Vele economen uitten hun ongeloof na een blik op recente economische statistieken. Sinds de komst van het virus in Nederland en de erop volgende beperkende maatregelen – de ‘intelligente lockdown’ – observeren we een nooit eerder vertoonde scherpe daling in productie en consumptie. Honderdduizenden banen staan per direct op de tocht.
Het IMF schatte voor Nederland dat de verwachte economische groei van 2 procent dit jaar zal ombuigen naar een krimp van 7,5 procent. Daags na de presentatie van deze voorspelling gaf Kristalina Georgieva, de directrice van de IMF, bovendien aan dat de voorspellingen te positief waren. Wereldwijd wordt voorspeld dat vele honderden miljoenen mensen terug onder de armoedegrens zullen zakken. Het slechte nieuws houdt maar niet op.
Kosten hoger dan baten
En waarvoor? Om een virus in toom te houden. Een virus dat weliswaar meer sterfte zal veroorzaken dan een ernstige griep, maar dat vergeleken met bijvoorbeeld kanker of hart- en vaatziekten veel minder gezondheidsschade aanricht. Gaan we uit van een infectie mortaliteitsrisico van 1 procent, groepsimmuniteit bij 70 procent en 10 verloren levensjaren per sterfgeval, dan komen we uit op een gemiddeld verlies aan levensverwachting van een maand voor de gemiddelde Nederlander. Dat staat in schril contrast tot bijvoorbeeld de 2 a 3 jaar waarmee kanker het leven van de gemiddelde Nederlander bekort.
Sommige economen, zoals Kees de Kort en Frank Kalshoven, zijn na het lezen van dit soort cijfers snel klaar en vragen om de beëindiging van de lockdown. Dat is op het eerste gezicht begrijpelijk. De kosten per bespaard levensjaar zijn hoger dan we in de reguliere zorg bereid zijn uit te geven. Het verschil betreft minimaal een factor 2, en waarschijnlijk veel meer. Als we eerder niet bereid waren om zoveel offers voor een extra levensjaar te brengen, waarom nu dan wel?
Virus bepaalt gedrag
Toch gaat deze vergelijking mank. We kunnen de lockdown weliswaar opheffen, maar daarmee keert het gewone leven niet terug. Tussen de 3 en 5 miljoen Nederlanders behoren tot een van de risicogroepen. Voor hen is het virus meestal niet dodelijk, maar ook niet veilig. Velen uit deze groepen zullen zich risicomijdend gaan opstellen. Voor het overige deel van de bevolking zijn de risico’s beperkt. Toch zullen ook zij voorzichtig zijn, omdat ze vrijwel allemaal in direct contact staan met mensen uit de risicogroepen.
Hierdoor ontstaat de vraag in welke mate de economische schade het gevolg van de lockdown of van het virus zelf is. De manier om daarachter te komen is de lockdown op te heffen in sommige regio’s en te continueren in andere. Een dergelijk experiment is uiteraard kansloos vanwege de ethische aspecten.
Natuurlijk experiment
Maar gelukkig hebben we Donald Trump en de Verenigde Staten. Sommige staten zijn in vele opzichten vergelijkbaar, en hebben daarnaast een vergelijkbaar niveau van virusverspreiding. Het beleid verschilt echter sterk vanaf de aanvang van de pandemie.
Laten we kijken we naar bijvoorbeeld de aanpalende staten Minnesota met lockdown en South Dakota zonder lockdown met redelijk vergelijkbare dagelijkse infectiepercentages (respectievelijk 356 en 516 per 100.000 inwoners). We zien dat beide staten te maken hebben gehad met een zeer snelle en grootschalige vraaguitval van consumenten van initieel ruim 30 procent (zie figuur 1). Daarna herstelden de uitgaven een beetje, maar het effect van de lockdown lijkt verwaarloosbaar.
Zweden doet het economisch niet beter
Voor Europa ontbreken dergelijke mooie vergelijkingen. Het best in de buurt komt de vergelijking tussen de Scandinavische lidstaten. Denemarken en Noorwegen stelden al vroeg in het proces een harde lockdown in, terwijl Zweden de burger meer vrijheid gaf. Hierdoor was de groei van de economie in Denemarken en Noorwegen gedurende de eerste weken van de lockdown kleiner, en dat zien we terug in de eerste kwartaalcijfers: een groei van 0,3 en 0,2 procent respectievelijk. In Zweden was de groei 0,5 procent.
Toch levert de vergelijking van die eerste kwartaalcijfers een verkeerd beeld op. Zij nemen immers alleen het effect van de eerste weken van de crisis mee. Gezondheidseconomisch onderzoek over eerdere pandemieën liet al zien dat eerder remmen van een virusverspreiding beter is voor een economie dan later (Juneau et al., 2020). Door alleen het prille begin te vergelijken wordt de burger op het verkeerde been gezet.
