Ga direct naar de content

De groei van de Japanse financiele markt en de internationalisering van de yen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 16 1985

Internationaal

Wat is de yen waard?
De groei van de Japanse financiele markt en de
internationalisering van de yen
DRS. P.A. MORSHUIS*

1. Inleiding

of potential borrowers to source funds in
Japan and the inability to lend or invest
abroad”.
Als gevolg van onder meer Amerikaanse
druk zijn onlangs enkele maatregelen afgekondigd die dienen bij te dragen tot deregulering van de Japanse financiele markt
en tot een grotere internationale rol van de
yen. In dit artikel zal in de eerste plaats
aandacht worden besteed aan de vraag of
de yen al dan niet ondergewaardeerd is.
Ook zal worden ingegaan op mogelijke gevolgen van de recente liberaliseringsmaatregelen op het renteniveau in Japan en de
toekomstige koers van de yen.

(NLG) weergegeven. De basisperiode
(maart 1973 = 100) betreft het tijdstip van
de definitieve ineenstorting van het
Bretton-Woodsstelsel van vaste wisselkoersen. In label 2 is het Japanse saldo op
de lopende rekening van de betalingsbalans geplaatst tegen de achtergrond van de
ontwikkeling yen/dollar-koers en de index
van de reele effectieve wisselkoers.
Uit de tabellen blijkt dat in de periode
tot 1981 een verband aanwezig is tussen het
saldo op de lopende rekening en de ontwikkeling van de yen-dollarkoers. Na 1981 is
deze relatie niet langer aanwezig. In 1978
viel het relatief hoge overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans samen met een indexwaarde van de reele effectieve wisselkoers van 107. De enorme
overschotten op de lopende rekening in
met name 1983 en 1984 vielen echter samen
met een reele effectieve wisselkoersindex
van 87,5. Het is vreemd dat in tegenstelling
tot voorgaande jaren, de in de periode na
1981 gegenereerde overschotten geen effect hebben gehad op de reele effectieve
wisselkoers. De yen lijkt in de periode na
1981 dus ,,ondergewaardeerd” te zijn.
De onderwaardering van de yen ten opzichte van de dollar is tevens bevestigd in
een recente studie van de OECD 4). In deze
studie zijn koopkrachtpariteiten berekend
op basis van gedetailleerde vergelijkingen
van bestedingspakketten. De onderwaardering van de yen ten opzichte van de door
de OECD berekende yen/dollar-koopkrachtpariteit bedroeg naar schatting 14%
in 1984.
In de figuur is het verloop van op het saldo van de,,basic balance” afgezet tegen de
yen/dollar-koersontwikkeling.
Hieruit
blijkt onder andere dat de verzwakking
van de yen ten opzichte van de dollar in de
periode na 1981 gepaard ging met een tekort op de basic balance. Met andere woorden, de yen/dollar-koersontwikkeling lijkt
in het bijzonder beinvloed te zijn door kapitaalstromen en niet door goederen- en
dienstenstromen. Deze kapitaalstromen

