Internationaal
Jargensen in Denemarken het verwijt
moest incasseren dat hij er niet in was
geslaagd de EG-ministers tot een hoger
devaluatiepercentage van de Deense
kroon te bewegen, terwijl men in Belgie
juist kritiek leverde op het feit dat er
uberhaupt werd gedevalueerd!
De economische
saneringsmaatregelen in Belgie
DRS. E. A. VAN TRAA
Inleiding
Degene die het twijfelachtige voorrecht heeft gehad de laatste weken naar
de Franstalige uitzendingen van de Belgische televisie te kijken, behoeft geen
profeet te zijn om te voorspellen dat
Belgie moeilijke tijden tegemoet gaat.
De charges in Brussel van de rijkswachters te paard — wanneer laat men nu
eindelijk die arme dieren bij zulke gelegenheden in de stal? — gaven hem
reeds een voorproefje van wat er bij onze
zuiderburen te wachten zou kunnen
staan en dan dient men te bedenken dat
het bij die gelegenheid alleen nog maar
ging om de manifestatie van zo’n 8.000
staalarbeiders tegen de voornemens van
de regering. De beelden die de afgelopen
dagen volgden met geblokkeerde strategische kruispunten van wegen en van
spoorbanen — er rijden geen munitietreinen door Wallonie — en van verlaten
fabrieksterreinen spraken duidelijke taal
en moesten de televisiekijker er aan helpen herinneren dat de Belgische regering
onlangs haar voorstellen voor de economische sanering van het land bij koninklijk besluit heeft afgekondigd. Een begin
februari door het parlement aanvaarde
algemene machtigingswet heeft de trage
procedure via de Belgische volksvertegenwoordiging voor de duur van dit
jaar voor alle saneringsmaatregelen immers overbodig gemaakt.
Devaluatie van de frank
De regeringsmaatregelen zijn zeer
drastisch uitgevallen, te meer waar die
vergezeld gingen van een devaluatie van
liefst 8’/2%, een percentage dat door het
optreden van de EG-ministerraad toch
nog aanzienlijk lager uitkwam dan de
12% die premier Martens aanvankelijk
had geeist. Of dit door door strikt eigenbelang van de overige EG-ministers verordonneerde percentage van 8’/2 een
verstandig besluit is geweest, staat nog
helemaal te bezien, want geheel tegen de
ontwikkeling in die men normalerwijze
in Europa kan waarnemen wanneer een
lidstaat van de EG een aanpassing van
zijn valuta doorzet, is de valutamarkt
264
rondom de Belgische frank nog geenszins tot rust gekomen.
De frank is op de vrije valutamarkt
sinds de devaluatie zonder onderbreking
verder gedaald en staat thans lager genoteerd dan ooit in de dagen voorafgaand aan de devaluatie het geval is geweest. Het behoeft dan ook geen verbazing te wekken dat de speculatie tegen de frank nog niet tot staan is gekomen en dat in bepaalde kringen de
mogelijkheid werd geopperd van een
verdere devaluatie, waaruit opnieuw
moge blijken dat de Europese Monetaire Samenwerking niet altijd heilzaam is voor die lidstaten die hulp en
begrip het hardste nodig hebben. Maar
anderzijds kan men het diegenen die de
speculatie tegen de frank voortzetten
moeilijk verwijten dat zij nog weinig
vertrouwen in de Belgische frank en in de
sanering hebben, wanneer zij de deprimerende readies van een belangrijk deel
van het Belgische volk op de aangekondigde maatregelen die Belgie o zo hard
nodig heeft, hebben gezien.
Uiteraard is de devaluatie van de frank
met een storm van kritiek ontvangen en
over en weer maakt men elkander thans
het verwijt de devaluatie te hebben veroorzaakt. Enige bevreemding wekt het
bij de toeschouwer dat de premier in zijn
regeringsverklaring m.b.t. de devaluatie
heeft menen te moeten opmerken dat
,,indien vorige regeringen tijdig hadden
beslist tot inkomensmatiging en tot het
drukken van de produktiekosten mende
aanpassing van de frank had kunnen
vermijden”. leder kind weet immers dat
velen van de huidige leden van het Belgische kabinet gedurende jaren medeverantwoordelijkheid voor het vroegere
beleid hebben gedragen. Vandaar misschien dan ook dat premier Martens in
het parlement luider dan gewoonlijk
moest spreken om boven het geroezemoes uit te stijgen!