Kijken we naar de economische verwachtingen voor Denemarken en Zweden voor 2020, dan zien we dat die elkaar niet ontlopen (respectievelijk -5,9 en -6,1 procent). Die sterke overeenkomst heeft deels te maken met het karakter van de kleine open economieën, en deels met de huidige consumentenuitgaven van de burgers in de verschillende Scandinavische landen. De lossere Zweedse aanpak heeft geleid tot vergelijkbaar gedrag bij de burgers. Uit mobiliteitsgegevens blijkt dat de mobiliteit in Stockholm is afgenomen met 70 vergeleken met 85 procent in Kopenhagen.
Alleen wegnemen virusdreiging helpt
Het lijkt er daarom op dat opheffing van een lockdown een economie niet veel vooruithelpt. Het bieden van veiligheid doet dat waarschijnlijk wel. Die veiligheid kunnen we bereiken middels vaccinatie of door eliminatie van het virus. Groepsimmuniteit bereiken door het laten rondgaan van het virus duurt meerdere jaren en kost nog 40 tot 90 duizend sterfgevallen.
Inmiddels heeft de Nederlandse overheid de groepsimmuniteitstrategie afgezworen in de brief aan de Tweede Kamer van 20 mei 2020. Eliminatie van het virus vereist langdurig en rigoureus opsporingsbeleid om zo het aantal besmettingen zoveel als mogelijk terug te dringen. Dit beleid is gevoerd in uiteenlopende landen als Australië, Finland, Japan en Noorwegen.
Keert het consumentenvertrouwen bij een aanpak gericht op eliminatie van het virus weer terug? Dat is niet noodzakelijk want bij eliminatie wordt het virus niet wereldwijd uitgeroeid, en blijven sommige maatregelen nodig. Data van discretionaire uitgaven van Australiërs wijzen wel op de terugkeer van het vertrouwen. Uit figuur 2 blijkt dat deze uitgaven 30 procent onder het gebruikelijke niveau zakken bij het begin van de crisis. Ze bleven daarna vier weken op dit lage niveau ondanks een periode van stimuleringsmaatregelen. Het consumentenvertrouwen herstelde na midden april, en de uitgaven verschillen midden mei nog 3 procent met de periode voor de crisis.
Uit een vergelijking van figuur 2 en figuur 3 blijkt dat dit herstel van vertrouwen kort volgde op de succesvolle bestrijding van het virus. Australië heeft het virus binnen een maand weten in te dammen na een periode met vele honderden nieuwe geregistreerde besmettingen per dag. Midden april daalde het aantal nieuwe besmettingen tot enkele tientallen per dag. In de periode die daarop volgde nam de dagelijkse variatie in besmettingen af en daalde het aantal nieuwe besmettingen verder tot slechts enkele per dag. In Nederland hadden wij vorige week ongeveer 150 geregistreerde besmettingen per dag.
Conclusie
Hoewel de Nederlandse economie een ongekende klap heeft gekregen gedurende de afgelopen maanden, en die klap samenviel met de lockdown, is het niet duidelijk dat de lockdown zelf een groot effect heeft gehad op de economie. Het beperkte bewijs dat er is wijst vooral op een gedragsverandering als reactie op de dreiging die uitgaat van het virus.
Om de economie weer gezond te maken dient daarom te worden overwogen om groepsimmuniteit op te bouwen, of het virus vrijwel te elimineren. Op dit moment ontbreekt een realistische mogelijkheid om op korte termijn groepsimmuniteit op te bouwen zonder vaccin.
Literatuur
Juneau, C., T. Pueyo, M. Bell, G. Gee en L. Potvin (2020) Evidence-based, cost-effective interventions to suppress the COVID-19 pandemic: a rapid systematic review. https://doi.org/10.1101/2020.04.20.20054726
Steun het economisch debat
Juist nu zijn gedegen economische analyses hard nodig. In ESB leest u dagelijks relevante inzichten van de experts zelf, geselecteerd en toegankelijk gemaakt door de ESB-redactie. Het meeste daarvan is exclusief beschikbaar voor onze abonnees. Word ook abonnee en lees direct onze artikelen over de coronacrisis.
Tip van de redactie: hier vindt u onze artikel- en blogreeks en onze serie videocalls met economen over de coronacrisis.
Auteur
Categorieën
2 reacties
'Om de economie weer gezond te maken dient daarom te worden overwogen om groepsimmuniteit op te bouwen, of het virus vrijwel te elimineren. Op dit moment ontbreekt een realistische mogelijkheid om op korte termijn groepsimmuniteit op te bouwen zonder vaccin'.
Daar hoort aan toegevoegd te worden: er ontbreekt echter ook een realistische mogelijkheid om op korte termijn het virus te elimineren. DUS.........? Zitten we nog wel een tijdje met een niet-gezonde economie.
Het zou interessant zijn om te kijken naar beurs/congres/cursusbezoek in de week voorafgaand aan de lockdown/schoolsluiting (de week van 9-13 maart). Anekdotisch bewijs suggereert dat er in die week al diverse congressen zijn geannuleerd, omdat bedrijven niet het risico wilden lopen dat hun werknemers met het virus thuiskwamen. Ook de TEFAF stond op dat moment al onder druk en is eerder gesloten na (voor zover ik weet) tegenvallende bezoekersaantallen.