Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 630

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 25 1928

5 JANUAHI .198

AUTEUJÂ9RECHT VOOEBEHOUDEN

EconomscWStatistisché

Bericchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE
COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

I3EJAARGANG

WOENSDAG 25 JANUARI
1928

No. 630

INHOUD

BIz.

DE V. 0. V.
door
Mr. i!J. B. P. F. Baron Wittert van
Hoogland…………………………………72
De nieuwe onzekerheid over hetlot der ,,Poenale Sanctie”
in Indië, gewekt bij de behandeling in den Volksraad
van de jongste veranderingen in de ,,Koelie-ordon-
nantie-Sumatra’s Oostkust” II door
Prof. Str. F. J.
H. Cowan

………………………………..

74
itet Verslag van het Volkskredietwezen over
1926
door
Prof.
G.
Gonggrjp …………………………76
De Tabakshandel in
1927
door
F. M. v. E………….78
Eenige gegevens omtrent de arbeidersvakbew’eging in
Nederland door
Ir. B. Bölge,. ……………… ..80
De nieuwe statistiek der bonen in de Metaalnijverheid
door
Mr. Dr. J. H. van Zanten ………………..
82 BU1TENLANDSCHE MEI)EWERKING:
Bankwetgeving in Zweden door
Mej.
Karin Kok

82
AANTEEKENINCEN:
De invloed van de Vereenigde Staten
01)
het wereld-
prijsniveau …………………………….
84
Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in
Nederl.-Indië

……………………………
85
I’dAANDCIJFERS:
Productie der Steenkolen-, B ruinkolen- en Zoutmijneil
86
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ……….
86
Statistisch Overzicht van den economischen toestand
van Nederland

…………………………
87
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
88-94
Geldkoersen.

Ban kstaten.

Goed erenhandel.
Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES: Prof. Mr. D. van Blom; J. van Rasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regont; Dr. E. van Welderen Baron
Renger.s; Prof. Mr. R. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: iS. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Iloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh G van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro.
rekening No. 6729.

24 JANUARI 1928.

De geidmarkt heeft cle afgeloopen week een geheel
ander aanzien gekregen, vooral wat betreft dc discon-
tccringen. Door het uitblijven van de discontoverla-
ging van cle Nederlandsche Bank kwam er groot aan-
bod van wissels, die waren achtergehouden of zich in
handen bevonden van speculatieve koopors. Vooral
teu de cailrente begon aaii te trekken, moesten ver-
sehillencie posten worden losgelaten. Particulier dis-
conto steeg daardoor snel, zooclat voor eenigsrins be-
langrijke posten rnec’stal 4% pCt. moest worden toe-
gestaan. De prolengatierente bleef vrijwel en gewijzi gcl
en schommelde tusschen 3% en. 4% pOt.
* *
*
Op den weekstaat van De Nedorlandsche Bank valt opnieuw een teruggang van de binnenlandsehe uitzet-

tin gen der centrale ci-edietinstelling waar te nemen.
i)e post binnenlandsche wissels daalde met
f
13 mii-

]inen; cie tbeleeningen geven een vermindering van

f
3,8 millioen te zien.

De goudvoorraad der Bank vertoont een vermeer-
dering van nagenoeg
f
10 millioen. Het zilver klom
met
f
100000. De post papier op het buitenland blijkt
met
f
150.000 to zijn toegenomen, terwijl de diverse

rekeningen op de actiefzijde der balans een daling
van
f
2,8 millioen te aanschouwen geven.
Do biljettencireulatie daalde met
f
19,9 millioen.
Het tegoed van het Rijk ver.rneerderde met
f
12,3 mil-
lioen. De rekening-courantsalcli van anderen geveil
een teruggang van
f
1,7 millioen te zien. Het besehik-
‘baar met.aaisaldo steeg met
f
12,4 millioen. Het dek-
ki ii gapercen tage 1)edraa gt nagen oeg 54.
* *
*

i)e flauwe stemming, die in het laatst dci vorige
week op de w’isselmarkt ontstond, bleef ook dene week
aanhouden. Alleen Dollars bleven vrijwel onveranderd,
maar Ponden, Marken. Franken ote. waren allen aan-
geboden. Vooral in het laatst ‘der week waren Ponden
rzeer flauw. De veel gemakkelijker geidmarkt in Lon-
den tegen de vastere geidkoersen hier veroorzaakte
een sterk aanbod, ioodat le koers tot 12,01% terugliep.
Marken
arell voor 59,04 aangeboden en ook 1e
overige wissels waren even reclig lager. Madrid was
aanvankelijk niet onaanzienlijk vaste-; later brokkelde
‘de koers echter weder af.

LONDEN,
23
JANUARI
1928.

Over het geheel genomen was geld verleden week
vrij gemakkelijk, nadat aan eenige meerdere vraag in
den aanvang van cie week voldaan was.
De Bank van Engeland kocht in de afgeloopen week
eenige belangrijke posten goud, die voor Russische
rekening werden aangevoerd.
De goudpositie van de Bank is dan ook zeer sterk
en op ‘t oogenblik zelfs ruim 1. millioen pond gunsti-
ger dan. in April 1925, toen do gouden ‘standaard
weder officieel in werking werd gesteld.
Verder werden de sedert lang aanhoudende aankoo-
peil van wissels van Fransche zijde door de verla-
ging van het officieel disconto ‘van de Banque de
France nog sterker aangemoedigd. –
Disconto was onder clie invloeden, uiterst zwak en
zelfs een wel wat late poging van de Bank van Enge-
land om de markt te steunen had slechts een nauw
merkbaar effect. De inschrijvingen
op Vrijdag werden
dan ook juist onder 4 pOt. toegewezen, terwijl prima banicaceopten niet beter dan
37/_315/io
noteeren en
zelfs hier en daar verko’open â 3% werden genoemd.
Een dergelijke vrij plotselinge, groote val in het di’s-
con:to, zonder dat daarmede een verlaging in het bank-
disconto gepaard ging, maakte de noten-ing onregel-
matig en nu en clan onbetrouwbaar.
Er wordt natuurlijk ‘druk gesproken over spoedige
verlaging van het hanlcciisconte, ofschoon opinies op
dat punt, met het oog op het
waarschijnlijk
aantrek-ken van geld in de eerstvolgende maanden, wel ver-
deeld zijn.

t-

72

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25Januari 1928

DEV.O.V.

Eenigen tijd geleden heeft de Minister van Arbeid

aan dan Ho’ogen Raad van Arbeid om advies gezandçn
een Voor-Ontwerp van wet tot wijziging yan de

Ouderdoniswet 1919. Deze Wet regelt •de Vrijwillige
Ouclerdoms Verzekering, meer algemeen bekend onder
cle afkorting V.O.V.

Voor zoover mij bekend heeft de Hooge Raad van

Arbeid nog geen advies uitgebracht, althans is dit

nog niet gepubliceerd. Doch dit neemt niet weg, dat

ik wel het vermoeden durf uitspreken, dat dit advies
niet algemeen gunstig zal luiden. Volgens de conside-

.raiis van het Voor-Ontwerp ,,is het wenschelijk geble’-

ken in clie wet eenige wijzigingen te brengen, voorna-

melijk beoogende om aan de daarin geregelde verzeke
ring
te ‘verbinden een tijdelijke rweclerverrzekering van

premiërt hij overlijden van den verzekerde v66r het

bereiken van den leeftijd, waarop de rente zou zijn ingegaan.” Een uitbreiding dus van •de soort der af

te sluiten verzekeringen. En iii is het van algemeene

bekendheid, dat er een stroomirig is, die uitbreiding
dezer wet niet alleen ongenioti’veerd acht, doch zelfs
‘de geheele V.O.V. overbodig.

De bezwaren, welke ‘van deze zijde tegen de-V.O.V.
worden aangevoerd, zijn van versnhillerid’en aard.

1 enerzijds oordeeLt men, dat ‘de Staat hier geen taak

heeft, omdat, van particuliere zijde voldoende in de

behoefte wordt voorzien. Anderzijds oordeelt men, dat
deze tak -van verzekering hij het publiek ongewild is
en dat daarom de Oudei’dornsveizekering geen levens-

vatbaarheid bezit. De resultaten zouden dan ook on-
heteekenen.d iij’n, hetgeen ook maar gelukkig ‘wordt

geacht, omdat deze soort van verzekering uiting zou
vij.t van een onsympathiek egoïsme. Terwijl ten slotte
wordt beweerd, dat de Staat hierbij groot risico zou
loopen, omdat ‘de premiën niet voldoende zouden zijn

om de lasten’ te ‘dekken en het Ouderdomsfonds dan
ook een tekort zou hebben. Het mag een gelukkige

samonlc-op van omstandigheden worden genoemd, dat
angeveer
gelijktijdig
met het verzoek van den Minister
aan, den Hoogen Raad van Arbeid de eerste Weten-
s
cihappelijke Balans van ‘de Vrijwillige Ouderdom.sver-zekering ‘ver scheen, omdat thans de officieele gegevens
beschikbaar ‘zijn, waaraan het meerendeel der boven-
genoemde bezwaren kan worden getoetst.

Alvorens hiertoe over te gaan zij’ het mij’ vergunci
con ‘kort historisch beeld te geven va;n het ontstaan
der V.O.V.

:fn het ontwerp van de i,nvaliclit,eitswet was door

de Regeering een artikel opgenomen, dat personen,
die bij het in werking treden van do wet een leeftijd
van 10 jaar of hooger hadden bereikt, recht hadden
op een ‘kos’teloo’ze ouderdomnrente, indien ‘zij verze-
kerd zouden zijn geweest en recht hadden gehad op
een ouderdomsrente, zoo de verzekering rèeds eerder
ingevoerd was, ‘terwijl e’en gelijk recht werd toegekend

aan hen, die tassohen het in werking treden. ‘van de
hi’erbedoe’lde bepaling en van den verzkeringsplioh-t
70 jaar werden. D’eze rente zou
f 2,—
per ‘week bedra-
gen en voor echtgenooten, die beiden recht op deze
ai’tkeering hadden, tezamen
f
3,— per week. Ingevol-
ge een amendement van7 ‘het Tweede Kamerlid, den
heer Duys, werd bepaald, dat deze ‘bepaling op 3 De-
cembe,r 191,3 in werking zou treden, ook al trade’n de
overige bepalingen der wet e’ei’s-t later in werking.
Door den loop dr omstandigheden traden de overige
artikelen v’cl later
in
werking, dan oorspronkelijk in
het voorne en lag, ni. op 3 December 1919. Gedu-
rende 6 jaren waren aldus ettelijke duizenden perso-
tien’ in het genot van ;koste’loo’ze ouderdomsrente ge-
steld. Op 1 December 1919 ‘bedroeg het aantal rente-
trekkers rond 110.000. Volgens ‘de toenmalige wetsbe-
palingen kwamen in het genot der rente zij, die tus-
schen hun BOe en 70e ‘jaar gedurende 156 weken
a’rb’eid in loondienst hadden verricht. Men mag veilig
aannemen, dat heel wât personen in ‘het genot van
rente zijn gesteld, die wel volgens de overgelegdi ver

klarÏngei, doch iii werkelijkheid niet aan dozen eiseh

hadden voldaan, terwijl anderzijds op grond’ van de stulcken personen werden afgewezen, die meenden
recht ‘te ‘hbben en door ‘de afwijzing zich in hun recht

gekrenkt gevoelden. Oo’k degenen, ‘die niet in loon-

dienst waren werkzaam geweest, doch overigens econo-
misch met ihen, ‘die cla.t vel waren, zijn gelijk te stel-

len, ontvingen geen rente. Om al deze’ redenen wekte

de regeling allerwege groote onts-temming, te ‘meer,
daar met ingang van 1 Januari 1919 het -bedrag der
re’te werd verhoogd tot
f
3,— per ‘week en voor twee
echtgenooten tezamen tot
f
5,—.
Daarom werd i,n het ibegin van 1919 een wetsont-
werp ingediend, waarvan de strekking’was door invoe-

ring een’er vrijwillige verzekering te ‘voorzien in de
ouderdomsvoorziening van niet-arbeiders, ‘die, wat ‘hun economische positie betreft, met arbeiders zijn
gelijk te stellen, terwijl de gunstige •overgangsbepaling

van de Invaliditeitswet, hierbbven vermeld, mede op
Ihen ‘toepasselijk zou zijn.
olgeiis ‘het ontwerp zouden

personen, beneden den leeftijd van 35 jaar, en ‘die niet
naar een inkomen van meer ‘dan
f
2000,— in de Rijks-
inkomstenbelasting waren aangeslagen, zich kunnen verzekeren ‘van een uitkeering op 65-jarigen leeftijd

van 3, 4, 5 of 6 gulden per week, tegen betaling
eener wekeljksche premie, waarvan de grootte afhan-

kelijk was van den leeftijd hij toetreden. De admi-

nis’tratiekosten werden ‘door ‘het Rijk gedragen. Per-
sonen, die bij’ het in ‘werking treden van de wet oude’
dan 35 jaar, doch jonger dan 65 jaar waren en niet
ver’zekeringspli’ch’tig ingevolge ‘de Invaliditeitswet en

ii iet. aangeslagen ‘in ‘de Rijksinkoms’tenhelasting naar een inkomen van meer dan
f
2000,—, ‘konden zich ver-
zekeren van een uitkeering ad
f
3,— op 65-jarigen
leeftijd tegen betaling eener ‘premie van 39 cent per
week, ‘vanaf den datum, waarop de wet in werking
zon treden -tot aan. dien, waarop zij 65 jaar zouden
worden.

Teti slotte ‘zou’den de personen, die
bij
het in wer-
king treden ouder dan 65 jaar waren en niet in de
Rijksinkomstenbelasting aangeslagen naar een inko-
men ‘van
f
1,200,—, een kostelooze ui.tkeering ontvan-
gen,waarvan het bedrag gelijk was aan de ‘uitkeering’
ingevolge de art. 369 en 370 d’er wet.

Op al deze verzelceringen, maar vooral op ‘de beide
laatste groepen. moest die Staat uit den aard de’r
zaak bijbetalen. Voor de eerste groep alleen de admi-nist:ra’tiekoste’n, voor de ‘beide andere ook het tdkort
op de premie. Dit zou geschieden in den vorm ‘eener
jaarlijksche ‘bijdrage van 17.700.000 gulden geurepde
30 jaren.

Deze wet trad 3 December 1919 in werking. Bij’ de
uitvoering dezer wet bleek al spoedig ‘de behoefte om
de grenzen’ der verzekering uit te breiden en daarom
werd dan ook in Jarruari
1922
een wetsontwerp in-
gediend,. waarbij de
‘mogelijkheid
wer’d geopend ver-
zekeringen te sluiten tot een uitkeering van ten hoog-
ste
f
20,— per week, ingaande op een jongeren leef-
tijd dan 65 jaar. Naar hot oordeel van de Regeerin.g
bestond er evenwel geen aanleiding ‘om de adniinist,ra-
tiekosten -van de verzekeringen, voor zoover ‘zij’ een
uitkeeri’ng van
f
6,— per week ‘te boven zouden gaan,
ten laste van ‘den Staat te doen komen, weshalve be-
paald werd, (lat de premie van de verzekeringen voor
zoover zij’ een uit’keering ‘van
f
6,— per week ‘te boven
gingen, of i-ngingen op een jongeren, leeftijd dan’ 65
jaar, alle kosten zou moeten delcken.
i)

Door deze
wijziging
is een ‘begrip verzdkerin’g in
(le ar’beidersverzekeringswetteri ingebracht, dat pri’n-
ci’pieel verschilt van het ‘begrip verzekering, ‘zooals d.at
tot dien dag werd opgevat. Ik heb hierop toen onmici-
dellijk gewezen
2)
en er daarbij de aandacht op geves-

‘) Later is
ook
(leze bepaling veranderd, waardoor thans
alle kosten door (te premie gedekt moeten worden
en
de
Staat in de
V.O.V.
absoluut niets meer ‘bijdraagt, zoodat dit
een volledige ,,self-supporting” verzeker’ing
is
geworden.
Alleen ‘blijft de Staat de uitbetaling der renten garandeeren.
2)
Zie Sociale Vooreorg, jaargang 1922, blz. 650 e.v.

uw

25Januari1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

73

tigd, dat het zeer verklaarhaar zou gewenst zijn, in-
dien de beide soorten van verzekering in afzonderlijke

wetten waren geregeld, doch, waar dit niet geschied

was, gewaakt moest worden, dat de gevolgen daarvan
niet tot ongewenschte toestanden zouden leiden. M.i.

was, dit laatste al het geval, door de bepaling, dat alle

premies van beide verzekeringen in hetzelfde fonds,

n.m. het Ouderdomafonds zouden ‘komen. Ik heb r
toenmaals op gewezen, dat het wenschelijk was hier

splitsing te maken ‘zoowei om het principieel verschil-
lend karakter der beide verzekeringen als ook met het
oog op het beleggen der reserves. Ik heb den toenma-

ligen Minister van Arbeid met deze beschouwing in

kennis gesteld en achtte de zaak van zoo groot belang,
dat ik •d.d. 2 Nov. 1922 als Eerste Kamerlid in den
vorm van vragen aan Minister Aalberse o.a. de vraag
voorlegde of hij het niet gewenscht achtte, dat het
Ouderdomsfoncis zou worden gesplitst in twee fond-
sen, ni. A. en B., in welk laatste dan uitsluitend zou-

den worden gestort de premies van de selfsupporting
verzekeringen. De Minister heeft op deze vraag ‘beves

tigend geantwoord op 9 Dec. 1922 cii er zelfs bijge
voegd, dat, aangezien de splitsing der Bankgelden in
fondsen en de belegging der in die fondsen ‘vloeiende
gelden op zichzelf staande vraagst’ukken waren, lie los stonden van de algeheele herziening der sociale
ierzekeri ngswetten, bij ‘hem, minister, geen bezwaar
bestond, om eventueel met betrekking tot die vraag-
stukken
dl
oodig geachte wetswijzigingen bij afzonder-

lijk ontwerp aanhangig te maken. Desondanks kwam
de splitsing van het fonds nog niet tot stand. Wat:

hiervan de oorzaak is weet ik niet, maar wel weet ik,
dat, indien de splitsing wel ware doorgevoerd, de
balans een helderder beeld van de self-supporting ver-
zekering zou hebben vertoond dan thans ‘het geval is.
Eigenlijk blijkt uit de balans zelf omtrent dcii finan-
cieelen toestand van deze soort ‘verzekering niets. De
wiskundige balans toch ‘van het Ouderdomsfonds op
31 December 1924 geeft een totaal aan van ruim 652
rniliioen gulden. De contante waarde van de nog van
den Staat te verwachten bijdragen is ruim 650 mil-
joen gulden groot. Aan het Invalidi’teitsfonds is ver-schuldigd een bedrag van ‘bijna 114 millioen gulden.
Aan een ige belegging van gelden voor het Ou.derdoms-
fonds viel dus niet te denken. Voor premie-reserve en ‘lekki ngskapi’talen voor loopende renten is uitgetrdk-
ken bijna 448 millioen. Maar hoe groot het deel is

dat
betrekking heeft op dé self-supporting posten,
wordt niet vermeld. Maar dat di.t deel in verhouding
tot de andere posten zeer gering is, kan wei worden
afgeleid uit •de Bedrijfs.rekening. Volgens deze toch
bedraagt cle hijdrage van den Staat’bijna 732 millioen
gulden, waarvan bereids werd ontvangen ruim 81 mii-
lioen ‘gulden, terwijl aan premie werd ontvangen ‘bijna
26 millioen gulden. Hierin is echter ‘begrepen de
premie van de verzekeringen, waarvan de Staa,t ‘le
adniinistratiekosten draagt en dat dit aandeel veel
grooter is valt af te leiden uit de statistische ge-
gevens. Volgens deze gegevens bedroeg de jaarpremie van de op 31. December 1923 loopende verzekeringen

f
622.003,56 èn op 31 December 1924
f
786.101,67, in

totaal dus
f
1.408.105,23. Voor de self-supporting ver-
zekeringeii ‘aal, naar hieruit is te conciudeeren, in de jaren 1923 en 1.924 stellig niet meer dan 1 mii1.ioen
gulden premie zijn ontvangen. Een zelfde gevolg.trek-
king is te maken uit de administra’tiekosten. Deze be-

dragen in totaal
f
8.203.1.14,39, waarvan evenwel ten

laste vaii den Staat komt
f
8.065.106,10. Hieruit is
dus te concludeeren, dat de administratiekosten van
de self-supporting posten bedragen
f
137.467,69. Een
‘bedrag, dat hij vergelijking van de andere bedragen,
opvalt door zijn geringheid. Of echter de self-support-
ing verzekeringen verlies of winst hebben opgeleverd
blijkt uit de balans en de bedrjfsreken.ing zeH niet.
Dat dit een bezw’aar is te achten heeft de samensteller
blijk-baar zelf ook ‘begrepen en daarom ‘heeft hij in de
imlichti lig hieromtrent het een en ander gezegd.

Verwijzende naar •de ‘hierboven door
‘mij
bedoelde

vragen, s’ord’t gezegd, dat splitsing van het Ouder-

domsfonds in ‘twee afzonderlijke fondsen niet uitgeslo-
ten is te achten en dat in de financieele positie ValI
het Ouderdomsfonds tegen deze splitsing geen bezwa-
ren worden aangetroffen. Even van te voren was reeds

medegedeeld, dat het waarschijnlijk is te achten, dat

ook op de eerstvolgende halansen een voldoend bedrag

beschikbaar zal
blijken
om de reserve der self-support-

ing verzekering aan te vullen tot het peil eener

reserve op de grondslagen évan ‘het laatste tarief der
V.O.V. En aangezien dit gebaseerd is op zeer recente

cijfers, ‘zelfs naar
mijn
meening ‘geacht moet worden

eerder te hoog dan te laag te zijn, volgt hieruit, dat
de lasten dezer verzekering voldoende gedekt worden
:door de lusten en dait dus de vrees van hen, die zeg-
gen, dat de Staat hierop straks zal ‘moeten toeleggen,
ongegrond is. Intusschen blijf ik ‘hopen, dat de split-
sing van het Ouderdomsfonds spoedig tot stand zal
komen en dat in de toekomst afzonderlijke balaiiseu

van beide deden zullen verschijnen.
De ‘balans gaat vergezeld van een aantal staten, die

belangrijke statistische gegevens bevatten. Evenals
cle balans ‘betreffen ook deze gegevens de jaren 1920

t.m. 1924, dus minstens 3 jaar geleden. Bchalve het
bezwaai’, dat de cijfers dus reeds
Vrij
oud zijn, levert

dit ook ‘nog liet bezwaar op, dat de gegevens voor do
self-supporting posten thans slechts ‘betrekking heb-
ben op 2 jaar, nI. 1923 en 1924. Toch zijn uit deze
gegevens, aangevuld met de reeds gepubliceerde cijfers
over 1925 en 1926, wel eenige conclusies te trekken.
In het jaar 1923 traden toe 2048 mannen en 3316
“rouven, totaal dus 5364 vei-zekeiingen ‘met een ver-zei erde som van 32.415 gulden rente per week. Door
opzegging en royement vielen af 159 en 207 verzeker-
den, dus in totaal 366 met een verzekerde weekrento
van 2070 gulden. In 1924 traden toe 2629 ‘ma]nen en
3533 vrouwen, dus in totaal 6162 verzekeringen met
een verzekerde weekrénte van 28.115 gulden. Dooi’ ‘opegging en royement vielen in dat jaar af 553 man-
nén en 710 vrouwen, totaal dus 1323 verzekeringen
met een wekrente van 6150 gulden. In beide jaren
tezamen w’erden dus gésloten 11.526 verzekeringen
met een veizekêrde weekrente ‘van 60.530 gulden, ter-
wijl dooi opzegging en royement afvielen 1689 ver-

zekeringen met een weekrenté van 9220 gulden.
Het aantal royementen, opzeggingen, enz. bedroeg
dus over de heide jaren ongeveer 15 pOt., zoowel van
het aantal verzekeringen als van het veizekerde be-
drag. Gelet op de etteljke bepaling, dat een verzeke-
ling bij’ 10 weken schuld vervalt, mogen deze cijfers

zeer bevredigend genoemd worden. Ook het afgesloten
verzekerd kapitaal stemt tot tevredenheid en wijst
allerminst op mislukking. Op 31 December 1924 be-
droeg het totaal der loopende verzekeringen
f
50.987

n’eelcrete of vermenigvuldigd met 52,18 dus

f
2.660.501,66 jaairente. Gekapi’tal:iseerd door verme-
nigvuldiging met 10 wordt dus het verzekerd kapitaal
f26.605.016,60, waarbij nog komt de som der ui’ticee-
ringen ‘hij overlijden ad
f
803.700,— dus in totaal een verzekerd kapi:taal van ongeveer 211 millioen gulden.
Zooals gezegd. is het te betreuren, dat de ibala.ris geen
latere cijfers geeft dan tot 31 December 1927. Ik hen
overtuigd, dat deze stellig even ‘bevredigend zouden
zijn. Immers is ivel bekend de productie over 1925-
1926 cii cle eerste 9 maanden van 1027. Deze bedroeg
over 1925, 11854 verzekeringen met een verzekerde
weekrente van
,f
57.958 en over 1926, 20570 verzeke-
ringen niet
f
106.195.— weekrente, terwijl zij over de
eerste 9 maanden van 1921 bedroeg 1717

verzekeriit-
gen niet
f
40.655,— weekrente. Over het geheele jaar
1921 mag zij ‘volgens deze gegevens veilig gesteld wor-
den op rond 10.500 verzekeringen ‘met een verzekerde
weekrente van bijna
f
54.000,—. Over de 3 jaren te-
zameii dus op ruim 42.500 verzekeringen met een ver-
zekerd bedrag van pl.m.
f
219.000,— weekren’te. Vol-
gens de statistiek ‘bedroeg op 31 Januari 1924 het aan-
tal loopende verzekeringen ongeveer 80 pOt. van bel
totaal aantal afgesleten posten. Indien voor de eerste

74

ECcNDMISCH..STAT1STISCHE BERICHTEI

25Januari f928

5 jaar dit percentage op 75 pOt. wordt. gesteld, (‘en

dan kan ‘zeker niet gezegd worden, dat dit de toe-

stand te gunstig weergeef’t, integendeel) zou dus cle
toestand op 31 December 1927 dus over een 5-jarig
tijdvak ongeveer als volgt zijn.

Afgesloten werden ongeveer 54.000 verzejceiingen
niet een verzekerde weekrente van rond 280.000 gul-
den. Hiervan zijn loopende 75 pOt. dus rond 40.500

verzekeringen met een kapitaal van 210.000 gulden
weokren te. Naar cle hierboven vermelde getallen liet-

leid, zou dit vormen 10.957.800 gulden jaarrente of

bijna 110 millioen gulden verzekrd kapitaal. Hierbij

komt nog de uitkeering hij ovérlij’den te stellen
01)
ruim 4 millioen gulden, dus in totaa.l 114 millioei
gulden.

Eet, wil mij voorkomen, dat, gelet op deze cijfer’s,

er al heel weinig grond bestaat om te spreken van een

mislukking, maar .dat integendeel veilig mag worden
geconstateerd, ‘dat gebleken is, dat de V.O.V. in een

behoefte voorziet. Want bij het beoordeelen van deze
iesultateu mag niet worden uit het oog verloren, dat

zij werkte onder buitengewone ongunstige omstandig-

heden. Dat thans reeds 40.000 personen behalve de-
genen, die reeds in het genot van de uitkeering zijn,
geheel vrijwillig uit eigen middelen zekerheid hebben,

dat zij’ op lateren leeftijd een ‘zij het ook bescheiden,
maar toch vast pensioen zuilen genieten, is een feit,

dat, wel eens met nadruk mag worden geconstateerd,

en moge vooral spreken tot hen, voor wie premievrij
s’taatspeusioen niet het hoogste ideaal is. Voorts worde

hier gewezen op het uitstekend middel tot kapitaal-

vorming, dat hierin schuilt en dan ‘doet het toch wel

eenigszins wonderlijk aan, dat dezelfde menschen, die
steeds aandringen op .kapitaalvorming, dit ‘belang over

het hoofd zien, wanneer het de V.O.V. geldt. Maar
hieruit blijkt ook, dat het töt g toe veel gebruikte
argument, dat deze soort van veizekering ‘bij het pu-
bliek ‘ongewild iou zijn, niet juist is. De oorzaken, dat,
door de particuliere
ma
t
s
ôh’
a
ppij
eu
tot dusverre niet
veel ian deze verzekeringen werden afgesloten, zijn
dan ook ijan geheel anderen aard. En dat deze verze-

kerng ten slotte uiting zou zijn van egoïsme is al heel
moeilijk vol ‘te houden. Of is het een uiting van egoïs-
me, als een wrkgever zijn arbeider een fiiia.ncieel
althans eenigermate onbezorden ouden dag veize-

kert, of dat een niati maatregelen treft, .dat zijn vrouw
op haar ouden dag eenige inkomstén gèuiat? Waaroni
het een uiting van egoïsme zou zijn, wanneer men
voor zijn eigen ouclén •dag vrgt, liever ‘dan de ‘kans
te loopen, genadebrood te moeten’eten, ‘ontgaat mij’. Is
‘het een .te veroordeelen egoïsme, wanneer ongehuwde
mannelijke. df vrouwelijke ambtenaren door sparen of

verzekering, dit is hetzelfde, trachtéri hun té klin.
pensioen ietwat te vergrooten? Het is ‘dan éok te
hopen. dat de Ministei, zelfs al zou het advies van
dien Hoogen Raad van Arbeid anders luiden, de door
hem voorgestelde wijzigingen doorvoert, ja, éog een
stapje verder gaat en ook de weduwenrente invoert.
Hij zal ‘dan, ‘daarvan moge hij overtuigd zijn, eën daad
doen, waarvan, het nageslacht ‘zal éordeele’n, dat 7j
was in het belang van het vlk.

