Conjunctuurbericht
centraal bureau voor de statistiek*
oktober 1985
Het volume van de industriele produktie steeg in augustus ten
opzichte van juli licht. Het indexcijfer van de orderpositie bleef
evenals de orderontvangsten in augustus ten opzichte van juli
constant.
In vergelijking met dezelfde maand van het voorgaande jaar
nam in juli zowel het volume van de invoer als dat van de uitvoerfors toe. Voor augustus is volgens voorlopige cijfers de stijging
aanmerkelijk geringer.
De consumptive bestedingen van de Nederlandse bevolking, gecorrigeerd voorprijsveranderingen, lagen in augustus op een hoger
niveau dan in dezelfde maand in 1984. Met name de aankopen
van duurzame consumptiegoederen stegen sterk.
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie steeg in September
ten opzichte van augustus.
De ruilvoet verbeterde in juli licht. In de eerste he/ft van dit
jaar was er sprake van een verslechtering. Voorlopige cijfes voor
de maand augustus wijzen op een verdere verbetering van de ruilvoet. De gemiddelde invoerprijs lag in augustus op hetzelfde
niveau als in de overeenkomstige maand van 1984.
Het voorseizoeninvloedengecorrigeerdeaantalwerklozendaalde in September fors ten opzichte van augustus en bevindt zich tot
dusver op het laagste niveau van dit jaar.
de delfstoffenwinning en in de openbare nutsbedrijven vrij
sterk afnam (voor beide -5%).
Het produktieverloop van de verschillende bedrijfsklassen
binnen de industrie gaf uiteenlopende ontwikkelingen te zien.
Een meer dan gemiddelde groei deed zich voor in de textiel- en
kledingindustrie, in de chemische industrie en in de metaalindustrie. Een groei kleiner dan het gemiddelde deed zich voor
in de voedings- en genotmiddelenindustrie. Een daling ten opzichte van augustus 1984 werd geregistreerd in de rubber- en
kunststofverwerkende industrie en in de aardolie-industrie.
Van de belangrijkste buitenlandse handelspartners zijn nu de
produktiecijfers van de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) over het eerste halfjaar van 1985 bekend. Van de in label 3
genoemde landen nam het produktievolume in de nijverheid in
Nederland in het eerste kwartaal het sterkst toe (7% vergeleken
met dezelfde periode in het jaar daarvoor). Dit vooral als gevolg
van de sterk gestegen produktie van delfstoffen. In het tweede
kwartaal kende Nederland een relatief laag groeipercentage
(2%). Het groeicijfer over het tweede kwartaal in 1985 van de
Bondsrepubliek Duitsland wordt sterk positief bei’nvloed door
het, als gevolg van de stakingen in de metaalnijverheid, lage
produktiecijfer in het tweede kwartaal van 1984. De produktiecijfers van de Verenigde Staten worden de laatste maanden gekenmerkt door afnemende groeipercentages.
Dit blijkt uit gegevens die media oktober 1985 beschikbaar waren.
Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de
industriele produktie nam in augustus ten opzichte van juli met
ruim 0,5% toe. Gemiddeld over de eerste acht maanden van dit
jaar was de toename in vergelijking met het gemiddelde van de
overeenkomstige periode in 1984 3%. Ten opzichte van het
gemiddelde over het gehele jaar 1984 was de stijging van de
industriele produktie 2%.
Produktie nijverheid buitenlandse handelspartners (volume)
no
•76
Produktie industrie (volume)
no
Indexcijfers 1980 – 100
“
(A) = voorlschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maandcijfers
(A)
Indexcijfers 1980 – 100
(A) = voorlschrijdend ]2-maandsgemiddelde
(Bl = seizoengecorrigeerde maandcijfers
(A)
’85
no
(B)
100
90
90
’76
•80
’85
O N D J F M A M J J A S | O N D J F M A M J J A S
1984
1985
1983
De gemiddelde dagproduktie in de nijverheid (exclusief de
bouwnijverheid) lag in augustus op een niveau dat 1% hoger
was dan in de overeenkomstige maand in 1984. Van de daartoe
behorende bedrijfstakken was alleen de ontwikkeling in de
industrie positief (3%), terwijl de gemiddelde dagproduktie in
1068
1 1 1
1
1
1
0 N D J F M A M J JA
1983
1984
S O N D J
F M A M J
1
J A S
1985
Het indexcijfer van de orderpositie van de industrie bleef in
augustus gelijk aan dat van juli. Vergeleken met augustus 1984
lag het indexcijfer 6 punten hoger. De ondernemers gaven aan
dat in augustus de orderontvangsten ten opzichte van juli nagenoeg gelijk zijn gebleven.
