(.•*••
ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN
Herindustrialisatie
Geheel in tegenstelling tot zijn collega’s van Financien
en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft de minister
van Economische Zaken, Terlouw, zich tot nu toe in opvallend stilzwijgen gehuld. Terwijl Den Uyl en Van der
Stee zich vergalloppeerden op hun respectieve stokpaarden. het werkgelegenheidsplan en het financieringstekort,
hield Terlouw het zijne op stal. Het bleef stil rond het
herindustrialisatiebeleid dat de Nederlandse economic
die zo dringend noodzakelijke impuls moest geven. Het
door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de Commissie-Wagner aangeblazen nieuwe industriele elan mondde vooralsnog niet uit in een nieuw
politiek elan.
N’atuurlijk zou het onjuist zijn alle hoop op een industriele vernieuwing uitsluitend op Den Haag te vestigen.
Op vele plaatsen in het land worden initiatieven genomen
die te zamen als een onderstroom in degoede richtingzijn
te beschouwen. Maar aldieongecoordineerdeactiviteiten
zijn toch ten enen male onvoldoende om de de-industrialisatietrend van de jaren zeventig te keren. Van een investeringsopleving die de herindustrialisatie gestalte zou
moeten geven is dan ook nog geen sprake. Op voorboden
van een mogelijke verbetering in het investeringsklimaat
plegen geen investeringsbeslissingen te worden gebaseerd.
Het is de vraag of een herindustrialisatie in Nederland
in de komende jaren van de grond zal kunnen komen.
Om die vraag te beantwoorden moet worden nagegaan
waar het bij een herindustrialisatiebeleid om draait. Als
we dat in enkele trefwoorden zouden willen samenvatten,
lijkt me dat we met het viertal: kosten, markten, dynamiek
en coordinatie een heel eind k u n n e n komen.
Er k u n n e n nog zoveel stimuleringsmaatregelen worden
genomen, als het kostenniveau van de Nederlandse export
niet concurrerend is met dat van buitenlandse producenten, komt de herindustrialisatie niet van de grond. Daarom legt ook de Commissie-Wagner sterk de nadruk op het
beheersen van de kostenontwikkeling (met name van
loonkosten en energiekosten). Nadat de loonkosten per
eenheid produkt in dejaren 1970-1978 in ons land ten opzichte van de buitenlandse concurrenten met bijna 10%
waren gestegen, heeft zich de laatste jaren een keer ten
goede afgetekend. Het herindustrialisatiestreven vereist
dat deze gunstige tendens zich voortzet. In dat verband is
ook de ontwikkeling van de arbeidsproduktiviteit van het
grootste belang. Om in de concurrentiestrijd bij te blijven,
zal het streven gericht moeten blijven op het bereiken van
een zo hoog mogelijke arbeidsproduktiviteit, zelfs als dat
in bepaalde sectoren of bedrijven ten koste zou gaan van
de directe werkgelegenheid.
Naast kosten gaat het om markten. Herindustrialisatie betekent het aanboren van nieuwe markten. Omdat
men voor economische groei in de wereld thans veel minder in West-Europa dan in opkomende industrielanden
(..newly industrialising countries”) moet zijn, zal een geografische herorientatie van de export moeten plaatsvinden. Op de verder weg gelegen nieuwe markten, waar
de hele industriele wereld zich op richt, is alleen voet aan
de grond te krijgen met produkten van wereldklasse,
d.w.z. produkten op het kwalitatief hoogste en technologisch meest geavanceerde niveau. Worden deze produkten in Nederland vervaardigd? Uit een onderzoek van
de Japanse onderneming Nomura Securities in ons land
naar de aanwezigheid van produktiefaciliteiten voor
ESB 4-11-1981
technische produkten waarvoor in de komende jaren de
grootste marktgroei wordt verwacht (meer dan 209c per
jaar), bleek dat de betreffende produktiefaciliteiten in
Nederland veelal niet aanwezig waren ook al was in de
meeste gevallen de technische know-how wel voorhanden 1). Blijkbaar zijn er andere belemmeringen die investeerders aan produktie elders de voorkeur doen geven.
Om een herindustrialisatie te verwezenlijken zullen deze
belemmeringen zo snel mogelijk moeten worden weggenomen,
Dit brengt ons op het vergroten van de economische
clvnamiek. Statistisch onderzoek in de Verenigde Staten
heeft uitgewezen dat van de vijf nieuwe produkten die op
de markt worden gebracht. er vier mislukken, en dat van
alle nieuwe ondernemingen die worden opgericht, de helft
binnen twee jaar mislukt en vier vijfde binnen tien jaar I).
Beseft moet worden dat industriele vernieuwing een
dynamisch proces is en dat er heel wat bedrijfjes ten onder
gaan voordat enkele het tot een succes weten te brengen.
Het is voor de gewenste herindustrialisatie dus van het
grootste belang dat het economische, financiele, juridische, fiscale en niet te vergeten culturele klimaat voldoende gunstig zijn om ondernemerschap te stimuleren.
Het nemen van risico’s moet een zekereaantrekkelijkheid
verkrijgen boven het spelen op zekerheid. Dat betekent
dat aan vele vormen van verstarring, zowel aan werkgevers- als aan werknemerszijde, zowel op de arbeidsmarkt als op de kapitaalmarkt, als ook in de sfeer van
regelingen en procedures, een eind zal moeten worden
gemaakt.
Ten slotte is herindustrialisatie een kwestie van coordinatie. Een herindustrialisatiebeleid heeft betrekking op
een heel scala van beleidsterreinen, van loonbeleid tot
energiebeleid, van wetenschapsbeleid tot arbeidsmarktbeleid, van fiscaal beleid tot ruimtelijke-ordeningsbeleid.
Daarom kan herindustrialisatie ook geen prive-aangelegenheid zijn van een groepje ondernemers of van een
aparte afdeling op het Ministerie van Economische
Zaken. Het kan geen succes worden als niet een brede
maatschappelijke ondersteuning en medewerking wordt
verkregen.
Na de tweede wereldoorlog was in Nederland op het gebied van kosten, markten, dynamiek en coordinatieaande
voorwaarden voldaan waaronder een industrialisatiebeleid kon slagen. Maar bovenal was er een nationale
inzet om de wederopbouw tot stand te brengen. De tijden
zijn sindsdien veranderd, de belangengedivergeerd. Zalop
dit moment voor de strijd tegen de werkloosheid en voor
het behoud van een hoge economische levensstandaard een
zelfde nationale inzet kunnen worden opgebracht? Wie ziet
hoe moeilijk het vijf ministers in Den Haag al valt om tot
overeenstemming en een gezamenlijke aanpak voor een
kabinetsperiode te komen, kan daarover moeilijk hoopvol
gestemd zijn. Zonder inzet van alle krachten in en buiten
de politiek kan herindustrialisatie immers niet slagen.
L. van der Geest
I) Zie het preadvies van M. Geldens (McKinsey & Company)
voor het symposium ,.Herindustrialisatie en groei in Nederland”,
dat onlangs door Elseviers Weekblad werd georganiseerd,
Bonaventura, Amsterdam, 1981.
1073