Japan heeft zich ontwikkeld tot een van
de meest geavanceerde gei’ndustrialiseerde
landen. Het heeft sinds 1981 een aanzienlijk overschot op de lopende rekening van
de betalingsbalans. Dit overschot wordt
gecompenseerd door enorme kapitaalexport. De netto lange-termijnkapitaalexport omvatte in 1984 een recordbedrag
van bijna $ 50 mrd. Als leverancier van kapitaal spelen de Japanners een steeds grotere rol in de wereld.
Opmerkelijk is dat de na 1981 aanwezige
overschotten op de lopende rekening van
de betalingsbalans pas recent hebben geleid tot een versterking van de positie van
de yen ten opzichte van de Amerikaanse
2. Is de yen ondergewaardeerd?
dollar. Ondanks de nieuwste inzichten met
betrekking tot de prijsvorming op wisselIn label 1 is de ontwikkeling van de inmarkten 1) mag van een werkelijk flexibel
dex van de reele effectieve wisselkoers van
aanpassingsmechanisme van wisselkoerachtereenvolgens de dollar (USD), de yen
sen worden verwacht dat het een zeer ster- (JPY), de mark (DEM) en de gulden
ke concurrentiepositie (of een zeer zwakke)
– op lange termijn tot uitdrukking ko- Tabel 1. Index van de reele effectieve wismend in een overschot (of tekort) op de lo- selkoersen (maart 1973 = 100)
pende rekening van de betalingsbalans USD
DEM
NLG
JPY
opnieuw in evenwicht brengt 2). Natuurlijk is het even opmerkelijk dat de dollar
1974
105
100
95
99
sinds 1981, niettegenstaande een voort100
100
1975
98
88
durend toenemend lopende-rekeningte101
102
1976
100
89
kort van de Verenigde Staten, zeer sterk is 1977
104
100
94
103
geweest. De kracht van de dollar ten op107
103
104
1978
96
*) De auteur is medewerker bij de Economic Re104
96
101
96
zichte van de Europese munten is frequent 1979
search Group van de afdeling Corporate Finance
97
98
101
93
verklaard uit het weinig dynamische in- 1980
97
van Philips International BV. Het artikel is ge109
94
93
1981
vesteringsklimaat in Europa. Een on98
1982
119
83
98
schreven op persoonlijke titel.
gunstig oordeel over de economische po97
122
87
99
1983
1) Zieo.a. ESBvan 12juni 1985.
tenties van de Japanse economie valt ech96
1984
128
89
95
2) Zie, Me Cracken e.a., Towards full employ94
1985 a)
134
94
85
ter nergens aan te treffen.
ment and price stability, OECD, juni 1977, biz.
87
95
96
128
1985 b)
284.
In met name Amerikaanse ogen is de
3) Zie, W.G. Ouchi, The M-form Society, Reazwakte van de yen het gevolg van de gesloding (Mass.) 1984, hoofdstuk 4. Ook J.C.
tenheid van de Japanse financiele markt en a) Eerste 3 kwartalen van 1985 (de maand September
Abegglen, The strategy of Japanese business,
geschat).
het geringe internationale gebruik van de b) Maand September (schatting).
Ballinger Publishing Cy. 1984, biz. 67.
yen. Het relatief lage rentepeil in Japan en Bron: Berekend naar gegevens uit Morgan Guarantee
4) Zie OECD Working Paper no. 17, 17decemde hiermee samenhangende yen-zwakte Trust Company, World Financial Markets.
ber 1984, biz. 14.
zou het Japanse bedrijfsleven extra concurrentiekracht verlenen 3). James C.
Tabel 2. Fasen van de externe positie van Japan
Abegglen zegt hierover in zijn boek The
strategy of Japanese business het volgen- Periode
Lopende rekening van Japan
Yen/dollar-koers
Reele effectieve
de: ,,The real issue affecting US-Japan
wisselkoers
payments balance is that of exchange ra1973-1975
depreciatie
grote tekorten
daling
tes, and the undervaluation of the Yen.
snel groeiende overschotten
sterke appreciatie
stijgmg
The problem is the low interest rate level in 1976-1978
1979- 1980
grote tekorten
1979: depreciatie
daling
Japan – a level that in no way reflects
1980: appriciatie
world money prices. Japans’ low interest
1981-1984
groeiende overschotten
depreciatie
daling
rate level, in turn, stems from the inability
1064

Figuur. Soldo a) op de „basic balance” van Japan en de yen/dollarkoers, 1973 – 1985,
zesmaands voortschrijdend gemiddelde

geslotenheid van de Japanse kapitaalmarkt voorkwam dat fondsen wegvloeiden
naar het buitenland en dat niet-Japanse
ondernemingen toegang kregen tot de lokale kapitaalmarkt. In de jaren zeventig
had 80 a 90% van alle bankleningen betrekking op de Industrie 7). Kredietverle-

ning aan particulieren voor consumptieve
doeleinden was gering. Behalve dat de
overheid de renteontwikkeling in de hand
hield, werd ook de koersontwikkeling van

Saldo op
,,basic balance”
in mrd. dollars

de yen nauwgezet gevolgd. Doorwerking
van overschotten op de lopende rekening
van de betalingsbalans in een koersstijging
werd veelal tegengegaan door de hantering
van
kapitaalrestricties
en
valutainterventies 8).
In 1980 introduceerde de Japanse overheid de ,,New foreign exchange law”.
Sindsdien zijn in principe alle transacties in

buitenlandse valuta’s toegestaan tenzij nadrukkelijk verboden. De positievere houding van de Japanse autoriteiten leidde in

1973

1975

1977

1979

a) Zesmaands voortschrijdend gemiddelde.

liggen ten grondslag aan de onderwaarde-

ring van de yen.
De recente bijeenkomst van de ministers
van Financien van de z.g.,.Group of five”
heeft geleid tot een aanzienlijke stijging
van de yen ten opzichte van de dollar. In de
laatste week van September steeg de ree’le
effectieve-wisselkoersindex van de yen bijna 10%. Het is te hopen dat deze tendens
zich voortzet. Een structured onevenwichtige wereldeconomische situatie, waarbij
de Verenigde Staten een netto schuldenland zal zijn met een ca. 30% overgewaardeerde munteenheid en het economisch
sterke Japan een ondergewaardeerde munt
heeft, kan zo worden vermeden.

3. Achtergrond van de Japanse kapitaalexport

De vraag waarop de Japanse kapitaalstroom naar de Verenigde Staten is ge-

baseerd is in dit verband bijzonder interessant. Een belangrijke verklaring is gelegen
in de ree’le renteverschillen tussen de Verenigde Staten en Japan. De volgende vraag
is waar deze ree’le renteverschillen op geba-

seerd zijn. Uitgaande van de wetenschap
dat het renteniveau in principe bepaald
wordt door vraag- en aanbodfactoren is
het volgende overzicht van belang:
Rente op yen
– vraag: beperkt, vanwege:
a. geringe Internationale gebruik van
de Yen;
b. de geslotenheid van het Japanse financie’le systeem, in het bijzonder de
beperkte toegang voor buitenlanders;
– aanbod: ruim, vanwege:
relatief hoge spaaroverschotten (ca.
18% van het beschikbaar inkomen);
Rente op dollar:
– vraag: groot, vanwege:
a. financiering van begrotingtekort;
b. economische ,,boom”;
ESB 23-10-1985

1981

2.5
1985

1983
Jaar

c. vertrouwen in de Amerikaanse economic;

d. omvang en diversiteit van de Amerikaanse kapitaalmarkt (+ afschaffing
..withholding tax”);
e. de sterke rol van de dollar als internationale reserve valuta en betaalmiddel;
– aanbod: beperkt, vanwege:
a. relatief gering spaaroverschot;
b. restrictief monetair beleid.

eerste instantie slechts tot een verruiming
van de mogelijkheden tot kapitaalexport.
Hiermee werd goed ingespeeld op de behoefte aan kapitaalexport die ontstond
doordat, als gevolg van teruglopende economische groei, de binnenlandse besparingen de lokale kredietvraag ruimschoots
overtroffen. Maatregelen ter stimulering

van het internationale gebruik van de yen
(o.a. door het verlenen van toegang aan

niet-Japanners op de Japanse kapitaalmarkt en Euroyenmarkt) alsmede maatregelen gericht op een deregulering van het
renteniveau (met name door de introductie
van marktgerichte spaarvormen) bleven in

eerste instantie achterwege.
Door het uitblijven van vergaande liberalisatiemaatregelen

werden

bestaande

Uit het bovenstaande blijkt dat de ree’le

renteverschillen gehandhaafd en trad geen

renteverschillen tussen Japan en de Verenigde Staten voor een deel gebaseerd zijn
op de uit de geslotenheid van het Japanse

arbitrage op. Hierdoor continueerde de

financiele systeem voortvloeiende geringe
vraag naar de yen. Bovendien wordt de
rente in Japan van overheidswege kunstmatig laag gehouden. Een recente uitspraak van de ,,chief economist” van de
Sumitomo bank is in dit opzicht verhelderend: ,,aggregating City Banks’ balance

gende sterkte van de Japanse economic
niet weerspiegelde.

