30 NOVEMBER 1987
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Eco
–
nomisch~Statistische
Beri
*
chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
12E
JAARCANG
WOENSDAG 30 NOVEMBER 1
.
927
No. 622
INHOUD.
BIz.
INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER DE AFSCHAFFING
VAN DE VERBODEN EN BEPERHINGEN BIJ DEN INVOER 5N DEN UITVOER
(Nabetrachting) door
Dr. F. E. Posthuma 1048 Koersverandering in onze Handelspolitiek (Slot) door
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart…………….1049
Het wetsontwerp voor de keramische industrie door
Mr. Dr. L. F. H. Regout ……………………1051
Contröle op het beheer onzer Gemeenten door
Mr. P.
J. Reymer ……………………………….1051
De verhooging van de productie in de Vereenigde
Staten door
Ir. B. Bölger ……………………1052
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Het voorloopig Fransch-Amerikaansch handelsver’
drag door Prof. B. Nogaro ………………..1054
AANTEEKENINGEN:
Verband tueschen gemiddeld prijsniveau en werk-
loosheid ………………………………
1055
Uitslag van de enquête der Internationale Veree-
niging voor de Suikerstatistiek …………..
1056
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprjzen in
Nederl.-Indië ………………………………
1056
BOEKAANKONDIGINO:
Mr P. W. Kamphuisen en Mr. J.A.Grothevan Schei-
lach: Documentaire Bankcredieten, bespr. door
Prof. Mr. W. E. Drtzcker ………………..1057
I4AANDCIJFERS:
Statistisch Overzichtvan den economiachen toestand
vanNederland ………………………….
1059
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank ……….1080
Postchèque en Girodienst …………………..
1060
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zoutmijnen
1060
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………..
lOilO —1066
Oeldkoersen.
Bankstaten.
Goederenhandel. Wisselkoersen.
1
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISCÏI-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Jla.sselt; Jhr. Mr. L. H. von
Lennep; Mr. K. P. van der Manlele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. AIr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Ter pstra, Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrjn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Jloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland
f 20,—.
Buitenland en Koloniën
f
23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
d
van Iitmar’8 Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque-
en
giro-
rekening No.
6729.
29
NOVEMBER
1927.
In den toestand van de geidmarkt kwam nog weinig
verandering. Het aanbod van geld bleef gering; of-
schoon er wel iets meer beschikbaar was dan de Vorige
week. De rente voor particulier disconto schommelde
tusschen
4
7
/’a
en
4
°
/is
pOt., enkele posten konden voor
4%
pOt. plaatsing vinden. De prolongatierente onder-
ging -geen verandering, was zelfs in doorsnee eerder
iets hooger. Alleen cailgeld was gemakkelijker, vooral
aan het einde der week, toen vrij regelmatig voor
3%
pOt. verkrijgbaar was.
* *
Bij de inschrijving op het -scha-tkistpapier werd in
totaal ingeschreven voor
f 58.544.000.
Toegewezen wer-
den
f2.280.000
driemaands promessen â f988,85;
f 6.950.000
zesmaan-ds promessen â
f 918,13
en
f 10.002.000
-biljetten â
f 1005,
gevende een rendement
van iets meer dan
4°11.6, 4%
en
434
pOt.
*, *
*
De week’s-taat van De Nederlanclsche Bank geeft
weinig veranderingen van beteeke’nis te zien. De post
binnenlandsche wissels blijkt met
f 4,6
millioen te
zijn afgenomen. De ‘beleeningen vertoonen een stij
–
ging van
f 1,9
millioen.
De metaalv-oorraad bleef vrijwel op dezelfde hoogte.
De post papier op het buitenland klom met
f 500.000,
terwijl de diverse rekeningen op de actiefzijde der
balans een daling van
f 2,6
millioen te zien geven.
.
1
De biljettencirculatie nam met
f4,8
millioen toe,
doch de rekening-courantsaldi vertoonen een terug-
gang. Die yan het Rijk blijken met
f 3,8
millioen, die
– van anderen met
f 6,2
millioen te zijn verminderd.
Het ‘beschikbaar metaalsaldo steeg met
f 1,1
millioen.
Het dekkingspercentage bedraagt ruim
47.
* *
*
–
De stemming op de wisselmarkt was iets vaster.
Vooral Marken waren’ gevraagd. De koers liep op tot
59,15,
maar daarna werd weder voor
59,11
afgedaan.
Ook Ponden waien nogal gezocht; de
stijging
ging
langzamer, bleef daarentegen aanhoudei,
12,06 34-
– 12,07
1
/8.
Dollars zonder veel verandering met vaste
tendens, hetgeen van ‘bijna alle wissels gezegd kon
worden. Een uitzondering maakte Madrid. Na een
vrij vaste ‘opening ontston’d Donderdag een grooter
aanbod, waardoor de koers ten sl-otte Zaterdag tot
41,45
terugliep.
LONDEN,
28
NOVEMBER
1927.
Over het geheel was ‘de toestand op dé geldmarkt
verleden week comfortabel, niet wat meerdere pressie
op Dinsdag. De groo’te gel-drui’mte, die meestal ii de
-tweede helft der w-eek wordt opgemerkt, bleef ditmaal
achterwege.
Disconto bleef vast, maar vertoonde ‘tégen het einde der week een ietwat zwakkere ten-denz uit hoofde ‘van
het feit, dat dé Dollarkoers de voor langen tijd onge-
kende hoogte van
4.88
‘bereikte
,
. De schatciistpromes-
ven werden onder den invloed ‘daarvan door het gou-
vernement ‘tegen een iets gunstiger prijs -geplaatst.
Noteering
4
5
1 voor driemaands prima bankac-
cepten.
• Heden was geld met het oog op het einde der maand
zeer gezocht, terwijl het ‘op de wisselmarkt stil was. Na het einde ‘der maand zal geld, ‘door het groote
bedrag dat het gouvernement voor coupons moet uitbe-
talen, althans voor enkele ‘dagen overvloedig kunnen zijn, wat ongetwijfeld ook eene tijdelijke fractioneelé verlaging van ‘het particulier disconto ten gevolge zal
hebben. . –
1048
t
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 November 1927
INTERNATIONALE CONFERENTIE OVER
DE AFSCHAFFING VAN DE VERBODEN
EN BEPERKINGEN BIJ DEN INVOER EN
DEN UITVOER.
(Nabetrachting).
Het zal hem, die de redactie der Conventie, zooals
zij ten slotte in Genève is aangenomen, vergelijkt met
de redactie van het avant-projet, zooals dat aan de
Conferentie werd voorgelegd, opvallen, dat vri.jwel
geen enkel artikel gelijk is gebleven. Het avant-
projet was het product van de overwegingen van het
Economische Comité van den Volkenbond en onder
de gedelegeerden van de verschillende op de Confe-
rentie vertegenwoordigde Staten was een tamelijk
groot aantal leden van het Economische Comité, zoo-
dat in de ‘Conferentie steun voor de redactie van hét
avant-projet in voldoende mate aanwezig was. Als dan
trots dit feit ‘de beide rédacties zeer verschillen, dan
kan ‘dat een aanwijzing zijn voor de moeilijkheid om
een conventie als, hier in behandeling was z66 te redi-
geeren, dat ‘zij éénstemrnig of in ‘groote mate de ‘goed-
‘keuring van ‘de Oonferentie kan verwerven. Deze,
moeilijkheid is één van de factoren, die men in het
oog moet houden bij het ‘beoordeelén van ‘het resul-
taat, dat de Conferentie heeft opgeleverd.
Een tweede factor is deze. Tot op heden’hebben de
verschillende Staten ieder op zijn wijze getracht het
eigen-belang të dienen: Weliswaar is dit niet overal
gelukt en helpt ‘deze minder goede uitkomst mede om
het verlangen om met anderen samen te overleggen
en zoo mogelijk samen te werken .te verstérken, doch
zoodra het aankomt op het aannemen van concrete
voorstellen; welke ten doel hebben ‘de samenwerking
met andere Staten te verkrijgen, treedt
altijd
weer
•dé zucht tot het dienen van het eigen-belang op’ den
voorgron’d en is het vermogen om over de met zooveel
zorg opgerichte muurtjes heen te zien ‘niet erg groot.
Men mocht dus wel van voeten uit verwachten” dét
het te verkrijgen resultaat’ twijfelachtig van grootte
zou zijn. lemaad, die een’ andere verwachting koes-
terde, ‘moest èf een ‘groote optimist zijn èf’ een v.ol-
slagen onbekende in het bosch ‘der wereldeconomie,
dat langzamerhand ‘door allerlei slingerplanten en ‘on-
kruid tot een onbegaanbaar oerwoud is vervorxn’d.
De van’ 17 October tot en met 8 November 1927 te
Genève gehouden Conferen1ie was ‘de èerste poging
om te trachten te komen tot daden, al zouden dan
ook weer vele fraaie beschouwingen het geheel om-
geven.
Had men nu
bij
de.stemmingen, die in ‘de Confe-
rentie elkander afwisselden, een thermometer ‘kunnen
aanleggen, dan zou deze herhaaldelijk om het nul-
punt hebben ‘geschommel’d, voor en na zelfs daaronder
zijn gedaald, om een enkele maal ook flink daarboven
te stijgen. De eindtemperatuur zou echter flink ‘boven het nul-punt zijn gevonden.
Er was inderdaad ten slotte een
Vrij’
‘sterk en vrij
algemeen verlangen om iets te ‘doen. En van ‘dit ver-
langen ‘geeft naar mijn meening de Conventie als
zooclanig blijk. Men voelde, dat de in- en uitvoerver-
boden in het algemeen belemmeringen
.zijn,
die die-
nen te verdwijnen en wel zoo spoedig mogelijk.. Men
voelde echter ook, dat sommige in- en uitvoerverbo-
den ‘of ‘maatregelen in ‘die richting, niet gemist kon-
‘den worden, ‘omdat het’ hiër betreft de algemeene
veiligheid, volksgezondheid, zeclelijkheid en al dat-
gene, waarover iedere Staat. zijn alleen-zeggenschap
als staat wenscht te behouden. Bepalingen,’die t
r
ou:
wens ook v66r den oorlog in vele handelsovereenkom-
sten als reserves werden aangetroffen. Deze bepalin-
gen in de ‘Conventie behoeven ‘dus geen verwonde’
ring te ‘wekken, maar men moet
bij
het beootdeèlén
van’ het resultaat ‘der Conferentie integendeel goed’
in het oog houden, dat ditmaal’
duidelijk
is uitgespro
ken, ‘dat maatregelen op dit gebied’ (bedoeld worden
de bepalingen van art. 4) niet mogen dienen als ver-
kapt in- of uitvoerverbod.
De Conventie moest noodzakelijk ook de mogelijk-
hei’d openla.ten, dat een land in buitengewone en ‘tege-
lijkertijd abnormale omstandigheden maatregelen zou
kunnen nemen om de levensbelan’gen van het land
te waarborgen. En dit is dan ook geschied (art. 5).
Naast deze in- en uitvoerbelemmeringeri blijven
ook bestaan belemmeringen, die het gevolg
zijn
van
den economischen toestand, welke al’s zoodanig weder
het gevolg is van ‘den wereldoorlog en zijn gevolgen..
Wapueer wij lezen, ‘dat nog uitzonderingsbepalingen
blijven ‘bestaan, hetzij voor den invoer, hetzij voor
den uitvoer van kleurstoffen, steenkool, afval van
ijzer of andere metalen en dergelijken (aanhangsel
art. 6 eerste lid)’, da’n hebben
wij
met niets anders te
doen ‘dan met ooriogs- of naoorlogs-verschijnselen.
En ook bij het, vaststellen van ‘deze uitvoerverboden
is duidelijk gebleken, ‘dat men hun bestaan niet lan-
ger wenscht dan hoog noodig is, zoodat, ofschoon
het bestaan niet aan een zeker aantal jaren is gebon-
‘den, iedere contractant na een zeker aantal jaren
(drie) zijn vrj’heid kan hernemen.
‘En als men ‘dan. nog meer belemmeringen vindt,,
dan zijn ‘deze het gevolg ‘daarvan, ‘dat de Conferentie,
‘die voor ‘de éerste maal’ tot internationale, gemeen-
schappelijke regelingen was opgeroepen, op di’t oogen-
blik niet met één sponsveeg een ‘schoone lei kon ma-
ken; doc’h al’s men ‘de ‘hierbedoelde, bestaan blijvende
belemmeringen (aanhangsel art. 6, tweede lid) stuk
voor stuk bekijkt, dan kan men wel niet anders dan
tot ‘de, conclusie komen, dat daaraan geen groote be-
zwaren
zijn
verbonden en dat Nederland met name
daarvan weinig nadeel zal ondervinden.
Behalve de tot nu toe genoemde ‘afwijkingen van
‘den regel, ‘dat in- en uitvoerverboden zullen worden
afgeschaft, waarvn ieder den omvang in ‘de Conven-
tie ‘of in de aanhangels kan lezen, ‘bestaat de moge-
lijkheid, •dat nog v66r 1 Februari 1928
bij
het.Alge-
meen Secretariaat van ‘den Volkenbond mededeelin-
gen worden ontvangen, dat een ‘bepaalde staa’t ver-
boden of belemmeringen ‘ten aanzien van bepaalde
artikelen nog zal willen handhaven. Dat zijn dus in
‘de Conventie of haar aanhangsels niet zichtbare
be
lemmeringen (art.. 6, vierde lid).
H6euel ‘dan niet alle belemmeringen zijn verdwe-
nen, ‘mag worden vastgesteld, dat zij tot enge ‘grenzen
zijn teruggebracht en kan men daarnaas’t nog als
grooten vooruitgang ‘boeken, dat het uit’breiden van
‘belemmeringen ver’der onmogelijk is ‘geworden voor al die Staten, die de Conventie ‘teekenden.
Waar de ein’duitkomst aldus was, kon ‘het wel niet
anders >of Nederland moest ‘zich bevinden onder ‘de 18
Staten, ‘die ‘terstond tot ‘teekening van de Conventi
overginigen. Nederland kon di’t te geruster doen, om-
‘dat in çIe Conventie een ‘bepaling vooikomt, waarvan
het ‘gevolg zal zijn, ‘dat men in 1928 tusschen 15 Juni
en 15 Juli nog eens weer samen zal komen om te
zien of de wensc’hen van de Staten, die op het oogen-
blik in- af uitvoerverboden hebben, welké zij wen-
schen in stand te houden – iets waarvan zij’ v66r
1 ‘Februari 1928 aan het. Secretariaat van den Vol-
kenbon’d kennis ‘dienen te geven – ook
‘dergelijke
af-
metingen aannemen, dat de anderen èf geen prijs
stellen op medewerking van dezen Staat af wanneer
de medewerking ‘door de ‘meerderheid ‘der ‘Staten
word.t gewenscht, geen
prijs
stellen op ratificeeren
der Conventie,’gezien de belemmeringen, die sommige
Staten nog wenschen te behouden. In ‘deze Conferen-
tie zal namelijk worden bepaald, welke reserves een
bepaalde Staat met toestemming van ‘de c’ontractee-
rende Staten bij de ratificatie kan maken.
Op de’Conferentie kon men voor en na klanken be-
luisteren, die meer of min egocentrisch waren. Zon-
der nu in deze fout te vervallen, is het zeker wel toe-
laatbaar aan het ein’de en na het teeke’nen van ‘de
Conventie een soort balans op te maken voor een
bepaald land. In ‘dit geval voor Nederland. Gesteld eens, dat Nederland niet geteekend ha’d, omdat het
de
vrijheid
wilde behouden, heden of morgen, in- of
30 November 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1049
uitvoerbelemmeringen in het leven te roepen, op
grond van het feit, dat andere Staten
besaa.nde in-
of uitvoerve’rboden niet lieten verdwijnen, dan zou
Nederland gedurende ‘het bestaan van de Conventie
voorgoed zijn buitengesloten, tenzij het van het ver-
langen om genoemde vrijheid te behouden afstand
wilde doen. Nedeiland heeft nu eenmaal geen in- en
nitvoerverbo’den en kon ‘dus ook geen vrijheid vragen
om deze te handhaven op ‘den dag van teekening der
Conventie of v66r 1 Februari a.s.
Terwijl
nu ‘de be-
langrijkste landen van Europa zich opmaakten om
aan de in- en uitvoerbelemmeringen, zooveel als thans
mogelijk, een einde te maken, zou Nederland zich bui-
ten ‘deze beweging ‘hou’den en zichzelf plaatsen op de
achterste plaats van ‘de bevorderaars van •de vrijheid
in het handelsverkeer. Maar boven’dien zou deze toe-stand, als Nederland er ‘bij bleef volharden ook na 15 Juni 1928, medebrengon, dat de contracteerende Sta-
ten de vrijheid zouden behou’den tegenover Neder
–
land alle bestaande in- en uitvoerverboden te hand-
haven en nieuwe ‘te creëeren. Aan deze vrijheid is door
het toetreden van Nederland positief een einde ge-
maakt.
Nu bestaat ‘de
mogelijkheid,
‘dat na 1 Februari 1928
zal blijken, ‘dat de nu nog onzichtbare belemmeringen
in tegenstelling met de zichtbare, groot nadeel inhou-
den voor Nederland. Nederland zal zich daartegen
dan in de meer genoemde Conferentie (tusschen 15
Juni en 15 Juli 1928) kunnen verzetten. Aangenomen
mag worden, ‘dat de toestemming, ‘die in die Confe-
rentie door de con’trac’teeren’de Staten gegeven moet
worden, een ‘é&nste’mmige toestemming moet zijn.
Waar de balans aldus is, ‘deed de Regeering een
goede daad, toen
zij
hare delegatie machtigde de Con-
ventie te teekenen.
PO5TBUMA.
.’s-Gravenhage, 26 Nov. 1027.
KOERSVERANDERING IN ONZE HANDELSPOLITIEK.
(,Slot.)
In het artikel, hetwclk wij’ in ‘het vorig nummer van
dit weekblad hebben gewijd aan de voorgenomen tijde-
lijke ex’trabescherming der keramirsche industrie heb-
ben wij helaas gelegenheid te over gevonden om te
wijzen op de zonderlinge wijze, waarop onze Regee-
ring een zoo ingrij’penden maatregel in ‘ons stelsel
van handelspolitiek heeft toegelicht. Wat in de Me-
morie van Toelichting als motief wordt aangevoerd,
is niet tegeb kritiek bestand, en een aantal gegeven’s,
die van zelf sprekend vermeld ‘hadden moeten wor-
den, ontbreken in ‘dit document.
Stemt ‘dit al niet bepaald gunstig Voor ‘de aanvaar-
ding van het voorgestelde wetsontwerp, ook ‘de ‘be-
schouwingen, welke ‘de Regeerin’g wijdt aan ‘de gevol-
gen, welke de voorgestelde maatregel vermoedelijk zal
hebben, zijn verre van overtuigend en vol van tegen-
strijdigheid
In do eerste plaats vraagt men zich natuurlijk af,
wat de gevolgen van de voorgestelde tijdelijke verhoo-
ging de bestaande rechten ‘zullen zijn voor den con-sument. 1-let ‘gaat hier in het bijzonder om de goed-koopere soorten aardewerk. Daarbij is dus vooral de
mindere man betrokken. Dat de ‘belangen van dezen
onze Regeering ‘ter harte gaan, ‘bleek om. uit eene uit-
lating, dat Zi van bescherming der klompsnin’dustrie
niet (nog niet?) weten wil, juist omdat daarbij de
laagste klassen onzer maatschappij zulk een belang ‘hebben. Hoe staat ‘het te dien aanzien bij’ ‘het glas-
en aardewerk?
iTiei’ovor vegt ‘de Memorie van Toelichting:
,,Dat door verhooging van ‘het invoerrecht de inheem-
sc’he artikelen noemenswaard duurder zullen worden,
behoeft niet te worden gevreesd. Immers het is den fabri-
kanten te doen om uitbreiding hunner productie door de
vreemde mededinging binnen ‘zekere grenzen te houden
en
elke prijsverhooging, steuneude op het verhoogde in-
voorrecht, zou onmiddellijk de buitenlandsche invoeren
stimuleercn,
Integendeel bestaat er een redelijk vertrouwen, dat
de verkoopprijzen van •de inlieemsche artikelen zullen
dalen, doordien de algemeene onkosten, die thans op een
betrekkelijk kleine productie ‘drukken, in de toekomst
0!)
en gi’ooteren binnenlandschen omzet worden omge-
slagen.”
De bedoeling van ‘deze passage is blijlobaar het te
doen voorkomen, alsof ‘do belangen van de gebruikers
van glas- en aardewerk en van de beschermde soorten
van ‘tegels niet in ‘het ‘gedrang zullen komen bij den
voorgenomen ‘beschermingsmaatregel.
Daarbij echter past een vraagteeken. Wat ‘de Me-
morie van Toelichting hier zegt, ‘behoeft op zichzelf
niet onjuist te zijn, mits men slechts den vollen na-
‘druk ‘doet ‘vallen op het woordje
inheemsch.
De ‘toe-
stand is thans ‘deze, dat hier te lande veel ‘goedkoop
aardewerk wordt ‘geïmporteerd in verband met de
groote vraag naar ‘de mindere qualiteiten. Wanneer
men deze mindere qualiteiten volgens eene markt-
waarde van circa
f
10,— per 100 KG.
1)
gaat belasten
volgens het ontwerp, zoo vallen ‘zij on’der het mini-
mum recht van
f
3,—. Dit minimum rech’t beteekent dus eene verhooging van het invoerrech’t ‘tot circa 30
pCt., hetgeen ongeveer ‘het ‘dubbele is van ‘de toch al
reeds drastische algemeene verhooging van 8 tot 15
pCt. De consument van keramische artikelen heeft
dan de keuze ‘tusschen tweeërlei: ôf wel hij ‘koopt het
buitenlandsche goed evenals voorheen, maar ‘tot een
door het invoerrecht verhoogden prijs, en dus in min-
dcie quantiteiten, ôf wel hij wendt zich tot de na-
tionale industrie, die hem thans te duur is en die
door •grooteren omzet mogelijk iets goedkooper zou kunnen worden dan thans.
In ‘het eerste geval betaalt hij meer door ‘de hef-
fing van ‘het invoerrecht. Bovendien is dan van effec-
tieve bescherming van ‘de nationale nijverhei’d weer
geen sprake. In het tweede geval ‘betaalt hij slechts
dan niet ‘meer ‘dan thans, indien ‘de binnenlandsche
nijverheid blijkt de ‘gevraagde, d.z. ‘dus de mindere
qualiteiten tot denzeifden prijs ‘te kunnen leveren,
als de buitenlan’dsche industrie zulks nu ‘doet. Anders toch worden ook in ‘dit tweede geval ‘de belangen van
den consument geschaad ten gunste van de aarde-
werk-producenten.
Is nu zulk eene drastische prijsverlaging, als noodig
zou zijn om den toestand van den ‘gebruiker der kera-
mische producten niet slechter te maken, te verwach-
ten? In de Mem’orie van Toelichting ontbreekt op ‘deze
vraag natuurlijk weer het antwoord, aangezien de Re-
geering zich van de ‘zaak afmaak’t met de mededeeling,
dat het thans ‘blijkbaar te dure binnenlandsche pro-
duet vermoedelijk niet ,,noemenswaard” in
prijs
zal
stijgen, doch eerder ‘dalen. De Regeering heeft ,,rede-
lijk vertrouwen”, ‘dat er
prijsdaling
zal zijn. Of voor
‘dit vertrouwen ook feitelijke gegevens kunnen worden
aangevoerd, blijkt al weer niet. Aan •deze vaagheden
heeft men dus geenerlei houvast. Er zijn echter redenen om te betwijfelen, dat dras-
tische prijsdaling zal intreden. Immers, wanneer de
binnenlandsche nijverheid datgene zou kunnen leve-
ren, waaraan ‘de consument ‘behoefte toont, en zulks
tot •denzelfden prijs
als het buitenland, zoo zou dat
ook thans reeds kunnen geschieden en zou de indus-
‘trio zich uit eigen kracht kunnen ontworstelen ‘ aan
de
moeilijkheden,
die ‘zic’h nu reeds eenige jaren voor-
•doen. De ‘voortdurende klachten toonen, als zij ge-
‘grond ‘zijn, dat men de middelen ‘hiertoe tot dusverre
nog niet heeft kunnen vinden, en het feit, dat er be-
schermd moet worden, wettigt het vermoeden, dat zij binnenkort nog niet gevon’den zullen zijn.
