Ga direct naar de content

‘De Nederlandse context staat centraal in onze economie-opleiding’

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 25 2024

De Universiteit Leiden gaat vanaf september 2025 twee nieuwe economie-opleidingen aanbieden in Den Haag: de bachelor Economie en Samenleving (in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam), en de master Economie van de Publieke Sector. Olaf van Vliet, hoofd van de afdeling Economie, vertelt erover.

Er is een rijk aanbod aan ­economie-opleidingen. Wat voegen deze opleidingen toe?

“Wat onze nieuwe bacheloropleiding onderscheidt, is de sterke focus op maatschappelijke vraagstukken in de echte economie. In de eerste jaren gaan wij met een economische blik kijken naar klimaatverandering, inkomensongelijkheid en migratie. Om aan deze vraagstukken bij te dragen is het ook belangrijk om kennis te hebben van instituties. Studenten volgen daarom ook een aantal vakken over het recht en de politiek. Dat is echt anders dan het bestaande aanbod in Nederland.

Olaf van Vliet is hoogleraar aan de Universiteit Leiden

De master ligt heel erg in het verlengde van de bachelor maar is meer toegespitst op de publieke sector. Studenten worden opgeleid als beleidseconoom met kennis van Nederlandse vraagstukken en instituties. Daar onderscheiden we ons dus van andere masters in economisch beleid.”

De taal van de studies is Nederlands. Is dat om politieke redenen?

“Wij zijn al vier jaar bezig met het ontwikkelen van deze opleidingen. Momenteel is er natuurlijk veel discussie over de voertaal in het hoger onderwijs, maar toen we deze keuze maakten, speelde dat nog niet zo.

De Nederlandse taal is een logische keuze gezien de vraagstukken die we behandelen. We leren specifiek over Nederlandse beleidsvraagstukken en instituties. Daarnaast behandelen wij thema’s als de Miljoenennota. De Nederlandse context staat bij ons veel meer centraal dan in andere economie-opleidingen, wat de taalkeuze ook functioneel maakt. Deze keuze hangt dus veel meer samen met de inhoud van de opleiding, dan met luisteren naar de politiek. Voordeel is bovendien dat wij hierdoor af en toe een ESB-artikel kunnen voorschrijven als lesstof.”

Is er behoefte aan deze studenten op de arbeidsmarkt?

“Het gebeurt niet vaak dat je een opleiding vanuit het nulpunt kan opbouwen. Meestal pas je al decennialang bestaande studies aan. Dat gaf ons de unieke kans om in het curriculum in te spelen op de behoeften bij werkgevers. Dat zijn veelal ministeries, maar ook de planbureaus, UWV en de private sector, zoals de banken. Daar hebben we veel contact mee gehad.

Er bleek bij deze organisaties veel vraag naar economen met kennis van de Nederlandse context. Zij vinden studenten die in hun opleidingen al kennis hebben gemaakt met de Miljoenennota, de begroting en de doorrekeningen van het Centraal Planbureau waardevol. Daarnaast waarderen zij training in het werken aan maatschappelijke vraagstukken. Maar ook studenten met vaardigheden in data-analyse en datavisualisatie zijn bij deze organisaties populair. Bijvoorbeeld, het maken van infographics wordt bij het Centraal Planbureau en de ministeries, maar ook bij consultancybureaus, heel belangrijk gevonden. Dat soort vaardigheden zijn momenteel echt waardevol op de arbeidsmarkt en dat leren studenten dus ook in de nieuwe opleidingen.”

Wanneer zijn de studies voor jullie succesvol?

“Als wij diploma’s uitreiken aan studenten die blij zijn met de opleiding, die deze interessant maar ook uitdagend vonden. Studenten die met de kennis en vaardigheden die ze bij ons hebben opgedaan echt het verschil kunnen maken op de arbeidsmarkt. Ik hoop dat zij dat zelf zo gaan ervaren, en de werkgevers ook. Dan zijn de opleidingen geslaagd.”

Auteur

Categorieën

Plaats een reactie