kooplust. Aan de Argentijnsche termijnmarkten kwamen nauwelijks prjsfluctuaties voor, maar de ramingen
van den Argentijnschen maïsoogst zijn wegens betere weers-
oinstandigheden den laatsten tijd iets gestegen. De vroeg
gezaaide mais is nu rijp en voor de laat gezaaide wordt nog naar
regen verlangd. Op 25 Februari werd ook regen gerapporteerd,
die echter tevens de kwaliteit der eerste aanvoeren dreigde te
schaden, zoodat voor den eersten verschepingstermijn dadelijk
meer geld werd gevraagd. De Argentijnsche termijnmarkten
zijn de laatste dagen der week wat vaster geweest en sluiten op
25 Februari 5 á 10 centavos per 100 KG. hooger dan een week
tevoren. Te Chicago viel een verlaging vn
5/,
dollarcent per
56 lbs. voor Maart en
1
/8
voor Mei te constateeren, doch Juli
vas
/8
hooger.

r
,t Zuid-Afi

ika bleven de berichten omtrent den nieuwen
oogst vrij gunstig, maar zaken vinden daarin niet veel plaats.
e r s t is ook deze week weder stil geweest. In Duitsch-
hind toonde mn wat meer kooplust voor gerst uit Noord-
Afrika en van den Donau, doch van Donauhavens wordt
wègens het ijs op den Donau slechts zeer weinig afgeladen.
Voor voergerst ui1 de Vereenigde Staten en Canada is de vraag
eyen slecht. Te Rotterdam en Antwerpen verkeeren de prijzen
v,Qor arriveeremie partijen zeer sterk onder den druk der
nïoeilijkheden bij de lossing en bij de verzending, en de Ame-
rikaansche prijzen voor, verdere verscheping zijn zoo veel
hooger dan de in de genoemde havens geldende, dat nieuwe
zaken uitblijven. Intusschen is deze week weder veel gerst uit
Noord-Amerika verscheept, zoodat de naar Europa onderweg zijnde hoeveelheid aanzienlijk is toegenomen. Daar tevens in
verschillende West-Em-opeesche havens nog zeer veel voer-
gerst uit Noord-Amerika opgeslagen ligt, valt op een spoedige
verbetering van de gerstmarkt, voorloopig nauwelijks te
rekenen. Winnipeg is tenslotte ook weder flauwer geloopen en
sluit iets lager dan op 18 Februari, nadat aanvankelijk eenige
prijsstijging had plaats gevonden.
Voor haver was de markt in Engeland deze week iets beter
en er bestond daar wat meer vraag voor stoomende Plata haver. Nieuwe zaken werden echter weinig gedaan. Wel
echter was dit het geval op het vasteland, waar vrij wat
Platahaver op aflading gekocht is. Van Noord-Amerika blijven
zaken in haver nog steeds vrj wel onmogelijk, omdat de prijzen,
afgezien van enkele zeer ‘goedkoope soorten, daar te hoog zijn v2or afladingen naar Europa.

218

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27 Februari .1929

SUIKER.

De verschillende suikerma.rkten toonden de afgeloopen
week weliswaar wat meer levendigheid, doch prijzen konden
zich over het algemeen niet handhaven en brokkelden verder af.
In A in e r i k a kwamen vrij belangrijke zaken in Ruw-
suiker tot stand, doch ten slotte wilden Raffinadeurs niet méer
aanleggen dan 1
7
/
8
dc. c.&fr. New York op basis van Cubasuiker.
De omzet bedroeg ongeveer
100.000
tons.
Ook op de termijnmarkt te New York liepen prijzen verder
terug en waren de noteeringen op Donderdag (Vrijdag en
Zaterdag was de markt gesloten);Mrt. 1.85; Mei 1.99; Juli
2.08; Sept. 2.14 en Oct. 2.17, terwijl Sp6t Centrifugals op 3.71
sloten.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Vereenigde
Staten bedroegen deze week 82.000 tons, de versmeltiilgen
55.000 tons tegen 42.000 totis in 1928 en de voorraden 193.000
tons tegen 225.000tons. . .
De laatste
C
ii b astatistik is als volgt:

1929 .

1928

1927
Ton

Ton . Ton

Öubaansche prod. tot 16 Febr. 1.865.000 1.350.000 1.706.000
Consumptie ……………..1.285

6.792

12.500
Weekontv. afscheephavens

235.532 231.656 203.050
Totaal sedert 1 Jan…. ….. l.2l5.831

740.325 1.027.540
Weekexport ……………..123.157

74.212

94.411
Totale export sedert 1 Jan …

530.544 216.203 421.503
Voorraad afscheephavens.. . . .