Boven’dien, ‘de bescherming zal slechts ‘tijdelijk zijn.
Na drie jaar is ‘zij afgeloopen. Wil men dan te Maas-
tricht sterk staan om ‘den
strijd
met het ‘buitenland
weder zonder bescherming aan te binden, zoo zal men
al ‘die maatregelen moeten hebben getroffen, die het
i) Men zie in dit verband het medegedeelde op blz.
4
van
het adres, dat de Amsterdamsche Kamer van Koophandel
in den loop der vorige week tot de Tweede Kamer richtte,
1050
ECONOMISCH.STATISTJSCHE BERICHTEN
30 November 1927
bddrijf .itechnisèh “en- organisatorisch op één l.ijn met
‘het ,bu•itetland rnoeten ‘brengen, anrt, or-dt dit na-
gelaten, oo al aladan de -toestand, met,thans vergele-
ken, nieti vetbeterd zijn. Er zad ‘diie, mag men aanne-
men, liet een en ander moeten worden vranderd en
verbeterd. Dat pleegt geld te kostem En gelooft men
nu werkeliji, dat, met ‘zulke vooruitzichten voor de
naaste drie jaar, in dezen -tijd de productie veel- goed-
kooper zal worden, en wei zooveel goed-kooper, dat de
consument, wiens wenschen nu ten deele ‘door het
buitenland bevrecligd worden, ‘daarvan in zijie uitga- –
ven niets merktl Het is niet wel aan te nemen. -.
Aan het slot van Hare Memorie van Toelichting
verklaart de Regeering:
,,Aangenomen mag worden, dat gedurende de drie jaren,
dat
Zij
(d.i. deze wet) zal werken, de toesténden in de be-
..trokken-rnijverheid zoodanig zullen zijn verbeterd, dat aan
de thans voorgesteJde verhooging van invoerreeht geen ‘be-
hoef te meer bestaat.”
-• Van deze drie jaren ‘zal ‘de Maas’trich’tsche in’dus-
trie het dus moeten hebben.
Vanself iulleu -de toestanden wel niet verbeteren,
want •een economische Sin’terklaas hebben wij’ -helaas
-nog niet. Er zal ‘dus voor -deze verbetering in de ko-mende jaren ‘hard moeten worden gewerkt. Maar dan
is het ook ‘te eeneil male onjuist’ te veronderstellen,
dat, ‘de consument daarvan niets ‘zal bespeuren, wan-
neer in denzelf’den. tijd de ‘huiteniandsche concurren-
tie wordt belemmerd.
Men moet aannemen, ‘dat -liet-de Regeering ernst
zal zijn met het tijdelijk karakter van ‘deze bescher-
ming. Weliswaar zou -duurzame bescherming den
Maas trichtsehen in’dustrieelen uitstekend conve-
nieeren. Zij’ ‘zouden dan gelegenheid krijgen om als
de bescherming effectief blijkt, de
prijzen
in het bin-
nenland op peil te houden ten einde ‘zooveel te ster-
ker -te staan in ‘hunne concurrentie met het buiten-
land. .Dat de dumpingpoli’tiek, ‘die.rnen op -deze
wijze’
zou verkrijgen, inderdaad in de bedoeling van cle te
beschermen in’dusteieelen. ligt,, werd naar -voren ge-
‘bracht in ‘de interessante beschouwing, door mijn col-
lega Polak in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van
20 dezer aan het wetsontwerp gewijd. Duinping echtei’
eischt duursame proteetie, althans -duurzame maatre-
gelen om cle ‘bionenlandsche markt te ‘beheerschen.
Van-daar wellicht, dat men in de kringen -der aarde-
wer’kproducenten zich tegen een tijdelijk invoerver-
‘bod
1)
in -den geest van het Shoenenwetje heeft ver-
ldlaard en v66r bescherming, – zooals in het nummer
van 6 October 1926 van ‘dit ‘weekblad werd me’dege-
deeld .(blz. 88213).
Doh.al -deze bedoelingen strooken niet met -den op-
zet der R-egeerin’g. Deze opzet is tijdelijk van karakter
en -daarom mag men op de ‘hierboven -vermelde gron-
-den ‘inderdaad aannemen, dat, als de – bescherming
effectief blijkt – hetgeen .iutusschen -dient te wor
‘den. afgewacht – en als ‘de betrokken industrieelen
den tijd van drie jaar gebruiken om -zich -geducht •te
wapenen voor den komen den conourreptiestrijd, de
lasten zullen drukken op -den afnemer.
-1.
Het’ voorstel -der Regeering blijkt dus ook in dit
opzicht slecht ‘te ‘zijn gemotiveerd. Van de algemeene
bezwaren, die men ‘tegen het ontwerp )lcan aanvoeren,
zullen
,wij.
‘thans niet spreken. Natuurlijk kan men
oolc -hier een beroep doen op het in- en uitvoerar
–
gu-
ment. Ook kan men ‘wijzen op de reeds i’66r.het ver
schijnen van. ‘het wetsontwerp in Tschecho;Slo,wakije
geuite verlangen’s om .’tot – retor-siemaatregelen ‘over te
‘gaan. O.a. worden in ‘dit verband gloeilampen ge
noeni-d,..Dat ‘belooft inderdaad weinig .goeds. En van
dan geest van Genève zullen wij maar liever zwijgen.
Er is -eclite.r één kan t van ‘de ‘zaaic, ‘diewij’ nog evn
willen aanii-oeren. -Wanneer wij mogen aannemen, dat
de .Maastrichtsche industrie thans niet ,,ko-nkurreniz-fï.hig” is en dat zij -da-t, volgens ‘den, gedachtengang
) Zulk
een .iu-voerverböcl
zou
thans treuwens niet eCUS
meer geoorloold zijn..’
van :dê Regee’rin, over diie jaar wèl zai meen, zijn,
-zoo ‘-moeten ‘wijt -den- v’oo-rgestelde-n maatregel als een
soort van
otyvoeden’d-
recht. beschouwen. Is ‘dat nu, mag
men vragen, in onzen tij
–
d.wel liet meest geëigende
-middel tot steuaverleening aan eene noodlijdende iii-
‘du.-strie? –
Wij: zullen -ons nu eens een oogen’blik ‘stellen op
het standpunt van hen, -die ‘meenen, -dat inderdaad
van overheidswege iets ‘ten -behoeve van -de Maas-
trichtsche nijverheid ‘moet worden, gedaan. Weliswaar
wordt de n’ood-zaa’Ic ‘daarvan in -de Me-morie van Toe-
lichting geenszins aannemelijk gemaakt,
–
want een be-
toog
3
‘dat door meerdere specialisatie op die, goederen,
‘d-ie met succes vervaardigd kunnen worden, niet een
uitweg uit de impasse zou kunnen bieden, is, zo-oais
i’o ons eerste artikel reeds werd opgemerkt, in -de toe-
lichting tot -het vetson-twerp niet ‘te vinden. Ook wil-
len wij’ in het algemeen steun verleening -door -de Over-
heid aan noodlijdende ondernemingen van particulie-
ren allerminst verdedigen. Maar wij willen eens een
oogenblik aannemen, dat op gronden, die ‘dan nog
nader ‘zouden ni oeten worden aaugev oetd, een uitzon-
deringsgeval aanw’ezig is. ,De vraag is ‘dan: is een op
voedend recht van cle strekking, -waarin -dit in het’
onderhavige we-bsou-twrerp is neergelegd, wel d’aan-
gewezen weg? – –
Om verschillende redenen moet- -deze vraag ontken-
nend worden ‘beantwoord. In -de eerste plaats laat
men
-bij
bescherming ‘den consument en niet den belas-
tingbetaler in het algemeen de -lasten dragen, daar-
bij
–
meer in het bij’zo-n’der den kleinen man dupeerend.
In de -tweede plaats bljlt. gewoonlijk -bij -bescherming
niet van liet stellen van bijzondere voorwaarden van
overheidswege voor verbterin-g – van het ‘bedrijf. Dat
‘de opvoeding -in ‘dit ‘geval wericelijic succes zal -hebben,
moge -de Regeering vertrouwen, van eenigbn waarboTg
hier voor spreekt cle Memorie van Toelichting niet, en ‘liet schijnt -dus wel, da’t ‘de Regeering hier niets heeft
kunnen vermelden, wat – ‘haar standpunt. had’ kunnen
;vers’terken. –
De vraag, of er ook andere vormen van steunver-
leening zijn, -dan
‘tijdelijke
-bescherming, wordt zelfs
niet- gesteld. Toch waro’daartoe alle aapleiding ge-
weest. Oi hI-z. 17 toch
–
van Voorl-oopig Veslag’inzake
Hoofdstuk T der Staats’begrooti-ng -voor
ç
1928 werd
door sommige leden ‘de opmerking .gemaakt,.dat, wan-
neer technische en organisatorische gebreken -de oor-
zaak vorm-den van den nood te Maastric’h-t-,,ij’ geen be-
zwaar zouden ‘hebben tegen -het’ -verle-enen
1
,van over-
hei’d-scrediet, doch wei tegen bescherming. Anderen
merkten -daartegenover op, ‘da’t ‘de Maastrich’tsc-he in-
-dustrie aan crediet van den Staat ‘geen behoefte’ heeft.
De Regeering is zonder opgave van iedenen met
‘deze ,,anderen” medegegaan. Wij hopen, dat ‘zij’ bij’-de
ven’lere behandeling van -dit wetsontwerp eens ‘duide-lijk zal maken, waarom -aan eene zakelijke credietver-
leening -me-t -liet doel om een tak van nijverheid, ‘die
op een gegeven oogén-blik verklaart niet te zijn opge-
wassen tegen ‘buitenlandsche concurrentie, de voor
innerlijke versterking -benoodigde bedragen in een-s
(en niet, zooals bij: bescherming, ‘druppelsgewij-ze) ter
beschilkiug te stellen en zoo weder sterk ‘te maken in
den strijd om ‘het -bestaai, en dat wel op eene reëele
‘basis en onder ‘het stellen van voorwaarder, ‘die het
bereiken
–
van het beoogde doel aannemelijk maken, in
dit geval niet gedacht zou kunnen worden. Een dci-
‘clelij’k .an-twoord moet worden gegeven op de vraag,
waarom deze meer commercieele- en overzichtelijke
wijre van steun achterstaat
hij’
bescherming ten laste
van ‘den consument en ‘zonder dat ‘blijkt van eenigen
waarborg, dat men niet zal vervallen in het’ der pro-
tectie voo dikwijls -gemaakte verwijt, t.w. dat zij’ in-efficiënte bedrijven kweekt of in s’tand houdt.
En wanneer men dan ten slotte, ‘zooa-ls te verwach-
ten is,
bij
‘de behandeling van ‘deze zaak -de ‘klacht aan-
heft, dat-toch de werkgelegenheid in het Zuiden moet
worden -beschermd, ‘zo’o treft ‘het wel ‘bijzonder slecht,
dat juist in dezen tijd Philips zijn personeel tot ‘boten
1051
30. November
1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN g.
de10.000 zag ‘err6ot en’,dat in de laatste jaae’n ook
andere bedrijven in ‘het Zuiden tot bloei konden ko-
men, om ‘nu ‘van. do enorme verruiming vn werkgele-
:gen’heid alsgevolg van de reeds ter hând genomen en
in de toekomst nog te ‘beginnen mijnexploictatie maar
te zwijgen.
Resumeeren’dé komen wijl tot ‘de cçinclusie, dat het
wetsontwerp tot tijdelijke ex!t,ra besch’erin’g van ‘de
keramische en ‘glasindui’tnie op geheel onvoldoende
wijze is gemotiveerd, dat van de feitelijke gegevens een hoogst onvolledige weergave is verstrk’t, .dat in
het licht der tot dusverre door de Regeering gepii-
bliceerde feiten protectie geenszins noodzakelijk schijnt
en inzonderheid do rnifrder gegoede afnemers kan
bondee]en en dat, wanneer men op nader aan te
voeren gronden toch mocht ‘besluiten ‘tot steunver-
lening aan enkele noodlijdende ondernemingen,
‘daarvoor betere middelen bestaan dan bescherming,
welke onbillijk en ondeugdelijk moet worden geacht.
Op al deze gronden zou aanneming van het thans
aanhangig gemaakte wetsontwerp ‘dan ook zeer beden
kelijk zijn te achten. , -. G. M. V. S.
Rec ti fic atje.
In het vorige artikel over dit
ondoiwerp leze men op biz. 1030,. le kolom, ie regel
V.
b. 186 i.p.v. 736, terwijl het opschrift van de en-
derste, in deze kolom opgenomen tabel moet luiden
invoer.
Glaswerk n.a.’g. (808).
–
HET
–
WETSONTWERP-VOOR DE KERAMISCHE
INDUSTRIE.
Ofschoon ‘dè beschouwingen van de hand van Prof.
G. M,’ Verrijn Stiiar’t, i ‘het ‘vorige nummer van dit
weekhlâcl gevij’cl aan het áánháiigige we’tontwerp voor
‘cle ker amitehe industrie, bij het ‘schrijven van het
hierna volgende nog niet beëindigd wai’en, zou i’k het
op prijs stellen, :clerzerzij’ds reed’s thans op een punt
van – Prof. S’tuarts ‘artikel terug te komen.
[-let betrôft de aanhëlin,g eener ‘vtoegore uitlating
mijnerzij’dz in ,,De Tijd” van 3 Dec. 1.926, welke uitla-
ting thans ook in ‘ditweekbiad met het ondethavige
onderwerp in verband wordt ‘gebracht en in deze
dagen moljk nog tbt verdere corn’mentareii anlei-
ding zou kunnen geven. Zij moge voiiedighei’ds’haive
hier nogmaals een plaats vinden:
r
,,De oud’rdo’m der Maastric’h’tsche ‘bedrijven ‘brengt
vaak
mede»dat
de productie plaats vindt onder om-
standighodoii, die achterstaan
bij
‘die in gemoderni-
seerde conurreeren’de bedrijven. Dat dit ‘in het al-gemeen een minder gun’stign invloed heeft, wordt
aigemeentork gevoel’±” –
Vooral ter ‘wille van anderei- reputatie, welke hier-
bi,j ‘betrokken kan zijn, stel i’k er prijs op een vooi,
een juiste ‘beoordeeling m.i. niet overbodige aanvul-ling te geven van het vèrba,nd, waarin deze uitlating
‘gedaan is. ‘Onmiddellijk eraan vooraf ging nl: een
naar voren tgebrachte vraag of wensch van arbeiders-
zijde naar iiinigei- contact met de’.bedrijfslei.ding om-
trent ‘den aigerneenen’ga.ng van zaken, met name van
cle vraagstukken van becirjfsinrichting. Een wench,
clie vooral gebaseerd werd op ‘de :gesta’dige onzeker-
hei’d, waarin de Maastrichtsehe arbeiders – over deze
laatsten gin’g het – ten aanzien der hun ‘geboden
werkgelegenheid bleken te verkeeren.
Tevens volgde op ‘de gewraakte opmerking onmid-
dellijk deze a.nclere, dat het “besproken vraagstuk van
ingewikkel’den aard’ was, ‘de’ leiders zich van hunne
verantwoordelijkheid in ‘deze wel bewust waren geble-
ken en ‘dat aan ‘de moderniseering ‘der Maastnich’che
fabrieken in ‘de naoorlogsche’ jaren hard gewerkt was.
Een en ander te vinden in ,,De Tijd” van 3 Dec. 1926.
Volledigheidshalve dient er voorts ‘dan ook nog op te
worden gewezen, ‘dat in het hoven geciteerde slotzin-
netje de interviewer van, ,,De Tijd” weer aan hot
woord was, gelijk
‘bij’
lezing van het ‘betreffende in-
tes-view onmiddellijk blijkt. –
Ik kom hierop niet na’der ‘terug, om eenige verant-
w’oordèlijkhèi’d voor .eigeii uitlatingen af te.sehuiven,
maar. oiii d zaak i en zuivei licht te plaatsen; Om
gelijice reden’-dien ik er aan te ‘heiinneren, ‘dat men in een’ interview zijne uitlatingen’iel eens wat heller
of ‘an’deni getint terug kan vinden, ‘dan men ‘ze zelf
zwart op wi’t zou hebben neergeschreven – voral in
-een interview, dat zes kolommen ‘druks ‘besloeg; gelijk
het onderhavige, en in wezen over een geheël ander
onderwerp handelde, ni. ‘de verhôuding tot ‘de kr-
beiders.
Intusschen de’ uitlating is ei- en heeft al volop haar
‘dienst gedaan. Voor wat den overigen inhoud van h’et
wedërom ‘door Prof. ‘Stuart vrij breedvoerig aangë-
haalde rapport ‘betreft, waarop de Minister zich des-
tijds ‘beriep en welles volledige publicatie daârop, dank
zij ‘de bemoeiingeh van het Tweede Kamerlid, den
hëer Hermans, gevolgd is, mag het ‘bekend wordén
geacht, ‘dat omtreû’t ‘de waaide vai dit rapport uit-
voerie commentaren in ‘de pers verschenen zij,
waaron’de.r mede van de zijde dier ‘ondernemingen,
welke in het rapport gelbofd .werdén.
Nog dit moge ik toevoegen. Terecht heeft Prof.
Stuart aandacht geschonken aan in- en uitv’oercijfers.
Ten aanzien van ‘de eersten wil ik opmerken, dt
recor’cicijfers niet ad infini’tum ‘door nieuwe top-
recr’ds ‘geslagen kunnen wordeii. En de ui’tvoercij-
fers, welke eene .toechme eenerzijda tegenover eene
afbrok’kelin’g
.a’derzijds
vertoonen, mogen wellicht
0
1)
liet eerste gezicht imponeeren, maar ‘tegenover de
prodüctiecaaéiteit ‘der ‘betreffende fa’hriekén ‘schie-
ten zij’ ‘tdn eenen male tekort, tevens houden zij door
‘hune’ aan .ètorke wisseling on’derhevie samenstel-ling een zoo árooten faetor van onkekerheid in, dat
zij in absolute cijfers niet zonder meer met ‘den verlo-
you ‘binri’enlandschen afzet ‘op één lijn
zijn to stelhin.
1.
– Bëlangrijk nog is en aaiiien ‘dezer uitvoercijfers
cle gedachtengang van een zoo juist .gepublieerd édi-es
dor Amsterdaimsche Kamer van Koophandel over het-
zelfde ‘wetsvoorstel. Waar do ui’tv’ëer vn gekleurd
aardewerk of porselein stationneir bleef of achteruit-
ging, wordt cle ‘voorgestelde ‘barief’vorhooging afge-
wezen op ‘grond van de onzekerheid, of ‘de industrie
zich wel voldoende heeft weten aan to passen. Waar
de invoer stijgen’cle was, gelijk bij’ wit aardewerk ‘en
“‘e’rg1aasde ‘muurtegels, wordt taridfverhoogin’g afge-
wezen op grond van de bevredigende ontwikkeling,
wëlke deze
cijfers
vertoonen. Beide conliisios volgen
onmiddellijk op elkan’der. L. F.
H. REGOUT.
Meei-sseu, 25 Nov. ’27.
CONTROLE OP HÉT BEHEER ONZER GEMEENTEN.
Het’wordt steeds’ meer gewoon te en het trekt de
algemeene aandacht, dat ‘de gemeentebesturen ter
voorziening hunner crodiethehoef.ten in de latere
jaren niet in cle allereerste plaats een ‘bmoep ‘doen
op de open geldmarkt, ‘maar zich
bij
voorkeur wenden
tôt het ‘bureau eener rj’ksinste]lin.g, ten einde zich
de voor het bestuur der gemeente vereischte gelden
op ‘zoo ‘hillijk en eenvoudig mogelijke wijze te ver-
schaffen. .
Deze leeningspoli’tiek is volkomen ‘te begrijpen en
moet al’s ônderdeël worden ‘beschouwd van de goheele
financieele verhouding tuaschen het Rijk en ‘cle ge meenten, welke immers niet uitsluitend wordt – ‘be-
héerscht ‘door de bepalingen der wet van 1891. Aan
het vraagstuk van het verstrekken van leeningen uit
rij’ksfon’dsen aan gemeentebesturen ‘word t ‘groote en
algemeene aandacht ‘geschorilen.
Voor ‘de gemeentebesturen heeft het onderhandsch
benen van geld van de oetrokken rjksfondsen enge-
twijfel’d zijn aantrëkkeljice zijde. Kan men er in sla-
‘gen em tegen gunstige voorwaarden zich do ‘benoo-digde gelden hij een ri,jksfon’ds te verschaffen, ‘dan
zijn alle risico’s, verbonden aan het uitschrijven eener
leenin’g, verdwenen. De leëning wordt op de eenvou-
digste en voor de gemeente voordeeli’gste wijze geslo-
ten; eene gewone sehuidbeken’tenis is voldoende; de
niet onbelangrijke emissiekosten worden bespaard.
1052
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 November 1927
Daarom zal een particuliere bankintelling bezwaar-
lijk tegen een rijiminstelling kunnen concurreeren.
Het is daarom niet te verwonderen, dat in elke ver-
gadering van commissarissen eener dergelijke rijks-
instelling gewoonlijk zooveel .geldaanvragen van ge-
meentebesturen te behandelen zijn, dat het meer en
meer oifimogeli.k is al deze aanvragen in te willigen,
zelfs al beschikt het fonds gewoonlijk over zeer be-
langrijke bedragen, welke te beleggen zijn.
Het spreekt wel van zelf, dat het geldgevend orgaan
zich bij leeningisaanvragen van gemeenten, evenals
iedere particuliere geidgever, op het standpunt heeft.
te plaatsen van geldgever tegenover aanvrager, en dus
de vraag heeft te stellen of en in welke mate een aan-
vrager soliede en credietwaardig is. Men moet toh
niet, vergeten, dat het hiei gaat om geld voorschie
ten, d.w.z. financieele hulp verschaffen met dé be-
doeling en onder voorwaarde, dat die voorschotten
weder terugbetaald zuilen worden op zulke termijnen;
als met de financieele politièk der fondsen •vereen-
komen. De Rijksinstellingen zenden derhalve nauw-
keurige vragenlijsten aan de gemeentebesturen om
zich een aoo volledig mogelijken indruk te kunnen
vormen van den algemeenen financieeleii totand en
de credietwaardigheid eener gemeente, om ingelicht
te worden omtrent de begrooting en de geheven ho-
lastingen, omtrent het doel der leening en omtrent
meerdere aiidere vragen, welke van belang zijn om te
kunnen •beoordeeleri of het verantwoord is aah de ge-
meente geld te leenen of wel nog meerdere leeningen
met de betrdkken gemeente ‘te sluiten. Hoe vollediger
men wordt ingelicht des te beter. Er kunnen termen
zijn om, alvorens een besluit te nemen, overleg te
plegen met den Minister van Binnenlahdsche Zaken
en Landbouw, die ‘zijne tbevoegdhei.d zeker niet over-
schrijdt, indien hij de aandacht van Gedeputeerde
Staten vestigt op geeenten, dïe Baar zijn oordeel
door ‘te veel leenin gen de gemeente plaatsen voor to
zware financieele offers en moeilijkheden.
