Internationaal
Is het einde van het
monetaristische beleid in het
Verenigd Koninkrijk in zicht?
PROF. DR. G. VANDEWALLE*
Het recente monetaristische beleid
De regering van mevrouw Thatcher
heeft tot heden een economisch beleid
gevoerd dat hoofdzakelijk was gericht op
het verlagen van het inflatiepercentage.
Daarbij wordt uitgegaan van de theorie
van Milton Friedman, dat een groei van
de geldhoeveelheid die gepaard gaat met
prijsstijgingen ertoe leidt dat de diverse
bevolkingsgroepen nog een sterkere
prijshausse voorzien. Om de nadelige
weerslag van zo’n toekomstige prijsverhoging op hun reeel inkomen te compenseren zijn zij geneigd procentuele
verhogingen te eisen (b.v. in de vorm van
hogere winstmarges of lonen), die het
huidige inflatiepercentage overtreffen.
Zo bewerkstelligen ze een versnelling
van de prijsstijging, m.a.w. er is sprake
van ,,self-realizing expectations” 1).
Om dit te voorkomen moet de overheid de expansie van de geldhoeveelheid
binnen nauwe grenzen terugdringen, zodat de diverse sociale groepen een reden
hebben om aan te nemen dat in de
toekomst de prijzen minder vlug zullen
stijgen dan tot heden het geval was.
Ze zullen dan met procentueel kleinere
verhogingen van hun nominale inkomens dan het huidige percentage van de
prijsstijging genoegen nemen en zo zal de
inflatie geleidelijk tot stilstand kunnen
worden gebracht.
Om de expansie van de geldhoeveelheid af te remmen, gebruikte de Bank
of England tot 1980 vier instrumenten 2). Twee zijn daarna niet meer toegepast.
Sedert 16januari 1980 zijn de banken
en financieringsinstellingen niet langer
verplicht een klein percentage (van September 1979 tot 16januari 1980,2%) van
hun deposito’s minder dan twee jaar bij
de Bank of England te beleggen, m.a.w.
het systeem van de ..special deposits”
is tijdelijk opgeheven. Bovendien hoeven de banken sinds 16 juli 1980 ook
geen ..supplementary special deposits”
meer bij de centrale bank te beleggen
wanneer de groei van hun deposito’s op
termijn een bepaald toegelaten stijgingspercentage overtreft. De z.g. ..corset”
wordt hierdoor buiten werking gesteld.
Alleen het stelsel van de verplichte
1252
reserveratio en de open-marktpolitiek
blijven beschikbaar om een overmatige
expansie van de geldhoeveelheid tegen
te gaan.
De felle stijging van de prijzen tijdens
het tweede halfjaar van 1980 en het
eerste halfjaar van 1981 had ten gevolge
dat de behoefte aan geld in sterke mate
toenam. Hierdoor ontstond een zekere
deflatie, hoewel de overheid de expansie
van de geldhoeveelheid minder afremde dan voorzien.
In de lente van 1981 haddende banken
herhaaldelijk te kampen met een tekort
aan liquiditeiten. De centrale bank was
verplicht ze te hulp te komen om een
overmatige afremming van de economische groei door te hoge rentevoeten
te voorkomen. De centrale bank gebruikte hiertoe twee middelen:
a. het verlagen van de verplichte reserveratio’s. Tijdens de geldschaarste van
februari-april 1981, die voortvloeide
uit grote betalingen van de particuliere banken aan de overheid (o.m.
belastingbetalingen op olie-inkomsten
en de aankoop van obligaties) verlaagde de centrale bank met ingang
van 2 maart 1981 de verplichte reserveratio van 10 tot 8%. Hierdoor kwamen geldmiddelen van de banken vrij
die ze konden aanwenden voor hun
lopende betalingen. Het betrof evenwel slechts een tijdelijke maatregel en
reeds op 30 april 1981 werd het verplichte percentage weer op 10 gebracht 3);
b. het aankopen van wissels in het bezit
van particuliere banken. Dit geschiedde op twee manieren:
1. door aankoop van wissels met een
beperkte looptijd (overwegend
bankaccepten disconteerbaar door
de bank);
2. door aankoop van wissels met langere looptijd, doch met de verplichting voor de cederende bank de betrokken wissel na een bepaalde tijd
terug te kopen (..purchase and
resale agreements”).
