Ga direct naar de content

Jrg. 11, editie 556

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 25 1926

25 AUGUSTUS 1926

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economi*sch~Statistische’

Beri
‘s
chten –

ALGEMEEN WEEKBLAD
VOOR HANDEL. ‘NIJVERHEID. FINANCIÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINICEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

IIE
JAARGANG

WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1926

No. 556

INHOUD.

Blz.

Mededeelingen van de Centr. Commissie voor de Rijnvaart 746
ZV1TSERSCR EN NEDERLANDSCU SP00RVEGVERSLA0 1925
1 door
Jhr. 1r J. A. van Kretschmar van Veen ….
748
Het vreemde Element in Nederlandsch-Indië door
H. J.
Oroeneveld …………………………………
750
De handel van Nederland met het Buitenland in de eerste
helft van het jaar
1926
door
Dr. W. Mautner …….
752
De Rijksmiddeleu …………………………….
754
BU1’FENLANDSOIIE MEDEWERnINO:
Het herstel van den Belgischen Franc door
Ldon Nemry
756
Opmerkingen over Benzine en Rubber door
L. J. Reid
757
v1AANU01JFERS:
Overzicht der Rijksiniddelen ………………..
758
STATIRTIEKEN CN OVERZJOHTEN

… 759-764
Geidkoersen.

1 Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

1 Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

ECONOM1SCII.STATISTJSCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blo’in; J. van liasselt; Jhr. M. L. II. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela
;
Prof. Dr. E. Moresco;
r
M. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welci eren Baron
Rangers; Prof. Mr. II. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstia;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid.’ Prof. Mr. G. M. Verrijn Stuart. Rcdacteur-Seoreta’ris: D. J. Wansink. Secreta’riaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Âbon,aemants prijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloiviën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.

BERICHT.

Met het oog op 31 Augustus zal het volgend No.

Donderdag 2 September verschijnen.

24 AUGUSTUS 1926.

In •den toestand van de geldmarkt kwam geen ver-

andering. Het aanbod van geld op korten termijn bleef

nog buitengewoon overvloedig; daarentegen bleef voor

langere belegging eenige terughouding bestaan. Wel-

iswaar bleek de stijging tot 2% pOt. van Maandag-

middag overdreven en werd er de volgende dagen we-

der herhaaldelijk voor 2% pOt. gedisconteerd, maar

de plaatsing werd geregeld moeilijker en aan het

einde der week moest weder herhaaldelijk 2% pOt.

worden toegestaan. De prolongatierente was eerder

gemakkelijker, vooral aan het einde der week, zoodat

Vrijdag 2 pOt. werd genoteerd.

Behalve op ‘de post diverse rekeningen onder het

actief geeft ‘de weekstaat van De Nederlandsche Bank

geen groote wijzigingeit te zien. Deze post is met

f
10,3 millioen afgenomen. De portefeuille der bui-

tenlandsche wissels is ‘daarentegen met
f
2,4 millioe’n

toegenomen. De ‘daling, welke het totaal dezer posten

vertoont, zal wel in verband gebracht mogen worden

met de! ‘hieronder genoemde vraag naar ‘dollars en

pon’den.

De binnenlandsche wissels geven een vermindering

van
f
500.000 te zien, terwijl de beleeningen weder

een vermeerdering noteeren van f200.000. Het voor-

schot aan het Rijk is
f
400.000 hooger dan de vorige

week.

Munt en muntmateriaal is per saldo met
f
100.000

gestegen; gemunt goud blijkt iets teruggeloopen te

zijn, gemunt zilver echter iets meer te zijn toege-

nomen.

De bankbiljetten in omloop zijn
f
5,4 millioen lager

en de rekening-courantsaldi van anderen daalden met

f
2,4 millioen. Het dekkingspercentage bedraagt iets

minder dan 52.
*
*
*

Do wisselmarkt was deze week zeer kalm en de om-

zetten krompen belangrijk in. In verband met de

zeer ruime geldmark’t en het aantrekken van de dis-

ontokoersen in Londen waren Ponden niet onbelang-

rijk vaster, zoodat de koers van l2,1O
7
/s tot 12,12 op-

liep. Vrij
groote vraag naar guldens in Londen, voor

Belgische rekening, deed daarna een kleine reactie

ontstaan, waardoor de koers weder tot 12,11/ terug-

liep; de stemming bleef echter vast. Dit gold ook voor

Dollars, die van 2,49/ia tot
2,49I
opliepen en ook

voor Marken, d’ie weder in evenredigheid stegen. De

flaiwe stemming voor Franken werd in het midden

der week, na publicatie van den Franschen ‘bankstaat,


tijdelijk onderbroken door een vastere. Na 6,77 voor
?arjs en 6,11 voor België werd Donderdag 7,2134 en

6,97 genoteerd. Daarna werd de stemming echter we-

der weifelend en na eenige schommelingen werd gis-

teren weder voor 7,— en 6,13 afgedaan. Ook Lires

volgden dezelfde lijn. Voor de overige wissels valt

eenige sterke schommelingen te vermelden in den Pe-

setakoers. Geopend op 38,05 werd Woensdag 38,80

betaald; ‘daarna daalde de koers tot 38,45, waarna

Zaterdag opnieuw 38,65 geboden werd.

4
LONDEN,
23 AUGUSTUS 1926.

In het begin van verleden week trok de geldmarkt

zeer aan, om echter na het midden der week zeer ge-

makkelijk te worden, hetgeen zich deze week wel

herhalen zal.

Treasury Bills rwerden tegen een hoogeren rente-

voet gegund. Driemaands wissels noteerden 4%_/ie

en Treasuries 4
°
/
io.

De vraag van het Continent naar 3-maands wissels
•is iets min’der levendig geworden. De effectenmarkt

bleef vast, nietteganstaande weinig zaken en de mis-

lukking van de steenkolen onderhandelingen.

In de vreemde Wisselmarkt is het stil, ‘de Fransche

en Belgische wisselkoersen ‘bleven ‘bijna onveran’derd

en Lires waren iets ‘beter.

Dollars en Guldens sluiten
01)
resp. 4,85U/16 en

12,1134-34.

746

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Augustus 1926

MEDEELINGEN VAN DE CENTRALE
COMMISSIE

VOOR DE RIJNVAART.

41

Rapporten van
het Technische Comité over
,

de in 1924 plaats gehad hebbende
st’roombevaring.l)

h

Rapport 1.

•fi

Wezel, 24 Augustus 1924.

Nederlandsch Gedeelte.

A. Pannerdensch kanaal, Neder-Rijn èn. Lek.

Het Comité heeft kunnen vaststellen dat sinds 1908dé
diepte van het vaarwater van het Pannerdensch kanaal
en van den Neder-Rijn, bij een minimum breedte van 50 M.
behoudens enkele uitzonderingen, .2 M. onder den ,,Geljk:
waardige» Waterstand” bedraagt. De Rijkswaterstaat is
sinds 1908 voortgegaan. met het uitvoeren van vei±eterings-.
werksn en het Comité heeft aan de hand van de door het
Nederlandsch lid verstrekte gegevens vastgesteld, dat op dit gedeelte overal een grootere diepte dan de voorgeschrevene
aanwezig is. Voor onderhoud, bebakeniug en verbeterings-
werken zijn 2.328.973 gulden uitgegeven. Een groot gedeel
;

te der .sheepvaart van Duitschiand naar Amsterdam heeft
via Arnhem plaats, om in Vreeswijk van het Merwedeka:
naal gebruik te maken. Alleen bij laag water nemen de
schippers de Waal tot Gorkum, om dan door het Merwede-
kanaal (tusschen Gorkum en Vianen) hun weg naar Azn-
sterdam te vervolgen.

.B. Nieasoe Maas.

. .
Uit de door het Nederlandsche lid verstrekte gegeven
blijkt, dat de minste diepte bij ebstand 5 M. bedraagt. De
geringe doorvaarthoogte van de Willemsbrug te Rotterdam en de ligging der draaibruggen over .de Koningshaven zijn
1

zeer hinderlijk voor de scheepvaart. Zooals medegedeell”
werd, is men van plan dan onderkantligger van de Wild’
lexnsbrug van 5.80 + N.A.P. (in ‘t midden gerekend) op
7.90 + N.A.P. te brengen en aan de zijkanten op 6.10 +
N.A.P. Daar de hoogwaterstand 2.10 + N.A.P. bedraagtI
wordt cle doorvaarthoogte van 4.90 M. op 7 M. gebracht,
hetgeen een zeer belangrijke verbetering voor de scheep’
vaart ten gevolge heeft.
Het Comité heeft ook kennis genomen van dé plannen!
tot verbouwing der Koningsbrug, waarbij de draaibrug zal.
vervangen worden door een hefbrug met een doorvaart:
,

hoogte van 45 M.; te.rzelfdertijcl zal het beweeglijk gedeel-te van de spoorbrug, gelegen boven cle Koninginnebrug, OPi
dezelfde wijze worden verbouwd en zal in gesloten toeatand,t
ongeveer 1.75 M. hooger komen te liggen dan nu het ge..
val is. Het wegnemen der middenpijlers brengt de door
n

vaartbreedte voor groots schepen op ongeveer 50 M. Deze;,
dubbele verbetering laat aan de grootste zeeschepen toe om.
zonder moeilijkheden door te varen. Anderzijds staat de,,
hoogere ligging van den onderkantligger van de Willems-
brug aan het meeren.deel der binnenvaartuigen toe, ‘de,
Nieuwe Maas in plaats van de Koningshaven te gebruiken.
Het Comité heeft met •groote belangstêlliag van deze; plannen kennis genomen en is eenstemmig van oordeel,,
1

dat de uitvoering ervan een groote verbetering voor de
Rijnvaart beduidt. . 1,

Havens van Rotterdam.
De stad Rotterdam heeft haar haven door den bouw van
nieuwe havenbekkens verder uitgebreid. De Waalhavea en,
de ]os- en laadinrichtingea, geheel uitgerust naar de meest
moderne vindingen, hebben in ‘t bijzonder de aandacht van
het Comité getrokken. De sedert 1908 gebou*de havenbek-
kens en los- en laadi.nrichtingen. vergemakkelijken en be-,
vorderen ten zeerste de overlading van goederen en dragerij,
in hooge mate bij tot de ontwikkeling en den vooruitgang.j
van de Rijnvaart.

Noord.

.
In 1908 had het toenmalige Comité de hoop uitgesproken,
dat de Rijkswaterstaat, om tegemoet te komen aan de ont-‘t
wikkeling van het verkeer, verbeteringswerken zou
u
it
vo

ren om een verbreeding van het vaarwater, dat slechbs
60 M. breed was, te verkrijgen.


Volgens de verstrekte inlichtingen, is de minste breedte
van de Noord tegwoordig 100 M. . en is een diepte van
1.
3.50 M. on.der ebstand bereikt. Er’ zijn plannen in voor-i
bereiding en reeds gedeeltelijk in uitvoering om de breedteh op 200 M. te brengen.

B. Beneden Merwede en Boven Merwede.
Het vaarwater van de Beneden Merwede heeft bij een

1)

Het slotrapport is gepubliceerd in het nummer va
15 Juli 1925, bladz. 546.

breedte van 200 M. een diepte van 3.40 M. onder gewonen ebstand en is dus geheel toereikend voor de Rijnvaart.
De Boven Mervede, welke in 1908 weinig gunstig voor
de Rijnvaart was, is door versmalling van het rivierbed
in een voor de scheepvaart zeer gunstige» toestand ge-
komen.
De diepte van het vaarwater is tegenwoordig, bij eep
breedte van 150 M.,. minstens 4 M. on.der gewonen ebstand,
diepte, welke voor de scheepvaart toereikend is.

Waal.

De toestand van het vaarwater van de Waal was in
1908′ eveneens ongunstig; ten gevolge van intusschen uit-
gevoerde verbeteringswerken biedt de Waal tegenwoordig
zeer groote voordeelen voor de scheepvaart. Door bij KM. 41 uitgevoerde peilingen (volgens de kaart
het meest ongunétige punt) heeft het Comité kunnen vast-
stellen, dat de. minste, diepte, welke overeenkomt met den
,,Geljkwaar.digen Watafstand” 1923, 3.50 M. is, welke
diepte geheel voldoende is voor de behoeften van de scheep-vaart.

Boven-Rijn.

De. Boven-Rijn is met een breedte van 150 M. en een
minste diepte van’ 4 M. onder den Ge1jk’i’aardigen Water
stand 1923, zeer gunstig voor de scheepvaart.
Het Comité is van oordeel, dat de hierboven genoemde
Nederlancische waterwegen in zeer goeden toestand zijn en
dat de door den Rijkswaterstaat uitgevoerde verbeterings-
werken uitstekende resultaten hebben opgeleverd.

Rapport 2.

Koblenz, 30 Augustus 1924.
Emmerik—Koblens.

Sinds de stroombevarin.g 1908 zijn op het gedeelte van
de Nederlancische grens bij Bimmen tot Koblenz geen for-
maliseeringswerken van eenige beteekenis uitgevoerd. Over
het algemeen hebben er slechts onderhoudswerken plaats
gehad.

De voorgeschreven diepte voor’ het gedeelte tusschen de
grens en Ruhrort (3 M. onder den Gelijkwaardigen Wa-
terstand) is overal bereikt bij een minste breedte van
150 III.; er zijn echter plaatsen, waar bij een geringere
breedte een veel grootere diepte aanw’ezig is, wat ertoe
bijgedragen heeft, dat de scheepvaart tijdens cle buitengewoon
lage waterstanden van 1921 kon plaats hebben.
Op het gedeelte boven Ruh.rort, ni. tusschen Ruhrort en
Düsseldorf, zijn drie plaatsen, waar een diepte van drie M.
onder .den G. W. niet over een breedte van 150 M., aan-
wezig is.
Naar inlichtingen van de bevoegcle administratie zal,
zoodra de waterstand het mogelijk maakt, door bag.geringen
aan een en ander tegemoet worden gekomen. Groote moei-
lijkheden zijn voor de sdheepvaa’rt niet ontstaan, .daar deze
zich boven Ruhrort in ‘t algemeen naar cle diepte van het
gedeelte boven Keulen, zijnde 2.50 M., regelt. Overigens is bij een minste breedte van 150 M. een diep-
te van 3 M. tot Keulen en van 2.50 M. van Keulen tot
Koblenz, gerekend onder den G. W., aanwezig. Het Comité beveelt een bijzondere opmerkzaamheid aan
voor die punten, waar een splitsing der rivier in twee armen, al. tusschen KM. 106 en 104 (Weissenturmer
Werth) en bij KM. 92 (Niederwerth) tijdens een bepaalden
waterstand hinderlijk kan zijn voor cle scheepvaart; de
ondernomen verbeteringswerken moeten worden voortgezet en eventueel worden bijgewerkt, terwijl -men er tevens aan-
.dacht aan moet schenken, .dat het overstroomingsgevaar
niet grooter wordt.
Bij Düsseldorf en op verscheiden andere plaatsen in de
scherpe .bochten van de rivier hebben op den konve.xen
oever aanzandin.gen plaats, welke voortdurend baggeringen
noodzakelijk maken. Daar de plaatselijke toestand het niet
mogelijk maakt, de stralen der bochten grooter te maken,
kan men die aanzandingen niet door verbeteringswerken
voorkomen.
Het Comité is van oordeel, dat in ‘t algemeen het ge-
deelte van Bimmen tot Koblenz, als geheel bevredigend is
te beschouwen.
Men .heeft sinds 1908 de schipbr’uggen in Wezel en Keu-
len vervangen door vaste bruggen. Het Comité stelt dan ook met voldoening vast, dat 2 van de 4 bruggen, waar-
van het stroombeirarin.gscomité van 1908 in ‘t bijzonder
de ophe.ffiug had gevraagd, door vaste bruggen vervangen
zijn. Bovendien heeft men een spoorbrug bij KM. 283, twee
voetbruggen bij Keulen en twee spoorbru.ggen bij-‘KM. 131
en 101.1, gebouwd. Deze bruggen zijn. uitgevoer.&i volgens
de door de Commissie toegestane voörwaarden. .1

1125
Augustus
1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

747
1

De haveninstallaties en de los- en luaclbruggen zijn
volgens de laatste vindingen der moderne techniek inge-
richt; vooral de haven van Ruhrrt is belangrijk uitge-
breid. Andere belangrijke installaties zijn dl in aanbouw
(biji’. in Keulen) Of iii voorbereiding.
Men heeft dus in alle mogelijke mate rekening gehouden
met de behoeften van den handel; vooral in .Ruhrort zijn
bijzonder belangrijke installaties gebouwd, instalLaties ge-
heel in overcedstem ru ing met cle economisch buitengewone
belangrijkheid van het gebied, dat deze haven bedient.

Bijzondere oaincrkinqCn.

De reeds gebouwde pijler van de nieuwe spoorbrug bij
iioehfeld, naast een pijlr van de bestaande brug, is zeer
hinderlijk voor de scheepvaart en eerst als de nieuwe brug
voltooid is en de pijlers van de oude brug zullen wegge-
broken zijn, zal deze belemmering verdwenen zijn. f[et is
dus hoogst wenschelijk den bouw der nieuwe brug zoo spoe-
(lig mogelijk te hervatten en te beëindigen. Door stroomi ngen beneden dcii ii ieuwen pijler hebben
zand- en grintafzettingen plaats, clie dooi- baggeringeii zul-
len worden weggenomen. Ei is geen reden om aan te nemen,
dat deze afzettingen, na dc verwijcleri ng valt den ouden
pijler, zich nog zullei:i voordoen.
De scherpe bocht van de rivier hij Diisseldorf is oorzaak
van cle vele moeilijkheden en gevaren, welke
01)
zichzelf
drijvende va;u-tuigeii op deze plaats loopen ; dait cle stroom
hier sterk 01) den rechteroever aai:ihoudt, loopen deze ‘aar-
tuigen gevaar
01)
cle kade en da zich daar bevincierde i’aar-
tuigen en aanlegsteigers geworpen te worden. Ook loopen
zij het gevaar tegen den midde’ripijler der Düsseldorfer brug
aan te drijven. Om aan een en ander tegeiuioet te komen
moeten de bevoegde autoriteiten onderzoeken, welke de
meest geëigende maatregelen zijn om aan clezen toestand tegemoet te komen, bijv. door het verplichte laten sleepen

01)
dit gedeelte voor te schrijven of door het laten sleepen
van een ketting voor
01)
zichzelf drijvende schepen, zooals
dat ook op den Boven-Rijn vaak voorkomt, verplichtencl te
stellen.

Rapport 3.

]3ingen, 2 Septembem- 1924.
J(obicrrz—Ilinçjen.

11e voor liet gedeelte Köblenz—St. Coar voorgeschreven
çliepte van 2.50 M. onder den G. W. is, hij een breedte van
150 M., overal bereikt. iTet Comité heeft met voldoening
ken ii is ge nomnen van cle u itbi-eidi ngswerkeri van cle anker-
pia ats hij Salzig. [let gedeelte tussehen St.-Goar en Assmnannshauseii heeft
hij een voorgeschreven diepte van 2 M. onder den G. W.
1923 een breedte van 90 ‘M. en in cle bochten met een
kleinen straal tusscheii St.-Goar• en Obcrwesel een breedte
van 120 M. Uit voorgelegde peilkaam-ten blijkt, dat deze
diepte overal bereikt is. [Let Comité heeft met voldoening
vastgesteld, dat cle ver ucerdering van het aantal waar-
schuwposten de veiligheid van de scheepvaart op dit ge-
deelte zeer verhoogd heeft.
Het Comité heeft met belangstelling kennis genomen
van de verschillende pianmies voor de vem-betering van het
gedeelte tusschen Assniaunshausei.i en Bingen en van cle
reeds begonnen werkzaamheden voor de normaliseering van
liet tweede vaarwater. Het Comité spreekt den wenseb uit,
dat men voortga at cle voorwaarden, waaronder de scheep-
vaart tussc’hen
A
ssnian nshausen en Bi ngen kan plaats heb-
ben, te verbeteren.
Het Comité deelt geheel en al de meeni ug van de he-
voegde administratie, al. dat deze werkzaamheden van zeer moeilijken aard zijn en dat stal) voor
stal)
en met de groot-
ste voorzichtigheid moet worden voortgegaan.

Rapport 4.

Man nheini, 5 September 1924.
Iliiiçjeu—dïaniv!ieem.

De voorgeschreven diepte van 2 M. onder den G. W.
1923 is, volgens de voorgelegde peilkaarten,
Op
dit gedeelte
overal aanwezig. 0p verscheidene plaatsen is de diepte
grooter; de iriinste breedte van het vaarwater is 120 M.
Sinds 1908 verkeert het vaarwater in goeden toestand,
zonder .dat het noodig was eenigszins belangrijke bagge-
ringen uit te voeren -Het Comité van cle stroombevaring
1908 was viui meen ing geweest, dat het waarschijnlijk nood-
zakelijk zou zijn, het ,rivierbed boven Oppertheim (KM. 310-
312) te versmallen om den toetanc1 van het vaarwater te
verbeteren Volgens de verstrekte inlichtingen is de toe-
stand van liet vaarwater ec)iter alleszins bevredigend, zon-

er dat, het noodig is ‘ geweest noi-maliseeringswerken of
baggeringen tnt te voeren.

Het Comité is niet de bevoegde administratie van oor-
eel, dat het weuschelijk is, zoo spoedig mogelijk cle we.!


ken tot versmalling van het vaarwater hij cle monding van
cle ‘Pfi’inim (Hessische F31. 2.80) uit te voeren en op ge-
noemde zijrivier maatregelen te nenien om zanclafzettingen
iii het vaarwater te voorkomen. T:iet Comité is van oordeel,
dat de toestand van het vaarwater
01)
dit gedeelte geheel
en al voldoening schenkt.

De giem-pont bij Oppenheim, welke onder de 4 voorko-
mende ponten op het gedeelte Mainz-Worms het incest hin-
derlijk was voor de scheepvaart, is veranderd in een over-
zetpont met grondkibel ; met voldoening is hiervan kennis
genomen.

Il)e havens Maiinheini—Ludi’igshifeii zijn belangrijk out-
wikkelcl en voor het Rijnverkeer van groote beteekenis.

Rapport 5.

Straatsburg, ii September 1924.

l[ennheinc—Strae.ts’bui

g.

– ]Tet groote normahiseeringswerk van den Rijn tussehen
Sonclernheim en Straatsbui-g, in 1907 begonnen, is be-
eind igd.

– IDe voorgesch revemi diepte van 2 M. onder dlen G. W. is
over liet geheel genomen, ten gevolge van de norinalisee-
ring
01)
het gedeelte Sonclernheinr—Straatsburg, aanwezig.
De normale breedte van 92 M. beneden en 88 M. boven dle
mondlmg van dle Mui’g is niet overal bereikt.
Dooi- dlen au-dl van de werken zelf moeten nog aanvul-
11 ngswerkzaantheden plaats hebben, zooals trouwens dle ont-
wei-per van het plan zelf voorzien ‘had. Dat

gelijke werk-
zaamhedien zijn Of in uitvoering Of in voorbereiding, oni
enkele gedeelten i’aii het vaarwater, waar dle scheepvaart
ouder betrekkelijk minder gunstige omstandigheden kat
Rlaats hebben, te verbeteren.

– lEet Comité is verheugd, de belangrijke voordeelen vast te kunnen stellen, welke voor de scheepvaart ontstaan zijn
door de verbetering i’all het gedeelte Sondernhein—Straats-
bum-g, vooral wat betreft het feit, dat nu – behoudlens hij. zondem-e onistandigheden – het geheele jaar gevaren kan
worden.

