Ga direct naar de content

Geef ons meer Europa!

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 16 1984

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN

Geef ons meer Europa!
Met deze oproep richtte de Unie van Europese Industriefederaties, de UNICE, zich onlangs tot de kandidaten voor de
Europese verkiezingen om hen aan te sporen zich tot het
uiterste in te zetten voor een voortzetting van de Europese integratie. Volgens de voorzitter van de UNICE, Guide Carli,
staat het voor het Europese bedrijfsleven als een paal boven
water dat alleen de EG als geheel in staat is om de economische groei en de werkgelegenheid te herstellen. De UNICE
ziet het bestaan van een gemeenschappelijke markt als een
noodzakelijke voorwaarde om de Internationale concurrentie het hoofd te bieden. Daarom moeten de EG-landen afstappen van de ,,ieder voor zich”-aanpak om eindelijk die
gemeenschappelijke markt te realiseren. Daarvoor is het nodig dat de vele belemmeringen die het vrije verkeer tussen de
lidstaten nog in de weg staan worden weggenomen, dat grotere mogelijkheden voor samenwerking tussen Europese industrieen worden geschapen, dat het protectionisme wordt
bestreden, dat het financieel-economische beleid van de
lidstaten beter wordt gecoordineerd zodat een grotere monetaire stabiliteit kan worden gewaarborgd, dat het EMS en de
rol van de ECU worden versterkt, dat nationale wetgevingen
worden geharmoniseerd en dat er een Europees milieubeleid
komt. Het Europese Parlement moet zijn macht en invloed
aanwenden om de Europese integratie te versterken. Het
gaat om de (industriele) toekomst van Europa.
Terwijl het voor de Europese werkgevers kennelijk zonneklaar is dat hun enige kans in het voortzetten van de Europese integratie is gelegen, lijkt dit besef bij de Europese kiezers,
die in de komende dagen naar de stembus gaan, in veel mindere mate aanwezig. De Europese verkiezingen staan helemaal niet in het teken van de toekomst van Europa of van belangrijke Europees-politieke thema’s. Men kan slechts stemmen op nationale politieke partijen, waarvan nauwelijks bekend is welke Europese lijn ze aanhangen, met welke andere
partijen in het Europese Parlement ze coalities aangaan of
wat hun Europese gezindheid is. De Europese verkiezingen
hebben meer weg van nationale opiniepeilingen die verschuivingen in de binnenlandse kiezersvoorkeur registreren dan
dat ze iets met Europese politick te maken hebben.
Deze beperkte thematiek van de Europese verkiezingen
strookt op geen enkele wijze met het grote en rechtstreekse
belang dat Europese kiezers hebben bij de beslissingen die op
Europees niveau worden genomen. Dat geldt niet alleen voor
de Europese boeren die al bijna zijn vergeten dat de landbouwprijzen ooit nationaal werden vastgesteld of voor de
Europese staalarbeiders die het gewicht van de beslissingen
in Brussel inmiddels ook hebben leren kennen, maar voor alle inwoners van de Gemeenschap. Zij alien ondervinden, of
zij het willen of niet, de consequenties van wat zich op Europees niveau afspeelt. Wanneer er in de Verenigde Staten in de
afgelopen tien jaar 20 miljoen nieuwe banen zijn geschapen
terwijl er in Europa miljoenen verloren gingen, heeft dat met
Europees beleid (of het gebrek daaraan) te maken. Wanneer
Mitterrand zijn plannen ontwerpt voor een Europese defensiegemeenschap, zijn we navelstaarders als we ons slechts op
onze kruisraketten concentreren. Wanneer nationale regeringen en bedrijven aandringen op (of zich verschuilen achter) een Europese aanpak van het probleem van de zure regen, gaat het de Europese kiezer aan of zo’n beleid er komt of
niet. Wanneer Japan en de VS Europa technologisch gezien
op achterstand zetten, dan moet daar misschien een Europees initiatief tegenover worden gesteld. Dat zijn zaken die

ESB 6-6-1984

alle Europese burgers raken en die zinnig genoeg zijn om in
Europese verkiezingen aan een kiezersoordeel te worden
onderworpen.
Natuurlijk kan men argumenten aanvoeren om te verklaren waarom de Europese verkiezingen nog niet zijn wat ze
zouden moeten zijn. Het rechtstreeks gekozen Europese Parlement is immers nog jong, het heeft nog weinig bevoegdheden, nationale parlementen hebben er tientallen jaren, soms
eeuwen over gedaan om effectieve zeggenschap over de uitvoerende macht te verkrijgen, e.d. Dat moge allemaal waar
zijn, maar de Europese kiezer heeft daar geen boodschap
aan. Zijn belangen staan nu op het spel en moeten nu worden
verdedigd. Als de Europese verkiezingen er niet in voorzien
dat die belangen tot uitdrukking worden gebracht en behartigd, dan moeten en zullen er andere kanalen worden gezocht
om dat doel te bereiken: misschien via de bestaande nationale politieke partijen, misschien door het oprichten van een
hele nieuwe pro-Europese partij onder de naam GOME
(Geef Ons Meer Europa), misschien door middel van Euroactivistische lobbies in Brussel of misschien door allerlei buitenparlementaire acties. Als boeren, milieu-activisten, industrielen en staalarbeiders Brussel en Straatsburg hebben
ontdekt, waarom zou dan ook de rest van de kiezers er niet
vroeg of laat achter kunnen komen wat de reikwijdte van de
beslissingen is die daar worden genomen en wat de wijze is
waarop hun belangen daar worden behartigd?
Vanzelfsprekend zijn er nog vele hindernissen op de weg
naar Europees beleid, ook als het Europese inzicht bij de kiezer is doorgedrongen en als hij zijn eigen nationalisme en
kortzichtigheid heeft overwonnen. Er zijn nationale regeringen die er weinig belang bij hebben om macht en verantwoordelijkheden aan de Gemeenschap over te dragen en financiele middelen en bevoegdheden uit handen te geven. Er zijn nationale politieke partijen die evenmin graag zeggenschap afstaan aan supranational organen en die hun zwakste vertegenwoordigers naar Brussel en Straatsburg afvaardigen. Er
is onwetendheid en negatieve beeldvorming over het reilen en
zeilen van het Europese Parlement en de overige Europese instellingen 1). Er is een Eurocratie die geen behoefte heeft aan
parlementaire of extraparlementaire pottenkijkers en controleurs. Er zijn talrijke belangenbehartigers die hun nationale privileges met hand en land verdedigen en die de nationalistische zienswijze waar zij maar kunnen van nieuw voedsel trachten te voorzien. Tientallen plannen en voorstellen
die in de loop der jaren ontwikkeld zijn om de Gemeenschap
nieuw leven in te blazen, zijn ergens in Europese laden blijven steken. Het zal dus moeilijk zijn voor de Europese kiezer
om zijn belang te blijven herkennen en het tegen alle krachten in overeind te houden en te ppusseren. Maar over de aard
van dat belang kan niet veel misverstand bestaan: Geef ons
meer Europa!
L. van der Geest

1) Een zeer lezenswaardig boekje over het Europese Parlement is:
M.P.C.M. van Schendelen, Het Europese Parlement, Aula Pocket
726, Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, 1984.

505

Auteur