voor het disconteren van wissels te
voorzien, kocht de centrale bank wissels
op van deze huizen tegen een hogere
intrestvoet dan haar minimale leenratio
(..minimum lending rate”). Vanaf 20
augustus 1981 deelde de bank geen
minimale leenratio meer mede, in de
hoopt dat ze zo, door de werking van de
vrije markt, aan een stelselmatige verplichting haar minimale leenratio te verhogen, zou kunnen ontsnappen. Dit
bleek een vergissing, en van 14 September 1981 af zag de Bank of England zich,
om een verdere daling van de koers van
het pond sterling tegen te gaan, verplicht
alle aanbod van wissels tegen lagere
discontovoeten van ..discount houses”
af te wijzen en deze huizen uit te nodigen
geld uit te lenen tegen 13,25%. Dit op zijn
beurt zette de handelsbanken ertoe aan
hun debetintrestvoeten te verhogen tot
14% 4). Zo werd een afvloei van kortetermijnkapitaal naar de Verenigde Staten, waar de intrestvoeten tot rond de
18% opliepen, tegengegaan, maar dat
ging ten kosten van de economische ontwikkeling, die reeds door het gevoerde
monetaire beleid tijdens de vorige jaren
in sterke mate was afgeremd.
De resultaten van het monetaire beleid
Mevrouw Thatcher had beloofd door
haar monetaire beleid de inflatie terug
te dringen tot een jaarlijks percentage
van onder de tien. Ze is hierin nog niet
geslaagd. In September bedroeg de stijging van de kosten van het levensonderhoud, berekend opjaarbasis, 11,5%. De
deskundigen voorzien ook voor het einde van het jaar geen lager inflatiecijfer.
In de herfst van vorig jaar verminderde
de inflatie, maar de daling van de wisselkoers van het pond sterling ten opzichte
van andere valuta in de winter van 1981,
leidde tot een forse stijging van de importprijzen van grondstoffen en versnelde opnieuw de algemene prijshausse.
De regering slaagt er trouwens niet in
de groei van de geldhoeveelheid binnen
de gestelde normen terug te dringen. Tot
midden augustus 1981 groeide de geldhoeveelheid in brede zin (sterling M3)
met 17% per jaar, terwijl het bruto
binnenlandse produkt tegen lopende
“Hoogleraar Economic aan het Rijksuniversitair Centrum te Antwerpen en de Rij ksuniversiteit Gent.
1) The performance of the economy – past
and future, Cambridge Economic Policy Re-
view, april 1981, biz. 13.
2) Zie G. Vandewalle, Anderhalf jaar monetaire en fiscale politick in Groot Brittannie,
Wanneer door het grote tekort aan
liquiditeiten de ..discount houses” op de
daggeldmarkt niet voldoende middelen
konden opnemen om in hun behoeften
ESB, 5 november 1980, biz. 1229.
3) Bank of England, financial review, Quarterly Bulletin, juni 1981, biz. 171.
4) New bands but the same old tune, The
Economist, 19 September 1981, biz. 91.
prijzen slechts met 10% toenam 5). Dit
gaat volledig in tegen de behoefte de
inflatie af te remmen door een beperking
van de expansie van de geldhoeveelheid.
minder cokes wegens de slechte gang in
de staalnijverheid, en de Britse spoorwegen vervoerden minder steenkolen,
cokes en staal wegens de teruggang in
Deze ontwikkeling is hoofdzakelijk toe
al die industrieen. Het verliep met de
te schrijven aan de vrij grote tekorten
op de begroting. Mevrouw Thatcher is
er namelijk niet in geslaagd haar ministers er toe te brengen de uitgaven van hun
departementen drastisch te verminderen. Dit vindt volgens The Economist
zijn oorzaak in de verkeerde aanpak
van het hele financiele beleid bij het
begin van haar ambtsperiode. Zij heeft
onmiddellijk een aantal beloften aan
Tory-gezinde groepen willen realiseren,
zoals een drastische vermindering vande
belastingen op de hoogste inkomens, een
aanzienlijke verhoging van de wedden
van politic, leger en hogere ambtenaren,
een aanpassing van de prijzen betaald
aan de landbouwers enz., kortom allerlei
zaken die hebben geleid tot een toename
genationaliseerde bedrijven als in
Shakespeare’s toneelstuk Richard III.
Elke bode die het staatshoofd bereikte,
bracht slecht nieuws 8). De regering
werd hierdoor gedwongen veel meer te
lenen dan ze zich had voorgenomen.
In 1980/1981 bereikte de ..public sector
borrowing requirement” (het globale
door alle overheden te lenen bedrag), een
omvang van £ 13,5 mrd., tegen een projectie van slechts £ 8,5 mrd. in de begroting van 1980. Het werkelijke tekort
overtrof het geplande tekort dus met
van het begrotingstekort van de over-
heid. De minsters aan wie de taak werd
opgedragen in hun departement besparingen door te voeren, werden hierdoor
aangemoedigd om zoveel mogelijk weerstand te bieden. Waarom moesten zij
zich impopulair maken indien andere
collega’s cadeaus mochten uitdelen?
Ook in haar strijd tegen de tekorten
van de genationaliseerde bedrij ven moest
ze regelmatig toegeven. De dreiging met
algemene staking van de mijnwerkers
27 werklozen per vacature 13).
Bij de vorige parlementsverkiezingen
van mei 1979 stemden zuidelijk en zuidoostelijk Engeland massaal voor de conservatieve partij, omdat de meerderheid
van de bewoners van deze streken het
beu waren hoge inkomstenbelasting te
betalen waarvan een groot deel door
de Labourregering werd aangewend om
kreupele ondernemingen in de oude
industriegewesten van Centraal-Engeland, Noord-Engeland en Schotland op
de been te houden. Ze voelen zich evenwel bedrogen want nu worden ook zij
met werkloosheid bedreigd en van de
beloofde belastingvermindering is, uitgezonderd voor de zeer hoge inkomens,
niets terecht gekomen. Met het indienen
meer dan 50% 9). Mevrouw Thatchers
van zijn begroting voor 1981-1982 heeft
politick had hierdoor een ongunstige
weerslag, zowel op de werkgelegenheid
als op het prijsverloop.
De aangekondigde drastische beperkingen van de overheidsuitgaven leidden ertoe dat de ondernemers hun in-
de minister van Financie’n, sir Geoffrey
Ho we, juist bepaalde indirecte belastingen verhoogd, en geweigerd de belastingschalen aan te passen bij het inflatiepercentage, m.a.w. ook de druk van de
vesteringen beperkten omdat ze een
Het was het enige middel om het financieringstekort van de overheid te verlagen en aan het beloofde restrictieve
monetaire beleid enige geloofwaardigheid te geven. Deze maatregel verhoogt
evenwel niet de populariteit van de regering. Deze is gedaald tot een tot nog
toe ongekend dieptepunt.
Tot de lente van 1981 kon mevrouw
Thatcher crop rekenen dat de doorlopende strijd tussen rechter- en linkervleugel in de Labourpartij het voor deze
partij onmogelijk zou maken bij de volgende verkiezingen een efficiente cam-
daling van de bestedingen voorzagen.
Dit had tot gevolg dat, ondanks de stijging van het nationale inkomen in
verscheidene miljoenen ponden sterling
toe te staan. Ook de poging van de regering de pensioenen gedeeltelijk los te
koppelen van de kosten van het levens-
1979/1980 (door de stijging van de olieprijzen en van de olie-uitvoer), er geen
verhoging plaatsvond van de investeringen. Dit moest leiden tot een grotere
import omdat de produktiecapaciteit
niet evenredig met de grotere vraag naar
consumptiegoederen werd uitgebreid.
De Britse produkten werden meer en
meer van de Britse markt verdrongen
door buitenlandse produkten. In de
periode 1979-1981 steeg de particuliere
consumptie in ree’le termen jaarlijks met
0,6%, de overheidsconsumptie met 0,8%,
maar de investeringen in vaste activa
namen af met 6,3%, en de industriele
onderhoud verwekte zo’n reactie dat ze
produktie (olie-industrie buiten be-
verplicht was ook op dit punt het hoofd
in de school te leggen 6).
De ergste nederlaag leed mevrouw
Thatcher evenwel in het geval van de
schouwing gelaten) met 8,1% 10). Het
aandeel van de import in de binnenlandse uitgaven nam tijdens die periode
toe met gemiddeld 2,2% per jaar 11).