712.245 569.329 622.224
Voorraad Binnenland ……620.926 602.883 666.656
Werkende fabrieken

163

169

173

Volgens mededeeling van het Miisteie van Landbouw
7

1
de maaltijd op Cuba uiterlijk 28 Maart geëindigd zijn en de
oogst 4.500.000 tons bedragen. An dit bericht werd weinig
waarde gehecht en het bleef zonder invloed op de markt.
In E n g e 1 a n d was de handel op de termijnmarkt vrij
levendig. Het slot was echter kalm met noteeringen, clie
tusschen
3/4
d. en 3 d. beneden opening lagen. –
De Ruwsuikermarkt sloot op dé volgende noteeringen:

Maart

b.

16

Sept.

Sh. 9/38
4

Mei

8,9

Dec.

915

1

Aug.

913

De Zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

.

1928

. 1927
Tons

Tons

Duitschland 31112

1.457.000

.

1.213.000
Tsjecho Slov. 31112(112 646.000)

690.000 (803.000) 846.000
Frankrijk 31112..

630.000

587.000
Nederland 31112..

261.000

192.000
België 31/12 …… (1/2 198.000)

221.000 (166.000)

183.000
Polen 31112 …..( ,, 416.000)

420.000 (273.000)

293.000
Engeland 31/12
Geimp. suiker ( ,, 293.000) 202.000 (288.000) 223.000
Engeland 31112
Binnel. suiker ( ,, 67.000)

74.000 ( 53.000)

54.009

Europa

3.955.000

3.591.000
V.S. A ti. bar. 29112 (2/2 144.000)

159.000 (172.000)

179.000
Cub. havens 29112 (212 477.000)

125.000 (306.000) 218.000
CubaBinnen1.29/12(2/2 517.000)

32.000 (291.000)

74.000

4.271.000

4.062.000

Op J
a v a was de markt voor tweedehands-suiker de
geheele week zeer lusteloos gestemd. De noteeringen bleven echter onveranderd:
Superieur ready / 147
8
; Hoofdsuiker ready / i2/.
H i e r t e 1 a n d e was de markt kalm doch prjshoudend
met geringé ondernemingslust. De fiuctuaties wren uiterst
gering en liet slot was prijshoudend:
Mit. t
127
8
; Mei
t
137
e
;
Aug. / 13/ n Dec.
t 13/ alles geboden met verkoopers tot
t
78 hooger. De omzet bedroeg 1300 tons.

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.

Manchester, d.d. 20 Februari 1929.
Prijzen van Amerikaansche katoen zijn gedurende de afge-
loopen week merkwaardig vast geweest. De cijfers voor het
verbruik van katoen door Amerika gedurende Januari werden
Dondérdag gepubliceerd en hieruit bleek, dat deze het groot:
ste (maandelijksch-) totaal aanwezen, dat sedert bijna twee
jaren bereikt werd, doch een en ander had op prijzen slechti
een tijdelijken invloed. Het deel van den oogst, dat Amerika. voor zich houdt, was tot nu toe niet veel grooter dan het was sinds 1926-’27. Egyptische katoen was eveneens vast. De markt voor Amerikaansche garens is lusteloos en spin-
ners klagen algemeen over het uitblijven van orders. Met heel
weinig uitzonderingen kan men zeggen, dat orders, die nog

STATISTISCH OVERZICI-

.

.

H
T
T
W
ar

in er
0.

loco
Rotterdam!

R000E
AmericanNo.22) loco
Rotterdam
per 100 K.G.

.
.

MAIS
La Plata
loco
R’damjA’dam
.
per 2000 K.G.

0

A
9E

23′

mer.

0.

,
Iloco
Rotterdam per
20G

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’dainIA’dam
per 1960 K.G.

STEENKOLEN
Westfaalsche) Hollandsche
.
bunkerkolen
ongezeefdf.o.b.
R’damjA’darn

PE.TROLEM

Mid. Contin.
Crude 33 t/m 33.9
0

és
1

cI
h
J
Zfl
d

evelan
Foundry No.3

f.o.b.
Middlsbrough

KOPER
Standaard
Locopri)zen Londen
per Eng. ton

f1.
olo
II.
°!o
f1.

.
°Io
fl.
0
10
f1.
Olo
f1.
°lo
8
Ol
o

5h.
O!
o

£
Oj
Jaargemidd.

1925
17.20
100,0
13,07
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0 10,80
100,0
1.68
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
Januari

1926
*16,90

98,3
11,475
87,8
190,25
82,0
184,25
78,1
370,75


80,2

10,05
93,1
1.51
89,9
701-
95,9 59.31-
95,3
Februari
f16,30
94,8
t 11,52
5

88,1
174,00
75,2
175,00
74,2
353,00
76,3
10,20
94,4
1.80
107,1
7016
96,6
.