Anderzijds moet men niet uit het oog
verliezen dat men in Belgie altijd wat
baloriger is dan elders wanneer het regeringsbesluiten betreft. De regering hoeft
zich door de kritische opstelling van de
oppositiepartijen in het parlement dan
ook niet te latenafschrikken. En hoe kan
men anders verklaren dat premier Anker
Het indexeringsmechanisme
De regering heeft haar impopulaire
saneringsmaatregelen na ampel beraad
met de sociale partners uiteindelijk opgelegd. Toch heeft zij wel degelijk met
de wensen van over en weer rekening
gehouden en zo heeft zij er bij voorbeeld
welbewust van afgezien een wijziging te
brengen in Belgie’s heilige koe, het indexeringsmechanisme. Wel wordtdie indexering thans tot 31 mei stopgezet.
Daarna wordt het mechanisme, dat
structureel niet wordt aangetast, tijdelijk
tot 31 december van dit jaar berekend
volgens de ook in ons land bekende formule ,,centen in plaats van procenten”.
De laagste inkomens, d.w.z. tot B.fr.
27.500, worden evenwel ontzien, terwijl
de overige inkomens bij een aanpassing
van de index met een forfaitair bedrag
van B.fr. 536 per maand schadeloos worden gesteld. Uit de vele op tafel liggende formules heeft men ten slotte die laatste gekozen, hoewel daartegen in Belgie
soortgelijke bezwaren werden ingebracht
als destijds in ons land. De arbeidsintensieve bedrijven waar lage lonen
worden uitbetaald worden namelijk met
die formule onvoldoende ontzien, zodat
de formule, zoals de werkgevers opmerken, voornamelijk nivellerend werkt en
niet de gewenste hoeveelheid zuurstof
aan het bedrijfsleven verschaft.
Het bewustwordingsproces is in Belgie
evenwel onvoldoende voortgeschreden
om een lineaire aftopping, zoals in
Nederland de gewoonte is geworden,
overwegenswaard te maken. Wanneer
men op de televisie hoort met hoeveel
misbaar de z.g. 3%-inleveringsoperatie
door een groot deel van het volk wordt
ontvangen, kan men zich nauwelijks
voorstellen hoe men in Belgie op de
Nederlandse aftoppingsvoorstellen zou
reageren! De indexoperatiegaatgepaard
met een prijzenstop tot eind mei. Aldus
hoopt men speculaties te voorkomen,
hoewel desondanks de mogelijkheid
wordt opengehouden om reeds in april
bepaalde prijsmaatregelen open te breken wanneer de effecten van de devaluatie zich te zeer zouden doen gevoelen.
Met die prijsstop neemt de regering de
nodige wind uit de zeilen van oppositie
en vakbeweging. Wanneer de prijzen immers niet te sterk stijgen, behoeft de
index ook nauwelijks te worden aangepast en doen de pijnlijke gevolgen van
de indexoperatie zich nauwelijks gevoelen. Alle partijen redden aldus enigszins
hun gezicht en vandaar misschien dat de
geduchte George Debunne, de chef van
de socialistische vakbeweging, voor de
televisie de indruk maakte dat hem een
belangrijk argument tegen de inlevering
1. de BTW in de woningbouw wordt van
17% op 6% gebracht. Dat betekent
arbeiders hebben nu eenmaal reeds een
de facto republiek gesticht binnen het
uit handen was geslagen. Het is dan ook
een inkomstenderving van de schat-
koninkrijk. Veel zal echter afhangen van
enigszins begrijpelijk dat hij en ook zijn
kist van B.fr. 10 mrd., doch men ver-
de leiders in WaHonie hoewel men de
confrater Houthuys van de christelijke
wacht daarvan een stimulerend effect
in de bouwnijverheid, vooral daar
tegelijk de meerwaardebelasting van
34% op bouwgrond wordt afgeschaft.
