Ga direct naar de content

Deregulering in Engeland

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 2 1985

Internationaal

O .O ;O

O ‘O

Deregulering in Engeland
DRS. A.H. VAN DER MEER*

Inleiding
In Engeland wordt momenteel op diverse manieren geprobeerd de marktsector te
stimuleren. Markten zijn vrijgemaakt
waardoor mogelijkheden tot meer concurrentie zijn toegenomen. Prijzen zijn losgelaten en het toezicht op de deviezen en leningen is beeindigd. Een aantal genationaliseerde bedrijven, waaronder British Telecom, is met succes geprivatiseerd. Een einde is gemaakt aan een aantal monopolieposities. Daarnaast wordt het functioneren
van de overheid aan een kritische beschouwing onderworpen. Sedert het aantreden
van de regering-Thatcher worden zogenaamde ,,scrutinies”, d.w.z. efficencyonderzoeken verricht 1). Deze hebben onder meer tot doel bedrijfseconomische elementen, zoals een stelsel van ,,merit pay”,
binnen de overheid toe te passen. Ook is
onlangs een onderzoek, inclusief aanbevelingen, inzake een efficienter aan- en inkoopbeleid van goederen afgerond 2).
Tevens is een interdepartementale
..scrutiny” naar belemmeringen voor kleine ondernemingen als gevolg van regulering gereedgekomen. Het rapport daarover geeft aan dat het nakomen van diverse
overheidsvoorschriften wezenlijke additionele kosten veroorzaakt voor bedrijven,
vooral voor kleine firma’s en beginnende
bedrijven 3). Nadere maatregelen tot terugdringing van deze kosten, wat in toeneming van de werkgelegenheid en versterking van de „white economy” zal resulteren, worden in de regeringsnota Lifting the
burden voorgesteld 4). Deze nota is onder
verantwoordelijkheid van de minister zonder portefeuille, Lord Young, opgesteld.
Lord Young is vorig jaar tot het Engelse
kabinet toegetreden ten einde de leiding op
zich te nemen van de ..Enterprise Unit”
binnen het ,,Cabinet Office”, Het bevorderen van de groei van de bedrijvigheid en
het scheppen van werkgelegenheid is de
doelstelling van deze organisatie 5).
Uitgangspunten
In Lifting the burden wordt aangegeven
dat in de jaren tachtig tot nu toe het aantal
zelfstandigen met 600.000 is toegenomen.
Per saldo zijn 140.000 zaken geopend. De
Engelse regering vindt deze resultaten ech1014

ter onvoldoende. Vooral belangrijk is dat
nieuwe bedrijven worden aangemoedigd
zich te vestigen en dat kleine bedrijven
gaan uitbreiden. Uiteindelijk bevordert dit
de werkgelegenheid.
De verwachting is dat door het intrekken
of vereenvoudigen van voorschriften meer
tijd en energie overblijft voor het exploiteren van het bedrijf zelf. Te veel tijd gaat bij
voorbeeld verloren aan het invullen van allerhande formulieren. Nieuw praktijkonderzoek heeft uitgewezen dat het cumulatieve effect van regelgeving tijdrovend en
kostbaar is. De bedrijven hebben hun handen al vol aan het adequaat reageren op
veranderende wensen van consumenten,
financiele en personele zaken e.d. Geconstateerd is dat sommige regels verouderd zijn dan wel te complex en/of te
verwarrend.
Het streven is niet om alle regels af te
schaffen maar om het gewenste evenwicht
tussen ..vrijheid” en ..vergunning” te hervinden. Bij het zoeken naar dit evenwicht
dienen de belangen van werkenden en consumenten goed tegen elkaar te worden afgewogen. Ook moet rekening worden gehouden met het belang van een adequate
bescherming van het (leef)milieu. Voorschriften verband houdende met arbeidsomstandigheden (veiligheid, gezondheid
e.d.) moeten zoveel mogelijk intact blijven. Ten slotte is een algemeen uitgangspunt dat zonder een gezond zakenleven de
regering niet in staat zal zijn aan allerlei
wensen, bij voorbeeld ten aanzien van de
gezondheidszorg en het onderwijs, te
voldoen.