WITTISRT VAN HOOGLAND.

DE NIEUWE ONZEKERHEID OVER HET LOT DER

,,POENALE SANCTIE” IN INDIË, GEWEKT BIJ

DE BEHANDELING IN DEN VOLKSRAAD VAN DE

JONGSTE VERANDERINGEN IN DE

,,KOELIE-ORDONNANTIE-SUMATRA’S OOSTKUST”.

II.

In 187.7 stelde ‘de Tweede Kamer der Stteii-
Generaal bij het nemen eener beslissing, ‘clie de straf-
baarhcii.d’ van con’tractb,reu’k als
a2genseen
hegiii’s’el
voor Indië veroordeelde, zich ‘op het logische stand-
punt, ‘dat liet geval ‘der overeenkomsten tusschen
werkgevers en ‘door hen met belaiigrjke kosten van
elders aangevoeide arbeiders ciarvan rn’oei.t zijn uit-
gezonclei’d en afzonderlijk geregeld
m6est
‘wordeii. De

ou’dste”,,koelie-ordonnantjes” die ‘van 1880 en 1889,
hadden aan ‘dit
v’otu,m
haar ontstaan te danken.
Ongelukkig was Deli – over ‘deze streek liep het
toen nog uitsluitend – destijds een in cie allereerste
ontginningsphase verkeerend, afgelegen land en ont-

brak ‘daar nog ellc gespecialiseerd bericht. Van de
pioniers, die ‘diaar werkten, kon men, zondei ‘zulk toe-

zicht, uiteraard niet ander’s dan, naast de ontplooiing

van alle goede, ook die van alle verkeerde eigenschap-

‘ pen verwachten, ‘welke ‘oveial en altijd, – ,,p’oenale

sanctie” of niet, – den pionier in zijn verh&ading
1
tot collega’s en tot on’derhebbenden ‘kenmerkt: ruw-
hei’ct en l’iardl’iaudighei.d in beide verhoudingen , ge-

bruik van ongetempei»de middelen bij het streven naar

liet vooropgestelde moeilijke doel, stonden naast
kracht, durf en onttberings’verm’ogen. Meer en meer

gebeurden er dingen, ‘die onmogelijk door den beugel
konden en naarmate dat naar buiten begon uit te
komen, ging Deli niet reden ‘bedenkelijk de aandacht ‘trekken. Het was begrijpelijk, ‘dat ‘daarbij de uitzon-

deringsregeling ‘der K. 0. een der eerste zondebok-
Icen werdi en .dat vergeten werd, hoe die bezwaarlijk

‘de voornaamste oorzaak kon zijn, hoe in waarheid ruw

en ‘hancitasteljk optreden kenmerken zijn van èlk pri-
mitief, aan zichzelf overgelaten, ontginningsgebiad,
en in oudere tijden «dienovereenlcomstig in. ‘heel Indië

algemeen geweest, waren. Onmiddellijke aanleiding
tot dieper gaande overheiclsbeni.oeiing werd ten slotte
dc ‘befaamde brochure van Mr. van ‘der Brand: ,,De
millioenen uit, Dcli” (1.902). Vooral ‘dit geschrift was

het, dat het grondig on’derzoek uitlokte, hetwelk ge-leid heeft tot volledige organisatie eeuer plaatselijke
rechtspleging in, het ‘gewest met een Raad van Justi-

tie en een Parket aan de spits, tot verbetering van
‘het ‘Bio nenlan.dsch Best uur aldaar, en vooral ‘tot op-
richting van den afzon’clerlijk.en,. onafhanldeljk ‘staan-
den ‘dienst dr Arbeidsinspectie, benevens wettelijke

regel’ing en toezicht op de werving in Java (1905),

1
en, later nog (191,5) ‘tot de nieuwe (huidige) K. 0.,
‘die de arbeidsvoorwaarden en de verplichtingen der

werkgevers p moderne leest schoeide en oo’lc dit alles onder ‘toezicht der Arbeidsinspectie stelde.
Gedurende ‘dezelfde periode werd ‘geleidelijk ok,

naarmate isolerhen’t en pi’oniors’tijdperk voorbijgin-
gen, cle ou’dére ,,Deli,sche ‘geest” ‘door een an’dere ver-
vangen, én al is ‘verbetering ‘steeds mogelijk
1)
– en
daaraan woi’.clt door -dé groote Pl antersvere’enigingen
zoowel als ‘door ‘cle Arbeidsinspectie steeds vooi’tgc-
arbeid. – van een op haiidhan’digheid berustend
sysbeeni Ican ‘begen.*oordi’g niet meer gesproken wor-

cl’en. Excessen koeien ‘dveral tei wereld voor, voor]
in tropische liiiiden, waar verschillende elkander slecht’ hegrij’pende rassen in aiinrking zijn, maar
juist ‘de ps. weiit, dank zij het sc’bérpe toezicht daari
op en de aiemeeke hélans’t’olling, velke zij sedert
jaren geniet. al’een ,,glazen ‘huis” waarin men ‘meet’,
veel nieek, van ‘de binnenzijde ‘te zien
krijgt,
daii hij
zgn’d. ,viij&’ ‘arbeidsverhoudingen is wéar te nemen;
zelfs betreiireiiswaaiclige feiten als kortgelèden weder
aan het licht’ ‘kwamen. ‘bewijzen ‘alleen, dat het toe-
ziéht ‘der ‘Arliei’drin’spectie niet ii’rtensief génoeg-kan

wezen ‘(of dat har perzonée] ‘tekôrt k’onit, ‘dar wel
‘dat haar werkzaamheden’ ade’r . oud en’ kunnen’ wor-
den iiigeclel.ci), en ‘dat de plé’ntersereenigingèn -zelf
haai pérsoneel”rio’t ‘kiachtig genoeg ‘in de hand kut-
iieii houiln Maai’ ,het ‘w’antro’u’we,i tegen ,,Deli” ws
iiti
eenmaal in breede kringen’ verbreid ‘en ‘het onderi werp had; ‘zooals ikal opnierkté, ook ‘cle pbiitieke be-‘
– lan’gs’tellin kaari’d’e geinaa.kt; het gcvol- vas., ‘dat ten
laats’bp ook de rIïdische Re’eering ‘zelvé zwenkexi ing
• t)
Bij.onc1er1jk innike ‘de ,tact’om met de werkIiden van
nader las ‘om-te gaan, waarvan-clôor’èèii he,kit’aarn Oôntio-
leur, ‘dlie:i’n
Dcli
‘gediend heeft en uit ‘beofcle ‘zijner kennis
van laad’ en toeataiiden w,ar yoorstande’r ”an
het
behôud
der p.c. is, ‘in zijn oiIlangs. te Utrecht verdedigd proef-
schrift ,’het ‘ontstellend gebrek…. bij veel planters” werd
geoonstae’ercl (Dr. ,E., J.. Bu’rge.i’, .,Landverh’uizing bij de
inbeenisehe bevolking in N.-J..’ -ls koloniaii,l-eoonomisch

25 Januari 1928

ECONOMISCH-STATISFISCHE BERICHTEN

75

Waar vr’oegrb re’geerinsmannen steeds het

hoofd

koel hadden weten te houden’ en het eog oven voor
de gewichtige ‘be]ange, die stonden en •”ielen met
‘hoogabens enkelen de voorzichtige vraag had,
don overwogen, of de strengere sanc’tie wol inderdaad

blijvend
behouden zou moeten bliven, liet zij in 1918
vrijwel onverwachts don ondernemers ter Oostkust

van Sumatra mededeelen, dat tot afschaffing der
p.s. in bèginsel door ‘haar was beslist; de liquidatie
door opvolgende parbieele maatiegelen zosi eerlang een

aanvang nemen.
Er valt in deze destijds veel toegejuichte beslissing

in waarheid weinig te bewonderen. Daar men moei-
lijk kon aannemen, dat de Regeering om de ‘berei’king

van een Haar schoon-isc’hijnen’d ideaal te forceeron
het op ‘de gevolgen eenvoudig wilde laten aaikomen, moet aan de beslissing wel de, zi het niet ‘bewust ge-
formim’leerde, iraomissc’ ten grondslag gelegen hebben,

‘dat do aan .’ de proefneing blodtigestelde belangen

mogelijk wel grôôte, maar toch in elk geval louter

pairticv2iere
belangen varén, die voor haar als Overheid

niM behoefden te overwogen, ‘nneer heb er op aan-

kwam, door wetswij;ziging een voor het algemeen ho-
1 amg gew’cnsc’hter toestand te verkrijgen..
Weloverwogen kon dit standpunt stellig niet ge-

noemd worden, want men mocht voorzeker van eene
Regering, die wenschte te hervormen ten nadeole van
belangen, die in elk geval ook toen algemeen als
,,groote”, als .,’gewichtie” belangen bekend waren,
verwachten, dat zij een grondig nader onderzoek naar

dort vollen omvang en het war karakter dier belangen
zou laten voorafgaan. Oi’mverklaarbdar was het echter niet, daar de daadwerkelijke omvang van het kapitaal-
belang en het overwegend gewicht ‘der eraan ver-
knochte landsbelangen voor betrekkelijk weinige jaren.
in het algemeen nog ‘zoo weinig vermod en sterk ori-

derschat worden; ‘zelfs in de’ ‘kringen der eingheh-
benden was men van den alghenlen 6mvaisg vrôeger
niet ‘op de ‘hoogte. Hot gebrek aan dehgdelijké stabis-‘
‘tieken in Indië in het al’gomèen, (jas weinige jaren
geleden werd een âzn’derlijk Centraal Bureau voor
de Statistiek ingesteld) en het ‘gemis, destijds, van
een middelpunt wehr, in het bijonder, dé no’od’ige ‘ge-
gevens op landbonv-oecohom’is’ch gebied kon4en wor-
den .veizael’d en verwerkt en wéar ‘dus ôok de Regee-
ring nauwkourie gégevens ‘had kunnen verkrijgen
(gelijk de in het eind van 1918 operic’hte’ afdeling
.Lan’cl’bouwoeconomie” bij hét Depârtemént van Lan’:l-
bouw,Handel en Nijiverliei’d), mogen •bi de beoo.rdee-
Jing van hetgeen in 1918 ‘ogelijk ‘was, ‘billij!khei’ds-
halve zøker niet voor.bijgozi’en worden. Z,warder’ mag
men het der toekrnalige Re’geeiing aahrekenen, dat
zij’ klaarblijkelijk geheel oei het hoofd zag, dat’
niet

alleen een’ ‘aën’tal’ particuliere p’lanters maar ook
enkel’ë ‘Goavernemetmtsbedtij!v’en als de ‘kolênmijne.n
in de Pa’dnsche Bovelahden en’ ‘de Ban’ka-tinwin-
ning, bij hét behoud der arbeidazekerheid ‘middels poe-
nalo’ ‘sanc’tie op rio koe’liecorrttacten ton nauwste ho-
trokken waren (wat eerst in een later stadium ‘scherp
aan ‘het licht ti’ad);vôorts dat
zij
Met scheen te ver-

mode’n, dat h’et vraagstuk ook ‘nog voor andere streken
be€eekermis had’ ‘dan voor Deli, – indelijk, dat zij ook
ongevoelig èheen te staan tegonver de ‘kwestie van
de goede tr’ouw, die toch bij het viaa’gstuk mede’ een
rol ápeelt. Immers ‘met ‘deze was het moeilijk in over-

eenstemming te’ b’engen, wan’neez het ‘Indisch Be-
stuur, ra eess’t vele ‘ tientallen mil’l’i’oenen kapittral; zoo vreemd ‘als eigen,’ to hebben aangelkt m’ sich in
den I’ndisë’h’en ‘bodm vast ‘te leggeii, in vertrouwOn
bp “de *ebtelijik ‘gevaarborgde aibeidszekeheid;
v
er:

vl’ges, ‘toen ‘de kahitalen binnen de Sren’zen wmt i’en,
meende zich eenvoudig ‘te ‘kunten bepalen tot cvii
eènsklaps wedr-intrekke’n van ‘het mid’dal ‘daartoe en
het aan de’ belanghebbenden te ‘mogen overlaten, ver-
der maar zichzelf te ‘redden ‘zonder dat middel. ‘De
sterkte van het ±egee’nin’gsstandpun’t wordt ei’ juist in
dit opic’h’t Met ‘overtu’ign’der o, als men ‘hierbij be-
‘denkt, dtt een onderzoek naar middelen om “de ailbei’ds-

vorzieiiing op andere ivijze dan’ doer de p.s. te ier-

zekeren, eerst
tegelijk
met de- iitspraa’k ‘der afmhaf-

fing werd
aangeingen (
kolonisatiecomité-Lulofs:

1918). En het geval weid n’ôg ‘zonderlinger, toen om-
streeks ‘dênize’lfden tijd (in begin 1919) de Tweede
Kadier der ‘Staten-G’eadraal een rappont ‘ontving van
een ‘door haar uit ‘haar mi’d’dën aangewezen Commis-

sie, hetwelk (‘ofschoon ook ‘daarin all&’s’ti’eken ‘buiten
de Oostkust en do Guvernements’bedrijven’ vergeten

waren) juist concludeerde tot de
o”amo gelijkheid
om

elke publ’iekrech’telijke beperking van de vrije cent-

braotbreu’k op ‘te heffen “totdat conto normale, seden-
ta’ire bevolking ‘in het gewest, door kolonisatie zou

zijn onbstaan.
Heb is waarlijk geen wonder, da’t toen in 1922 een
nieuwe Indische Regeering voor het moment stond
om aati deze’ oivoldoend d’oordachte beslissing een

begin van ‘uitvoering te gaan geven, zij maar al te

ged gevoelde, dat zij dit niet doen kon, ‘zonder’ ‘het

gegrond verwijt van gebrek ‘aan contact met de ‘ge-
‘m’eenschap ‘te riskeeren. Zij keerde mits’dien ‘terug tot
voorzichtiger houding en droeg ‘haren Directeur van

Justitie op, de aangëlegen’heid eerst opnieuw; en dit-
maal in’ ‘haar ‘geheel (d.w.z. niet weder al’s’ een ‘aak

van
nauwelijks
meer “dan van wetgevingstechniek’ ‘of

van
op zichzelf staaind
arbeidersbelang) in studie te

nemen.’

Dank zij ‘d’e temenwerking met ‘de kort tevoren in-1 ges’t’eldë en ‘door ‘den ‘arbeid van een ‘hij ‘uitstek be-
kwaam man als Dr. N. R. Peldelharing sflel met alle

gegevens toegeriis’te afdeeling voor ,,Land’bouwoeco-
nomie” ‘hij het D’epartenient van Landbouw cnn:; boven
reedt vermeld, kbn’den thans ‘voor het eerst naast de
ji,inidische,’ wetsteohtiiseha cii ethische gevoelsover-
wegingen, ook de oeconomisehe, 1 andbouwtechni’sche
en financieele ‘overwegingen, waarvan hoogerop in dii
opstei summierlij’k een en ander is medegedeeld, ‘bij
de studie tot ‘haar volle recht ‘komen; bovendien had-
deh ‘de laatst v’oorafgegane jaren ook ‘de politieke be-
langen betrokken bij het behoud der ,ar’beid’szekhejd
voor den grooten landbouw c,a. in de Bui’tengewes-
‘ten scherper aangetoond. Aldus ‘kwam voor het eerst
hei volle licht te ‘vallen op den ge’el’d’igen, veel’zij’di-
gen; ‘omvang en op het volstrekt
algemeen
kar’aktet
‘van het complex van .belangenJ vooi land en bevolking
bij die arbeidszeke-heid. De Régeerin’g, door de feite-
lijke uitkomstèn ‘der nieu*e bëstudeerinig ‘overtuigd,
zag in, dat het voornemen ‘der vroegerê Rëgeering in-
derdad ‘niet zondet ern’s”tigë schade aan vitale lands-
belagen kun worden uitgevoerd eiï diende bij” riep
Vol’kraad eeti van ganc’h andi’ standpunt uitg’aande
onrbwei-p-wijniging ‘der K. 0. om advies in, nl. eene
t&t v’nibotering met v’oorloopig voortgezet ,,’behoud
van ‘het ‘daarin nedérgelegde stelsel der zoogenaamde
poenale sanotie” (‘woord’en van § 1 der Mmoiie van Töeliehtiiig op die ontwerp-ordonnantie’: Eerste ge-
wone Zitting van den Vol’ksraad van 1923, onderwerp
1, ‘tuk 3, in’ welk stuk, ‘te zamen’ met de latere men:
delinge toelichting door den Directeur van Justitie
in den ‘Volksraad, men de nadere ‘bijzonderheden van
hetgeen bij dri voorafgegane studie’ gebleken ‘was, hij-
eenvin’dt): Ge’wis erkende ook deze Regeering, in de-
zelfde Mcm. v. Toel.; dat ‘enkel ciiiele sancties op de
contracten in “het ‘afgetrokkene’ eeh’ wenscheljker toe-
stand vormen dan striktere, pu’bliekredhteljke, gelijk
‘de p.s., en zette zij’ voorop dat deze laatste ,,altijd ‘in
zekeren , zin een abnormaal ‘middel blijven” (§ 5
i’bidem), doch zij zag zich door de feiten genoodzaakt
daaraan toe te voegen (§ 6 i’bidem), dat de p.s.’ ,,een
blijvend noodig expediënt” was gebleken, ‘,,’daar waar
niet en zoo lang niet een ‘voldoend ‘dichte plaatselijke
bevolking is ontstaan om daaruit de arbeidsmarkt’ op
normale wijze te voorzien, ‘zooals men die op Java
kent”; – ‘hetgeen alleen op lan’geren duur kan ver-
kregen worden, ‘door kolonisatie, die zich niet ‘dwin-
gen laat. ,,De Regeering is overtuigd”, – zoo’heette
ht nog verder ir ‘dezelfde § 6, ;;dait….het doel: den
o’adetnemingg,est zich weder krachtig op de Buiten-

76

.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25
‘Januari
1928

gewesten te doen richten, niet ial worden bereikt,

wanneer niet. duidelijk en categorisch de
zeker1i,ed

wordt gevoeld, dat de wetgever hiermede zich tegen-
over de p.s. in concreto, thans anders dan in de laatste

jaren heeft georiënteerd …… ; vandaar ook: ,,in de

considerans (behoort) de gebleken xi oodzakelijkhe ii

tot behoud van het stelsel der p.& met zooveel woor-

den tot uitdrukking te worden gebracht”.

Een volkomen vol’te-face derhalve, vergeleken bij de
voorafgegane periode, – eene daad, ‘die, hoe nood za-

k’elijk ook geworden door .de al te gemakkelijke wijze
waarop tevoren met belangen, wel’ker omvang en
1

wel.ker aJgemeenen aard van. landsbelangen men nog

nauwelijks onderzocht had, was afgerekend, steUig

zedelijken moed eischt.e. Overigens bleken de geest.e.n

algemeen rijp geworden voor den ‘terugkeer vn dc

tijdelijke aberratie: ook in Nederland alwaar ‘het hoo-

gervermel.d Kamercommissie-rapport nog altijd op zijn

ein’dbehan.deling in .de Tweede Kamer ‘had gewacht,;

viel deze in 1924 in gelijken zin uit, na.dat.de
Oom-

missie zelve reeds een tot het standpunt. ‘der Indische,
Regeerin.g van 1923 nog aanmerkelijk verder naderend
,,naschrift” op haar verslag van 1919 had geleverd,

eindigend met eenige samenvattende ,,conclusiën” (zie
bijl. 97 van de Handelingen ‘der zitting 192311924,

stiïk Nr. 1 en de mondelinge verklaringen van het

commissielid den heer Van Rij’okevorsel op blz. 2318,
‘le kolom, .der Handelingen). De Indische Reigeering
zag, in volledige overeenstemming mede met. de ziens-

wije van den Minister van Koloniën, daarna dan ook

geen enkele hinderpaal meer tegen het vaststellen en
afkondigen ‘harer ontwerp-ordonnantie tot aanvulling

en
wijziging
der koelie-ordonnantie ,,met behoud

(voorloopig) van het stelsel” (zie md. Stbl. 1924, W.
513 en rijn consi’derans).

Mr. F. J. H. COWAN,

(S’lot voint)

Oud-Directeur van het Departement van Justitie in N,-Jndië.

HET VERSLAG VAN HET VOLKSKREDIETWEZEN
1
OVER 1926.
.

De samensmelting van ‘de ‘dienst vaii het volks-

kredietwezen met de Centrale Kas, reeds in’ 1994

fei’teli’k tot stand gekomen, heeft in Mei 1926v
(Staatsbiad. No. 77) ook wetteuik plaats ‘gevonden. De
dienst van het vol’kskredietwezen is in zijn geheèl
gesteld onder de direkteur der Centraie Kas, het per-
soneel ven ‘het vol.kekredietwezen ingelijfd bij’ ‘die in-
stelling. De a’dviseuj-, wiens ‘titel tans luidt Adviseur
voor Vol.kskredietwezek en Koöperatie, is van dienst-
hoofd werkelilk adviseur geworden. Zijn werkkring omvat de kenniisneming en bevordering van al het-
geen door middel van het Krediet- en Koöpeiatie-
wezen in ‘het belang deir Volkswelvaart wordt en. kan
worden verricht; het geven, van adviezen, daarop be-
trekking hehben’de; ‘de zorg voor .de ‘doelmatige wer-
king van de Centrale Kas.
Hij
‘ziet toe dat de Vol.ks
banken zich minstens eenmaal ‘s jaars doen k’oatrd-
leren en de nodige gegevens regelmatig ter beschik
king stellen van de .Cn’trale Kas, en houdt een wa
kend oog op verenigingen tot onderling huipbetoon en speciaal spaarkassen’ van inlan’dse ambtenaren’.
Daarnaast oefent ‘hij de funkties uit hem opgedragen
in de Regeling op de ‘koöperatieve verenigingen van
inlanders.

Deze kwam ein.delik tot stand (s’taatsblad ‘1927 No
91). Zij geldt alleen voor Koöperatieve Verenigingen
van inlanders, voorzoover nièt opgericht, op ‘de voet
van de oude, voor alle landaarden geldende koöpei-a-
t.ieve verordening naar nederlands ‘model (staa.tsblad
1915 No. 431). De nieuwe regeling geeft’ zeer grote

bevoegdheden aan de adviseur en ‘haar goede werking
zal ‘dan ook voor een groet deel afhankelik zijn van
‘de takt en de kun.de van deze hoofdasnbtenaar en zijn’
gemachtigden.
Zij
houdt o.a. in, ‘dat voor haar toepas-
seii’k.heicl om. inschrijving decr oprichtiimgsakte door
de adviseur voor volkskrediebwezen ek koöperartie in’

een peubaar ‘register nodig is en ‘de adviseur die in-

schrijving ook op iiet-fornmele ‘gronden kan weigeren

‘dat de vereniging inlands rechtspersoon is; dat jaar-
liks ‘binnen zekere grenzen een vierde der zuivere be

d’rij’fsoversc’hotrten in een reservefon’ds moet worden
gestort; dat elke vereniging ‘zich moet la,te ‘kontro-

leren onder toezicht van de adviseur, ‘die onder be-

paalde omstandigheden, o.a. op ‘verzoek van een kre-
diteur, een kontrolevoerd’er kan aanwijzen; .dat de ad-

viseür en zijn gemac’htigden ‘recht van inzage van alle boeken en bescheiden en recht tot ka’sopname

.heibben en bévoegd zijn algemene vergaderingen bij-

een ‘te roepen, de agenda ‘daarvoor vast te stellen en

daar het woord te voeren; ‘dat ‘de aansprakelikheid,

tenzij statutair at’ders geregeld, ‘eerst in . werking

treedt ‘bij vereffening en alleen tegenover de vereffe-
naar en voor gelijke delen geldt en, wat landbouw-

krediet’koöpera’ties betreft, onbeperkt is. De nieuwe

koöperatieve regeling, ‘did hoof’dzakelik voor de land-

bouw van ‘belang zal zijn, vertoont grote ‘gelijkenis
met’ de bri’ts-indiese wetgeving. De overheid ‘zal kun-

nen volstaan, ‘het initiatief, dat uit ‘de inheemse b’e

volkin.g ‘zelf opkomt, te steunen en in goede banen te

leiden. Aan een dorps van k’oöperatie-ambtenaren be-
staat geen :behoeifte, ‘daar ‘de ambtenaren van de Oên-

trisie Kas, ‘van de landbouwvoorlichtingsdienst en
anderen als gemac.htigden van de adviseur zullên kun-

nen optreden.
De zo gewenste samenwerking van het. ‘vofloskredieit-

,wezen met de ‘landbouwvoorlichtingsdi’e’nsrt verbeterde
aan’mer.keli’k. Een lan’dbouuvkonsrulent is bij de Cen-‘

trale Kas ‘gedetacheer’d en vormt een schakel tussen
de beide .diensttakken. Zijn taak is, ‘onderzoek naar

de mogelikheden voor .koöperatieve organisatie in de
inlandse landbouw en naar de wijze waarop ‘het volks-
kredietwezen daarbij ‘behulpzaam kan
z
ij
n
en ook zon-
‘der k’oöperatie. de kredietbehoeften van ‘de inlandse

landbouw het ‘best kan dienen. Bij verschillende af

delin’gshanken bestaat reeds geregelde samenwerking
met de landb’ouwkonsulen’ten.
De ‘verhouding tussen de volks’banken en de desa-
kredietinistellingen geeft over ‘t algemeen geen moei-
likiheden. Scherp afgebakend is de kredie’tverstrekking
tussen de ‘twee groepen van instellingen nog niet. Zo-

lang de desabank alleen leningen met wekeli’ks’e af-
lossingen geeft,
bestaat
aan die schêrpe afbaksning
weinig
behoefte.
Dit verandert, als desa en afdelings-
bank overeen.k.omstigc aflos’sin.gstermijuen ‘gaan stel-
len (rnaande]ikse en oogstaflossin’gen), wat in toene-‘m’ehde mate geschiedt. Dit vraagstuk iis nog niet be-
vredigend opgelost..

De
Centrale Kas
leed over 1926 een verliés van

f
143 als gevolg van afschrijvin:g van
f
72.917 op haar vordering ‘op ‘de Lampongse V.olks’kuedietbank en van
reservering van
f
35.214, zijnde ‘de over 1926 á 4 pCt.
aan die volksban’k berekende in.terest. ,,Dijt is de eerste
maal”, zegt ‘het veralag, ,,dat de Centrale Kas op een
vordering op een volkabank ‘heeft moeten afschrijven,
waarbij d’an nog in aanmerking moet wor.den genomen
d’a’t de La’mpon.gsche Volkscredietbank sinds vers’chei-
dene jaren
eigenlijk
alleen nog maar :koleni.satieban,k
wais en als zoodanig veel groeter risico droeg dan
echte volksbaniken.” – Ondanks ‘dit verlies vermeer-
derde de reserve der Centrale Kas van’
f
289.760 tot

f
342.720 door bijboeking vande over 1924 en 1925
gereserveerde, doch ‘niet v’erschuld’igde vennootschape-
‘belasting. Door de hoofdinspekteur van Financiën werd nl. beslist, dat de Centrale Kas niet. aan ven-
noo’tschapsbeisting onderworpen is. Met inbegrip van
het door het goevernement verschafte ‘grondkapijtaal
en ‘de rentevrije uitges’telde schuld, beschiirt ‘de instel-
ling tans over een eigen kapitaal van
f
3.950.133.
De beleggingen van vol’ksbanken bi.j de Centrale’
Kas namen wederom toe; de .kreditsaldi, die uit. 1925

f
7.471.060 bedroegen, afkomstig van 60 banken, be-
liepen ult. 1926
f
8.048.813 van 66 banken. Ook het
n’ominaal.bedrag ‘der door v.olks’ban’ken in bewaring ge-
geveti effakten steeg van
f
3.648.700 tot
f
4.018.000.

25 Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

77

Prakt.ies zijn tans alle reserves en overtollige kas-

middelen der volks’banken bij •de Centrale Kas . ge-

koncentreerd.

Ook de leningen van volksbanken hij de Centrale

Kas namen toe; gemiddeld had zij in 1926
f
3.975.309

onder v.olksbanken uitstaan, tegen
f
3.088.380 in

1925 (abnormaai laag) en
f
3.731.861 in 1924.

In 1926 werd voor
f
11.315.497 door voikabanken

bi de Centrale Kas gedisponeerd en
f
11.160.129

gestort, een ‘totale mutatie van
f
35.075.626 of ruim
zeven millioen meer dan ‘het. jaar tevoren.