59.121-
96,0
Maart

,,
*15,375
89,4
1′
11,475
87,8
167,75
72.5
174,50
73,9 330,00 71,4 9,85 91,2
1.80
107,1
70/6 96,6
58.15(6
.
94,7
April

,,
*16,10
93,6
±
11,45
87,6
177,50 76,7
194,75
82,5
335,75
72,6
10,00
92,6
1.80
107,1
7016
96,6
57.716 92,4
Mei

,,
*98,35
94,9
f
11,00
.
84,1
168,50
72,8
192,50
81,6
334,50
72,3
13,10 121,3
1.93
114,9
731-
100.0
56.916
91,0
Juni
*j,J25
93,7
11,12


85,1
171,00
73,9
198,75
84,2
360,25
77,9
13,85 128,2
2.05 122,0
7616
104,8
56.1716
91,6
)uli
*16,20
94,2
12,17
5

93,1
175,25 75,7
200,50
85,0
382,50
82,7
16,35 151,4
2.05
122,0
871-
119,2 58.21-
93,6
Augustus

,,
15,35
89,2
11,825
90,4
170,50 73,7
190,50
80,7
.376,50
81,4
17,25 159,7

2.05
122,0
90(6
124,0
58.1916
95,0
September
14,80
86,0
11,95
91,4
170,00
73,5
204,75
86,8 360,25 77,9 25,50
236,1
2.05
122,0
94/6
129,5
.
58.151-
94,6

October
15,75
91,6
12,325
94,3
175,50
75,8 218,75 92,7
367,75
79,5 31,10
288,0
2.05
122,0.
118/-
161,6 58.716
94,0
November -«
16,025
93,2
12,60
.96,4

177,75
76,8 215,00
91,1
382,50
82,7 38,25
353,7
1.81
107,7
12016 165,1
57.616
92,3
December
15,411
89,5
12,21)
93,3
173,50
74,9 210,75
89,3
373,75
80,8
19,00
175,9.
1.75
104,2
9916 136,3
56.1916
91,8
Januari

1927
15,22
5

88,5
12,50
95,6
165,00
71,3
222,25
94,2
362,50
78,4
13,35
123,7
175
104,2
8516 117,3
55.716
89,2
1ebruari


15,225
88,5
13,05


99,8
167,00
72,1
230,00
97,5 373,75 80,8
12,10 112,0
1.70
101,2
8316
114,4
.
54161-
88,3
Maart
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25
92,9
354,75
76,7
11,25
104,2
1.26
75,0
811-
111,0
55.171-
89,9
April
14,80
86,0
12,825
98,1
173,00
74,8
237,50
100,6
351,50 76,0
11,00
101,9 1.22
72,6

801
109,6
55.216

88,8
Mei


15,75
91,6
13,575
103,8
172,75
74,6 258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
741-
101,4
54.141-
t8,1
Juni

. 15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
75,8 245,00
104,2
372,75 80,6
11,00
101,9 1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
Juli.
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
74,1
235.75
99,9 367,75
79,5
11,10
102,8
.
1.22
-72,6 701-
95,9
53.19i-
86,9
Augustus
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368.25
79,6
11,05
102,3
1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89,0
September
14,70
85,5

12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8 369,50 79,9
10,90
100,9
1.22
72,6
65/-
89,0
54.131
88,0
October

,,
13,725
79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00
77,6
10,90
100,9
1.22-
72,6
65/-
89,0
55.51-
89,0
November

,,
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8 233,25
98,8 349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
95,1
December
»
13,40
77,9
12,57
5

96,2
201,00
86,8
246,25
104,3
348,25 75.3
10,60
98,1 1.22
72,6
651-
89,0 60.21-
96,8
Januari

.1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
65
1

89,0
62.-!-
99,9
Februari
13,80
802
12,87
5

98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April
15,30
88,9
14,975
114,5
239,50 103,5.
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8 661-
90,4
61.1416
99,4
Mei

,,
15,30
88,9
15,475
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00 80,4
10,60
98,1
1.19


70,8
661-
90,4
62.15-

101,1
luni

,,
14,37
5

83,6
14,275
,
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25 79,0
10,10
93,5
1.19

70,8
661-
90,4
63.17!-
102,9
Juli
14,25
82,8
13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8 661- 90,4
62.18/-
101,3
Augustus

,,
12,00
69,8
l2,62
96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.2
72,0
661-
90,4
62.1016
100,7
September ,,
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
85,9
198,25
84,0 350,75 75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
66/-
90,4
63.8/-
102,1
October

,,
12,27
5

71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8 661-
90,4
65.121-
105,7
November .12,325
71,7
12,07
5

92,4
227,25
98,2
185,50
78,6
386,25 83,5
10,20
94,4

IJS
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December
.
12,30
71,5
11,90


-91,0
220,25
95,1
180,50
76,5
373,75
80,8
10,10
93,5
1.18
70,2

-661-
90,4
70.31-
113,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3 365,00
78,9
10,10


93,5
1.16
69,0
66/-
-90,4
75.1016
121,7
4 Februari
12,60
73,3
12,55
96,0
233,00
100,6
192,00
81,4
360,00
77,8

1.11
66,1
66/-
90,4
80.1216
129,0
»
12,75
74,1
12,60


96,4
233,00
100,6
193,00
81.8
355,00 76,8
12,50 115,7
1.11
66,1
671-
91,8
77.-!-
124,0
8

»

»
12,80
74,4
12,70
97,1
239,00
103,2
198,00
83,9
359,00
77,6
13,00
120,4
1.11
66,1
671-
91,8
76.51-
122,8
5

,,
12,75
74,1
12,75
97,5
239,00′
103,2
196,00
83,1
355,00
76,8
l3,25


122,7
1.11
66,1
671-
91,8
78.51-
126,1
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
= Western véér de invoering
vi * Manitoba No. 3. -)- Zuid-Russische. –

,

27 Februari 1929

ECONOMISCH-STATISTSCHE BERICHTEN

219

geplaatst zijn, van geringe beteekenis waren. Evenwel
blijven garenprijzen zeer vast en vafi spinnerszijde blijkt er
weinig animo te bestaan de noteeringen te verlagen, zelfs niet
nu de spinnerijen slecht bezet zijn. Spinners van Egyptisch.e
katoen klagen even hard en tot heden heeft het, besluit om
korter te werken noch meer vraag, noch betere prijzen gebracht.
:[ntusschen zijn de noteeringen voor alle nummers vast.
In de doekmarkt is weinig verandering te bespeuren. Prijzen
zijn vast en de algemeene verwachting met betrekking tot den
markttoéstand is wat hooger gestemd. Dit is toe te schrijven
aan een verbetering in zaken met Afrika en het Nabije Oosten.
Ook vanuit Indië is muir vraag, doch biedingeft zijn over het
algemeen van dien aard, dat moeilijk i’an een behoorlijke
winstmarge gesproken kan worden. Dit is in het bijzonder het
geval met bedrukte goederen.
1

loewel de algemeene vraag
naar stapels niet moedgevend is, schijnt er in dhooties en
andere soorten iog iets te zijn omgegaan, doch een en ander is
niet van dien aard geweest, dat dit veel invloed op de markt
heeft gehad. Over het geheel genomen is de stemming gezond
en hoopgevend, zonder dat veel verbetering is aan te wijzen.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 12 Fbr. 19 Fbr.
13 Fbr. 2OFbr. T.T.opBr.-Indië 115 116
F.G.F. Sakellaridis 17,95 17,90 T.T.op Hongkong 1/1 l 1/11
G.F. No. 1 Oomra 7,00 6,90 T.T. op Shanghai 2j64 216l

THEE.

i)e afgeloopen week gaf andermaal een Amsterdamsche theeveffing te zien met een aanbod van 11.500 kn. Neder-
landsche-Indische thee, directe aanvoer.
Het verloop der veiling was traag en de prijzen waren on-
regelmatig. Ordinaire- en middensoorten brachten prijzen op,
die 1 1. 4 ets. lager waren dan die der vorige veiling, terwijl
goede kwaliteiten prijshoudend genoemd konden worden tot 1 á 2 ets. lager!
Partijen met vooruitgaande kwaliteit waren schaars, doch
konden dikwijls nog iets in prijs verbeteren in vergelijking met
de voorgaande veiling. Er bestond in deze veiling een grootere belangstelling voor
bladthee dan voor gruissorteeringen, hetgeen wijst op mindere
vraag voor Engelsche rekening en op goede kooplust van
binnenlandsche zijde.
Er werden aanvankelijk nogal verschillende partijen
opgehouden, waarvan echter een groot gedeelte onmiddellijk

na de veiling plaatsing kon vinden, zoodat het saldo onver-
kocht in deze veiling slechts 1400 ku. bedraagt. .De volgende veiling is vastgesteld op 7 Maart a.s. en zal een
aanbod te zien geven van ongeveer 14.500 kisten Nedrlandsch-
Indische thee directen aanvoer. ‘Amsterdam, 25 Februari 1929.

KOFFIE.