British Steel Corporation. Ze had voor-
Meer dan een miljoen arbeidsplaatsen
directe belastingen werd verzwaard.
dwong haar af te zien van het sluiten
van niet-rendabele mijnen, en de bedreiging van de directie van British Leyland
de produktie stop te zetten, verplichtte
haar aan dit genationaliseerde bedrijf
zien dat voor het fiscaal jaar 1980/1981
omzet van de industrie gedaald met
17% 12). Het is moeilijk het aantal
werklozen precies te bepalen omdat de
gehuwde vrouwen die zich niet tegen
werkloosheid hebben laten verzekeren
geen vergoeding ontvangen, en hierdoor
Bij de oprichting van de SDP in maart
1981 was het niet erg duidelijk hoe uit
gegaan, en in dezelfde periode is de
beschouwd geld aan de schatkist zouden
De recente politieke ontwikkeling
zijn van juli 1979 totjuni 1980 verloren
de genationaliseerde bedrijven globaal
pagne te voeren. Sedert de oprichting
van de Social Democratic Party (SDP)
op 26 maart 1981 is de situatie evenwel
gewijzigd. Hierop wordt in de volgende
paragraaf verder ingegaan.
opleveren in plaats van, zoals voorheen,
geld te kosten. Hierbij rekende ze vooral
op de winsten van de British National
Oil Corporation (BNOC). Deze behaalde inderdaad in 1980 een winst van £ 309
mln., tegen £ 77 mln. in 1979. Terzelfder
tijd bleek dat de British Steel Corporation wegens de ineenstorting van de
prijzen op de staalmarkt voor 1980/
1981 geen £ 450 mln. nodig zou hebben
om haar verplichtingen na te komen,
maar £ 1,1 mrd.: meer dan drie maal de
winst van de BNOC 7).
Alle genationaliseerde bedrijven be-
reikten slechtere resultaten dan ze had
gehoopt door de algemene recessie in de
Britse industrie. De staalnijverheid verkocht minder staal wegens de recessie
in de autonijverheid en de scheepsbouw, de steenkolenmijnen verkochten
ESB 16-12-1981
in de regel niet in de werkloosheids-
cijfers zijn opgenomen. Volgens een
schatting van de Britse vakbonden was
er aan het begin van de zomer een tekort van 3.373.000 arbeidsplaatsen. De
werkloosheid die voordien alleen hoge
cijfers bereikte in de oude industriegebieden van Centraal- en NoordEngeland is nu ook in sterke mate toegenomen in het zuiden en zuid-oosten
van het land, dat voorheen weinig
werkloosheid kende. In het zuid-oosten
waren er aan het begin van de zomer
1981 14 werklozen per vacante betrekking tegen een landelijk gemiddelde van
5) Bank of England, Main economic and
monetary developments, Quarterly Bulletin,
September 1981, biz. 324.
6) Thatcher at mid-term. When the spending
battle was lost, The Economist, 10 oktober
1981, biz. 27.
7) BNOC profits quadrupled to $ 309 in last
jent,Financial Times, 25 april 1981, blz.l.
8) Nationalised industries, black hole, The
Economist, 29 november 1980, biz. 23 en
British Steel, Mac makes good The Economist, 26 September 1981, biz. 32.
9) Bank of England,Economic commentary,
Quarterly Bulletin, maart 1981, biz. 6.
10) The performance of the economy – past
and future, Cambridge Economic Policy
Review, april 1981, biz. 9.
11) Idem, biz. 11.
12) Is slimmer fitter, The Economist, 4 juli
1981, biz. 13.
13) P. Routledge, Grande Bretagne: Encore
plus grave que 1’inflation, Le Monde, 2 juni
1981, biz. 24.
1253
deze afsplitsing van de Labourpartij
den afgezwakt. Indien dit evenwel niet
ooit een grote partij kon ontstaan. De
vakbonden, die de grote geldschieters
zijn van de Labourpartij, hidden zich
afzijdig, de lokale organisaties van de
De readies in de conservatieve partij
geschiedt op het congres van 1982 zullen velen naar de SDP overstappen.
Onderwijl wordt door leiders van de
Britse vakbonden en vertegenwoordigers van de partij een reeks voorstellen
uitgewerkt die de basis zouden moeten
vormen voor het Labour-verkiezingsplatform. Hierin is een aantal maat-
op de politieke ontwikkelingen
Labourpartij bleven alle de oude partij
trouw. De DDP kon alleen rekenen
op de aantrekkingskracht van haar leiders en meer bepaald van Roy Jenkins
en Shirley Williams.