De door de Centrale Kas aan volkabanken geopen-

de kredieten stegen van
f
8.475.000 ult. 1925 tot

f
10.515.000 iilt. 1926. Deze vermeerdering houdt o.a.
verband met ‘de verlaging van de deposirtorente bij
de afdelingsbanken. ,,Niet in deren zin dat de ban-
ken door vermindering van deposito’s zooveel meer

kapitaal van de Centrale Kas behoeven, (het hoogste

uitstaande bedrag der Centrale Kas was in 1926

slechts
f
300.000 hooger dan in 1925) maar in zoo-

verre als verschillende banken, uit vrees dat haar

deposito’s zouden ‘kunnen verminderen, bij voorbaat
credietverhoogin’g aanv’roegen. Andere deden .dat. in
de verwachting van een vdrmeerderin’g van leenin-

gen, die ten sl’obte niet geheel vervuld werd. Een
andere oorzaak van verhooging is, dat in toenemende
mate volksbanken haar liqui’dirteit door een crediet-
overeenkomst met. ‘de Centrale Kas verzekeren, in-
stede van ‘door het aanhouden van meer deposito’s
dan voor het leenhedrijf noodzakelijk is.” (bi. 5).

De 11 vo:lltsbain,ken op Java en Madoerct
enden

in 1926
f
45,2 millioen uit, tegen
f
42,1 millioen in

het voorafgaande jaar. De gemiddelde leensom per

schuldbewijs ‘daalde echter: van
f
77 in 1923, tot
f
13

in 1925, tot
f
69 in 1926, ,,waaruit blijkt, ‘dat de
banken over het algemeen voorzichtig bleven.” Er is
van verschillende kanten gewaarschuwd tegen het
verlenen van te veel Jcrediet aan de bevolking. Dit ge-
vaar is niet denkbeeldig, maar voor alarmerende uit-latingen (.die in een enkel geval kant noch wal raak-
ten), ‘bestaat geen aanleiding. Met nadruk wordt in

het verslag ontkend, ‘dat er van overkredirtering spra-
ke zou zijn. De verhoging van het uitgeleend bedrag
is geheel te danken aan de omstandigheid, dat een
steeds groter aantal personen van de volksbanke’n ge-
bruik maakt. Biezonde’re e’konomiese oorzaken zijn
daarvoor niet aan te wijzen. Het ‘meest waarschi.jnlik i.s volgens ‘het verslag ‘het volgende. De banken stre-
ven er naar, zich steeds meer aan. de ‘behoeften der
leners aan te passen. In toenemende mate gaan zij
er toe over, ‘op vele plaatsen in haar ressort regelma-
tig zitting te houden, waardoor de leners geen grote
afstanden behoeven af te leggen. Men tracht de pe-
riode tussen aanvraag en uitbetaling zoveel m.ogelik
te verkorten ‘tot hoogstens 14 dagen. ,,Jaarlij’ks ken
men nu eens in ‘het jaarverslag van deze dan weer

van gene bank lezen, ‘dat een •stroeve
werkwijze
door

nieuwe, soepeler methodes is vervangen en dat al
gevolg daarvan ‘de uitleening is toegenomen” (bi. 6).
Het zou van het grootste ‘belang zijn te weten, of met
de ‘toenemende uitlening door de volks- en desaban-
ken een afneming gepaard gaat van het krediet van

allerlei voorschotge’vers en woekezaars in de dena.
Wij weten dit niet. Maar om het belang van de zaak

neem ik ‘de volgende mededelingen uit het verslag
over. De volkebank te 3ogjakarta is begonnen in het
regenrbsc’hap A’dikarta, in aanvulling op het. desabank-
krediet, leningen van bescheiden omvang uit te ge-
ven ter bestrijding van de verpan’din’g van klapper-
‘bomen. Haar jaarverslag vermeldt dat voor deze
samenwerking van vol’ksbank en desabanken vele
Chinezen in dat regentschap het veld hebben moeten
ruimen. Evenzo rapporteert de Tegalse Afdelings-
bank, dat haar verhoogde uitlening en ‘die ‘der •desa-
banken ‘het aantal in de desa’s rondzwervende Arabie-
ren doed verminderen. Men zal moeten afwachten,
of ‘hier inderdaad symptomen zijn van iets, dat
bij
be-

leidvolle uitleenp’olitiek tot een algemeen verschijn-
sel zou kunnen worden.
De verlaging van ‘de ‘depositorente ‘der volkaban-
ken van 6 op 5 pOt. is zonder schokken tot stand

gekomen. ,,Vele beleggers, die aanvankelijk uit boos-

hei’d over ‘de verlaging ‘hun deposito’s wegtrekken,

kwamen spoedig ‘terug, nadat zij’ bemerkt hadden, dat

zij elders niet voor’deeliger terecht. konden.” In een
materie als ‘deze zullen de banken goed doen, de lei-

ding van de Centrale Kas, die zoveel ‘beter geïnfor-
meerd kan zijn dan .de plaatselike ‘besturen, steeds te

volgen.
De liquiditeit der gezamenlike banken is groot.
Twijfel ‘daaraan moet uitgesloten zijn voor hem, die
weet te onderscheiden tussen vorm en wezen van de
gelden, die door ‘desakredietinstellingen en inla.ndse
gemeenten bij de volksban.ken zijn belegd. De achter-

stand vertoont een gunstig beeld.
De door ‘de ‘banken in rekening gebrachte interest
daalde van 16,2 pCt. in 1925 tot 15,9 pCt. in 1926.
Reeds eisten 24 banken voor nieuwe leningen ten

hoogste 15 pCt., terwijl 9 banken niet ‘meer dan 12
pOt. in rekening brachten. ,,Dit’ ‘beteekent een aan-
zienlijke vooruitgang vergeleken bij vorige jaren. Bin-
nen eenige jaren zuilen waarschijnljk de banken met
een rentevoet ‘h’ooger •dan 15 pCt. tot ‘de. uitzonde-
ringen behooren en die met 12 pOt. een belangrijke
fractie van ‘het geheel uitmaken. Een initrrest van
9 pCt. voor leenin’gen boven
f
1000 is reeds zeer ge-

woon.” (bl. 9).
Ook de vollcsbanlcen in de buiten gewesten
leenden
in 1926 meer uit dan in het voerafgaande jaar. De
gegevens ‘hebben betrekking op 18 banken, in plaats
van 19, daar de Lampongse Volkskredietbank, die fei-

telik niet meer tot de volks’banken behoort (ze fun-
geert nog slechts ten behoeve ‘der .goevernementskolo-
nisatie), geen statistieken aanbood. Deze 18 ‘banken
hadden uit. boekjaar ruim
f
2,2 millioen meer uit-
staan dan het jaar tevoren. Als oorzaken van deze
vermeerdering worden opgegeven: prijsdaling
van de
inlandse ruibber (tot een meer normaal, hoewel . nog
steeds lonend, peil); uitbreiding van het arbeidsveld, hetzij in ‘de breedte, hetzij in ‘de ‘diepte; verbetering
van de wegen en ‘daardoor ontstane ekonomiese ont-
wikkeling; in A’tjeh opleving van de oko!nomiese toe-stand, uitbreiding van ‘de inlan.dse rubberkultuur, toe-
nemende teelt van tweede gewassen en opleving van
de rij stteelrt.

De achterstand vertoont een zeer gunstig beeld.
Het winstcijfer van ‘de ‘banken is groot
(f
348.200);
renteverlagin’g is mogeli’k. Verschillende banken gin-

gen er reeds ‘toe over.
Het
bedrijf
van ‘de desaloemboengs op Java
ver-
toonde in alle opzichten een gunstig beeld. Wel wer-
den, door samenvoeging van desa’s of omdat de be-
volking ze niet meer op prijs stelde, weer 268 van
deze instellingen opgeheven, maar ‘de uitlening nam
toe (met 63.000 pi’kol) en het aantal l’eners vermeer-
de (met 29.000 personen). Men kan zeggen, dat de
loemboengs tans, waar ze nog bestaan, ‘door de bevol-
king op pri.s worden gesteld.
Ook voor de desabanken op Java en Madoera. is
1926 in het algemeen een gunstig jaar geweest. Het
percentage van de achterstand nam echter toe van
0,8 tot 1,2 pC’t. Als oorzaken worden opgegeven late
sawahaanplaurt in 1925 en langdurige droogte in het
verslagjaar, waardoor het budget van de desaman in
de war raakte. D.aarnaast wordt als emvel opgegeven
de weinige medewerking van de desabankkommissies,
die, inplaats van zelf het voorbeeld te geven met op
tij’d te betalen, achterstallig bleven. Lenen onder pres-
sie van en voor kom’missieleden is herhaalde lik in het verslagjaar voorgekomen. Vooral in streken met kom-munaal .gron’dbezit maakt het desahoofd dikwels mis-
bruik van zijn ‘macht. De medewerking van de ambte-
naren van ‘het binnenlands ‘bestuur is ‘ook voor deze
instellingen van het grootste belang.
Het aantal desabanken is nog voor grote ui’tbrei-

78

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Januari 1928

ding vatbaar. Ret’nam toe van 4307 in 1925 tot 4754

in 1926. Het uitgeleend bedrag eteeg van
f
32 mii-
heen tot
,f
34,3 millioen in het ver’slagjaar.
De berichten over de
dorpsban.ken in de buiten.ge-
westen
luiden gunstig. De aard.beving op 28 Juni

1926 heeft voor het dorps’bankwezen in Sumatra’s

Westkust geen ernstige gevolgengehad. – Er was

enige jaren geleden biji de dorpabankeri in de buiten-
gewesten veel achterstand, maar ‘het nieuwe achter-
stan’dcijfer, op 192e betrekking hebben’d, is gunstig

(0;2 pOt.). In Palembang en Benkoelen werden in

vroeger jaren zgn. margabanken opgericht. (,,Marga”

duidt in de Alas- en Bata’klanden op de stam, de

gen e,alogiese emeensc’hap; hier, in Zui’d-Sumatra,

kan men bij het woord marga denken aan ‘de gera-

jnenlike mark van een groep bij elkaar behorende dor-

pen, dus aan een territoriale gemeenschap. Marga-
bank zou dus vertaald kutinen luiden: die trik’ts-

bankje). In het verslag leest men van goede samen-

werking tussen ‘de Palembangse Vol:ksban
,
k en de
margabanken.
Er is in de laatste
tijd
veel kritiek geweest op het volks’kredietwezen. De beste kritiek intussen is nog

steeds te vinden in de verslagen van ‘het v’olks’krediet-
wezen zelf. . G.

DE TABAKSHANDEL IN 1927.

Wanneer ‘men een terugblik slaat op 1927, valt niet

te ontkennen, dat dit jaar betere resultaten heeft

opgeleverd voor ‘de producenten dan voor ‘den handel.
Weliswaar b
rac
ht de Sumatra-oogst 36 cents per

34 KG. minder op dan het jaar tevoren, nl. 194 cents

tegen’230 cents per KG., maar toch blijft het resul-
taat voor de importeurs in doorsnee zeer ‘bevredigend,
vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat de
1926er oogst ruim 20.000 pakken meer leverde dan

de vorige.

– Ook de Java-tabak ‘bracht, althans voor zoover de
‘beide hoofdsoorten Vorstenlanden en Bezoekje betreft.,
YoO.r de importeurs dooreengenoinen zeer loonen’de

prijzen op.

‘De handel daarentegen ‘ziet ‘zijn arbeidsvoid lang-

zamerhnd ‘kleiner worden. Aan de tabak, welke naar
Amerika verkncht wordt, valt ‘door :het de laatste
jaren ingevoerde verkoopsysteem, waarbij de Amen’-

kaansche kooper direct van den importeur koopt en
zich van de niet voor hem passende ‘merken bij en-
dershandsche inschrijving weder ontdoet; voor’ den handel niets meer te verdienen, evenmin als aan het

gros der Regie-zaken: Door de steeds grooter wordende
concentratie in. de tabak’s- en sigarennij’erheid wordt
niet alleen de ‘kring
‘ziiner
afnemers automatisch ver-
kleind, doch wordt bovendien ‘hoe langer hoe meer de
gelegenheid geschapen, dat ‘de fabrikanten hun be-
hoefte direct 0ij den importeur dekken. In de ‘kerf-
tabak-‘branc’he wordt dit nog in sterke mate in de
hand gewerkt door het aan de markt brengen van zoo
‘kleine partijtjes, dat elke fabrikant – groot of klein
zonder tussc’henkomst van den handel direct ‘koo-
tien kan wat hij noodig heeft.
In
‘deze
zich wij’zigende toestanden ‘is ongetwijfeld
mede een der oorrzakeu te zoeken van het feit, dat
de laatste jaren meer in zwang gakomen ‘zij de-veel

meer speculatieve
leverin.gszaken,
waarbij’ door den

handel voor groote quantums’, vaa’k gehe’ele nog nau-welijks afgewerkte oogsten, ‘het risico van den impor-
teur op eigen schouders genomen wordt.
De toestanden in ‘de sigarennijverheid geven nog
niet veel reden’ ‘tot tevredenheid. Zoowel in Holland
als in Dui.tschland wordt het overgroote deel der siga-
ren, waarvan de prijzen zich nog steeds niet aange-
pas’t ‘hebben aan de hooge •productiekosten, nog ver-
kocht zonder een redelijke winstmarge voor den
fabri:kant.
Daarbij’
kwamen in Duitschland dc’moei-
lijikheden tussohen werkgevers en werknemers, welke
in het voorjaar opgelost werden door een loonsver-
‘hooging van 13’ pOt., doch die in-November geleid
hebben to-t een algemeene uitsluiting als verweer der

fabrikanten tegen een in strijd met -het loopende

arbeidscontract begonnen wilde staking in Leipzig.
Deze uitsluiting is weliswaar na enkele waken op-ge-
heven, waarbij’ overeengekomen werd, dat na het ver-

strijken van den cont’ractstermijn een verdere ver-
hooging der loonen met 10 â 12 pOt. ‘zou volgen; de

dreigende moeilijkheden hadden echter reeds lang

tevoren haar schaduw vooruitgeworpen. Door eên
eti

ander is dan ook het ,,Herbstgesohï.ft”, waarop do
– Hollandsche handel na de weinig vlotte afneming door

Duitschland gedurende de zomer-maanden gehoopt had,
grondig ‘bedorven. –

Voor het eerst sinds verscheidene jaren toont de
export van sigaren uit Holland weder eenige ‘vermeer-

dering (van 49 tot 55 milhioen stuks).

Daarentegen verminderde de export, van gekorven
tabak van 12 tot 11 millioen pond.

V’an ‘S u m a t r a leverde •de 1926-er oogst 239.914
pakken, welke op’hrachten 194 cents per KG., tegen

218.370 pakken verkocht tot ‘230 cents per KG. het
jaar tevoren.

De totale waarde van den oogst ‘bedroeg dus circa
72 ‘millioen gulden, of 5 ‘mil’hioen Sul’den minder dan

die van den 1925er oogst,
De berichten omtrent den ui’tval van dezen oogst

lui’dden van ‘het begin af weinig ‘gunstig, wegens ge-

‘brek aan regen. In de eerste inschrijving ‘bleek reeds
dadehijk, dat ditmaal deze ‘berichten niet overdieven
waren. 1)e tabak had voor ‘het overgroote deel het type

van een onberegen’d gewas: wein,ig uitgegroeid en

daardonr ‘wat dik en smal van blad met veel vochtige,
gedeel’.ehij’k wat broeii.ge bladen. De kleuren waren
over het algemeen tasnelijik helder, de’ verhouding

roodachtige miskleurige ondermerken was ec’h.ter vrij
groot, terwijl de tabak ook in de betere sorteeringen
veelal een dnrijpbont ‘karakter toonde. Bovendien
lieten quahi’tei-b en in veel ‘gevallen ook de ‘brandbaar-

heid aan het ‘blad te wen’schen over.
Opvallend was het-, dat ook in .dezen oogst toch nog
verschillende ondernemingen voorkwa’meii (‘vooral

zulke, waarop haat- met planten aangevangen werd),

waar het weer klaarblijkelijk veel gunstiger geweest
was en clie daardoor een product leverden, dat ver
boven het gemiddelde van den oogst uitsta’k:
Het zandblad leed aan dezelfde fouten: mooie do’f
vale merken bleven een ‘uitzondering. Daar bovendien
het q’uantum zand’bhad, dat in clan oogst voorkwam,
veel ‘kleiner was dan vorige jaren, werdeh de spora-
•disch voorkomende ‘betere partijen dan ook onder
groote concurrentie op ‘het hoogste peil van verleden
jaar betaald.

De uitval van het middenbhd en topblad was, ook
weer ‘met enkele uitzonderingen, slechte matig; goed
rijp vlot-brandend omblad, ‘waarvoor het geheele jaar
vraag bestond, ‘kwam ‘hierbij slechts zelden voor.
Toen, zooal’s gewoonlijk, in Maart ‘de ‘campagne ge-
opend werd, zetten d
e
Amerikaansche koopers de
prijzen i-n verhouding tot den uitval, enorrn hoog in.’
Reeds na de eerste inschrijvingen bleek echter, dt
de oogst in Amerika nog ‘minder -gunstig ‘beoordeeld
werd dan aanvankehijk hier ‘het geval was. Enkele der
grootste fabrikanten dekten naenoeg hun geheele
behoefte voor het loopende jaar nog uit oude voorra-
den, waardoor zij den 1926er oogst zoo goed als geheel
‘konden overslaan, terwijl vele anderen slechts met
tegenzin d’aaruit -kochten. Dit oefende natuurlijk al
spoedig een terugslag uit op ‘de Hohlandsche markt.
Zooais men dikwijls’ ziet, -vervielen de A:merikaansche
koopers thans wel eenigszins in, het andere uiterste.
Niet alleen werd de prjsbasis, ‘met uitzondering der
zeer weinige partijen superieure ta’bak, veel lager,
doch bovendien scho’ten ziji thans tabak uit, zooals zij
eerst grif medegenomen hadden. ‘Het naar Amerika
verkochte quant-um ui’t den 1926er oogst is dan oo’k belangrijk kleiner gebleven •dan ‘het jaar tevoren; iii.
circa 26.000 pak-ken tegen 33.000 pakken. Dit verschil
werd voor ‘de A’meri’kaansche importeurs eenigszins

goed-gemaakt door den voor ‘hun doel ‘bijonder -goeden

25 Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

79

uitval vati den Vorstenlaiiden-oogst, waarvan verleden
jaar nagenoeg niets door Amerika genomen werd, ter-

wijl men dit quan tam thans wel op circa 10.000 pak-

ken schatten kan.
Do zaken in Sumatra-tabak met Du-itschiand zijn -het gehe-ele jaar slepende gebleven. De fouten van
-den oogst werdeil breed uitgemeten; dat verschillende

partijen toch ook wel – vooral wat kleur aangaat –
hun goede -eigenschappen hadden, werd liefst geheel

uit het oog verloren, kortom fabrikanten kochten

alleen da-t wat- zij strikt noodig hadden. Hoewel de
prijzen zich gedurende het grootste -deel der campagne
in -een min of -meer -dalen-de richting bewogen. hebben

-zich -groote sprongen daarin toch niet voorgedaan, in
hoofdizaak is dit toe te schrijven aan ‘het feit, dat de
voorraden oude tabak in het begin van het jaar slechts
klein waren, zo-odat fabrikanten -zich wel genoodzaakt zagen, zij -het dan ook zonder veel animo, hun behoefte
uit -den nienwen oogst regel-matig te blijven dekken.

Alleen in -de laatste herfst-inschrijving, welke met
-een vrij groot qua’ntum zeer ordinaire ta’bak -de cam-
pagne sloot, kon men plotseling een vrij scherpe daling
voor dze minste qualiteit waarnemen.
Da Hollands-che -sigarenfabrikanten kochten even-
eens minder dan anders, terwijl Zweden, -dat zich in
do eer-s-te inschrijvingen geheel als koo-per teruggetrok-

ken had, in den loop der campagne toch eenige der
allerbeste partijen meester werd. Overigens ‘bepaalden
de Regie-‘koopen direct in inschrijving zich tot ecn
paar partijen -door ‘Hongarije gekocht.
Ook dit jaar werd de geheele oogst der Tabakmaat-
schappij ,,Arendsburg”, 25.872 pakken, o-ndershands
verkocht; het groot-s-te -deel werd echter voor rekening
der koopens op -de gewone wijze ‘bij inschrijving ge-
bracht.
De Deli Maatschappij verkocht aan het eind der
voorjaarscampagne uit de han-d circa 15.000 pakken
middel- en mindere taba-k.
De 1927er ‘Sumatra-oogst zal vermoedelijk een iets
kleiner quantum -dan -de 1926er oogst leveren.

Over den 1926er 3 a v a-oogst hadden de berichten
van dan aanvang af veel gunstiger geluid dan over
-dien van Sumatra. Inderdaad bleek deze dan ook een
veel beter product t-e leveren dan de 1925er oogst
ge-

bracht had.
De eerste
partijen
Vorstenlanclsn
toonden reeds
dadeljk een volbia-dig dun -gewas, zeer voordeelig
in -de uitwerking -en -daar-door voor A.merika bijzonder
geschikt. Dat de kleuren over ‘het geheel wat te veel naar het roode overhelden, i-s voor dit doel een veel
minder groot bezwaar dan voor het verbruik in
Dui’chland en Holland. Voor -dergelijke tabak be-
steedde Amerika ongekende hooge
cijfers
(tot 800
cents per X KG-. en meer voor -de allerbeste merken),
welke ‘die voor Sumatra betaald, vrij dicht naderden.
Tauneer
men in aanmerking neemt, dat, zooals hier-
boven reeds vermeld, circa 10.000 pakken of -bijna
10 pOt. van -den Vorstenlan-den-oogst -dit jaar hun
weg naar Amerika gevonden hebben, behoeft het geen
-betoog, dat bij den ‘betrckkelij’k lagen kostprijs van
het product, -de resultaten voor verschillende -onder-
nemingen schitterend geweest zijn. De geheele Vor-
stenlandenoogst van circa 120.000 pakken bracht dan
ook met -een doorsneeprjs van ruim 80 cents per
KG. nagenoeg -het dubbele op van den 192-Ser oogst-.
Een uitzondering moet gemaakt worden voor die
ondernemingen, welke een product leverden, dat –
soms weliswaar mooi van bladstructuur – in brand-
baar’heid al te veel te wenschen overliet. Over deze
fout stappen noch -de Am-erikaansche noch -de Euro-
peesohe koopers gemakkelijk heen; dergelijke partijen
konden dan ook gedurende het geh-eele jaar slecht-s
tot zeer teleurstellende prijzen gerealiseerd worden.
pmerkeljk is, dat het type der Vorstenlati-den-
t-a’ba’k zich de laatste jaren geheel gewijzigd heeft,
sinds de planters inplaats van op kleur en qualiteit
zich in de eerste plaats zijn gaan toeleggen op blad-
rijk-dom.
Gevolg hiervan is, -dat men de oud-erwetsche

Torstenlandentabak bijna niet -meer ziet en sigaren

in dit genre, vroeger een specialiteit van verschillen-
de H-ollan-d-sche fabrikanten, to-t de zeldzaamheden zijn
gaan behooren. Een bezwaar van deze eenzijdige oriën-
t-eering naar Amerika is dat de belangstelling voor

het- -deel van den oogst, -dat niet voor dirtapecialedoel

geschikt is, sterk verminderd is. Dit deel vervalt daar-
door
vrijwel
geheel in -de categorie ,,om’blad en bin-

nengoed” met een enkele kerfpartij, waarvoor het
quantum rijkelijk groot is. Intussohen heeft dit in

19-27 geenei’lei bezwaar opgeleverd, aangezien de
Fransche Regie daarvoor in Juli aan -de markt kwam

en tot het eind der campagne toe, groote quantums
(ook weer ‘met -uitzon-dering der geheel onbrandbare
partijen) opgenomen heeft.
Van
Bezoekje
viel een deel van den oogst eveneens
veel beter dan het jaar tevoren. Intussciien -had een
gedeelte van -dit district, vooral in het begin van den oogst, klaarblijkelijk -toch nog met gebrek aan regen

te kampen gehad. Het Sumatrazaa-d-product had ‘hier-
van veel meer te
lijden
-dan ‘het Kadoezaad, welk
laatste gewas

beter tegen droogte ‘bestand is.
Aan Bezoekie-o-m’blad ‘bestond, door’ de algeheele
mislukking van -den 1925er oogst, ‘hij de fabrikanten
groote behoefte. Toen dan -ook -de eerste partijen van
den nieuwen oogst aan de markt kwamen, en uit den
uitval bleek, dat slechts een ‘betrekkelijk klein deel
daarvan -onberispeljk -omblad -zou leveren, werden
deze onder leven-dige concurrentie, op -de buitenge-
woon hooge basis van 75 á 80 cents per l KG. grif
ver-kocht (grootencieels direct- aan fabrikanten). Meen-
-de -men eerst, dat de
prijzen
als -de eerste ‘behoefte
eenigs-ziri-s gedekt was, wat gemakkelijker zouden wor-
den, -di-t is althans voor de allerbeste
partijen
geens-zins het geval geweest. Koe-pers waren echter het- ge-
heele jaar op het punt van de brandbaarheid der tabak zeer v-eeleischend. Partijen, welke in dit -opzicht niet
aan de ‘hoogste eischen voldeden, vonden een veel min-
-der grif onthaal, terwijl -de
prijzen
voor ‘het ordinaire
omblad, reeds dadelj’k ibelangrijk lager ingezet, in den
loop -der campagne eerder nog wat gedaald zijn.
Naar Amerika -is ook in 1927 van Bezoekie zoo goed

als niets verkocht. Voor Zwitsersche ‘doeleinden
lever-de -de 126er oogst slechts een -betrekkelijk klein
quantum goed geschikte tabak, welke dan ook onder
levendige concurrentie – een ongewoon groot aantal
Zwitsersche handelaren en fabrikanten was voor deze
gelegenheid naar Rotterdam gekomen – enorm hoog
betaal-d werd. –
D
e
ta’bak, grooten-deels krosseks, uit de andera dis-
tricten Loemadjaing, Hedirie, Rernba’n.g, Ka4oe,
e-nz.
viel in doorsnee slechts matig uit. Het eerste deel
van den oogst uit laatstgenoemde -drie districten had
veel van gebrek aan regen te
lijden
gehad; latere
aanvoeren vielen in -dit -opzicht nogal wat beter uit.
Zaken in deze soorten, welke in tegenstelling met rio
plantage-tabak uit de Vorstenlanden en Bezoekie bijna
geheel opgekocht worden van inlan-ders en Ohinee-
ren, zijn de laatste jaren weinig bevredigend -geweest
dooi’ het vaak -ongemotiveerde opdrijven der
prijzen
in
Indië. Daarbij komt, da-t de belangstelling voor Rem-
bang en Kedirie door den slechten uitval -der laatste
oogsten sterk verminderd is, en deze tabak in -groote
posten nog -bijna alleen voor Regie-doeleinden ge-
kocht wordt.
Aangevoerd werden in 1927 ruim 550.000 pakken
J’avataibak, waarvan circa 420.000 pak-ken bij- inschrij-
ving aangeboden werden.

Van B o r n e o werden aangevoerd 3548 pakken,
‘vet-kocht tot 214 cents per
V2
110-.

De B ijs o er t e-n werden ook dit jaai’ vrijwel ge-
heel ondershands verhandeld.
Van Noord-Arnerilcacxnsche vaientnbak
zijn de aao-
voeren wat grooter geweest dan ‘het jaar tevoren,
vooral van Marylanci-tabak, voor de mindere qualitei-
ten waarvan -de prijzen in ‘het oorsprongsland in 1927
laag genoeg waren om mat goed gevolg tegen andere
ke.rf-soorten te kunnen cencurreeren.

80

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2
5Januari 1928

Bovendien leverde de 1926er Burley-oogst een pro-

duct, dat door zijla lichtsoortigheid voor Holland hij’-

zonder geschikt was, terwijl het juist’ daardoor voor
de Ameri’kaanjsohe markt minder goed paste. Hiervan

werden ‘dan ook door de Hollandsche ‘handelaren en

faibrikanten ‘tot zeer lage ‘prijzen flinke posten ge-
importeerd.

Het quantu’m Kentucky in 1927 aangevoerd, ver-
schilde niet veel met dat van het vorige jaar. Inbus-
schen wordt ‘deze soort grootendeels ‘direct door de
fabrikan’te’n geïmporteerd en ‘heeft dus voor den han-

del weinig belang meer.

Van gele’Virgin,ie’s ‘bleven de
prijzen
voor de betere
qualiteiten hoog, terwijl in de ordinaire soorten ‘hier-
van op de Holland.sche markt de laatste jaren weinig
omgaat.

Vam
Zuid’-Âmerikaansche tabislc
(als gewoonlijk in
hoofdzaak Braziel en Dom’ingo, terwijl in 1927 ook
van goedkoope Havana’s een en ander geïmporteerd
wrd) waren ‘de aanvoeren eveneens wat grooter dan het vorige jaar; die van de Britsch-1ndisc/ze soorten

konden zich op het lage ‘peil van 1926 niet ‘moeite
handhaven, als gevolg der hooge prijzen in het oor-
sprongsland daarvoor verlangd.