individuele acties in Belgie niet mag
vakbeweging zozeer aandringen op verlenging van de prijsstop tot het einde van
dit jaar. Een dergelijk lange prijsstop is
onderschatten. Men heeft hier weliswaar
niet de onplezierige gewoonte voetbalstadions, treinen en tra mhuisjes in elkaar
natuurlijk een illusie, maar misschien
Er bestaan trouwens aanwijzingen dat
te rammen, doch overigens verschilt het
kan men in deze wens van de gecombi-
de bouwnijverheid het gunstige effect
gebrek aan individuele discipline in Bel-
neerde vakbeweging toch een open deur
zien naar verdere onderhandelingen.
Wel is het natuurlijk heel belangrijk te
weten hoe zeer aan de prijsstop de hand
zal worden gehouden. Menige huis-
vrouw twijfelt nu reeds daaraan na een
week ervaring met boodschappen doen.
Bijzonder nuttig zou het in elk geval
kunnen zijn wanneer, behalve de inspecteurs van het Ministerie van Econo-
mische Zaken, ook de vakbeweging een
actieve controle op de prijzen zou kun-
nen houden en eventuele misstanden snel
zou kunnen signaleren. Sjef Houthuys
verklaarde zich reeds daartoe bereid.
Met de indexoperatie hoopt men 3%
op het totale bruto-loonvolume te kunnen besparen. Een verdere concessie aan
de vakbeweging is daarbij dat de onder-
nemingsraden of de vertegenwoordigers
van de vakbeweging te zamen met het
Ministerie van Economische Zaken de
controle krijgen op de aanwending van
de bespaarde 3% die in beginsel moet
worden besteed aan investeringen binnen de bedrijven of aan het scheppen
van arbeidsplaatsen. De vrije beroepen
en zelfstandige ondernemers, alles bij elkaar zo’n 700.000 personen, zullen eveneens het 3%-offer moeten brengen. Zij
zullen daartoe een solidariteitsheffing
moeten betalen die pas definitief kan
worden berekend in 1983 wanneer nun
inkomsten over 1982 en 1981 kunnen
worden vergeleken, doch in afwachting
daarvan zullen dit najaar reeds voorheffingen moeten worden afgedragen.
Dat geldt komt terecht in de Nationale
Kas voor Beroepskrediet, terwijl 15% in
het Landbouwfonds wordt gestort.
De arisen en paramedische beroepsbeoefenaren zullen, voor zover aange-
sloten bij een Ziekenfonds, het 3%-offer
via de vastgestelde honoraria moeten
brengen. De niet-aangesloten beroepsbeoefenaars vallen onder de regeling
voor zelfstandigen. Tantiemes worden
geblokkeerd op het niveau van 1981,
terwijl de leden van de Belgische rege-
ring vrijwillig 10% van hun salaris zullen inleveren.
Met dit geheel van maatregelen waar-
mee een globale inkomenspolitiek wordt
nagestreefd, vertrouwt de regering de
indexoperatie meer verteerbaar te maken voor de vakbeweging.