Kan mcli dus vaststellen, dat dle ii itvoeri lig van het alge-
ilieene ontwerp van cle normaliseering tusschen Sondern-
heini en Straatsburg, behoudens de bij dergelijke werken
al tijdl o n vem-mijcl eI ijke aan v til Ii ng’s werk za aal hedie ii, e be-
i-eikte diepte van 2 M. tot resultaat heeft gehad, het ge-
deelte MannheimSonclernheini is betrekkelijk minder gun-
stig voor de scheepvaart dan liet bovenwaa.rts gelegen
gddeelte.

Tot nu toe heeft men voor dit gedeelte Mannheim-
Straatshui

g rriet een diepte van 1.50 Ici. gerekend, maiir
men hoopte, desnoodls door middel van baggeri ngen ‘op cle
drènipels, een dhiepte van 2 M. onder den G. W. te ver-
krijgen. Jet is nI. reeds verscheidene malen
01)
vei-schillea-
cle pim ii ten tusschen Spiei

s
cmi Germem

sheim voom-gekomen,
dat dle scheepvaart door onvoldoeucle diepte van het vaar-
water tijdlelijk gestremd was.

liet Comité heeft clan ook met voldoening kennis ge-
noniemi van cle pltineti tot uitvoering van aanvulhingswer.
ken der oeververdedigingen en van gedeeltelijke norrnali-
seeringswerken
01)
de minst gunstige plaatsen van het
gedeelte Mannheim—Sondernhieim en dlat op’ de wijze, die
in de practijk bij het bovenwaarts gelegen gedeelte het
doelmatigste is gebleken te zijn ; de werkzaamhedlen hebben
tot doel te allen tijde een diepte van 2 M., zooals op het
gedeelte Sondernheim—Straatsburg reeds bestaat, te ver-
zekeren.

Wat cle opening der schipbruggen betreft, acht het Comit
liet w’enschelijk, dat ‘de bevoegde ;tutoi-iteiten de niogelijk-
heicl tot de ïnrihting van telefonische verbindingen onder-
zoeken, om cle afwaart gaande sleepen van de eene
schipbrtmg naar de volgende te knnnen aanmelden.

De zoo goed als voltooidle gemeentehaven van Spiers,
evenals cle uitgevoerde uitbreidlingen in de. havens van
Karisruhe, Straatsbum-g en KehI, zijn als bijzonder te waar-
cleeren verbeteringen voor de scheepvaart te beschouwen.

Noot vivii, it Sereteriae.t: Il)c
]i’,ransehe delegatie heeft een
voorbehoud gemaakt w’at betreft den waterstand, w’aar
de door de op het gedeelte ‘Sonderuheim—Straatsburg
uitgevoerde normahiseeringswerken bereikte diepte van
2 M. op herleid moet w’orden, daar deze waterstand vol-gens haar inzicht mtiet met den
G.
W. overeenkomt.

748

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Augustus 1926

R a p p o r
t
6.

ZWITSERSCH EN NEDERLANDSCH

Bazel, 15 September 1924.

SPOORWEGVERSLAG 1925.
&raa.tsburg—Bazel.

T

Is iiet gedeelte beneden Straatsburg, ten gevo]ge der sinds
1907 uitgevoerde normaliseering van het laagivaterbed in
een voor de scheepvaart gunstigen toestand, het gedeelte

Straatsburg—Bazel daarentegen is weinig gunstig voor de

heden ten •dage plaats hebbende scheepvaart, welke slechts
gemiddeld 4 ic 5 maanden per jaar, gewoonlijk van April
tot Augustus, kan plitats hebben; op dit gedeelte zijn

slechts correctie-werken uitgevoerd, welke tot doel hadden

de afstroomïng bij gemiddelde en gewone hoogwaterstan-
den •te verzekeren en welke reeds de vorige eeuw begon-
tien zijn.

Ten gevolge der voortdurende uitschuring beneden Isteip
wordt •de scheepvaart ter hoogte van de Isteiner rots steeds
moeilijker; de meest hinderlijke grindbanken zijn gewoon-

lijk beneden Rheinau.

Plannen worden voorbereid of zijn nog in voorbereiding

(Grand Canal d’Alsace, normaliseering beneden Istein)
voor de verbetering van dit gedeelte. Daar de Centrale
Commissie deze plannen reeds besproken heeft of ze spoe-

dig zal bespreken, is het Comité van meening, daar geen

bijzondere opdracht is gegeven, de plannen niet in bijzon-
derheden te moeten bespreken en te beoordeelen. Bovendien

zou een en ander het Comité te veel tijd kosten, ivaarove het gedurende zijn reis niet kan beschikken.

De kwestie van tijdelijke verbeteringen door baggeringen

na de jaarlijksche scheepvaartperiode, •is, van technisch

standpunt uit beschouwd, behandeld in een rapport van
Maart 1921, door 3 deskundigen (een Zwitser, een Baden-

zer en een Franschman) bij de Centrale Commissie in-

gediend.

Het Technisch Comité stelt vast, dat de scheepvaart naar
Bazel, met kleinere proef vaarten begonnen, heden ten dage

een belangrijke ontwikkeling heeft bereikt, maar het Comité

beschouwt het als een eerste voorwaarde voor een verdere
ontwikkeling van de scheepvaart tusschen Straatsburg en
Bazel, dat de verbeteringswerken, waartoe de Centrale
Commissie, vat het kanaal van Kembs betreft, reeds hare
toestemming bij besluit van 10 Mei 1922 heeft gegeven en

de werken, welke zij noodig oordeelt voor het scheppen
van eén blijvenden grooten scheepvaartweg, zoo spoedig

mogelijk en zooveel mogelijk gelijktijdig moeten worden

uitgevoerd.
Het Comité stelt met voldoening vast, dat de ponten,
welke zich nog in 1908 tusschen Hüuingen en Straatsburg
bevonden, opgeheven zijn; wederom is de ook in 1908 geuite
wensch uitgesproken, dat de 7 schipbruggen, welke zich nog
op dit gedeelte bevinden, opgeheven worden. Het Comité
beveelt aan om te onderzoeken of daar, waar vaste aanleg-
plaatsen wegens de gesteldheid van den bodem voor de
veiligheid van de schipbruggen niet absoluut noodzakelijk
zijn, de ijsbrekers, welke zich nog bij enkele bruggen be-
vinden en die voor een bepaalde ligging van het vaa.rwater voor de scheepvaart hinderlijk zijn, niet verwijderd kunnen

vorden.

De bruggen bij .Straatsburg—Kehl zijn door hunne geringe
doorvaarthoogte zeer hinderlijk voor de scheepvaart; het
Comité spreekt den wensch uit, dat op afdoende wijze aan dezen toestand tegemoet wordt gekomen, zoodat cle vaar-
tuigen onbelemmerd en bij iecleren bevaarbaren waterstand

naar Bazel kunnen varen.

De bouw en de inrichting der havens van Bazel, St.-Jo-
hann en Klein-Hiiningen, welke door Bazel-Stad met me-
clewerking van het Zwitsersche •Eedgenootschap zijn ont-

staan, moeten als een belangrijke pogi.ng
beschouwd wor-
den om het bestaansrecht en de ontwikkeling van de
scheepvaart op het gedeelte Straatsburg—Bazel te bevorcle-
ren, •aan welke poging het Comité gaarne hulde brengt.

get. Hoebel (President), Montigny (Vice-

President), Herold, Ickes, Spiess, Denil,
Mitchell, Palluchini, König, Stricklar,
de l’Espinasse (Secretaris).

Voor wie den ontwi]ckelingsgang van de uitkomsten

van het spoorwegbedrijf in twee landen wil volgen, is
het gemakkelijk, steeds zooveel mogelijk dezelfde ver-

gelijkingsmethode te gebruiken. Daarom zal ik, nu ik
voor ‘de vijfde maal een vergelijkingsjaar voor Zwit-
serland en Nederland in ‘dit tijdschrift mag bespre-

ken, mij aan den opzet van vorige jaren houden.

Indien de cijfers geen aanleiding geven tot aridero

opmerkingen, dan reeds in vorige beschouwingen zijn
gemaakt, zal ik deze laatste niet herhalen.

Bed-rij fsresultaten volgens Winst- en Verliesrekening.

Zwitserland.
Opbrengst der Exploitatie ..
f
192.971.000
Overige baten ……………………..f206.937.000

Exploitatiekosten ………..
f
138036.000
Overige lasten …………..,, 68.159.000

206.195.000

Batig slot

f

742.000
Gemidd. exploitatielengte 2942 1KM. (als vorig jaar).

Nederla,r&d.
Opbrengst der Exploitatie . – .
f
162.668.000
Overige baten …………..,,

1.472.000
f
164.140.000

Exploitatiekosten …………
f
121.155.000
Overige lasten
mcl.
gegaran-
deerd dividend …………..42.985.000 ,, 164.140.000

Batig slot

nihil
Gemiddelde exploitatielengte 3636 KM. (vor. jaar 3644).

Het resultaat is in Zwitserland
f
8.835.000
minder
gunstig dan in
1924,
terwijl in Nederland, evenals
het vorige jaar, de rekening zonder saldo sluit. Aan-
gezien dit slechts mogelijk is, door een overschot te
gebruiken voor afschrijving of reserveering, is de

vergelijking, zonder eenige correctie, niet zuiver. Zoo

zien we dan in Nederland voor het eerst-weder een
bijdrage ‘in de Algemeene reservefondsen, nl. van

f
682.000,
dus feitelijk een overschot, dat aangewend
is om die fondsen weder aan te vullen, nadat een on-
geveer gelijk bedrag daaraan is ontleend voor schade-

vergoedingen over een vorig jaar (ongeval Weesp in
1918).
In
1924
werd eveneens een overschot voor een
bijzondere afschrjving bestemd. Nog andere factoren
hebben op het bedrijfsresultaat een nieuwen invloed
doen gelden. Ingevolge met den Staat gesloten over-
eenkomsten betr. gewijzigde vergoeding voor postver-

voer en afschrjvingen was ‘de opbrengst van het post-
vervoer
f
3.683.000
hooger; daarentegen werd de last
aan afsc.hrjvings- en vernieuwingsrokeningen met
ruim
f
5.200.000
verzwaard. Ik kom hierop nader
terug.

Hiermede voor de vergelijking van het vorige jaar
rekening houdende, zou het overschot
f
1.511.000
hooger zijn geweest. Dat dit resultaat is verkregen hij
een
opbrengstverminderin.g
van
f
4.265.000
of
2.56
pOt., is voornamelijk te danken aan de voortgezette daling •der exploitatiekosten, ni. met
f
9.226.000
of
7.08
pOt. Door aflossing en conversie van leeningen
was bovendien de interest
f
1.817.000
minder.
Ook in Zwitserland liep de opbrengst terug en
wol
met
f
9.284.000′;
doch hier werd geen compensatie ge-
vonden in geringere exploitatiekosten; deze waren
integendeel
f
2.020.000
honger, terwijl
f
1.709.000
meer interest werd betaald.

Het verloop ‘der eindresultaten in ‘de laatste vijf
jaren was:

Zwitserl and

Nederland
per 1KM.

per 1KM.
1921 ± f36.253.000

f 1.579

f32.933.000 ± f9.008
1922 + ,,
33.097.000
–,,
11249 ± 30.502.000
—,,
8.309
1923

,, 1.846.000

627

-,,
22.987.000

-,,
6.253
1924

,, 7.577.000

,, 2.575

0

0
1925

,,

742.000

252

0

0

Wanneer de overschotten gebruikt worden voor
afschrijvingen en deze laatste voldoende mogen wor-
den geacht, kan men zeggen, dat in beide landen een

25 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

749
1

toestand is bereikt, waarin ‘het bedrijf zich beclruip4 In Zwitserland wordt het overschot gebruikt tot dcl-
ging van het tot en met 1022 opgeloopen tekort, dat

01)
liet einde van 1925 nog
f
95.000.000 bedroeg.

Opbrengsten der Exploitotie.
Zwitserland

Nederland

per KM.

per KM.

Reizigers

f 69.782.000 f
23.719
f 79.223.000 f21.788
Bagaoe ……
6.278.000 ,, 2.134

,,

2.049.000 ,,

563

Dieren, wis.
,,

3.003.000 ,, 1.021

,,

2.406.000 ,,

662

Goederen . . ,,
98.491.000 ,, 33.478

,, 70.752.000 ,, 19.458

Postvervoer
,,

3.398.000 ,, 1.155

,,

4.800.000 ,, 1.320

f 180.952.000 ,, 61.506 f 159.230.000 ,, 43.792
Versch. Oct-
vangsten

,,
12.019.000

,,

3.438.000

f 192.971.000 ,, 65.592 f 162.668.000 ,, 44.742

Tegenover het vorige jaar zijn de verschillen per-

ccntsgewijze:
Zwitserlcin.cI 1Tcderl end

Reizigers . ………. +
5.22 % ± 1.87
To

Bagage ………….
+ 1.77 ,,

.- 10.34

Dieren, cm’
.
………. ±
10.12 ,,

± 18.16

Goederen ………..±
11.74

± 7.37

Als geen ingrijpende tariefwijzigingen plaats had-
den of andere bijzondere maatregelen tot oritwikke-

ling van hot verkeer zijn genomen – en ‘dit was in

1)01(0
landen niet het geval – staat het verkeer uit-
sluitend onder den invloed van de economische om-
standigheden. De jaarlijkscho fiuctuaties zijn dan min
of meer toevallig en ontgaan aan den invloed der

bedrijfsleiding.
Voor do opbrengst van het
reizigersvervoer
zien

we hot volgende verloop:

Opbrengst Reizigersvervoer.
Zwitserland

Nederland

per KM.

per KM.
1921 ..

f
62.403.000
f
21.652

f 90.638.000 f24.791
1922 . . .

,, 60.565.000 ,, 20.586

,, 87.360.000

,, 23.797
1923 . . .

,, 63.582.000 ,, 21.611

,, 82.384.000

,, 22.411
1924 ……66.225.000 ,, 22.510

,, 80.735.000

,, 22.155
1925 . . .

., 69.782.000 ,, 23.719

,, 79.223.000

,, 21.788

in Zwitserland na 1922 dus een vrij geregelde voor-
uitgang, na tariefverlaging i:n 1922 en 1924; in Ne-
derland een doorlooponde afbrokkeling, waarvan de
voornaamste oorzaak weder in cle autoconcurrentie
wordt gezien. Nu de bedrijfsroken:ing twee jaren ach-tereen sluitend was, wordt het hier geoorloofd geacht,
tot tariofvorlaging over te gaan, ook in de hoop daar-
mede verder afstaan van verkeer aan concurreerende
vervoermiddelen te stuiten en langzamerhand het ver-

lorene te herwinnen.
Hot nieuwe tarief, dat 1 3uli 1926 werd ingevoerd,
is nog ongeveer 70 pOt. boven het peil van vd6r den
oorlog en komt dus overeen niet hetgeen vrij aige-
meen als do verminderde koopkracht van het gel
wordt beschouwd. Het schijnt wel zeker, dat het oude
tarief aan de concurrentiebadrijv.en de gelegenheid
•gaf om zich te ontwikkelen bij ‘het zich langzamer-
hand herstellende leve’nèpoil der bevolking. Voortdu-
rend zag men ‘het autoverkeer toenemen, waarschijn-
lijk in veel sterker mate dan de vermindering van het vervoer per ‘spoorweg. De algemeene toeneming van
verkeer, zooals die bij aangroeiende bevolking zich
steeds vertoonde, zou er dan wel geweest zijn, doch de
spoonveg bleef daarvan gespeend en moest nog een
deel afstaan van hetgeen hij had. De eerste zes maanden
van het loopende jaar brachten daarin geen keer. On-
getwijfeld zal de tariefverlaging de concurrentie ‘be-
moeilijken en in haar verdere ontwikkeling tegengaan,
zoodat nu althans het vooruitzicht bestaat, dat ook de
spoorweg in de gewone verkeerstoerieming zal gaan
deden. Deze, gepaard aan een breideling van het
autoverkeer door wettelijke maatregelen, zal vermoe-
delijk op den duur een •evenwichtstoestand in ‘t leven roepen, waarbij ‘beide vervoermiddelen ‘de plaats zul-
len gaan innemen, ‘die hun naar hun aard en bestem- ming. toekomt. Het is intussohen vrij zeker, dat aan-
vankelijk een vermindering van opbrengst niet zal
worden ontgaan.

Een vergelijking tusschen het nieuwe Nederland-

scho tarief en het Zwitsersche, toegepast op eenige
Nederlandsche relaties van verschillen’den afstand,
leért hot volgende: (in guldens, do franc )erekend

0,48):
KM. Zwitsersch tarief
Nederi. tarief

1

II
III
1
II
III

Anist.-Haarl. enk.
19

1,40

1,-
0,70
0,95 0,75 0,55
heen en ter.
2,25

1,55 1,15
1,90 1,50 1,10
buurtv.h.enter.
1,45
1,10
0,80
Amst.-d.Haagenk.
63

4,55

3,20 2,30 3,10 2,45
1,75
heen en ter.
7,30

5,10 3,65 6,20
4,90
3,50

Amst.-Zwolle enk.
113

8,15

5,75 4,10 5,55
4,40
3,15 heen en ter.
13,05

9,15 6,55
11,10
8,80 6,30

Amst.-Maastr.enk.
216 15,30 10,75
7,65 9,90
7,90 5,60
heen enter.
24,45 17,15
12,25 19,80 15,80
11,20
Vacantiek. Juli-
Sept. enkel..
9,- 7,-
5,

Gron.-Maastr.enk.
330 19,05 13,35
9,55
14,05
11,20
7,95
heen enter.
30,45 21,25
15,25
28,10
22,40
15,90
Vacantiek. Juli-
Sept. enkel. .

9,- 7,- 5,-

liet Nederlan’dsche tarief is ‘dus thans niet onbe-
angrjk lager; het verschil voor de enkele reis is

zelfs zeer groot. Door de verlaging van 25, 20 en
15 pct. voor dle drie klassen, is ook de prijsverhouding
gewijzigd, waardoor gehoopt wordt, het gebruik van
de •hoogere klassen, dat in de laatste jaren het moest
had geleden, te bevorderen.

I

iet
goedereri,vervoer
vertoont in de vorgelijkings
jaren ‘het volgende verloop:

Opbrengst Goederenvervoer.
Zwitserland

Nederland

per KM.

per KM.

1921 …. f 92.453.000 f32.983

f91.857.000 f25.125

1922 ……, 90.844.000 ,, 31.747

77.169.000

,, 21.021

1923 ……98.445.000 ,, 34.571

,, 70.476.000

,, 19.172

1924 ……111.587.000 ,, 37.929

76.385.000

,, 20.962

1925 ….., 98.491.000 ,, 33.478

70.752.000

,, 19.458

In Zwitserland wordt de vermindering in hoofd-zaak toegeschreven aan den achteruitgang van het
transito-vervoer Oostenrijk/Tsjechoslowakije-Frank-
rijk en het geheel ophouden Van het vervoer van zg
,,reparatie” steenkolen van Duitschland naar Italië.
In het Nederlandsche verslag worden als oorzaken
van vermindering vermeld, het uitblijven van geslo-
ten water in de wintermaanden en het herstel van de
normale verkeersrouten met Duitschland; in 1924
kwam nl. een omleiding van het vervoer wegens de
Ruhrbezetting aan den spoorweg ten goede.

Nog steeds •bljft in beide landen het goederenver-
voer in hooge mate afhankelijk van de wisselende toe-
standen in de omringende landen, zoodat op een
nor-
male ontwikkeling van het verkeer nog niet kan wor-
den gerekend.

Zoo hadden de eerste maanden van 1926 voor ‘het
goederenvervoer in Nederland een gunstig verloop;
•de staking in de ‘kolenmijnen in Engeland was daarop
van invloed; daarentegen werkt ‘het invoerverbod van
vleesch in dat land in omgekeerde richting.

Dezelfde redenen, die voor de verlaging ‘der reizi-gerstarieven golden, deden de Nederlandsche Spoor-wegen besluiten tot een verlaging der goederentarie-
ven, gepaard aan een geheele herziéning en omwer-
king, waarmede voornamelijk beoogd wordt, de bin-
nenlan’dsehe concurrentie van andere transportmid-

delen te bestrijden. Van de hand van Jhr. Mr. P. Elias
vin’dt men hierover een uiteenzetting in No. 542 van
•dit Tijdschrift. Deze wijzigingen traden eerst 1 Juli
1926 in werking.
In het Zwitsersehe Verslag wordt niets gezegd om-
trerit de autoconcurrentie, hoewel die toch ook daar
zeker voelbaar is. In 1925 werd •door ‘het Spoorweg-
bestuur eenmaal advies uitgebracht over een aanvrage
tot uitbreiding van een particulieren autodienst in de
omgeving van Luzern; di’t advies luidde afwijzend,
omdat het aantal spoorwegtreinen en de stadstram-
‘dienst voldoende in het verkeer voorzien. Verwacht

750

EONOMISCH-STATITISCHE BERICHTEN

25 Augustus 1926

mag worden, dat onder de nieinve wetgeving in Ne-

derland, bij het geven van vergunning voor auto-

diensten, ook hier met dergelijke redenen rekening
zal worden gehouden.
VAN K1cETsoHiA1c.

(Slot volgt.)

HET VREEMDE ELEMENT IN NEDERLANDSCH-INDIË.

De heer T-T. J. Groeneveld schrijft ons:

1)0 artikelen van den heer Heifferich onder dit

hoofd nopen mij tot eenig commentaar. Zijn betoog

is cenerzijds zeer duidelijk een pleidooi voor zeer

welwillende behandeling, ja bevordering der positIe
van buitenlanders in Ned.-Indië door het Nederland-

seho element, en bevat anderzijds een cr.itiek op de

handelingen van -het Gouvernement -cii particuliere

Neclerlandsche ondernemers ten opzichte van het
vreemde element.

Laat mij vooropstellen tot goed begrip der zaak, dat

de heer Eleifferich buitenlander is, hetgeen hij trou-

vens in het slot van zijn tweede artikel laat uitko-
men en waarmede tevens zijn standpunt is aange-
geven. Dit standpunt is dus

niet dat

van den Neder-
lander, die uit den aard der zaak de belangen van

Ned.-Indië ten opzichte van het moederland uit een
ander oogpunt bekijkt. Het ligt voor de hand, dat 1.g.
standpunt door mij wordt ingenomen.

De heer ii. begint met cen beschouwing over le

positie van het Chineesche element -in N.-J. Zijn uit-

enzetting is zeer critisch t.o.v. .de Regeering, doch
niettegenstaande dat ,,bedoelen zijne uiteenzettingen

geen critiek”. De heer R. meent, -dat er thans een Ghinoesch probleem” bestaat in N.T. Dit schijiit

slechts in zooverre juist, als de Regeeririg in het
uitgestrekte ei landenrijk uit den aard der zaak hij
voortduring staat tegenover tal -van vraagstukken, die
haar aanhoudende zorg vereischen, en w’aarvan er en-
kele af en toe meer dan gewone aandacht vragen. O:f

dat nu tegenwoordig met het Chineesche vraagstuk

het geval is lijkt twijfelachtig en blijkt ook niet uit
het- artikel van den heer ii; Met grieven overv erlo-ren goede zaken als opium- en speelpacht, pandhuis
en particuliere landerijen, en -den onrcchtvaard.igen
crce van dcii fiscus valt als bewijs -van die stelling
toch kwalijk rekening te houden. Met dcii fiscus heb-

ben alle ingezetenen te maken en niet bewezen is,
dat •de Ohinieesche bevolkingsgroei) door hem onbillij-
kor wordt behandeld clan de Europeesche en andere
groepen. Het is echter ee.0 feit, dat een 20-tal jaren
geleden onder een slappen fiscus het meereucleel der

Chineesche handelaren -maar – al te gemalcicelijk aan
zijn contrôle ontsnapte. Dat die toestand ander-s ge-
worden is, is in liet algemeen belang en daar zal de
Chinees zich als ieder ander aan moeten gewennen.