Het volume van de invoer van goederen lag in juli op een
niveau dat 11% hoger was dan in de overeenkomstige maand
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
* Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
van het CBS.
van 1984. Bij de interpretatie van dit cijfer moet bedacht worden
dat zich bij de gegevens van in- en uitvoer over de afzonderlijke
maanden aanzienlijke fluctuates kunnen voordoen. Het meest
recente cijfer van de invoer, dat over de maand augustus, toont
slechts een toename van 2%. Van de totale invoer maken de
grondstoffen en halffabrikaten bijna tweederde deel uit. De
invoer van deze goederen steeg in juli met 9%, terwijl in juni nog
een lichte daling werd geregistreerd. Vooral de invoer van
chemische grondstoffen nam in juli sterk toe.
De invoer van consumptiegoederen steeg in juli met 4% ten
opzichte van dezelfde periode in 1984; in juni werd nog een
teruggang van 3% gemeten. De import van investeringsgoederen, die ruim 10% van de totale invoer uitmaakt, nam in juli fors
toe (13%). Deze stiging was echter geringer dan die welke ge-
Voor de duurzame consumptiegoederen is het verschil met het
hoogst waargenomen niveau veel groter. Dit hoogste peil werd
geregistreerd in de eerste acht maanden van 1978. In die periode
lag het volume van deze bestedingscategorie 19% hoger dan in
dezelfde periode van dit jaar.
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie van September is
ten opzichte van dat van augustus met 0,5% gestegen. Tussen
September 1984 en September 1985 was er sprake van een
stijging van 2,3%. Zowel in juli als in augustus was de prijsstijging ten opzichte van de overeenkomstige maand van 1984
eveneens 2,3%. Uit een vergelijking met de belangrijkste handelspartners blijkt dat in Nederland de stijging van het prijsindexcijfer relatief gering is (zie label 4).
middeld in het voorgaande kwartaal werd geregistreerd (21%).
De in- en uitvoerprijzen stegen in juli ten opzichte van juli 1984
Het volume van de uitvoer van goederen nam in juli met 12%
toe ten opzichte van dezelfde maand in 1984. Voor augstus, het
meest recente gegeven, bedraagt de stijging van de uitvoer
slechts 2%. De uitvoerontwikkeling wordt voor een belangrijk
deel bepaald door de fabrikaten. Zij maken meer dan viervijfde
deel van de totale export uit. De uitvoer van deze categorie
goederen steeg in de maand juli met 13% ten opzichte van het
niveau een jaar daarvoor. Bij alle onderscheiden produktgroepen deed zich een stijging voor; de kleinste toename werd
geconstateerd voor de uitvoer van chemische produkten (8%),
de grootste voor de export van metaalprodukten (19%).
De uitvoer van delfstoffen (voornamelijk aardgas) nam,
nadat de eerste twee kwartalen nog een stijging te zien hadden
gegeven, in juli af. In juni lag het uitvoervolume ook al onder
het niveau van het jaar daarvoor. De uitvoer van onbewerkte
agrarische produkten bleef onverminderd stijgen. Voor de
maand juli bedroeg de toename 23% (t.o.v. dezelfde maand het
jaar daarvoor).
met respectievelijk 2 en 3%. Het stijgingspercentage van de
invoerprijzen gaf vanaf maart een afnemende tendens te zien.
In alle maanden van het eerste halfjaar van 1985 was de ruilvoetmutatie ten opzichte van de overeenkomstige maanden in
1984 negatief. In juli was er van een ruilvoetverbetering sprake.
De meest recente gegevens over augustus geven een prijsstijging voor de uitvoer van 3% te zien. De invoerprijzen liggen
op hetzelfde niveau als in augustus 1984. Bijgevolg verbeterde
de ruilvoet in augustus opnieuw. Het verloop van de koers van
de dollar is aan deze ontwikkeling niet vreemd geweest.