– verbeterde toepassing van het BTWstelsel;
– onderhandelingen in EG-verband voor
meer flexibiliteit in de toepassing van
het BTW-stelsel;
– vereenvoudiging van de uitvoering van
diverse onderdelen van het belasting-,
volksgezondheid- en sociale-zekerheidstelsel m.n. voor kleinere firma’s;
– beeindiging van restricties ten aanzien
van openingstijden van winkels;
– onderzoek naar belemmeringen o.a. in
huur- en koopcontracten om vanuit het
woonhuis commerciele activiteiten te
kunnen ontplooien. Zonodig wordt
wetgeving aangepast;
– meer voorlichting over de mogelijkheden aan huis een bedrijf te beginnen;
– verbetering van de voorlichting en advisering voor beginnende bedrijven;
– voortaan schriftelijke veiligheidsvoorschriften vanaf bedrijven met 20 in
plaats van 5 werknemers;
– vereenvoudiging in het vennootschapsrecht speciaal voor kleine bedrijven;
– meer mogelijkheden voor minibussen,
taxi’s e.d. om bij het openbaar vervoer
te worden ingeschakeld;
– onderhandelingen in EG-verband voor
een vrijer vrachtwagenvervoer (inclusief vermindering in rijtijden).
De voorstellen ter vereenvoudiging van
het systeem van ruimtelijke planning ten
faveure van een grotere bedrijvigheid hebben de meeste aandacht getrokken. De Engelse regering meent dat de vestiging van
bedrijven eenvoudiger en efficienter kan.
Momenteel is sprake van overmatige regulering. Uitgangspunt dient te zijn dat een
bedrijf in principe altijd een vestigingsvergunning krijgt. De bewijslast in geval van
weigering ligt geheel bij de vergunningverlenende instantie.
Mede tegen deze achtergrond wordt
voorgesteld een stelsel van ,,simplified
planning zones” (SPZ)inte voeren. Indergelijke zones dienen de betrokken autoriteiten aan te geven welke categorieen bedrijven zich aldaar kunnen vestigen en aan
welke voorwaarden zij dienen te voldoen.
Deze laatste kunnen bij voorbeeld betrekking hebben op de maximale hoogte van de
gebouwen. Een bedrijf dat binnen een of
meer categorieen past, kan zich vestigen
zonder dat nog een vergunning behoeft te
worden aangevraagd. De voorstellen omvatten tevens de verplichting voor gemeenten om voorstellen voor zones van de zijde

Maatregelen
Er zijn circa tachtig voorstellen gericht
op deregulering gedaan. Ze betreffen uiteenlopende gebieden als de ruimtelijke
planning, de belastingen, de sociale zekerheid, de handel en industrie. De belangrijkste maatregelen zijn:
– invoering van ,,simplified planning zones” in het kader van de ruimtelijke
planning;
– vermindering van restricties voortvloeiende uit ruimtelijke planning voor
bedrijven;
– introductie van vereenvoudigd bouwrecht per november aanstaande;

* De auteur is bestuurskundige.

1) Zie I. Beesley, The Rayner Scrutinies, in: A.
Gray en B. Jenkins, Policy analysis and evaluation in British government, Londen, 1983.

2) Zie A.H. van der Meer, Overheidsaankopen
en efficiency, Tijdschrift
voor Openbaar
Bestuur, 22 augustus 1985.
3) Burdens on business, Londen, 1985.
4) Lifting the burden, Londen, 1985.

5) Inmiddels is Lord Young benoemd tot minister van Werkgelegenheid als gevolg van de herschikking die de Britse premier Thatcher in haar

kabinet heeft aangebracht. De ,,Enterprise
Unit” is eveneens overgeheveld naar het departement van Werkgelegenheid.

van particuJiere projectontwikkelaars in
aanmerking te nemen. Betrokken ministers zuJJen de bevoegdheid krijgen eventueel de instelling van SPZ’s bij gemeenten af

ons land. (Jit gevoerde gesprekken is gebleken dat betrokkenen menen minder last
van regels te ondervinden dan op grond
van discussies over deregulering mocht

van zijn inventiviteit in het zoeken naar het

te dwingen. De bedoeling is in het parle-

worden verwacht. Zij verwachten van het

juiste evenwicht in de betrokken situaties.

mentaire jaar 1985-1986 wetgeving ter za-

afschaffen of vereenvoudigen van regels
onvoldoende bescherming van de marktstructuur en van kleinere bedrijven. Ook
vrezen zij een verlies aan zekerheid ten aan-

Zeker is dat hij bij het doorvoeren van de
plannen op weerstanden zal stuiten bij betrokken ministers die door genoemde belangengroepen onder druk worden gezet.

zien van de kwaliteit van het bedrijfsmilieu
8).
Afgezien van het uiteindelijke antwoord

torische voorzieningen ten behoeve van het

ke tot stand te brengen.
,,Task force”

De voorstellen worden gecompleteerd
door een aantal voorzieningen die ten doel

rechten van werknemers in kleine firma’s.
In hoeverre Lord Young zijn voorstellen
zal kunnen doorvoeren hangt derha/ve af

