Ga direct naar de content

Het Vlaams- Nederlandse boekenkartel

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 9 1981

De Grauwe

Het VlaamsNederlandse
boekenkartel
Onlangs besliste de Europese Commissie het Vlaams-Nederlandse boekenkartel te verbieden. Dit kartel bestaat
reeds een twintigtal jaren en heeft als
voornaamste doel de winkelprijs van de
boeken vast te leggen. Daar deze collectieveprijsbindingenjrensoverschrijdend
zijn, heeft de Europese Commissie geoordeeld dat dergelijke afspraken niet in
overeenstemming zijn met artikel 85 van
het Verdrag van Rome.
Er zijn weinig beroepsverenigingen die
niet van oordeel zijn dat concurrentie
goed is voor de andere sectoren maar ontoelaatbaar voor de eigen sector. De
boekensector maakt op deze regel geen
uitzondering. Het merkwaardige is wel
dat deze sector, in tegenstelling tot bij
voorbeeld de banksector, erin geslaagd is
ruime steun te vinden in de media en in
intellectuele kringen voor de idee dat
concurrentie in de boekenmarkt schadelijk is voor de culturele integriteit van
ons volk. De argumenten die worden gebruikt om tot deze conclusie te komen
varieren, maar kunnen toch tot een drietal typen worden herleid.
Een eerste bestaat erin uit te gaan van
de vaststelling dat een boek geen worst of
tandpasta is. Deze laatste produkten
worden meestal in concurrentie’le markten verkocht. Het past dus niet een cultuurprodukt zoals het boek aan een zelfde wetmatigheid te onderwerpen.
Dit boek-is-geen-worst-argument lijkt
onaanvechtbaar. Toch gaat het hier om
een non sequitur. Terwijl het vanzelfsprekend is dat het boek geen worst is,
volgt hieruit nog niet dat prijsconcurrentie in de boekenmarkt uit den boze is.
De concurrentie neemt in de boekenmarkt andere vormen aan dan in de worstenmarkt, orndat het boek een sterk
gediversifieerd produkt is waarvan de
kwaliteit door de koper meestal niet gemakkelijk kan worden vastgesteld. Er
zal dus veel tijd en geld moeten worden
gestoken doorproducenten en verkopers
in het verspreiden van informatie over
het boekenaanbod (dagbladrecencies,
boekenbeurzen, speciale tijdschriften
enz.). Prijsconcurrentie is slechts een van
de middelen die door de uitgever en handelaars kan worden gebruikt om het
lezerspubliek aan te trekken. De idee dat
een boek in een meer concurrentie’le
markt als een worst zal worden verkocht
is dan ook absurd.
Een tweede argument stelt dat de opheffing van het prijskartel de traditionele
boekhandelaar uit de markt zal stoten.
Daar deze op het ogenblik de enige is die
,,moeilijke” werken (poezie, kunst, contestatieliteratuur) verkoopt, zullen deze
ESB 16-12-1981

