Huishoudens die in de vrije sector huren, verhuizen veel vaker dan die met een koopwoning of een sociale huurwoning. De vrije huurmarkt werkt zo als ventiel voor de gehele woningmarkt.
Het is belangrijk dat mensen kunnen verhuizen naar een woning die goed aansluit bij de woonvoorkeuren en gezinssituatie. Bovendien is het goed voor de werking van de arbeidsmarkt, en daarmee de economie in het algemeen, als er voldoende verhuismogelijkheden zijn. Werkenden kunnen dan verhuizen van een regio met een hoge werkloosheid naar eentje met lage werkloosheid. Dit brengt vraag en aanbod van arbeid beter in balans en leidt tot lagere werkloosheid.
Een voldoende grote vrije huursector helpt bij het voorzien van voldoende verhuismogelijkheden. In 2022 is ongeveer 28 procent van de huishoudens in een vrije huurwoning verhuisd, zo laat de figuur zien. Dat is zeven keer vaker dan huishoudens met koopwoning, waarvan ongeveer vier procent verhuisde. Ook verhuisde slechts ongeveer negen procent van de huurders met een sociale huurwoning.
De vrije huursector voorziet tevens in een doorstroom naar andere woningtypes. Daarbij geldt dat huurders in een dure huurwoning vooral doorstromen naar een koopwoning, terwijl huurders in een middenhuurwoning vaker doorstromen naar een dure huurwoning. De doorstroom naar een koopwoning komt waarschijnlijk mede doordat huurders in een dure huurwoning een relatief hoog inkomen hebben, waardoor zij eerder in staat zijn om een woning te kopen. Als huishoudens met een koopwoning verhuizen, is dat vooral naar een andere koopwoning. Slechts 1,2 procent van de kopers is in 2022 verhuisd naar een huurwoning. Ook huurders in de sociale sector verhuizen vooral naar eenzelfde type woning, als zij verhuizen. Dat hangt mede samen met het lagere inkomen van deze huurders. In bepaalde regio’s krijgen huurders die een andere sociale huurwoning achterlaten voorrang op andere woningzoekenden.
Auteur
Categorieën