Ga direct naar de content

Eenmaal andermaal

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 8 2008

Redactioneel

Frank Lindner
Redacteur ESB
f.lindner@sdu.nl

Eenmaal andermaal
­­

E

indelijk komt uw favoriete artiest voor een
concert naar Nederland. In de agenda
is tijd vrijgemaakt, in het budget is geld
opzijgezet voor de aankoop van de entreekaartjes. Maar wat blijkt als u tijdens de lunchpauze
de kaartjes in de voorverkoop even denkt aan te
schaffen? Alle entreebewijzen zijn al weg. Binnen
een paar tellen uitverkocht. U heeft eigenlijk geen
kans gehad. Er zit nu niets anders op dan te overwegen om via derden op het internet de tickets over te
kopen tegen een veelvoud van de kassaprijs.
Het is artiesten en concertorganisaties ­ pgevallen
o
dat de entreebewijzen in parallelle circuits vele
malen meer geld opbrengen dan aan de kassa.
Meeropbrengsten waarvan de organiserende partijen
niets terugzien, maar waarvan ze weten dat mensen
bereid zijn dit op te brengen. Om de doorverkoop
van de concertkaartjes in Nederland aan te pakken,
of liever om het opbieden te internaliseren, denken
sommige organisatoren aan het zelf veilen van de
kaartjes in plaats van ze voor standaard-kassaprijzen
te verkopen. De Australische band INXS veilde
o
­ nlangs alle beschikbare kaarten van hun wereldwijde tour.
Als er straks ook in Nederland een situatie is ontstaan waarin alle kaartjes bij opbod worden geveild
dan kunnen de potentiële concertbezoekers daar de
dupe van worden. Niet iedereen zal zich per opbod
bij een openbare veiling de kaartjes kunnen veroorloven. De kaartjes zullen in de nieuwe situatie, net
als in de huidige parallelle circuits, naar verwachting veel duurder uitvallen. “De muziekwereld en
fans houden rekening met een verdubbeling van de
p
­ rijzen†(AD, 26 januari).
Als de artiesten en organisatoren kiezen voor de
veiling bij opbod, dan heeft dit een grote verschuiving in het consumenten- en producentensurplus tot
gevolg. Bij de openbare veiling zou iedere concertconsument namelijk zijn reserveringsprijs uitgeven
om maar kans te maken op een kaartje. Zo wordt

het volledige consumentensurplus dat bestond in de
situatie van verkoop via de kassa afgeroomd en valt
het volledig toe aan de organisatoren en artiesten.
Als er al geveild moet worden dan zouden andere
vormen dan de openbare veiling wellicht beter van
toepassing kunnen zijn. Veilingvormen waarbij de
consumenten niet direct hun reserveringsprijs hoeven te betalen en zo nog een deel van hun surplus
overhouden.
Zo zou men een veiling per afslag kunnen overwegen. Daarbij geldt dan de kassaprijs als minimumprijs van de veiling, zodat de verkopende partij minimaal zijn surplus uit de situatie van kassaverkoop
overhoudt. De aanbieder van kaartjes zet de kaarten
tegen een zeer hoge prijs in de veiling waarna men
de prijs laat dalen. In deze vorm komen de kansen
van het winnen van de veiling tussen mensen die
weinig geld voor een kaartje te besteden hebben
en de personen die veel geld achter de hand hebben dichter bij elkaar te liggen. Laatstgenoemden
ontvangen namelijk een stimulans om het kaartje
goedkoper te kunnen bemachtigen dan het volledig
moeten inzetten van hun budget om maar zeker te
zijn van de kaartjes. Hoe lager de prijs wordt, des te
hoger het consumentensurplus en voor des te meer
mensen de reserveringsprijs in zicht komt.
Ook zou men een omgekeerde veiling kunnen organiseren. Hierbij is de winnaar de persoon die het
laagste unieke bod op een kaartje doet. Alle soorten
bieders maken kans om een veilingronde te winnen,
omdat niemand van elkaar weet hoeveel er geboden is en welke biedingen uniek zijn. Om zelf geen
verlies te hoeven nemen, stellen artiesten en organisatoren ook hier een minimumprijs in ter waarde van
een gewoon entreebewijs. Waarschijnlijk haalt de organisatie extra opbrengst op, omdat de kaartjes niet
gelijk aan de kassaprijs worden geveild. Niemand zal
de kassaprijs bieden, omdat men ervan uitgaat dat
iemand anders deze prijs vast wel biedt, waardoor
het bij een tweede bieder geen uniek bod meer is.
Consumenten houden hun reserveringsprijs in het
achterhoofd en zullen beredeneren wat een geschikt
laag bod zal zijn. Bij deze variant blijft het grootste
gedeelte van het consumentensurplus in stand.
Dat concertorganisatoren balen van de hoge doorverkoopprijzen van hun kaartjes in de parallelle
circuits is te begrijpen, maar veilingen organiseren
per opbod resulteert dat concertbezoek alleen nog is
weggelegd voor een zeer kleine elite. Daarbij vervalt
het volledige consumentensurplus aan de organisatoren en artiesten, en mag men zich afvragen of dat
de bedoeling is. In de kaartjes uit de huidige reguliere verkoop zit namelijk al een flink surplus voor
de producenten verwerkt, maar schijnbaar is dit nog
niet genoeg. Voorlopig blijft het klinken: eenmaal,
andermaal, opgekocht.

ESB

8 februari 2008

67

Auteur