Kan men in deze
r
handelwijze zien eene nieuwe en
oh.geoorloofde contrôle op het beheer der gemeenten,
erger nog eene aantasting der gemeenteli,jke autono-
mie? In een lezenswaardig hoofdartikel van het Al: gemeen Handelsblad dd. 10 November 1927 wordt
zulks betoogd en afgekeurd en dit wel naar aanleiding
van een schrijven van den Minister van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw aan Gedeputeerde Staten
van Gelderland over den financieelen toestand der
gemeente Arnhem in verband met een leeningsaan-
vraag dezer gemeente bij het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds.
Afgescheiden van de concrete vraag of in het ge-
geven geval bijzondere oplettendheid geboden was (de
leeniagsaanvraag der gemeente Arnhem werd inge-
willigd) kan de grootste verdediger en voorstander
der gemeentelijke autonomie in deze handelwijze toch
moeilijk eene aantasting der gemeentelijke autonomie
zien.
Er NYordt immers geen contrôle uitgeoefend op het
beheer der gemeente-financiën, men heedt zich even-,
min gemengd in de behandeling van de zaken der
gemeente ‘zelve, niet de doelmatiheid van het raads-
besluit beoordeeld, maar zich in het algemeen gesteld
op het standpunt van een gewonen crodietgever. Een
rijksinstelling is in dit opzicht evenzeer en wellicht
nog meer dan een particuliere onderneming gehouden
zich rekenschap te geven van cle beteekeriis der- ge-
voteerde uitgaven en van dé crediétwaarzligheid van
den geldnemer. Aan elke credietverlee’ning zal nood-
wendig, moeten voorafgaa.n en grondig onderzoek naai
den weikelijken f in an cieelen toestand ‘der gemeente.
Zulk een onderzoek is niet alleen geboden, -maar zeo.c gewenscht. In het onlangs verschenen rapport
der Staatscommissie van Lijnden •van Sandenburg leest men, dat einde 1926 reeds zestien gemeenten
‘zjch tot de Regeeri’ng hadden gewend om steun, daar
zij niet in staat waren op normalewijze aan hunne
credietbehoeften te voldoen. Voor den meest ‘bekwa-
men accountant zal het zeer moeilijk zijn uit te maken
in hoeverre er hier meer van schuld dan van gebrek
aan financieelo draagkracht sprake is. In al deze ge-
vallen hebben ‘de steunvra’gonde gemeenten vaak met
tegenzin moeten beruste in de bezwarende voor-
waarden voor rjkasteun gesteld. Bezwaren, juist voor
de autonomie der gemeente. Wordt het voorstel der
Staatscommissie tot steunverleening aan noodlijden-
de gemeenten tot wet verheven, dan zal deze ge-
stennde gemeente practisch geheel onder curatéele
îorden gesteld. Het wetsontwerp der Staatscommis-
sie is in ‘dit opzicht zeer zeker in strijd met de autono-mie der gemeente.
Weder afgescheiden van het feit, ‘dat do gemeen-
ten (en rij niet alleen) zich hij voorkeur wenden tot
de Rijksinstellingen, mag tevens worden geconista-
tee’rd, dat de leeningen van verschillende groote ge-
meenten, welke in den laatsten tijd op de openbare
markt zijn aangeboden, nu juist geen successen zijn
geweest. Wijst dit feit er niet op, ‘dat, door welke
omstandigheden ‘dan ook, het geldgevend publiek niet bij voorkeur
zijn
geld in gemeente obligaties belegt?
Indien aan het Handelsblad moet worden toegegeven,
dat er gemeenten zijn die haar kapitaalbehoefte niet
op ‘de open markt kunnen dekken, en zich daarom of
dan tot de rjksinistellingen wenden is dubbele waak-
zaamheici plicht. Ter-wijl voorheen iedere Nederland-
sche gemeente als volkomen soliede en credietwaardig
kon worden beschouwd, wendt van meerdere gemeenten
do soli’diteit thans in twijfel getrokken, al is het fail-
lissement eener gemeente in Nederland wel een’s aan-
gevraagd, maar nog nimmer uitgesproken.
Bovendien zal wel niemand betwisten, dat het Rijk
overwegend ‘belang heeft ‘bij een goed financieel be-
heer onzer gemeenten. Reeds Thorbecke schreef: ,,Het
hooger publiek gezag moet waken, dat de gemeente,
een gron’d’deel van den Staat, altoos in stand blijve.” )
Het
welzijn
van het
Rijk
‘is in hooge mate afhan-
keljk van het behoud van het evenwicht tusschen
gemeentelijke inkomsten en uitgaven.
In de gevolgde handelwijze is dus geen aanleiding
om ccii afkeurend oordeel uit to spreken, maar veel-
eer is di’t optreden toe te juichen als maatregel tot
het gezond houden zoowel onzer ‘gemeentelijke als
staatsfinanciën.
, M. P.
JlREYMER.
Hilversum, Novemiber 1927.
DE VERHOOGING VAN DE PRODUCTIE IN DE
VEREENIGDE STATEN.
In het Oommerce Yearbook 1926, uitgeven door
het Dep. of Commerce in de Ver. Staten van Amerika,
komen merkwaardige
cijfers
voor over de..verhooging
an de productie in de Ver. Staten en de oorzaken
daarvan. Weliswaar is het bekend genoeg, dat de pro-
ductie in de V. S. aanmerkelijk gestegen is en zijn de
oorzaken daarvan ook dikwijls naar vorçp gebracht,
doch, waar hier uitsluitend met cijfermateriaal ge-
werkt wordt, is het ongetwijfeld van ‘belang de aan-
dacht er nog eens op te vestigen, omdat men zich dan
eenig denkbeeld kan vormen van de mate, waarin de
verhooging plaats vond en men aan cijfers altijd meer houvast heeft dan aan beschouwingen zonder meer.
Voor een 4-tal ‘bedrijfsgroepen, de landbouw, de
mijnindu’strie, de fabrieksbedrijven en het spoQrweg-
transport, is een vergelijking opgemaakt ‘tusschen 1899
en 1925 voor wat betreft het aantal arbeiders, de totale
productie en die per arbeider. Over de constructiebe
drijven konden geen gegevens over langen termijn
verkregen worden, terwijl over de verkeersbedrijven
(behalve dan hét spoorwegverkeer) in het geheel geen
cijfers van oenige beteokenis ‘te verkrijgen waren. De
verkregen cijfers zijn voor een gedeelte geschat en het
is dan ook
mogelijk,
dat sommige ervan eenige pro-
centen van de werkelijkheid
afwijken.
Voor een alge-
meen inzicht in de ontwikkeling zijn ,zeechter, volgens
1)
(Aanteekening op de Grondwet 2e Uitgaaf, II bi. 137.)
30 November 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1053
de verklaring van de M.on’thly Labor Review, het offi-
cieele maandblad van het Bureau voor Arbeidsstatis-
tiek in de V. S., wel te gebruiken. Bijzondere moei-
lijkheden ‘deden ‘zich voor bij het, bepalen van do
totale productie dor fa’brieksbedrijven. Dit cijfer is
gevonden als gemiddelde ‘van de productie van een
groot aantal eenvoudige artikelen. Bij ingewikkelde
artikelen kunnen de ‘geproduceerde hoeveelheden in
de vorschillende jaren niet vergeleken worden, omdat
daar ‘de kwaliteit, stijl, vorm, grootte, afwerking, etc.
een te groote rol spelen. Het gegeven
cijfer
moet dan
‘ook met voorzichtigheid gehanteerd worden.
Algemeene cijfers over de productie en •de arbeiders
in 1925 en 1899.
Aantal arbeiders
Relatieve cijfers
in duizendtallen
1925(1899 = 100)
Bedrijfsgroep
TTÏÎ
1
1925
rbei-
pro-
ductie ers
ductie p.
arb.
Landbouw ………..10500 10500
100
145
145
Mijnbedrijven ………600
1065
177
348
199
Fabrieksbedrijven .
5200 9772
188
278
148
Spoorwegtransport
929 1846
198
293
148
Totaal
4
groepen
17229
I2183
1
135
1
244
179
Het aantal arbeiders vermeerderde ‘dus sinds 1899
met slechts 35 pOt., wat voornamelijk ligt aan het
feit, dat het aantal in den landbouw gelijk ‘bleef. De
totale ‘bevolking steeg sinds 1899 met 54 pOt.; men ziet ‘dus een relatief sterke toename van de ‘mijnbe-
drijven, de fabrieksbedrijven en het spoorwagtrans-
port. De productie in ‘de 4 ‘bedrijfsgroepen was 2,5
maal zoo ‘groot als in 1899; ook hier trok dc land-
bouw ‘het gemiddelde een eind naar beneden. Merk-
waardig is echter, dat de productie per arbeider in
de fabrieksbedrijven en het spoorwegtransport niet
noemenswaardig meer is gestegen dan die in den
landbouw.
De vermeerdering van de productie per arbeider
per gewerkt uur is grooter ‘dan de hier gegeven cijfers,
omdat van 1899 tot 1925 een
belangrijke
verkorting
van den
werktijd
heeft plaats gevonden. De gegevens,
die daarover bestaan, gaan slechts terug tot 1909, van-
af dat jaar tot 1923 is de werktijd gemiddeld met
11 pOt. verkort. Men mag op grond ‘daarvan aanne-
men, dat cle vermeerdering der productie per gewerkt
uur in het algemeen minstens 15 pOt. hooger is dan het hier gegeven cijfer van 119, en dat de productie
per arbeider per uur sinds 1899 dus iets meer dan
verdubbeld is.
Uit de ,,Oensusreports” ‘blijkt, dat ‘deze
stijging
der
productie tot 1914 regelmatig plaats vond, waarbij in
aanmerking genomen moet worden, dat 1914 een jaar
van
belangrijke
depressie was. Gedurende den oorlog werden vele vrouwen in de fabrieken te werk gesteld
en gingen ook vele landarbeiders in de fabrieken wer-
ken, terwijl ‘de ‘boeren hun productie verhoogden door
intensieve bebouwing. De tewerkstelling van talrijke
arbeiders aan werk, ‘dat zij niet gewoon waren, het
gebruik van machines voor werkzaamheden, waarvoor
zij niet in cle eerste plaats geschikt waren en de over-
haaste oprichting ‘van nieuwe fabrieken werkte ech-
ter niet mede de productie per ‘hoofd ‘te verhoogen.
Zoo was de productie in 1919 per hoofd niet grooter
clan in 1914. Sinds 1919 ‘kwam er echter weer een
belangrijke verbetering; het aantal arbeiders nam af,
terwijl de productie vergroot werd. De cijfers voor
1925 in vergelijking met 1919 waren dan ook alsvolgt:
Aantal arbeiders
Relatieve cijfers
in duizendtallen
1925(1919 = 100)
Bedrijfsgroep
A
Totale Pro
1919
1925
pro-
ductie
ductie p. arb.
Landbouw………..11300 10500
93
108
118
Mijnbedrijven ……….1065
1065
100
133
133
Fabrieksbedrijven ..
.
10689 9772
91,5 128,5 140
Spoorwegtransport
..
1915 1744
91
104,5 115
Totaal
4
groepen..
124969 123081
1
93
1
120
1
129
Bij de ‘beschouwing ‘dezer cijfers moet men in aan-
rnerking nemen, dat 1919, zooals reeds gezegd, door
vele omstandigheden een ongunstig jaar was.
Het rapport gaat daarna ‘de’oorzaken na van deze
productiestijging en begint met te cons’tateeren, dat
liet feit, dat de productie per hoofd in de V. S. veel
grooter is ‘dan in de meeste andere landen, een gevolg
is van den overvloed van bouwland in verhouding tot
de bevolking en den ‘overvloed en verscheidenheid van
mineralen en andere grondstoffen. De stijging in de
productie was in vroeger’ jaren voornamelijk een ge-
volg van het openen van nieuwe bronnen en ‘vind-
plaatsen. In ‘de laatste jaren is dit echter niet meer
in de eerste plaats de,00rzaak. Weliswaar zijn nieuwe
petroleumbronnen ontdekt en mijnen aangelegd, doch
dit heeft op ‘de totale productie geen overwegende
invloed meer uitgeoefend.
De factoren, die ‘de stijging in de laatste jaren heb-
ben veroorzaakt, zijn van anderen aard.
In de eerste plaats wordt ‘daarvoor genoemd de voor-
uitgang van het onderwijs en het wetenschappelijk
onderzoek, ‘hetgeen o.a. uit de volgende cijfers ‘blijkt:
1870
1
1890
1
1910
19201
1924
Aantal leerlingen lagere. en
middeib. scholen in
o/
totale
69
73
78
83
bevolking
5-17
jaar
…….57
Gemiddeld aantal schooldagen
per
kind per jaar
………..78
86 113
121
132
Uitgaven voor lagere- en mid-
delbare
scholen
per
kind
7
24
37
62
Leerlingen hoogere scholen en
5-17
jaar
in
$
………….
5
academies in
l000t.
……..
–
298
1032
2041
2754
Leerlingen voortgezet- en vak-
.
onderwijs
in
bOOt.
……..
.
–
78
204
414
607
O/
analphabeten van
tot. be-
volking van 10 jaarenouder
20.0
13
.
3
1
7.7
6
–
Naast ‘deze ‘ontwikkeling van ‘het onderwijs in het
algemeen, word’t gewezen op de groote vlucht, die het
laboratorium-onderzoek heeft gentrnen in de groote
induetrieele concerns.
Een andere factor in ‘den vooruitgang der productie
is de groote en sterk vermeerderde benutting van ka-
pitaal. In 1924 was in de mijnindustrie, de fabrieks-bedrijven, het transport en de publieke diensten voor
rond $ 90 milliard aan kapitaal, waai-van $ 28 milliard
vlottend kapitaal en de rest vastgelegd in werk-
plaatsen, machinerieën, enz. Per arbeider bedroeg het
kapitaal in ‘de mijnindustrie $ 10.500, in de fabrieks-
bedrijven $ 5250 en in de stoomspoorwegen meer dan
$ 8000. De kapitaalaanwas kali op $ 10 milliard per
jaar worden geschat, welk ‘overschot over het algemeen
‘direet wordt gebruikt om de productie op de een of
andere wijze te steunen ‘of te ontwikkelen.
Met ‘deze kapitaalaanwas staat in nauw verband een
derde factor, het sterk vermeerderde gebruik van de
meest moderne machines. De relatieve overvloed aan
kapitaal maakt het gemakkelijk oude, niet efficiente
machines, te vervangen ‘door nieuwe. De vermeerde-
ring van het krach’tgebruik ‘blijkt overigens uit het
feit, idat ‘het aantal P.K. in de fabrieksbedrjven per
arbei’der ‘gestegen is van 2,1 •in 1899 tot 4,3 in 1924.
De capaciteit van een locomotief is sinds 1900 ver-
dubbeld, terwijl evenveel personen ze kunnen bedienen.
De productie van mineralen en van waterkracht per
hoofd van ‘bevolking was in 1924 tweemaal zoo groot
als in 1900 en rond 1% maal zoo ‘groot als een halve
eeuw geleden. In de mijnindustrie steeg het aantal
P.K. Per arbeider van 4,9 in 1902 tot 6,2 in 1919.
Een vierde factor is de ontwikkeling van ‘de grootte
der onderneming en de daarmede samenhangende mas-
‘sapro.1uctie. In 1923 varen in de V. S. meer dan
10.000 fabrieken met een productie van meer dan $ 1
‘mili. dollar p. j. elk en ‘de waarde van de productie
dezer fabrieken was
VS
van de totale waarde der pro-duc’tie. Er waren bijna 1000 fabrieken met meer dan
1000 arbeiders per onderneming en een totaal van 2,1
1054
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30
Novei!nber
1927.:
millioen arbeiders op de 8,8 milliben ik alle fabrie-
ken. Veel meer dan de helft der arbeiders werkte in
ondernemingen met meer dan 250 arbeider’s. –
Na een overzicht van de voordeelen van groote
ondernemingen boven kleine, wijst het rapport op de
omstandigheid, dat door de .groote binnenlandsche
markt in de Ver. Staten, de mogelijkheid van massa-t
productie wordt geschapen. ,,In Europa belemmeren
de talrijke staten de distributie van goederen en heb-
•ben de tendenz, de grootte van de ondernemingen, die
een bepaald artikel produceeren, te beperken.”
In dit verband wordt ook als een van de verschei
dene belangrijke vèrschijnselen in de laatste jaren de
liormliisatie en de vereenvoudiging der productie ge-
noemd, waardoor door samenwerking van producen-
ten, handelaren en consumenten in tal van bedrijfi-
takken woor verschillende producten het aantal soor
ten, groot,ten, vormen en verscheidenheden zijn be-
perkt, en een meer intensieve. massafabricage moge-
lijk is gemaakt.
Ten slotte iyordt nog als factor genoemd de voor-
namelijk in de laatste jaren opgekomen beweging om
de verspilling zooveel mogelijk ‘te elimineeren, wat ge.-
leid heeft tot systematische studie van de problemen
en de methodes van productie en distributie. Ook hier
.
heeft de samenwerking tusschen de verschillende
groepen, die
bij
de productie en de-distributie belang
hebben, veel tot •de ontwikkeling van deze beweging
bijgedragen. Ir. B.
BÖLGER.
1-laarlem, November 1921.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
HET VOORLOOPIG FRANSCH.AMERIKAANSCH
HANDELS VERDRAG.
Prof. B. Nogaro te Parijs schrijft ons:
De Fransche regeering heeft zoo juist het voor-
loopige handeisverclrag met .de Vereenigde Staten
afgesloten. Men Weet, dat deze overeenkomst nood
.zkeljk is geworden door een onverwacht conflict
wegens een verhooging van het Fransche minimum-
tarief, dat op het Franisch-Duitsche handelsverd.ra
gevolgd was. Om cle diepere oorzaken van het con-
flict en dmi aard van de aangenomen beslissingen
beter begrijpen, is het noodzakelijk een blik ach-
terwaartis te werpen, want het gaat hier niet om een
toevallig verschil, maar om een fundamenteele tegen-
1
stelling t.usschen twee wezenlijk verschillende op
vattinen in de tariefpolitiek.
Zooals men weet, overheerschte in de Fransche wet van 1892 het principe der ha.ndelspolitieke autonomie
en als gevolg daarvan was een dubbel tarief ingesteld.
Het minimumtarief, vastgesteld door het Parlement
zelf, was de eenige vorm, waarin een verminde-
ring van rechten kon worden verleend. De buiten-
landsche vertegenwoordigers konden niet meer
derhandelén over de tarieven, die op hun landen toe-
gepastouden worden; hun Fransche collega’s ver
;
,
leenden hun geheel of gedeeltelijk het minimum-,
tarief en de Fransche regearing had de vrijheid dit
minimumtarief te veranderen.
Intusschen was deze autonomie slechts betretcke-
lijk, want de Franische onderhandelarn bleven vrj
het minimumtarief voor een grooter of kleiner aantal
artikelen te verleenen, al naarmate cle ‘concessies,
‘die hun in ruil daarvoor werden gegeven. Anderzijds
beteekeride het Fransche nijnimumtarief een zeer aan,
zienlijke concessie tegenover het buitenland.
Daartegenover hield de Amerikaansche wet van
5 Augustus 1909 (Payne-Aldrich-wet) een stelsel van
absolute tarieven in. De regeering stelde één tarief,
vast, dat niet verlaagd kon worden en de tariefpoii-,
tiek van de Vereenigde Staten was samengevat in,
deren regel: ,,Wij stellen de tarieven vast in onze
volle souvereiniteit; het is een kwestie van binnen.
landsch recht. Aangezien wij- geeii enkel onderscheid
tiisschen. de – verschillende’ landen makbh, kunnen
deze, alle geplaatst op voet van’ gelijkheid, geen enkel
protest doen hooren.”
Uitgaande van deze theorie méende -de Ainerikaaii
sche regeering eenzelfde behéncieling op voet van
gelijkgerechtigdheid van de andere landen te kun-
nen erschen,zonder in aanmerking te nemen, dat zij
er op deze manier vanzelf toe kwam het stelsel van
de meest begunstigde natie te eischen zonder harer-
zijds een enkele concessie te -doen. Zoodoen-de vei-
kreeg zij het voorrecht om behandeld
•
te worden op
voet van gelijkheid met andere ltnden, die zeer veel –
lagere tarieven hadden en die -zelf in een tariéfsver-
mindering hadden toegestemd in ruil voor een verla-
ging van rechten, waarom zij verzocht hadden. –
Om deze -opvatting te sanctioneeren voorzag le
Payne-Aidrich-wet in een extra-tarief yan 25 pOt. op
-cle waar-de van goederen,- afkomstig uit landen, die
de Amo]ikaansche producten niet op voet van -gelijk-
-held met die van andere landen behandelden. Deze
represaille-maatregel was schijnbaar voorwaardelijk,
maar werd ‘tea volle toegepast op alle landen, -die
,,onrechtvaa.r-dige” reëhteri op cle Amerikaansche pro-
ducten hieven.
Frankrijk weigerde evenwel -het volledige voorrecht
vafl het minimumtarief aan een land te verleenen,
dat zelf geen enkele concessie deed. De discriminatie
was volkomen rechtvaardig. Aangezien Frankrijk zelf
een tariefsherziening in voorbereiding had, zorgde de
regeering ervoor, dat de nieuwe wet -van kracht werd
op het oogenbli-k, waarop de Franach-Amerikaansche
handelsconventie afliep, opgezegd
-bij
de aanneming
van de Payne-Aldrich-wet door -de Vereenigde Staten.
Zij
stemde er evenwel in toe om het voorrecht -van
een tari-efmini-mum uit te :strakken tot: bepaalde pro-
duct-en -afkomstig uit de Vereenigde Staten, die dit
tot nu toe niet hadden gehad en verleende aan bijna
al
de
anderen het oude algemeene tarief.
Deze laatste maatregel was zeer zonderling. – De
Frnsehe regeering stond feitelijk, door -het voor-
recht van een oud tarief te verleenen, onveranderljke,
goconsoli-deerde rechten toe, wat in tegenspraak was
met den geest van de wet van 1892. Dit oude alge-
meene tarief a.fgeschaft, bhaive voor d&Vereenig-
de Staten was -zonder twijfel hoo-ger daW het mini-
mum-tarief, dat -toen van kracht was, ma- het kon
niet gewijzigd worden gedurende
-den geheelen duur
van het verdrag door den wil van de Fransche regee-
ring alleen, terwijl, wanneer het minimwii verleend
werd, de .regeering deze vrijheid wel had.
Men verleende op deze. manier een -zeejbijzondere
gunst aan een land, dat er zelf geen enkele toeston-d.
* *
*
4
Toen in 1921 de Fransche târi-even verhoo-
g
d- wer-
den doof ‘de – toepassing -van de vermeerderings-coëf-
ficiënten, had men zijn -toevlucht genomen to-t een
snaloge maatregel om -de invoeren van Amérikaânsche
a
– afkomst -te ontzien; hét -decreet vn 28 Maart 1921 stond inderdaad aan een bepaald aantal Amerikaan-
sche producten het algemeene tarief van 1910
-d.v.-z., dat het deze vrij:ste]de van de niéi’e tariefver-
-hoogin-gen. Toen krachtens -de wet vain 17 Juli 1921
en ten :geolge vafi het Fransch-Duitsche verd Lag de
– Fransche tarlévn opnieuw wer-den verhoogd, werd
de toestand voor -de Amerikaansche producten zeeu
gecompliceerd.