De recente poging van Anthony Benn
om met het vice-voorzitterschap van de
Labourpartij ook de feitelijke opvolging
van haar leider Michael Foot te verwerven, heeft evenwel de zaken grondig ge-
wijzigd. Harold Wilson heeft herhaaldelijk verklaard dat hij Benn beschouwt
als een onrijpe politicus, die geen zin
heeft voor de realiteit. De Britse pers
heeft niet nagelaten deze verklaring dik in
de verf te zetten. Benn wordt aan het publiek voorgesteld als een gevaarlijke
fanaticus die, indien hij aan de macht
komt, door radicale hervormingen de
Britse economic volledig zal ontwrich-
regelen voorzien zoals opheffing van het
Hogerhuis, terugtrekking uit de EG,
verlaging van de wisselkoers van het
pond sterling om de import af te rem-
men, uitbreiding van de overheidsschuld, het in omloop brengen van op-
gepotte spaargelden en vooral het invoeren van een weeldebelasting om de
overheidsinkomsten te verhogen 15).
Algemeen mag worden verwacht dat
houden. De schrik voor de weerslag van
opinie heeft op het laatste ogenblik
bepaalde vakbondsafgevaardigden op
het congres van Blackpool ertoe gebracht toch maar voor zijn tegenkandidaat Dennis Healey te stemmen, en zo
aan Healey een nauwe meerderheid te
geven. Dit betekent geenszins dat Dennis
Healey ervan verzekerd is na het aftreden van Foot het leiderschap te verwerven, want Benn kan elk jaar zijn greep
naar het vice-voorzitterschap vernieuwen
14). De positie van Healey kan onderwijl verder verzwakken door de desertie
van gematigde Labour-parlementsleden
naar de SDP. Immers, doordat de linkse
afgevaardigden erin geslaagd zijn op
een vorig congres vast te leggen dat de
lokale partijafdeli ngen de kandidatuur
voor de kiesdistricten die gelegen zijn
binnen hun gebied, moeten aanvaarden,
blijft er voor de rechtse Labour-parlementsleden die zijn opgescheept met een
lokale afdeling waarin linkse fanatici de
boventoon voeren, niets anders over dan
naar de SDP te deserteren.
Door de verkiezingen voor het partijbureau te Blackpool werd evenwel de
linkse meerderheid in dit bureau verbroken. Vele rechtse Labour-parlementsleden koesteren de hoop dat op een
volgend congres de bevoegdheden van
de lokale afdelingen bij het benoemen
van de kandidaten opnieuw zullen wor1254
ter van Financie’n. Het Ministerie van
Financien had berekend dat indien de
belastingschalen worden aangepast aan
matigen deze partij weinig zetels zal ver-
tot lenen van de overheid zou oplopen
van £ 13,5 mrd. in 1980-1981 tot £ 15
Schotland en Zuid-Wales. De grote
meerderheid van de traditionele Labourkiezers in andere districten waar de
van de £ 7,5 mrd. van het vorige jaar.
servatieve kiezers naar de centrumpartij
de verkiezing van Benn op de publieke
over te schakelen. Dit kwam reeds duidelijk tot uiting bij het indienen van de
begroting van 1981-1982 door de minis-
werven buiten zijn traditionele vestingen
in Centraal- en Noord-Engeland en in
en drongen er bij hem op aan zijn kandi-
leider van de partij wenst te worden,
zich nog lang in de wachtkamer op te
king toenemen, wordt binnen de partij
de druk groter om naar een ander beleid
de inflatie en de indirecte belastingen
constant worden gehouden, de behoefte
van 1979 werd verslagen of slechts een
zeer nauwe overwinning behaalde, zouden voor de SDP stemmen. Omdat ook
een groot deel van de ontevreden con-
oud is geworden om, indien hij ooit
en ook de ontevredenheid bij de bevol-
indien Labour zijn programma niet kan
ten. Het is in die omstandigheden uitgesloten dat de Labourpartij onder de
leiding van A. Benn bij de volgende
verkiezingen een parlementaire meerderheid zou behalen. Vele vroegere aanhangers van Benn hebben dit begrepen
datuur voor het vice-voorzitterschap van
de partij terug te trekken. Hij weigerde
dit evenwel want hij beseft dat hij te
Geen enkele partij wil een politick
volgen die lijnrecht leidt naar een nederlaag bij de volgende verkiezingen. Naarmate de resultaten van het monetaire
beleid langer en langer op zich laten
wachten, en onderwijl de werkloosheid
Labourkandidaat bij de verkiezingen
(de liberalen of de SDP) zullen over-
mrd. in 1981-1982: precies het dubbele
Om het tekort tot £ 10,5 mrd. terug te
brengen werden de indirecte belastingen
in sterkere mate verhoogd dan met het
oog op de inflatie was verantwoord, en
werden de schalen van de inkomstenbelasting niet aan de inflatie aangepast 17).