Ook uit
China
bleven ‘de aanvoeren onbeduidend,

wegens de daar nog steeds heenschende trobel’en. Bo-
vendien vermindert de belangstelling der fabrikanten voor’ deze tabak in sterke mate door den o’n’bevredi-

gen’den uitval van bijna.. alle aangevoerde partijen.

Van
Orientao2sche tabak
bleven’ de aanvoeren on-
geveer even groot als in 1926. Zaken hierin ‘hadden

een onregelmatig verloop.
Ordinaire partijen Grieksche tabak, welke gedeel-
telijk reed’s lang hier opgeslagen lagen, werden in het

najaar tot sterk verlaagde prijken ten slotte gereali-
seerd. Ook voor partijen Bulgaarsoh, geriige Russ’i-
sche ‘soorten en derg., waarvan vooral in Bremen en
Hamburg nog groote quantums uit oude oogsten op-

geslagen liggen, werden ‘de limieten belangrijk lager
gesteld, ‘zonder dat ‘dit in vele gevallen nog de moge-
Hj!kheid schiep’ om verkoopen daarin tot stand te

brengen.
De handel in de betere soorten Orientaaisch concen-
treert zich in Holland hoe langer ‘hoe meer in de

handen van enkele groo,te lichamen.
‘De aanvoeren in 1927 bedroegen in totaal circa 111
millioen KG. tegen 106 millioen KG. in 1926.
Zij’ waren verdeeld als volgt:

Sumatra en Java:


Aanvoer in 1927 circa 73 millioen KO.

11
1926

,,

75

Noord-Amerikaansc’h : –
Aanvoer in 1927 circa 15 millioeri KG.

11
1,926

,,

12
Zuid-Ameri’kaansch:
Aanvoer in 1927 circa ’14 millioen KG.

11
1926

,,

11

Gri.ekscih ‘en Tur’k’sch:
Aanvoer in 1927 circa 6 millioen KG.

11
1926

,,

6

,,

.11
Diversen (Britsoh-Indisch, Ohineesch, Algierseh, Ma-
nilla, enz.):
Aan voer in 1927 circa 3 millioen KO.

1,926

2

F. M. v. E.

EENIGE GEGEVENS OMTRENT DE ARBEIDERS-
VAKBEWEGING IN NEDERLAND.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek ‘heeft we-
derom een ‘belangrijke publicatie uitgegeven ‘over den
,,Omvang der Vakbeweging ‘op 1 Januari 1927’!, waar-
op wij met enkele gegevens nader ‘de aandacht willen
vestigen.
Zooals Ibakend, vormt de ,,landelijke” vakbond,
waarin arbeiders van een ‘bepaalden (of soms meer dan
een, maar toch altijd aanverwante) ‘bedrijst,ak zich
vereenigd ‘hebben, de basis van de arbeidersvakbewe.
ging. Deze is meestal opgeboû’wd uit plaatselijke af-

deelingen of ‘va’kvereeni:gingen. De vakbonden zijn op
‘hun gebied a’utonoom, zij’ hebben zich echter federatief
vereenigd in vakcen’trale’n. Bij ‘de regeling der arbeids-

voorwaarden in ‘de ‘bedrij:fsta’kken treden de vakbonden

op (bij plaatselijke ‘kwesties soms de afdeelingen) en
de arbeidsconflicten worden dan ook geleid door deze
vakbonden. ‘Uitkeeringen bij’ staking etc. geschieden dus
ook uit de kassen der vakbonden. De vakcentrale komt
daarbij slechts bij uitzondering zooals buy, in 1923/24

‘bij ‘het textielconflict) in actie. De afdeelinge’n ‘hebben

zic’h met de plaatselijke afdeelingen der andere ge-
ljkgesrtemde vakbonden tot bestuurdsbon’den federa-
tief vereeni’gd.

Het spreekt vanzelf, dat in ons land in de vakbe-
weging talrijke richtingen zijn. Zoo kennen we de

z.g. moderne ri’chting, die in het Nederl. Verbond van

Vakvereenigingen (N.V.V.) tot uiting komt en die

zeer nauw samenwerkt ‘met de S.D.A.P.; ‘de R-K. rich-
ting in het R.K. Werkliedenveibond (R.K.W.); de

Prot. Ohr. richting in ‘het Christelijk Nationaal Vak-

verbond (C.N.V.); de neutrale richting in het Algem. Ned. Verbond (A.N.V.); de communistische richting
(Moskou) in het Nationaal Ailbeidssecre’tariaat

(N.A.’S.); de ‘syndicalistische richting (Berlijn) in
‘het ‘Ned. Syndicali’stisch Vakverbond (N.S.V.) en

cle’hoofdar’beiders in ‘het Verbond van Hoofdarbeiders (V.V.H.).

Verder is het
duidelijk,
dat er nog verschillende
vakbonden zijn, die bijt deze vakcentralen nog niet

‘precies ‘kunnen vinden wat zij’ nu wel willen en die
zich nergens
‘bij
hebben aangesloten. Ook ‘behoeft het

geen betoog, dat al deze vakcentralen zich weer’ bij’ een
internationale hebben aangesloten, nl. ‘het N.V.V. bij

het I.V.V.; het R.K.W. ‘en O.N.V. bij ‘hot I.C.V.; het
N.A.S. bij de R.V.I.; het N.S.V. bij’de I.A.A.; het’
V.V.H. bij het C.I.T;I., terwijl het A.N.V. ook reeds
verschillende pogingen. ‘heeft gedaan om met ,andere
landen een Intern. Neutraal Vakverbond’ op te richten.

Ten slotte zij’ nog vermeld, dat de ‘vakbonden uit do verschillende landen zelf oo’k nog internationaal

verbonden zijn in z.g. beroepssecretariaten, waarvan bijtv. de I.T.F. (de Intern. Transportarbeiders. Fede-
ratie), waarvan Fimmen de groote man is, wel de
meest. bekende is.
Na deze zeer korte inleiding, die voor hen, die.niet
geregeld met de vakbeweging te doen hebben, allicht
tot vérdui’de’lj’king ‘kan dienen, mogen overgaan
tot ‘het vermelden van enkele cijfers, óin ‘daarna nog
en’kele korte aanteekeningen daarbij te ‘maken.

Werkelijke’cijfers

In
OJ

totaal Aantal organisaties
1920
_________
1
1926


1
1927

1920
I
92
6

1927

,
8728 8229
8322
100
100
100
Vakbonden …………..
243
240
100
100
100
daarbij aangesloten

Vakvereenigingen

…….

vakvereenigingen ……
8418 7964
8056
97
97
97
Vakcentrale» ….. . …….

.248

7 7
– –
daarbij aangesloten
.5
..

vakbonden.
113
118
115 45 48
48′
vakvereen..
6255
5837 5855
72
71
70
302 300
-‘


Bestuurdersbonden
…….250
daarbij aangesloten
vakvereenigingen
2353 2440 2448
27
29,5
29

Aantal georganiseerden
In duizendtallen
1

In
ojçj
totaal

Totaalaantalgeorganis…
683′
493
504
100 100
100
waarvan R.K. of Pr. Chr.
238
169
178
35
34,5
35
445
324
326
65
65,5
’65
overigen …………….
547 378 390
.80
77
77,5 bij vakcentrale»

…….
bij vakbonden

……..
‘650
466
477
95
94,5
94,5
bij nat. en
p1.
zelfst.
27
27
‘5
5,5
,
5,5 vakvereenigingen
…….33
bij

bestuurdersbonden….
330
244,
251
48
49,5
50

N.V

………………..
248
190
197
36,2 38,5
39
R.K.W.

……..
. …….
141
90,5
96,5
20,0
18,4 19,2
.

67
48
51.
9,8
,, 9,8
40
A.N.V
………………..
40
13
11,6
5,8
.2,6
2,3
N.A.S
……………….

.

52
13,6
13,7

7,5
2,8′
2,7

C.N.V…………………..

N.S.V
………………..

..


6,2
4,9

1,2
1,0
..
..


16
15,5
_-.
3,2
-. 3,1
V.V.H
……………….

niet bij een vakcentrale..
130
115′
‘114


’20
’23’
“22,5

25
Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN

E31

Limburg
………..34

18

20,5

5

3,7

4,1
N.-Brabant
………70

43

46

10

8,7

9,1
Gelderland
………52

40

40

7,5

8,1

8
Z.-Holland………. .
.177 133 134

26

27

26,6
N.-Holland ………
171 120 121

25

24,5 24
Zeeland ………….
13

9

10

2

1,8

2
Utrecht ………….
38

29

29

5,5

5,9

5,9
Friesland ………..
21

17

17

3

3,5

3,4
Overijsel

………..
43

37

37,5

6,5

7,5

7,5
Groningen ……….
.
30

19

20

4,5

3,9

4
Drente ………….
11

8
1

8
1

1,6

1,6

1,6

Amsterdam ……….
108

75

75,5 16

15

15
Rotterdam ……….
.64

49,5 49

9,5 10

9,7
Gem. boven 100.000 inv..
241 178 179

35

36

35,5

13
50-100000
inwoners.
66

58

58,5 9,5 11,8 11,6
20-50000

,,

132 101 104,5 19

20,5 20,7

beneden
20000 ,,

224 126 133

33

25,5 26,5

Vrouwen ………….
….54
Werklieden vrije bedrijf..
Ander personeel Vrije bedr.
Personeel openbare dienst.

.
29
55
202

31,7
274
44
176

31,6
2
43,5
177

8
63
8
29

6,5
56
9
35

6,5
56
8,7
35

11
6,5 6,4
1,6
1,3
1,3
17 17
2,3
3,5
3,4
81
42
44
11,8 8,5
8,7

Diamantbewerkers

…….
Typografen

………….16

5,4
7
1,6
1,1
1,4
Bouwvakarbeiders

…….

49
41
42
7,2
8,3 8,3
27
26
26
4,0
5,3
5,2
24,5
12,4
12,3
3,6
2,5
2,5
Land-, veen- en zuivelarb.
40
20
21,5
5,8
4,1
4,3
Transportarbeiders …….
58
36,5
38,5
8,5 7,4
7,7

Mijnwerkers
………….11

Rijks- en gem.ambtenaren

Metaalbewerkers ………

54
46
46
7,9
9,3
9,1

Textielarbeiders

………
Sigarenmakers ………..

Rijks- en gem.werklieden.
.
35
26,5
28
5,1
5,4
5,5
46
41,5
41
6,7
8,4
8,1

(inclusief

post) ………

Leeraren en onderwijzers
.
34
33,5
34
5,0 6,8
6,7
Spoorwegpersoneel

…….

12
11 11
1,8
2,2
2,2
Militairen

……………
12 12

1

2,1
2,4
2,4
Politiepersoneel

………14
Handels- en kantoorbed …
37
29
29
5,4
5,91
5,8

IJit deze cijfers blijkt, dat in Jan. 1920 de vakbe-
weging wat ledental betreft op een ‘hoogtepunt stond
en sindsdien belangrijk is gedaald tot Jan. 1926, waar-
na weer een kleine stijging is waar te nemen. De mees-
to va’k’vereenigingen (97 pOt. met 95 pOt. der geor-
ganiseerden) zijn bij vakbonden aangesloten, de op
zichzelf staande vakvereenigingen hchben algemeen
gezien weinig beteekenis. Ongeveer de helft van de
vakbonden is lbij vak-eentralen aangesloten met 10 pOt.
der vakvereenigingen en
71
pOt. der georganiseerden.
Bij bestuurdersbonden zijn 29 pOt. der vakvereenigin-
gen met ongeveer de helft der georganiseerden aange-
sloten.

Merkwaardig is, dat de verhouding tusschen
R-K. of Ohr. georganiseerden en de andere georgani-
seerden gelijk is gebleven, nl. 35 pOt. tegen 65 pOt.

Overigens zijn hier de cijfers der vakcentralen van
belang. Het blijkt, dat het N.V.V. relatief het beste
de crisis heeft doorstaan, haar numerieke invloed is
van 36 tot 39 pOt. gestegen. Het C.N.V. bleef relatief
vrijwel gelijk (10 pOt.), het R.K.W. daalde iets (van
20,6 op 19,2), terwijl het A.N.V. en het N,A,S.. althans
numeriek vrijwel ophielden mede te tellen, ze daalden

resp. van 5,8 pOt. en
1,5
pOt. tot 2,3 pOt. en
2,1
pOt.
Ook de nieuwe vakcentralen uit het N.S.V. en het
V.V.H. – met resp. 1 pOt. en 3,1 pOt. der georgani-
seerden – kunnen moeilijk den weidschen naam van

vakcentrale dragen. De beteekenis van deze vier een-tralen moet dan ‘ook meer worden gezocht in de rich-
ting, die ze vertegenwoordigen, dan in haren omvang.
In het bijzonder geldt ‘dit voor ‘het V.V.H., dat na-
tuurlijk in aantal leden nooit met de eigenlijke arbei-
d’ersorganis’aties zal kunnen concurreeren. Dat er, be-
halve directe aanwinst van ongeorganiseerden, voor
de vakcentralen nog materiaal• is om te bewerken,
blijkt uit de 22,5 pOt. georganiseerd en, die niet bij
een vakcentrale zijn aan gesloten.

Voor het ledental van de drie grootste vakcentralen
kan men een verhouding O.N.V. : R.K.W. : N.V.V.
= 1 : 2 : 4 aannemen.
Vergelijkt men het aantal georganiseerden met de

in de Jaarcijfers van het 0. B. v. d. Statistiek gegeven

bevolkingscijfers der provinciën dan
blijkt,
dat op

1 Jan. 1921 per 1000 inwoners georganiseerd waren:
Limburg 40; 14. Brabant 56; Gelderland 50; Z.-Hol-
land 12; N.-Holland 86; Zeeland 40; ‘tJtredht 75;

Friesland 42; Overijsel 78; Groningen 52 en Drente

36. Wat de gemëente en gemeentegroepen betreft was
‘het aantal georganiseerden ber 1000 inwoners op

1 Jan. 1921: Amsterdam 104; Rot.terdam87; gemeen-ten ‘boven 100.000 inwoners
91;
gemeenten 50 tot
100.000 inwoners 100; gemeenten 20-50.000 inwoners
100; gemeenten ‘beneden 20.000 inwoners 33. Vooral

uit de laatste cijfers blijkt
duidelijk
de geringe

organisatie op het platteland in verhouding tot die

in de steden en in de industrieele centra.
Verder is het merkwaardig, ‘dat hoewel in het alge-
meen de onderlinge verhouding gelijk bleef, in Bra-
ban-t en Lim’burg van 1920-1926 relatief een ster-
kere teruggang van het ledental was dan in het ge-

heele land, doch in 1926 relatief een veel sterkere stij-
ging. Vergeleken met 1920 zijn Gelderland, Z.-Hoi-

land, Overijsel, lJtredht en Friesland relatief geste-

gen, de andere provinciën gedaald. Een belangrijke
werkelijke zoowel als relatieve daling viel te consta-

teeren in de kleine gemeenten, •die van resp. 224.000
‘tot 133.000 en van 33 pOt. tot 26,5 pOt. terugliepeu.

Noord-Holland en Zuid-Holland telden elk onge-
‘veer een kwart van hot totaal aantal georganiseerden,
Amsterdam en Rotterdam tezamen ook, zoodat in de
rest van Noord- en Zuid-Holland ongeveer evenveel
‘georganiiseerden waren als in de beide grootste steden
tezamen.

Het aantal georganiseerde vrouwen is meer terug-
geloopen dan het aantal mannen, in 1920 vormden ze
8 pOt. en in 1927 6,5 pOt. van het totaal aantal.
Wat de onderscheiding naar den bedrijfstak betreft
zien we; dat h
e
t aantal ge’organiseerden in het vrije
‘bedrijf voel meer is teruggeloopen dan dat in Over-
heidsdienst. In 1920 omvatte het
vrije
‘bedrijf 71 pOt.
van het totaal, in 1927 65 pOt., terwijl deze cijfers
voor het overheidsbedrijf resp. 29 pOt. en 35 pOt. wa-
ren. In welke
bedrijven
het verloop het grootst is ge-
weest blijkt uit de nadere specificatie voor enkele
belangrijke bedrijfstakken. Het meest zijn teruggeloo’-pen de organisaties in de bouwvak’ken, diamantindus-
trie, mijnindus’trie, sigarenindustrie, landbouw-, veen-
en zuivelbedrjf, en transportbedrijf, terwijl de organi-
saties der metaalbewerkers, Rijks- en Gemeente-amb-
tenaren en -werklieden, spoorwegpersoneel en han-
dels- en kantoorbedienden relatief veel minder leden
verloren. De organisaties der ‘textielarbeiders, der
militairen en van ‘het politiepersoneel konden zich
vrijwel in ledental handhaven,
terwijl
‘die der leeraren
en ‘onderwijzers
gelijk
‘bleef en de typografen zelfs
vooruit gingen (verplicht lidmaatschap!).
Een vergelijking met het totaal aantal arbeiders iii
de verschillende bedrijfstakken is niet goed mogelijk,
omdat de laatste cijfers, die
wij
daarover
feitelijk
be-
zitten, van de beroepstelling van 1920 zijn. Toch kan
men zonder meer wel zien, ‘dat buy, in den landbouw
de organisatie al heel weinig ontwikkeld is. Ook in
de mijnindustrie ‘zijn ‘slechts 1000 op een totaal aan-
tal van 35.000 mijniwerkers georganiseerd. Relatief
veel leden bezitten daarentegen de ‘organisaties der
diamantbewerkers, typografen, spoorwegpersoneel en
leeraren en onderwijzers.
Tot zoover de in ‘de tabellen gegeven cijfers; het
spreekt vanzelf, dat deze in de publicatie van het
0. B. v. St. nog veel verder gespecificeerd
‘zijn,
doch wij mogen daarvoor naar de brochure zelf verwijzen.
Daarin staan verder uitvoerige gegevens van, alle vak-
‘bonden en een korte samenvatting over de voornaam-
ste voorvallen in de vakbeweging van 1 Sept. 1926-
1 Sept 1927, benevens een kort overzicli’t van de inter-
nationale vakbeweging. Uit dit laatste ‘blijkt, dat op
1 J’an. 1927 het I.V.V. 12,85 millioen arbeiders telde,
het I.’O.V. 1.33 millioen, ‘de I.A.A. 212.500 en de C.I.
T.I. op 1 Jan. 1926 1.23 millioen. De grootste orga-

82

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Januari 1928

nisaties van het I.V.V. waren die in Duitsohiand (de

A.D.G.B.) met 4.3 millioer en die in Engeland (het

T.LT.O.) met 4.16 millioen arbeiders. Voor de R.VJ.
wareil geeu gegevens, doch hier is uiteraard de Rus-
sisciio vakcentrale met ruim 9 milii.oen leden de voor-

naamste.
Ten slotte bevat de publicatie nog gegevens over
de geldmiddelen der vkvcreenigingen en wij kunnen
de verleiding niet weerstaan daarvan nog enkele cij-

f.ers te vermelden.
In 1926 waren de inkomsten der vakbonden totaal’
11.5 millioen gulden, waarvan 9 millioen aan contri-
butie. De uitgaven waren 9.3 millioen gulden, ‘waar-

van 551.000 gulden voor stakingsuitkeeringen,

f
811.000 voor vak’bladen,
f
1.9 millioen voor salaris-
1

•sen en
f
689.000 voor ziekteuitkeering. De overeen-

komstige cijfers van de hij het N.V.V. aangesloten
vakbonden (met bijna 40 pQt. der .georganiseerden)

waren ongeveer de helft dezer bedragen.

Het bezit der vakbonden was op 31 December 1926

15.3 miljoen gulden, waarvan
f
9.06 millioen van de

vakbonden, aangesloten bij het N.V.V.;
f
1.96 miljoen

R.K.W.;
f
1.35 millioen O.N.V.;
f
416.000 V.V.I-I.;

f
128.000 A.N.V., en
f
62.000 N.A.S. Men meet bij

deze cijfers er mede rekening houden, dat alleen het

N.V.V. voor al zijn leden opgave verstrekte bij de

andere centralen voor resp. R.K.W. 99 pOt.; O.N.V

89 pOt.; V.V.H. 88 iQt.; A.N.V. 14 pOt. en N.A.S.
94 pOt. De betreffende cijfers zuPen dus iets hoc:

ger zijn.
De contributies der vakcentrale zelf bedroegen in

1926 ruim
f
1 millioen, waarvan
f
800.000 voor het

N.V.V.; de uitgaven waren
f
730.000 (N.V.V.

f
482.000) en het actief op 31 December
f
1.63 mii
1

lioen (N.V.V.
f
1.4 mill.)..
De gemidd. ontvangsten der vakbonden per lid be-
droegen over 1926
f
25,80, waarvan aan ôontributie

gem.
f
20,30. Merkwaardig is verder, dat, terwijl toch

in de meeste bedrifren niet onbelangrijke loorisverla-
gingen hebben plaats .g&had,de contributie per lid vrij;-
wel gelijk bleef in vergelijking met 1922 toen ze met

f
21,30 per lid per jaar een maximum ‘bereikte. De

totale ontvans’ten Waren in 1920 met
f
15.1 millioen

ccii maximuni, •de uitgaven eveneens met
f
13.6 mii-

lioen. Het totale (van vakboiiden en vakceutralen te,

zamen) vermogen is geregeld gestegen, het bedroeg

op 1 Jan. 1914
f
3.8 millioen, op 1 Jan. 1920.f 10 mii-

lioen en 1 Jan. 1921
f
17 millioen.
Bij al deze cijfers zijn de onbvabgstén, uitgaven en
liezirttingen •dei werkloozenkassen buiten beschouwing

gelaten. ir. B.
BÖLC:EC,

Haarlem, 30 Decembei 1921

DE NIEUWE STATISTIEK DER LOONEN IN DE

METAALNIJVERHEID.

Mr. Dr. J. H. van Zanten schrijft ons:

T-let is een bekend feit, dat het Normalisatiebureau voor arbeidszaken in de metaahuijverheid op initiatief

vaii den heer
Trie.bels
de pionier in ons lani is ge-

weest op het gebied van een goede ]oonstati.stiek. De
berekening van het gemiddelde uurloon en het gemid-
delde uurinkomen, welke sedert. 1918 elk halfjaar wordt
gepubliceerd, is een onschatbare bron van gegevens
ovei de loonvorming en de loonbeweging in dit voor
ons land zoo belangrijke bedrijf, die juist door haar

coitinuïteit zoo waardevôl was.
En thans is plotseling die contin’uïteit verbroken
en rijn de gegevens over het eerste halfjar 1927 zoo
sterk ingekrompen, dat zij: een groot deel van hun be-

teekenis hebben verloren.
Twee groote veranderingen
zijn
aangebracht. Ter-

wijl
.t&t 1927 tien verschillende tabellen werden samen-

getteld over: 14-, 15-, 16-,
11-;
18-, 19-, 20-jarige en’

ongeschoolde, geoefende en geschoolde. meerderjarige
werklieden, zijis thans de werklieden in slechts twee
göpe verdeeld, nl. die beneden 30 jaar èn die van-
30» tot 65 aai welke beide neer in geschooldon ge

oefenden en ongeschoolden gesplitst zijn. Geen van

deze groepen kan dus meer met clie van v66r 1921 wor-

den vergeleken. En terwijl vroeger de gegevens wer-
den verstrekt voor alle gemeenten, waarin metaaliTij-

verheid gevestigd is, worden zij thans slechte, voor

ieder der drie gemeenteklassen in haar geheel meege-
cloeid; daardoor is het niet alleen eenerzijd.s onmoge-

lijk geworden de bonen in het bedrijf in •de verschil-

lende gemeenten, buy. Amsterdam en Rotterdam, met
elkaar te vergelijken, wat toch zoo belangrijk is, maar
ook anderzijds om de bonen in dit bedrijf in een be-

paalde gemeente met die in andere vakken, bij;v. met
clie der gemeentewerkiieden, te vergelijken.

Op welke gronden de algemeenê vergadering van

den Metaalbond tot deze inkrimping, verminking mag

men vel zeggen, heeft besloten, is ons onbekend; Naar ons oordeel beteekent zij niet âlleen voor •den belang-
stellende en den belanghebbende buiten het bedrijf

een groot verlies, maar zal ook het bedrijf zelf, zoowel
bij strijd in eigen boezem tusschen werkgevers en
werklieden als bij strijd naar buiten, er nadeel van

hebben, dat het do plaatselijke bonen niet meer kan
overzien noch met jnistheid kan wtarnemen, hoe de
bonen zich sedert 1918 hebben ontwikkeld.

Voor ons is de mogelij:kheid van dergéljke plotselin-

ge veranderingen en waardeverminderingen van de
gegevens een bewijs, da.t ook de boonstatistiek niet in

particuliere handen moest berusten, maar dat do sta-
tistische bureau’s van staat of gemeente in staat moes-

ten worden gesteld haar samen te stellen op zoodanige wijze, dat daarmee zoowel in de behoeften van het be-

drijf zelf als in de
alg
enreene
behoeften, welke een der-

gelijk ‘bureau het best kent, wordt voorzien. Dan zou
ook een waarborg worden verkregen, dat de conti-
nuïteit niet dan in het belang der statistiek zelf wordt
verbroken.
In dit geval zou dat doel zeer goed te bereiken zijn,

indien de loonschriften zouden worden opezonden aan het Centraal Bureau voor de Statistiek en daar
tm
verder, natuurlijk in overleg met het bedrijf zelf, zou-
den worden bewerkt en gepubliceerd.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

BANKWETGEVING IN ZWEDEN.

Mej. Karin Koek te Stockholm schrijft ons:
In vele landen, waar, als een gevolg van de abnor-male omstandigheden gedurende en kort na den oor-
log, ‘banken in moeilijkhôden geraakt of gefailleerd
zijn, heeft de publieke opinie erop aangedrongen, dat
een onderzoek zou worden ingesteld, hon verliezen en faillissementen in de toekomst vermeden kunnen wor-
den. Onder deze omstandigheden is het zeer natuur-
lijk, dat een strenge bankwetgeving als het beste mid-
del beschouwd wer’d. Dit was het. geval in Zweden,
waar weliswaar geen ban.kfaillissementen zijn geweest

in dien zin, dat de deposito-houders hun geld verloren
hebben, doch waar niettemin verscheidene banken ge-
reorgarïiseerd moesten ‘worden met het gevolg, dat
groote kapitaalverliezen werden geleden en vele an-dere banken aanzienlijke bedragen aan oninbaro vor

deringen hadden af te schrijven.
Reeds in 1922 waren er in het Parlement stemmen
opgegaan voor een herziening van de bestaande bank-
wet, maar de toenmalige Minister van Financiën, die
wel een herziening noodig achbte, waarschuwde noch-
tans tegen overhaaste handelingen en beval een uit-

stel van het onderzoek aan, totdat. er
normaler ver-
houdingen aangebrolken zoudern zijn, die het weric
mogelijk zouden maken zonder beïnvloed te worden
door moeilijkheden en andere onzekere toestanden, die

de na-oorlogsehe crisis met zich meebracht. Het is
zonder twijfel een voordeel geweest, dat dit onderzoek
eerst later, nl. in 1024, begonnen is en het rapport
an de commissie, dat eenige maanden geleden gepu
bliceerd werd, vermeldt, dat ‘zij’ meer gelegenheid

heeft gehd om objectief te oordeeben over de
‘staken van de crisis in de bakwereld dan moglijk

25 Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

83

zou geweest zijn ouder de pressie van het gedupeerde

publiek en de critiek van de dagbladen en politici
gedurende en kort na de crisis. De commissie bestond’

uit vertegenwoordigers van bankiers, ambtenaren, par-

lementsleden en economen, maar ondanks ‘deze hete-
rogene samenstelling bracht de commissie een eens-

gezind verslag uit.

Het voornaamste ‘weric van cle commissie was de

verhouding tusschen de banken en de industrie te

onderzoeken, ni. in hoeverre men kon zeggen, dat de

industrie in handen van de banken was en welke maat-
regelen genomen moesten worden om de ‘onafhanke-
lijke positie van de industrie te herstellen.

Eveneens heeft de commissie de verhouding best ii

deerd van ‘den ,,ban’kcomptroller” tot de banken en de
centrale bank. De derde belangrijke kwestie, •die van
de regeling der emissies in verband met nieuw pge-‘
richte of uitbreiding van reeds bestaande ondernemin-

gen, fusies enz., zal in de naaste toekomst een spe-

ciaal punt van onderzoek uitmaken, ‘zoodat de voor

stellen van de commissie slechts op de eerstgenoemde

pun ten. betrekking hebben.

Wanneer men ‘het rapport leest, krijgt, men dan

indruk, dat de coiffmiissie over het geheel de verant-woordelijkheid voor de verliezen ‘van de banken niet

werpt op de bankwet> of op de ‘bankiers, hoewel natitur-

lijk door hen in op zichzelf staande gevallen fouten zijn
gemaakt. De voornaamste oorzaak is de inflatie en de
spoed,ig daarop ‘vol geude deflatie van 1920 en volgende
jaren geweest. Door ‘de wijze, waarop de geidmarkt in
Zweden is georganiseerd, rust de last van de finan-

ciering van ‘cle industrie geheel op de banken. De
boom-periode b:racht een snelle expansie van bankcre-
dieten met zich mee, die verleend werden hetzij di-
rec’t aan de industrieele ondernemingen, ‘hetzij indi-

rect door middel van voorschotten tegen onderpand
van de aandeelen dezer maatschappijen. De ‘depressie

veroorzaakte groote verliezen, hooge bedragen moes-

ten afgeschreven worden en vele ondernemingen
waren niet in staat hun schulden aan ‘de banken af
te betalen. Do banken moesten de ondernemingen wel

tegemoet komen, aangezien een opvraging van de ge-
leende gelden een financieele crisis in het leven zou
hebben geroepen. Het resultaat was, ‘dat de banken

een groot aantal ‘bevroren credieten overhielden, die
langzamerhand moesten worden afgeschreven of in
vele gevâ.ilen werden ‘omgewisseld tegen aandeelen in

do
r
espectievelijke ondernemingen, uitgegeven in ver-

band met een financieele reorganisatie.