kapitaaluitstroom en kon de yen zich
handhaven op een niveau dat de onderlig-

4. Gevolgen van de liberalisatiemaatregelen

sheets at March 1984, the banks were pay-

Daar ree’le-renteverschillen van groot

ing free-market interest rates for 21,8% of

belang zijn voor de richting van kapi-

their liabilities” 5).

taalstromen en daarmee voor de koers van

Ten einde meer inzicht te verkrijgen in
de geslotenheid van het Japanse financiele
systeem is een terugblik in de tijd op zijn
plaats. Na de tweede wereldoorlog besliste
de Japanse overheid dat gezien de afwezigheid van een adequate kapitaalmarkt, de
noodzakelijke fondsen voor de industrie’le
opbouw door de banken beschikbaar dienden te worden gesteld. Deze vorm van indirecte financiering van de Industrie werd
gesteund door een beleid, dat zowel het uitzetten van de traditioneel relatief hoge particuliere besparingen tegen bankdepositorente alsmede het aantrekken van financie-

de yen 9) dient te worden stilgestaan bij de

le middelen via bankleningen, fiscaal sti-

muleerde 6).
Het Ministerie van Financien oefende
via de Bank of Japan strikte controle uit op
de banken en kon zodoende het kredietbeleid be’invloeden en richten op z.g. ,,priori-

ty industries” en tevens de rentevergoeding
op particuliere deposito’s laag houden. De

vraag wat het effect van de recente liberali-

seringsmaatregelen zal zijn op het rentepeil
in Japan. Er zal aandacht worden besteed
aan liberaliseringsmaatregelen die betrekking hebben op de Euroyen kapitaalmarkt
en de Japanse geldmarkt.

De Euroyen-markt
Resultaat van het liberaliseringsproces is
5) Zie, Robert Cottrell, Slow road to interest rate deregulation, The Banker, januari 1985, biz.
80.
6) Zie, C.D. Elston, The financing of Japanese
industry, Bank of England Quarterly Bulletin,

biz. 511, dec. 1981.
7) Idem, biz. 512.
8) Zie R.H.M. Ruhl, De Japanse Yen, ESB, 15
december 1982, biz. 1347.

9) Zie Susan Schadler, Interest rates and exchange rates, the Yen/Dollar experience, Finance & Development, juni 1984, biz. 11.

1065

onder meer dat sinds december 1984 ca.
145 niet-Japanse bedrijven Euroyen-obli-

rente gretig aftrek bij Japanse institutionele beleggers. Obligaties uitgegeven door

gaties kunnen uitgeven 10). Voorheen was

Japanse ondernemingen buiten Japan in

dit recht voorbehouden aan enkele Internationale instellingen alsmede enkele natio-

iedere willekeurige valuta worden onder
Japanse wetgeving niet beschouwd als bui-

nale overheden. De uitgifte van Euroyeno-

tenlandse effecten. Deze effecten vallen

bligaties is nog niet geheel regelvrij. Tot nu

derhalve niet onder de beperkende maatre-

toe zijn o.a. leningen met een looptijd van

gel van het Ministerie van Financien dat

minder dan 5 jaar niet toegestaan. De in de

troffen het totale uitstaande bedrag aan

niet meer dan 10% van de totale beleggingen gericht mag zijn op buitenlandse effecten. Er wordt beweerd dat Japanse bedrijven als gevolg van deze regeling tegen

yenobligaties die door nationale overheden

gunstiger voorwaarden geld kunnen lenen

en internationale organisaties sinds 1977

dan vergelijkbare niet-Japanse ondernemingen 13). Deze situatie kan remmend
werken op het rente opdrijvende effect dat
gepaard zou gaan met een toenemende beroep van Japanse ondernemingen op de
Euroyen-markt. De relatief goedkoop aangetrokken hoogrentende fondsen kunnen
immers geswapt worden tegen yen-fondsen.