Hoewel Howe dus ten opzichte van
zijn oorspronkelijke plan voor £ 3 mrd.
schakelen is de kans groot dat een coa-
extra netto uitgaven toestond, leidde
litie van liberalen en SPD meer zetels
zijn begroting, ook in de gelederen van
behaalt dan de conservatieve partij.
de conservatieve partij, tot heel wat ver-
Een voorproefje van deze ontwikkeling gaven twee tussentijdse verkiezin-
zet. Vooral de afgevaardigden van de
landelijke kiesdistricten protesteerden,
omdat de stijging van de belasting op
gen. Bij de in juli 1981 in het kiesdistrict
Warrington, een traditionele Labourburcht, gehouden verkiezingen behaalde
de kandidaat van de Labourpartij
slechts een nauwe overwinning. Roy
Jenkins kreeg als kandidaat van de
SDP 42,2% van de stemmen, en de conservatieve kandidaat verwierf zo weinig
stemmen dat hij zijn inzet verloor. Bij
de tussentijdse verkiezingen van 22
oktober 1981 te Croydon, een voorstad
van Londen, behaalde de kandidaat van
de liberale partij, William Pitt, die de
steun genoot van de SDP, 40% van de
stemmen tegen 30,5% voor de conservatieve kandidaat, en slechts 26% voor
de Labourkandidaat. In 1979haddende
conservatieven de zetel veroverd met
49,4% van de stemmen tegen 40,1%
voor Labour en slechts 12,05% voor de
liberalen 16). Aan het adres van de
Labour-partij is dit een duidelijke waarschuwing dat deze zonder een uitgesproken ruk naar het centrum niet moet
rekenen op een verkiezingsoverwinning.
Voor de conservatieven is de uitslag
minder rampzalig dan ze hadden verwacht. De uitslag wijst er evenwel op
dat indien mevrouw Thatcher haar
populariteit niet kan verhogen een
groot aantal marginale zetels voor de
conservatieven verloren zullen gaan.
Groot-Brittannie zal dan een parlement
kennen met drie ongeveer even sterke
blokken.
benzine vooral de inwoners van die districten treft aangezien deze het meest
zijn aangewezen op de auto. Van buiten
de partij kwam er ook scherpe kritiek
van vertegenwoordigers van de industrie, een veeg teken voor een conservatieve regering die normaal gesproken
door de industrielen wordt ondersteund.
Howe werd onder meer verweten dat
hij door zijn restrictieve monetaire
politick de koers van het pond sterling
en de rentevoeten opdrijft, zodat bedrijven die moeten exporteren worden geconfronteerd met lage exportopbrengsten in ponden en hoge interestlasten 18).
Mevrouw Thatcher moest concessies
doen om de industrielen te sussen. In juni
1981 werden twee plannen ontworpen
door tegenstanders van het restrictieve
14) Perpetual Benn, Dennis Healey has a
long, ail-too familair fight ahead of him. Has
he the stomach for it? The Economist, 30 mei
1981, biz. 15.
15) L. Owen, Tap on private savings proposed in Labour’s strategy for reflation,
Financial Times, 4 augustus 1981, biz 6.
16) Some sums about Warrington, The Economist, 25 juli 1981, biz. 23.
17) A budget with few friends, The Economist, 14 maart 1981, biz. 21.