De commissie ‘heeft een studie gemaakt van ‘de ver-
houding van een aantal induatrieele ondernemingen
tot cle banken en is tot de overigens algemeen ver-
wachte conclusie gekomen, ‘dat op ‘het oogenblik een

grooter aantal maatschappijen geheel of gedeeltelijk
afhankelijk is van ‘de banken, dan ‘het geval was in
3913. Men treft hen het meest aan in de ijzer- en
staalindustrie, de machine-industrie en •den hou’than-
dol. De macht van ‘de ‘banken over de industrie is
echter minder groot ‘dan men vermoedde en het onder-

zoek heeft niet uitgemaakt, dat de ‘ban1cen er doel-
bewust naar gestreefd ‘hebben om de contrôle over de

industrie te verkrijgen. Het is wenschelijk – en
VOl-

gens mijn meening zullen vele bankiers het met cie

commissie op ‘dat punt eens zijn -, dat er normaler
vet’hou’dingen ontstaan tussehen ‘de ‘banken en zulke
maatschappijen, die nu ‘geheel in het bezit van de
cerstgenoomden zijn, maar aan den anderen kant is dit

ccii zeer langzaam v.erloopen’d proces, dat door wette-
lijke maatregelen niet versneld kan worden.

De commissie ‘heeft de methoden van ‘de financie-

ring van de industrie nagegaan niethet ‘doel om zich
een meening te vormen over ‘de mogelijkheid een der-
gelijke ontwikkeling in de toekomst te vermijden en
zij is tot de conclusie gekomen, dat ‘bepaalde maat-
regelen noodig zijn om het recht der banken, om ian
•deelen ‘te bezitten of industrieën te financieren, te

beperken. De belangrijkste voorstellen van de conimis-

sie, clie veel critiek van de zijde der banken hebben uitgelokt, betreffen juist ‘dit punt.
V66r 1911 mochten de Zweedsc’he banken geen aan-

deolen ‘bezitten. In dat jaar werd ‘de wet herzien en
deze beperkingen werden, hoewel niet geheel, toc’h

voor het grootste gedeelte opgeheven, zoodat de ban-
ken een zeker recht kregen om aan’deelen te bezitjten.

De ervaringen, opgedaan met dochtermaatschappijen
‘die gedurende den oorlog werden opgericht om nieuwe

ondernemingen, fusies enz. te financieren, waren

niet bemoedigend en ‘de comssie vond, dat de
meeste verliezen toe te schrijven waren aan credieten,

die aan zulke maatschappijen werden verleend. In
1921 reeds werd den ibanken verboden om aandeelen

‘te bezitten in maatschappijen, wier voornaamste doel

was te ‘handelen in aan’deelen of onroerende goederen,
en de comimissie is zelfs verder gegaan ‘door een terug-
keer van ‘de toestanden van v66r 1911 aan te ‘bevelen.
Het is evenwel twijfelachtig ‘of zulke beperlcingen

noodzakelijk zijn. In elk geval is het onmogelijk om
juiste conclusies uit deze abnormale jaren te trekken.

Van emissie-zaken op groote schaal ‘hadden de Zweed-
sche banicen geen ervaring, totdat de boom-periode ge-
durende den oorlog nieuwe problemen van indus-
trieele financiering met zich mede ‘bracht en ‘het is

ctaaroim niet te verwonderen, dat er fouten ‘zijn ge

maakt en verliezen zijn geleden. Dergelijke zaken moe

ten langzamerhand onder normale omstandigheden op-
gebouwd worden, voordat zij de kracht van inflatie
en deflatie ‘kunnen weerstaan en zonder twijfel zullen
‘de ervaringen van het laatste tiental jaren de beste

gids voor de toekomst zijn. Het vraagstuk ‘van de ver-
houding tusschen de banken en ‘de effectenmarlct be-
hoort daarom te worden uitgesteld om eerst opnieuw
te worden onderzocht wanneer ‘de tegenwoordige wet onder normalere omstandigheden gewerkt heeft.
De commissie ‘heeft ervan afgezien de credietzaken
te regelen door een maximum vast te stellen, waar-
boven geen credieten aan één persoon verleend mogen
worden of soortgelijke maatregelen te nemen, zooals
in andere landen het geval is geweest. Toch heeft de
commissie enkele grondslagen voor bankzaken opge-
s’teld om deze in de wet op te nemen. Het gevaar
‘dreigt echter, ‘dat zulice desi’dera’ta, welke in overeen-
stemming met ‘de publieke opinie over een gezond
ban ksysteem zijn, langzamerhand als wet beschouwd zullen worden en ‘dat overtredingen, die te wijten zijn aan gebrek aan inzicht, gehouden zullen worden voor
overtredingen, ‘die de ‘interventie van den ,,banlccomp-

trolier” rechtvaardigt. Zijn functies zullen ‘daarbij

minder duidelijk omschreven zijn.
Wat betreft het staatstoezicht ‘op de banken, heeft
de commissie ‘bepaalde voorstellen gedaan, niet om de

macht van den ,,comptroller” te vergrooten, maar om
zijn positie ‘duidelijker ‘te maken. Op de samenwerking
tuissc’hen den comptroller en de centrale ibank is de
nadruk gelegd ‘door bepaalde voorschriften in dit op-
zicht in de wet op te nemen. De commissie ‘heeft even-
eens andere voorstellen gedaan, die van minder alge-
meen belang zijn, daar zij ‘betrekking hebben ‘op de-

tails of meer juridische kwesties.
Het is eigenaai’dig, dat ‘de ‘publicatie van dit rap-
port minder aanleiding heeft gegeven tot een dis-
cussie over devoorstellen van de commissie zelf, dan
over het vraagstuk van de tegenwoordige ‘bankpolitiek

met betrekking tot ‘den rente.’voet en over de mogelijk-
hei’d om de macht van de Rijksbank over de markt te
vergrooten, ‘hetzij’ door haar recht ‘te geven tot het
doen van commercieele banhzaken of door een speciale
i’egeeringsbank voor ‘dit doel op ‘te richten. De toe stand van de gel’d’markt en ‘de ontwikkeling van de
gel’drente gedurende de laatste jaren zijn zeer ‘belang-wekkend geweest en het lag daarom voor de hand, dat

de gelegenheid aangegrepen ‘werd voor een geanimeer-
de discussie over dit onderwerp. Deze discussie zal
waarschijnlijk ‘opnieuw beginnen als ‘het wetsontwerp,

gebaseerd op dit rapport, gedurende de komende zit-
ting bij ‘het Parlement ingediend zal ‘worden. Het is

84

ECONOMISCHSTATISTISCHE’BERICHTEN

25
Januari 1928

echter nauwelijks waarschijnlijk, dat een Overheids-

bankwezen ooit meer zal worden dan een onderwerp
van openbare gedachtenwisseling.

AANTEEKENINGEN.

De invloed van de Vereenigde Staten op het
wereld-prijsniveau.

De daling van het prijsniveau in alle landen met

gôuden standaard,’ die sinds 1925 regelmatig voort-
gang heeft gehad, leidde in 1927 tot een scherpe

discussie over de oorzaken van dit voor handel en

industrie over het algemeen zeer bedenkelijke ver-

schijnsel. Verschillende Europeesche geleerden van
naam wezen, erop, dat de oorzaak was te zoeken in

de politiek van den Federal Reserve Board. Het feit,

dat ongeveer de helft van den wereldgoudvoorraad

in Amerika was opgehoopt, had tot gevolg, dat een jo-
litiek van credietrestrictie door dan Board moest leiden

tot een ‘daling van het prijsniveau in de geheele wereld.
Wilden de andere centrale banken hun goudvoorraad

niet naar Amerika zien afvloeien., dan dienden zij even-
eens tot een credietrestrictie over te gaan en zoodoen-
de het prijspeil te drukken.

Omgekeerd had’ de Board het in zijn’macht, het

wereld-prijsniveau door een liberale credietpolitiek op
peil te houden of zelfs te doen stijgen. Dé surplus-

reserve aan goud in de Vereenigde Staten was en is

ook thans nog zôé groot, dat een aanzienlijk gedeelte

hiervan kan wegvloeien, alvorens een beperking van
de koopkracht in de Vereenigde Staten noodzakelijk

wordt. Daartegenover staat, dat de goudvoorraad in

de meeste andere landen relatief zooveel kleiner is
dan. die in de Vereenigde Staten en de surplus-

reserve ook in absoluten zin zôô weinig boven het
wettelijk vastgestelde minimum uitgaat, dat een ver-

meerdering zich vrijwel geheel in een ruimere crediet-
verleening en een daarmede gepaard gaande stijging
van’ het
prijspeil
zou weerspiegelen. In het artikel ,,De
gou’den standaard voorheen en thans” in het nummer

van 31 Augustus 1927 bespraken wij de hier in het kort
aangeduide machtspositie van den Federal Reserve
Board uitvoerig.

Talrijk waren dan ook de schrijvers, die den Fed.
Reserve Board voor de daling van het prijsniveau ge-

durende delaatste twee jaren aansprakelijk stelden. Wij
noemen slechts de Zweedsche hoogleeraren Bertil
Ohlin en Gustav Oassel en de Engelsche economisten
Keynes, Snowden en Sir Josiah Stamp.

In de Vereenigde Staten zelf vonden deze be-
schuldigingen, die overigens in argumentatie en be-
toogtrant lang niet ‘allen parallel liepen, heftige

bestrijding. Om slechts een enkele van de’belangrijkste
te noemen: in een tweetal nummers van de Oommerce

Monthly van de National City Bank schreef Dr. Ohandler
een uitvoerig verweer.

In de eerste plaats wees Dr. Ohandler erop, dat
de Vereenigde Staten volstrekt geen weloverwogen
goudinvoerpolitiek hadden gevoerd.

In de tweede plaats betoogde Dr. Ohandler, dat
men zich niet mag laten misleiden door den grooten
nominalen goudvoorraad in de kelders van de Federal
Reserve Bank. In tegenstelling met de toestanden
van voor den oorlog geven thans vele centrale banken
er de voorkeur aan, een tegoed in New York te
hebben in plaats van voor zulk een tegoed goud te

koopen en dit renteloos in hun kelders op te slaan.
Dit goud, ofschoon
formeel
eigendom van de Ver-
eenigde Staten, kan derhalve
feitelijk
ieder oogen-
blik aan de Federal Reserve Bank worden onttrokken.
Thans wordt in het ‘Januarinummer van de Oom-
merce Monthly nogmaals een reeks argumenten aan-
gevoerd, die zouden moeten bewijzen, dat de daling
van het wereld

prijsniveau gedurende de laatste twee
jaren ‘volstrekt niet het gevolg is van de politiek
van den Federal ‘Reserve Board. Vo’or zoover er van
een evenwichtsverstoring sprake is, zou men, volgens
‘den schrijver – wiens betoog wij hieronder samenvat-
ten – de oorzaak niet dienen te zoeken hij het gou’d
,doch ‘bij’ de goederen.
* *
*
De onderstaande tabel geeft de veranderingen aan
in de periode van November 1925. tot November 1927

op die goederenmarkten in de Vereenigde Staten,

waar de handel het geheele zakenleven het zuiverst

weerspiegelt en beïnvloedt en waar prijsveranderingen

met een Vrij groote mate van betrouwbaarheid ge-
meten kunnen worden.
Vee
Huiden
Suiker
Steenkool Varkens
Staalafval en ruwijzer
Petroleum
Zijde
Haver
Wol
Tin
Zilver
Grof linnen
Lood
Rubber
Zink
Ears

Koper

Veranderingen in beide rich-

Staal

tingen
v.
minder dan
10 o/

Koffie Katoen
Maïs

De productie en de prijzen van levensmiddelen

toonen een gemengd beeld. Bij een grootere productie

daalde de prijs van tarwe iets beneden dien van 1925, ter-
wijl demaïsprjs steeg ten gevolge van een geringen we-
reldoogst. De
prijs
van spek is, althans tijdelijk, lager en
die van rundvleesch en huiden hooger dan dien van 1925.

In andere producten is de dalende tendens duide-

lijker waar te nemen. De productie van koper, zink,
tin en lood was gedurende de twee laatste jaren grooter

dan ooit in een overeenkomstige periode bereikt is.

De productie van staal, vooral in de landen buiten
de Vereenigde Staten, toont een enorme stijging en

de wereldproductie van het afgeloopen jaar zal waar-
‘schijnlijk die van 1913 met meer dan 1f overtreffen.

De vooruitgang in efficiency, waardoor de werke-
lijke waarde van een zelfde eenheid is gestegen, is
vooral opmerkelijk hij de brandstoffen. De steenkolen-
productie is sedert 1925 met 8 püt. toegenomen, on-
danks het feit, dat in de afgeloopen 10 jaren de
kracht, ontwikkeld door één ton steenkolen, 25 pOt.
of meer gestegen is en men in de industrie in toe-
nemende mate waterkracht gebruikt. De petroleum-
productie, die hoe langer hoe meer een doelmatig
gebruik van haar bijproducten maakt, is in 1927

waarschijnlijk 15 pOt. grooter geweest dan in 1925.
Een gelijke ontwikkeling toont de textielindustrie.
De wolproductie in 1926 was ongeveer, even groot
als de voor-oorlogsche; de opbrengst over 1927 heeft

geleden onder de slechte weersgesteldheden, maar zij
zal die van alle na-oorlogsche jaren zeker overtreffen.
De wereldkatoenoogst van 1926 ‘ bracht een nieuw

record, doch de vrees voor overproductie is voorloopig
verdwenen door den geringen oogst van het afge-
loopen jaar, waardoor de prijzen zich weer herstelden
tot dicht bij het niveau van 1925. De productie van

zijde, die 2 jaar geleden reeds 60 pOt. grooter was
dan voor den oorlog, is sedertdien nog met meer
dan 6 pOt. toegenomen. De productie van kunstzijde
is reeds 25 pOt. grooter dan in 1925, en voegt jaar-

lijks 250 millioen pond aan den voorraad textiel-
goederen toe. Di jute-oogst in Indië lijkt klein in

vergelijking met het vorige recordjaar, doch overtreft
waarschijnlijk de productie’van 1925 nog met
1
16
Indien nog andere feiten noodig zijn om den in-
vloed duidelijk te maken, die de productiviteit heeft

gehad op de prjsbeweging sinds 1925, zijn nog vele
voorbeelden mogelijk. Zeer illustratiefzijn in dit op-

Stijging van meer dan
10
0
/0

Daling van
10_30
oj
o

Meer dan
30
0/
………….

25 Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

85

zicht de pogingen, die aangewend zijn om de rubber-
en koffieprijzen hoog te houden. Ondanks de restric-

tiepolitiek was de rubbervoorraad
1
/8
grooter dan in

1925 en 5 maal zoo groot als voor den oorlog, terwijl

de koffieoogst in het afgeloopen jaar
113
grooter is

dan in 1925, dat reeds een goed koffiejaar was.
Vele natuurproducten moeten op het oogenblik

concurreeren met synthetisch bereide producten. Het
succes van de chemische industrie is in de laatste

jaren één van de markantste trekken van den tech-
nischen vooruitgang. De suikeroogst overtreft dien

van 2 jaar geleden slechts met een gering bedrag,

maar is aanzienlijk grooter dan in de jaren voor 1925.
De groote en steeds toenemende productie van

grondstoffen gaat gepaard met een grootere produc-
tiviteit iii de industrie en deze factoren werken samen
tot een vergroot aanbod van industrieele produêten

op de wereldmarkt. Om definitieve conclusies te kunnen

trekken, zou men de juiste kostprijzen moeten kennen
en zou een directe vergelijking mogelijk moeten zijn.
De gegevens van het Bureau of Labor Statistics

wekken het vermoeden, dat er belangrijke tegenstel-

lingen bestaan tusschen de prijzen van sommige grond-
sioffen en de daaruit geproduceerde artikelen. Slechts

l/y van de
prijsstijging
van leer bleek uit de prijs-

stijging van de schoenen en andere leerartikelen. Het
aandeel van de grondstof in de totale kosten zou
een grootere
stijging
hebben doen verwachten. De
daling van de koperprjzen is geheel tot uiting ge-

komen in de noteeringen voor draad; de prijzen voor
gasoline en petroleumbijproducten zijn meer gedaald
dan die voor petroleum. Een vorm van
prijsdaling,
die vaak over het hoofd

gezien wordt, is de voortdurende technische verbetering
van vele producten, waardoor een eenheid in 1927
meer waard is dan een eenheid in 1925 of 1913.
De
schrijver
van het hierboven genoemde artikel
meent ton slot-te te mogen conciudeeren, dat men – zonder de rol, die de goubewegingen en de crediet-

voorwaarden in het
prijsverloop
spelen, te onderschat-
ten – de groo’tere productie en de toenemende produc-
tiviteit in de industrie als oorzaak van de dalende
prijzen niet over het hoofd mag zien. Het paradoxale

verschijnsel van dalende
prijzen
gepaard met stijgende
welvaart ware anders niet te verklaren.
* *
*

In hoeverre is nu met het bovenstaande inderdaad
weerlegd, dat de oorzaak van de prijsfiuctuaties in
de politiek van den Federal Reserve Board zou zijn

te zoeken?
Het antwoord op deze vraag vindt men in de
zoo juist verschenen Decemberpublicatie van de
Svenska Handelsbanken, waar Prof. Ohlin zijn tegen-
standers van repliek dient. Ook Prof. Cassel komt
in het kwartaalsbericht van de Skandinaviska Kredit-
aktlebolaget op het vraagstuk terug.
Terwijl
Prof.

Cassel in zijn vroegere publicaties sterker den nadruk
legde op de verminderde goudproductie als oorzaak
van de prijsdaling, komt zijn redeneering thans

vrijwel met die van Prof. Ohlin overeen.
Laatstgenoemde erkent, dat Dr. Chandler onge-

twijfeld gelijk heeft met
zijn
bewering, dat de Ver-
eenigde Staten er allerminst naar hebben gestreefd
den goudvoorraad te vergrooten. Ook het feit, dat

vele centrale banken de voorkeur geven aan een
tegoed in Amerika boven een bezit aan goud, zoodat een gedeelte van den goudvoorraad, in het bezit van
de Federal Reserve Banks, daar feirtelijk berust voor
vreemde rekening, valt niet te ontkennen. Voor het
onderhavige vraagstuk is dit alles echter van geen be-
lang. Evenmin het feit, dat de goederenvoorraad en de industrieele productie in de laatste jaren met sprongen

toegenomen zijn.
Immers, de
lijdso’rde,
waarin de verschillende ver-
schijnselen zich hebben voorgedaan, doet hier ten slotte
niets ter zake. Van- beteekenis is enkel en alleen het

feit, dat: uitsluitend de Vereenigde Statenin staat

zijn geweest en nog zijn
om het prijsniveau te con-

troleeren door een weloverwogen credietpolitiek on-

afhankelijk van de financieele positie van andere
landen,
terwijl
de Europeesche centrale banken daar-

entegen iedere poging, om een stabiel prijsniveau te
handhaven gedurende een tijdperk van dalende

Amerikaansche
prijzen,
zouden hebben moeten boeten

met een ongunstige betalingsbalans en eventueel met

een export van goud, hetgeen in beide gevallen defiatie

onvermijdelijk zou hebben en tot op zekere hoogte
ook inderdaad heeft gemaakt.

Er is niet de geringste waarschijnlijkheid, dat een

meer liberale credietpolitiek van de zijde van den

Federal Reserve Board de
prijzen
sinds 1925 niet

boven hun tegenwoordig niveau zou hebben gehouden
en derhalve een defiatie hebben voorkomen, die niet
lleen nadeelig is geweest voor de Europeesche industrie,
doch, om een zeer specifiek voorbeeld te nemen, voor
de landbouwers over de geheele wereld. Alle ervaring

wijst erop, dat de credietpolitiek het
prijspeil
be-
slissend beïnvloedt. Ofschoon de
tijd,
die sinds de

verlaging van het Amerikaansch disconto in de laatste

helft van 1927 is verloopen, nog te kort is om een

definitief oordeel te vellen over de resultaten, is het
niet
onwaarschijnlijk,
dat de geringe neiging tot

stijging, die het
prijspeil
gedurende de laatste maanden
heeft te zien gegeven, direct en indirect het gevolg
daarvan is.
Prof. Cassel komt in zijn jongste publicatie geheel
tot dezelfde conclusie. Wanneer men de fiuctuaties
in de koopkracht van den dollar
vergelijkt
met de

fiuctuaties van de disconto-rente van de Federal
Reserve Bank te New York, dan
blijkt,
dat deze in

grove trekken parallel loopen. Nog duidelijker wordt
de invloed van de bankpolitiek, wanneer men ook
met de z.g. openmarkt-politiek van de Federal Reserve
Banks rekening houdt. Prof. Cassel is dan ook over-
tuigd, dat de Federal Reserve Board wel
degelijk
in

staat is – tenminste zoolang de goudproductie nog niet
in die mate is gectaald, dat zelfs in de Vereenigde Staten het tekort voelbaar wordt – om het prijspeil
op een bepaald niveau te handhaven.
Het feit, dat de U.S. Bureau of Labor sinds Octo-
ber 1927 haar Indexcijfer niet langer op basis 1913
baseert, doch het jaar 1926 als nieuwe basis heeft

gekozen,
wijst
er volgens hem op, dat men voortaan
in de Vereenigde Staten het prijspeil van dat jaar als
norm zal aanvaarden.

Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Ned.-Indië.

De maandstatistiek 1927 No. 10 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Iivvoer.
De volledige serie
omvat 72
artikelen en is ver-
de
i
eld in vijf groepen. Het onderscheid tussehen de ,,lange”
en de ,,korte” serie is dit, .dat van de
19
extra artikelen
der lange serie gedurende
1914-1921
prijzen ontbreken.
Gedurende de laatste maanden zijn de indexcijfers van de
invoer,arrtikelen, zoowel die van de groepen als het alge-
meene, vrij stabiel met een weinig dalende tendens. Van
Maart/Juni ji. stond het algemeene indexcijfer van de
volledige serie op
161,
Juli gaf
160,
Augustus wederom
161,
September en October
159.
Het gemiddelde prijsniveau van de
tewticle goederen staat
gedurende de
3
laatste maanden ruim
5
pCt. beneden het
gemiddelde niveau van
1926.
Het groepsindexcijfer was in
1926
gemiddeld
185, van
Aug./Oct. jl.
175.
Het indexcijfer van de groep
levensmiddelen
daalde in
September van
147 op 145,
ten gevolge van het terugloopen
van de prijzen van Rangoon en Saigon rijst met
14
en
7
pCt. De indexcijfers daalden resp. van
154 op 133
en
van
139 op 129.
In de laatste maand herstelden de prijzen
zich eenigszins, het in.dexcijfer van Rangoon rijst steeg
tot
141,
dat van Saigon rijst tot
135,
hetgeen met de stij-
ging van zalm en een aantal andere artikelen
het
groeps-
iadexcij Ier op
148
bracht.
In September zijn enkele
ijzer- en kopersoorten
van de
groep
metalen
belangrijk in prijs gedaald, zoodat het groeps-
indexcijfer
3
punten daalde en
op 146
kwam te staan. Octo-
ber gaf een verdere daling te zien tot 145.

86

ECONOMISCH-STATISTISCHEBERICHTEN

25 Januari
1928

Ook -het naveati van de
chemicaliën
vertoont in cle laait-
ste maanden een daling. Van deze groep heeft het artikel
hans
een, belangrijke prijsvermiuderiug ondergaaii, het in-dexcijfer zakte van ‘232 in Februari op 174 in October ji.
Het algemeene iniclexeijier van de groep
diversen
bleef
sinds Februari jl. vrij constant op 175. En de jongste maand
liep
tot terug tot 172, hoofdzakelijk ten gevolge van cle
prijsdaling ‘aan petroleum. *

Uitvoer.
Het gemiddelde prijsverloop van de 20
uitvoer-
artikelen
ligt op een lager niveau en is veel minder stabiel;,
(lan dat der invoerartikelen. S1nids Ja.nuar.i bedragen die-
groepsinidexcijfer.s 136, 132, 129, 128, 131, 132, 128, 130,
129 en 128. Tt de.artikelen, die voornamelijk deze schom.
melingen In het prijsniveau veroorzakten, behooren ‘kapo’k,
koffie, maIs, peper en suiker.
De prijzen van
kapok
daalden gedurende de eerste vier
maanden van het jaar 11 pCI., het inidexcijfer liep van
195 in Januari terug tot 173 in April; in Augustus was
het wederom tot
199
gestegen. In September liep de prijs
15 pot. terug, October gaf een ‘verdere lichte daling te zieii.
In ‘de eerste zes maanden van dit jaar bleven ‘de notee-ringen voor
koffie
vrij stabiel. In tegenstelling met de
huitenlandsche markt, waar de prijzen sinds den aanvang
van dit jaar geleidelijk daalden, viel in Juli jl. de prijs
hier met 21 pCt. In Augustus zette de daling zich voort,
hierna verbeterden de prijzen zich echter.. Het inclexcijfer
gaf van Juni/Ocit. 147, 116, 110, 114 en 120.
In Juli j’l. waren de maïsprijzen ruim 46 pCI. gedaald
beneden de noteeriug van Januari. De laatste drie maan-
den ‘heeft de prijs zich eenigszins hersteld. In Jinuar.i stond het in.dexcijfer nog op 220, in Juli op 118 en van Aug./Oot.
op 152.
In de laatste maanden zijn de prijzen van
peper
sterk
gestegen, het indexeijfer ‘steeg v.n
199
in April op 231 in
Mei, 255 in Juni, 275 in Juli, 285 in Augustus en 291 in
September. October geeft thans weer 275.
Na een lichte verbetering van de noteeringen voor
suiker,
supel

icur,
in Aug. en, September trad in de afgeloepen
maand wederom een verdere daling in. Het inidexeijfer statt•
thans op 123, dat voor hoofdsuiker No. 16 e.k. op 103.

Indexeijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.

Invoerartikelen.

-;::-

5
,2
ce
q

bn

1913.
100 100
100
100 100
100
100
100
1922.
208
166
172
170
175
181
129 170
1923.
207
163
174
170
169
180
150
173
1924.
213 164
167
160
168
178
155 173
1925.
208
161
160 150
165 172 146 166
October

1926.
178 156
150 154 175 164
133 158
November

.
177
151 151
153 175 163
135
157
December

,,

.
175 152 149
151 173
162 136 156
Januari

1927.
176
151 150 152 173 162 136 156
Februari

,,
179
151
152 152 175
163 132
156
klaart

,,

.
172
149
153
152
175 161
129
154
April

.
173
148
151
152 175
161
128 154
LV,lei

.
174
148
152
152 175
161 131
155
Juni

.
174
147
152 152 174
161
132 155
Juli

.
173
147
149
150
175 160
128 153
Augustus

,,

.
175 147 149 149
176
161
130 154
september ,,

.
175 145 146 149 175
159
129
153
)ctober

,,

.
175
148 145 148
172
159 128
152
1)
20 art.

2) 12 art.

8)
12 art. ‘) 15 art.

5)
13 art.
Eleinhandels prijzen.
De serie indexcijfers van artikelen
van in- en uitheemschen oorsprong is zoo samengesteld, dat
de inheemsche en de uit’heemsohe groep geheel parallel zijn.
De kleinhandelsprijzen der beide groepen ondergaan ge. ringe wijzigingen, terwijl sinds Augustus een daling merk.
baar is. Het gemiddelde indexeijfer- van de
inheemsche
artikelen
is van April/November 168, 166, 167, 167, 165,
165, 163, 162. Evenals in den groothandel blijven ook hier
de prijzen van suiker dalen.
Het algemeene i.ndexcijfer van de
uitheem.sche artikelen,
dat op een belangrijk lager niveau staat, bedraagt sinds
Mei jl. 149, October en November geven 148.
Passerprijzen.
De seizoenstjging in de prijzen van de
lan’dbouwgewassen, welke telken jare in het derde ‘kwar-
taal plaats ‘vindt, is ook thans merkbaar. Tot nog toe blij.
ven de noteeringen echter belangrijk lager dan in de over-
eenkomstige maanden van het vorige jaar.
De prijs van
klappers
vertoonde in de eerste maanden van
dit jaar een stijging, de overige’ artikelen w.o.
eieren,

Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikelei
van in- en uitheemscben oorsprong te Batavia.

