De knvb, de ballen en het verstand
Aute ur(s ):
Jonkhoff, Wouter (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4410, pagina 361, 8 augustus 2003 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
Volgend weekeinde gaat de nieuwe voetbalcompetitie van start. Nieuwe rondes, nieuwe kansen. Het jaarlijkse licentietoneelstuk was dit
jaar immers spannend: in juni weigerde de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond nog 11 van de 37 aanvragen voor een proflicentie. De
bewuste voetbalverenigingen konden onvoldoende financiële garantie geven dat ze het einde van het seizoen zouden halen. Inmiddels
hebben al deze lijders de knvb ervan kunnen overtuigen dat hun financiële so(a)p de kool waard is.
Zeker is dit: er zijn teveel clubs. Kon het vaderlandse voetbal in de zeventiger jaren tot de wereldtop worden gerekend, nu zitten het
mooiste spel en het grootste geld in Zuid-Europa. De gemiddelde Spanjaard of Italiaan spendeert, tegenovergesteld aan de Nederlander,
zijn of haar geld liever aan voetbal dan aan pensioenpremie. Bovendien, zo redeneren demografen, je kunt van een land met zestien
miljoen zielen niet verwachten dat het evenveel clubs van gelijk allooi op de been houdt als landen met een veelvoud aan inwoners.
Betalingsbereidheid en kracht door aantal, daar ontbreekt het ons aan. Bovendien zorgt het enorme prijzengeld in de Champions League
voor denivellering. Gevolg: psv wordt landskampioen maar heeft een tekort van tien miljoen euro. Veel Nederlandse clubs halen hun
minimum efficiënte schaal niet. De gemeente springt bij, papt en houdt nat.
Daarbij geldt dat wie het hardste schreeuwt de meeste wol krijgt. Een club als Vitesse, die al jaren heroïsche ambities heeft en er maar niet
in slaagt deze in daden om te zetten, kreeg de gemeente Arnhem zover om een plompe betonbak te bouwen, waarvan de exploitatie ook
met de duurst betaalde managers niet uit kon. Veel gemeenschapsgelden stroomden dit Gelredome in, zodat de gemeente nu mee in het
schip zit: dempen die bodemloze put of je krijgt een financiële strop en bakstenen door de ruit van het gemeentehuis. De Graafschap
daarentegen vroeg geen subsidie bij de gemeente en degradeert nu naar de eerste divisie.
In een normale markt, waar het niet om brood en spelen gaat, zouden clubs als Vitesse allang failliet zijn gegaan. Het is niet alleen omdat
supporters en managers als knokploegen hun belangen behartigen dat dit niet gebeurt; ook het licentiebeleid van de knvb loopt op zijn
laatste twee linkerbenen.
De bond heeft inmiddels door dat de publieke opinie haar gangen met argusogen volgt. In het seizoen 2004-2005 komt er nieuw
licentiebeleid. Het steunt op doorlopende controle van de financiële situatie van clubs. Zwakke broeders kunnen zonodig aftrek van
punten krijgen, tot een maximum van negen. Uiteindelijk kan intrekking van de licentie volgen. Alle clubs hebben met het plan ingestemd
1. Geen wonder.
Clubs die zelf mogen bepalen hoe ze zich laten beoordelen, zullen nooit instemmen met een controleregime dat echt pijn doet. Dat er
doorlopend een oogje wordt gehouden op ‘s clubs financiën, wil niet zeggen dat er structureel en met vooruitziende blik wordt gekeken.
Licentieweigering heeft ingrijpende gevolgen op de langere termijn. De knvb beslist hierover met kortetermijnvisie omdat de langetermijnafweging al gemaakt is: zoveel mogelijk bvo’s handhaven. De knvb voldoet daarmee prima aan de eigen doelstelling, die gelijk de reden is
waarom de leden contributie betalen: een maximale hoeveelheid voetbal.
En dat terwijl de noodlijdende sector maar één ding nodig heeft: veel faillissementen, zodat de selectie van managers en spelers
verscherpt. De behoefte aan voetbal wordt niet minder als een Vitesse er niet meer is (gezien het uiterlijk van het Gelredome wordt deze
wellicht zelfs versterkt). De supporters die nu zo hartstochtelijk hun ten dode opgeschreven clubs steunen, zullen ex post heus wel een
ander icoon zoeken. Het resultaat hiervan is dat de overblijvende clubs meer middelen hebben en minder uitgaven omdat
spelerssalarissen kunnen dalen.
Weliswaar kan dit (bij de huidige vormgeving van de competitie) teniet worden gedaan doordat bij minder clubs minder wedstrijden
gespeeld worden. Dit effect wordt echter gecompenseerd door het feit dat de meeste stadions zo royaal bemeten zijn dat ze in de huidige
situatie niet vol zitten. Het teveel aan zitplaatsen kan mooi gebruikt worden om de groeiende aanwas van clubs die de creatieve
destructie overleven, te huisvesten.
Nu is de kans klein dat in het coöptatiemodel van de knvb de clubs akkoord gaan met dit begin van hun eigen einde. Een ‘second best’oplossing is de oprichting van een tweede divisie. Zo kunnen de bestaande 37 bvo’s verdeeld worden over drie in plaats van twee
competities. Het gemiddelde niveau van de eredivisie stijgt daardoor, waardoor deze de meeste inkomsten naar zich toe zal trekken. Voor
clubs tussen wal en schip blijft het dan een bestaan in de goot maar zo kan in ieder geval de top gemakkelijker aansluiting vinden in
Europa – mits de Europese Commissie haar verbod op steun aan voetbalclubs met publieke middelen gestand doet.
Om de knvb te dwingen beter op de centen van voetbalclubs te letten, moeten alle belanghebbenden en liefst ook wat meer deskundigen
aan tafel zitten. De clubs en de bond hebben er zelf voor gezorgd dat de overheid belanghebbende is geworden. Daarmee vervalt hun
recht het toezicht onderling in de Zeister lusthof, ver van Den Haag, te regelen.
1 Strenger licentiebeleid KNVB, Het Parool, 3 juni 2003; zie http://www.parool.nl/artikelen/SPO/1054616533481.html
Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)