Feitelijk was alleen een deel van het- Fransche
minimumtarief verhoogd; het betrof de rechten over-
onkomen-de met die, welke voorkomen in lijst B van
het Fransch-Dui-bsche verdrag van 11 Augustus van
-dit jaar.
Aan den and-eren kant waren
;
de producten afkom-
stig uit -de Vereenigde Staten krach-tens een zeer
.
– bij-
zonder stelsel in vier categorieën verdeeld: a. die,
– welke onderworpen waren aan -het minimumtarief
(lijst A van het verdrag van 1910), b.
–
die, welke
on-dairworpen waren aan het algemeene -tarief. van
30 November 1927
ECONOMTSCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1055
v66r 1910 (lijst B van het verdrag van 1910), c. die,
welke onderworpen waren aan het algemeene tarief van 1910 krachtens het decreet van 28 Maart 1921;
en eindelijk cl. die, welke onderworpen waren aan het
,,algemeen.e tarief” zonder verdere specificatie.
Wat de eerste betreft (lijst A van 1910), moesten
dc producten, die niet overeenkomen met ‘de artike-
len, genoemd in lijst B van het Fransch-Duitsche ver-
drag, het oude tarief behouden, terwijl die produc-
ten, welke corraspondeeren met lijst B aan een nieuw
mi nimumtarief onderworpen werden.
Do artikelen, vervat in
lijst
B van 1910, zijn even-
min onderworpe:n aan een wijziging, wanneer zij niet
correspondeoren met lijst B van hot Fransch-Duitische
verdrag (nieuw tarief). In het tegenovargeste1.d ge-
val, handhaafde men slechts het oude ‘tariçf (alge-
ineen tarief van v66r 1910), wanneer dit hooger of
gelijk was aan het nieuwe minimum; waar het mini-
mum voortaan hooger was, werd dit logisch toege-
past, daar men niet kon vermoeden, dat het octrooi
Vu ii
een algemeen tarief, zelf oud, een privilege zou
worden ten opzichte van een minimumtarief, dat,
volgens bepaling, de uiterste grens ‘voor den wetgever
vaststelde van de toelaatbare concessies.
Onder de artikelen, die niet vervat zijn in de lijsten A. en B. van 1910, ‘bevonden zich enkele, ‘die sedert
‘1921 tbegunstigd werden ‘door het algemeene tarief
van 1910 (‘d.w2. zonder
,
de latere verhooging ‘te on-
dergaan). Hier paste men dezelfde onderscheiding
too: producten, welke niet voorkwamen op lijst B van
brit F nausch-Dij i tsc’he verdrag, ‘behielden het voorrecht
van het algemeene tarief van 1910, maar ‘die, welke
op (leze lijst voorkwamen, werden door de Fransche
administratie beschouwd als onderworpen aan het nieuwe algemeene tarief, alsof zij ‘dit altijd waren
geweest.
De invoerrechten voor Amerikaanche producten
vopdrt ‘dus volgens den aard ‘der producten onder-
vor:leold iii vijf categorieën. le. het niet gew’ijzigde
min imurntari ef; 2o. het mini’mumtarief, verhoogd in
1927; 3o. het algemeene tarief van v6ôr 1,910; 4o. het
algemeen.o tarief van 1910; 5o. het algemeene tarief,
verhoogd in 1027.
Men moet erop letten, dat ‘bepaalde artikelen, vroe-
ger voorkomende onder het stelsel van een oud alge-
meen tarief, automatisch ‘overgingen naar het mini-
mumtarief of zelfs naar hot nieuwe algemeene tarief.
Dit vreemde stelsel tra’d op 6 September van ‘dit jaar
in wei1ring. Het gaf onmiddellijk aanleiding ‘tot een
verhooging van invoerrecht voor Fransche artikelen in de Vereenigde Staten.
Men kan begrijpen, dat de plotseling waarneembare
gevolgen van de toepassing van het nieuwe tarief, vast-
gesteld bij het sluiten van de Fransch-Duitsche over-
eenkomst, een zekere opwinding aan ‘den anderen kant
van ‘den Oceaan teweeg gebracht ‘hebben, hoewel fei-
telijk een gering deel (2V2 pOt.) van ‘den Amerikaan-
schen invoer in Frankrijk hierdoor getroffen werd. De
laatste Amerikaansche tariefvet (Fordny Mac Cum-
ber Tariff Act, 1022) had evenwel het principe van
de Payne-Aldric’h-wet van 1909 gehandhaafd en ont-
wikkeld. De Fransche regeering van haar kant kon
moeilijk toestaan, dat, ouder voorwendsel van tariefs-
onafhankelijkheid en van gelijkgerechtigdhei’d ‘de Ame-
rikaan’sche regeering zich kon veroorloven haar tarief
naar haar zin te voihoogen en ‘de maatregelen van
‘douanecontrôle te vermenigvuldigen, ‘terwijl zijzelf
aan de Vereenigdo Staten rekenschap zou moeten ge-
ven van haar eigen tariefverhoogingen.
De wisseling van nota’s, die ‘sedert de maand.
Augustus heeft plaats gehad, is slechts uitgeloopen
op het uiteenzotten van twee onvereenigbare stelsels,
maar gelukkig waren ‘de ‘beide regeeringe’n bezield door een goedon wil en kon men reeds bij’ den aan-
vang een naderend accoord voorzien.
De overeenkomst, ‘die zoo juist tot stand gekomen
is, heeft een ‘voorloopig karakter (‘decreet verschenen
in ‘de ,,Journal Officiel” van 16 November 1927). Het
‘brengt hier en ‘daar met zich mee, een terugkeer tot
het stelsel van v66r 6 September ji. De Fransche
regeering ziet inderdaad af van de toepassing van
het nieuwe algemeene tarief (decreet van 30 Augus
tus 1927) en feitelijk blijft over het algemeen het
hoogste algemeene tarief voor Amerikaansc’he artike-
len, .dat van v66r 1921. Dit tarief is evenwel gebracht
op liet niveau van het nieuwe minimum, waar ‘di’t
hooger is
,
.
De Amerikaansche regeering van haar kant schaft
het grootste ‘deel van ‘de verhoogingen, aangenomen
na 6 September jl., af. Bovendien ‘ziet zij af van het
recht van onderzoek in Frankrijk ‘bij de Fransche
handelaren en industrieelen, die naar de V’ereenigde
Staten exporteeren, zooals de Fordnerwet voor-
schreef en zij belooft, een herziening van de gezond-
hei’ds’reglementen, die feitelijk den invoer van een
bepaald aantal Fransche landbouwproducten ver-
bieden.
Daar ‘deze overeenicomst, een voorloopig karakter
hoef t, zal de Amerikaansche regeering, onder toepas-
sing van artikel 315 van ‘de Amerikaansehe wet, met
het oog op een uiteindelijke regeling, een verande-
ring van de invoerrechten onderzoeken voor die ge-
vallen, waarin ‘dit gerechtvaardigd schijnt ‘door ver-
gelijking van de Amerikaansche met de ‘buitenland-
‘sche kostprijzen.
Het ‘behoeft geen betoog, ‘dat, krachtens den grorr’d-
slag van ‘de Amerikaansc’he tariefwe’tgeving, deze
oventueelo verandering althans in theorie op een ge-
heel eenzijdige manier tot stand zal komen. Niettemin
zal zij de facto ‘den grondslag ‘voor een goede ver-
s’tan’dhou’ding kunnen leggen.
Op dit punt echter zijn ‘de genomen beslissingen
nog Vrij vaag, zoodat ‘een spoedige uitvoering no’g
niet zeer waarschijnlijk lijkt.
Men ‘kan evenwel verwachten, ‘dat ‘het voorloopige
verdrag eenigen tijd zal duren. Over het algemeen
geeft het Frankrijk de gelegenheid om zich van hin-
clorlijke en somtijds prohibitieve formaliteiten voor
zijn export naar ‘de Vereenigde Staten te ontdoen.
Daarentegen verleent het feitelijk in ruime mate
aaui ‘de Amerikaansche producten het minirnumtarief
en komt het feitelijk neer op ‘den toestand van de
mecstbegunstigde natie zonder andere wederkeerige
tariefsconcessie ‘dan ‘die, welke bestaat iii ‘het verre
en onzekere perspectief van een tariefsverbete,ring
van enkele producten, die ‘belang hebben voor den
Franschen export.
AANTEEKENINGEN.
Verband tusschen gemiddeld prijsniveau en
werkloosheid.
In een communiqwl van een dezer ‘dagen vestigt
‘het Internationaal Arbeidsbureau te Genève de aan-
dacht op een nieuwe studie, ‘die op ‘treffende wijze het
rechtstreeksc’he verband aantoont, dat blijkt te be-
staan f,usschen prijsniveau en werkloosheid. Bedoeld
wordt een artikel van M. Fuss in het laatste nummer
van de ,,Ravue internationale ,ln Travail’, een offi-
cieele publicatic’ van het I.A.B.
De invloed, dien het gemiddelde prijsniveau heeft
op ‘de werkloosheid in een land, was natuurlijk reeds
beken’d, en ook weet men, dat deze factor volstrekt
niet de eenige is, die de aib’dsmarkt beheeischt,
maar ‘het schijnt toc’h, op grond van deze laatste on-
derzoeking van het Int. Arbeidsbureau (de heer Fuss
is namelijk chef van de af’deeling Werkloosheid in
dat bureau), uitgemaakt ‘te zijn, dat de invloed van de
indexcijfers gezamenlijk in zooverre ‘dien van alle andere factoren overheerscht, dat men – op weinig
uitzonderingen na mag ‘gaan spreken over de
oeconomische wet: – stijgingfdaling van het
alge-
nseene
prijsniveau in een land wordt gevolgd ‘door
daling/stijging van de werkloosheid.
Hoe dit verband ontstaat (af’gezien van ‘de andere
factoren) is natuurlijk ‘duidelijk. Een stijgend prijs-
1056
ECONOMISCH-STKFISTISCHE
BERICHTEN
30 Nove
94.
ber 1927
niveau •beteekent goedkooper geld. Dit stimuleert ie
productie en deze cle consumptie met het gecombineer-
de gevolg van industrieele opleving, – dus vrmin-
derde werkloosheid. Alles inutat.is mutandis in het
omgekeerde geval.
I)o
andere factoren, die gewoonk
optreden met kortere inwerkingstermijnen en die
elkaar veelal compenseeren, schijnen van minder in-
vloed ‘te zijn, evenals cle vlottende. voorraden, die
slechts een vertragencie uitwerking op het causale
proces kunnen hebben. –
Wat nu betreft de proefon•derviirdelijke bevestiging
van bovenstaande ,,wet”, die deze jongste studie van
srtatistichan ‘heeft opgeleverd, blijkt ‘ziji van rboepas-
sing te zijn zoowel op landen met een op goud geba-
seerde ‘munteenheid, als voor andere minder stabiele
mun’tstelsels. Onder de eerste categorie vallen de
Ver-
eenigde ‘State’ri, Eri.gela.nd, Duiischla’ri4’, Oosienrijk,
Honga’iije, Tsjecho-Slowakije
en
Rusland,
waar de wer-
king van ‘bovenstaande ,;wet” ‘in d latte drie of
vier jaren zeer duidelijk merkbaar is geweest. Uitzon-
‘clringen hierop vormen N&lerland, Ieiland
en
Cana-
da.
In
Nederlad
toch,
vindt men bij een
daling
van
het gemiddelde
prijsniveau
van 160 tot
139
ti.isscben
1024
en
1026,
tevens een
daling
van •de werkloosheid
van 10,2
pOt. tot 8,7 pOL. Hier blijken dus de andere
factoren van grooteren invloed ‘te zijn ‘geweest, althans
tot eind
1926.
Iii
de landen met onstabiele ‘niuntstelisels komt het
bovengenoemde verband nog veel sterker tot uiting,
in.zon.derheid in Fran1crj1, Ralië, Denensa-ricen, Noor-
wégen., Japan.
De conclusie, die hieraan vastgokn’oopt. ‘kan wor-
‘den,
is,
dat op ‘den langen duur een muntpolitiek, die
er op uit’is om het
alenseene
prijsniveau
zoo
stabiel
mogelijk te honden, van zeer gu.n’stigen invloed moet
zijn
op
de werkloosheid.
F.
Uitslag van de enquête der Internationale Vereeniging voor de Suikerstatistiek.’
‘Aantal
Aantal werkende
ingeko- Bebouwde oppervlakte Bietenverwerking in
Suikerproductie in
fabrieken
men ant-
in RA.’
‘
metrieke tonnen
metrieke tonnen
woorden
.
.
ruwe suiker
1927128
1926/27 –
1927128
1
1926127
1927128
1926/27
192728
1
1926127
Diiitschland’ …
250
253
250
406.233
369.160
10.736.750 10.658.914
1.50.500
1.662.582
Tsjechoslowakije
152
152
152
281.321
258.176
7.523.431
6.232.987
1.237.466
1.041.985
Oostenrijk
6
6
6
23.399
18.677
645.000
476.517
105.000
, 79.686
Hongarije
13
13
13
62.353
.61.630
1.365.700
1.221.316
180.569
175.086
Joegoslavië
8
8
8
55.400
49.000
669.800
559.900.
85.450
77.800
Roemenië ……. ..13 .
12
13
68.979
1
)
72.034
1)
1.146.000
1.079.840
142.850
147.217
Bulgarije ………4
4
4
19.400
14.260
273.000
213.950
39.600
35.233
lersche Vrijstaat
1
. 1
1
6.100
3.850
125.000
86.924
20.137
13522
België………….51
52
51
61.700
1
)
58.500
1
)
1.691.000
1.430.000′
255.000
235.000
Italië ………..50
46
50
93.240
80.255
2.051.761
2.382.079
277.265
305.771
Polen …………
2)
2)
2)
203.302
180.452
2)
2)
2).
2)
.
Denemarken
9
9 .
940.300
29.900
1.034.000
982.200
150.000
155.000
Zweden
21
4
21
40.596. ,
4.418
976.229
135.937
146.22
20.872
Finland
1
1
1
2.750
2.000
55.000
33.300
6.767
3.936
Totaal
1.365.073
1
1.202.312
11
2
8.
2
9
2
.
671
1
25.493.864
11
4.297.226
1
3.953.690
Daar bij de toezending van de getallen voor de bebouwde oppervlakte een vergissing kan hebben plaatsgevonden,
werd telegraphisch om herhaling der getallen verzocht. Het antwoord is echter nog niet ontvangen.
Uit Polen wordt bericht, dat ten gevolge van de schade door de cercospora nog geen nauwkeurige gegevens be-
treffende de vermoedelijke bietenverwerking en suikerproductie verstrekt kunnen worden, doch dat de cijfers vermoe-
delijk eenigszins lager zullen zijn dan de Octoberschatting. .
..
Indexcijfers van groot- en kleinhandelsprijzen
in Ned.-Indië.
De maandstatistiek 1927 No. 8 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:
Invoer.
De volledige serie omvat 72 artikelen en is ver-
cleelci in vijf groepen. Het onderscheid tusschen de ,,lange” en de ,,’kor’Le” serie is dit, .dat van de 19 extra artikelen der
lange serie gedurende 1914-1921 prijzen ontbreken.
Gednrende de laatste maanden zijn de indexcijfers van de
ii,voerartikelen, zoowel die van de groepen als het alge-
meene vrij stabiel met een weinig dalende tendens. Sinds
Maart j1. stond het algemeene indexcijfer op 161, Juli
geeft 160, Augustus wederom 16
.
1.
Ten gevolge van de prjaschommelingen van eenige arbike-
len wo.
Celico’s, Ruwe Supers
en
Prints
te Batavia, was
het gemiddelde prijsniveau van de
textiele goederen
niet ge-
heel stabiel. ‘ .
Het indexeijfer van de groep. is van Maart/Augustus 172,
173, 174, 174, 173, 175. De stijging in (le laatste.maan’d
wordt veroorzaakt door de artikelen Calioo’s en Prints,
die resp. met 20 en 10 punten omhoog gingen.’
Het prijsniveau van de groep
tevensniddelen
vertoont
sinds Januari jl. een daling;, stond het indexcijfer in het
begin van het jaar nog op 151, de laatste di
–
je .maanden be-
droeg het .147. –
De daling is in hoofdzaak toe te schrijven aan de terug-
geloopen
rijst- en. irteeljjyrijren.
–
De
iaetaleii
en
che-inicaliën
.ondergingen in de eerste zes
maanden weinigwijzigingen. Het prijsniveau van beide,:
groepen stond gemiddeld op 152. La Juli daalde’ het alge-
meene prijsniveau der metalen met 3 punten voornamelijk
ten gevolge van een prijsdaling van
loâd.
‘Het indexcijfer
van dit artikel daalde 26 punten of met 8 .pCt.
De chemicaliën liiepen in Juli 2 puiiten terug, welke cIa-
ling ‘in hobfdzaak toegeschreven moet wordeij aan het ar-
tikel
hars.
Na Februari jI. met het iadexcijfer232 bewogen
de prijzen van hars zich in dalende richting,’ zoodat thans,
het indexcijfer op 178 staat, hetgeen een vei-miuder.ing in
prijs van 23 pCt. beteekent.
Het algemeene indexcijfer van de groep
diversen
bleef van
Februari/Mei jI. constant 175, daalde iii Juni.op 174, doch
de laatste twee maanden geven wee,’ 175 en 176. –
1
Uitvoe-.
Bet gemiddelde prijsverloop van de 20
uitvoer-
artikelen
ligt op een lager ni’eau en is veel minder stabiel
dan dat der invoerai-tikelen. Sinds Januari bedragen de
groepsindexcijfers 136, 132
1
129
;
128, 131, 132, 128, 130.
De daling in de eerste maanden van ‘het jaar was in hoofd-
zaak een gevolg van het terugloopen der
suiker- en
mais-
prijzen..
In Mei trad een aanzienlijke verbetering’ in van de
noteeringen voor ka.pok, kapokpitten, cijarakpitten, peper
en
thee,
waardoor het algemeene .i.ndexcijfer, niettegen-
staande de voortgezette daling van maïs en suiker, 3 pun-
ten omhoog ging. In Juli veroorzaakte de prijsval van
mais
met 22 pCt. en die van
koffie
met 21 pCt. wederom
een inzinking van het gemiddelde ptijsniveau van den ge-
heelen uitvoer. In de maand Augustus werd de stijging door
het oploopen van den prijs van
peper
en
maIs
bewerkt.
Tegen het einde van 1926 waren de suikerprijzen mede
tengevolge van den minder groeten oogst, veroorzaakt door
het ongunstige veder, opgeloopen, zoodot zij in dan aan-
vang van d.it jaar hooger stonden da,, in de overeenkonistige
maanden van 1926. Doch door den ongunstigen fivai,ciee-
lan toestand van Japan en de geringe vraag van Britsch-.
Indische en Chineesche ‘zijde, trad al spoedig een scherpe
daling in en thans zijn de prijzen reeds beneden het niveau
van het vorige jaar gedaald. Het laagste plint bereikte
su-
perieiur in Augustus 1926 met het indexeijfer 134 en Hoofd-
suiker No. 16 e. .h. in Juli met het i.ndexcijfer 118. Voor
30 November 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1057
Juli jl. zijn de indexcijfers respeotievelijk 126 en 109 voor
Augustus 128 en 109.
1)e prijzen van mais zijn aan groote schommelingei.i on-
derhevig. Tengevolge van den grooten aanvoer daalden de
prijzen van dit product en het indexci,ifer viel van 220 in
Januari op 130 in Maart, dus met 40 pet., om vervolgens in
April weer met 24 pCt. te stijgen. In Mei is het indexcijfer
weer met .6 pCt. ge
(1aa’d tot 152, in Juni hierop blijven
staan en in Juli wederom met 22 pCt. gedaald op 118. In
Augustus steeg het inclexcijfer weer tot 152.
In het afgeloopeti jaar en de eerste maanden van dit jaar
liepen de prijzen van
kapok
geleid&ijk terug. Sinds Mei jI.
bewegen ze zich echter weer in stijgende richting. Het in-
dexeijfer bedroeg in Januari 1926 237, in Januari ji. 195,
in April 173, in Augustus 199.
Grootere oogsten in de meeste productielanden gedurende
1926 en verminderde vraag, in verband met de toegenomen
voorraden, wareti oorzaak, dat de gemiddelde prijzen van
thee
sinds October 1926, met het indexcijfer 200, daalden.
Januari jI. gaf 162. Sindsdien is een verbetering ingetreclen
en Augustus gaf als indexcijf er 196.
In de laatste maanden zijn de prijzen van
peper
sterk ge-
stegen, het indexeijfer steeg van 199 in April op 231 in Mei.
255 in Juni, 275 in Juli en 285 in Augustus.
In overeenstemming met de buitenlandsche markt bewo-gen de prijzen van
koffie
zich de laatste maanden in neer-
gaande richting. In Juli jl. trad een aanzienlijke daling
in van 21 pCt., zoodat het indexcijfer van 147 zakte op 116 en in Augustus verder terugliep tot 1.10.
Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.
Invoerartikelen.
–
–
.
.-
.
.I
1913.
100
100 100 100 100 100 100 100
1922.
208
166
172
170
175
181 129
170
1923.
207
163
174
170 169 180 150
173
1924.
213
164
167
160 168
178
155
173
1925.
208
161
160
150 165 172
146
.166
Augustus 1926.
182
159
149
155 156
162
131
155
Siptember
,,
.
181 157
151
154 157 162 132
156
October
.
178
156
150 154 175
164
133
158
November
.
177
151 151
153 175
163
135
157
December
.
175
152 149
151
173 162 136
156
Januari
1927.
176 151 150 152
173
162 136
156
Februari
.
179
151
152 152 175 163 132
156
Maart
,,
.
172
149
153
152
175
161
129
154
April
,,
.
173
148
151
152 175
161
128 154
Mei
,,
.174
148 152 152
175
161
131
155
Juni
,,
.
174
147
152 152 174
161
132 155
Juli
,,
.
173 147
149
150 175 160 128 153
Augustus
.
175
147 149
149
176
161
130 154
1)
20 art.
) 12 art.
8)
12 art.
4)
15 art.
. 5)
13 art.
Kleinhaxdelsprijzen.
De serie indexcijfers voor artikelen
van ‘in- en uitheenischen oorsprong is zoo samengesteld, dat
de inheemsche en cle uitheemsche groep geheel parallel zijn.
De kleinhanciclsprijzen der beide groepen ondergaan’ ge-
ringe wijzigingen; ‘het gemiddelde indexcijfer vande in-
lieeteisehe artikclen is van April/September 168, 166, 167.
167, 165, 165.
Indexcijfers van kleinhandeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.
In.
1
heemach
i)
Uit-
heemschi)
Totaal
Voeding $)
1913114
100
100 100 100
1923 ..
194
173
183
182
1924
. .
182 158 170
170
1925.
.
169 152
160
159
September1926 ..
167
148 158
155
October
. .
170
145
158
155
November
.,
..
168
145
157
154
December
. .
171
147 159 157
Januari
1927
. .
168 145 158
155
Februari
..
172 143 157 156
Maart
. .
169
143
156 154
April
. .
168
145 156 155
Mei
..
166 149 158 156
Juni
. .
167
149
158
155
Juli
,,
. .
167
149
158 156
Augustus
,,
..
165
149 157 154
September
,,
. .
165 149
157 154
20 artikelen.
8)
35 artikelen.
Het algemeene indexeijfer van de
uitheem.sche wrtikelen,
dat op een belangrijk lager niveau staat, bedraagt sinds
Mei jI. 149.
De algemeene indexcijfers van de beide series te zamen
geven van Mei/Juli 158, Augustus en September 157. De
inclexcijfei-s van de voedingsartikelen alleen zijn iets lager.
Passerprjzen.