In-
heemech
1)
Uit-
h

1)
Totaal
Voeding
2)

1913114
100 100
100
100
1923 ..
194
173
183
182
1924 ..
182 158
170 170
1925 .
.
169 152
160
159
November 1926 ..
168
145 157
154
December

,,

.,.
171
147 159 157
Januari

1927 .
.
168 145
,
158,
155
Februari

. .
172
143 157
,
156
Maart

•.,,.,.
169 143
156
154 A.pril

. .
68
145 156 155
klei

. .
,

166
149 158
156
Juni

..
167
149 158
155-
Juli

. .
167
149 158
156
ugustus

. .
165
149
157
,
154
september

..
165 149
15,7
154
)ctober

. .
163
148 155 153
ovember

.,

..
162

1
148 155 152
1)
20 artikelen
2)
35 artikelen.
vleesch, gedroogde visek en Javaansche suiker
blijven
stabiel.

MAANDCIJFE’kS.

PRODUCTIE DER STEENKOLÉN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezamenlijke ‘Steenkolenmijnen.

,
Nov.
Jan./Nov. Jan./Nov.
1927.,
1927 1926

Prod. Steenkolen in tonnèn
789.219
8.436.116
7.852.027 19.184 147.814 186.896
Kolenslik

………. ……..
Aantal normale werkdagen
25
277

279

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”

Nv.
Jan./Nov. Jan./Nov.
1927
1927
1926

Netto-productie in tonnen..
16.778
184.233,8
194.151
Aantal normale werkdagen
25
231 277

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrje te Boekelo.)

Nov.
1927
Jan./Noi.
1927
Jan./Nov.
1926

Afgeleverd:
Geraif. zout ……….(ton)
3.396 32.849,5 31.331,7
Industriezout

…….(

)
82
622,5

372,5
Afvalzout …………(

)
134
1.502 1.058
Aantal normale werkdagen
26
282 280

Arbeiders.


Gezamen-
Bruin-
1
Aantal.
lijke
Steenkolen-
kolenmijn
1 Zoutmijnen
mijnen
,,Carisborg”I

f

9.3851)
162 135
k
25

772
)
1 December 1927.. ………

J

8.809′)
171 111
1 December 1926………..
23.9 182)
1)
bovengronds.
2)
ondergronds.

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

December 1927
11

December 1926

Giro’s
(eenzijdige ver-
melding)

,

‘In
millioeneni
Aantal
II

ii
Ilmillioeneni

..
1
Aantal
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
24.3
24.429
f
27.5
18.212
(.4irobetalingen aan
particulieren
,, 15.4
75.483
,,25.-
84.524
Geldomzet

,,

5.-
6.563
5.1
7.049
Betalingen

………-
,,

7.3
33.441
8.4
33.394
Part.rekeninghouders
,, 18.5′
31.606
2

,, 18.5′
28.910
2

Ontvangsten

………

Waarvan

rekeningh.

welke gelden voor 1
‘jaar ‘ vast

hebben
gedeponeerd ………
,,

9.3
140
,,

8.6
3.093
2

1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Efnae der maand.

11

25
Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

87

STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISCHEN TOESTAND VAN NEDERLAND.

(Niet met
e
gemerkte gegevens ontleend aan het Maand8chrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

.
1927

11

Jan/Nov.

1
April

1
Mei

1

juni

J
.
Juli
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
1926
1927

Arbeidsmarkt.
13.734
535
15.267
799
15.099
706
13.082
461
8.448
287
6.124
470
7.203
930
10.629
602
122.150
4.485
118.024
5.239

Staats- en part. mijnen.
Aantal arbeiders op len der maand
33.213 33.238 33.312 33.425
33.674
33.918
34.101
34.218
32.308
12
)
Bedrag der gehouden
aanbestedingen
X
f
1000 …………
waaronder voor fabrieksbouw
X
f 1000 ………………

(
Gemiddeld aantal taken p. week v.
18,2
17,0 19,0
19,1
19,0
18,7
212
23,5
17,6 19,3
}Amt-.–…
Haven-
.

alle b. d.,,Havenarbeids-Reserve
1000)
bedrijf

ingeschr.
losse
arbeiders te zamen

Rotterdam
36,7

jj

38,3 35,6
41,7
43,4
41,4 39,1 43,7
42,1
39,8

Indexcijfer der Werkloosheid.
i
.i
a.

Arbeidsbemiddeling.
1)

Aanbiedingen v.
J

Ingeschreven ged. de maand.
. .
de
44,6 65,3 45,9
59,7
45,4 57,7
44,9 55,5
50,2 58,6
46,6
61,2
51,6
64,6
61,8
78,2
528,9 78,0
546,2
78,2
werkzoekenden. ).

Overgebl. op het einde
V.

mud

§
Aanvragen

van
J
Ingeschreven ged. de maand
. . .


24,3
23,2
21,8
249,8 267,6

het

de
26,9
6,8
27,2 6,5
23,5
5,2
25,0
5,1
24,8
5,5
6,0
6,0
5,3 3,8 5,3
werkgevers.

Overgebl. op

einde
V.

mnd

x
Plaatsinsen……………………………………..
-‘-


.
_i
_
18
2
0
_
_!IL.
1
2_.

Arbeidsloonen.
Ondergrondsche arbeiders ……….
5

bij

de mijnen
/5,45
f5,48
f5,47
3,95
f5,49
3,96
f5,54
3,95
f5,51
3,94
,,
f
5,52

4,08
,,
f
5,51

3,96
,,
f 5,4912)
3,921
2
)
,
‘t.
Bovengrondsche

,

……….(loon

per dienst)
3,95
,,
3,94
,,
,, ,, ,,

§ §
Vaste

havenarbeiders

{Rotterdam} weekinkomen
.
.. .(
,, 0,95

,, 0,98

,, 0,97
,, 0,97

0,96

,, 0,97
,, 0,98
,, 0,96
,,

0,9212
D
(
,
0,92

,, 0,91

,, 0,91
,, 0,90

0,90

,, 0,90
,, 0,92
,, 0,93
,,

0,90
22

••

Metselaar

uurinkomen

……………..
o
,
1w

e

rijven

Timmerman

……………..
,, 0,87

0,88

,, 0,86
,, 0,83

,, 0,86

,, 0,84
,, 0,84
,
0,84
,,

0,8412
ms er am.

Oppermn,

,,

……………..

Metaalindustrie, uurinkomen van meerderjarige arbeiders
0,60
614)

Voortbrenging en verbruik.
Zee.

%

aanvoer

in

Ned.

havens

2)

><

1000

K.G.
§

3.703
969
§

4.209
1.021
§ §

5.616
§

1.354
§
10.572
§

1.895
§
12.967
§
2.505
12.051
§
2.856
§
25.912
§
4.905
§
78.29911
§
17.508
1
5
§
87.543
15

§
19.047′
visschertJ.

opbrengst X t

1000

…………………….
§
§

725
§

724
§

742
§

794
§

814
§

811
§

810
§

789
7.853
§
8.436
*Productle der
kolenmijnen
X
1000 ton
3)
……………..
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-
veelheid
steenkolen
X
1000
ton
4)

…………………..
§

852
§

799
§

865
§

963
§

1.111
§
1.043
§

924
§

890
-9.l83
§10.189
17.202
17.028
18.248 21.151 16.406
17.968 19.055
19.615
814
188.968
11.804
192.583 10.769
Aan de consumptie onttrokken
suiker6)
X
1000 K.G.
Schepen in aanbouw;
inhoud in bruto Registerton)

. .. .
914
798
1.158 1.218
788
904
1.171
160.604
In consumptie gebrachte
suiker
5)
X 1000
K.G.

… ……..

basis
131
136
171.825
137
143
141
163.824
113
138
149
134
137
Indexci1fers prijzen landbouw- en veeteeltart.

J
Indexcijfers productiekosten van den landbouwf 1910-‘141
161
159
160 159 150
160
161
162
160
160

Handel en Verkeer.
204 203
217
212
218
218 225 226
2.235
2.328
1

Invoer
…………
Handelsbeweging
zonder gouden en
1
151
152 162 159 164
184
178
163 1.598
1.744

millioenen)

……………………

Saldo

invoer
. . . .
53
50
55
54
55
34
48
13,6
64
§

12,8
637
151,2 584
§148,2

zilveren munt en muntmateriaal (In
Ç

Uitvoer

……….

Ontvangsten der Spoorwegmaatsch.
(in millioenen)
Ontvangsten per
dagkilonzeter
sedert
1
Jan. (In gld.)

. . . .
13,2
12,7 13,7
114,55
15,9
118,20
16,2
121,21
14,1
§
§
121,22
§
121,32
§
121,01
124,28
§121,01
112,77
112,65
!nklaringen(geladen(Nieuwe Waterweg)1

N

T

J
1.570
360
1.759
348
1.641
350
1.808
398
1.877
440
1.758
365
1.705
344
1.714
389
15.868
3.583
18.418
4.000
‘ l
zeeschepen)

Ijmuiden

J
Inklaringen
1.
bth
J
(geladen rivierschepen in
1000
ton
°
2.408
2.100
3.008
2.467
2.723
2.434
3.038
2.825
3.019
2.687
2.766
2.547
2.746
2.531
2.581
2.275
38.263
15.ô85
30.698 25.960
Uitklaringenj

van

1000
K.G.)
………………….
3 3 3 4 6
6
412
Opgelegde zeeschepen
ojd. len der maand: aantal
8)
3
3
3
3 3 3 3
16
24 24
412

lndexc.v. scheepsvrachten.(Volle ladingen ,,The Econom.”)
129,2
129,6 124,0 118,2
122,8
125,1
123,1
123,6 122,7
128,3
Idem:
bruto inhoud in
1000
registertonnen
……………..

*

(
Gelost bij invoer……………

(
1.813
752
1.979
779
2.192
821
2.334
840
2.281
778
2.273
911
2.048 928
1.950
839 21.433
10.509
22.123 8.906
.

Geladen bij uitvoer

……..


n

e

ovens

1
Doorgevoerd met overlading

on,
2.872
2.713
2.875 3.107
2.967
3.088
3.088 2.699 28.074
31.986

Prijzen, kosten van levensonderhoud.
lndexcijfers der
groothandelsprijzen
f
Algemeen cijfer
143
147
145
150
149
155
151
157
149. 154 150 156 150 158
151
160
144 144
148
153
in Nederland (1913
= 100) ………

Voedlngsmidd. ed.
Kosten van

(
Arb.gez. A’dam (1Oct. 123-30 Sept.’24
= 100).
94,8
94,7
93,0
26
)

levens-

Ç

Arbeidersgez. te ‘s-Gravenhage (1921-100).
79,8
79,7
78,7
16
)

onderhoud.

A
m
btenaarsgez.te’s_Gravenhage(1921=100)
_716
)

Financiewezen.
*Opbrengst
Rij
ks,nlddeien
(totaal)
. .

.
42,2
48,7
42,9 42,5 38,6
40,0
42,0
42,2
450,5
463,7
Beursbelast Ing
……….
1

.

.

.

1.
.(in
millioenen)

0,481
0,492
4,97
0,421
4,54
0,405
4,41
0,449
4,83
0,528
5,29
0,657
5,28
0,375
5,21
4,709 52,75 5,579
54,04
Invoerrechten

……….
, ,

Staf
ist lekrecht ……….
.J

..
,,
0,346
0,368
0,357
0,372
0384
,
0,391 0,397
0,375
3,801
4,010
*Gegireerd
door den
Postch.
en
Olrodienst
(in millioenen)
311
3.508 352
3.485
354 3.362 324
3.367
293
2.872
314
3.265
315
3.693 342
3.549
3.632
31.456
3.560
36.828

•Opereerend kapitaal der Ned. Bank
20)
(in millioenen)
.
417 439
439
3,50
441
3,50
442
3,50
436
3,50
440
4,11
489
4,50
45312)
3,50
3,65 3,50
3,46 3,72

3,50 3,44
3,75
3,52
3,89
3,53
3,25
3,45
3,41
3,55 3,82 4,05 4,30
4,47
4,73
2,83
2,82
3,58
3,72
•Prolongafie
)
104
103
102
102
103
107
112
110
103

1

II.
Bank- en credietinstell. (Aand. van 7 ondern.]
101
101
100
100
100
103
106
105
106 109
I
113
112
107 104
111
116 115
112

•Giroomzef bij de Ned. Bank
(in millioenen)
……………

8

1.
Nijverheid [Aand. van 49 ondern.]……………

III.
Scheepvaart [Aand. van 7 ondern.]
…………
.

O-.

IV.
Indische fondsen [Aand. van 24 ondern.]
148 153 149
147
153
157 157 157 157

Wisseldisconfo derNederi. Bank

(………..
Particulier disconto

>
gemiddeld pCt.’
..
………

‘.

V.
Petroleum [Aand. Kon. Ned. Petr. Mij.]
103 103 103
96
94 95
95
97 97
4,05 4,04 4,05 3,94 3,89
3,98
3,96
4,07
4,02

II.
Nederl. Staatsleeningen.
.
4,70
4,68
4,64 4,57
4,53
4,61
4,65
4,66
4,65
s

Ned. Indische

leeningen ………………….
4,96 4,93
4,91
4,88 4,92 4,93 4,94
4,93 4,94
………………….
1.
Ned. Grootboekobligaties
…………………..

4,72 4,70
4,68
4,66 4,64 4,64
4,63
4,67
4,71
Gemeent. en provinc. leeningen

……………
4,66

4,64 4,64
4,61
4,58
4,60 4,59 4,62
4,61
Spoorwegleeningen
………………………..
4,76
4,74
4,72
4,68
4,67
4,69 4,70 4,72 4,73 Fondsen
II
fm.

V ………………………….
Emissies
(onder aftrek conversies
11)
(in mill.)
j
,_
45,1
37,7
34,2
j
L

Aantal uitgesproken Faillissementen.
293
1

2841
368
257
227]305
1

291
1

275
11

3.447
3.284

§
Voorloopige cijfers.
1)
40 distr.- en 3 andere arb.beurzen en, voor zoover bekend, de Cor-

uitvoer in den vorm van suikerhoudende goederen.
7]
Op
den laatste
91
A’dam,
respondentsch. der arb.bemiddeling. 21 Zoowel door Nederl. als buitenl.

van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.
8]
Te A’dam en te R’dam.
schepen.
21
Kolenslik
niet
inbegrepen.
Wel
zijn inbegr. de eigen con-

R’dam, Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige
havens.
101
Zonder voorschot aan den Staat en schatkistpromessen
sumptie der mijnen en de kolen, die aan de mijnwerkers gegeven
12]
Nom.

bedrag
worden

[z.g. ,,Deputatkohlen”].
4]
Saldo invoer
plus
eigen productie.

rechtstreeks;

3e

weekbalans

v.

d.

maand.

voor

61 D.w.z.
onder betaling
van
accijns in het vrije verkeer gebracht. Aan-

April

2,3; juni 13,1; Aug. 8,8; Sept. 14,8; jan/Nov. ‘26405,8; Jan/Nov. genomen mag worden, dat deze suiker binnenkort de consumenten be-

’27 44,0.
12
1 November.
13]
3e kwartaal.
14]
le halfjaar.
151
Jan./Oct.
161
Sept.

reikt.

61

D.w.z.
waarvoor restitutie van accijns
is
verleend wegens

88

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

25Januari 1928

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

‘ beteekent: Cijfere nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCØNTO’S;

N

d Or
sch.

isc.Wissels.
4*13Oct.’27
Zwits.Nat.Bk. 3*22
Oct.’25
el.Binn.Efi. 5
13 Oct.’27
N.Bk.v.Denem, 5
23Juni’27
in R.C. 6
13 Oct.’27
ZweedscheRbk 31
31 Dec.’27
JavascheBank…. 4
14Juli’26
Bankv.Noorw. 5 1Nov.
1
27
Bank van Engeland
4*21 Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk.
3*19 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk.
624Aug. ’27
Belgische Nat.Bnk.
4
*16 Nov.’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res.BankN.Y.
3
14
Aug.’27
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje. 5
23Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 51
9Jan.’28

OPEN MARKT.

1928
1927
1926 1914

21
Jan.
16121.
9114
2
1
7
17122
18(23
20124
Jan.
Jan.
Jan. Jan. Jan.
Juli
Amsterdam
Partic.dlsc.
4318
4
I16-18
4
1
116hI
4

41
I8I,6
214-
1
14
2
5
1-
7
1
3
1
I8-Ii0
Prolong.
4
331e41/
311
3
_411
4

4_31
4

21(
4
3(
4

21/
2
-3(
4

211
4
_3j
4

Londen
Daggeld ..
3
1
1-
1
12
34
2
1
j-314
2
1
12-3
112
3-4
31134314

1314-2
Partic. disc.
3
1
5j16_4
3
15
J16_4
114
4114514
4
1
14-
5
116
4_118
481
4

211431
4

Berlijn
Daggeld ..
311
2
_6
3-6 2-6
3
1
128
2-4
5
1
17

Partic.dlsc.
30-55 d.. .
6
1
14
571
5
511
4

571
g
_5
6114314
4

1
18
6
1
/-
3
18

56-90 d.. .
614
51s-6
1
14
5
7
I_6
1
12
6114_314

4_
1
1
511_31
2
1
1-
1
11
Waren- wechsel.
6
5
15-14
612-
3
14
6/8-7
614-7
3
I8
4
1
1_
1
1
7
1
(7-8

rvew. Yorki)
Cail money
31(
3
3(
4

311
3
.421
4

4_31
4

4_53/
4

4_31
4

4_814
13142113
Partic. disc.
3
’12
311
3I8-
1
1a
3I8
3314_715
1

371

1)
Cali money-koers van 20 Jan. en daaraan voorafgaande weken tjm
Vrijdag,

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
0)

)
0)
0)
1)

17 Jan. 1928
2.48
12.087/5
59
.
0
7*
9.75 34.57
100
1
/
8

18

1928
2.477
1
5

12.0811
8

59.06
9.75
34.551
100
1
/
8

19

.

1928
2.47718

19.0881
4

59.07
9.741
34.56
1001
20

1928
2.47181
12.0
8,
6
,
5
9.06* 9.741
34.541
100
1
18

21

1928

12.0771,
59.05
9.74
34.55
1001/
8

23

1928
2.47181,
12.07%
59
.
05
* 9.74
3
4.52*
10011
8

Laagsted.w.1)
2.47%
12.0731
5
9.0
2
*.’
9.73
34.51
100
Hoogste d.w
1
)
2.4811
8

.12.0081
59.10
9.76
34.60
100
16 Jan. 1928
2.47’3/,
12.09%
5
9.
0
6*
9.75
34.57
100118

9

,,

1928
2.4881
12.09
59.05
9.75,
34.62k
100’1
Muntpariteit
2.48%
1
12.10%
59.26
48.-
34.59
100

Data

se
Z
r
7
a
t
nd

Weenen
Praat’
Boeka-
Milaan
Madrid

res

17 Jan. 1928
47.77%
34.95
7.36
1.52*
13.124
42.32
18

,,

1928
47.78 34.95
7.36
1.524
13.11
42
.
2
7*
19

,,

1928
47.76
34.94
7.35
1.54
1
3.11*
42.55
20

,,

1928
47.75
34.95
7.34

1.53
13
.
1
1*
42.44
21

,,

1928
47.75
34.9211
3

7.35
1.52


23

,,

1928
‘47.72)4
34.97)4 7.34
1.52*
1
3.10*
42.28
Laagsted.w.1)
47.70
34.85
7.33
1.50
13.09
42.20
Hoogste d.wi)
47.80
35.05 7.38
1.55
13.15
4
2.6
2
*
16 Jan. 1928
47.77)4
34.93% 7.35 1.53 13.12
42.57*
9

,,

1928
47.82 35.05
7.35
1
.52*
13
.
12
*
42.81
Muntpariteit
48.- 35.-
2
)48.
48.-
48.-

Dat a
Stock-
holm
0)

Kopen-
hagen*,)
Oslo
Hel-
f
or
n
f
l

Buenos-
Aires’)
Mon-
treal
1)

17 Jan. 1928
66.67*

66.45 65.95 6.24
106
2.47)4
18

,,

1928
66.65
68
.
42
*
65.95 6.24
106
2.47)4
19

,,

1928
66
.
62
*
66.
4
2*
66
.02*
6.25
106
2.47)4
20

,,

1928
66.57*

66.40
66.-
6.24
106
2.4781
8

21

,,

1928
66.55 66.37*
66.-
6.24
106
2.4751
8

23

,,

1928
6
6.52*
66
.37*
65
.97*.
6.24
106
2.4781
8

Laagsted.w.
1
)
66.55 66.30
65.90
6
.
22
*
105%
2.47
Hoogste d.wi)
66
.72*.
66.50 66.10
6
.
2
7*
1061/
4

2.47%
16 Jan. 1928
66.70 66.45
65.95
6
.
24
*
106
2.47)4
9

,,

1928
66.80
66.45
65.95 6.24
106
2.47%
ktuntpariteit
66.67 66.67 66.67
6.24
10581,
2.48%
•) Noteering te Amsterdam.

) Noteering te Rotterdam.
t) Particuliere opgave.
2) Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
5
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

a
u
E
Kh
E
-N TE NEW YORK.
(Cable).

D t
a
Londen
($
per
£)
Parijs
($ p.
lOOfr.)
Berlijn
(8
P. 100 Mk.)
Amsterdam
(S p. 100
gld.)
17 Jan.

1928
4,8751,
3,93
23,82
40,34
1
18

18

1928
4,87I
1
1
3,93
. 23
9
83%
40,34%
19

,,

1928
4,87
1
1/,
3,93
,
1
8

23,84
40,34%
20

1928
4,873/, 3,93
23,82%
40,35
21

,,

1928
4,8771
56

3,93
23,82)4
40,35%
23

1928
4,87%
3,93
1
18
23,83
036
24 Jan.

1927
3,96
23,70 39,98
Muutpariteit . –
4,8667
19,30
23,81%
4071,

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
7
Jan.
1928
14Jan.
. 1928
16121
Jan.
1928
LaagsteHoogste
21
Jan.
1928
Alexandrië. .
Piast.p.
97
1
4
9771
t
,
9791,
97%
Athene

….
Dr.p.
369
366
366 369
367%
Bangkok …
Sh.p.tical
1110%
111081
8

1110
111081
5

1110%
Budapest . ..
Pen. p. £
27.90
27.81
27,86
27.92
27.88*
B. Aires’). ..
d. p. $
471l1
1 a
47i8
1184
4771s 4727152
Calcutta … ….
Sh. p. rup.
1/6
8
1
33

1/6
8
/
1i6
5
1
116
1
1
8

1/6
7
1
54

Constantin
Piast. p. £
935
940
935
945 940


Hongkong
5h. p. $
210
81
/
3
,
210
18
1
16

2/0
1
1
8

211
1
1
1

210%
Kobe
Sh.p.yen
1111T’5
1111t
1/11
114
l/ll,,
Lissabon 1) .
d. per Esc.
271,
27 1
16
,
2
18
1
32

2
15
1
32

2sj
1

d.per$
24
24


23
25
24
Montevideo’)
d. per $
50%
50%
50
1
1
8

51
5081
8

Mexico ………

Montreal’) ..
$ per £
4.88k
4.8811
4.88%
4.888%
4.884
R.d.Janeiro 1)
d. per Mil.
529182
5291
54

5241
‘5.81,,
559/
54

Shanghai …
Sh. p. tael
2,7i
1
/,
/719/
33

2/63%
2/7{
217t
Singapore. ..
id. p. $
2/43/
33

2/4
8
/
2/381/,,
2;4l/
214112
V’alparaiso 2).
$ p. £
39.36 39.37 39.33 39.39
39.39
Warschau ..
Zl. p. £
43)4
43)4
43% 43)4
) i ezegralisch transtert. 2) 90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRLJS 5)

16 Jan.
Londen’)
1928.. 26%
N.York’)
57%
16 Jan. 1928.. .
Londen
84111 17
1928..

2681,
567
17

,,

1928…,.
8411034 18
1928..

26′
1

5671
s

18

,,

1928….
84111
19

,,
1928..

2611
16

56%
19

,,

1928…. .
84110%
20

,,
1928..

26
1
1
8

56%
20

,,

1928….
84/1134
21
1928.. 26%
5671
s

21

,,

1928….
84111%
22 Jan.
1927.. 2651,
56%
22 Jan.

1927… .
8411134
20 Juli
1914..

241/,
54l1
20 Juli

1914… .
84111
1) In pence p. oz. stand. 2) Foreign silver
In Sc. p. oz. line.
2)
in ah.
p. oz. line

STAND VAN ‘s RIJKS KAS

Vorderingen.
1

7Jan. 1928
1

14Jan. 1928
Saldo bij de Nederlandsche Bank
f
38.276.150,11
f
37:252.083,38
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten Voorschotten op ultimo Nov. 1927 aan
,,

308.883,54
636.890.65

de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomsten belasting….. …
39.225.843,06
36.826.174,96
Voorschotten aan Suriname ……….
.10.423.208,95
..
10.429.443,95
Voorschotten aan Curaçao


Kasvord. weg. credietverst,ajh. buiteni
Daggeldieeningen tegen onderpand
,, 131.503.649,83
,,128.841.953,31

,, 39.274.140,-
49.274.360,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staatsschuldbrieven

…………

comptabelen

………………….
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
16.419.165,07
,,

21.369.482,55′

..

T.enT.2)………………………
Id. op andere Staatsbedrijven 2)
2.89

,

5.348,03
,,

2.895.348,03
Ver
Pl
ch tin gen.

Voorschot door de Nederl. Bank



fl03.526.000,-
Schatkistpromessen in omloop

28.890.000,-
Waarvan direct
28.890.000,-
Schatkistbiljetten in Omloop’)………fl03.526.000,-

bij de Ned. Bank..

Schulda.d.Bankv.Ned,Gemeenten8)

1.1.894.909,-

Id. aan Ned.-lndië

………………

20.570.873,08
,,

18.966.966,98

Zilverbons in omloop ………………,

12.026.576,-

Id. aan

Curaçao ………………….

fl9.191,83
,,

269.258,2l
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2) ..

22.116.807,70

..

,,

20.571.062,91.
….

Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T. 2),.,, 57.475.397,30
61.222.981,11.
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………1.315.000,-
1.315.000,-
Id. aan diverse instellingen 2)

5.263.932,66
,,

5.191.352,03,
Waarvan
f
12.056.000 vervallende op 1 Juli 1929.

In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD..

1

14Jan.1928
21Jan. 1928

Vorderingen:
Saldo bij ‘s
Rijks
kas ……..
……..
fl8.967.000,-
. f2I.48i.0oo,.
Saldo bij de Javasche Bank ……….
» 15.318.000,-
,,12.160.000,-
Verplichtingen:
Voorschot uit ‘s
Rijks
kas aan N.-lndi6

.


Voorschot Javasche Bank aan N.-lndif

..


,

300.000,-
,,

300.000,-
Schatkistpromessen in omloop………
Muntbiljetten

in omloop …………..
Schuld aan het Ned.-ind. Muntfonds..
,,31.859.000,-
»
31.932.000,-

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
1.082.000,–
,,
. 1.202.000,-
1.111.000,-
,,

1.216.000,- –

25 Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 23 Januari
1928.

Activa.
Binnenl.Wis.IHfdbk.
f

70.565.851,92

sels,Prom.,
Bijbnk.
,,

2.478.141,74

enz. in disc4
Ag.sch.
,,

12.871.090,61

f
85.915.084,27

Papiero. h. Buiteni. in disconto….



Idem eigen portef. .

183.806,154,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.


183.806.154,-
Beleeningen
11f dbk.
f

40.846.615,29
nc1.
vrsch. Bijbnk.

6.535.905,49
in r:k-:rt
Ag.sch.
,,

65.788.873,44

f
113.171.394,22

Op Effecten…….-.
.f
109.327.294,22
Op Goederen en Spec.
,,

3.844.100,-
113.171.394,22

Voorschotten a. h. Rijk
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
… ….
f

67.757.075,-
Muntmat., Goud …

363.387.666,56

t 431.144.741,56
Munt, Zilver, enz. •
,,

28.631.310.38
Muntmat. Zilver.


459.776.051,94
Belegging
1
1

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,
23.827.147,02

Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
5.000.000,-

Diverse rekeningen .

…………….
,,
39.382.849,15

f
910.878.680,65_
Pasalva.
Kapitaal …………. ….. . .

… ……
f
20.000.000,-

Reservefonds ……_

……………..

,,
7.027.840,39
Bijzondere reserve ………………
,,
8.000.000,-

Pensioenfonds

……………………
,,
4.825.129,48
Bankbiljetten in omloop……………

,,
788.262.380,-
Bankassignatiën in omloop ………..

,,
455.728,15

Rek.-Cour.
5
Het Rijk
f
51.070.157,11
saldo’s:

Anderen
,,
36.703.082,13
87.773.239,24
Diverse rekeningen .
….
.
.. ………
,,
14.534.363,34

f
910.878.680,60

Beschikbaar metaalsaldo …………. .
f.
288.019.973,73

Op
de basis van
2
1,
metaaldekking….
,,
116.721.704,25
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
1.440.099.865,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt IMuntmati
.
Circu laffe
opeischb.
schuldd
Metaal-
1
kings
perc.