Dat particuliere landerijen worden o.nteigencl is een
te loven maatregel in het belang der bevolking, waar-
toe de Regeer.ing ten dccle ook genoodzaakt wordt
door de onrechtvaar.d:ige behandeling, waaraan vele
iniande.rs, speciaal op landen van Chineesche eigen-
aren, bloot stonden (staan). Over pand-huis-, speel- en
op.iumpac’ht -valt slechts op te merken, dt nauwelijks
aan te nemen is, -dat een Chinees liet gemis van deze zaken als -gr.ief tegen liet Gouvernement zou durven
te berde brengen, waar de opheffing zon-zeer een
maatregel in het algemeen belang was. Wanneer cle
Chineesche bevolkingsgroep echter i uderdaaci ,,het
recht als onrecht” gevoeit, zooals de heer EI., meent,
-dan zal het uiterst moeilijk zijn haar tevreden te stel-
len, doch cle fout ligt •dan niet aan de Regeering,
doch aan cle Chineezen, •die niet geleerd -hebben, dat
een Testersch
bestuur er andere begrippen van recht

en onrecht
OP
in-ahouclt dan een Chineeseh. De eeniger-
mate ontwikkelde Chinees weet echter zeer goed, wat
recht en onrecht in -de oogen van Europeanen zijn

en hij past zich daar zonder morren aan.

Wat nu de politieke aspiraties van de Ohineezen
in Ned.-Indië betreft, ongetwijfeld wordt met belang-
stelling gekeken naar de gebeurtenissen in het groote

Chineesche rijk, en hun meer of minder rustige hou-

ding zal ongetwijfeld van daaruit – beïnvloed worden.

Een snelle over-gang in China van chaos tot krach-
tige eenheid zou ongetwijfeld het- zelfbewustzijn der
Chineesche ingezetenen van N.-I. sterk ver-hoogen.

Met een -dergelijke verandering zou de Regeering zeer

zeker rekening hebben te -hou-dien. Zoover is het in-
tusschen nog lang niet en vooralsnog kan de Chinees

uit -de gebeurtenissen in zijn vaderland alleen de over-
tuiging putten
;
-dat
hij
blij mag wezen, in een land
en onder een bestuur te mogen wonen en werken, waar

rust en orde heerschon en het persoonlijk eigendom
wordt geëer-biedigd. De ,,morgeniueht van
vrijheid
en
gelijkheid” omgeeft hem -eer in N.-I. dan tegenwoor-
dig in China. In N.-I. kan hij zich vrij bewegen en

zaken -doen en zich opwerk-en, en ik ben overtuigd,

dat -het meerendeel -der Chineezen dien toestand waar-

deert en loyale burgers zijn.

Japan heeft zich door eigen kracht opgewe.rkt tot

groote mogendhei-d. Daarvan heeft de Japanner ge-
profiteerd in zijn positie over -de geheele wereld. Het

is niet uitgesloten, -dat zulk een verheffing ook den
Chinees wacht, als eens in China ‘zulk een evolutie

plaats mocht vinden, -doch dit laatste valt binnen

afzienharen tij-d nog met te verwachten.

De -heer II. Iceurt het af, -dlat de Regee.ring een toe-

latingsbelasting heft van Chi neezen van
f
100 per
hoofd, w’-aardoor iedere arme C’hi’neesche koelie van

do immigratie in N.I. uitgesloten zou word-en. In dit
verband -den ambtenaar

voor Chineesche Zaken in
N._T. in tegen-stelling met zijn ambtgenoot in dle

Straits Protector again-st Chinese” te noemen lijkt een ietwat onvriendelijke grap. Het is begrijpelijk,
dat contrôle op -de toelating van Chin-eesche koelies
wonschelijk -geoordeeld wordt door -de N.-T. Regee-ring, al acht men -die blijkbaar in cle Straits niet uoo-

clig. Dat nochtans de toevloed -van Chineesche immi-
granten -niet to wenschen overlaat, -moge blijken uit

do cijfers -dienaangaande in ihet No, van ii. Augustus
II. -van dit Weekblad. Daaruit bh3kt, dat in 1025 ruim
30.000

Ch i neesche .i mm i-granten N._T. bi nncnkwamnen

tegen gemiddeldi 28.000 in cie jaren 1919 t.m. 1924. Dat
-zijn grooten.deels singkehs”. Is dle bewering van den heei’ 1:1., als zou de Regeering de C’hineesche immi-
gratie ,,kunstmatig afsnoeren”, in het licht -dezer
cijfers niet ten -zeerste overdreven?

* *
*

In hetgeen cle heer EI. opmerkt ten aanzien van de
vroegere positie der buitenlanders (ii i-et-N-edlerlandl-
sche Europeanen) treft mij als zeer juist de opmer-
king: ,,zij assimileerden zich, lieten zich meestal na-
tu:raliseeren”. De heer II. brengt dit in verband met
het feit, -dat die -vroegere buitenlandlers meest in
staatsdienst waren. Gedeeltelijk is dit juist; als offi-
cieren van gezondheid bij”. waren vroeger heel w’a-t
Duitscliers en Denn in Indië werkzaam, maar ook
– buitenlanders in .niot-ambtelijken werkkring pasten
zich in -dien t-ijd -gemakkelijk aan de Nederiandsche
maatschappij aan, gingen er als ‘t ware geheel in op.

Zij-
spraken iollancisch, gewoonlijk zeer goed en dik-
– wij-ls was -de kennismaking reeds -van oenigen duur,
alvorens men te weten kwam, -met een geboren Duit-
schei’, D)een of Zwitser to doen te hebben. (Alleen
(le Engelschen, -met hun moeilijk aanieeren van -vreem-
‘de talen, stonden meer op zichzelf). Mee.i’malen is op
– dit merkwaardig assimilatiovermogen der N.-I. maat-
schappij gewezen.
Of het -daaraan niet is toe te schrijven, dat het vroe-
ger door Nederlan-dsche zaken niet zoo nauw geno-
men werd!, of men een Hollandei of buitenlander in
-dien-st nam? De koloniale maatschappij w’as primi-
tiever, eenvoudiger, men -moest dikwijls roeien met
de riem-en, -die men had, en menige zaak vond -het te
kostbaar om goed opgeleid personeel uit het -moeder-
land te laten komen.
Door -de krachtige economische ontwikkeling der
-laatste 20 jaren is in dien toetand verandering’e-

25 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATITISCHE BERICHTFN

751

komen. lot vreemde element is door de toestrooming
van vreemd kapitaal sterk toegenomen. Die toene-
ming is
sl)eciaal
de laatste paar jaren sterk geworden
door de vlucht, welke rubber et:i andere cuitures voor-
al
01)
Sumatra, hebben genomen. Het aantal buiten-lariclers, dat zich in 1925 in Dcli vestigde, overtrof

zelfs, als ik mij niet vergis, dat der Nederlanders. Of

hef, assimilatievermogen der N.-I. maatschappij tegen-
over dien toevioed van bui ten lan dsche werkkrachten,

nog even sterk is als vroegei, valt te betwijfeleîa. De
heer.j:E. is van oordeel, dat dit niet meer soc is, waar
hij de positi.e van liet huidige vreemde element be-

schrijft: iLet voert een eigen leven, met talrijke ver-

eenigingen, kranten en tijdschriften, het doet zijn
invloed op algemeene vragen gelcleii en oefent druk
uit op
dc
Regeering, bijv. in belastingzaken en poc-
nale sanctie etc.”

Tegenover een de:rgelijken toestand is het verklaar-

baar, dat eenige w’aakzaamieid wordt betracht. De
heet 1E. nu
. oefent criti ek uit op clie waakzaamhei cl
en is in vcleriei opzicht daarbij eenigszi na onrecht-
vaardig en eenzijdig.

Eenzijcl i.g lijkt mij zijne waarcieeri ng van het feit,
dat vele bui ten.iandsche maatschappijen op cultu ur-
gebied hun oncler:nem i ngen cl rijven met geheel of ge-

cleeltelijk Nederlaridsch personeel. liet is duidelijk,
(lat Amerikanen, clie op Sumatra gi-oote rubberonder-iiemi ngon willen openen, zich verzekeren van de hulp
van ervaren Neclerianclsch personeel. Amerikanen
zijn voor dat wcrlc niet te veikiijgei. 0 ecleeltelijic is
dat ook met Engelsche, Belgische, Fransche na. bui-
tenlandsche oncicr.nem i ngen het geval, vooral in het begin. her nu met bijzondere waardee.ring te.sprelcen
van cle vriendelijkheid dezer financi.nrs, om Necler-
1 andsche werkk.rachteii te gebruiken, is misplaatst. Ze
hebben slechts op cle juiste w’ijze hun financieel be-
lang
01)
liet oog. Zouden clie Amerikanen, Engel schen,
Belgen, F ran schen in hun ei gen kol on ië n buiten-
landsch personeel aanstellen? hEet antwoord is niet
twijfelachtig. In den handel .is het trouwens geheel
anders. Do Engelsche Banken op Java bijv. hebben
uitsluitend Engelsch personeel en soo is het, met een
enkele uitzendering, ook niet. de vreemde handels-
huizen.
Dat •de N.J. Regee.ring teruggekomen is van hare
afdwaling om op ruime schaal buiteniandsche ambte-
.naren aan te stellen is slechts te loven in plaats
van te laken. Daarbij moeten de zeer bijzondere om-
sta.ndigliedcn in het oog gehouden worden, .die haar
aan het einde van den oorlog daartoe brachten. De
onmatige uitzetting van bemoeienissen in allerlei
richting, gepaard aan een iochkonju.nktur in de
meeste bed rijven alles berustend op den waan van blijvenden bloei en goede vooruitzichten, schiepen
een overdreven vraag naar werkicrachten van allorle:i
aard. Dat wts ccii abnormale toestand, die slechts
een paar jaren geduurd heeft en toen plaats maaicte
voor een overvloed van Icracliten
. .in ambtelijke en
particuliere kringen. Toch heef t die tijdelijke, ab-
normale toestand het sprookje in de weneid gebracht,
als zou ,,het Neclerlandscho krachtreservoir” niet vol-
doende zijn, ,,om het groote koloniale gebied te he-
vruchten”, zooals de heer IT. dit ui.tdrulct. Deze mee-
ni ng, client met kracht gewraakt te worden. De Ne-
clerlandsche bevolking is ten volle in. staat om de ver-
eir.hte goede wcrlcic.raciiten voo.r een krachtige out-
vik1celing van Indië in ruime mate beschikbaar te
stellen, abnormale omstandigheden als boven gen oemcl
voorbehouden. Onze nu i ve:rsiteiten, Iiandels-ilooge-
school, middelbare ondo.rwijsiririchtingen, koloniale
ianclbou.wrcholen etc. leveren een overvloed van per-
soneel, geschikt voor vrijwel alle behoeften, zoowel
van Regeering a.ls particulieren in Indië. Dc lust om claai-hcen te gaan, vooral in verband met de malaise
van de laatste jaren hier te lande, is in ruime mate
voorhauden. Onze bevolking neemt naar veler inzicht
in onrustbarende mate toe
Cii
velen beschouwen deze
bevolkingstoenaming als een zeei dreigend probleem

der naaste toekomst. In verband hiermede lijkt het
l)liCht van i.ederen Nederian.dschen werkgever, zoo-

wel hier te lande als in N.-I., eigen landgenooten
de voorkeur te geven boven vreemde. Wanneor in dit

opzicht niet meer de •onversciiiiligheid van vroeger
betoond voedt en men tegenwoordig meer 1)rincipieel
uit is op het vermijden van buiteulandscho werk-

krachten, is dit l)ij Neder]andsche werlcgevers slechts

een uiting ‘van gezond eigenbelang en als zoodanig
toe te juichen in plaats van te laken, zooals de heer

1:1. doet. Ons vollc noch onze Regeering lijden aan
een overmaat van nat:ionaal zelfbewustzijn; cle inter-

nationale gedachte heeft hier talrijke aanhangers
met veelal het ‘gevolg, verslapping van gevoel voor
eigen, nationale belangen. In dit opzicht was de her-

innering van den. heer Elout aan die nationale be-
langen geheel op haar plaats. hEet ware zeer te be-

treuren, wanneer de structuur der N.-I. maatschappij
door den toevloed van buitenlan.dërs zoodanig werd
veranderd, •dat ze haar Nederlanclsch karakter verloot’.
Dat gevaar dreigt vooralsnog niet. Het Nederland-

sche element in Indië bestaat grootendeels uit de
beste, energielcste en intellectueel hoogst staande
doelen van ons volk en die zuilen zich wel niet zoo
spoedig laten ,,denationaliseeren”. Toch is tijdige

waalczaamheid gewenscht, alsmede inzicht in de, zij
het ook verwijderde gevaren, ‘die mochten dreigen,
ten einde onverkort te handhaven, wat, wij hebben.
J)at de heer II., de voilconien gezonde politiek onzei’

Regeer.ing om geen buitenlanders in vasten dienst
aan to nemen lakend, daarbij ,,de bruuske afwijzing

van liet Engeischo rubherrestrictievoo.rstel” verwij-
tend aanhaalt als uiting van ,,souverein exclusieve
tendens”, is wel zeer verwonderlijk. In de eerste
plaats is het verband tu’sschen die twee zaken wei
zeer verwijderd. Doch overigens is het onbegrijpelijk,
dat in het licht der gebou:rtenissen der laatste jaren
0
1)
Rubbergebied, de ‘Heer II. thans nog de afwijzing
der Regeering in dit opzicht meent te moeten betreu-
ren. De juistheid van het standpunt onzer Regeering
om ,,souveroin”
01)
te treden en zich, vereenigEuldi met
het eensluidend advies der geraadpleegde rubberbe-
langen, niet door .de’Engelschen op sleeptouw te laten
nemen, is toch wel door de practijk bewezen.
i)e heer 1.1. herinnert aan ‘den prijzenswaardigen
toestand, dat de poorten onzer Icoloniën voor iedereen
wijd open staan en ‘dat Nederland ‘daardoor ,,aan-
spraak” heeft
0.1)
‘de ,,dankbaarheid” van alle volken,
waarin een groote’macht van bescherming zou liggen
voor het behoud van ons In…i.ë. Och arme, •dankbaar
heid? Moeten wij ons daarop verlaten? De practijlc
der laatste jaren lieef t ons, indien ooit, wel geleerd,
dat die bij volken niet bestaat en ‘het dwaas is daarop
te bouwen. De ‘debatten in de Tweede en Eerste Ka-

mer met betrelcking tot de Nederlandsch-Dnitsche
vercl.rageiï hebben ‘daarop gewezen ten aanzien van

Duitschlan.d, terwijl een andere buur ons in dit op-
zicht ook heel wat teleurstellingen heeft berokkend.
De Open Deur in Indië •is een Nederiandsch belang,
omdat het belang van alle volken meebrengt, dien
toestand gehandhaafd te zien, in die lijn ligt verder
het voortzetten van een verlicht, rechtvaardig be-
stuur en een rechatige, billjlce behandei:ing dor
vreemde elementen in de bevolking, ‘die zich aan wil-
len passen aan de wetten des lands, met handhaving

zooveel mogelijk van, het Nederlandsche karaicter en
den Nederlandschen invloed. Dat daarbij ‘liet Nader-
landsche volk zijn uiterste krachten moet inspannen en
niet mag verslappen in energie en ondernemingsgeest
ligt voor de hand én de wenken van den heer U. iii dit
opzicht zijn de behartiging waard.
Ten slotte: het bovenstaande wordt aangevoerd met
volkomen waardeering van de werkzaamheid der bui-
tenlanders in Ned.-Indië en van de politiek der Re-
geering, om aan clie werkzaam’heid geen stroobreed in
den weg te leggen.

752

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25
Augustus 1926

DE HANDEL VAN NEDERLAND MET HET BUITEN

LAND IN DE EERSTE HELFT VAN HET JAAR 1926.

Noch het moderne conjunctuur-onderzoek, floch de

daarmede veelszins samenhangende beschouwing der betalingsbalans van eenig land kunnen de belangrijke

cijfers van den handel met het buitenland missen.

Deze zijn voor ‘de betalingsbalans van verreweg de

meeste landen het voornaamste, en dikwijls het eenige

nauwkeurig in cijfers vast te stellen gedeelte; voor

•het conjunctuur-onderzoek zijn zij’ eveneens onont-
beerlijk, hoewel ‘zij daarbij slechts ékn index onder

vele andere vertegenwoordigen, welke vooral de aan-
dacht verdient, omdat koopen en verkoopen van. ‘goe-
deren in het verkeer met het buitenland statistisch
nagenoeg geheel kunnen worden vastgesteld, terwijl

deze op de binnenlan’dsche markt in totaal meestal

slechts min ‘of meer ruw geschat kunnen worden.
Daarom wordt in dit artikel nogmaals gepoogd de

droge en, zooals men dikwijls gaarne zegt, ,,’alles en

niets bewijzen’de cijfers” aan een onderzoek te onder-
werpen. Wat leeren deze cijfers ten ‘opzihte van den

Nederlandschen buitenlandschen handel in het eerste

halfjaar 1920
Wanneer men de onderstaande tabel beschouwt der

ontwikkeling, maand voor maand, van den handel
met het buitenland, dan valt onmiddellijk in het oog

de toeneming van den invoer en de vermindering van
den uitvoer, m.a.w. een verslechtering der hwndels-

balans
met nagenoeg
f 100
millioen. Maar ongetwij-

feld mag ‘daarbij de toeneming van den invoer niet
zonder meer als een ongunstig verschijnsel worden
opgevat, want deze kan een aanwijzing vormen van
grootere bedrijvigheid op industrieel ‘gebied, hetzij
voor ‘het tegenwoordige, hetzij voor de naaste toe-

komst,
wanneer
zij toegeschreven moet worden aan een grooteren invoer van grondstoffen. Anders staat

het met de daling van den uitvoer, die vooral ‘dan be-

•denkelijk moet stemmen, indien men bij een land als
Nederland te doen heeft met een achteruitgang in den
export van eigen bodem-producten, of ook van indus-

trieproducten, vervaardigd uit grondstoffen van bui-
tenlandsche herkomst. In hoever het een zoowel als

het ander het geval is, moge later worden ‘bezien.

Te ‘dezer plaatse moge nog slechts worden opgemerkt,

dat de
omvang
van den Nederlandschen
handel met

het buitenland in totaal,
dus in- en uitvoer te zamen,

zich met
f
2013,5 millioen vrijwel op dezelfde hoo’gte

hield als in het vorige jaar
(f
2028,2 .millioen), d.w.z.

da-t de bedrijvigheid in het zakenleven, voor zoover
deze in den handel met het buitenland tot uitdruk-
king komt, bijna even groot bleef, wat de waarde

betreft. Men zal zelfs eerder geneigd zijn, in weerwil
van de toenemende klachten over ,,slapte” aan een

grootere goederenbeweging te denken, wanneer men
in aanmerking neemt, dat ‘de groothandels-index in
de eerste 6 maanden van 1926 153, 149, 145, 143, 143,

144 bedroeg tegen 160, 158, 155, 151, 151, 153 in de-
zelfde periode van verleden jaar, en het bekende
verschijnsel, dat er over ,,slapte” wordt geklaagd,
wanneer minder hooge of minder winst latende prij-
zen bedongen worden, zou zich in ‘dit geval herhalen.

In- en IJitvoer met uitzondering van gouden en zilveren
munt en muntmateriaal).

Maanden

Invoer

Uitvoer
1923 1924 1925 1926 1923 1924 1925 1926
in millioenen
fi.

in millioenen 5.

Jan.

173.1 177.5 210.6 205.1

91.5 116.5 140.0 121.6

Febr.

162.2 185.2 196.8 197.5

94.6 125.5 136.3 129.7

Maart
165.5 186.5 203.8 212.6 107.0 131.9 146.3 143.2

April

169.6 189.7 193.7 199.8 97.0 136.4 144.3 135.0

Mei

160.1 218.7 198.1 194.7 104.1 135.5 150.5 128.6

Juni

159.5 188.8 183.4 212.6 97.9 110.8 124.4 133.2

Totaal
Jan./
Juni 990.0 1.146.4 1.186.4 1.222.3 592.1 756.6 841.8 791.3

Invoer
saldo –

397.9 389.8 344.6 431.0

Ie halfjaar
Uitvoer in
0
/0
v.
d. invoer

59,8 65,9 71,0 64,7

Nu toont een blik op ‘de Nederlan’dsche handels-

beweging, gerekend naar de
hoeveelheid,
evenals reeds

sedert jaren het geval is, ook dezen keer een gewel-

‘dige toeneming, bij den import zoowel als bij ‘den

uitvoer.
De Nederlandsche Handel met het Buitenland
(gewicht in 1000 tons).
Januari-Juni

Invoer

Uitvoer

1923
……….
8.745

3.831

1924
……….
10.527

4.459

1925
……….

11.931

5.467

1926
……….
13.254

6.590

Maar ‘dit kan bedriegelijk ‘zijn, want. ‘daaronder im-

mers zijn o.a. ook
kolen
‘begrepen, en deze kunnen

‘door het áooge gewicht (bij relatief lage waardecij-

fers) ‘het beeld gemakkelijk onjuist maken. Schakelen

wij derhalve de kolen in ‘de beide jaren 1925 en 1926

geheel uit,
1)
dan blijkt, dat de invoer heeft bedragen

in 1925: 8011,71 inillioen KG., in 1926 echter 9813,05
millioen KG-., en de uitvoer daartegenover 3848,58 en
3841,19 millioen KG.; deze cijfer’s bevestigen ‘de hier-

boven ‘gemaakte opmerking, dat er van een teruggang
in de handelsbeweging niet wel sprake kan zijn, maar
voor zoover den uitvoer betreft – geringere waarde
bij’ even groot gebleven hoeveelheid – wijzen zij op

gedaalde prijzen of op een verschuiving in de ‘diverse

artikelen van den export, of wel op beide.

De tabel ‘boven aan p. 753 geeft een ‘vergelijking

van den in- en uitvoer volgens de afzonderlijke groo-

te
groepen van artikelen
der Ned. handelsstatis-

tiek in ‘het eerste ‘halfjaar van 1925 en 1926. Daar-

uit blijkt, dat ‘de meeste groepen van artikelen bij

den
invoer
een toeneming te zien geven, waarbij dan

die van groep III, XV, II en VI het sterkste is,
d.w.z. wanneer men de toename der waarde van den

steenkoleninvoer met circa
f
6 millioen (‘begrepen

in het accres van groep III) -buiten beschouwing
laat, toch overwegend groepen van artikelen, ‘die

eerder ‘op een toenemenden dan dalenden omvang
van de bedrijvigheid in het economisch leven wijzen.
Omgekeerd kan de vermindering hij groep 1 en IX
niet zonder meer beschouwd worden als ongunstig

voor het economisch leven van Nederland, terwijl de
daling hij groep VIII eerder in ‘ongunstige richting
wijst, aangezien men in dit geval te doen ‘heeft met

een teruggang bij hui’den en leder, maar niet bij

schoenwerk.