Nu de voornaamste oogsttijd achter den
rug is vertoonen de landbonwgewassen een stijging. Tot nog
toe blijven zij echter belangrijk lager dan in de overeen-
komstige maanden van het vorige jaar.
De prijs van
klappers
vertoonde in de eerste maanden van dit jaar een stijging, de overige artikelen wo. eieren,
vleesch, geclroogde visch en Javaansche suiker blijven stabiel.
BOEKAANKONDIGING.
Mr. P. W. Kaniphuisen en Mr. J. A.
Grolhe van iS’chellach, Documentaire
J3ankcredieten. –
Martinus Nijhoff
1927, 133 Hz.
In de juridische behandeling ‘der documentaire ere-
dieten, geconfirmeerde en ongeconfirmeerde bank-
credieten ontbreekt altijd nog de noodige ‘klaarheid.
Te verwonderen is dit niet. Omtrent de aechten en
verplichtingen van de betrokkenen bestaat ook in de
praktijk geen helder inzicht. In ‘de terminologie
heerscht groote vei-schei’deuheid. Slechts een hoogst
enkelen keer kwam het bij’ ons tot de behandeling van
een vraag in de praktijk. De rechtspraktijk van an-
dere landen geeft wat meer voorbeelden, maar daar
gaat het om andere gebruiken en worden andere
rechtsregels toegepast.
Veel verbetering is in dozen toestand niet to ver-
wachten, v66r de bankiers van verschillende landen
eens bij elkaar komen om op dit terrein de noodige
bindende regels vast te leggen. Ten deele is dit voor
de praktijk van verschillende landen elk voor zich
reeds gebeurd. In ons land zijn wij echter nog niet
eens zoo ver gevorderd.
Aan Gimbrère (Handelscredieten, late dr.
1923)
komt (le oer- toe, deze materie in onze rechtislittera-
1uur te hebben geïntroduceerd. Hij ‘maakte enkele
fouten. Hij stichtte verwarring door ‘de onhandigheid
den term ,,geconfirmeerd crediet” te gebruiken in den
zin, ‘die ‘daaraan in Amerika gehecht wordt, zonder
duidelijk te doen uitkomen, dat men in Europa alge-
meen een andere spreekwijze volgt, maar hier staat
‘de ‘groote verdienste tegenover van dezen schrijver,
dat hij ‘met groote nauwgezetheid ‘de rechten en ver-
plichtingen hoeft nagegapn, welke voor betrokkenen
ontstaan ‘bij een, reeks van verschillende credietvormen.
Het boek van ‘cle hoeren Mrs. Kamphuisen en
Grotho van Schellach is van een anderen opzet. Het
verschijnt in ‘het fraaie o’erz’ic’htelijke uiterlijk, dat
wij van Nijhoff’s handboeken gewend zijn. Met zijn
indeeling in korte paragrafen en zijn uitvoerige in-
houdsopgave heeft dit wrk geheel de allures van het
handhoek, .dat een gemakkelijke raadgever wil zijn
voor wetenschap en praktijk. Het boek is over het algemeen duidelijk geschreven.
Het behandelt vrij volledig de verschillende verhou-
dingen ‘bij ‘de credieten, waarbij’ de bank uitbetaling
of accept[betaling op .zich neemt met onderscheiding
tussehen ‘het ‘geconfirmeerde crediet,- dat zeer uitvoe-
rig en ‘het niet-geconfirmeerde crd jet, ‘dat slechts in
een kort hoofdstuk behandeld wordt. De verschillende
verhoudingen., welke ‘zich voordoen: importeur – ex-
porteur, importeur – bank, bank – correspondent,
bank/correspondent – exporteur vinden behandeling.
Een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan ‘de verplich-
tingen, welke op ‘de bank rusten in verband met het
onderzoek van documenten. De regelingen ‘door ‘ban-
kiers van verschillende landen vastgesteld omtrent
hun verplichtingen in dit opzicht jegens hun cliën-
ten, to wier ‘behoeve zij credieten openen, zijn al’s bij-
lage opgenomen.
Aan de verwachting, welke het ‘door zijn uiter-
lijk ‘opwekt, ‘beantwoordt het boek bij nadere kennis-
making niet in alle opzichten. Zeker kan meestal het-
1058
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 November 1927
geen schrijvers leeren wel als juist worden ‘aanvaard,
maar ook dit boek heeft zijn punten, die tot twijfel
aanleiding geven. Ook hier vinden wij weer onhan-
digheden, welke verwarrend moeten werken. Het boek.
is zeker eenvoudiger ‘dan dat van Gimbrère, maar’
deze meerdere eenvoud is niet altijd verkregen zonder
de volledigheid op te offeren.
Tot stavin.g van ‘deze opmerking wil ik geen beroep
doen op de verschillende kleinere bezwaren, waartoe
het boek mij aanleiding gaf, maar de aandacht vesti-
•,en op enkele van de punten, waar
schrijvers
in mijn
oog meer ernstig te kort schieten.
De behandeling van de authority to purc’hase (§ 15)
vindt
eigenlijk
in het systeem van
schrijvers
geen
plaats en is daardoor onvolledig geworden en verwar-
rend tevens. In den aanvang van de paragraaf gaan
schr.’s uit van de gedachte, .dat wij hier te doen heb-
ben met een machtiging van kooper op zijn bank om
de door verkooper op hem getrokken wrissels voor zijn
rekening te koopen. Aan het ‘einde van dezelfde para-
graaf wor.dt nog in een enkelen volzin het geval afge-
handeld, dat de machtiging doorgegeven wordt door
‘des importeurs bank op een correspondent ter plaatse’
vet verkooper. Belangrijker is, dat schr.’s stellen, dat
d:i t crediet den exporteur geeneri ei recht geeft tegen de
bank. Wanneer de correspondent den exporteur een-
voudig mededeelt:
,,wij
zijn door de X-bank gemach-tigd Uw wissels op A (kooper of Bank ‘des koopers)
te negotieeren” zonder eenige toevoeging, dan be
staat inderdaad geen aanleiding, daaruit een recht
van ‘den gebeneficieerde af te leiden op plaatsing
van zijn wissels
bij
de credietopenende bank of haar correspondent. Maar deze figuur kan voorkomen in
zoodanige variaties en ‘met zoodanige toevoegingen,
dat een recht van den vrkooper zeker mag worden
aangenomen. Ik denk aan het onderscheid, ‘dat wel ge-
maakt wordt tunschen de mededeeling ,,wij zijn ge-
machtigd” en ,,wij hebben opdracht” (,,we are in-,
structed”). De correspondent, die aan den expo.rteurL
schrijft ,,wij hebben opdracht Uw wissels te koopen”
en door deze mededeeling blijk geeft, die opdracht te
willen uitvoeren, geeft ‘daarmede, dunkt mij, •een toe
zegging, waaraan de exporteur •hem zal kunnen hou-‘ den. In do formulieren treffen, wij trouwens ook me-
dedeelingen •aan omtrent al of niet herroe’iybaarhei’d,
van dit crediet, die alleen ve’reenigbaar zijn met de –
gedachte, .dat ook uit dit crediet een verplichting
van •de bank – en ‘dus’ een recht van den gebenefi-.
deerde – voortvloeit. Een garantie ten behoeve van
den verkooper ontbreekt natuurlijk in dit geval, maar –
dit mag nog geen aanleiding ‘zijn te zeggen, dat hij
geen recht. heeft.
Nog
belangrijker
is de vraag omtrent de verhou-
ding van het geconfirmeerde crediet tot ‘de koopover-
eenkomst, ‘die tot het stellen van het crediet aanlei-
ding gaf. Gim’hrère sprak van een garantie voor de nakirning
van de verplichtiiigen ‘van den kooper, welke in be- –
ginsel zou ‘komeh te vervallen met het vervallen van
die verlichting. Fortanier, in zijn ‘opstel in de Eco!
n’oit van 1923 noemde ‘cie verplichting van ‘cie bank
een zelfstandige: ‘
Schr.’s stellen met veel nadruk, ‘dat ci-ediet en koop-
overéen’komst twee dingen zijn, welke juridisch in.’
geenerlei verband tot elkaar ‘staan (§ 23)’ en voegen
‘daaraan in een polemiekje tegen G-im’brère eenige
argi.i,’menten toe (§ 26), zonder aan dit onderwerp de:
principieele behandeling te .geven, waarop het. aan-
spraak kan maken. Dat ook geen “bespreking gewijd
wordt aan het ten aanzien.van ‘dit strijdpunt aan hun
zijde ‘staande vonnis van ‘cie Rechtbank te ‘Amsterdam
vari 6 Maârt 1925, N. J. 1926, bi. 497, is ermoede-,,
lijk aan ‘den recenten ‘datum van dit vônhis te wijten.
In ‘den strijd over dit onderwerp schaar i’k mij’ aan
de zijde van Gimbrère, ‘al ‘ga i’k’ 6ok’ niet mede met
al zijn conclusies’: Onbetwist is, dat de ‘bona fide houder ‘van den w.is-
sel alleen heeft té maken met de voorwaarden van ‘den
credietbrief. Verschil kan alleen bestaan over ‘de
vraag, of ‘de verkooper, die zelf zijn ‘documenten aan-
biedt, kan worden afgewezen met verweermi’ddelen,
ontleend aan ‘de koopovereenkomst ‘of aan ‘cle ‘omstan-
‘dighei’d, ‘dat ‘de koop niet meer ‘bestaat. Bevestigende
beantwoording van ‘deze vraag spreekt, naar mij voor-
komt, ‘bijkans van zelf. Verkoopers aanspraken tegen
d’e bank mogen in ‘dit ‘geval te goeder trouw niet
worden geldend gemaakt. Overigens kan hier naar de
ontwikkeling onzer opyattingen op ander gebied wor-
den verwezen. De abstracte ver’bintenissen, waaraan
elders ‘de deur is gewezen, behooren hier niet. weer te
worden binnengehaald.
De meenin’g van schr. ‘s, ‘dat ‘de bank, indien zij
tegenwerpingen zou kunnen ontleenen aan ‘den ‘koop,
ook jegens ‘haar opdrachtgever verplicht zou zijn, het
bestaan van zulke tegenwerpingen te onderzoeken
(qu’od absurdam), kan ik niet ‘deelen. Tegenover haar
cliënt is de bank gekweten, wanneer zij’ ‘betaald heeft
in overeenstemming met ‘den credietbrief, opgesteld
overeenkomstig de opdracht, die zij: kreeg van haar
cliënt, maar dit ‘beteekent ‘geenszins, dat zij onder
gelijke omstandigheden jegens ‘gebenefic’ieerde steeds
tot betaling verplicht is. Ook hier vinden wij een
analogio in het wiss’elrecht. Acceptant ‘is gek’weten’
door ‘betaling op ‘den verval’dag aan ‘den regelmatigen
hou’der, maar dit’ beteekent niet, dat wie regelmatig
hou’dei- is ‘op den vervaldag ook ‘onder alle omstan’dig
heden betaling van ‘den wissel vorderen kan.
In het geval van Rechtb. Amsterdam, 6 Maart 1925,
N.
J.
1926, bl. 497 was het koopcontract ontbonden
door toepassing van art. 37 ‘der Indische Faillisse.
mentsregeling (art. 38 F.W.), tengevolge van faillis-
sement van ‘den ‘kooper. De Rechtban’lc nam hier in
afwijking van Gimbrère aan, dat niettegenstaande
het vervallen van de ‘koopovereenkomst ‘de verplich-
ting’ van ‘de ‘bank uit het crediet ‘bleef bestaan. Om dit
te argumenteeren ‘behoefde ‘de Rechtbank niet –
gelijk zij’ noodig ‘oordeelde – een beroep te ‘doen, op
het zelfstandig karalter van het crediet. Vatten wij
het crediet op als ‘gai’antie, ‘dan moet ‘dit beteekenen
een’ garantie van dien aard, dat ‘de verkooper ten
opzichte van de betaling van ‘de, koopsom volstrekt
onafhankelijk wordt van het vermogen van ‘den keeper.
En nu spreekt het toch wel van ‘zelf, ‘d’at deze ga-
i’antie niet mag vèrvallen, wanneer intreëdt het geval,
waarvoor de garantie juist is gegeven, het geval.
namelijk dat ‘de kooper zijn ‘betalingen staakt.
In verband met de overdraagbaarheid van het cre-
diet hadden wij’ gaarne gezien, dat aan’dacht geschon-,
ken was aan ‘het in d’it opzicht belangrijke vonnis
yan de Rechtbank te Amsterdam van 9 April 1926,
W. 11508, terwijl
‘bij’
‘de ‘behandeling van de gevolgen,
welke het ‘niet stellen van het crediet heeft tusschen
partijen, schr.’s hun voordeel hadden ‘kunnen doen
met de bespreking, welke Prof. Rih’biu,s aan dit onder-werp wij’d’de in Rechtsgel. Magazijn 1921, bl. 166.
Indien naast de hankiers’v’oorwaarden onder de bij-
lagen ook formulieren van credietbrieven waren op-
genomen, zou het werk daardoor zeker hebben ge-
wonnen.
‘
DRUCaER.
ONTVANGEN:
Veu-slagen van Landbouwkundige onderzoekingen der
,Rijlcslandbouwproefstat’ions,
No. XXXII.
Direc-
tie v. •d. Landbouw; Dep. v. Binnenl. Zaken en
Landbouw. “s-Gravenhage, 1927; Algemeene
Landsdrukkerij.
Cai’nada and the Twentieth Century. Uitgeg. ‘door The
Royal Bank of Canada. Montreal, 1927.
Het zuivelbedrijf in Denemarken; de teelt van groen-
ten en vroege aardappelen in Italië.
Verslagen
en Medecleelingen van de Directie van ‘den Land-
bouw v. ‘h. Dep. v. Binnenl. Zaken en Lan’d’bouw
1927 No; 3. ‘s-Gravenhage, 1927; Algemeene
Lan,’dsdrukkerj. –
30 November 1927
ECONOMISCH-STATISTISCËE BERICIÏTEN
1059
STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISCHEN TOESTAND VAN NEDERLAND.
(Niet met
*
gemerkte gegevens ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)
1927
11
Jan.ISept.
Febr.
Maart
April
i
Mei
Juni
1
Juli
1
Aug.
1
Sept.
11
1926
1
1927
.
Arbeidsmarkt.
7.441
12.651
13.734
15.267
15.099
13.082
8.448 6.124
100.548 106.192
Staat- en part. mijnen.
Aantal arbeiders op len der maand
349
33212
291
33228
535
33.213
799
33.238
706
33.312
462
33.425
287
33.674
970
33.918
3.643
31.78
12
)
4.206
Bedrag der gehouden
aanbestedingen
X t
1000 …………..
waaronder voor fabrieksbouw
X f
1000 ………………..
Metaalindustrje.Aantal
meerderj. arbeiders op 1 Jan. en 1 Juli
28.77213)
2726313)
( Gemiddeld aantal taken p. week v.
Amsterdam
Haven-
18,8
18,6
18,2 17,0
19,0
19,1
19,0
18,7
16,8
18,6
,
alle b. d. ,,Havenarbeir1sReserve”
(X
1000)
bedrijf
.
..
ingeschr.
losse
arbeiders tezamen
.J
Rtterdam
41
,
7
1jj
1jjj
11.
40,8 39,4
Indexcijfer der Werkloosheid.
n,o
7
,
5
]I
6,
1
1
5,1
…
4,9
L5,6
1
a
i
Ii
….z
1
§
7,’
Arbeidsbemiddeling,
1)
Aanbiedingen v.
f
Ingeschreven ged. de maand.
. .
49,9 48,2
44,6
45,9 45,4
44,9
50,2
46,6
421,3
432,8
‘.
werkzoekenden.Overgebl. op het einde v. de mnd
§
90,4
75,6 65,3
59,7
57,7
55,5 58,6
61,2
64,4 61,2
Aanvragen
van
J
Ingeschreven ged. de maand
. ..
, _
20,8
27,6
26,9 27,2
23,5 25,0 24,8 24,3 207,4
222,7
werkgevers.
Overgebi. op het einde v. de mnd
x
6,5 6,8 6,5 5,2
5,1
5,5 6,0 5,0 6,0
Plaatsinsen……………………………………j
,
, ,
164,8
Arbeidsloonen.
Ondergrondsche arbeiders ……….
5
bij
de mijnen
Bovengrondsche
(loon
dienst)
……….
per
f
5,44
3,98
f
5,42 3,92
~
,
3,95
5,45
f5,48
f547
f5,49 f5,54
/5,51
f5,4612)
,,
,,
3,94
,,3.95
,,3,96
3,95
,,3,94
,,3,9112)
32’4
§74,74
Vaste
havenarbeiders {Amsterdam} weekinkomen
. .. .{
F34 2915)
ouw
e rijven
<
Timmerman
0,93
,,
0,94
,,
0,95
0,98
,,
0,97
,,
0,97
,,
0,96
,,
0,97
,,
0,88
12
)
..
(
Metselaar
uurinkomen
……………….
,,
………………..
ms
er am.
Opperman
………………..
0,89
o,
,,
0,90
,,
0,84
,,
0,92
,,
0,91
,,
0,01
0,87
,,
0,88
,,
0,86
,,
0,90
,,
0,83
,,
0,90
,,
0,86
,,
0,90
C
,,
0,90
12
0,8412
Metaalindustrie, uurinkomen van meerderjarige arbeiders
0,6
Voortbrenging en verbruik.
Zee.
.I
aanvoer in
Ned.
havens
2)
X
1000
K.G.
§
4.098
§
1.177
§
4.804
§
1.1 6
§
3.703
§
969
§
4.209
1.021
§
5.616
§
10.572
§
12.967
§43.60412
49.58
01
8
vlsscherlJ.
1.
opbrengst
X 8
1000
………………………
§
693
§
794
§
725
§ §
724
§
1.354
§
742
§
1.895
794
§
2.505
§
814
§
811
§
10.796
28
6.290
§
1.286
18
§
6.837
Productie der
kolenmijnen X
1000 ton
3) ………………
Voor binnenlandsch verbruik beschikbaar gekomen hoe-
veelheid
steenkolen X
1000 ton
4)
…………………..
In consumptie gebrachte
suiker
5)
X
1000 K.G…………
§
856
13.858
§
1.004
17.758
§
852
17.202
§
799 17.028
§
865
15.248
§
963
21.151
§
1.111
16.406
§
1.043
17.968
7.374
151.788
§
8.375
153.913
Aan de consumptie onttrokken
suiker
6)
X
1000
K.G
.
Schepen In aanbouw ;
inhoud in bruto Registerton
7)
. . . .
906 914
798
1.158 1.218
788 904
9.775 8.783
133.645
171.825 148.245
18
lndexcilfers prijzen landbouw- en veeteeltart.
basis
J 133 132
131
136
137 143
141
144
135
137
lndexcijfers productiekosten van den landbouwf 1910-‘I4
159
159
161
159
160
159
160 160
160
159
Handel en Verkeer,
flandelsbeweging
zonder gouden
en
1
190
226
204 203
217
212
218 218
1.831
1.876
zilveren munt en muntmateriaal (in
Uitvoer
135
161
151
152
162 159 164
184 1.271
1.403
millioenen)
……………………
Saldo
invoer
….
55 65
53 50
55 54
34
560
472
Ontvangsten der Spoorwegmaafsch.
(in millioenen)
Ontvangsten per
dagkilometer
sedert 1 Jan. (in gld.)
. ..
11,2
12,7
13,2 12,7
13,7
§
15,5
§
15,9
§
14,1
124,7
§
121,2
110,21
109,72 112,77 112,65
114,55
§
117,01
§
120,25
§
121,22
125,39
12
)
!nklaringen(geladenf
Nieuwe Waterweg(j
N
T
‘
1
.
.
zeeschepen)
‘.
Ijmuiden
f
.
.
.
1.464
308
1.616 1.570
1.759
1.641
1.808
1.877
1.758
12.837 14.998
(
Invoer ………….
Inklaringen
L bth
J
(geladen rivierschepen in 1000 ton
Uitklaringenf
°
1
2.760
347
2.930
361)
2.408
348
3.008
350
2.723
398
3.038
440
3.019
365
2.766
2.910
30.843
3.267
25.370
1000
K.G.)
Opgelegde zeeschepen
ojd. len der maand: aantal
8)
2.024
4
2.096
4
2.100
3
2.467
3
2.434
3
2.825
3
2.687
3
2.547
4
12.176
82
21.1
4
4 3
3 3 3 3
16
20
12
van
…………………..
‘Indexc.v. scheepsvrachten.(Volle ladingen ,,The Econom.”)
140,2
138,0
129,2
129,6
124,0 118,2 122,7
125,1
112,9
129,4
Idem:
bruto inhoud In 1000 registertonnen …………………
*
(
Gelost bij invoer…………
}
(i
.
(
oe erenverv
9
oer<
Geladen
bij uitvoer
<
……..
1.646
694
1.990
829
1.813
752
1.979
2.192 2.334
2
.
2R
l
2.273
17.678
18.127
n
e
ovens
Doorgevoerd
met overlading
Ofl
2.979
2.971
2.872
779
2.713
82!
2.875
840
3.107
778
2.967
911
3.088
8.321
21.750 7.139 26.197
Prijzen, kosten van levensonderhoud,
‘Indexcijfers
der groofhandelspr(Jzen
f
Algemeen cijfer
in Nederland
146
144 143 145 149
151
149 150
144
147
(1913
=
100) ……..1. Voedingsmidd. ed.
149 148 147
150 155
157
154 156
143
152
Kosten van
(
Arb.gez. A’dam (1 Oct. ’23-30 Sept. ’24
=
100).
94,2 94,8
947
93,0
12
)
levens-
<
Arbeidersgez. te ‘s-Gravenhage (1921 r_100
)
.
79,7
79,8
79,7
78,712)
onderhoud.
Ambtenaarsgez.te’s-Gravenhage(lg2lloo)
79,6
79
,
2
79,6
79,4121
Financiewezen,
‘Opbrengst
RIJ
ksmlddelen
(totaal)
. .
.
37,8
40,1
42,2
48,7
42,9
42,5 38,6
40,0 364,9 379,5
Beurs belasting ……….
1
.
.
1
Invoerrechten
‘(ln millioenen)
0,588
0,536
0,481
0,492
0,421
0,405
0449
0528
3,769
4,548
……….
Staf Istiekrecht ……..
s.)
!
4,68
0,320
5,39
-0,380
4,94
0,346
4,97
0,368
4,54
0,357
4,41
0,372
4,83
0,384
5,29
0,391
43,03
3,064
43,55
3,238
‘Gegireerd
door den
Postch.
en
Girodienst
(in millioenen)
288
316
311
352
354
324 293
314
2.981
2.903
‘Giro-omzet bij de
Ned. Bank
(in millioenen)
…………
‘Opereerend kapitaal der Ned. BankIO)
(in millioenen)
3.031
417
3.281
427
3,508
417
3.485
439
3.362
459
3.367
441
2.872
442
3.265
436
24.716
448
12
)
29.587
..
3,
5
0
3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50 3,50
3,50
3,50
‘Particulier
‘Prolongatie
3,47
3,50
3,46
3,44
3,52
3,53 3,45
3,55 2,78
3,43
3,62
101
3,55
105
3,72
104
3,75
103
3,89
102
3,25
102
3,41
103
3,82
107
2,78
112
3,55
1
11. Bank- en credietinsteil. [Aand. van 7 ondern.]
102
104
101 101
100
..