23 Jan. ’28
67.757
363.388
768.262
88.229
288.020
54

16

,,

’28
67.754
353.472 788.186
77.510
275.586
52

9

’28
67.756
342.235 807.365
84.296
258.718
49

2

,,

’28
67.764
332.326
840.032
102.154
238.862
45

26 Dec.

’27
67.789
332.202 796.784 99.163
248.288
48

19

,,

’27
67.790
322.287
789.215 85.452
242.755
48

24 Jan. ’27
60.603
354.956
793.877
55 132
273.920
52

25 Juli
’14
85.703
96.410
310.4371 6.198
43.521
1
)
54

Totaal
Schatkist-
B 1 ee-
Papier
DiveT
Data
bedrag
discon to’s promessen
rechtstreeks

1
e
n ngen
op het
buitenl.
reke-
nin gen
2)

23 Jan. 1928
85.915

113.171 183.806 39.383

16

1928
98.963

116.936 183.658 42.146

9

1928
122.838

120.662
183.308
51.668

2

1928 138.866

137.681
180.748
81.140

26 Dec. 1927
115.144

132.091
168.225
76.042

19

,,

1927
120.676

127.186 158.178 73.763

24 Jan. 1927
71.092

130.440
193.417
43.544

25 Juli

19141
67.947
14.300
61.686 20.188
509

1)
Op de basis
van li
s
metaaidekking.
t)
Sluitpost
activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie
Andere
opeischb.
schulden

Discont.
________

17 Dec

1927..
1.121
1.464
621
877 491

10

1927-
1.121
1.509 746
871
466

3

1927-
1.120 1.596
694
868 460
26
Nov.

1927..
1.141 1.448
554
845 460

19

,,

1927-
1.130
1.469 544
849
519

18 Dec.

1926-
1.011
1.476
1.153 930
494

5 Juli

1914-
645
1.100
580
735
396

)
niuiiposi oer
5LIVd.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste poeten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste woken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatleopeischb. metaal-
schulden saldo

14Jan.1928

19.100

323.000

49.200 121.660

7
,,
1928

196.800

323.000

49.300 122.340

31Dec. 1927

196.300

319.800

55.400 121.260

24 Dec. 1927 ï78.306

17.371
1
319.214

56.112 120.938

17
,,
1927 178.766

16.913 323.589

51.347 120.978

10

1927 178.597

17.738 323.889

53399 121.218

3
,,
1927 178.604

17.665 318.023

63:838 120.230

15Jan.1927 196.579

28.735 319.328

69.337 148.323

16Jan.1926 199.515

38.684 353.419

49.288 158.350

25 Juli 1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842
2
)

Diverse
1

1
Dis-
1

1
Belee-

reke-
Data

conto’s 1 N.-Ind.
1
ningen

ningen’)

percen-

1

1

14Jan.1928

168.400

*$*

52

7
,,
1928

170.900

“•

53.
31Dec.1927

169.500

52

24Dec.1927
13.015
26.133 113.783 31.379
52

17

,,

1927
12.740
24.804
117.708
28.683
52
10

1927
13.024
23.275
118.505
30.743
52
3

,,

1927
12.462
24.309 121.310 31.819
51

15Jan.1927
12.590
20.835 87.575
48.410
58
16Jan.1926
10.618
22.295 55.382 80.003
59

25 Juli1914
7.259
8.395
1

47.934 2.228
44
t)
Sluitpost
activa.

1)
Basis
2
1s
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Curreney Notes, in duizenden pouden sterling.

Data
Metaal
Circulatie
Currency Notes

Bedrag
1
Ban kbilf.
1
Gov. Sec.

18 Jan. 1928
155.540 134.749
290.665
56.250
240.955

11

1928
155.002
135.934
296.554
56.250
247.048

4.

1928
152.303
137.728
297.621
56.250
248.284

28 Dec.

1927
152.409 138.711 299.791
58.250
250.662

21

,,

1927
150.381
138.779
300.798 56.250
251.230

14

,,

1927
149.909 137.249
298.290
56.250
248.649

19 Jan. 1927
151.491 137.101
282.472
56.250
231.629

22 Juli 1914
40.164
29.317


Data

1
Gov.

1
Other
Public
Other
Reserve
1

Dek-
kings-
1
Sec.

1
Sec.

Depos.

1
Depos.
1

18 Jan. ’28
36.484 I

60.366

19.201.

100.132
40.5411 33
18
116
11

’28
39.629

64.504

14
.
854
1
110
.
061
1
38.8181 31
4

’28
48.294

91.716

13.618
1
142.730
134.3251
2111116
28 Dec.’27
48.579
1
74.449

14.562

123.975 1
33.447j 24
1
18

21

,,

’27
42.984

64.955

18.445 1102.902 1
31.3521 25181t6 14

,,

’27
41.309

54.744

8.721

101.842
32.410 298/
16

19 Jan. ’27
31.883 1

75.877

12.052

111.749
34.1401 27
8
118
22 Juli
1
14
11.005

33.633

13.738

42.185
29.2971
52

1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

Waarvan
1
Tegoed
Wis

Belee-
Data
Goud
in het

IZilver1

in h
buite
e
n
t
l.


sels
1Waarv,1
op
hef ningen
t
buit enl.’)
1
buifenl.

19 Jan.’28
5.544
1.864.
343
53
1.406
9
1.710.

12

,,

’28
5.545
1.864 343
52
1.271
10
1.747

5

’28
5.545
1.864
343
53
2.341
9
1.700
29 Dec.’27
5.545
1.884 343
53
2.166
8
1.674
22

,,

1
27
5.545
1.864
343
51
1.241
8
1.719

20 Jan.’27
5.548
1.864
341
86
3.591
13
2.101

23 Juli’14
4.104
1


840

1.541
8
1

769

Buit.gew.
Schat-

Rekg. Courant
Data
voorsch.
kistbil-
Circulatie
Parti
Staat ajd. Staat
jettent)
culieren

19 Jan.’28
23.500
5.893
27.140
57.591 9.979
138

12

,,

’28
23.800
5.892
27.790
58.160
10.234
135

5

’28
23.900
5.884 27.739 58.639 9.929
43

29Dec.’27
24.550
4

5.881
26.551 56.551
10.481
26
22

,,

’27
24.550
5.880
25.793
55.806
10.460
32

20 Jan.’27
33.650
5.593
6.524
52.811
5.849
14

23 Juli’14
– –

5.912
943
401

1) Waarvan
beschikbaar
463
millioen.
2
)irt
disconto
genomen
wegens
voorsch. v.
d. Staat aan
buiteni.
regeeringen.
3)
Sluitpost
activa.

90

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

25 Januari 1928

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichamark.
Daarvan
Deviezen Andere
Data
Goud
bij bul-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. clrc. dekkinu
en
ningen
banken
1)

geldena
t
‘e
cheques

14 Jan. 1928
1.864,0
81,4
286,1
2.330,9
33,2
7

,,

1928
1.864,5
81,4
285,6 2.635,5
23,1
31 Dec.

1927
1.864,6 81,4
282,0 3.128,7
78,3
23

,,

1927
1.860,6 77,2
279,4 2.416,9
44,1
15

,,

1927
1.860,7
77,2
286,2
2.270,5 58,6
15 Jan. 1927
1.834,5
149,4
501,0
1.505,2
14,0
30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse
ten
Activa2)
latie
Crt.
Passiva

14 Jan. 1928
93,3
.
536,6
3.927,9
855,1
280,5
7

,,

1928
93,4 519,3 4.170,9
675,0
275,1
31 Dec. 1927
93,4 499,2
4.564,0
779,1
284,9
23

,,

1927
93,4
474,9 4.046,4
567,4
254,2
15

,,

1927
93,4
477,3
3.931,4
525,1 296,7
15 Jan. 1927
89,8 629,9
3.133,1
1.012,7
207,6
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘ unoetast. •, w.o. k(entenbankschelne 14,7Jan.
1
28, 31, 23,
15Dec.’27,
15 Jan. ’27, resp. 80; 50; 24; 30; 28;
110
mlii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Goud

1

0.

.2

Rekg. Crt.

Data

.’.’
1927128

;
L
0
0

19 Jan.
741
477
43
556
32
394
2.057
15
143
12

,,
734
503
43
569
34 394
2.081
6
161
5

,,
733 514

585
40

2.076
19
170
29 Dec.
719
525

585
35

2.043
32
183
22

,,
718
488
43
545
30
394
1.994
4
158
20 Jan.2
620
436
38
490
29
400 1.810
20
156
1)
Aan 0e schatkist gecedeerd.
2)
1927.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in mi1lienen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Zilver
Totaal

1
Dekking
i

F. R.
her-

1

disc. v. d. t
In de
open
bedrag
Notes
etc.
member
1
markt
banks

1
gekocht

4Jan.’28
2.742,5
1.529,1 146,7
520,9
387,1
28 Dec.’27
2.739,1
1.523,9
123,1
609,2 385,5
21

,,

1
27
2.742,3
1.559,0
115,2
578,2 365,8
14

,,

’27
2.792,2
1.633,0
125,8
495,0
381,1
7

,,

’27
2.826,7
1.576,9 126,5
443,9
.
380,0
30Nov.’27
2.805,0
.

1.525,5
134,9
477,0
354,7
5 Jan.’271
2.855,4
1.487,7 142,8
633,5
388,8

Data
Belegd
in
U. S.
,
in circui

Gestort
Dek-
Algem.
1

Dek-
Gov.Sec.
latie
1

SI

Kapitaal
kings- perc.l)
1
kings-
J
perc. 2)

4Jan.28
627,4
1.76b,7
21536,3
132,5
63,8 67,2 28Dec.’27
603,1
1.813,2
2.473,3
132,5
63,9 66,8
21

,,

’27
588,0
1.821,3
2.434,0
132,4
64,4
67,2
14

,,

’27
597,9
1.766,7
2.448,0
132,3 66,2 69,2
7

,,

’27
604,2
1.749,8
2.427,3
131,7 67,7 70,7
30Nov.’27
547,8
1.716,6
2.413,2
131,7 67,9 71,2

5Jan.
1
27
313,9
1.812,7
2.409,4
125,0
67,6 71,0
‘ v ernouaing totaten gouavoorraaa tegenover opelschbare schulden:
1′. R. Notes en netto deposito.
S)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
1
Aantal
1
banken

D
conto’s
en
Beleg-
gingen
beleen.

ve
b1
Totaal
depo-
sito’s

Waarvan
time
deposits

28 Dec.’27
657
15.433 6.386 11.813
20.494
6.516
21

,,

’27
658 15.357 6.431
11.780
20.535 6.504
14

,,

’27
658
15.293
6.365
11.786
20.509
6.471
7

,,

1
27
656
15.273
6.348
1.768
20.428
6.468
30Nov.’27
659
15.214 6.329
1.760
20.439
6.473
29 Dee.’261
688
14.569 5.541 1.675 19.037
5.792
Aan net erna van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

EFFECTENBEURZEN,

‘Amsterdam, 23 Januari 1928.

Bijzoitder opmerkelijk is het verloop van.de internationale
fondsenmarkten ook in de aoliter ons liggende iberihtsweek
niet geworden, hoewel de gang van zaken in sommige op-
zichten toch wel belaugwekkend niocht ‘worden genoemd.
Te B e r 1
ij
n bijv. hebben opgewekte en gedepritneerde
stemmingen elkaar Vrij rege1natig afgowisseld. De opge-
wekte tendens is voornamelijk voortekomen uit de hoop,
dat binnen afzienbaren tijd het vraagstuk van cle verplich-
tingen iugevoige het plan Daiwes aan de orde zai worden
gesteld. Die veiiwachting is ontstaan als gevolg van het
bezoek, dat de heer Parker Gilhert adowel te Parijs als te
Brussel heeft afgelegd. Uit de summiere persiberiehten i8
naar voren gekomen, dat gesproken is over de mogelijkheid
om de schadeloosstelling ‘van Dtiitshlan.d vast te stellen;
een dergelijke oplossing zou in ieder geval den omvang der
veip1ichtingen ten laste van het rijk kenbaar maken. Tege-ljkertijd ‘hebben de mededeelingen, dat Je Amerikaa.nsehe
senaat zich deze week zal bezighouden met de vraa stukken
omtrent de teruggave van in beslag genomen Duitsche goe-
(leren, een gunstigen ïnvloeduitgeoefend. Daarentegen heeft
het bekend v,’orden van het cijfer omtrent ‘het groote aan-
tal werkloozen, tegen het einde van de ‘lber’ichtsweek, ver-
kooporders ten gevolge gehad, zoodat ‘het slot niet zeer op-
gewekt is
geweest.
Te P a r ijs is na dc eerste opwelling van bijna onge-
breideld optimisme een zekere mate van rust teruggekeerd.
Men beoordeelde den geheelen toestand ‘weliswaar als zeer
gunstig, doch ‘heeft toch eenige selectie ten opzichte rvan de
gekochte fondsen toegepast. Een goeden indruk ‘heeft het gemaakt, dot cle Bank van Frankrijk haar disconto ‘van 4
tot 3%; pCt. heeft verlaagd, en dat van Amerikaansehe zijde
geen bezwaren meer geopperd zullen worden, indien Frank-
i’ij’k leeningen ten laste van particuliere ondernemingen
te New York mocht wenschen te ‘plaatsen.
Te L o n d e n is de stemming eenigszius onregeliiiatig ge-
veest. Op de af deeling voor giltedged fondsen ‘heeft de
aankondiging van’ de nieuwe 4%, pCt. leening ten laste van
Britsoii-Indië een drukkenden invloed uitgeoefend, doch
toen bleek, welk een succes deze leen’ing ‘heeft kunnen ont-
moeten, is een herstel van beteek’enis ingetreden. Dit werd
nog iii de ‘hand gewerkt door het gunstige onthaal van de
‘nieuwe 5 pCt. Schatkist-obligaties. Behalve voor beleggings-
oudsen was de belangstelling echter tamelijk gering; cle
meeste aandacht trokken pet.roleumaandeelen, in verband
met cle vrees ‘voor een prij’zenoorlog in het Verre Oosten.
De markt te N ew Y o rk heeft min of meer een afvaeh-
tende houding aangenomen. In den aanvang van de beriohts.
periode zijn nogal omvangrijke •verkoo’porders in de markt
gekomen, welke de stemming eenigs’zins habben verontrust.
De .noteei’ing voor eall money is bijzonder laag ‘ge.’bleven en
in veriband hiermede heeft de vrees bestaan, d’at cle Fecleral
Reserve Board maatregelen zal nemen, om den crediet-
stroom eenigszins af te dammen. Dientengevolge ‘hebben
verschillende ,,poois” zich ‘van hun bezit geheel of gedeel-
telijk octdaan, ev.aarnit dan ook de vermindering van de
voorschotten, iaan de makelaars verleend, gedeeltelijk valt te
verklaren. Toch was de invloed op het koerspeil niet groot.
Te n o ii z e n t hebben de verschillende af deeliagen van
de fondsenmarkt in vele gevallen een ‘zooclanig verloop ge-
‘had, (lat speciale invloeden voor iedere af deeling afzonder-
lijk zich krachtig hebben doen gelden. Voor de
beleggings-
merkt gold de overweging, dat ‘binnenkort belangrijke be-dragen beschikbaar zullen ‘komen – in verband met de ver-
vroegde aflossing ‘van de staatsleening – zoodat ‘zich cle
vraag naar ‘hei-belegging thans reeds ‘heeft doen gevoelen
en zich ‘heeft uitgesproken in een vaste stemming, zosvèl voor in’heemsche als voor bnitenlandsche soorten. ‘6 pCt.
Ned. Werk. Schuld 1922: 105
9
1io,
105%, 106; 4 pCt. Ned.
Werk. Schuld 1917: 100
3
11, lOO/j, 100′
3
116;
434: pCt. Ned.-
Indië 1026: 98
3
/8,
98
13
/
32
, 98
5
/8;
5 ‘pct. Mexico £ 100-1000 (afgest.) : 9%, 9
9
11o, 934; 5 pCt. Brazilië 1903 £ 100: 84,
83%, 83,
83%; 8 pCI. Sao Paulo 1921: 107%., 1071f, 107w

Wat de verschillende aandeelen betreft, is de aandaoht
voornamelijk gevallen op ‘de afdeeliug voor
petroleuntfond-
sea.
Uit den aard der zaak waren aandeed en Koninklijke Pe-
troleum Maatschappij ‘Vrij sterk aangehoden, zoodat de koers
een niet on.belangrijk’en achteruitgang te zien heeft gegeven.
In tegenstelling hiermede waren
bv.
aandeelen Pèudawa
nogal gevraagd, in venband met de berichten omtrent’het
aanboren van een spuitende bron op de terreinen der Alge-
meene Exploratie Maatschappij, waaruit de ‘hoop is ont-
staan, dat ook op de terreinen der Peuclawa iets dergelijks
zou kunnen ‘plaats vihden. Dorcltsche Petr. md. Mij.: 319%,
310, ‘300%’, 305; Gec. Roll. Petr. Mij:: 199% Kon. Petr.
Mij.: 3
4
4%, 334%, ‘329%, 333; Perlaik Petroleum: 76%,

25Januari 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7
5%, 757/s; Peudawa: 1734, 1934, 2134,
2034;
Marland Oil:

37
23
132,
36%,
36%
Het thierboven vermelde nieuws ten opzichte van de Alge-
ueene Exploratie Maatsohappij heeft op den koers van deze aandeelen krachtigen invloed ten goede i.iitgeoef end. Voor
het overige was de afdeeling voor
neijnbouwaancleelen
rustig.

andeelen in tinmaatschappijen, o.a.Singkep Tin Mij., heb-
ben een stijging kunnen aantoonen, als reactie op de te
‘oren plaats gehad hebbende daling. De belangstelling voor preferente aandeelen MülIer Mijnbouv is sterk verminderd.
Alg. Exploratie Mij.:
63%,
77, 85V4, 88%, 8734; Billiton le
Rubriek: 920 915, 912; Boeton Mijnbouw Mij.: 150, 147%,
146%, 14634; Müller & Co. s Mijnbouw Mij.: 86%, 8434,
857/,
85%;
RedjangLebong: 146; &ngkep Tin Mij.:
428,

420, 431, 442%.
Vrij groote aandacht hebben ook aandeelen in
scheep-

vaurtondernern.ingen
getrokken, voornamelijk voor aandee.
ten Nederlandsche Scheepvaart Unie en de hiermede in ver-
band staande aandeelen ,,Nederland’, Rotterdamsche Lloyd
en Koninklijke Paketvaart. Er viel eenige reactie waar te
nemeil, toen bekend werd, dat de Nederlandsche Scheepvaart
Unie zou overgaan tot het uitgeven ‘van nieuwe aandeelen.
De ,,claim” echter werd later tot stijgende koersen verban-
deld. In (le overige aancleelen van deze af deeling is slechts
poraclisch iets omgegaan. ‘Holland-Amerika Lijn: 8834,
8734, 88; Java-China-J apan Lijn: 131, 130%, 131; Kon.
Ned, Stoomhoot Mij.: 96, 94%, 95; Ned. Scheepvaart Unie:
198, 19434, 1887/
s
(ex claim), 191%; Nievelt Goudriaan:
134, 132%, 134%; Stoomv. Mij. Nederland: 197, 198, 105.

De
rubberinarkt
bewoog zich op den achtergrond met een
tendens tot een geringen achteruitgang. Amsterdam
Rubber: 316%, 315%, 318
5
/8,
316%; Deli Batavia Rubber:
250, 249, 253
34,
24834, 250%; Hessa Rubber: 430, 429, 432,
439%; Indische Rtrbber: 394%, 392, 395, 396; Java. Caout-
chouc: 210, 209, 210%; KaliTelepak: 354%, 350, 347, 349;
Kendeng Lemboe: 420, 423,
424%,
425; Majanglanden: 360,
356, 35934; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 343, 338, 335, 339%;
R dam Tapanoeli: 16734, 166, 165% ; Serbadjadï: 321%, 329,
325%, 329; Sumatra Caoutchoue: 272, 274, 273; Sumatra
Rubber: 300; Vereeuigde md. Cultuur Ondernemingen: 197,
196, 198% ; Intercontinental Rubber: 19, 18
5
/8,
18
1
/16.
‘J’abajcsa.andeeicn
hebben evenmin groote belangstelling op
zich kunnen concentrecren. De grondtoon is over thet al.
gemeen vast gebleven.
j
.endsburg: 682, 680, 679, 681; Be-
soeki Tabak Mij.: 538, 535, 530; Deli Batavia: 576, 572%,
577, 584; Deli Mij.: 466, 46034, 465
34,
469%; Ngoepit: 416,
420, 424%; Oostkust: 269%, ‘269, 272%,
274%;
Senem:bah:

507, 505, 506%, 512
1
/2.
De af deeling voor
suikereandcelen
was kalm, doch, eigen-
aardig genoeg, met een zekere tendens tot een neerwaart-sehe richting, toen na het bekend worden van ‘het feit, dat
ile suikercouferentie geen moeilijkheden ‘zou opleveren, de Cdubanoteeringen lusteloos werden. Overigens zijn de ver-
sehilleu gering gebleven. Cultuur Mij. der Votstenlauden: 180, :179%, 180, 179%; Handeisvereeniging Amsterdam:
801%, 796, 802, 797
34,
799; Javasche Cultuur Mij.: 397, 393,
403, 399; Maron: 280, 275, 280, 276; Ned.-Ind. Suiker Unie:
298
1
29834, 300, 296;’Poerworedjo: 124%, 123, 122%, 122
1
/
8
;
Sindanglaoat: 451, 452; Suiker Cultuur Mij.: 297%, 294,
285; Tjepper: 805, 802, 808; Watoetoelis Poppoh: 840, 850.
I9vcZustrieele aandeelen
hebben een kalm verloop gehad. Er
bestond weder goede vraag voor aandeelen Philips, terwijl
kunstzijdesoorten eerder iets aangeboden waren, met uit.zon-
clering van aandeelen Hol]anclsche Kunstzijde Industrie. Deze
aandeelen echter staan nog steeds onder den invloed van de
op de laatste algemeene vergadering plaats gehad heb’bende
discussies. Centrale Suiker Mij.:
101%,
08
5
/8,
102, 101%;
Hollandselie Kunstzijde md.: 155%, 154%, 158, 162; Jur-
gens: 245%,
24
9%, 250%, ‘251%; Maekubee: 130, 127%,
1287%, 127%; Ned. Kunstzijdefabr’iek: 423% %
, 428, 424%;
Philips Gloeilampenfabriak: 576%, 573, 585.
Aandeelen in bankinstellingen t
badden een onregelmatig
verloop, doch do grondtoon was opgewekt. Amsterdamsehe
Bank: 18734, 186, 185%, 185; Holt. Bank ‘voor Z.-Amerika:
67%, 6734, 68,
68%;
Incasso Bank: 128
1
/
4
, 128%, 128%;
Koloniale Bank: 268%, 264%, 267, 269% ; Ned.-Ind. Han-
delsbank: 177, 176%, 175%; Ned. Handel Mij.: 174, 1737%,
173%; R’clamsche Bankvereeniging: 987/
s
, 98
5
/8,
99, 98%;
Twentsehe Bank: 146.
De Amcri.kaan-sche markt
was, in overeenstemming met de afwachtende houding van Walistreet, stil. Het koersver-loop is echter niet onbevredigend geweest. Anaconda Gop-
per: til 34, 112, 112%, 1127%; Studebaker: 57%, 58/10, 5834;
United States Steel Corp.:
1451f16,
144%, 148%; Atohison
Topeca: 19034,18834,190; Baltimore & Ohio: 11534,115%;
Ene: 62%, 61
1
/8;
St. Louis & San Fnansisoo: 111 (ex div.),
112%, 113%, 112%; Union Pacific: 187%, 188, 187%; Wa-
bash Raiiway: 84%,
6
5%, 64%, 64%.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN
24 Januari 1928. De t a r v e-markt ‘heeft ook deze week haar rustige ka-
rakter’ niet verloren, ofschoon de kooplust hier en daar in
Europa ivol vat was toegenomen. In de eerste helft der
week was het speciaal Engeland, waarheen meer zaken tot
tnud kwamen en in tegenstelling met de korte periode van
uitbreiding in den omzet, ‘welke ‘dle vorige week was voor-
gekomen, bestouden die zaken voor een flink gedeelte uit
Argentijnsohe en Australiseho tarwe. Daarnaast kwamen
ook vrij ivat zaken tot stand in Canadeesehe tarwe van de
lagere ,,grades’ ter verschepiug van de Westkust, waarvan
:1e kwaliteit meevalt en als gevolg daarvan, alsmede van
uit Canada gemelde flinke venkoopen van meel, konden
prijzen van Canadeesche tarwe iets aantrekken. Tot prijs.
verhooging van beteeken’is kwam het echter ook nu weder
niet, want de aanvoeren in Canada blijven groot en tevens
lieten de zeer groote verschepingen van Argentijnsehe tarwe,
welke deze ‘ijeek weder vrij wat grooter waren dan in dle
vorige, haar iuvloe:l gelden. Bovendien kwam aan de uit.
hreiuing der zaken na. r Engeland spoedig weder een einde,
hetgeen met de groote Argentijnsehe versc’hepiagen, als-
mee met de naar Europa onderweg ‘zijnde voorraden,
samenhing. In dien zelfden tijd echter viel in sommige
landen van het vasteland een verbetering der ‘vraag te
constateeren. In bescheiden mate was dat in Frankrijk het
geval, doch vooral in Duitsohland is men in de tweede
nelf t der week meer ‘beiangstelling voor buitenlandsehe
tarwe gaan toonen, zoodat speciaal naar de markten aan
den Rijn en in Zuid-Duitschiand meer zaken konden wol-
den ‘gedaan, zoowel in Platatarwe als in Canadeesche soor-
ten. Ook hier is het weder speciaal de Canadeesc-he tarwe
van de Westkust, waarin de zaken worden gedaan op af la-
ding in de eerstvolgende maanden. Andere soorten trokken
op af lading weinig belangstelling en ‘dlaarin bepalen dle
zaken zich bijna geheel tot spoedige partijen, omdat voor de
eerstvolgende nmaaiden een ruime voorziening van Europa
met buitenlandsche tarwe verwacht ‘wordt. Tot de vastere
markten in Noord-Amerika in het eerste gedeelte der week
hebben dc voortdurende berichten omtrent droogte in het
Zuidwesten der Vereenigde Staten medegewerkt, alsmede het ontbreken van sneeuwbedekking in een groot gedeelte
van het gebied der Amerikaansche .wintertarive. Het weder
was echter zacht, zoodat van schade door vorst nog weinig
sprake blijkt te
-zijn.
Ten slotte is in een deel van het
Zuidwesten aan de droogte een einde ‘gekomen, en ofschoon
dat in Westelijk Kansas, waar men reedis lang over gebrek
aan neerslag klaagt, nog niet het géval was, hadden toeh cle dmenikaansche markten op 21 Januari reeds een wat
flauwer aanzien. Eenigen steun heeft daar de markt onder’
vonden van de niecLwe raming van de Argentijnsehe tarwe-
opbrengst, ‘want -in tegenstelling met de verwachting is die
raming iets kleiner dan de ‘vorige. ‘Zij bedraagt 29,0 mil. lioen quarters, terwijl de vorige raming ruim 30 millioen
quarters beliep. De Argentijnsche termijnmarkteu hebben
daarop echter niet gereageerd met een prijsverhooging, want
gedurende de geheele ‘week bleven de prijzen daar vrijwel
onveranderd en op 23 Januari sloten de termijnmarkten te
‘Buenos Aires en Rosanio op precies dezelfde prijzen als
op den 16den. Ohicago was ten slotte na de reactie van 21
en 23 Januari nog 1
1
/
8
k 1%, Winnipeg voor den ouden
oogst ongeveer
34,
doch voor Ootober 1% dollarcent per
60 1bs. hooger dan een week tevoren.
Argentinië is voortdurend dringend met ‘tarwe aan de
markt en uit de groote versehepingen van deze eerste weken
van het Argentijnsehe verschepingsseizoen blijkt wel, dat men zich daar moeite geeft om de nieuw’e tarwe snel aan
de markt te brengen. Ook uit Australië is deze week veel
meer verscheept dan in de vorige, zoodat het totaal der
werelilverschepingen groot was. Het is in overeenstemming
met den kleineren Australisehen oogst, dat verschepingen uit dit uitvoerland belangrijk tea adhter blijven bij die van het vorige jaar.
In Europa is in de vooruitzichten van he.t nieuwe win-
teegraan deze week weinig verandering gekomen. Het zach-
tere weder bevordert in. Duitschland den groei, doch in
Fraukrijk klaagt men over te graaien regenval, maar de
resultaten zullen ten slotte, tenzij de weersomstandigheden
ongunstig worden, wel voornamelijk worden beheerseht
dooi’ de ‘belemmering, welke de uitzaai in den herfst van
1027 ondervond en die in verschillende landen tot een
beperktere met tarive bezaaide oppervlakte hebben geleid.
R o g ge was ook deze week weder zeer stil. De versehe-pin.gen uit Noord-Amerika blijven klein, doch den laatsten
tijd trad
ook
Argentinië meer als verkooper van ragge op
en geregeld komen naar Duitschland en Nederland beperkte
zaken in Argentijnsehe rogge op aflading in de eeratvol-

92

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Januari 1928

.

Noteeringen.
Locoprjzen te
Rotterdam/Amsterdam.