Bij den
uitvoer
zijn, afgezien van de aanmerkelijke

verhooging voor groep YI, en enkele minder belang-
rijke posten, alle waardecijfers veel lager, vooral
evenwel de groepen 1, II en XIII, d.w.z. de plant-
aardige en dierlijke producten benevens diverse voe-

dings- en ‘genotmiddelen. Deze zijn het derhalve,

waarop de hoofdlast van de export-vermindering drukt.
Wann’eer men nu verder wenscht te weten, welke

landen
tot cle wijzigingen van den in- en uitvoer heb-ben bijgedragen, ‘dan geeft de volgende opstelling op

‘deze vraag ‘het antwoord:
Buitenlandsche Handel van Nederland met zes voorname
landen in het eerste halfjaar
1923-1926.
(In millioenen guldens).
Land

Jaar Invoer Uitvoer

Land

Jaar Invoer Uitvoer

Duitschland
1923 241.0 75.41
Frankrijk
1923 33.4 64.3

1924 275.6 233.4

1024 53.8 56.6

1925 285.7 226.9

1925 54.9 41.3

1926 319.8 159.2

1920 60.9 39.7

Gr.-Britt.

1923 151 150.8
V.
Staten

1923 136.6
31.4

1924 150.3 194.1
1924 110.7
21.9

1925 191.2 214.1
1925 147.2
23.0

1926 133.3 221.3
1926 131.8
35.2

België

1923 102.3

68.7
N.O.-Indië
1923

52.6
58.7

1924 126.2

64.7
1924

68.2 48.6

1925 134.2

78.0
,

1925

63.8 62.9

1926 133.5

74.7
,

1926

64.6
67.0

1924 793.8 619.3 1925 877.0 646,2 1926 843.9 597.1
1)
Steenkolen in het bijzonder; de veranderingen bij
cokes en bruiukool zijn zoo gering, dat zij ve1 verwaar-
loosci mogen worden.

Hiervan handel
Invoer

1925

1926
of af n.(-)

4.1

3.5 – 0.6
10.4 20.9 + 10.5

met Duitschland.
Uitvoer toe-(+
1925

1926
ofafn.(-

99.8 74.5 – 25.3 48.3 36.4 – 11.9

105.7 122.9 + 17.2′
2.6

3.7 + 1.1

12.1 12.7 + 0.6

15.5

8.9 -. 6.6
12.7

4.1 – 8.6

24

1.2 – 1.2

4.6

7.0 + 2.4 16.7 12.6 – 4.1

25 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

753

In- en uitvoer volgens de
15
groepen der Ne’derlandsche E[andelsstatistieic (in miii. 6.)

Invoer

toe-(+) of
Uitvoer

toe- (+)
1925
1926
afname (-)
1925

1926

of afn.(-)

57.4
50.7

6.7
242.1 220.7 -21.4
337.9 345.6
+

7.7
98.8

82.2

16.6

191.7
212.9
+
21.2 67.3

74.2
+

6.9
20.7
21.4
+

0.7
34.7

29.5

5.1

28.1

28.1

– i 24.4 23.8 – 0.5

66.0

71.6 + 5.6 70.7 82.0 + 11.3

47.9

50.0 + 2.1

7.3

6.3 -‘
1.011
14.0 12.2 – 1.81

2.0

0.9 – 1.1

32.9

29.0 –

25.3 19.5 –
5
.
8
11

9.7

8.5 – 1.21

8.2

3.2 – 5.0

157.6 151.6 – 6.01 102.8 98.1 – 4.711 44.1 49.2 + 5.11

5.2

3.6 – 1.6

11.3

10.8 – 0.5

4.8

5.4 ± 0.6

5.7

5.1 – 0.6

0.3

0.3


6.7

7.9 + 1.2

4.0

4.3 + 0.3

2.8

3.1 + 0.3

0.1

0.2


16.7

17.5 + 0.8 20.2 21.7 + 1.5

10.8 11.4 + 0.6

0.5

0.5

100.2 102.3 + 2.

81.9 70.2 -11.711

8.3

3.6 – 4.71

9.1

8.7 – 0.4

30.1

33.4 + 3.

13.4 11.4 –
2
.011

5.7

6.9 + 1.21

1.1

0.5 – 0.6

‘44.1 420 – 2.211 45.1 49.1 +
4
.
0
1

4.9

3.6 – 1.3

841.8 791.3 – 50.4Jj 285.7 319.8 + 34.11 226.9 159.2

67.7

Groep

T. Dieren en dierlijke producten.
Pl antaardige voortbrengselen.
Mineralen, metalen en niet
in andere groepen opgeno-
men fabrikaten daarvan
Meel en meelfabrikaten
Chemische producten, genees-
middelen, verfwaren en
kleurstoffen …………..
Olie, hars, was, pek, teer en
distillatie.producten van
teer, fabrikaten van deze
stoffen n.a.g………….
Hout en fabrikaten van hout
en dergel. stoffen, meubelen.
Huiden, veilen, ieder, leder.
werk en – schoenwerk ……
Garens, touw en touwwerk,
weefsels en stoffen, klee-
deren en modewaren ……
Aardewerk, porselein, pot-
tenbakkerswerk,gebakken
steen en andere kunststeen.
Glas ………………….
Papier ………………..
Voedings en genotmiddelen,
niet genoemd in de groe-
pen 1, II, IV en VI ……
Rijtuigen, voertuigen, vaar-
tuigen en luchtvaartuigen..
Anderegoederen aangebracht
onder de groepen 1 tot en
met
XIV ……………..81.6

89.5
4
7

Totaal …………………
1.186.8 1.222.3 + 35

Als de meest ka.rakteri’seerencle verschijnselen geeft

deze te zien een vrij belangrijke stijging van den in-
voer uit
Duitschland,
bij gelijktijdige sterke ‘daling
van ‘den uitvoer daarheen, een kleine verbetering van
den uitvoer naar
Groot-Brittan,’n.ië,
dat
th,ans de beste
klant van. Nederland is geworden,
en een zeer sterk
verminderden invoer uit ‘genoemd land.
1)
De ‘handel
met
België
bleef ongeveer op dezelfde hoogte – het-
geen niet beteekent, .dat bij geen enkel artikel de
invloed der valutadaling ‘zou zijn waar te nemen —
welke invloed ‘ten opzichte van
Frankrijk
veel ‘sterker
tot uitdrukking komt. Het handeisverkeer met Frank-
rijk heeft zich sedert 1923 geleidelijk volkomen ge-

wijzigd: kocht Frankrijk ‘destijds bijna tweemaal zoo-
veel van Nederland als het daarheen leverde, in 1926
leverde het aan Nederland bijna 50 pOt. meer ‘dan het
daar kocht. De handel met de
Vereenigd’e Staten
toont een daling van het invoer-overschot van
f
124
op
f
96 milli’oe:n; ‘die met
Nederlan,dsch-Indië
geeft
blijk van een kleine toeneming bij in- en uitvoer.
De
daling van den export naar Duitschl and –
met bijna
f
68 millioen – is zoo aanzienlijk, dat zij
zelfs
‘den
terug gang van den totalen uitvoer van Ne-
derland (f
50,5 millioen)
overtreft,
m.a.w. dat de
export van Nederland naar alle andere landen te za-
men ook in het af geloopen, half jaair een accres
ver-
toonde, dat alleen ‘door ‘de vermindering van den
uitvoer naar Duitschland werd te niet gedaan. De

vraag ‘dringt zich vanzelf op •den voorgrond, aan den
uitvoer van
welke artikelen
deze sterke teruggang
moet worden toegeschreven. De tweede helft van

bovenstaande Tabel III ‘geeft ‘daarop antwiord: ‘deze

) Deze opvallend sterke vermindering hangt waarschijn-
lijk voor een deel samen met de verandering in het begrip
,,land van herkomst”, die op 1 Jan. jI. bij de Statistiek ‘is
ingevoerd en weiker beteekenis reeds in dit blad is uiteen-
gezet. Deze verbreking van de continuïteit der statistiek
moet trouwens bij aile vergelijkingen worden in aanmer-
king genonlen. Met Mr. Dr. van Zanten meenen wij, dat
het nut dèzer verandering voor de practijk niet opweegt
tegen cie nadeelen, die zij
en
het wetenschappelijk onder-
zoek daardoor ondervinden.

doet ‘zien, ‘dat het vooral ‘de groepen 1, II en IV zijn,
d.w.z. ‘dierlijke en plantaardige ‘voortbrengselen als-
mede meel en ‘meelfabri.ka

ten, waarop het grootste
‘deel van do daling ‘betrekking heeft. De vermindering
in ‘den uitvoer dezer ‘drie groepen van ‘artikelen be-
draagt
f
55,9 millioen, terwijl ‘bij’ ‘den totalen uit-
voer van Nederland deze drie groepen een afneming
an
f
43,2 millioen tooen. Moge het ook al gelukt
zijn, voor de vermindering van den uitvoer naar

Duitschland elders gedeeltelijk een cociipensatie te
‘inden, toch is deze ‘daling bij ‘drie groepen van arti-
1elen, op rekening waarvan in 1925 nog circa
f
160
illioen kwam bij’ een totalen uitvoer naar Duitsch-
land ten bedrage van
f
227 millioen, wel zoo ernstig,
‘dat men ‘dit feit zou mogen beschouwen als een soort

rechtvaardiging achteraf van het votuns der beide
Kamers,
toen ‘deze besloten in weerwil van gewichtige
bezwaren het
hand’elsverdrag met Duitschlan,d goed te keuren,
waardoor Nederland, wanneer men het in

een s]agwoor.d – en ‘daarom nood’zakelijkerwijze eenigs-
zins eenzijdig – wil formuleeren, concessies koc’ht voor
den land- en tuinbouw ‘door af te zien van tegemoet-
komingen aan de industrie en het verkeer. Ook de
overige veranderingen ‘der artikelen-groepen afzon-
‘derlijk in het handelsverkeer met Duitschland zou’den
stof bieden tot waarschijnlijk wel belangwekkende

overwegingen. Ten einde hier niet te uitvoerig te
*orden, moet het ‘echter ‘aan den lezer ‘zelf wor’den
overgelaten, die aan de hand der tabellen te opperen.
Slechts ‘op één punt moge nog worden gewezen: de
ontwikkeling van ‘den ‘handel met Dui’tschland juist
in het laatstverl’oopen ‘kwartaal.

De Nederlandsch.Dujtsche Handel
S

Tijdperk

Invoer Uitvoer

Tijdperk

Invoer Uitv.
(mili. f1.)

(mili. f1.)
1923
Ie halfj.
241.0 75.4

1925
Iiie kwart.
148.7 152.6
1924
Ie kwart.
132.1 106.0

IVe

159.7 89.4

Iie

,,

142.5 127.4

1926
Te

163.7 69.4
1925
Te ,,

150.8 108.4

11e

156.1 89.8

Iie

,,

134.8 118.6

Deze tabel toont voor ‘de maanden April-Junj een
vermindering van ‘den invoer en een stijging van den

754

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25
Augustus 1926

export, die even groot, en in pOt. gerekend, zelfs

grooter nog is dan zij voor de laatste jaren te zien gaf

met betrekking tot het tweede kwartaal in vergelij-
king met het eerste. Of zulks een beslissende wending

beteekent, valt thans nog niet goed te zeggen.

Wat beti.ef t het aandeel der
afgewerkte producten

bijden in- en uitvoer van NoderiancI, zoo is dit bij

den invoer met ongeveer 9 pOt. gestegen en bij den

export met circa 3 pOt. gedaald, gelijk uit onder-

staande tabel blijkt:

In- en
Uitvoer van fabrikaten Ie halfjaar 1924-1926.

(In millioenen fi.)

1924 1925 1926

1924 1925 1926

a. Voedingsmiddelen 97.2 82.5 87.5

207.8 211.8 194.3

5. Andere fabrikaten 392.5 417.4 459.9

243.9 300.5 301.0

Totaal ……489.7 499.9 547.4

451.7 512.3 495.3

Terwijl slechts een klein deel van de toeneming

hij den invoer op rekening komt van dec veihoogden
import van gefabriceerde levensmiddelen, blijkt het,

dat hij den uitvoer de teruggang ten volle daarop be-

trekking heeft, nuzar dat de export van andere in-

dustrieele procbucten volkonien stabiel is
gebleven.

Zulks stelt hot concurrentievermogen der Nederland-

sche industrie
01)
de buitenlandsche markten zeker

niet in een ongunstig licht, maar tevens doet te invoer zien, dat omgekeerd het buitenland op de inheemsche

markt goed kan concurreeren. 1

let zou wel de moeite

bonen, ook eens na te gaan of te ]aatstbedoelde in-

voer betrekking heeft
0
1) clualitatief hoogwaardige

dan wel op goedkoope producten, hetgeen een heide.r

licht zou doen vallen op cle koopkracht van cle binnen-

landsche markt.
De Noden andsche buitenland sche handel stond,
althans in te beide laatste maantlen, sterk onder den
invloed van de mpnwerkersstaking in Engeland,
en

daardoor ook onder dien van de wijzigingen hij dol)

in- en uitvoer van kolen.
Deze veranderingen kan

men vinden in de volgende opstelling:

Kolen in- en uitvoer le halfjaar 1924-1926
(1000 tons
C
1000 KG.)
mv.

lJitv.

mv.

Uitv.
a) Steenkolen’24 3.371 760
1
0)
St.k.brik. ’24

96

25
’25 3.913

9492

. ’25 216

21

’26 4.381 1.399e

’26 170

84

5) Cokes

’24 102 353 d) Bruinkol. ’24
—’ –

1
25

98 429

125 – –

26 106 465

’26 – –

e)
Br.k.brik. ’24

51

3
’25

75

ii
’26

71.

4

plus 342
,,

670 1000 tons bunkerkolen voor vreemde schepen.
,,

1.342
4)
Minder dan 200.000 tons.

De reeds eerder vermelde toeneming bij de cijfers
van den invoer zoowel al.s van dun export moet ech-

ter nog worden gecompleteerd door die, wélke op den

doorvoer
van kolen betrekking hebben, want deze
speelt, zooals bekend, steeds een zeer, voorname rol,
en in do cijfers daarvan komt de invloed van de mijn-
werkersstak.ing nog veel sterker tot uitdrukking. De

volgende cijfers behoeven verder geen commentaar:

Doorvoer met overlading van kolen, cokes en briketten.

Jan./Juni

1000 tons
ft
1000 KG. waarv. uit Duitschl.

1924

3.366

2.817
1925

3.390

3.261

1920

5
.
9741)

5.830
1)
waarvan in Mei 1926: 825.000 tons (Mei 1925: 573.000)

,,

,, Juni1926: 1.418.000

,, (Juni1925: 467.000)

Het gevolg daarvan is, dat de cijfers yen den Ne-

derlarcdschcn •doorvoerhandei, welke naast die van den
in- en uitvoer niet veronachtzaamd mogen worden,

wanneer men een goed beeld van de bedrijvigheid op
zakengcb.ied in Nederland wil verkrijgen, veel hooger
zijn geworden dan zij anders zouden zijn geweest;
de doorvoer met overiading bereikte op grond vali
e.c.a. een omvang van 12.542.000 tons, waarmede hij
den hoogen stand van het vorige jaar nog sterk over

trof; de doorvoer zonder overlading toont daardoor

eveneens een toeneming van 1,2 millioen tons aan.

Doorvoer met en zonder overlading (1000 tons).

Januari-Juni

Met .

Zonder
overlading

1924……….8.321

3.958
1925……….11.289

4.519
1926……….12.542

5.785

Deze transportrn kwamen natuurlijk het
havenver-

keer
van Nederland in hooge mate ten goede, uit den

aard der zaak in de eerste plaats dat van Rotterdam; bij een stijging in de Noderlandsche havenbeweging

van 36,25 tot 40,39 millioen tons, of met 4,14 mil-

i.ioen, komt daarvan op rekening van Rotterdam
alleen een vermeerdering van 24,45 tot 28,11 millioen

tons, of van 3,72 millioen tons.

Nederlandsch Havenverkeer (ter zee en langs rivieren
en kanalen) 1924-1926 (1000 tons).

Jan.JJuni Rotterdam Amsterdam Vlaardingen Alle havens

1924

19.008

2.966

1.898

28.099
1925

24.448

3.326

2.792

36.250
1926

28.174

3.254

2.243

40.390

Wil men een algemeene conclusie trekken uit al

deze niet-parallel loopenrle feiten en ontwikkelingen
van cl en Nederl anclschen bui tenlandschen handel in

het achter ons liggende halfjaar, clan zou men deze

zeer kort ongeveer in dezen vorm kunnen kieeden,

dat de ontwikkeling over het ulgemeen niet zoo be-vredigend is gew’eest als men zou mogen wenschen

(ongunstig saldo der handelsbalans), maar dat er ook een aantal feiten valt waar te nemen, welke het beeld
vcrheugcndcr maken dan het bij den eersten aanbiild

schijnt (groote omvang van den buitenland schen han –
del wat dien zoowel bij den in- en uitvoer als ook
hij tien . doorvoer betreft). Factoren van bijzonde-

ren aard hebben
01)
cle ontwikkeling van tien buiten-

landscien handel ngewerkt: behalve de scherpe da-
ling van don Franc – die echter in de eerste plaats
voor de grensgebieden gevolgen heeft – de maatrege-

len van Duitschland, welke den uitvoer ongetwijfeld
sterk belemmeren en de staking dor mijnwerkers in
Engeland, alles feiten, waarvan de duur en de defi-
nitieve uitwérking thans nog niet kunnen worden

berekend.
Dr.
WILHCLM MAUPNEa.

DE RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over
de maand Juli 1926, vergeleken met do overeenkom-
stige cijfers van Juli 1925.

i)o gewone middelen brachten in de afgeloopen

maand
f
39.313.600 op tegen
f
37.400.300 in Juli
1925 en vertoonen mitsdien een vooruitgang, van

f
1.973.300. De totale opbrengst in rIo afgeloopen
maand overtrof te raming niet een bedrag van

f
1.190.600.

De totaal-opbrengst over de eerste zeven maanden van dit jaar bedroeg
f
287.023.100, zijnde
f
21.766.500

meén dan tie in hetzelfde tijdvak van het vorige

jaar, terwijl de raming in genoemde periode met

f
19.742.100 werd overschreden. Laat men echter,
om een meer zuvore vergelijking te verkrijgen, de
rijwiolbelasting, die grooteudeels in de maand
Januari van elk jaar binnenkomt en die dit jaar

reeds
f
6.558.300 ophraclit, buiten beschouwing, dan
blijkt, dat de opbrengst der overige middelen over
de eerste zeven maanden dezes jaars slechts

f
16.683.800 steeg boven 7/12 van de voor 1926 in

totaal geraamde opbrengst.
In vergelijking met de overeenkomstigo maand
van liet vorige jaar vertooi en de personeele belas-
ting, de dividend- en tantièmebeiastung, de suiker-, de

wijn-, de zout-, de bier- en de tabaksaccijns, de be-
lasting op speelkaarten, do zegoltechten, de successie-
rechten, de invoerrechten, het statistiekrecht en de
lood sgeiden een hooger opbre.ngstcijfer. Daarentegen
brachten minder op rio grondbelasting, de inkomsten-

25 Augustus 1926

ÊCONOMISCH-S’TATITISCHE BERICHTEN

755

belasting, cle vermogensbelasting, de gedistilleerd-
en de geslachtaccijns, de belasting op rijwielen, de

registratierechten, ‘de belasting op gouden en zilve-tenwerken, de .domeinen en de opbrengst der akten

voor de jacht en visscherij,
enz.
Ui.t liet vorenstaande

blijkt, •dat de
1001)
dor middelen in’ Juli 1,926 niet

onverd eekl gun s’t.i g mag worden genoemd.
Na de sterke stijging, die de gron’dbelasting in cle

vorige maand te zien gaf, behoeft het geen’ ‘verwon-
clering te baren, dat dit middel in de maand Juli

minder ruim heeft gevloeid. :De op’brepgst bedroeg

thans
f
3.291.800 of
f
567.000 minder clan in de

gelijknamige maand van 1.925. Vergelijking van de

totale opbrengst over’ ‘d.o eerste zeven maanden doet
‘zien, ‘dat ‘zoowel de opbrengst van het vorige jaar als ‘de ram ing nog aanmerkelijk werden overtroffen (on-
•derscheklenlijk met f
591.900 en
f
3.609.700); be-

denkt men evenwel, dat ‘dit gunstige resultaat onge-

twijfeici ‘v,00r een belangrijk deel aan de snellere in-
vordering is te ‘danken, dan mag aan deze ove.rschrij-
ding niet to veel heteeken.is worden gehecht.
Evenals te vorige maand liep te personeele belas-

ti ng in vergelijking met ‘het overeeukomsti ge tijdvak
‘van 1,925 een flink stuk vooruit; het surplus bedroeg

ditmaal
f
393.2.00. Ook hij dit middel vormt het
tijdig gereed maken der aansiag.regeling een factor’
van beteokens. Vergelijkt men de ontvangsten uit
deze bron van inkomst over cle’ eerste zeven maanden,
clan blijkt, dat de opbrengst in 1926
f
2.063.800 st.eeg
boven die van Januari t.m. Juli 1925. De ram:ing
werd echter nog steeds niet bereikt; het nacleelig
verscihii beliep
f
974.100.
In tegenstelling met de eerste zes maanden van
hot jaar vertoonde do inicomstenbelasting ditmaal een
lagot. opbreug.stcij’fer. . Genoemde ‘belasting lever cle
thans f4.685.300 ‘op, ‘di.
f
764.500 minder dan in

Juli 1925. Ook cle raming werd bij lange na niet
bereilct; de opbrengst bleef nl. f2.981.400 ‘bij 1/12
‘deel der ramlng ten achter. Na ‘de ruime baten, ‘die
‘de inlconistenbelasting in de eerste helft van het jaar opleverde, kon deze teruggang worden verwacht. De
hoogere ontvangsten iii ‘de vorige maanden waren
ongetwijfekl voor een goed deel aan de snellere in-
vordering toe te ‘schrijven en•
.ceds in het vorig over-
zicht werd daarom het vermoeden uitgesproken, dat
in ck eerstvolgende maanden zeer waarschijnlijk een
belangrijice daling in ‘opbrengst mocht worden tege-moet gezien. Vergelijking van de opbrengsten, oveïr

de eerste zeven maanden van 1925 en 1,926 levert uiteraard, voor laatstgenoemd jaar nog een gunstig
resultaat
01).
Hot accres bedroeg in die zeven maan-
‘den
f
3.005.000. De opbrengsten kunnen als volgt o’ver
do vcrsch illentle cl ienstjaren worden verdeeld

Jan. Lui. Juli 1925
.

Jan.
tin.
J’u]i 1926
1922/1923

f
2.834.100

-‘
1923/1924

8.553.800

f
2.229.500
1924/1925

,. 48.308.300

,, 5.622.500
1925/1.926

,, 1.327.000

,, 54.377.700
1926/1927

1.798.500

f
61.023.200

f
64.028.200

Deze cijfers demjonstreeren ten du idelijkste den
invloed, dien cle snellere invorcle’ning op den loop der
inkomstenbelasting heeft gehad. Aangeteekend ‘zij
nog, dat de raming in cle eerste zeven maanden van
1926 mct
f
10.361.600 werd ‘overschreden. Daar cle
inkomsten belasting evenwel voor ihet grootste d cel
in liet ibegi ii van liet jaa:r ‘binnenkomt, is liet vermoe-
den. ‘gewettigd, dat deze overschrijding dar raming,
clie over cle eerste zes maanden nog f 13.342.900 be-‘droeg, in ‘de eerstvolgende maanden nog wel meer zal
terugloopen.
Do dividend- on tantièmehelasting gaf ditmaal een
hoogere opbrengst te boelcen (van
f
406.200). In het
tijdvak Januari ‘tin. Juli. 1926 werd
f
404.400 min-
‘der ontvangen dan in ‘dezelfde pe.rode van 1925. Ook
cle raming werd in die 7 maanden niet bereikt; het
nadoelig verschil bedroeg
f
1.198.500. Neemt men evèuw’el in aanmerking, dat dit middel op zeer onre-

.gelmatige wij’ze pleegt binnen te komen, dan kunnen

uit deze cijfers nog geen conclusies voor den vorderen
loop in 1926 worden getrokken.
Do vermogensbelasting liep terug met
f
70.700.
Tot dusver viel ‘de opbrengst uit dit middel niet
mcdle. In ‘de eerste zeven maanden van 1926 ‘kwam

.f
1.78.300 ‘minder binnen ‘dan in hetzelfde tijdvak ‘van .1925, en f 81.9.700 minder ‘dan 7/12 der raming.