100
100 103 106
1. Nijverheid [Aand. van 49 ondern.]………….
110
115
113
112 107 104
111
116 115
–
III. Scheepvaart [Aand. van 7 ondern.) ………..
‘
°-
1
IV. Indische fondsen [Aand. van 24 ondern.] …
144 148
148
153 149
147
153
157
157
WzsseldiscontoderNederl,Bank’l
(………
‘
V. Petroleum [Aand. Kon. Ned. Petr. Mij.]
107 106 103
103
103-
96 94 95
95
–
disconto
>
gemiddeld pCt.. ………
3
1,………
4,05
4,05
4,05 4,04 4,05
3,94
3,89
3,98
3,96
4,72
4,73 4,70
4,68
4,64
4,57
4,53
461
4,65
,
o
4,99 4,96
4,96
4,93
4,91
4,88 4,92 4,93 4,94
.
.,..
.
1. Ned. Grootboekobligaties …………………
II. Nederl. Staatsleeningen. .
………………..
4,71
4,72
4,72
4,70 4,68
4,66 4,64
4,64
4,63
Ned. Indische leeningen…………………..
Gemeent. en provinc. leeningen
………….
4,67
4,66 4,66 4,64 4,64
4,61
4,58 4,60 4,59
Spoor
–
wegleeningen ………………………
Fondsen
11
tm.
V ………………………..
4,77
.4,77
4,76
4,74 4,72 4,68
4,67
4,69 4,70
Emissles
(onder aftrek conversies
U)
(in mijl.)
j
45,1
_LL_
..L…
383
,
3
1
Aantal uitgesproken Faillissementen.
339
338j
2931284
368]257
305
2814
1
2.718
§
Voorloopige cijfers,
uitvoer
in den vorm van suikerhoudende goederen.
7
1
Op den
laatste
1]
40
distr.- en
3
andere arb.beurzen en, voor zoover bekend,
de cor
–
van het kwartaal. Cijfers van Lloyds.
5]
Te A’dam en te R’dam.
sJ
A’dam,
respondentsch. der arb.bemiddeling.
2
1
Zoowel door Nederi. als buitenl.
R’dam, Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige
schepen.
3
1
Kolenslik
niet
inbegrepen.
Wel
zijn inbegr. de eigen con-
havens.
10]
Zonder voorschot aan
den
Staat en schatkistpromessen
sumptie der mijnen en de kolen, die aan de mijnwerkers gegeven
rechtstreeks; 3e weekbalans v. d. maand.
11]
Nom. bedrag voor Mrt.
worden
[z.g. ,,Deputatkohlen”].
4]
Saldo invoer plus eigen productie.
5,0; April 2,3; Juni 13,1; Aug. 8,8;
Sept.
14,8; Jan.lSept. ’26 270,3; Jan.)
t]
D.w.z. onder betaling van
accijns in het vrije
verkeer gebracht. Aan-
Sept. ’27 44,0.
12
1
September.
13
1
Januari.
14]
Ie kwartaal.
15]
2e kwartaal.
genomen mag worden, dat deze suiker binnenkort de consumenten be-
161
3e
kwartaal.
17]
2e halfjaar.
18]
Jan.JAng.
29]
Juni.
61
D.w.z.
reikt.
waarvoor restitutie van accijns is verleend wegens
niughouders 56.477
f3.092.61l.000
57.704
f
3.318.772.000
waarvan door
de 11.-bank
–
plaatselijk
43.620 ,,3.316.536.000 43.663 ,, 2.935.888.000
Ter voldoe-
–
ning van
Rijksbelast.
1.380
11.211.000
e
1.630 ,,
14.133.000
POSTCHEQUE EN GIRODIENST.
(In duizenden guldens).
October 1927
11
October 1926
Aantal
1
Bedrag Aantal
1
Bedrag
op ûlt°. ……..
…127.762
118.455
Bijschrijvingen …. 1.519.329 373.603 1.250.411 428.931
wegens:
a. Stortingen ……..647.407
99.562
530.182
92.461
b.
Overschrijvingen.
van andere rek. 871.788 262.132
720.229 336.469 –
van Ned. Bank.
134
11.874
2)
2)
c.
And, onderwerpen
34
Afschrijvingen . . .. 963.206 373.063
822.545 391.822
wegens:
a. Ch.èques . ……..174.217
58.271
163.597
55.318
b.
Overschrijvingen.
van andere rek. 761.237 262.1.32
626.744 336.469
van Ned. Bank.
824
52.623
2)
2)
c.
And, onderwerpen
20.928
37
32.204
34
Gezamenlijk tegoed
op. ult°
89.096
91.099
Bedrag der beleg-
ging
1)
…
68.921
72.080
,) He.t bedrag, dat vroeger ,tegen vergoeding, van, rente aan de schatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor
zoover het nog niet voor vaste belegging is aangewend, te
zamen met andere bedragen in rekening-courant met. hete
Staatsbedrijf der posterijen en telegrafie begrepen, en is’
daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen.
2)
Sinds Juli 1926 overschijvingen Ned. Bank afzon-
derlijk
.
PRODUCTIE. DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZO.UTMIJNEN.
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.).
I. Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
Oct.
1
.Jan./Oct. Jan./Oct.
–
1927
1927
1926
Prod. Steenkolen in tonnen. 810.373 7.646:897 7.078.239
Kolenslik ……………..18.870
128.630
1.77.783
Aantal normale werkdagen
26
252
.254
II. Bruinkoleomijn ,,Cansborg”.
Oct.
Jan./Oct. Jan./Oct.
1927
1927
1926
Netto-productie in tonnen. .
16.330
167.455,8 176.761
Aantal normale werkdagen
26
206
252.
III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutiodustrie te Boekeio)
Oct.
Jan.Oct. Jan./Oct.
1927
1927
1926
Afgeleverd ‘
Geraif. zout ……..(ton), 3.062
29.453,5
28.083,7
In,dustr’iazout ……( ,, )
35
540,5
300,5
Afvalzout ……….(‘ ,, )
164
1.368
930
Aantal normale werkdagen
26
256
254
Arbeiders.
– –
.
Gezainen-
Bruin-
Aantal.
Ste1en- kolenmijn Zoutmijnen
mijnen
,
S 0
g
1 Nov. 1927
. …………..•. {
248652)
164.
13.5
–
1 Nov., 1926……………….
159
110
23.5352)
1)
bovengronds.
2)
ondergronds.
30 November 1927
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfèrs nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’s.
Ned1Vrsch.
Disc.Wissels.
4413 Oct.’27
Zwits.Nat.Bk.
3422 Oct.
‘2,5
Bel.Binn.Eff. 5
13 Oct.’27 N.Bk.v.Denem. 5
23Juni’27
inR.C. 6
13 Oct.
‘2.7 ZweedscheRbk 4
21Apr.’27
Javasche Bank… .4
14Juli’26
Bankv.Noorw. 5. 1Nov.’27
Bank van Engeland
4421 Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5
Oct.’27 slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk. 5
14Apr.’27
N. Bk. v. O’rijk. 64
24Au9.’27
Belgische Nat. Bnk.
4416 Nov.’27
N. Bk. v. Hong. 6 25Aug.’26
Fed.Res.BankN.Y. 34 4Aug.’27 Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 6
108ept.’27
OPEN MARKT.
1927
1926
1925
11
1914
26N
21126
14119
7112
22127
23128
20124
Nov.
Nov.
Nov.
Nov.
Nov.
11
Juli
Partic. disc.
4
1
/2
43!
9
9/
j9
47J,_1/
43/
4
_1j
3
31j_3/
j
31j
4
_1/
3
311
9
_31,
9
Prolong..
41/3.5
4
1
12-5
4’/,,.5
411,5
23/
4
-31/
3
3
1
/34
,
211
4
31
4
Londen
Daggeld ..
3-11,
3.431
4
3.4112
34112
311
3
.5
2-4
1
3
14-2
Partic. disc.
451
45
116
4
5
/1
-3
1
4
116
–
Is
45
18-
11
Ii6
3
5
116-4
2
1
j4
3
14
Berlijn
Daggeld ..
4117
4113.7113
4
1
/7
4
1
13.6
1
/3
211
4
.6
7-10
–
Partic.dlsc.
30.55 d..
•
81/4.9/
4
8
1
14-9
614
6
3
14
41
18
6
3
14
–
56-90 d..
.
6
3
14
6
3
/4
•
6
3
14
63/4
4
3
13
6
3
14
2
1
1
1
/
Waren- wechsel.
711
4
.31
9
7114.319
7114-18 7_3/
57/3..51/4
8
3
14
–
New York’)
Cali money
311
3
.31
4
31/,J/
4
311
3
.31
4
31/
3
.3/
4
4
1
/2.5
1
/4
4112.5114
1914_2112
Partic. disc.
3
18
3318
3114_319
31
8
371
9
351
8
–
1)
Cail money-koers van 25Nov. en daaraan voorafgaande
weken t/m
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Da a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
*)
1
1
*)
9)
9)
1)
22 Nov. 1927
2.471/
2
12.078/
59.11
9.731
34.55
9971
9
23
,,
1927
2.471i
12.07%
59.121
.
9;735
34.564
997/
8
24
,,
1927
2.471/
8
12.0781
59.13
9.734 34.56
997/
8
25
,,
19.27
2.4791
1
,
‘12.074
59.12
9.734
34.564
99
.
1
’26
,,
1927
–
1-2.0744
59.11
9.74
34.57
–
99718
28
,,
1927 2.4734
12.07’1
59.13 9.734
34.584
997/
0
Laagsted.w.1)
2.4781
12.061
59.06
9.72
34.54
99%
Hoogste d.w
1
)
2.4734
12.07%
59.14
9.75
34.60
100
21 Nov. 1927
2.47%
12.067/
59.08
9.73
34.55
99
,
1
8
14
,,
1927
2.471/
4
12.07
T
9
59.124
9.734 34.56
9971
s
Muntp’ariteit
2.48%
1
12.10%
159.26
48.-
134.59
100
Data
Zwit-
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
‘j
rest
1)
•.,1
22 Nov. 1927
47.75
34.95
7.344
-1.524
13.47
41.96
23
,,
1927
47.76
34.95 7.341
1.524
13.49
41.95
24
,,
1927
47.76
34.90
7.36,
1.50
13.484
41.824
25
,,’
1927
47.75
34.95,
7.36
1.50.
13.474
41.84
26
,,
1927
47.739
34.929
7.36
1.51
–
–
28
,,
1927
47.74
34.92%
7.3,5
.
1.51,
13.47
41.58
Laagsted.w.
1
)
4.7.70
34.85
7.324
‘1.474
13.45
41.424
Hoogste d.w’)
47.77% 35.05
7.38 1.55
13.51
42.-
21 Nov. 1927
47.74
34.95
7.344
1.524 13.454
41.85
14
,,
19.27
47.80
’35.-
7.35
1.52-4
13.464
42.05
Muntpariteit
48.- 35.-
)
–
48.- 48.-
48.-.
,.a a
D
t
Stock-
Kopen-
Oslo )’
1-fel-
Buenos-
Mon-
holm
*)
hagen.)
‘
j,
Aires’)
(real’)
22
Nov.
1927
66.70
66.40
65.80
6.24
105%
1
2.47’71
23
,,
1927
66.724
66.40
65.824
6.24
1,0534
2.483/,
24
,,
1927
66.724
66.364
0.82k,
6.74
10519/
4
.
2.48.
25
,,
1927
66.724
66.40
65.8.7
6.24
106
2.48
26
1927
6.6.75.
66.374 65.85
6.24
106
2.48
28
1927
66.75
66.374
65.824 6.244
106
2.48
Laagste.dw.’)
66.65
66.10
65 70′
6.23′
105%
2.47/
4
Hoogste d.w’)
6,6.80
66.424
65.90
6.26
106%
2.483
9
21 Nov. 1927
66.70
(36.37k
65.774
6.24
105% 2.477
14
,,
1927
66.684
66.42
65.50
6.25
105%
2.4811
8
Muntpariteit
66.67 66.67
64.67
‘
6.264
10531,
2
‘)
Noteering
te. Amsterdam.
‘)
Noteering te.
Rotterdam.
–
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7M
4
i5 en 7.21
1
13.
In het eerste nummer van, iedere maand
komt
een.
o,verzickt
voor van een, aantal niet wekelijks, opgenomen.
wisse1koeren.
1060
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSCHE BANK.
October 1927
October 1926
Posten
Bedrag
Posten
Bedrag
Voor reke.
30 November 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1061
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a
Londen
($
per £)
Parijs
( p. IOOfr.)
Berlijn
($ P. 100
Mk.)
Amsterdam
($
P. 100 gid.)
22 Nov.
1927
4,87211
33
3,93,4
23,87H
40,39 23
1927
4,87
11
/1e
3,93’1
23,83
40,38
24
1927
–
–
–
–
25
1927 4,871s,
3,933
23,88
40,40
26
1927
4,87
,
al
l
,
3,93i.
23,88X
40,403.
28
1927
4,87»1
3,93
8
1
8
23,88
,
4
40,41
29 Nov.
19261
4,8531
33
3,71
23,76
39,9714
Muntpariteit..1
4,8687 19,30
23,81y
4
4031
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
INoteerings-I
eenheden
12
Nov.
J
1927
19Nov.’
1927
21126
Nov.
1927
ILaagsteHoogsteI
1
26Nov.
1927
Alexandriö.
.
Piast. p..
9724
971
i
973.
Athene
….
Dr. p.
£
368X
368
366
369 368
Bangkok …
Sh.p.tical
1j103
1110 1110
/Ø
T
1,10
8
T5
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.821
27.85 27.83 27.90
27.871
B. Aires’). ..
d. p.
$
4725/32
4755
‘
l64
47271
132
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
115
31
/
32
115311
32
1
11
5°
”64
1
1
63
164
1i6
1
1
33
Constantin..
Piast.p.,C
912
932h
930
950
937
Hongkong ..
Sh. p.
$
210
7
1
210
7
1
2,0
1
I
2071
8
21
t
0 iv
Kobe
……
..Sh.p.yen
1’10’
1
as
1/104
Sv
–
,
fl1018
vS
1
1
1011
1
1/l0
Lissabon
1)
. .
d. per Esc.
22
164
2′
–
164
27/
2151
25
229l
84
Mexico …..
d.per$
24
24 23
25,
24
Montevideo’)
d.per$
51
51
50
3
/
4
51
51
Montreali)
.
$
per
£
…
4.86
4
.
86
4.86+
4.i47,.
8
T
487′
R.d.Janeiro’)
d. per Mii.
557
’64
57/
8
1
555;
64
555, 84
571
Shanghai
..
.
Sh. p. tael
2
1
1
7s1
217i
26
21771
8
2
771
16
Singapore. ..
id. p.
$ 21345184
1
2’3
8
213231
33
2 3719
213131i6
Valparaiso
‘).
$
p..
39.43 39.46
39.46
39.55
39.48
Warschau ..
Zi. p.
£
434
433<
43
44
43s1
1)
Telegrafisch transtert. 2)90 dg.
ZILVERPRLJS GOUDPRIJS 8)
Londen’)IN.York’)
Londen
21 Nov.
1927..
265/
57t1
21 Nov. 1927
841113
22
,,
1927.. 26X
579/
,
22
,,
1927
84/113,
23
,,
1927..
26i’,
575%
23
,,
1927
8411124
24
,,
1927..
2691
5 7V
4
24
,,
1927….
841113,(
25
,,
1927.. 26
581/
3
25
,,
1927….
8411124
26
,,
1927..
26″,,
5771
s
26
,,
1927…..
84111
27 Nov.
1926..
25
71
549(
27
Nov.
1926….
8411124
20 Juli
1914..
24isj,
5431
20
Juli
1914…
.
84111
1)
in pence
p.
oz.stand.
1)
Foreign silver
in
$c. p.
oz.fine.
8)
In
sh.
p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:
Vorderingen.
1
15 Nov. 1927
23Nov. 1927
Saldo bij de Nederlandsche Bank….
/
27.510.631,64
/
38.484.471,30
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,
1.767.238,80
2.458.278,66
Voorschotten
op
ultimo Oct. 1927 aan
de gein,
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
–
de Rijksinkomsten belasting
42.948.412,89
……..
..
Voorschotten aan de koloniën
,,
–
42.948.412,89
,,
–
Kasvord. weg. credletverst. a(h. buitenl.
,,
124.858.780,32
,,
124.840.573,04
Daggeldieeningen
tegen onderpand
–
,,
18.300.000,.-.
14.600.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staa(sschuldbrieven
………..
17.193.168,39
19.190.006,25
comptabelen
…………
…………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
– –
T.
en
T.’)………………………….
Id.
op
andere Staatsbedrijven
2)
1.285.348,03
,,
1.465.348,03
Verolichtineen.
Voorschot door de Nederl. Bank
–
–
Schatkistbiljetten In omloop’)………
/
93.524.000,-
/
93.524.000,- 27.120.000,-
,,
27.120.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..
,,
12.478.030,-
12.351.976,-
Schuld ad. Bank
v.
Ned.Gemeenten
2
)
–
–
Schatkistpromessen in omloop
………
,,
1.536.888,94
11.362.438.07
Zilverbons in
Omloop
………………
Id. a. h..AIg. Burg. Pensioenfonds
2) ..
3.532.982,31
,,
2.729.786,52
Id. aan de Koloniën
………………..
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,
35.756.811.91
25.499.648,95
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
) ……
1.340.0(
1
0,-
,,
1.340.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)
… …
5.861.650,86
5.786.162,52
Waarvan
/
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
19 Nov.1927
1
26 Nov. 1927
Vorderingen:
Saldo
bi)
‘s
Rijks
kas
……………..
/16.746.000,-
f22.132.000,-
Saldo bij de Javasche Bank
……….
27.341.u00,-
,,25.654.000,-
Verplichtingen:
Voorschot uit
‘5
Rijks kas aan N.-lndlë
–
–
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
.
–
–
Schatkistpromessen in omloop
300.000,-
300.000,- Muntbiljetten
in omloop
… .. …. …
30.545.000,-
,30.367.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds..
..
,,
1.634.000,–
1.135000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
.,
1.035.000,- ,
973.000,-
NEDERLANDSCHE BANK. Verkorte Balans op 28 November i927.
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
128.358.287,43
se1s,Prom., Bijbuk. ,,
8.114.368,98
enz. in disc.
1
Ag.sch. ,, 15.256.608,10
ç
151.729.264,51
Papier o. h. Buiten!, in disconto. .. ……
–
Idem eigen portef..
f
145.136.303,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgei.
–
.
145.136.303,-
Beleeningen llfdbk.
f
53.340.083,02
mci. vrsch.
Bijbnk. ,
8.153.156,90
in rek.-crt.
Ag.sch. , 69.894.75a,52
op onderp.
–
f
131.387.995,44
Op Effecten……-
r
125.745.395,44
OpGoederenenSpec. ,, 5.642.6(j0,- 131.387.995,44
Voorschotten a. h. Rijk … ._… ……….,,
–
Munten Muntmaterjaaj
Munt, Goud ….. . ..
f
67.829.390,-
Muntmat., Goud … ,, 322.186.388,93
f 390.115.778,3
Munt, Zilver, enz. • ,, 27.610.863,89
Muntmat., Zilver.. , – 11 417.726.642,82
Belegging i/ kapitaal, reserves en pen.
sloentonds
……………………
23.759.566,27
Gebouwen en Meub. der Bank……..
Diverse rekeningen
…… . …………
55.645.750,16
f
Paselva
____
930.385.522,20
K
,,apitaal
…………………..
f
20.000.0u0,_
Reservefonds
………. ,
.•…., , … .._
7.027.840,39
Bijzondere
reserve
………_
….. ..
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
4.829.547,68
Bankbiljetten in
omloop……….. .. ,
811.21
1.310,_
Bankassignatiën in
omloop ……….. ..
423.729,91
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
37.460.593,64
saldo’s:
Anderen
,,
29.979.409,48
,,
67.440.003,12
Diverse rekeningen
. .
…….. …. ..
,,
11.453.091,10
f
930.385.522.20
Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
241.454.025,99
Op de basis van
/8
metaaldekking
,,
65.639.017,88
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis
,,
1.207.270.125,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschïkb. Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.
28 Nov.
’27 67.829
322.286
811.211 67.846
241.454
47
21
,,
’27
67.842
322.275 806 426
77.688
240.401
47
14
,,
’27
67.842
318.266 820.252
57.011
237.428
47
7
,,
’27 67.840 318.266
834.664
40 307
237.702
47
31 Oct.
’27
67.841
318.266
854.329
41.947
233.660
46
24
,,
’27
67.859
318.266 806.680 41.250
243.681
49
29 Nov.
’26 61.590
356.281
849.236
18.595
271.008
51
25 Juli 14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.521
1
)
54
Totaal
Schat ,dst-
,
ee-
,e
Papier
Diierse
Data bedrag
disconto’s
promessen
rechtstreeks
ningen
op het
buitenl.
reke-
ni’n gen
2)
28Nov.
1927 151.729
–
131.388
145.136
55.646
21
,,
1927
156.377
–
129.492
144.628
58.256
14
,,
1927
162.450
–
130.621
131
111
61.845
7
,,
1927
161.539
–
133.389
131.018
57.731
31
Oct.
1927
159507
–
144.875
127.841
59.511
24
,,
1927
156.157
–
126.781
111.914
52.168
29 Nov.
1926
61.038
–
139.178
182.314 59.073
25 Juli
1914
87.947
14.300
61.686 20.188
509
1) Op de basis van lis metaaldekklng.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
c’
/,Ç
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div.
reke-
29 Oct.
1927-
1.156
1.588
622
865
487 22
1927-
1.155
1.506
630
970
581
15
1927-
1.156
1.556 649 917
625
8
1927..
1.155
1.650 668 917
624
1
1927..
1.170
1.682
580 900
601
30 Oct.
1926…
1.021
1.629 1.005
909
800
Juli
.1914..
645
1.100
560 735 396
1) Sluitpost der activa.
1062
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 November 1927
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
ken cijfers der laatste wt’,ken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
l9Nov?192
20Ô300
319.600 68.900 122.600
12
1927
200.100
323.600
70.300 121.320
5
1927
201.000
321:600
74.500 121.780
22Oct. 1927 1183.353
17.24
320.944
83.269 120.052
15
1927 183.208
17.140 324.715
76.582 120.373
8
1927 183.616
17.880 323.347
84.233 120.087
1 ,, 1927 183.653
17.709
320.812
87.830 119.941
20Nov.1926 198.299
28.263 331.885
68.640 146.990
21Nov.1925 144.080
42.034 342.138
37.068 110.879
25 Juli1914 22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
2
)
Wissels,
.
Dek-
Data
Dis-
buiten
Belee-
iv
:
rse
kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
e”
percen-
______________
betaalb.
g
tage
19Nov.1927
177.200
52
12
1927
184.000
•*
51
5 ,, 1927
182.800
**
51
22Oct.1927
11.902 25.18 129.102
40.737
50
15 ,, 1927 12 228 25.650 128.878
37.839
50
8
1927 12.527 25.133 131.993
40.161
49
1 ,, 1927
12.806 25:552 129.742′
42.236
49
20Nov.1926 12.311 23.120
95.135
49.983
57
21Nov.1925 16.843 24.945
83.616
67.933
49
25 Juli 1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘) Sluitpost activa. ) Basis
2
/6
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der. Currency
Notes,
in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
‘irculatit
Currency Notes
Bedrag
1
Bankbilf.
1
Gov. Sec.
23
Nov. 1927
151.490
135.214
293.328
56.250
243.646
16
,,
1927
151.597
135.207
294.958
56.250
245.318
9
,,
1927
151.637
135.929
296.742
56.250 247.015
2
,,
1927
151.251
136.576
294.222
56.250 244.480
26
Oct.
1927
151.811
135.773
292.457 56.250
242.714
19
,,
1927
151.214
135.539
294.309
56.250
244.809
24
Nov. 1926
152.975
138.005
284.736
56.250
233.958
22
Juli
1914
40.164 29.317
–
–
–
–
Data
Gov.
Other
Public •Qther
Reserve
k
Dek
Sec.
Sec.
Depos. Depos.
ings
ç)
23
Nov. ’27
40.895
55.407
16.761
97.772
36.026
3171,’
16
,,
’27 41.335
55.621 16.599
98.713
36.140
315
1i0
9
,,
’27
41.310
54.854
18.413
95.467 35.458
33.11
8
2 ,,
’27
44.610
60.673
21.346
100.654
34.425
28
26Oct.
’27
40.690
52.998
20.966 90.845
35.788
32
19 ,,
’27
47.550
56.177 22.097 99.381
35.425
29
2
1
1
24Nov.
’26
33.328
74.371
23.808
100.826
34.720
2771
6
22
Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185
1
29.297
52
‘) vernouaing tusscnen zeserve en uepostts.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.
Waarvan
Te goed
Wis
Waarv.
Belee-
Data
Goud
in
het
Zilver
in h
”
t
–
sels
op
het
mhige
buiten!.’)
1.864
343
buitenl.
buiten!.
24Nov.’27
5.545
58
1.793
7
1.689
17
,,
’27
5.545
1.864
343
56
1.438
7
1.733
10
’27
5.545
1.864
343
56
1.533
8
1.765
3
’27
5.545
1.864
343
55
2.317
8
1.662
27 Oct. ’27
5.545
1.864
343
56
1.632
7
1.664
25 Nov.’26
5.549
1.864
340
82
4.420
13
2.094
23 Juli’14
4.104
–
640
–
1.541
8
769
Buit.gew.
1
Schat-
Diver-
1
1
Rekg. Courant
Data
voorsch.
1
kist btl-
sen’)
Circulatie
_
Staat
ajd._Staatljetten2.)I
1
cutieren
24Nov.’27
24.450
5.849
24.628 54.962
10.698
302
17
’27 24.850
5.849
24.489
55.443
10.459
29
10
’27
25.350 5.840
24.459
55.909
10.393
46
3
,,
’27
25.750
5.824
23.912 55.855
10.225
36
27Oct.’27
24.850
5.822 24.080 54.700
10.753
.33
25Nov.’26
35.700
5.531
4.832
53.263
4.325
60
23Ju!i’14
-.
– –
5.912
943
401
‘)
waarvan DescnlKoaar
403
muuoen.
)
In aisconeo genomen wegens
voorsch. v. d. Staat aan buiten!. regeeringen.
3)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voörnaamste oosten in millioenen Reichsmark
Daarvan Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels Belee-
teni.circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
_
23 Nov. 1927
156,0
71,9
285,7 2.116,1
‘27,1
15
,,
1927
1.854,5
70,1
287,1 2.167,6
42,4
7
,,
1927
1.852,1
67,5 298,3
2.388,2
39,0
31 Oct.
1927
1851,3
66,5
161,4
2.802,4
46,0
22
,,
1927
1.851,5 66,5
160,8
2.434,8
31,8
23 Nov. 1926
1.754,9
178,5
378,5
1.212,5
25,9
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
2
,
latie
Crt.
Passiva
23 Nov. 1927
92,1
604,1
.
3.583,3
767,2 357,8
15
,,
1927
92,1
628,9
3.787,4
643,7 356,7
7
,,
1927
92,1
619,4
4.020,5 616,8
345,1
31 Oct.
1927
92
1
1
570,8
4.230,6
608,1
379,1
22
,,
1927
92,1
587,9
3.631,8 831,9
418,0
23 Nov. 1926
91,3
851,9
2.862,7
1.033,8 222,6
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
,
…,uuciusi.
.I
w.o.
tçencenoanicscneine
Li, 1, 1 1NOv., ii,
e
OCT. ZI,
23 Nov. ’26, resp. 1€6; 188; 38; 125; 130; 323 mii!.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Data
Goud
–
.,
.8
Rekg.
Crt.
c
1927
.8
n
0
0
0.
24 Nov.
699
438
42
509
29
400
1.975
21
82
17
699
443
42
508
36
400 1.986
23
81
8
,,
691
452
42
501
45
400
1.999
26
69
3
691
453′
4″Z
496
50
400
2.012
32
51
27 Oct.
684
468
42
519
34
400
1.998
11
101
25Nov.
2
620 466
á8
510
38
400
1.745
45
257
.&an ue scnatklst,geceaeer(i.
) 19b.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste jibsten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In
her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
,
member
markt
banks
gekocht
9Nov.’27
2.909,9
1.550,6
131,6
460,6
336,4
2
,,
1
27
2.931,8
1.649,9
134,9
379,2
334,6
26 Oct. ’27 2.956,6
1.665,3
135,8
402,4
301,1
19
,,
’27
2.975,5
1.673,0
136,5
417,6
282,5
12
,,
’27 2.971,5
1.652,9
132,4
430,2
274,4
–
5
,,
’27
2.965,8
1.607,6
136,8
462,5
262,2
10Nov.
1
26
2.841,8
1.450,4
128,1
581,4
1
339,9
Belegd
Notes
GDek-
Goud-
Algem.
Dek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
incircu-
.
, –
kings-
kings-
lat ie
perc.l)
9Nov.’27
530,2
1.734,7
2.423,3
131,4 69,9
73,1
2
,,
’27
526,4
1.717,1
2.404,3
131,4
71,1
74,4
26Oct.’27
510,6
1.703,0
2.403,5
131,3
72,0
75,3
19
,,
’27
500,4
1.716,8 2.429,1 131,3
71,8
75,1
12
,,
’27
510,1
1.733,8
9.405,0
131,2 71,8 75,0
5
,,
’27
504,9
1.717,0
2.426,3
131,1
71,5
74,9
10
–
Noy.’261
300,4 1.750,8
2.264,9
,
1
124,9
70,7 74,0
-, vriiuuuiug w e
ta,n guuuvoorraau egenoveropeiscnoare scnulaen:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding.totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
Aantal
banken
-ö:
conto’s
en
beleen.
Beleg-
gingen
bij d
F.
.
banks
1.733
RlToaal
depo-
1
sito’s
Waarvan
1
time
deposits
2Nov.’27
660
15.029
6.065
1
19.997
1
6.355
26Oct. ’27
660
15.020
6.064
1.729
1
19.960
6.364
12
,,
’27
660 15.039
6.067
1
1.705
1
20.122
6.375
5
’27
660
15.092
‘6.056
11.713
1
20.111
6.356
28Sept.’27
660
14.942
6.042
1.723
19.915
6.332
3 Nov.’261
692 14.370
5.588
1
1.621
18.920
5.765
Aan net elnu van Ieder
,
kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
30 November 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN –
1063
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 28 November 1927.
De internationale foncisenmarkten hebben ook gedurende
cle achter ons liggende berichtsweek niet sterk de aandacht
getrokken door levendigeu haudèl of sterk wisselende koer-
sen. .1 utegendeel is de houding over het algemeen kalm ge-
bleven, al kon hier en daar toch vel van eenige
verbetering
gewag worden gemaakt. Ook te B e r 1 ij n is dit het geval
geweest, ondanks het feit, dat daar ter plaatse nog steeds
cle discussies omtrent de buitenlandsche financieele politiek
het beeld
van
cle fondsenmarkt beheerschen. in de laatste
dagen is echter eenige wijziging tea gunste ingetreden, door-
.dat zoowel uit de Vereenigcle Staten als uit Frankrijk stem-
men zijn vernomen, welke er •op zouden kunnen wijzen, dat
men iii deze landen een tamelijk welwillende houding tegen-
over Duitsehe leeuingen in het buitenland aanneemt. In
verband hiermede is de stemming aan de beurs van Berlijn
iets vnster geworden. Dat vil echter niet zeggen, dat be-
langrijke kooporders zijn ontvangen; eerder moet worden
gedacht aan het eindigen van den stroom van verkoopop-
drachten.
Te L o n d e n is het kenmerkende geweest de geringere
aandacht, welke aan tal van industrieele papieren, welke
in den daatsten tijd op den voorgrond zijn getreden, werd
besteed. Daarentegen hebben beleggingsfondsen vrij sterk de aandacht getrokken, zoodat in deze afdeeling de koers-
verbetering wel van eenige beteekenis is geworden. Van
buitenlan.dsche staatsfondsen hebben Roemeensche soorten
een reactie ondergaan, in verband met het overlijden van
den Roemeeiiscben premier. Van de aandeelen hebben mb-
bersoorten op den voorgrond gestaan, in verband met de
stijging van den rubberprjs, hoewel deze stijging niet ten
volle door de desbetreffende aandeelen werd overgenomen.
Als gevolg van de opgewekte houding voor beleggingsfoud-
san hebben ook verschillende nieuwe eniissies van obliga-
ties een goed onthaal gevonden.
Te 1′ a r
ij
s heeft gedurende het grootste deel van de be-richtsperiode een lustelooze stemming geheerscht. Deze is
in hoofdzaak te voorschijn geroepen door de berichten om-
trent den ongunstigen gang van zaken in den landbouw,
waarmede de verhooging van verschillende invoerrechten –
op graan, vleesch, enz. – gepaard is gegaan. De beurs
heeft deze tariefwijzigingen kalm opgevat, doch men heeft
grootere waarde gehecht aan den weerklank bij de bevol-
king. Men vreest, dat de landbouwers de verhoogingen niet
mvangrijk genoeg zullen vinden en dat de groote steden
zich hiertegen thans reeds zullen verzetten. Tegei het einde
van de berichtsweek is eenig herstel ingetreclen, voorna-
melijk onder den invloed van de berichten uit Londen, welke
gewag maakten van een betere tendens, ook voor cle aan-
deelen, welke ter beurze van Parijs bekend zijn. De foudserimarkt te N e
w
Y o r k is opgewekt gebleven.
De onderbreking van den beursbandel door Thanksgiving
Day heeft geen winstnenuingeu uitgelokt. De meldingen uit
induistrieele kringen maken gewag van een beteren gang
vauu zaken in verband met het feit, dat ule weersgesteldheid
meer aanleiding geeft tot het geven van opdrachten.
Te n o n z e n t is de handel in sommige afdeelingen tame-
lijk omvangrijk geworden, vooral tegen het slot. De
beleg-
gia.gsmarkt
heeft hiervan geen invloed ondervonden; cle
stemming is hier onveranderd vast gebleven, zelfs voor Duit-
sche obligaties. Het aanbod in deze soorten is geringer ge-
worden, waartegenover echter nog geen vraag van betee-
kenis kon sworden gesteld. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922:
105%, 10534, 105, 105/16; 434 pCt. Ned. Werk. Schuld 1917:
1
.00
,
116, 100%, 1001
16
; 434 pOt. Ned.-Indië 1926: 971i1,
9734, 97%; 5 pOt. Mexico goud £ 20-100:
37½,
38½, 30%;
5 pOt. Brazilië 1.903 flOO: 82,
8134,
82; 8 pOt. Sao Panlo
1921: 10534, 105.
In het middelpunt der belangstelling hebben
rubbëraan-
deelen
gestaan. De krachtige verbetering van den rnbber-
prijs, te zamen met het feit, dat de voorraden te Londen
in de achter ons liggende herichtsweek vrij sterk zijn afge-
nomen, hebben de belangstelling op .deze afdeeling ter beur-
ze gericht. Toch is slechts voor enkele fondsen een aanmer-
kelijke verbetering ingetreden. Het publiek heeft geen groot
aandeel aan den handel genomen, omdat men niet met
eenige juistheid een aannemelijke reden voor de stijging van
den rubberprjs kon noemen. Bijzonder op den voorgrond
getreden zijn aandeelen Intereontinenta] Rubber Company.
De krachtige koersverheffing van dit fonds te New York en
do plotselinge verruiming van den handel in Wallstreet
heeft ten onzent eenige verbazing gewekt, te meer, omdat
men ook in dit geval onkundig was van de oorzaken der
stijgende beweging. Aanvankelijk heeft men clan ook van
de hoogere koersen gebruik gemaakt om realisaties van oude
posities te bewerkstelligen; later evenwel is ons publiek
in .vrij belangrijke mate als kooper opgetreden. Amsterdam
Rubber: 31634, 324%, 328; Deli Batavia Rubber: 25334,
25734, 261 ; Hessa Rubber : 43634, 44034, 445% ; Java
Oaoutchoue: 21434, 21034, 215, 2,19% ; Kali Telepak: 339,
34334, 34634;;Kendecig Lemboe: 419, 426,
42834,
427; Ma-
janglancien : 341, 344, 348, 354% ; Ned.-Ind. Rubber & Kof-
lie: 331, 332, 334; Oost Java Rubber : 37634, 380, 39834,
397; R’dam Tapanoeli: 164, 168½, 174
1
/s, 177; Serbadjadi:
309, 31934, 331%, 337%; Sumatra Caoutchouc: 273, 27834,
28434, 285; Sumatra Rubber: 298, 301, 305; Ver. md. Cul-
tuurondern.: 206, 210%, 213
5
/8,
21334;
Wai Sumatra Rub-
bem: 316, 325, 333, 337; Intercontinental Rubber: 167%,
18
3
/, 201
37
, 3hh/io
7’abaks fondsen
waren gedurende een groot deel der be-
richtswcek vrijwel verlaten. Tegen het slot echter werden de
vooraanstaande soorten hooger gewaardeei-d. Ten dccle was
dit het gevolg van de stemming in de mubbe,rinnrkt, ten
anderen deele van berichten, volgens welke de aanstaande
oogst een goed resultaat zou aaatoonen. Arenclsbuurg:
679%, 677, 685, 695; Besoeki Tabak: 537 536; Dcli Bata-
via: 528, 525i 534, 538, 543%; Dcli Mij.: 455, 452, 461%,
46
3%; Oostkust: 212, 249, 257, 259
1
/8;
Senembah: 477,
480,
487%,
493
3
/
4
.
Suikeraandeelen
hebben weini
g
gevarieerd, ondanks de
bevredigende
.
mecledeelingen, welke omtrent de conferentie
tusschen de. Oubaansche en Nederlandsch-Inclische belang-
hebbenden bekend zijn gemaakt. Ter beurze geloof cle men
niet, dat gedacht moet worden aan hervormingen, welke
zich onmiddellijk geldend zouden maken en men heeft in ver
–
band hiermede een afwachtende houding aangenomen. Cul-
tuur Mij. der Vorstenlanden: 179%, 181%, 182%, 180;
Handelsvereeniging Amsterdam: 803, 805
34,
812, 807
34,
799%; Javasche Cultuur Mij.: 421%, 425 34,
429
34, 427; Ka-
libagor: 452, 451, 456, 452; Ned.-Ind. Suiker Unie: 306%,
308%, 307; Poerworedjo: 127, 128, 127
1
/
2
; Sindanglnoet:
5
490, 495, 493; Suiker Cultuur Mij.: 305, 304%, 313%; Tjep-per: 812, 815, 825, 818; Watoetoelis Poppoh: 907, 918, 925,
930, 925. –
De
petroleumafdeeling
heeft een lichtelijk dalende rich-
ting ingeslagen. Later is eeber eenig herstel ingetreden.
Dordtsche Petm. md. Mij.: 335 34, 328%, 330; Kon. Petr.
Mij.: 359, 353%, 356%, 354%; Perlak Petr.: 77%, 76; Peti-
dawa: 17
1
(10,
17; Marland Oil:
35151,
35%, 35ulI
io
.
&heepvaarta.andeelen
hebben zich op den achtergrond be-
wogen; bij kleinen handel is hier en daar eenige reactie
ingetreden. Holland-Amerika Lijn: 82%, 83
1
/2,
80%; Java-
China-Japan Lijn: 131%, 132, 131; Kon. Ned. Stoomboot
Mij.: 100%, 98%, 98%, 98%; Ned. Scheepvaart Unie: 196,
19
5%, 194%, 195; Nievelt Goudriaan: 131%, 13Z
3
/, 131%,
1 3O
7
/j.
Van
industrieele soorten
hebben Jurgens de aandacht ge-
trokken, in verband met de emissie van aandeelen in de
Margarine Unie, welke deze week plaats heeft gevonden. De
nieuwe gewone aandeelea werden met een agio van 40 tot
50 pOt. verhandeld, terwijl de preferente aandeelen bene-
den den emissieprijs aangeboden waren. Philips-aandeelen bleven stil, doch vast. Kunstzijdesoorten waren kalm, zon-
der groote variaties. Centi-ale Suiker Mij. : 114, 1147%,
114% ; Holl. Kunstzijde Industrie: 138%, 137%, 136%, 135%; Jurgens: 236
3
/8,
Z39, 240%, 242; Maekubee: 118,
11
6%, 120
2
/
1
8,
118%; Ned. Kunstzijdefabrie,k: 377, 372%
2
370
9
11
, 370; Philips Gloeilampenfabriek: 477,
471%,
475,
478; Zweedsehe Lucifer Mij.: 358, 354, 352, 354.
Aandeelen in
mijnbouw-ondernemingen
hebben een rustig
verloop gehad. Voor aandeelen Singkep Tin Mij. valt eet
niet onbelangrijke stijging te veimelden. Alg. Exploratie
Mij.: 68, 67,
65%,
66; Billiton le Rubriek: 880, 898; Boe-
ton Mijnbouw Mij.: 143,
141%,
142%, 141; Müller & Co.’s
Mijnbouw Mij.: 74
15
110,
737%, 74; Oost Borneo Mijnb. Mij.:
77, 75%, 78%, 81; Singkep Tin Mij.: 453, 456, 464, 467,
468%.
De afdeeling voor
bankaandeelen
was kalm doch opge-
wekt. Amste,rdamsche Bank: 177,
177%,
177% ; Incasso
Bank: 125, 124%; Koloniale Bank: 276%, 278%, 277,
27
5%; Ned.-Ind. Handelsbank:
175%,
176, 177%; Ned.
Handel Mij.: 175 34, 176, 175% ; Rdamsehe Bankvereeoi-
ging:
945/s,
94%, 94%; Twentsche Bank: 146.
De
Amerikaansche markt is
over het algemeen vast ge-
bleven. Van de ,,lichtere’ soorten zijn aandeelen Fisk Rub-
ber en Chicago Milwaukee tot hoogere prijzen uit de markt
genomen. Fisk Rubber:
16131,
16
3
/8,
18%; American Wa-
ter Works: 605, 600, 615, 620; Anacoada Copper: 102%,
1037%, 103% (ex cliv.), 103
5
/8;
Studebaker: 57%, 57%,
57
15
/10,
57
5
/8;
United States Steel Corp.: 141, 143, 145 34,
146%; Atchison Topeca: 192%, 191%; Baltimore & Ohio:
119%, 119%; Ene: 62%, 63%; Missouri Kansas & Texas:
43%, 41
1
/2;
New York Ontario & Western: 35%, 35, 36
7
1
1e
,
35%; Union Pacific Cy.: 189, 190%, 190%; Wabash Rail-
vay: 637%, 64
15
/16, 65
°
11o, 64%.
1064
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 November 1927
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
November 1927.
T
a
r
w
e. In het begin van de berichtsweek heeft men in
Noord-Amerika ijverig getracht hoogere markten te creëçrefl.
Men moest daarbij speciaal op berichten uit Argentinië
steunen en den indruk trachten te vestigen, dat het met
den Argentijnsehen oogst niet goed ging. Dit gelukte in
zooverre, (lat te Chicago de prijzen na. 3 d.c. en teWinnipeg
4 dc. stegen, doch waar de ongunstige berichten van Argen
tinië niet bevestigd werden, doch veeleer gewagen van cle uitstekende kwaliteit van den nieuwen oogst, heeft men de
verhooging niet kunnen handhaven en zijn de prijzen weder-
om ingezakt tot het punt, waar zij ongeveer een week ge
leden waren. In Argentinië zelf zijn de markten zeer kalm
geweest, en speciaal Donderdag on.dergingen de noteeringen
nogal eenige verlaging. Op deze verlaagde prijzen heeft de
markt zich weten to handhaven. Aangezién. bovendien de vrachten van Zuid-Amerika zeer vast blijven, is er ook iii
de cii -prijzen in Europa geen dalende tendens, maar gezien de. zeer groote versclmepingen, is het ook zeer moeilijk ge-weest betere prijzen te bedingen.
De voorloopige schattingen van de wereldoogsten geven
een grodt surplus in vergelijking tot de geschatte behoeften,
en er zou alle aanleiding zijn lagere prijzen te verwachten,
indien niet reeds de prijzen tot een tamelijk laag niveau ge
vallen waren. Washington schat, dat- de wereldoogst ca.
2y, millioen tons grooter is dan verleden jaar, doch zeer
terecht zegt een Engelsch vakblad, dat hierbij niet in
aanmerking wordt genomen de hoeveelheid tarwe, die niet’
voor broodgraan geschikt is. Deze hoeveelheid blijkt be-
langrijker dan velen aanvankelijk gedacht hebben, vooral
ook in Engeland, waar de kwaliteiten veelal onvoldoend
zijn. De invoerbehoeften van Engeland zullen dus zeker niet
miner zijn dan een jaar geleden en de wijze, waarop de
,
,,
meeste landen van het Continent in den laatsten tijd tarwe
hebben opgenomen, geeft wel degelijk den
–
indruk, dat het-, zelf cle ook van deze landen gezegd kan worden. Het ver-
loop van de tarwemarkt is overigens geheel gelijk geweest
aan dat van een week geleden.
R o g ge. Er valt zeer weinig nieuws te vermelden over.
rogge. De prijzen hébben zich tamelijk goed kunnen. hancl
haven, maar er zijii heel weinig zaken tot stand gekonien.,
De verschepingen, die bijna uitsluitend van de Vereenigde
Stoten en Canada komen, blijven ruim volddende voor
behoef te. Dat deze behoefte niet gering kan zijn, wordt wel
be’ezen door het feit, dat zij sinds 1 Augustus veel meer
dan het dubbele zijn van een jaar geleden in hetzelfde
tijdvak.
M af
S.
Ook in de afgeloopea week hebben wij vaste en
stijgende maïsmarkten gezien.- De verschepingen van Argen:
tinië varen kleiner dan zij sinds’ geruimen tijd geweest
zijn. Zij waren ongeveer gelijk aan hetgeen dezelfde week
verleden jaar werd verscheept, doch de totale wereidver-
schepingen naar Europa waren nog
i0ts
grooter. De vast,
stemming in Europa werd vooral bevbrderd door een goech
Noteeringen.
Chicago
–
Buenos Aires
Data
1
Tarwe
Mnïs
Haver
Tarwe
Maïs
Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
1
Dec.
1Lijnzaad
Dec.
26Nov.’27
12711
8
86
7
18
494
11,05
1
)
7,40
14,65
19
,,
’27
12811
8
86% 49%
11.15
1
)
7,20
14,60
26Nov.’26
1371/,
70%
411/
8
11,55
5,10
15,10
25Nov.’25
162
7
‘1a
387/
8
14.45
8.30
18,55
26Nov.’24
1541/
8
11211
8
527/
8
15.35 10,90
22,55
20Juli’14
82
5631
8
3(%
9,40
5,38
13,70
1)
per Febr.
vraag voor spoedig leverbare mais. Scandinavië gin.g voort
met het doen van inkoopen en dientengevolge was er ook
in de Ha2nburgsche mark.t nog goede vraagen nog steeds
werden daar de hoogste prijzen betaald. De laatste dagen
was de belangstelling daar
–
evenwel wat verminderd en de
vraag doet zich voor of men zich in den laatsten tijd niet
wat al te goed voorzien heeft. Aangezien men voor Decem-
•ber-af lading reeds ruim gecontracteerd heeft, was de vraag
voor (lezen termijn niet groot en mede in verband met de
vaste vrachten, vooral voor spoedige laadruimte, slaagden
de verschepers er slechts in geringe mate in nieuwe ver-koopen tot stand te brengen. Mochten de verschepingeri
van Argentinië ook in de aanstaande week wederom kleiner
zijn, .dan zal dit de stemming sterk beïnvloeden. Het is even-
wel de vraag of men er op mag rekenen, dat ook gedurende
de maand December de vraag naar mais even groo.t zal zijn
als die in November geweest is.
