Ga direct naar de content

Werknemers met arbeidsbelemmering raken baan vaker kwijt, ondanks scholing

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 9 2021

Werknemers met een arbeidsbelemmering hebben een grotere kans op baanverlies dan werknemers zonder arbeidsbelemmering. Ook hebben zij gemiddeld genomen een lager salaris en minder vaak een vaste aanstelling. Kan een opleiding of cursus voor het werk helpen de relatief slechtere loopbaanperspectieven van arbeidsbelemmerden te verbeteren?

In het kort

– Werknemers met een arbeidsbelemmering hebben een lagere scholingsdeelname dan gemiddeld.
– Scholing vergroot de kans op een hoger salaris en een vaste aanstelling voor deze groep.
– Scholing lijkt echter niet te kunnen voorkomen dat zij vaker hun baan kwijtraken.

De Rijksoverheid (2021) stelt dat het belangrijk is dat mensen doorgaan met zich te ontwikkelen om zo goed inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt. Ook de OESO (2019) geeft aan dat technologische ontwikkelingen, de flexibilisering van de arbeidsmarkt en het langer moeten blijven werken door de demografische ontwikkelingen, de noodzaak vergroten tot een leven lang ontwikkelen.

In 2019 werd bijna twintig procent van alle werknemers naar eigen zeggen bij de uitvoering van hun werk belemmerd door een langdurige aandoening, ziekte of handicap (Hooftman et al., 2019). In de meeste gevallen (zestien procent) ging het om een lichte belemmering, maar bijna vier procent van alle werknemers gaf aan sterk belemmerd te zijn.

Eerder onderzoek heeft laten zien dat mensen met een arbeidsbelemmering gemiddeld genomen een slechtere arbeidsmarktpositie hebben in termen van kans op werk (Schuring et al., 2007) en beloning (Kruse et al., 2018). Bovendien nemen ze minder deel aan cursussen en trainingen (Poulissen et al., 2017).

In een recente studie heeft UWV (2020) in kaart gebracht hoe mensen met een arbeidsbeperking (WGA of Wajong) geholpen zijn door een scholing om hun kansen voor een terugkeer naar werk te vergroten. Het is echter onbekend of dit ook geldt voor werknemers met een arbeidsbelemmering. Dit artikel kijkt daarom naar de loopbaanuitkomsten van werknemers met een arbeidsbelemmering, en de rol die scholing daarbij speelt. We richten ons op de kans op behoud van werk, beloning en het type arbeidscontract. Kan het volgen van een opleiding of cursus voor het werk de positie van werknemers met een arbeidsbelemmering verbeteren?

Data en methodiek

Voor de beantwoording van deze vraag maken we gebruik van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en TNO, aangevuld met registerdata over de arbeidsloopbaan uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden, en van de Enquête Beroepsbevolking van het CBS.

Op basis van de NEA wordt er eerst in kaart gebracht in hoeverre werknemers met een arbeidsbelemmering deelnemen aan een opleiding of cursus voor het werk. Met behulp van registergegevens over deze werknemers gaan we vervolgens na in hoeverre de loopbaanuitkomsten van werknemers met een arbeidsbelemmering zes jaar later verschillen van die van werknemers zonder belemmering.

Om te kunnen zien of scholing positief bijdraagt aan deze arbeidsmarktuitkomsten schatten we een instrumental variable-analyse. Hiertoe maken we gebruik van de gemiddelde cursusdeelname in 2011 naar geslacht, leeftijd en bedrijfstak uit de Enquête Beroeps­bevolking.

Cursusdeelname

In de NEA is werknemers (van 15 tot 75 jaar) gevraagd of zij in de afgelopen twee jaar een opleiding of cursus voor hun werk hadden gevolgd. Daarbij geldt er geen beperking voor wat betreft de duur van de opleiding of cursus: het kan dus gaan om een eendaagse training, maar ook om een meerjarige opleiding. Over alle bedrijfstakken heen werd er geconstateerd dat gemiddeld, in 2017 en 2019, net iets meer dan de helft van alle werknemers in de afgelopen twee jaar zo’n opleiding of cursus had gevolgd (figuur 1).