eerste twee maanden na de december-liberalisatie aangetrokken yen-fondsen over-

zijn uitgegeven 11). De opening van de Euroyenmarkt voor niet-Japanse bedrijven

leidde tot een felle concurrentieslag tussen
Japanse financiele instellingen. Hierdoor
lag de rente op Euroyen-obligaties zelfs tijdelijk 50 basispunten beneden de Samuraiobligatierente. Bovendien boden de Japan-

ners voor henzelf onaantrekkelijke swapmogelijkheden (,,Harakiri Swaps”) ten
einde een plaats op de Euroyenmarkt te

bemachtigen.
Het grootste deel van de gegenereerde
yen-fondsen is vrijwel direct omgezet in

dollars. De onderliggende yen-fondsen
zullen grotendeels terugvloeien naar Ja-

pan. Onder Japanse wetgeving kan dit pas
na 180 dagen. Gezien de relatief lage rente

zullen de Japanse financiele instellingen
deze fondsen niet gemakkelijk van de hand
kunnen doen. Van een renteopdrijvend effect op de Japanse kapitaalmarkt zal derhalve vooralsnog geen sprake zijn. Op dit
laatste hadden met name de Amerikanen

gehoopt.
Naast niet-Japanse bedrijven is het sinds

april jl. ook voor Japanse bedrijven mogelijk om zich op de Euroyenobligatiemarkt
te begeven. Inmiddels zijn 117 Japanse on-

dernemingen gekwalificeerd tot emissie
van converteerbare Euroyen-obligaties en

hebben zo’n 30 bedrijven de mogelijkheid
tot uitgifte van z.g. ..straight bonds”. De
aantrekkelijkheid van met name de
,,straight bonds” is aanzienlijk vergroot
door de recente afschaffing van de 20%
bronbelasting op rentevergoedingen aan
niet-Japanse investeerders. De uitgifte van
obligaties op de Euroyenmarkt heeft voor
Japanse bedrijven als voordeel dat de uitgiftekosten lager zijn daar onderpandcondities ontbreken. Bovendien heeft de Euroyen-markt als voordeel dat de bureaucratische rompslomp geringer is en dat tevens

bekendheid kan worden gegeven aan de
naam van de onderneming. Indien Japanse
ondernemingen op grond van bovenvermelde argumenten zich in sterke mate op

de Euroyen-markt zullen gaan begeven,
zou er vervolgens een tekort aan Euroyenfondsen kunnen ontstaan. De vergoeding

op Euroyen-deposito’s zou omhoog gaan,
hetgeen zou leiden tot hogere vergoedingen

voor deposito’s in Japan (waar thans de
rente nog kunstmatig laag wordt gehouden) dan wel tot een verschuiving van deposito’s in Japan richting Euroyenrekening 12).

