Ga direct naar de content

Eindhoven gebruikt MKBA als inspiratiebron

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 20 2014

.

Beleidservaringen ESB

beleidservaringen

Eindhoven gebruikt
MKBA als inspiratiebron
Staf depla
Wethouder van
Economie, Werk
en inkomen en
Beroepsonderwijs in
Eindhoven

T

oen ik in 2010 wethouder Financiën in Eindhoven werd, bleken er maatregelen nodig
om inkomsten en uitgaven beter in balans te
brengen. De tering moest naar de nering gezet worden
bij de 450 investeringsprojecten in voorbereiding – variërend van fietspaden, verkeerslichten, basisscholen,
investeringen in de openbare ruimte op Strijp-S en in
achterstandswijken tot een nieuwe cultuurvoorziening
en een nieuwe hockey-accommodatie. Projecten die,
als je het aan de betrokken medewerkers vraagt, allemaal even nuttig zijn. Maar wanneer je als bestuurder
keuzes moet maken omdat je niet het geld hebt om alles uit te voeren, moet je toch differentiëren. En welke
vragen helpen er dan bij het maken van je keuzes?
In deze onoverzichtelijke situatie is – met steun
van de oud-CPB-econoom en huidig Europarlementariër Paul Tang – toen het idee geboren om als inspiratiebron de vragen te gebruiken die voorafgaan aan het
maken van een maatschappelijke kosten-batenanalyse
(MKBA). Met nadruk op ‘inspiratiebron’. Want ‘grote’
MKBA’s uitvoeren voor al onze Eindhovense investeringen, met alle richtlijnen die het CPB daarbij hanteert, zou natuurlijk een project van een veel grotere
omvang zijn – en de kosten dus navenant. Bovendien
ontbrak daartoe ook de tijd. Dus het idee van een mini-MKBA was geboren.

Leidende vragen bij een mini-MKBA

Wat zijn dan de vragen die lokale bestuurders zich
moeten stellen bij de beoordeling van deze investeJaargang 99 (4696S) 23 oktober 2014

ringsvoorstellen? Ze zijn te groeperen rond vier begrippen uit de reguliere MKBA, namelijk de vraag
naar de legitimiteit, effectiviteit, efficiëntie en risico’s
van een project.
Ten eerste: is het project eigenlijk wel een taak
van de gemeente, en komt het echt niet van de grond
zonder gemeentelijke investeringen? Dit zijn bestuurlijke vragen over wat wel en wat niet de rol van de
gemeentelijke overheid is. Kortom, hoe legitiem is de
opname van een project in een gemeentelijk investeringsprogramma?
Ten tweede: brengt het project het doel dichterbij waarvoor het wordt opgezet? Is bijvoorbeeld een
Internationale School een belangrijke vestigingsfactor
voor bedrijven en internationale kenniswerkers ­ en
–
krijgen we zo meer banen in onze regio? En leidt het
opwaarderen van doorgaande fietspaden in de stad tot
meer fietsverkeer? Bevordert het de verbetering van
de luchtkwaliteit en vermindering van opstoppingen?
Dus: is het project wel effectief ?
De derde set vragen gaat over de efficiency van de
investering. Kan het project niet versoberd, gefaseerd
of geoptimaliseerd worden? Een goed schoolgebouw
draagt uiteraard bij aan de kwaliteit van het onderwijs
voor onze kinderen. Maar dat ontslaat ons niet van de
plicht te kijken of we het goedkoper kunnen uitvoeren.
En de laatste vragen in een mini-MKBA gaan
over de risico’s. Wat zijn de risico’s als het project veel
duurder uitvalt dan begroot of als de opbrengsten ervan, bijvoorbeeld huuropbrengsten, tegenvallen?

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

21

ESB Dossier MKBA: maatwerk in gebruik

Vijf ervaringen en voorbereidings­krediet

In Eindhoven hebben we 450 mini-MKBA’s uitgevoerd op alle projecten die in 2012 in voorbereiding
waren. Niet met hele boekwerken, maar we hebben zeker de 450 projecten op hun legitimiteit, effectiviteit,
efficiëntie en risico’s beoordeeld. Zonder allerlei ingewikkelde rekensommen – het gaat hier alleen om een
kwalitatieve toetsing.
Een eerste ervaring met de mini-MKBA’s laat zien
dat men hierdoor in de organisatie bewuster en dus
kritischer naar investeringsvoorstellen is gaan kijken.
Daarom is het ook een standaardonderdeel geworden
van ons Meerjarig Investeringsprogramma (MIP). Op
het moment dat je een project op de lijst zet, moet er
een mini-MKBA bij zitten.
Een tweede ervaring is dat projecten in het fysieke
en in het sociale domein sterk van elkaar verschillen.
We bekijken ze wel vanuit dezelfde filosofie, maar we
gaan een MKBA van een school niet met de MKBA
van een fietspad vergelijken. We bekijken per project
of het een verstandige investering is.
Ten derde blijkt dat de MKBA gauw verwordt tot
een technocratisch instrument, terwijl het een hulpmiddel voor besluitvorming moet zijn. Het is geen
instrument dat de belangenafweging overneemt, maar
dat de belangenafweging ondersteunt door keuzes
door te rekenen en aannames inzichtelijk te maken.
Gebruik je het als een instrument om het publieke
debat over de belangenafweging uit te schakelen of
over te nemen dan haakt het publiek af en verspeel
je uiteindelijk ook je krediet als bestuurder. Want als
de uitkomst niet bevalt, gaat men al gauw zeggen dat
het instrument niet klopt. Een mooi voorbeeld is een
vliegveld. Er wordt een uitgebreide MKBA gemaakt,
en de reacties zijn te voorspellen. De tegenstanders
zullen bij negatieve uitkomst de MKBA omarmen en
bij positieve uitkomst de MKBA ter discussie stellen.
Op de lange termijn blaas je dan het instrument op, en
op de korte termijn doe je geen recht aan de afweging
van politieke belangen. Als je het instrument belangrijk vindt, moet je ervoor zorgen dat de MKBA een

22

hulpmiddel blijft bij het publieke debat en niet tot een
speeltje van deskundigen wordt.
Ten vierde kun je een mini-MKBA vanwege haar
eenvoud in meerdere fasen van een project uitvoeren.
Je moet in Eindhoven bijvoorbeeld een mini-MKBA
doen om aan te tonen dat je een voorbereidingskrediet
hebt verdiend. De nadruk van de mini-MKBA ligt
dan op legitimiteit en effectiviteit. Vlak voordat je gaat
beslissen of het project doorgaat, herhaal je de miniMKBA nog een keer. Het accent ligt dan meer op de
efficiency en risico’s. Dat lijkt heel erg bureaucratisch,
maar dat is het niet.
Als je alleen een mini-MKBA aan het einde van
het voorbereidingstraject doet, moet je wel heel sterk
in je schoenen staan om het project nog te stoppen.
Er zijn dan immers al zo veel voorbereidingskosten
gemaakt en er staat zo veel bestuurlijk prestige op het
spel. Stoppen krijg je dan politiek gezien meestal niet
meer voor elkaar.
Een vijfde ervaring tot besluit: een kwalitatieve
mini-MKBA kun je makkelijk actualiseren. Omstandigheden kunnen altijd veranderen. Stel jezelf dus de
vraag: klopt wat hier nu staat nog steeds?
De vijf ervaringen samen tonen het belang aan
van eenvoud bij de uitvoering van mini-MKBA’s voor
lokale overheden. Als je enorme kosten moet maken
om ‘grote’ MKBA’s uit te voeren, dan laat je ze al gauw
achterwege. En nog een tip: huur een adviesbureau in
dat je kan helpen om de MKBA in de vingers te krijgen
en doe het daarna zelf.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4696S) 23 oktober 2014

Auteur