Figuur 1, ESB

Er blijkt geen verschil in opleidings- en cursusdeelname te zijn tussen werknemers zonder belemmering en werknemers met een lichte arbeidsbelemmering (51 procent), maar sterk belemmerde werknemers hebben een lagere deelname (46 procent). Als er rekening wordt gehouden met leeftijd en onderwijsniveau, dan blijkt het verschil tussen werknemers met een sterke belemmering vergeleken met andere werknemers iets geringer te zijn, maar nog steeds wel significant. De lichte afname komt doordat sterk belemmerde werknemers gemiddeld ouder en lager opgeleid zijn, en omdat ouderen en laagopgeleiden minder vaak opleidingen en cursussen voor het werk volgen.

Loopbaanuitkomsten

Van de werknemers met een arbeidsbelemmering in 2011 bleek in 2017 een significant kleiner deel gewerkt te hebben dan van de werknemers zonder belemmering (tabel 1). Werknemers met een lichte belemmering werkten in 2017 drie tot vier procent minder vaak. Voor werknemers met een sterke belemmering geldt dat zij zeventien procent minder vaak werkzaam waren. Deze verschillen naar de mate waarin men een arbeidsbelemmering heeft, zijn aanzienlijk groter dan de verschillen wat betreft onderwijsniveau en geslacht.

Tabel 1, ESB

Arbeidsbelemmerden blijken niet alleen minder vaak zes jaar later nog aan het werk te zijn, ook de kwaliteit van de baan is significant lager in termen van salaris en het soort arbeidsovereenkomst. Wederom blijkt er een groot verschil te zijn tussen werknemers met een lichte en met een sterke belemmering. Werknemers met een lichte arbeidsbelemmering hebben gemiddeld ongeveer een vier procent lager uurloon dan werknemers zonder belemmering, terwijl het uurloon van werknemers met een sterke belemmering acht procent lager is. Hoewel licht belemmerde werknemers, gegeven hun contractvorm in 2011, niet minder vaak een vast contract hebben, geldt dat werknemers met een sterke arbeidsbelemmering acht procent minder vaak een vast contract hebben dan mensen zonder een arbeidsbelemmering. Dit verschil is groter dan het verschil in het hebben van een vaste aanstelling bij mensen met een hoog versus mensen een laag onderwijsniveau.

De compenserende rol van scholing

In tabel 1 is ook de scholingsdeelname in 2011 meegenomen. Omdat het volgen van scholing in 2011 naar verwachting endogeen is – mensen die denken nog een aantal jaar werkzaam te blijven, zullen eerder geneigd zijn aan scholing te doen dan zij die verwachten snel te stoppen met werken (Montizaan et al., 2010) –, is deze scholings­variabele geïnstrumenteerd door de gemiddelde cursusdeelname van werknemers in dezelfde bedrijfstak, met hetzelfde geslacht en in dezelfde leeftijdsgroep. De aanname bij de intrumental variable-analyses is dat scholingsdeelname van mensen met een arbeidsbelemmering ook gestimuleerd wordt door de gemiddelde scholingsdeelname in de bedrijfstak. Dit is aannemelijk omdat de ranking van bedrijfstakken naar scholingsdeelname vrijwel identiek is voor mensen met en zonder een arbeidsbelemmering.

Scholingsdeelname blijkt niet significant gerelateerd aan de kans op werk in 2017. De bevindingen wat betreft de beloning van de baan en het type arbeidscontract zijn echter gunstiger. Het volgen van een opleiding of cursus blijkt positief uit te werken op het salaris en op de kans van een vast contract in 2017.

Additionele analyses (hier niet getoond) laten zien dat er geen significante interactie-effecten zijn tussen de mate van arbeidsbelemmering en scholingsdeelname. Dit betekent dat ook bij mensen met een arbeidsbelemmering een opleiding of cursus positief uitwerkt op hun salaris en de kans op een vast contract op de middellange termijn.