door het vastleggen van een relatief hoge
kartelprijs voor het populaire, veel verkochte boek kan de boekhandelaar, die
verondersteld wordt een ingeboren liefde
te hebben voor het ,,moeilijke” boek,
dit laatste in zijn winkel opstapelen
Het toelaten van prijsconcurrentie zou
dan ook deze interne subsidie’ring onmogelijk maken en het ,,moeilijke” boek
doen verdwijnen. De waarde van dit
argument is moeilijk te schatten daar er
geen enkele empirische evidentie bestaat
over de omvang van deze interne subsidiering. Mijn appreciatie is dat dit
effect empirisch zwak is, tenzij de liefde
voor het ,,moeilijke”boek bij de traditionele handelaar zo groot is dat hij een
belangrijk deel van zijn winst, gerealiseerd bij de verkoop van ,,gemakkelijke” boeken, wil vastleggen in een voorniet meer aan bod komen. De opkomen- raad ,,moeilijke” boeken. Daarenboven
de grootwarenhuizen in boeken zullen is de vraag of deze praktijk, indien bedan alleen nog ,,gemakkelijke” boeken langrijk, sociaal zo aantrekkelijk is.
(bestsellers, Konsalik-romans enz.) ver- Deze praktijk komt er immers op neer
kopen. Het resultaat zal dan een ver- dat de lezer van Konsalik-romans de geschraling van het boekenaanbod zijn. nieter van de Tres riches heures du due
Dit argument doet denken aan wat vroe- de Berry subsideert.
Het is duidehjk dat deze verschillende
ger bij het ontstaan van de supermarkten
beweerd werd. Toen heette het dat deze argumenten tegen prijscompensatie in
supermarkten het voedselaanbod zou- de boekenmarkt,uitgedacht door antimarktideologen, slechts drogredenen
den verschralen en dat de Europese consumenten weldra slechts enkele stan- zijn. Het gaat hier in wezen om een prodaard voedselproducten zouden kunnen tectionistische en conservatieve reactie
kopen. Het tegendeel is gebeurd. De keu- die tot doel heeft relatief inefficiente
zemogelijkheden van de consumenten in boekverdelers te beschermen. De brutode voedingsector zijn op dramatische marge (loonkosten en opslagkosten,
wijze toegenomen, omdat de super- huur, winst) van de traditionele boekmarkten hebben ingespeeld op de stij- handels ligt nu rond 40 a 50% van de vergende vraag naarmeer verfijnde produk- koopprijs. Daarenboven vertonen deze
ten en omdat het bestaan van super- marges een opwaartse trend. Het is
markten gespecialiseerde winkels in het dan ook onvermijdelijk dat efficientere
organisaties ontstaan die met kleinere
leven heeft geroepen die op dezelfde
marges kunnen werken. De boekentrend inspelen. Er is dan ook geen reden
om aan te nemen dat dit fenomeen zich markt is hier geen uitzondering en volgt
dezelfde trend als de distributiesector in
niet zal voordoen in de boekensector.
zijn geheel. In tegenstelling tot wat de anMet de stijging van het onderwijsniveau
timarktideologen hierover beweren
van de bevolking mag worden aangenodraagt deze trend grote mogelijkheden
men dat de vraag naar ,,moeilijke” boeken eerder zal toenemen dan dalen. Het in zich. Het relatief goedkoper worden
van boeken in een concurrentie’le markt
is dan ook evident dat de grote efficie’nte
boekenwinkels of -clubs daarop zullen zal het gebruik van boeken stimuleren;
inspelen. Niet omdat ze deze boeken de schaalvergroting van de distributee—
graag zien, wel omdat zolang er een eenheden zal het volk aantrekken en het
contact met het boek bij een groot deel
vraag is naar dergelijke boeken winstmogelijkheden bestaan voor diegenen die van het publiek vergroten. Dit alles zal
op deze vraag inspelen. Daarenboven is de verspreiding van de boekencultuur
het waarschijnlijk zo dat, zoals inde voe- stimuleren in plaats van afremmen. Tot
dingsector, gespecialiseerde boekenza- slot kan worden gesteld dat het prijzenken een toekomst hebben naar de mate kartel op termijn de grootste bedreiging
vormt voor het voortbestaan van een
waarin ze inspelen op de meer „verfijnbrede boekencultuur. Immers, de conde” boekenvraag. De idee dat met het
currentie van de elektronische media in
verdwijnen van de traditionele niet-gespecialiseerde
boekenhandelaar de het verspreiden van informatie en cultuur is zo sterk geworden dat, tenzij de
,,moeilijke” boeken uit de markt zullen
boekenmarkt concurrentie’ler wordt en
verdwijnen, houdt geen steek omdat het
veronderstelt dat met de boekhandela- aantrekkelijkere prijzen voor het boek
ren ook de vraag naar deze boeken ver- kan aanbieden, het boek als instrument
van cultuur en informatie weinig toedwijnt.
Een derde argument tegen grotere komst meer heeft.
prijsconcurrentie is iets subtieler. Het
steunt op de bewering dat het huidige
prijzenkartel de boekhandelaar toelaat
aan interne subsidising te doen, m.a.w.

1235

Auteurs