Zuid-Afrika gaat voort op bescheiden schaaj mais te ver-
schepen, maar de zaken ‘bepalen zich bijna uitsluitend tot
afgeladen partijen. De markt in Zuid-Afrika is over het
algemeen nog veel te hoog voor cle Europeesche markt. Over
het algemeen zijn ook de Noord-Amerikaansche prijzen te
hoog voor Europa, doch naar mate dc Europeesche markten
stegen, kwamen de prijzen (lichter “bij elkaar. Er zullen
hoogstwaarschijnlijk wel enkele zaken met Europa afgeslo-ten zijn, doch de verhooging te Chicago op 28 dezer maakt, dat verdere zaken niet waarschijnlijk lijken.
G e r s t. De verschepingen van .gerst zijn tamelijk ruim en
overtreffen die van een jaar geledeli. Er is evenwel geen
verandering gekomen in het aanbod yan de exportlandeu.
De Donau biedt nog bijna niets aan, ter-wijl gezegd kan
worden, (lat ook de Noord-Amerikaansche markten -zich vrij
wel van (le Europeesche hebben losgemaakt. .A.angezien dc
Europeesche markten zich voorlopig voldoende voorziei
hebben, heeft deze houding de markten wel vast gemaakt,
maar de omzet is zeer gering en ook het tweedehandsch aan-
bod wordt slechts langzaam uit de markt genomen..
H a v e r. De prijzen van haver hebben weinig gefluctueerd.
Nog steeds blijft goede vraag bestaan voor goede kwaliteiten,
doch op aflading waa de vraag niet groot, zoodat de export landen er niet in slaagden zaken van beteekenis met Europa
tot stand te brengen.
SUIKER.
De stemming op cle verschillende suikermarkteii was de
afgeloopen week kalm doch prijshoudead.
In A m e r i k a waren de fluetuaties minimaal en hadden
de noteeringen het volgend verloop:
-.
Sp.C. Dec. Jan. Mrt. Mei Juli
Slot voorafg. week ……….4.65 2.85 289 2.89 2.96 3.04 Opening verslagweek ……4.65 2.84 2.88 2.88 2.96 104
Slot verslagweek ……….4.65 2.82 2.86 2.88 2.95 3.04
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 37.000 tous, de versmeltingen 44.000 tons
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
s
oor en
28Nov.
1927
1
21
Nov.
1927
29Nov.
1926
Tarwe (Hardwinter II)
….3 13,50
13,50 15,75
Rogge (No. 2 Western) ..’
12,60
12,30
12,25
Mais (La Plata)
… … …
–
.
2
194,-
188,-
175,-
Gerst (48 lbs. malting)
.
2
240,-
234,-
204,-
Haver (Canada 3) ……….
1
12,60
12,70
11,80
Lijnkoeken (NQord-Ameri-
ka
van
La Plata-zaad)
&
13,35
13,30
12._.
Lijnzaad (La Plata) …..
8
351,-
350,_
1
390,-
1)
per 100 KG.
1)
per 2000
KG.
3)
per 1960 KG.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
20126
Nov.
Sedert
Overeenk.
20126
Nov.
Sedert
Overeenk.
927
-1926
1927
1
Jan.
1927
tijdvak
1926 1927
1Jan.
1927
tijdvak
1926
54.726
2.009.349
1.524.743
3.872
43.124
13.842
2.052.473
1.538.585 7.514
372.415
246.1.351
–
743
1.940
373.158 248.075
48
18.342
19.849
–
67
1.493 18.409
21.342
Tarwe……-. …
………
31.515
1.259.927
849.276
3.000 213.113
112062
1.473.040 961.338
Rogge
………………..
Boekweit
.
…………………..
12.197
454.037 361.824
630 13.974
12.611
468.011 374.435
Haver………………
2.243
192.7!9
161.815
–
2.829
2.831
195.548
164.646
Mais …………………
Gerst
………………..
4.485 238.179
199.547,
2.505
220.645
189.161
458 824
388.708
6.059
174.394
225.983.
–
–
-.
174.394
225.983
Lijnzaad
……………..
Lijnkoek
……………..
Tarwemee.. …………
2.734
110:712
–
39.983
25:192
–
150.695
123.551
Andere meelsoorten
..
400
11.357
–
14.430
–
.
–
–
11.357
14.430
30
November 1927
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN
1065
tegen 58.000 tons in 1926 en de voorraden 207.000 toris
tegen 223.500 toiis.
In koloniale suiker ging weinig om en de prijs hiervoor
bleef zweven om 2/
5
dc. c. & fr. New York op basis van
Cubasuiker.
De laatste C uh a-statisbiek is als volgt:
1927
1926
1925
Tons
Tons
Tons
Cubaansche productie tot22/1l 4.508.521 4.884.658 5.125.970
Weekontv. afschephavens 7.218 34.933 7.920
Totaal sedert 1 Jan.-l9Nov… 4.127216 4.8l 8.330 4915.323
Weekexport …………….43.083 95.850 68.666
Totale export sedert 111-19111. 3.721.526 4.349.755 4.587.525
Voorraad afscheephavens .. 430.010 268.575 327.798
Voorraad Binnenland ——214.400 123.828
83.147
Willett & Cray publiceeren hunne eerste voorloop&ge ra-
ming der werel’dsuikeroogsten 1927128 als volgt in ‘verge-
lijking met de oogsten 1926127:
1927/28
1926127
Tons
Tons
Biet:
Ver. Staten ……….900.000
801.246
Europa …………..8.205.000
6.854.428
Andere Landen
30.000
34.326
Totaal
Biet ……….
9.135.000 7.690.000
Riet
Cuba …………….
4.000.000
4.508.521
Porto
Rico
………..
565.000
560.351
Hawaï
…………..
729.000 714.285
Java
……………..
2.350.000
1.959.948
Philippijnen ……….
600.000
584.238
Brazilië
…………
650.000
850.565
Argentinië
……….
350.000
475.695
San Domingo/Haiti
-.
311.500 316.087
Australië …………
487.000
415.611
Mauritius…………
215.000
192.590
Natal …………..
. .
245.000
216.305
Guadeloupe
———-
31.000
35.673
Ecuador
…………
16.000 18.000
Andere Landen ……
5.171.500
5053.131
Totaal
Riet ……….
15.701.000 15.901.000
Totaal Riet en Biet -.
24.836.000
23.591.000
In L o n de
ii
sloot de termijnmarkt op de volgende no-
teeringen;
November1927…. Sh. 1414% Mei 1928 ——Sh. 16/10%
December ,. …. ,, 141434 Augustus’28 – . ,, 173% Maart 1928 ……,, 16/6% October
,, ..
» 1713
December ,, . –
17/2
Engelsche Raffinadeurs interesseerden zich (le afgeloopen
veck nogal voor koloniale suiker tot prijzen oploopend tot
2h, 15/10% cif.
Op J a v a briykkelden de noteeringen voor tweede hands
suiker in den loop der week ietwat af.
Het eindrendement van 147 fabrieken bedroeg ‘de afge-loopen campagne 17% pCt. meer dan verleden jaar.
De besprekingen, welke de V.I.S.P. te Amsterdam met
Kolone,l Tarafa voerden, konden uit den aard der zaak tot
niet veel anders aanleiding geven dan tot eene kennisname door de V.I.S.P. van Tarafa s plannen en de vederzijclsche
belofte met elkander voeling te blijven ‘houden en samen te
i,erken voor zoover dit in het gemeenschappelijk belang
gewenscht is.
H i e r te 1 a n de opende de markt in prjshoudende
stemming. In den loop der week trokken prijzen ongeveer
f 4
aan, waarna zij echter wegens winstneming weder on-
geveer
f
% afbrokkelden. Het slot was prijshoudend met
de volgende noteeringen:
December
f
17%; Maart
f
18¼; Mei en Aug.
f
18%.
De omzet ‘bedroeg deze week 4200 tons.
NOTEERINGEN.
Londen
New York
Amsterdam
White Java s
Cuba s
96°
Data
yer
Tafes
f.o.b. per
96°
c.i.f.
Centri-
ivlaart
Cubes
No. 1 Nov/Dec.
Nov/Dec, ulga s
kristalsulker
b.
bh.
Sh.
$
ets.
basis 990
28 Nov.’27
f
171
5
321_
1313
–
4,58
14
,,
’27
,,
17l11
321-
1313
136
4,71
28
,,
1
26
,,
211
37,6
181-
1519
4.90
28
,,
1
25
,,
17
3216
14/4%
1119
4,15
ruwsuiker basis 88°
4Juli 114
f
1l
18
/
3,26
basis 990
1)
Het verschil tusschen ruwsuiker 88
0
en
f
‘
8
/aa! krist.suik. 990 is aan te nemen
opf3p. 100 KO.
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 23 November 1927.
in cle Ainerikaausche katoenmarkten was weinig leven
tot de publicatie van het Ginnersbericht jl. Maandag, dat
het aantal geginde balen aangaf met 10.899.000, gegind tot
13 November. Dit getal was kleiner dan men algemeen
verwachtte en de geginde hoeveelheid sinds het laatste be-
richt, nI. 973.000 balen, was bijna een driekwart millioen
balen minder dan het vorige seizoen met zijn grooten oogst
en ruim een millioen balen minder dah over dezelfde pe-
riode in 1925. Hiervan was een scherpe prijsstijging het
gevolg, zoowel ‘hier als in Amerika grootendeels liet resul-
taat van de manipulaties van speculanten, zoodat thans
het grootste gedeelte van de stijging reeds weer verloren
is gegaan. De ontvangsten in de haxens bedragen ongeveer
een édnderde millioen balen minder dan vorig jaar en de
export circa tweederde millioen balen minder. Egyptische
soorten zijn sedert de vorige week vrijwel ‘onverandeid. Er
is slechts weinig vraag en locoyerkoopen in Liverpool claal-
den tot 36.000 balen.
De stemming in de Amerik’aausehe g
–
areiimarkt is nog
Verre van rustig en spinners mkeii een moeilijken tijd
mede. De algemeene vergadering van de Master Spiiiners’
Federatini verwierp het rapport van den President betref.
fonde de c.nderl’iandelingen van de Varn Association met
de vertegenwoordigers van de Federation met 99 tegen 85
stemmen. Men is nu van meen’ing, dat de kwestie van pro-
ductiekosten en vraag door de Federatie onder het oog
zal moeten worden gezien. Intusschen zijn prijzen zeer on-
regelmatig en enkele spiiuiers accepteeren zeer lage biediri-
gen. V6t’r cle publicatie van het Ginuersrappoat wao de
handel beter dan sinds eenigen tijd het geval geweest was,
doch door de stijging van het ruwe materiaal is aan deze
verbetering weer een einde gekomen. Er bestaat echter geeli
gebrek aan vraag, doch de gèboden prijzen zijn over het
algemeen te laag om tot resultaten te kunnen leided; des-
ondanks schijnen er toch flinke hoeveelheden, zoowel twist
als wef t, te zijn afgesloten. In bundlegarens schijnen in de
afgeloopen week enkele posten geplaatst te zijn voor Indië,
zoowel lInIe als fijne ring bundles. Ook schijnen er goede
zaken gedaan te zijn in enkele en getwijnde ‘dhootiegarens.
Naar Egyptische twiist en weftcops bestaat wat meer vraag.
Men zegt, dat voorraden verminderd zijn en enkele spin-
ners rapporteeren, dat meer dan de productie verkocht is.
Naar getwijnde garens voor export bestaat echter weinig
vraag.
In de doekmarkt is niet veel verandering gekomen en
prijzen blijven vast. Het grootste gedeelte van deze vraag
komt van Indië, doch biedingen zijn over het algemeen te
laag. Ongetwijfeld zijn er wel eenige zaken tot stand ge-
komen, doch meeningen ]oopen hierover nog al uitri, ter-
wijl de afgesloten transacties in de meeste gevallen dienen
om cle inciividueee behoefte van koopers te dekken. Een
speciale style wordt bij deze verkoopen niet genoem’], doch
‘deze schijnen zich voornamelijk tot de lichtere soorten te
beperken. Met voidoening constateert men, dat de 7ra’ig zich ook naar de fancystyles richt. De mailherichten van Indië luiden deze week gunstig. Voorraden schijnen niet groot te zijn, doch waar goederen bijna algemeen tot be-
neden kostprijzen verkocht zijn, bestaat er voor zaken voor
latere levering nog niet veel animo. Wat de andere Oos.
tersche markten betreft, is de handel kalm en worden
slechts kleine hoeveelheden in diverse soorten afgesloten.
Ook in het binnenland gaat minder om.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 15Nov.22 Nov.
16Nov. 23Nov. T.T.opBr.-Indië 115+ 115
F.G.F. Sakellaridis 18,95 18,30 T.T.opllongkong21011
4
210i1
G.F. No. 1 Oomra. 8,15 8,15 T.T.op Shanghai 2/7 216%
KOFFIE.
In de afgeloopen week was de stemming onregelmatig.
In Brazilië toonde Santos zich zeer tegemoetkomend en ‘de
kost. en vracht-aanbiedingen dezer soort liepen dan ook
voor prompte verscheping ongeveer 316
8.
41. per cwt. terug.
Rio daarentegen bleef met zijne prijzen vrijwel onveranderd
en de directe aanbiedingen vandaar zijn bij het afsluiten
van ‘dit bericht hoogstens -16 lager dan verleden week. Ne.
derlandsch-Indië kwam met Palembang Robusta 314
f1.
1 ct.
lager.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liep het Gemengd
contract, na eerst ongeveer 1 ct. gedaald te zijn, wederom
iets op en de noteeringen sluiten dooreen genomen slechts
8.
% ct. lager dan een week geleden, terwijl het Santos-
contract, waarvan de noteeringen vanaf het midden dezer
maand onveranderd waren gebleven, in de laatste dagen
1066
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
30 November 1927
belangrijk achteruit liep, waardoor het tea slotte 2 2% ct.
lager kwam te staan clan in het .vôrig overzicht werd ver
f
meld.
Door den hierboven reeds genoemden loop der prijzen in
Brazilië, is de wanverhouding tusschen de waarde van Rio
en die van Santos iets, hoewel nog niet veel, verbeterd,
aangezien op 8 November bij een prijsstand van 1001- voor
Superior Santos, Rio type. No. 7, 651- genoteerd werd, op
15 November bij 97/- – 6119 en heden bij 9113 – 6116.
Veel telaag tegenover Santos staat Rio echter nog in elk
geval en zeer opmerkelijk is het, dat volgens de officieele
binnenlandsche noteeringen in Brazilië zelf de dispariteit aldaar in de laatste weken feitelijk nog belangrijk grooter
is geworden. In de eerste dagen dezer maand stond namelijk
Rio type New-York No. 7 aldaar officieel genoteerd op
3.500 Reis, terwijl Santos volgens datzelfde type op 28.00
Reis genoteerd stond of 19 pCt. hooger. Op 28 November
was de Rio-noteering gedaald op 21.92,5 Reis en stond de
Santos-noteering nog steeds onveranderd op 28.000 Reis, het-
geen een verschil maakt van niet minder dan ongeveer
28 pCt.
.
In loco was de afzet matig bij iets afbrokkelende prijzen
voor Santos en voor Robusta.
–
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 9016 á 921- per cwt. en van dito Prime ongeveer 941-
ft
9516, terwijl zij van Rio type New-York 7 .met beschrijving, prompte verscheping,
bedragen 611- á 621-,
Van Robusta op. aflading van Nederlandseh-Indië zijn de
prijzen in de eerste .h.and op het oogeublik:
Palembang Robusta, November/December-verscheping, 32 ct.; Palembang Robusta, December-verscheping 32 ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta, Januari-verscheping 43 ct., alles per
% KG., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteering ‘bleef onverahderd 60 ct. per
% KG: voor Supetior Santos en 46 ct. voor Robusta.
De.noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren
aan de ochtend-call als volgt:
Santo8-contract
Gemengd contract
basis Good
basis Santos Good
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.Ij.Dec Mrt.
1
Mei
1
Sept.
29 Nov.
52ij 48
11
47g. 463% 403% 3971, 39
38
22
52s 50( 497j
–
4151
8
404
39Y4
38
15 ,, .
521/
s
503% 4918 – 413% 40
39
‘h 38
1
18
8
52
5
/8 51
1
18 50118
-. 4351
4211
8
41
393%
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
•
Dec.
Maart j
Mei
1
Sept.
28 Nov.
……
$
12,69
$
12.69
$
12,69
.$
12,63
21
,,
,,
12,78
,,.
12.87
12,82
,,
12,77,
14
,,
. . . :
,,
12,76
..
,,
12,79
,,
12,72
12.65
.7
,,
………
13,50
,,
13,41
,,
13,32
13,18
Rotterdam, 29 November: 1927.
Statistiek der firma U. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 November in duizenden balen.
1927
1926
1925
1924
1928.
Voorraad in Europa…
1.494
1.525
1.564
1.270 1.463
Stoomend ÇBrazilië ..
721
638
831
993
947
n.Europa kQost
–
Indië.
147 75
130 115
43
2.362 2.238
2.525
2.378
2.453
Voorraad Ver. Staten
634
899
583
752 949
Stoomend
.
.
4
4
naar,Brazilië …
707 883
605
630
801
Ver.Statenj
.
3.703 3.820
3.713 3.760
4.203
Voorraad in Rio ……391
318
256
266 504
Santos..
966 880
1.225 1.705
651
Bahia ..
37
31
15
28
27
Victoria.
143
–
–
Totaal ……
*5.240
*4819
.5:209
*5759
5.385
Op.l’October
–
……..
*4.985 *4.856
*5.230
5.727
*5.820
Op
1
Juli
………….
•4.720′
•4.571
*5085
*5.701
*5340
1 Juli 1924
4:592.000
balen
Juli 1925
1.786:000
1 Oct. 1925
2.604.000
,,
.
•Niet inbegrepen de binneul.
1 Nov. 1925
3.652.000
oorraden’in Sao Paulo..
1 Juli 1926
2 833 000
1Oct. 1926
5:255:000
1 Nov. 1926
6.144.010
1 Juli 1927
3.312.000
., 1Oct.1927
9.570.000
THEE.
In de afgeloopen week vond op den 24en November de
voorlaatste theeveiling van dit jaar plaats. Het aanbod be-
stond uit ca. 13.000 kn. Ned.-Indiche thee.
Het verloop van de veiling viel nogal mede, als men in
aanmeking neemt, dat de Londensche markt in die week,
en in de voorafgaande week een reactie te zien heeft ge-
geven en .dat daar nogal vrij veel uit de veilingen terugge-
trokken werden.
De prijzen in de .Amsterdamsehe veiling bewogeu zich
pngeveer op het vorige niveau met verschillen
VaLi
1 h 4
ets. naar beide kanten.
Was de vraag voor bladsoorten goed te noemen, die voor
gruissoorten en speciaal voor de betere sorteeringen was
niinder goed en het waren deze theeën, die het grootste
prijsverlies te boeken hadden. Toch blijft het gemiddelde
dei veiling zich bewegen op een niveau van ruim 95 ets.
per h.KG. in entrepôt, een prijs, •die nog geen 2 ets. ligt
beneden die der vorige veiling. Vooral liet binnenland was
goed in de markt, waartegenover van buitenlandsche zijde
wat minder belangstelling bestond.
Voor de in na-veiling aangeboden 204 halve kistjes China-thee bestond zeer weinig belangstelling.
Voor de laatste veiling van dit jaar, op 15 December a.s.,
zijn aangeslagen ongeveer 18.000 kisten Ned.-Indische thee.
Amstem-dam, 28 November 1927.
•
VRACHTENMARKT.
De Noord-A.merikaansche graanvrachtenmarkt was kalm
en de vrachten bleven nagenoeg onveranderd. Van Montreal
werd bevracht naar Hamburg tegen 14% cents per 100 lbs., naar Rotterdam tegen 14 cents en naar Bremen direct te
g
en
1
,
5 cents. De Northern range was kalm doch vast. Er iver-
den de afgeloopen week slechts 2 bevrachtingen gedaan, ni.
naar Antwerpen/Rotterdam tegen 13 cents, optie Hamburg
14 cents per lecember en naar de Middellandsche Zee tegen
10% cents, optie belading te St. John tegen 1 cent extra.
Van
St. John N.B. naar de Middellandsche Zee is 18 cents
geiaan per begin December. De Golf van Mexico bevrachtte
een 7500 tonner naar Piraeus tegen 21 cents, December.
Van Westlndië waren nog orders aan de markt voor
oude oogst verschepingen per prompt en December. en een
5500 tonner is bevracht naar U.K.fConbinent tegen 1616, op-
tie Marseille 18/-.
De North Pacific was levendig en minstens een zevental
groote booten werd bevracht voor belading tusschen Decem-
ber en Februari. December werd bevracht tot 311. van Van.
couver naar Antwerpen of Rotterdam met 6 d. extra voor
Hamburg, terwijl de vrachten voor Ja.n./Febr. 6 d. lager
waren.
De markt van La Plata bleef levendig. Er wa4 een flinke vraag nacir tonnage tot Februari/Maart. Bevrachters toon-den, speciaal interesse voor December booten, voor welke positie tot 2616 is betaald van boven La Plata havens naar
U.K./Continent. December tonnage is nu tamelijk schaarsch.
Voor Dec./Jan. werd tot 25/- betaald.
• Van Chili waren geen vaste orders naar Europa aan de
markt. Er wordt ruimte gezocht voor partijen per Juli/De-
cember öf mogelijk April/December tegen 251- tot 25/6 naar
DuinkerkenJHaIburgr4nge met de optie U.K. havens.
De oostelijke afdeelingen waren vast. Vaû Wladiwostock/
Dalny was een flinke vraag naar tonhage voor Soyaboonen
en 6 volle ladingen zijn gedaan voor belading December/Fe-
bruari op basis van 34/- naar Rotterdam of Hamburg, 3513
bil of Scandinavië. In twee gevallen is 34/. betaald naar
HavrefHamburg range zonder opties. Van Saigon werd een
8000 tonner per December bevracht naar de Middellandsche Zee/’tJ.K./Continent op basis van 3213 twee loshavens. Van
West-Australië is bevracht naar Calcutta of Bombay tegen
1819 per Januari en naar Callao tegen 32/6. Van Bombay
naar de Middellandsche Zee/U.K./Continent werd 241. per Januari betaald.
Van den Donau werden verscheidene booten bevracht tegeil
1519 tot 16/- basis Antwerpen/Hamburg range per Nov.(Dec.
De Zwarte Zee is kalm. Er kwam slechts één bevrachting
tot stand, al. een prompte 6200 tonner van Constanza naar
Antwerpen/Hamburg range tegen 1219.
De Middellandsche Zee was levendig en de vrachten ziju
iets beter. Erts betaalde o.m.: Algiers/Middlesbrough. 716,
Ne.wport 71-, Melilla/Rotterdam 4110%. Fosfaat was kalm.
De Golf van Biscaye was kalm en de vrachten zijn iets
lager geworden: Bilbao/Crdiff betaalde 613, Middlesbrough
617%, Rotterdam 516.
De uitgaande kolenvrachtenmarkt van Engeland was kalm
en de vrachten zijn iets minder geworden. Van Zuid-Wales
werd o.m. betaald: Bouaan 313, Gibraltar 71-, Piraeus 101.,
Alexandrië 101-, Buenos Aires 10/6 en van de Oostkust:
Kotka 6/3, Antwerpén 2/9, Genua 719 en Las Palmas 8/6.