Ga direct naar de content

Levensloop in drievoud

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 26 2001

Levensloop in drievoud
Aute ur(s ):
Lecq, S.G., van der (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4336, pagina D36, 26 november 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Generatiebew ust vooruitzien
Tre fw oord(e n):
epiloog

De beleidsterreinen werk, zorg en inkomen zijn in dit ESB-Dossier besproken in de context van de ouder wordende samenleving. Niet
alleen de interactie tussen de drie terreinen, maar ook die tussen de overheid en de burger kwam aan bod. Hun impliciete contract
wordt steeds meer expliciet. Agenten zijn calculerend geworden en geven aan wat zij van de overheid verwachten. De regering heeft
zich bereid verklaard rekenschap af te leggen. Aldus onstaat een duidelijker verband tussen de individuele levensloop en het
overheidsbeleid met betrekking tot de drie terreinen.
Het door Schnabel geschetste model van de overheid die opereert conform de vier R’en van richting, ruimte, resultaat en rekenschap,
gaat uit van een interactie waarbij “de overheid de eigen positie bepaalt in relatie tot de andere partijen” 1. Hiermee wordt impliciet
afscheid genomen van het concept van de maakbare samenleving, al stelt Schnabel terecht dat het ook al “een cliché geworden is te
zeggen dat de samenleving niet maakbaar is”. Inderdaad, zo blijkt ook uit de bijdragen in dit Dossier, is de samenleving tot op zekere
hoogte wel degelijk maakbaar. Als geen andere beroepsgroep onderkennen economen het belang van prikkels, al dan niet financieel, als
mechanisme waarmee het gedrag van mensen kan worden gestuurd. Vormen van toezicht bieden een in toenemende mate benut
aanvullend instrumentarium. Aldus kan de overheid ingrijpen op het economisch handelen om daarmee een uitkomst te genereren die de
kiezers als maatschappelijk wenselijk hebben aangegeven.
Een cruciale veronderstelling is die van de calculerende burger, die zich laat sturen door financieel gewin en andere bronnen van nut. In
tegenstelling tot het economische standaardmodel van intertemporele nutsmaximalisatie over de gehele levensloop, hanteert die burger
vaak een korte tijdshorizon. Als de overheid tijdinconsistent is, kan dat verstandig zijn, maar dat is zelden de reden voor economische
‘bijziendheid’. Onwetendheid en onnozelheid dragen er ook aan bij, dat feitelijk gedrag afwijkt van economisch optimaal gedrag. Mensen
beschikken niet over alle relevante informatie, of kiezen er bewust of onbewust voor om er niet naar te handelen. Een voorbeeld vormen
de gedupeerde bezitters van huizen die met beleggingshypotheken zijn gefinancierd. Waren ze gewaarschuwd?
Naast de interne factoren die het keuzegedrag van individuen bepalen, zijn er externe factoren die de drievoudige levensloop van werk,
zorg en inkomen beïnvloeden. Het leven brengt schokken met zich mee rond ziekte, ontslag, relaties en het onverwachte einde. Eén op de
vier huwelijken strandt. De derde zwangerschap blijkt een tweeling op te leveren. Grote bedrijven ontslaan duizenden mensen. Men treft
de ware liefde of de unieke marktkans in het buitenland en emigreert. Ineens openbaart zich een ziekte: tijdelijk, chronisch of
levensbedreigend. Dergelijke grote schokken laten zich niet plannen, laat staan calculeren. Het idee van een economische agent, die
zorgvuldig keuzes maakt om in een opleiding te investeren, de juiste loopbaanstappen te zetten, tijdig een gezin te stichten en trouw een
pensioen op te bouwen, wordt ondergraven door de werkelijkheid. Juist de onverwachte schokken hebben de sterkste invloed op de
situatie waarin men zich in de oude dag bevindt. Wie met ouderen praat, hoort dat ‘het leven zo is gelopen’.
Tegen sommige negatieve schokken kan men zich verzekeren. Inkomensschokken worden gedeeltelijk opgevangen door
werknemersverzekeringen en de bijstand. Gezondheid laat zich moeilijker verzekeren dan inkomen, maar aanvullende medische
behandelingen zijn soms te koop. De verzekering tegen werkloosheid bestaat uit een goede opleiding en een goede gezondheid, maar is
daarmee geenszins dekkend. Er blijft dus veel onzekerheid over omtrent de schokken in het leven. Daar spint de financiële sector garen
bij, want het afkopen van angst ligt goed in de markt. Economen hebben hier slechts in beperkte mate antwoord op.
Emoties zijn lastig te relateren aan hun rationele economische agent. Wel kan de overheid bijdragen aan de hoeveelheid beschikbare
informatie. Het beleid ter bevordering van transparantie op financiële markten, bijvoorbeeld door invoering van de financiële bijsluiter bij
complexe bancaire en verzekeringsproducten, helpt burgers hun weg te vinden temidden van schijnbaar aantrekkelijke aanbiedingen.
Het eigen leven is beperkt maakbaar, net als de samenleving. Voor het individu heeft elke gebeurtenis een één-op-één effect; voor de
samenleving geldt de wet van de grote getallen. Het leven in drievoud brengt keuzes met zich mee. In dit dossier stond de keuze centraal
tussen drie opties: betaalbaar maar karig, genoeg maar duur, of betaalbaar en genoeg, maar niet voor iedereen. Niet kiezen is ook kiezen,
dus wat kiest u?

Dossier Generatiebewust vooruitzien
W.A. Vermeend: Wie regeert

R.M.A. Jansweijer: Paradoxen en keuzes in generatiebewust beleid

K.P. Goudswaard: Keuzevrijheid en werk
L.S.C. van Eekelen en R. Olieman: Grenzen aan de premie
G.H. Touw-van de Giessen: De werkende senior in de praktijk
J.J.M. Theeuwes: Wie dragen het stelsel?
C.A. de Kam: Samen voor ons eigen
D.J. Wolfson: Zorg in perspectief
N.S. Klazinga en D.M.J. Delnoij: Verzekerheden in gezondheidsperspectief
H.P. van Dalen en K. Henkens: Ouderen en de dragelijkheid van ongelijkheid
A.P.W.P. van Montfort: Zorg voor ouderen loopt vast!
E.H.M. Ponds: Oogsten of doorwerken
F.A.G. den Butter: De rechte rug van de regering
R.H.J.M. Gradus: De muziek van de Sirenen
F. Vandenbroucke: Pensioenen: een lege doos?
C.W.A.M. van Paridon: Europese pensioenproblemen
S.G. van der Lecq: Levensloop in drievoud

1 P. Schnabel, Bedreven en gedreven, een heroriëntatie op de rol van de Rijksoverheid in de samenleving, SCP, Den Haag, augustus
2001, blz. 19 en 17. Zie http://www.minaz.nl voor een electronische versie

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur