statistiek
Conjunctuur
Financiële markten
Arbeidsmarkt
Economie & Samenleving
Toenemende onrust
Figuur 1. Kapitaalmarktrente VS
Nu voor het eerst sinds lange tijd het monetaire beleid in alle belangrijke
en Eurozone
economische blokken wordt verkrapt en de inflatieverwachting door de hoge
5,5
grondstoffenprijzen oploopt, zijn de obligatiekoersen flink gedaald, oftewel de
kapitaalmarktrente duidelijk gestegen. De rentecurve vertoont hierdoor veelal een
5
Verenigde Staten
‘normaler’ verloop. Het effect van de hogere
4,5
Kapitaalmarktrente
kapitaalmarktrente op de aandelenkoersen
10-jaars overheid, mutaties schaal rechts
4
is vooralsnog redelijk beperkt gebleven. Het
bp
%
eurozone
bedrijfsleven wordt nog niet hard getroffen
3,5
60
door de rentestijging aangezien het beroep
50
3
mei jul sep nov jan mrt mei
6
op externe financieringsmiddelen vanwege de
40
5
sterk gestegen winstgevendheid beperkt blijft.
30
4
3
20
De recent gepubliceerde kwartaalcijfers onderstrepen dat het klimaat voor het
2
10
internationale bedrijfsleven, dat bij uitstek profiteert van het globaliseringsproces,
1
0
nog altijd gunstig is. De normalisatie van de rentecurve in de grote industrielanNL D VS J
F VK I
B
data van:
den vergroot wel de kwetsbaarheid van de valuta van landen met een omvangrijk
15-5-06
mutatie laatste zes maanden
tekort op de lopende rekening en een relatief hoge rente. Zowel de IJslandse
Wisselkoersen
kroon als de Turkse lira en de Nieuw-Zeelandse dollar zakten fors weg.
versus euro, ontwikkeling
laatste zes maanden
102
yen
100
pond
98
96
94
dollar
92
90
nov dec
jan
feb
mrt
apr mei
obligatiesa
Totale opbrengst
laatste zes maanden
%
-2
-4
-6
-8
-10
-12
NL
D
VS J
lokaal
F VK
in euro
I
B
a. om van koerswinst of -verlies (als gevolg van
S
rentedaling of -stijging) van een obligatie en de
couponopbrengst, eventueel gecorrigeerd voor
valutaschommelingen
Aandelenkoersen
mutatie laatste zes maanden
%
16
14
12
10
8
6
4
2
0
-2
-4
NL
D
VS
J
F VK
lokaal
in euro
Cijfers zijn afgesloten op 15 mei 2006
I
Einde sterke-dollarbeleid
Figuur 2. Dollar ten opzichte van euro,
yen en yuan (index, begin 1999 = 100)
De mondiale lopende-rekeningonevenwichtig150
heden staan weer volop in de belangstelling van
140
financiële markten. Vooral het tekort van de VS,
130
dat inmiddels 6,5 procent van het bbp beslaat en
euro
nog altijd toeneemt, roept vraagtekens op over de
120
yen
houdbaarheid en financierbaarheid ervan. Langzaam 110
maar zeker lijkt te worden onderkend dat deze ont100
yuan
wikkeling niet zonder consequenties kan zijn voor
90
de dollar. De vraag is niet meer òf, maar wanneer
80
en in welk tempo de dollar zal depreciëren. Deze
‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06
onderkenning neemt ook toe onder beleidsmakers,
de Amerikaanse regering incluis. Hoewel de Amerikaanse regering nooit openlijk afstand
zal doen van het ‘sterke-dollarbeleid’, riep het eind april in G7-context wel de Aziatische
landen op om de ‘noodzakelijke appreciatie van hun valuta’ toe te staan, teneinde een
bijdrage te leveren aan het oplossen van de mondiale onevenwichtigheden. De oproep
was met name gericht aan China, dat geen deel uitmaakt van de G7. Sinds de revaluatie
van de yuan in juli vorig jaar hebben de Chinese autoriteiten slechts een zeer beperkte
appreciatie van de yuan toegestaan, ondanks China’s forse handelsoverschot, vooral
met de VS. Toch besloot het Amerikaanse ministerie van financiën in haar valutarapport in mei om China niet als een ‘wisselkoersmanipulator’ aan te merken. China heeft
de afgelopen jaren wel degelijk maatregelen getroffen in het financiële systeem, ter
voorbereiding op een meer flexibele wisselkoers. Het tijdspad richting een flexibeler
systeem laten de autoriteiten echter vooral afhangen van binnenlandse ontwikkelingen,
en buitenlandse druk in de vorm van hard taalgebruik zou eerder averechts werken. Als
blijk van goede wil liet China daags na het Amerikaanse rapport de yuan appreciëren tot
net beneden de symbolisch belangrijke grens van 8 yuan per dollar, voor het eerst sinds
1994. Hoewel enige verdere appreciatie de komende kwartalen waarschijnlijk is, zal de
onvermijdelijke dollardepreciatie desondanks onevenredig sterk plaatsvinden tegenover
de volledig flexibele valuta, waaronder de euro.
B
Hester Veenstra
Deze pagina is samengesteld door FinancÃële Diensten Amsterdam.  www.fda.nl
ESB  2-6-2006
263