Do accijnzen vertoonden een ‘verschillend beeld:

De suikeraccijns
bracht
f 3.516.700 op, di. f437.700
méSr dan in Juli 1925. De loop van ‘dit middel bleek

tot ‘dusver zeer bevredigon.d. Waarschijnlijk is de toe-

neming in opbrengst te verklaren uit ‘de
stijging
van
dcii suikerprijs, ‘die bij de handelaren een neiging tot
liet opdoen van voorraden opwekt. De wijnaccijns
steeg met
f
20.000, vermoedelijk te danken aan valu-
ta-aankoopen van Fransche w’ijnen in verband met

den lagen stand van ‘dien franc. De gedistiileerdaccijns

liep terug met f 178.600, een verschil, dat niet aan
liet aantal lcrediettermij’nen is toe te schrijven, ‘doch vermoedelijk, zijn grond vindt in toenemende fraude aan ‘de Belgische grens. Voor de toeneming van den

zoutaccij’.ns (met f26.700) is een bepaalde oorzaaic ii jet
aanwijsbaar, evenmin als voor ‘de stijging van den
bieraccijns
(niet
f
176.200). De gesiachtaecijns daalde
met f74.700; wellicht doet de invloed’van te moei-
lijkheden met ‘den export naar Engeland zich hier ge-
voelen; waarbij iutusschen moge worden opgemerkt,
dat die invloed op ‘cie veeprjzen vrij ‘gering blijkt te
wezen. Ten slotte moge nog worden ‘gewezen op den
1
tahaksaecijns, .die f423.300 ‘vo’oruitging; waai’bij ech-
ter ‘dient te wordien bedacht, dat ‘de niet 1 Januaii
1925
. in werking getreden accijnsverhooging op siga-
retten en rooktabak in Juli 1925 nog niet geheel door.-
werkte.

De belasting op speelkaarten leverde een surplus van f 1100 hoven Juli 1.925, terwijl te belasting op

• rijwielen daarentegen. f 8000 minder voor de schatkist
c’pb racht.

Van de middelen, die moer in ‘direct verband staan niet ‘het zakenleven, vertoonden ‘de zegelrechten een
stijging in de opbrengst van f 120.000, vai welk
bedrag f 45.400 ‘komt voor rekening ‘van ‘het zegel-
recht van nota’s van makelaars en commissionnairs
in effecten, enz. (beurs’belastin’g). De registratierech-
ten brachten f 101.400 minder op, hetgeen waar-
sclhijnljk aan toevallige omstandigheden is te wijten.
De invoerrechten. stegen. met f 964
,,. 600, gevolg van de
doorwerking der Tariefwet, die op 1 Juli 1925 in
werking trad en haar invloed het vorige jaar nog niet
zoo sterk deed gevoelen. In ‘de eerste zeven maanden
brachten de invoerrechten f11. 696700 méSr op dan
in hetzelfde tijdivald van 1925, terwijl ‘de raming met
f 2.225.500 werd overschreden. Het statistiekrech’t
ging vooruit met liet overigens vrij ‘ onbeteekenend
bedrag van
f
5800, terwijl de loodegelten stegen met
f 1,38.300. In eerstgemel.dl cijfer weerspiegelt zich de
meerdere bedrijvigheid in de haven van Rotterdam.
In ‘het algemeen geeft de hier besproken groep van
middelen alle reden tot tevrecletiheid.

Ten slotte moge nog ‘de aandacht worden gevestigd
op ‘de successierechteii, ‘die niet
f
680.400 opliepen en
0
1)
cle belasting op gouden en ‘zilveren werken, clie
ten gevolge van rio malaise in liet vak
f
5700 ‘daalde.
De inkomsten van het ,,Leeningfon’ds 1914″ be-
droegen in ‘de afgeloopen maandi f 7.003.200 (raming

f
8.31,3.900), waarvan ruim
f
1.925.900 aan de Ver-
cledigingsbelastingen was te .d,n’1cen. De middelen-
staat van Juli. 1925 wees een opbrengst aan van
•f 6.987.300. In de eerste ‘zeven maanden van 1926
kwam in totaal
f
61.023.200 binnen (in hetzelfde tijd-
vak van het vorig jaar f 57.768.400).

Tot ons leedwezen ‘ontbreekt ons in ‘dit No, to ruim,-
te ‘voor publicatie van ‘het slot ‘der heschouwingen
van
Prof. Treub
over de bel as tin gontw erp en
0 ol i.j n—d e G eer.

756

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Augustus 1926

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET HERSTEL VAN DEN BELGISCHEN FRANC.

De heer Léon Nemry, consul-generaal, handels-

attaché aan ‘de Belgische Legatie te ‘s-Gravenhage,
schrijft ons:

,,La critique est aisée, mais l’art est difficile”. Dit

oude adagium komt mij telkens in de gedachten, wan-
neer ik de een of andere cri’tiek lees op ‘de pogingen,

welke die Regeeringen ondernemen, waarop de zware

taak rust, de openbare financiën te herstellen en de’
nationale ‘munt te redden.
Er is geen terrein, waarop zich meer complicaties,

meer moeilijkheden voordoen dan dat der financiën

van een •staat, wanneer de toestand ‘dezer financiën

geschokt is, wanneer de inflatie verschijnt met al haar
ellende. Men spreke er met alle economen, met theore-

tici zoowel als practici over; het zal niet licht gebeu-
ren, dat men volledige overeenstemming aantreft om-
trent de te volgen tactiek, ‘de te nemen ‘maatregelen

en ‘den mogelijken weerslag dezer maatregelen op
andere gebieden. Dit ‘komt, omdat ‘het onderwerp ten
nauwste afhankelijk is van ‘talrijke factoren, naar

buiten blijkend en veiborgen, binnenlandsc’he en bui-

tenlan’dsche, absoluut positieve of vallende binnen
het kader van ‘de psychologie der menigte.

De strijd van een staat tegen ‘de inflatie, d.w.. het

pogen tot herstel •der financiën, gelukt op •een groo-
ten veldslag, ‘die zich ontketent; o’p een veldslag, waar-
van de afloop gelijkelijk zal afhangen van de eenheid

en vastberadenheid der ibevelvoering, van de betere aanwending der nog aanwezige wapenen en munitie

en van den collectieven en individueelen moed van

alle strijdenden; op een veldslag, die zich afspeelt
onder de oogen van vreemde natiën, welke indirect
‘bij zijn afloop zijn ‘geïnteresseerd, maar die waar-schijnlijk het strijdperk niet eerder zullen betreden

‘dan bij de eerste teekenen ‘der overwinning.
* *
*

België heeft den strijd tegen de inflatie aangebon-
den; het heeft zijn
1
bevelvoering ‘gewijzigd. De misluk-
king van zijn eerste herstelpoging, ongetwijfeld op

een uitnemend programma gebaseerd, doch te vroeg beproefd, is voor het land een heilzame les geweest.
Het heeft begrepen, ‘dat het definitieve succes een
werkelijk geconcentreerde inspanning vereischt, de
snelle uitwerking van een programma van actie, dat
zooveel mogelijk alle •destructieve factoren der drei-
gende inflatie in het nauw ‘drijft en de strikte, ener-
gieke, onmiddellijke toepassing van ‘dit programma.

Binnen enkele weken zijn reeds resultaten bereikt,
is reeds een aantal stellingen op den vijand ver-
overd, welke, versterkt, als uitgangspunt voor den
definitieven aanval zullen ‘dienen.
Welke zijn deze resultaten? In de eerste plaats de
eenheid van inzicht, de volledige overeenstemming
tusschen de ministers, ‘welke tot alle ‘klassen behoo’ren,
die alle elementen van het volk vertegenwoordigen
en ‘die tegenover ‘dit schrijnende, het geheele volk
.raken’de vraagstuk hun politieke en maatschappelijke
geschilpunten hebben vergeten en zich tot een ge-

meenschappelijke poging tot bescherming der collec-
tieve belangen van het land ‘hebben vereenigd. Deze
eenheid van inzicht, onmisbare grondslag voor iedere
doeltreffende actie, heeft de snelle opstelling van een
programma mogelijk gemaakt, waarmede het Par-
lement zich dermate ko.n vereenigen, ‘dat het ten aan-
zien, van d’e verdediging van den franc zijn bevoegd-
heden aan den koning, d.w.z. aan het ministerie
heeft overgedragen.
Dit is wellicht een ‘der meest krachtig werkende
elementen van ‘den terugkeer ‘tot het vertrouwen,

welke in •den l.aatsten tij’d ruimschoots tot uiting is
gekomen. Het is voorts deze eenheid van gevoelen van
Regeering en Parlement, welke de vreemdelingen het
meest getroffen ‘heeft, die zich de moeite ‘hebben ge-

geven, ter plaatse de ontwikkeling te komen volgen
van den ‘strijd, welken men tot redding van de na-

tionale munt in België heeft aangebonden. Men ‘kan

zich geen gezond en ‘definitief oordeel over den toe-
stand vormen door zich alleen op ‘den ‘dagelijkscheu
wisselkoers te baseeren; om zich een meer of minder
nauwkeurig denkbeeld te vormen ‘dient men van zoo

nabij mogelijk alle factoren te onderzoeken, welke tot
de ontwikkeling van het herstel bijdragen.

Ik schrijf hier: van het herstel, omdat naar de

meening’ der Belgische leiding het herstel, ‘de ge-

zondmaking van d’en binnenland’schen toestand, voor-
af moet ‘gaan aan ‘de eigenlijk gezegde stabilisatie, die

de resultante moet zijn van de maatregelen, ‘welke
ieder op hun terrein moeten ‘bijdragen tot het afwe-
ren ‘der inflatie.
el.ke zijn ‘deze maatregelen, die gezamenlijk ‘de
huidige financieele politiek vormen?

Zij omvatten het begrootingsevenwic’ht, dat be-
reikt moet worden •door scherpe bezuinigingen, de
oprichting van een aflossingsfonds voor de openbare schuld, ‘de in’dustrialisatie van ‘de spoorwegen en de

invoering van ibelastinghervormingen.
Het begrootingsevenwicht eischt des te ernstiger

inspanning, omdat het voor alles moet berusten op

‘bezuiniging, welke op ieder gebied moet worden door-
gevoerd. Dit ‘komt, omdat tot dusverre op alle belas-
ting’br.onnen beslag is ‘gelegd en omdat ‘de nieuwe

maatregelen, welke vooral de luxe-consumptie tref-

fen, bestemd zijn tot voeding van het amortisatie-

fonds. Op het ‘oogenblik valt te voorzien, dat het be-

grootingsevenwicht zal worden ‘bereikt, want d’e op-
brengst der belastingen in de eerste maanden van dit

jaar is ‘dermate bevredigend, dat zij veroorlooft te

verwachten, dat het saldo der uitga’ven boven ‘de ont-

vangsten, hetwelk uit ‘de stijging ‘der wisselkoersen
kan voortvloeien, grooten’deels kan worden ‘gedekt.
Dit is, zal men zeggen, een vicieuze cirkel. Om de
begrooting in evenwicht te kunnen brengen en zijn
huishouding ‘dienovereen’komstig in te richten heeft

men een ‘stabiele munt noodig; ‘om een stabiele munt
te ‘hebben moet onder meer de begrooting in even-
wicht zijn. Dientengevolge moet men naar ‘het middel

zoeken om ‘de lasten der begrooting nog verder te ver-
lagen door op ‘de voor verlaging vatbare posten te
schrappen en ‘door die elementen uit te snijden, zoo-
als ‘de regiehedrjven, welke geregeld een tekort op-
leveren.

Uit het rapport van den ‘heer van Overbergh volgt,
dat ‘de gezamenlijke ‘begrootingen voor 1925 een tekort

van 673 millioen opleveren en dat dit deficit niet zou
bestaan, – ‘dat er zelfs een overschot zou zijn – in-
dien de regiebedrjven geen roet in het eten wierpen
met een tekort van 110 millioen. Dit vast te stellen
kan voldoende zijn om het oude stelsel te veroordee-
len; ‘de spoorwegen moeten in de •cerste plaats op
commercieelen grondslag worden geëxploiteerd en
hun balans moet geen weerslag op ‘de algemeene ‘be-
grooting uitoefenen.
Deze verschillende elementen, hooger belastingren-
‘dement en het supprimeeren van geregeld •een tekort

opleverende posten, machtigen tot de hoop, dat ‘de
algemeene begrooting voortaan in evenwicht zal zijn.

De Commissie voor de Schatkist waakt overigens op meedoogenlooze wijze erover, ‘dat men zich tot geen
enkele onnutte of ook maar inopportune uitgave
verbindt.

De in’dustrialisatie van ‘de regiebedrijven raakt ech-
ter niet alleen van
nabij
‘het vraags’tuk van ‘het eigen-
lijk gezegde begroötingseveniwicht; zij is ook ten nauw-
ste verbonden met de consoli’datie van de vlottende
schuld, een zeer dreigend element in den .al’gemeenen financieelen toestand van, het Belgische volk. De con-
‘solidatie ‘der vlottende schuld vormt een der meest

dringende en ‘belangrijke punten van het sanee’riugs-programma. De enkele milliarden ‘schatkistbo.n’s, die
op fatale ‘data het voorwerp ku’nnen zijn van massale
ainvragen om inlossing, vormen een voortdurende
bedreiging van ‘den staat, ‘de bedreiging namelijk,

al zijn inspanning met één slag vernietigd te zien

25 Augustus 1926′

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

757

wegens •de verplichting zijn toevlucht te nemen tot

inflatie of zich ‘buiten staat te verklaren, zijn ver-
plichtingen na to komen.

Dit nu heeft .db Regeering gebracht tot ‘de ëonver-
sie van ‘cle schatkistbens in preferente aandeelen der

Nationale Spoorwegmaatsc’happj, opgericht om op

commercieele basis et staatsnet to exploiteeren.
Hier komen wij tot ‘het amortisatiefonds. Dit fonds
moet over overvloedige middelen ‘beschikken, want
het zal talrijke functies hebben te vervullen. Het zal

moeten
bijdragen
tot dekking van liet uitgavenover-

schot van 1925 en 1926, helpen
bij
‘de aflossing der

voorschotten ‘van de Nationale Bank, en de vlottende
schuld verminderen, die de Staat aan insoivabiliteit kan blootstelien. Ten slotte zal het fonds ook direct
of indirect moeten bijdragen tot vei’hooging van don
koers der geconsolideerdo schuld.

Dit fonds, van nature van tijdelijken aard, zal uit
buitengewone heffingen worden gevoed, welke gedu-
rende vier jaren het land zullen drukken. Gedurende
(leze periode zal het fonds aldus 6 milliard ontvangen,
onverminderd de andere middelen, die ervoor zijn be-

stemd, bijv. die voortvloeiend uit de vervreemding

van domeingoederen en uit
vrijwillige
bijdragen. De
extra-heffingen, die meer in het bijzonder de luxe-
consumptie treffen, zullen ongeveer een bedrag op-hrenen, gelijk aan dat van de vlottende binnenland-
sche schuld. De wetten, welice op deze nieuwe poging
van ‘het Belgische volk ‘betrekking ‘hebben, zijn aan-
genomen en reeds in werking. Hun rendement, zon-
der direct het volle bedrag op te leveren, ‘draagt
van nu af aan ‘bij tot voeding van het amortisatie-
fonds. * * *

Do meest dringende taak van het Gouvernement
is geweest, zoo snel mogelijk het voortdurende ge-
vaar, dat de vlôttendo schuld oplevert, te vernietigen.
liet is met het ‘doel dit gevaar radicaal af te wenden,
dat zij niet geaarzeld’ heeft, een maatregel te nemen,
waarvan de draagwijdte beslissend kan worden voor
liet lot van ‘den franc.
Wij hebben hierboven gezien, dat ter voeding van
liet amortisatiefonds het Parlement buitengewone be-
lastingen heeft aangenomen, welke gedurende vier
jaren anderhalf milhard per dienstjaar moeten op-
brengen. Deze inkomsten vloeien evenwel niet vol-
doende snel, om het hoofd te bieden aan alle behoef-
ten en in het bijzonder aan eventueele aanvragen om
aflossing van schatkistbons, welke .aanvragen zic’h
slechts hadden icunnen verscherpen in geval eener
ononderbroken of plotselinge waardedaling van den
franc.

Ten einde deze schatkistbons af te lossen en het
gevaar van een massale inwisseling, ‘dat zij opleve-
ren, te ontgaan, heeft het Parlement ‘de wet aange-
nomen, die tot ‘de industrialisatie’der Spoorwegen
inachtigt; do exploitatie van het net zal worden toe-
vertrouwd aan de Nationale Spoorweg Maatschappij,
waarvan het kapitaal van ii milliard franc 10 mii-
hard preferente aandeelen omvat, welke aan het pu-
6liek kunnen worden aangeboden.
Ten einde onmiddellijk op uitgebreide schaal het
infiatiegevaar te bestrijden heeft •de Regee’ring be-
sloten, alle schatkistbons met zes maanden looptijd
en die, welke op 1 December as. vervallen, om te zetten in preferente aan deden der Spoorweg Mij.
Deze uiterst ene:rgieke maatregel voorziet ‘echter in
regelingen voor die instituten, zooals spaarbanken
enz., die zich voor cle noodzaak gesteld kunnen zien,
een ‘deel van hun boos te mobiliseeren. Voorts zullen
de”houders, die niet willen inschrijven op preferente
aandeolen, conversie hunner bons op zekere voorvaaN
den Icunnen verkrijgen. Ten slotte, en dit is de aan-
trekkeljke Icaut ‘dezer operatie, zullen de preferente
aaocleelen, wat kapitaal en rente aangaat, een wissel
;

koersgarantie op dcii grondslag van 115 franc in
het pond sten, genieten. Buiten de vaste rente van 6
pCt. ‘geven de aan deden recht op een ‘variahel dividend
en andere voordeelen, welke met hen zijn verbonden.

Op het oogenbiik, waarop deze regelen verschijnen,

zullen alle details met betrekking tot de operatie, die
ons hier bezighoudt, ruimschoots bekend zijn. Zekere
buitenlandsche financieele groepen bestudee.ren op het

oogenblik de oppoituniteif, eener belangrijke partici-

patie in de omzetting van schat’kistbons in preferen-
te spoorwegaandeelen.

Het kader van deze korte uiteenzetting staat niet
toe, het programma, dat thans in uitvoering is, ver-

der te bestudeeren. Ik moet mij ertoe beperken te
herhalen, dat de uitvoering van de verschillende pun-

ten van dit programma vooraf moet gaan aan het

eigenlijk gezegde stabilisatiewerk en ik doe niet an-

ders dan mij veruenigen met de meening van buiten-
landsche bladen, waaronder Engelsche en Duitsche,
wanneer ik de meening uitspreek, dat bij zijn herstel-
poging België tot dusverre zonder aarzelen al het
menschelijkerwijs gesproken mogelijke heeft volbracht.

Indien men mij verwijt, geen
cijfers
‘te hebbeit ge-
geven, dan antwoord ik, dat het mij prematuur heeft
toegeschenen, details van dezen aard te geven over

een plan, dat nog in een •ontwikkelingsstadium ver-
keert. Critieken zijn niet gerechtvaardigd op het
oogenblik, waarop de beweging zich nog niet scherp

afteekent en waarop bbjectieve resultaten nog maar
onderweg zijn.

In de opmerkelijke en sterkende rede, welke hij den
ëden Augustus jl. voor de buitenlan•dsc’he Persver-
eeniging te Brussel heeft uitgesproken, heeft ‘de eerste
Minister, de heer Jaspar, •de actie der Regeering en
den burgerzin van het Belgische volk omschreven met
woorden, die zijn hoorders levendig hebben getroffen
•door hun accent van volkomen oprechtheid en abso-
luut vertrouwen in bet succes van het geweldige
werk, dat wordt ondernomen,
21 Augustus 1926.

OPMERKINGEN OVER BENZINE EN RUBBER.

De ‘heer L. J. Reid te Londen schrijft ons:

Een wereld-benzin.etekori?

In zijn rede als voorzitter voor de Chemische Af-
deelin.g van het onlangs gehouden congres van de

British Association for the Advancement of Science,
heeft Prof. Thorpe als zijn meening te kennen ge-
geven, dat als gevolg van de buitengewone toeneming
van het aantal motorrjtuigen de wereldproduc’tie van
benzine in een niet ver verwijderde toekomst bij de
vraag ten achter zou blijven. Deze verklaring heeft geen onrust gewekt. Een reden is ongetwijfeld, dat
na den oorlog op verschillende wetenschappelijke ver-
gaderingen dergelijke verklaringen zijn afgelegd en
gomeenzaamheid kweekt, minachting. Doch wellicht
do meest belangrijke reden is, dat er op •zijn minst
even indrukwekkende verklaringen van het tegendeel
zijn. Nog onlangs heeft een Commissie van Deskun-
digen in de Vereenigde Staten het tegendeel van
Prof. Thorpe betoogd. Dit was de Commissie van Elf,
benoemd door het American Petroleum Insti’tute,

ten einde aan den Government Oil Conservation Board
te rapporteeren over de olievoorraden der Vereenig-
de Staten, Haar algemeene conclusies waren, dat
er geen dreigend gevaar vooi- •de uitputting der e-
troleumvoorraden in de Vereenigde Staten aanwezig
is (nog minder voor die in de wereld daarbuiten), en
dat men de aanwezige aardolie veel verder iou ‘kun-
nen doen strekken door efficiency in de aanwending,
zoowel als door verdere ontwikkeling van het ,,crack-
ing” proces.
Bovendien heeft Sir John Cadman, deputy chair-
man van de Anglo-Persian Oil Company, mij in den loop van een gesprek, dat ik met hem had, duidelijk
doen blijken, •dat hij geenszins het inzicht van Prof.
Thorpe deelde. Hij wilde echter geen bepaalde ver-
klaring voor publicatie afleggen, aangezien hij van
nieening was, dat •dit ‘den indruk zou geven, dat er
erkeljk grond voor ongerustheid bestaat. Hij achtte
het het beste, niets to zeggen, zoodat de pessimisti-

758

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

’25 Augustus 1926

scho voorspelling van Prof. Thorpe denzeifden weg

ou gaan als de talrijke andere, die vroeger reeds zijr
gedaan.

De vruchten der rubberreslrictie.
Na de invoering van het plan, waarbij de rubber-

export van Britsche plantages wordt beperkt, is een
heftige gedachtenwisseling gevoerd over de vraag,

het in werking stellen van zoodanig plan als dit al

dan niet verstandig was. Aan den cellen kant staan

zij, die betoogen, dat Ingrijpen in de natuurlijke wër,

king der wet van vraag en aanbod niet te verontsehul-

digon is, aan den anderen kant zij, die meenen, dat
zonder dit hulpmiddel een ‘veelbelovende en bloeiende

Britselio bedrijfstak in hot nauw zou zijn gebracht.