De positieve rol die scholing speelt bij het salaris en het type contract blijkt vele malen groter te zijn dan de negatieve rol van een arbeidsbelemmering. Deze resultaten wijzen erop dat scholingsdeelname de negatieve relatie tussen een arbeidsbelemmering enerzijds, en anderzijds salaris en een vast contract teniet kan doen.

Conclusie en discussie

Werknemers met een arbeidsbelemmering nemen minder deel aan opleidingen en cursussen voor het werk, en hebben ook slechtere loopbaanperspectieven dan werknemers zonder arbeidsbelemmering. Hoe zwaarder de belemmering, hoe groter het verschil is. Dit is in overeenstemming met eerder onderzoek.

Scholingsdeelname kan compenseren voor de negatieve relatie tussen een arbeidsbelemmering en het salaris en het flexibele karakter van de baan. Een dergelijke compenserende rol heeft scholing niet wat betreft de kleinere kans die mensen met een arbeidsbelemmering hebben om zes jaar later nog werkzaam te zijn.

Deze resultaten kunnen relevant zijn voor beleid. Er is veel aandacht voor het achterblijven en het stimuleren van een Leven Lang Ontwikkelen voor specifieke groepen werkenden, al worden mensen met een arbeidsbelemmering niet altijd expliciet genoemd (Fialho et al., 2019; Rijksoverheid, 2021). Hoewel ons onderzoek laat zien dat scholing op de middellange termijn niet gepaard gaat met baanbehoud, tonen de bevindingen uit ons onderzoek aan dat scholingsdeelname de negatieve gevolgen van een arbeidsbelemmering voor het loon en het type arbeidscontract teniet kan doen. Dit suggereert dat sommige arbeidsmarktuitkomsten van arbeidsbelemmerden te verbeteren zouden zijn door het stimuleren van scholingsdeelname, bijvoorbeeld door het uitbreiden van de Leven Lang Ontwikkelen-initiatieven voor deze groep.

Getty Images/iStockphoto

Literatuur

Fialho, P., G. Quintini en M. Vandeweyer (2019) Returns to different forms of job related training: factoring in informal learning. OECD Social, Employment and Migration Working Paper, 231.

Hooftman, W.E., G.M.J. Mars, J.C.M. Knops et al. (2019) Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2019: methodologie en globale resultaten, 15e editie. TNO/CBS-rapport. Te vinden op www.monitorarbeid.tno.nl.

Hoon, M. de, A. Künn-Nelen, H.-J. Dirven en H. Lautenbach (2015) Arbeidsgehandicapten in crisistijd. ESB, 100(4704), 106–109.

Kruse, D., L. Schur, S. Rogers en M. Ameri (2018) Why do workers with disabilities earn less? Occupational job requirements and disability discrimination. British Journal of Industrial Relations, 56(4), 798–834.

Montizaan, R., F. Cörvers en A. de Grip (2010) The effects of pension rights and retirement age on training participation: evidence from a natural experiment. Labour Economics, 17(1), 240–247.

OESO (2019) OECD Employment Outlook 2019: the future of work. Parijs: OECD Publishing.

Poulissen, D., L. Fernandez Beiro, A. Künn-Nelen en J. Michiels (2017) Arbeidsgehandicapten zijn relatief vaak onderbenut. ESB, 102(4749), 208–211.

Rijksoverheid (2021) Leven Lang Ontwikkelen. Informatie te vinden op www.rijksoverheid.nl.

Schuring, M., L. Burdorf, A. Kunst en J. Mackenbach (2007) The effects of ill health on entering and maintaining paid employment: evidence in European countries. Journal of Epidemiology and Community Health, 61(7), 597–604.

UWV (2020) Scholing van UWV-klanten met een arbeidsbeperking: welke scholing krijgen klanten en hoe doen ze het daarna op de arbeidsmarkt? UWV Rapport.

Auteurs

Categorieën