Ruilvoet
‘”‘ “6”*4
Indexdjfers 1980 – 100
(A) voorlschrijdend 12-maandsgemiddelde
IB) procenluele mulalies l.o.v. voorgaand jaar
I I
I I
•76
’85
De consumptie doorgezinnen, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, lag in augustus op een niveau dat 2% hoger was dan in
dezelfde maand van 1984. De stijging werd, evenals in de vorige
maand, in belangrijke mate veroorzaakt door een forse toename
van de verkopen van duurzame consumptiegoederen (8% ten
opzichte van augustus 1984). Voor deze categorie werd in
januari 1980 voor het laatst een toename van deze omvang geregistreerd. Met name de verkopen van personenauto’s, kleding
en schoeisel stegen sterk. Bij deze cijfers moet overigens
worden aangetekend dat dit jaar augustus een zaterdag meer
bevatte dan 1984.
In vergelijking met augustus vorig jaar nam ook het volume
van de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen en aan
overige goederen en diensten toe (resp. met 3% en 1%).
In de eerste acht maanden van het lopende jaar lag het niveau
van het totale consumptievolume 1% hoger dan in dezelfde
periode van 1984. Voor de duurzame consumptiegoederen is dit
cijfer 2%. Het hoogst waargenomen niveau van de totale consumptie voor de periode januari-augustus lag in 1980. In de
overeenkomstige periode van 1985 lag dit niveau hier 4% onder.
van eind augustus tot eind September met 9700 personen af en
kwam hiermee op het laagste niveau van de eerste negen maanden van dit jaar. Ten opzichte van eind december 1984 is het
aantal werklozen met ongeveer 25 000 gedaald. In September
daalde de werkloosheid onder mannen met 6400; het aantal
werkloze vrouwen nam met 3300 af.
Consumptie door gezinnen (volume)
Werkloosheid (nieuwe defmitie)
no
Indexcijfers 1980 – 100
(A)
“
“
O N D J F M A M J J A S O N D J
1983
( B ) procenluele mulaljes t o.v. voorgaand jaar
100
– totaal
– duurzame goederen
1
300
JAS
1985
Indexcijfers 1980 – 100
â„¢ “””•’
(A) = voonsehrijdend ]2-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maandtijfers
(A)
200
100
0
’85
•76
F M A M J
De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid nam
( A ) voorlschrijdend 12-maandsgemiddelde
,—-
1984
•76
’80
275
(B)
(B)
i
O N D J F M A M J
1983
ESB 23-10-1985
J A
1984
S O N D J F M A M J J A S
1985
O N D J F M A M J
1983
J A j S O N D J F M A M J J A S
1984
1985
1069
Tabel I. Kerngegevens recente ontwikkelingen
1984
1985
le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw.
1984
le kw. 2e kw. maart
Gemidd.
jaarmutatie
1978/1982
1. Hoeveelheidsgegevens
1983
%
% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
Gemiddelde dagproduktie
in de nijverheid
Nijverheid
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotm. ind.
Textiel-, kledingindustrie
Grafische en papierind.
Aardolie-industrie
Chemische industrie
Rubber- en kunstst. ind.
Hout- en bouwmaterialenind.
Metaalindustrie
-1
-6
1
3
-4
1
-8
2
2
-5
1
2
8
0
1
-4
0
8
9
5
-2
-2
8
Basismetaalindustrie
Overige metaalindustrie
Openbare nutsbedrijven
0
1
1
Bouwnijverheid: aamallen
begonnen woningen
Buitenlandse handel
0
2
Invoer, totaal
Grondst. en halffabrikaten
0
0
2
4
4
1
8
5
6
2
4
7
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrar. prod.
Delfstoffen
Fabrikaten, totaal
voedings- en genotmidd.
textiel en kleding
aardolieprodukten
chemische produkten
metaalprodukten
overige fabrikaten
1985
-2
7
2
6
-7
3
7
0
-2
4
3
3
-3
3
6
0
8
12
3
5
5
7
14
2
6
3
0
5
10
8
5
3
-1
5
4
-5
6
1
7
3
1
7
2
0
6
5
5
10
3
-6
6
2
-2
5
4
7
12
4
3
1
6
-6
2
2
2
2
2
4
-14
0
9
11
4
7
-3
11
21
8
2
16
11
9
9
11
4
20
12
8
2
5
37
2
4
0
4
4
-7
7
4
7
9
-5
9
-1
-17
-12
-28
11
15
3
29
-16
9
-1
15
9
2
7
6
11
3
7
11
-1
6
9
8
8
4
-14
5
0
-11
7
7
15
-10
19
-13
4
7
-7
4
6
6
0
4
-1
1
21
21
8
10
13
7
7
-1
0
-4
-2
-2
2
-1
-5
-2
-5
-2
1
-2
-3
1
0
15
-2
2
4
6
4
12
12
4
9
5
8
15
-6
-2
1
3
1
15
-16
5
-1
11
1
3
23
14
1
-9
15
5
-27
15
3,7
7
3,7
7
2,9
5
10
3
7
2
6
4
3
5
7
0
9
20
8
11
2
14
-15
6
5
-2
7
6
11
1
9
10
8
14
14
7
9
6
1
13
6
7
-1
3
7
-13
7
15
-13
8
10
15
0
6
11
10
6
4
14
18
6
12
9
4
8
10
-5
5
6
8
-11
0
-8
4
4
mei
juni
juli
1
3
0
3
1
1
-14
0
1
2
1
1
-1
3
-8
-1
4
0
5
2
1
-9
4
-5
3
7
7
5
2
5
-17
-10
-4
-5
3
1
-3
3
1
-5
2
6
2
1
24
18
2
13
11
0
0
-4
2
-4
6
-1
5
-1
-3
11
9
2
7
16
2
1
2
5
4
3
1
-2
-6
2
1
5
1
2
3
8
1
2,3
2
3
2,3
0
3
1
3
aug.