De strijd tusschen beide partijen is onophoudelijk

voortgezet, ‘doch gelijk gewoonlijk in zulke gevallen
kon geen ‘van beide partijen aanspraak maken op een

volledige overwinning.

De loop ‘der dingen was echter oorzaak, dat zij, die

voor let restrictieplan waren, er niet in londen be-
rusten, het hjerbij te laten. De’ rubberprijs begon te

stijgen en met hem •de noteeringen van rubberaandee-
len, ‘welke
stijging
cnh’ni neerde in ‘den koortsachti gen
,,boom” van een jaar geleden. De aanhangers van

rostrictie verklaarden ‘dat ‘deze het ‘directe gevolg van

de reductie in ‘den export was. }Iet is niet zeker, of

zij zulks ‘torec’ht deden, want
mogelijk
en, zelfs waar-
schijnlijk is, dat op hetzelfde’ oogenbiik, waarop cie

voorraden begonnen te dalen, cle Amerikaansche fabri-
kanten weder in de markt kwamen. Met ‘deze zijde
van ‘de vraag hebben wij hier echter niet te makeii.

lIet is evenzeer mogelijk als niet, ‘dat de restrictie
‘den ruljbei’plantages voorspoed heeft gebracht.
Zij leeft, echter een kwaad met zich gebracht, in
zooverre zij een factor is, die aan een stabielen rob-
‘bci’prijs:i n den weg staat. ‘Het is volkomen duidelijk, dat de Amerikaansche fabrikanten er ‘de voorkeur aan

geven, dat steeds groote ‘hoeveelheden r ubber he-
sdhi’kbaar zijn, daar ‘dit lage prijzen in ‘de hand werkt. Nu ‘hangt de toekomstige omvang ‘der rubberproductie

geheel af van ‘de prijzen in ‘het verleden. Zeoals be-kend, wordt on’der hot restrietieplan ‘het uitvoerper-

cen’tage verlaagd, wanneer de gemiddelde rubberprijs gedurende een kwartaal beneden een zeker peil ‘daalt,
verhoogd, wanneer het omgekeerde het geval i’s. liet
is derhalve duidelijk, ‘dat, waar de Vereenigde Staten ten naastebij drie kwart van de werei•dproclucte con-
sidmeeren, de operaties ‘der fabrikanten in ‘de Ver-

eenigde Staten van alles overheerschen’d belang zijn.
Wenschen zij, dat rle ruhbervoorraden te Londen stij-

gen, dan richten
zij
hun inicoopen zoo in, ‘dat de ge-
mid’clelde prijs uitkomt hoven het peil, ‘dat ‘bereikt
moet zijn om tot ver’hoog.i.ng van het uitvoerpe.rcen-
tage over te icunnen gaan. Indien clan ‘deze kunstma-
tige prijssteun het gewenschte effect heeft gehad
wordt, ihij plotseling teruggetrokken en de rubberno-
teering ‘daalt. M.a.w. ‘het rest.r’içtieplan in zijn hui-
cligen vorm is eenvoudig een hulpmiddel, om de
markt te man ipuleeren.
:De loop van •d e koersen ‘van rubberaan’cl eelen houd t
uiteraard direct verband met, dit, prijsverloop en nu cle uitwerking van •den ,,boom” van het vorige jaar
volledig is verdwenen geven de meeste aandeelei ee;n
zeer hoog rendement, dat in vele gevallen minstens
13 pOt. bedraagt. In zekere mate is dit het gevolg vau
het feit, dat men zich voor oogen stelt, ‘dat de win4t
der producenten in het loopende jaar niet zoo groot
zal zijn, als die in cle afgeloopen twaalf maanden,
wegens ‘de daling in den rubberprijs, ‘die middelerw’ijl
‘heeft plaats gevonden. Doch naar onze meenirig is
het evenzeer het gevolg van ‘de onzelcerheid ‘der posi-
tie. Het is meer dan waarschijnlijk, dat, indien ‘het
restrictieplan plotseling zou worden afgeschaft, Min-
cing Lane en cle effectenbeurs een depressieperiode zouden doormaken, hetzij uit logische, hetzij uit ge-
voelsoverwegingen. Doch in ieder geval zou deze
periode niet van langen duur zijn en wij zouden in
ieder geval per saldo een reden van onzekerheid hebben

verwijderd en meer stabiele prijzen mogelijk gemaakt.
Vroeger of later zal liet hiertoe moeten komen.
WTaar

om zou men liet tijdstip uitstellen? Tal van maaf-

schappijen hebben goede v•oorverko’opcon tracten met

Ameri.kaansche koopers afgesloten en zeker zou een
mogelijke, tijdelijke daling der ru’bberp.rijzen hen nu
minder ralcen (lan wanneer zij niet meer in staat zijn,

op deze contracten terug te vallen.

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In
Guldens).

,.
Sedert
Overeen-

1926
1 Januari
komstige
1926
periodel925

Directe belastingen.
3.291.787 15.130.510
14.538.621
Personeele belasting
4.070.352
14.600.902
1,2.537.100
Inkomstenbelasting
4.685.316 64.028.239
61.023.243
2.724.650 8.134.844 8.539.249
Vermogensbelasting 129.178
5.7 13.596
5.801.876
Accijnzen.
3.516.661
24.792.618
23.952.996
88.819
1.481.781
1.319.475
4.093.084 26.144.607
26.357.784
169.274
1.173.998
1.183.536 1.217.398
6.596.701
6.464.015

Suiker

…………….

708.183
5.436.745
5.419.206

Wijn …………………

Tabak ……………
1.719.893
12.974.331
9.554,077

Zout …………………

Belast, op speelkaarten
3.618
52.005 57.973

Grondbelasting ……..

Gedistilleerd ………..

]52.586
6.558.285
6.419.424

Dividend-
en
tantième-

Rijwielbelasting …………

Indirecte belastingen.

belasting ………….

‘2.375.781
2
14.496.527
13.886.203
Registratierechten
1.603.583
12.330.622
13.059,640
3.314.981
25.809.333
25.289.600

Bier

………………
Geslacht

…………….

Invoerrechten
4.394.437
33.725.489
22.028.786

Gouden en zilver. werken
60.754
490.648 578.083

Zegelrechten ……….
Essaailoon………..
71
585
504

Suecessierechten …….

358.360 2.353.213
2.409.438

Belasting ……………



392.644
151.928
1.841.521
1.552.350

Statistiekrecht ………..
Mijnen

…………………

9.055
413.234
414.669
Domeinen ……………
Staatsloterij …………..
Jacht en visscherij
62.640
93.539 96.155
Loodsgelden ……….
471.165
2.649.250
2.290.020

Totaal-Generaal
. .

297
.
023
.
123
1
265.256.667
1)
Hieronder begrepen
f 536.062
wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
2)
Idem
‘f2.972.834.
8)
Idem
f 3.109.904.

HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS
1914.

juli
1926

1 januari
1926
komstige
periode 1925

Verdedigingsbelast. la

41.200
1.712.081
1.766.564
Verdedigingsbelast. Ib 470.176
6.806.240
5.844.672
Verdedigingsbelast.
II
1.408.560
16.569.681
15.441.657

Opcent en:
3.053.880
2.921.832
Grondbelasting
……..663.677
Personeele belasting
789.934
..
2.976.817
2.479.083 Inkomstenbelasting
1.405.371
17.395960
17.083.857
Vermogensbelasting 34.101
1.428.343 1.472.822
Dividend- en
tantième
899.134
2.684.498
2.817.952

Suiker
…………….703.332
4.958.524
4.790.599

belasting ………….

Wijn
…………….17.764

296.356 263.895
Gedist. (binn.- en buitl.)
.
09.308
2.614.461
2.635.779

Zegelrechtvan buit].
eif
94.650
526.351
249.703

Totaal ….1 7.003.2071 61.023.1921 57.768.415

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING

SEDERT 1 JANUARI
1926.

DienstJaren Grond-
‘belasting
Personeele
belasting
1
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting

1921122



330
1922123



1.450
1923124


2.229.460
15.306
1924125
99.501
1

1.345.230
5.622.550
1

33.276
1925126
3.413.343 2.927.174 54.377.745
1
5.628.282
1926127
11.617.666
110,328.498

1.798.484
34.952

_Totalen
.
15.130.51014.600.902
64.028.239

5.713.596

25 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

759
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. »

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.
N d (Disc.Wissels. 313
Oct.’25
Zwits.Nat.Bk. 3422
Oct.’25
13k Bel. Binn. Eif. 4
3 Oct.’25
N.Bk.v.Denein, 5
24Juni’26
tVrsch. in R.C. 5
3 Oct.’25
ZweedscheRbk
44 8 Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14 Juli’26
Bank v.Noorw. 54
20Apr.’26
Bank van Engeland 5
S Dec.
25
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 6 6
Juli ’26
slowakije . . 6
13Jan.’26
Bank v. Frankrijk.
7431 Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
Belgische Nat.Bnk. 7
23Apr.’26
N. Bk. v. Hong. 7 22
Oct.’25
Fed. Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23 Mrt. ’23
Z.-Afr.Res.bnk 54

OPEN MARKT.

1926
1925 1924
1914

21 Aug.
16-21
9-14
2-7
17-22
18-23
20-24
Aug.
Aug.
Aug. Aug. Aug.
Juli

.4
mi! erdom
Partic. disc.
2
11
116
3
14
2
5
18-
3
14
2
7
11-
9
1
2112_314
3I8
2_
1
18
3
1
18_3/
1
6
Prolong.
22)
2-I12
211
4
-11
3

211
4
_3
3114_314
2-
3
14
211
4
_31
4

Londen
Daggeld ..
3I1..4
311
4
_5
3_411
3

311
3
_411
4

2314-311
3

2114_311
1
3
14-2
Partic. disc.
4
1
j3_
9
114
412-116
4114_I13
4114_5116

3314_1$115
14116
2114_314
Berlijn
Daggeld ..
3-5
1
12
35
1
12
31-6
3-6
11
7-9


Partic. disc.
30-55 d.. .
412
4
1
12-
5
1s
4
5
18
451
5
.31
4

751
9
_314



56-90 d.. .
4
1
12
4
1
12
4
1
18
4112
7315/

29511
3

Waren- wechsel.
5
4I8-5
5
418-53I8
871-9


Wew
Yo,kl)
CalI money
411
3
.31
4

411
3
_31
4

413-5114

4_31
4

4_31
4

2-114
1
3
14 -2’g
Partic. disc.
331
4

351
5
.31
4

3
1
13_
3
14
3
1
12
3
1
1e’I2
11


1)
Ca

m
Il money-koers van 20Aug. en daaraan voorafgaande weken t’.
Vrijdag.
2)
Koers van 20 Aug.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

u a
New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBatavlal)
York)
0)
) )
)

17 Aug. 1926
2.49′
12.11
59.35
6.784

6.69
1001/
18

,,

1926
2.493′,
1.1i*

59.35 7.114

6.93
100′
19

,,

1926
2.49i,,
12.12*

59.37

7.23*

6.95
100
20

,,

1926
2.4971,,
12.11*

59.38
7.07

6.8:2*
100%
21

,,

1926

12.11k
59.38
7.15

6.88*

10O
23

,,

1926
2 4971,
12.11j
59.38* 7.044

6.76.
100
1
1
8

Laagsted.w.
1
)
‘_’.493/,,
12.10
59.32
6.73

6.65
100
Hoogste d.w
1
)
2.49%
!2.124 59.39k
7.27

6.97
100%
16 Aug. 19261
2.4931,
12.11
1
59.334
6.78*

6.71
100′
9

,,

19261
2.49i1
1
2
.11*
59.31 7.29

6.94
100%
Muntpariteit
2.48% 12.10 59.26
48.-

48.-.
100

Data
Zwif-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
0)
1)
rest
1)
)
*0)

17 Aug. 1926
48.16 35.25
7.37
1.14
8.18
38.30
18

,,

1926
48.16*

35.25
7.37
1.14
8.22
38.80
19

,,

1926
48.18
35.25
7.38
1.15
8.22*
38.57*
20

,

1926
48.18 35.25
7.38
1.14
8.19
38.45
21

1926
48.17*
35.25
7.38
1.16


23

,,

1926
48.18 35.25
7.38
1.17
8.044 38.55
Laagsted.w.1)
48.14 35.10
7.36
1.10
8.-
38._
Hoogste d.wl)
48.20 35.25
7.40
1.22
8.30
16 Aug. 1926
48.16*

35.25
7.37
1.14
8.16
38.05
9

,,

1926
48.17 35.22%
7.37 1.14
8.37*

38.-
Muntpariteit
48._
35.-
50.41
48.-
48.-
48.-

a a
D
t
Sbo1
holm
0
)
hagen*)
Oslo
5’e

fo’s)
Buenos.
Aires
1)
Mon-
freal
1)

17 Aug. 1926
66.75 66.25

54.70
6.27
10Ö3%
2.49%
18

,,

1926
66.75 66.25

54.67k
6.27
1009/,
2.49′.
19

,,

1928
66.80 66.30

54.721
6.28
100%
2.49
3
/
8

20

,,

1926
66.77*

66.30

54.70
6.28
100%
2.499
21

,,

1926
66.30 66.75

54.70
6.27*

100%
2.49%
23

,,

1926
66.80
66.30

54.724
6.27
100%
2.49%
Laagste d.w.1)1
66.70 66.15

54.60
8.25
100%
2.49%
Hoogste d.wl)
66.80
66.324 54.80
6.30
101
2.49%
16 Aug. 1926
66.75
68.25

54.70
6.26
1005,
2.49%
9

,,

1926
66.70
66.10

54.60
6.274
100%
2.49%
kluntpar’iteit
66.67
66.67

66.67
48.-
105
2.483j
0)
Noteering te Amsterdam.
8*)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

JiOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

f3 t
a a
L6.i
Part/s
Berlijn
Amsterdam
($ per £)
($ p.IOOfr.)
($p.
lOOMk.)

($p.
100 gid.)

17 Aug.

1926
4,86 2,82
23,80
40,13
18

,,

1926
4,3671,
6

2,86
23,80
40,12
19

,,

1926
4,86
2,82
23,80 40,10
20

,,

1926
4,85’5,
2,86
23,80
40,10
21

,,

1928
4,85
13
1
16

2
,86*
23,80
40,10
23

,,

1926
4,85I
1
/,
2,83
23,80
40,08
24 Aug.

19251
4,85%
4,71
23,80
40,30
Muntpariteit
4,8667
19,30
23,81%
40s1
1

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings-!

1
eenheden
7Aug.
1926
14Aug.
1926
16121
Aug.
’26
LaagsfeHoogste
121
Aug.
l

1926

Alexandrie. .
ast. p.£
97%
97i1
0

97
1,
978%
Athene

….
Dr.p.g
437%
442 435
445 438%
Bangkok …
Sh. p.tical
1110
T
5
1/10%
1110
1
/
1110T s
li
11101/8
Budapest . ..
Pen. p. £
27.85
27.75 27.65 27.85 27.75
B. Airesl).
.

d. p. $
4571
4513i32

4511
t
,
4511
9

4571,
6

Calcutta . . . .
Sh. p. rup.
115
61
1
64

1 j6
115
81
f,,
116
1
1
82

1/6
Constantin..
Piast. p. £
857% 887%
880
895
885
Hongkong ..
Sh. p. $
212118

2/3se
2211
8

2/2%
21231
t6

Kobe

……
Sh.p.yen
1111 as
1/114.
1/1i

1/1144
1/11i4
d. per Esc.
[issabon 1)
. .

217/

82
217!

132
2
33
!

2/

2171
d. per $
24 24
’64
23
.64
25
’32
24
lslontevideo 1)
d. per $

..

49sj
49%
4931
498%
Hexico ……..

.’Iontreal1) ..
$ per £
485′
35
485 6
S’S
4.847/s
485T’T

4.85
Et.d.Janeiro
1)

d. per Mil.
710132

710!32
717/32
7s 8
710!
1
3
Shanghai …
Sh. p. tael
2110 2110
21931
8

2110118
!
2’9′ 5
Singapore. ..
id. p. $
2/3
28
/
33

213291
2/3
13
1
18

2I331132
‘328

9
1
329
Valparaiso 2).
$ p..
39.50
39.40 39.40 39.50 39.40
Warschau

..
Z1. p. £
44%
45% 44 46
45
1) telegrafisch transfert. 8)90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)

16 Aug.
Londen’)
1926..

28s1
N.York
2
)
61
7
1
8

16 Aug. 1926….
Londen 84111%
17

,,
1926..

2811
1
,
61%
17

,,

1926….
8419%
18

,,
1926..

2851
62
18

,,

1926…..
84/9
8
%
19

,,
1926..

2891,,
6171
8

19

,,

1926… .
8419%
20

,,
1926..

286,,
6171
s

20

,,

1926…..
8419%
21

,,
1926.
1
.

2851
62
21

,,

1926…..
8419%
22 Aug.
1925..

3281
8

70%
21 Aug. 1925…. .
84/11%
20 Juli
1914. .

24’51
1

54
,
1
8

20 Juli

1914….
84111
1) in pence p. oz.stand. 8) Foreign silver
in Sc. p. oz. fine.
3)
in sh.
p.oz.iine

STAND VAN

s RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:

Vorderingen.
1

7 Aug. 1926

15Aug. 1926
Saldo bij de Nederlandsche Bank

f

2.232.272,62
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
.400.163,54
305.857,08
Voorschot op uIt. Juli 1926 aan de ge-
meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
18.006.368.473)
,,

23.943.136,79
Voorschotten aan de koloniën ……..
11.094.847,06
,,

9.280.505,80
Kasvord. weg. credietverst.
aJh.
buitenl
,, 144.419.490.60
,, 143.599.276,48

de Rijksinkonisten belasting………..

Daggeldieeningen

tegen onderpand

….

1L000.000,-
,,

4.000.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
van Staatsschuldbrieven

…………

18.885.915,51 ,,

16.745.878,45
coniptabelen

…………………..
Vordering op liet Staatsbedrijf der P.,
‘I’.2)
T.

en

………………………….
Id. op andere Staatsbedrijven 2)

3.928.348,03

,,

3.810.348,03
Verplichtingen.

Voorschot door de Nederi. Bank ….

/

8.171.844,32

Schatkistbiljetten in omloop’) ……..
..97.105.000.-
f

97.105.000,-
Schatkistpromessen in omloop ………38.660.000.-
Waarvan direct bij de Ned. Bank


,,

38.t60.000,-
,


13.840.426,-
Schuld a. d. Bankv. Ned.Gemeenten 2)

– –
Zilverbons in

Omloop ………………..13.890.590,-

Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 1) ..,,

29.199.862,21
,,

18.225.569,70
Id. a. Ii. Staatsbedrijf d. P., T. en T.
2),,,,

48.718.029,44
,,

46.494.813,56
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
2).
……….455.000,-
,,

455.000,-
Id. aan diverse instellingen
2)

…3.524.943,46
,,

3.544.238,42
1) Waarvan / 12.056.000 vervallende op 1 Juli 1929.
S) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist
3
) uit. Juni.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:

1

IS Aug.1926
23 Aug. 1926
Voorschot uit ‘5 Rijks kas aan N.-lndi
f

190.000,-
f

122.000,-
Indische Schatkistprom. in Omloop ..,,
21.550.000,- 22.950.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië
,,

1.689.000,-

Muntbiljetten

in

Omloop

……………
34.545.000,-
,,34.121.000,-
Ten voordeele van Ned.-Indië ge-
boekte beleggingsgelden van het
Ned.-lnd. muntfond
,
……………….
3.911.000,–
,,

3.911.000,-
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank.
1.169.000,-
,,

1.201.000,-
f63.054.000,-
/54.597.000,-
Totaal…………………….
Te goed bij de Javasche Bank ………
. –
,,

7.708.000,-

760

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Augustus 1926

•NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 23 Aug.
1926.

Actva.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f

27.268.089,75
sels, Prom.,
1
Bijbnk.
,,

8.344.512,50
enz.in
disc. Ag.sch.
,,

15.549.883,35

f

51.162.485,60
Papier o. h. Buiteni. in disconto

Idem eigen portef..
f
217.240,527,-
Af :Verkochtmaar voor de bk. nogniet afgel.


217.240.527,-
Beleeningen
Hfdbk.
f

51.093.688,08
mcl. vrsch.
in rek.-crt.
Bijbuk.
,

11.638.441,33

op onderp.
Ag.sch.

69.925.083,26

f
132.657.212,67

Op Effecten ……
.
.
f
128.957.212,67
Op Goederen en Spec.
,,

3.700.000,-
132.657.212,67
Voorschotten a. h. Rijk …………………
,
1.932.540,03
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud …….
f

63.938.075,-
Muntmat., Goud

,,
356.289.573,63

f
420.227.648,63
Munt, Zilver, enz.

,,

27.892.296,96
Muntmat. Zilver..

Iffecten
448.119.945,59

BeleggingRes.fonds.
f

7.040.755,51
id. van
i,,v.
h. kapit.,,

3.999.542,38
11.040.297,89
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
5.142.000,-
Diverse

rekeningen
…………….

,,
39358.367,98

f
906.653.376,76
Pas8iva.
Kapitaal …………………………
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………..
,,
7.047.731,06
Bijzondere

reserve ………………..
,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
810.578.250,-
Bankassignatiën in omloop………..
,,
270.474,98
Rek..Cour.
j
Het Rijk
f
saldo’s:

‘1, Anderen

52.890.327,90
52.890.327,90
Diverse rekeningen ………….
…. ..

,,
7.066.592,82

f
906.653.376,76

Beschikbaar metaalsaldo ……………
f
274.798.922,33
Op de basis van
21

metaaldekking…..
,
102.051.111,75
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,
1.373.994.610,

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschlkb.
Dek-
Data
]
Circulatie
~
opeiscitb.
Metaal-
1

kin ga
Munt
1
Munt mat.
schulden
saldo
perc.

23 Aug.
’26
63.938 356.290
810.578
53.161
274.799
52
16
’26 64.064 356.290
815.933
55.605
273.132
51

9

’26
64.213
361.336
823.633
49.365
277.710
52
2

’26
64.302
361.336 846.309
56.706
271.940
50

26 Juli
’26 64.615
361.336
814.221
76.081
275.066
51 19

,,
’26
64.736
356.282
822.478
66.762
270.006
50

24 Aug.
1
25
56.184
358.244
862.759
30.111
258.475
49

25 Juli
’14
65.703 96.410
1 310.437
1

6.198
43.521
1
)
1

54

Totaal
Schatxist-

B 1 ee-
Papier
DlviiT
Data
bedrag
disconto’s
promessen rechtstreeks
nie
iigii
ophef
buiteni.
reke-
ningen
2)

23 Aug. 1926
51.162

132.657
217.241
39.358
16

,,
1926
51.629

132.435
214.879
49.680
9

,,
1926
52.843
130.690
219.494
39.800

2

,,
1926
55.522

146.965
227.400
46.069
26 Juli
1926
54.197

140.451
223.690
43.696
19

,,
1926
55.361

145.818
211.229
53.317

24 Aug.
1925
90.088

116.228
242.972
37.645

25Juli
1914
67.947
14.300
61.680
20.188
509
1)
Op de basis van
2j5
metaaluekking.
‘) biuitposi activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal Circu-
latie

Andere
opeischb.
schulden Discont.
Div. reke-
ningen’)

24 Juli

1926._
1.072
1.498
887
896 493
17

1926..
1.061
1.543
786
885 410
10

1926.
.
1.052
1.558
748
860
423
3

1926..
1.022
1.641
762
974
477
26 .Juni

1926-
1.027
1.510
554
972
458

25 Juli

1925…
1.024 1.448
737
1.012
298

5 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
‘1
wunposx oer acuva.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De
sanienget.rok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

1

(?oud 1 Zilver
t
Circulatie

21Aug.1926
121.910
60
14

1926
118.210
60
7

1926
120.520
..*
59

24Juli1926
Ï1.945
26.334
54.871
65.553
59
17

1926
11.703
25.785
51.240 67.441
61
10

1926 11.817
24.410
53.626 64.899
62
3′

,,

1926
11.529
23.724
47.795
62.185
63

22Aug.1925
18.748
33.460
82.611
61.328
48
23

,,

1924
34.916
26.877
65.674
25.771
59

25Juli1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
1)
Sluitpost activa.