De stemming bleef in de afgeloopen week vast bij vrijwel onveranderde prijzen in Brazilië en in de overige productie-
binden. Het is nog altijd Brazilië; of juister gezegd, het Insti-
tuut tot Permanente Verdediging van de Koffie van Sao
Paulo, dat de markt volkomen in handen heeft en den loop der
‘prijzen voorschrijft. Uit het cijfer der afleveringen uit de
plantages naar het binnenland van Sao Paulo gedurende de
maand Januari, in het vorig Weekoverzicht vermeld, valt af te
leiden, dat de Santos-oogst op zijn eind begint te loopen en
dientengevolge is voor de maanden Februari tot en met Mei te
rekenen op een regelmatig en belangrijk afvallen• van de
binnenlandsche voorraden in Sao Paulo en Minas Geraes en
int is te verwachten, dat het Instituut deze omstandigheid
niet ongebruikt zal laten, doch integendeel de gelegenheid,
die het daardoor geboden wordt om de prijzen voorloopig
vèrder op te houden, gretig zal benutten. Wat echter na Mei
gèbeuren zal, is nog geheel onzeker, daar dan de volgende
oègst begint af te komen en de raming van dien oogst, vooral
wat Santos betreft, weder groot is, zoodat dan voor de rest
van het jaar te rekenen valt op een zeer belangrijke toeneming
v’kn de voorraden in het binnenland van Sao Paulo. Dat de
geweldige regens in Sao Paulo en de daardoor ontstane over-
stroomingen, die het spoorwegverkeer hebben bemoeilijkt
en op het oogenblik nog bemoeilijken, aan den volgenden oogst
ihade zouden hebben gedaan, is tot nu toe van officieele zijde
in Brazilië niet vermeld. Weliswaar werd van particuliere zijde
gètelegrafeerd, dat die oogst schade zou hebben geleden, doch aangenomen mag worden, dat deze berichten tendentieus zijn,
daar het Gouvernement of het Instituut ongetwijfeld niet
zouden hebben nagelaten ze te bevestigen, indien zij ook maar
voor een klein gedeelte waar zouden zijn geweest. Alleen is
bekend gewoi-den, ‘dat de belemmering van het spoerwegver-
keer nog wel ongeveer tien dagen zal aanhouden en dat het
Instituut daarom order gegeven heeft om de voor Santos
vastgestelde hoeyeelheid van 40.000 balen voor de dagelijksche

GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

TIN


loconrijzen
Londen per

KATOEN
for Middlfng locopriizen
New Vork
per lb.

WOL

gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
Crossbred Colo-
nial Carded,
SO’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen


SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dam/A’dam.
per I00K.G.
per lb.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam per
‘Is
K.G.

THEE
All. N.-I. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en ‘Suma-
tratheep.’I5K0.

Indexcijfer
v/h. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleid

van 1913
=
100v.
tot Is= 100

Indexcijfer
van The
Economist,
herleid
1901-5=100
tot 1925=100

£
61.17!-
OJ
100,0

$
cts.
23,25
ijs
100,0
pence
55,00
Olo
100,0
pence
2950
0
10
100,0
Sh.
2111,625
0
10
100,0
II. 18,75

1

Ol
o

100,0
ets.
61,375
°Io
100,0
ets.
84,5
01
100,0 100,0 100,0
83.6!-
108,2
20.75
89,2
48,75
88,6
2
6:
0
0
88,1
3
1
4,25
113,0
16,87
5

90,0 57,5 93,7
103,5
122,5
98,7
93,4
86.31-
109,3
20,55
88,4
46,50 84,5 25,00
84,7
217.625
88,8
17,12
5

91,3
58
94,5
103,5 122,5
96,1
92,3
85.14!-
109,1
19,40
83,4
47,50
86,4′
25,0
86,4
215,125
81,8
16,37
5

87,3
57,25
93,3
100,25
118,6
93,5
91,1
82.1916
108,1
19,10
82,1
47,50
86,4
25,00
84,7
2/1,25
70,9
16,37
5

,
87,3
54,25
88,4
97,5
115,4
92,3


90,4
68.1416
102,6 18,95
81,2
47,50 86,4
2425
82,2
1110,5
63,2
16,50
88,0
55
89,6
102,25
121,0
92,3
89,4
68.1316
102,6 18,45
79,3 47,50
86,4
2400
81,4
118,375
57,5
16,625
88,7
56
‘91,2
100
118,3
92,9 90,0
83.61-
108,2 18,80
80,9 47,50
86,4 23,75
80,5
118,375
57,5
16,75
89,3
57
92,9
89,25
105,6
91,0 90,2
94.1016
112,5
18,45
79,3
47,75
86,8
24,50
83,1
117,625
55,1
16,37
5

87,3
57,75
94,1


89,7 92,2
07.1916
117,6 17,35
74,3 48,75 88,6 25,25
85,6
118,
12
5
56,5
17,25
92,0
51,25
93,3
87,75
103,8
90,3

94,7
14.1416 120,2 13,25
57
1
0
47,50 86,4
24,75
83,9
118,875
58,6
17,87
5

95,3
53,5
87,2
89,5
105,9
92,3
94,5
08.116
117,7
12,90
55,5
44,75 81,4
24,00
81,4
118
56,1
19,62
5

104,7
51,625
84,1
85,25
100,9
94,8
93,3
07-16
117,3
12,60
54,2
44,75
81,4
24,50
83,1
116,5
51,9 21,87
5

116,7
50
81,5
79,25 93,8
94,8
88,7
99.1316
114,4
13,45
57,5
45,00
81,8
25,25
85,6
17,375
54,4
22,00

117,3
50
81,5
71
84,0

93,5
87,6
09.816
118,2 14,15
60,6
46,25
84,1
26,00
88,1
1/7,125
53,7
21,125
112,7
48,75
79,4
71,25
84,3
94,2


89,5
12.15/-
119,4 14,25
61,3
47,75
86,8
26,50
89,8
118,25
55,8
20,62
5

110,0
48
78,2
70
82,8
92,9
87,9
04.11-
116,1
14,75
63,4
47,50
86,4
26,25
89,0
1J7,875

55,8
20,25
108,0
48
78,2
72,25 85,5
92,3
87,4
95.121-
1129
16,15
69,5
47,00
85,5
26,00
88,1
1/7,75
55,4
20,25 ‘108,0
47.
766
86,5
102,4
93,5
88,9
96.916
113,2
16,85
72,7
47,25
85,9
26,00
88,1
116
50,5
18,37
5

98,0
47
76:6
81,25
84
96,2
96,1
89,3
89.1516
110,7 17,90
77,0
48,50 88,2
26,50
89,8
114,75
41,0
18,62
5

18,50
99,3
98,7
47
45,375
76,6
73,9
-‘
99,4

97,4
96,1
89,2
90,8
92 -16′
87.1216
111,5 109,8 19,70
22,05
84,7
94,4
48,50 50,00
88,2 90,9
26,50 26,50
89,8
89,8
1/5,25
114,25
40,8 45,6
17,87
5

95,3 44,25
72,1
94,5
111,8
96,8 90,0
64.216
100,9
20,65
88,8
50,25
91,4
26,75
90,7
114,375
46,0
16,87
5

90,0 45,25
73,7
93
110,1

96,8
89,1
1644/6
100,9
20,25
87,1
.

52,25
95,0
28,50
96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,3
166.1316
‘101,8
19,70
84,7
51,50
93,6
28,75
97,3
1
1
7,
75

55,4
17,87
5

95,3 46
74,9 89,25
105,6
97,4 88,0
155.11-
97,4
19,25
82,8
53,00
96,4
29,75
100,8

1
1
7,
25

54,0
17,37
5

92,7 46 46
74,9
84,5
100,0
98,7
86,7
87,4
133.1016
89,2
18,35
78,9
54,75
99,5′
31,75
107,6
1/3,75
44,2
16,75
89,3
47
74,9
79,5
79
94,1
93,5 96,8
.
98,1
88,4
133.1716
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
I6,875
90,0
76,6 134.6!- 89,5
20,65
88,8
54,5Ô
99,1
33,00
111,9
-/9,375
26,3
16,875

90,0
47
76,6 74,25 87,9

98,7
90,1
130.13!-
88,1
21,55
92,7
54,25
98,6
32,25
109,3
-/9
25,3
l6,62
5

88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
90,0
118.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0 49
79,8
73,25
86,7
1

987
88,3
111.19/-
80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
105,9
-j9,25 .26,0
15,50″
‘82,7
49,875
81,3
71,25
84,3
955
86,8
111.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7

1
9,25
26,0
‘16,00
85.3 51,875
845
8
6:0
67,75
80,1
92,9
85,0
114.7/6
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5
23,9
15,87
5

84,7
52,75
70,25
83,1
93,5
85,1
121 19!-
84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25
92,4 -18,8 24,7
14,625
1

78,0
53
86,4 73
86,4
94,2
95.5
85,1
132.1016
88,8
19,90
85,6
47,25
85,9
27,50
93,2
-18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
843
75,75
76,5
89,6 90,5 95,5
85,5

128.81-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-/8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
.
86:6
77,25 91,4
94,2
?22.716
84,9
20,20
86,9
46,75 85,0 28,75
97,3

-19,875
27,9
13,7?
5

73,5
53,125
123.216
85,2
20,05′
86,2
5

45,00
5

8I,8
28,50e
96,6
9

-/10,875
30,5
1362
5

13375-
72,7
71,3
54 54
88,0
88,0
74,5
74
88,2′
87,6
124.10/-
85,7

20,05
6
86,2
6
44,00101
80,0
10

28,0010
94,910

-III
30,9
120.1716
84,4
20,15
7
86,7v
-112,5
35,1
13,25
70,7 54
88,0
121.151-
84,7
-8 -8
44,00″ 80,0″
27,50
11

93,2″
-113,5
37,1
3,375.
71,3
54
88,0
1
huidige officieele noteeringswijze (Jan. 1928)
3
) =Malting véér de invoering van dehuidige 0111e. noteeringswijze (Jan.
19213).
4)Jaar

en maanugein,øaeIcIen algerono
op
i/o
pence.
5)
1
Febr.
6)
8
Febr.
7)15 Febr.
8)
Geen noteering
op 22 Febr.
0)
7 Febr.
10)
14 Febr.
11)
21-Febr.