Overige saneringsmaatregelen
De
verdere
saneringsmaatregelen
waartoe de regering heeft besloten, behelzen in grote lijnen het volgende:
ESB 10-3-1982
van die maatregel reeds na enkele
dagen heeft kunnen bespeuren;
2. de vennootschapsbelasting zakt van
48% naar 45%. De aldus verkregen
besparingen moeten binnen de bedrijven worden aangewend voor investeringen, herstructurering of voor het
scheppen van arbeidsplaatsen;
3. gas- en elektriciteitstarieven voor de
industrie worden 9% goedkoper, terwijl met de olie-industrie over prijsverlagingen zal worden onderhandeld;
4. een bedrijf dat jonge werklozen boven
de sterkte aanneemt, zal gedurende
een half jaar geen sociale-zekerheidspremies voor de betrokkenen hoeven
te betalen;
5. afgezien van een reeks andere maatregelen die hier onbesproken moeten
blijven, is er nog de werkgelegenheidsparagraaf. Dat is ongetwijfeld de
minst indrukwekkende in het geheel
van maatregelen en uit alles is duidelijk dat men in Belgie eenvoudig niet
de middelen kan opbrengen die minister Den Uyl tot zijn beschikking heeft
gekregen. De regering moet dit jaar
immers nog f. 10 mrd. aan extra besparingen opbrengen en men behoeft
slechts aan het gescharrel in Nederland te denken waar nog eens f. 4,5
mrd. moet worden bezuinigd om te begrijpen voor welke opgave men in
Belgie staat. Het saneringsplan gaat
derhalve kennelijk uit van degedachte
dat men via het vrije-marktmechanisme de middelen moet vrijmaken om
de werkloosheid langs indirecte weg te
bestrijden. Vandaar dat de indexoperatie, die op zich overigens niet
voldoende werd geacht om het bedrijfsleven soelaas te bieden, vergezeld
gie niet zoveel van dat van hun noorderburen.
De socialistische vakbeweging heeft
geen goed woord voor de besluiten over.
S. G. Debunne nam trouwens niet eens
meer de moeite te komen opdagen tijdens de laatste hearing tussen kabinet en
sociale partners 24 uur voor de besluiten
werden genomen. Hij verklaarde tegenover de pers dat hij reeds drie maal eerder zijn stand punt tegenoverde regering
had uiteengezet. Maar nog teleurstellender voor de regering is dat ook de christelijke vakbeweging de besluiten integraal
afwijst. Voorzitter Houthuys was namelijk van mening dat men de inlevering
via een crisisbelasting moest bewerkstelligen en niet via een indexoperatie. Vandaar dan ook dat hij heeft menen te mogen opmerken dat zijn organisatie niet
zou terugschrikken voor ,,acties”. Later
heeft hij dat woord echter enigszins genuanceerd door toe te lichten dat de controle op de prijsstop een voorbeeld van
zo’n actie zou kunnen zijn. Voorzitter
Houthuys moet zich echter wel wat flink
tonen, want anders riskeert hij het uiteenvallen van zijn Algemeen Christelijk
Vakverbond. De Waalse vleugel van zijn
verbond heeft tijdens de eerste proteststaking op 8 februari jl. — twee weken
voor de regeringsbesluiten bekend werden — al aangetoond dat men dichter bij
het Algemeen Belgisch Vakverbond
stond dan bij de Vlaamse christelijke
collega’s. De Waalse vleugel nam namelijk wel degelijk aan de staking in Wallo-
nie deel, terwijl de staking in Vlaanderen
slechts een incidenteel karakter droeg.
Wat bij commentatoren de opmerking
uitlokte dat de grens voor de staking,
evenals in het verleden, weer eens op de
moest gaan van de hierboven reeds
aangeduide maatregelen in het econo-
taalgrens lag. De Vlamingen zijn nueen- •
mische vlak en van een forse devalua-
tiesdande Walen!
tie die de Belgische ondernemer een
maal altijd wat gematigder in hun reac-
niet onbelangrijk concurrentievoor-
deel op de buitenlandse markt zou
moeten opleveren. Met andere woor-
den, geen banenplan, doch wel voortzetting van het z.g. Derdt Arbeidscircuit of Bijzonder Tijdelijk Kadcr
waarbij langdurig werklozen tijdelijk
Problemen in de staal
Anderzijds is er de laatste weken wel
enige verbittering gerezen in Vlaanderen
over de keiharde wijze waarop minister
van Economische Zaken, Eijskens, is op-
te werk worden gesteld in de nietcommerciele sector, o.a. bij instellin-
getreden
gen van openbaar nut.
