ECONOMIE
Internationale
economie
verzwakt
OESO-voorspellingen
Dit jaar zakt de groei van de economieen van de gei’ndustrialiseerde landen lets terug, maar volgend jaar
vindt al weer een herstel plaats. Ook
de inflatie kan na een piek in 1991 in
1992 weer afnemen. Deze verwachting spreekt de OESO uit in haar halfjaarlijkse Economic Outlook.
Het beeld dat de OESO schetst is
voor de korte termijn somber, maar
reeds in 1992 wordt een licht herstel
verwacht. De economieen van de 24
grote industrielanden zouden na een
groei van 3,4% in 1989 en naar verwachting 2,8% in 1990, dit jaar met
2% kunnen groeien. In juni rekende
de OESO nog op een gemiddelde
groei van 2,9% in 1991. In 1992 zou
dan weer een versnelling kunnen optreden tot 2,5%. De inflatie kan, via
4,9% in 1991, in 1992 weer terug
naar het niveau van 4,3%; dat getal
gold ook voor 1989 en 1990.
De groei van de bedrijfsinvesteringen in de gei’ndustrialiseerde wereld
neemt scherp af. Groeiden die in
1989 nog met 8,3%, in 1990 vond
een terugval plaats tot naar verwachting 5,1%, verder dalend tot 2,7% in
1991. De OESO verwacht voor 1992
center weer een opleving tot 3,7%.
Tegenover de verminderde groei van
investeringen en consumptie staan bovendien voor het eerst in zes jaar oplopende overheidstekorten. In de VS
worden de begrotingsdoelstellingen
zoals omschreven in de Gramm-Rudman-wet ruimschoots overschreden.
In het begrotingsjaar 1991 is men het
eens geworden over een begroting
met een tekort van ruim $ 250 miljard,
maar dit zou gezien de onzekerheden
in de Golf wel eens kunnen tegenvallen. De OESO houdt er rekening mee
dat het tekort in het volgende begrotingsjaar nog verder oploopt. In Duitsland slaat het geringe overschot van
0,2% van het bnp in 1989 om in een
tekort, hetgeen veroorzaakt wordt
door de hoge kosten van de eenwording. In 1990 zou er een tekort zijn
van 3,1% en dat zou in 1991 tot 4% oplopen.
56
Volgens de OESO zal de groei van
het Nederlandse bnp in 1991 terugvallen van 3% tot 2%, om daarna in
1992 weer wat aan te trekken tot
2,3%. De groeivertraging in 1991
vloeit voort uit de verminderde consumptiegroei en een voorspelde opmerkelijke daling van de investeringen met 0,8%. Het sterk expansieve
beleid in Duitsland draagt daarentegen bij tot een krachtige vraag naar
Nederlandse produkten. De export
groeit evenals in 1990 met 4,6%. In
1992 kan die groei zelfs versnellen
tot 5,7%. De zwakkere binnenlandse
economische ontwikkeling leidt tot
een aanzienlijke terugval in de invoergroei van 5,6% dit jaar tot 3,6%
in 1991. Daardoor komt in 1991 het
betalingsbalansoverschot uit op 3,8%
van het bnp ($11,9 miljard) om in
1992 verder te stijgen tot 4,4% ($
14,5 miljard). Dat laatste percentage
is het hoogste in het OESO-gebied.
Verzwakking in de VS
In de Verenigde Staten wijzen inmiddels alle economische barometers op
slecht weer, hetgeen zijn weerslag
heeft op de financiele sector. De berichten over problemen binnen het financieel bestel stapelen zich op.
De Amerikaanse industriele produktie is in november met 1,7% gedaald
ten opzichte van de maand daarvoor. Dit is de grootste afname sinds
januari 1982. De Fed schrijft de helft
van de teruggang in de produktie
toe aan de produktiedaling van 20%
in de auto-industrie. De bezettingsgraad in de industrie liep daardoor
verder terug, van 82,4% tot 80,9% in
november. De werkloosheid steeg in
december met 0,2% steeg tot 6,1%.
De markt schrok echter pas goed
toen bekend werd dat de orders
voor duurzame consumptiegoederen
in november met maar liefst 10,5% afgenomen waren ten opzichte van de
maand ervoor. Dit was fors hoger
dan de verwachtingen. Ook de toekomstvoorspeller, de index van leading indicators, vertoonde voor de vijfde achtereenvolgende maal een teruggang, ditmaal met 1,2%. Voor de
zesde achtereenvolgende maand
daalde de index van inkoopmanagers. Deze kwam over de maand december terecht op 40,4, het laagst
sinds november 1982. Deze index
wordt gezien als een van de beste
conjunctuurvoorspellers.
Inmiddels wordt ook van officiele zijde vooruitgelopen op slechte cijfers
over de economie in het vierde kwartaal. Het Witte Huis houdt rekening
met een daling van het bnp in het
vierde kwartaal met 3,4%. In de voorgaande kwartalen bedroeg de groei
respectievelijk 1,7%, 0,4% en 1,4%.
In het lopende kwartaal zou een verdere daling plaatsvinden met 1,3%,
maar na deze korte recessie zou dan
alweer een herstel optreden, zo
wordt vanuit het Witte Huis voorspelt.
Uit een enquete van de Wall Street
Journal onder veertig economen
blijkt dat 90% inderdaad verwacht
dat het tweede halfjaar van 1991
weer een positieve economische
groei in de VS zal opleveren. Gemiddeld komt men uit op een daling van
0,9% in het eerste halfjaar, gevolgd
door een herstel in het tweede halfjaar leidend tot een positief groeicijfer van 1,7%. De inflatie blijft daarbij
onder de 4% – fors onder de OESOverwachting.
Invloed hoge olieprijs
Vooral in de VS en Japan leverde de
hoge olieprijs een belangrijke bijdrage aan de conjuncturele neergang.
Door een sterke stijging van de olieinvoerwaarde kwam het tekort op de
Amerikaanse handelsbalans over de
maand oktober met S 11,6 miljard onverwacht hoog uit. De waarde van
de invoer nam toe met 12,2% tot
$ 46,4 miljard
Over de eerste tien maanden van
1990 komt het handelstekort uit op
$ 85,9 miljard tegen $ 92,7 miljard in
dezelfde periode een jaar eerder.
Deze verbetering is geheel toe te
schrijven aan het eerste halfjaar van
1990. De gestage teruggang van het
tekort op de Amerikaanse handelsbalans, waarvan tot medio van dit jaar
sprake was, is inmiddels omgeslagen.
Ook in Japan is de invloed van de
hogere olieprijs op de handelsbalans
duidelijk te merken. De olierekening
verdubbelde tot S 4,6 miljard. Het
overschot op de handelsbalans is in
november verminderd tot $ 2,3 miljard waar dit in oktober nog $ 3,5
miljard bedroeg. De daling van het
overschot op de Japanse lopende rekening is waarschijnlijk grotendeels
ten einde. Voor 1991 en 1992 voorziet de OESO overschotten van respectievelijk $ 37 en $ 36 miljard.
Ook in Japan is inmiddels sprake
van lagere groeicijfers. De verwachting voor het gehele begrotingsjaar is
nu naar beneden bijgesteld tot 4%.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewe-
kelijkse publikatie Beleggen met Van Lanschot.