1)
Basis
2
1,
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency
Notes,
in duizenden pondeti sterling.

Currency Notes
Data
Metaal
..irculafie
Bedrag
1
Bankbiij.I Oov. Sec.

18 Aug. 1926
154.144
140.553
290.959
56.250
240.214

11

,,

1926
153.868
141.321
294.177 56.250
243.595

4

,,

1926
152.844 142.503
296.993
56.250
246.405
28 Juli

1926
152.127
142.020
293.896
56.250
243.089
21

1926
151.734 141.347
291.981 56.250
241.270
14

1926
151.335
141.469
292.960
56.250
242.403

19 Aug. 1925
164.033
144.184
297.272
56.250
246.370

22 Juli

1914
40.164
1

29.317


Data
00v.
Other
Public
Other
Reserve
Dek-

Sec.
Sec.
Depos. Depos.
kins
1)

18 Aug.’26
34.332 72.219
16.939
104.828
33.341
27a
1
8

11

’26
36.810
72.196
11.004
112.162 32.296
263
4

,,

’26
36.340
68.544
8.367 108.492
30.091
25
28 Juli ’26
34.925
68.525
9.727
105.492 29.857
26
21

’26 40.540
69.942 7.612 114.972 30.137
2491,,
14

’26 38.925 72.876
9.352
114.012
29.616
24

19 Aug.’25
33.989 71.323
16.535 110.236 39.599
313

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52s/
‘.1
vernuuui,ig tuaç..c.n ncacivc cii
LJCpV3ILD.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste bosten in millioenen fra.ncs.

Waarv.
1
Te goedl
in
het
Wis-

Waarvan

Belee-
Data
Goud
in het
Zilverl

sels
0

b
,
ten.

nlnge
n
buitenl.
buifenl.l

19Aug.’26
5.549 1.864
339 577
5.968
19
2.228
12

’26
5.549 1.864
338 579
5.980
19
2.272
5

,,

’26
5.549
1.864
338
579
7.864
24 2.241
29Juli ’26
5.549
1.864
338
577
6.710
24
2.288
22

,,

’26
5.549
1.864
338 577
5.226
24
2.305

20Aug.’25
5.547 1.864
312
578
3.248
18
2.878

23 Juli’14
4.104

640

1.541
8
769


Buit.gew.
Schat-
Diver-
Rekg. Courant
______________

c
[
e
t
rn

Staat
Data
voorsch. kist bil-
SCfl
Circa latte
ajd.
Staat
!etten

19Aug.’26
36.950
5.421
4.043
55.659
3.157
8
12

’26
37.300
5.416
4.535
56.271 3.447
15
5

,,

’26
37.850
5.409 3.689
57.259
3.900
36
29 Juli’26
37.450
5.389 4.233
56.022
4.326
17
22

,,

’26
38.350
5.389
3.376
55.006
3.847
38

20Aug.’25
28.100
5.096
3.521
44.785′
2.352
8

23 Juli’14



5.912
943
401

1) In disc, genomen wegens voorsch. v. d. Staata. buiten!. regeeringen.

21Aug. 1926 231.000
333.500 53.500 153.600
14

1926
231.500 338.500
45.000 154.800
7

,,

1926
227.500
337.000
46.000
150.900

24 Juli 1926
194.794

34.021
335.632
49.983
152.068
17

,,

1926
199.943

33.923 336.723
48.044
157.284
10

1926
200.024

33.927
338.773 45.666
157.504
3

1926
200.067

35.186
331.581
43.274
160.739

22Aug.1925
132.523

44.246
315.887
52.502
103.818
23

,,

1924
150.074

64.288
261.409
99.966
142.738

25 Juli 1914
22.057

31.907 110.172
12.634 4.842
2
)

1
Wissels,
T
Diver

1
Dek-

Data
Dis-
buiten
Belee-

1
reke-

1
ningen’

se

)

kings-
conto’s
N.-Ïnd.
ningen
1
betaalb.
taL’e

25 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

011

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 23 Augustus 1926.

De grootste aandacht is gedurende de achter ons liggen-de borichtsperiode wel voor dc beurs van B e r 1 ii ii gere-
serveerd gebleven. Opnieuw heeft het algemeene koerspeil daar ter plaatse een niet onaanzienlijke verbetering kunnen
ondergaan, hoewel er voor de verschillende afdeeliiigen on-
clerling
vel
aanmerkelijke verschillen op te merken zijn
geweest. Het sterkst zijn aandeelen in steen- en bruin-
koolniijnen op den voorgrond getreden, hetgeen in onmici-
dellijk verband staat met het mislukken van dc onderhan-
delingen omtrent een beëindiging van het conflict in cle
mijnen in Engeland. Gezocht waren o.a. aandeelen Essener
Steinkohie, Harpener, Köln-Neuessen, Rheinische Braun-
kohl, Riebeck, enz. Voorts heeft zich groote belangstelling
ontwikkeld voor aandeelen Vereinigte Stahiwerke. Aange-
kondigd is, dat slechts 30 millioen Mark van het totale aan-
deelenkapitaal ad. Mk. 800 millioen aan de beurs geïntro-
duceerd zullen worden. Voor deze 30 millioen mark bestond
echter reeds dagen tevoren zulk een vraag, dat het be-
schikbare bedrag duizend maal overteekend werd. De overige
montaanaairdeelen hebben geen opmerkelijke verschillen in
(10fl
koers aangetoond. Handclsgesellschaft- en I)anatbank.
nandeelen zeer vast; de kapitaalsverhooging der Disconto-
Gesellschaft maakte geen indruk. Het buitenland vroeg
vooral Electro-aancleelen;
A.E.G.
en Siemens werden in
groote posten omgezet. 1. G. Farbeninilustrie raakte even
een koers van 300. Scheepvaartaandeelen konden zich goed
handhaven.
Te P a r ii s is de markt kalm, doch vast gebleven. Nu de
groote verschillen in do waardeering van den franc voor
het oogenblik althans tot het verleden behooren, heeft de
aandacht zich sterker op inheemsche obligaties geconcen-
treerd.
Ter beurze van L o ii d en is minstens evenveel aandacht
besteed aan cle crioket-mateh tegen Australië als aan het
zaken doen. Tal van •industrieele aandeelen waren vat beter vegeiis het veldwinnen der overtuiging dat de •kolenstaking
op haai einde loopt. Rubberaaudeelen vast. Olies vermoch.
ten geen helangstelling te trekken.
Gilt-edged fondsen eenigszins lager wegens een geringe
verstijving der geldkoersen.
Te N e
w
Y o r k is cenige vorslapping te bespeuren ge.
weest, toe te schrijven naar het schijnt aan de psychologische
uitverk ing der discontoverhooging der New Yorksche Fede-
raI Reserve Bank. De berichten uit het bedrijfsleven blij-
ven nI. gunstig luiden.
Te n o n z e n t was de tendens voor bijna alle afdeelin-
gen vast. Ook de
belegyingsinairkt
heeft hiervan blijk ge-
geven. Nu de conversie der Nederlandsch.Inclische leenin-
gen met een hoogen rentevoet aanstaande is, worden reeds
thans ruilingen voorgenomen, vaak ook in de in den loop
der tijden aan onze markt geïntroduceerde Duitsche in-
dnstrieele obligaties. De meeste van deze soorten hebben
dan ook in de laatste dagen koersverbeteringen kunnen
behalen. Tnheemsche beleggingspapieren bleven uit den
aard der zaak eveneens gezocht op een fractioneel hooger
niveau. 6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 106%, 1067/
s
,
1069/
4
; 4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917: 100/, 100%,
100
13
1je;
7 pCt. Ned.-Indië: 100
25
1
3
2,
100
12
/
18
; 5 pCt. Bra-
zilië 1903 £100: 80/, 80%, S&
hh
iIs;
8 pCt. Sao Paulo:
105
11
J, 1
0
5%, 105
11
11
De
rnbberafdeoUng
heeft de aandacht getrokken door een
krachtig herstel. De markt blijkt zeer gevoelig te zijn ge-
vordn voor zelfs lichte wijzigingen in den rubberprjs.
WTaar deze kort.elings is gestegen, hebben de desbetreffen-
de aandeelen deze richting overgenomen. Zelfs tegen het
einde der berichtsperiodd is in deze tendens geen wijziging
gekomen, Iroewel toen het teleurstellènde dividend bekend
was geworden van de Nederlandsch.Indische Rubber- en
Koffiecultuur Maatschappij en niettegenstaande cle toene-
ming van de rubbervoorraden te Londen. Amsterdam Rub-
ber: 3187/
s
,
330%,
335; ])eli Batavia Rubber: 250%, 255%,
259%; Hessa Rubber: 450, 458%, 464; Indische Rubber
Comp.: 374, 378, 385; Kali Telepak: 320, 324, 332%; Ned.-
md. Rubber & Koffie: 360, 368, 373, 366; Padang Rub-
ber: 310, 320, 326; B.’dam Tapanoeli: 151, 154, 156; Ser-
badjadi: 325, 335, 341%; Suanatra Caoutchouc: 299, 311%,
317; Sumatra Rubber: 369, 377, 389; Vereenigde md.
Cultuur Ond.: 178, 184%, 186%.
Ook de
sarikermarlct
heeft een vrij opgewekt verloop ge-
had. Toeh was de stemming niet zoo vast als de vorige week
nog het geval is geweest. Hier en daar werden vinstne-
mingen geconstateerd. A,lleen aandeelen Handelsvereeni-ging ,,Amsterda.rn” hebben hieronder niet te lijden gehad,
terwijl, aan den anderen kant, verschillende soorten, zoo-
als aandeelen Poerworedjo, grootere vraag hebben ontmoet,

op de overweging, dat deze aandeelen geen deel hebben
gehail aan dc voorafgegane rijzing. Cultuur Mij. der Voi-stenlanden : 170, 174%, 175 ; Handels Verg. Amsterdam:
652, 667, 665% ; Javasche Cultuur Mij. : 347, 355, 363%
Kalibagir : 383, 413, 405 ; Moormann : 451 %, 458, 463;
Ned.-Incl. Suiker Unie: 248%, 253, 255; Poerworedjo:
112%, 117%, 118; Tjepper: 675, 695, 685; TjeweiagLestai-i:
232, 242%, 245; Watoetoelis Poppoh: 805, 81&, 814.
Tabalcseanclecicn
varen rustig, doch de kleine haudel
heeft geen afbreuk gedaan aan de vaste grondstemming,
welke voor een goed deel in het leveis is geroepen door
de houding van de rubbermarkt. Van cle tabaksmarkt zelve
toch is ‘niets bekend geworden, dat de koersverbeteriug van
verschillende soorten zou kunnen motiveeren. Arendsburg:
554%, 56E, 564; Dcli B:utavia: 451%, 453%, 461; Dcli
Mij.: 416%, 418, 425; Oostkust: 197%, 201, 204; Senom-
baL: 421
1
/
2
, 420%, 4263/
2
.
De afdeeling voor
petroleunsczandeelen
was eveneens kalm,
doch opgewekt. De stimulans, welke eenigen tijd geleden
van l’nrijs is uitgegaan, toen daar ter plaatse groote vraag
naar buitenlandsche aandeelen is ontstaan, behoort welis-
waar tot het verleden, doch blijkbaar concentreert zich toch
voldoende vraag op onze markt, om aandeelen Koninklijke
Petroleum Maatschappij percentsgewijze te doen verbeteren.
De overige soorten hebben geen aandacht getrokken.
Dordische Petr. Ind. Mij.: 368, 371%, 372; Gec. Hoil. Petr.
Mij.: 170 (ex div.), 175%, 174; Kon. Petr. Mij.: 383%,
387%, 388; l’erlak Petr.: 81%, 82%, 80%; Peuda’,va: 44%,
45%, 44%.

Geheel anders was de toestand op de
schecpvaartnia.rlct.
De sterk gestegen indexeijfers voor vrachten in de ,,wilcle
vaart” over de achter ons liggende maand – zooals deze
bekend zijn gemaakt door ,,The Economist” – hebben tot
gevolg g6had, dat er ruime vraag is ontstaan naar allerlei
fondsen, o.a. Holland-Amerika Lijn, van Nievelt Gou-
driaan, enz. Daarbij kwamen nog speciale factoren voor
andere soorten. Zoo werden aandeelen Java-China-Japan-
lijn uit de markt genomen in verband met het gerucht, dat
de maatschappij zou worden opgenomen in het verband van
de Nederlandsche Scheepvaart Unie. Dit gerucht is later
tegengesproken. Ook ontstond er vraag voor aandeelen Ko-ninklijke Nederlancische Stoomboot Maatschappij, toen be-
kend werd, dat deze reederj een aantal schepen vai. de
Halcyon Lijn heeft overgenomen. Holland-Amerika Lijn:
47%,
49%;
Java-China-Japan Lijn: 120, 124%, 130%,
127%; Kon. Ned. Stoomboot Mij.:
95%,
977/s,
98%; Ned.
Scheepvaart Unie: 180, 183%, 182; Stoomvaart Mij. Ne-
derland: 179, 182, 182%.
De afdeeling voor
binnenla’adsch.e i?vdustrieele aa.ncleeien
heeft de aandacht getrokken door een een hernieuwde
scherpe daling voor aandeelen in kunstzijdefabrieken. In
het bijzonder werden aandeelen Hollandsche Kunstzijde In-
dustrie hierdoor getroffen, hoewel ook de overige soorten
niet onaangetast bleven. De resteerende aandeclen uit deze
afdeeling waren rustig en hebben geen opmerkelijke koers.
verschillen ‘te zien gegeven. Centrale Suiker Mij.: 118%,
119,
118%;
Hollandsche Kuustzijde Ind.: 91%, 89%, 81%;
Jurgens: 168
1
/2,
167, 167
5
/s; Maekubee: 117%, 115%,
114%; Neci. Kunstzijdefabriek: 262, 264, 260%; Philips
Gloeilan2penfabriek: 340%, 341.
Mijaveencfieelen
hebben geen aandacht getrokken. Voor
andeelen Siugkep Tin Maatschappij bestond matige be-
langstelling, doch de groote koersverschillen van de vorige
berichtsweek zijn thans niet voorgekomen. Alg. Explo-
ratie Mij.: 115%, 115%, 116; Billiton le Rubriek: 730,
728, 731; Redjaug Lebong: 268%, 266, 267; Singkep Tin
Mij.: 435,
439%,
437.
Bankeandeelen
waren kalm, doch vast. Amsterdamsche
Bank: 163%, 163%, 164%; Incasso Bank: 117%; Java-sche Bank: 363; Koloniale Bank: 195%,
2
03%, 204%;
Ned.-Ind. Handelsbank: 170, 172
1
/.-, 172; Ned. Handel Mij.:
154
1
/8,
156, 157; R’damsche Bankverg.: 71%, 71, 71%.
De
A.rn.erikaainsche af deeli’n.g
heeft zich geheel aangeslo-
ten aan de berichten van de beurs van New York. In ]1et
bijzonder bestond eenig aanbod voor Steels, hetgeen echter,
bij de betrekkelijk beperkte bedragen, welke hier te lande
nog van dit fonds aanwezig zijn, toch geen groote afme-
tingen heeft aangenomen. American Water Works: 280,
270 (ex div., ex claim); Anaconda Copper: 104%,
10115/,
103; Studebaker: 56%, 56, 57; United States Steel Corp.:
157
7
1,
154%,
151%;
Atchison Topeca: 148%, 147%,
147%; Baltimore & Ohio: 108%, 106%, 105/
i6
; Ene: 34,
34%, 33; Union Pacific Rw.:
1
59%, 157%, 159; Wabash
Railway:
4&
1
11, 4711
16
, 46
29
1
3
2.
De
geldinarkt
bleef ruim; prolongatie bewoog zich door-
gaans op een peil van 2% pCt.

762

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Augustus 1926

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

24 Augustus 1926.

Aau het einde der vorige week w’is de omzet van t a r
W
e

aan de nietste markteii van Europa 1aiigzamerhaad nogaP
wat afgeliolTieli, doch iu den loop der nu afgeloopeii veek
werden (le zakeu weder van ruirneren omvaiig. in Engelaud dient
int
eenmaal, in verband met de kleine vooiraden (lerb
molens, geregeld tai.we te ivórden gekocht cii indielt
eellige prijsstijging dreigt, is dti”an nieestal ‘
,
dadelijk een

uitbreiding der zaken aan de Etigelsche markt het gevolg.
Yl)it was ook nu vecler het geval toen uit .I.tulië gemeld
vei.d, dat de opbrengst van dcii tarweoogst nog kleiner ial
zijil (lati officieel was opgegeven en ook uit Frankrijk de
berichten nog altijd niet beter werden. Ook seganachtig
ve(ler in Engelaiid zelf werkte de zaken in cle liaticl. Vera
rneeiderd. aanbod van spoedige tarwe uit Rusland oefende
in het •begii.i der week nogeenigeil druk op de markt, doch.
die invloed was slechts van korten duur toeni Frankrijk

i,_1
steike mate tot het koopen van buitenlanclsche tars’e

overging.
Belrigrijke zaken in vi uteitarwe uit de Ver-
eenigcle Stateti kvaitiet.i iaar Frankrijk tot stand en de
prijsstijging aan de Noord-Amerikaansche termij.nma.rkten,
die daarmede saniengi lig, liet zich ook iii Engeland gelden.
De vaste steinnung te Chicago en te Winnipeg werd, be-
halve door dcii Fianseben kooplust, ook teweeg gebracht
door legen in de Vereenigde Staten, die zoowel voor cle
wjntertarwe als voor cle zomertarwe het binnenhalen van
den oogt heette te vertragen. Hetzelfde was in Duitschlaiid
het geval, want ook daar houdt regenachtig weder nog
steeds het binnenhalet van de tarwe tegen. Het’ aanbod
van binnenlandsch broocigraani is daar dan ook bij voort’
during beperkt en de kleine hoeveelheden tarwe en rogge, clie er ter markt komen, worden gemakkelijk opgenonren:
Ook voor bui•tnlaudsche tarwe bestond (leze week in
Dui.tschland vrij goede vraag en ofschoon de zaken niet
levendig te noemen zijn, worden toch in Dcntschlancl dage-
lijkseli flinke hoeveelheden tarwc omgezet, zoodat ook dq
voorraden, welke daar van zoowel in cle Noorclzteha.vens al
langs den Rijn nog valt den tijd van het lagere invoer-
i-echt aanwezig zijn, den laatsten tijd •sterk zijn geslonken.,
Met tarwe en logge voor export
is
Duitschlanit nauwelijks
aan demarkt en ofschoon van ta.rwo wel eenig aanbod be
staat, zijn daarvoor de vraagprijzen nog te hoog. Na clçi
prijsstijging van den laatsten tijd werd Poolsche rogge
01)
het nu bereikte hoogcre niveau deze week wat meer aan-
geboden en speciaal naar Frankrijk kwamen in Poolsche
rogge nogal w’at zaken tot stand, gedeeltelijk via de Ant-
werpsche markt. Gedurende cle geheelo week hoorde uien
telkens, dat in Iianclelskringen weinig geloof geslagen werd
aan cle pessimistisehe oogstraunng van 317 utillioen bushels
van den Cai.iadeeschen tarweoogst, wat echter niet weg-
nam, dat cle prijsverlioogi.ng anti de Noord-Amerikaansch
termijiimarkten aan verschillende Europeesche marktei
vrij goed werd gevolgd, en men bijvoorbeeld in Duitsehlancl,
voor TdSardwinter en :Rech’inter in
(ICI1
loop der week vri3
wat hoogere prijzen betaalde. 01) 21 Augustus echter kw;ui
aan cle verhooging in Amerika een einde, omdat daar toen
berichten werden verspreid omtrent een belangrijke ver-
betering in de Canadeesche vooruitzichten, welke ten zeer-
ste zouden hebben geprofiteerd van liet beiere weder, dat
sedert 1 Augustus is ingetreclea. Op 23 Auustu•s sloot de
termijnmarkt te Winnipeg ongeveer onveranderd tegenover
de prijizen van een week tevoren . flcatzelfcle geldt voor De-
cember- en Mei-tarwe te Chicago, waar echter September
,
1 % dollarcent per êO lbs. was gestegen. Uit Oost-Europa blijven zaken in tarwe nog zeer beperk. Wel wordt uit Rusland wat meer tarwe aangeboden, •cloch
int Hongarije en Roemenië hoort mee telkens weder, dat
cie kwaliteit daar tegenvalt en cle zaken onti’ikkelen zich’
slechts langzaam. Naar. de West-Europeesche iisvoerlaucleti
komen in deze tarwesooi

ten tot nog toe slechts zeer wei-
lig zaken tot stand. Ook van Argentinië zijn de zaken
in tarwe tegenwoordig van weinig beteekenis en cle weke-lijksche tarweverschepingen uit cle Argentijnsc-he ha,veak
zijn zeer beperkt. i)eze week werdeii zelfs in ‘het geheel
geen afladingen gerapporteerd. De Europeesche invoerlan-‘
den worden dan ook den laatsten tijd bijna geheel ui
Noord-Amerika van tarwe voorzien, en zijn in hooge mate
van de Noord-Amerikaansche markten afhankelijk. Tel-
kens weder vindt men daarom in Ae vakbladen .berekeiiin’
gen opgesteld omtrent cle toename der tar weproductie van Noord-Amerika in vergelijking met die van ilet vorige jaar,’ waar tegenover dan gesteld wordt de hoeveelheid, welke in
Europa

meer dan in het afgeloopen seizoen moet worden
geïmporteerd. Beide groothedea zijn evenwel nog vrij on
zeker, omdat eeuerzijdls twijfel bestaat omtrent den om-
‘aug van de Cana:leesche tarwe-opbrengst en anderzijds

vani verschillende Europeesche laniclen de hoeveelheden nog
niet met zekerheid vallen vast te stellen. Vrij algemeen
vordt echter aangenomen, dat. de toename in Europa’s in-
voerbehoefte eenigszins overtroffen i’ordt door de . ve1-
meercleriug der Noord-Anierikaansche opbrengst. Aan de
Ai’gentijnsche teriitijnnia.rkten hebben de tarweprijzen deze week aaiivankelijk i’ei niig prijsschommiling ondergaani. De
laatste dIngen trftdI echter een iwij sterke prijsdaling in en
het slot op 23 Augustus was 20 fL 30 centavos pci 100 KG.
lager chini op den 16clen. i)e
ii
ieuwe tat-we staat er in Ar-
gentinië goedi voor en ook uit Australië komen over het
algemeen gunstige be r i chten .
yoor r
0
gg e is de belangstelling deze w’eek toegenomen,
ook afgezien valt de zooe’eti vermelde zaken in Poolsche
rogge naar Frankrijk. in liet begin der week veicl Hou-
gaarsch en Boemeenisch aanbod