nemers aldaar weigerden een door Eijskens verlangd extra loonoffer van 5%
te brengen ten einde de wetf, die B.fr. 7
mrd. schuld had, te redden (de werknemers wilden slechts 4% inleveren), liet
Eijskens van de ene dag op de andere de
werf failliet verklaren, met het gevolg
dat opeens 2.800 werknemers op straat
Het is nog wat vroeg om te voorspellen hoe Belgie op al die voorstellen
zal reageren. De eerste stakingen vonden, zoals gezegd, reeds plaats en vele
andere zijn aangekondigd. Alle in Wallonie en in de staalindustrie. De staal-
tegenover
de scheepswerf
Cockerill in Antwerpen. Toen de werk-
265
kwamen te staan, om nog niet te spreken
van de consequenties daarvan voor de
arbeiders in toeleveringsbedrijven. Die
harde opstelling heeft veel kwaad bloed
gezet, vooral omdat — zo stelt men — de
regering niet dezelfde moed heeft opgebracht ook haar tanden te tonen tegen-
over de staalarbeiders in Wallonie, die
immers in hetzelfde schuitje zitten en
bovendien hogere lonen beuren. Men
kreeg de indruk dat de regering met
twee maten meet en een confrontatie met
de Waalse arbeiders uit de weg gaat.
Men zou in Vlaanderen daarin misschien
aanleiding kunnen zien om zijn kalmte
te verliezen. Nu mag het misschien juist
zijn dat de regering niet optreedt in
Wallonie, doch de Vlamingen zien over
duktie van staal zou moeten worden afgebouwd van ruim 8 mln. ton naar nog
in de sociale zekerheid.
geen 6 mln. ton. Van de 6 mln. ton zou
het iets minder inefficiente bedrijf in
Charleroi en omgeving 60% mogen ver-
acquis” tot een soort obsessie is uitge-
vaardigen, terwijl voor Luik, waar
bovendien meer mensen te werk zijn gesteld, een kleine 40% zou overblijven.
En in dat geval is McKinsey nog royaal
want iedereen weet dat in Engeland en
Frankrijk veel meer arbeiders werden
ontslagen en dat de werkgelegenheid in
de Belgische staalnijverheid de laatste
vier jaar met slechts 9% is teruggelopen
tegenover een Europees gemiddelde van
17%. Met die sombere cijfers voor ogen
begrijpt men bovendien waarom de
neer men in Belgie het mes moet zetten
In een land waar het begrip ,,droits
groeid en waar vele burgers nog niet tot
het besef schijnen te kunnen komen dat
het — om met de bijkans profetische
woorden van ex-premier Den Uylte spreken — nooit meer zal worden wat hetgeweest is (heeft ex-premier Zijlstra niet
eens gezegd dat een goed politicus het
woord nooit niet in mond mag nemen?)
zou een verdere pijnlijke operatic het
risico kunnen meebrengen dat Belgie
opnieuw de taferelen van 1950 en 1960
beleeft toen Wallonie in een soort slagveld was veranderd en het hele zuiden
overheid er nog steeds niet in is geslaagd
was lamgelegd. En in die dagen was de
een nieuwe beheerder voor het bedrijf
te vinden, in weerwil van het geboden
niet-onaantrekkelijke salaris van ruim
f. 1 mln.!
Hoe triest de situatie in Wallonie ook
moge zijn, dat alles mag natuurlijk geen
economische situatie bepaald gunstiger
dan in maart 1982.
Wat doet de huidige Belgische regering in dat geval? Vooral wanneer zij
het hoofd dat het in de staalindustrie van
Cockerill-Sambre in Luik en Charleroi
en omgeving om een kleine 30.000
arbeiders gaat, voor wie in Wallonie
bovendien geen schaduw van een vervangende werkgelegenheid is. De regering kart moeilijk ook nog eens die
30.000 man naar de stempellokalen verwijzen wanneer ze niet bereid zijn boven
op de 3%-inlevering ook nog eens een
aanvullend loonoffer van 5% te brengen.
Hierboven was al eens gesteld dat het
staaldossier nu eenmaal een totaal apart
aanleiding zijn voor een soort anarchic
dossier is. Een dossier dat financieel-
dit artikel werd vastgesteld, behoeft men
Belgie nog dit decennium zal terugglij-
slechts een paar avonden naar de televisie te kijken en te luisteren om tot het
besef te komen dat geen van die 30.000
arbeiders ook maar enige neiging schijnt
te vertonen om een frank in te leveren.