De geldmarkt
Sinds april 1985 hebben financiele instanties (inclusief niet-Japanse banken) de
toestemming verkregen om in z.g. ,,Money
market certificates” (MMC’s)tehandelen.
MMC’s zijn spaardeposito’s met een opbrengst die de geldmarktrente benadert.
De inlegtermijnen op deze deposito’s varieren van 1-6 maanden. De minimaal
vereiste inleg is echter nog zeer hoog, nl. Y
50 mln. (ongeveer f. 685.000). De MMC
kan derhalve nog niet in sterke mate concurreren met bestaande spaarmogelijkheden waarvan de rente gereguleerd is.
Naast de introductie van MMC’s is in
april 1985 de minimaal vereiste inleg voor
,,Certificates of Deposit” (CD’s) verlaagd
van Y 300 mln. naar Y 100 mln. Bovendien
is de inlegperiode – voorheen 3 a 6 maanden – uitgebreid tot 1 a 6 maanden. Als
gevolg van de geldmarkt zullen de ,,funding”-kosten van de banken stijgen. De
vergoeding op CD’s ligt zo’n 2 a 3% boven
de traditionele vergoeding op bankdeposito’s. De rentevergoeding op MMC’s is ongeveer 0,75% lager dan de rente op CD’s.
Dit alles zou derhalve een renteopdrijvend
effect kunnen hebben. Een obstakel in het
dereguleringsproces vormt echter het
,,Post Office saving system”. Ongeveer
30% van alle particuliere deposito’s zijn
bij de Postbank ondergebracht. De rentevergoeding op deze deposito’s worden
vastgesteld door het Ministerie van Post en
Telecommunicatie. De aantrekkelijkheid
van deze spaarvorm vloeit met name voort
uit fiscale aspecten 14).
Ondanks recente liberalisatiemaatregelen zal de Japanse geldmarkt voorlopig in
grote mate gereguleerd blijven. Voor verdergaande deregulatie van de Japanse
geldmarkt is het van belang dat:
– de minimum inleg op een MMC wordt
verlaagd;
– middellange- tot lange-termijn-CD’s
worden toegestaan;
– het ,,Post Office savings system”
wordt herzien.

In het afgelopen jaar hebben Japanse
ondernemingen ruim $ 10 mrd. geleend op

de Eurokapitaalmarkt, een stijging van
33% ten opzichte van 1983. De door Japanse bedrijven uitgegeven Eurodollarobligaties vonden gezien de aantrekkelijke
1066

5. Conclusies

De onderwaardering van de yen ten op-

zichte van de dollar vloeit deels voort uit de
relatieve geslotenheid van de Japanse financiele markt. Hierdoor konden de reelerenteverschillen tussen Japan en de Verenigde Staten zich handhaven en continueerde de kapitaaluitstroom uit Japan. Recent aangekondigde liberalisatiemaatregelen zullen vermoedelijk slechts op de lange
termijn effect hebben op de wisselkoers
van de yen.
Het is niet waarschijnlijk dat als gevolg
van de recente liberalisatiemaatregelen de
rente in Japan op korte termijn sterk zal
oplopen. Een rappe deregulering van de
Japanse geld- en kapitaalmarkt zou Japanse banken in grote moeilijkheden kunnen
brengen 15). Een lokale bankcrisis past
niet in het Japanse streven om Tokyo tot financieel centrum van de wereld te bombarderen. De opening van de Euroyen kapitaalmarkt voor een honderdtal niet-Japanse bedrijven lijkt vooralsnog geen renteopdrijvend effect teweeg te brengen. Mogelijk brengt echter de toegang van Japanse
ondernemingen tot de Euroyen kapitaalmarkt (april 1985) en de totstandkoming
van een ,,Yen-bankers acceptance market” (juni 1985) hierin verandering.
Gezien het bovenvermelde zal op korte
termijn geen sprake zijn van een drastische
vermindering van het reele renteverschil
tussen de Verenigde Staten en Japan. Bovendien maakt het in absolute termen gigantische begrotingstekort in de Verenigde
Staten een aanzienlijke rentedaling niet
aannemelijk.
Indien de liberalisatie van de Japanse
kapitaalmarkt wordt voortgezet volgens
het huidige tempo en met name het ,,Post
Office savingssystem” wordt ontmanteld,
zal binnen 5 jaar de renteontwikkeling in
Japan door de markt worden bepaald. Dit
zal leiden tot een reductie van de reelerenteverschillen tussen Japan en de Verenigde Staten. Twee faktoren liggen hieraan
ten grondslag.
Enerzijds zal de aanhoudende gigantische kapitaalexport die uit de liberalisatie
voortvloeit, uiteindelijk leiden tot een reductie van de renteverschillen tussen Japan
en de Verenigde Staten. Japanners zullen
in steeds sterkere mate hun toevlucht nemen tot spaarvormen die de marktrente benaderen. De resulterende afbouw van de

10) 84 bedrijven met minimaal een AA-rating en
6 bedrijven met een A-rating.