In dit kader zijn de voorgestelde organisakunnen volbrengen van de deregulerings-

op betrokken vragen is het van belang zich
te realiseren dat het doorvoeren van deregulering een gecompliceerd en politiek gevoelig proces is. Een en ander roept vooral

uit het bedrijfsleven, die rechtstreeks onder de eerste minister ressorteert, biedt een

wordt de verplichting opgelegd de met

weerstanden op bij pressiegroepen, lobbies

goed uitgangspunt om succesvol te kunnen

nieuwe wetgeving gepaard gaande kosten

en kiezers die hun veiliggestelde belangen

opereren. Een dergelijke constructie is

in beeld te brengen. Binnen het bestaande

willen behouden of nog verdergaand door
middel van regelgeving willen beschermen.
Bij de Engelse voorstellen is het bij voorbeeld de vraag welke readies het openen

voor de komende kabinetsperiode zeker de

hebben toekomstige voorgenomen wetgeving structured te toetsen op haar effecten
voor het bedrijfsleven. Aan iedere minister

apparaat dient daar per departement een

ambtenaar voor verantwoordelijk te worden gemaakt. Deze fungeert tevens als contact persoon.
Een kleine ,,task force” binnen de ,,Cabinet Office”, die onafhankelijke deskun-

ken. Zoals is aangegeven gaat het in casu

privatisering blijven tegenvallen.

kostenplaatjes. Regelmatig ontvangt zij

preventie, veiligheidsvoorschriften,

rapporten van departementen over hun

beidsomstandigheden, werkklimaat, milieubescherming e.d. Tegen deze achter-

wetgevende arbeid. In sommige gevallen
zal de ,,task force” zelf een rapport opstellen over de gevolgen van wetsontwerpen
voor ondernemingen. Voorlopig wordt de
groep voor 3 jaar ingesteld. In het najaar

moeite van het overwegen waard voor Ne-

derland als de resultaten in het kader van
de grote operaties zoals deregulering, inkrimping van het aantal ambtenaren en

assisteren bij het maken van genoemde

digen kan inschakelen, zal eind dit jaar

ce”, voorzien van de benodigde expertise

van allerlei zaakjes aan huis zal veroorzavooral om het vinden van het juiste evenwicht tussen het vereenvoudigen en afschaffen van regelgeving en het behoud
van allerlei verworvenheden zoals brand-

worden opgericht. Deze zal departementen

exercitie belangwekkend. De ,,task for-

ar-

grond is verklaarbaar dat tijdens het debat
over genoemde nota is gevraagd geen afbreuk te doen aan dit soort zaken, inclusief
de thans geldende bescherming van de

A.H. van der Meer
6) Zie de diverse regeringsnota’s inzake deregulering, Tweede Kamer, vergaderjaar 1982-1983
e.v., 17932, nr. 1 e.v.
7) The Times, 17ju!i 1985.
8) Geografisch en Planologisch Instituut, Bete-

kenis van ruimtelijke relevante regelgeving voor
ondernemersinitiatieven in het midden- en kleinbedrijf, VU, Amsterdam, 1985.

van 1988 zullen de werkzaamheden en de
geboekte resultaten worden geevalueerd.
Vergelijking

Thatchers aanval op de bureaucratic ten

behoeve van het midden- en kleinbedrijf
bevat overeenkomsten met voorstellen die
in ons land in het kader van de dereguleringsoperatie zijn gedaan. Voorstellen bij
voorbeeld met betrekking tot vereenvoudiging van regelgeving in de bouw en het inventarisereri van de kosten van overheids-

regelingen voor de particuliere sector, zijn
nagenoeg van gelijke strekking. Sommige
maatregelen, bij voorbeeld ten aanzien van

de instelling van ,,simplified planning zones”, gaan verder, hoewel zekere gelijke-

nissen met voorstellen van het kabinetLubbers zijn te ontdekken 6).
Naar aanleiding van Lifting the burden
is center de fundamentele vraag aan de or-

de gesteld in welke mate regelgeving, ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in
hun activiteiten belemmert. De oppositie
in Engeland is in ieder geval van mening

dat dit niet de voornaamste oorzaak is van
de problemen in deze sectoren van bedrijvigheid. Zij wijt een en ander veeleer aan
het gebrek aan risicodragend kapitaal bij

kleinere bedrijven. De oppositie heeft de
regeringsnota dan ook bestempeld respectievelijk als een ..gimmick” en een ,,shabby and irrelevant document” 7).
Interessant zijn in dit kader de uit-

komsten van een verkennend onderzoek
naar belasting of stimulering van ondernemersinitiatieven door regelgeving onder
organisaties van midden- en kleinbedrijf in
ESB 9-10-1985

1015

Auteurs