220

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTN

27
Februari
1929

aanvoeren zoolang te leveren uit pakhuizen, gelegen in de
nabijheid van Santos in welke pakhuizen naar schatting
ongeveer 800.000 balen liggen opgeslagen.
Aan de loco-markt was de afzet wel iets beter en de officieele
noteeringen bleven onveranderd gehandhaafd op 65 ct. per
1/2 KG. voor Superior Santos en St ot. voor Robusta.
Aan de termijnmarkt liepen de noteeringen voor Maart
1/4
ct. en voor de verder verwijderde maanden
/8 1/8
ct. op.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op
prompte verscheping zijn thans ongeveer 107/6 i* 109/- per
cwt. en van dito Prime ongeveer 111/- l 112/6, terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 81/9 á 82/6.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik: Palembang Robusta, Februari-verscheping, 47 ct.; Palem-
bang Robusta, Maart-verscheping, 46
3
/
4
ct.; Benkoelen
Robusta, Maart-vericheping, 47 et.; Mandheling Robust,
Maart-verscheping, 48
1
/
4
ct.; alles per
1/,
KG., ci,f, uitgeleverd
gewicht, netto contant. De slot-noteeringen te New-York van. het aldaar geldende
gemeng4 contract (basis Rio No. 7) waren:

Maart
Mei
1

Sept.
1

Dec.

25 Feb.

……
$
17,10
$16,45
$

15,19
$
14,80
18
,,

17,03
,;

16,40
,,

14,84
,,

14,31
11

,,
,,

17,08

.

16,27 14,61
,,

13,98
4

,,
,,

16,90
16,20 14,50
,,

13,90

Rotterdam, 26 Februari 1929.

COPRA.

De markt was aan het begin der week kalm gestemd met vrij
groote
omzetten.
Naderhand trok Indin zich meer als verkoo-
per terug, en ging er dientengevolge veel nunder om. Stoo
;

mende partijen zijn bijzonder moeilijk te plaatsen, de vraag
concentreert zich hoofdzakelijk op April en Mei aflading. Dé slotnoteeringen zijn:
Nederl. Indische fms. . Copra, afscheep Febr./Mrt … / 28/.
Mrt/April …..28’/,.
Apr./klei ……28
3
/
4
.
llei/Juni ……28/.

IJZER.

Kenmerkend voor de continentale zoowel als voor de En:
gelsche ruwijzermarkt van de laatste veertien dagen zijn de
prijsverhoogingen. Het West-Europeesche gieterij-ijzerkartel
verhoogde den binnenlandschen prijs voor Lux 3 m.i.v.. 1
Maart met 10 frs. tot 600-610 frs. en den exportprijs voor
Italië en Zwitserland met resp. 1 sh. en
21/2
frs., tot 67
1
/, sh.
vrachtbasis Diedenhafen en
97’/2
frs. franco Bazel, unverzollt
Cleveland no. 3 werd 1 sh. duurder en kost nu 67/-. Het
O.S.P.M. (Frankrijk) verhoogde de hematietprjzen voor de
tweede maal in dit jaar, en wel met 10-15 frs. De laatste week kwamen op de staalmarkt .wat meer zakeii
tot stand.

STEENKOLEN.

De vastheid, die wij in ons vorig overzicht signaleerden,
heeft op alle kolenmarkten aangehouden, en wel verre van te
leiden tot een mindere vraag, heeft ze alleen teweeggebrcht, dat de aandrang tot het koopen van kolen, ook voor levering
in de toekomst, sterker geworden is. Als storende elementen bij
de verlading moeten worden genoemd: bevroren hijschwerk
tuigen, sneeuw op de rails, vastgevroren gewasschen kolen en
wat dies meer zij. Booten, die in de Bristol Channel van
5/6.000 tons kolen komen laden, moeten rekenen met een
laadtijd van 10/14 dagen. De Rijn en nevenrivieren zijn alle
dichtgevroren en aangezien gister de door velen begroeté
dooi weer heeft moeten plaats maken voor nieuwe,vorst, ziet
het er niet naar uit, dat de vaart van Duitschland op Neder-
land Rijnwaarts den eersten tijd zal kunnen worden her
rat.
De prijzen zijn als volgt:
Northumberland Ongezeefde …. …………… /10.75
Durham

On’gezeefde ………………….11.25 Cardiff ‘/,large ‘/ smalis …………………..

..13.-
Schotsche Gezeefde (Prime Lothians) ……………11.75
Yorkshire gewassehen Doubles ………………..12.50…
,
Westfaalsche Vetförder ……………………..13.75*
Vetstukken ………………….. ..16.25*
Smeenootjes ……………………14.50*
Gasvlamförder …………………..13.75
Gietcokes .. …………………. ..17.*
Hollandsohe Eierbriketten ……………………18.50
alles per ton van 1.000 KG. franco station Rotterdam/Am-
sterdam.


S)
Nominaal. Aanvoer per spoor hoogst onzeker.

Ongezeefde bunkërkolen f.o.b Rotterdam/Amsterdam
t 13.25. Markt vast.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Op de Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt valt nog
geen opleving te bekennen, er was slechts definitievè vraag van
St. John. N.B. .naar de Middel] andsche Zee. In die richting
werd een boot bevraôht van 35.000 qtrs. op basis van 17
cents, Maart/April, een afsluiting, welke voor herhaling vat.
baar is. Ook was er een matige *aag naar de Spaansche Middel-
landsche Zee, twee handige booten van 22.000 qt.rs., 10 %,
werden afgesloten voor Februari/Maart op basis van 22 cents
één haven.
Van de Northern Range wordt niets aangboden.
Van de Golf van Mexico bestaat de kans éen boot vanmiddel-
matige grootte naar Antwerpen of Rotterdam per Maart te
doen op basis van 15 tot 15- cents; voor deze lading is tonnage aangeboden tegen 16 cents, echter zonder succes.
De. suikervrachtenmarkt was de gunstigste van alle Noord-
Amerikaansche districten. Verscheidene booten van 6000/
6500 tons laadvermogen werden bevracht voor Maart belading
tegen de iets betere vracht van 19/6 d. van Cuba naar 1J.K./
Continent.
De graanvrachtenmarkt van de North Pacific vertoont nog
geen opleving en de loopende vraag is beperkt tot een handige
Maart/April boot van Vaucouver naar Portugal tegen 30/. en
de mogelijkheid bestaat om een gelijksoortige .boot in gelijke
positie te bevrachten van Portland .of Puget Sound naar
U.K./Continent tegen 31/3 d. . ,
Van de La Plata kwamen in de afgeloopen week een groot
aantal afsluitingen tot stand; er viel echter geen werkelijke
verandering in de vrachtprijzen te constateeren. Er werd be-
vracht voor alle posities tot aan 15 Junï canceffing. Voor Fe-
bruaii werd handige tonnage bevracht van Tipriver naar
IJ.K./Continent tegen 25/-, dezelfde vracht werd besteed voor
eerste helft Maart. Maart/April, April/Mei en Mei/Juni werd
afgesloten tegen 24/.. Van Buenos Aires naar U.K./Continent
werd 23/- voor Februari en 22/d voor April betaald. Een 6000-tonner werd bevracht van Upriver naar Canada tegen 23/- voor
April/Mei belading.
De Salpeterbevrachters toonen nog steeds geen belangstel-
ling voor ljnbootruimte of tonnage naar Europa.
De Burma vrachtenmarkt was willig gedurende de afge-
loopen week, terwijl de vrachten iets gezakt zijn. Tegen het
einde der week was tonnage schaarsch voor begin en midden
Maart en reeders van booten van matige tot middelmatige
grootte houden vast aar een vracht van 28/9 basis Antwerpen/
Hamburg Range. Meer booten zijn er te krijgen voor Maart/
April belading, 7/8000 tonners vragen voor deze positie 28/-
basis Antwerpen/Hamburg Range.
Van den Donau gaat nog steeds niets om.
Van de zwarte Zee werd verdere tonnage bevracht voo,-
Maart laden, op basis van 13/3 d. naar het Continent, met
optie lijn.koeken tegen 1/6 d., extra en deze vracht kan nog
steeds herhaald worden.
Het laden van kolen van Engeland ondervindt nog steeds
aanzienlijke vertraging door het weder, maar er zijn wel aan-
wijzingen, dat de toestand in den loop der week weder normaal
zal worden. Wat de vrachten betreft, bleven deze gedurende de afgeloopen week verra.send vast in alle richtingen en viel
een lichte stijging te bekennen naar de Middellandsche Zee.
Van Zuid-Wales werd o.a. bevracht: naar Rouaan 4/9,- Lissa-
bon 8/9, A.lgiers 9/-, Port Said 12/-, Alexandrië 12/-, Rio 11/6 d.,
en van de Oostkust: naar Duinkerken 4/7k, Bordeaux 6/.,
Nice 10/-, West Italië 9/6 en Port Said 12/6 d.

RIJN VAART.

Week van 17 t/m. 23 Februari 1929.

De aanvoeren van zeezijde bleven ongewijzigd. Scheeps-
ruimte bleef bij matige vraag beperkt. Er was weinig aanbie-
ding van erts, aangezien de meeste ladingen in verband met de
hooge vrachtprijzen direct uit zeeboot op den wal werden
gelost. Derhalve werd voor schepen, welke uitsluitend voor het
vervoer van erts in aanmerking kwamen, maximum t 2.-
met 4, en / 2.26 met 8 losdagen per last betaald. Overigens werd uitsluitend in daghuur bevracht. Naar de Rijnatations
varieerde deze voor groote schepen van 4 ct. tot
51/2
ct. per
dag en voor middelbare schepen van 4
1
/, tot 6 cts. Voor vlet-
ruimte voor de stad werd met min. 14 dagen garantie nog iets
meei betaald. De vaart bleef wegens ijs totaal gesloten.
Sleeploon en waterstanden werden niet genoteerd. In de
Ruhrhavens ging wegens totaal gesloten vaart niets om.

Auteur