sept.
-9
7
6
5
april
3
10
-1
12
3
16
13
8
5
28
29
7
16
2
4
2
5
2
2
5
7
4
13
-10
10
9
4
18
13
21
-3
6
12
16
7
24
2
7
4
16
9
3
10
6
28
31
5
11
-9
6
3
5
-5
9
13
5
4
13
30
12
23
-18
13
11
15
11
8
2
19
Consumptieve bestedingen van
de Nederlandse bevolking
Totale consumptie
Voedings- en genotmidd.
Duurz. Consumptiegoederen
Ov. goederen en diensten
Bruto invest, in vaste activa
Bedrijven
Nijverheid
Andere bedrijven
Woningexploitatie
Totaal bedrijven
Overheid
Totaal bedrijven en overheid
Naar type
Bouwwerken
Vervoermiddelen
Machines e.d.
2. Pnjzen
Prijsindex gezinsconsumptie,
reeks voor werkn. gezinnen
Invoer (unit value)
Uitvoer (unit value)
Ruilvoet
Producentenprijzen, binnenl.
afzet nijverh. (excl. bouw-)
Idem afzet land- en tuinbouw
Indexcijfers regelingslonen
1
1
-3
2
0
0
0
0
-3
-2
-4
-3
-4
-6
-3
0
7
1
1
-2
-3
-3
-1
-3
19
-1
3
-5
5,9
8
8
0
2,8
1
-1
-1
3,3
6
8
2
15
8
1
-1
-3
-1
0
18
4
3
8
1
-1
-1
2
0
0
2
0
-1
-2
2,5
5
4
-1
2,4
2
-1
0
-2
0
14
3
-19
-2
4
7
-16
-4
3
1
-17
16
18
17
3,0
4
6
2
2,3
0
4,6
-6
1
2,32
2
6
4
-2
8
2,5
2,6
4
3
-1
2,5
4
5
-2
6
5
-1
1,92
2,9′
2,52
2,02
1,4
2
2
2
2
2
2
2,3
2
4
0
2
8,0
3
5
04
2
1
5,5
2
0
5,5
9
0
6,4
5
-3
—4
-2
-3
-2
-1
-1
0
0
2
7
-11
7
11
-19
6
-24
8
-19
4
-14
7
-16
2
-9
-13
-1
-12
-14
4
-31
-17
23
0
5,8
2
1 32
3. Sociale indicatoren
Werkz. pers. in de delfst.w.,
industrie en openbaar nut
Produktie per werkende in de
nijverheid (excl. bouw-)
Uitgesproken faillissementen
22
-19
aanta lien (x 1 000)
9
801
822
13
839
14
839
16
821
18
791
21
781
23
768
22
778
22
774
773
24
756
26
763
26
763
28
753
17,1
Openstaande aanvragen ‘
Geregistreerde werklozen ‘
17,2
17,8
17,0
17,3
16,7
16,3
15,2
15,9
15,4
15,1
15,1
15,6
15,9
15,5
9
-1
28
8
5
16
17
29
30
-4
37
28
6
27
6
5
14
43
7
15
34
5
15
Werklozen in % v.d. afhanke-
lijke beroepsbevolking
% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor
4. Geld- en kredietwezen
Consumptief krediet (verstr.)
ANP-CBS beursindex
Geldhoeveelheid
Spaartegoeden
Dollarkoers contante notering
Daggeld rente
Rendement op staatsobligaties
1
2
Seizoengecorrigeerde cijfers.
Betreft alleen industrie.
1070
-3
0
4
12
2
-2
44
|j
2
0
48
4
2
7
0
27
4
3
12
14
0
24
3
3
9
5,3
8,2
5,8
8,0
5,9
8,3
8,3
5,7
-6
16
4
4
11
6
25
-3
5
7
15
21
14
28
17
14
12
2
-4
-6
5,9
5,7
7,4
6,4
6,9
7,4
6,9
6,8
7,6
7,1
7,4
6,8
6,6
7,1
6,0
6,9
6,9
8,3
4
22
5
7,7
32
6
8,0
7
7,2
label 2. Conjunctuurtest bij de Industrie
cbs
1984
1983
3e kw.
1985
4e kw.
le kw.
2e kw.
3e kw.
93
96
101
4e kw.
101
1984
le kw.
2e kw.
juni
1985
juli
aug.
juni
101
106
aug.
juli
1984=100
Nederland
93
Indexcijfer orderpositie
101
101
104
103
101
107
107
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
1
Orderontvangsten binnenland
Orderontvangsten buitenland’
Stemrriingsindicator
-6
1
4
3
1
2
2
5
-4
10
-1
-2
-1
-1
-3
0
-2
12
2
-1
-1
81
Bezettingsgraad
-2
-7
2
–
4
–
80
82
83
84
83
84
–
2
-20
-2
-7
-3
-3
8
2
0
-4
-3
-2
-11
1
-1
84
-4
-12
0
-1
-2
-12
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
Europese Gemeenschap
Stemmingsindicator 2
-9
-4
-4
-5
-2
-3
-4
Bezettingsgraad
77
78
79
80
79
81
81
1
2
De vraagstelling heeft betrekking op de ontwikkeling t.o.v. de voprgaande periode.
Dit is een gemiddelde van de antwoorden op de vragen: beoordeling van de voorraden eindprodukten en de bedrijvigheid in de komende maanden; seizoengecorrigeerde
gegevens (bron: Eurostat).
Tabel 3. Produktie nijverheid buitenland. Volwne-ontwikkelingen
1983
1984
1984
1985
cbs
1984
1985
2e kw. 3e kw. 4e kw. le kw. 2e kw. dec.
Jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
3
1
8
2
4
1
5
4
6
2
5
3
5
1
2
2
14
2
3
4
7
0
5
3
7
6
3
7
5
2
5
aug.
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
1
1
2
2
Frankrijk
Italic
Belgie
Groot-Brittannie
Verenigde Staten
Japan
3
2
3
3.
0
2
4
3
4
3
5
3
4
6
4
Bondsrepubliek Duitsland
1
12
11
2
14
12
0
10
11
4
2
3
1
–
4
0
8
3
3
1
1
4
5
5
–
2
4
2
1
–
1
3
–
3
0
1
7
4
2
7
1
4
0
4
10
6
7
9
8
5
3
3
5
Buitenland (gewogen) 1
1
3
2
4
3
2
5
2
2
3
3
4
3
Nederland
5
4
6
3
7
2
1
9
6
6
1
1
4
5
1
6
1
5
2
1
7
2
1
1
Een gemiddelde van de 9 belanjSrijkste exportlanden, gewogen met hun aandelen in de Nederlandse export in 1980.
Tabel 4. Prijzen consumptie in het buitenland
Gemidd.
1983
1984
jaarmutatie
1978/1982
cbs
1985
febr.
maart
april
mei
juni
2,7
5,3
juli
aug.
sept.
2,3
5,1
6,1
8,7
2,1
4,7
5,6
8,6
2,2
4,6
%
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Italic
4,8
6,4
11,7
16,8
3,0
6,4
9,6
15,0
2,2
6,3
7,3
10,6
2,3
5,3
2,5
5,7
2,5
5,5
6,4
6,4
6,5
6,5
8,6
8,6
8,8
8,8
2,3
5,1
6,4
8,7
Groot-Brittannie
Verenigde Staten
Japan
12,2
4,7
5,3
9,7
4,0
3,4
4,6
1,9
2,3
5,4
3,5
1,4
6,1
3,7
1,6
6,9
3,7
1,9
7,0
3,7
1,6
7,0
3,7
2,2
6,9
3,6
2,4
6,2
3,4
2,3
5,9
2,8
3,3
2,2
2,4
2,5
2,6
2,5
2,3
2,3
Nederland
ESB 23-10-1985
8,3
2,3
1071