‘an nieuwe rogge ter ver-
schepitig iii cle eerstvolgenc!e week gemakkelijk in Neder-
land cii DuitschIandi geplaatst, hetgeen
iii
beide landen
dadelijk vrij sterke prijsverhooging ten gevolge had. Het
aanbod is nu vermincleicl ofschoon in do invôerlanden vrij
wat hoogere )rij’zen te maken zouden zijn. Nooicl-Arneii-
kaaitsche’ rogge is l)ij voortduring veil te duur in verge-
lijking met ‘cle verschillende Europeesche soorten. Omtrent
den Duitschen roggeoogst valt het nog steeds iiioeilijk ccii
n)eeni.i.ug
te vornen, oniclat de berichten, welke nieu dinar-
over ontvangt, sterk uiteenloopen. FIet schijnt echter wel
vast te staan, dat de kwaliteit iii vele streken van .l)uitsch-
land onbevredigend is, i’at e’etieenS geldt vooi

i)uitsche
til
.rve.
111
nt
1
5
iS iii
het begin dci

veek met clringeii.cl aanbod
uit Ai-gentinië, zoowel voor spoedige als voor latere ifla-
dlilig, geleidelijk wat in prijs gedaald, doch niet betere coni-
snmptiev.raag in Engeland nam daar I.ta eellige dagen cle
omzet zeer sterk toe en is een aannienlijk aannal clali.ngen
aan cle E.ngelsche niarit geplaatst. Prijsverhooging had dit
echter in Europa evenals in Ai-gentinië nauwelijks ten
gevolge en spoedig, toen cle Engelsche uitbreiding der vraag
niet blijvend bleek te zijn, varen verschepers wedler tot
dezelfde prijami niet Plataniaïs aan de markt als vOSr de
uitbreiding van den ldngel.schen kooplust het geval was.
Ve’rschepingen van Argentinië wac

en deze week ruim en
ofschoon andere exportlanden slechts zeer . weiniig iniaïs
tei- verscheping brengen, is cle markt blijkbaar niet .ini staat
blijvend een hooger niveau te bereiken. Vraag voor spoe-
clige Pla.tauiaïs
15
01)
het vasteland beperkt, doch aflacling
gedu rende cle winternmaancien vindt vooral int Nederland
geregeld koopers. De’ prijsstijging van liet mii clden der
week clecici cle zakeni in onivang afnemen, doch zoodra eene
geringe prijsdaling plaats vindt, blijken telkens weder koo
pers voor flinke iioeveelbeden te vinden te zijn. Aan dle
Argentijnsche termijnmarkteni is maïs cle laatste dagan wt
iii Prijs gedaald. Het slot was
.01).
23 Augustus 5 h 10
centavos per 100 KO. lager dan
01)
den 1 Gden. .De Euro-
peesche prijs l’oor Plata.uia,ïs ominle-giug deze week dcii in-
vloed van de wisselende vooruitzichten omtrent het verdere
verloop van cle Engelsche staking in cle koleumijnen cc
van den 1001> dci vraclitennma.i

kt.
Uit Oost-Europa blijven de berichten omnitrent den uien-
weii iiiaïsoogst gunstig, ofschoon uien int Roeincit iii wel
naar dlroog weder gaat verlangen. Zaken in nieuwe mals
01:> afladinig gedurendle cle winternlaa,ndlen zijn nit Roe-
menië nog zeer beperkt. Zukl-Slavië is eveneens nog niet
cru stig aan de markt.
Goede îraig blijft bij voortduring bestaan voor ge r s t
en vooral in Duitschland wordt, nadat bij .de stijgende
Amerikaansche vraagprijzen cle kooplust in teL begin der
week wat was afgenomuen, de laatste dagen weder int ruime
nnate Amerikaa,usche gerst gekocht
cii
oo.k – Donaugei-st
ontmoet er wel belangstelling. In .Nedlerla.ndl heeft men in
den 1001) der week geregeld Roemeensche gekocht,- doch
spoeclige A.merikaansehe gerst was tot cle vePhoogde prij-
zeil moeilijker te plaatsen, vooral toen door gi

ootere aan-
‘ooi-en in cle Roenieensche havens gerst van clen.Donau
tot wat lagere prijzen te koop was. Door ‘het ongunstige
Roeuieensche weder van (en laatsten tijd schijnt de kwa-l’iteit der gerst daar echter vrij wat geledlen te hebben en
hiermede zal wel samenhangen, tat ten slotte het Roe-
meentohe gerstaanbocl lang niet overiveldigend is. :l:nttis-
seheni mag men dit jaar
01)
vrij wat grooteren Roemeen-
schen gerstnitvoer rekenen clan het voi-ige, want de gerst-
opbrengst wordt er geraamd op 9 millioen qnarters tegen 5.7 ntïllioen in het vorige seizoen. Russische gerst wordt
niet dringend 1cinngeboden –
Iii ha v e r worden slechts weinig zaken gedaan en de
partijen, welke dlaarvitti iii de Europeesche havens aaniwe-
zig zijn of uit de uitvorlanden ter spoedige vrscheping
w’orden aangeboden, vinden slechts langzaam. koopers. Uit
Duitschland bestaat bij ‘voetduring eenig aanbod van
haver, doch de zaken daarin zijn niet van groeten omvang.

25 Augustus 1926

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

763

Noteeringen.

Chicago
Buenos
Aires

Data
Tarwe
Mars
Haver
Tarwe
Mars
Lljnzaad
Sept.
Sept.
Sept.
Sept.
Sept.
Sept.

21Aug.’26
136k
78 39
,
12

13,20
6,75
17,25
14

,,

’26
1367/
s

813
397,
13,35
6,80
17,75
21Aug.’25
161′,,
1043.(
4 0y
4

13,80
1
)
9,401)

20,75
1
)
21Aug.’24
1263%
117
51
8
/8
15,05 10,20
23,50
21Aug.’23
100
851,
38′,
11,35
8,65
21,20
20 Juli’141
82
568,
36
1
4
9,40
5,38
13,70

1)
per October

Locoprjzen te Rotterda.m/Ainsterda.m.

Soorten
23Aug.
16Aug.

24Aug.

Tarwe (Hardwinter II)
.
.3
15,- 15,-
16,25
Rogge (No. 2 Western)

.3
11,90 11,60
12,25
Mais (La Plata)

……..
1

171,-
171,-
245,-
Gerst (48 ib. malting) ….
2
193,- 190,-
240,-
Haver (Canada 3)……..
1
10,10
10,10
11,30
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad) ..’
12,-
12,_
14,25
Lijnzaad (La Plata) …..
8

370,-.
385,_
455,-
1)
per
100 .1..U.
‘)
per 2000 KG.
1)
per 1960
KG.

AANVOEREN in tons van 1Ô00 KG.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal
Artikelen

1

1
15
1
21
Aug.

Sedert

Overeenk.

15121
Aug.
i

Sedert

i Overeenk.
1926

1
Jan.
1926

tijdvak
1925

1926

1Jan.
1926
tijdvak
1925

1926

1925

Tarwe ……………..
41.744
1.011.838 766.372

7.731
17.024
1.019.569
783.396
.
179.443 170.650

1.016

180.459 170.650
Boekweit ……………..
500
14.411
17.126
95
950
150
15.361
17.276

Rogge

……………..3.751

8.239
577.390 440.273
650
70.971
50.538
648.361 490.811 5.873
238.743
123.499

6.965
4.114
245.708
127.613

Mais ………………..

Haver ……………..
1.668
149.778 131.410

2.165 252
151.943
131.662

Gerst

……………….

156.595 126.247
1.800
153.056
43.979
309.651
170.226
Lijnzaad

……………7.045
..

2.287
164.410
130.967



164.416 130.967
Lijnkoek

……………
Tarwemeel

………….
1.356
38.113
78.860

9.293 12.423
47.406
91.283
Andere meelsoorten
149
9.645
3.521



9.645
3.521

SUIKER.
De groote suikermarkten bleven over het algemeen prijs.
houdend gestemd, ofschoon in A m e r i k a raffinadeurs zich
na de groote inkoopen der laatste weken vrijwel hadden
teruggetrokken.
De noteeringen op de termijnmarkt ondergingen nagenoeg
geen verandering, hetgeen uit ondervolgende cijfers blijkt:
Sp. C. Sept. Dec. Jan. Mrt.
Slot voorafgaande week ……4.24 2.43 2.58 2.64 2.66 Opening verslagweek ……….4.24 2.45 2.60 2.66 2.67
Slot verslagweek……………4.24 2.43 2.59 2.65 2.67

De ontvangsten in de AtI. havens der V. S. bedroegen
deze week 58.000 tons, de versmeltingen 66.000 tons (tegen
69.000 tons in 1925) en de voorraden 254.000 tans.
In Cubasuiker ging weinig om; de prijs voor prompte
verscheping bleef vrijwel de geheele week gehandhaafd op
2.15132 d.c., c. en fr. New York.
De laatste C uh a statistiek is als volgt:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten tot 14 Aug.

39.262

47.020

40.096
Totaal sedert 1112125 tot 1418 4.041.491 4.502.759 3.581.316
Werkende fabrieken

6

1
Weekexport 14 Augustus…. 100.129

95.684

63.824
Totaleexport sedert 111 t. 1418 2.933.365 3.582.919 3.069.115
Totale voorraad 14 Augustus 1.108.128 919.660 512.201

In Engeland sloot de termijnmarkt als volgt:

Augustus

Sh. 131514

December ……5h. 1413k
September.

,, 1317w

Maart ’27 ……,, 1419k October ……,, 13/934

Mei ’27 …….. ,,

De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1926

1925

1924

Tons

Tons

Tons
Duitschland 1 Juli ………533.000 269.000 469.000
Tsjechoslowakije 1 AugustuB 204.000 149.000

58.000
Frankrijk 1 Juli ……….197.000

158.000

77.000
Nederland 1 Juli . ……..134.000

66.000

57.000
België 1 Juli …………..61.000

83.000

39.000
Polen 1 Augustus ……….65.000

53.000

59.000
Engeland 1 Augustus ……398.000 294.000 244.000

Europa

1.592.000 1.072.000 1.003.000
V.S. Atlant. havens 18 Aug.

254.000 196.000 146.000
Cuba 14 Augustus ……….1.108.000 919.000 512.000

Totaal

2.954.000 2.187.000 1.661.000

Dit totaal toont eene vermindering van 300.000 tons in
vergelijking met het cijfer van verleden week, hetgeen
voornamelijk is toe te schrijven aan de vermindering in
Tsjecho-Slowakije (141.000 tons), Engeland (79.000 tons) en Cuba (61.000 tons).
Op J a v a verkocht de Visp. deze week weder niet onbe.
langrijke kwantiteiten
l
uit oogst 1926 op restant condities

tot f 10,75 per pic. basis Superieur en uit oogst 1927 tot
fl6,75 per lOo KG. basis Superieur. In de tweede hand werd een kleinigheid disponibele No. 16 en hooger tot
f
9,75 verkocht. De exportea gedurende Juli bedroegen 298.400 tons tegen
385.500 tons verleden jaar. Eenige fabrieken hebben reeds
de campagne beëindigd.
Hier te lande was de stemming de afgeloopen week
kalm tot prijshoudend en bleef de noteering voor
Augustus ongeveer
f
16′,, Maart ongeveer
f
17
December

1 7
ui

Mei

17
7
1
bijna de geheele week gehandhaafd.

NOTEERINGEN.

Data
Amstr-
dam per

Londen
New
York
go
Centri-
Tates
White
Java’s
f.o.b. per Cuba’s


1

961 c.i.f.
Aug.
Cubes
No.1
Aug.
1
1

Aug.
fugals

kristalsuiker
Sh. Sh.
8h.
$
cte.
basis 990
23Aug.’26
f

1671,,
3313
1416
11110;
4,24
.9

,,

’26
169
33/3
1416
1119
.
4,24
16Aug.’25
.

19s1
1
,
351_
14/6
1213
4,40
16

,,

’24
265/,,
431-
2013
1719
5,15
ruwsuiker
basis
88o
4 Juli ’14
f

11
18
1
33

181-1


3,26
basis 990

1)
Het verschil tusschen ruwsuiker
88
0
en
f
14
15
1
8
1
krist.suik. 990 is aan te nemen opf3 p. 1001(0,

KOFFIE.

Over dit artikel valt niets nieuws te vermelden. Gedu-
rende cle afgeloopen week onderging de markt niet de min-
ste verandering. Er bleef eene vaste stemming heerschen,
en bij het onveranderd afkomen van den wisselkoers in
Bra.zilië, waren de aanbiedingen voor prompte verscheping
uit dit p:roductieland overeenkomstig ongewijzigd. Aan onze
termijnmarkt kwamen slechts kleine schommelingen voor
en sluiten cle noteeringen zoo goed als onveranderd, verge-
leken tegen cle vorige week.
Volgens dezer dagen ontvangen telegram uit Brazilië
bedroeg cle voorraad in de Gouvernementspakhuizen en de
spoorwegstations, in het binnenland van Sao Paulo en
Minas Geraes teruggehouden, op 15 Augustus 3.377.000 ba-
len, hetgeen tegen 31 Juli eene vermeerdering aanwijst van
279.000 balen.

De prijzen van gewoon goed beschreven .Supe’rior Santos
op prompte verselieping zijn thans 100/6
A
1021. për cwt.
en van dito Prima 1031- Ii, 104/-, terwijl zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versoheping, be-
dragen 85/. 1. 85/6.

De noteering voor loco Superior Santos is onveranderd
64 ct. en voor Robusta 58 et. met nog steeds matigen afzet.
Van Robusta op aflading zijn de noteeringen iets lager
en wel voor Palembang Augustus.verscheping 46 ct., voor

764

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 Augustus .1926

Benkoelen Augustus-verscheping 47 ct. en voor Mandhelin9
1
1

September/October verscheping 49% ct., alles per
34
KG.
c.çi.f.,, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-eau als volgt:

Santos-co4tract

(Jezuengd Contract i’
basi8 Good

basi9 Santos Good

ISept.J Dec.
1
Mrt.
1
Mei
11
Sept.
1
Dec. i Mrt.J Mei

24 Aug.
56
1
18
547/
s

537/
0

52
5511
4

5211
s

50%
4851

17

,,
56
1
18
54%
53/8
51%
55%
52%
5081
8

483/,

10

,,
56’1
5354

52%
511
55114
51
7
18
50
4881
5

3

,,
55
53y
4

52
50 54
1
/
505/
8

48
47

De

slot-noteeringen

te
New-York van het
aldaar

gel-
dencle gemengd contract (basis
Rio No. 7) waren:

Sept.
_

Dec.
Maart
Mei

23Aug ………
$
18,09
$17,30
$
16,65
$16,19
,,

18,20
,,

17;25
,,

16,50
.,,

15,95
16

,……….
,,

18,04

.

,,

17,04
,,

16,33
,,

15,90
9

,……….
2

,……….
,,

17,62
,.

16,58
,,

15,92
,,

15,50

Rotterdam, 24 Augustus
1926.

Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)

Noteelugen en voorraden in Brazilië.

te Rio

te San to

Wisselkoers
Data

..

te Rio
Voorraad Prijs Voorraad Prijs op Londen
(In Balen) No.7′) (In Balen) No.4
1
)

23 Aug. 1926

319.000 23.825 1.105.000 125.000 7231
16

1926

301.000 23.825 1.059.000 25.000 7%

9

1926

291.000 23.975 1.181.000 24.500

749144

24 Aug. 1925

195.000 32.350 1.292.000 33.000 6
7
1

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

Ie Rio

1

te Santos
Da:s

Afgeloo pen

SedertAfgeloopen

Sedert
week

1Juli

week

1Juli

21 Aug. 1926.. .. 104 000

701000

154.000

1.176.000

22 ,,

1925.. — 126.000 , 654.000

164.0u0

1.282.000.
1)
In
Reis.

THEE.

In de afgeloopen week gaf de theemarkt weinig nieuw
gezichtspunten te zien. Hier was cle markt stil, doch tame-
lijk prijshouclend, terwijl ook in -Londen een vaste stemt ming heerschte, zij het Öok, dat de prijzen voor ordinaire
soorten door het groote aanbod iets- -terugliepen.
De uitvoer van thee uit Ceylon gedurende het eerste
halfjaar 1926 geeft een hoeveelheid te zien van 112,9 mil lioeti lbs, welke hoeveelheid 3 millioen lbs. hooger is clan
die van verleden jaar over hetzelfde tijdvak gerekend.
De Amsterdamsche veiling van 2 September zal een aan-,
bod te zien geven van ca. 20.500 kisten thee. Amsterdam, 23 Augustus 192.

VRACHTENMARKT.
23 Augustus 1926-
De Noorcl-AmerikaanSChe graanvrachtenmarkt was zeer
kalm, zoowel van Montreal als van de Golf van Mexico.
Van Montreal komt echter iets meer vraag en naar Boe-
men is 17 cents betaald per 100 lbs. voor prompt, terwijl
naar Antwerpen of Rotterdam 16 cents is betaald met
6 September . cancelling. yan cle Golf van Mexico worcei
184 cents per begin September naar het Continent in uit-
zicht gesteld, doch bevrachtingen kwd.men niet tot stand.
Naar Rio is per begin September 241. betaald.
De vraag naar tonnage voor suiker van West-Indië was
deze week kalm en er is slechts weinig bevradht. Van Cuba
naar UK/Continent werd 22/6 gedaan voor begin Sep-

tember.
De North Pacific bleef vast en een flink aantal ladingen
werd cle afgeloopen week .bev-racht voor verscheping tus-
schen 1 Sept. en 31 Oct. naar UK/Continent. Van Port-
land/Puget/Vancouver werd 301- gedaan voor booten van
7/7500 tons en 29/6 •voor een 8000 toaner. Ladingen ge-
zuag:l hout zijn momenteel practisch gesproken niet aan cle
markt en de vracht bleef nominaal 12,- tot $ 13,- per mille
per Sept/Nov.

De markt vali de La Plata rivier is de afgeloopen week
iets kalmer geworden. Volgens ile rapporten is er sloohts
weinig proihpte tonnage – voorhanden, doch toonen de be-
vrachters hiervoor ook slechts weinig belangstelling. De
lkatate bevrachtingen zijn 4500 tons, 10 pCt., prompt, van

boven La Plata hsvens naar UK/Continent tegen 26/- en
een 6200 tonner von Concepcion naar het Continent tegen
dezelfde vracht voor Augusttis belading. Per Nov/Dec.
werd 2416 betaald voor een 4200 tonner en 21e- voor een
6700- tonner naar Antwerpen of Rötterdam. Van Concep-
cion werd voor een lading lijnzaad naar New York 27/. be-
taald.
De ui-tzichten van cle salpetervrachtenmarkt bleven on-
veranderd en de eernige bevrachtcing van deze week was 820
tons naar Martinique tegen 20/- per September en 1500
tons met een Britsche lijnboot per 23 Aug./23 Sept. naar
Rotterdamfllavre/Antwerpen (2 loshavens) tegen 14/6.
Naar Alexandrië zijn nog steeds volle ladingen in de markt
tegen 2613 tot 27/6 per October. –
De algemeene tendens van cle Oostelijke markten bleef
zich verbeteren en men verwacht een tekort aan tonnage
voor de herfst- en-de eerste wintermaanden. Van Wladiwo-
stock werden parcels gedaan per September en October op
basis i,an 25/9 naar Ruil, Rotterdam, Hamburg, 271. naar
Scandinavië, terwijl er een goede kans bestaat voor nieuwe
oogst-belading (Nov./Dec./Jan.) 3113 te beclingen. Een
kleine -opleving werdgeconstateerd in de vraag naar ruimte
voor olie en deeptanks werden bevracht per Sept. en Oct.
op basis van 451- Continent, 5216 RuIl

. Van Java is alleen
eenige vraag naar Britsch-In-dië op basis van 131- voor
Sept./Oct. –
Australië was levendig en er was een vaste vraag naar
tonnage per Dec/Febr. Van Zuid-Australië[Victoria/Syd-
nie-y w’erclen booten genomen tegen 4216 tot 4416 naar ge-
lang van grootte, terwijl van West-Austral’ië een aantal
bevrachtingen werd gedaan tegen 401- tot 4016. Van Bur-
mah werd een aantal partijen geboekt naar de gebruikelijke
loshavens der lijnbooten op basis van 301- netto. Van
Britsch-Inclië bestaat practisch gesproken geen vraag. Een
kleine- partij tarwe werd geboekt van Karachi naar Dur-
ban tegen 13/- per Augustus.
De kolenmarkt van Zuid-Afrika was tamelijk vast; naar
Bristol Channel werd 17/6 betaald per einde Aug/begin
Sept. en naar cle Mersey(Humber range 1816 met 31 Aug.
cancelling. Colombo betaalde 12/6 en -Singapore 12/3.
Van -de Zwarte Zee vond eën flink aantal bevrachtingen
plaats, doch de vrachten vertoonen eep kleine daling tegen-
over clie van cle voorafgaande week. De vracht voor 58/6200
tonners is nu 1313 naar het -Continent, doch de -reeders
weigeren cle optie Denemarken te geven met het oog op de
hooge kosten en de langzame lossing. Met cle optie Dene-
marken kan 14/- -bedongen worden. De Donau bleef onver-
anderd. -Naar het Continent werd 181. per ton draagver-
mogen betaald voor een 5500 tonner, terwijl op charter-
conclit.ies 191- te bedingen is -voor 313500 tonners.
Van de Micidellandsche Zee zijn cle vrachten voor erts
merkbaar gestegen als een gevolg van de schaarschte aan
tonnage voo.r Augustus. Van Algiers naar Rotterdam werd
4/734 betaald en dezelfde vracht van Bona naar Rotter-
dam. Fosfaat is ook vastar en er is een flinke vraag. Sfax/
Garston betaalde 10/- en Tunis/Ipsvio.h biedt 11/-.
De Golf van Biscaye is vast voor piompte booten. Bil-
bao/Rotterdam biedt 5/. en PasagesfRotter-dlam 5/6. Per
– tweede helft September werd 411034-betaald voor – een 3200
tonner Bilbao/Rotterdam.
De kolenmarkt van Amerika was wederom de meest
liavendige markt en het aan-tal bevrachtingen naar U.K. be-
draagt ongeveer 90/100. De v-rachten waren:
17/. met 31 Aug. en 6 September cancelling; 1516 tot 15
September cancelling; 151. met 20 Sept. cancelling; 1419
met 25 Sept. cancelling, en 1416 met 30 Sept. cancelling.

RIJNVAART.


Week van 15
tOn.
21 Augustus 1926.
De algemeene toestand in Rotterdam onderging weinig
verandering.
De aanvoer van erts bleef middelmatig, daarentegen cle
vrescheping van kolen onverminderd zeer druk.
Schepen tegen -daghuur om in de Ruhr-have-ns kolen te-
laden, werden in de afgeloopen week niet gechartezd, even-.
min schepen op basis K.T.G. vracht.
Derhalve sleepten na-genoeg alle schepen, voor zoover
hier geen eniplooi- te vinden was, op eigen risico ledig op.
De ertsvrachten bedroegen in het begin der week
f
0,90

met
34
en
f
1,— met
34
lostijdi, doch liepen in cle. tweede

– helft terug tot
f
0,80 en
f
0,90. Het sleeploon bedroeg ge-

mi-cicleld 30 ets. tarief.
De watersta.nl bleef gunstig.


In de Ru-hrhavens ivaren -de verschepingen minder leven-
clig dan cle vorige week. Ten gevelgu. – vn. de- groote aan-
w’as van leege sëhepen en minder navi

aag, viel de vracht
voor exportkolen van Mk. 2.40 tot: 2.– p&r ton met
vrij sleepen.

Auteur