De Belgische werkgevers die zich
den tot het niveau van een Middellandse-
technisch met al zijn staats- en bankgaranties en EG-quotaregelingenen sub-
sidiebepalingen zo gecompliceerd is dat
men bijkans een Stavisky of Ivar Kriiger
moet zijn om alle manipulaties te doorgronden! Doch wanneer men bedenkt
dat de staalarbeiders in een streek wonen
die, economisch gezien, nauwelijks nog
toekomst heeft, krijgt men meer begrip
voor het soms onverantwoordelijke optreden van Wallonie en zijn leiders.
Geen enkele Belgische regering is er ooit
in geslaagd een ontwikkelingspolitiek
voor Wallonie te bedenken en wanneer
men slechts de helft voor Wallonie had
gedaan van wat destijds in onze provincie Zuid-Limburg aan ontwikkelingsstrategie werd bedreven, zou de toestand
in Belgie reeds minder kritiek zijn geweest. Men mag daarbij dan eventueel
.nog over het hoofd zien dat de leiders,
zoals Wallonie al eerder heeft gekend.
Zeker niet wanneer het gaat om een
loonoffer om het bedrjf in stand te houden en vooral niet wanneer de Belgische
staalarbeider de hoogstbetaalde in Europa is. Doch zoals reeds in het begin van
overigens met veel begrip hebben opgesteld t.a.v. de devaluatie zijn evenmin
ingenomen met de inleveringsoperatie.
De 3% besparing op de lonen betekent
— aldus heeft men becijferd — dat de
inkomensquota van de bedrijven, die
thans 3,6% bedraagt, zal oplopen tot
4,6%, terwijl op zijn minst een percentage van 7 nodig is om de bedrijvigheid
en de rentabiliteit te stimuleren. Zij
vinden derhalve dat de ingreep in de
index niet ver genoeg gaat en dat men
domweg een of twee indexeringen helemaal zou moeten overslaan.
de ondernemers van Cockerill-Sambre,
in het verleden getuigd hebben minder
van bedrijfsvoering af te weten dan een
stel padvinderswelpen.
Een dezer dagen wordt bovendien het
rapport gepubliceerd van het organisatie-
Tot zover de stand van zaken een
week na de afkondiging van de eerste
adviesbureau McKinsey. Hoewel dat
saneringsmaatregelen die t.z.t. nog zul-
bureau stellig niet zal durven schrijvendat
men er nog beter aan zou doen de hele
handel bij Cockerill-Sambre te sluiten,
mag men men er — naar verluidt — toch
len worden gevolgd door sanering in de
sociale-zekerheidssector. Saneringen die
door velen met grote vrees worden tegemoet gezien en nog wel eens de druppel
op zijn minst op rekenen dat men zal aan-
zouden kunnen vormen diedeemmerzou
bevelen bepaalde onderdelen van dit concern te sluiten dat vorig jaar nog kans zag
B.fr. 17 mrd. verlies te lijden en dat volgens recente berekeningen nog geduren-
kunnen doen overlopen bij de van nature
de vier jaar verliesgevend zal blijven.
lijk als in Nederland en degene die de
McKinsey zou 8.500 man op straat willen zetten in plaats van de 5.500 die
de regering in het hoofd heeft. De pro-
deining rondom het Nederlandse ziekte-
266
Hoe verder?
reeds enigszins recalcitrante Belg. Bezuinigingen in de sfeer van sociale zekerheid
zijn in Belgie echter net zo onvermijde-
geld heeft gadegeslagen, kan zich reeds
voorbereiden op veel meer tumult wan-
niet kan wijzen op een soort banenplan
of op het begin van een industrialisatiebeleid in het zuiden. Een industrialisatiebeleid dat er niet louter in bestaat oude,
weinig hoop op herstel biedende structuren in stand te houden.
De Belgische regering staat aan het
begin van een lange krachtmeting die
beslissend zal zijn over de vraag of
Zeestaat!
E. A. van Traa