ChLcago
Buenos Aires
Soorten
23Jan.
16Jan.
24jan.
Tarwe Maïs
Haver
Tarwe Maïs
Lifazaad
.

ata

Mei
Mei
Mei
Febr.
Febr.

Febr.
Tarwe (Hardwinter II)
…J
Rogge (No. 2 Western) …i Maïs (La Plata)

.

1

13,65
12,75
214,-


13,65
12,75
209,-

15,20
12,80
167,-

21 Jan.’28

131

1)

88
3
1
1
4
1
)

55
5
18
1
)
11,-
1)

8,85

15,051)
’28
4

,,

19

1)

8871
8
1
)

5434
1)

11,_
1)

8,20
1
)

15,151)
Gerst (48 Ibs. malting)

. .
249

248,-
232-
21Jan.’27 139 Y4
8
Iy

48(
21 Jan.’26 173k

83

443

11,15

6,-

14,70

13.80

7,45

15,75
Haver (Canada3)
.

1
13

13

11,45

21 Jan.’25

188

133%

6a1
16.80

11,05

.

23,80
Lijnkoeken (Noord.Ameri.
kavan LaPlata-zaad)…’
13,70
3,60
12,25
20Juli’14

82

561
8

36g
9,40

5,38

13,70
Lijnzaad (La Plata) …..
8

375,…..
359,_
366,-
1)
per Mrt.

.
:
1)
per 100 KG.

1)
per 2000
KG.

)
per 1960
KG.

.

AANVOEREN in tans van 1000 KG.

Rotterdam
,
Amsterdam
Totaal
Artikelen
15/21
Jan.

Sedert

Overeenk.
15121
jan.
Sedert
Overeenk.
,
1928
1
jan.
1928
tijdvak
1927
1928

1 Jan.
1928

tijdvak
1927
2

92
1

7

Tarwe ……………..
12.956
94.492
110.546

3.800 5.994
98.292
116.40
Rogge

……………….
.
597
1.319 18.555
1.319
18.555
1.461
2.841
608
_



67
2.841
675
19.8t0
5L961
99.522
3.478.
11.721
15.408
63.682
114.930

Boekweit ……………….

Gerst ………..
5.047
17.660
24.279
1.400 1.820
602
19.486
24.881

Maïs ………………..

Haver ……………..
1.535
5.243
4.741

_
5.243
4.741
1.577
8.967 9.400
1.009
22.269
9.828
31.236
19.228
Lijnzaad

……………..

4.988
14.034
5.851

14.034
5.851
Lijnkoek

……………..
Tarwemeel

………….
3.070
11.582
6.730
1.019
.

3.098

.
2.126
14.680
8.856
Andere meelsoorten
. . .
418
915 1.614
.
915
1.614

gende maanden tot stand, tot iets beneden de Noord-Amen-
voor den nieuwen Argentijnschen oogst, vooral nu in den
kaansche prijzen. De detailvraag naar rogge is speciaal in
loop der week regen is gevallen,

ijn uitstekend, doch de
Nederland tegenwoordig zeer beperkt en ook in Du’itsehland
vaste markt voor oude maishacl ook voor Platamais van
is de afzet onbevredigend nu de rog
g
eprijzen zidh zoo wei-
den nieuwen oogst de prijzen eenigszins doen stijgen. Nadat
ng beneden

clie

der goedkonpere tarwesoorten ‘bevinden.
beide posities gedurende de laatste dagen der week een deel
Aan de termijnmarkt te Chicago is intussehen rogge vrij
van haar prijsstijging van

den laatsten tijd hadden

ver-
wat in prijs gestegen als gevolg van de omstreeks het mid-
toren, sloot aan de termijnnarkten te Buenos Aires en Ro-
den der week bekend

geworden

minder

goede

Duitsehe
sario op 23 Januari de )3’€bruari-termijn nog 5 1. 10 een-
oogstberiohten, waarin sprake was van schade door vorst.
tavos hooger en Mei evenveel lager dan een week tevoren.
Zeer ernstig waren echter die berichten niet, doch wegens
Te Chicago daalde de maïsprijs ongeveer 1
%
dollarcent per
het kleine nog in de Vereenigde Staten aanwezige uitvoer-
56 lbs.
.
overschot is de roggemarkt daar zeer gevoelig en voor den
De zeer vaste houding der Argentijnsehe naïsmarkt had
Maarttermijn kon cle verhooging zich ten volle handhaven
ook voor

andere soorten eenige •prijsverhooging en

meer
Chicago sloot voor rogge op 23 Januari voor Maart 2% en
kooptust teaveeg gebracht, zoodat voor maïs uit Zuid-Afrika
voor Mei 1
%
dollarcent per 56 lbs. hooger dan een week
en Nederlaudsch-Indië meer

algemeen

belangstelling

be-
tevoren. Daarmee

verden de hoogste prijzen, welke voor
stond. Zelfs kwamen naar Nederland weder enkele mais-
deze termijnen tot nog toe warn voorgekomen

(-in -begin
December), eenigszins overtroffen.
zakefl van den Donau tot stand ter verscheping in Februari/
Maart, doch hieruit schijnt men niet de

te
gevolgtrekking
Voor m a 1 s is de markt -gedurende het grootste gedeelte
mogen maken, dat nog veel maïs uit Roemenië zal worden
der week zeer vast geweest, omdat men steeds meer door-
verscheept. De Donauihavens zijn nog door ijs gesloten, doch
drongen geraakte van dle waarschijnlijkheid, dat gedurende
van de Roemeensche -havens aan de

Zwarte Zee is deze
cle eerstvolgende maanden het aanbod van mais niet vol-
week een kleine hoeveelheid afgeladen. De wat -awakkere
doende zou zijn voor de behoefte, vooral wanneer de Euro-
houding der Argeutij-usohe en Noorci-Amerikaansche mais- peesche invoerlanden voortgaan mais te koopen in de groote
markt heeft ook voor andere soorten de zaken doen afae-
hoeveelheden, waaraan wij tot nog toe in dit seizoen ge-
men, maar in

de statistische positie van

het

artikel

is
vnd zijn geweest. De sterke afname in Argentinië van het
eigenlijk geen

verandering gekomen en wanneer de Ver.
nog voor uitvoer beschikbare overschot blijkt niet slechts
eenigde Staten niet sterker met mais aan cle markt komen
uit de vermindering der verschepingen, doch ook uit de af-
dan nu het geval is, bestaat er geen aanleiding om te ver-
name van den voorraad in de Argentijnsehe havens, die op
wachten, dt de vaste gron-dtoon, welken de markt ook nu
19 Januari nog slechts 170.000 ton tedroegen tegen 300.000
nog ‘bezit, verdwijnen zal. Naar -Nederland is in den lôop
ton op den-zeifden datum van het vorige jaar. De maïsprij-
.
dezer week een spoedig te vertaden lading Zuid-Afrikaan-
zen aan de Argentijnsehe termijnmarkten, welke de vorige
sche mais verkocht en de stoomende Platamais, welke daar-
week reeds zulk een sterke verhooging -hadden ondergaan,
heen onderweg was en zich nog in handen van verschepers
hebben die beweging nog eeni-gen tijd voortgezet. Zoowel in
bevond, is grootendeels uitverkocht. In nieuwe Platamaïs
Engeland als in Nederland en België -werd tot de stijgende
komen weliswaar Vrij geregeld zaken tot stand, doch met
prijzen in

ruime mate stoomende en spoedig te verladen
het oog op de uitstekende vooruitzichten voor den nieu-wen
mais gekocht en sedert geruimen tijd zijn aan de Engelsche oogst zijn de zaken niet groot. Speciaal Duitschiand is deze
markt niet zooveel ladingen Platamais verhandeld als in
week vrij geregeld als kooper opgetreden.
de

afgeloopen

week.

Noord-Duitschiand deed

echter

lang
Ge r s t blijft stil en de vaste -houding der termijnmarkt
niet in dezelfde mate mede aan de groote inkoopen van
te Winnipeg heeft er nog verder toe meegewerkt, dat weinig
spoedige mais en de prijzen op Hamburg, Bremen en Emden
-zaken in gerst zijn gedaan. Een prijsverlaging, welke later
waren gewoonlijk belangrijk lager dan aan de andere West.
-te Winnipeg optrad, heeft naar Nederland tot wat meer
Europeesche markten. In Noord-Amerika, dat tegenwoordig
zaken geleid. Overigens is deze week uit Noord-Amerika
in verband met de exportzaken, -welke van Noord-Amerikaan.
zeer iweinig -gerst afgeinden, maar van

Roemenië

kwam
sche mais weder

vrij

geregeld plaats vinden,

tegenwoor-
-weder wat meer ter verschepin-g. De Argentijnsche •gerstver-

dig

-weder

een

grootere

rot

op

de

internationale mais-
schepingen hebben deze week geen vermeerdering ondergaan
markt speelt, -heeft de prijsverhooging -van de vorige week
en voor deze soort was de markt vast, ‘zoodat de enkele
zich

niet

kunnen

staande

-houden.

Blijkbaar

waren

de
zaken, die tot stand kwamen, ‘tot eenigsz-ins verhoogde prij-
expor-tzaken er niet groot genoeg om een voldoend tegen.
zen -werden afgesloten.


‘wicht te vormen tegen de toename der aanvoeren aan de R a v e r heeft enigszins den invloed ondervonden van
Amerikaansche markten. Tot een vermeerdering der zaken
de vaste maïsmarkt, en de stemming voor deze graansoort
in Amerikaansche mais naar Europa heeft dat nog niet
is

dus eenigszias verbeterd.

De

stijging

der ‘prijzen

voor
geleid, maar wel -heeft cle wat gemakkelijker Noord-Amen-
Platahavr heeft echter de zaken in Engeland belemmerd
kaansehe maismarkt ook voor Platamais eeaige prijsver- en ook naar Duitsehland worden geen nieuwe ‘zaken ge-
‘laging teweeg gebracht, die tevens als reactie op de recente
daan. De belangstelling in West-Europa vool’ -biiitenlandsehe
sterke prijsstijging valt te -besehouwea. De vooruitzichten
haver wordt echter -iets ‘beter, doch in Nederland wordt de

25Januari 1928

ECONOMISCH-STA

E BERICHTEN

93

behoéf te voor het grootste deel gedekt door Noord-Duitsche
haver. In Noord-Amerika is haver deze week zeer vast ge-
weest wegens den beperkten zichtbaren voorraad en de ver-
laagde raming van den Argentijnsehen baveroogst, welke
verlaagd is van 6.6 millioen tot 5.3 millioen quarters. Ook
dit heeft bijgedragen tot •de vaste houding der markt voor haver in Argentinië, waarvan de prijs aan de termijnmarkt
te Buenos Aires niet minder dan 40 centavos per 100 KG.
gestegen is.

SUIKER.

De verschillende suikermarkten bleven de afgeloopen
week kalm tot flauw gestemd. De onzekerheid, welke nog
steeds heeracht hij het gemis van eenig officieel bericht
omtrent de maatregelen voor den as. Cubaoogst, doen zoo-
wel raffinadeurs alsook groothandelaren een steeds voor-
zichtiger houding aannemen.
In Amerika brokkelden noteeringen op de termijnmarkt de afgeloopen week verder af en sloten als volgt:
Spot Cent. 4.46; Jan. 2.62; Mrt. 2.6; Mei 2.74; Juli 2.82.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Vereenigde Staten bedroegen deze week 36.000 tons, de versmeltiugen
46.000 tons tegen 34.000 tons in 1927 en de vorraden
181.000 tons tegen 144.000 tons.
Eenige partijtjes ruwe suiker werden verhandeld tot
ongeveer pariteit
2.11116
$c. c&fr. voor Cubasuiker.
De laatste Cubastatistiek is als volgt:

1928

1927

1926

Tons

Tons

Tons
Cubaansche prod. tot 1811

235.674 595.558
Weekontv. afscheephavens –

2.914

78.272 134.449
Totale ootv. Nieuwe oogst

78.272 400.304
Werkende fabrieken

83

161

159
Weekexport …………….43.723

29.872

83.010
Totale export Nieuwe oogst

7.145 205.056
Voorraad afscheephavens ..

135.003 103.263 222.499
Voorraad Binnenland

154.902 185.254

In Engel and sloten de noteeringen op de termijnmarkt
deze week tussehen
33%
d en 13% d lager dan de vorige week.
Naar verluidt zou in Duitschland het Exportkartel
tot September 1930 verlengd zijn.
Volgens telegrafisch bericht, hetwelk echter nog niet be-
vestigd werd, zouden de landen, welke aan de restrictie
voor 192129 meedoen, den gezamenlijken uitvoer bepaald hebben op 1.150.000 tons. Hiervan zou Tsjecho Slowakije
66o1 voor Zijne rekening nemen, Polen 173%o/ en Duitsch-
land 163
i
0
/0.
Op Java ,brokkelden prijzen in de tweede hand in den
loop dezer week ongeveer
f
115
af.
Hier te lande was de markt in sympathie met het
buitenland bij opening zwak en flauw gestemd. Tegen het
slot was eenige verbetering merkbaar naar aanleiding der
nog niet bevestigde berichten, dat President Macbado van
Cuba het besluit van 4.000.000 tons geteekend had. De
slotnoteeringen waren a.v.: Mrt.
f 17′,; Mei f
173%
;
Aug.

f
171 en Dec.
f
18.—. De omzet bedroeg deze week onge-
veer 2700 tons.
NOTEERINGEN.

Londen

INew York

Amsterdam
1
WhiteJava’sI

Cuba’s
1
96
0

Data

per

Tates
1
f.o.b. per

96° ci.!.

Cenfri-
aan

lCubesl

fugals

1
No. 1
1
Mei/Juni

1
Jan./
Feb.

n.
bh.
bh.

32/3
1313
12
1
‘_
32/3
139
3813
169
1518(
3119
1473%
1113

18
1

1

1

3,26
1)
liet verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
krist.suik.990 is aan te nemen opf3p.IOOKG.

KATOEN.

Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling tlplands.)

2
0Jan.
1928

1

13Jan.
1928

6Jan.
1

1928

1

20Jan.
1927

1

20Jan.
1926

New York voor
Middling
.
..
19,25e
19,45e 19,85e 13,60e
21,05 c
New. Orleans
voor Middling
18,88 c 19,03 c 19,51 c
13,40e
20,54 c

Liverpool voor
Middling

..
10,62 d
10,90 d 10,92 d
7.30 d
10,79 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(in duizendtallen balen).

1
Aug.
’27
Overeen komstige periode
tot

1

1926127

1

1925126
1
3Jan.
’28

Ontvangsten Gulf-Havens.
)

ss

9235

7077
,,

Atlant.Havens Uitvoer naar Gr.Brittannië

602

1531

1460

,

,, ‘t Vasteland etc.

29 f4

3591

2845
Japan……..

675

858

656

Voorraden.
(in dulzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
13Jan.’28
1927
1926

Amerik. havens……….
2460
2949
1640
1265
1508
1095
Binnenland ……………
New York

……………
196 142
87
526
1375
494
New Orleans …………..
Liverpool
. –

…….
5132
804
568

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons..
Manchester, d.d. 18 Januari 19z8.
Amerikaansche katoenprijzen zijn gedurende de afgeloo-pen week zeer onregelmatig geweest met neiging tot dalen.
Donderdag en Vrijdiog liepen prijzen eenigszius op, terwijl
Zaterdag Mid. American 16 punten daalde. Maandag stegen.
prijzen 16 punten, doch in Amerika waren noteeringen
ïlauwer, zoodat Liverpool gisteren eveneens 21 punten
lager noteerde. De ontvangsten in de havens gedurende dit
seizoen bedragen ca. 3 millioen halen en de export 1.800.000
balen minder dan verleden jaar. Prijzen van Egyptische
katoen hebben nogal gefluctueerd en waren gisteren iets
hooger dan bij publicatie van ons laatste rapport. Locover-
koopen in Liverpool zijn de afgeloopen week weer beter,
geweest en bedroegen totaal 64.000 balen, waarvan 58.000
balen Amerikaanso.he, Braziliaansche of Peru, 2100 balen
Egy.ptische katoen en de re.st diversen.
De Amerikaansohe garenmarkt is ook onregelmatig ge-
‘eest en ervaringen van spinners loopen nogal uiteen. De
meeste spinuers van grove nummers zijn over de markt van
gisteren niet te spreken en de omzet is gering. In medio
nummers droeg cle flauwe katoenmarkt ertoe •bij om het
plaatsen van kleine orders voor direct verbruik te bevor-
deren, hoewel er bier en daar wel enkele grootexe posten
schijnen te zijn afgesloten. Alle spinners rapporteeren een
goede vraag en hij een vastere markt zullen er ongetwij-feld meer zaken worden afgesloten. In gettvijnde gurens
zijn voor bepaalde nummers .biedingen gedaan, welke echter
in de meeste gevallen te laag waren om tot zaken te leiden.
De vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers
kwamen gisteren bijeen; er zijn kleine commissies gevormd,
terwijl tot een uitstel van 16 dagen besloten werd. In
Idgyptischegarens gaat weinig om. De meeste spinners en
douibleurs rapporteeren, dat er slechts kleine hoeveelheden
Voor direct verbruik zijn oogezet, ofschoon in enkele spe-
ciale gevallen grootere kvanti zijn afgesloten. De cijfers
van den Board of Trade betreffende den export van katoe-
nen garens gedurende de maand December zijn de vorige
week gepubliceerd en geven een daling aan. Het is wel ver-
meldenswaard, dat de export naar Duitschland en Holland
over December in 1926 en 1927 samen iets meer dan 73%
millioen pond bedroeg van het totaal van resp. 14.822.000
en 14.542.700 pond. Duitschland was gedurende 1927 onze
beste afnemer met 56.603.000 pond tegen 33.858.000 pond in
1926 en 56.646.000 pond in 1925; naar llollancl zoncien wij
resp. 41.756.000 tegen 37.564.000 en 50.415.000.
Wat de cloekmarkt betreft, schijnt men nogal uiteen-
loopeucle ervaringen opgedaan te hebben. Prijzen blijven
vast, hoewel deze ten gevolge van de flnuwere katoenmarkt
iets gunstiger geworden zijn voor koopers. Wij zijn van
meening, dat er een flinke onderstroom van zaken bestaat,
ondanks het feit, dat een groot gedeelte der orders terug-
gewezen moet worden, hetzij voor latere levering dan wel
voor hoogere prijzen. Zooals wij de vorige week reeds schre-
ven blijft Calcutta op haar standpunt om niet te veel in het voren te koopen en het wordt daarom zeer moeilijk
met deze markt zaken te doen. Daar staat tegenover, dat
hoewel Indië misschien iets kalmer is voor staples, er voor
China deze week meer zaken gedaan zijn en er gemiddeld
op alle markten meer transacties in fancies tot stand
komen dan den laatsten tijd het geval is geweest. Men is
buitengewoon voorzichtig en meer •dan eens zijn zaken af-
gesprongen op verschillen, die in normale tijden gemakke-
lijk overbrugd zouden worden. De handel beperkt zich voor-
namelijk tot kleine hoeveelheden voor direct gebruik en is
van een gemengd karakter.

kristalsuiker
basis 990
23 Jan. ’28
f
17’1
16Jan. ’28 ,, I7
23Jan.
1
27

21
“Ii0
23 Jan.
1
26

1751
ruwsuiker
basis 88°
4 Juli ’14
f
1113132
basis 99°

f
14131821

4,43 4,49 5,02 4,21

94

ECONOMISCH-STATISTISCHE BÈRICHTEN

25 Januari
1925

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 10 Jan. 17Jan.
11Jan. 18Jan. T.T.opBr.-Indië
1
1
6
T
1
S
1
I
6

F.G.F. Sakellaridis 17,40 17,70 T.T.opllongkong2/01/
6
210%
G.F. No. 1 Oomra 7,95 7,80 T.T. op Shanghai 2,7y
4
217(

THEE.
Ook in de afgeloopen week bleef de etemming op de thee-
markt
mat en waren alleen de prijzen voor de betere kwa-
liteiten prijshoudend te noemen. Alle overige soorten moes-
ten opnieuw een prijsteruggang ondergaan, die van
1%
tot
ruim 1 cl. bedroeg en die het sterkste tot uitdrukking kwam
in de ordinaire kwaliteiten met weinig schenk.
Hier is de markt stil en gaat er zeer weinig om.
Amsterdam, 23 Januari. –

COPRA.
De markt was de afgelonpen week aanvankelijk wat flau-
wer gestemd, doch latef bij hernieuwde vraag van Marseille
werf vaster.
De slotnoteeringen zijn:
Neclerl.-Indische fins. stoomenci
f
34%.
,,
latere termijnen
f
34,-.

KOFFIE.
De stemming bleef iii d6 afgeloopen week onveranderd
vast doch stil. De kost en vracht-aanbiedingen van Brazilië
waren, zoowel voor Rio als voor Santos in de meeste geval-len engeveer -16 per cwt. lager, terwijl ook Palembang Ro-
usta een fractie gemakkelijker was. Met Robusta W.I.B.
daarentegen was Indië eer iets honger, doch cle aanbiedingen
waren hierin beperkt.
Ook aan de termijnmarkt waren de schommelingen zeer
onbeduidend bij uiterst matigen omzet; teia alotte waren de
nteeringen voor het Gemengd contract dooreen ongeveer
1,4
ct. lager dan een week geleden.
Hoewel in de wanverhouding, welke tusschen de prijzed
van Rio- en Santos-koffie door te lagen.prijs van Rio reeds
geruimen tijd bestaat, feitelijk nog niet de minste verbetering
gekömen is vor wat ‘betreft de directe aan-biedingen uit
het produetieland, zoo is in de binnenlandsche prijzen in
Brazilië zelf het verschil iets kleiner gmvorden. Sedert
1 December is namelijk de loco-noteering van Rio 7 aldaar
gestegen met 3475 Reis of
,
wel ongeveer 16 pCt., terwijl de
loco-noteerïng van Santos 7 -in hetzelfde tijdsverloop geste-
gen
is
met 2000 Reis of wel ruim 7 pCt. Merkwaardig is
het, dat de kost- en vracht-aanbiedingen van beide soorten
see1t het begin vn December gelijkelijk, dat is ongeveer
6(6 h 71- per cwt., gestegen zijn. Zoolang Rio tegenover San-
tos zoo buitengewoon laag blijft aangeboden is ook voor de
prijzen der andere goedkoope soorten niet veel beterschap
te verwachten. Ii de eerste plaats geldt dit voor Palem-bang
en de andere ongevasschen Robusta-koffies, welke op het
oogenblik wed zeer laag zijn. Deze soorten zijn feitelijk de
goe .koopste koffie, welke wordt aangeboden.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prnmpte verseheping zijn thans ongeveer 9716 á 9916 per e%vt. en van dito Prime ongeveer 102/6 1. 10316, terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver

scheping, bedragen 681- D. 69/..
Van Robusta op aflading van Nederlandseh-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusa, Januari-verscheping, 33Y
4
ct.; Pa-
lembang Robusta, Februari-verscheping, 33/
CL;
Palembang
Robu sta, Maart-verscheping, 334 ct.; W.I.B. f.a.q. Februari.
verscheping,
451,-‘
ct.; alles per
34
KG., cif., uitgeleverd ge-
wicht, netto contant.
De officieele loco-noteering bleef onveranderd 60 et. per
34
KG. voor Superior Santos en 46 ot. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-cull als volgt:

Santo-contract

Gemengd contract
basis Good

basis Santos Good

-1
lIrt.
1
Slei
1
Sept.1 Dec. 11Mrt.
1
Mei
1
Sept. Dec.

24 Jan.

4871,47

46

4234 4l

4034 39
17

4871
s
47

46

42’1, 42

40:

40’i
10
,,

,4871 47

46

42% 41% .40%
39
6
/s
3
,,

4871, 47

46

427e, 411,( 4034 39

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Maart
Mei
1

Sept.

1

Dec.

23

Jan.

……
$
13.62
$
13,42
$

13.18
$
13,10
16
,,

13,85
.
,,

13,68
,,

13,35
13,27
9

,,
,,

13,38
,,

13.32
,,

13,13
;,

13,05
30Dec
,,

13.45
..

13,35
,,

13,16
13,05
xtotteraam, 24 .januari
HiS.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel

te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te Rio
1
te Santos
1
Wisselkoers
teRlo
op Londen
Voorraad

1

Prijs
Voorraad
-I
1

Prijs
(In Balen)
1
No.7′)
(In Balen)
1
No.41)
1

23 Jan. 1928
377.000
24.850
895.000
1
33.000
61!
16

1928
357.000 24.500
949.0110
1
330Ö0
l
es
61
9

1928
353.000123.825
971.0001 31.000
64
568
164
24 Jan. 1927
293.000125.675
1.036.0(0 (27.500
515/,,,

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen

te Rio

te Sanlos

Data

Afgeloopen

Sedert

jioopen

Sedert
week

1Juli

week

1
1Juli

21 Jan. 1928 …. . 30 000 2.485.000

182.000 6.026.000
22 Jan. 1927 ……58.000 2.503.000 214.000 5 301.000
1) In
Reis.

VRACHTENMARKT.

De Noord-Amerikaansehe graanvrachtenmarkt bleef on-
veranderd en daar de vraag gering w’as ‘bleven de vraohten
op het lage peil. Wederom waren alleen van St. Jo’hnN.B.
eenige definitieve orders aan de markt en naar de Middel-
laiidsehe Zee is 1534 cents gedaan basis dOn haven, Jan./
Febr. Van cle Golf van Mexico is een kleine boot gedaan naar
Donerrarken op basis van 20 cents awaar graan, één los-
Im aven.
Suiker van West-Indië was

voor nieuwe oogst verscheping
kalm. Er is een aanvrage aan de markt voor een kleine
midden Februari -boot van San Domiago naar TJ.K.IConti

nent tegen 17/6.

De North Pacif ie verschafte een vaste vraag naar ton-
nage. De reeders gaan nog -steedsvoor met hun booten in
ballast hierheen te ‘zenden op basis van 3016 naar TJ.K.fCon-
tinent met 6d reductie voor Antwei-pen of Rotterdam. Een
zestal ibevrachtingen kwam tot stand op deze basis gedu-
rende deze week voor Februari en Maart belading en er is
nog steeds tonnage -besohikbaar tegen dit cijfer.
Van -de La Plata zijn de vrachten iets gezakt. -De terug-gang is echter nog slechts gering en cle reeders sluiten nog
niet af tegen de lagere vrachten. Circa 20 ibooten werden ge-
daan gedurende de afgeloopen week voor belading tussehen
Januari en Maart/April. De vraehten varieeren van 24/6 tot 231. van boven La Pla’ta havens naar I.J.K./Continent, ter.
‘vij-1 ‘van Ba

hia Blanca groote booten -zijn bevracht tegen
2176 en 22/-, 6 d. reductie voor Antwerpen of Rotterdam.
De chilisalpetei

vrachtenmai’kt bleef kalm vodr ruimte per
lijnbooten voor het aanstaande seizoen, – daar hevraehters niet
bereid schijnen te zijn de onlangs betaalde vrachten -weder.
om
te betalen. De vraag naar tonnage voor volle ladingen
is iets toegenomen voor Februari en Maart op ‘basis van
2716 naar Continent met de gebruikelijke opties.
De oostelijke afdeelingen vertoonen slechts weinig ver-
andering en de vraag naar tonnage van de verschillende
af cleelin-gen is gering. Van West-Australië ‘werd bevracht
naar de Middellandscthe Zee[U.K./Continent tegen 351- per
Jan/Febr.
De Donau en Zvai-te Zee waren levenloos en er vallen
geen bevrachtingen te vermelden. De Middellandsehe Zee
was tamelijk levendig. Erts betaalde om.: Melilla/Rotter.
dam 41734, Algiers/Newport river 613, Les Falaises/Rotter-
dam 516 en Almeria Pier/Barrow 6/6. Fosfaat was kalm. –
Van de Golf van Biscaye vas een flinke vraag naar ton-nage en de vrach’ten schijnen iets vaster te willen worden.
Verscheidene booten werden .’bevraeht,
o.m.
Bilbao/Rotter-
-dam 411034 en later in de ‘week
51-,
Bil-bao/Tyne Doek 61.,
Cardifi. 51-. –
De uitgaande Engelsehe kolenvrachtenmarkt was vast
zoover het de Middellandsche Zee betrof. Van Wales werd
om, betaald: Rouaan 3173.4, Gibraltar 71-, Constantinopel
1016, Alexandrië 1016, Buenos Aires 11/- en van de Oost-
kust: Aarhus 51734, Hamburg 3/9, Rouaan 3/734, Port-Said
10/-, Las Palmas 7/9.

RIJNVAART.
Week van 15 tlm. 21 Januari 1928.
De aanvoeren van zeezijde bleven beneden het middelma-
tige. Scheepsruimte, zoowel naar den Boven- als naar den
Benedenrijn bleef ruimsehoots beschikbaar. De vraag bleef
gering. Vele schepen, die geen emplooi ‘konden vinden, sleep-
ten op eigen risico leeg naar de Ru-hr om aldaa-r kolen te
laden. Voor erts naar de Ruhrhavens werd
f
0,50-f 0,60
met resp.
34
en
34
lostijd -betaald; naar den Bovenrijn f1,10

f
1,20 per last. Het sleeploon werd genoteerd volgens
het 30 ct. tarief. De -waterstand bleef gunstig.

Auteur