11) Zie The birth pangs of the Euroyen Market,
Euromoney, maart 1985, biz. 35.
12) Zie prof. dr. H.G. Eygenhuysen en drs. B.
Out, Deregulatie en Internationalisatie van het
Japanse financiele systeem, Bedrijfskunde actueel, 1985, nr. 2, biz. 172.
13) Zie Business International Money Report,
25 januari 1985.
14) Rente op deposito’s tot Y 3 mln. (ongeveer
f. 42.000) wordt niet belast. Bovendien is het geoorloofd om meer dan een rekening te openen.

De namen van de rekeninghouders worden niet
aan het Ministerie van Financien doorgegeven.
De grens van Y 3 mln. is dus praktisch gesproken nauwelijks een barriere. Een additionele belastingfaciliteit geldt in geval besparingen worden aangewend ter financiering van eigen-woningbezit.
15) Zie, Robert Cottrell, Slow Road to interest
rate deregulation, The Banker, januari 1985,
biz. 81.

gereguleerde spaardeposito-instrumenten

zal leiden tot hogere ,,funding”kosten van
de banken en overheid (Postbank). Op hun
beurt zullen deze instellingen zich in sterkere mate dan voorheen richten op hoog Tenlends buitenlandse waarden. In dit ver-

band speelt tevens een rol dat de Japanse
overheid in de komende jaren een groot
deel van haar schuld zal moeten herfinancieren. De vanaf 1975 uitgegeven 10-jarige
staatsobligaties zullen in de komende jaren

worden afgelost. Ten einde een massale
uitstroom van deze fondsen te voorkomen

zal het huidige rentepeil moeten worden
verhoogd. Bovendien is aan de groei van de
particuliere besparingen vorig jaar een
eind gekomen. Vergeleken met het voorgaande jaar is de groei van de particuliere
besparingen in 1984 met 0,2% gedaald 16).
Anderzijds zal een reductie van de renteverschillen tussen Japan en de Verenigde

Staten kunnen voortvloeien uit de voorgenomen Amerikaanse maatregel om in yen
luidende Amerikaanse staatsobligaties uit
te geven op de Japanse kapitaalmarkt. Een
geleidelijk sterker internationaal gebruik

van de yen zal eveneens een renteopdrijvend effect kunnen hebben.
Op langere termijn zullen de reele-renteverschillen tussen de Verenigde Staten en
Japan als gevolg van de liberalisatiemaatregelen dus verminderen. Tegen deze achtergrond sprak de Japans-Amerikaanse
werkgroep met betrekking tot de yen/dollar-wisselkoers terecht de volgende verwachting uit: ,,The working group expects

that comprehensive measures to internationalize the Yen and liberalize Japan’s capital markets, which are primarily aimed
at achieving world economic efficiency
and fulfilling Japan’s responsibilities as
the second largest economy, will lead to a
stronger Yen” 17).

Inmiddels is de yen, als uitvloeisel van de
afspraken binnen de ,,Group of five”,
aanzienljk versterkt ten opzichte van met
name de dollar. Vooral interventies van
Japanse autoriteiten op de wisselmarkten

gedurende enkele dagen hebben dit effect
kunnen bewerkstelligen. Hiermee is enige

verlichting gebracht in de actuele protectionistische dreiging vanuit de Verenigde
Staten gericht op Japanse export. Volledi-

ge liberalisatie van de Japanse financiele
markt zal in de toekomst dergelijke ingrepen overbodig moeten maken. Dit is wellicht de enige manier om onevenwichtigheden in de wereldeconomie die bedreigend
zijn voor de vrijhandel, te voorkomen.
P.A. Morshuis

16) Zie ,,Personal savings are levelling off”,
The Oriental Economist, juni 1985, biz. 40.
17) Zie ,,Report by the working Group of Joint
Japan, VS. Ad hoc group on Yen/Dollar Exchange rate, The Oriental Economist, juli 1984,
biz. 23.

ESB 23-10-1985

Auteur