18) J. Elliot, Industrialists say conservative
policies have prevented growth, Financial
Times, 13 mei 1981, biz. 10.
van de nieuwe middenklassen (technici,
beambten) de conservatieve partij trouw
zal blijven .Dit geldt yooral indien de
samenwerking tussen de SDP en de libe-
beleid binnen haar kabinet: een elektrifi-
Thatcher geleidelijk aan verplicht wordt
catieplan voor de spoorwegen en een
kolenmijn. De goedkeuring van derge-
haar restrictieve monetaire beleid prijs te
geven. Naar gelang de verkiezingsdatum
nadert zal de druk van haar partij om
lijke plannen zal andere ministers ertoe
door hogere uitgaven en vermindering
ralen moeilijker verloopt dan voorzien
kunnen aanzetten op hun beurt projecten voor te stellen die de uitgaven verho-
van bepaalde belastingen allerlei groepen die traditioneel voor de conservatie-
gen 19). Mevrouw Thatcher wordt hier-
ven stemmen te bevredigen, sterker en
en de Labourpartij niet losgeraakt uit
haar innerlijke verscheurdheid. In dat
geval zou de conservatieve partij het
grootste deel van haar zetels in zuidelijk
breder subsidieringsplan voor de steen-
door geconfronteerd met een toenemen-
sterker worden. Voor beperking van de
de samenwerking onder de ministers van
groei van de geldhoeveelheid zal dan
en zuidoostelijk Engeland behouden en
haar kabinet die projecten die de werkgelegenheid verhogen, maar ookdegeldhoeveelheid uitbreiden. Regelmatig samen met sir Geoffrey Howe in de min-
weinig ruimte blijven. Wel zal de regering trachten de inflatie te verlagen door
de lonen stelselmatig met een geringer
percentage te verhogen dan de stijging
derheid gesteld, zag ze zich verplicht in
van de kosten van het levensonderhoud,
September 1981 enkele ministers te ontslaan en hen te vervangen door overtuigde aanhangers van de voortzetting
de ,,demand pull”-inflatie bestrijden, er-
door de vorming van een coalitieregering
met de liberalen over een parlementaire
meerderheid kunnen beschikken.
De leider van de liberate partij, Mr.
Steel, denkt er anders over en wil een
hechte samenwerking met de SDP. Door
in de diverse kiesdistricten telkens
slechts een kandidaat van een van de
van het monetaire beleid. Hierdoor stel-
de ze zich evenwel bloot aan het verwijt
haar eigen zin door te drijven terwijl de
feiten er duidelijk op wijzen dat haar politiek naar de afgrond leidt. Naarmate
het congres van de conservatieve partij te
Blackpool in oktober 1981 naderde,
werd de kritiek scherper. Edward Heath,
een uitgesproken vijand van mevrouw
Thatcher, viel haar politick aan in een
m.a.w. ze zal veeleer de ,,cost push”- dan
op rekenend dat laatstgenoemde zelfs bij
sterkere uitbreiding van de geldhoeveelheid voldoende wordt afgeremd door de
laagconjunctuur in de wereldeconomie.
De nieuwe eerste secretaris van de
schatkist, Leon Brittan, een overtuigde
aanhanger van mevrouw Thatchers politick, heeft in een interview met een journalist van de Financial Times verklaard
twee partijen voor te dragen zou de coali-
tie bij de volgende verkiezingen in een
groot aantal kiesdistricten de conservatieve afgevaardigde uit het zadel te lichten. Of evenwel de liberale kiescomite’s
overal waar hun dat wordt gevraagd, be-
reid zijn af te zien van het stellen van een
eigen kandidaat ten voordele van een
kanditaat van de SDP is geenszins zeker.
De samenwerking tussen de SDP en liberalen zal dus nog niet zo gemakkelijk
verlopen als nu door de meeste waarne-
twaalf jonge conservatieve parlements-
dat het Britse volk nu wel beseft dat het
noodzakelijk is gedurende enkele jaren
de loonsverhogingen te beperken tot cijfers die lager zijn dan de stijging van de
leden publiceerde een pamflet onder de
kosten van het levensonderhoud 21). De
mers wordt verwacht 23). Dit geeft
titel Changing year waarin werd gepleit
voor £ 5 mrd. nieuwe uitgaven voor
openbare werken, en£ 2 mrd. vermindering van de sociale lasten der bedrijven
20). Een volledige breuk dus met de
monetaire politick en een overschakeling
naar een keynesiaans beleid. Op het
congres van de conservatieve partij vermeden deze critici aan het publiek de in-
St. James Group, een studiegroep van
leidende Britse industriele, commerciele,
en financiele maatschappijen, voorziet
trouwens voor de periode van midden
1981 tot de lente 1983 stijgingspercentages van de lonen die regelmatig 2% per
mevrouw Thatcher een kans om aan een
catastrofale verkiezingsuitslag in 1983 of
1984 voor haar partij te ontsnappen.
Staan in een kiesdistrict een liberale
en een SDP-kandidaat tegenover elkaar,
dan kan de conservatieve partij de kie-
jaar lager zijn dan die van deconsumptie-
zers uit de middengroepen ervan trach-
ten te overtuigen dat geen van beide kandidaten enige kans maakt en een stem
Reeds op de eerste vergadering van het
kabinet na het congres moest mevrouw
Thatcher evenwel een nieuwe nederlaag
prijzen. Laatstgenoemde percentages
zouden in de loop van 1982 licht toenemen en dan dalen tot 10%. Van een vlugge
terugkeer naar een inflatiepercentage van
minder dan 20% is volgens deze voorspelling geen sprake. Erger, de import zou
snel groeien bij stagnerende export.
De de-industrialisatie van het Verenigd
Koninkrijk zou doorgaan, het VK zou
meer en meer een land worden dat voor
het dekken van het tekort op zijn handel
slikken. De recessie heeft tot zo’n dating
in industriegoederen moet rekenen op
van de inkomsten en stijging van de uitgaven (o.m. voor werkloosheid) geleid
dat het voor 1981-1982 geplande tekort
zal worden overschreden. Ook in 1982-
uitvoer van energieprodukten 22). Rijst
devraag water zal gebeurenalsna!985de
olie-uitvoer geleidelijk moet verminderen, om de behoefte voor binnenlandse
consumptie voor de komende decennia
veilig te stellen.
rede te Manchester. Een groep van
druk te geven van grote verdeeldheid
binnen de partij en lieten zij aan
mevrouw Thatcher toe haar restrictiebe-
leid nogmaals te verdedigen, zonder dat
vanuit het congres dit beleid werd aangevallen.
1983 en 1983-1984 zullendefmancierings-
behoeften van de overheid de geplande
bedragen overtreffen. Voor 1982-1983
aanvaardde het kabinet dat van de £ 7
mrd. waarmee het werkelijke tekort waarschijnlijk het geplande zal overtreffen,
slechts £ 3,5 mrd. zal worden uitgespaard
door vermindering van de uitgaven en het
niet doorvoeren van geplande verminderingen van belastingen en sociale-zeker-
heidsbijdragen. Dit betekent dat het tekort van 1981-1982 tot 1982-1983 zal
stem is voor de Labourpartij. Een conservatieve overwinning, ook in 1983 of
1984, bijft mogelijk. Dat, indien nodig,
het restrictieve monetaire beleid hieraan
opgeofferd wordt, is bijnaeenzekerheid.
De vraag is alleen maar wanneer mevrouw Thatcher het opportuun zal achten de grote draai te maken.
G. Vandewalle
Besluit
Het ziet ernaar uit dat mevrouw
Thatcher, die steeds blijk heeft gegeven
van politieke ,,feeling”, de komende
maanden haar restrictieve monetaire beleid zal verzachten, doch op zo’n manier
dat ze niet haar gezicht verliest. Ze kan
toenemen in plaats van te verminderen
er nl. op hopen dat, indien ze uiteindelijk
met 1,6% zoals oorspronkelijk voorzien.
Howe zal niet veel minder uitgeven dan
destijds was voorzien door de regering
van Callaghan, die door de conservatieven van spilzucht werd beschuldigd. Dit
alles wijst erop dat in feite mevrouw
toch enkele belastingverlagingen doorvoert en door beperking van de loonsverhogingen de stijging van de kosten van
het levensonderhoud afremt, het grootste deel van de zelfstandigen (onder meer
de landbouwers en kleinhandelaar) en
ESB 16-12-1981
voor de liberalen of voor de SDP een
19) 1984 claims a seat at the cabinet-table,
The Economist, 20 juni 1981, biz. 68.
20) When Tory alarm bells ring, The Econo-
mist. 10 oktober 1981, biz. 29.
21) D. Marsh, Brittain takes up the stick of
tax increases, Financial Times, 12 oktober
1981, biz. 4.
22) Stuck in the slow lane, the St. James
Group forecast, The Economist, 24 oktober
1981, biz. 40.
23) Only one can play, The Economist,
7 maart 1981, biz. 13-14 en Social democrats
marriage contract, The Economist, 23 mei
1981, biz. 35.
1255